SAMEN - het magazine van het Landelijk Steunpunt
description
Transcript of SAMEN - het magazine van het Landelijk Steunpunt
Praktische tips & Kant-en-klare tools
LESSONS LEARNED
Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen kijkt terug
Er liggen elke dag weer volop kansen
Ambassadeurs geven het voorbeeld
“Waarom moeilijk doen als het samen kan?”
01Verschijnt p
eriodiek
SAMEN.Voor een brede ontwikkeling in onderwijs en kinderopvang
wij
“Een geboeid kind leert als een tierelier.”Martijn van der Kroef
Om de ontwikkeling van brede scholen in het primair- en voortgezet onderwijs te stimuleren,
richtte het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in 2009 het
Landelijk Steunpunt Brede Scholen op. Om te zorgen voor een structurele koppeling met de
kinderopvang werd in 2011 ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
opdrachtgever van het Landelijk Steunpunt.
Naast de ministeries van OCW en SZW zijn de PO-Raad, de VO-Raad, de Branche-organisatie
Kinderopvang, de Belangenvereniging Ouders in de Kinderopvang en Peuterspeelzalen en de
gezamenlijke ouderverenigingen in het onderwijs opdrachtgever van het Landelijk Steunpunt.
Het Landelijk Steunpunt werd bemand/bemenst door
Job van Velsen, projectleider
Simon Steen, bestuurder van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen
Yvette Vervoort, adviseur
Tonny van den Berg, adviseur
Alice Jansen, adviseur
Aimée de Wilde, gedetacheerd vanuit ministerie SZW
Edward Moolenburgh, adviseur governance zaken
Peter Warnders, projectsecretaris
Margot Roelofs, secretariaat
George Ongkiehong, cimon communicatie
Ambassadeurs
De ambassadeurs van het Steunpunt waren de praktijkexperts. Ieder van hen vertegenwoordigt
een aansprekend voorbeeld van samenwerking binnen een brede school of IKC. Net als de brede
school zelf zijn de ambassadeurs ieder uniek en vertegenwoordigen zij een diversiteit aan brede
schoolthema’s. De ambassadeurs hebben vele bezoekers ontvangen in hun brede school/IKC en
worskhops verzorgd. Voor het Steunpunt waren zij, met hun praktische kennis en ervaring,
de brug tussen praktijk en theorie.
Fotografie: Steven Scholten, George Ongkiehong, tenzij anders vermeld.
Het schilderij en de gerichten: dank aan Wouter Stips.
Concept, vormgeving, redactie: cimon communicatie, Den Haag
George Ongkiehong, Marcel Elzinga, Angelique Walison,
Annemarie Rutgers, Marjolein van Rotterdam
‘Samen’ is een publicatie van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen naar een idee van
George Ongkiehong en Job van Velsen.
C O L O F O N
Kennis van Brede School en IKC
Brede School. IKC. Expertise. Advies.
Kennis. Netwerken. Congressen. Advies.
Centraal in brede samenwerking
Voor de toekomst, voor kinderen
Onderwijs. Kinderopvang. Samen.
SAMEN
Voor u ligt een uniek magazine.
Gemaakt voor alle professionals die betrokken zijn bij een
brede school of IKC, of daarnaar op weg zijn. Wij bieden
u dit aan als laatste product van het Landelijk Steunpunt
Brede Scholen.
Het Steunpunt vervulde bijna zeven jaar lang, in opdracht
van het ministerie van OCW en SZW, een ondersteunende en
informatieve rol bij de brede schoolontwikkeling.
We kwamen als adviseurs op vele, vele scholen, brede
scholen en kinderopvanglocaties. We bezochten gemeentes,
BSO’s, naschoolse activiteiten, besteedden aandacht aan
thema’s als Kunst en Cultuur, Passend Onderwijs, Sport
en Gezonde Leefstijl én Natuur en Milieu. Spraken met
vele, vele mensen. Beantwoordden honderden vragen en
organiseerden tal van landelijke bijeenkomsten en bezoeken.
En naar aanleiding van die vragen ontwikkelden we, vaak
samen met onze directe partners, PO-Raad, ouderorganisaties
en de Brancheorganisatie Kinderopvang praktische en
oplossingsgerichte handreikingen of instrumenten. Onze
ambassadeurs, ervaren pioniers op brede schoolgebied,
vormden daarbij een onmisbare schakel. Of, zoals ik dat zie, wij
waren samen de brug tussen hoofd en handen.
Het waren zes waardevolle jaren.
Die ons, adviseurs, vele lessen hebben opgeleverd. Lessons
learned is dan ook de rode draad in dit magazine. Wat
hebben we met zijn allen de afgelopen jaren geleerd, welke
inzichten zijn verkregen die u de komende jaren, bij de verdere
ontwikkeling en inhoudelijke vormgeving van uw brede
school of IKC, van nut kunnen zijn? U vindt ze verpakt in de
vorm van interviews, publicaties, bijzondere activiteiten en
waardevolle tips. U leest over het belang van visie en het
waarom van samenwerking. Over bestuurlijke borging, want
dát maakt een brede school of IKC succesvol. Natuurlijk leest
u over het belang van de brede school voor kinderen, ouders
en maatschappij. Een planmatige en structurele aanpak van
uw brede school is zo’n andere succesfactor. En misschien
wel de allerbelangrijkste les is dat de mensen het succes
bepalen, de chemie tussen de samenwerkende professionals
en bestuurders op en rondom de werkvloer.
Wij zijn de brede school, schrijf ik elders in dit magazine.
Dat bereik je niet alleen, dat doe je samen. Samen vraagt iets
van elkaar, zoals Wouter Stips dat ooit zo mooi in bovenstaand
gedicht schreef.
Persoonlijk heb ik de afgelopen zes jaar ervaren hoe
waardevol het is om vanuit verschillende perspectieven,
achtergronden en organisaties kennis te delen.
Juist de verscheidenheid van onze adviseurs en die van onze
stakeholders, maakt dat we zo’n rijk en op de praktijkervaring
gebaseerd magazine hebben kunnen maken. Ik hoop ook,
namens al mijn collega’s, dat alle tips, handreikingen
en instrumenten in dit magazine en in de toolkit www.
bredeschool.nl u inspireren en verder helpen in de praktijk van
uw brede school. En dat alle kennis en ervaring bijdraagt aan
de verdere ontwikkeling van de brede school, om daarmee de
ontwikkeling van kinderen te verbreden en te verrijken.
Ik wens u succes en plezier!
Job van Velsen
Ga je mee, dan gaan we samen,
samen redden we het wel.
Samen hebben we het goed,
Ik wacht wel even als het moet.
3 | SAMEN
“Geefkinderen de ruimte” heet het actieplan van de PO-
Raad, de Brancheorganisatie Kinderopvang en de MOgroep:
een actielijstje met tien punten om kinderen een goede
start te geven. ‘We benaderen het kind vanuit instituties,
wet- en regelgeving. We willen dat veranderen, maar lopen
tegen de grenzen van die regels aan’, zei Rinda den Besten,
voorzitter van de PO-Raad bij de presentatie. Ze pleit voor
meer experimenteerruimte. Volgens Peter van Lieshout,
hoogleraar Maatschappijwetenschappen aan de Universiteit
Utrecht en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid, moet er nu juist een volgende stap gezet
worden. ‘Geëxperimenteerd is en wordt er al.’
VEEL BELANGSTELLING Geëxperimenteerd wordt er bijvoorbeeld volop in de nieuwe
brede school Noorderbreedte in Diemen; sinds augustus in
bedrijf. En daar is veel belangstelling voor: van onderwijs,
kinderopvang en welzijn. Uit onderzoek van de Algemene
Vereniging van Schoolleiders (AVS) bleek dat twee derde van
de schoolleiders verwacht dat de school van de toekomst
Samen voor een brede ontwikkeling. Brede school
Noorderbreedte in Diemen geeft de doorgaande
lijn tussen peuterspeelzaal en kleuterklas steeds
beter vorm. Een portret van een IKC in wording,
over mogelijkheden en moeilijkheden.
FRANS VERSTRATEN
Ga voor een gedragen visie! Waarom willen we een IKC? En met wie willen we een IKC? ‘In
mijn ogen gaat het er bij een IKC om kinderen en hun ouders een rijke leer- en
ontwikkelomgeving te bieden, een plek waar je uitgedaagd of geholpen wordt.
Een ‘scola’ in de oorspronkelijke zin van het woord: liefhebberij, stud ie, vrije
tijdsbesteding. Dan moeten allereerst de doelen helder zijn, vanuit een visie en met
gebruik van data en feiten. Om te voorkomen dat je verzandt in oeverloze overleggen
waarvan je kunt afvragen wat de meerwaarde voor kinderen is.’ Job van Velsen.
LESSONSLEARNED
een integraal kindcentrum, een IKC zal zijn. Noorderbreedte
noemt zich officieel geen IKC, maar komt al aardig in de
buurt, zegt directeur Frans Verstraten. Job van Velsen van
het Landelijk Steunpunt Brede Scholen neemt er regelmatig
geïnteresseerden mee naartoe, omdat hij vindt dat
Noorderbreedte aantoont dat je vanuit een bestaande situatie
grote stappen kunt maken.
NASCHOOLSE ACTIVITEITENIn Noorderbreedte zitten twee basisscholen, van twee
denominaties (en twee schoolbesturen: openbaar en
oecumenisch), een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang.
Een andere kinderopvangorganisatie, Kinderkorf, heeft een
vestiging pal naast Noorderbreedte. Iedere middag zijn er
bovendien naschoolse activiteiten, van circus tot yoga, van
Spaans tot koken. Dat gebeurt onder verantwoordelijkheid van
directeur Verstraten.
Foto’s: Ronald Tilleman
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 6 | SAMEN
Niet alleen op cognitief gebied . Dat is wat alle organisaties
bindt.” Hij vindt het jammer dat in Nederland alles zo
overgereguleerd is. Graag zou Verstraten bso-medewerkers
of peuterspeelzaalleidsters als klassenassistenten inzetten.
“Zeker in het kader van passend onderwijs hebben we grote
behoefte aan extra ondersteuning. We hebben geen blinde
leerlingen, maar verder, denk ik, alle mogelijke arrangementen.
Maar ook ons budget is beperkt. Los van de ingewikkelde
procedures.” Het zou helpen als de overheid oplossingen
aandraagt voor de problemen op het gebied van btw, cao’s
en taakuren.
Hij is sinds twee jaar directeur van beide scholen, dus al voor
de nieuwbouw. Voorheen zaten de scholen op verschillende
locaties, nu in een gebouw. Sterker nog, de kinderen van de
verschillende scholen zitten bij elkaar in een unit. Een unit
van groep 4 en 5 bijvoorbeeld bestaat uit vier groepen van
zowel basisschool De Duif als van ‘t Palet. De lokalen zijn
gegroepeerd rond een speel-leerplein. Na een klassikaal begin
van de dag verzamelen de Duif- en Paletkinderen zich daar.
Daar ontmoeten ze elkaar en daar trekken ze samen op. Dat
doen ook de kinderen van de peuterspeelzaal, onderdeel van
Stichting Welzijn Diemen, en de kleuterklassen. De naschoolse
activiteiten, waarvan in totaal 250 kinderen gebruikmaken,
verspreiden zich door het hele gebouw, en de bso (voor en na
school met 80 kinderen) is gevestigd in een paar units.
FORSE STAPPENVerstraten wil in de toekomst graag nog een aantal forse
stappen zetten. Zoals een ontwikkelvolgmodel va n 0 tot
13 jaar. “Wij werken samen aan de brede ontwikkeling van
kinderen , zodat zij zich zoveel mogelijk en optimaal mogelijk
kunnen omplooien. En zodat alle talenten aan bod komen.
AMBASSADEURSOm tegemoet te komen aan de behoefte om
aansprekende brede scholen te bezoeken heeft het
Landelijk Steunpunt Brede Scholen een netwerk
opgezet van goede voorbeelden: ambassadeurs. De
ambassadeurs werken voor een echte ‘voorloper’
en/of zijn praktijk- of ervaringsdeskundige. Denk
aan een schooldirecteur, brede school coördinator,
locatiemanager kinderopvang of beleidsmedewerker
van de gemeente. Daarmee vervullen ze een
voortrekkersfunctie. Hun school onderscheidt zich
op organisatiestructuur, samenwerking of gebouw
en kan een voorbeeld zijn voor andere brede scholen.
Inmiddels zijn er meer dan zestig ambassadeurs.
7 | SAMEN
EVENEMENTENHet Landelijk Steunpunt heeft alle ontwikkelingen op het
terrein van brede scholen en Integrale Kindcentra onder
de aandacht gebracht bij professionals in het onderwijs en
kinderopvangorganisaties, schoolleiders en management
kinderopvang, bestuurders en onderzoekers.
8 | SAMEN
EVENEMENTENDaartoe hebben wij vele bijeenkomsten, zowel op landelijk- als
lokaal niveau, georganiseerd en bijgewoond. Met het geven van
dit soort presentaties/lezingen geeft het Landelijk Steunpunt
informatie en deelt haar kennis. Er wordt op deze manier gericht
onder grotere groepen relevante brede schoolinformatie verspreid.
9 | SAMEN
De afgelopen drie jaar heeft in de gemeenten Nijmegen, Wijchen en Zaanstad de pilot
Gemeentebrede Dagarrangementen plaatsgevonden . Het doel van de pilot was om
binnen de huidige juridische en budgettaire mogelijkheden zoveel mogelijk sluitende
dagarrangementen van onderwijs en opvang te realiseren voor ten minste de kinderen van
werkende ouders. De praktische belemmeringen die hierbij ontstaan zijn in kaart gebracht.
En er is naar oplossingen gezocht binnen de bestaande wet- en regelgeving. Het Landelijk
Steunpunt Brede Scholen heeft de pilot begeleid.
Pilot ontwikkelarrangementen in Nijmegen, Wijchen en Zaanstad
GEMEENTEBREDE DAGARRANGEMENTEN
De drie deelnemende gemeenten hebben de ambitie om
ontwikkelarrangementen te realiseren voor alle kinderen. Dit
zijn arrangementen die in tijd én inhoud aansluiten in plaats
van alleen in tijd. Zo willen de deelnemende gemeenten, ook
in het naschoolse aanbod, bijdragen aan de ontwikkeling van
kinderen en segregatie in de wijk voorkomen.
Drie vertegenwoordigers vertellen wat er is gelukt, wat nog
niet en wat er van de pilot te leren valt.
NIJMEGENMaria Buur is projectmanager van de gemeente Nijmegen en
sinds dit voorjaar als coördinator bij de pilot betrokken.
Hoe verloopt de realisatie van ontwikkelarrangementen in
Nijmegen?
“Het realiseren van ontwikkelarrangementen is een project
van de lange adem. In Nijmegen zijn we al heel lang bezig met
brede scholen met een sluitend dagprogramma voor liefst
alle kinderen. Eerst hadden we de Open Wijk Scholen, in 2010
besloten we om het breder te trekken en van de Open Wijk
Scholen, brede scholen te maken.”
Waar stond Nijmegen aan het begin van de pilot en hoe staat
het er nu voor?
“De ambitie was in de pilotperiode te komen tot 25 brede
scholen. In het begin van de pilot werkten we aan een
blauwdruk voor alle scholen. Maar elke school is anders,
lokaal maatwerk is daarom nodig. De scholen maken de
plannen nu zelf. Op dit moment zijn de twaalf Open Wijk
Scholen omgevormd tot brede school en er zijn vier nieuwe
brede scholen bijgekomen. De andere scholen werken
aan, ieder op zijn/haar manier, het realiseren van de
ontwikkelarrangementen.”
Kunt u in één zin zeggen wat in Nijmegen de conclusie is na
drie jaar pilot?
“De pilot heeft het proces van het maken van ontwikkel-
arrangementen absoluut ondersteund. We weten nu dat de
goede wil het voor elkaar te krijgen er is. Iedereen onderschrijft
het gedachtegoed van het ontwikkelarrangement. Wat ook
duidelijk is geworden is dat het niet eenvoudig is om het doel
te bereiken en dat voor iedere school maatwerk nodig is.”
Kunt u een mooi voorbeeld van een positieve ontwikkeling?
“Dan noem ik het integraal kindcentrum De Wieken. Daar
is het gelukt om het aanbod van onderwijs en opvang als
een geheel uit te voeren door één team onder één leiding,
vanuit één pedagogisch-didactische visie. Onderwijs en
kinderopvang werken er samen aan de brede ontwikkeling van
de kinderen. Het MT heeft van de bestuurders alleen kaders
gekregen waarbinnen zij de samenwerking in praktijk kunnen
ontwikkelen.”
10 | SAMEN
Wat kunnen andere gemeenten leren van de pilot in Nijmegen,
Wijchen en Zaanstad?
“Best veel! Er is materiaal voorhanden. Op de website
www.bredescholen-nijmegen.nl is het allemaal te lezen.”
WIJCHENMarlien Joosse is adjunct-directeur van kinderopvang De
Eerste Stap in Wijchen. Sinds het begin, nu een kleine tien jaar
geleden, is ze betrokken bij de ontwikkeling van Brede Scholen
in Wijchen. Ze is ook vanaf het begin betrokken bij de pilot.
Hoe staat het in Wijchen met de ontwikkelarrangementen?
“Scholen, kinderopvang en gemeente werken veel samen. We
zijn enthousiast - nog steeds! - maar de praktijk is weerbarstig.
Wijchen kreeg bijvoorbeeld te maken met een krimpend aantal
kinderen en met minder kinderen die naar de buitenschoolse
opvang (bso) gaan. 20% van de kinderen gaat nu naar de bso
en veel kinderen gaan maar één dag. Dat maakt het moeilijk
een echt ontwikkelarrangement aan te bieden met een
inhoudelijke samenhang tussen onderwijs en opvang.”
Waar stond Wijchen aan het begin van de pilot en hoe staat het
er nu voor?
“Het schoolbestuur had al gekozen voor het vijf gelijke dagen
model. Dit betekent dat alle kinderen om twee uur vrij zijn.
Hierdoor ontstond de wens om een in tijd én inhoud aansluitend
arrangement aan te bieden. Er is nu een beleidscommissie die
bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeente, scholen en
kinderopvang. En er is nu ook subsidie van de gemeente om de
ontwikkelen van de samenwerking zélf te stimuleren.”
Welke knelpunten kwamen precies naar boven?
“Vooral de belemmeringen als gevolg van de verschillen in
de stelsels onderwijs en kinderopvang ervaren wij als een
complicerende en vertragende factor. En als gevolg van de
afnemende vraag naar buitenschoolse opvang kunnen wij niet
meer bij elke school een bso-locatie openhouden. Dit maakt
het realiseren van een ontwikkelarrangement moeilijk. Het is
roeien met de riemen die je hebt”
Wat is de conclusie na drie jaar pilot?
“We zijn ons er nu van bewust dat het realiseren van een
ontwikkelarrangement mooi, maar moeilijk is. Het realiseren
van draagvlak op de werkvloer voor samenwerking in de brede
school is nu de grootste uitdaging. De aandacht is daarom
vooral gericht op de basis, dat wil zeggen de pedagogisch
medewerkers en leerkrachten. Zij moeten dezelfde taal gaan
spreken met name waar het gaat om zorgleerlingen.”
11 | SAMEN
Heb je een tip voor iedereen die met ontwikkelarrangementen
wil beginnen?
“Betrek vanaf het begin ook de kinderopvang bij het
ontwikkelen van plannen. Ook als het lange-termijnplannen
zijn. Uit de ervaringen in Wijchen blijkt dat een brede school
beter werkt als alle partners in één gebouw zitten.”
ZAANSTADMarja Bruinsma is sinds enkele jaren beleidsadviseur onderwijs
Agora, en was o.a. directeur van een brede school. Ze is van het
begin af aan bij de pilot ontwikkelarrangementen betrokken.
Hoe staat het ervoor met het Zaanse ontwikkelarrangement?
“Uitstekend ! Hoewel er nog veel te wensen valt, werken al
onze vijfentwintig basisscholen ook de twee buiten Zaanstad,
samen met kinderopvang en hebben een naschools aanbod. Zij
zijn in die zin dus een brede school en werken allemaal met een
ontwikkelarrangement. Brede school is in Zaanstad trouwens
al een enigszins verouderd begrip. Agora heeft als ambitie: alle
scholen IKC’s, integrale kindercentra. We ervaren dat je met
één team, één beleid, één regie sneller resultaten kunt boeken.
Nu is het nog zo dat pm-ers (pedagogisch medewerkers)
en leraren elk hun eigen leidinggevende hebben. Dat kan
doeltreffender. Dit jaar starten we met de eerste twee IKC’s.”
Hoe komt het dat het in Zaanstad steeds beter gaat?
“Gemeente, onderwijs en kinderopvang zitten grotendeels
op één lijn. Iedereen wil een kwalitatief goed arrangement
dat past bij dat kind, op die school in die wijk. De gemeente
ondersteunt dit streven met subsidiekaders die aansluiten
op de doelen en door het koppelen van subsidies. Subsidies
worden zo gerichter besteed.”
Zijn er in de pilotperiode helemaal geen knelpunten naar boven
gekomen?
“Zeker wel! De wet- en regelgeving kan belemmerend werken,
dit leidt soms tot inefficiëntie en ineffectiviteit. Dit kost
geld. Een voorbeeld: als een kind binnen de BSO deelneemt
aan een naschoolse activiteit, neem sport, geldt er een
heel andere leidster-kind ratio dan wanneer hetzelfde kind
vanuit onderwijs deelneemt aan dezelfde activiteit. Bij een
naschoolse activiteit kan bij wijze van spreken één leider
sport geven aan dertig kinderen , bij de BSO is de verhouding
vanaf acht jaar 1:10. Bovendien is er sprake van een maximale
groepsgrootte van 20 kinderen. Wat wij geleerd hebben,
is dat regelgeving één ding is en dat je met lef het verschil
kunt maken. Blijven zoeken naar hoe het wél kan. Wij zijn de
discussie steeds aangegaan en het is gelukt de BSO en de
naschoolse activiteiten betaalbaar te houden. Iets anders
dat vaak ingewikkeld is: de huur en de huurcontracten. Je
gebruikt elkaars ruimtes, de hoogte van de huurafdracht van
onderwijs aan de gemeente kan voor de BSO bijvoorbeeld
te hoog uitpakken. Daardoor blijkt een inpandige bso soms
niet mogelijk, terwijl daar voor de kinderen en ouders veel
voordelen aan zitten.”
De problemen los je op als je een IKC maakt van de brede
school?
“Knelpunten die niet veroorzaakt worden door wet- en
regelgeving, wel. We zijn nu zo ver dat op papier zo’n 50%
t.b.v. de realisatie van IKC’s geregeld is. Niet alles dus, maar
we vinden het nu tijd om gewoon te gaan beginnen. We
noemen het geen pilot omdat we er zeker van zijn dat deze
ontwikkeling doorgaat; het is een proeftuin. We starten
met ‘het laaghangend fruit’. Eén van de twee scholen, De
Golfbreker, heeft alles in en om huis voor een grote kans van
slagen. De school heeft techniek, kunst en cultuur ingebed
in haar onderwijs en naschools aanbod, een dependance van
de muziekschool zit in het gebouw, en heeft aan het plein, de
peuterspeelzaal en de kinderopvang van nul tot vier jaar. De
samenwerking gaat goed en op het gebied van doorgaande
lijnen tussen onderwijs en opvang is er al veel verkend.”
Waar stond Zaanstad aan het begin van de pilot, en waar is de
gemeente nu?
“Een onderzoeksvraag binnen de pilot was: komen de ervaren
belemmeringen voort uit beleving of regelgeving. Wij hebben
gemerkt dat het merendeel er van ontstaat als gevolg van
wet- en regelgeving, maar we willen ons er niet door laten
ontmoedigen. Kort gezegd zijn er drie punten die dankzij de
pilot verbeterd zijn: we weten dat we hetzelfde willen, we zijn
nauwer gaan samenwerken, en we hebben ondersteuning van
de gemeente die de subsidies slim inzet en écht stuurt op het
ontwikkelarrangement.”
Wat kunnen andere gemeenten van Zaanstad leren?
“Dat het ongelooflijk belangrijk is om dezelfde doelen na te
streven omdat je dan veel meer bereikt. Dat hebben wij hier
voor elkaar. Iedereen wil de doorgaande ontwikkelingslijn en
bij voorkeur binnen een IKC.”
Heb je tot slot één cruciale tip voor wie wil beginnen met een
ontwikkelarrangement?
“Schrijf je ambitie uit en streef ‘m na.”
12 | SAMEN
wat voor een deel van de ouders te duur is.
Met de projectgroepen is in de pilotperiode een voorstel
geformuleerd voor nieuwe kwaliteitseisen voor deze
gecombineerde groepen. In het schooljaar 2015-2016 worden
de nieuwe kwaliteitseisen op een aantal locaties in Wijchen
en Zaanstad getest. De ervaringen van dit praktijkonderzoek
worden betrokken bij het project Het Nieuwe Toezicht van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (herijking
van de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang).
Andere knelpunten die tijdens de pilotperiode aan de orde
zijn gekomen zijn de tussenschoolse opvang, financiering
en huisvesting. Voor deze knelpunten zijn er volgens de
projectgroepen mogelijkheden om hier binnen de huidige wet-
en regelgeving mee om te gaan. Dit kost echter wel veel tijd en
energie van bestuurders, managers en uitvoerders.
Als alle ervaren knelpunten in de wet- en regelgeving worden
weggenomen zal de realisatie van het ontwikkelarrangement
minder tijd en geld kosten. Dit is echter niet per se een
oplossing voor de beperkte deelname per dag en aan de
verschillende onderdelen van het ontwikkelarrangement. Er
is immers geen budget om voor alle kinderen iedere dag een
naschools aanbod te financieren. Het gat tussen de huidige
deelname en een aanbod voor alle kinderen is heel groot.
25 scholen, 25 variaties op dagarrangementen
In de projectperiode hebben we van de in totaal 40 scholen in de pilot 25 scholen bezocht.Elk bezoek hebben we gesproken met de schooldirecteur, de locatie/regiomanager van de kinderopvang en soms een vertegenwoordiger van welzijn (met name de scholen in Nijmegen). Tijdens elk bezoek hebben we een rondleiding gehad door het gebouw en vaak ook met een paar leerkrachten en pm-ers kinderopvang gesproken.
Van elk bezoek is een situatieschets gemaakt: wijk, aantal leerlingen van de school, de instroom vanuit peuterspeelzaal en kinderdagverblijven, de overblijf en de deelname aan buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.In de bollenschema’s is het percentage instroom en deelname aan het arrangement per jaar weergegeven en in de kolommenschema’s de deelname van kinderen van 4-12 aan het dagarrangement per dag. Dat is een fictieve dag waarop zowel de deelname aan de bso hoog is als de deelname aan nsa en tso. In de praktijk is de deelname aan de bso op dinsdag en donderdag vaak het hoogst. Op woensdag en vrijdag is dat heel laag, een aantal bso-locaties is dan gesloten.
De percentages en aantallen zijn geen verifieerbare data. De deelname gegevens van met name nsa blijken niet bijgehouden te worden. Het zijn dus naar beste eer en geweten ‘best guesses’. Gemiddeld gaan kinderen twee keer per week naar de buitenschoolse opvang en blijven dan ook over. Daardoor is het aantal kinderen per dag kleiner dan in totaal voor het hele jaar. Hetzelfde geldt voor de naschoolse activiteiten. Vaak is dat een cursusachtig aanbod voor een groepje van 15-20 kinderen per keer, afhankelijk van het type activiteit.
Bollen = instroom en deelname aan ontwikkelarrangement gemiddeld per jaar = school = mfa (multifunctionele accommodatie) = psz (peuterspeelzaal) = tso (tussenschoolse opvang) = bso (buitenschoolse opvang; vanaf ongeveer 16.30 uur gaan er kinderen naar huis) = nsa (naschoolse opvang) = kdv (kinderdagverblijf) = geen deelname voorschoolse voorziening = gastouderopvang (niet genoemd tenzij expliciet weergegeven in het schema)
Kolommen = aantal kinderen dat gemiddeld per dag deelneemt aan de elementen van het ontwikkelarrangement
= mfa (multifunctionele accommodatie)
Tolhuis met veel groen, 33% bewoners is allochtoon. Veel zorggezinnen, veel verhuizingen.De wijk begint meer gemixt te worden. 95% van de leerlingen komt uit de wijk.
nsa
Dukendonck300 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.00
bsopo
300
po
25 40
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Dukendonck, Nijmegen, mei 2013
8.30
300
kdv
kdv
20 %
tso10 %
15.00
18.00
17.00bso?%
nsaactiviteiten-
plein40 %
psz 80 %
25 scholen, 25 variaties op dagarrangementen
In de projectperiode hebben we van de in totaal 40 scholen in de pilot 25 scholen bezocht.Elk bezoek hebben we gesproken met de schooldirecteur, de locatie/regiomanager van de kinderopvang en soms een vertegenwoordiger van welzijn (met name de scholen in Nijmegen). Tijdens elk bezoek hebben we een rondleiding gehad door het gebouw en vaak ook met een paar leerkrachten en pm-ers kinderopvang gesproken.
Van elk bezoek is een situatieschets gemaakt: wijk, aantal leerlingen van de school, de instroom vanuit peuterspeelzaal en kinderdagverblijven, de overblijf en de deelname aan buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.In de bollenschema’s is het percentage instroom en deelname aan het arrangement per jaar weergegeven en in de kolommenschema’s de deelname van kinderen van 4-12 aan het dagarrangement per dag. Dat is een fictieve dag waarop zowel de deelname aan de bso hoog is als de deelname aan nsa en tso. In de praktijk is de deelname aan de bso op dinsdag en donderdag vaak het hoogst. Op woensdag en vrijdag is dat heel laag, een aantal bso-locaties is dan gesloten.
De percentages en aantallen zijn geen verifieerbare data. De deelname gegevens van met name nsa blijken niet bijgehouden te worden. Het zijn dus naar beste eer en geweten ‘best guesses’. Gemiddeld gaan kinderen twee keer per week naar de buitenschoolse opvang en blijven dan ook over. Daardoor is het aantal kinderen per dag kleiner dan in totaal voor het hele jaar. Hetzelfde geldt voor de naschoolse activiteiten. Vaak is dat een cursusachtig aanbod voor een groepje van 15-20 kinderen per keer, afhankelijk van het type activiteit.
Bollen = instroom en deelname aan ontwikkelarrangement gemiddeld per jaar = school = mfa (multifunctionele accommodatie) = psz (peuterspeelzaal) = tso (tussenschoolse opvang) = bso (buitenschoolse opvang; vanaf ongeveer 16.30 uur gaan er kinderen naar huis) = nsa (naschoolse activiteiten) = kdv (kinderdagverblijf) = geen deelname voorschoolse voorziening = gastouderopvang (niet genoemd tenzij expliciet weergegeven in het schema)
Kolommen = aantal kinderen dat gemiddeld per dag deelneemt aan de elementen van het ontwikkelarrangement
= mfa (multifunctionele accommodatie)
Tolhuis met veel groen, 33% bewoners is allochtoon. Veel zorggezinnen, veel verhuizingen.De wijk begint meer gemixt te worden. 95% van de leerlingen komt uit de wijk.
nsa
Dukendonck300 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.00
bsopo
300
po
25 40
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Dukendonck, Nijmegen, mei 2013
8.30
300
kdv
kdv
20 %
tso10 %
15.00
18.00
17.00bso?%
nsaactiviteiten-
plein40 %
psz 80 %
25 scholen, 25 variaties op dagarrangementen
In de projectperiode hebben we van de in totaal 40 scholen in de pilot 25 scholen bezocht.Elk bezoek hebben we gesproken met de schooldirecteur, de locatie/regiomanager van de kinderopvang en soms een vertegenwoordiger van welzijn (met name de scholen in Nijmegen). Tijdens elk bezoek hebben we een rondleiding gehad door het gebouw en vaak ook met een paar leerkrachten en pm-ers kinderopvang gesproken.
Van elk bezoek is een situatieschets gemaakt: wijk, aantal leerlingen van de school, de instroom vanuit peuterspeelzaal en kinderdagverblijven, de overblijf en de deelname aan buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.In de bollenschema’s is het percentage instroom en deelname aan het arrangement per jaar weergegeven en in de kolommenschema’s de deelname van kinderen van 4-12 aan het dagarrangement per dag. Dat is een fictieve dag waarop zowel de deelname aan de bso hoog is als de deelname aan nsa en tso. In de praktijk is de deelname aan de bso op dinsdag en donderdag vaak het hoogst. Op woensdag en vrijdag is dat heel laag, een aantal bso-locaties is dan gesloten.
De percentages en aantallen zijn geen verifieerbare data. De deelname gegevens van met name nsa blijken niet bijgehouden te worden. Het zijn dus naar beste eer en geweten ‘best guesses’. Gemiddeld gaan kinderen twee keer per week naar de buitenschoolse opvang en blijven dan ook over. Daardoor is het aantal kinderen per dag kleiner dan in totaal voor het hele jaar. Hetzelfde geldt voor de naschoolse activiteiten. Vaak is dat een cursusachtig aanbod voor een groepje van 15-20 kinderen per keer, afhankelijk van het type activiteit.
Bollen = instroom en deelname aan ontwikkelarrangement gemiddeld per jaar = school = mfa (multifunctionele accommodatie) = psz (peuterspeelzaal) = tso (tussenschoolse opvang) = bso (buitenschoolse opvang; vanaf ongeveer 16.30 uur gaan er kinderen naar huis) = nsa (naschoolse opvang) = kdv (kinderdagverblijf) = geen deelname voorschoolse voorziening = gastouderopvang (niet genoemd tenzij expliciet weergegeven in het schema)
Kolommen = aantal kinderen dat gemiddeld per dag deelneemt aan de elementen van het ontwikkelarrangement
= mfa (multifunctionele accommodatie)
Tolhuis met veel groen, 33% bewoners is allochtoon. Veel zorggezinnen, veel verhuizingen.De wijk begint meer gemixt te worden. 95% van de leerlingen komt uit de wijk.
nsa
Dukendonck300 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.00
bsopo
300
po
25 40
tso
aant
al kin
deren
>
tijd in uren per dag >Dukendonck, Nijmegen, mei 2013
8.30
300
kdv
kdv
20 %
tso10 %
15.00
18.00
17.00bso?%
nsaactiviteiten-
plein40 %
psz 80 %
Bijlage 3: 23 scholen: 23 varianten in ontwikkelarrangementen
42 43
23 scholen, 23 variaties op dagarrangementen
In de projectperiode hebben we van de in totaal 40 scholen in de pilot 25 scholen bezocht. Elk bezoek hebben we gesproken met de schooldirecteur, de locatie/regiomanager van de kinderopvang en soms een vertegenwoordiger van welzijn (met name de scholen in Nijmegen). Tijdens elk bezoek hebben we een rondleiding gehad door het gebouw en vaak ook met een paar leerkrachten en pm-ers kinderopvang gesproken.
Van elk bezoek is een situatieschets gemaakt: wijk, aantal leerlingen van de school, de instroom vanuit peuterspeelzaal en kinderdagverblijven, de overblijf en de deelname aan buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.In de bollenschema’s is het percentage instroom en deelname aan het arrangement per jaar weergegeven en in de kolommenschema’s de deelname van kinderen van 4-12 aan het dagarrangement per dag. Dat is een fictieve dag waarop zowel de deelname aan de bso hoog is als de deelname aan nsa en tso. In de praktijk is de deelname aan de bso op dinsdag en donderdag vaak het hoogst. Op woensdag en vrijdag is dat heel laag, een aantal bso-locaties is dan gesloten.
De percentages en aantallen zijn geen verifieerbare data. De deelname gegevens van met name nsa blijken niet bijgehouden te worden. Het zijn dus naar beste eer en geweten ‘best guesses’. Gemiddeld gaan kinderen twee keer per week naar de buitenschoolse opvang en blijven dan ook over. Daardoor is het aantal kinderen per dag kleiner dan in totaal voor het hele jaar. Hetzelfde geldt voor de naschoolse activiteiten. Vaak is dat een cursusachtig aanbod voor een groepje van 15-20 kinderen per keer, afhankelijk van het type activiteit.
Geldt dit ook voor de ‘oude’ regeling, Impuls brede scholen, sport en cultuur?
Ja, de kinderopvang kan partner en cofinancier zijn. De Impuls brede scholen,
sport en cultuur draagt vanaf 2012 de naam Brede impuls combinatiefuncties.
De inzet van de middelen binnen de Brede impuls combinatiefuncties kan vanaf
1 januari 2012 naast de bestaande mogelijkheden (sport, onderwijs en cultuur)
tevens worden ingezet voor nieuwe sectoren zoals welzijn, gezondheid en bso/
kinderopvang.
Is de combinatie kinderopvang en onderwijs mogelijk?
Ja. Uitgangspunt is dat de buurtsportcoach een sport- en beweegaanbod
aanbiedt/organiseert in ten minste twee sectoren. In het rapport ‘Aan de
slag met de buurtsportcoach’ en de handreiking bij dit rapport worden
voorbeeldfuncties beschreven (respectievelijk hoofdstuk 7 en hoofdstuk 9).
Mag een commerciële sportaanbieder ook co-financier zijn?
Ja, dat kan.
Hoe regel ik de cofinanciering concreet?
Overleg met de gemeente en het betreffende schoolbestuur/andere partner
over de aanstelling van een combifunctionaris.
Maak concrete afspraken over wie de werkgever wordt en hoeveel uur waar
gewerkt wordt. De functionaris moet gekwalificeerd zijn volgens de CAO
kinderopvang.
bv 36 uur contract, de kinderopvang is werkgever
financiering: 40% regeling via de gemeente, 30% onderwijsbestuur + 30%
kinderopvang
De functionaris werkt feitelijk 18 uur als vakdocent gym in het onderwijs en 18
uur als pedagogisch medewerker die sport en spel activiteiten verzorgt in de
kinderopvang.
De gemeente betaalt 40% van de totale kosten aan de kinderopvang. De
kinderopvang factureert 30% van de totale kosten aan het schoolbestuur.
Om btw als gevolg van detachering te voorkomen, zie de mogelijkheden zoals
beschreven in de factsheet van de VNG
Hoe moet ik de uren verdelen, vakantiedagen en ziekte regelen voor een manager Brede School/IKC die twee arbeidsovereenkomsten heeft (Cao PO en KO)?
De manager kan in overleg met beide werkgevers afspraken maken omtrent de
werktijden en vakantieopname. Er zijn geen voorschriften in de regelgeving,
zowel in de Cao Primair Onderwijs als in de Cao Kinderopvang, die een
bepaalde verdeling voorschrijven.
25 scholen, 25 variaties op dagarrangementen
In de projectperiode hebben we van de in totaal 40 scholen in de pilot 25 scholen bezocht.Elk bezoek hebben we gesproken met de schooldirecteur, de locatie/regiomanager van de kinderopvang en soms een vertegenwoordiger van welzijn (met name de scholen in Nijmegen). Tijdens elk bezoek hebben we een rondleiding gehad door het gebouw en vaak ook met een paar leerkrachten en pm-ers kinderopvang gesproken.
Van elk bezoek is een situatieschets gemaakt: wijk, aantal leerlingen van de school, de instroom vanuit peuterspeelzaal en kinderdagverblijven, de overblijf en de deelname aan buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.In de bollenschema’s is het percentage instroom en deelname aan het arrangement per jaar weergegeven en in de kolommenschema’s de deelname van kinderen van 4-12 aan het dagarrangement per dag. Dat is een fictieve dag waarop zowel de deelname aan de bso hoog is als de deelname aan nsa en tso. In de praktijk is de deelname aan de bso op dinsdag en donderdag vaak het hoogst. Op woensdag en vrijdag is dat heel laag, een aantal bso-locaties is dan gesloten.
De percentages en aantallen zijn geen verifieerbare data. De deelname gegevens van met name nsa blijken niet bijgehouden te worden. Het zijn dus naar beste eer en geweten ‘best guesses’. Gemiddeld gaan kinderen twee keer per week naar de buitenschoolse opvang en blijven dan ook over. Daardoor is het aantal kinderen per dag kleiner dan in totaal voor het hele jaar. Hetzelfde geldt voor de naschoolse activiteiten. Vaak is dat een cursusachtig aanbod voor een groepje van 15-20 kinderen per keer, afhankelijk van het type activiteit.
Bollen = instroom en deelname aan ontwikkelarrangement gemiddeld per jaar = school = mfa (multifunctionele accommodatie) = psz (peuterspeelzaal) = tso (tussenschoolse opvang) = bso (buitenschoolse opvang; vanaf ongeveer 16.30 uur gaan er kinderen naar huis) = nsa (naschoolse opvang) = kdv (kinderdagverblijf) = geen deelname voorschoolse voorziening = gastouderopvang (niet genoemd tenzij expliciet weergegeven in het schema)
Kolommen = aantal kinderen dat gemiddeld per dag deelneemt aan de elementen van het ontwikkelarrangement
= mfa (multifunctionele accommodatie)
Tolhuis met veel groen, 33% bewoners is allochtoon. Veel zorggezinnen, veel verhuizingen.De wijk begint meer gemixt te worden. 95% van de leerlingen komt uit de wijk.
nsa
Dukendonck300 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.00
bsopo
300
po
25 40
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Dukendonck, Nijmegen, mei 2013
8.30
300
kdv
kdv
20 %
tso10 %
15.00
18.00
17.00bso?%
nsaactiviteiten-
plein40 %
psz 80 %
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
50 51
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tsoaa
ntal
kin
dere
n >
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tsoaa
ntal
kin
dere
n >
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Enkele conclusies uit het rapport van de pilot:
Beperkte deelname, nauwelijks inhoudelijk doorgaande lijn.
Uit de pilot blijkt dat er voor kinderen van werkende ouders
op alle pilotscholen een aanbod van buitenschoolse opvang
(bso) is. Hiermee is er in tijd een sluitend dagarrangement.
Van een inhoudelijke doorlopende lijn van de school naar de
bso is echter geen sprake. Voor kinderen die geen gebruik
maken van de bso zijn er op bijna alle deelnemende scholen
naschoolse activiteiten (nsa). Vaak een cursusachtig aanbod
van bijvoorbeeld 6 weken achter elkaar van 1 tot 1,5 uur op een
vaste dag in de week. De nsa sluit niet altijd direct aan op de
onderwijstijden en er is geen inhoudelijke doorlopende lijn.
Verder blijkt uit de pilot dat het aantal kinderen dat deelneemt
aan de verschillende onderdelen van het arrangement beperkt
is. Zowel de deelname aan de verschillende onderdelen als het
aantal uren per week dat kinderen deelnemen is zeer beperkt.
Het bereik van het totale ontwikkelarrangement is dan ook
zeer beperkt.
Wet- en regelgeving sluiten niet aan bij wens
ontwikkelarrangement
Eén van de grootste belemmeringen bij het vormgeven van
het ontwikkelarrangement is dat in het naschoolse aanbod,
de kinderen die naar de bso gaan en de kinderen die niet naar
de bso gaan, niet zonder meer gezamenlijk aan een activiteit
mogen deelnemen. Dit komt door de Wet kinderopvang.
Ouders hebben alleen recht op kinderopvangtoeslag als
tijdens een activiteit waar een gecombineerde groep, die
bestaat uit zowel bso-kinderen als niet-bso-kinderen, aan
de kwaliteitseisen van deze wet is voldaan. Hierdoor worden
de kosten voor het aanbieden van naschoolse activiteiten
vergelijkbaar met de kosten voor de buitenschoolse opvang,
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
012.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
012.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
50 51
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 20138.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
50 51
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
Gemeleerde arbeiderswijk (Verkade), Poolse immigranten en hoog opgeleide ouders.
5
180
Westerkim180 ll
bso10 % nsa
50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.15
14.15
12.45
12.00
8.30
7.30
18.00
bso
20
bso
10
nsapo
180
po
180
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Westerkim, Zaanstad, maart 2013 en december 2014
10 %
psz 40 %
kdv50 %
pszpsz
pszpsz
psz
kdv
kdv
kdv
kdv
kdv
tso continu-rooster100 %
De meeste kinderen komen uit de wijk. Gemiddelde wijk, klein aantal Poolse immigranten. Toename aantal allochtone kinderen.
5
290
Rietvink290 ll
andereschool
andereschool
nsa30 %
tso continu-rooster100 %
kdv
kdv
kdv
psz
psz
pszpsz
psz
kdv kdv
kdv350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.30
14.30
12.45
12.00
8.30
7.15
bso
20
bso
20
nsapo
290
po
290
tso 18.30
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Rietvink, Zaandam, december 2014
psz Waterlelie
70 %
bsobso
bso5 %
talen-tencir-
cuit
Poelenburg, krachtwijk met veel sociale problematiek.
nsa
Tamarinde280 ll
350
300
250
200
150
100
50
400
0
12.00
13.15
10
bsopo
280
po
70
tso
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >Tamarinde, Zaanstad, november 2013
8.30
280
kdv2 %
tso50 %
15.30
18.00
16.30
muziek
taalklas15 kndgrp 5
nsa40 %
nsa*nsa*
bso5 %
bso
VVEpsz
60 %
psz 38 %
30
* (in een andere school)
Vergrijzende wijk met krimpend leerling aantal en veel twee-verdieners. De bevolking is gemiddeld mbo-opgeleid.
2
306
De Vuurvogel306 ll
nsa30 %
tso50 %
350
300
250
200
150
100
50
400
0
16.00
15.30
13.00
12.00
8.30
7.30
bso
15
bso
6
nsapo
306
po
105
tso 18.00
17.00
aant
al k
inde
ren
>
tijd in uren per dag >De Vuurvogel, Zaanstad
bso*8 %
psz14 %
kdvkdv
kdv84 %
go(diverse)
1 %
1 %
* (in een andere school)
13 | SAMEN
CONGRES GEZONDE BREDE SCHOOLCONGRES
GEZONDE BREDE SCHOOL
Op 1 oktober 2014 organiseerde het Landelijk Steunpunt het
Congres Gezonde Brede School: een uniek evenement geheel
gericht op sport, bewegen en een gezonde leefstijl voor
kinderen. Dagvoorzitter van dit congres was oud-topsporter
Ben van der Burg!
14 | SAMEN
Ben begon zijn sportcarrière toen
hij twaalf jaar oud was en ging
voortvarend van start. “Ik wilde vanaf
mijn twaalfde jaar de schaatstechniek
onder de knie krijgen. Dat wilde ik
zo graag, dat het aardig lukte en
als gevolg daarvan ging ik ook hard
schaatsen. Ik had echter weinig talent.
Door mijn sterke wil werd ik ooit nog
tweede van de wereld en haalde ik een
paar Nederlandse titels, maar ik was
niet voor topsport in de wieg gelegd.
Het mooiste moment was een 1500
meter op een wereldkampioenschap
waarbij ik boven mezelf uitsteeg. Zo’n
ervaring is bijna mythisch.”
15 | SAMEN
BLIJER EN GELUKKIGER DOOR SPORTBen legt uit waarom hij het zo
belangrijk vindt dat kinderen jong
beginnen met sporten. “Sporten is
heel belangrijk. Je leert verliezen. Je
leert ergens voor gaan. Je leert af te
zien. Je leert inzicht krijgen. Je leert
samenwerken.” Hij voegt daaraan
toe dat we het fysieke aspect van ons
leven te veel vergeten. “We schenken
daar echt te weinig aandacht aan. Als
je fysiek in vorm bent denk je beter,
ben je blijer en gelukkiger.”
CONGRES GEZONDE BREDE SCHOOLDat gezond eten en sporten
belangrijk zijn, is voor velen niets
nieuws. Topsporters moeten hier nog
meer op letten om zo goed mogelijk
in vorm te blijven. Ben vertelt over
zijn ervaring met voeding tijdens zijn
sportcarrière: “Ik heb van veel dingen
spijt in mijn leven. Eén daarvan is
dat ik tijdens mijn sportcarrière niet
meer op mijn voeding heb gelet. Ik
zou bij iedere inname van voedsel wel
willen weten wat het met me doet.
We zouden kinderen veel bewuster
van voeding moeten maken. We
onderschatten het belang. Ik zie
kinderen wel eens een zak chips naar
binnen stouwen. Mijn maag draait
dan om.”
Practice what you preach: Op een congres over gezondheid moet natuurlijk ook gezond gegeten en bewogen worden!
“Het begint met de kinderopvang. Als we het ergens
laten liggen, dan is dat in de periode voor vier jaar. Voor
brede scholen ligt er een extra kans dit op te pakken.”
- Rinda den Besten, voorzitt er PO-raad
16 | SAMEN
Chris Visscher, hoogleraar Jeugdsport aan de Rijksuniversiteit Groningen:
Er MOET meer bewegingsonderwijs komen! Een kind maakt een versnelde
ontwikkeling door als het tussen de vijf en tien jaar oud is, zowel motorisch als
cognitief. Voor motorische activiteiten gebruikt een mens dezelfde hersenhelft als
voor rekenen en taal. Bewegen draagt daardoor daadwerkelijk bij aan fysieke en mentale
gezondheid, en ook aan betere schoolprestaties!
Het accent in het bewegingsonderwijs moet liggen op het leren bewegen, en niet zozeer op fitheid. De essentie
van het vak is om kinderen beweging te leren.
LESSONSLEARNED
17 | SAMEN
Streef naar een goede overgang tussen de school en de bso. Realiseer je dat het niet
het probleem van de school of de bso is. Het is ons probleem. Van ons samen. En
betrek ook het kind erbij. Vraag aan het kind wat het wil. Geef ze de ruimte!
LESSONSLEARNED
“Als je de cijfers bekijkt is er maar één conclusie: er komen
steeds meer kinderen die ‘iets’ hebben. Tot een aantal jaar
geleden had één op de tien kinderen een indicatie voor iets
speciaals. Afgelopen jaar was bij één op de zes kinderen ‘iets
mis’.” Hermans noemt een aantal harde cijfers: “Het aantal
rugzakkinderen is de afgelopen jaren toegenomen van 11.000
naar 39.000. Het aantal kinderen dat bij Jeugdzorg loopt is
meer dan verdubbeld van 40.000 naar 90.000 en ook bij GGZ
zien we praktisch een verdubbeling.”
De stijging van het aantal kinderen waar ‘iets mis mee
is’, is volgens Hermanns een vreemde ontwikkeling. “Het
aantal kinderen dat hulp nodig heeft is in werkelijkheid
namelijk helemaal niet zo hoog.” Hermans haalt een
aantal cijfers van het Sociaal Cultureel Planbureau aan:
“De problemen van en met de jeugd nemen af in plaats van
toe. De jeugdcriminaliteit neemt bijvoorbeeld al jaren af.
Jeugdgevangenissen staan voor de helft leeg.
Bovendien worden kinderen steeds intelligenter. Eigenlijk
kun je stellen dat het historisch gezien nog nooit zo goed is
gegaan met de opvoeding van onze kinderen.” Het aantal
kinderen dat een probleem heeft zou volgens Hermanns
rond de vijf procent moeten liggen, en niet rond de zestien
procent.
Wat volgens Hermanns ook belangrijk is, is dat er een omslag
in het denkpatroon wordt gemaakt. “Geïndiceerde kinderen
zien we vaak als probleemkinderen. Maar die kinderen
hebben helemaal geen probleem. Het zijn de ouders, de
leraren en de pedagogisch medewerkers die een probleem
hebben. Zij vinden het opvoeden lastig. Zij kloppen aan bij
zorginstanties, in de hoop dat deze instanties het kind ‘beter’
maken. Maar het zijn eerder de ouders, de leraren en de
pedagogisch medewerkers die hulp nodig hebben.”
Daarnaast moet de achterliggende gedachte veranderen.
“We moeten niet denken: ‘We gaan jou normaal maken’. Het
moet zijn: ‘We gaan er uithalen wat erin zit’. Brede scholen
kunnen hierin een belangrijke rol spelen.” Op brede scholen
staat het kind namelijk vaak centraal. En dat werkt heel
goed volgens Hermanns. “Community-based care werkt
altijd beter dan institutionele hulp. En dat geldt ook voor de
moeilijke doelgroepen.”
Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen
organiseerde voor de ambassadeurs een
masterclass over Passend Onderwijs.
Professor Jo Hermanns sprak tijdens deze
bijeenkomst.
JO HERMANNSINTERVIEW
“Het wordt tijd dat we eens naar de kinderen
gaan luisteren.”
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 18 | SAMEN
CHANTAL ACHTERBERG Chantal is afgestudeerd aan de TU Delft (Life Science & Technology) én aan de VU (Bewegingswetenschappen),
waar zij soms ook gastcolleges geeft. En, momenteel óok volop in training voor hopelijk nieuw eremetaal.
Zij is spreker op het symposium Lessons Learned.
Chantal Achterberg Mijn weg naar Olympisch Brons
Chantal Achterberg: succesvol roeister. Ze vertegenwoordigde Nederland bij
verschillende Europese- en wereldkampioenschappen. Op de Olympische Spelen van
London won zij een prachtige bronzen medaille met de acht met stuurvrouw.
Maar hóe krijg je acht mensen opgelijnd om samen naar dat uliteme doel toe te
werken, dat ene moment waarop alles samenvalt.
Mijn belangrijkste ‘lesson learned’ in de
aanloop naar de Olympische Spelen van
Londen? Niet iedereen doet alles op mijn
manier!
Ik houd ervan om alles precies volgens
het trainingsschema te doen. Staat er
20 km op het programma, dan wil ik
precies die 20 km volmaken en niet
aanleggen na 19 km. Staat er een
ergometertraining op het programma,
dan doe ik die op de ergometer, niet op
de fiets. En moeten we boten opladen,
dan wil ik dat heel het team klaar staat
om daarbij te helpen. Het gaf me op een
gegeven moment zelfs de bijnaam ‘de
kleine communist’.
Na een sessie met een sportpsycholoog,
waarbij elk teamlid (inclusief stuurvrouw
en coach) voor iedereen twee positieve
punten en één verbeterpunt mocht
geven, kwam ik tot het inzicht dat mijn
communistische kant soms wel als
vervelend kon worden ervaren. Dingen
kunnen ook op andere manieren worden
uitgevoerd en vaak is daar zelfs een
goede reden voor.
Het keywoord dat bij deze les hoort?
Vertrouwen!
Uiteindelijk lagen we aan de
startblokken van de finalerace en wisten
we van elkaar dat we elke haal zo
hard mogelijk onze benen zouden plat
drukken. Voor onszelf, maar vooral voor
elkaar, voor onze gezamenlijke droom;
een medaille op de Olympische Spelen.
We voeren onze beste race van het
seizoen en eindigden dichter bij Amerika
en Canada dan we ooit hadden gedaan.
Door het vertrouwen dat we in elkaar
hadden konden we hier als team
optimaal presteren en de bronzen
medaille mee naar huis nemen.
19 | SAMEN
Stilte, storm en verandering - Inspiratie. Dat zochten en vonden de ruim zevenhonderd
bezoekers op de tiende Dag van de Cultuureducatie. Met vier plenaire presentaties en twee
maal elf parallelsessies was er voor elk wat wils. Grote trossen paarse en witte ballonnen
met het cijfer 10 verwelkomden de bezoekers in TivoliVredenburg. Tien, vanwege de tiende
Dag van de Cultuureducatie en vanwege tien jaar ICC.
Stilte in de storm
DAG VAN DE CULTUUREDUCATIE
Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW):
Het is van groot belang dat provincies, gemeenten, culturele instellingen en
scholen nauw samenwerken om cultuuronderwijs op basisscholen naar een
hoger plan te tillen. “Cultuuronderwijs is geen leuke franje voor erbij. Creativiteit
en verbeeldingsvermogen zijn vaardigheden die steeds crucialer worden.”
LESSONSLEARNED
Foto: Rob Nijpels
20 | SAMEN
DAG VAN DE CULTUUREDUCATIE
“We mogen weer praten over de
intrinsieke waarde van cultuur. En ook
het woord Bildung, brede vorming, valt
weer. We hebben steeds minder last
van legitimatiestress.
Bovendien geeft het bestuurlijk kader
stevigheid aan cultuuronderwijs,
evenals het nieuwe leerplankader
van SLO en de inspectie die scholen
straks ook gaat beoordelen op
cultuuronderwijs. Er komt meer muziek
in de klas, letterlijk en figuurlijk.” Aldus
LKCA-directeur Van Munster.
“De intrinsieke waarde van cultuur is
mooi, maar cultuur moet niet met de
rug naar de samenleving gaan staan.
Cultureel kapitaal wordt juist steeds
belangrijker om je positie in de wereld
te kunnen bepalen.”
Tijdens elf ochtendsessies konden
bezoekers zich laten bijpraten
over integrale kindercentra en
conceptkaarten. Ze konden de kracht
van samen muziek maken ervaren
en de theatervoorstelling Perhaps all
the dragons bijwonen. Of zich laten
inspireren door games om lessen
uitdagender te maken dan wel de fijne
kneepjes van verandermanagement
opdoen. Die laatste sessie, verzorgd
door Martijn Mark van ING, viel in elk
geval in de smaak. ‘Leuk om het eens te
horen van iemand uit een heel andere
sector’, viel tijdens de lunch meermalen
op te tekenen.
Na de middagsessies ging het regenen
in de grote zaal. Eerst zachtjes
(handen wrijven), toen al wat harder
(knippende vingers) om daarna echt
te plenzen (klappen op benen). Het
was een opwarmertje voor het mini-
concert van deelnemers aan De
MuziekRoute. Binnen dit Utrechtse
muziekeducatieproject krijgen kinderen
vanaf groep 3 zangles en vanaf groep 5
instrumentele les.
Als besluit vatte een ‘changeologist’
met zijn jonglerende assistenten
Maaike en Michiel alle inzichten van
de dag nog eens samen. Veranderen is
belangrijk natuurlijk. Maar: ‘U hoeft het
niet allemaal alleen te doen’, ‘Drink bij
problemen eens samen oploskoffie’ en
‘Beoefen de kunst van het loslaten’.
Bron: Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst www.lkca.nl 21 | SAMEN
Op 29 mei 1913 braken tijdens de première van
Le Sacre Du Printemps van Igor Stravinski heftige rellen uit.
Voor- en tegenstanders van de muziek en de bijbehorende,
even revolutionaire choreografie van Vaslav Nijinski, gingen
met elkaar op de vuist. “Ce n’est pas le sacre du printemps,
mais le massacre du tympan.” (Het is niet het lenteoffer,
maar de slachting van het trommelvlies), was er de dag
na de opvoering in de kranten te lezen. Al lange tijd geldt
Le Sacre als een van de absolute meesterwerken uit de
muziekgeschiedenis.
In april 1970 werd Bitches Brew van Miles Davis op de wereld
losgelaten. Een wereld die er nog niet helemaal klaar voor was.
Een criticus schreef: Davis drew a line in the sand that some jazz
RIK SPANNControversieel en innovatief- onlosmakelijk verbonden.
RIK SPANNis muzikoloog en docent op Universiteit Neyenrode. Een veelgevraagd spreker zeer origineel fenomeen op de (inter)nationale podia. Via
meer dan 1500 podium- en coachingsessies in meer dan tien landen inspireerde hij al duizenden professionals. Hij publiceert op het gebied
van creatieve en emotionele kwaliteit voor organisaties. “De volwassenen van de toekomst zullen mensen zijn die flexibel om weten te
gaan met veranderingen, alle ruimte krijgen voor zelfontplooiing en creativiteit.”
COLUMN
fans have never crossed, or even forgiven Davis for drawing. Een
ander: I cynically saw it as part and parcel of the commercial
crap that was beginning to choke and bastardize the catalogs of
such dependable companies as Blue Note and Prestige. Nu de
wereld tijd heeft gehad om te wennen aan het idee dat
Le Sacre Du Printemps en Bitches Brew er altijd al waren,
maar dat het publiek nog niet die zintuigen had ontwikkeld
om ze waar te nemen, luidt het oordeel over een van Davis’
meesterwerken anders: A controversial classic of musical
innovation.
Controversieel en innovatief zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Duke Ellington noemde Miles Davis the Picasso Of
Jazz. Begrepen of niet begrepen worden is hier niet de issue.
22 | SAMEN
Start shipping! Wat eerst ondenkbaar is, is ooit niet
meer weg te denken. De kracht van de vernieuwer is
het kunnen denken van het ondenkbare. De impact van
de vernieuwer ontstaat pas bij de inslag. Idee wordt
vorm wordt komeet.
De inslag doet de wereld schudden. Een wereld, die
daarna weer wakker, vitaal en up to date is.
Geloof je me niet..? Woorden zijn ook niet nodig. We
hebben de muziek. Luister naar Bitches Brew. Neem
waar hoe je innerlijke critici met elkaar op de vuist
gaan. Is dit une autre massacre du tympan,
of een in klank vertaalde aansporing om
de Picasso van je vak te zijn ? De keuze is
aan jou!LESSONSLEARNED
Het werk moest er gewoon komen. Bedenk het! Voer het
op! Zet het op de planken! Voor Miles zelf was het werk niet
innovatief. Hij zelf was misschien al weer een stijl verder. Met
cool jazz en modal jazz had hij al een aantal revolutionaire
vernieuwingen doorgevoerd. Het was blijkbaar dagelijks
werk voor hem om de bestaande verhoudingen niet al te
serieus te nemen en zijn creatieve pijlen te richten op een
uiteindelijk meegevende toekomst, die aanvankelijk altijd
een beetje zenuwachtig begon te bibberen bij een release van
alweer een slachter van het trommelvlies. Bitches Brew had
de toekomst aan boord: enkele op de plaat geniaal spelende
en improviserende musici maakten daarna naam met eigen
projecten die al decennia lang gelden als het absolute
summum van de jazzrock die Bitches Brew op de kaart zette.
Wayne Shorter en Joe Zawinul met Weather Report,
Chick Corea met Return To Forever, John McLaughlin met zijn
Mahavishnu Orchestra. To name a few. Wat eerst ondenkbaar
was, was nu niet meer weg te denken. Wees een Picasso van je
vak ! Alles wat jij bedenkt is denkbaar. Voer het op! Zet het op
de planken!
Wilt u méér Samen?
Geef uw interesse aan voor
de volgende editi es van dit magazine.
Ga naar www.bredeschool.nl/samen de volgende editi es van dit magazine.
Praktische tips & Kant-en-klare tools LESSONS LEARNEDHet Landelijk steunpunt Brede Scholen kijkt terug
Er liggen elke dag weer volop kansenAmbassadeurs geven het voorbeeld
“Waarom moeilijk doen als het samen kan?”
01
Verschijnt periodiek
SAMEN.Voor een brede ontwikkeling in onderwijs en kinderopvang.
wij
“Een geboeid kind leert als een tierelier.”Martijn van der Kroef
✃
Rik Spann is spreker op het symposium Lessons Learned. 23 | SAMEN
“Ik realiseer me dat het nooit klaar is, het moet keer op keer
worden aangejaagd.”
TOEN“Café Hammingh aan het Reitdiep in Garnwerd, ruim twintig
jaar geleden al weer. Met een aantal mensen bij elkaar keken
we naar de ‘school van de toekomst’. Met politiemensen,
wijkverpleegkundigen, onderwijskundigen en onderwijzers.
Hoe zou die er uit zien, als je helemaal opnieuw zou mogen
beginnen en als je de zaken die nu niet goed gaan, kon
aanpakken. Die dag in dat café zijn de Vensterscholen bedacht.
Met als absolute gezamenlijke wens; het creëren van kansen
aan kinderen, het aanpakken van achterstanden.”
Een carrière in het teken van het aanpakken van
onderwijsachterstanden. Op posities die er toe doen:
als onderwijzer, politicus en directeur. Een unieke
blik van verschillende kanten op het onderwijs, dat
levert ons gesprek met Henk Pijlman op.
HENK PIJLMANINTERVIEW
24 | SAMEN
“Destijds maakte ik mee dat de conciërge kinderen uit bed
haalde en naar school bracht, hopend dat er schone kleren
zouden liggen. Hoe kan je verwachten dat kinderen in deze
situatie lekker meedoen op school… We begrepen met
z’n allen dat er flink moest worden ingezet op zowel het
binnen- als buitenschoolse. ‘You need a village to raise a
child’. Huiswerkbegeleiding, tussen- en naschoolse opvang,
muziek, sport, cultuur aanbieden om die negatieve spiraal te
doorbreken. Een netwerk om de school heen van instellingen
die vaak langs elkaar heen werkten. Met maar één doel:
kinderen kansen bieden.”
“Door de brede steun in zowel politiek als bestuur die we in
die tijd hebben gerealiseerd, volgden we een tienjarenplan.
De partners zeiden letterlijk: ‘als jij na een paar jaar weer
doorgaat, blijven wij zonder mandaat achter, dat verdommen
we’. Dat was een mooi moment, want daardoor realiseerden
we ons dat het een proces van lange adem zou worden
waar iedereen ook in moest geven en nemen. Zodat we er
gezamenlijk voor konden gaan. Ik ben erg blij dat we die
beweging in gang hebben gezet. Waarbij ik me realiseer dat
het nooit klaar is, het moet keer op keer worden aangejaagd.”
NU“Wat me verbaasde is dat de drempels soms uit onvermoede
hoek kwamen. Zo heb ik bijeenkomsten gedaan waar
iedereen enthousiast was… behalve de ouders. Een typisch
probleem van deze wijken zo bleek, want niemand wil worden
aangesproken op zijn achterstand. In iedere wijk moest je een
oplossing op maat verzinnen. Soms subsidieer je dan sport
en bied je dat gratis aan, terwijl dat in andere wijken weer
helemaal niet nodig is.”
“De school als centrum van de wijk. Ieder mens brengt vaak
twee keer lange tijd door op dezelfde school, eerst als kind en
later als ouder. Maak er zo veel mogelijk een plek van waar
alles op gang wordt gebracht. De eerste jaren in Groningen
hebben we ontzettend veel bereikt, er was een enorm elan. Ik
kijk daar met plezier op terug.”
“Nu ik niet meer zo direct betrokken ben bij de scholen,
probeer ik de lijn door te zetten in mijn eigen praktijk als
collegevoorzitter van de Hanzehogeschool. Bijvoorbeeld met
het lectoraat Integraal Jeugdbeleid van Jeannette Doornenbal
- en het ingebedde lectoraat Leren en Gedrag - willen we
bijdragen aan het ‘gezond’ opgroeien van kinderen in de
noordelijke regio.”
TOEKOMST“Er moet een doorlopende leerlijn zijn, wat mij betreft is
dat de toekomst. Het doorgeven van buitenschoolse en
binnenschoolse aandacht voor kinderen. Op een aantal
scholen gaat dat al heel goed, terwijl het soms alleen maar een
samenwerking is die te veel afhankelijk is van de goede wil van
mensen. Zeker in onze tijd, met name in de grotere steden, tref
je precies dezelfde problemen aan qua achterstanden als wij al
die jaren geleden. Daar is nog veel te winnen.”
“Ik weet niet of het in regelgeving zit, er is namelijk weinig
discussie over de noodzaak. Tegenwoordig richten we ons veel
op excellerende studenten en honours-programma’s. Dat is
uitstekend, het zou denk ik goed zijn om grote prestaties in
moeilijke scholen veel meer te belonen. Eigenlijk zouden de
allerbeste mensen moeten werken in de moeilijkste wijken.
Het idealisme dat je soms aantreft bij onderwijzend personeel
is hartverwarmend.”
Ik heb vele lessen geleerd en ik pas ze nog dagelijks toe. Als ik terugdenk aan de Vensterscholen; de
eerste jaren in Groningen hebben we ontzettend veel bereikt, er was een enorm elan. Ik kijk daar
met plezier op terug.
De les: zie de school als centrum van de wijk. Ieder mens brengt vaak twee keer lange tijd door op
dezelfde school, eerst als kind en later als ouder. Maak er zo veel mogelijk een plek van waar alles op
gang wordt gebracht!
‘It takes village to raise a child’. Huiswerkbegeleiding, tussen- en naschoolse opvang, muziek, sport, cultuur
aanbieden om die negatieve spiraal te doorbrelen. Een netwerk om de school heen van instellingen die vaak
langs elkaar heen werkten. Met maar één doel: kinderen kansen bieden!”
LESSONSLEARNED
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 25 | SAMEN
Bijna zeven jaar Landelijk Steunpunt Brede Scholen ligt achter ons. Wat begon als
een driejarig project, waarvoor ik aangetrokken werd als projectleider, mocht nog
ruim drie jaar langer doorgaan. Maar per 1 oktober 2015 is het klaar. De subsidie
van beide ministeries stopt, is vlak voor de zomervakantie definitief besloten. Onze
opdracht, de brede schoolontwikkeling praktisch en oplossingsgericht ondersteunen,
aanjagen en inspireren heeft mogelijk ook bijgedragen aan uw brede school of IKC.
Een nieuwe fase, van inhoudelijke inspiratie en uitwerking, is aangebroken.
WIJ, SAMEN JOB VAN VELSEN
Foto: Joost van Velsen
26 | SAMEN
WIJ, SAMEN JOB VAN VELSEN
De groei is nog steeds flink: van 1100 brede scholen in 2009
naar 2500 brede scholen nu.
En die groei zal alleen maar doorgaan, verwachten wij. Maar
boeiender dan deze aantallen , althans dat vind ik, is het
waarom. Waarom is die brede school toch zo populair?
Op veel brede scholen vind je het antwoord, je ziet het
in praktijk gebracht. Samenwerking tussen de school,
kinderopvang en andere organisaties, specialisten, instellingen
brengt ieder verder, niet in de laatste plaats de kinderen. De
wereld rondom de school ondersteunt, verrijkt, verbreedt
en verdiept de ontwikkeling van kinderen en dat is wat in
toenemende mate op brede scholen en IKC ‘s gebeurd.
Ik ben er trots op!
Dat wij, mijn collega’s van het Steunpunt samen met de
PO-raad, brancheorganisatie kinderopvang, VO-raad, Boink,
platform ouders onderwijs, kortom, onze partners uit het
opdrachtgeversberaad, gefinancierd door twee ministeries,
aan die ontwikkeling mochten bijdragen.
Samen ook met mensen die met hun voeten in de
praktijk staan. Onze ambassadeurs met hun inspirerende
praktijkervaring. En heel veel andere organisaties. En met
alle professionals op de brede scholen. Dankzij hun vragen en
input, konden wij aan de slag om daar (als pittbulls soms maar
altijd met veel plezier!) oplossingen voor te vinden, modellen
en brochures te schrijven. Direct bruikbaar in de praktijk.
Voor veel knelpunten zijn oplossingen gevonden de afgelopen
jaren. De aansprekende voorbeelden zijn beschikbaar, het wiel
is zo’n beetje uitgevonden. De wereld lacht de brede school
toe! Zelfs voor de kinderopvang breekt, getuige het nieuws dat
op Prinsjesdag openbaar werd, de lente gelukkig weer aan.
Ook dat zal zeker bijdragen aan de verdere groei, kwalitatief
en kwantitatief, van brede scholen, in welke verschijningsvorm
dan ook.
Verbinding zoeken, benutten en versterken
Dat is wat we de afgelopen jaren hebben gedaan, en wat
ieder van ons, adviseurs, ook na 1 oktober zal blijven doen.
U heeft mij de afgelopen zeven jaar een beetje leren kennen,
dus u weet dat na 1 oktober de brede school niet uit mijn hart
verdwenen is, integendeel, we staan aan de vooravond van
verdere onderwijsinnovatie die feitelijk de brede school in
essentie zou moeten zijn, dus wat mij betreft, we halen de
wereld binnen en treden de wereld tegemoet.
Voor ons ligt de toekomst en, in de breedste betekenis van
het woord, ruimte. Voor doorontwikkeling, aanscherping,
inkleuren en voor nieuwe initiatieven op het gebied van brede
scholen en IKC. Daarbij is dan niet de vraag of je daarbij moet
samenwerken, maar hoe je verder samen gaat werken. En die
samenwerking, met wie dan ook, stopt niet. Ik zal ik in ieder
geval de zo noodzakelijke én inspirerende verbinding blijven
zoeken. Hopelijk met vele anderen.
Wij dragen het stokje over!
Aan onze stakeholders. Aan onszelf. En ook aan u.
Want samen zijn wij de brede school.
Job van Velsen
27 | SAMEN
TOOLKIT BREDE SCHOOL
Om succesvol te kunnen werken aan een
brede school of IKC is een gestructureerde
aanpak nodig. Het Landelijk Steunpunt Brede
Scholen ontwikkelde een aantal instrumenten
om u daarbij te helpen.
Achtergrond
Uit recente onderzoeken van Oberon en
van Heers (promotieonderzoek, Universiteit
van Maastricht) blijkt dat de brede school
nog niet de gewenste resultaten oplevert.
De onderzoeken tonen vergelijkbare
conclusies: kijk goed naar de doelgroep,
stel heldere doelen, focus en werk volgens
de plan-do-check-act (pdca) cyclus.
De stappen binnen deze cyclus zorgen
gezamenlijk voor structurele aandacht voor
kwaliteitsverbetering in een organisatie.
In deze toolkit vindt u instrumenten die u
helpen bij het planmatig werken en treft u
verhalen van ambassadeurs van het Landelijk
Steunpunt Brede Scholen die het planmatig
werken succesvol in de praktijk brachten.
Meer informatie: http://toolkit.bredeschool.nl 1
Handreiking praktische oplossingen
Doorgaande lijn in beeldInstrument voor onderwijs en opvang
Kennis van Brede School en IKC
Brede School. IKC. Expertise. Advies.
Kennis. Netwerken. Congressen. Advies.
Centraal in brede samenwerking
Voor de toekomst, voor kinderen
Onderwijs. Kinderopvang. Samen.
RapportLeidinggeven en teamvorming in de brede school
1
Handreiking IKC-raad
Verhalen van de ambassadeurs
Wat zijn je drijfveren
Wat is je ambitieKansen
Bedreigingen.. en hun oplossingen!
Waar ligt je kracht?
Hoever reikt je kunnen
Verschijningsvormen Brede School
en IKC
Planmatige aanpak
28 | SAMEN
1
Handreiking IKC-raad
Wat zijn je drijfveren
Wat is je ambitieKansen
Bedreigingen.. en hun oplossingen!
Waar ligt je kracht?
Hoever reikt je kunnen
Verschijningsvormen Brede School
en IKC
Planmatige aanpak
1
Op weg naar een
IKC
School School MFAMFA
Peuterspeelzaal
Kinderdag
verblijf
BSO
School & kinderopvang
IKC
29 | SAMEN
DOORGAANDE LIJN IN BEELDEen handig instrument voor uw praktijk
Wij ontwikkelden een handig
instrument waarmee u de doorgaande
lijn van uw organisaties in beeld
kan brengen. Het helpt u om inzicht
te krijgen in alle aspecten die van
belang zijn bij de doorgaande lijn. Het
instrument is opgezet aan de hand van
de planmatige aanpak.
Een gezamenlijk visie is de basis voor
het vormgeven van de doorgaande lijn.
Een goede analyse (intern en extern)
helpt u bij de keuzes waar u voor
staat. Op basis daarvan formuleert u
doelstellingen die u wilt bereiken om
de doorgaande lijn goed vorm te geven.
Vervolgens staan alle praktijkaspecten
benoemd. Deze aspecten beslaan
de inhoudelijke en organisatorische
praktijk. De cirkel is rond als u aan de
hand van de evaluatie uw doorgaande
lijn in beeld heeft.
Interesse?
Download het instrument!
De ontwikkeling van het kind is uitgangspunt bij de doorgaande lijn. Wat heeft een kind nodig om zich goed te ontwikkelen? Hoe zorgen we voor een natuurlijke brug tussen de verschillende leefwerelden waarin kinderen opgroeien?
Doorgaande lijn in beeldInstrument voor onderwijs en opvang
30 | SAMEN
“Onderwijs betekent niet meer en niet minder dan ‘mensen helpen te leren’,”
aldus Professor Robert-Jan Simons tijdens de landelijke IKC-dag. “Leren moet echter niet beperkt
blijven tot iets wat kinderen op school doen, maar juist ook buiten school. We moeten stimuleren om
binnenschools en buitenschools leren beter te combineren. Dat kan uitstekend binnen een IKC. Voor
IKC’s is het belangrijk om ouders hierbij als co-docenten en co-opvoeders te betrekken.”
INTERVIEW
Een duidelijke visie geeft richting aan de
ontwikkeling van het kind. Daarnaast
zorgt een brede visie voor coherentie
in alle delen van de organisatie. “Het
voordeel van een visie is dat begeleiders
ook zicht hebben op kinderen, en dat
kinderen ook buiten school verder
kunnen leren.” Scholen met een
gedragen visie presteren beter. Maar
Simons stelt wel eisen aan deze visie:
De visie moet helder zijn, omvattend en
precies en moet gedragen worden door
alle factoren. Voor alle betrokkenen
moet de visie dezelfde betekenis
hebben. Een goede visie geeft sturing,
is geworteld in leertheorieën en biedt
ruimte voor eigen invulling. “IKC’s
hebben behoefte aan een visie op leren.
Het is van belang om verbreding van de
doelstelling na te streven.”
Het onderwijs is vooral gericht op
cognitieve vakken. Simons pleit voor
een bredere, holistische visie op leren.
Evidence based werken vindt hij daarbij
belangrijk. “Wat we tot nu toe zien in
de wereld is dat we een school hebben,
waarin je leert. Af en toe wordt de
buitenwereld gesimuleerd in de school.
Maar, er is ook nog zoiets als leren
buiten de school.” We kunnen meer
gebruik maken van de verbinding tussen
het leren binnen en buiten de school.
Simons onderscheidt zeven
verschillende vormen van leren
• Kunst afkijken: leren door te
imiteren
• Participeren: leren in de
samenleving met anderen
• Kennis verwerven: objectieve
kennis
• Oefenen: in een veilig omgeving
vaardigheden verder ontwikkelen.
• Ontdekken
• Verbeelden: visualiseren
• Doorzien: het intuïtieve denken,
met gevoel
Ieder mens heeft leervoorkeuren
waarbij hij vaak twee van bovenstaande
manieren combineert. Als we weten
wat ieders leervoorkeuren zijn, kan het
onderwijs daarop inspelen.
ROBERT-JAN SIMONS
“In IKC’s staat leren in het teken van de brede ontwikkeling van kinderen, op alle
ontwikkelingsgebieden.”Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl
31 | SAMEN
Voor alle scholen – dus ook voor brede scholen – is het relevant
te weten waar nieuwe leerlingen vandaan komen. Ongeveer
tien jaar geleden maakten nog bijna 90% van de peuters in
Nederland gebruik van de peuterspeelzaal of de dagopvang.
Tot vier jaar geleden groeide het bereik van de
kinderdagverblijven en werd de rol van peuterspeelzalen kleiner.
De afgelopen jaren hebben we gezien dat door bezuinigingen
het gebruik van voorschoolse voorzieningen is afgenomen. Eind
2014 constateren we dat minder dan 70% van de peuters die
instroomt op de basisschool een voorschoolse voorziening heeft
bezocht en bijna één op de drie peuters zonder ‘vooropleiding’ in
groep 1 start.
Met name lage- en middeninkomens gezinnen hebben de voorschoolse voorziening - en dan met name de dagopvang -
verlaten. De lobby om deze ontwikkeling een halt toe te roepen heeft succes gehad. Kinderopvang wordt vanaf 2016 weer
een stuk toegankelijker door substantiële investeringen - € 290 mln. - in de kinderopvangtoeslag en een aanvullende
€ 60 mln. voor gemeenten om het door hen gesubsidieerde voorschoolse aanbod toegankelijk te houden.
De investeringen in de toeslagtabel zorgen de komende jaren voor een veel lagere ouderbijdrage dan in 2015. Die korting
kan oplopen tot meer dan 40%: En omdat met name lage en middeninkomens het meest profiteren van deze extra
investering is te verwachten dat die groep weer zal terugkeren. Dat moet helpen om het non-bereik van de voorschoolse
voorzieningen terug te dringen.
Als het gaat om de dienstverlening van de buitenschoolse opvang (BSO) aan de brede school moeten we vaststellen dat
op landelijk niveau slechts één op de vijf basisschoolleerlingen (20%) gebruik maakt van BSO. Dat aandeel groeit nog licht
maar degenen die denken dat ooit het merendeel van de leerlingen de BSO bezoekt rekent buiten de parttime cultuur in
Nederland.
ED BUITENHEK ANALYSE
Bron: SZW, CBS Maatwerk 2015, bewerking BM&C
Het merendeel (63%) van de peuterspeelzalen in Nederland zit bij, of in een school. De minderheid (35%) van dagopvang; en de helft (49%) van de buitenschoolse opvang in Nederland zit bij, of in een school.
“Vertel in maximaal 25 minuten iets over twintig jaar brede school en gebruik daarbij zoveel mogelijk feiten en cijfers”. Dat was de opdracht die ik meekreeg voor mijn bijdrage aan het symposium ‘Lessons learned’ van het Landelijks Steunpunt Brede Scholen.
De opdracht bleek lastiger dan verwacht. Twintig jaar geleden (in 1995 werden er nog nauwelijks data verzameld rond brede scholen en de aanpalende dienstverlening van peuterspeelzalen, dagopvang en BSO.
32 | SAMEN
Van de moeders op het schoolplein
werkt inmiddels 80% en dat is
aanzienlijk meer dan 15 jaar geleden.
Omdat echter slechts 25% van hen per
week meer uren werkt dan de school in
‘opvang’ voorziet zal de buitenschoolse
opvang in de huidige vorm nooit een veel
hoger bereik dan nu krijgen.
Uit de meest recente inventarisatie van
het Landelijk Steunpunt Brede Scholen
blijkt de meest kansrijke voedingsbodem
in de provincies Noord-Brabant en
Zeeland te liggen: Groningen en
Friesland scoren het laagst qua aandeel
brede scholen op het totaal. Daarmee
lijkt er in het zuiden van het land een
kansrijker voedingsbodem dan in
Noord-Nederland maar dat kan ook
toeval zijn.
16 september 2015
3
In mijn bijdrage zal ik nader inzoomen op een kansrijke voedingsbodem voor de brede school. Uit de meest recente inventarisatie van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen blijkt de meest kansrijke voedingsbodem in de provincies Noord-Brabant en Zeeland te liggen:
Bron LSBS 2015
Groningen en Friesland scoren het laagst qua aandeel brede scholen op het totaal. Daarmee lijkt er in het zuiden van het land een kansrijker voedingsbodem dan in Noord-Nederland maar dat kan ook toeval zijn. Geen toeval is dat het vormen van een brede school gemakkelijker wordt naarmate een school groter is, meer kinderen gebruik maken van voorschoolse en naschoolse voorzieningen in de wijk. Het opnieuw investeren in de toegankelijkheid van voorschoolse en naschoolse voorzieningen is daarmee een nieuwe impuls in het toekomstperspectief van de brede school.
Er bestaat een kansrijke voedingsbodem voor de brede school!
De lobby om deze ontwikkeling een halt toe te roepen heeft succes gehad.
Kinderopvang wordt vanaf 2016 weer een stuk toegankelijker. De investeringen in de
toeslagtabel zorgen de komende jaren voor een veel lagere ouderbijdrage. En omdat
met name lage en middeninkomens het meest profiteren van deze extra investering is te
verwachten dat die groep weer zal terugkeren.
Geen toeval is dat het vormen van een brede school gemakkelijker wordt naarmate
een school groter is, meer kinderen gebruik maken van voor- en naschoolse
voorzieningen in de wijk.
Het opnieuw investeren in de toegankelijkheid van voor- en naschoolse
voorzieningen is daarmee een nieuwe impuls in het toekomstperspectief van de
brede school. De auteur is spreker op het symposium Lessons Learned.
LESSONSLEARNED
Bron: CBSBron: CBS 20152015
33 | SAMEN
Het Landelijk Steunpunt bezocht jaarlijks met vele tientallen geïnteresseerden, verschillende scholen. Het doel: leer van elkaar!Een voorbeeld uit 2014. Een bus vol belangstellenden nam een kijkje op basisschool Polsstok, ook wel bekend als DE Brede School.
Beter goed afgekeken dan er zelf pas na jaren achterkomen
GLUREN BIJ DE BUREN
34 | SAMEN
DE BREDE SCHOOLAMSTERDAM-ZUIDOOST
“900 kinderen komen vanuit de hele wijk naar DE Brede
School,” vertelt BartJan Commissaris, directeur van basisschool
Polsstok. DE Brede School bestaat uit drie basisscholen (de
levensbeschouwelijke Polsstok, de openbare Bijlmerhorst en de
Islamitische As Soeff ah), een voorschool, peuterschool en een
TSO/NSO.
SAMENWERKINGDE Brede School lag ooit in de schaduw van de fl ats van de
Bijlmer. “In 2001 startten wij met de samenwerking tussen de
drie scholen in de wijk om samen één brede school te vormen,”
legt Commissaris uit. Sinds 2011 heeft DE Brede School één
voorschool, waar alle leerlingen terecht kunnen.
LEERORKEST EN SPORTWij proberen zoveel mogelijk kinderen binnen te houden. Maar
als het voor het kind beter is naar het speciaal onderwijs te gaan,
verwijzen wij door.
In 2005 startte DE Brede School met het Leerorkest. Vanaf
groep 5 leren alle leerlingen een klassiek instrument bespelen. Zij
spelen wekelijks onder schooltijd een zelf gekozen instrument.
Er worden specifi eke orkestpartijen ingestudeerd en de kinderen
maken vanaf het eerste jaar direct deel uit van een orkest. Net
als alle scholen in Amsterdam krijgt DE Brede School een clinic
van Ajax, waarbij de voetballers de kinderen vaardigheden als
samenwerken leren.
PASSEND ONDERWIJSOp DE Brede School is het verwijzingspercentage naar het
speciaal onderwijs al jarenlang vrijwel geheel nul. “Wij proberen
35 | SAMEN
zoveel mogelijk kinderen binnen te houden. Daarvoor hebben
we ons team versterkt met onder andere een dyslexiekliniek en
Logopedist. “Maar,” voegt Commissaris toe, “als het voor het
kind beter is naar het speciaal onderwijs te gaan, verwijzen wij
door. Leerkrachten adviseren sommige kinderen om bijvoorbeeld
meer aan sport of muziek te doen. Ook dit valt binnen het
Passend Onderwijs.”
Gluren Bij de Buren, het is vanaf de eerste dag een doorslaand succes gebleken. Leren van
elkaar, in optima forma. Kijken en luisteren naar de manier hoe een ander vorm geeft aan al haar
activiteiten.. dat is echt van onschatbare waarde! Hoe heeft deze school de samenwerking tussen
onderwijs, opvang en de gemeente gerealiseerd? Hoe werkt het met Integrale dagarrangementen en
functiedifferentiatie? Afkijken hoe ontwikkeling van kinderen én de wijk centraal, een wijkbrede aanpak
dus, nou in de praktijk is geregeld? Een doorgaande lijn, in beeld en met uitleg…? Ge-wel-dig om dat zo
concreet te mogen zien!
“We zagen dat de meerwaarde van afstemmen niet alleen geldt voor de kinderen, ook onze organisaties
varen er wel bij”.
“Hoe komt deze samenwerking tot stand, wat is de meerwaarde van deze taakdifferentiatie? Hoe zorg je voor
een goede inhoudelijke samenhang? Dat waren prangende vragen die bij mij leefden. We mogen meekijken in
de gezamenlijke aanpak en vragen over de kansen en dilemma’s en DAT was leerzaam!!”.
“Gluren bij de buren is een ideale manier om te zien hoe anderen te werk gaan, en om daar inspiratie uit te
halen. We ontmoetten collega’s die met dezelfde ontwikkelingen als ik bezig waren. Een kijkje in andermans
keuken, mét uitleg, onderbouwing en het begrip van lessen uit de praktijk!”.
LESSONSLEARNED
VERBINDING MET DE WIJK“Wij zijn het kloppend hart van de wijk. Met alle
sportverenigingen in de buurt hebben wij een verband. Bij ons
zijn drie combinatiefunctionarissen actief die deels voor een
school, deels voor een sportvereniging werken. Als een sport
36 | SAMEN
CIJFERS (vervolg van pagina 33)
Bereik voorschoolse voorzieningen onder
peuters in gemeente X in 2011 en 2014
gedaald door lager bereik dagopvang
Gemeente X in 2011 (voor harmonisatie)
Gemeente X in 2014 (na harmonisatie)
Bereik voorschoolse voorzieningen onder peuters in gemeente X in 2011 en 2014 gedaald door lager bereik dagopvang
niet wordt aangeboden in de wijk, benaderen wij bestaande
verenigingen of ze een dependance willen. Dat hebben wij al
gedaan met de sporten BMX en hockey. De plaatselijke nieuwe
hockeyvereniging heeft nu al 140 leden.”
Bereik voorschoolse voorzieningen onder peuters in gemeente X in 2011 en 2014 gedaald door lager bereik dagopvang
Wij hebben rond de 120 nationaliteiten op school. Wat kinderen meebrengen, is ons
uitgangspunt.
De foto’s zijn van verschillende edities van ‘Gluren bij de Buren’.
37 | SAMEN
Klassieke brede school
Achterstandsbestrijding. Verrijken. Versterken
van systeem om leerlingen heen: ouders en wijk.
Doorgaande ontwikkelingslijnen.
Achterstandsbestrijding. Ouderbetrokkenheid.
Sociale (wijk)cohesie. Benutten gebouwen. Zorg
in- en om de school.
Eén gebouw. Multifunctionele ruimtes.
Gebruik van elkaars ruimtes. Gezamenlijke
buitenruimtes. Beheerder.
MFABundelen van voorzieningen voor dorp, wijk of buurt. Efficiënt
gebruik van voorzieningen en personeel.
Benutten gebouwen. Doorgaande lijn in voorzieningen.
Ontmoetingsfunctie gebouw (sociale cohesie).
Eén gebouw. Multifunctionele ruimtes. Gebruik van elkaars
ruimtes.
Netwerk in de buurt
Achterstandsbestrijding. Verrijken. Versterken
van systeem om leerlingen heen: ouders en wijk.
Samenwerken tussen instellingen. Aansluiting
bij de buurt. Sterke dienstverlening in de wijk.
Doorgaande ontwikkelingslijnen.
Achterstandsbestrijding. Ouderbetrokkenheid.
Sociale (wijk)cohesie. Zorg in- en om de school.
De instellingen hebben ieder een eigen gebouw
en maken gebruik van elkaars faciliteiten.
School School MFAMFA
Peuterspeelzaal
Kinderdag
verblijf
BSO
School & kinderopvang
IKC
Verschijningsvormen brede scholen
38 | SAMEN
School School MFAMFA
Peuterspeelzaal
Kinderdag
verblijf
BSO
School & kinderopvang
IKC
Compact model
Dagarrangement voor onderwijs en opvang. Profilering van de
school.
Doorgaande ontwikkelingslijnen. Achterstandsbestrijding.
Ouderbetrokkenheid. Sociale (wijk)cohesie. Benutten gebouwen.
Zorg in- en om de school. Dagarrangementen.
Eén gebouw. Multifunctionele ruimtes. Gebruik van elkaars
ruimtes. Gezamenlijke buitenruimtes.
Verschijningsvormen brede scholen
Om inzicht te geven in de verschillende verschijningsvormen van brede scholen die er in het land zijn, maakte het
Landelijk Steunpunt een infographic. Hierin beschrijven we steeds van elke verschijningsvorm een aantal facetten:
drijfveer, visie, doelgroep, programma, partners, financiering, huisvesting en regie. Vervolgens is bij ieder model
beschreven wat de kansen en risico’s zijn. Onderstaande weergave is hier een korte samenvatting van.
Bekijk het volledige model op verschijningsvormen.bredeschool.nl
Integraal model
Dagprogramma waarbij kind centraal staat, instellingsbelang op de achtergrond.
Sterke visie op ontwikkeling van het kind, in zijn of haar context.
Voor kinderen: doorgaande ontwikkelingslijnen in opvang, zorg, onderwijs en vrije tijd.
Visie op het kind is leidend. Efficiënte organisatie, mede afgestemd op behoefte ouders.
Eén gebouw. Multifunctionele ruimtes.
39 | SAMEN
De SKH heeft in totaal veertien locaties in Heerhugowaard. Daar
biedt de stichting bovenstaande vormen van kinderopvang aan. Een
aantal locaties is gevestigd in een basisschool en vormt samen met
de onderwijsinstelling een brede school. Het gaat om de locaties
De Cocon, De Kajuit, De Horst en Campus Columbus. De Cocon
is gevestigd in de school Atalanta. De Kajuit werkt samen met
basisschool De Vaart en locatie De Horst is zit in de brede school De
Horst. Tot slot is Campus Columbus gevestigd in de gelijknamige
basisschool.
Op die laatste school, de Campus Columbus, hanteert men
het Dalton-concept. Niet alleen de school, maar ook de
kinderopvangorganisatie werkt volgens dit principe. In het
Daltononderwijs ligt de nadruk op keuzevrijheid voor het kind,
samenwerken met andere kinderen en de ontwikkeling van de
zelfstandigheid van het kind.
Campus Columbus is een kindcentrum waarin onderwijs, opvang
en opvoeding verbonden zijn in één gebouw. De schooldirecteur
van Campus Columbus en de locatiemanager van SKH werken
nauw samen in een tot nu toe informeel managementteam. Er
is één teamkamer voor het hele team, dat op veel verschillende
gebieden samenwerkt. Zo doet de conciërge van de school hand- en
spandiensten voor de kinderopvang. Daarnaast mogen de leerlingen
van de school gebruik maken van de keuken van de bso. Verder is er
een warme overdracht tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijf
naar de school.
En tot slot is de externe communicatie gebaseerd op één organisatie.
Die communicatie verloopt via de website
www.campuscolumbus.nl
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl
Monique Bankras van de Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH) is sinds begin 2015 ambassadeur van het Landelijk Steunpunt Brede Scholen. De Stichting Kinderopvang Heerhugowaard heeft kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en locaties voor buitenschoolse en tussenschoolse opvang. Daarnaast heeft de SKH een gastouderbureau, dat bemiddelt tussen ouders en gastouders.
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD
40 | SAMEN
De wijk waarin een brede school staat,
de behoeften van ouders en kinderen,
beleidsmaatregelen van gemeenten
en ministeries én de persoonlijke
ambities en competenties geven vorm
en kleur aan een brede school. Het
Landelijk Steunpunt Brede Scholen
heeft in het hele land 60 voorbeelden
van al deze verschillende vormen
van brede scholen. In de brochure
Verschijningsvormen brede scholen
staan deze verschillende vormen
beschreven.
Wij hielden een peiling onder onze
ambassadeurs gehouden: hoe wordt er
binnen jullie brede school of IKC leiding
gegeven. Wat voor soort brede school
zijn, jullie hoe geef je daar leiding aan?
29 ambassadeurs hebben meegedaan
aan deze peiling.
Wat allereerst opvalt is dat de aandacht
verschuift van de klassieke brede
school of netwerk in de buurt naar het
IKC. Dat was voor ons niet helemaal
verrassend. Zo kregen wij de afgelopen
jaren steeds meer vragen uit het land
over IKC ontwikkeling. In 2010 hadden
we daar een enkele vraag over, in dit
huidige kalender jaar hebben we daar
(teldatum 1 juli) al 44 vragen over
gekregen.
Het tweede punt dat opvalt is
dat vrijwel alle brede scholen de
hiërarchische leiding bij het onderwijs
(de school) hebben belegd. Dat komt
veel voor bij IKC’s, maar ook bij brede
scholen als netwerk in de wijk of
multifunctionele accommodaties.
Met de kernpartners wordt veelvuldig
afgestemd, met de overige partners
(zoals sport, kunst en cultuur) gebeurt
dat incidenteel.
IKC ontwikkeling is in volle gang,
zoveel is wel duidelijk. Maar wat
uit de peiling ook blijkt, is dat het
nog lang niet uitontwikkeld is. De
mate waarin de schooldirecteur
integraal verantwoordelijk is bij de
ambassadeurs van klassieke brede
scholen, is nagenoeg hetzelfde als bij
directeuren van IKC’s.
Veel directeuren van een IKC zijn deze
weg van integraal leidinggeven nog aan
het ontwikkelen. Het lijkt erop dat de
wens van veel brede scholen om door
te ontwikkelen tot IKC een wens is om
meer te focussen.
Brede scholen willen een kleinschalige
organisatie (small), met prettige
sociale relaties (social), ten gunste
van een kwalitatief goede uitvoering
(smart) (Doornenbal, 2011). De beste
manier om hieraan vorm te geven
wordt niet bepaald door het model
(IKC), maar door de behoeften van de
professionals, ouders en kinderen.
BREDE SCHOLEN IN ONTWIKKELING
“There is not one best way to organise”Dat wordt bij de brede scholen wel heel duidelijk. Er zijn veel verschillende manieren om de samenwerking rondom kinderen vorm te geven.
- M. Weggemans
41 | SAMEN
MARTIJN VAN DER KROEF
Soms verandert er in 20 jaar niet zo heel veel voor een bestuurder. Snel je draai vinden en trouw vasthouden
aan je eigen principes, het lijkt een simpel recept voor een succesvolle carrière, volledig gericht op het
welzijn en de talentontwikkeling van kinderen. Martijn van der Kroef, directeur van Kinderrijk, vertelt wat
haar destijds bewoog én nog steeds beweegt.
INTERVIEW
“Een geboeid kind leert als een ti erelier.”
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 42 | SAMEN
“Mijn grootste les is dat er op scholen weer veel meer
geëxperimenteerd moet worden.
Waar men durft te kijken naar waar je zelf in gelooft en niet
naar belemmeringen. Een van mijn stokpaardjes is om
iedereen die te maken heeft met kinderen in de leeftijd 0 tot 12,
dezelfde opleiding te geven. In elk geval toch in de basis, waarbij je dan altijd
aanvullende modules kunt volgen die je nodig hebt voor je specifieke omgeving. Ik hoop
daar echt op, het zal de kwaliteit verbeteren en het onderlinge begrip flink versterken.”
LESSONSLEARNED
TOEN“Ik weet nog goed wat mij aanzette om te kiezen voor het werk
in de kinderopvang… de ontwikkeling van mijn eigen kinderen!
Heel dicht bij huis dus en ook ingegeven door onze eigen
gezinssituatie, met twee hoogopgeleide ouders. Ik zag hoeveel
éxtra ze kregen, hoe hun ontwikkeling op sociaal gebied liep,
prachtig gewoon. Niet alleen door de aandacht van de mensen
om hen heen, maar ook door de variatie die zij in hun dagelijks
leventje meemaakten. De vele verschillende gewoontes die je
van anderen oppikt, zoals smaak en humor. En het vele buiten
kunnen zijn, niet te vergeten. Het inspireerde mij bijzonder. En
eigenlijk heb ik dat mijn hele zakelijke leven wel dicht bij me
gehouden.”
“In Almere zag ik als een van de eersten het goede voorbeeld
van ‘alles in één’. En dat het werkte. Ook de studiereizen
die ik destijds heb gedaan, gaven me zoveel nieuwe ideeën.
Denemarken, Zweden en Berlijn, ze staan me nog helder voor
de geest. Studiereizen zijn geen snoepreisjes! Ik kan iedereen
echt vol overtuiging aanraden om dat te doen, waar haal je
anders je inspiratie vandaan?”
NUAl twintig jaar inmiddels, werkt Martijn (eigenlijk: Martijntje)
in een bestuurlijke functie. Destijds was kinderopvang nog
gelieerd aan de gemeente maar een van de eerste grote
veranderingen die zij op haar naam heeft, was juist dat
loskoppelen en meer op eigen benen staan. Inmiddels heeft
Kinderrijk een indrukwekkende staat van dienst, met ruim
3.000 kinderen, en meer dan 430 werknemers.
“Wij bieden in en rond Amstelveen kinderopvang, waarbij we
altijd eigen ruimtes hebben in de scholen. Soms in een IKC,
vaak in een brede school. De vorm die wij daarin nastreven,
lijkt eigenlijk wel wat op Montessori onderwijs, veel focus op
het kind zelf en de eigen unieke mogelijkheden zoeken. Het
kind weten te boeien, dat is de crux. Een geboeid kind leert als
een tierelier.”
“Daarbij zoeken we echt zo veel mogelijk de samenwerking
met het onderwijs. Het valt me telkens weer op. Als je écht
samenwerkt, zie je dat je maar zo weinig verschilt. We zijn
allemaal hetzelfde en hebben dezelfde doelen. Heel veel van
onze leidsters hebben ook onderwijsbevoegdheid. Een groot
voordeel, want ze zijn toch al in de school en kunnen dan ook
af en toe invallen. Heerlijk flexibel, maar natuurlijk ook heel
erg goed voor de herkenbaarheid voor zowel de kinderen als
het personeel.”
43 | SAMEN
Afgelopen maand hielden wij een peiling
onder 2400 brede scholen over de stand van
zaken én uw plannen voor de komende twee
jaar. Deze peiling leverde in 6 dagen 353
ingevulde vragenlijsten op. De vragenlijst is
vooral ingevuld door directeuren (48%) en
coördinatoren (15%) van de school.
BREDE SCHOLEN EN IKC’S de huidige stand van zaken
De belangrijkste resultaten: we treffen
een beeld aan van grote ambities,
waarbij de omvorming naar een
integraal model veel genoemd wordt.
Momenteel bestaat de helft van de
brede scholen uit een klassiek model
ofwel een netwerk in de buurt. Als de
ambities worden gehaald, is over twee
jaar een derde van de scholen een IKC.
Vooral het klassieke model zal steeds
minder vaak voorkomen, terwijl de
andere vormen minder worden verlaten.
Als belangrijkste drijfveer wordt genoemd, het optimaliseren van
ontwikkelingskansen van kinderen d.m.v. het creëren van doorlopende
ontwikkelingslijnen en een breed aanbod. Ook het bundelen van
voorzieningen voor ouders en kinderen, en het optimaliseren van
mogelijkheden tot talentontwikkeling bij kinderen zijn veelgenoemde
drijfveren.
Kijk voor alle resultaten op www.bredeschool.nl
Mijn brede school lijkt het meest op: Onze ambitie is om over twee jaar om te vormen tot:
44 | SAMEN
Pieterjan van Delden Sterke netwerken groeien langzaam
COLUMN
Voor het inrichten van brede scholen en de doorontwikkeling
naar integrale kindcentra is samenwerking tussen organisaties
nodig. Maar de praktijk van die samenwerking is vaak
lastig. Er wordt soms langs elkaar heen gewerkt en dan
valt het resultaat tegen. Maar soms zijn er ook successen!
Wat bepaalt het resultaat van samenwerking? Op grond
van mijn promotieonderzoek kom ik tot de conclusie dat
het succes vooral afhankelijk is van de inzet en energie van
professionals op de werkvloer. Tenminste als ze durven te
pionieren. Gezamenlijke uitvoering en groepsbinding zijn
meer bepalend voor het resultaat dan bestuursbesluiten en
onderhandelingen. Alleen via praktisch samenspel kan de
onderlinge acceptatie tussen de (vaak eerst behoedzame)
professionals groeien. De doorgaans gevolgde aanpak van
samenwerking heeft te weinig oog voor deze uitvoeringskant
met als gevolg dat de resultaten uitblijven. Een versnelling
is mogelijk met een exploratieve strategie die de partijen
bij elkaar brengt, de professionals prikkelt en de belangen
blootlegt. Samenwerken betekent ook confronteren.
In mijn onderzoek heb ik veel samenwerkingsgeploeter gezien,
maar ook praktijksituaties waarin samenwerkingsverbanden
maatschappelijk effectief waren. Deze situaties werden
gekenmerkt door veel tijd en aandacht voor de gezamenlijke
besluitvorming tussen de partners en voor de eisen van
de uitvoering. Professionals durfden hier grenzen te
verleggen. Leidinggevenden en bestuurders stelden het
samenwerkingsdoel hoger dan hun organisatiebelang.
Overheden creëerden voorwaarden en prikkelden de
partners om hun verantwoordelijkheid te nemen. Succesvolle
samenwerking is afhankelijk van de samenloop van deze
procescondities. Bestuurders en beleidsmakers hebben tot
dusverre nog weinig oog gehad voor het belang van deze
condities voor de resultaten van samenwerking. Hier ligt wel
een potentie. Bij een ‘procesgevoelige’ ontwikkelingsstrategie
kunnen samenwerkingsverbanden uitgroeien tot krachtige
instrumenten om complexe maatschappelijke vraagstukken
aan te pakken. Uiteindelijk zullen ze dan onmisbaar blijken.
Pieterjan van Delden is organisatieadviseur bij Andersson
Elffers Felix in Utrecht en onderzoeker bij TIAS, de business
school van de Universiteit Tilburg.
Sterke netwerken, ketensamenwerking in de publieke
dienstverlening, Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 2009,
ISBN 978-90-5515-4470
PIETERJAN VAN DELDEN Pieterjan van Delden is senior management consultant at Andersson Elffers Felix te Utrecht. Hij promoveerde
op Publieke Samenwerking. Op grond van onderzoek komt hij tot de conclusie dat succes vooral afhankelijk is
van de inzet en energie van professionals op de werkvloer. Tenminste - als ze durven te pionieren!
De auteur is spreker op het symposium Lessons Learned.
Onze ambitie is om over twee jaar om te vormen tot:
45 | SAMEN
Als lid van de WRR schreef Peter van Lieshout mee aan het
rapport ‘Naar een lerende economie’ (2013). Het rapport
benadrukt onder meer dat een duidelijk debat over 21st
century skills belangrijk is voor de economie van Nederland.
In dit interview vertelt Peter waarom en hoe brede scholen en
IKC’s daar een rol in kunnen spelen.
PETER VAN LIESHOUT
Wat moeten we onze kinderen meegeven om ervoor te zorgen
dat zij in de toekomst goed functioneren op de arbeidsmarkt?
Een vraag die op dit moment steeds meer gesteld wordt
en die volgens Peter van Lieshout ook steeds meer gesteld
moet worden. Volgens Peter ontbreekt het in Nederland op
dit moment namelijk aan een gestructureerd debat over een
goede onderwijsinhoud. “Als een nieuwe minister aantreedt,
wordt er wel wat gesleuteld aan het curriculum, maar
het is gebonden aan persoonlijke opinies. Er zijn ook wat
actiegroepen, maar het blijft bij een enkele roepende in de
woestijn.”
PRATEN OVER ONDERWIJSPeter pleit voor een debat over de inhoud van ons onderwijs.
Dat kunnen we eenvoudig tot stand laten komen, door met
elkaar in gesprek te gaan. In landen als Australië en Schotland
gebeurt dat al. “Daar gaat men in gesprek, bijvoorbeeld met
werkgevers die pas afgestudeerden in dienst hebben genomen.
Vinden zij dat de afstudeerders de juiste vaardigheden bezitten
voor de baan die zij uitoefenen?” In Nederland zouden we
die gesprekken ook moeten voeren. “Er is nu geen koppeling
tussen het slotonderwijs en wat de wereld daarna inhoudt,
terwijl onderwijs
een belangrijk instrument is
om de samenleving in te richten.”
COGNITIEF VERSUS SOCIAAL? “In het Nederlandse onderwijsbestek hebben de cognitieve
vakken een hogere status dan de sociale vakken. Een
achterhaald concept. We maken onderscheid in praktijkgericht
en theoriegericht onderwijs. Wie goed kan leren gaat naar de
havo, wie beter is in praktijkonderwijs gaat naar het vmbo. In
Vlaanderen vinden ze die tweedeling niet verstandig en doen
ze het anders. Werkgevers vragen daar ook om. Zij zien dat de
succesvolle mensen op de arbeidsvloer niet per se de mensen
zijn met de hoogste cijfers op de middelbare school. Bazen
van bedrijven zijn niet altijd degenen die vroeger de hoogste
cijfers voor wiskunde haalden. Het is belangrijk dat we ook
in ons land sociale vaardigheden en cognitieve elementen
gelijkwaardiger ontwikkelen.” Een ander goed voorbeeld
komt volgens Peter uit Scandinavië. “In Zweden is er geen
tweedeling tussen HBO en Universiteit: geen splitsing tussen
century skills belangrijk is voor de economie van Nederland.
In dit interview vertelt Peter waarom en hoe brede scholen en
terwijl onderwijs
een belangrijk instrument is
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 46 | SAMEN
praktijk- en onderzoekgericht hoger onderwijs. Het ene is ook
niet per se beter dan het andere. Zweden kent geen impliciete
hiërarchie op dat gebied.”
MEER DAN KNAPPE KOPPENOm de koppeling te maken naar 21st century skills:
moderne, professionele werelden vragen een gelijkwaardige
ontwikkeling van sociale en cognitieve vaardigheden. “In
tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, hebben we
voor innovatie meer nodig dan alleen knappe koppen. We
moeten af van het beeld dat alleen hoger opgeleiden binnen
developmentafdelingen uitvindingen doen. Economieën
groeien niet door eenmalig research en development,
maar door doorgaande ontwikkelingen. Iedereen in een
bedrijf kan aan innovatie meewerken. Op allerlei plekken
en deskundigheidsniveaus kan innovatie en groei ontstaan.
Daarom hebben werkgevers tegenwoordig liever breder
opgeleide medewerkers.”
DE ROL VAN DE BREDE SCHOOLDe brede school is ten opzichte van andere scholen beter
gepositioneerd om aandacht te besteden aan sociale
vaardigheden, omdat ook andere domeinen zijn aangehaakt.
Doorzettingsvermogen en samenwerken worden bijvoorbeeld
in sportlessen gestimuleerd. Juist brede scholen moeten het
onderwijsdebat stimuleren. Zij zijn immers al een stapje verder
dan de rest, erkent Peter. Daarmee doelt hij onder meer op de
ontwikkeling die er de afgelopen jaren op brede schoolgebied
plaatsvond. “In de brede school-, IKC- en kinderopvanghoek
spreekt men vaak met een klagende ondertoon over die
ontwikkeling. Dat zegt eigenlijk meer over de standvastigheid
van de betrokkenen dan over de ontwikkeling zelf. Je kunt
wel zeggen dat zich de afgelopen vijftien jaar een revolutie
voltrok.” Peter onderbouwt dat met enkele voorbeelden. “Er
vond een vertienvoudiging plaats van kinderen die naar de
opvang gaan, daarmee werd de opvang van een enigszins
elitevoorziening een breed beschikbare voorziening. Dat is
toch wel een wezenlijke transformatie. Brede scholen waren
15 jaar geleden pioniers. Nu is in bijna iedere wijk wel iets
‘brede school achtigs’ te vinden. Ik verwacht dat het met het
IKC de komende jaren ook zo zal gaan. Betrokkenen in de
brede school vinden het vaak alleen nog niet genoeg. Hun
ambitieniveau ligt hoger. Daardoor lijkt het alsof er nog niks is
gebeurd, maar niets is minder waar.”
“Onderwijs is een belangrijk instrument om de samenleving in
te richten.”
47 | SAMEN
WENSEN VOOR DE TOEKOMSTPeter hoopt dat er in de komende vijftien jaar bereidheid is
voor verdere afspraken over een samenhangend aanbod,
waarin zowel sociale als cognitieve vaardigheden een plaats
hebben. “De doorgaande lijn in brede scholen is daar belangrijk
in, maar ik denk dat ook gemeenten steeds meer betrokken
raken bij het formuleren van dit aanbod. Gemeenten zijn voor
steeds meer domeinen verantwoordelijk. De jeugdzorg is een
verantwoordelijkheid van de gemeente, evenals het primair
onderwijs. Een verdere doorontwikkeling van het institutionele
ligt voor de hand. Daar zien ook partijen de meerwaarde van in
en ze zijn er optimistisch over.”
Ik zeg tegen het werkveld: “Werkveld,
ga zo door!”
Dat klinkt makkelijk, maar als je
ziet hoeveel er de afgelopen jaren tot
stand is gebracht, dan is dat het niet. Het
politieke klimaat is nu bovendien ook zo dat er
een doorontwikkeling verwacht wordt en dat het
nut daarvan ook gezien wordt. Grosso modo is
er de afgelopen jaren een heel succesvol traject
geweest. Het is nog niet af, maar er zijn nog wel
mogelijkheden voor vervolgstappen. Ik
pleit voor een debat over de inhoud
van ons onderwijs. Dat kunnen we
eenvoudig tot stand laten komen,
door met elkaar in gesprek te gaan! “
LESSONSLEARNED
Wilt u méér Samen?
Geef uw interesse aan voor
de volgende editi es van dit magazine.
Ga naar www.bredeschool.nl/samen de volgende editi es van dit magazine.
Praktische tips & Kant-en-klare tools LESSONS LEARNEDHet Landelijk steunpunt Brede Scholen kijkt terug
Er liggen elke dag weer volop kansenAmbassadeurs geven het voorbeeld
“Waarom moeilijk doen als het samen kan?”
01
Verschijnt periodiek
SAMEN.Voor een brede ontwikkeling in onderwijs en kinderopvang.
wij
“Een geboeid kind leert als een tierelier.”Martijn van der Kroef
✃
48 | SAMEN
“Het lijkt alsof er nog niks is gebeurd, maar niets is
minder waar.”49 | SAMEN
Annette benadrukt meteen dat ze liever niet denkt in vaste
vormen, in termen als brede school en IKC. Ze beantwoordt
liever vragen als ‘Hoe ontstaat leren?’ en ‘Welke factoren
beïnvloeden leren?’. Van daar uit gaat ze aan de slag en
probeert ze barrières te slechten en bruggen te bouwen. Zo
heeft ze ook het Natuurlijk leren en de doorgaande lijn in
Laterna Magica opgezet samen met het team en experts.
“Een brede ontwikkeling voor kinderen”, dat is wat ze wil
bereiken. “Ik vind het belangrijk dat kinderen verstand krijgen
van zichzelf en vooral van zichzelf in relatie tot hun omgeving.
Op die manier leren kinderen zichzelf sturen en worden zij
gevormd.” In het huidige onderwijs ligt teveel nadruk op een
behavioristische en cognivistische visie op leren, op kennis
en vaardigheden, terwijl Annette graag meer aandacht wil
voor een constructivistische visie op leren, voor socialisatie en
personificatie.
METACOGNITIEVE VAARDIGHEDEN21st century skills, met name metacognitieve vaardigheden zijn
onderdeel van de manier van leren op Laterna Magica. Annette
onderschrijft het belang van digitaal informatievaardig
worden. “We willen kinderen leren nadenken over bronnen.
Wat is van waarde? Hoe kun je betrouwbare informatie vinden,
ordenen en opnieuw samensmelten tot iets nieuws? We leren
hen multimedia benutten om dingen te ‘creëren’, maar we
vinden het ook belangrijk om onze kinderen te laten zien hoe
je een goed digitaal burger wordt. Hoe je informatie kunt
benutten voor je persoonlijke ontwikkeling op een manier die
goed is voor jezelf en voor anderen.” Annette denkt al jaren na
over hoe zij met Laterna Magica richting constructivisme kan
komen en wat belangrijk is voor de leeromgeving van kinderen.
Daarbij probeert ze voorschrijvende methodieken te vermijden
en stimuleert ze ook haar medewerkers om vooral zelf na
te denken en waar nodig gebruik te maken van bronnen en
experts.
ONDERWIJS ONTWERPENTijdens haar opleiding werkte Annette het liefst met jonge
kinderen omdat daar de meeste ruimte was zelf onderwijs
te ontwerpen. Ze verdiepte zich tijdens haar studie in
ervaringsgericht onderwijs en nam dat vervolgens mee haar
klaslokaal in. “Ik haalde eerst al het kleutermateriaal eruit en
Laterna Magica is een Integraal Kindcentrum gevestigd op IJburg. De school is een van de voorlopers
onder de IKC’s met innovaties als Natuurlijk leren en een doorgaande lijn van 0 tot 12 jaar. Reden genoeg
om directeur Annette van Valkengoed uit te nodigen als spreker op het 10e Jaarcongres Brede School en om
haar te interviewen over dit juweeltje van een IKC.
ANNETTE VAN VALKENGOED
INTERVIEW
Dit interview is eerder gepubliceerd op www.BredeSchool.nl 50 | SAMEN
“Hopen is een soort passief willen. Kom zelf in beweging.”
51 | SAMEN
bracht echt materiaal de klas in. Ik heb altijd vanuit de inhoud
gedacht.” Toen Annette merkte dat haar ervaringsgericht leren
ophield bij de deuren van haar klaslokaal, besloot ze over te
stappen naar groep 3, om haar werk daar voort te kunnen
zetten.
TEGEN DE STROOM INBelemmeringen ziet Annette gelukkig niet zo snel. “Ik maak
mezelf gewoon verantwoordelijk. Ik denk: dit wil ik voor elkaar
krijgen en dan benut ik alle kansen die er zijn.” Zo roeide ze
met Laterna Magica ook een tijd tegen de stroom in. “We
zijn met twee innovaties gestart waar de tijd toen helemaal
nog niet rijp voor was. Een tijd terug lag de nadruk vooral
op het verwerven van kennis. Het is een hele tour geweest
om dit allemaal vorm te geven.” Dat haar werk loont, ziet ze
nu, nu anderen bij Laterna Magica komen kijken, om ervan
te leren. De snelheid waarmee haar schoolconcept ineens
maatschappelijk wordt omarmd verrast Annette zelfs een
beetje. Dat was wel anders toen zij jaren geleden begon.
LATER SELECTERENAnnette heeft nog meer plannen voor de toekomst met
Laterna Magica. “In Nederland beginnen we te laat en
selecteren we te vroeg. Ik wil proberen schotten weg te
nemen en minder vroeg leerlingen voor te sorteren op
vervolgonderwijs. Mijn wens is dat we onze constructivistische
visie op leren van Laterna Magica door kunnen bouwen naar
het voortgezet onderwijs. Dat gaan we ook doen. Ik wil dat
kinderen later een keuze maken voor hun vervolgopleiding
en dat ze op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen
werken aan vakoverstijgende prestaties en onderzoeken.” Op
die manier zou het dus zomaar kunnen dat een leerling Engels
volgt op VMBO-niveau en Wiskunde op VWO-niveau.
VOOR IEDER KIND“Bij Laterna Magica zijn kinderen met alle niveaus welkom.
Kinderen hebben er een persoonlijk ontwikkelplan dat elke drie
maanden wordt bijgesteld.
Dat moet ook mogelijk zijn voor het voortgezet onderwijs.
Laten we niet meer denken in bestaande vormen, maar in
de term van een doorgaande lijn van 0 tot 18.” Annette heeft
een pedagogische leeromgeving voor ogen die fungeert als
een basisvoorziening die voor ieder kind toegankelijk is. Waar
jonge kinderen terechtkomen, moet niet meer afhangen van
de financiering van ouders. Laterna Magica is daarom erg blij
met de beweging www.kindcentra2020.nl. “We bieden hier
een inclusieve leeromgeving, waarin ieder kind welkom is. We
verwijzen daarom ook niet door naar het speciaal onderwijs.”
KANSEN BIJ DE OPLEIDINGDe aanpak van Annette is inspirerend, maar vraagt ook een
andere inzet van haar personeel, zo weet ze. “We vragen van
onze medewerkers om niet meer de methode stap voor stap
door te nemen. Ik wil dat ze een brede ontwikkeling hebben
en zelf in staat zijn om leersettingen te ontwerpen. Ze zijn
niet alleen uitvoerder, maar ook medeontwerper van hun
eigen praktijk.” Op dit moment liggen daarvoor nog kansen
op de opleidingsinstituten, meent Annette. “Als je opgeleid
wordt om methodes uit te voeren, wordt je potentie niet altijd
opgepikt. Nu is het voor ons zaak om goed te selecteren en hen
perspectieven te bieden. Medewerkers van Laterna Magica
zijn allemaal HBO- of WO-geschoold en we bieden vervolgens
professionaliseringsmogelijkheden met een interne opleiding.
Denk daarbij aan coaching, peer-feedback, co-teaching,
workshops . Het is niet dé oplossing om alleen masters in het
onderwijs te krijgen, maar de opleiding voor leerkrachten en
pedagogen moet wel veel diepgaander en integraler.”
“Zet in op desamenwerking van hoogwaardige medewerkers.
Zorg dat mensen elkaar aan het werk zien en samen
verantwoordelijk zijn, zodat er co-teaching ontstaat. Het werk
is te complex om alleen te doen. Pas de organisatiestructuur
aan, bijvoorbeeld door werken in units. Organiseer
ondersteuning voor medewerkers, snel en onder handbereik.”
Maar vooral: “Hopen is een soort passief willen.”
52 | SAMEN
53 | SAMEN
Een beurs deelname, of hem
organiseren… heeft altijd maar één
doel… inspireren! Dat deden we door zo
veel mogelijk advies, goede voorbeelden
en informatie te geven. En de les? Die taak is
nooit klaar... en we krijgen er dan ook nooit genoeg van!
LESSONSLEARNED
BEURZEN ● CONGRESSEN
54 | SAMEN
BEURZEN ● CONGRESSEN
55 | SAMEN
De wereld van de toekomst is wat kinderen ervan maken...