Samenvatting Economie

20
  Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7 Economie 1  ALGEMEEN 1 Inleiding 1.1 Basisbegrippen Behoeften en goederen en diensten  Alle goederen en diensten die beantwoorden aan een aantal noden, wensen en verlangens. Elk mens heeft een groot aantal behoeften heeft. We kunnen een behoefte omschrijven als het aanvoelen van een te kort, een gemis en tevens van een verlangen om die te kort te doen ophouden, die middelen noemen wij goederen en diensten, niet alle behoefte kunnen worden vervuld. Die worden daarom de niet-economische behoeften van een mens genoemd. Er zijn 3 verschillende soorten behoeften : Primaire : Levensbelangrijk Secundair: Zijn eigen aan de leefwereld, cultuur Tertaire: Luxe Productie Eén persoon kan onmogelijk alles produceren om in zijn behoeften te voorzien. Om de productie van goederen en diensten zo vlot mogelijk te laten verlopen, gaat de mens de arbeid verdelen. Deze arbeidsverdeling is dus niets anders dan een verdeling van taken. De arbeidsverdeling draagt bij tot betere en goedkopere producten. De mens zal immers best renderen in een arbeidsproces waarin hij beter, handiger, sneller is. Een doorgedreven vorm van arbeidsverdeling is specialisatie. Hier gaat de mens zich toeleggen op één onderdeel van het productieproces. De productie verloop sneller, de producten worden goedkoper. Maar specialisatie heeft ook nadelen. De individuele schrijnwerker maakt een volledige kast. Een werknemer in een meubelfabriek bedient één bepaalde machine en voelt zich weinig verbonden met het eindproduct. De arbeidsvreugde is in zon situatie miniem.  Geld als ruilmiddel Eerst werden goederen en diensten rechtstreeks geruild tegen andere goederen en diensten. Aan deze rechtstreekse ruilhandel zijn nadelen verbonden: je vindt niet altijd een geschikte ruilpartner. De ruilwaarde van een goed kan leiden tot oneindige discussies. Sparen is niet mogelijk. Om al deze nadelen te omzeilen kwam de mens tot de onrechtstreekse ruilhandel. Vb zou als ruilmiddel, zoals ook schelpen, specerijen… Een goed of dienst wordt de dag van vandaag geruild tegen geld. Dat geld wordt geruild tegen een ander goed of dienst dat een bepaalde behoefte bevredigd. 1.2 Een eenvoudige economische kringloop Een economische kringloop is een schematische voorstelling van de geld- en goederenstromen tussen de belangrijkste economische sectoren. In de figuur zien we dat gezinnen productiefactoren verkopen aan bedrijven, die daarvoor de gezinnen een inkomen betalen in de vorm van geld. Met de aanschafte productiefactoren vervaardigen bedrijven de goederen die vervolgens aan de gezinnen worden verkocht. Gezinnen betalen bedrijven met het geld dat zij hebben verdiend met de inzet van hun productiefactoren

Transcript of Samenvatting Economie

Page 1: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 1/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

1

ALGEMEEN 

1 Inleiding

1.1 Basisbegrippen

Behoeften en goederen en diensten

Alle goederen en diensten die beantwoorden aan een aantal noden, wensen en verlangens. Elk mensheeft een groot aantal behoeften heeft. We kunnen een behoefte omschrijven als het aanvoelen vaneen te kort, een gemis en tevens van een verlangen om die te kort te doen ophouden, die middelennoemen wij goederen en diensten, niet alle behoefte kunnen worden vervuld. Die worden daarom deniet-economische behoeften van een mens genoemd.

Er zijn 3 verschillende soorten behoeften :

Primaire : Levensbelangrijk

Secundair: Zijn eigen aan de leefwereld, cultuur

Tertaire: Luxe

Productie

Eén persoon kan onmogelijk alles produceren om in zijn behoeften te voorzien. Om de productie vangoederen en diensten zo vlot mogelijk te laten verlopen, gaat de mens de arbeid verdelen. Dezearbeidsverdeling is dus niets anders dan een verdeling van taken. De arbeidsverdeling draagt bij totbetere en goedkopere producten. De mens zal immers best renderen in een arbeidsproces waarin hijbeter, handiger, sneller is. Een doorgedreven vorm van arbeidsverdeling is specialisatie. Hier gaat demens zich toeleggen op één onderdeel van het productieproces. De productie verloop sneller, deproducten worden goedkoper. Maar specialisatie heeft ook nadelen. De individuele schrijnwerkermaakt een volledige kast. Een werknemer in een meubelfabriek bedient één bepaalde machine envoelt zich weinig verbonden met het eindproduct. De arbeidsvreugde is in zo‟n situatie miniem. 

Geld als ruilmiddel

Eerst werden goederen en diensten rechtstreeks geruild tegen andere goederen en diensten. Aan

deze rechtstreekse ruilhandel zijn nadelen verbonden: je vindt niet altijd een geschikte ruilpartner. Deruilwaarde van een goed kan leiden tot oneindige discussies. Sparen is niet mogelijk. Om al dezenadelen te omzeilen kwam de mens tot de onrechtstreekse ruilhandel. Vb zou als ruilmiddel, zoals ookschelpen, specerijen…

Een goed of dienst wordt de dag van vandaag geruild tegen geld. Dat geld wordt geruild tegen eenander goed of dienst dat een bepaalde behoefte bevredigd.

1.2 Een eenvoudige economische kringloop

Een economische kringloop is een schematische voorstelling van de geld- en goederenstromentussen de belangrijkste economische sectoren.

In de figuur zien we dat gezinnen productiefactoren verkopen aan bedrijven, die daarvoor de gezinneneen inkomen betalen in de vorm van geld. Met de aanschafte productiefactoren vervaardigenbedrijven de goederen die vervolgens aan de gezinnen worden verkocht. Gezinnen betalen bedrijvenmet het geld dat zij hebben verdiend met de inzet van hun productiefactoren

Page 2: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 2/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

2

1.3 Nationaal inkomen en nationaal product.

Nationale product: Is de som van alle toegevoegde waarde in een land in een jaar tijdvoortgebracht. De toegevoegde waarde is te verdelen in loon, interest, pacht enwinst. De som van loon, interest, pacht en winst is weer het nationaal inkomen. Daarom is het nationaal product altijd gelijk aan het nationaal inkomen. Zo'ngelijkheid die altijd opgaat wordt een identiteit genoemd. Men onderscheidt het

bruto en netto nationaal product.

Nationaal inkomen: Alle inkomens die Belgische ingezetenen ontvangen op grond van hundeelname aan een (binnen- of buitenlands) productieproces of vanwege hunvermogensbezit. Deze inkomens bestaan uit de beloning van werknemers,rente, dividenden, belastingen en subsidies op productie en invoer 

2 Gezinnen

2.1 Inkomensvorming

Uit arbeid

Direct loon: De regelmatig verrichte betalingen in geld die tot het brutoloon sociale verzekering

behoren, vermeerderd met de waarde van niet-belaste vakantiebonnen, hetspaarloon, de werknemersbijdrage pensioen en de vergoedingen voor woon-werkverkeer. Tot het direct loon worden niet gerekend: bijdrage spaarregelingen,loon voor niet-gewerkte tijd, loon bij ziekte en tegemoetkomingen in de ziektekosten.

indirect loon Wordt betaald voor werkzaamheden die niet direct een relatie hebben met het temaken product. Hieronder valt het salaris van de administrator, boekhouder,directeur e.d.

Nominaal loon Beloning van de productiefactor arbeid. Het is het loon uitgedrukt in eengeldeenheid, dus niet gecorrigeerd voor het prijspeil. Men spreekt ook wel van loonin lopende prijzen. Het reële loon wordt ook wel loon in constante prijzen genoemd.

Reëel loon Echt besteedbare beloning (in koopkracht uitgedrukt) van de productiefactor arbeid.

Het reële loon kan uit het nominale loon worden berekend, door deze te delen door

het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Deze techniek wordt deflerengenoemd. Het reële loon wordt ook wel loon in constante prijzen genoemd.

Tijdloon De minimale loonaanspraak van een werknemer bij een normale arbeidsduur.

Stukloon Het loon berekend per afgewerkt stuk.

Brutoloon Het loon voor aftrek van de loonheffing, de werknemerspremies voor pensioen envut, het spaarloon en de premies voor werknemersverzekeringen.

Nettoloon Het brutoloon verminderd met de werknemerspremies voor pensioen, VUT,werknemersverzekeringen en ziektekostenverzekering, eventueel vermeerderd metde overhevelingstoeslag en vervolgens verminderd met de loonbelasting en depremies volksverzekeringen.

Inhouding De hoofdregel luidt dat de belasting wordt geheven door inhouding op het loon van

de werknemer, waarbij de inhoudingsplichtige verplicht is de belasting in te houdenop het moment dat het loon wordt genoten. De inhouding vindt plaats volgens deloonbelastingtabel die op dat moment voor de werknemer geldt.

Page 3: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 3/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

3

Soorten arbeid:

Formeel of officiële economie: Wit betaald

Informeel of officieuze economie: Zwart betaald

Onbetaald (niet-geldeconomie of parallele economie)

Indeling van arbeid: Geschoolde arbeid en ongeschoolde arbeid

Hoofdarbeid en handarbeid

Leidinggevende arbeid en uitvoerende arbeid

Uit kapitaal

Je kan kapitaal uit aandelen, obligaties, hypoticaire leningen, langlopende spaartegoeden halen.

2.2 Inkomensbesteding

De inkomensbesteding betreft de consumptie: de gezinnen wenden hun inkomen aan voor deaankoop van goederen en diensten. De leveringen van goederen en diensten door de bedrijven aande gezinnen wordt in de economie als productie beschouwd. De uitgaven voor decomnsumptiegoederen door de gezinnen, vormen voor de bedrijven een ontvangst, een inkomen. Inde bedrijven vindt dus de inkomsvorming plaats. Het in bedrijven gevormde inkomen uit de goederen-en diensten transacties wordt weer verdeeld over de leveranciers van de factordiensten. De kirngloopbegint opnieuuw. Hij herhaalt zich voortdurend.

3 Bedrijven

3.1 Een bedrijfskolom

Wat is een bedrijfskolom?

Het is een opvolging van bedrijven die een bepaald bedrijf doorloopt om tot bij de verbruiker te komen.

Elke schakel in een bedrijfskolom wordt een bedrijfstak genoemd: een aantal categorieën bedrijvendie per categorie een opeenvolgende functie hebben in het verzamelen, produceren of distribuerenvan goederen en bijbehorende diensten. Een bedrijfstak bestaat uit branches: een groep organisatiesdie niet alleen dezelfde productie- of distributietechnieken hanteert, maar ook grotendeels dezelfdeproducten levert.

De bedrijfskolom bestaat uit de achtereenvolgende fasen die een product doorloopt op zijn weg vanoerproducent tot en met detaillist. De verschillende handelingen in een bedrijfskolom noemt men debedrijfstakken.

De informatiestroom is de belangrijkste stroom in de bedrijfskolom. De consumenten zenden signalenuit. Ze willen op een bepaald moment beschikken over een bepaalde hoeveelheid producten van eenbepaalde kwaliteit. Die informatie moet via de verschillende schakels bij de oerproducenten

terechtkomen.

Page 4: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 4/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

4

3.2 De sectoren in het bedrijfsleven

Metaal en elektrotechnische industrie: Sidmar in Gent

Bouwnijverheid: Gamma, Deschacht

Autosector: zowel de kleine autohandelaar als de grote verdelers Honda

Groothandel: massa verkoop vb Makro

Detailhandel:carrefour

Horeca, catering en verblijfsrecreatie: hotel gravensteen, café…

Transportsector: taxi, vrachtvervoer

  Zakelijke dienstverlening: immo, notaris…

Overige dienstverlening: kappers, schoonheidsverzorgende bedrijven, textielreinigingsbedrijven,vakfotografen, sport en fitnesscentra, beveiligingsbedrijven en andere persoonlijke diensten. De

circa 74.000 ondernemingen zijn sterk gericht op de consument als afnemer. Non-profit sector: zorgen voor gezondheid en welzijn. Rode Kruis. Bedrijven zonder winst.

Page 5: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 5/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

5

4 Markten en prijzen

4.1 Markten

Goederenmarkt

Op de goederen- en dienstenmarkt komen de vraag naar en het aanbod van goederen en diensten

samen. De aanbieders zijn de ondernemingen en de overheid, de vragers zijn de gezinnen, deoverheid en de ondernemingen.

De goederenmarkt bestaat uit de totale vraag naar goederen van de consumenten, bedrijven,overheid en het buitenland. De totale vraag naar goederen staat gelijk aan het totale inkomen van eenland. De vraagcurve van de goederenmarkt is stijgend. Als de vraag naar goederen stijgt, zal deproductie van goederen ook stijgen om aan deze grotere vraag te voldoen. Logischerwijs zal hetinkomen ook toenemen, omdat er meer geproduceerd en geconsumeerd wordt.

Arbeidsmarkt

Is een abstracte markt (= het geheel van vraag en en aanbod) betreffende de productiefactor arbeid.Er is niet sprake van van één markt, maar van zeer veel deelmarkten, omdat de productiefactor arbeidzeer heterogeen is. N.B.: Op de arbeidsmarkt zijn de werknemers de aanbieders en de werkgevers de

vragers. Geldmarkt & Kapitaalmarkt

Geheel van vraag en aanbod van kortlopend krediet (korter dan één jaar). Sommige economennemen als onderscheid tussen de geldmarkt en de kapitaalmarkt een periode van twee jaar. Eenscherpe scheiding tussen geld- en kapitaalmarkt is er niet.

Geheel van vraag en aanbod van krediet met een looptijd van meer dan een jaar. Sommigeeconomen gaan uit van meer dan twee jaar, waaruit blijkt dat het onderscheid geldmarkt enkapitaalmarkt niet scherp is.

Het systematisch overzicht van de macro-economische verbanden vergt het groeperen van de diverseeconomische eenheden in homogene groepen naar gelang de functie die ze in de economievervullen. In het kringloopmodel zijn dit in eerste instantie de huishoudens en het bedrijfsleven. In z'neenvoudigste vorm zijn in de huishoudens geplaatst tegenover het bedrijfsleven. Dit wordt ook weleen gesloten economie genoemd, zonder relaties met het buitenland en zonderoverheidstussenkomst. Verder bestaan er uitgebreidere kringloopschema's, waarin extra sectoren zijntoegevoegd zoals het bankwezen, de overheid en het buitenland.

In het basismodel of de eenvoudigste economische kringloop zijn de huishoudens of gezinnengeplaatst tegenover het bedrijfsleven ofwel de bedrijven. De interactie tussen beide wordt in de regelmet twee paar relaties aangeduid.

De gezinnen bieden arbeid aan bij de bedrijven in ruil voor geld, het loon. Dit betekent dat degezinnen bij de bedrijven arbeid gaan verrichten en daarvoor worden betaald.

De gezinnen kopen met dit loon goederen en diensten bij de bedrijven.

Als je het schema zou bekijken dan zou je kunnen zeggen dat de linkerkant een weergave is van dearbeidsmarkt, het midden de weergave is van de kapitaalmarkt en de rechterkant van degoederenmarkt. 

Page 6: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 6/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

6

4.2 Prijzen

Wet van vraag en aanbod

De wet van vraag en aanbod houdt in dat in de markt de prijs van een product tot stand komt onderinvloed van het handelen van kopers (vragers, consumenten) en verkopers (aanbieders,producenten).

De prijs evolueert hierbij naar dat niveau waar gevraagde en aangeboden hoeveelheden aan elkaargelijk zijn. Als het aanbod groter is dan de vraag, dan blijven de producenten met een overaanbodzitten welke ze alleen zullen verkopen als zij hiervoor een lagere prijs vragen.

Als de vraag groter is dan het aanbod, dan blijven er nog consumenten vragen naar het product terwijlde totale productie is verkocht. Het gevolg is dat als zij het product willen hebben zij bereid zijnhiervoor een hogere prijs te betalen.

Prijs van goederen

Bij monopolie kan de aanbieder, gezien zijn alleenheerschappij, in theorie de hoogst mogelijke prijsvragen. In de praktijk moet hij echter rekening houden met tal van factoren, zoals de noodzakelijkheidvan product voor de consument, koopkracht van het publiek, het al dan niet aanwezig zijn van

vervangingsproducten en rendement dat hij wil nastreven.Prijs van arbeid

De prijs van de arbeid, loon en wedde, komt tot stand door onderhandelingen tussenvertegenwoordigers van de werknemers, de werkgever en de overheid. Er is geen volledige vrijheid opde arbeidsmarkt aangezien de overheid regulerend optreedt d.m.v. sociale wetgeving. Toch spelenhier ook in zekere zin vraag en aanbod een rol.

CAO

Prijs van Kapitaal

De prijs op de kapitaalmarkt is de intrest. Intrest op rente is een vergoeding voor krediet. Krediet isuitstel van betaling of lening. Intresten veranderen naargelang de toestand van de economie.  

De indexcijfers:

  Index van consumptieprijzen

Iedereen wordt geconfronteerd met kostprijzen en de onvermijdelijke prijswijzigingen. Sinds 1920wordt maandelijks een indexcijfer van de consumptieprijzen berekend.Om de evolutie van de ‘levensduurte’ te meten, wordt gebruik gemaakt van een indexcijfer. Dezeeconomische indicator meet de prijsontwikkeling van een korf door gezinnen aangekochte goederenen diensten die representatief zijn voor hun verbruiksgewoonten.

Het indexcijfer meet niet zozeer het prijsniveau maar wel de schommeling tussen twee periodes: hetbasisjaar 2004 (=100) en de huidige prijs. Sinds 2008 wordt om de twee jaar de samenstelling van deindexkorf getoetst aan het eventueel gewijzigde consumptiepatroon van de gezinnen. Daardoor wordter beter rekening gehouden met nieuwe producten op de consumentenmarkt en blijft de productenkorfrepresentatief gedurende de hele levensloop van de index tussen twee basisperiodes.Nationaal en Europees is de index een belangrijke aanwijzing voor de prijsverhoging of inflatie.

  Gezondheidsindex

Door de overheid gehanteerde prijsindex, onderscheiden van de oorspronkelijke index van dekleinhandelsprijzen door de verwijdering uit de indexberekening van ‘ongezonde’ producten alstabakswaren, alcohol en petroleumproducten

Page 7: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 7/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

7

5 Overheid

5.1 Taken van de overheid

De voornaamste taak van de overheid bestaat erin de welvaart en het welzijn van de bevolking tebevorderen. Welvaart en welzijn zijn 2 zeer ruime begrippen. Ze hebben beide metbehoeftebevrediging te maken. Welvaart heeft veeleer te maken met de bevrediging van materiële

behoeften terwijl het bij welzijn gaat over een algemeen „gevoel van geluk‟. Materiële behoeftenkunnen bevredigd worden met goederen en diensten. De behoefte aan een gevoel van geluk echtervaak niet. De overheid kan er wel voor zorgen dat er een gevoel van algemeen welzijn is. Dat heft dante maken met gevoelens van vrijheid, veiligheid, gezondheid, rust, vrede, schoonheid,rechtvaardigheid enz…

Het gaat hier om collectieve behoeften. Dit zijn behoeften die voor iedereen gelden maar waarvoorindividuele betaling moeilijk of onmogelijk is.

De overheid zal zich dus o.a. bezig houden met:

Organisatie van een rechtssysteem

Organisatie van een landsverdediging

Culturele ontwikkeling

Organisatie van sociale voorziening

Organisatie van internationale betrekkingen Zorg van het milieu

5.2 De plaats van de overheid in de economische kringloop

In het meest uitgebreide model onderscheiden we een vijftal sectoren: gezinnen - bedrijven - overheid- financiële instellingen en het buitenland. Onderstaand schema toont de belangrijkste geldstromentussen deze sectoren:

Waarbij geldtC = particuliere consumptieB = belastingenS = particuliere besparingenO = overheidsbestedingen(B-O) = begrotingstekortIn = (netto) investeringenE = exportM = importY = nationaal inkomen (nationaal product)

Hierbij moet je bedenken dat:

Een model de werkelijkheid sterk vereenvoudigd; er zijn veel meer geldstromen te verzinnentussen deze sectoren, maar voor het gemak laten wqe die weg.

Gezinnen eigenaar zijn van de productiefactoren en dus alle inkomen dat met produceren

ontstaat ontvangen (gezinnen leveren arbeid (loon ontvangen), zijn eigenaar van een bedrijf(ontvangen winst) enz..)

De pijlen (m.u.v. De gestippelde) stellen geldstromen voor (kijk maar naar export en import)

We ervan uitgaan dat er geen geld binnen een sector blijft 'hangen'; de hoeveelheid geld diebinnenkomt, gaat er ook weer uit.

Het multipliereffect

Wanneer de overheid de economie wil stimuleren (in een periode van onderbesteding) en daartoebijvoorbeeld extra geld uitgeeft voor overheidsinvesteringen (een deel van O) dat ontstaat er eenzogenaamde multiplierwerking:voor het geld dat de overheid uitgeeft moeten producten worden gemaakt, de mensen die deproductiefactoren hiervoor leveren verdienen nu extra inkomen. Vervolgens gaan ook deze mensendit geld uitgeven, waardoor er weer extra productie plaatsvind, enz..enz...enz...

Door het multipliereffect stijgt het nationaal inkomen uiteindelijk méér dan er in eerste instantie extrawerd uitgegeven. Bijvoorbeeld: de overheid investeert € 10 mld extra → waardoor het nationaalinkomen uiteindelijjk met € 15 mld stijgt. 

Page 8: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 8/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

8

5.3 De overheidsinkomsten en –uitgaven.

Inkomsten:

Belastingen vormen de grootste ontvangstenpost voor de overheid.

2 categorieën: Directe belastingen, indirecte belastingen (BTW)

Een andere belangrijke inkomstenbron vormen de sociale zekerheidsbijdragen.De niet-fiscale ontvangsten hebben betrekking op inkomsten uit de overheidsbedrijven en deopbrengsten van de verkoop van goederen van de staat.

Uitgaven:

Belangrijke uitgaven zijn die in verband met de sociale zekerheid. De werklozen, zieken, gezinnen metkinderen, gepensioneerden.

De tweede grote uitgavenpost wordt gevormd door de zgn. werkingskost van de overheid. Hierin zittende lonen en de pensioenen van al de mensen die voor de overheid werken of gewerkt hebben en deaankopen voor de verschillende ministeries.

3de grote uitgavenpost zijn de „rentelasten‟. Omdat de overheid meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, moet ze leningen aangaan.

6 Buitenland

6.1 Ontstaan van de internationale betrekkingen

Bepaalde landen kunnen bepaalde goederen veel goedkoper produceren dan andere landen. Bvbananen => klimaat. België heeft er bijgevolg een absoluut voordeel bij om bananen in te voeren.België is arm aan grondstoffen.

6.2 Buitenland in de economische kringloop

In onderstaande figuur is de geldkringloop getekend. Door het beschikbaar stellen vanproductiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur, ondernemerschap) ontvangen de gezinnen inkomen. Ditinkomen wordt door de gezinnen aangewend om consumptiegoederen te kopen en belastingen tebetalen. Wat gezinnen niet besteden/uitgeven, sparen ze. De overheidsbestedingen worden betaald

met belastingen die zij van gezinnen ontvangt. Het tekort van de overheid leent zij bij de banken. Debedrijven produceren goederen voor de consumptie van de gezinnen, voor de overheid, voor hetbuitenland en voor bedrijven (investeringen). Een deel van de productie importeren de bedrijven uithet buitenland. Omdat wij meer exporteren dan importeren heeft het buitenland een tekort datgefinancierd wordt via de banken (besparingen van de gezinnen).

E – M: saldo export en import.

O – B: overheidssaldo.

W = Y: binnenlands product = binnenlands inkomen.

Y = C + B + S: het inkomen van de gezinnen is gelijk aan de som van consumptie, belastingen en

besparingen.

Y = C + I + O + E – M: bestedingen van gezinnen, overheid en buitenland.

(S – I) = (O – B) + (E – M): de besparingen van de gezinnen worden gebruikt om de netto investeringen van

de bedrijven, de tekorten van de overheid en het tekort van het buitenland te financieren.

Page 9: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 9/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

9

6.3 Handels- en betalingsbalans

De economische verrichtingen tussen de ingezetenen van een land en de rest van de wereld wordenvolgens een bepaald systeem op de betalingsbalans genoteerd. Met ingezetenen bedoelt men deinwoners van een land en ook de producerende ondernemingen die er gevestigd zijn, ook al zijn zeeigendom van buitenlanders. Voor elke verrichting worden de ontvangsten en de uitgaven genoteerd.Dan worden de saldi berekend en van al die saldi samen wordt een eindsaldo gemaakt. Dit geeft dan

het uiteindelijke tekort of tegoed t.o.v het buitenland weer

6.4 Wisselmarkt en wisselkoers

Wisselmarkt:

De wisselmarkt is de markt waar de wederzijdse internationale schulden en vorderingen wordengeruild. De invoerder kan er vreemde valuta aanschaffen en de uitvoerder kan er zijn vreemde valutaomzetten in eigen valuta.

Wisselkoers:

De prijs waartegen het vreemd geld verhandeld wordt, noemt men de wisselkoers. De hoogte van dewisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod: als de vraag naar een bepaalde munt groter wordt,dan zal de koers ervan stijgen.

Appreciatie ><depreciatie

6.5 Elementen die de internationale handel beïnvloeden

Protectionisme

Stelsel van bescherming van handel, nijverheid of landbouw van eigen land door invoerrechten,uitvoerpremiën enz.

Douanerechten

Vorm van belasting die geheven wordt voor het invoeren (soms ook uitvoeren) van bepaaldeproducten in een bepaald land.

Quota ( kwantitatieve beperking)

Overheidsmaatregelen waarbij in hoeveelheid invoerstromen van bepaalde goederen wordengereguleerd

Subsidies

Financiële steun van de overheid aan instellingen, bedrijven en personen om hun activiteiten teontwikkelen. De meest voorkomend zijn exportsubsidies. De overheid geeft financiële steun aanexportsubsidies.

Page 10: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 10/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

10

HANDELSVERRICHTINGEN 

1 Een marktonderzoek opzetten

1.1 Assortimentsstudie met inbegrip van voorraad.

De twee belangrijkste dimensies van het assortiment zijn de breedte en de diepte. Een breedassortiment is verdeeld over verschillende productgroepen zoals bijvoorbeeld in een warenhuis. Eenwinkel met een smal assortiment specialiseert zich doorgaans in één of enkele productgroepen, zoalsbijvoorbeeld een levensmiddelenspeciaalzaak of een juwelier. Met de diepte van een assortimentwordt de mate van volledigheid van het productaanbod binnen een bepaalde categorie bedoeld. Eenkleine supermarkt zal waarschijnlijk qua breedte van het assortiment nauwelijks verschillen met eengrote weidewinkel, maar zal qua diepte van het assortiment juist wel weer beperkt zijn. Ter illustratie,in plaats van de 15 verschillende soorten ketchup die er mogelijk bij de grote supermarkt staan, zal erbij een kleine buurtsupermarkt slechts 1 variant verkrijgbaar zijn. Verder geldt voor de meestesectoren dat de diepte van een assortiment negatief gecorreleerd is aan de breedte. Dat wil zeggendat hoe meer verschillende categorieën een winkel voert, hoe beperkter het aanbod in elke categoriekan zijn.

Lengte en consistentie

Twee andere en minder vaak gebruikte dimensies zijn de lengte en de consistentie van hetassortiment. Met lengte wordt het totale aantal artikelen dat de verkoper aanbiedt bedoeld. Metconsistentie wordt gerefereerd aan de mate waarin de verschillende categorieën met elkaar verbandhouden. In een supermarkt vertonen de meeste traditionele productgroepen een hoge mate vanconsistentie, ze zijn allemaal grotendeels bedoeld voor voeding of persoonlijke verzorging. Wanneereen supermarkt ook bancaire diensten of auto's gaat verkopen, dan spreekt men vanbranchvervaging. De consistentie van het assortiment neemt in dat geval af.

1.2 Concurentie studie of analyse

Een concurrentieanalyse is een onderzoek naar algemene tot zeer specifieke gegevens over indirecteen directe concurrenten van een bedrijf. De concurrentieanalyse maakt deel uit van hetondernemingsplan. De gegevens die uit dit onderzoek naar voren komen kunnen worden gebruikttijdens de vorming van de marketingmix en strategieën.

Aanbod van het eigen bedrijf vergelijken met dat van de concurrentieDuidelijk beeld geven van de sterke en zwakke punten van het eigen aanbod Beginnen met het bepalen van de criteria (vergelijkingspunten) vergelijkingspunten):

Kwaliteit

Assortiment

Levertijd

Reputatie

Prijsniveau

  … 

Inschatten van de concurrentie. Om concurrenten in te schatten moet ook de eigen marktpositieworden vastgelegd (eigen zwakheden ontdekken)

Stappen in de concurrentiestudie

1 overzicht van producten/diensten die je aanbiedt

2 overzicht van de afnemers (klanten)

3 Overzicht belangrijkste concurrenten per productgroep

4 Overzicht onderwerpen waarover je informatie wenst

5 Overzicht van de product-marktcombinaties

6 Gegevens combineren in schema

7 SWOT ten opzichte van de concurrentie

8 Sterke punten en kansen die uit onderzoek blijken

Page 11: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 11/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

11

1.3 Leveranciersstudie

Prijsaanvraag

Informeren naar:

Prijs (catalogus, prijslijst, …) 

  Verkoopsvoorwaarden (kwaliteit, staaltje, korting, levering, …) 

Offerte Antwoord op de prijsaanvraag

Met zorg opmaken om de potentiële klant tot kopen aan te zetten

Belangrijk voor imago van de zaak

Kan er uitzien als gedetailleerde beschrijving, folder, catalogus, staaltje,

Bevat de verkoopsvoorwaarden

Verkoopsvoorwaarden

Prijs

Prijzen van leveranciers vergelijken kan verhelderend zijn

Inclusief of exclusief BTW

Kwaliteit

Staaltje (monster)

Beschrijving (gedetailleerd)

Herkomst (vb. Champagne)

Merk (vb. Apple)

Code (vb. AA melk)

Kwaliteitslabel (vb. auto van het jaar)

1.4 De verkoopplaats

De leefbaarheid van een handelszaak is voor een groot deel afhankelijk van de plaats waar men zevestigt

1.5 Een aantal factoren zijn belangrijk bij de keuze van een vestigingsplaats:

De ligging De geschiktheid van het pand om handel in te drijven

Het imago van het pand

Bereikbaarheid

Aanwezigheid van potentiële klanten

Aanwezigheid van de concurrentie

De wetgeving (milieuwetgeving)

1.6 Distributiekanalen

Handel

Zorgt ervoor dat de goederen en diensten in de gewenste hoeveelheid en toestand, op het gepasteogenblik en op de geschikte plaats te koop zijn.

Alle activiteiten die ervoor zorgen dat goederen en diensten van de verkoper naar de koper wordengebracht maken deel uit van de handel

Handel kan op verschillende manieren worden ingedeeld:

Volgens taak

Verzamelende of collecterende handel: verzamelt goederen van verschillende producenten

Verdelende of distribuerende handel: verdeelt goederen over verschillende verkooppunten

Volgens grootte

Groothandel: tussen fabrikant en kleinhandel; meestal gespecialiseerd

Kleinhandel: verkoopt in kleine hoeveelheden aan de consument

Page 12: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 12/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

12

Volgens plaats

Binnenlandse handel: koper en verkoper wonen in zelfde land

Buitenlandse handel: koper en verkoper wonen niet in zelfde land

Intracommunautaire verwerving: aankopen vanuit landen van de EU

Intracommunautaire levering: verkopen aan EU-landen

Uitvoer: verkopen aan niet-EU-landen

Invoer: aankopen buiten de EU Veredelingsverkeer: goederen komen vanuit het buitenland, worden be- of verwerkt een gaan

nadien terug naar het buitenland

Doorvoer (transitoverkeer): goederen worden vanuit een land, via België, zonder be- ofverwerking, doorgevoerd naar een ander land

Distributiekanalen

Distributie brengt producten naar de afnemers (kopers)

Directe levering

Van producent direct naar consument

Kort kanaal

Van producent via groothandelaar naar consument

Traditioneel kanaal

Van producent via groothandel en kleinhandel naar consument

Lang kanaal

Van producent via importeur, groothandel en kleinhandel naar consument

1.7 Publiciteit en promotie

Alle inspanningen om via communicatie het koopgedrag van het publiek te beïnvloeden en je zaakbekendheid te geven (promotie)

Promotie bestaat uit het samenspel van verschillende factoren:

Publiciteit Gratis

Verspreid door derden

Kan zowel positief als negatief zijn

Vb. Test-Aankoop

Reclame

Kost geld

  Via massamedia (folders, flyers, advertenties, radio, TV, bioscoop, sponsoring,…) 

Bedoeling is naambekendheid en positief imago creëren

Sales (verkoops-)promotie

Korte actie om je bedrijf of een product te promoten

  Vb. wedstrijd, waardebonnen, voordeelpaketten, tombola, … 

Persoonlijk contact Gesprek van verkoper tot klant (beurzen, presentatie, demonstraties)

Direct marketing

Rechtstreeks contact met zorgvuldig uitgekozen toekomstige klanten om een langdurigesamenwerking op te bouwen.

Page 13: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 13/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

13

2 Aan- en verkoopverrichtingen

2.1 Verloop van de verkoop ( van prijsaanvraag tot betaling)

Prijsaanvraag:

De koper neemt initiatief en vraagt mondeling of schriftelijk een prijs voor het omschreven goed.

Spelen hierbij een rol: prijs, hoeveelheid, kwaliteit, levering, betaling

De offerte:

De verkoper reageert met een prijsopgave (mondeling of schriftelijk) en geeft soms bijkomendevoorwaarden. Indien de verkoper initiatief neemt zonder prijsaanvraag => spontane offerte

bestelling/koopovereenkomst:

De koper beantwoordt de offerte met een bestelbon of met een bestelling telefonisch, fax, mail… 

levering:

Op de overeengekomen plaats en tijdstip worden de goederen geleverd door de verkoper en in

ontvangst genomen door de koper. Hij tekent hiervoor de speciale bon of factuur.Betaling:

de koper moet de goederen betalen. Via factuur.

Klacht:

indien koper niet akkoord.

2.2 Documenten

Bestelbon:

Als de koper en verkoper tot een akkoord komen over de offerte, wordt een schriftelijke overeenkomst

afgesloten waarin de afgesproken elementen van de koop voorkomen. Deze wordt bijna steedsopgemaakt door de verkoper en meestal in drievoud. Dit is het bewijs van bestelling.

Gegevens op een bestelbon:

Gegevens van verkoper

Gegevens koper

Datum en bestelbonnummer

Aantal, omschrijving en eenheidsprijs, totale prijs

Btw tarief

Handtekening koper en verkoper

Eventueel overeengekomen voorschot en het nog te betalen saldo

Leveringsdatum of termijn

Verkoopsvoorwaarden

Factuur

Is de schriftelijke bevestiging van een schuldvordering uit een overeenkomst tot levering van goederenen diensten.

Drie delen:

Administratieve gegevens in de hoofdding: datum, factuurnummer, gegevens van koper enverkoper, datum levering

In het midden: gedetailleerde prijsberekening, aard en hoeveelheid van de goederen, mvh,totaal btw bedrag, bijzondere voorwaarden ivm korting, kosten

Onderaan of achterkant: alg verkoopsvoorwaarden

Facturen moeten 10 jaar bewaard worden.

Page 14: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 14/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

14

Creditnota

Een creditnota, opgesteld door de verkoper, is een document waardoor het schuldbedrag, vermeld opde factuur, verminderd mag worden.

Creditnota‟s kunnen voorkomen door:

Fout in de factuur

Als een korting overeengekomen wordt nadat de factuur is opgesteld

Als er meer goederen aangerekend werden dan geleverd

Bij beschadiging van geleverde goederen die al gefactureerd werden

Debetnota

Idem als creditnota maar nu in het nadeel van de koper, het schuldbedrag moet vermeerderd worden.

3 Aankoopkanalen

3.1 Groothandel

Staat tussen de producent en de kleinhandel. Zij kopen het product grote hoeveelheden van deproducenten. Deze goederen worden dan in kleinere hoeveelheden doorverkocht aan de kleinhandel.

Het kan voorkomen dat de consument ook rechtstreeks bij de groothandel kan aankopen.

3.2 Samenaankoop

Als gunstige voorwaarden kunnen bedongen worden bij een producent, kan het voorkomen danverschillende handelaars samen aankopen doen. Het succes van dit systeem neemt de laatste jarentoe, zodat er specifiek samenaankoopondernemingen opgericht worden die alleen aan de bij henaangesloten leden leveren.

3.3 Tussenpersoon

Makelaar:

Treden op als bemiddelaars, ze handelen in naam van de opdrachtgever, ze brengen beide partijensamen, ze ontvangen hiervoor een vergoeding

Handelsagent:

Ze verkopen voor rekening en in naam van de fabriek vb autoverkoper

Commissionair:

Krijgt opdrachten van opdrachtgever, zoekt de gevraagde goederen en koopt deze aan onder zijneigen naam. Hij koopt dus onder zijn eigen naam maar voor rekening van de opdrachtgever

Handelsreiziger/handelsvertegenwoordiger:

Werkt voor rekening en in naam van zijn opdrachtgevers. Hij bezoekt periodiek eventuele kopers ennoteert hun bestellingen. De opdrachtgever zal leveren en ook de factuur opmaken.

Franchising:

Een franchisezaak wordt uitgebaat door een zelfstandige die van de franchisegever het recht krijgtbepaalde producten te verkopen onder een bepaalde naam of formule. In ruil levert de franchisegevertechnische en commerciële bijstand onder de vorm van marketing, prijsbepaling, reclame. Bv quick.

Page 15: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 15/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

15

BETALING EN INNING 

1 De rechtstreekse betaling

1.1 Kwijting en kwijtschrift

Dit is de betaling in speciën, baar geld.

Kwijting:

Dit is een formulering op een bestaand document waarin de schuldeiser verklaard dat de schuldenaarbetaald heeft. Bv op leveringsnota: voldaan, datum en handtekening.

Kwitantie:

Dit is een document opgesteld en ondertekend door de schuldeiser bij het beëindigen van de schuld.

1.2 Ontvangstbewijs

Kassabon:

Document, geprint door de kassa, contante winkelaankopen

Ontvangstbewijs:

Dit is een apart bewijs opgesteld en ondertekend door de schuldenaar bij het ontstaan van de schuld.

2 Betaling en inning d.m.v. de financiële instellingen

2.1 Zichttrekening

Dit is de rekening die dient voor het dagelijks beheer van geld. De klant kan zijn geld erop deponerenen op elk ogenblik weer opvragen. Het laat de klant toe op ieder moment betalingen en inningen tedoen. Het is kosteloos geopend maar periodiek is een beheerskost. Lage rente.

2.2 Termijnrekening

Rekening die geopend kan worden als de klant zijn geld langer kan missen en voor een bepaaldetermijn wenst te beleggen.

2.3 SpaarrekeningVoor geld dat niet onmiddellijk nodig is maar toch gemakkelijk opvraagbaar is . Een eenvoudigbeleggingsmiddel.

2.4 Financiële documenten

Rekeninguittreksels

Afschrift van de boekingen die in een bepaalde periode op een rekening hebben plaats gevonden.

Stortingsformulier

Laat een niet-rekeninghouder toe een bedrag te storten op de rekening van een schuldeiser.  

Zie bijlage.

Overschrijving

Met een overschrijving zet je geld over van je eigen zichtrekening naar de rekening van iemandanders. Je hoeft hiervoor niet eerst het geld cash in handen te hebben. Je kan dit elektronisch van deene rekening naar de andere overbrengen. Jonger dan 16 kan je wekelijks tot 100 euro van jezichtrekening gebruiken, inclusief de overschrijvingen die je doet. Je kan natuurlijk niet onder nulgaan. En je licht best ook steeds je ouders in voor je een overschrijving doet.

Zie bijlage  

Page 16: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 16/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

16

Elektronisch geld

Het proces van overboeken van giraal geld is tegenwoordig niet echt anders dan vroeger, maar welveel sneller geworden. In een winkel kun je betalen door je bank of giropasje te gebruiken, incombinatie met een pincode. De overeenkomsten met de overschrijving van vroeger zijn:

Het bankpasje wordt gebruikt om duidelijk te maken van welke bankrekening het geld moet

worden afgeboekt. Op het bankpasje staat het bankrekeningnummer in leesbare letters, maarook op de magneetstrip op de achterkant van het pasje.

De betaalautomaat bij de kassa is gekoppeld aan het bankrekeningnummer van de ontvangervan het geld.

Het invoeren van de pincode heeft de rol van de handtekening overgenomen.

Het bedrag dat je wilt betalen wordt door de winkelier of kassamedewerker in debetaalautomaat ingevoerd (of het komt automatisch van de kassa).

Als de betaler na het invoeren van de pincode op de OK toets van de betaalautomaat druktworden alle gegevens naar de bank van de ontvanger gestuurd. Die bank stuurt vervolgens eenbericht naar de bank van de betaler om het bedrag over te boeken. Dit alles is in principe in eenpaar seconden gebeurd.

Omdat het hele proces van elektronische overboeken van geld tegenwoordig zo snel gaat lijkt het net

of het bankpasje geld is geworden. Daarom wordt het bankpasje wel eens ‘elektronisch geld’genoemd. Een andere vorm van elektronisch geld is een credit card.

Betaalkaarten

Een betaalkaart is een pas van kunststof waarmee betalingen kunnen worden verricht. Afhankelijk vande wijze waarop de betalingen worden afgehandeld, is sprake van:

elektronische portemonnee (chipknip in Nederland, de Proton in België): betalingen wordenverrekend met een reeds van de bankrekening afgeschreven som geld

debetkaart (bankpas, giropas, pinpas, bancontactkaart): bedragen worden afgeschreven van debankrekening bij het doen van de betaling

  creditcard: betalingen worden op een later moment (en eventueel in termijnen) verrekend

Op veel betaalkaarten worden functies gecombineerd. Zo worden de meeste debetkaarten tevens

voorzien van elektronische portemonnee. Sommige passen zijn zowel debetpas, elektronischeportemonnee als creditcard.

Ten behoeve van autorisatie en verwerking van de betalingen zijn de kaarten doorgaans voorzien van

een aan de bankrekening van de houder gekoppeld nummer of creditcardnummer

de naam van de houder

een chip en/of

een magneetstrip en/of

de handtekening van de houder

Kredietkaart

Een creditcard (Nederland) of kredietkaart (Vlaanderen) is een pas waarmee aankopen kunnen

worden gedaan waarbij de gebruiker achteraf moet betalen, in tegenstelling tot andere betaalkaartenzoals de debetkaart, waarbij het bedrag direct van de rekening wordt afgeschreven. Zodra je eencreditcard gebruikt vraag je feitelijk direct een persoonlijke lening aan. Achteraf betaal je dan de leningterug.

Page 17: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 17/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

17

Page 18: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 18/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

18

Page 19: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 19/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

19

HET KREDIET

1 kredietverlening door handelaars

1.1 Verkoop op termijn

Koper en verkoper komen overeen dat de betaling van de goederen zal worden uitgesteld tot een latertijdstip. De koper kan beschikken over de goederen. De factuur wordt een afgesproken periode na defactuurdatum betaald. Geen bijhorende kosten.

1.2 Verkoop op afbetaling

Een verkoop waarbij de koper, na betaling van een voorschot van min 15% het resterende bedrag +intresten in min 3 betalingen terugbetalen.

In het contract moet de reële intrestvoet staan.

Bij reclame op afbetaling moet vermeld zijn:

de prijs bij contante betaling

totale prijs afbetaling

bedrag van het voorschot

het aantal, bedrag en de regelmaat van de afbetalingen

2 Kredietverlening door financiële instellingen2.1 Op korte termijn

Kaskrediet

De handelaar komt met zijn financiële instelling overeen dat hij meer geld van zijn zichtrekening magafhalen dan erop staat. Dit tot een afgesproken bedrag, de kredietlijn. Je moet hierop intrestenbetalen.

Persoonlijke lening

De persoonlijke lening is een krediet dat niet bestemd is voor een bepaalde aankoop. Bij hetaanvragen van een persoonlijke lening hoeft niet vermeld te worden waarvoor het geleende bedragzal worden gebruikt. Eenmaal de lening is toegekend, kan de lener het bedrag naar wens besteden.De persoonlijke lening is een aflosbaar krediet, dat wordt terugbetaald in vaste maandelijksetermijnen. De geleende som wordt meteen volledig beschikbaar gemaakt. Het bedrag, deterugbetalingstermijn en de interestvoet worden vooraf bepaald.

Discontokrediet

Goederen kopen maar niet over voldoende geld beschikken om ze te betalen, kan verkoper uitstel vanbetaling verlenen. Om zeker te zijn van zijn geld zal de verkoper aan de koper vragen een speciaaldocument te tekenen: de wisselbrief. Hierop komen ze overeen het bedrag op een datum en plaats teoverhandigen.

2.2 Op langere termijn

Investeringskrediet

Belangrijke investering (machines, installaties). De instelling ontleent geld mits ze kan beschikken overeen waarborg bv hypotheek, een derde, waardepapieren,… de looptijd varieert tussen 5 en 20 jaar.Indien de ondernemer aan voorwaarden voldoet neemt de overheid een deel van de intrestlans opzich.

Hypothecair krediet

Typische kredietvorm van woonkrediet bij particulieren. De instelling leent geld uit op langere termijn(+ 5 jaar) voor de aankoop van bouwgrond, bouwen,… waarbij het onroerend goed als waarborgstaat. Ofwel vaste rentevoet ofwel variabele. Meestal ook verplicht levensverzekering af te sluiten.

Page 20: Samenvatting Economie

5/12/2018 Samenvatting Economie - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/samenvatting-economie 20/20

 

Auteur: Cindy Devijver Middenjury kantoor 6&7Economie

20

Leasing

Lease of leasing is een vorm van krediet waarbij de kredietverstrekker of lessor bedrijfsuitrusting, bedrijfsmiddelen of duurzame consumptiegoederen aankoopt en deze gedurende een voorafovereengekomen termijn en tegen een vaste vergoeding ter beschikking stelt van de kredietnemer oflessee. De lessor kan zich in deze activiteit specialiseren (zoals bij het leasen van auto's) of kan een

leasingcontract afsluiten bij wijze van belegging op vraag van de lessee (in dat geval gaat het vaak ombedrijfsmiddelen met zeer grote waarde zoals vliegtuigen, treinen, kantoorgebouwen, installaties). Delessor blijft in elke geval juridisch eigenaar van de geleasete goederen.

In de strikte betekenis van het begrip lease bevat een contract een koopoptie die de lessee de kansgeeft om, zonder verplichting, tegen een bij het afsluiten van het contract vastgelegde prijs (deresiduwaarde), aan het einde van het traject de geleasete uitrusting te kopen.

Is die optie niet voorzien dan gaat het hetzij om een huurcontract (waarbij de eigendom ook aan heteinde niet overgaat van lessor naar lessee), hetzij om een huurkoopcontract (waarbij de eigendom vanrechtswege wordt overgedragen bij het einde).

Financiering op afbetaling

De financiering op afbetaling is een overeenkomst tussen kredietnemer en kredietgever voor de

aankoop van roerende goederen (voertuigen, elektro, etc.) of betaling van sommige diensten (reizen,herstellingen, etc.).

De kredietgever betaalt rechtstreeks aan de verkoper en de verkoper is verplicht de bank terug tebetalen volgens de overeengekomen financieringsvoorwaarden. 

3 Steunmaatregelen bij specifieke financieringsvormen

Kapitaalsubsidies zijn subsidies die van overheidswege werden verkregen voor investeringen in vasteactiva.

4 Gevaren bij kredietverlening

Krediet is het ter beschikking stellen van goederen of geldbedragen die pas later worden betaald ofterugbetaald.

Allerlei valkuilen kunnen aan de basis liggen van kredietproblemen:

Een slecht bedrijfsbeleid

Overkreditering: opstapelen van kredieten dat leidt tot het onvermogen om de schulden enintrestlasten terug te betalen

Onjuiste keuze van de kredietvorm: door bv misleidende reclame, onvoldoende vergelijking