SACRAMENTSDAG - Besloten Tuin · Bone pastor, panis vere, Iesu, nostri miserére : tu nos pasce,...

16
SACRAMENTSDAG

Transcript of SACRAMENTSDAG - Besloten Tuin · Bone pastor, panis vere, Iesu, nostri miserére : tu nos pasce,...

  • SACRAMENTSDAG

  • 1. INTROITUSCibávit eos ex ádipe frumén-ti, allelúia : et de petra, melle saturávit eos, allelúia, allelúia, allelúia. Exsultáte Deo, adi-utóri nostro : iubiláte Deo Iacob. Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto. Sicut erat in princípio, et nunc, et sem-per, et in sǽcula sæculórum. Amen.

    1. INTROITUSHij heeft hen gespijzigd met de bloem van de tarwe, al-leluia, en met honing uit de rots hen verzadigd, alleluia, alleluia, alleluia. Jubel voor God, onze Sterkte; juich de God van Jacob ter eer. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen.

  • 2. COLLECTADeus, qui nobis sub Sacra-ménto mirábili passiónis tuæ memóriam reliquísti : tríbue, quǽsumus, ita nos Córporis et Sánguinis tui sacra mys-téria venerári ; ut redemp-tiónis tuæ fructum in nobis iúgiter sentiámus; qui vivis et regnas cum Deo Patre in uni-tate Spiritus Sancti, Deus, per omnia sæcula sæculorum, Amen.

    EPISTELFratres : Ego enim accépi a Dómino quod et trádidí vobis, quóniam Dóminus Ie-sus, in qua nocte tradebátur, accépit panem, et grátias agens fregit, et dixit : Accípite, et manducáte : hoc est cor-pus meum, quod pro vobis tradétur : hoc fácite in meam commemoratiónem. Simíliter ei cálicem, postquam cená-vit, dicens : Hic calix novum

    2. COLLECTAGod, die ons in dit wonderba-re Sacrament de gedachtenis van uw lijden hebt nagelaten, wij bidden U: verleen ons het hoogheilig Geheim van uw Lichaam en Bloed zo te ver-eren dat wij de vrucht van uw verlossing voortdurend in ons ervaren. Gij die met de Vader leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen, Amen.

    Broeders: Zelf heb ik immers van de Heer de overlevering ontvangen die ik u op mijn beurt heb doorgegeven, dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, brood nam, en na gedankt te hebben, het brak en zeide: “Dit is mijn lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachte-nis.” Zo ook na de maaltijd de beker, met de woorden: “Deze

  • Testaméntum est in meo sánguine. Hoc fácite, quotie-scúmque bibétis, in meam commemoratiónem. Quotie-scúmque enim manducábitis panem hunc et cálicem bibé-tis, mortem Dómini annun-tiábitis, donec véniat. Itaque quicúmque manducáverit panem hunc vel bíberit cáli-cem Dómini indígne, reus erit córporis et sánguinis Dómini. Probet autem seíp-sum homo : et sic de pane illo e dat et de calice bibat. Qui enim mánducat et bibit indíg-ne, iudícium sibi mánducat et bibit : non diiúdicans corpus Dómini. Deo gratias.

    3. GRADUALEOculi ómnium in te sperant, Dómine : et tu das illis escam in témpore opportúno. Aperis tu manum tuam : et imples omne animal benedictióne.

    ALLELUIAalleluia. Caro mea vere est ci-bus, et sanguis meus vere est potus : qui mandúcat meam

    beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit, elke keer dat gij hem drinkt, tot mijn gedachtenis.” Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. Wie dus op onwaardi-ge wijze het brood eet of de beker van de Heer drinkt, be-zondigt zich aan het lichaam en bloed des Heren. Wij moeten onszelf onderzoeken, voor we van het brood eten en uit de beker drinken. Wie eet en drinkt zonder het li-chaam te onderkennen, eet en drinkt zijn eigen vonnis. Wij danken God.

    3. GRADUALEAlle ogen zien verwachtend uit naar U, Heer: Gij geeft voedsel aan allen, elk op zijn tijd. Gij opent uw Handen en verzadigt naar hartelust al wat leeft.

    ALLELUIAAlleluia. Mijn Vlees is wer-kelijk Voedsel en mijn Bloed is werkelijk Drank. Wie mijn

  • carnem et bibit meum sán-guinem, in me manet et ego in eo.

    SEQUENTIELauda, Sion, Salvatórem, lauda ducem et pastórem in hymnis et cánticis. Quantum potes, tantum aude : quia maior omni laude, nec laudáre súffícis. Laudis thema speciális, panis vivus et vitális hódie propóni-tur. Quem in sacræ mensa cenæ turbæ fratrum duodénæ da-tum non ambígitur. Sit laus plena, sit sonóra, sit iucúnda, sit decóra mentis iubilátio. Dies enim sollémnis agitur, in qua mensæ prima recólitur huius institútio. In hac mensa novi Regis, no-vum Pascha novæ legis Phase vetus términat. Vetustátem nóvitas, umbram fugat véritas, noctem lux elí-minat. Quod in cœna Christus ges-sit, faciéndum hoc expréssit

    Vlees eet en mijn Bloed drinkt blijft in Mij en Ik in hem, Alleluia.

    SEQUENTIELoof, o Sion, uw Verlosser, loof uw Koning en uw Her-der, met lofzangen en liede-ren. Durf het, zoveel gij kunt, want Hij gaat alle lof te boven en genoeg prijzen kunt gij niet. Vandaag wordt een bij-zonder onderwep tot lof ge-boden: het levend en levenge-vend Brood. Waarvan wij vast geloven dat het aan de tafel van het heilig Avondmaal aan de schere van de twaalf broe-ders gegeven werd. Zing luid uw loflied uit volle borst; zoet en schoon klinke de jubel van uw hart. Want plechtig vieren wij de dag waarop de instel-ling van deze heilige Tafel herdacht wordt. Aan deze Tafel van de nieuwe Koning heeft het nieuwe Paaslam van de nieuwe wet het oude pasen doen ophouden. Het nieuwe doet het oude wijken, de Waarheid de voorafbeel-

  • in sui memóriam. Docti sacris institútis, panem, vinum in salútis consecrámus hóstiam. Dogma datur Christiánis, quod in carnem transit panis et vinum in sánguinem. Quod non capis, quod non vides, animosa fírmat fides, præter rerum órdinem. Sub divérsis speciébus, signis tantum, et non rebus, latent res exímiæ. Caro cibus, sanguis potus : manet tamen Christus totus sub utráque spécie. A suménte non concísus, non confráctus, non divísus : ínte-ger accípitur. Sumit unus, sumunt mille : quantum isti, tantum ille : nec sumptus consúmitur. Sumunt boni, sumunt mali sorte tamen inæquáli, vitæ vel intéritus. Mors est malis, vita bonis : vide, paris sumptiónis quam sit dispar éxitus. Fracto demum sacraménto, ne vacílles, sed meménto, tantum esse sub fragménto,

    ding en het Licht verdrijft de nacht. Christus heeft bevolen tot zijn gedachtenis te doen wat Hij deed op het avond-maal. In die heilige instelling onderwezen consacreren wij brood en wijn tot Offer voor onze zaligheid. Voor de chris-tenen is het een geloofswaar-heid dat het brood verandert in het Vlees van de Heer en de wijn in zijn Bloed. Wat gij niet begrijpt, wat gij niet ziet, omdat het afwijkt van de geschapen orde, dat bevestigt uw levendig geloof. Onder verschillende gedaanten die slechts tekenen zijn, geen din-gen, schuilen hoogverheven zaken. De Spijs is Vlees, de Drank is Bloed, maar toch is Christus geheel tegenwoordig onder beide gedaanten. Door diegene die Hem nuttigt wordt Hij niet verbrokkeld, noch gebroken of verdeeld, maar ongeschonden ontvan-gen. Eet er één of eten er dui-zend, de eerste ontvangt niet meer dan de laatsten en Hij zelf wordt door het nuttigen

  • quantum toto tégitur. Nulla rei fit scissúra : signi tantum fit fractúra : qua nec status nec statúra signáti minúitur. Ecce panis Angelórum, factus cibus viatórum : vere panis filiórum, non mitténdus cáni-bus. In figúris præsignátur, cum Isaac immolátur : agnus pa-schæ deputátur : datur manna pátribus. Bone pastor, panis vere, Iesu, nostri miserére : tu nos pasce, nos tuére : tu nos bona fac vidére in terra vivéntium. Tu, qui cuncta scis et vales : qui nos pascis hic mortáles : tuos ibi commensáles, coherédes et sodáles fac sanctórum cívium. Amen. Allelúia.

    niet verteerd. Goeden en bo-zen kunnen Hem ontvangen, maar met ongelijk gevolg: ten leven of ten dode. De dood is het voor de bozen, het leven voor de goeden; zie toch hoe verschillend de uitwerking is van hetzelfde eten. Wordt het Sacrament gebroken, weifel dan niet, maar gedenk dat onder een deel evenveel tegenwoordig is als onder het geheel. Christus zelf wordt niet verdeeld, alleen het uit-wendig Teken wordt gebro-ken, waardoor noch de staat, noch de gestalte van Hem die onder het teken schuilt verminderd wordt. Zie: het Brood der engelen is eten geworden voor ons, aardse reizigers; het is werkelijk het Brood der kinderen, dat niet

    voor de honden geworpen mag worden.. Het werd voorafge-beeld toen Isaäk geofferd, het paaslam voorgeschreven en het manna aan de vaderen gegeven werd. Goede Herder, waar-achtig Brood, Jezus ontferm U over ons; voed ons, bescherm ons, laat ons het goede zien in het land der levenden. Gij die alwetend en almachtig zijt, die ons, stervelingen, hier voedt, maak ons daar uw tafelgenoten, de medeërfgenamen en gezel-len van de heilige hemelbewoners. Amen, alleluia.

  • EVANGELIEIn illo témpore : Dixit Iesus turbis Iudæórum : Caro mea vere est cibus et sanguis meus vere est potus. Qui mandúcat meam carnem et bibit meum sánguinem, in me manet et ego in illo. Sicu misit me vi-vens Pater, et ego vivo propter Patrem : et qui mandúcat me, et ipse vivet propter me. Hic est panis, qui de cælo descén-dit. Non sicut manducavérunt patres vestri manna, et mór-tui sunt. Qui manducat hunc panem, vivet in ætérnum. Laus tibi, Christe.

    4. OFFERTORIUMSacerdótes Dómini incénsum et panes ófferunt Deo : et deo sancti erunt Deo suo, et non pólluent nomen eius, allelúia.

    5. SECRETAEcclésiæ tuæ, quǽsumus, Dómine, unitátis et pacis propítius dona concéde : quæ sub oblátis munéribus mýsti-ce designántur. Per Dóminum

    In die tijd sprak Jezus tot de schare der Joden: Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen, die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.” Dit zei Jezus bij zijn onder-richt in de synagoge van Ka-farnaüm. Lof zij U, Christus.

    4. OFFERTORIUMDe priesters des Heren dra-gen aan God de wierook en het brood op, en daarom moeten zij heilig zijn voor hun God en zijn Naam niet ontwijden, alleluia.

    5. SECRETAWij bidden U, Heer: verleen uw Kerk goedgunstig de gaven van eenheid en vre-de die door deze offergaven zinnebeeldig worden voorge-

  • nostrum Iesum Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat, in unitate Spiritus Sancti, Deus, per omnia sæ-cula sæculorum. Amen

    6. PREFATIEDominus vobiscum, et cum spiritu tuo.

    Sursum corda,habemus ad Dominum.

    Gratias agamus Domino Deo nostro,Dignum et iustum est.

    steld. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

    6. PREFATIEDe Heer zij met u,en met uw geest.

    Verheft uw hart,Wij zijn met ons hart bij de Heer.Brengen wij dank aan de Heer onze God,Hij is onze dankbaarheid waardig.

  • Vere dignum et justum est, æquum et salutáre, nos tibi semper et ubíque grátias ágere: Dómine sancte, Pater omnípotens, ætérne Deus: Quia per incarnáti Ver-bi mystérium nova mentis nostræ óculis lux tuæ claritá-tis infúlsit: ut, dum visibíliter Deum cognóscimus, per hunc in invisibílium amorem ra-piámur. Et ideo cum Angelis et Archángelis, cum Thronis et Dominatiónibus cumque omni milítia cœléstis exér-citus hymnum glóriæ tuæ cánimus, sine fine dicéntes:

    Heilige Vader, machtige, eeu-wige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden, zullen wij U dankzeggen altijd en overal: Omdat door het Ge-heim van de menswording van het Woord een nieuwe lichtstraal van uw glans voor de ogen van onze geest heeft geschitterd; opdat wij, die God op zichtbare wijze ken-nen, door Hem tot de liefde voor het onzichtbare worden omhooggevoerd. Daarom zingen wij met de engelen en aartsengelen, met de tronen

    en heerschappijen en met heel de hemelse heirschaar het lof-lied van uw heerlijkheid, en zeggen zonder ophouden:

  • 7. COMMUNIOQuotiescúmque manducábitis panem hunc et cálicem bibé-tis, mortem Dómini annun-tiábitis, donec véniat : itaque quicúmque manducáverit panem vel bíberit calicem Dómini indígne, reus erit córporis et sánguinis Dómini, allelúia.

    8. POSTCOMMUNIOFac nos, quǽsumus, Dómine, divinitátis tuæ sempitérna

    7. COMMUNIOZo vaak gij dit Brrod eet en deze Kelk drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, tot Hij terugkomt. Daarom: alwie onwaardig het Brood eet of de Kelk des Heren drinkt zal schuldig zijn aan het Lichaam en Bloed des Heren, alleluia.

    8. POSTCOMMUNIOWij bidden U, Heer: geef dat wij voor eeuwig en ten

  • fruitióne repléri : quam pre-tiósi Corporis et Sanguinis tui temporalis percéptio præ-figúrat. Qui vivis et regnas cum Deo Patre in unitate Spi-ritus Sancti, Deus, per omnia sæcula sæculorum. Amen.

    WEERZEGEN NA HET LAATSTE EVANGELIE

    A fulgure, grandine et tem-pestate. Libera nos, Domine Jesu Christe.

    Ostende nobis, Domine, mi-sericordiam tuam. Et salutare tuum da no-bis. Domine, exaudi orationem meam. Et clamor meus ad te veniat. Dominus vobiscum. Et cum spiritu tuo.

    Oremus! Quaesumus, om-nipotens Deus, ut, inter-cessione sanctae Dei Ge-nitricis Mariae, sanctorum Angelorum, Patriarcharum, Prophetarum, Apostolorum,

    volle van uw godheid mo-gen genieten, waarvan het voorbijgaand eten en drinken van uw kostbaar Lichaam en Bloed de voorafbeelding is. Gij die met de Vader leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

    Van bliksem, hagel en on-weer, Bevrijd ons, Heer Jezus Christus.

    Toon ons, Heer uw barmhar-tigheid, En schenk ons uw heil.

    Heer, verhoor mijn gebed, En mijn roepen kome tot U.

    De Heer zij met u,en met uw geest.

    Laat ons bidden. Wij bidden U, almachtige God, verleen ons, op voorspraak van de heilige Maria, moeder van God, van de heilige engelen, patriarchen, profeten, apos-

  • Martyrum, Confessorum, Virginum, Viduarum, et omnium Sanctorum tuorum, continuum nobis praestes subsidium, tranquillam au-ram permittas, atque contra fulgura et tempestates de-super nobis indignis tuam salutem effundas de caelis, et generi humano semper ae-mulas, dextera potentiae tuae, aereas conteras potestates. Per eundem Christum, Domi-num nostrum. Amen.

    Dominus vobiscum.Et cum spiritu tuo.Benedictio Dei omnipoten-tis, Patris + et Filii et Spiritus Sancti, descendat super vos, locum istum et fructus terrae et maneat semper. Amen.

    telen, martelaars, belijders, maagden, weduwen en al uw heiligen altijd uw bescher-ming. Geef rust in de heme-len, laat tegen bliksem en onweer uw heil uit de hemel over ons, onwaardigen, neer-dalen en vernietig met uw sterke Hand de machten in de hemelen die de mens vijandig gezind zijn. Door Christus, onze Heer. Amen.

    De Heer zij met u.En met uw geest.De zegen van de almachtige God, Vader + Zoon en Hei-lige Geest dale neer over u, over deze plaats en over de vruchten van de aarde, en blijve daarop rusten. Amen.