Samen bouwen aan betere re-integratie: lessen uit de praktijk · 2019. 5. 17. · Samen bouwen aan...
Transcript of Samen bouwen aan betere re-integratie: lessen uit de praktijk · 2019. 5. 17. · Samen bouwen aan...
Samen bouwen aan betere re-integratie: lessen uit de praktijk
dr. Els Sol Amanda Bruns
drs. Elke Haitink
Workshop 12, Divosa Voorjaarscongres
Maastricht, 15 juni 2017
Opzet workshop
2
• Deel 1: Waarom is professionalisering van re-integratie nodig?
• Deel 2:
• Hoe krijgt professionalisering van de klantmanager vorm?
• Wat vraagt het van de gemeente als werkgever?
Samen bouwen aan betere re-integratie: lessen uit de onderzoekspraktijk (1)
Els Sol [email protected]
Workshop 12, Divosa Voorjaarscongres
Maastricht, 15 juni 2017
Waar gaat dit deel van de workshop over?
4
1. Over governance in internationaal perspectief: strategische keuzes en de gevolgen voor professionalisering
2. Over professioneel werk: voorbeelden aan de hand van de onderdelen diagnose, motivatie en sanctionering, populariteit vs effectiviteit instrumenten
3. Verbeterstrategieën
1. Governance werkvloer in internationaal perspectief
5
- Co auteurs Mark Considine, Jenny Lewis,
Siobhan O’Sullivan en Els Sol
- Traceren de hervormingen van Australische, Britse en Nederlandse publieke systemen van arbeidsvoorziening
- Met interviews en surveys vanuit het perspectief van uitvoerende medewerkers ofwel street-level bureaucraten, van 1998-2016
- Type governance, systeem ontwerp, regulering van publieke diensten, activering van uitkeringsgerechtigden, vragen over ‘missie drift’
Strategische discussie werk en inkomen:
keuzes en gevolgen
6
Zoeken is naar een structuur die mensen in beweging zet
Keuze inbedding in governance structuur:
-> decentraal: Nl, Denemarken, Frankrijk
-> centraal : Australië, Groot Brittannië
Uit decentrale opzet voortvloeiende beperkingen:
- wiel wordt vaak opnieuw uitgevonden
- vrijblijvendheid
- beperkte standaardisering
-gebrek aan inzicht in samenstelling klantmanager bestand
Met Nederlandse governance samenhangende positieve elementen in internationaal perspectief :
- profiel van de uitvoerende staf: hoog kwalificatieniveau + goede afspiegeling cliëntenbestand
- grote ruimte voor autonomie voor de uitvoerende staf
Gevolgen voor het werk: Mate van autonomie
7
Percentage van de staf dat instemt met de volgende uitspraak: Australië Groot
Brittannië
Nederland
In m’n dagelijkse werkzaamheden ben ik vrij zelf te
beslissen wat ik met elke client/werkzoekende doe
1998 84.6 54.1 64.9
2008 62.5 63.0 80.9
2016 49.6 70.3 n/a
Mijn leidinggevende weet veel over het werk dat ik
van dag tot dag doe
1998 56.2 59.9 59.6
2008 81.8 70.4 45.9
2016 77.9 76.3 n/a
Als ik op iets stuit dat niet gedekt wordt door een
procedure, dan verwijs ik dat naar mijn
leidinggevende
1998 56.6 57.8 49.1
2008 91.1 71.3 18.0
2016 86.2 71.4 n/a
Onze computer vertelt me welke stappen ik zal zetten
met een client/werkzoekende en wanneer die te
ondernemen
1998 17.4 29.1 15.8
2008 47.7 40.0 26.8
2016 48.3 28.4 n/a
Conclusie
8
Consulenten in Nederland hebben in vergelijking met hun collega´s in Australië en Engeland veel autonomie
Deze autonomie wordt ook weerspiegeld in de volgende dia:
- profiel van de uitvoerende staf: hoog kwalificatieniveau + goede afspiegeling cliëntenbestand
- grote ruimte voor autonomie voor de uitvoerende staf
.
Gevolgen: Profiel van de staf 1998-2016
9
Kwalificatie:
% staf met HBO of universitaire graad
Australië Groot Brittannië Nederland
Universitair 1998 39.2 16.0 14.4
2008 23.7 33.4 10.5
2016 19.9 17.9 n/a
Hbo 1998 10.6 6.4 70.7
2008 10.4 7.4 72.7
2016 14.5 11.0 n/a
Percentage vrouwen
1998 61.8 69.6 65.4
2008 73.8 68.2 56.4
2016 76.0 65.1 n/a
Professioneel leren
10
Ons denkproces kan volgens de psycholoog Kahneman (Nobelprijswinnar economie in 2002) uiteengelegd worden in twee systemen:
- Systeem 1: snel, onbewust, intuitief, weinig inspanning vereisend
- Systeem 2: bewust, analytisch, langzaam, veel inspanning vereisend
Expert intuïtie behoort tot S1: na veel training kan een geoefende expert onbewust het juiste antwoord op problemen produceren. Dit onbewuste patroonherkenningsmechanisme kan een expert trainen om het juiste antwoord snel te vinden. Voor complexere zaken gaat dit echter niet altijd op. Hiervoor moet S2 worden geactiveerd.
In de volgende dia’s zullen aan de hand van het onderzoek ‘Fit or Unfit’ enkele voorbeelden worden toegelicht die laten zien dat ook consulenten hun professionaliteit kunnen verbeteren door hun expertise te blijven verbeteren. M.a.w. Hoed u/elkaar voor overmoed !
2. Inhoud van het werk van de re-integratieprofessional
11
-Co auteurs Els Sol en Kees Kok
-Traceren achterliggende mechanismen die werkzaam
zijn in de re-integratiepraktijk
-Twee jaar durend survey bij 4 organisaties waarin
wekelijks vanuit het perspectief van uitvoerende street-
level bureaucraten werd vastgelegd wat feitelijk op de
werkvloer verricht is om mensen aan het werk te
brengen
-Theorie re-integratie, interventiestrategieën,
tijdsbesteding, kwaliteit diagnose, tussendoelen, minder
en meer efficiënte instrumenten, werkzame strategieën:
wat werkt voor wie onder welke omstandigheden
Vb1 Diagnose: Plaatsingspercentages naar kans op werkhervatting bij de start volgens de professional
12
Conclusie
13
Consulenten kunnen bij aanvang van het traject de (lage) plaatsingskans van hun zwakke cliënten goed
inschatten, minder goed de kans op werk van de beter plaatsbare cliënten.
Vb 2 Sanctionering > Motivatieverbetering >plaatsing?
14
Motivatie bij start
1=zwak 2 3 4 5=goed Totaal
Straffen
% % % % % %
Totaal plaatsing 18,8 25,9 30,4 38,9 51,5 42,0%
Plaatsing
- met strafmaatregel 22 ,2 - 26,5 14,9 35,0 22,9%
- zonder strafmaatregel 17,4 31,8 31,3 43,4 53,1 44,8%
Mate van motivatieverandering
bij straffen + 28 ,6 + 0,0 +6,3 , - 45,6 -40,0 , - -24,3%
Conclusie
15
Sancties hebben tijdens het traject naar werk géén positieve invloed
op de werkhervatting van werklozen, tenzij hun motivatie zwak is
Vb 3 Populariteit ingezette instrumenten vs effectiviteit van instrumenten categorieën
16
Populariteit Bedrijf
A
Bedrijf
B
Bedrijf
C
Bedrijf
D
Arbeidstoeleiding niet direct werkgericht
26,3 %
35,9 %
27,1 %
14,1 %
Klassieke bemiddelingsinstrumenten
o.a. Sollicitatietraining
69,0 %
70,4 %
39,9 %
16,3 %
73,5 %
66,3 %
69,9 %
65,6 %
Matching instrumenten
20,6 %
37,4 %
24,4 %
19,6 %
Effectiviteit van instrumenten (=instrumenten die het best discrimineren tussen geplaatsten en niet-geplaatsten)
17
Plaatsing/
Geen plaatsing
Bedrijf A Bedrijf B Bedrijf C Bedrijf D
1 Sollicitatiegesprek
met werkgever
Sollicitatiegesprek
met werkgever
Sollicitatiegesprek
met werkgever
Sollicitatiegesprek
met werkgever
2 Sancties (-) Sancties (-) Werkervaring Sancties (-)
3
Mentale & Cognitieve
training (-)
Sport/fitness (-)
Counseling (-)
Informele activititeiten
(-)
4
Counseling (-)
Stage
Bedrijfsbezoek
Sollicitatietraining(-)
5
Bedrijfsbezoek
Werkervaring
Sancties (-)
Netwerken
Conclusie
18
Toepassing van een werkgeversbenadering is het meest effectief
‘Indirecte’ sollicitatie via stages etc. lijkt een effectievere benaderingswijze voor werklozen op grote afstand dan een klassieke sollicitatie, ook al is die eerste weg duurder en daarom minder in zwang. Nodig is dat deze beter wordt gefaciliteerd.
3. Verbeterstrategieën
19
Doel: re-integratie zo efficiënt mogelijk te structureren
Verbeterstrategie:
1. Realiseren minimumstandaard re-integratiedienstverlening
2. Verhoging professionaliteit klantmanager + uitvoeringsorganisatie
Minimumstandaard toeleiding naar arbeid (1)
20
• Decentralisatie naar gemeenten -> Focus op ‘beloftevolle’ cliënten
-> Focus op goedkope interventies
- begeleiding , -korte (sollicitatie) cursussen
• Probleem: Participatiewet draagt niet type dienstverlening op -> te vrijblijvend
Financiële prikkel niet parallel aan maatschappelijke doelstelling
Externe effecten niet geïnternaliseerd door politiek proces
-> Oplossing: Landelijke minimumstandaard re-integratiedienstverlening
voordeel: verbetering match , minder willekeur, minder vrijblijvendheid in uitvoering, transparantie
nadeel : weerstand gemeenten, politiek gevoelig?
Professionaliseren: Investeren in verbetering uitvoering (2)
21
• Uitgangspositie: -> relatief hoog scholingsniveau coaches/klantmanagers NL
-> relatief hoog niveau autonomie werkvloer NL (Considine, Lewis,Sullivan, Sol 2015)
-> belofte meer ruimte voor professionals / maatwerk ( SZW , Donner)
• Probleem: inperking door bureaucratische en markt logica (vdAa, vBerkel, Polstra)
beperkt professioneel gebruik autonomie
beroepsopleiding (HBO) weinig aandacht (effectieve )toeleiding
• Oplossing: -> ontwikkel evidence based werken in samenwerking praktijk en wetenschap (Larsen) -> sterk professioneel handelen
-> maak professionalisering centraal onderdeel in (HRM beleid en aansturing van )uitvoeringsorganisatie -> werk aan context professional
Hartelijk dank voor uw aandacht!