Samenhang, logica en geografische omstan ighe en!36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe...

3
36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe en! Guido elahaye, Amersfoort Als zoon van Albert Delahaye ben ik opgegroeid met de 'Vraagstukken in de Historische Geografie’ van ons land en behoorde ik, zoals mijn vader in 'Holle Boomstammen' schreef, tot "zijn eerste forum". Wat mijzelf in alle boeken van mijn vader betreffende die 'Vraagstukken' en "De dwaalwegen der geografie" het meest aanspreekt zijn de samenhang, de logica en uiteraard de geografische omstandigheden! Juist deze drie zaken zouden bij iedereen elke twijfel t.a.v. de visie van Albert Delahaye moeten wegnemen. Te veel blijft men vasthouden aan de gehele of stukjes van de traditionele visie of creëert men zelfs nieuwe mythen op vergelijkbare wijze waarop de oude ontstonden. Regelmatig lees ik in SEMafoor artikelen, die ik overigens met meer dan gewone belangstelling lees, waarbij ik me soms afvraag: "Heeft deze auteur de werken van mijn vader en de beschreven problematiek over de mythen en vooral het ontstaan van de mythen wel begrepen?" Immers men staat nog te weinig stil bij de consequenties van het 'blauwe gat' in de geschiedenis van ons 'land', ofwel de transgressies. Uitgangspunt hierbij is, dat, ruwweg tussen 00 en 1000, ons 'land' (op enkele kleinere stukjes na) voor bewoning ongeschikt was. De Samenhang De samenhang in alle series teksten, of het nu gaat om berichten over de Albis, Frisia, Batua, Saxonia, Noviomagus, de invallen van de Noormannen enz., of het nu gaat om teksten van de klassieke Romeinse schrijvers of van de vroegmiddeleeuwse schrijvers, ze wijzen allen dezelfde landstreken aan. Hetzelfde geldt voor de namen van plaatsen uit de oude bronnen van Traiectum - Toumehem, Aeftemacum - Eperlecques, Lorsch of Werethina. Ook deze wijzen steeds op dezelfde landstreken in Noordwest-Frankrijk en Vlaanderen. Al lezend zal iedereen het verband kunnen leggen en juist dat verband bevestigt het gelijk van Albert Delahaye. Hij was blijkbaar de eerste die de 'Monumenta Germanica' en de 'Recueil des historiens de la Gaule et de la France' eens naast elkaar raadpleegde. Om die samenhang te zien hoef je ook geen historicus te zijn -misschien juist liever niet, omdat die vaak al te veel geïndoctrineerd zijn met de mythen-, alleen een beetje begrijpend te kunnen lezen, en je een beetje kunnen verplaatsen in die tijd. Reeds in zijn eerste boek "Het Mysterie van de Keizer Karelstad" wees Albert Delahaye in de goede richting, al had hij nog lang niet alle vragen beantwoord! Vergelijkingen van de verschillende lijsten met plaatsnamen etaleren zonneklaar dat het om een samenhangend complex gaat en dat het een duidelijke zaak is dat met enkele misverstane namen, meestal een volle of schijnbare doublure, niet ten gunste van Nederland geschermd kan worden. De enkele naam waarover wellicht geen juiste of schijnbaar geen juiste locatie wordt gegeven doet aan die samenhang geen afbreuk. Zoals mijn vader dat zelf schrijft: "Ik aanvaard volledig de mogelijkheid, acht die zelfs groot, dat de regionale historici van Vlaanderen en Frans- Vlaanderen mij straks op tal van punten zullen corrigeren en betere determinaties zullen voorstellen, temeer omdat de teksten nu voor de eerste maal in hun streek worden gesitueerd." En als je je door die samenhang laat leiden, dus niet door een enkele tekst die wellicht voor tweeërlei uitleg vatbaar is, dan verwonder ik me soms om de kromme redeneringen en onlogische argumenten die men vandaag de dag nog steeds hanteert om een bepaalde visie te bevestigen. Ook in SEMafoor kom je ze regelmatig tegen. In zijn artikelen is J. Kreijns b.v. weer een nieuwe mythe over Traiectum aan het creëren. Deze mythe kan met één opmerking van tafel: "Het Traiectum van St.Willibrord lag in Gallië, niet ver van de plaats 'waarje de overkant (= Engeland) kunt zien'!" Ook de visie van Albert Delahaye op de Peutinger- kaart zonder die absurde overslag van 300 kilometer past in die samenhang. Zijn determinaties passen beter dan welke andere dan ook. Allerlei -op zich interessante- uiteenzettingen met betrekking tot de maatvoering op de Peutinger-kaart worden sterk gerelativeerd met de opmerking dat het om een sterk vertekende kaart gaat (verhoudingen zijn dus zoek) en het een kopie (van een kopie?) is. En in welke staat was het origineel? En zoals wij nu wel weten werden bij het kopiëren altijd fouten gemaakt, zeker in getallen. Er dus met een liniaal afstanden op meten dient eigenlijk geen enkel doel. Zeker ten aanzien van de Peutinger-kaart geldt dat er andere bronnen naast gehanteerd moeten worden, waardoorjuist de samenhang zichtbaar blijft. Een discussie over afstanden op de Peutinger-kaart moet dan ook ondergeschikt zijn aan de samenhang met andere bronnen, b.v. het Itinerarium Antonini. Immers de afstanden op de Peutinger-kaart zijn relatief: welke route bedoelde men en wat maken wij ervan! Elke automobilist kent dit verschijnsel. Wel eens door Frankrijk gereden? Op hetzelfde kruispunt twee richtingsborden naar een volgende plaats: één rechtdoor, de ander link- of rechtsafmet (soms heel) verschillende afstanden! Ook aan de rivieren mogen allerminst identificaties worden vastgeknoopt. De rivieren op de Peutinger-kaart waren erg simplistisch getekend. Zo vormen de

Transcript of Samenhang, logica en geografische omstan ighe en!36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe...

Page 1: Samenhang, logica en geografische omstan ighe en!36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe en! Guido elahaye, Amersfoort Als zoon van Albert De lahaye ben ik opgegroeid met

36

Samenhang, logica engeografische omstan ighe en!

Guido elahaye, Amersfoort

Als zoon van Albert Delahaye ben ik opgegroeidmet de 'Vraagstukken in de H istorische G eografie’van ons land en behoorde ik, zoals mijn vader in'Holle Boomstammen' schreef, tot "zijn eersteforum".Wat mijzelf in alle boeken van mijn vaderbetreffende die 'Vraagstukken' en "De dwaalwegender geografie" het meest aanspreekt zijn desamenhang, de logica en uiteraard de geografischeomstandigheden! Juist deze drie zaken zouden bijiedereen elke twijfel t.a.v. de visie van AlbertDelahaye moeten wegnemen. Te veel blijft menvasthouden aan de gehele o f stukjes van detraditionele visie of creëert men zelfs nieuwemythen op vergelijkbare wijze waarop de oudeontstonden. Regelmatig lees ik in SEM afoorartikelen, die ik overigens met meer dan gewonebelangstelling lees, waarbij ik me soms afvraag:"Heeft deze auteur de werken van mijn vader en debeschreven problematiek over de mythen en vooralhet ontstaan van de mythen wel begrepen?" Immersmen staat nog te weinig stil bij de consequentiesvan het 'blauwe gat' in de geschiedenis van ons'land', ofwel de transgressies. Uitgangspunt hierbijis, dat, ruwweg tussen 00 en 1000, ons 'land' (openkele kleinere stukjes na) voor bewoningongeschikt was.

De SamenhangDe samenhang in alle series teksten, o f het nu gaatom berichten over de Albis, Frisia, Batua, Saxonia,Noviomagus, de invallen van de Noormannen enz.,of het nu gaat om teksten van de klassiekeRomeinse schrijvers o f van de vroegmiddeleeuwseschrijvers, ze wijzen allen dezelfde landstreken aan.Hetzelfde geldt voor de namen van plaatsen uit deoude bronnen van Traiectum - Toumehem,Aeftemacum - Eperlecques, Lorsch of Werethina.Ook deze wijzen steeds op dezelfde landstreken inNoordwest-Frankrijk en Vlaanderen.Al lezend zal iedereen het verband kunnen leggenen juist dat verband bevestigt het gelijk van AlbertDelahaye. Hij was blijkbaar de eerste die de'Monumenta Germanica' en de 'Recueil deshistoriens de la Gaule et de la France' eens naastelkaar raadpleegde. Om die samenhang te zien hoefje ook geen historicus te zijn -misschien juist lieverniet, omdat die vaak al te veel geïndoctrineerd zijnmet de mythen-, alleen een beetje begrijpend tekunnen lezen, en je een beetje kunnen verplaatsenin die tijd. Reeds in zijn eerste boek "Het M ysterievan de Keizer K arelstad" wees Albert Delahaye in

de goede richting, al had hij nog lang niet allevragen beantwoord!Vergelijkingen van de verschillende lijsten metplaatsnamen etaleren zonneklaar dat het om eensamenhangend complex gaat en dat het eenduidelijke zaak is dat met enkele misverstanenamen, meestal een volle of schijnbare doublure,niet ten gunste van Nederland geschermd kanworden. De enkele naam waarover wellicht geenjuiste o f schijnbaar geen juiste locatie wordtgegeven doet aan die samenhang geen afbreuk.Zoals mijn vader dat zelf schrijft: "Ik aanvaardvolledig de mogelijkheid, acht die zelfs groot, datde regionale historici van Vlaanderen en Frans-Vlaanderen mij straks op tal van punten zullencorrigeren en betere determinaties zullenvoorstellen, temeer omdat de teksten nu voor deeerste maal in hun streek worden gesitueerd."En als je je door die samenhang laat leiden, dus nietdoor een enkele tekst die wellicht voor tweeërleiuitleg vatbaar is, dan verwonder ik me soms om dekromme redeneringen en onlogische argumentendie men vandaag de dag nog steeds hanteert om eenbepaalde visie te bevestigen. Ook in SEM afoor komje ze regelmatig tegen. In zijn artikelen is J. Kreijnsb.v. weer een nieuwe mythe over Traiectum aan hetcreëren. Deze mythe kan met één opmerking vantafel: "Het Traiectum van St.Willibrord lag inGallië, niet ver van de plaats 'waarje de overkant (=Engeland) kunt zien'!"

Ook de visie van Albert Delahaye op de Peutinger-kaart zonder die absurde overslag van 300kilometer past in die samenhang. Zijn determinatiespassen beter dan welke andere dan ook. Allerlei -opzich interessante- uiteenzettingen met betrekkingtot de maatvoering op de Peutinger-kaart wordensterk gerelativeerd met de opmerking dat het omeen sterk vertekende kaart gaat (verhoudingen zijndus zoek) en het een kopie (van een kopie?) is. Enin welke staat was het origineel? En zoals wij nuwel weten werden bij het kopiëren altijd foutengemaakt, zeker in getallen. Er dus met een liniaalafstanden op meten dient eigenlijk geen enkel doel.Zeker ten aanzien van de Peutinger-kaart geldt dater andere bronnen naast gehanteerd moeten worden,waardoor juist de samenhang zichtbaar blijft. Eendiscussie over afstanden op de Peutinger-kaart moetdan ook ondergeschikt zijn aan de samenhang metandere bronnen, b.v. het Itinerarium Antonini.Immers de afstanden op de Peutinger-kaart zijnrelatief: welke route bedoelde men en wat makenwij ervan! Elke automobilist kent dit verschijnsel.Wel eens door Frankrijk gereden? Op hetzelfdekruispunt twee richtingsborden naar een volgendeplaats: één rechtdoor, de ander link- o f rechtsaf met

(soms heel) verschillende afstanden! Ook aan derivieren mogen allerminst identificaties wordenvastgeknoopt. De rivieren op de Peutinger-kaartwaren erg simplistisch getekend. Zo vormen de

Page 2: Samenhang, logica en geografische omstan ighe en!36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe en! Guido elahaye, Amersfoort Als zoon van Albert De lahaye ben ik opgegroeid met

Saône en Loire samen één stroom. Ook Maas enWaal waren in de traditionele visie één rivier.Daarnaast bevestigt de samenhang met bevindingenin andere takken van wetenschap en studies, zoalsdie van de bodemkartering, dat Albert Delahaye alin 1958 een juiste zienswijze had. Daarna zijn dedetails door hem steeds verder in- en aangevuld totde onweerlegbare zekerheid van nu.

De Logica

Het tweede punt waardoor de bevindingen vanAlbert Delahaye zo overtuigend zijn, is de logica!Daarvan zijn voorbeelden te over te geven, die vaakweinig te maken hebben met kennis vangeschiedenis, maar gewoon met begrijpend lezen ennuchter nadenken, een vak dat menig historicusvreemd blijkt te zijn!Het bekendste voorbeeld is wel de ligging van debisschopszetel en de abdij van St.WiUibrord. In detraditie dus in Utrecht en Echtemach. Completewaanzin die afstand! Wel eens dat stuk gelopen?Alleen op grond van dit argument vallen dezetraditionele locaties al af. Zeker ook omdat diereizen die St. Willibord (en anderen) dan gemaaktmoeten hebben en die in die tijd vele dagen inbeslag genomen moeten hebben, nergensbeschreven staan! Ook Maastricht als nieuwelocatie van Trajectum valt dus af, ook al ligt datdichter bij Echternach. Zelfs MaastrichtEperlecques valt af! Gewoon te ver van elkaar!Want wie zich een beetje verdiept in de leefregelsvan de benedictijnen, en St. Willibrord was eenbenedictijn, weet dat dergelijke reizen tussenbisschopszetel en abdij zeker voor een benedictijneen complete absurditeit is!Zo is ook de wijwaterput van St. Bonifatius inDokkum, wat dit betreft, klinkklare onzin. PausGregorius (731-741) had immers met nadrukverboden voor het dopen van heidenen totchristenen gebruik te maken van bronnen, juistomdat deze bij de heidenen in een geur vanbijgeloof en heidense rituelen stonden, en de pausabsoluut wilde voorkomen dat de heidenen deindruk kregen alsof de Kerk ook in het sacrale vanbronnen geloofde. St. Bonifatius was zeer Rome-getrouw, zozeer zelfs dat hij menigmaal in conflictis geraakt met Gallische bisschoppen. En dan vindtde ROB een wijwaterput van St. Bonifatius! Erwerken blijkbaar geen katholieken bij de ROB,want deze heilige wordt even aangewreven dat hijde kerkelijke voorschriften heeft overtreden.Een ander voorbeeld in deze lijn is het volledigontbreken van een nederzetting, een kerk ofparochie in o f bij het paleis van Karei de Grote teNijmegen. Gezien de "Capitulare de Villis KaroliMagni" een onmogelijkheid. De z.g. KarolingischeKapel kunnen we niet als zodanig beschouwen,want, hoewel wel een parochiekerk, is deze van na1087. Bovendien als een kapel van "rommelstenen"

is deze een koning (later keizer) onwaardig en wasook nooit als hofkapel geaccepteerd!Een ander voorbeeld betreffende die logica is deligging van Taxandria. Het lag naast de Batua (inNederland dus naast de Betuwe) en naast Ostrachia(in Nederland is dat Oostergo). Als Taxandria danin Nederland gezocht moet worden dan zou het inof bij Friesland moeten liggen en kan het zekernooit Brabant geweest zijn! Weg met al diepublicaties over dat Taxandrië in Noord-Brabant,zoals het Oorkondenboek van Noord-Brabant deel Ivan Harry Camps. Overigens maakt ook J. Kreijnser drie verschillende gebieden van, terwijlTaxandria, Teisterbant en Westrachië verschillendenamen zijn voor nagenoeg dezelfde streek. Bedoeldkaartje op bladzijde 3 in Sem afoor 4, 3 (augustus

003) geeft dus een verkeerd beeld, temeer daar detransgressies maar even vergeten worden.De voorstelling van de kerstening van ons land (inhetzelfde artikel van J. Kreijns) in een gelijkmatigegolf van zuid naar noord is overigens wel ergsimpel voorgesteld. Viel Nijmegen in de 1le en 1 eeeuw niet onder het bisdom Keulen? Net als hetland van Maas en Waal waar het bisdom Keulen heteerste doordrong en er kerken en parochies stichtte?Dat is wel een kerstening van zuid naar noord, maarniet die de schrijver bedoeld. En viel Zeeland na de1 e eeuw niet onder het bisdom Utrecht?Kerstening van noord naar zuid dus! En stond deoudste kerk met het patronaat van St. Willibrordniet op de Raamberg (overigens geen berg) bijZundert. Kerstening vanuit Vlaanderen, evenals destichting van het klooster van Egmond eenkerstening vanuit Gent was. De kerstening van onsland heeft zeker niet in één golvende bewegingvanaf Maastricht gelopen.

Nog een voorbeeld in deze reeks: de opstand van deBataven. Hoe is het mogelijk dat een volk uit deBetuwe, waarvan geen enkele nederzettinggevonden is (waar zouden die ruim 500 plaatsen,genoemd in de bronnen, ooit gelegen kunnenhebben in de Nederlandse Betuwe?), zeker 10cohorten Romeinse soldaten voor een periode vanjaar handen vol werk heeft kunnen bezorgen. Hethele verhaal van de Batavieren in Nederland kanook van tafel met dezelfde eenvoudige stelling alsdie voor Trajectum geldt: "de Batua lag in Gallië!"Hoe kan het anders dat de Bataven al in hetRomeinse leger dienden voordat de Romeinen ooitéén voet in Nederland hadden gezet? Hetvreemdelingenlegioen bestond toen nog niet!

Daarnaast zijn er nog vele andere argumenten (o.a.de taalgrens) en teksten die een en anderbevestigen. Daarvoor verwijs ik maar naar dewerken van Albert Delahaye. Die sprekenboekdelen (letterlijk en figuurlijk!).

Page 3: Samenhang, logica en geografische omstan ighe en!36 Samenhang, logica en geografische omstan ighe en! Guido elahaye, Amersfoort Als zoon van Albert De lahaye ben ik opgegroeid met

38

De Geografische omstandigheden

Om met een voorbeeld uit mijn eigenwoonomgeving te beginnen: Lisiduna uit deoorkonde van Karei de Grote uit 777 zou de plaatsLeusden zijn. Breng je een bezoek aan de plek waardat Leusden gesticht zou zijn, nu Oud-Leusdengeheten, dan kan niemand je wijsmaken dat het eengeschikte locatie voor het stichten van eennederzetting geweest zou zijn, nu niet en toen ookniet. Ook al heeft het landschap zekerveranderingen ondergaan waardoor de locatie numisschien minder geschikt oogt! Gelegen aan derand van het huidige Amersfoort, op een plaatswaar geen bron, beek of riviertje in de buurt is,zonder een doorgaande weg tussen (toen) grotereplaatsen, aan de voet van de Amersfoortse berg(uitloper van de Utrechtse Heuvelrug). Als ik in dietijd geleefd zou hebben, had ik dèar geenwoonplaats gesticht. Juist niet, denk ik dan. Er zijnvlakbij betere en meer geschikte en vooral drogereplaatsen te vinden voor een nederzetting, als je detransgressies een woordje mee laat spreken.Sinds enkele archeologen er opgravingen hebbengepleegd worden vage verkleuringen in de grondmeteen vertaald met 'hier lag Lisiduna'. Hoe mendat weet zonder die foutief gelokaliseerde acte uit777 blijft een raadsel. Ik vergelijk het maar met deopgravingen in Wijk bij Duurstede en dan weetjegenoeg.En dat Leusden dus ouder zou zijn dan Amersfoort,kan men op grond van geografischeomstandigheden dan ook niet voor waar aannemen.Ook niet op grond van archeologische vondsten,want er is in Oud-Leusden dus niets van belanggevonden! Bovendien ligt Amersfoort op een veelbetere locatie dan Leusden, wat wel bevestigdwordt door de feiten dat Amersfoort uitgroeide toteen stad en dat het huidige dorp Leusden op eenheel andere plaats ontstond dan waar Oud-Leusdenligt.Zo zijn er in de authentieke teksten vaakgeografische details opgenomen die op detraditionele interpretaties niet toepasbaar zijn. Tevaak zijn deze teksten als onbetrouwbaarverworpen, terwijl we nu moeten concluderen datdegenen die ze verwierpen onbetrouwbaar waren.Een reis door Noordwest-Frankrijk spreektboekdelen. Als je de streken in Frankrijk enVlaanderen bezoekt "waar het zich in de visie vanAlbert Delahaye allemaal heeft afgespeeld" danpassen niet alleen de teksten er feilloos, maarvooral ook de geografische omstandigheden.Sta je in Écottes, dan zie je het Almere a.h.w. in alhaar uitgestrektheid voor je liggen. Bevind je je opCap Gris-Nez, dan ervaar je de tekst "waarje deoverkant kunt zien" op zo overtuigende wijze, datde landing van St. Willibrord in Katwijk meteen inde categorie ongelooflijke verhalen van hetrariteitenkabinet kan worden opgeborgen!

Bekijk je ook de tijd en de omstandigheden waarinde mythen ontstonden, dan moeten we helaas nogsteeds concluderen dat hedendaagse historici zichnog steeds bij de neus laten nemen door enkelefabelschrijvers uit de Middeleeuwen. De mythen,ontstaan in een tijd dat men nog dacht dat de aardeplat was en het wereldbeeld slechts bestond uit (eengedeelte van) Europa, Azië en Afrika, worden nogsteeds voor waarheid gehouden.Elke keer etaleren historici hun onkunde als ze demythen weer gedeeltelijk o f helemaal bevestigen.Immers, heden ten dage kan men beschikken overalle bronnen en heeft men kennis van anderewetenschappen, zoals archeologie.Om met een opmerking van Albert Delahaye teeindigen: "Zij die de mythen nog steeds voor waarhouden zijn grotere onbenullen dan zij die zebedachten."

De verdienste van SEM afoor is dat de discussieover de oude mythen op gang is gebracht.Jammer blijft dat in de naamgeving de naam vanAlbert Delahaye verdwenen is. Niet omdat alleenzijn visie zaligmakend zou zijn en het alleen overzijn visie zou moeten gaan, maar omdat het juistzijn grote verdienste is geweest dat hij de discussiesop gang heeft gebracht.In feite is de naam SEM afoor toch al een foutievenaam, omdat er meer behandelt word dan die eerste1000 jaar, namelijk de periode tussen 100 v.Chr. tot1 00 n. Chr. Misschien een idee om de naam danmaar weer te veranderen in "Albert DelahayeStudiekring" (of zoiets). Zonder hem was er immersgeen studiekring geweest!Was het niet zo dat hij aanvankelijk vragen heeftdurven stellen tegen de gevestigde historische ordein? En dat hij die vragen later ook zelf maar is gaanbeantwoorden, omdat serieuze antwoorden van diegevestigde historici uitbleven? Daarbij heeft AlbertDelahaye met zijn onderzoek zo'n onvoorstelbarehoeveelheid materiaal bij elkaar gebracht envergeleken, dat generaties historici hier nog jarenhun handen vol aan hebben. Zijn werk -en dus dediscussie- gaat bovendien ook verder dan het eerstemillennium, zie b.v. zijn visie over het ontstaan vande mythen, en het ontstaan van Nijmegen dat tot de14e zelfs begin 15e eeuw doorloopt.Daarom lijkt mij een naamswijziging vanSEM afoor meer in overeenstemming met de inhoudervan en ten gunste van een erkenning van het werkvan mijn vader, niet meer dan logisch.Nog meer lezen over zijn visie? Kijk opwww.inter.nl.net/hcc/Gbm.Delahaye/

Amelisweerd 17,3813 XE Amersfoort.