Samenvatting rechtsgeschiedenis

27
Chronologie 1) Klassieke Oudheid +- 500 voor Christus – 500 n. Chr. 2) Middeleeuwen +- 500 - +- 1500 3) Nieuwe tijd +- 1500- Heden Waarom bestuderen we rechtsgeschiedenis? vanwege het feit dat wij bij alle rechtstoepassing een norm toepassen uit het verleden op een casuspositie uit het heden met een verantwoordingsplicht in de toekomst. Een rechter moet zijn uitspraak motiveren. Ten 1 e om uit te leggen aan de justitialen waarom en hoe die uitspraak zo is. Ook moet hij verantwoording af leggen aan een hogere rechter. Dit geldt voor de justiciabele en voor de rechter !! vanwege het academisch karakter van de universitaire rechten- opleiding. Waarom bestuderen we het Romeinse recht? Vanwege de RECEPTIE van het Romeinse recht op het Europese continent = Het doordringen van het Romeinse recht in de rechtspraktijk vanaf 1100 tot 1900 Studie van het Romeinse recht is in twee opzichten nodig en nuttig, ook voor nu: 1) Vanwege de mogelijkheid tot het vergelijken van rechtsregels en rechtsstelsels (rechtsvergelijking) 2) Vanwege het streven naar eenvormig (privaat)recht in de Europese Unie Die rechtstelsels zijn niet gelijk. Nederland hanteert Nederlands recht, terwijl Duitsland Duits recht hanteert. Verschillen tussen het Romeinse recht en het hedendaagse (privaat)recht: 1) Het Romeinse privaatrecht omvat (veel) meer dan het huidige privaatrecht: bijvoorbeeld het “delictenrecht”, hieronder valt sanctionering van ten onrechte toegebrachte schade, belediging en diefstal (boete komt ten goede van de benadeelde) 2) De Romeinse juristen onderscheiden dan ook publiekrechtelijk vervolgde ernstige misdrijven (crimina publica) en privaatrechtelijke delicten (delicta privata) 3) In het Romeinse recht staat het procesrecht voorop, niet het materiële recht Ubi remedium, ibi ius Waar een rechtsmiddel is, daar is een recht

Transcript of Samenvatting rechtsgeschiedenis

Page 1: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Chronologie1) Klassieke Oudheid

+- 500 voor Christus – 500 n. Chr.2) Middeleeuwen

+- 500 - +- 15003) Nieuwe tijd

+- 1500- Heden

Waarom bestuderen we rechtsgeschiedenis?vanwege het feit dat wij bij alle rechtstoepassing een norm toepassen uit het verleden op een casuspositie uit het heden met een verantwoordingsplicht in de toekomst.Een rechter moet zijn uitspraak motiveren. Ten 1e om uit te leggen aan de justitialen waarom en hoe die uitspraak zo is. Ook moet hij verantwoording af leggen aan een hogere rechter.Dit geldt voor de justiciabele en voor de rechter !! vanwege het academisch karakter van de universitaire rechten-opleiding.

Waarom bestuderen we het Romeinse recht?Vanwege de RECEPTIE van het Romeinse recht op het Europese continent=Het doordringen van het Romeinse recht in de rechtspraktijk vanaf 1100 tot 1900Studie van het Romeinse recht is in twee opzichten nodig en nuttig, ook voor nu:1) Vanwege de mogelijkheid tot het vergelijken van rechtsregels en rechtsstelsels (rechtsvergelijking)2) Vanwege het streven naar eenvormig (privaat)recht in de Europese UnieDie rechtstelsels zijn niet gelijk. Nederland hanteert Nederlands recht, terwijl Duitsland Duits recht hanteert.

Verschillen tussen het Romeinse recht en het hedendaagse (privaat)recht:1) Het Romeinse privaatrecht omvat (veel) meer dan het huidige privaatrecht: bijvoorbeeld het

“delictenrecht”, hieronder valt sanctionering van ten onrechte toegebrachte schade, belediging en diefstal (boete komt ten goede van de benadeelde)

2) De Romeinse juristen onderscheiden dan ook publiekrechtelijk vervolgde ernstige misdrijven (crimina publica) en privaatrechtelijke delicten (delicta privata)

3) In het Romeinse recht staat het procesrecht voorop, niet het materiële recht Ubi remedium, ibi ius

Waar een rechtsmiddel is, daar is een recht4) Het Romeinse recht gaat uit van een concrete casuspositie, het huidig (continentaal-

Europese) privaatrecht gaat uit van een geschreven wettekst of van een algemeen rechtsbeginsel. In beginsel gaan we uit van geschreven wetteksten etc. Wij hebben een algemene wettelijke structuur. In het Romeinse Recht is dat in veel mindere mate. Wij hebben een mooie hierarchie van rechtsbronnen. Ons Burgerlijke recht wordt alleen gehanteerd wanneer het in overeenstemming is met de redelijkheid en billijkheid.

5) De Romeinse staat was nog geen rechtsstaat (dwz. Elke machtsuitoefening is onderworpen aan het recht. Er is een duidelijke regel voor iedere machtsuitoefening. Er is veel discussie over punt 5. Dat heeft te maken met de horizontale verdeling van die rechtsbronnen. Hedendaags is er een kenbare pyramidevorm van rechtsbronnen Bovenaan het verdrag, de GW e.v.

6) De rechtsbronnen hebben een andere, veel minder sterke hiërarchie

De verhouding tussen• Rechtspraak • Rechtswetenschap

Page 2: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• Wetgevingis in de tijd veranderd (grondig) Doordat wij die hierarchie van rechtsbronnen hanteren. Wetgeving speelde in het Romeinse Recht wel een rol. Kijk maar op de laatste bladzijde van de reader!!

Chronologie van- De politieke geschiedenis- De geschiedenis van de rechtswetenschap- De geschiedenis van het leerstuk van de onrechtmatige daad

Overzicht instituten-systeem• Afkomstig van Romeinse jurist Gaius (± 160 n.Chr.)• Waarschijnlijk toepassing van een theorie die afkomstig is uit het antiek toneel (Wieacker)

(oorspronkelijke betekenis van persona: toneelmasker !) personae res actionespersonen vermogen proces(op het toneel) (de plot) (de handeling op het toneel)

Res/ vermogensrechta) Eigendomsrecht (cfr. Boek 5 BW)b) Erfrecht (cfr. Boek 4 BW)c) beperkte rechten = iura in re aliena (geen term uit klassiek RR) - genotsrechten

- zekerheidsrechten (cfr. Boek 3 en Boek 5 BW)

1. obligationes - verbintenissen - ex contractu - uit overeenkomst

(vrijwillig- link met Aristoteles, 384- 322 v.Chr.), zie uitwerking op volgende slide

- ex delicto – uit “delict” (onvrijwillig- link met Aristoteles)

Overzicht Romeinse contracten !!! (Belangrijk, routeplanner voor het privaatrecht)!!!Vier groepen:a) re – komen tot stand door overgifte van een zaak voorbeelden: bruikleen, verbruikleen, pandb) verbis – komen tot stand door vormelijke woorden. Voorbeelden: stipulatio, sponsio c) litteris – komen tot stand door een geschrift (boekhouding)d) consensu- komen tot stand door “wilsovereenstemming”

Consensuele contracten !!! (Belangrijk, routeplanner voor het privaatrecht)!!!• Koop/verkoop (emptio/venditio) cfr. BW 7.1• Huur/verhuur (locatio/conductio) cfr. BW 7.4• Maatschap (societas) cfr. BW 7A, art. 1655 vv.

zie echter ook BW boek 2 !• Opdracht (mandatum) cf. BW 7.7

RECEPTIE VAN HET ROMEINSE RECHT !

Page 3: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Week 45-2: Het Romeinse Recht II

• periode: klassiek Romeins recht, 100 v.Chr-250 n.Chr.• Kort overzicht Romeinse politieke geschiedenis • Rechtsbronnen in het Romeinse recht: wetten (leges), plebiscita, besluiten van de senaat

(Senatus Consulta). • Rechtsvorming door de praetor; ius civile, ius gentium, ius honorarium, juristenrecht. • Chronologisch en systematisch overzicht van de Romeinse rechtsbronnen• Ontstaan van de Romeinse rechtswetenschap. • Contract en delict; Lex Aquilia ± 286 v. Chr.(?)

Romeinse politieke geschiedenis753-509 v. Chr. Koningstijd (7 koningen)Rome was een stadsstaat (de stad was omringd door muren, met daaromheen veel land. Dhr. Winkel maakte de vergelijking met een spiegelei, met in het midden het eigeel, wat niet weg kan. Zit centraal) in het Middellandse Zee gebied. Geringen mogelijkheid om militair technisch je grondgebied te vergroten

• rechtsbronnen: leges regiae - koningswetten

510-27 v. Chr. Romeinse republiek. Ten tijde van de republiek is het Romeinse staatsbestel een mix van democratie en van aristocratie, met meer de nadruk op de aristocratie (Aristocratie (Grieks: ἀριστοκρατία < ἀριστεύς ("beste") + κρατεῖν ("heersen")) is een regeringsvorm waarbij de heerschappij in handen is van een kleine groep, de zogenaamde aristocraten. De Griekse oorsprong van het woord suggereert de betekenis: geregeerd door de besten) Er bestaat geen machtsuitoefening zonder recht.

• bestuur door magistraten1. consul(het belangrijkst)2. praetor 3. aedilis curulis (marktmeester = overheidstaak)

• beginsel van collegialiteit (wederzijdse controle)• annuïteit: ambtstermijn maar één jaar!

510-27 v. Chr. Romeinse republiek.Rechtsbronnen:

– XII Tafelenwet ± 450 v. Chr.; – o.a. vaste boete (hoeveelheid ongemunt brons) bij gebroken ledematen van vrijen en

slaven; regeling veranderd door Lex Aquilia. Het boetebedrag is schade gerelateerd.– 286 v.Chr./± 200 v. Chr.: Lex Aquilia – 242 v. Chr. invoering praetor peregrinus (De praetor peregrinus werd in 242 v.Chr.

aangesteld als praetor om de problemen die in een kosmopolitische stad als Rome ontstonden tussen haar burgers en buitenlanders (peregrini) te regelen. Hij vaardigde ieder jaar, net zoals zijn collega, de praetor urbanus een edictum uit, waarin hij de wetgeving voor de relaties tussen burgers en vreemdelingen afkondigden. Hij bezat zoals elke praetor een imperium en wanneer hij recht sprak, zetelde hij op een sella curulis.)

• verantwoordelijk voor de rechtsbedeling tussen peregrini (geprivilegieerde vreemdelingen) en Romeinse burgers;

• in zijn edict voor het eerst het consensuele contract van koop.

242 v. Chr. In het Westen was al een andere stadsstaat actief, namelijk Carthago, rival van Rome. Rome, inbloed uitoefenen in Italie. Gaat de strijd aan met Carthago oorlog ontstaat (3 oorlogen)

Page 4: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• 1e Punische Oorlog: 264-241 v. Chr. Dus 1 jr na invoering van de praetor peregrinus, onstaat de 1e oorlog) Twistappel is Sicilië Rome wint. Beloven de mogelijkheid de rechtsgang om in Rome een proces aan te spannen. Zodat de Sicilianen ook de mogelijkheid te krijgen. Uiterst welvarende burgers uit Sicilië om zoveel mogelijk processen te voeren.

• 242 v. Chr. Invoering praetor peregrinus • 2e Punische Oorlog: 218-201 v. Chr • ± 200 v. Chr.: Romeins geld in omloop (gemunt geld) Slag bij Cannes, pijnlijke nederlaag voor

Rome).• 3e Punische Oorlog: 149-146 v. Chr.

Rome en Griekenland450 v. Chr. Twaalftafelenwet naar Atheens voorbeeld200-168 v.Chr. Oorlogen met Macedonië168 v. Chr. Slag bij Pydna: Rome beheerst het oostelijk bekken van de Middellandse zee156 v.Chr. Gezantschap van Griekse filosofen in Rome onder leiding van Karneades. Zij moeten iets vragen of Rome niet wat genadiger kon zijn voor de overwonnen Grieken. IN nadenken over de natuur, de Griekse filosofie. Ze namen 4 filosofen mee, Ze gingen debateren op het stadsplein in Rome. Dat was werkelijk een sensatie. Onderwerp van discussie is er objectiviteit van de gerechtigheid? Niet alleen toepassen van een gerechtelijke bepaling.

510-27 v. Chr. Romeinse republiek.Het begon met de natuurfilosofie. Verschijnselen als een vaste stof wow! Toen kwam men tot de conclusie welk wlement is nu het belangrijkst? Vaste stof, vloeistof, vuur of water? Al gauw werd de vraag wat is natuur over gebracht op gedrag. In hoeverre is ons gedrag bïnvloed uit de natuur? Dat bracht de discussie over het natuurrecht naar boven.

• toenemend belang edicten• toenemend belang rechtswetenschap als rechtsbron • ± 100 v. Chr. Quintus Mucius Scaevola, toepassing van het onderscheid genus/ species.

Quintus is een van de belangrijkste grondleggers van de rechtswetenschap. Algemene sorteerbeginselen, waardoor rechtswetenschap mogelijk is. Indelingen in het recht. Hoofd van bijzaken scheiden. Algemeen begrip: betsaat uit verschillende onderdelen. Het recht is wel degelijk een wetenschap. Genus = klasse, species = soort.

• begin jaartelling: Sabinus/Proculus/Labeo als belangrijke juristen

Je kunt op verschillende manieren schade aanbrengen aan een ander:• opzet (dolus)• schuld (culpa)• toeval• Toepassen op het woord ten onrechte.

Dhr. Winkel geef je een stuk marmer om te beeldhouwen want hij is beeldhouwer (stel) Maar van wie is nu eigenlijk dat beeld? Is de eigenaar (ik) eigenaar van dat marmeren beeld wat is ontstaan? Of is het in casu dhr. Winkel (de bewerker van het marmer)? Deze praktijk komt veel voor. Betrekking op zaaksvorming!!

Labeo, minstens 4 keer iets uit de filosofie van Aristoteles in het Latijn vertaald en als juridisch argument gebruikt. Sabinus puur op de Stoa.

2e eeuw voor Chr.: wordt Rome een rechtstaat?• 133-121 v.Chr. Hervormingen onder leiding van de Gracchen ( 2 broers, schudden het hele

Rome op. hoe zit het met eigendom van lang? buiten Rome kregen soldaten die met pensioen gingen een stuk land. Getracht werd om een nieuw systeem van landverdeling op te zetten. Landhervormingen in 133 v. Chr. De Lex Agraria.

Page 5: Samenvatting rechtsgeschiedenis

133 v. Chr. Lex Agraria: landhervormingen 122 v. Chr. Lex Acilia: rechtsbescherming tegen provinciegouverneurs (tegen willekeur) Zodra de gouverneurs uit hun ambt kwamen kon je ze aanklagen.

27 v. Chr. – 284 n. Chr. Principaat (tendentie naar één hoofdig bestuur)• eerste keizer: Augustus• valt min of meer samen met periode van het klassieke Romeinse recht. Ieders rol staat

aangegeven. Je hebt een erfgenaam, eigenaar, debiteur, crediteur (abstracte aanduiding)• Rechtsbronnen:

– juristenrecht– door verlening ius respondendi (recht om in het openbaar namens de keizer juridisch

advies te geven) wordt zelfstandigheid juristen subtiel beperkt • ± 160 n. Chr.: Gaius schrijft Instituten als systematisch leerboek• 3e eeuw: “hofjuristen” Papinianus, Ulpianus, Paulus• wetten (tot 96 n. Chr.)• edicten: vastlegging Edictum Perpetuum, ± 138 n. Chr., door Julianus in opdracht van keizer

Hadrianus; inperking zelfstandige betekenis edicten!

27 v. Chr. – 284 n. Chr. Principaat• 3e eeuw hofjuristen Papinianus, Ulpianus, Paulus.• ± 160 n. Chr.: Gaius schrijft Instituten als systematisch leerboek• 3e eeuw: “hofjuristen” Papinianus, Ulpianus, Paulus• wetten (tot 96 n. Chr.) Besluiten van volksvergadering. Toegang tot de rechter als je, je had

gewend tot de preator. Hij bepaalde informeel de hiërarchie van de rechtsbronnen. • edicten: beginsel van annuïteit aanstelling nieuwe praetor, ieder jaar. Dat zorgde voor de

rechtszekerheid en continuïteit. De praetor had de bevoegdheid het edict te veranderen of aan te vullen. Maar! Julianus bracht hier verandering in door vastlegging Edictum Perpetuum, ± 138 n. Chr., door Julianus in opdracht van keizer Hadrianus; inperking zelfstandige betekenis edicten! De praetor zegt… (= Edictum Perpetuum)

27 v. Chr. – 284 n. Chr. Principaat• senaatsbesluiten (sommige rechtstreeks te vinden in de huidige wetgeving. Denk

bijvoorbeeld aan het erfrecht).• toenemend belang keizerlijke wetgeving (de keizer maakt edicten in zijn functie als

magistraat)• 212 Constitutio Antoniniana: bijna alle vrije inwoners van het Romeinse rijk verkrijgen het

Romeinse burgerschap. Een van de belangrijkste feiten uit de 3e eeuw.

284-476 n. Chr. Dominaat• eerste keizer tijdens het Dominaat: Diocletianus. Hij kwam aan de macht ten tijde van een

onrustige tijd. (een monarchie hoeft niet erfelijk te zijn zie het Romeinse Rijk). In de 3e eeuw na Chr. Was het erg onrustig in het Romeinse Rijk. Totdat Diocletianus aan de macht kwam.

• rechtsbronnen: keizerlijk recht, na Diocletianus nog slechts algemene wetten (leges generales)

• 426: Citeerwet: ordening juristenrecht. Alles werd toen natuurlijk met de hand geschreven. En als je een tekst wilde kopiëren diende dat overgeschreven te worden. Dus alles werd met de hand overgeschreven. Natuurlijk een bron van fouten. En daarom diende je een soort controlemechanisme in het leven te roepen, door te kijken hoe die geschriften erbij liggen. In die tijd zag je steeds dezelfde 5 juristen geciteerd worden in de rechtszaal. Stond vast in de Citeerwet alleen Paulus, Ulpianus, Gaius,Modestinus en Papinianus mogen worden geciteerd

Page 6: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• 438: Codex Theodosianus: ordening keizerrecht van de 4e en begin 5e eeuw• 476 einde West-Romeinse rijk• 1453 einde Oost-Romeinse/Byzantijnse Rijk. Centrum Romeinse Rijk verplaatst van Rome

naar Constantinopel (het huidige Istanbul)

West-Europa na de val van het West Romeinse rijk• 5e eeuw: invallen Longobarden • 6e eeuw: invallen Gothen • 506 Visigotische koning Alaric kondigt bewerking van de Codex Theodosianus af voor zijn

Romeinse onderdanen: - Breviarium Alaricianum of - Lex Romana Visigothorum

Rechtsbronnen in het Romeinse recht; chronologisch overzicht • Wetten (leges): besluiten van de volksvergadering comitia centuriata op voorstel van de

magistraat, meestal de consul; laatste wet: 96 n.Chr.• Plebiscita: besluiten van het concilium plebis, sinds lex Hortensia 287 v.Chr. verbindend voor

alle Romeinse burgers• Senaatsbesluiten (senatus consulta) vooral van belang in de eerste eeuw v.Chr. en de eerste

eeuw n.Chr., met name ook voor het privaatrecht • Edicten van de magistraten, vooral de praetor (heeft bestaan sinds 367 v.Chr.). De edicten

zijn rechtsmiddelen-catalogi, waarin de burgers kunnen zien wanneer zij via de magistraat toegang kunnen krijgen tot de rechter

• Gewoonterecht• Juristenrecht (“gestold”, “gearticuleerd” gewoonterecht ?) Gezag van de juristen! Sociaal

prestige middel.

• keizerlijke wetgeving (natuurlijk pas in de keizertijd na 27 v.Chr.)a) rescripta: epistula(brief van de keizer bestemd voor jou gestelde vraag. /subscriptio (Of om het papier (wat er nog niet echt was te besparen, antwoordde de keizer op hetzelfde papier daar waarop jij je vraag had gesteld)schriftuur van de keizerlijke kanselarij bestemd voor één concreet geval b) mandata: keizerlijke ambtsinstructies c) edicten (keizer was ook magistraat)d) leges generales (algemene wetgeving) gedurende het Dominaat

Rechtsbronnen Romeins recht systematisch overzicht• Ius civile = ongeschreven gewoonterecht voor Romeinse burgers, “gearticuleerd” door de

juristenOnder ius civile vallen ook: Leges=wetten/plebiscita= besluiten lagere volksvergadering/senaatsbesluiten voor Romeinse burgers (zie Gaius, Inst. 1,1 = D. 1,1,9)

• Ius honorarium = recht afkomstig van de magistraten via de edicten (rechtsmiddelencatalogi); Ius honorarium kan in sommige gevallen het ius civile aanvullen, helpen en verbeteren (zie Papinianus, D. 1,1,7)

• Ius gentium, zie Gaius Inst. 1,1 = D. 1,1,91) natuurrecht (belangrijkst)2) volkenrecht (het recht van de volkeren (volkenrechtelijke verdragen). Sommige bevinden zich in Sicilië. 3) algemeen handelsverkeersrecht

Page 7: Samenvatting rechtsgeschiedenis

cfr. 242 v. Chr.: invoering praetor peregrinus voor geprivilegieerde vreemdelingen. De praetor peregrinus doen het erkennen van informeel totstandkomen van vrije gesloten koopovereenkomsten, evenwichtig vorm gegeven.

Het Ius Gentium bestaat uit die 3 bovengenoemde rechten. Je begint bij 3, via 1 eindig je bij 2. Let op, het natuurrecht is het belangrijkst in het Ius Gentium, maar je begint dus bij 3.

NB: Constitutio Antoniniana 212 n.Chr. : Vrijwel alle vrije inwoners van het Romeinse rijk verkrijgen het Romeinse burgerrecht!

Het Ius Gentium van voor 212 n. Chr. Is anders dan het Ius Gentium van na 212 na. Chr. Als technische uitdrukking in het volkenrecht

keizerlijke wetgeving (natuurlijk pas in de keizertijd na 27 v.Chr.)a) rescripta: epistula/subscriptio (schriftuur van de keizerlijke kanselarij bestemd voor één concreet geval )b) mandata: keizerlijke ambtsinstructies c) edicten (keizer was ook magistraat)d) leges generales (algemene wetgeving) gedurende het Dominaat

Week 46-1: Het Romeinse recht III• Periode: klassiek Romeins recht, 100 v.Chr-250 n.Chr.• Overzicht privaatrechtelijke delicten • Uitlegproblemen van de Lex Aquilia; interpretatie door de juristen van de verschillende

elementen van de Lex Aquilia. • Vormen van aansprakelijkheid. • Aansprakelijkheidsbeperkingen • noxale aansprakelijkheid.

Institutensysteem• Afkomstig van Romeinse jurist Gaius (± 160 n.Chr.)• Waarschijnlijk toepassing van een theorie die afkomstig is uit het antiek toneel (Wieacker)

(oorspronkelijke betekenis van persona: toneelmasker !) personae res actiones personen vermogen proces

Res/vermogensrechta) Eigendomsrecht (cfr. Boek 5 BW)b) Erfrecht (cfr. Boek 4 BW)c) beperkte rechten = iura in re aliena (geen term uit klassiek RR) - genotsrechten

- zekerheidsrechten (cfr. Boek 3 en Boek 5 BW)

d) obligationes - verbintenissen - ex contractu - uit overeenkomst

(vrijwillig- link met Aristoteles, 384- 322 v.Chr.), zie uitwerking op volgende slide - ex delicto – uit “delict” (onvrijwillig- link met Aristoteles)

Overzicht privaatrechtelijke delicten• Romeins delictenrecht (onderdeel van het verbintenissenrecht, op zijn beurt onderdeel van

het vermogensrecht, op zijn beurt onderdeel van het Institutensysteem

Page 8: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• Diefstal = furtum, berust op ongeschreven recht (ius civile, voor de Romeinen geldend privaatrecht) maar tegenwoordig behoort diefstal niet meer tot het privaatrecht, maar hebben wij dat geregeld in het Strafrecht!! Hoe komt het dat wij vroeger privaatrecht was? Tegenwoordig is het een publieke taak. In het Romeinse recht werd er direct geprocedeerd: de bestolen persoon versus de dief. Onmiddelijk woord doen bij de rechter (de bestolene) De bestolene vordert de betaling van een boete. Rechtstreeks naar de bestolene

– Aansprakelijkheidsgraad opzet= dolus – Straf: dubbele waarde v/h gestolene, bij heterdaad 4x (in het privaatrecht dus)

• Belediging = iniuria, berust op de XII Tafelenwet – Aansprakelijkheidsgraad opzet = dolus – Vast boetebedrag

• Damnum iniuria datum (het ten onrechte toebrengen van schade) –Lex Aquilia zie volgende sheet.

Overzicht Lex Aquilia• Dateringsproblemen, 286 v. Chr of ± 200 v. Chr.• Hoofdstukindeling• Hoofdstuk I: doden van slaven en viervoetig grootvee: boete gelijk aan de hoogste waarde in

het afgelopen jaar. Betreft dus het sanctioneren.• Hoofdstuk 3: verwonden van slaven en viervoetig grootvee: boete gelijk aan de hoogste

waarde in de dichtst bijgelegen dertig dagen. Aan dit hoofdstuk wordt naderhand (wanneer precies weten we niet) zaakbeschadiging gekoppeld (geestelijke voorvader van art. 6:162BW)

Lex Aquilia H1:• Als iemand andermans slaaf of slavin dan wel andermans stuk viervoetig vee ten onrechte

heeft gedood zal hij verplicht zijn om aan de eigenaar zoveel geld te betalen als die zaak in dat jaar maximaal waard is geweest.

Lex Aquilia H3 (helpt je bij de vaardigheden. Let ook op Lex Aquilia H1• Met betrekking tot de overige zaken – afgezien van gedode slaven en gedood vee – zal

iemand als hij een ander schade heeft toegebracht doordat hij ten onrechte heeft verbrand, gebroken of vernield, verplicht zijn om aan de eigenaar zoveel geld te betalen als die zaak waard zal zijn in de naaste dertig dagen.

Damnum iniuria datumdamnum – nadeel, schade(?); schadebegrip beperkt uitgebreid iniuria – (letterlijk: ten onrechte), • naderhand: gelijkgesteld met schuld/culpa en zo ingepast door Quintus Mucius Scaevola in

het uit de Griekse filosofie afkomstige schema van aansprakelijkheidsgraden • NB Schema: opzet/schuld/toeval dolus/culpa/casus

datum – toegebracht; cfr. (toebrengen van…)Heeft flink wat moeite gehad om dat toe te passen CAUSALITEIT!!! (aangetoond door degene die schade heeft geleden (bewijs))• urere – rumpere – frangere • branden – breken – vernielen rumpere = corrumpere (bederven) interpretatieHet toebrengen van was een te abstract begrip, daarom werd een voorbeeld genomen of bederven er ook onder zou vallen? Men besloot dat bederven ook onder de noemer van toebrengen behoort.

Lex Aquilia komt terug op de tussentoets!!

Page 9: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Damnum iniuria datum, hier spelen vragen van causaliteit. Romeinse en ook veel latere juristen houden vast aan een corporeel element (zie echter Pufendorf en andere natuurrechtelijke schrijvers als Thomasius, V&V p. 17)Met corporeel element bedoelen we: duidelijk zichtbaar causale verband. In het moderne recht is dit minder te herkennen.

Vormen van aansprakelijkheid I !!! (BELANGRIJK!!!)opzet dolus - (Wil gericht op kennelijk verboden rechtsgevolg in hoge mate verwijtbaar)schuld culpa - (je hebt niet opgelet, maar je hebt wel schuld. Het is wel verwijtbaar)toeval casus- (Daar kan je helemaal niks aan doen. Het recht of de rechtsorde stelt je aansprakelijk)(risico-aansprakelijkheid)

Vormen van aansprakelijkheid II!!! (BELANGRIJK!!!) AANVULLEN UIT BOEK!!!!!!!!!• De zwaarste vorm van aansprakelijkheid:

– risico-aansprakelijkheid • De lichtste vorm van aansprakelijkheid: (zoveel voorwaarden waaraan je moet voldoen om te

komen tot deze vorm van aansprakelijkheid)– aansprakelijkheid voor opzet

• Aansprakelijkheid zonder verwijtbaarheid: (alles aangedaan, hem valt niks te verwijten. Maar op de een of andere manier, toch in de greep van het BW en vervolgd.)

– risico-aansprakelijkheid • Aansprakelijkheid met maximale verwijtbaarheid:

– aansprakelijkheid voor opzet Zwaarte is iets anders dan de verwijtbaarheid!!

Aansprakelijkheidsbeperkingen• Bij een delict gepleegd door een slaaf of door een dier wordt de aansprakelijkheid beperkt

tot de waarde van de slaaf of van het dier• De eigenaar kan kiezen tussen het uitleveren van de slaaf of van het dier aan de gelaedeerde

enerzijds en het betalen van de gehele schade anderzijdsWaarom zo geregeld? De Romeinen hadden nog geen verzekeringen zoals wij die tegenwoordig kennen (aansprakelijkheidsverzekering bij autoschade) Slaven en beesten waren een bron van inkomsten en werden gezien als een zaak. Net als met een auto waar de kans bestaat op schade, kon het voorkomen dat je slaaf of dier ook minder presteerde en minder inkomsten genereerde. Er bestond dus een relatie tussen de economische waarde van je productiemiddel (je slaaf of dier) en het risico dat je liep. Door regels van elementaire economie gedicteerd. Je diende je risico’s te spreiden in de agrarische samenleving.

• Meestal kiest de eigenaar voor de eerste mogelijkheid, als de waarde van de slaaf of van het dier lager is dan de schade

• Deze in hoogte beperkte aansprakelijkheid noemt men noxale aansprakelijkheid (noxale aansprakelijkheid Quasi delict is gepleegd door slaaf, zodat diens meester aansprakelijk is. Deze krijgt de mogelijkheid om de slaaf uit te leveren aan gelaedeerde en hoeft in dat gevalniets te betalen.

Hoofdlijn verdere ontwikkeling tot 17e eeuw:• van vergelding naar vergoeding• van boete naar schadevergoeding

Page 10: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Week 46-2 Het Romeinse recht IV: keizer en rechtsvorming. Cognitio extra ordinem, de nieuwe keizerlijke procesvorm

• periode: Romeins recht tijdens het Principaat (27 v.Chr. - 284 n.Chr.) en het Dominaat (284 n.Chr.- 476 n. Chr.). De wetgeving van Justinianus (529-534)

• Verambtelijking rechtsvorming; • uitschakeling autonome rechtsbronnen: zelfstandig gezag van de juristen (auctoritas

prudentium) uitgeschakeld door exclusief recht om ‘namens de keizer' bindend juridisch advies te geven (ius publice respondendi);

• edict van de praetor gecodificeerd, ± 138 n. Chr. • Toenemende macht van de keizer en van de keizerlijke kanselarij. Staatkundige

veranderingen brengen ook veranderingen in de rechtspleging met zich mee. T• Toenemend absolutisme. • De cognitio extra ordinem als model voor het moderne proces. Accusatoire en inquisitoire

procesvormen. • De Justiniaanse codificatie (529-534) en de overleveringsgeschiedenis daarvan.

Procesvormen in het Romeinse rechtBij het legis actio is de magistraat een sleutelfiguur. Het gaat om de rechtsingang. Grotendeels afgeschaft in 17 v. Chr.

• legis actio – twee fasen: – bij de magistraat,– bij de rechter (privé persoon!)– streng-formele procedure, grotendeels afgeschaft in 17 v. Chr. Het begon met het

afleggen van een eed. Bij die eed kwam het wel aan op de taalkunde. Je moest de juiste bewoordingen gebruiken en je mocht je absoluut niet verspreken. Jezelf verspreken zou een aantasting van je eigen geloofwaardigheid zijn. Als het ware een contactpunt tussen recht en religie. De relatie tussen die 2 ligt dicht bij elkaar.

• formula-proces – twee fasen: vooral een schriftelijke procedure. – bij de magistraat, meestal geschiedde het bij de praetor (1e fase) eerst aangebracht

worden bij de magistraat die rechtsingang verleende (toegang tot de rechter) Dit was meestal de praetus urbanus *de stadspraetor), die elk jaar een edict bij zijn ambtsaanvaarding een edict uitvaardigde.

– bij de rechter (privé persoon, er was wel een lijst met rechters!) (2e fase)– gebaseerd op het edict, de rechtsmiddelencatalogus van de praetor (bepaalde

rechtsmiddelen die in het voorgaande jaren een succces bleken, niet verstandig om die dan te veranderen. Dus vaak overgenomen door de nieuwe praetor. Zorgde enigszins voor continuïteit. Omstreeks 138 n. Chr. Droeg keizer Hadrianus aan de jurist Salvius Julianus op het edict voortaan voor altijd vast te leggen in het Edict Perpetuum +- 138 n. Chr. Wij kennen een deel van de inhoud van het Edictum Perpetuum, doordat de laatklassieke juristen, zoals Ulpianus en Paulus, het Edictum Perpetuum hebben becommentarieerd. Die edictcommentaren blijken na de operatie die wij palinenesie noemen (het terugplaatsen van de Digestenfragmenten in hun oorspronkelijke context) een zelfde opbouw en volgorde te hebben.

– Het formula-proces gedurende de periode van het klassieke Romeinse recht; in onbruik geraakt ± 250 n.Chr., afgeschaft 342 n. Chr.

Actio utilis / actio in factum• Als blijkt dat… Gaius (formula, persoonlijke terugvorderingsactie) Als blijkt dat… moet bij

de rechter blijken, dus in de 2e fase van het formula-proces. De rechter toets de formula die voorwaardelijke is geformuleerd.

Page 11: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• Edict van de Praetor, sinds ± 138: Edictum Perpetuum: hierin staan de voorwaarden voor het verlenen van de gewone actie, bijv. actio legis Aquiliae

• Daarnaast kan praetor ad hoc een actie verlenen per decreet: (onderhandelen met de praetor)

• actio…. utilis: als één voorwaarde voor de gewone actie niet is vervuld, vb: actio legis Aquiliae utilis.

• actio in factum: gebaseerd op de omstandigheden van het concrete geval Stel in geen enkele actie uit het edict geen steun kan krijgen. Dat is het toch mogelijk om rechtsingang te verkrijgen. Er ontstaat een heel kersvers op jou situatie toegesneden rechtsmiddel actio in factum. Dat is gebaseerd op de omstandigheden van het concrete geval. Zo’n actio in factum werd soms wel 2 of 3x per jaar verleend. Dat was dus de aanleiding voor de volgende praetor om dat op te nemen in het edict voor 138. Na 138 n. Chr. Staat het edict vast Edict Perpetuum (Justinianus)

Procesvormen in het Romeinse recht • cognitio extraordinaria (sinds 17 v.Chr.) • proces in één fase voor keizerlijk ambtenaar (niet onafhankelijk) Lijkt sterk op de manier hoe

we tegenwoordig procederen. Het proces geschiedt d.m.v. 1 zitting bij een keizerlijke ambtenaar. Deze ambtenaar is niet geheel onafhankelijk, gezien het feit hij instructies van of de keizerlijke kanselarij of andere hogere organen kan vragen. Daardoor draagt ook de rechtsbeslissing van de keizerlijke kanselarij, een rescriptum, een voorwaardelijk karakter, in die zin dat de feiten nog voor de rechter moeten worden bewezen. Het dan uitgevaardigde rescript is bindend voor de rechter in dit geval en de interessante vraag doet zich voor in hoeverre zo’n rescript exemplarische werking heeft in soortgelijke gevallen.

• Rescript is een van de oudste vormen van keizerrecht. Dat was het voorbeeld waar de keizer rechtsvragen beantwoorden (rechtsvragen met antwoord van de keizer) Het rescript is ook denkbaar in het formula-proces. Met het rescript naar de praetor, die vervolgens rechtsingang verleent.

• mogelijkheid tot het vragen van een rescript aan de keizer • De rol van de rechter in het cognitie-proces is anders dan in het formula-proces: de rechter is

veel minder lijdelijk en minder afhankelijk van de argumenten die door de partijen worden voorgedragen. In een aantal gevallen gaat de rechter actief op zoek naar de waarheid. Hier zien we dus een verschuiving van een accusatoire procesvorm (formula-proces), naar een meer inquisitoire procesvorm (cognito extraordinaria)

• = voorloper van het moderne proces Een actieve rechter die actief op zoek is naar de waarheid = inquisitoirEen passieve rechter laat het initiatief over aan de partijen = accusatoir

Overzicht Justiniaanse wetgevingKeizer Justinianus (527-565) – Constantinopel

• Codex Iustinianus (529/534)Radicale aanpak van Justinianus. In Constantinopel was het toen erg onrustig. Verscheidene opstanden waren aan de orde van de dag. Ondanks die opstanden had Justinianus een commissie aan het werk gezet die de hervormingen van het keizerrecht zouden doorvoeren; daarin nam een jurist zitting, die te beschouwen is als het brein achter de hele onderneming, zijn minister Tribonianus. Zij besloten naar het voorbeeld van de Codex Theodosianus te volgen: iedere in de nieuwe ‘codex’ op te nemen keizerlijke constitutie behield haar eigen rechtskracht, zodat bij iedere constitutie nauwkeurig diende te worden aangegeven door wie en wanneer zij was uitgevaardigd, terwijl ook binnen de afzonderlijke, inhoudelijk gerangschikte titels waarin een constitutie werd opgenomen een chronologische volgorde in acht diende te worden genomen en wel dusdanig dat iedere titel diende te beginnen met de oudste constituties en te eindigen met de jongste, meestal een constitutie van Justinianus zelf. Op deze wijze ontstond er

Page 12: Samenvatting rechtsgeschiedenis

een eenvoudige oplossing voor het probleem van een eventuele interne inconsistentie en wel aan de hand van het adagium ‘de latere wet gaat voor de oudere’ . Het werk van de commissie was binnen 1 jaar klaar en kon reeds op 16 april 529 worden afgekondigd. De keizer was trots op zijn werk dat – naar het voorbeeld van de Wet van de Twaalf Tafelen- in twaalf boeken was ingedeeld. Hij liet, in de bijzondere constitutie van die datum waardoor aan de CODEX JUSTINIANUS rechtskracht werd gegeven geen twijfel bestaan over de exclusiviteit daarvan. 4 commissies . De 1e commissie (Sabinus) ging ervoor zitten en keek hoe de indeling moest geschieden. Gericht met name op de manier van procederen. Een algemene rechtsbronnenleer werd geschreven in de Digesten. De titelvolgorde is afhankelijk van de indeling in het Edictum Perpetuum (50 boeken). De 2e commissie (edicten). De 3e commissie: probleemliteratuur van Papinianus was zeer bekend en die 3e commissie besteedde aandacht vooral aan het werk van Papinianus. De 4e commissie was als het ware een bezemwagen. Alle vraagstukken en overgebleven stukken loste zij op (Appendix)verzameling van het gehele keizerlijk recht vanaf tweede eeuw; 12 boeken onderverdeeld in titels• Digesten (533) verzameling (“knipselkrant”) van het juristenrecht in 50 boeken,

onderverdeeld in titels NB Digesten (vervolg)

Massentheorie van Bluhme • Sabinus (1e com), edict(2e com), Papinianus(3e com), Appendix(4e com)• Palingenesia mogelijk door inscripties (humanisme; Otto Lenel) Palingnesia is een belangrijk

sleutelbegrip om überhaupt het Romeinse recht te begrijpen. Aan de hand van alle commentaren kan je een logische samenhang reconstrueren. Het opnieuw geboren worden van de juristengeschriften. Rekening houden met de bronvermeldingen!!Wetenschappelijk werk begint bij het vermelden van citaten waar ze vandaan komen. Nauwkeurige bronvermeldingen.

• Instituten van Justinianus (533) naar het voorbeeld van de Instituten van Gaius (Gaius noster) Gedeeltelijk terug te vinden in de Digesten. Gaius was degene die het enige werkelijk volledig systematisch overzicht van het Romeinse privaatrecht heeft uitgeschreven. Justinianus sprak lovend over Gaius (Gaius noster)

• Novellen (nieuwe keizerlijke wetgeving van na 534)• N.B. Justiniaanse wetgeving heet later (na 1400) de Corpus Iuris Civilis !!

Opmerking bij dat laatste. De Corpus Iuris Civilis is geschreven in het latijns. Opmerkelijk omdat in het gehele oostelijke Romeinse rijk Grieks gesproken werd. Wetgeving in de verkeerde taal. In het onderwijs (Constantinopel) hadden ze moeite om die wetgeving in de praktijk te implementeren.

Keizer Justinianus (527-565) - Constantinopel

Codex Iustinianus (529/534) o Verzameling van het gehele keizerlijke recht vanaf de tweede eeuw: 12 boeken

onderverdeeld in titels (12 boeken weerspiegeling van de eerdere 12 tafelenwet).o De keizer Justinianus was ook de leider van de Christelijke kerk (het Oost-Romeinse Rijk

kende een staatsgodsdienst). Hij benoemde dus ook de bisschoppen. Het eerste boek van de Codex was aan de religie gewijd.

o Lex posterior De jongere wet gaat voor. Justinianus liet de wetgeving van de voorgangers dus wel in stand, maar deze werden dus overschreven als ze strijdig waren met het lateren (en ook zijn) recht.

Digesten (533) o Verzameling (“knipselkrant”) van het juristenrecht in 50 boeken, onderverdeeld in titels.

Page 13: Samenvatting rechtsgeschiedenis

o De digesten werden door vier subcommissies gevormd. Elke commissie hield zich met een apart onderdeel bezig.

Nakijken, opzoeken Commissie I – Ius Civile Commissie II – Paulus, Ulpianus Commissie III – De werken van Papinianus Commissie IV – Overig – De appendixcommissie

o In het XVIIIe boek van het edictencommentaar van Ulpianus gaat het om de commentaren van Ulpianus op de formulae van de actio legis Acquiliae

o Palingenesia mogelijk door inscripties (humanisme; Otto Lenel) Jusitinianus liet de data en de namen van de oorspronkelijke juristen in stand.

Daardoor kan, aan de hand van dit juristencommentaar, bijvoorbeeld bij de commentaren van Ulpianus, de oorspronkelijke werking van het Romeinse recht in eerdere tijden worden gereconstrueerd.

o Ook de instituten van Gaius komen terug in de digesten. Echter niet als leerboek, maar als onderdeel van het juristenrecht. Na de vorming van de digesten werd ook een hervorming van de instituten van Gaius bevolen

Instituten van Justinianus (533) o Naar het voorbeeld van de Instituten van Gaius

Novellen (nieuwe keizerlijke wetgeving van na 534) N.B. – Justiniaanse wetgeving heet later (na 1400)

o Corpus Iuris Civilis

De hoofdtaal in het Oost-Romeinse Rijk was het Grieks. Daarom was Justinianus’ wetgeving, in het Latijn, eigenlijk een beetje ongeschikt. De wetgeving was eigenlijk in de verkeerde taal gezet. Daarom werd in het onderwijs de wet vaak (deels) vertaald.

Week 47-1 Middeleeuwen 476 n. Chr - +- 1400 n. Chr.• Continuïteitsproblemen van het Romeinse recht in West-Europa; • Methode van middeleeuwse wetenschap ‘tekst, logica en gezag’ • Schema middeleeuwse rechtsscholen:

– Glossatoren, – School van Orléans, – Commentatoren.– Literatuurvormen. – Toepassing van de teksten in het Corpus Iuris Civilis betreffende de Lex Aquilia.

Hoofdlijn verdere ontwikkeling tot de 17e eeuw Van vergelding naar vergoeding Van boete naar schadevergoeiding

Continuïteitsproblemen Romeins recht in West-Europa 554 – Sanctio pragmatica pro petitione Vigilii

o Gelegenheidsverordening op verzoek van de paus Vigiliuso Justinianus voert zijn wetgeving in Italië in.

Page 14: Samenvatting rechtsgeschiedenis

603 – Paus Gregorius de Grote citeert nog de Digesteno Daarna raken ze in vergetelheid.

Authentiek afschrift van de Digesten dat rond 554 naar Italië is verzonden, wordt mogelijk in Monte Cassino gekopieerd (Litera vulgata of Bononiensies).

o Deze kopie wordt mogelijk later het moederschrift voor de rechtsschool van Bologna. Het authentieke afschrift gaat mogelijk van Rome naar Mote Cassino (om gekopieerd te worden),

daarna naar Amalfi, naar Pisa en tenslotte (1406) naar Florence. Wat gebeurde er na ±600 n. Chr. met de:

o Instituten Mogelijk gebruikt op een kloosterschool in de 9e en 10e eeuw in Noord-Italië

o Codex Justinianus Het is onduidelijk hoe het met de codex is gegaan. In de 11e eeuw komen er

kopieeën van in omloop.o Novellen

Worden incidenteel gebruikt in het onderwijs, maar worden vanaf 1088 gebruikt in Bologna.

o De Lex Romana Visigothorum Blijft gezag houden

Nieuwe constellatie in het Middellandse Zeegebied Opkomst Islam na 622

o 711 – Spanje wordt veroverd vanuit Marokko door een Islamitisch leger. De begin van de bloei van de Moorse beschaving in Spanje, Sicilië en Zuid-Italië onder Moorse heerschappij.

o 732 – Invasie in West-Europa wordt tot staan gebracht bij de slag bij Poitiers (Karel Martel).

o Het huidige Spaans/Portugees grondgebied verdeeld tussen een Christelijk noorden en een Islamitisch zuiden tot 1492 (val van Granada).

1492 – Reconquista is voltooid Het Islamitische Rijk heeft een belangrijke rol gespeeld bij het bewaren van de

beschaving (wetenschap, geneeskunde).

Renovatio Imperii Renovatio Imperii – Politische Romidee (Paul Koschaker)

o Een herleving van het idee van het Keizerschap in het Westen van Europa Karel de Grote (keizer in 800)

o Liet zich in Rome tot keizer kronen. Otto I (keizer in 962 van het Heilige Roomse Rijk. Later: keizer van de Duitse Natie)Het heilige Roomse Rijk leeft voor tot 1806

Politieke context opkomst universiteit van Bologna. Plotselinge aandacht voor de Justiaanse wetten.Oude geschriften eerst is gaan gebruiken, het 1e boek van de Codex. Het gaat over het kerkrecht. Degene die uiteindelijk bepaalt hoe het er in de kerk aan toe gaat = de keizer. Ook bepaalt de keizer wie hij benoemt tot bisschop. Het eerste boek was gebaseerd op de Instituten van Theodosianus. In het Romeinse rijk is het Christendom de staatsgodsdienst. Wat betekent dat? Het hoofd van de kerk

Page 15: Samenvatting rechtsgeschiedenis

is dus de keizer. Interessant genoeg, pas daarna worden de Digesten en de andere boeken van de Digesten besproken. Investituurstrijd: wie mag de bisschoppen benoemen.

Methode van de Middeleeuwse rechtswetenschap (1)• Steekwoorden: tekst; logica; gezag medische, filosofische, theologische teksten zijn

gebaseerd op de bovengenoemde driesprong• gebaseerd op logica van Aristoteles (384-322 v.Chr.)

– geactualiseerd door Abélard (± 1116)– methode “sic et non” (ja en nee) voor het – hanteerbaar maken van tegenstrijdigheden in de overgeleverde teksten:

• similia – gelijksoortige teksten• contraria – tegenstrijdige teksten

Methode van de middeleeuwse rechtswetenschap (2)scheppen van een systeem van hoofdregels en uitzonderingen(Romeinse teksten zijn over het algemeen casusposities. Aantal teksten (hoofdbeginsel). Andere teksten zijn uitzondering (symptoom) (beredenerende uitzondering)

distinctio BEGRIJPEN!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!vgl. methoden van uitleg

• naar analogie de uit te leggen bepaling is het systeem van één nog niet geschreven hoofdbeginsel

• a contrario uitzondering op één nog niet geschreven hoofdregelVanwege de Receptie van het Romeinse recht. De gang van de Middeleeuwse gang in Bologna. Abstractieproces in 1088. Vanuit een casuïstisch proces abstraheren. (uit het Romeinse Rijk, de methode van de distinctio)

Methode van de juristen. Hoofdregels en uitzondering in eerste instantie. Alleen gezag binnen de universiteiten. Merkwaardig hoe je als het ware vanuit dat leergezag van de juristen geldend recht in de rechtspraktijk. Romeinse recht, macht verkrijgen is een soort machtsvacuüm. Bij gebrek aan beter krijgt het Romeinse recht eigenlijk de prominente plaats in de geschiedenis. AZO en ACCURSIUS belangrijk!! Eigen onderwijs mede bepaald door AZO & ACCURSIUS. Recht toepassen zoals je het geleerd hebt op de universiteit en toepast in de praktijk. Rechtswetenschap, gezag als rechtsbron van het geldend recht. Rechtswetenschap (Romeinse) bij gebrek aan beter.

Universiteit van Bologna (1088) (1)• eerste generatie Glossatoren: Irnerius, zekere te maken met een politieke context. Hij

behoorde namelijk tot de raadgevers van de keizer. Glossatoren als ware een leeswijzer.• tweede generatie: de 4 (quattuor) doctores

- Hugo- Jacobus - Martinus (man van de algemene beginselen, m.n. de bilijkheid)- Bulgarus

Verschillende richtingen onderscheiden, welke hun doorwerking hebben op de rechtsbeginselen• derde generatie:

- Johannes Bassianus - Hugolinus - Placentinus (Montpellier, vanuit Bologna naar een nieuwe instelling (Montpellier),

zo verspreidde zich verschillende universiteiten, zie Geleerd Recht)).Iedereen legde zijn eigen accenten. Op een gegeven moment ontstond er behoefte aan een zekere ordening.

Page 16: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Universiteit van Bologna (1088) (2)Hierna:AZO ± 1230: Summa Codicis (uittrekstel van de Codex. Een samenvatting van het gehele keizerrecht. Redelijke grote successen mee behaald. Wie AZO niet in zijn tas had, kon beter de rechtszaal niet betreden, want hij zou geen kans maken. Het is een geherformuleerd geheel van de Codexs van Justinianus.ACCURSIUS ( † 1263), auteur GLOSSA ORDINARIA nieuwe samenvatting van hoofdregels en uitzonderingen.

op het gehele Corpus Iuris Civilis (Digesten, Codex, Instituten van Justinianus)Overname universiteitsmodel van Bologna in

• Engeland (Oxford 1096, Cambridge 1209) • Frankrijk (Parijs 1150, Toulouse 1229, Montpellier 1289)• Spanje (Salamanca 1218) • Portugal (Coimbra 1290) • Heilige Roomse Rijk (Praag 1348, Wenen 1365, Heidelberg 1386) en andere landen....

Keizerlijk recht = Romeins recht (Christendom = een staatsgodsdienst)

Renovatio Imperii = Politische Romidee (Paul Koschaker)= herleving van de idee van het Keizerschap in het Westen van Europa:

• Karel de Grote (keizer in 800)• Otto I (keizer in 962 van het Heilige Roomse Rijk later: van de Duitse Natie)• Het Heilige Roomse Rijk leeft voort tot 1806 !!!!!!

Dit is de voornaamste oorzaak van de receptie van het Romeinse recht (= het doordringen van het geleerde, Romeinse recht in de rechtspraktijk,

• eerst in de Italiaanse stadstaten (podestà) Florence, Venetië, Genua, Pica. • later in de andere landen van Europa

Men had behoefte aan passificatie door het Romeinse Recht.

WEEK 47-2: Middeleeuwen: Canoniek recht en inheems recht van voor de receptie(donderdag 24 november 2011)

• periode: latere Middeleeuwen (1100-1500) • Ontwikkeling van canoniek recht; • concurrentie tussen keizer en paus als oorzaak voor het ontstaan van gezaghebbende

canoniekrechtelijke teksten. • Het inheemse recht in de vroege middeleeuwen. • Oorzaken van de receptie van het Romeinse recht. • Centrum van de rechtswetenschap in Italië.

Concurrentie tussen keizer en de paus. We gaan terug naar het jaar 476 na Chr. Dat is het jaartal van de val van het westelijke deel van het Romeinse Rijk. In beginsel is de keizer natuurlijk het hoofd van de kerk. De Barbaren hebben de val van het westelijke deel veroorzaakt. Terwijl het westelijke deel wegvalt gaat het oostelijke Romeinse Rijk rustig verder. De keizer valt in 476 dus weg in het Westelijke rijk. Daar deden zich kansen voor voor ondernemende jonge jongens. Eentje werkte zich op tot bisschop van Rome Gelasius I (paus van 492-496) Gelasisu is de opvolger van Paulus. Dit was de 1e concurrentiestrijd tussen de keizer en de paus. Gezegd, God heeft 2 zwaarden uitgereikt (ook wel bekend als de 2-zwaardenleer). Deze 2 zwaarden bestreken 2 machten:- Geestelijke macht (belangrijker, paus schreef in brief aan de keizer, kijk ik ben belangrijker)- Wereldlijke macht (aan de keizer gelegen)

Page 17: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Investituurstrijd (1075 – 1122)926 Otto I de Rijkskerk, gezag uitoefenen over de bisschoppen. De bisschoppen bezaten jurisdictie en spraken recht. Otto I heeft ze daarvoor ingeschakeld.INVESTITUUR = recht om te bepalen wie de bisschop is (onder controle houden, verder moesten die bisschoppen beschikken over bepaalde kwaliteiten en tevens beschikken over de juiste loyaliteiten jegens de keizer, om te zorgen dat ze niet voor zich zelf aan de slag gingen.)strijd om het benoemingsrecht van een bisschop, vooral van belang als de bisschop met wereldlijk gezag is bekleed in het kader van het leenstelsel (Utrecht, Keulen, Trier, Mainz zie kaart op de volgende dia

NB: Celibaat bisschoppen!!!Wie mag benoemen?

• Keizer ?: baseert zich op de teksten van de Codex van Justinianus: vandaar dat in Bologna in eerste instantie de Codex van Justinianus wordt bestudeerd

• Paus ?: baseert zich op losse gezaghebbende teksten, zoals – oude decretalen van de Pausen– uitspraken van kerkvaders– besluiten van concilies

Belangrijke plaatsen langs de Rijn (daar waar de bisschoppen gestationeerd waren. Bisschoppen: stukken grond warden aan graven en hertogen geleend (leenmannen) Punten was dat deze stukken land warden geerfd door hun zonen en kleinzonen. Voor de Keizer was dit knap lastig om te zorgen dat deze zonen net zo loyaal waren als hun vaders. Oplossing hiervoor was om bisschoppen te plaatsen op die strategische plekken. Want al ser eentje uitviel vanwege overlijden o.id. ben je weer in de positie om een nieuwe bisschop te kiezen. Je moet als Keizer verzekerd zijn dat je het recht hebt om een nieuwe bisschop te kiezen.

KERKELIJK RECHT in Bologna verzameld door Gratianus (±1140) in:

DECRETUM GRATIANI(citaten kerkvaders, conciliebesluiten etc. bijeengebracht in Distinctiones en Causae, rechtsvragen) Systeem en samenhang Andere, latere, bronnen van kerkelijk recht:

• 1234: Liber Extra (van Gregorius IX): (pauselijke rechtsbeslissingen) als een gezaghebbende codificatie met exclusieve gelding afgekondigd van pauselijke rechtsbeslissingen: decretales (te vergelijken met de rescripta van de Romeinse keizers)

• 1298: Liber Sextus (Zesde boek): als een gezaghebbende codificatie van de pauselijke decretalen 1234-1298 afgekondigd door Bonifacius VIII, hij had ruzie met de Franse koning over belastingheffing. Bonifacius was het niet eens dat er belasting werd geheven op kloosters. Dus stuurde de koning een knokploeg naar Bonafacius, kreeg een paar tikken en enige tijd later overleed de beste man aan de gevolgen van deze klappen.

• 1317: Clementinae (Clemens V - Avignon), een verzameling decretalen zonder exclusieve gelding.

Kerkelijk recht vooral van belang voor• Eed (met God zweren)• Huwelijk (katholieke huwelijk)

Page 18: Samenvatting rechtsgeschiedenis

• Testament (vele testamenten gemaakt wanneer iemand op zijn sterfbed ligt. Via de priester (biecht allerlaatste zonde) Kerk competent omtrent restamenten.

• algemene leer contractenrecht (goede trouw!) Bepaalde serie contracten benaderd dat in zijn algemeenheid. Alle afspraken moeten worden nagekomen: ‘pacta sunt servanda’. En de simpele belofte is bindend .

• biecht (via de biecht, zorgen dat je zonden geschoond worden)• strafrecht

(tussentoets gaat over het delictenrecht radicaal veranderd door het cannonieke)Van vergelding naar vergoedingVan boete naar schadevergoeding

1. Furtum (diefstal) (eigen rechtsmiddelen in het edict) (pag. 88. Reader)Bij furtum kan je 2 acties instellen: namelijk ten eerste de actio furti een delictsactie gericht op een boete (2x waarde van de slaaf) Ten tweede had je ook nog de terugvorderingsactie (condictio furtiva, dat is een reipersecutoire actie -> gericht op het teruggeven van de gestolen zaak.Je kon dus 2x naar de praetor. 1x voor de actio furti en 1x voor de condictio furtiva) Tot slot: de aansprakelijkheidsgraad bij furtum = OPZET!!

2. Inuiria (belediging) (eigen rechtsmiddelen in het edict) De aansprakelijkheidsgraad hier is ook OPZET!! Actie uit belediging actio inuriarium. Verschil poenale (boete) en reipersucutoire actie zie p. 99 reader. Het duidelijkst bij het delict diefstal (naast elkaar). Bij het overlijden dader kan niet worden voortgezet tegen de erfgenaam van de dader. Passieve onovererfelijkheid gelaedeerde als eiser dader (passieve kant = gedaagde). Belediging is passief onovererfelijk. Bijzonder: ook niet worden ingesteld door de nabestaande van de eiser = dus ook actief.

3. Actie wegens schuld door het toebrengen van schade aan een goed van een ander: Actio legis Aquiliae (zaaksbeschadiging) met als aansprakelijkheidsgraad: SCHULD!!! Dan ben je in het bereik van de Aquiliae: boet actie die is gericht op het verkrijgen van een boete, zowel in het Klassieke als in het Justiniaanse Romeinse recht.

Uiteindelijk gaat het erom dat alles weer goed gemaakt moet worden. Op een gegeven moment boete veranderd door het canonieke recht: met name in de sfeer van het strafrecht (boeterecht) zie sheet 55 van vergelding naar vergoeding, van boete naar schadevergoeding . Dit dus onder sterke invloed van het Canonieke recht (gericht op rechtsherstel). Bij dood van de dader kan je niet verder procederen. Het gaat om de boete van de dader zelf. Maar de dader is dus dood. Deze Actio legis Aquiliae kan je niet instellen en is dus heel slachtoffer onvriendelijk. (het slachtoffer blijft namelijk met de schade zitten.) Meer aandacht voor het slachtoffer door het canonieke recht, van boete naar schadevergoeding (in de loop van de Middeleeuwen) In het Romeinse recht is de actie op grond van de Lex Aquilia een poenale actie. In het Moderne recht! art. 6:162 BW, actie verkrijgen van een schadevergoedingsactie (slachtoffer vriendelijk)

Latere ontwikkelingen in de Middeleeuwse rechtswetenschap (1)• In Frankrijk• School van Orléans (1235): In Nl kennen we de heren Revigny en Pierre de Belleperche. De

paus probeerde zoveel mogelijk de invloed van de keizer in te perken. Dus besloot hij dat er geen meer onderwijs in het Romeinse recht mocht worden gegeven. De Franse koning had juristen nodig die opgeleid waren in het Romeinse recht zodat hij zijn macht kon uitoefenen, dus ging hij voor zijn eigen universiteit, die van Orléans. Deze uni werd vreselijk populair. Uit de Noordelijke delen van Europa ging men naar Orléans om het Romeinse recht daar te studeren. Juristen komen in dienst van de landsheren (Frankrijk!)Die juristen passen toe wat ze op de uni hebben geleerd, dat passen ze dus toe in de praktijk (Romeinse recht).

Page 19: Samenvatting rechtsgeschiedenis

Bescheiden rol voor praktijk- en gewoonterecht van belang voor receptie Romeins recht in Nederland. In de praktijk dus praktrijk en gewoonterecht. Feit blijft wel dat het Romeinse recht voorgaat.

vrijere tekstinterpretatie (meer op de gewoonte en praktijk recht gericht, kunnen we dit in de praktijk toepassen).

systematisering; vorming leerstukken (cfr. rechtspersoon!), algemene regels en beginselen (D. 50,16 en D. 50, 17, laatste titels van de Digesten)

Latere ontwikkelingen in de Middeleeuwse rechtswetenschap (2)• In Italië:• School van de Commentatoren (eigen uiteenzettingen over het Romeinse recht. Teksten die

onafhankelijk waren, soort commentaren op het Romeinse Recht, vandaar Commentatoren)– Cynus da Pistoia (1270-1336, vriend Dante en Petrarca, via hem kwamen ideeën uit

Orléans naar Italië) – Bartolus (1313 -1357)– Baldus (1327-1400)

methode vergelijkbaar met die van de Glossatoren andere literatuurvorm: wijdlopig commentaar op Corpus Iuris Civilis

Week 48-1: Humanise (maandag 28 november 2011)• periode: 1453-1650 • Samenhang rechtswetenschap en politieke geschiedenis (val van Byzantium 1453 en val van

Granada 1492). • Oorzaken van het juridisch humanisme;• onderscheid antiquarische en systematische richting; • centrum van de rechtswetenschap in Frankrijk, later in de Nederlanden. • Het Institutensysteem komt weer in de belangstelling te staan. • De middeleeuwse ‘ordo legum’ – de volgorde van de teksten in de rechtsbronnen – wordt

daardoor veel minder belangrijk.