Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig...

52
W E L B E S C H O U W D V O O R U I T JUNI 2018 thema SOCIAAL DOMEIN Juiste zorg op de juiste plek Samen aan de slag Adaptieve krijgsmacht Defensie zet de luiken wijder open Regelluwe bijstand Hoogste tijd voor het basisinkomen Dilemmalogica Laat zien welke keuzes je maakt en waarom

Transcript of Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig...

Page 1: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

JUNI 2018

them

a SOCIAAL DOMEIN

Juiste zorg op de juiste plek

Samen aan de slag

Adaptieve krijgsmacht Defensie zet de luiken

wijder open

Regelluwe bijstand Hoogste tijd voor het

basisinkomen

Dilemmalogica Laat zien welke keuzes

je maakt en waarom

13

Page 2: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

22SPECIALISTISCHE JEUGDZORG

In de jeugdhulp is veel werk

verzet, maar er is ook nog een

berg te doen. Dat concludeert

de Transitie Autoriteit Jeugd

(TAJ) in haar vierde jaarrap-

portage. Belangrijk punt van

aandacht voor de komende tijd:

de specialistische jeugdzorg.

Financieel verloopt die nog

niet vlekkeloos.

30REGELLUWE BIJSTAND

Over de hele wereld vinden

experimenten plaats met

het basisinkomen. Ook in

Nederland, waar Wageningen,

Tilburg, Utrecht, Nijmegen,

Deventer en Groningen

proeven doen met varianten

daarop: een regelluwe bijstand

die mensen veel meer vrijheid

moet geven.

26PASSEND ONDERWIJS

Gemeenten moeten zorgdra-

gen voor alle ondersteuning aan

kinderen en opvoeders, inclusief

een goede afstemming daarvan

met het onderwijs. De school zorgt

voor onderwijsondersteuning, de

gemeente voor extra zorg. Door

een goede afstemming van onder-

wijsondersteuning en zorg is

maatwerk mogelijk.

21THEMA SOCIAAL DOMEIN

De veranderopgaven in het sociaal domein blijven onverminderd groot. Na aantreding van het kabinet Rutte-III in oktober vorig jaar is in het regeerakkoord extra budget uitgetrokken voor verdere ondersteuning van de transformatie in de jeugdzorg, mantelzorg, beschermd wonen, armoedebestrijding en schuldhulpverlening, etcetera. Wat betekent dit voor de gemeenten en voor welke uitdagingen staan zij de komende tijd?

nr. 13 | 2018

2

Page 3: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

INHOUD14KRIJGSMACHT IN TRANSITIEDe krijgsmacht ontwikkelt zich als een flexibele, veelzijdige en technologisch hoogwaar-dige organisatie. In cocreatie met het bedrijfsleven wordt nuttige technologie ontwik-keld. Om operationeel op sterkte te blijven is uitwisseling van personeel met de civiele wereld is onvermijdelijk.

18OVERHEID ALS PLATFORMOok in het sociaal domein kan de overheid als platform een rol spelen. Dat betekent een wezenlijk nieuwe manier van werken: niet meer alleen inkopen en uitbeste-den, maar voorwaarden scheppen, uitnodigen en faciliteren. Synergie creëren tussen eigen activiteiten, commerciële diensten en de vrijwil-lige inzet van burgers.

41 Thema sociaal domeinPersonen met verward gedrag 42 Thema sociaal domeinMantelzorgers

44 Thema sociaal domeinNationaal Preventie Akkoord

47 Thema sociaal domeinSocial Challenge

48 NotadokterGoede opening

7 In het nieuwsOpvallers en aandachtstrekkers

25 Thema sociaal domeinWaardig ouder worden

34 Thema sociaal domeinArmoedebestrijding

36 Thema sociaal domeinVindplaats van Schulden

38 Thema sociaal domeinBeschermd wonen

6 Kees VersteeghGeneratiewisseling

20 Arwin van BuurenNascheiding

51 Kees JansenGaswinst of gasloos?

10DILEMMALOGICAEen open en transparante overheid maakt contact met burgers en andere stakeholders, benoemt dilemma’s en laat zien hoe ze tot een besluit is gekomen. Zo ontstaan begrip en draagvlak in de samenleving, ook als overheids-beleid impopulair is of nadelig uitvalt. In Den Haag is men er druk mee bezig: dilemmalogica.

Rubrieken Columns

28 A+O fonds GemeentenUitvoerder van het Jaar

Van onze kennispartner

nr. 13 | 2018

3

Page 4: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Dit is Carmen. Zij houdt afstand. In het verkeer én in haar rol als toezicht houder bij een zorginstelling. Maar het is altijd gepaste afstand. Carmen rijdt haar Raad van Bestuur niet in de wielen, maar ze bewaaktwel kritisch en nauwgezet de koers. Altijd op de hoogte van alles wat relevant is. Want afstand is bij haar nooit achterstand.

- Bestuurentoezicht

- Strategischepersoneelsplanning

- Selectie-enplaatsingsprocessen

- Reorganiserenenflexibiliseren

- Teamsenleiderschap

- Zelforganisatie

- Rol-entalentgerichtwerken

- Professionaliseren

Page 5: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

EDITORIALIntegrale aanpakDe veranderopgaven in het sociaal domein blijven onverminderd groot. Na aantreding van het kabinet Rutte-III in oktober vorig jaar is in het regeerakkoord extra budget uitgetrokken voor verdere ondersteuning van de transformatie in het sociaal domein. Vooral armoedebestrijding en schuldhulpverlening staan hoog in de prioriteitenlijst. Waarschijnlijk is dit mede te danken aan de documentatieserie Schuldig (2016) over de schuldenproblematiek in Amsterdam-Noord (2016). Meer dan een miljoen Nederlanders leefden massaal mee en armoede kreeg een gezicht. Na het zien van de serie besloot journalist Jesse Frederik van De Correspondent onderzoek te doen naar de schuldenindustrie in Nederland. Volgens Frederiks is het een buitengewoon onrechtvaardig systeem waarin schulden snel escaleren. Bijvoorbeeld een verkeersboete van 400 euro kan na twee aanmaningen oplopen tot 1200 euro. In januari jongstleden concludeerde de Nationale ombudsman, na een verkennend onderzoek, dat gemeenten betere hulp moeten kunnen bieden aan inwoners met problematische schulden; de gemeentelijke schuldhulpverlening is niet altijd laagdrempelig en breed genoeg. Op 26 september verschijnt Publiek Denken met een interview met Reinier van Zutphen, ombudsman, die de followup van het onderzoek met onze lezers deelt.Het kabinet besloot de komende drie jaar 80 miljoen euro vrij te maken voor een nieuwe aanpak van schulden. Om knelpunten weg te nemen heeft staatssecretaris Van Ark van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 40 actiepunten gepresenteerd. Volgens experts is dit niet genoeg om de kern van het probleem aan te pakken omdat schuldhulpverlening een gemeentelijke verantwoordelijkheid blijft. Hoe kunnen gemeenten preventief handelen en schulden in een vroeg stadium signaleren? Zij kunnen het in ieder geval niet zonder medewerking van bedrijven en maatschappelijke organisaties. Volgens Stichting BKR kosten betalingsachterstanden onze samenleving jaarlijks 11 miljard euro. Ze zijn gestart met de pilot Vindplaats van Schulden, een beveiligd informatiesysteem tussen de gemeente en schuldeisers, waarin betalingsachterstanden zijn opgenomen. Deze gegevens worden gebruikt door wijkteams of andere hulpverleners om een gesprek aan te gaan en hulp te bieden. Een andere vorm van samenwerking is de aanpak Vroeg Eropaf , waarin nutsbedrijven, woningbouwcorporaties en zorgverzekeraars achterstallige betalingen vroegtijdig in kaart brengen om zo te voorkomen dat ernstige financiële problemen ontstaan. Deze aanpak werkt. Het ministerie van SZW kijkt nu of deze landelijk ingevoerd kan worden. Bij schulden blijven preventie en vroegsignalering lastige vraagstukken. Wanneer grijp je in (zonder iets op te leggen) en wat is de beste weg om te bewandelen? Duidelijk is dat het een integrale aanpak vereist want er is vaak meer dan één reden waarom iemand de eindjes niet meer aan elkaar kan of wil knopen.

Asha Narain is hoofdredacteur van Publiek Denken

nr. 13 | 2018

5

Page 6: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

IN HET NIEUWSGeneratiewisselingDoor alle beschouwingen over mei ´68 was het vraagstuk van breuklijnen en gene-ratiewisselingen weer actueel. Hoe zit dat met misschien wel het meest bedaarde deel van de natie, ‘s lands ambtenarendom? Vast staat dat een aantal smaakmakers van een generatie reeds zijn vertrokken (Joris Demmink) of dat ergens in het komend decennium gaan doen (Dick Schoof, Mark Frequin). Wie vult het gat? En welke rol spelen politieke formaties als PVV en Forum voor Democratie daarbij? Worden zij buiten de deur gehouden als belicha-ming van de nieuwe ‘revolte’? Bekende topambtenaren zoals Hans Vijlbrief (Financiën) en (wat verder terug) Kajsa Ollongren (AZ) lieten zien dat met name enigszins technocratische managers met D66-achtergrond het gat vullen en vulden. Hetzelfde geldt voor partijlozen als Paul Huijts (AZ).Politieke nieuwkomers als LPF, PVV en FvD houden vooralsnog afstand. Hun vijan-digheid jegens de vierde macht als onderdeel van ‘het kartel’ en ‘de elite’ is overbe-kend. Legendarisch is de botsing in 2002 tussen LPF-minister Eduard Bomhoff en VWS-topambtenaar Peter van Lieshout (een ‘plansocialist’ en ‘linkse planner’, in de ogen van de minister). Omgekeerd was er het opzienbarende vertrek in 2011 van directeur-generaal Annemieke Nijhof (IenM) vanwege de gedoogrol van de PVV in het eerste kabinet-Rutte.Toch is Nederland pas Nederland als dieperliggende, depolitiserende reflexen hun werk doen. Er zijn aanwijzingen dat de reflex van ‘mee-veren’ met revolutionaire aanvechtingen in plaats van frontale bestrijding ervan, zoals premier Piet de Jong in ‘68 deed, zich nog steeds doet voelen. Enkele maanden geleden benoemde Binnenlandse Zaken topadvocaat Jan Louis Burggraaf (partner bij Allen&Overy) tot lid van de afdeling klachtenbehandeling van de Commissie van Toezicht op de In-lichtingen- en Veiligheidsdiensten. Burggraaf is prominent lid van FvD, en volgens Thierry Baudet ‘ministerskandidaat in een FvD-kenniskabinet’.Even interessant was wat er in april in Den Helder gebeurde Chris Jansen, raadslid voor de (als gematigd bekend staande) PVV in Almere, was korte tijd kandidaat voor de zware wethouderspost van Financiën in de marinestad. Jansen, tevens lid van de PVV-fractie in de Provinciale Staten van Flevoland, zou de eerste PVV-wet-houder van Nederland worden. Zijn kandidatuur verdampte al snel in de politieke opwinding daarover. Toch zou het goed kunnen dat de gebeurtenissen rond Burggraaf en Jansen, achteraf bezien, de opmaat waren voor openingen in het bestuurlijk en ambtenarenapparaat voor nieuwe politieke krachten.

Kees Versteegh is journalist bij NRC Handelsblad

nr. 13 | 2018

6

Page 7: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

IN HET NIEUWSTekst Maurits van den Toorn

Formatiedocumenten: niet/wel/niet?

In de rubriek In het nieuws neemt Publiek Denken de actualiteit van de afgelopen drie maanden door. Wat zijn de opvallers en aandachtstrekkers?

Het is dat het een al langer bestaand begrip is, anders had ‘dividendbelas-ting’ grote kans gemaakt om woord van het jaar te worden. De meest omstreden maatregel die het kabinet heeft aange-kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest waarover de coalitiepart-ners hadden gesproken. Volgens Rutte waren er ‘naar zijn beste weten’ geen stukken. Na een WOB-verzoek bleek dat die er wel degelijk waren, maar ze moesten wat hem betreft geheim blijven in het belang van het formatieproces. Uiteindelijk werden ze ‘bij wijze van eenmalige uitzondering’ toch openbaar gemaakt.De verdediging van de premier dat het niet om formatiedocumenten ging, maar om documenten van de VVD – partijstukken dus – mag naar de letter van de wet kloppen, maar werd niet overtuigend gevonden. En dat de man-met-het-ijzeren-geheugen zich dit over zo’n omstreden onderwerp niet meer wist te herinneren, wilde er bij

veel mensen ook niet in. Gevolg was een motie van afkeuring die het met 76 stemmen tegen (inclusief die van de SGP) nét niet haalde. Ook de reacties na afloop waren vernietigend. Zelfs het keurige, liberaal georiënteerde NRC Handelsblad

kwam de volgende dag met een opvallend scherp commentaar met daarin de zinsnede ‘meneer Rutte, probeert u het eens met de waarheid’. Kortom: een afgang, om het maar eens in gewone mensentaal te zeggen.

De verdediging van minister-president Rutte werd door de oppositie niet overtuigend gevonden

Digitaal fiascoOm nog even bij het werkterrein van minister Dekker te blijven: zoals veel bewindslieden voor hem en naar te vrezen valt ook veel opvolgers wordt ook hij geconfronteerd met een uit de hand gelopen ict-project. Het gaat om het digitalise-ringsproject Kwaliteit en Innovatie van de rech-terlijke macht. Het is met recht een bodemloze put te noemen: werden de kosten bij het begin in 2012 op 7 miljoen euro geraamd, inmiddels is er

200 miljoen euro aan gespendeerd en zou er bij ongewijzigde voortzetting voor dit jaar nog eens 20 miljoen extra nodig zijn. De opmerking van de minister in zijn brief aan de Kamer dat ‘de schaal en complexiteit van het programma zijn onder-schat’ is gezien deze bedragen als het understate-ment van het jaar te beschouwen. De problemen zijn Dekker als verantwoordelijk bewindsman formeel aan te rekenen, maar zijn ten tijde van

zijn voorgangers ontstaan. De kwestie is dan ook vooral hoe hij de zaak tot een oplossing weet te brengen. Daarmee is hij in ieder geval verstandig begonnen door eerst te gaan praten met de Raad voor de Rechtspraak over de voorgestelde nieuwe en eenvoudigere opzet van het project. Ook zal hij zich, conform het advies van de onderzoekers die de gang van zaken onder de loep hebben genomen, actiever met het proces bezig houden.

nr. 13 | 2018

7

Page 8: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Staatssecretarissen van Financiën zijn doorgaans niet de meest in het oog springende bewindslieden van een kabinet. Degelijke figuren die verant-woordelijk zijn voor een hoogst belang-rijk maar in veler ogen saai en weinig geliefd onderwerp: belastingen. Als ze

wel frequent in de Kamer en in de media verschijnen, dan is er beslist iets aan de hand. Zo ook nu, want de problemen bij de Belastingdienst houden aan en een oplossing is nog niet in zicht. Twee oud-staatssecretarissen van Financiën (Willem Vermeend en Steven van Eijck)

gebruikten onlangs De Telegraaf om het kabinet en hun opvolger Menno Snel op te roepen meer geld uit te trekken om de problemen op te lossen. Die problemen – slecht functionerende ict, ontbreken-de deskundigheid door het vertrek van (te) veel mensen – zijn zo groot dat Snel onlangs aan de Kamer meldde dat hij de lopende modernisering annex reor-ganisatie niet wil versnellen, maar juist vertraagt omdat de dienst het tempo van de veranderingen niet aankan. Inderdaad iets om je zorgen over te maken. Meer geld lijkt niet zozeer de kwestie, het is eerder het ontbreken van voldoende mensen met de juiste kennis en ervaring. Meer betalen om de benodigde deskun-digheid in huis te halen helpt misschien wel iets, maar op een moment dat de economie draait als een tierelier kunnen specialisten op het gebied van ict en fisca-liteit overal aan de slag. En de Zuidas heeft nu eenmaal meer glamour dan de Belastingdienst, dat kan geen staatsse-cretaris leuker maken. De problemen bij de dienst zullen hem en het hele kabinet vast nog geruime tijd als een molensteen om de nek blijven hangen.

De molensteen die Belastingdienst heet

Staatssecretaris van Financiën Menno Snel

Ligt het aan de tijdgeest of aan de beschouwer? Het kabinet lijkt in ieder geval voor veel voorgestel-de maatregelen weinig handen op elkaar te krijgen. Neem het wets-voorstel voor individuele voorwaar-delijke invrijheidstelling dat minister Dekker voor Rechtsbescherming onlangs voor consultatie heeft vrij-gegeven (een van de eerste voor-nemens uit het regeerakkoord dat het tot concreet wetsvoorstel heeft gebracht). De essentie van het voorstel: er komt een einde aan dat standaard een derde van de opgelegde strafmaat wordt kwijtgescholden. De media, van links tot rechts, laten een breed palet van critici – waaronder

strafrechtadvocaten en directeur Sjef van Gennip van Reclassering Nederland – aan het woord die betuigen dat de maatregel onver-standig is en niet de verhoopte effecten zal hebben, zoals gecivili-seerder gedrag van gedetineerden. Bovendien is het verminderen van de straf sinds een aantal jaren al geen automatisme meer, herhaal-delijk worden gevangenen juist niet vervroegd vrijgelaten. Het is typisch een kwestie waarbij, net zoals bij tbs, simpel gezegd de ratio van de deskundige en de emotie van de kiezer tegenover elkaar staan. De kans is dan ook groot dat het wets-voorstel het uiteindelijk in de Kamer wel zal redden.

Individuele voorwaardelijke invrijheidstelling

Het wetsvoorstel individuele voorwaardelijke invrijheidstelling is onverstandig, vinden critici

nr. 13 | 2018

8In

het

nie

uw

s

Page 9: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Staatssecretaris Van Ark van SZW verwekte reuring met haar aankondiging dat ze de Partici-patiewet wil wijzigen. Voor ongeveer elfduizend gehandicapten die nu via deze wet regulier werk hebben, krijgen de werkgevers subsidie van de gemeente als hun productiviteit lager is dan die van ‘normale’ werknemers. Van Ark wil dit veran-deren in een loonaanvulling uit de bijstand, zodat het voor werkgevers minder rompslomp oplevert als ze gehandicapten in dienst nemen. Het gevolg: meer gehandicapten komen aan het werk. Vol-gens het rekenvoorbeeld dat de staatssecretaris in het document Hoofdlijnennotitie Loondispensatie Participatiewet geeft, gaat hun inkomen er door deze maatregel ook nog eens flink op vooruit. Maar: een deel van de gehandicapten heeft geen recht op deze loonaanvulling, als ze een werkende partner hebben bijvoorbeeld. Ze krijgen dan alleen hun ‘loonwaarde’ betaald, ook als die onder het wettelijk minimumloon zakt. Bovendien bouwen álle gehandicapten die onder de beoogde regeling

gaan vallen weinig of geen aanvullend pensioen op. Omdat regeren vooruitzien is, meldt Van Ark in haar document dat de maatregel in 2050 – over 32 jaar dus – een structurele bezuiniging van 500 miljoen euro oplevert. Het is een waar kunststuk: meer inkomen en toch een bezuiniging.Het is niet voor het eerst dat er gedoe rond de Participatiewet ontstaat. Herinneren we ons nog het akkefietje met PvdA-Kamerlid Moorlag, die een uitzendconstructie had bedacht om meer gehandicapten tegen lagere loonkosten aan werk te helpen? De vakbonden, de gemeenten en de organisaties van arbeidsgehandicapten zijn tegen het voorstel van Van Ark. Het is een mooie gele-genheid om de staatssecretaris en het kabinet te framen als een werkgeverskabinet, vooral omdat de maatregel wordt genomen op verzoek van VNO-NCW en MKB Nederland. Jammer ook dat de nieuwe regeling volgens het Centraal Planbureau niet of nauwelijks tot meer banen voor gehandi-capten leidt.

Gelukkig gaan er ook wel eens dingen goed, soms – of misschien zelfs wel vaak – buiten de schijnwer-pers. Zo slaagde minister Bruins voor Medische Zorg en Sport er in betrekkelijke stilte in een akkoord te sluiten met de organisaties van ziekenhuizen, specialisten, verple-gend personeel, zorgverzekeraars en de patiëntenfederatie over het behouden van de kwaliteit van de medisch-specialistische zorg. Het is het resultaat van een klassiek staaltje polderen tussen acht partijen dat in communicatiejar-gon gaat over ‘een beweging naar de juiste zorg op de juiste plek door de juiste professional op het juiste moment en tegen de juiste prijs’. Die ‘juiste prijs’ – uiteindelijk gaat het zoals altijd vooral om het geld – wil zeggen dat de groei van de uitgaven aan medisch-specialistische zorg worden afgeremd tot maximaal 0,8 procent in 2019, wat vervolgens moet afnemen tot 0 procent in 2022. Wel wordt er in dezelfde periode 425 miljoen euro uitgetrokken voor het inzetten van professionals buiten de muren van het ziekenhuis, voor investeringen in innovaties en voor

het financieren van de afbouw van capaciteit in ziekenhuizen. Het is vooralsnog een onderhandelaarsak-koord, maar de deelnemende orga-nisaties leggen het met een positief advies aan hun achterbannen voor.

Polderen over specialistische zorg

Minister van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat gaat niet akkoord met het Amsterdamse voorstel om een vorm van tolheffing in te voeren. Ze weigert de wet hiervoor aan te passen, waarmee het nogal plotseling opgedoken Amsterdamse idee – weinig meer dan een proefballonnetje, lijkt het – bliksemsnel weer ten grave kon worden gedragen. De Amsterdamse wethouder Litjens rekende kennelijk op de aankondiging in het regeerakkoord dat er pilots mogelijk zijn ‘om ervaring op te doen met alternatieve vormen van vervoer en betaling’, maar verkoos daarbij de zinsnede ‘zonder dat dit leidt tot een systeem van rekeningrij-den’ niet te zien. De minister had dit overigens begin dit jaar ook al letterlijk zo gezegd, ze ziet meer in maatregelen als het sneller inzetten van bergers om op

die manier de files te bekorten. Jammer genoeg lijken de minister en de wethouder langs elkaar heen te praten: de minister kijkt naar de problemen op de snelweg, terwijl de wethouder met een stad zit waarin het verkeer steeds vaker en steeds langer vastloopt. Verkeerskundigen wijzen er dan ook al sinds vele jaren op dat een vorm van betalen voor autogebruik op den duur onvermijdelijk is, misschien nog wel eerder in de steden dan op de snelweg. Minister van Nieuwenhuizen schaart zich echter in de lange rij van verkeersminis-ters die het probleem vooruit wenst te schuiven. De vraag is hoe lang dat nog gaat: in het eerste kwartaal dit jaar nam de filedruk toe met 25 procent. ‘Alarmerend,’ aldus ANWB-directeur Van Bruggen onlangs in De Telegraaf. ‘En dat is nog maar het begin van veel ellende.’

In het eerste kwartaal dit jaar nam de filedruk toe met 25 procent

Gedoe rond Participatiewet

En wederom: geen rekeningrijden

Er wordt de komende jaren 425 miljoen euro uitgetrokken voor het inzetten van professio-nals buiten de muren van het ziekenhuis

nr. 13 | 2018

9In

het n

ieuw

s

Page 10: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

nr. 13 | 2018

10W

elbes

chouw

d

Page 11: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

‘Soms is er geen goede oplossing en moet je kiezen tussen twee kwaden’

Dilemmalogica

Aan het woord is Stephan Schrover, directeur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst (Algemene Zaken) en voorzitter van de Voorlichtingsraad (VoRA), het overleg-

en adviesorgaan van de departementale direc-teuren Communicatie. ‘Bij communicatie door de overheid ging het de afgelopen jaren vooral over taakstellingen,’ zegt hij. ‘Over de bedrijfs-voering en de organisatie van communicatie. Dat was nodig, maar we kijken nu meer naar het vak zelf en hoe het ambtelijk vakmanschap erdoor kan worden versterkt. Daarbij komt een aantal nieuwe thema’s aan bod, zoals gedragskennis en de betekenis van beeld. Een derde, belangrijk thema is dilemmalogica.’

WajongBij dilemmalogica gaat het er volgens Schrover om dat het contact tussen overheid en burgers verbetert. ‘Dat openheid en transparantie tot

stand worden gebracht en dat er herkenbaar wordt gecommuniceerd. Het betekent ook dat de overheid duidelijk is over de keuzes die ze heeft gemaakt en over de dilemma’s die daarbij een rol spelen. Verder is van belang om met burgers in gesprek te gaan en uit te vinden welke zorgen en onbehagen er bij hen leven. De meeste mensen hebben een basale welwillend-heid om mee te werken met de overheid, maar dan moet er wel rekening worden gehouden met wat we procedurele rechtvaardigheid noemen. Dat wil zeggen dat mensen hun tevredenheid

Een open en transparante overheid maakt contact met burgers en andere stakeholders, benoemt dilemma’s die ze tegenkomt en laat zien hoe ze tot een besluit is gekomen. Zo ontstaan begrip en draagvlak in de samenleving, ook als over-heidsbeleid impopulair is of nadelig uitvalt. Het klinkt bijna utopisch maar in Den Haag is men er druk mee bezig. ‘Ik wil af van de energie die wordt gestoken in doelredeneringen. Het maakt je blind voor wat anderen willen en belangrijk vinden.’

Tekst Marc NotebomerBeeld Aad Goudappel

‘Je moet als overheid duidelijk zijn over wat je wel

of niet kunt’

nr. 13 | 2018

11W

elbesch

ouw

d

Page 12: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

BESTE AMBTENAAR 2018

publiekdenken.nl/evenementen/top-100 @ Publiek Denken #PDtop100

Wie volgt Hedzer Pathuis op en mag zichzelf straks de Beste Ambtenaar 2018 noemen? Dat mag jij mede bepalen. Nomineer een collega waarvan jij vindt dat zijn of haar prestaties noemens-waardig zijn. De Beste Ambtenaar

van 2018 werkt met overtuigings-kracht en passie voor de publie-ke zaak. Deze vakman of -vrouw doet dit met lef en professionele flair en weet mensen aan boord te krijgen. Hij of zij is een verbin-der van binnen en buiten, boekt resultaten en gaat effectief te werk in een complex krachten-veld.Jouw collega nomineren is een kleine moeite: ga naar publiekdenken.nl/evenemen-ten/top-100. Vul het formulier in en laat ons weten waarom jij vindt dat jouw collega in de voetsporen van Hedzer Pathuis mag treden.

Page 13: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

primair baseren op hóe een kwestie is afgehan-deld, ook als de uitkomst in het eigen nadeel is. Neem bijvoorbeeld de Wajong, waarmee ik in mijn tijd bij SZW te maken kreeg. Toen er gesproken werd over strengere criteria is Sociale Zaken eerst in gesprek gegaan met Wajongers zelf. En wat bleek: die waren ook niet tevreden met de bestaande regeling. Samen met hen is vervolgens een nieuwe regeling tot stand gebracht. In het huidige kabinet zien we meer bewindslieden die in deze geest contact maken en met de samenle-ving nieuwe perspectieven vinden als het schuurt en lastig is, zoals de ministers Slob, Wiebes en Van Nieuwenhuizen bijvoorbeeld hebben laten zien bij respectievelijk de achterstanden in het onderwijs, de gaswinning en vliegveld Lelystad. Ze leggen hun oor te luisteren en horen de angsten en bezwaren die er leven. Dat vinden mensen erg belangrijk – en dat ze laten zien wat er met die inbreng wordt gedaan.’ Een ander aspect is duidelijk zijn over wat je als overheid wel of niet kunt. Schrover: ‘Op de gevel van het oude stadhuis in Den Haag staat: Ne Jupiter quidem omnibus, zelfs Jupiter kan het niet iedereen naar de zin maken. Soms is er geen goede oplossing en heb je geen andere mogelijkheid dan te kiezen uit twee kwaden. Dan is het van belang om een perspectief te bieden en te kijken: wat kunnen we in dit geval wel samen oplossen?’ Als je op mensen afgaat, transparant bent over je dilemma’s en - indien nodig - om hulp vraagt,

kweek je begrip, aldus Schrover. ‘Zoals president Obama bij de kritiek op inzien van emailverkeer door de veiligheidsdiensten een paar jaar geleden. Hij zei: ‘100 Procent privacy kan ik niet garande-ren. En 100 procent veiligheid ook niet. Binnen die bandbreedte moeten we opereren.’

VoRaEen overheid die open en transparant communi-ceert en burgers en andere stakeholders betrekt bij (de wijze waarop) besluiten worden genomen... het is klinkt ideaal maar hoe zorg je er nu voor dat een en ander praktisch vorm krijgt? Voor alle duidelijkheid, zegt Schrover, dilemmalogica is geen pet project van Algemene Zaken. ‘Andere ministeries zijn er even hard mee bezig, zoals Financiën en Infrastructuur en Waterstaat, en ik heb het onderwerp met alle SG’s besproken. Het heeft immers niet alleen consequenties voor communicatie maar juist ook voor de manier waarop beleid wordt gemaakt en hoe je de uitvoe-ring organiseert: hebben mensen beeld, maken ze het mee? Verder neemt dilemmalogica in het jaar-programma van de VoRa een belangrijke plaats in. We zijn nu ervaring aan het opdoen. Straks willen we concrete handvatten bieden op basis van wat zich in de praktijk heeft bewezen. Zo willen we het vakmanschap versterken en meer houvast bieden om sterker contact te maken.’Schrover wil af van de energie die in ‘doelredene-ringen’ wordt gestoken: de traditionele manier van communiceren, waarbij een genomen beslis-sing het uitgangspunt is en de bijbehorende verklaring daarop wordt aangepast. ‘Dat maakt je blind voor wat anderen willen en belangrijk vinden, het enorme potentieel aan oplossingen.’ Hij realiseert zich dat zo’n andere manier van werken lastig kan zijn. ‘Maar het geeft ook een gevoel van opluchting. Er ontstaat een andere dynamiek waarbij de ene partij zich kwetsbaar opstelt en de andere hem niet meteen de maat neemt.’ Met nadruk: ‘Het is geen kwestie van een goednieuwsshow opvoeren of spindoctoring. Zoals gezegd, als overheid kun je het niet iedereen naar de zin maken, maar je kunt wel laten zien welke afwegingen je hebt gemaakt en dat je zaken serieus hebt genomen.’ n

‘Bied burgers perspectief en kijk wat je wel samen

op kunt lossen’

Stephan SchroverStephan Schrover (49) is sinds 2015 direc-teur-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de woordvoering van de minister-president, het kabinet en het Koninklijk Huis. Schrover is voorzitter van de Voorlichtingsraad, het overleg- en adviesorgaan van de departementale directeuren Commu-nicatie. Hij studeerde politieke wetenschappen en werkte eerder bij de ministeries van Financiën en Sociale Zaken.

nr. 13 | 2018

13W

elbesch

ouw

d

Page 14: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

nr. 13 | 2018

14vo

oru

it

Page 15: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

kop/kader kop1body/body kader

De krijgsmacht is in transitie naar een flexibele, veelzijdige en technologisch hoogwaardige organisatie. Cocreatie met het bedrijfsleven levert nuttige technologie op. De uitwisseling

van personeel met de civiele wereld is onvermijdelijk om het operationeel vermogen op sterkte houden.

Defensie zet luiken wijd open

Adaptieve krijgsmacht put meerwaarde uit buitenwereld

Tekst Pieter van den BrandBeeld Defensie

nr. 13 | 2018

15Vo

oru

it

Page 16: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Het kabinet gaf in maart in de Defensienota aan dat het na jaren van bezuinigingen weer in de krijgsmacht wil investeren (jaarlijks tot anderhalf miljard euro). De noodzaak is evident. We leven in een door

terrorisme en cyberaanvallen geplaagde wereld. Poetins Rusland straalt een agressieve machtspo-litiek uit. Het Midden-Oosten - met Syrië als brand-haard - blijft onrustig. Vanuit Noord-Afrika werpt failed state Libië een schaduw van geweld richting Europa. Het complexe en dynamische wereldtoneel noopt, zoals de Defensienota het noemt, tot een ‘Adaptieve Krijgsmacht’. ‘De instabiliteit in de wereld neemt toe. Veiligheid wordt een steeds groter issue,’ zegt plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Kees Matthijssen. ‘Onze organisatie moet sneller kunnen reageren en anticiperen en zich op tijd aan kunnen passen om berekend te zijn op haar taken, waar ook ter wereld. Het is goed dat we er geld bij krijgen. Dat hebben we keihard nodig. We moeten de balans herstellen tussen ondersteunende en gevechtscapaciteit en de capaciteit in het digitale domein uitbreiden.’Adaptiviteit geldt niet alleen voor de inzet van het eigen vermogen, maar maakt ook vergaande samen-werking met het bedrijfsleven onvermijdelijk. ‘Dat gaat verder dan de klassieke relatie klant-leveran-cier. We gaan naar cocreatie toe,’ vertelt Matthijssen en noemt het Fieldlab Smartbase in Soesterberg, waar Defensie samen met bedrijven nieuwe ideeën test onder praktijkomstandigheden, zoals scherf- en kogelwerende tenten en vliegers die stroom opwekken. ‘Ik zie dat bedrijven graag hun steentje bijdragen om iets mede te ontwikkelen waar wij wat aan hebben. Meestal zijn resultaten goed toepasbaar.’

TraditieDe Koninklijke Marine kent al langer een traditie van hechte samenwerking met de industrie, neem de ontwikkeling met Thales van langeafstandsradar Smart-L voor de detectie van ballistische raketten. ‘Dat sluit heel mooi aan bij wat met de adaptieve krijgsmacht wordt beoogd,’ zegt plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten en generaal-majoor der mariniers Frank van Sprang. Maar er is meer. ‘De crux is dat we samen met het bedrijfsleven capaci-teit in kunnen vullen. Zo is de aanwas van technisch personeel zorgwekkend laag. We zijn allemaal in dezelfde vijver van pasafgestudeerden aan het vissen. Dus waarom pakken we dit niet gezamen-lijk op? Gun ons de jeugd op het moment dat ze van school komen, zodat ze hier bij Defensie praktisch worden opgeleid, veel ervaring opdoen en taakvol-wassen worden. In een volgende rustigere levensfase kunnen ze naar een bedrijf overstappen. Als ze dan een aantal jaren later de kriebels krijgen en weer willen gaan varen, moet het makkelijk zijn bij de

krijgsmacht terug te keren. We hebben nu een gesloten perso-neelssysteem, maar moeten juist de kant van een open en hybride organisatie op. Zowel Defensie als de civiele wereld heeft veel profijt van de ervaring en kennis van deze mensen. Het is de enige weg om de toenemende techni-sche vacatures in ons land in te vullen.’ Om deze ontwikkeling te stimuleren wil Van Sprang diepgaand met bedrijven gaan praten. ‘Dat doen we al binnen het platform van Defensie en de maritieme industrie maar het moet beslist meer structuur krijgen. Het is leuk om ideeën en concepten te hebben, maar we zitten in de fase dat we zaken moeten concretiseren. Ook zijn we aan het uitwerken wat we aan de huidige starre contract-vormen kunnen doen.’ De Koninklijke Landmacht is dit jaar bij een aantal eenheden gestart met een pilot om afzwaai-ende medewerkers reservist te maken. ‘Omgekeerd gaan we onderzoeken of het personeel van de bedrijven die bijvoorbeeld het onderhoud van de voertui-gen gaan doen, geen reservist willen worden, zodat we ze mee kunnen nemen tijdens onze oefeningen en uitzendingen,’ zegt Matthijssen. Ook gaat de landmacht een proef doen met logistiek dienstverlener DSV, die bij een grote schietoefening in Duitsland ondersteuning gaat bieden. ‘Later in het jaar gaan wij

Landmacht ontwikkelt innovatieve technolo-gie met de marktEen aantal officieren van de Koninklijke Landmacht volgde zo’n anderhalf jaar geleden workshops aan de Internet of Things Academy in Rotterdam. Op basis van hun ervaringen in Afghanistan en Mali gaven de officieren aan behoefte te hebben aan een device, waarmee ze een terrein in de gaten kunnen houden waar ze geen zicht op hebben. Binnen drie maanden tijd werd samen met KPN een IoT-apparaatje ontwikkeld en getest dat bewegingen en ra-diosignalen meldt: de Milsenz. ‘Binnenkort krijgen we de eerste serie geleverd,’ zegt brigadegeneraal Hans Damen. Damen leidt de Taskforce Logistiek van het ministerie van Defensie en was kortgele-den directeur Materieel en Diensten bij de Landmachtstaf. ‘Op basis van bestaande componenten hebben we samen met de markt een innovatieve technologie kunnen ontwikkelen. Dat doen we steeds vaker.’ Met het bedrijf Re-LiON ontwikkelde de landmacht het virtueel trainingssysteem SUIT. Met bedrijvenconsortium Defenture werden twee jaar geleden prototypes van een licht voertuig met de helft minder onderdelen gebouwd - de Vector - waarvan er nu vijftig in gebruik zijn. Ook de inzet van drones wordt onderzocht, bijvoorbeeld om snel zelfstandig gewonden te evacueren, inclusief apparatuur om de gezondheid van de patiënt te volgen. ‘Een apparaten-bouwer leurde al langer met dit idee. Toen hebben wij gezegd: we gaan dat gewoon eens testen. Essentieel is ook eens met gesloten beurzen te werken zonder alles vooraf in een contract vast te leggen. Een leuk en spontaan idee als de Milsenz was er anders nooit gekomen. En als er wat goeds uitkomt, moeten wij als krijgsmacht niet aarzelen als launching customer op te treden.’

‘Defensie moet de balans

herstellen tussen ondersteunen-de en gevechts-

capaciteit’

nr. 13 | 2018

16vo

oru

it

Page 17: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Luchtmacht leent docenten uit aan ROCDe Koninklijke Luchtmacht stimu-leert instructeurs een of twee dagen in de week les te geven op een ROC. ‘Deze kans kregen we vorig jaar van het ROC West-Brabant, dat bij de technische vakken een lerarentekort heeft,’ vertelt kolonel Marijke van de Krogt, afdelingshoofd HR. ‘In plaats van het vervullen van een vacature stelden wij de constructie van gastdocent voor. Dat klinkt

niet hoogdravend, maar je prikkelt mensen hun comfortzone te verlaten. Onze instructeurs, die lesgeven in internationale luchtvaarteisen, krij-gen met een heel andere generatie leerlingen te maken. We merken dat dit inspirerend werkt. Wat ik terug hoor is dat onze mensen zich meer erkend voelen in het vak dat ze uitoefenen. Ook leren ze wat er in de civiele wereld gebeurt. Hier krijgen

ze natuurlijk alleen de militaire trends mee.’ Om die reden neemt de luchtmacht ook deel aan het innova-tieprogramma Startup in Residence van de gemeente Amsterdam. ‘Bij de luchtmacht zijn we gewend traditio-nele oplossingen voor problemen te zoeken. Via dit programma kunnen we frisse ideeën van startups in huis halen. Mijn vorige commandant zei: “Zoals we nu bezig zijn, zijn we te

veel in onszelf gekeerd. Het moet echt anders, willen we het in de toekomst gaan redden.” Ons doel is dat onze mensen zelfstandig en proactief zijn. Dat is niet eenvoudig. In gesprekken hoor ik vaak: maar we doen dat al jaren zo en het gaat nog steeds goed. Een concept als de adaptieve krijgsmacht gaat pas na lange tijd landen. We moeten ons die tijd ook gunnen.’

‘De krijgsmacht is een robuuste organisatie,

maar heeft ook sociale vernieuwing nodig’

dit bedrijf weer helpen met chauffeurs en logistiek personeel, als zij een piekperiode hebben.’

MindsetOok sociale innovatie is een onderwerp voor de krijgsmacht. Matthijssen: ‘We zijn een robuuste orga-nisatie, maar we hebben ook sociale vernieuwing nodig. Niet alleen procedures en processen maar ook de mindset van mensen moet veranderen. We moeten vaste patronen weten te doorbreken. Zo zijn we in het leger gewend om processen consequent staps-gewijs af te werken. Dat kost soms veel tijd. Dus we zijn ertoe overgegaan om alle schakels in het proces vooraf bij elkaar te roepen om zo’n proces efficiën-ter te organiseren. Ook is het onafwendbaar dat we andere managementstijlen gaan introduceren. We kennen veel discipline en vaste wijzen van werken en planningsprocessen. Toch blijft het nodig out of the box te kunnen denken, om creatieve oplossingen te

vinden. De uitdaging voor de hogere militairen is de ruimte binnen de organisatie te creëren. Vaak zitten onderin de goede ideeën.’Van Sprang ziet dat er tijdens missies volop sprake is van creativiteit en wendbaarheid onder zijn mensen. ‘Als we ergens op inzet zijn, lukt dat prima. Er is dan veel vrijheid. Maar zodra we onze trossen aan wal hebben vastgelegd, is het opeens lastig. Dat is wel te verklaren. De afgelopen 20 jaar hebben we te maken gehad met krimp van de organisatie. Elk dubbeltje moest omgedraaid. De wendbaarheid van de orga-nisatie die we nu zo graag willen, werd in feite gesmoord in een lemen laag van vaste procesjes en protocolletjes. Alles was gericht op het terugdringen van kosten en het verbeteren van de efficiency, maar dat ging ten koste van de effectiviteit van de organi-satie. Nu de budgetten worden verhoogd, is er weer ruimte om te ademen. We moeten nu het keerpunt maken.’ n

nr. 13 | 2018

17vo

oru

it

Page 18: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Een webportal voor mantelzor-gers, een crowdfundingactie voor een nieuw speelplein of kunstwerk op de rotonde, een lokaal opgezet Wifi-netwerk,

een Whatsapp-groep voor inbraakmel-dingen, burgers die zelf hun groen doen... In iedere gemeente is wel een voorbeeld te vinden van een initiatief in het sociaal domein waarbij burgers taken en diensten verrichten die jaren-geleden nog door overheden werden uitgevoerd. Vaak zijn deze initiatieven uit noodzaak geboren: de afgelopen jaren is door overheden immers flink bezuinigd op het sociaal domein. Nieuwe manieren om zorg, hulp en ondersteu-ning te bieden op een goedkopere manier zijn dus hard nodig. Dus wordt er flink geëxperimenteerd met nieuwe vormen van beleid en pilotprojecten. Ook zijn regionale coöperaties opgericht: soms geïnitieerd door gemeenten, soms door burgers zelf, dan weer door zorginstel-lingen of ondernemers. Dit alles onder mooie noemers als zelfsturende samen-leving, doe-democratie, participerende

overheid, deeleconomie en de coöperatie-ve samenleving. Op afstand kijkend naar al deze initiatieven is een paar conclusies te trekken: de successen zijn wisselend, de slagkracht is beperkt, de initiatieven zijn vaak tijdelijk en ad hoc, gedreven door waar burgers en bestuurders de meeste urgentie voelden of het meeste zin in hadden en vaak ontbreekt het aan opvolging.

GrenzenDat is op zich niet zo verwonderlijk in een vluchtige samenleving die steeds meer georganiseerd is in tijdelijke gemeen-schappen, gebonden door een gezamen-lijke interesse of een actuele discussie. Burgers zijn drukker dan ooit, soms zelfs overbelast, en niet in staat om elkaar constant hulp of zorg te bieden. Er zijn grenzen aan de zelfredzaamheid van de samenleving en dus ook grenzen aan wat de overheid kan ‘uitbesteden’ of overlaten aan de ‘toevallige’ bereidheid van haar inwoners of aan wat de markt rendabel vindt. Waar de samenleving steeds losser en vluchtiger is, moet de overheid zorgen

Ook in het sociaal domein kan de overheid als platform een rol spelen. Dat betekent een wezenlijk nieuwe manier van werken: niet meer alleen inkopen en uitbesteden, maar voorwaarden scheppen, uitnodigen en faciliteren. Synergie creëren tussen de eigen activiteiten, commer-ciële diensten en de vrij-willige inzet van burgers. Zo’n platform kan ook een belangrijke rol spelen in het scheppen van vertrou-wen tussen burgers onderling zodat ze meer bereid zijn zich voor elkaar in te zetten.

Samen op een sociale marktplaats

Zorg, hulp en persoonlijke ondersteuning

nr. 13 | 2018

18

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur en expert op het gebied van platformeconomie,

digitale innovatie en cocreatie

DE OVERHEID ALS PLATFORM

Tekst Maurits KreijveldBeeld Dimitry de Bruin

Page 19: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

voor continuïteit, stabiliteit en de langere termijn. Praktisch gezien betekent het dat de overheid een ondersteunende structuur moet bieden waarop - naast de overheid - ook burgers en bedrijven initiatieven (diensten) kunnen ‘bouwen’, die elkaar kunnen aanvullen, die kort- of juist langlopend kunnen zijn en samen-werkingsverbanden die kunnen wisselen van karakter of samenstelling. Kortom, de overheid zou een platform moeten worden voor het sociaal domein.Naar analogie van succesvolle platformen als Amazon, Facebook en Uber, zou dat eruit kunnen zien als een sociale markt-plaats waar alle ‘vraag’ en ‘aanbod’ met betrekking tot zorg, hulp en persoonlij-ke ondersteuning elkaar kunnen vinden. Door dit allemaal op één plek samen te brengen kunnen gaten die nu vallen tussen de vele versnipperde initiatie-ven worden opgevuld. Tegelijk creëert het voldoende schaal zodat geprofi-teerd kan worden van netwerkeffecten: hoe meer vragers, hoe interessanter het platform wordt voor aanbieders en een rijk en gevarieerd aanbod trekt nieuwe behoeftigen.Bovendien kan het zorgen voor meer continuïteit: wanneer een dienstver-lener ziek is kan een ander zijn taken overnemen; wanneer iemand tijd heeft om te helpen, is de kans groter dat er ook een hulpvraag is en er wat te doen is.

Reputatie en vertrouwenZo’n platform kan ook een belangrijke rol spelen in het creëren van vertrouwen tussen burgers onderling zodat ze meer bereid zijn zich voor elkaar in te zetten.

Platformen kunnen burgers de moge-lijkheid geven om een reputatie op te bouwen op basis van hun eerdere inzet en bewezen betrouwbaarheid. Dit kan bevor-deren dat inwoners elkaar meer helpen of meer samenwerken, ook met buren die ze nog niet kenden.De overheid moet goed nadenken over hoe ze zo’n reputatiesysteem precies inricht en inzet. Hoe kan ze zorgen dat de drempel om mee te doen laag blijft, dat mensen een kans krijgen hun leven te beteren en dat uiteindelijk iedere inwoner op minimaal niveau verzekerd is van hulp en ondersteuning? Bij commer-ciële platformen is regelmatig kritiek op het reputatiesysteem zeker wanneer bijvoorbeeld chauffeurs minder of geen nieuwe ritten aangeboden krijgen via het platform als ze een keer een onvoldoen-de beoordeling hebben gekregen. Als te veel gebruik wordt gemaakt van popu-lariteit ontstaat vaak een klein groepje spelers dat succesvol is en de grote groep (de lokale gemeenschap in den brede) niet of nauwelijks profiteert. Reputaties en opgebouwde goodwill zouden ook

verhandelbaar gemaakt kunnen worden in de vorm van een sociaal munt- of kredietsysteem. Hiermee kunnen inwoners worden gewaardeerd voor hun inzet, elkaar betalen en wordt het investeren in de gemeenschap als geheel gestimuleerd. Dit kan de lokale gemeen-schap in gemeenten hechter maken en het sociaal domein versterken. In diverse gemeenten is geëxperimenteerd met lokale valuta of waardesystemen, het is nu zaak de best practices hiervan te verankeren in een sociaal platform zodat nieuwe projecten erop kunnen voortbou-wen, in plaats van dat het wiel telkens weer opnieuw wordt uitgevonden. Door een platform te worden en een sociale marktplaats in te richten kan de overheid op een nieuwe manier invulling geven aan haar rol in het sociaal domein. Het betekent tegelijkertijd een wezenlijk nieuwe manier van werken: niet meer alleen inkopen en uitbesteden, maar voorwaarden scheppen, uitnodigen en faciliteren. Synergie creëren tussen de eigen activiteiten, commerciële diensten en de vrijwillige inzet van burgers. En regelmatig nieuwe impulsen geven en campagnes voeren.

Dat is precies de kracht van een platform: een vruchtbare voedingsbodem bieden waarop duizenden bloemen kunnen bloeien, ook onverwachte. Zoals het met tuinieren altijd gaat betekent dit dat de overheid voortdurend onderhoud moeten blijven plegen. Doet ze dat niet, dan is de kans groot dat de tuintjes er in korte tijd erg verdord of verwilderd uit zullen zien. n

‘Reputaties en opgebouwde

goodwill kunnen verhandelbaar

worden gemaakt’

nr. 13 | 2018

19

Page 20: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

COLUMNArwin van Buuren

Arwin van Buuren is bijzonder hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

NascheidingOnze gemeente is overgegaan op een nieuwe afvalinzamelaar. Die huldigt het principe van nascheiding. Alle drinkkartonnen, blikken en plastic mogen weer bij het restafval. Ik heb hun filmpje gekeken en het ziet er uiterst geavanceerd uit. De apparatuur van de douane is er niets bij. De gemeente verkocht deze be-leidskeuze dan ook met verve. Het percentage afvalscheiding ligt bij nascheiding tientallen procenten hoger dan wanneer burgers zelf scheiden. Al die goedwil-lende, maar onnadenkende burgers kunnen natuurlijk niet tegen die hypermo-derne machines op. Die nascheiding had direct een prettige bijkomstigheid. Normaalgesproken was onze zak restafval niet te tillen. Die zat voor meer dan 80 procent vol met luiers. En dus mocht ik die altijd naar de container brengen. Dan liep ik scheef van in-spanning, met een druipende, onwelriekende zak die elk moment kon openbar-sten, in tippelpas naar de container en kwam trillend als een espenblad terug.Dat was verleden tijd! Met die nascheiding is onze zak restafval weer vederlicht. En dus brengt mijn vrouw ‘m naar de container. Maar toch stak mijn geweten. Want je moet maar lange tijd keurig netjes alles gesorteerd hebben en dan gaat die broodzak en dat melkpak toch weer de vuilniszak in. Dat kan toch niet goed zijn? En het bleek ook helemaal niet goed. Want, zo vertelde mij een kenner, naschei-ding is helemaal niet beter. Ja, wel voor die burger die sowieso alles bij elkaar mikt. Voor diens afval is elke vorm van nascheiding pure winst. Maar de burger die netjes zelf sorteert haalt veel betere percentages dan die sorteerstraat. Gemid-deld genomen zijn er helaas meer slordige dan secure burgers. En burgers opvoe-den is nog niet zo simpel. En dus, is de keus voor nascheiding op gemeentelijk niveau snel gemaakt. Helaas. De gemeentelijke inkoopstrategie en het beschikbare beleidsarsenaal is nog niet compatibel met de bevolking die zij bedient. Uniformiteit en gelijkheid in combinatie met een rekenmachine maken elk gewetensdilemma tot een schijnbare futiliteit. Daar ga je dan met je goeie gedrag. Inmiddels ben ik er achter dat voor de burger met gewetensnood nog steeds een feloranje container voor plastic afval beschikbaar is. Heb ik toch weer een klusje in ons huishoudelijk afvalmanagement. Op de fiets een stinkende zak plastic wegbrengen en die door een veel te klein gat persen waarna het oranje deksel fijntjes op je vingers valt en die als dank even liefdevol afknelt. Maar dat zelfvol-dane gevoel van binnen is wel een paar vingertoppen waard. Helaas worden die niet nagescheiden.

nr. 13 | 2018

20

Page 21: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

SOCIAAL DOMEIN

Thema

Ouderenzorg 25

Regelluwe bijstand 30

Vindplaats van Schulden 36

Verwarde personen 41

Jeugdhulp22

Passend onderwijs 26

Vroeg Eropaf 34

Beschermd wonen 38

Mantelzorgers 42

Social Challenge 47

Gezondheids-preventie 44

Page 22: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Marjanne Sint, voorzitter van de TAJ, is niet ontevre-den over wat er allemaal is bereikt, sinds het rijk de jeugdhulp overhe-

velde naar de gemeenten in 2015. ‘Echte winst is dat de hulpconstructies rond gezinnen nu in één hand liggen. Hulp bij bijvoorbeeld armoede, schulden, en de jeugdzorg zijn allemaal ondergebracht bij de gemeenten. Dat betekent dat men eerder en meer gericht kan interveni-eren. Het hele veld onderschrijft dit, voor de decentralisatie bestaat zeker draagvlak. Maar deze operatie kost meer tijd dan werd verwacht. Eerlijk gezegd had men dat wel kunnen weten. Er was drie jaar voor uitgetrokken, maar ik denk dat het wel vijf tot tien jaar duurt, voordat alles echt goed loopt. Een soortgelijke transitie in bijvoorbeeld Denemarken kostte 7 jaar.’

‘De eerste jaren bestond de vrees dat de continuïteit van de jeugdhulp in gevaar zou komen,’ vertelt Sint. ‘Dat is gelukkig niet gebeurd. Er waren wel veel inregelproblemen: gemeenten en zorg-aanbieders kenden elkaar vaak niet en moesten aan de nieuwe situatie wennen. De gemeenten kregen nieuwe taken, die

Sinds de decentralisatie van de jeugdhulp is veel werk verzet, maar er is ook nog een berg te doen. Dat concludeert de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) in haar vierde jaarrappor-tage. Belangrijk punt van aandacht de komende tijd: de specialistische jeugdzorg.

Vertrouwen in Jeugdhulp

‘Laten we niet meteen roepen dat het is mislukt’

Jeugdzorg

‘Ik heb vertrouwen in

het nieuwe stelsel, maar het

heeft wel tijd nodig’

nr. 13 | 2018

22

thema

SOCIAAL DOMEIN

Tekst Bas NieuwenhuijsenBeeld Transitie Autoriteit Jeugd en Shutterstock

Page 23: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

ze voor minder geld moesten realiseren, want er is toen 15 procent van het totale budget voor jeugdhulp gekort. Maar de gemeenten moesten wel een adminis-tratie opbouwen, wijkteams opzetten en dergelijke, en de aanbieders kregen met veel meer contractpartijen te maken. Het kostte meer dan gedacht was. De eerste tijd was het echt aanpassen en overleven.’

Financiële zorgenSint: ‘Zorgaanbieders kregen bijvoor-beeld te maken met liquiditeitspro-blemen. De gemeenten betalen vaak achteraf. Als de zorgaanbieder na een maand wordt betaald, is dat te overzien. Maar als ze een half jaar op hun geld moeten wachten, kunnen ze in grote financiële problemen raken, want de salarissen en andere kosten lopen intussen gewoon door. De afgelopen jaren is uiteindelijk maar één zorgaan-bieder failliet gegaan, de zorg aan de cliënten is door andere organisaties over-genomen. Er is wel een beweging van fusies op gang gekomen, die zie ik ook nog doorgaan.’De continuïteit van de jeugdhulp mag dan niet in het geding zijn gekomen, er zijn nog steeds belangrijke zorgen op financieel terrein. Die betreffen volgens Sint vooral de aanbieders van specialis-tische zorg, die voor ongeveer 1 procent van de kinderen nodig is, maar ruim 25 procent van het gemeentelijke budget beslaat. ‘Die zorgaanbieders hebben weinig vet op de botten, hun eigen vermogen is niet groot en daardoor kunnen liquiditeitsproblemen ontstaan. Bij de specialistische hulp in een gedwongen kader gaat het om ongeveer de helft van de aanbieders.’ Op financieel gebied liggen nog meer uitdagingen, vindt Sint. ‘In zijn geheel is de jeugdhulp nog niet goedkoper geworden. Gemeenten leggen vaak zelf geld bij. De vermijdbare administra-tielasten moeten verder omlaag. Het programma i-Sociaal Domein heeft wel geholpen, maar werkt nog niet goed genoeg. Alle gemeenten zouden de

standaardvoorwaarden moeten gaan toepassen, die binnen i-Sociaal Domein zijn ontwikkeld voor contracten met zorgaanbieders.’

Krappe arbeidsmarktDe specialistische jeugdhulp is niet alleen in financieel opzicht een punt van aandacht voor de TAJ. Sint: ‘Wij hebben al vaker aangekaart dat er in toenemende mate sprake is van krapte op de arbeids-markt. Mensen zien voor zichzelf geen

toekomst in deze sector. Dat geldt met name voor de specialistische hulp, zoals de psychiatrie: men kiest eerder voor de volwassenenzorg dan voor de jeugd-psychiatrie. Dat leidt op termijn tot een tekort waar we veel last van zullen hebben, want je lost dat niet zo snel weer op. Dit is een bovenregionaal probleem: de 42 jeugdregio’s moeten samen een visie ontwikkelen om deze specialistische jeugdzorg voor professionals aantrekke-lijk te houden.’De jeugdregio’s hebben nog meer te doen, zegt Sint. ‘In sommige regio’s verloopt de samenwerking tussen gemeenten en aanbieders goed, vooral rond de steden, want daar kenden de partijen elkaar vaak al en werkten ze al samen. Maar dat is niet overal zo. Verder vinden wij dat de gemeenten en de jeugd-regio’s meer aandacht moeten hebben voor specifieke groepen jongeren. Neem bijvoorbeeld jongeren met een verstan-delijke beperking. Er wordt vaak niet goed ingeschat wat voor hulp zij nodig hebben, en hun problemen verdwijnen niet zomaar als ze 18 worden. Ze zijn dan lichamelijk wel volwassen, maar geeste-lijk niet. Er zijn heel wat jongeren die op hun achttiende nog niet zelfstandig zijn. De pleegzorg is nu verlengd tot 21 jaar, een goede eerste stap.’De TAJ heeft volgens Sint een goede rol gespeeld achter de schermen. Het einde daarvan komt in zicht: eind dit jaar stopt de TAJ ermee. ‘Dat hebben we van begin af aan zo gewild,’ zegt Sint. ‘Het is een tijdelijke hulpconstructie, maar het nieuwe stelsel is decentraal: de verant-woordelijkheid ligt bij de gemeenten. Zolang de TAJ bijvoorbeeld zorgaanbie-ders met liquiditeitsproblemen steun bood, deden gemeenten even niks. Maar gemeenten en zorgaanbieders moeten zelf problemen oplossen en dus is het goed dat de TAJ verdwijnt. Ik heb vertrou-wen in het nieuwe stelsel, maar het heeft wel tijd nodig. Laten we niet meteen gaan roepen dat het mislukt is, omdat het langer duurt dan de 3 jaar die ervoor waren uitgetrokken.’ n

Marjanne Sint: ‘De pleegzorg is gelukkig nu verlengd tot 21 jaar, een goede eerste stap’

Jeugdzorg ‘De eerste tijd was het echt

aanpassen en overleven’

nr. 13 | 2018

23

SOCIAAL DOMEIN

Page 24: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Met deze verkiezing wordt de

aandacht gevestigd op een

beroepsgroep die vooral achter

de schermen opereert. We richten

de schijnwerper op ambtenaren

die een excellente prestatie

hebben geleverd. Wie zijn de

succesvolle sleutelfiguren bij de

overheid? En wat maakt hen tot

een voorbeeld voor anderen?

Vanaf 12 juni 2015 kunt u een collega

(of uzelf, dat mag ook!) nomineren voor

de PM Top 100. Wie verdient dit jaar

de titel Beste Ambtenaar? Er wordt

een jury- en publieksprijs uitgereikt.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt

tussen rijksoverheid en decentrale

overheden (gemeenten, provincies en

waterschappen) en tussen management,

beleid en uitvoerend/ondersteunend.

Publiek Denken verschijnt het komende jaar met de volgende themanummers c.q. specials en e-zines

25 september Groen Akkoord25 septemberVastgoedvisie16 oktober Beleid beschouwd18 decemberDienstverlening18 decemberPublieke professional

Bent u zoek naar een mogelijkheid uw visie,

aanpak, best practice of

dienstverlening bij onze lezers

onder de aandacht te brengen? Dat kan met een advertentie of een inhoudelijk artikel. Daarbij bieden wij u ondersteuning met redactionele verslaglegging, fotografie, eindredactie en opmaak.

Met Publiek Denken, het platform voor de publieke professional, bereikt u meer dan 51.000 bestuurders (print en online),

topambtenaren, overheidsmanagers en beleids-medewerkers bij Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, zbo’s, en agentschappen.

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

THEMA'S2018

Meer weten over onze advertentiemogelijkheden? Neem dan contact op met Boyke Rajbalsing op

T 06 10 93 47 77 | E [email protected]

Page 25: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Uitleg

Er wonen nu 1,3 miljoen 75-plussers in Nederland, in 2020 zijn dat er 2,1 miljoen. In 2040 gaat het om 2,5 miljoen, legt Van der Burg uit. ‘In bijna 25 jaar is het aantal ouderen in

onze samenleving dus nagenoeg verdubbeld. Dat heeft ongetwijfeld veel effect op de manier waarop we met z'n allen wonen, werken, ons verplaatsen en recreëren. Met heel veel van deze ouderen gaat het uitstekend, maar een aanzienlijk aantal kampt met problemen en daar moeten we wat aan doen.’

Handen ineenslaanDaarom startte minister Hugo de Jonge van het ministerie van VWS eind maart het Pact voor de Ouderenzorg, samen met ruim 35 zorgaanbieders, verzekeraars, gemeenten en bedrijven. Dit aantal is sindsdien flink gestegen. Tegelijkertijd startte het eerste van de drie actieprogramma’s, dat onder het Pact valt: Eén tegen Eenzaamheid. Het programma Thuis in het verpleeghuis zag in april het licht. Het laatste programma (Voor betere zorg thuis) gaat later dit jaar van start. ‘Er bestaan al enorm veel goede initiatieven om de oude-renzorg te verbeteren,’ vertelt Van der Burg. ‘Er kan alleen wel wat meer samenhang en krach-tenbundeling in. Daarom hebben we bedacht om de handen ineen te slaan. Samen moeten

we werken aan een samenleving waarin de oudere zich gewaardeerd voelt.’ Een goed voorbeeld van zo’n coalitie is de gemeente Doorn, die zich inspant om een dementievriendelijke samenleving te worden. Van der Burg: ‘70 Procent van de demente mensen woont thuis. Als je wilt dat ze niet vervreemd raken in de samenleving is het belangrijk dat je met z'n allen rekening houdt met hen. Dat er begrip is bij winkelpersoneel als iemand zijn pincode is vergeten of de weg kwijt is. In Doorn heeft de lokale Albert Heijn zijn personeel getraind om goed met demente klanten om te gaan. Dat is in samenwerking met Alzheimer Nederland gegaan. Ik vind het een voorbeeld van een prachtige verbinding. In het Pact zoeken we naar meer van dit soort initiatieven.’

OproepHet actieprogramma Eén tegen Eenzaamheid moet in september 100 lokale coalities tegen eenzaamheid opleveren. ‘In september vindt namelijk de Week van de Eenzaamheid plaats. Daarom doe ik ook graag de oproep aan alle gemeenten die nu nog bezig zijn met hun collegeprogramma’s. Wil je wat betekenen voor de ouderen in je gemeente? Ga dan in ieder geval voor een lokale coalitie tegen eenzaamheid.’ n

Het Pact voor de Ouderenzorg van minister Hugo de Jonge (VWS) werd eind maart met grote trom aange-kondigd. Alleen al dit jaar is er 435 miljoen euro beschikbaar om de kwaliteit van de verpleeghuiszorg te verbeteren. Ook zijn er middelen beschikbaar om de stijgende trend van eenzaamheid onder ouderen te keren en de zorg thuis te verbete-ren. En dat is hard nodig, meent Kees van der Burg, DG Langdurige Zorg bij het ministerie van VWS.

Prachtig pact moet ouderenzorg verbeteren

nr. 13 | 2018

25

thema

SOCIAAL DOMEIN

Waardig ouder worden

Tekst Pieter VerbeekBeeld Shutterstock

Page 26: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Uitleg

Sinds de decentralisaties is dit bovenal een verantwoorde-lijkheid van de gemeenten, die zorgdragen voor alle ondersteuning, hulp en zorg

aan kinderen, jongeren en opvoeders, inclusief een goede afstemming daarvan met het onderwijs. De school zorgt voor onderwijsondersteuning, de gemeente voor extra zorg voor kind en gezin. Door een goede afstemming van onderwijs-ondersteuning en zorg is maatwerk mogelijk per kind en gezin. Volgens de Jeugdwet moeten de samenwerkingsver-banden en gemeenten op overeenstem-ming gericht overleg (oogo) voeren over het conceptjeugdplan, voor zover dit het onderwijs raakt.De regio Zuid-Kennemerland - met daarin de gemeenten Haarlem, Zandvoort, Bloemendaal, Heemstede, Haarlemmerliede en Spaarnwoude - is er een jaar eerder mee begonnen dan andere regio’s en kent al sinds 2011 deze vorm van samenwerking. Wethouder

Merijn Snoek van Haarlem en direc-teur-bestuurder Johan Vermeer van het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland voor voortgezet onderwijs beoordelen het resultaat. De koppeling tussen het samenwerkingsverband en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is goed verlopen, concluderen ze, terwijl dat samenwerken best ingewikkeld is. Zo hebben de verschillende partijen elkaars taal en elkaars positie moeten leren kennen. Voor jeugdzorg is de school maar één van de verschillende ‘vind-plaatsen’ van kinderen en jongeren met

Alle kinderen verdienen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs. Ze gaan in principe naar het reguliere onderwijs, maar voor kinderen die daar niet goed op hun plaats zijn, blijft het speciaal onderwijs bestaan. Reguliere en speciale scholen werken samen in regionale samen-werkingsverbanden om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onder-wijsplek te bieden.

Ieder kind in het vizier

Werken aan een inclusieve samenleving

Tekst Maurits van den ToornBeeld Shutterstock

Passend onderwijs

‘Passend onderwijs is een

kwestie van lange adem’

nr. 13 | 2018

26

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 27: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

problemen, net als bijvoorbeeld de sport-vereniging, terwijl het voor de school zelf de hele wereld is.Vermeer is positief gestemd, hoewel de reacties van de scholen op de komst van speciale coaches van het CJG verschillen, van niet-tevreden tot juist heel tevreden. Die reacties illustreren dat het verbinden van onderwijs en jeugdhulp ingewik-keld is. Hij licht dat toe: ‘Op een school met heel gestructureerd onderwijs, speciaal voor kinderen met een autisti-sche stoornis, is het CJG als het ware kind aan huis. Daar zijn de problemen bekend, maar ook op een ‘normale’ school zitten kinderen die het soms moeilijk hebben. Hun problemen lopen juist zeer uiteen, met als gevolg dat de school steeds bij een andere professional moet zijn. Dat is moeilijk te regelen, elke casus is anders. Voor elke school is samenwerking nodig tussen de jeugdarts, de CJG-coach, de leer-plichtambtenaar en een consulent van het samenwerkingsverband. Deze vier professionals staan alle vier om ouder en kind heen om te regelen wat er nodig is. Iedere keer gaat het om maatwerk, dat hebben we de afgelopen periode geleerd.’

TrotsOok Snoek is positief gestemd. ‘Elke school in het primair onderwijs heeft een dedicated CJG-coach gekregen. Die coach moet ook op de teamfoto staan, zeg ik altijd, want hij moet gezien worden als onderdeel van de school, zodat er snel kan worden opgetreden als dat nodig is. Vanuit het onderwijsveld is ervoor gepleit om onderwijs en jeugdzorg in één porte-feuille te houden. We hebben dat in het nieuwe college ook gedaan.’ Snoek is opnieuw wethouder geworden, maar hij heeft de portefeuille jeugd en onderwijs verruild voor financiën en openbare ruimte.Op basis van de opgedane ervaringen wil Vermeer verder gaan: ‘We moeten durven concluderen dat school misschien niet voor elk kind de goede oplossing is. We moeten absoluut voorkomen dat kinderen thuis zitten, maar met jeugdhulp en onderwijs op maat kunnen we ook voor thuiszitters een oplossing bieden. We wachten op een brief van de

minister om hier invulling aan te geven.’Snoek: ‘Geen kind zou thuis moeten zitten, maar dat lukt nu niet altijd. Wat wel kan is dat we ieder kind in het vizier hebben en voor ieder kind een plan maken. Hier in Haarlem hebben we sinds vorig jaar De Gentiaan, speciaal basis-onderwijs voor kinderen die niet goed in een groep kunnen functioneren als gevolg van uiteenlopende beperkingen en gedragsproblemen. Het is een vorm van onderwijs met heel intensieve bege-leiding vanuit jeugdzorg en één leer-kracht voor slechts drie kinderen.’Het is een project om trots op te zijn, vinden ze beiden. Het is samen met ouders ontwikkeld en geïmplemen-teerd binnen ongeveer een jaar tijd. Het idee is dat er meer van dergelijke op maat gemaakte onderwijs-zorgarrange-menten komen. Vermeer: ‘Dat is lastig,

want de onderwijsinspectie is het er op beleidsniveau dan wel mee eens, maar de uitvoeringsorganen van de inspectie zeggen nogal eens ‘nee’ tegen dergelijke voorstellen.’

ToekomstHet succes van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg is af te meten aan het aantal kinderen dat thuis zit, vindt Vermeer. ‘Het aantal thuiszitters is een duidelijke indicator. Het zijn er in Nederland niet veel, het gaat om de laatste tienden van procenten. Maar het gaat wel om ingewikkelde situaties waarvoor goede samenwerking tussen school en jeugdzorg echt nodig is. Ik hoop dat het passend onderwijs nog een kabinetsperiode kan blijven bestaan, want het is een zaak van lange adem. Dekker gunde ons die tijd eigenlijk niet, hopelijk dat het met Slob nu wel lukt. En ik hoop ook dat we sneller kunnen handelen, voor pubers duurt het nu vaak te lang voordat er besluiten genomen worden.’ Snoek voegt toe: ‘Ik geloof in de inclusie-ve samenleving en zie kinderen het liefst naar het regulier onderwijs gaan, maar als dat niet lukt, dan is er het speciaal onderwijs dat kinderen een toekomst biedt. Ook passend onderwijs is werken aan een inclusieve samenleving.’ n

‘School is misschien

niet voor elk kind de goede

oplossing’

nr. 13 | 2018

27

SOCIAAL DOMEIN

Page 28: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

A+O fonds Gemeenten

Een effectief sociaal beleid valt of staat met gepassioneerde uitvoer-ders. Doorzetters met hart voor hun klant die zaken slim en goed weten te regelen. Als blijk van waardering voor hun inzet organi-

seert A+O fonds Gemeenten de verkiezing van de Uitvoerder van het Jaar 2018. Ken jij een collega in het sociaal domein die de spotlights

verdient? Meld hem of haar aan voor de longlist.

Nomineer een collega voor de Uitvoerder van het Jaar 2018

‘Het echte werk gebeurt in het veld’

Erkenning voor uitvoerders is cruciaal en hoog tijd, vindt Nico Versteeg, bestuurslid van A+O fonds Gemeenten, gemeentesecreta-ris Lelystad en lid van de vakjury Uitvoerder van het Jaar. ‘Er zijn veel podia voor de beste

overheidsbestuurder of beste overheidsmanager. Door die grote aandacht voor de top zou het beeld kunnen ontstaan dat die laag belangrijker is dan de uitvoe-ring. Maar het echte werk gebeurt in het veld. Daar zijn uitvoerders dag en nacht in touw om inwoners daad-werkelijk te helpen. En die rol wordt steeds groter. De wereld verandert zo snel en is zo complex geworden – inclusief onze eigen regels en procedures - dat oplossin-gen voor problemen niet vanachter het bureau kunnen worden bedacht. We komen er steeds meer achter dat we in en van de praktijk moeten leren. Uitvoerders moeten in staat zijn en het lef hebben om te experimen-teren. De uitvoering komt zo steeds centraler te staan in het werk van de overheid. Met de Uitvoerder van het Jaar-award erkennen we dat die rol hartstikke belang-rijk is en willen we het werk de waardering geven die het verdient.’

Dansen Vorig jaar wist Marlous Bruntink van de gemeente Haaksbergen zowel de vak- als de publieksjury voor zich te winnen. Naast eeuwige roem ontving ze een opleidingscheque van 500 euro, een budget voor een teamdag van maximaal 2000 euro en een tweede opleidingscheque van 500 euro als publieksprijs. Het

juryrapport: ‘Marlous gaat over grenzen heen om te komen tot oplossingen. Hierbij laat ze zich niet remmen door regels en is ze een verbinder en aanpakker. Ze danst met het systeem’.In haar functie als procesregisseur zorg en veiligheid komt Bruntink in actie als een sociaal probleem een veiligheidsprobleem dreigt te worden. Ze gaat ter plekke kennismaken met alle betrokkenen, coördi-neert hulpverleningsplannen, en creëert netwerken om te voorkomen dat situaties uit de hand lopen. Ze is in haar nopjes met de titel: ‘Ik zit nog maar twee jaar in mijn huidige functie bij de gemeente. Ik heb bij politie en jeugdzorg gewerkt en soms voelde ik me door mijn persoonlijkheid en de manier waarop ik

Nico Versteeg: ‘We komen er steeds meer achter dat we in en van de praktijk moeten leren’

nr. 13 | 2018

28

VAN ONZE KENNISPARTNER

28Tekst Ellen RölingBeeld Kees Winkelman

Page 29: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

werk een vreemde eend in de bijt. Toen mijn coördinator me samen met de wethouder voordroeg voor Uitvoerder van het Jaar 2017, was dat voor mij het bewijs dat ik op de goede weg zat en gewaar-deerd werd. Dat ik uiteindelijk gewonnen heb, is helemaal fantas-tisch. Door de opleidingscheques ben ik bovendien gaan nadenken wat ik verder wil. In overleg met de gemeente ga ik nu master Management & Innovatie in maat-schappelijke organisaties doen.’ De teamdag staat voor deze zomer op de agenda: ‘Ik heb geweldige collega’s, zonder wie ik deze prijs niet had kunnen winnen.’

Uiterlijk 1 oktoberWat moet iemand volgens Bruntink in huis hebben om Uitvoerder van het Jaar te worden? ‘Een goede uitvoer-der zet altijd de klant centraal, verkoopt nooit nee, en denkt in oplossingen. Hij of zij hakt knopen door als dat nodig is en durft buiten de lijntjes te kleuren. Dus niet: wat is mogelijk binnen de regels en kaders, maar: wat is nodig? Als de regels te letterlijk worden opgevolgd, kan dat een menselijke oplossing in de weg zitten. Een voorbeeld: een alleenstaande moeder met uitkering mag niet samenwonen. Maar als de vrouw lichamelijk niet in orde is en het belangrijk is dat haar partner bij haar woont, omdat ze anders niet voor de kinderen

kan zorgen, dan zorg ik ervoor dat dat mogelijk wordt. Ik maak een gezamen-lijk, multidisciplinair plan waarin alle betrokken hulpverleners en instanties zich kunnen vinden en waarin we samen hetzelfde doel nastreven in plaats van dat we elkaar tegenwerken. Een goede uitvoerder moet wat mij betreft dus ook een goede verbinder zijn en een goed netwerk hebben.’Collega’s nomineren voor de Uitvoerder van het Jaar is mogelijk tot 1 oktober 2018. In oktober kunnen collega’s, familie en vrienden hun stem uitbrengen op hun

favoriet, waarna een shortlist met de vijf beste kandi-daten overblijft. Op 13 november tijdens het Congres Vakmanschap van de Uitvoeringsautoriteit van A+O fonds Gemeenten maakt de vakjury bestaande uit Nico Versteeg (bestuurder A+O fonds Gemeenten), Marlous Bruntink (winnaar 2017), Leon Wever (directeur Speciale Projecten, ministerie VWS) en Karin Sleeking (directeur A+O fonds Gemeenten) bekend wie de winnaar(s) zijn. Versteeg: ‘Wat vorig jaar opviel, is dat alle kandidaten met de voeten in de uitvoering stonden en in staat waren om het verschil te maken voor hun klanten. Stuk voor stuk wisten ze leefwe-reld en systeemwereld creatief te verbinden en waren ze in staat om in de praktijk te leren. Veel uitvoerders hebben deze kwaliteiten, waardoor ze stappen weten te zetten waarmee ze mensen concreet kunnen helpen en onder-steunen. Zij dragen bij aan een betere samenleving en ik ben benieuwd wie daarin dit jaar excelleert.’ n

Jouw collega in de spotlights?Ken je een uitvoerder in het sociaal domein die de titel Uitvoerder van het Jaar absoluut verdient? Een collega die op creatieve, doortas-tende, slimme, hartverwarmende en gepassioneerde wijze zorgt dat inwoners écht geholpen worden? Nomineer hem of haar dan uiterlijk 1 oktober via: Uitvoerdervanjaar.nl.

Marlous Bruntink: ‘Een goede uit-voerder zet altijd de klant centraal, verkoopt nooit nee, en denkt in oplossingen’

nr. 13 | 2018

29

Page 30: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

De tijd lijkt rijp voor het basisinkomen. Over de hele wereld vinden experimen-ten plaats. Ook in Nederland, waar Wageningen, Tilburg, Utrecht, Nijmegen, Deventer en Groningen proeven doen met varianten daarop: een regelluwe

bijstand die mensen meer vrijheid moet geven. Op 30 april werd bekend dat zelfs de Wereldbank het basisinkomen gaat aanbevelen.

Kunnen we inkomen en werk (eindelijk)

loskoppelen?

Tekst Ellen RölingBeeld Hollandse Hoogte/Guido Koppers

Regelluwe bijstand

Voorzitter Alexander de Roo van de Vereniging Basisinkomen pleit al dertig jaar voor een basisinkomen. ‘De Wereldbank kan voor een doorbraak zorgen. Het huidige systeem voor

sociale zekerheid is volledig achterhaald en uitge-kleed. Het is ontwikkeld na de oorlog en gaat uit van één werkend persoon per gezin die een vast inkomen verdient. Maar tegenwoordig heeft bijna de helft een flexcontract of is zzp'er en heeft dus niets aan dat systeem. Een basisinkomen geeft bestaanszekerheid en vrijheid. Dat mensen dan lui op de bank gaan zitten, blijkt niet uit de ervaringen. Experimenten in bijvoorbeeld Canada, Alaska en India laten zien dat mensen graag van waarde zijn en een zinvolle bijdrage willen leveren. Dankzij het basisinkomen worden ze creatiever, productiever en gelukkiger. In de toekomst zal er door nieuwe technologie en robotisering ook niet voor iedereen een baan zijn. Door het basisinkomen kunnen mensen zelf gaan doen wat hen zinvol lijkt.’

Veel gemeenten zijn geïnspireerd door het gedach-tegoed van een basisinkomen als oplossing voor mensen in de bijstand. Zou meer eigen regel-vermogen leiden tot meer zelfredzaamheid en ondernemerschap? Tot meer geluk en dus afname van zorgvraag? In 2017 gaf staatssecretaris Jetta Klijnsma officieel toestemming voor experimenten, wettelijk ingekaderd via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Tilburg is ondertussen gestart met een Vertrouwensexperiment op initiatief van de Maatschappelijke Ontwikkelings Maatschappij (MOM) in nauwe samenwerking met wethouder Erik de Ridder.

Meer vrijheid MOM-directeur Ralf Embrechts werkt al negen jaar vanuit de armste wijken in Tilburg en zag van nabij hoe het systeem van sociale zekerheid volledig is vastgelopen. ‘Het is utopie te denken dat alle 8000 bijstandsgerechtigden in Tilburg nog een volwaardige baan van 28 tot 40 uur krijgen. Toch

nr. 13 | 2018

30

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 31: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

dwingen we ze om elke maand weer te solliciteren en straffen we ze als ze niet aan hun verplichtin-gen voldoen. Het is een systeem van wantrouwen en regels die mensen lamslaat. Als ik met mensen praat, vertellen velen dat ze ook eigenlijk niet meer naar een reguliere baan terug willen of kunnen. Driekwart van hen blijkt gemiddeld 24 uur per week bezig te zijn met vrijwilligerswerk, mantel-zorg of de zorg voor hun kinderen. Wat hen stress bezorgt is het weinige geld en alle beperkende regels. Nibud heeft al jaren op rij uitgerekend dat bijstandsgerechtigden standaard 200 euro te weinig krijgen om te kunnen leven. Ze hebben totaal geen vet meer op de botten en hopen elke maand weer dat er niets onverwachts gebeurt. Maar wat zou er gebeuren als we ze meer vrijheid geven om zelf een betekenisvolle invulling voor hun leven te vinden? En als ook hun vrijwilligerswerk en mantelzorg als ‘werk’ worden gewaardeerd?.’ Ondertussen hebben zich ruim 500 bijstandsge-rechtigden aangemeld voor de 800 plekken binnen het Tilburgse Vertrouwensexperiment dat twee jaar

gaat duren. Onder leiding van Tilburg University worden de deelnemers at random verdeeld over vier onderzoeksgroepen: de eerste groep wordt vrijge-steld van verplichtingen, dus geen reïntegratie- of sollicitatieverplichtingen meer. De tweede krijgt ruimte om 200 euro bij te verdienen; binnen de huidige regeling is bijverdienen slechts beperkt toegestaan waardoor kleine baantjes niet aantrek-kelijk zijn. De derde groep krijgt intensievere

Regelluwe bijstand

‘Leidt meer eigen regel-vermogen tot meer zelfredzaamheid en onder nemerschap?’

In Tilburg kunnen burgers in de bijstand deelnemen aan het Vertrouwensexperiment

nr. 13 | 2018

31

SOCIAAL DOMEIN

Page 32: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest
Page 33: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

begeleiding met oprechte aandacht voor talenten en zelfstandigheid. En tot slot is er ook een contro-legroep waar niets wijzigt. Aan hen wordt wel gevraagd om vragenlijsten in te vullen. Embrechts: ‘Aan de hand van de resultaten gaan we - samen met de gemeente als uitvoerder van de Participatiewet - kijken wat werkt en wat gelijk ingevoerd kan worden. Ik neem alvast een voorschot: vertrouwen loont en maakt mensen gelukkiger.’

Teugels laten vierenWageningen voert sinds oktober 2017 een gelijk-soortig experiment uit onder de naam ‘Vertrouwen Werkt’, ook samen met Tilburg University. Wet -houder Dennis Gudden: ‘De huidige bijstandswet gaat vooral uit van regels en protocollen. Mensen moeten aan heel veel voldoen, terwijl de eigenlij-ke vraag is: wat hebben mensen nodig uit om uit de bijstand te komen? Daarom doen we net als in Tilburg een experiment dat uitgaat van mensen en vertrouwen in mensen. Ik ben ervan overtuigd dat dit leidt tot minder stress, meer welbevinden en meer eigenwaarde, waardoor mensen sneller in staat zullen zijn om mee te doen in de samenle-ving. Via werk, vrijwilligerswerk, of met een andere invulling.’ Het initiatief voor het experiment kwam uit de D66-fractie in de raad, Guddens eigen partij, en kreeg brede steun in de raad. Ook de bijstand-standsgerechtigden hebben het experiment hartelijk ontvangen: 261 van de 750 doen mee. Kranten berichtten al van goede resultaten: 29 mensen zouden het experiment al hebben verlaten, omdat ze een baan vonden. Volgens Gudden is dat een positief signaal, ‘maar is het te vroeg om dit aan het experiment toe te schrijven. In de tweede helft van 2018 worden de eerste tussentijdse resultaten bekend gemaakt.’Zowel Wageningen als Tilburg hadden de teugels het liefst nog verder willen laten vieren, bijvoor-beeld door mensen 400 euro bij te laten verdienen, maar dat liet Den Haag via de AMvB niet toe. De Roo: ‘De politiek blijft vasthouden aan de koppeling tussen werk en inkomen. Er bestaat een angst dat een basisinkomen zorgt voor minder arbeidsparticipatie. Dat laat de praktijk niet zien. In het Canadese experiment nam de deelname aan betaald werk weliswaar met 5 procent af, maar dit bleek vooral positief. Jongeren konden dankzij het basisinkomen langer op school blijven en vrouwen

met jonge kinderen kozen om thuis te blijven.’ De experimenten met de bijstand ziet De Roo als een mooie eerste stap. ‘In de discussies rond de experimenten met regelluwe bijstand in de Tweede Kamer was het draagvlak groot: 17 van de 19 partijen stemden voor. Alleen VVD en PVV waren tegen.’ Een basisinkomen zou volgens hem precies hoog genoeg moeten zijn om van te leven. Volgens het Nibud is dat 1250 euro voor een alleenstaande. ‘Zorg voor 650 euro basisinkomen per volwassene, 300 per kind en 600 euro woontoeslag per huishou-den. Dat kost jaarlijks zo’n 30 miljard euro extra en daarvoor is een belastingverhoging nodig. Die 30 miljard kunnen we vinden door verhoging van vermogensheffing en milieuheffingen, door de btw op Scandinavisch niveau te brengen, door iedereen 50 procent inkomstenbelasting te laten betalen (en de top 60 procent) of door 10 procent te bezui-nigen op de overheidsuitgaven. Of een combinatie daarvan. ’‘Een belangrijk deel van het basisinkomen kan ook worden gefinancierd door alle inkomensafhanke-lijke toeslagen af te schaffen. Heffingskortingen en ons toeslagenstelstel zorgen voor ongelijkheid en armoedeval bij lagere inkomens. Afschaffing maakt ons financiële stelstel een stuk eenvoudiger. Om het tegenargument dat je geld niet gratis mag weggeven, moet ik lachen. Via de hypotheekaftrek doen we dat al jaren, aan de groep die het niet zo hard nodig heeft.’ n

‘Afschaffing van inkomens afhankelijke toeslagen maakt ons financiële stelstel een stuk eerlijker’

nr. 13 | 2018

33

Page 34: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Tekst Ellen RölingBeeld Shutterstock

Nederlandse gemeenten gaan

Vroeg Eropaf

Mensen in schulden zijn zorgmijders

De cijfers liegen er niet om. Volgens het Nibud kampt een op de vijf gezinnen met problematische schulden. Bijna 200 duizend huishou-

dens zitten al in de schuldhulpverlening, 1,2 miljoen nog niet. Met Vroeg Eropaf kunnen gemeenten deze huishoudens vroegtijdig op het spoor komen en hulp bieden. Woningcorporaties, energiele-veranciers en zorgverzekeraars spelen daarbij een belangrijke rol. Zij merken vaak als eerste dat er iets aan de hand is. De huur wordt te laat of niet overge-maakt. De energie rekening een keertje niet betaald. Door een seintje van deze bedrijven kan een hulpverlener hulp bieden voordat schulden onoplosbaar oplopen. De gemeente Almere wil met Vroeg Eropaf huisuitzettingen door financiële problemen voorkomen.

Wethouder Jerzy Soutekouw van Almere: ‘Persoonlijk contact en vroegsignalering zijn de sleutel bij de oplossing van finan-ciële problemen. Als een huurder twee maanden huurachterstand heeft, krijgen we een melding van de woningcorpora-tie. Een maatschappelijk werker en een schuldhulpverlener doen dan maximaal drie keer een poging tot een huisbezoek. Soms krijgen ze geen contact, maar als de deur opengaat, komt het bijna altijd tot een gesprek. In 2017 zijn 469 huishoudens aangemeld en zijn met 297 huishoudens gesprekken gevoerd. Het merendeel van deze huishoudens was nog niet bekend bij de schuldhulpverlening, dus dankzij Vroeg Eropaf bereiken we een nieuwe groep schuldenaren.’ De meeste mensen zijn volgens Soutekouw blij dat ze hulp krijgen. ‘Sommigen zijn zelfs tot tranen geroerd. Mensen geven

regelmatig aan dat ze het moeilijk vinden om zelf stappen te zetten en om hulp te vragen. Het huisbezoek komt dan als geroepen.’ Mede door de inzet van Vroeg Eropaf is het aantal huisuitzettingen in Almere afgenomen van 73 in 2016 tot 30 in 2017. Een daling van het aantal huisuitzettingen betekent ook een aanzienlijke daling van de maatschappelijke kosten.

BudgetcoachingIn Amsterdam lopen ruim 80.000 huis-houdens een hoog risico op schulden. De gemeente wil vinger aan de pols houden en werkt daarvoor sinds 2000 samen met woningcorporaties in Eropaf en sinds 2007 ook met maatschappelijke partners als energiebedrijven en zorgverzekeraars in Vroeg Eropaf, dat in november 2017 nog eens aangescherpt werd met een convenant voor een ‘sluitende aanpak’. Anneke Verboom van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties: ‘Binnen de Vroeg Eropaf-aanpak krijgen huurders met twee maanden huurschuld bezoek van een maatschappelijk werker of schuld-hulpverlener van de gemeente. Met als doel afspraken maken en kijken wat nodig is, zoals budgetcoaching of een beta-lingsregeling. Deze aanpak bleek in de afgelopen jaren effectief, maar jammer genoeg bereikten we niet iedereen.’ Mensen in schulden, zijn in veel gevallen

Zo’n 45 procent van de huishoudens in Nederland hebben geldzorgen. Met de Vroeg Eropaf-aanpak willen gemeenten als Almere, Amsterdam en Arnhem voorkomen dat hun inwoners diep in de financiële problemen komen. Samen met nutsbedrijven, woning-bouwcorporaties en zorgverzekeraars brengen ze achter-stallige betalingen vroegtijdig in beeld en bieden ze bewoners hulp voordat het te laat is. De aanpak werkt.

nr. 13 | 2018

34

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 35: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

zorgmijders, aldus Verboom. ‘Ze schamen zich, zijn gewend aan deurwaarders op de stoep en duiken liever onder de bank als er iemand aanbelt. Binnen het nieuwe convenant krijgen alle maatschappelijke partners een nog actievere rol om klanten met betalingsachterstanden te bereiken en problemen op te lossen. Burgers krijgen in principe pas een deurwaarder op de stoep als we ze echt niet kunnen bereiken of weigeren om mee te werken.’ Door de samenwerking is het aantal huis-ontruimingen in Amsterdam ondertussen gedaald van 885 in 2007 naar 257 in 2017.

Energieleverancier Nuon werkt al in zeven gemeenten samen met een Vroeg Eropaf-aanpak. Directeur Klanten Bram Drewes: ‘Energieleveranciers behoren tot de top drie schuldeisers, naast zorgverzeke-raars en woningbouwcorporaties. In de loop der jaren is onze aanpak veranderd. Tien jaar geleden hanteerden wij nog strenge incasso brieven. Hoe verder je in ons incassoproces kwam, des te meer nota’s je open had staan, hoe strenger wij werden. Toen dit niet het gewenste resultaat opleverde en we ons meer gingen verdiepen in de problemen van de klanten, kwamen we tot nieuwe inzichten en een andere aanpak. We zijn samen-werking gaan zoeken met gemeenten en schuldhulpinstanties.’

Adempauze‘In de Vroeg Eropaf-convenanten maken we ook afspraken over de samenwer-king, bijvoorbeeld dat wij ons incasso-proces tijdelijk stopzetten wanneer de gemeente contact heeft met de klant, om

de klant adempauze te geven en samen met de hulpverleners orde op zaken te stellen. Het blijft dan wel van belang dat de nieuwe nota’s zo snel mogelijk betaald gaan worden om verdere achterstand te voorkomen. Omdat we met steeds meer gemeenten samenwerken binnen een Vroeg Eropaf-convenant, wordt een uniforme aanpak van groot belang. Wij kunnen niet met iedere gemeente aparte afspraken maken. Dat is voor ons niet werkbaar.’ n

‘Dankzij Vroeg Eropaf

bereiken we een nieuwe groep schuldenaren’

Gegevensdeling en privacywetVroegsignalering staat bij de meeste gemeenten nog in de kinderschoenen. In de praktijk lopen de samenwerken-de partijen tegen tal van knelpunten aan. Een cruciale is de frictie tussen de noodzaak van gegevensdeling tussen partners en de privacywetgeving. Omdat schuldhulpverlening en dus ook preventie en vroegsignalering wettelijk tot de taken van gemeenten behoren (Wet gemeentelijke schuldhulpverle-ning), is er geen landelijke aanpak te verwachten. Maar het ministerie van SZW faciliteert gemeenten waar moge-lijk. Bijvoorbeeld door subsidiëring van het landelijke professionaleringspro-gramma Schouders eronder. Of door het oplossen van knelpunten. Onlangs stuurde staatssecretaris Van Ark een actieplan voor een brede schuldenaan-pak naar de Tweede Kamer met meer dan 40 actiepunten. Het ministerie zal onder meer een wijziging van de Wgs voorbereiden om vroegsignalering te vergemakkelijken.

‘De meeste mensen zijn heel

blij dat ze hulp krijgen’

Volgens het Nibud kampt een op de vijf gezinnen met proble-

matische schulden

nr. 13 | 2018

35

SOCIAAL DOMEIN

Page 36: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Een op de vijf huishoudens in Nederland kampt met risicovolle of problematische schulden. Op het moment dat zij aankloppen voor hulp zijn die schulden al torenhoog. Vroegsignalering staat dan ook hoog op de agenda van de politiek. Stichting BKR heeft een beveiligd informatiesysteem ontwikkeld dat gemeenten daarbij kan helpen.

Snelle hulp bij schulden voorkomt veel ellende

BKR helpt gemeenten bij vroegsignalering

20 Procent van de Nederlanders heeft risicovolle schulden, de helft daarvan zelfs echt proble-matische schulden. Die schuld is gemiddeld opgelopen tot

42.000 euro en staat uit bij gemiddeld dertien verschillende schuld eisers. Op schulden heerst nog veelal een taboe. Dat zorgt ervoor dat mensen zich schamen en terugtrekken, met als gevolg dat ze gemiddeld de eerste 42 maanden ‘onzicht-baar’ blijven voor hulp instanties. Ook omdat zij zelf geen hulp willen of durven vragen. Als ze dan in aanraking komen met schuldhulpverlening is het te laat. ‘Daarom is vroegsignalering zo belangrijk,’ stelt Patrick Sinderdinck, product manager Vindplaats van Schulden van Stichting BKR. ‘Het kantelpunt in een huishouden is snel bereikt. Er kunnen heel snel schulden ontstaan, denk aan een scheiding, werke-loosheid of bij langdurige of ernstige ziekte. Als de schuld zo hoog is opgelopen, zien mensen vaak geen uitweg meer. Dit kunnen we voorkomen door hulp aan te bieden bij beginnende betalingsachterstan-den. Het voorkomen van probleemschul-den kan ook grote kostenvoordelen met zich meebrengen. De maatschappelijke kosten van problematische schulden zijn

hoog, ongeveer 11 miljard euro per jaar.’Stichting BKR, vooral bekend van krediet-registratie van consumptief krediet, wilde dan ook al langer hier iets aan doen. In 2016 kreeg die wens vorm, en startte de organi-satie de pilot Vindplaats van Schulden. Dit is een beveiligd informatiesysteem tussen de gemeente en schuldeisers, zoals energie- en waterbedrijven, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties, die regelmatig met huishoudens met betalingsachterstan-den worden geconfronteerd. Maandelijks krijgt de gemeente een overzicht van huis-houdens met een betalingsachterstand van minimaal twee schuldeisers of van huishoudens met opeenvolgende schuld-eisers, waarbij de ene schuld in wordt gewisseld voor een ander. De gemeente deelt deze gegevens met de wijkteams of

andere hulpverleners die met de betreffen-de huishoudens in gesprek gaan om hulp te bieden. ‘Toen ik begon met Vindplaats van Schulden ben ik erg geschrokken van de aantallen,’ vertelt Sinderdinck. ‘40 Procent van de arme mensen in onze samenleving heeft werk als belangrijkste inkomsten-bron. Alsnog krijgen ze het niet voor elkaar om hun financiën goed te organiseren. Dat kan eraan liggen dat ze moeite hebben om de administratie goed te voeren, maar ook omdat ze gewoon niet goed kunnen lezen en zo de correspondentie missen. Als er veel problemen zijn, durven burgers dit vaak uit schaamte niet te uiten en blijven hierdoor een oplossing voor zich uitschui-ven. Er wordt vaak gesproken over zelfred-zaamheid, maar een deel van de burgers is hiertoe helaas niet in staat.’

Proactief op padSchuldhulpverlening en vroeg signalering staat in ieder geval hoog op de politieke agenda. Sinds de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is de taak belegd bij gemeenten. Er is nu veel aandacht voor. Zo kondigde staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Van Ark onlangs aan de komende drie jaar 80 miljoen euro vrij

‘De maatschappelijke kosten van

problematische schulden zijn

11 miljard euro per jaar’

nr. 13 | 2018

36

thema

SOCIAAL DOMEIN

Tekst Pieter VerbeekBeeld Richard Hulshof

Page 37: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

te maken voor een nieuwe aanpak van schulden. BKR faciliteert gemeenten door data te delen in het beveiligde datasysteem. ‘Zodra er voor een huishouden een indicatie van schuldenproblema-tiek is, gaat er een alarmbelletje rinkelen,’ legt Sinderdinck uit. ‘De gemeente gaat dan samen met hulpverlening op pad om te kijken wat er aan de hand is. Dankzij de input uit Vindplaats van Schulden kunnen ze dat proactief doen, dus zonder hulpvraag. De bijvangst voor gemeenten is dat ze daarbij vaak gezinnen tegenkomen met multiproblematiek, die ze nog niet kenden in hun systeem. Denk aan verslaving of psychische problemen. Zo kunnen ze helpen verdere escalatie te voorkomen.’De schuldeisers krijgen ook terug-koppeling, aldus Sinderdinck. ‘Zo kunnen leveranciers en gemeenten bijvoorbeeld afspraken maken, bijvoorbeeld om incasso’s voor een beperkte periode stop te zetten zodat gemeentelijke hulp-verlening kan worden opgezet. Het vraagt wel enige inspanning van de schuldeisers, maar draagt bij aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.’

Snel schakelenHoe zit het met de privacy van al die gevoelige persoonlijke data die door de verschillende instanties worden uitgewisseld? Daarvoor zijn speciale verwerkersovereen-komsten afgesloten met de bij Vindplaats van Schulden aange-sloten gemeenten. Daarnaast sluiten gemeenten convenan-ten af met de schuldeisers om

samen te werken aan vroegsig-nalering. Uit het onderzoeksrap-port Handreiking vroegsignalering schulden en bescherming persoons-gegeven van PBLQ blijkt dat vroeg-signalering op deze manier mag. Vindplaats van Schulden voldoet aan dit kader en daarnaast ook aan de AVG, zegt Sinderdinck. ‘Er ligt immers een maatschappelijk belang, een belang van de huishou-dens achter.’ Uit de pilot blijkt dat elke gemeente zijn eigen typische problematiek heeft. De overheid zelf is schuldeiser nummer 1. Sinderdinck: ‘Je ziet dat er veel worstelingen met de aanpak zijn. Gaan we wel of niet buiten kantooruren langs de deur, gaan we wel/niet aanschrijven of gaan we aanbellen?’ BKR is al een betrouwbare partij als het gaat om kredietregistratie, stelt Sinderdinck. Die betrouw-baarheid komt volgens hem ook terug in Vindplaats van Schulden, die nu uit de pilotfase is. ‘We garanderen dat er geen vermen-ging is van data uit de Vindplaats van Schulden en andere systemen waarmee BKR werkt. Met ons systeem kunnen alle betrokken partijen snel met elkaar schakelen. Snelle hulp bij schulden voorkomt veel ellende en maatschappelijke kosten.’ n

Bent u geïnteresseerd, of wilt u meer informatie; neem contact op met Patrick Sinderdinck via [email protected] of bezoek de website www.vindplaatsvanschulden.nl

‘Zodra er voor een huis-houden een indicatie van schuldenproblematiek is, gaat er een alarmbelletje rinkelen,’ legt Patrick Sinderdinck uit

nr. 13 | 2018

37

SOCIAAL DOMEIN

Page 38: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Eind 2015 bracht de commis-sie-Dannenberg een advies hierover uit, getiteld Van beschermd wonen naar een beschermd thuis. Voor deze

transformatie is herverdeling van de financiële middelen voor het beschermd wonen over alle gemeenten en inter-gemeentelijke samenwerking nodig. Het rijk en de VNG maakten de afspraak dat 46 centrumgemeenten eind vorig jaar in een regioplan uitgewerkt zouden hebben hoe zij deze inclusie gaan realise-ren. Uit een analyse van negentien van die plannen bleek dat de ambities nog weinig concreet zijn. Directeur GGZ Nederland Veronique Esman-Peeters spreekt van een ‘weinig rooskleurig beeld’. ‘Je ziet in veel plannen nog een zoektocht. Er is welwillendheid en commitment voor de adviezen van de commissie-Dannenberg,

maar gemeenten concretiseren de ambities nog niet. Sommige condities voor inclusie komen redelijk aan bod, zoals het versterken van zelfmanagement en preventie, maar er zijn ook condities die onderbelicht of onderschat worden, bijvoorbeeld als het gaat om de bestrij-ding van stigma en vooroordelen.’

Kennis en kundeVooral langdurige begeleiding met flexibele intensiteit scoort laag in de plannen, terwijl Dannenberg dit juist noemt als dé conditie om de kloof tussen beschermd wonen en ambulante begelei-ding te overbruggen. ‘In veel gemeenten heeft men het belang van die geïnte-greerde aanpak nog niet goed op het netvlies,’ aldus Esman-Peeters. ‘Het zijn ook meestal de gemeenten die vinden dat de ggz te veel pampert, mensen te

Door het aanbod in de geestelijke gezondheids-zorg te verschuiven van de kliniek naar de buurt, van de tweedelijns specialist naar de eerstelijns ggz en de huisarts, kan de zorg aan patiënten zoveel mogelijk dicht bij huis plaatsvin-den. Dat is gunstig omdat mensen in hun eigen omgeving vaak beter herstel-len, terwijl de verschuiving bijdraagt aan het voorkomen van oncontroleerbare groei en kostenstijgingen.

Juiste zorg op de juiste plek

Directeur GGZ Nederland: ‘Aan de slag met z’n allen’

Tekst Maurits van den ToornBeeld Hollandse Hoogte/Joost Hoving

Leden van het FACT-team (Functie Asser-tive Community Treatment) in Alkmaar gaan op huisbezoek bij een cliënt Beschermd wonen

nr. 13 | 2018

38

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 39: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

lang vasthoudt, terwijl dat naar hun idee niet nodig is. Maar het herstelproces van mensen met ernstige psychiatrische klachten duurt nu eenmaal lang. Met vallen en opstaan krijgen mensen met een psychische aandoening langzaam-aan steeds meer regie op verschillende levensgebieden. Tijdens dat proces is er nog regelmatig sprake van een terugval, beleeft men opnieuw een crisis. Dat hakt erin en mensen hebben tijd nodig om daaruit te komen en om te leren hoe ze ermee om kunnen gaan. Dat doe je niet even in een paar maanden. Beschermende woonvormen bieden een beschutte woon-omgeving daarvoor. Het is niet zozeer een kwestie van geld, want al die verschil-lende activiteiten worden uit verschil-lende potjes betaald, niet alleen door de gemeenten dus. Het is meer een kwestie van onvoldoende kennis en kunde op dit gebied. Daar kunnen onze leden gemeenten bij helpen.’Je hoort en leest, in toenemende mate lijkt het soms, over personen met verward gedrag die overlast of gevaar veroorza-ken. Het hoofd van de Nationale politie Erik Akerboom waarschuwde onlangs dat de politie steeds meer tijd kwijt is aan het opvangen van deze verwarde mensen. Het is een probleem waarvoor een persoonsgerichte aanpak nodig is door een netwerk in de wijken waarin de ggz, sociale wijkteams, politie,

woningbouwcoöperaties, de GGD, maat-schappelijke opvang, cliëntenorganisa-ties en herstelacademies nauw met elkaar samenwerken. Esman-Peeters: ‘Nog meer en nog sneller samenwerken helpt psychi-atrische crises te voorkomen of snel te beteugelen. Er is niet één oorzaak aan te wijzen waarom het soms toch niet lukt om tijdig in te grijpen. De samenleving is individualistischer geworden. Psychisch kwetsbare mensen hebben doorgaans moeite om een goed sociaal netwerk op te bouwen en dat te behouden, terwijl je dat in een tijd waarin je wat meer op jezelf aangewezen bent echt nodig hebt. Sommige mensen trekken zich ook terug uit het sociale leven als de psychiatrische klachten toenemen. Daarom moeten we als maatschappelijke organisaties samen nog meer kijken naar tijdige hulp, direct aan huis, zodat iemand tijdig in beeld is wanneer hij schulden opbouwt of steeds vaker naar de fles grijpt. Als sociale partners moeten we meer aandacht hebben voor wat er achter de gordijnen gebeurt, en erop af durven en mogen gaan.’

Nek uitstekenHet weinig rooskleurige beeld neemt niet weg dat er gemeenten zijn die het wel goed doen, bijvoorbeeld Utrecht en Enschede. ‘De positieve voorbeelden pakken de regierol en durven te inves-teren in nieuwe initiatieven waarbij ze op voorhand niet altijd weten wat daar uitkomt. Ze hebben een benadering van ‘niet lullen maar poetsen’, verschuilen zich niet achter beslissingen van het rijk, of onvolkomenheden bij sociale partners. Hun adagium is dóen, aan de slag met z'n allen’Ondanks de decentralisatie blijft ook het rijk belangrijk als verantwoorde-lijke partij voor het hele zorgstelsel en als wet- en regelgever - neem alleen al de Zorgverzekeringswet, de Wet maat-schappelijke ondersteuning en de Wet langdurige zorg. ‘En daarom heen is er allerlei sociaal maatschappelijke wet- en regelgeving waar we tijdens de behande-ling en begeleiding van psychiatrische

aandoeningen mee te maken krijgen. Dat maakt het soms lastig om multi-problematiek adequaat aan te pakken. Er zijn bijvoorbeeld tienduizend betaal-bare sociale huurwoningen nodig om psychisch kwetsbare mensen makkelij-ker uit te laten stromen uit opnamekli-nieken of door te laten stromen vanuit beschermd wonen of opvang. Daar is niet alleen het ministerie van VWS voor nodig, maar ook BZK, Financiën en andere departementen.’

Stelsels en systemenDaarmee komen we op de kwestie van het geld: er is te weinig budget voor het uitvoeren van alle plannen en intenties. Toch ziet Esman-Peeters dat niet als het grootste probleem: ‘We vragen als zorg-aanbieders niet om meer geld op macro-niveau, we vragen om concrete plannen van alle maatschappelijke partners om de ambities te realiseren. De kwaliteit van leven bij psychisch kwetsbare mensen neemt toe als we samen de ambities waarmaken. Dat begint bij goede samen-werking en durf om de soms lastige werking van stelsels en systemen naast ons neer te leggen.’ Ze stelt voor om te denken en te plannen in termijnen van vijf jaar. De doelen worden zo overzichte-lijker en zijn budgettair wellicht makke-lijker te plannen: ‘Van groot denken terug naar praktische doelen op de korte, middellange en lange termijn.’ n

‘Veel gemeenten hebben het belang van een geïnte-greerde aanpak niet goed op het netvlies’

‘Meer en sneller samenwerken helpt crises te voorkomen’

nr. 13 | 2018

39

SOCIAAL DOMEIN

Page 40: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Op maandag 19 november vindt de uitreiking van de Overheidsawards van 2018 plaats in het hart van onze democratie: de Ridderzaal. De uitreiking van de Overheidsawards draagt bij aan de positieve beeldvorming van de overheid en haar topambtenaren. Er wordt een podium geboden aan ‘de beste’ overheidsorganisaties en vooruitstrevende overheidsmanagers binnen het Nederlandse

openbaar bestuur. Juryvoorzitter van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2018, Jan van Zanen (burgemeester gemeente Utrecht en voorzitter van de VNG), zal bekend maken welke organisatie met de titel naar huis gaat. Jetta Klijnsma (Commissaris van de Koning provincie Drenthe) zal als juryvoorzitter de award voor de Overheidsmanager van het Jaar uitreiken.

De uitreiking van de Overheidsawards wordt georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement in samenwerking met de volgende partners:

Volg het verloop van beide verkiezingen opwww.overheidsawards.nl, of volg @Overheidsawards op Twitter!

Page 41: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

zoals gemeenten, (geestelijke) gezond-heidszorg, politie, justitie en ga zo maar door. Hoes: ‘Het zijn mensen die bijvoor-beeld schulden hebben, in scheiding liggen, hun baan zijn kwijtgeraakt enzo-voorts. Juist omdat er vaak sprake is van een veelvoud aan problemen, bestaat het risico dat ze tussen wal en schip vallen. De betrokken instanties weten wel dat ze het niet alleen kunnen oplossen, maar toch is de samenwerking tussen hen het belang-rijkste knelpunt dat wij zien. Dat komt doordat je te maken hebt met uiteenlo-pende wet- en regelgeving en verschillen-de financieringsstromen.’

Vliegende brigadeHet Schakelteam probeert de samen-werking tussen al die partijen te bevor-deren door ze bij elkaar te brengen. ‘We analyseren gezamenlijk de problematiek en kijken of partijen het eens kunnen worden over die analyse. Dat kost tijd, want zodra ze ‘ja’ zeggen, moeten ze het eens worden over de aanpak van die problematiek. Je moet ook schakelen tussen verschillende niveaus, van landelijk, tot regionaal, tot lokaal. Het gaat om een cultuuromslag, dat duurt lang.’Op 1 oktober dit jaar zou alles rond moeten zijn en stopt het Schakelteam, maar Hoes verwacht dat er dan nog

werk ligt. ‘Er zou na ons nog iets moeten komen om de vinger aan de pols te houden. Wij hebben in elk geval een Handelingsbank opgezet, een website waarop casuïstiek volledig uitgeschre-ven staat, om kennis te delen. En er is een ‘vliegende brigade’: experts die partijen die er niet uitkomen, kunnen bijstaan. Het is belangrijk dat onze eventuele opvolgers via de publiciteit de samen-leving in brede zin blijven aanspreken: iedereen kan verward raken en we zijn allemaal verantwoordelijk voor het zoeken naar oplossingen.’ n

De plannen van aanpak voor de problematiek rond mensen met verward gedrag zijn gereed, veel projecten lopen inmiddels. Toch denkt het Schakelteam Personen met Verward Gedrag niet dat alles voor de streefdatum van 1 oktober dit jaar in kannen en kruiken is. ‘Het gaat om een cultuurom-slag, dat duurt lang,’ zegt voorzitter Onno Hoes.

Vinger aan de polsSchakelteam Personen met Verward Gedrag

Onno Hoes: ‘We hebben een Handelingsbank opgezet, een website waarop casuïstiek volledig uitgeschreven staat’

Verwarde personen

‘Samenwerking is het belangrijkste

knelpunt’

Voor het Schakelteam in 2016 werd ingesteld, was al geïn-ventariseerd welke problema-tiek er speelt rond mensen met verward gedrag en hoe

die het hoofd kan worden geboden. Hoes: ‘Vervolgens moest een en ander goed worden uitgerold. Wij begeleiden dat door de betrokken partijen te onder-steunen, naar knelpunten te kijken en de voortgang te volgen.’ Over die voortgang is Hoes in het algemeen tevreden, al is er volgens hem nog veel werk te doen. ‘De plannen van aanpak zijn klaar en voor een groot deel lopen er projecten. Maar partijen werken nog te weinig samen.’ Niet verrassend, vindt hij, want het gaat om mensen met complexe problemen, waarbij veel instanties betrokken zijn,

Tekst Bas NieuwenhuijsenBeeld Onno Hoes

nr. 13 | 2018

41

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 42: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest
Page 43: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest
Page 44: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

In Nederland kennen we van oudsher een gezondheidszorg die curatief is ingesteld. Met andere woorden, de dokter komt pas in actie als er problemen zijn. Met het Nationaal

Preventie Akkoord wil het kabinet deze problemen een stap voor zijn: door ze te voorkomen. En dat kan de samen-leving heel wat opleveren, stelt Onno van Schayck, hoogleraar Preventieve Geneeskunde, Universiteit Maastricht. ‘Er is ongelofelijk veel voor te zeggen om vroegtijdig in te grijpen om allerlei ziektes te voorkomen die samenhangen met levensstijl, zoals obesitas of longziektes door roken. Deze ziektes kun je nauwe-lijks meer goed aanpakken als het laat in de cyclus is. Dan is het vaak dweilen met

de kraan open. Daarom ben ik blij met dit regeerakkoord en de aandacht en geld die het geeft aan preventie.’

Landelijke coalitieMet het Nationaal Preventie Akkoord slaan meerdere partijen de handen ineen voor een gezonder Nederland. Van gemeenten, zorgverzekeraars, verslavingszorg tot de voedingsindustrie. Juist deze landelij-ke samenwerking is de meerwaarde van het Akkoord, stelt wethouder Mattias Gijsbertsen van Groningen. ‘Op lokaal niveau kun je een hoop bereiken, zoals samen rookvrije zones instellen. Met een landelijke coalitie kun je pas echt afspraken maken, bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van alcohol en sigaretten

Een Nationaal Preventie Akkoord moet de komende jaren helpen om Nederland minder te laten roken, gezonder te laten eten en minder alcohol te laten drinken. Dit najaar moeten er concrete maatregelen op tafel liggen. ‘

Noodzaak of betutteling?

Nederland gezonder

Tekst Pieter VerbeekBeeld Hollandse Hoogte/Flip Fransen

Nationaal Preventie Akkoord

nr. 13 | 2018

44

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 45: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

en hoeveel suiker en zout we toestaan in producten. Als je echt iets wilt bereiken moet je daar iets aan doen. Het zijn allemaal discussies die we moeten voeren in het Nationaal Preventie Akkoord. De maatregelen die er na de zomer liggen zijn wat mij betreft niet vrijblijvend.’Ook wethouder Ilse Saris van Winterswijk hecht veel belang aan de vorming van een landelijke coalitie. ‘Preventie doe je niet alleen, daar heb je andere partijen voor nodig,’ zegt ze. ‘Landelijke bewustwor-ding kan lokale projecten versnellen. Denk bijvoorbeeld aan het gezonder maken van sportkantines. Dat er nu aandacht vanuit het rijk komt voor lokale initiatieven, vind ik heel fijn. Financiering in zorg en welzijn is namelijk te veel gericht op ongemakken en ziekte. Slechts 3 procent ervan gaat naar preventie. Dat is ongelofelijk weinig.’

Gezond gedragZowel Van Schayck, Saris als Gijsbertsen hebben de afgelopen maanden deelgeno-men aan rondetafelgesprekken. Daaruit zijn drie thema’s naar voren gekomen waar het Nationaal Preventie Akkoord aan gaat werken: roken, overgewicht en alcohol. Momenteel zijn er drie thema-tafels ingericht waaraan de komende maanden afspraken worden gemaakt over ambities, doelen en maatregelen. Daarnaast is er een verbindingstafel die de voorstellen verbindt en integreert. Van Schayck zit als wetenschapper ook aan deze tafel. Een van de doelen van het Akkoord op deze drie thema’s is om de gezondheids-verschillen tussen bevolkingsgroepen te verkleinen. Sommige groepen lopen namelijk meer risico op overgewicht en roken. Gijsbertsen: ‘Je ziet dat mensen met een hoger inkomen en hogere opleiding

gezonder leven dan mensen met een lager inkomen en lagere opleiding. Het verschil in ervaren gezonde levensverwachting tussen hoger en lager opgeleiden is maar liefst 19 jaar. Dat verschil moet kleiner.’In Groningen wordt ingezet op het stimu-leren van gezond gedrag met een integrale aanpak op wijkniveau. In de wijk Selwerd werkt de gemeente samen met onder meer bewoners, sociaal team, scholen, woning-corporaties en supermarkten aan een gezonde wijk. Door bijvoorbeeld groen en water aan te leggen, maar ook sportfa-ciliteiten. Gijsbertsen: ‘Bij de aanpak van gezondheid kom je automatisch terecht bij andere oorzaken, zoals armoede en schulden. Voordat mensen gezonde keuzes kunnen maken moeten deze oorzaken aangepakt.’ Maar hoe zit het met al die bestaande initiatieven die werken aan gezondheid en preventie, zoals Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG), Alles is Gezondheid en Gezonde School? Worden die aan de kant geschoven? Volgens Van Schayck zal het Akkoord deze bestaande programma’s alleen maar versterken en versnellen. ‘Denk bijvoorbeeld aan het stoppen met roken. Een maatregel dat helpt om vooral jongeren te ontmoedigen is het verhogen van de accijnzen. Daar heb je dus het rijk voor nodig.’ Toch moet preventie vooral op lokaal niveau gebeuren, aldus de hoogleraar. ‘Vanuit het rijk kunnen we regelgeving en

accijnzen aanpassen, maar gezondheids-beleid kun je handen en voeten geven op lokaal niveau. De samenwerking tussen verschillende partners is daarbij dan ook van essentieel belang.’

Stap verderVanuit de overheid de mensen vertellen wat ze wel of niet mogen eten, drinken of roken. Past dat wel in Nederland? Is dat niet betutteling ten top? ‘Natuurlijk moet je altijd voorkomen dat je betuttelend werkt, maar er is niets betuttelend aan om de consequenties van gedrag helder en inzichtelijk te maken,’ stelt Van Schayck. ‘Zeker als je realiseert wat anderen betalen voor jouw gedrag. Het is een typisch Nederlands argument, wat vooral wordt gebruikt door partijen zoals de tabaksin-dustrie en de levensmiddelenindustrie om te voorkomen dat dingen gebeuren.’ Wat hem betreft mag de overheid zelfs nog een stap verder gaan. ‘Het is belangrijk dat de levensmiddelenindustrie aan tafel zit bij het Akkoord. Je ziet wel degelijk dat er daar iets gebeurt in het gebruik van zout en suiker in producten, maar het gaat allemaal niet erg snel. Met de invoering van een suikertaks bijvoorbeeld, kunnen we de industrie sneller helpen. Ze moet nu eenmaal haar verantwoordelijkheid nemen.’Ook Saris ziet preventie niet als betutte-ling.’ Ik denk dat we heel trots mogen zijn dat we in Nederland wonen, een land waar we heel erg opkomen voor de zwakkeren. Het is cruciaal dat we die solidariteit in stand houden. Je ziet dat bepaalde groepen veel tijd en energie vragen. Als dit de overhand kan krijgen, zal het de soli-dariteit onder druk zetten. Daarom vind ik het belangrijk dat de overheid zich met preventie bemoeit.’ n

‘Belangrijk is om de solidariteit in stand te houden’

nr. 13 | 2018

45

SOCIAAL DOMEIN

Page 46: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Met de opkomst van social media is de manier waarop wij met elkaar communiceren en interacteren drastischveranderd. Digitaal is het nieuwe papier en appen is hetnieuwe bellen. Door de grenzeloze hoeveelheid aan informatie zijn mensen veeleisender geworden dan pakweg 10 jaar geleden: ‘Krijg ik niet wat ik wil, dan zoek ik het ergens anders.’

‘ IN HET BEGIN WAS WEBCARE NIET MEER DAN EEN KLACHTENLOKET, NU VORMT HET DE ZINTUIGEN VAN ONZE ORGANISATIE’

Wij analyseren jouw webcare-omgeving

en adviseren bij het opzetten en

inrichten van webcare en social

newsrooms

Onze specialisten bieden support aan webcare-teams bij de implementatie en begeleiding van webcare en social

newsrooms

Bewust omgaan met social media? Dat

kan bereikt worden met onze trainingen

‘social awareness’ en ‘webcare doe je

zo!’

de helpende hand bieden

verbreed je horizon

zet in opsocial media

www.publiekinteractief.nl | [email protected]

PUBLIEKINTERACTIEF.

adviestrainingsupport

Page 47: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Tekst Ellen RölingBeeld Ellen Röling

De Ronde Venen gaat de straat op

Experimenteerlab sociaal domein geeft nieuwe energie

Op weg naar betere dienst-verlening en lagere kosten wil de gemeente De Ronde Venen nauwer samen-werken met haar sociale partners en inwoners.Samen stelden ze al een Maatschappelijke Agenda op voor de komende jaren. In het vijfdaagse experimen-teerlab de Social Challenge werd direct duidelijk hoeveel die samenwerking kan opleveren.

inwoners te ondersteunen. We werken daarbij niet alleen, vanuit het raadhuis, maar ook met onze tien sociale partners.’

Nieuwe energieOm de benodigde cultuuromslag in gang te zetten investeerde de afdeling Sociaal Domein met hulp van A+O-fonds Gemeenten in trainingen voor vernieu-wers bij de Innovatiewerkplaats. In de drie daagse Lefgozer-training maakten eigen medewerkers weer contact met de passie voor hun vak en leerden ze vanuit die passie op een andere manier naar de

inwoners en hun hulpvraag te kijken. Het geleerde kon vervolgens in de praktijk worden getest in de Social Challenge, een sociaal lab waarin ambtenaren, inwoners en medewerkers van onder andere de bibliotheek, maatschappelijk werk en psychologische zorg gedurende vijf losse dagen in groepen werkten aan echte thema’s uit de Maatschappelijke Agenda vanuit Design Thinking. Bastiaansen: ‘Dat leverde verrassende resul-taten op. In De Ronde Venen doen vijf orga-nisaties iets met taalondersteuning. Dat is volstrekt onduidelijk voor de inwoners met een taalvraag. De betrokken medewer-kers stelden voor om één instroompunt te maken.’ Een andere werkgroep boog zich over de meest efficiënte werkwijze als je je een beeld wilt vormen van een onderwerp. ‘Mensen zijn geneigd om op internet te zoeken en experts te raadplegen. In het kader van de Social Challenge gingen beleidsmedewerkers samen met jeugdwer-kers de straat op om jongeren te spreken. ‘De straat op’ is nu een vast onderdeel van de werkwijze. Soms liggen oplossingen zo voor de hand dat je ze niet ziet!’ De cultuuromslag is nog in de beginfase. ‘Maar door de trainingen is een nieuwe energie ontstaan. Medewerkers geven het geleerde aan elkaar door, treden naar buiten, zoeken samenwerking en onder-zoeken steeds opnieuw hoe ze inwoners op een nieuwe wijze kunnen benaderen. En daar gaat het nu eenmaal om.’ n

Social Challenge

Marcel Bastiaansen: ‘Willen we een omslag maken, dan moeten de medewerkers beseffen dat we er zijn om inwoners te ondersteunen’

Ook bij De Ronde Venen gaat het roer om in het sociaal domein: de inwoner staat centraal, één laagdrempelig loket voor alle hulpvragen,

aandacht voor preventie en innovatie in de aanpak van complexe hulpvragen. ‘Dat vraagt een fundamenteel nieuwe manier van werken,’ stelt Marcel Bastiaansen, hoofd Sociaal Domein: ‘Binnen de ambte-lijke organisatie zijn we gewend te denken vanuit problemen, wetten en regels. Willen we de omslag maken, dan moeten de medewerkers beseffen dat we er zijn om

nr. 13 | 2018

47

thema

SOCIAAL DOMEIN

Page 48: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Schakers besteden veel aandacht aan hun openingsrepertoire. Dat doen zij niet zonder reden. Een voordeel(tje) in de opening vergemakkelijkt het verdere verloop van de partij. Die partij moet vervolgens natuurlijk wel vakkundig worden voort-gezet en uitgespeeld. En een openingsvoordeel leidt niet per se tot winst, maar de kans erop neemt wel toe.

Met het schrijven van een brief of een nota aan het parlement is het niet anders. Ook hier is een goed begin het halve werk. Onder ‘goed’ versta ik: meteen duidelijk maken waar de brief over gaat en aangeven

wat je gaat doen. Zo vanzelfsprekend is dat laatste niet; Kamerleden ontvangen elke dag vele departementale stukken, die springen er niet altijd meteen uit door een helder begin. Hoe gaan bewindslieden van het nieuwe kabinet Rutte-III daarmee om?Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft duidelijk moeite met het formuleren van een goede opening in haar brief van 9 mei 2018 aan de Tweede Kamer over de voortgang in een wegenproject rond de A4 en N14. Het informatieve gehalte van de eerste twee alinea’s is op z’n zachtst gezegd nogal mager. Dat

komt deels door het typische vaktaaltje

van verkeerskundigen, maar dat alleen kan niet

de verklaring zijn:

‘Met deze brief informeer ik u over de

voortgang van de MIRT-Planuitwerking

van het wegenproject A4 Haaglanden-N14

(voorheen: A4 Passage Den Haag). Tevens beschrijf

ik in deze brief op welke punten het ontwerp-Tracébesluit

(OTB) en het Tracébesluit (TB) A4 Haaglanden-N14 zullen

(moeten) afwijken (red. onderstreping notadokter) van

de in november 2012 genomen Voorkeursbeslissing. Deze

Voorkeursbeslissing is verwoord in de Rijksstructuurvisie A4

Passage en Poorten & Inprikkers van november 2012, die is

opgesteld en vastgesteld naar aanleiding van de daarvoor

uitgevoerde MIRT-Verkenning Haaglanden.’

De minister neemt niet de moeite om meteen duidelijk te maken wat de Tweede Kamer kan verwachten. Ze licht weliswaar een tipje van de sluier op (‘beschrijf ik in deze brief op welke punten ... zullen moeten afwijken ... van de Voorkeursbeslissing’), maar daar blijft het bij. Evenmin in het begin een woord over de gevolgen van haar kenne-lijke beleidswijziging voor betrokkenen langs of op deze wegen. Wie de brief verder leest krijgt dat inzicht wel, maar het is een gemiste kans om niet meteen in de eerste alinea’s aan te geven hoe en waar het kennelijk in het verleden afgesproken tracé door nadere inzichten gaat afwijken.

Gemiste kansEen Kamerbrief van twee ministers is geen garantie dat het beter gaat. Neem de brief van de ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob (Onderwijs, Cultuur en

Een goed begin is het

halve werk

Tekst Gert Riphagen

4848

nr. 13 | 2018 nr. 13 | 2018

NOTADOKTER

Page 49: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Wetenschap) van 9 mei 2018 aan de Tweede Kamer over een risicoanalyse van wettelijke regels over topsalarissen in het onderwijs. Ondanks het onmis-kenbare maatschappelijk belang van dit onderwerp doen zij geen enkele poging voor een informatief en wervend begin. Ze schetsen louter achtergronden en proce-dures die de lezer vermoedelijk allang bekend zijn:

‘Op 1 januari 2013 zijn de WNT en de bijbe-

horende ministeriële regeling bezoldi-

ging topfunctionarissen OCW-sectoren

in werking getreden. In de ministeriële

regeling waren sectorale bezoldigings-

maxima per onderwijssector vastge-

steld. In 2015 zijn deze sectorale maxima

verlaagd in het kader van de WNT-2. Per

januari 2016 is het systeem van de bezol-

digingsmaxima per onderwijssector, op

verzoek van uw Kamer, vervangen door

een systeem met bezoldigingsklassen. De

bestuurlijke complexiteit van de onder-

wijsinstelling is daarmee leidend voor het

individuele WNT-maximum en niet meer

de onderwijssector. Hoe complexer de

instelling is, hoe hoger de bezoldigings-

klasse is, en dus hoe hoger het individuele

WNT-maximum is.

Het is een mondvol, maar het antwoord op de hamvraag - zijn er nog steeds onder-wijsbestuurders die volgens de wettelijke norm te veel verdienen? - komt in deze openingsalinea’s niet aan bod. Verderop in de brief gebeurt dat wel, maar daar moet de lezer dan wel even naar zoeken. Waarom geven de ministers de uitkom-sten van de risicoanalyse en wat zij er eventueel aan gaan doen niet meteen aan? Een gemiste kans, lijkt mij.

Goede voorbeeldenGelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) hoef je het belang van een wervende en nieuwswaardige opening van een beleidsbrief kennelijk niet uit te

leggen. Hij begint zijn brief aan de Tweede Kamer van 11 mei 2018 over palliatieve zorg met een invoelbare probleemschets:

‘Palliatieve zorg is de zorg en onder-

steuning die mensen aan het einde van

het leven krijgen. Dat kan kort voor het

overlijden zijn, maar ook al eerder, als

mensen te horen krijgen of zelf wel weten

dat door een ziekte en/of ouderdom

het einde van hun leven in zicht is. Het

gebeurt nu nog te vaak dat mensen het

gevoel hebben er alleen voor te staan in

deze periode en niet goed weten waar ze

terecht kunnen.’

Meteen daarna geeft de minister aan wat van hem verwacht kan worden en waar de brief verder over gaat. De Jonge stelt zich kwetsbaar op en legt de lat hoog: hij kan worden afgerekend op ‘merkbare verbete-ringen voor mensen’. Vervolgens mag de lezer de voornemens van de minister in de brief langs die meetlat beoordelen of - zo u wilt - veroordelen.

‘Het kabinet vindt het belangrijk dat dit

verbetert en heeft daarom structureel 8

miljoen euro extra uitgetrokken voor de

palliatieve zorg. In deze brief beschrijf ik

hoe ik de extra impuls voor palliatieve

zorg wil besteden en hoe dat tot merkbare

verbeteringen voor mensen moet leiden

(red., onderstreping notadokter).’

Twee van de drie bovenstaande voor-beelden kennen de klassieke opbouw van beleidsnota’s of brieven aan het parlement: aanleiding, probleemanaly-se, achtergronden, maatregelen. Daarin is doorgaans geen plek voor wervende openingsalinea’s. Deze aanpak is veelal regel op de Haagse departementen, een positieve uitzondering is de benade-ring van minister De Jonge: hij vat het belang van zijn nota en zijn ambitie aan het begin van de brief in luttele zinnen samen. Deze kernachtige en wat meer nieuwsachtige aanpak van de minister van VWS verdient wat mij betreft navolging. De lezer weet dan meteen waar hij of zij bij het lezen van de brief aan toe is. Vervolgens kan hij of zij al lezend beoordelen of de gewekte verwachtingen ook waargemaakt worden of dat de voornemens slechts schone schijn zijn. Omgekeerd biedt zo’n aanpak een minister de gelegenheid zijn of haar kernboodschap beter voor het voetlicht te brengen. Dat is in een tijdperk waarin de intenties en maatre-gelen van ministers in het publiek debat niet altijd goed worden begrepen geen overbodige luxe, zou je denken. Tot slot: gebruik een pakkende titel voor de brief of nota! De titel moet de lading van de brief natuurlijk wel dekken. Voor titels als ‘Scope (ontwerp-)Tracébesluit A4 Haaglanden-N14’ of ‘Risicoanalyse WNT’ loop ik eerlijk gezegd niet meteen warm.... De titel ‘Palliatieve zorg, merkbaar beter’ is - ondanks het onmis-kenbare hoge waspoedereclamegehalte - duidelijk beter. Het is in feite heel simpel: u leest een krantenbericht met de kop ‘PSV vernedert Ajax’ toch ook eerder dan als er ‘PSV en Ajax speelden tegen elkaar’ staat? Tenzij u Ajaxsupporter bent natuurlijk... n

1

2

3

4

5

Kies een informatieve en wervende titel

Geef aan welk probleem wordt aangepakt

Noem de belangrijkste maatregelen

Stel een herkenbaar en afrekenbaar doel

Gebruik heldere taal

Vijf tips voor de openingsalinea(’s) van een beleidsbrief/nota

49

nr. 13 | 2018

Page 50: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

14

ColofonUitgever Publiek Denken

AdresGebouw M1-47Binckhorstlaan 362516 BE Den HaagT 085 486 85 41

www.publiekdenken.nl [email protected]

Uitgevend hoofdredacteurAsha NarainM 06 549 541 12E [email protected]

Eind- en webredactieMarc NotebomerM 06 168 046 77E [email protected]

ProjectmanagerLars van der LindenM 06 575 825 83 E [email protected]

Art direction en vormgevingDimitry de Bruin

Medewerkers aan dit nummerPieter van den Brand, Arwin van Buuren, Quita Hendrison, Kees Jansen, Maurits Kreijveld, Bas Nieuwenhuijsen, Marc Notebomer, Gert Riphagen, Ellen Röling, Maurits van den Toorn, Pieter Verbeek, Kees Versteegh

Fotografie Defensie, Onno Hoes, Holland-se Hoogte, Richard Hulshof, TAJ, Shutterstock, Kees Winkelman, Ellen Röling.

IllustratiesDimitry de Bruin, Rutger Coucke, Aad Goudappel,

DrukkerijSenefelder Misset, Doetinchem

Mediaservices MediaSales0031Boyke RajbalsingE [email protected] 06 109 347 77

Publiek Denken SpecialsAsha NarainM 06 54 954 112E [email protected]

AdreswijzigingenE [email protected]

Abonnementen Een jaarabonnement op Publiek Denken kost € 49,- per jaar, exclusief 6 procent btw. Voor het afsluiten van een abonnement, het aanvragvan

een proefexemplaar of het afsluiten van een collectief abonnement, mailt u naar [email protected]

RedactieadviesraadMark Frequin (DG Mobiliteit, ministerie van IenW), Jan van Ginkel (concerndirecteur/loco-secretaris provincie Zuid-Holland), Astrid van de Klift (vicevoorzitter FAMO en gemeentesecretaris Veenendaal), Rob van Lint (inspecteur-generaal NVWA), Sicco Louw (directeur BZK Flex ministerie van BZK), Mariël Middendorp (gemeentesecreta-ris Rijswijk), Alida Oppers (DG PO/VO ministerie van OCW), Henri Rauch (strategisch adviseur VNG), Tom Rodrigues (directeur TR Consult), Jaap

Volg ons op Twitter en Facebook en word lid van onze groep op LinkedIn!

Uijlenbroek (DG Belastingdienst), Albert Vermuë (directeur Unie van Waterschappen)

VerschijningPubliek Denken verschijnt eenmaal per kwartaal in een oplage van 5.500 exemplaren

nr. 13 | 2018

De gezamenlijke Nederlandse gemeenten beschikken over een enorm vastgoedportefeuille. Uit de Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2017 blijkt dat bijna de helft van de gemeenten geen vastgoedvisie heeft. Hoe geef je tijde lijke bestemming aan leegstaand vastgoed? Hoe kan vastgoed-sturing als beleidsinstrument ingezet worden? Hoe kun je vastgoedportefeuille managen en in control houden?

Neem contact op met MediaSales0031, Boyke Rajbalsing, om de mogelijkheden te bespreken:tel. 06 10 93 47 77 | e-mail [email protected]

In de editie van 25 september 2018 staan we stil bij het thema Vastgoedvisie. Onderwerpen die aan bod komen: woonvisie, verduurzaming, vastgoedmanagement en -beheer en vastgoedsturing.

Wij bieden u de mogelijkheid uw visie, aanpak, experiment of dienstverlening aan onze lezers bij rijk, provincies, gemeenten, uitvoeringsorgan-isaties en overige publieke pro-fessionals onder de aandacht te brengen.

Op 25 september 2018 verschijnt Publiek Denken met het themanummer Vastgoedvisie.

Page 51: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

COLUMNKees Jansen

Gaswinst of gasloos?Kees Jansen is stadsfilosoof en docent slimme circulaire steden aan de Aeres Hogeschool Almere

We leven in een spannende tijd: ons leven verandert razendsnel door trends, mode en technologische ontwikkelingen. Zo snel dat mensen en steden het maar moeilijk bij kunnen houden. Zo ook de ontwikkelingen in de sterk opkomende regelzucht naar gasloze woningen. Enkele koppen van de afgelopen weken: Ouderwetse cv-ketel verdwijnt vanaf 2021; Nieuwbouwhuizen al in 2019 verplicht gasloos; Merendeel woningen kan volgens Milieudefensie in 2030 gasloos zijn. Op zichzelf een heel goede ontwikkeling: het landelijk streven om niet langer afhanke-lijk te zijn van fossiele brandstoffen - en zeker het gas dat wij als Nederland delven, met alle schadelijke gevolgen van dien.Maar de manier waarop is nogal bruut: Nederlanders zouden vanaf 2021 geen gasgestookte cv-ketel meer in hun huis mogen plaatsen. De 350.000 cv-ketels die volgens de branche jaarlijks worden vervangen, mogen dan alleen nog worden ingeruild voor een hybride systeem, een warmtepomp of een ander duurzaam alternatief. Dit kan alleen als hiervoor de apparaten betaalbaar zijn en betaalbaar te plaatsen. Daar ligt een schone taak voor producenten en monteurs. Maar ik schat in dat voor grote aantallen mensen het dan nog niet haalbaar is.Net als in de jaren ’60 na de ontdekking van de gasbel in Slochteren is overheids-geld ook broodnodig. Met behulp van subsidies is dit haalbaar - dat ging in de jaren ‘60 niet anders, toen juist de mensen werden gestimuleerd om juist aan het gas te gaan. Overigens niet verplicht naar mijn weten, maar mét subsidies. Zo hebben mijn vrouw en ik onlangs ook ons appartement gasloos gemaakt met een bijdrage van de gemeente. Dit is dus een bewuste keuze van lokaal bestuur.Maar hoe zit het dan met alle corporatiewoningen? Daar ligt nog een flinke uitdaging in de sociale huursector. De omvang en de bijbehorende kosten zijn enorm. Ook bouwend Nederland maakt zich zorgen. ‘Nieuwbouwhuizen al in 2019 verplicht gasloos,’ kopten de media op 19 april. Op zich geen probleem voor de bouwsector, maar de waarschuwing is dat alle woningen daardoor veel duurder worden. Veel aanbestedingen lopen daardoor nu spaak en er wordt in veel gevallen alsnog gekozen voor gas in de woningen. Jammer, echt een gemiste kans.Ik ben van mening dat we echt op gasloos moeten inzetten richting 2021. Dat het op dit moment meer geld kost: ja, dat is waar. Maar kunnen we deze investering niet haalbaar maken door een optie te nemen op de toekomst? Deze transitie financieren en later het geld terug te winnen door lagere kosten in exploitatie en beheer? Daar moeten we over nadenken, vind ik: als publieke sector ligt daar onze duurzame verantwoordelijkheid. Op zo’n manier dat iedereen kan meedoen en we deze opgave weten te behalen.

nr. 13 | 2018

51

Page 52: Samen aan de slag Juiste zorg op de juiste plek · kondigd was opnieuw goed voor een langdurig debat. Dit keer ging het over de vraag of er tijdens de formatie stukken waren geweest

Gezocht: ambtenaren met een mening!Ambtenaren laten meedenken en meepraten over allerlei

onderwerpen, waardoor Nederland -en de ambtelijke functie- nog mooier en aantrekkelijker wordt. Via het

Ambtenarenpanel is het mogelijk.

In het Ambtenarenpanel kan elke ambtenaar op een laagdrempelige manier zijn of haar mening geven over interessante en actuele onderwerpen.

Door lid te worden van het ambtenarenpanel geef je als ambtenaar anoniem jouw mening over actuele thema’s. De resultaten worden gepubliceerd in het magazine Publiek Denken en op de website www.publiekdenken.nl. Schrijf je vandaag nog in via de website www.ambtenarenpanel.nl en ontvang een gratis digitaal abonnement op het magazine Publiek Denken!

is een samenwerking van