'S-HERTOGENBOSCH. - digitale bibliotheek voor de ...

297
DE PREDIKHEEREN TE 'S-HERTOGENBOSCH. 1296 1770. 44, •k t p,W)AM.(i i t 44,461 044$(1,1 , WW(4. 2pA41\44444444414141)44,1$ TY ITYTTYYTTTYYYYYYYYYYYYYTTITITTITfTrilTiTiTFTYYYTNYYYYreirrn" 4 rl,AeUellAA2,AAA.,1 AAL IsAAA.e4,4A4.4A U7.,4111AAAAA Js AAAA AAAAAULL, 14, z_l yttt n t r 71- )0*tKinfAtit4A-kix.fiztrt+ . 0,44 09 zI .,+.. f)z_ t9tK.tO pK+)-4yzf y zt+tt- qyqy t-Lt9td y k.f+' v4rv '+ztA.t) -Oti tfr4-11 NIJMEGEN, L. C. G. MALMBERG.

Transcript of 'S-HERTOGENBOSCH. - digitale bibliotheek voor de ...

DE PREDIKHEEREN

TE

'S-HERTOGENBOSCH.

1296 1770.

44,•ktp,W)AM.(iit 44,461044$(1,1,WW(4. 2pA41\44444444414141)44,1$

TY ITYTTYYTTTYYYYYYYYYYYYYTTITITTITfTrilTiTiTFTYYYTNYYYYreirrn"

4 rl,AeUellAA2,AAA.,1AALIsAAA.e4,4A4.4A U7.,4111AAAAA Js AAAA AAAAAULL,

14, z_lytttnt

r71-)0*tKinfAtit4A-kix.fiztrt+ .0,44 09 zI.,+..f)z_t9tK.tOpK+)-4yzfyzt+tt-qyqyt-Lt9tdyk.f+'v4rv'+ztA.t) -Oti tfr4-11

NIJMEGEN,L. C. G. MALMBERG.

DE P REDIKHEEREN

T E

's-HEBTOGENBOSCH.

P. P. itIMEN:,.

MICHAEL OPHOVIUS,

BISSCHOP VAN 7S-HERIOGENBOSCII.

DE PREDIKHEEREN

TE

s HERTOGDBOSCH.1296-1770.

Eene bijdrage tot de geschiedenis van het

Katholieke Noord-Brabant

p. fr. G. A. M E IJ E R o. p.

N IJ MEGE N,

L. C. G. MALMBERG.

P_497.

IMPRIMI PERMIT TIMUS.

Humus, in Convents Reg. SS. Rosard,

die 27 Deeembris 1896.

P. Fit. LCD. THEISSLING,Prior Pror.

IMPRIMATUR.

HAAREN, 8 Aprilis 1897.

L. BERKVENS,Libr. Cens

I\ II 0 IT I).

Bladz.

VOORPEDE XIII

HOOFDSTUK t.

Van de stielding des Icloosters tot de Aloosterliervormilig. 1296-1483.

Komst der Preclikheeren to 's-Hertogenbosch. Stichtingdes kloosters. Digging en uitgestrektheid der kloosterge-bouwen. — Voorreehten dor religieusen door het kapittel vanSint-Jan bekrachtigd. -- De werkkring der kloosterlingenhinnen en buiten de stad. - Het klooster in 1419 in de aschgelegd. — Prioraat van P. Van Son. — Vrome stiehtingen.— Bezoek van aartshertog Maximi li aan van Oostenrijk. — Depest woedt in de stad en ontvolkt hot klooster

1

HUOFDSTLTK

Fan de kloosterhervointing tot de beeldstorinerif 1483-1566.

P. Jacobus Sprenger, inquisiteur van Duitschland, hervormthet kloosterleven. — Wonderbare genezing door de voorspraakder H. Catharina. Broedersehap van het H. Sacrament. --Weldadigheid der burgerij jegens de kloosterlingen. — Ver-oTooting en verfraaiing van kerk en klooster. Kunstenaarsin de kloostereel : P. Joannes van Gernert, P. Nicolaas vanRoosendael, P. Joannes van Maren. Vergadering van hetmuitziek yolk op den Prekerbeemt en plundering des kloosters. —Twistgeding tussehen de paters en de stad over den vrijdom

VIII ISIIU L it.

van aceijns. Wederdoopers to 's-Hertogenbosch. Gedenk-waardige kloosterlingen : P. Henricus de Caeineteriis, P.Joannes de Colic, P. Joannes Baerlenus, P. Gerardus de Bin,P. Theodericus van Oirschot, P. Augustinus van Hensden, P.Gerardus van Herpen, P. Anselmus van G hemert, P. AdrianusLaurentii, P. Theodericus Strick 12

HODEDSTUK ILL

Van de beeldstuimerij tot de veruuerino i/n' .31(1(1. 1566 1629.

Prioraat van P. Antonius van Leendt. P. Godefridus van

Mierlo, provinciaal. • Beeldstormerij in Set klooster. Plundering en verdrijving der religieusen. Terugkomst derpaters en opening der kloosterkerk. — Strijd tusschen Katho-lieken en Calvinisten. — Vrome levenswandel van P. Everardusvan Leendt. — Verrassing van Maurits door twee Predikheerenverikleld. - • Apostolaat der Predikheeren in de Meierij.Verschillende paters door de Geuzen misliandeld. — Held-liaftig godrag van P. Matthaeus van Lierop. - P. MichaelCphovins, provinciaal der Nederlandsche Ordesprovincie. ---Gevangenschap van I.'. Ophovius. Blijde intocht van P.Ophovius als bisschop van 's-Hertogenbosch. Bezorgdheidvan hisschop Ophovius veer en tijdens het beleg. Veroveringder stad, uittocht der religiensen

45

HOOFDSTUK

Van de 'Peroociiiv«ler &fact tot (len, haul. fly r Friorschch. 16-29-4672.

Verkooping en wegvoering der kloostergoederen. Onteige-ning en slooping der kloostergebouwen. De Bossche Pre-dikheeren vestigen zicli in 1630 te Venloo en eindelijk in 1639to Gernert. — Bloei van het klooster to Gernert. -- In 1648worden de Predikheeren uit Gernert , verdreven. -- Plunderingdes kloosters en wegvoering des priors P. Davids. Stichtingvan het klooster te Mechelen in 1651. -- Verdrukking derKatholieken in Den Bosch ; eenige Predikheeren zijn in de

I N II 17 D.

Bladz.

stall ackergebleven om ter sluiks de geloovigen bij to staan.- Toestand der stall onder godsdienstig en burgerlijk opzicht.

— Werkzaamheden der Predikheeren in de Meierij. --- DeMeierij een missie-veld voor de Calvinisten, een wingewestvoor de Staten 9&

1-100FDSTUK V.

Van den limit der 1•) •anseleen tot de ophellihy der Predildtce pen-

static8. 1672-1770.

Het bedehuis aan het Hinthamereinde. Pater L. JansenBoy belast met de zielzorg der parochie van Sint-Jacob.Beschrijving van het Missie-inns. -- P. van den Bossche ver-bannen wegens het uitgeven van een catechisnms. Geschilover de bediening der parochie van Sint-Jacob ; uitspraak vanRome. — Pater J. van Bilsen, deken van Den Bosch ; zijn strijdtegen de Jansenisten en Anti-Thomisten. — Gevolgen der be-keering van Sophia Aelberts: twee Predikheeren in Den Boschgevangen. — Noodlottige resolutie der Staten-Generaal in 1720.--- Het bedehuis in de Vuchterstraat. -- P. Dominicus Strickdoor de predikanten bij de Schepenen aangeklaagd. — Bekeeringvan Tramoille, gonverneur van Den Bosch. --- Pater de Neve,deken van Den Bosch. - - De parochie van Sint-Catkien ver-eenigd met de Missie der Predikheeren. — Het bedehuis inde Kerkstraat. — Armoede van P. Anthonius Verheijden.Pater Spijkers verkrijgt de cauonieke oprichting der Rozen-kranshroederschap. — Toestand der Meierij omstreeks 1672. —Parochien in de Meierij door Predikheeren bediend. Termijnender Predikheeren. — Broeder David van Robbroek door denDrost van Berlicum in hechtenis genomen. - Verdrijving derordesgeestelijken nit de Meierij. ----- Pater van Kerckhof toHilvarenheek opgelicht en naar Den Bosch gevoerd. — Aposto-Iaat der Predikheeren in de Meierij; de Rozenkransbroederschap

overal opgericht. — Besluit

129

X I N II 0 I; D.

A ANHANGSEL

Bladz.

I. Het Bossche Predikheeren tdooster to Mechelen.

Stichting des kloosters. -- In 1736 wordt de kloosterkerkingewijd en langzamerhand met kunstschatten verrijkt. — Hetklooster eene kweekschool voor missionarissen, bestemd voorNoord-Nederland. — Dwangmaatregelen van keizer Joseph IItegen de religieusen. Het klooster overweldigd en geplun-derd door de Franschen. — Godenkwaardige religieusen. –Norbertus van Bilsen, prior van Mechelen en provinciaal derNederduitsche provincie 171

II. Het Vicariaat to Gernert.

De Dominicanen komen in Gernert terug en belasten zichmet het onderwijs aan de Latijnsche school. — Pe Statendoor de predikanten tegen de religieusen opgezet. — Eervolgetuigenis der gemeente. P. Henricus van der Aa, lid vanhet Mechelsche klooster, brengt de school tot het toppuntvan bloei 191

B ITL AGEN.

madz.I. Extract uit het Register der Renten en Cijnsen van het

Predikheerenklooster to 's-Hertogenbosch 201II. Overeenkomst tusschen den Deken van Sint-Jan, Aegidius

van Gerwen, en do Predikheeren 28 September 1412 . . 213III. Onderhandeling der Predikheeren met den Deken van

Sint-Jan, Aegidius van Gerwen, over het begrafenisrecht,11 September 1413 215

IV. P. P. Jacobus Sprenger en Brixius Florentii beloven aanden magistraat van 's-Bosch de kloosterhervorming tozullen invoeren, 11 September 1483 217

V. Maximiliaan van Oostenrijk beveelt (len Generaal derPredikheeren de hervorming des kloosters aan, 17 Sep-tember 1483 218

VI. De magistraat van 's-Bosch geeft den Generaal der Pre-dikheeren verslag van do invoering der kloosterhervorming,20 September 1483 219

VII. Beroep van P. Wilhelmus van Grave, supprior der Predik-heeren, op den H. Stool tegen Joannes van Hoorne,bisschop van Luik, wegens de oprichting eener broeder-schap van het H. Sacrament, 4 April 1494 221

VIII. Testament van Aleydis, dochter van Henricus Loenmansen weduwe van Jacobus Goyarts, 20 Augustus 1503 . . 229

IX. Laatste wilsheschikking van Vrouwe Herhrech, weduwevan Hoer° Joannes Nobler, beer van Mierlo, 12 April1501 232

X. Aflaathrief voor de vereering van 0. L. van den Vrede,28 Juli 1561 235

XII I IJ I, G E N.

Elodz.

XI. Loffelijk getuigenis van Nicolaas Zoesius, bissehop van's-Bosch, over den arbeid der Predikheeren, 30 Januari1618 236

111. Staat van het jaarlijksehe inkomen der Predikheeren to's-Hertogenbosch 1630 237

XIII. 1/e Provinciaal der Predikheeren laat eon onderzoek in-stellen Haar de oprielding van eon prioraat to Stratum,27 Augustus, 1684 239

XIV. Brief der Bossehe Predikheeren voor eonprioraat to Stratum,September 1634 240

XV. Deereet van den Provinciaal der Predikheeren, waarbijbet viearinat van Stratum tot -klooster verheven wordt,24 September 1630 243

XVI. P. Nicolaas Rudolphius, generaal der Predikheeren belooftden Bossehen Paters, zijne beseherming, 23 Juni 1637 . 245

XVII. Termijuen van het Predikheerenklooster to 's-Hertogen-bosch, 16(1c eeuw 246

XVIII. Termijnen der Predikheeren in de 1\leierij, 18 de eeuw . . 252XIX. Loffelijk getuigschrift der Aartspriesters van Helmond,

Osch, Orthen en Bilvarenbeek van den arbeid der Pre-dikheeren in de Meierij, 12 April 1701 255

XX. Lijst der Prioren van het Bossehe Predikheerenkloosteren der Paters, die werkzaam zijn geweest in het bedehuisvan bet Hinthamereind, ,'_','intjacob, in de Vuehterstraat,,.'int-Cathiien, en de Kerkstraat. Sint-Anna 256

Personenregister 261

VERKLARING.

P. A. 0. P. beteekent Provinciaal Arehief van de Orde der Predik-heeren.

V 0 0 II, R .E D E.

es coriVeit zijn er verloopen sedert in Noord-Brabantsr Hoofdstad een klooster weed gesticht voor de .x'onen '',

c;6---a-'=--' van den H. Dominiens, den apostolisehen prediker, den

kloeken verdediger des geloofs.Dal eenwget0e scheen ons een welkome gelegenheid, om voor

onzen geest de wisselingen terng le roepen, waaraan deze slick-

ting in den loop der eeuwen bloot steed, ow de waardige mannen

le herdenken, die Mans in het deasler verteden, als begraven,

eenmaal am de fiere burgerij van 's-Hertogenbosch tot sieraad

en sleun strekten.De beivoners van dot klooster leeplen niet bniten alle menschel#ke

samenleving, onbekend en verscholen in de eenxame kloostereel,xich alleen toeleggend op zelf heiliging, maw . verkeerden krachtens

hunne instelling met de poorters, onder wie zij door de kracht

des goddelijken lvoords en het voorbeeld Bens evanyelischen levens-

wandels bet Rijk Gods moesten verbreiden. Veelal zonen derburger, namen ,..'.ij innig deel in de lotgevallen der burger, inhaarverbWen en Wen. Vandaar is (le gesehiedenis der Bossehe

Predikheeren veer nanw saamgeweren met de gesehiedenis der

mule Hertogstad, hetgeen ons meermalen aanleiding gaf om gods-

dienstige feilen en toestanden to sehetsen, die de burgerij ricer

in het algemeen betroffen — eene vrijheid, die, naar wij ver-

tro?uven, ons niet envel zal worden gednid.

De werkkrin. )«ler Predikheeren van 's-Hertogenbosch strekte

z IA ook nit over de Meier, en in de dagen van rrede en voor-

XIV VOORREDE.

spoed, en niel het minst in het lanyda rig tijdrak der rerdritkkiny

en iniskenning, het lay derhalre voor de hand, dal versehillende

bladzfjden aan dit echt katholieke, xwaarbeproefde geicest gew?jd

werden. Viet ahoo de Baronie van Breda. Wei waren daar

dikwijls Predikheeren werkzaam, o. a. te Prinsenhaye, iS"tanddaar-

buiten, Groot-Zundert, enx. natar daze religiensen Lehoorden rectal

tot het Dominicanenklooster van Antwerpen, zoodat des e streek

bititen bespreking blijft.Daar de Predikheeren, nit, de inneming ran Den Bosch, zich

bl rend restigden te Mechelen en van daar de statics te

's-Hertogenbosch en de ter»iijnen in de Meier?' bedienden, scheen

de volledigheid te rorderen, dat ook het klooster te Mechelen

beschreven werd. Ooh; het vicariaat te Gernert kwant ons te

belangrijk voor, clan dat wij het zouden rerzwijgen.

Wat ons tot de samenstelling dexer geschiedenis rooral aan-

moedigde, was het benijdenstvaardig roorrecht, dat zeldxame,belangrijke documenten onxe geschiedvorsching ten dienste stonden;

daardoor toeh was het mogeliik de ditisternis eenigsz .ins leverdrijren,

waarin 7,00rele «ndere katholieke stichtingen van ons groom

voorgeslacht, bij geniis of vernieli:ging der archielstukken, onher-

roepel#k gehuld blif ven. De Zeereerw. p. A. J. J. Hoagland,

arehivaris (lei- Dominicanen in Nederland, ontsloot ons het

archief Orde en schonk oils het rolgende ten getwitike :

10. Verxameling ran oorspronketrike brieven betrekking hebbende

op het Bossche Predikheerenklooster ; de otalste op tot 1412.

20. Chronicon conventus Buscoducensis. Deze kr(miek van 1296--

1652 is geschreren door den Predikheer Jacobus Brouwervan Rotterdam, in hit Predikheerenklooster te Mechelen,

oinstrceks de helft der large (Taw; xij bowl ook een ititvoerig

Necrologium Fratrum van 1296-1626.3o , Register van het arehief der Bosschc Predikheeren te Mechelen.

Dit register is met de meeste wantegezetheid, in fraai schrift

door P. J. Brouwer sitmengcsteld. Bet be gat o. a. cane

volledig e opgare van idle film/alien door de ondste familien

van 's- Hertogenbosch aan de paters rermaakt.

40. Vem (meting cart stiikken betrekking hebbende op de term:Olen

der Predikheeren in de Meier, en him rerblijf te Stratum.

YOORREDE. XV

Eenige steam oentrent de Predikheeren-staties te 's-Her-t ugenbosch.

60. Copie-extract van de Regesta Magistrortun Generalium Ord.

Praed.Vow. deze welwillendheid, zownede voor de bereidvaardigheid,

waarmede ZEtv. ons met zijne uitgebreide kennis en belezenheid

steeds behulp-zaaen was, betai.gen Wij bier opentijk once erkente-telcheid. Ook is het ons aangenatem een wooed van dank teriehten tot den WelEd. Ileer L. van der Steen, bibliothecarisvan het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappenin Noord-Brabant, en den Weleerw. Heer WI A. lioerenaars,can. reg. der abcqj te Beeswijk, your de ons verleende, zeesgeunardeerde

Wellicht is de verklaring niet oyerbodig, dat bij het

schetsen van toestanden, waaraan andersdenkenden aanstootmoehten nemen, geenszins bedoelen na).-aten aansprakelijk lestellen voor helgeen eenwen geleden door hull toorgestacht mis-dreven is. Het verledenij ter wille van het heden vergeven.

En hiermede bieden wij den Katholieken van 's-Rerlogenboschen de jleierij deze bladze,jden als een gedenkpenning van deBossche Predikheeren, en herhalen de atomic, lotspraak:

Silva, tune laudes non extinguentur in aevutn,Donee ab astriferi ros fleet axe poll.

NIJMEGEN. p. fr. G. A. MEIJERA llerheiligen, 1896. Ord. Fated.

I.

Van de stichting des kloosters tot dekloosterhervorming.

1296-1483.

anneer bestoven of halfverweerde charters, te eeniger tijd ontdekt, getuigen zouden van de

geestelijke werkzaamheid der Predikheeren in de Meierijvan 's Bosch vOOr het jaar 1286, dan zou dit geenszinsin hooge mate onze verwondering wekken. Integendeel,wij achten het vermoeden genoegzaam gewettigd, datde zonen van den H. Dominicus reeds v6Or dit tijdstipNoord-Brabant doorkruisten ; zij toch stonden doorhunnen stichtenden levenswandel, door bun ijveriga,postolaat aan het hertogelijk hof hoog aangeschrevenVooral hertog Hendrik I1I en zijne gemalin Aleydawaren den kloosterlingen zeer genegen ; zij begiftigdenhun klooster te Leuven met rijke stichtingen en kozende kloosterkerk tot hunne laatste rustplaats uit. Alseen blijvend gedenkteeken dier toewijding aan de Ordestichtte Aleyda in 1262 een Dominicanessenklooster te

1 ) Belgium Domin. pan. 129: „oh devotionem dietorum Prioris et Fratrum,„quos propter sanctam conversationem suam sincera ampleetimur in Domino,,eharitate." -- Aldus Aleyda in een diploom can het Leuvenseh klooster, 1263.

Auderghem bij I3russel, »to/ars/co. /on l idlis ditei,«e gehee-ten, en bewoog haven zoon, hert%,!. Jan, in 1270, om hetbegevingsrecht der parochiekerk to Orthen aan dit kloos-ter of te staan. Dit laatste feit zal ongetwijfeld hebbenbijgedragen tot een menigvuldiger hezoek der paters te's-Hertogenbosch, tot de stichting van een terminaris-huis. Eerst in 1286 vestigden zich voor good tweepaters nit Leuven : Walter van lloemerswaal en Godefridusvan Heze, in de hertogstad. Zij hadden er waarschijnlijkeen particulier huis hetrokken, Coen zij in 1292 vanCecilia, weduwe van Engelbert Lodewijk, een huis en

erf kochten, gelegen in de buurt Hintham buiten deoude Leuvensche poort, later de Gevangenpoort genaamd.Daar twee zoons van Cecilia wegens minderjarigheidhet koopcontract nog niet konden onderteekenen, zijnde schepenbrieven van verkoop en overdracht gedagtee-kend van 1296, Zaterdag na het feest der ApostelenPetrus en Paulus. Behalve dit terrein verwierven depaters nog een huis en erf, toebehoorende aan zekerebegijn Metta en gelegen aan de Dieze. Op dit laatsteperceel legden zij in hetzelfde jaar den grondslag toteen uitgestrekt klooster, gelijk gestaafd wordt door eenaloud tijdvers, waarin de letter d niet meetelt

In Busco struitur precomon lux veneranda.

De tijd, waarin de Predikheeren zich te 's-Hertogen-bosch vestigden, was een tijdperk van bloei en krachts-ontwikkeling. .De ridderlijke, manmoedige hertog Jan I,de held van Woeringen, voerde krachtdadig de teugelsvan het bewind en bracht Brabant tot welvaart, machten aanzien. Niet bet minst deelde de hoofdstad derMeierij in dien vooruitgang. De stadswallen werden teeng om de nijvere bevolking to oinvatten ; daarbniten

breidden zich de wijken meer en meer nit, en terwijl demuren des kloosters werden opgetroliken, verrees in deonmiddellijke nabijheid een he erlijke tempel, de beroemdeSint-Jan.

Reeds in het jaar 1296 werd het klooster op hetkapittel der Teutonische ordesprovincie, te Bremen ver-gaderd, rechtens erkend en onder de kloosters dezerprovincie opgenomen. P. Gerardus de Puteo werd alsprior over de jeugdige stichting aangesteld, doch over-leed reeds den 2 2' te" April 1299. Zijn kortstondig bestuurwas echter niet onvruchtba.ar geweest. Als een wijzebouwmeester had hii de grondslagen gelegd van hetgeestelijk, gemeenschappelijk leven zonder hetwelk Beenklooster, ondanks alien tijdelijken voorspoed, duurzaambestaan kan. Gelijk de Minderbroeders met toestemmingvan den pastoor van Orthen ,jurisdictie uitoefenden, zoodienden ook de Predikheeren aan de geloovigen deH.H. Sacramenten toe ; hiermede bleven zij belast, totdatde Sint-Jan tot parochiekerk was verheven 1). Maar dewerkkring der kloosterlingen strekte zich verder nit:zij verkondigden Gods Woord in alle omliggende plaatsenen predikten op bepaalde feestdagen in de parochiênvan Peelland, Maasland, Kempenland, het Kwartier vanOisterwijk, de baronie van Breda en het Land vanHeusden. Ter vergelding dezer diensten stored men denpaters niet alleen toe termijn te houden, maar schonkhun ook menige gift tot levensonderhoud, tot uitbreidingdes kloosters of tot verfraaiing der kloosterkerk. Talrijkzijn de legaten, renten, einisen, ro!-,,Tachten en tienden,die in den loop der 1-P le en eeuw aan het klooster

) M. S. Erouwer. courentus

1

vermaakt werden ; leggen zij getuigenis of van denvromen zin onzer vaderen, zij zijn niet minder sprekendebewijzen van de achting en de liefde, die men denPredikheeren toedroeg 1).

In 131 S werd de vesting uitgelegd en omsloot nubinnen hare muren de Sint-Janskerk en het Predikhee-renklooster. Het klooster strekte zich van de „Tafelvan den H. Geest," thans het Oude-Mannenhuis, langsde Hinthamerstraat uit tot de Eerste Nieuwstraat —de Tweede Nieuwstraat werd eerst in 1641 over denkloostergrond aangelegd. Achter het klooster was hetterrein tot de stadswallen deels weide, deels boomgaard,en door de Dieze doorsneden. Van de kerk weten wij,dat zjj aan de H.H. Petrus en Paulus was toegewijd ;overigens moot het klooster eon ruim gebouw geweestzijn, dam: verscheidene malen in 1336, 1362, 1383 en1410 de paters der Teutonische provincie, ten getalevan meer clan honderd, zich hier tot het houden eonskapittels vereenigden.

De Sint-Janskerk werd in 1366, vooral op aandringenvan Adam van Mierd, door den Bisschop van Luik toteen collegiale kerk verheven met eon kapittel van dertigkanunniken, overeenkomende met de dertig altaren derkerk. Om evenwel aan dit kapittel genoegzame middelenvan bestaan to verzekeren, werden in 1413 door pansJoannes XXII de kerken van Orthen en 's Bosch bijhet kapittel ingelljfd. Deze machtsvermeerdering deskapittels boezemde den Predikheeren bezorgdheid in voorde toekomst, en daarom verzochten zij aan de kanunnikenom, alvorens deze inlijving tot stand kwam, hunne,

r ) M. S. Brouwer. Bijlage

privilegien plechtig te bekrachtigen. Hierop belegde dekapitteldeken Egidius van Gerwen met de overigekanunniken den 25sten September 1412 eerie vergadering,waarin vastgesteld werd, dat de paters dezelfde vrijheidvan prediken en biechthooren zouden genieten, welkezij totnogtoe bezeten hadden; wat het begraven derleeken in hunne kerk betreft, zouden zij zich regelennaar de voorschriften van het Leuvensche Predikheeren-klooster. Van een en ander werd een officieel stukopgemaakt 9. Dat deze voorzorg niet overdreven was,bleek reeds het volgende jaar, toen de deken weigerdehet gesloten verdrag te erkennen ; hij moest evenwelzwichten, en sinds dien tijd tot het jaar 1629 Weyer'de paters in het ongestoord bezit dezer privilegien.

Een zware ramp trof de stad, en het klooster in hetbijzonder, op Zondag den 29sten April 1429. Nabij deSint-Antoniuskapel op het Hinthamereinde sloeg eenfelle brand nit in het huis De Tra/k; het vuur deeldezich in een omzien merle aan de naastbijgelegen wo-ningen en bereikte het H.-Geesthuis, dat deels met stroogedekt was. Tot pier zou het vratige vuur zich beperkthebben, had de rector van het godshuis door nalatig-heid of kortzichtigheid Been aanleiding gegeven, dat devlammen naar het belendend Predikheerenklooster over-sloegen. Nu was de ramp niet te overzien ; de vuurzeestrekte zich steeds verder en verder uit, verzwolg ach-tereenvolgens alle aangrenzende panden en verhief harelekkende golven naar de Sint-Jan. Toen de vuurgloedging liggen, boden de Hinthamerstraat met het Begijn-hof, het H.-Geesthuis, het Preekheerenklooster en bet

/) Zie Bijlage II en III.

Gasthuis aan de ontstelde burgerij slechts puinhoopenaan ; op de Markt was slechts een huis, waar De fiend

uithing, gespaard, terwijl de Sint-Jan van dak was be-roofd en ernstige schade geleden had. Honderd twaalfmenschen verloren bij die ramp bet leven. Hoe grootde verslagenheid was der paters, laat zich denken.Kerk, klooster, alle kostbaarheden, charters en geschrif-ten waren eene prooi geworden der vlammen. Hetbeteekende weinig, dat den rector van het 11.-Geesthuisdoor den Hertog en den magistraat eene schadever-goeding van 900 gulden werd opgelegd; de wederOpbouweischte schatten, en vanwaar deze verworven ? Depoorters waren verarmd ; velen tot den bedelstaf ge-bracht ; de geestelijken bespaarden hunne middelen totherstelling der zwaargeteisterde hoofdkerk. In die droeveomstandigheden ontzonk den prior de moed ; hij diendezijn ontslag in en trok zich terug naar zijn klooster teUtrecht. Gelukkig beyond zich order de verlaten kloos-terlingen een man, die bezield met jeugdigen ijver envertrouwen op God de neerslachtigen opwekte: P. Jo-annes, naar zijne geboorteplaats van Son genaamd. Dereligieusen kozen hem tot prior, en terstond sloeg hijde handen aan het werk om het klooster uit zijn aschte doen verrjzen. Verschillende kloosterlingen werdennaar Utrecht, Duitschland, Westfalen, Saksen, enz. terinzameling van giften uitgestuurd ; en Met met ledigehanden keerden zij weder. Zelf ontving hij van abtenen prelaten kostbare reliquien, van edelen en vorstenbouwmaterialen ; ja, de faam liep, dat hij door boven-natuurlijke tusschenkomst geldsommen verwierf. Eens,zoo verhaalt men, liep de prior door de in aanbouwzijnde kloostergangen, het hoofd vol zorgen, omdat

7

ternauwernood het arbeidsloon der werklieden konuitbetalen, toen plotseling een vreemdeling hem te ge-moet trad, die naar (le reden zijner bedruktheid vroeg.De prior gaf ten antwoord, dat hij niet wist, vanwaarzooveel werklieden te betalen. Hierop reikte de vreem-deling hem een zak goudstukken over om daarmedein de nooden te voorzien. Dankbaar wilde de oversteden onbekenden weldoener een schuldbekentenis geven,doch deze was eensklaps verdwenen, bij den vromenprior het vermoeden achterlatend, dat de H. Petrus,de patroon des huizes, zijn vereerders was te hulp ge-konien. Onder de vorstelijke weldoeners bekleeddede eerste plaats : hertogin Maria, dochter van Jan denStoute en gemalin van Adolf van Kleef. Dank de on-vermoeide werkzaamheid der religieusen, de onuitputte-lijke liefdadigheid der geloovigen en het verstandigbestuur des priors, rees het klooster nit zijne puinen,schooner en luisterrijker dan het te voren ooit geweestwas. Erkentelijk vermeldt de kloosterkroniek o. a. devolgende zeven giften en stichtingen :1420. 21 Aug. Joannes, zoon van Petrus Broek van

's Bosch, met zijne echtgenoote Catharina,vermaakt bij uitersten wil aan het kloos-ter eene pachthoeve, gelegen in de paro-chic van den H. Lambertus, in de buurtCromvoirt, tot stichting van een eeuwigjaargetijde en eene herinnering op hetzielboek 1).

') Zooals men weet, klimt het gebruik om afgestorven weldoeners bij deoth:dienstoefening in de gebeden der geloovigen aan te bevelen tot deg

vroepte tijden der perk op.

1429 .... Stichting van eene dagelijksche mis opbet altaar van Sint-Jacob, Apostel, door

vrouwe Heylwig Gasteldonck, begijn inbet groote Bossche begijnhof.

1429. 25 Nov. Enghela Brocke, weduwe van Theodorusvan Breda, begijn in bet kleine Bosschebegijnhof, sticht eene dagelijksche misop het altaar van 0. L. Vrouw.

1131. 14 Aug. Vrouwe Elisabeth van Elea en Mark,hertogin van Beieren en weduwe vanStephanus, hertog van Beieren, en vanReinier van Valckenborgh, heer vanBorn, stichtte in dit klooster vier jaar-getijden en vermaakte daartoe een cijnsvan 6 1 1,, mud rogge.bb

1434 .... Philips, hertog van Brabant, schenkthet klooster eenige renten vrij, die hijals landsheer van het kloosterterrein hief.

1443 .... Margaretha Spiker sticht een gasthuis,in de Postelstraat bij het kleine begijn-hof, en stelt tot provisors aan : den priorder Predikheeren, den gardiaan der Min-derbroeders en den deken van Sint-Jan.

1457. 11 Mei. Jonkheer Joannes Pichler, graaf vanMegen, beer van Mierlo, graaf van Je-rusalem, bepaalde bij testament, dat hijin de kloosterkerk bij zijne voorouderswilde begraven worden ; en vermaakteaan de kloosterlingen, behalve zijn zilver,eene jaarlijksche rente van 155 guldenop de heerlijkheden Craendonck, Eind-hoven en Woensel voor de stichting van

9

vier plechtige jaargetijden met brood-bedeeling.

De ijverige P. van Son, die achtereenvolgens een endertig jaar prior was, mocht de voltooiing des kloostersnog aansehouwen ; hij stierf den 27 sten Augustus 1450.

Gelijk elk klooster destijds voor zich nieuwe ledenwierf, zoo droeg het ook zorg voor de wetenschappe-lijke vorming der jeugdige kloosterlingen. Yanclaar trofmen er professoren aan voor de wijsbegeerte, de theo-logie en de Schriftuur ; slechts wanneer de religieuseneen theologischen graad wilden behalen, moesten zijzich naar een. stadium generale begeven. Aldus werdenin 1308 uit het Bossche klooster P. Arnoldus vanRaamsdonck met P. Joannes van Son voor twee jarennaar . Erfurt gezonden en P. Joannes Cuyst naar Nor-wich in Engeland ').

Het aantal kloosters der Teutonische provincie wastegen het einde der XJ.V de eeuw zoozeer toegenomen,dat een man onmogelijk het geheele gebied kon over-zien ; de provinciaal besloot daarom over enkele gewesteneen vicarius aan to stellen. Om deze reclen werden dekloosters van 's Bosch, Antwerpen, Maastricht, Leuven

1 1 1395. Die 28 Nov. assignavit pro biblico in conventu Coloniensi proanno immediate fr. Nicolaum Eystrick conventusBuscensis cum gratiis in forma.

1397. Die 19 Oct. fr. Walterus de Confluentia fuit assignatus in con-ventu Buscensi.

1398. Die 10 Julii. fratres Arnoldus de Raemsdonck et Joannes (le Sonde conventu Buscensi fuerunt assignati studentestheologie per duos annos in conventu Erfordiensiprovincie Savonie.

Die 2 Sept. fr. Joannes Cuyst conventus Buscensis fuit assignatusstudens theologie per duos annos in conventu Nor-vicensi provincie Anglie.

Reye6fa Mug. Gem Ord. Prrieri.

en Auderghem onder een vicarius gesteld, die genoemdwerd vicarius nationis Brabantiae 1).

In welke lotgevallen der stad 's-Hertogenbosch tijdensde XIATde en XV" eeuw het Preekheerenklooster bij-zonder betrokken was ; welke gedenkwaardige mannenhet opleverde; welke gewichtige diensten het aan gods-dienst en staat bewees ; ziedaar vragen, waarop bijgebrek aan bescheiden, het antwoord schuldig blijven.Alleen heeft de geschiedenis geboekt, dat in 14S1dens het plechtig kapittel van het Gulden Vlies Maxi-miliaan van Oostenrijk in het dominicaner klooster zijnintrek nam. Daar ontving hij de hulde der Vliesridders,daar in de groote zaal hield hij met zijne edelen hetbekende luisterrijke banket, waarbij onverwachts Lode-wijk van der Gruythuize verscheen, om zich van alienblaam te zuiveren. Het bezoek van zoo hoog een Bast,wiens edelmoedigheid de Sint-Jan nog dankbaar herdenkt,bepaalde zich voor het klooster niet tot de eer ; metvorstelijke mildheid stelde Maximiliaan de kloosterlingenin staat om het volgende jaar nieuwe aankoopen tedoen en het klooster uit te breiden. Dit werk vondechter groote vertraging door den wreeden geese', depest, waarmede stad en land in 14S2 geslagen werd.Overal snelden de Predikheeren den noodlijdenden terhulp, maar zij vielen grootendeels als slachtoffer hunner

') 1399. Pie 1 Jan. fr. Anselnius de conventu Trajectensi fuit factusvicarius in quatuor conventibus inferioribus nationisBrabantie, videlicet Trajectensi, Lovaniensi, Ant-verpiensi et Buscensi et in monasterio de AuderghemVallis ducisse cum auctoritate visitandi et alia fa-ciendi, que consimiles viearii posse facere ibidernconsueverunt.

Regesta flay. Gen. Ord. Prard.

1 1

naastenliefde. De slaande Engel des Heeren spaardeook hun klooster niet; de besmetting drong door binnende gewijde muren, zoodat de weinige overgebleven pa-ters zich genoodzaakt zagen hunne woning to verlaten.Eerst het volgende jaar, toen de pest begon to wijken,keerden zij langzamerhand in het voorvaderlijk verblijfterug en stelden nu alle pogingen in het work, nietalleen om de bressen, door de ziekte in hunne gelede-ren aangericht, to herstellen, maar ook om de regeltucht,die gedurende doze beproeving veel geleden had, totde oorspronkelijke strengheid terug to voeren.

II.

Van de kloosterhervorming tot de beeldstormerij.

1483-1566.

`,7„;--5o.rs'"1

et is niet onwaarschijnlijk, dat het verblijf vanMaximiliaan van Oostenrijk bij de Predikheeren

te 's Bosch van invloed is geweest op de kloosterher-vorming, die aldaar in 1483 ingevoerd wend. Zekergeschiedde dit met zijne medewerking en wider zijnehooge bescherming, gelijk authentieke bescheiden getui-gen 1). De worst en de burgerij richtten zich tot dengeneraal der Orde P. Salvus de Oassetta, die zich then-tertijd in Duitschland ophield. Als kloosterhervormersbenoemde deze den prior van Brussel P. Brixius Floriszen den prior van Keulen P. Jacobus Sprenger, inquisi-teur en schrijver van den bekenden Malleus nuileficaruni.Men wane niet, dat deze kloosterlingen met eene voort-varende gestrengheid optraden ; daartoe bezaten zij teveel menschenkennis en waren zij te zeer beproefd inhet kloosterbestuur. Na zich van den steun der burgerij —

1 ) Zie Bijlagen IV, V en VI.

13

den wereldlijken arm — verzekerd te hebben, dagvaar-den zij den 14 den September de religieusen in tegenwoor-digheid van den raad en voerden allerlei drangredenenaan om de gedaagden tot de oorspronkelijke regeltuchtte doen wederkeeren. Velen leenden gretig het oor,anderen bleven halsstarrig. Onbegrijpelfike lankmoedig-held, grenzenlooze welwillendheid legden de commissa-rissen aan den dag tijdens de samenkomsten, die her-haalde malen gehonden werden, dock hunne goedebedoelingen leden evenzeer schipbreuk als de overre-dingen van den magistraat en het uitdrukkelijk bevelvan den pater-generaal ; zelfs kreeg het den schijn, datzij zich met ge weld tegen de kloosterhervormingwilden verzetten. Alsnu, ten einde raad, besloten decommissarissen van hunne vohnachten gebruik te waken.Zij drongen onder gewapend geleide en met vele kloos-terbroeders, die hunne partij aanhingen — coin pluribus

fratribus ejusdem courentus ipsis arlhereatibus — de kloos-terpoort binnen zonder nochtans op ernstig verzet tostuiten of tot handtastelijklieden to geraken. Onmiddellijkwerd nu het bestuur veranderd. P. BriAius werd prior,P. Joannes van Sint-Truijen van Eeulen supprior, P.Rutgeyus van Cleave procurator en P. Petrus van Oslector. Van de vrijheid om zich elders heen to begeven,maakten sleehts zes van de vier en twintig Bosschekloosterlingen gebruik ; de overigen legden zich metallen ijver toe op de onderhouding der repels en strektentot stichting der geloovigen. Reeds den 17' Septemberschreef Maximiliaan uit Utrecht een brief aan den pater-generaal om hem de blijde tijding der kloosterreformatiemode to deelen, terwiji de stall 's-Hertogenbosch den29sten September eveneens een uitvoerig verslag dier

14

belangrijke gebeurtenis aan gemelden overste opzond.Streng werd aan de voorsehriften omtrent het koorge-bed, de studie, het vaster', de hand gehouden ; en hetwas slechts met vergunning van den pater-generaal,dat in 1494 aan drie hoogbejaarde paters — patres

jubilarii — eene mildere toepassing der regels werdtoegestaan. Om in het vervoig alle versiapping derregeltucht te voorkomen, werd op verzoek der klooster-lingen uitdrukkelijk bepaald, dat voortaan niemand inhet Bossehe klooster zou worden opgenomen, die niet ineen ander hervormd klooster gedurende eenige jarenbewijzen van een waren kloostergeest gegeven had

Omtrent dezen tijd viel er in het klooster een f'eitvoor, dat velen met bewondering vervulde. Het was --zoo vermeldt ons een oud handschrift de feestdagder H. Catharina van Siena in het jaar 1485. Eenkloosterling, nog diaken zijnde, zou zich van de gas-tenkamer naar den kelder begeven. Om te beproevenof de kelderdeur open was, stiet hij daartegen met zijn

') 1495. 29 Vitali. Coneeditur fr. Arnoldo Hees, Balcluino , imoni deOesterhout jubilariis conventus Buseodueensis ut pos-sint se transferre ad quemeunque conventum quianon possunt sufferre austeritatem vite regularis, eon-cedens quoque prefatis ut in eodem eorum eonventupossint ter in ehdomada vesei earnibus et eligereconfessorem.

1500. 9 Febr.... Henricus Berlieum et Theodoricus Godefridi eon-ventus Buseodueensis assignantur in eonventu Bus-

eoducensi quamvis sint littere in eo positum quod

minus frater assignatur in eonventu nisi Arius steteritper aliquos annos in ailis eonventilms reformatis ethoc quia eupiunt vivere seeundum institute reforma-tionis introduete in ditto eonventu.

Rege,sqa Noy. (en. Ora. Ppted.

15

voet. Unvoorzichtig wendde hij te veel kracht aan; deongelukkige verloor het evenwicht, viel van de trappenen kwam zwaar gewond met gebroken ribben op hetkelderplaveisel terecht. Algemeene ontsteltenis onder debroeders! Haastig kwani men toegesneld ; daar lag derampzalige in den deerniswaardigsten toestand. Wan-hopende aan zijn behoud bracht men hem naar hetkloosterziekenhuis. Een langdurig lijden volgde ; mach-teloos lag hij aan het ziekbed gekluisterd, totdat hijeindelijk op krukken zich kon voortbewegen. In betbijzijn veler toeschouwers strompelde hij voort naar dekerk, hield stand bij het altaar der H. Catharina enriep vol vertrouwen den bijstand dier Heilige in. Datvertrouwen werd niet beschaamd: plotseling ontrukteeen onzichtbare hand hem een der krukken, hij zetteden voet op den grond en kon nu ook de andere kinkontberen. Genezen stolid hij voor alley verbaasde blikken,en wel zoo genezen dat hij onmiddellijk daarna alsdiaken in de kloostermis zijn ambt kon waarnemen. Ineen oogwenk waren alle huisgenooten toegeschoten omzich met eigen oogen van deze wonderbare genezing teovertuigen ; het gerucht vloog buiten de kloostermuren ;bloedverwanten, stadgenooten, nieuwsgierigen verdron-gen zich aan de kloosterpoort en suelden de kerkbinnen. Daar steeg het Te .Thon geestdriftig omhoog, deorgeltonen zweefden juichend door de hooge gewelven,de klokken jubelden merle ; en aan de opgetogen menigteverkondigde een kloosterling, wat groote Bingen deHeer door de tusschenkomst der H. Catharina gewerkt had.

.fiehalve de godsvrucht tot de H. Catharina gingvooral, en wel op de eerste plaats, de vereering vanhet Sacrament den Predikheeren ter haste. Omstreeks

16

1473 bouwden zij aan de kloosterkerk ter eere vanhet H. Sacrament eene mime kapel, die de zetel werdeener bloeiende broederschap. Voor zoover wij nogkunnen achterhalen — de oorspronkelijke stukken zijnwaarschijnlijk verloren — was deze broederschap samen-gesteld nit leeken; zij hield bepaalde kerkelijke dienstenen plechtigheden. Twee dekens met twee provisorenof wasmeesters bestuurden de goederen, door vrijwilligegaven en legaten geschonken; hielden bock van deinkomsten en uitgaven, en boden jaarlijks den staataan den prior ter onderteekening aan. Met eigen ko-peren zegel werden de stukken der broederschap ge-waarmerkt. De eerste dekens in 1473 waren: Arnoldusvan Goch en Jacobus Barbier, terwijl als de eerstewasmeesters voorkomen : Arnoldus Goessensz van Scey-maker en Joannes van Gheel. Reeds van bet beginharem stichting stond deze broederschap bij de Bossche-naars in hooge gunst. Den 20 sten Maart 1173 gaf Arnoldusvan Goch de rente van een mud rogge, staande op eenhuis en akkers to Ooijen ; andere voorname ingezetenenvoigden zijn voorbeeld, zoodat de broederschapskapelmet verschillende altaren verrijkt en door belangrijkefundatien voor de toekonist verzekerd werd. Van over-heidswege het men zich evenmin onbetuigd: de bisschopvan Luik hechtte niet alleen zijn zegel aan de statuten,maar verleende hovendien eon aflaat van voertig dagenaan alien, die aan de processie met het H. Sacramentzouden deernemen. Aldus van alle zijden gesteund, ge-

raakte het geestelijk genootschap tot hoogen hloei, toenin 1494 onverwachts een geweldige storm iosbrak. Den4den Maart van dit jaar kwamen de vicecureit van Sint-Jan.beer Simon, met Joannes Boschmans van Hilvarenbeek

1 7

aan het Preekheerenklooster aankloppen en beteekendenden supprior — de prior was op refs naar Rome datde kloosterlingen van dat tijdstip af alle voorrechtenen gunsten van bisschopswege verbeurd hadden en bij-gevolg in Been parochiekerk binnen het diocees meermochten biechthooren, prediken of geestelijke bedienin-gen uitoefenen. Pit decreet, dat aan de deuren derSint-Jan en der overige kerken werd aangeslagen, gingvergezeld van eene rechterlijke dagvaarding, waarbij deleden voor den bisschoppelijken officiaal te Diest zichverantwoorden moesten. Vanwaar dit streng optredendes kerkvoogds? Zijn schrijven laat ons niet in onze-kerheid. De kloosterlingen hadden — om het bezoekdes yolks van de parochiekerk, de Sint-Jan, naar hunnekloosterkerk af te -leiden — een leekenbroederschapopgericht, eene talrijke menigte daarin opgenomen, ver-gaderingen belegd, bijzondere feesten ingesteld en om-gangen gehouden met ontdekt kruis en het H. Sacrament,en dat wel buiten de kloostermuren tijdens den H. Dienstin de parochiekerk. Het verwijt, dat zij onder schijnvan heiligheid door woord en daad de eer der collegialekerk zochten te rooven, sluit de reeks van beschuldi-gingen.

In deze netelige omstandigheden verloor de suppriordes kloosters, P. Wilhelmus van Grave, geenszins zijnevastberadenheid. Steunend op zijn goed recht, begaf hijzich naar Oirschot en deed daar den Ude" Maart in deSint-Pieterskerk, in tegenwoordigheid van den kanunnikDaniel van Herssel en den kapelaan Gyselbertus vanGestel, onder getuigen van Arnoldus van der Meyen enAmisius, rector van 131adel, een officieel beroep op denH. Stoel; van Welk beroep de keizerlijke notaris Wil-

is

helm de Petersschem een ambtelijk verslag opmaakte. —Deze stap was niet voldoende oin den storm te keeren :den Veil April ging P. Wilhelinus weer naar Oirschot endeed daar op gelijlie wijze, maar nu nog uitdrukkelijkeren plechtiger, een beroep op den Pans. Hiermede niettevreden, trok hij met zijne notarissen naar Luik, waarhij zich den 14de" April bij den officiaal des bisdoms aan-meldde. Deze was, of hield zich, afwezig; dock dit wasBeen bezwaar. Under getuigen begat' de kloosteroverstezich naar de kathedraal en sloeg daar zijne appeltatio

contra mandatilin 1,7piscopi aan de kerkdeur : van een enander bet hij door zijn notaris Veinier Martini proces-verbaal opmaken.

Of en in hoever de beschuldigingen van den bisschopJoannes van Horne gegrond waren, staat niet aan onsom te beslissen. Volgens de kloosterkroniek had deprelaat onbedachtzaam het oor geleend aan de klachten,door den deken, het kapittel en den pastoor van Sint-Jan ingebracht. Wat hiervan dit is zeker : reedsden 9 de" Juni 14-94 schonk de :Bisschop den Predikheerenalle vrijheden terug, zonder de broederschap op te hef-fen 1). Om evenwel de parochiekerk schadeloos te stellen,richtte nu de kapitteldeken ook eene H. Sacraments-broedersclutp op, die door den Bissrliop in 1196 heves-tigd wend. Sinds Woven beide broederschappen naastelkander voortbestaan.

Voortdurend mocht het klooster zich in de weldadig-heid der burgerij verheugen, zelfs in tijden, die wegensden oorlog hoogst drukkend waren. Personen van aan-zienlijken stand kozen de kloosterkerk tot hunne laatste

1 ) Ziu 13ijIn VII.

19

rustplaats uit en stichtten fondsen voor wekelijkscheen dagelijksche missen, voor altijddurende jaarstonden,voor het bidden der getijden van de overledenen. Nietzelden strekte hunne milddadigheid zich na hunnen dooduit door de bepaling, dat de communiteit op hun sterf-dag een geschenk moest ontvangen in wijn, visch ofeenig feestgerecht. Andere weldoeners gaven rijke gif-ten of vermaakten legaten ten behoeve der kerk, derH. Sacramentskapel, of ter verbouwing, uitbreiding ofverfraaiing der kloosters Van stadswege ondervondhet klooster eveneens menig blijk van waardeering. Destadsrekeningen getuigen, hoe menigmaal de prior meteen geschenk in wijn werd vereerd, b.v. met Paschen,Pinksteren, 0. L. Vr. Hemelvaart, 0. L. Vr. Geboorteen Sint-Dominicus. Kwam de provinciaal der Preek-heeren to 's-Hertogenbosch, of werd er binnen het

') Zie Bijlage VIII.1311. 8 Sept. Henricus Hermann de Deventher et Catharina Nicolai van den

Staeke eonjuges, equites Jerosolymitani, cives Buseodueen-ses, elig,entes sepulturam in eeclesia conventus fundaveruntunam missam diebus Dominicis in altari et, choro venerabilisSacramenti. unam missam feriis 4' 1 ' in altari S. Sepulchri,imam missam diebus Sabbathi in altari B. M. V. et unammissam in sacello S. Annae extra eonventum, dicendas cumanniversario, distributione panum pauperibus ac pictantiafratribus annue faciendis, in quem finem legaverunt con-ventui censum 24 florenorum Renensium super dominia deEmpel et Meerwyck ac 4 petia terrae pascualis (vier scarenweyde in de Viler& tot Hynthum). Distributio panic. endeom Uoil wille geven den armen lnyden veer der poertedesselven convents daeraencomende tot vyfhonderd persoenentoe eleken een schoen broet van even Negenmeneken datweleke belopen sail jairliex Brie Rinsguldens, twe stuvers,twe oert.

1315. 13 Dee. Elisabeth vidua Godefride de Bye fundavit missam hebdo-malem in altari S. Josephi in ehoro venerabilis Saera.menti.

Chooiefin Conrentus Bascoducensis.

20

Bossche klooster kapittel gehouden, dan droeg de ste-delijke regeering zorg voor een feestelijk onthaal; aldusschonk de magistraat in 1519 aan het provinciaai ka-pittel drie amen wijn.

De vele giften der burgerij, gevoegd bij de aalmoezenop de termijnen ingezameld, stelden de paters in staatom de oude panden des kloosters te herstellen of nieuwedaaraan toe te voegen 1). Reeds het feit, dat de aarts-hertog Maximiliaan in 1481 aldaar zijn intrek nam, doetveronderstellen, dat het klooster aanzienlijke ruimtebeschikbaar had. In 1489 verleenden bisschop Joannesvan Home en Hendrik van Berse, cantor van Sint-Jan,aan de paters toestemming onl een nabijgelegen huisin gebruik to nemen ; terwijl dezelfde kerkvoogd in 1491den Preekheeren toestond nieuwe gebouwen op te trek-ken aan de Hinthamerstraat. Er lag namelijk een openplein tusschen deze straat en de kloosterkerk; dezeplaats werd nu deels bebouwd, deels door den bisschop-pelijken vicaris tot kerkhof ingezegend. Pans AlexanderVI bekrachtigde in 1493 de beschikking des Bisschops.

') Zie Bijlage1503.... Mortuo priore Joanne Boxtel eligitur circa Pascha fr.

Wilhelmus Litt, quo tempore conventus largissimaseleemosynas recepit, turn ex parte sororis fr. Joannis deHuesden, hujus conventus filii, turn ex parte aliquorumcivium Buscoducensium.

1510. 13 Fehr. Hadewigis Haza, uxor Adriani Arnoldi civis Montis S.Gertrudis, ultima sua voluntate statuit ut patres terminariihujus conventus quoties praedicationis causa, aut ob negotiaconventus diverterent ad Montem S. Gertrudis, hospitarenturin camera domus suae habitationis ac ibidem de virtu,aliisque necessariis ipsis provideretur.

1506.... Conventus accepit Hberam piscationem in Mosa in pagoLittoven pro vyf oude groten.

'Clironicon Conrentu8 Buscoducensi8.

21

Vooral na deze laatste verbouwing hood het kloosterook geschikte zalen aan tot het houden van vergade-ringen voor stad en lande. Van deze gelegenheid werdin 1496 een druk gebruik gemaakt, vandaar schonk de

stad een geschilderd venster, te plaatsen in het pandtegenover de kapittelzaal „overmyts lasten die zy dage-„lycx van der stadt hebben als in (de) vergaderinge„van den ambachten ende in andere gemeyne dach-„vaerden” 1). Op het raam waren door den glazenmakerWillem Lombaerts verscheidene wapens aangebracht;o. a. van hertog Philips en diens gemalin, van denmagistraat, de stad, enz. — Voor de gasten was eeneafzonderlijke vleugel bestemd, waarin een vertrek voorden landsvorst — camera caesarea — en andere hoogegasten. De kloosterkerk werd eveneens zeer verfraaid;zij bestond uit drie beuken, door een slanken daktorengekroond. Altaren waren opgericht ter eere van het H.Sacrament, het H. Kruis, het H. Graf, den Z. N. Jesus,0. L. Vrouw, de Moeder van Smarten, den H. Joseph,den H. Jacobus, de H. Catharina ; terwij1 verschillendebeelden op het kerkhof den bezoeker tot godsvruchtstemden. Dit alles was voor een groot deel het werkgeweest der beide prioren P. Van Baerle en P. De Bie,welke tijdens hun bestuur, van 1517-1529, veel aande verbouwing en verfraaiing van kerk en klooster tenkoste legden. Het Bossche klooster viel dan ook de eerte beurt, het kapittel der kortelings opgerichte Neder-duitsche provincie in 1519 binnen zijne muren te zienvergaderen. De stadskroniek vermeldt dit feit aldus:„Tilden iaere ons Heeren dusent CCCC ende XIX, des

1) K. A. van Zuylen. im'entaris blz. 30.

„Sondachs nae Sinte Servaes, werdt ten Prekers ten„Bosch ghehouden een provinciaele cappittel, daer„tegenwordich waren X doctoren ende LXX vremde„brueders, ende sy bleven daer ses daghen ende sy„waren hoochlick besconken mit wynen van die stat„ende van dat capittel, ende men hielter een schoon„processie van deen poorte des cloosters totter ander„poorte”

De herleving van den kloostergeest tegen het eindeder XVde eeuw gaf een krachtigen stoot aan de beoefe-ning der gewijde wetenschappen en aan het apostolaatorder de geloovigen. Viet weinige leden van het Bosscheklooster voltooiden hunne studien aan eene universiteiten kwamen gegradneerd terug om aan de jeugdigekloosterlingen van hunne rijke kennis en ervaring medeto deelen, of verschillende kloesterambten, bun door deOrde toevertrouwd, to bekleeden. 1)e onkosten van zulkeen buitenlandsch verblijf — de kloosterlingen warenin den regel van minervalia vrijgesteld — werden bestre-den door toelagen van het klooster, giften der bloed-verwanten en aalmoezen van vromeheden ; zoo vermaakteMechthildis, Iveduwe van Joannes Alarts, aan het kloostereene som, waarvan de rente tot beurs moest strekkenvoor een studeerend kloosterling to Keulen 2 ). Als pre-dikanten waren vooral gezocht : P. Werboldus Petri,bijgenaamd : de groote prediker, (omstreeks 14SS),

1) Alb. Cuperinns. Die Chroiticke milder r•ernacrrrder ende rromer stadi

ran 2 Ayrtogenbaswh. Verzam. v. yke . DI. I blz. 82.Ternpore prioratus P. Joannis de Colle, Domicella Mechthildis,

vidua Joannis Alarts civis l3uscoducensis, bona quaedam legaverat con-ventui e quibus census creari debebat in fundationera unius bursae prouno studente hujus conventus in studio theologico conventus Coloniensis.

Chron iron Convent? 1$ Thiscoducensis.

23

P. Gerardus van Goreum (t 1513) en P. Joannes vanAntwerpen 1515), gelijk het necrologium van iederhunner getuigt: praedicator zelosus et ialde gratiosus; alsinquisiteurs waren P. Wilhelmus van Turnhout (-t- 1490)en P. Joannes van Baerle ( 1539) bij de reehtzinnigegeloovigen evenzeer geacht als verfoeid en gevreesd bijde nog sehuilgaande ketters.

Behalve de vele geleerden telde het klooster in diedagen ook kunstenaars. Naam wegens zijne bedrevenheidin den orgelbouw verwierf zich P. Joannes van Gernert.Tijdens de herstelling der regeltucht in 1483 ontmoetenwij hem reeds binnen de kloostermuren. Iu hetzelfdejaar ontving hij van den pater-generaal eene volmaehtzoo uitgebreid, en vooral in die dagen van strengeobservautie zoo zeldzaam, dat slechts buitengemeeneverdiensten zulk eene bevoegdheid zullen gebillijkthebben. Overal waar hij uitgenoodigd werd om orgelste vervaardigden of te herstelien, moeht hij zich heenbegeven en daar zoolang vertoeven als noodig was,zonder door eenigen overste hierinte worden verhinderd 1).Of de naam van dezen kunstenaar ergens in kerkreke-ningen wordt aangetroffen, bleef ons onbekend, evenzeerwanneer hij gestorven is ; het .neerologium des kloostersvermeldt ons daaromtrent niets. Meer bijzonderhedenziju tot ons gekomen van twee miniatuursehilders : depaters Nicolaas van Rosendael en Joannes van Maren.

') 1483. 8 Jan. fr. Joannes Gernert conventus auseoducensis potest vocatusire ad. seeulares sive extranitas personas et reparareorgana sive de novo facere et apud tales morari doneeperficiat opus nee aliquis inferiorum potest ipsum impedire.Datum Colonie.

Reye,q(t Mut!. Gen. Ord. Prrled.

21

Eerstgenoemde legde op den octaafdag van O. L. Vr.(lehoorte 1 .151 te 's Bosch zijne gelofte of en wordtvermeld als de eerste geprofeste kloosterling na dereligieuse hervorming. Hij muntte nit door zijn schoon-schrift en vooral door zijne smaakvolle, keurig fijneminiaturen, waarmede hij zeer vele koorboeken opluis-terde. De teekenpen ontviel hem door den flood den31 sten October 1537, loch ging in handen van eenwaardigen leerling over : P. Joannes van Marren. Dezereligious had te 's Bosch het kloosterkleed aangenomenden 2 5 8te" Maart 1515 en legde zich onder leiding desmeesters eveneens op het verluchten van kerkelijkeboeken toe; hij overleed den 3 den September 1549 1).

Flit hetgeen wij mededeelden onitrent het geestelijkleven, de studien en de werkzaamheden der Dominicanen,kan men genoegzaam afleiden, dat zij grooten invloeduitoefenden op het godsdienstig en maatschappelijk levenonzer voorouders. Hunne kloosters bevonden zich Metop afgelegen plaatsen, in eenzame oorden, verre vanhet gewoel der wereld, maar lagen juist in de yolk-rijkste steden, bij voorkeur te midden der bedrijvigebevolking en neringdoende menigte 2). De kloosterlingen

1) Een dezer boeken, een aradn«le, wordt nog heden in het Predikheeren•klooster te Gent bewaard. Op het laatste bled van den foliant leest men:Seriptus ae eonsunonatus est liber iste ie eanrentn Busrodiwensi Ord. F.

Pral. per no' fratron Nirol«icin de Ronsendael pro eonrentu Antrerpiensi

(jusdon .An. D. 211CCCCCXY- ipso die Xexti Coaf. — Nog in 1770werden de kunstwerken van P. Joannes van Marco in het Preekheeren-klooster te Meehelen getoond.

2) Lacordaire. pear le ri.ltablissonent: ,Dominique, choisi de Dieu„pour donner is rEglise une nouvelle forme de• coneut le dessein„d'unir ensemble la vie du cloitre et la vie du sieele, le moine et leiiPthre L'ordre cr6e par saint Dominique West done pas un ordre monas-„tique, mais une association de Freres joignant la force de la vie commune„h la liberte de Faction ext6rieure, l'apostolat d la sanctification personnelle.”

9 7

zelven waren meest zonen van den nijveren burgerstand ;zij leefden met het yolk, bewogen zich daaronder, hiel-den daarmede betrekking en kenden en gevoelden zijnenooden. Vandaar was het klooster Met alleen krachtenshet asylrecht een wijkplaats voor achtervolgden, maarook een toevluchtsoord voor alien, die onder de ellendedes levens gebukt gingen. Daar ontvingen alien raaden troost, en bij een opwekkend woord vaak een aal-moes, want onbekrompen werd hier de christelijkeliefdadigheid beoefend. Er waren dagen, dat aan depoort van het Bossche klooster vijfhonderd broodenwerden uitgereikt. Hoezeer de paters echter bij demenigte gezien waren, toch moesten zij somtijds onder-vinden, dat Diets wisselvalliger en onbetrouwbaarder isdan de volksgunst.

De hooge beden des Hertogs van Brabant, die reedsvroeger aanleiding tot oproer en geweld geweest waren,hadden in 1525 het stadsbestuur genoodzaakt de be-lasting op het bier en het gemaal te verhoogen. Dezemaatregel nu behaagde geenszins aan het yolk. Degemoederen werden ontevreden, begonnen to gisten engaven zich ten laatste lucht in een openbaar verzet.Het was Beloken Paschen. Onder aanvoering der gilde-dekens schoolde eene menigte yolks op den Prekerbeempt

achter het klooster samen, vast besloten die plaats nietto verlaten alvorens de gehate belasting was ingetrok-ken. De overheid, zwak genoeg, gaf toe ; en zoo kwamhet van kwaad tot erger. Noode had het yolk gezien,dat kapittel en geestelijkheid krachtens hunne privile-giên van vele lasten waren vrijgesteld ; die toestandmoest veranderen, maar hoe ? Met de privilegien deskapittels viel niet te spotten, dit hadden de giiden

2b

ondervonden in 1517, Coen een inbreuk op zijn vrijdomdoor een interdikt en een nadeelig proces was gevolgdmaar de privilegien der kloosters, deze, meende men,behoefden niet zoo streng te worden ontzien . In diemeening elkander stijvende en ophitsende, trokken den19 de" Juni 1) de gilden en vele burgers naar den Prelcer-

beempt, gevolgd door de heffe des yolks. Daar vorderdenzij luide : afschaffing van de vrijstelling der kloostersen gestichten. Verschillende kloosters door vrees ge-dwongen, gaven aan de eischen des yolks toe, maarnoch de Karthuizers van Vucht, noch de Wilhelmietenof Bazeldonkers, noch de Preekheeren waren hiertoete bewegen. Deze onbuigzaamheid verdroot en verbit-terde de menigte ; zij zon op wraak. Tegen de duisternisrotten verschillende gewapende benden op de Marktsamen en trokken in het hoist van den nacht — dePreekheeren hadden nauwelijks de metten gebeden —razend en tierend naar het klooster in de Elinthamer-straat. Met behulp van een molenliar verbrak hetgepeupel de kloosterpoort, drong naar binnen en roofde,plunderde en verwoestte al wat voor de hand kwam.Aileen de kerk wend ontzien, maar des te 'neer moes-ten de spijskamers en de kelders het ontgelden. Deedmen zich eerst te goed aan spijs en drank, weldravierde de brooddronkenheid haren walgelijken triomf.Overal lagen brood, boter en spijzen door het kloosterverspreid; de wijn en het bier, dat de woestaards nietweer konden verzwelgen, goten zij uit in den refteren de kloostergangen. Tot vier nor in den morgen

1 ) De kloosterkroniek schrijft 20 Juni; terwijl sommige kronieken inplaats van Bel oken Paschen „beloecke Sinexse" aangeven. Verzaineliny pen

Krony ken, Dl. I, blz. 223.

27

duurde deze baldadigheid ; tom trok de bende onderhoorngeschal met vaandels naar buiten om bij deKarthuizers in Vucht hetzelfde losbandig tooneel teherhalen. Deze kloosterlingen, de gewelddadighedenduchtende, die hun boven. het hoofd hingen, wistendoor een aanbod van spijs, drank en 200 gulden hetgrauw tot aftrekken te bewegen. Van daar ging hetgemeen overmoedig naar de Wilhelmieten, pleegde al-lerlei geweld, en kwain ten laatste, verhit door dendrank en brassens moe, bij de Preekheeren terug, waarhet luide zijn eisch van den vorigen dag herhaalde.Om grootere geweldenarijen te voorkomen, besloten depaters eindelijk om toe to geven, en reikten den bel-hamels een verzegeld bewijsstuk over. Nu trok demenigte huiswaarts, de rust keerde langzamerhand opstraat \veder, de gemoederen kwamen tot bedaren.Hiermede was echter niet alles afgeloopen : deze muishad een leelijken staart.

Zooals men kan begrijpen, lieten de religieusen, alhadden zij voor geweld moeten zwichten, zich deze in-break op hunne rechten niet welgevallen. De Domini-canen en Karthuizers begaven zich naar Brussel totde landvoogdes Margaretha en brachten daar hunneklachten in. Hier aan den hove was men reeds omandere redenen op den Bosschen magistraat verstoord,zoodat bij het vernemen dezer ongeregeldheden de over-heid twee-, driemaal gedagvaard werd. Zij weigerdeevenwel te verschijnen, vermoedelijk weerhouden doorhet yolk, dat tot den laatsten Jul de macht in haddenhad. Alsnu werd de stall onder keizerlijk interdikt ge-legd : de ingezetenen hadden lijf en goed verbeurd.Ale goederen der Bosschenaars, welke in Holland, Zee-

land en Brabant waren opgeslagen, werden door denfiscus in beslag genomen ; een keizerlijk leger van rui-ters en voetknechten onder graaf Floris van Burentrok rond de wallen samen: kortom, de Landvoogdestoonde, dat met haar gezag niet te spotten viel. Ge-lukkig luisterde in die barge (lager de burgerij nietnaar de heethoofden, die lijf en goed wilden opzetten,maar leende het oor aan verstandiger raadslieden, dietot onvoorwaardelijke onderwerping aanmaanden ; zij

zond afgevaardigden naar Vueht om met de keizerlijkecommissarissen te onderhandelen. Zwaar en vernederendwas de straf, die Den Bosch voor zijn vergrijp aan's vorsten gezag werd opgelegd. Honderd vijftig burgersin zwarte kleederen, blootshoofds en een brandendetoorts in de hand, moesten aan de grenspalen der stadde Landvoogdes bij hare komst in knielende houdingafwachten en om vergeving smeeken; vervolgens moes-ten verschillende groote geldsommen als boete wordenopgebracht, o. a. voor „emende civyle tot behoef vanden Keyser 12.000 Rynsgulden" 1).

In Augustus daaraanvolgend kwam de Aartshertogin-landvoogdes in de stad om de partijen te bevredigenen het geschil in der minne te schikken. Het afge-dwongen tractaat op den Prekerbeempt werd natuurlijknietig verklaard, maar, aangezien de stad onder denovergrooten schuldenlast bijna bezweek, werden dekloosters uitgenoodigd vrijwillig voor den tijd van driejaren eene bijdrage te schenken. Hiertoe waren zijgereedelijk te bewegen en zoo gaf o. a. het conventder Prekeren 54 Rijnsgulden, 5 1:2 st. en S 1:2 mitt.

') R. A. Van Zuylen, Im'entaris der Arehieren.

20

Twintig jaar later, in 1545, geraakte het Dominicanen-klooster weer in geschil met de stad over den vrijdomvan accijns en andere stedelijke lasten. Nu werd echterhet pleit niet met geweld maar langs gerechtelijkenweg beslecht, en eindelijk den 2den Mei 1551 door depaters gewonnen. Om hiertoe te geraken haddenhet hoogste gezag ingeroepen. De Raad van Brabanthad den eisch der schepenen onontvankelijk verklaard,de Landvoogdes, Maria van Hongarije, had een mande-ment uitgevaardigd tot vrijlating der kloosterlingen ;zelfs had P. Petrus de Soto, biechtvader van Karel V,een request zijner ordesbroeders den keizer te Utrechtaangeboden op de vergadering der Ridders van hetGulden Vlies. Van de processtukken werden ten diensteder nakomelingschap twee authentieke kopieen vervaar-digd en in het kloosterarchief zorgvuldig bewaard 1).

De onlusten, die nu en dan vlammend uitsloegen,vonden, hoewel met geweld onderdrukt, kracht en

voedsel in de ketterij en den oorlog, twee rampen, dieop onderscheiden gebied de grootste verwarring en

verwoesting aanrichtten. Hoe het mogelijk was, datde ketterij binnensloop in eene stad, die door zooveletrouwe wachters der Roomsche Kerk werd bewaakt,dit kunnen wij niet verklaren clan door te wijzen opden levendigen handel, dien de Bosschenaars met Duitsch-land drev en. Jaarlijks togen vele kooplieden naar dat •land, waar de godsdiensttwisten alles beheerschten ; watde Brabanders daar zagen en hoorden, moest niet alleenhunne nieuwsgierigheid prikkelen, maar ook een diepen,verderfelijken indruk achterlaten; en wie weet, hoevelen

Een dezer authentieke kopieen berust than in het P. A. 0. P.

van de Frankforter ins terugkeerend, behalve koopwa-ren, nog fameuse libellen, pamiletten, verboden boekenen bijbels huiswaarts voerden ? Zoo geschiedde het, datten jam 1526 de overheid genoegzame gegevens hadom aan de rechtzinnigheid eeniger burgers te twijfelen- geloofsonderzoek een 0.e oofsonderzoek in te stellen. Tot dit eindekwamen twee commissarissen van den Hove naar 's Bosch,wien de inquisiteur P. Joannes van Baerle en Henricusvan der Molen, kanunnik van Sint-Jan, in het procester zijde zouden staan. Negen personen, waarondertwee begijnen, werden voor de rechtbank gedagvaard,van „Lutherye" overtuigd en tot de strengste straffenveroordeeld, zoo zij hunne dwaling niet herriepen. Al-len verklaarden zich bereid tot afzwering der ketterij.Volgens het gebruikelijk ritueel werden zij naar hetoksaal der Sint-Jan geleid ; daar zwoeren zij plechtighunne dwaling of en erkenden de doodstraf te hebbenverdiend, indien zij ooit in de ketterij vervielen. Alsnunamen zij met eene brandende waskaars deel aan deprocessie met het H. Sacrament, trokken door de voor-naamste straten, toefden eenige oogenblikken bij hetraadhuis om de vlammen te zien opgaan nit hunneverderfelijke boeken, die door den scherprechter tenvure gedoemd waren, en vernamen vervolgens de boete,waartoe zij veroordeeld werden: de mannen moestengedurende een geheel jaar een peel kruis over hunopperkleed dragen, de vrouwen een half jaar; daaren-boven moesten zij zich verbinden van al dien tijd destall niet to verlaten en aan alle omgangen deel tonemen.

Zulk eene strenge rechtspraak, zulk eene openbarestraf brachten schrik onder de aanhangers der nieuwe

31

leer en dwongen hen tot de grootste omzichtigheid ende diepste geheimhouding. Eerst acht jaren later steektde ketterij het hoofd weder op, maar wordt ook evengeweldig weer onderdrukt. Toen, in 1533, bleek het,hoezeer zij in het geheim was voortgewoekerd. Op dentweeden Paaschdag predikte een droogscheerder buitende stad tusschen Herlaar en Yucht. Meer dan twee-honderd personen, zoo burgers als vreemdelingen, warendaar tegenwoordig. Nauwelijks kwam dit den BosschenHoogschout ter oore, of hij nam op aanwijzing eenaantal schuldigen in hechtenis en dagvaardde de mede-plichtigen, die door de vlucht aan zijne handen ontko-men waren. Het vergrijp tegen 's lands wetten werdzwaar geboet. Zij die niet ter rechtbank verschenen,werden voor altijd uit Den Bosch verbannen met ver-beurdverklaring hunner goederen ; van de aanwezigenwerden velen door de commissarissen van den Hoveter dood veroordeeld en wel tot den brandstapel ; velen,moeten wij er echter bijvoegen, verzaakten in die laatsteoogenblikken de nieuwe leer en lieten zich eene open-bare boetpleging en geldboeten opleggen Dat o okbij dit rechtsgeding P. van Baerle als geloofsinquisiteurhandelend optrad, zegt ons de kloosterkroniek niet,maar kunnen wij veronderstellen, ads wij weten, dathij tot zijnen dood in 1539 met het geloofsonderzoek

1 ) Het getal dergenen, aan wie werkelijk de doodstraf voltrokken werd,was niet groot; de stadsrekening vermeldt, dat den 3den Juli 1533 66nLutheraan werd onthoofd, en e6n, na geworgd to zijn, verhrand. lit hadnog plants met een gelijk getal, Donderdags na St. Catharina. Overigensverlieze men niet uit het oog, dat doze evangelieprediking vaak in eenaanwakkering tot gewelddadige verstoring der bestaande orde, in een ophit-sing tot roof en plundering ontaardde; eene verzwarende omstandigheid,waarbij ook tegenwoordig bet gerecht niet lijdelijk zou toezien.

32

belast bleef. Ook bij eene terechtstelling van Weder-doopers ten ,jare 1538 waren Dominicanen of „Precaeren"tegenwoordig om de afgedwaalden tot den waren wegterug te voeren. Eervol move dit ambt geweest zijn,het maakte de kloosterlingen gehaat bij al degenen,wier zienswijze niet met de oude kerkleer strookte,en berokkende hun vele moeilijkheden. Dit ondervondvooral de prior Gerardus Bye, die eerst den burger-opstand het hoofd moest bieden en vervolgens met deverholen aanslagen der ketters te kampen had. Al lientegenstand moede, legde hij — ofschoon de kroniekzijn bestuur lof toezwaait — in 1527 zijn waardigheidneder ; turn proper luteresim exsuryentem tum propter

tumultus

Zijn opvolger P. van Oirschot verkeerde in niet mindermoeilijke omstandigheden. In 1527 ontbrandde de oor-loc, tusschen Karel V en den Hertog van Gelder. DaarDen Bosch het eerst aan 's vijands aanval bloot stonden het meest van zijn strooptochten te lijden had, werdde stad versterkt en van daar een krijgstocht beraamdnaar Gelderland, om Tiel en Bommel te overmeesteren.Graaf Floris van Egmond, krijgsoverste des keizers, trokmet groote macht tegen eerstgenoemde stad op, dochstiet herhaaldelijk het hoofd en moest met groot verliesafdeinzen. Met tal van gewonden keerden de ordeloozetroepen naar de hertogstad weder; waar de kloostersvelen een onderkomen verleenden. Hiermede niet tevre-den, pleegden de ruwe gasten allerlei baldadigheid ; zooliepen op klaarlichten dag zestien soldaten de poort vanhet Preekheerenklooster open, verbrijzelden de binnen-deuren en namen het brouw- en het waschhuis in bezittot stalling hunner paarden. Dien euvelmoed der woes-

33

telingen breidelen, vermocht de stad niet, omdat zij,

bij een berooide schatkist en den onwil der burgers,Met bij machte was de soldij te betalen. Eindelijk namzij haar toevlucht tot de kloosters en vorderde vandeze zware krijgslasten; maar ook deze gestichten haddenreeds zooveel tot den oorlog moeten bjjdragen, dat zijgeheel verarmd waren. Toch hield de magistraat aanen eischte o. a. van de Predikheeren 200 gulden tebetalen vO6r zonsondergang op straffe van militaireexecutie. Ten einde raad verpandden de paters, al ginghet van 's harten bloede, den kostbaarsten kelk, die]]zij bezaten. Die offervaardigheid trof menigen zelfzuch-tigen burger ; zulk een offer mochteu de religieusen nietbrengen, en terstond waren de noodige gelden verza-meld om den schat in te lossen.

De toekomst helderde intusschen niet op, integendeel,zij verduisterde door den hardnekkigen krijg, die tusschenBrabant en Gelder in 1542 met verdubbelde woedeweer ontvlamde. Maarten van Rossum greep naar zijngeducht oorlogszwaard, en dat zwaard — de 13rabanderswisten het bij ondervinding — zou niet werkeloos inde scheede wederkeeren. De naam alleen des woestenkrijgsmans joeg den weerloozen landlieden den schrik op't lijf; bet was, alsof geheel de Meierij reeds een voor-gevoel had van de vreeselijke rampen, die haar zoudentreffen ; alsof men reeds den oogst onder den hoef derstrijdrossen zag vertreden, de kudden door de buitlustigekrijgsbenden weggevoerd, de opgezetenen in de wanho-pige verdediging van lijf en goed meedoogenloos ver-moord en de uitgeplunderde, gebrandschatte dorpen inassche gelegd. Koortsachtig stelde Den Bosch zichonverwijld te weer ; boomen, huizen, kloosters, alles

34

wat in den omtrek der stad den vijand tot schuilplaatsof verdediging kon dienen, werd verwoest. Wallenwerden opgeworpen en verhoogd, grachten uitgediepten verbreed, bolwerken gebouwd en met geschut voor-zien, krijgsknechten aangeworven en in garnizoen gelegd.Al deze krijgstoerustingen gingen de draagkracht derstad te boven, en nu klopte zij onder gewoonte aan dekloosterpoorten om onderstand. De hulp werd thansechter minder van harte verstrekt, omdat de verwoes-ting van het klooster der Bazeldonkers, buiten de stad,nog aan andere dan krijgskundige beweegredenen werdtoegeschreven. Men mompelde, dat sommige raadsliedenheulden met de ketters en onder voorgewende krijgs-nooden de kloosters zochten te vernietigen. Vandaarvermoedelijk het verzet, dat de Dominicanen toonden,toen de overheid hun beval op eigen kosten bij deSint-Antoniuspoort een toren te bouwen en met krijgs-tuig te voorzien. Zij weigerden halsstarrig, ondanksvertoogen en bedreigingen.

Gedurende deze tijden van verwarring telde hetklooster meermalen uitnemende mannen binnen zijnemuren ; wij noemden reeds P. Jan van Baerle, P. Janvan den Heuvel, P. Gerard Bye, P. Theodericus vanOirschot. Doch waartoe enkele namen vernoemd ? Ver-dienen eenige dier vrome en vroede mannen, aan wiede stad 's-Hertogenbosch met hare Meierij zooveel tedanken heeft, die tot den laten avond buns levensgewerkt hebben aan het heil hunner medeburgers engewaald voor de onschendbaarheid des voorvaderlijkengeloofs, niet aan de vergetelheid te worden ontrukt ?Voor zoover de spaarzame mededeelingen van hetnecrologium en chronicon, gevoegd bij andere authentieke

0 '0

gegevens, dit veroorloven, laten wij ze hier optreden.P. HENRICITS DE COEMETERIO (Kerekhoff Waarschtjnlijk

te 's-Hertogenbosch geboren, trad hij aldaar in hetPredikheerenklooster, alhoewel — of liever omdat —eene herleving der tucht, eene verscherping der kloos-terwetten, in het vooruitzicht was. Immers, houden wijrekening met zijn later leven, dan moet hij in 1483een ijverig voorstander der kloosterhervorming zijngeweest. Zijne hoogere studien volbracht hij met zooschitterend gevolg, dat hij op last zuner oversten naarde universiteit van Heidelberg ging en aldaar in 1487op de studentenrol werd ingeschreven. Met den doctors-titel in de H. Godgeleerdheid keerde hij in 1490 huis-waarts. Nu werden hem bijzonder het predikambt inde kloosterkerk en de leiding der studien van zijnemedebroeders toevertrouwd. Als regents ontwikkelde hijzulke uitnemende hoedanigheden van geest en hart,dat bij het open zijn der priorale waardigheid in 1494de keuze viel op zijn persoon. Hoezeer hij ijverde voorde nauwkeurige onderhouding der voorvaderlijke wetten,zonder het oog te sluiten voor de eischen van latertijden, kunnen wij opmaken uit de gewichtige opdracht,waarmede de Generaal der Orde hem belastte, van hetklooster te Maastricht tot de oorspronkelijke regeltuchtterug te voeren. Zulk een taak Loch vorderde hethoogste beleid, de uiterste langmoedigheid, gepaard aanonverzettelijke wilskracht. Voorzien van de noodigevolmachten om te dispenseeren, waar lichamelijke krachttot bet onderhouden der versterving minder in staatscheen, en om te ontslaan, wie voor zijn ambt nietberekend bleek, begaf hij zich derwaarts en bezieldegeheel de kloostergemeente met een nieuwen geest.

36

Doeh een hevige storm daagde op, vanwaar men dezenhet minst verwachten moest. Krachtens zijne geloofs-brieven onttrok de visitator het klooster aan den rechts-dwang des Provinciaals, maar deze maatregel brachthem met dezen overste in eerie onaangename verwik-keling, Welke zoo hoop liep, dat de Generaal-overstetusschenbeiden kwam en de partij voor P. de Coe-meterio opnam. In 1199 keerde hij 'mar zijn kloosterte 's-Hertogenbosch terug. Vermoedelijk als loon voorzijnen ijver en als vergoeding voor de miskenning,waaraan hij had blootgestaan, ontving hij in 1500 vanden Generaal verlof om naar Jeruzaleni en naar Romete gain, welk verlof door den Paus bekrachtigd werd.Daarenboven ontving hij volmacht om gedurende hetjubile de geloovigen biecht te hooren. Iedereen die weet,welk een vereering men destijds koesterde voor doplaatsen door het bitter lijden des Heeren geheiligd,en hoe weinigen den pelgrimsstaf naar het Morgenland.konden opnemen, kan zich voorstellen met welk eeneerbied deze voortreffelijke kloosterling bij zijne terug-komst werd omringd en hoe de burgerij zich op zulkeen stadgenoot verhief 1). Nog Lien jaar bleef P. doCoemeterio werkzaam, totdat hij den 2 1 sten Juni 1510naar het H. Land bij uitnemendheid overging.

P. JOANNES nE COLLE (ran den Hence!). Pen der eerstojongelingen, die zich na de kloosterhervorming aan dokloosterpoort der Predikheeren aanmeldden en om hethabijt vroegen, was P. Joannes de Colle. Omstreeks.

j AN een heuglijk felt wordt in de stadskroniek vermeld, da.t ten jare-1544 den 27sten December ,,Joest Knoeyen snit Lisken syn huysvrouwer,beiden van Den Bosch, 1.)ehouden van hun pelgrimstocht naar Jerusalemzijn ti , rugg,ekeerd. Verzameling rut L.r.thyken. I. Hz. 124.

1485 werd hij geprofest en gaf als lector onderrichtin de gewijde wetenschappen, totdat hij in 1501 priorvan het 13ossche klooster gekozen werd, welke waar-digheid hem in 1510 wederom werd opgedragen. Hetis zeker, dat doze religieus omtrent 1510 het magiste-riaat, den hoogsten wetenschappelijken graad in zijneOrde verwierf, inaar onzeker, wanneer en aan welkeuniversiteit hij den. doctorstitel behaalde. Zijne diepegeleerdheid, vooral op theologisch gebied, leidde tot zijneaanstelling van inquisiteur, in welke hoedanigheid hijnaar Keulen ontboden werd ow daar de vierschaar tespannen over de cabbalistische werken van Benchlin.Ats ijverig geloofsonderzoeker — inquisitor acerrimuszegt het vecroloy lam — nani hij daar deel aan de be-raadslagingen en doem.de het geschrift van den aan-voerder der hunianisten : De (tile cabbalistic° ten vure.Ondanks de geweldige opschudding, die deze uitspraakrnoest verwekken, gaf hij het aanstootelijk werk in deSint-Andreaskerk te Keulen aan de \lawmen prijs. Ditwas het sein tot een heftigen, ja verwoeden strijd.Het proces werd voor de pauselijke rechtbank te Rowegebracht, scheen aanvankelijk ten gunste van Reuchlinover te hellen, maar eindigde wet het goed recht derinquisiteurs off ciêel te erkennen. Ondertusschen wasP. de Colle, na verschillende gewichtige ambten in zijneOrde bekleed te hebben, te 's-Hertogenbosch den 9 den De-cember 1519 in. den Heer ontslapen.

P. JOANNES BAERLENUS (can Baerle). P. 13aerlenus, aldusgenaamd omdat hij van Baerle geboortig was, o-- , ontvinghet ordeskleed to 's-Hertogenbosch in 1497. Hij begafzich in 1513 naar Heidelberg en trok aan de universi-teit aller bewondering door zijne dierthnnige verklaringen

3S

der bekende geschriften van Petrus Lombardus. Met dedoctorale waardigheid naar zijn klooster teruggekeerd,-werd hij in 1517 tot prior gekozen, een ambt, dat hijzes jaren met de grootste toewijding wa.arnam. Tijdenszijn prioraat werden verschillende kloostergebouwen her-steld of geheel nieuw opgetrokken, hetgeen slechts doorspaarzaamheid en een verstandig beheer der geldmid-delen mogelijk was, want weelde was ver te zoeken.Nog in 1508 hadden de paters te Rome toestemminggevraagd om eenige onroerende goederen te mogenverkoopen wegens de drukkende oorlogslasten. Alduswon P. Baerlenus de achting en het vertrouwen zijneronderhoorigen en zag hij zich op de provinciale kapittelste 's Bosch in 1519 en te Antwerpen in 1528 tot diffi-nitor benoemd. Belangrijker ambt, vooral in deze woe-lige tijden, toen de ketterij pier en daar het hoofdbegon op te steken, werd hem toevertrouwd op hetkapittel van Zierikzee in 1524, waar hij tot inquisiteurvoor het bisdom Luik werd aangesteld. Deze waardig-heid, waarin hij door Margaretha van Oostenrijk beves-tigd werd, deed zijne eigenschappen zoo scherp mogelijkuitkomen. IJveraar voor de onvervalschte leer desgeloofs, getrouwe zoon der Moederkerk, onvermoeidehanclhaver van recht en billijkheid — aequi reelique

tenacissimus — had hij slechts een gebrek : hij vergat,dat goedertierenheid evenzeer den rechter betaamt alsrechtvaardigheid. Het recht -werd vaak met mindermededoogen gehandhaafd, dan men van een geestelijkenrechter verwachten mocht. Dit berokkende hem veelvijanden; dit haalde hem }aster, verguizing, vervolgingop den hals. Onwrikbaar hield hij echter stand enplacht schertsend te zeggen, wanneer men op weer

39

toegeeflijkheid aandrong : ,Vie tapt zoeten drank uit„een zuur vat?" -- Van zijne werkzaamheden vindenwij vooral vermeld bet reeds vroeger besproken proces,dat hij in 152(1 tegen negen Bossche burgers voerde,die de „Lutherye" aankleefden. Onvermoeid oefendeP. Baerlenus zijn bezwaarlijk ambt nit, totdat hij in1539 tot een beter leven overging; hij werd begravenin het kapittelhuis. — Hoezeer deze religieus in de stad's-Hertogenbosch in aanzien was, blijkt uit de omstan-digheid, dat zijn overhjden door den Bosschen kro-niekschrijver als bij uitzondering vermeld wordt : „In„desen iaere sterft die exellente meester ende doctoor.,totten Prekers, beer Jan van Baerl" 1).

Zijne gedachtenis leefde voort in twee werken, eentheologisch : Incipit Lectura, P. Joannis Baerte, Ord.

Preed. Conventits Buseensis Provinciae Teutoniae super I.

Lib. sententiaruni May. Petri Lombardi, een ascetisch:Institutio pers.onarum devote vivere eupientium. Ditlaatste werk, in het Vlaamsch, beyond zich voorheen inhandschrift in de bibliotheek der Predikheeren te Meche-len ; wellicht is het identiek met het werkje Manuale

vitae dat bij Gramay vermeld wordt en te's-Hertogenbosch bij Gerard van Hatart gedrukt is.

P. GERARDUS DE BIE (oak Bye). Van den dag zijnerintrecle af, 5 April 1495, maakte deze kloosterlinggrooten voortgang in wetenschap en deugd. Zijne over-sten zonden hem naar eerie hoogeschool, waar hij dentitel van licentiaat verwierf; vervolgens werd hij priorte Brussel tot 1523, Coen zijne onderhoorigen hem metleedwezen zagen vertrekken naar Den Bosch, om zichdaar aan het hoofd der kloostergemeente te stellen..

1 ) Ver:Ainelliey ran kronyken. Dl. I, biz. 113.

lU

I Tier zette hij onverdroten het \verk zijns voorgangers.P. 13aerlenus, voort; cie kloosterkerk werd uitwendig eninwendig aanmerkelijk verfraaid. Niettemin waren hetzorgvolle tijden. De oorlogen met Gelder hidden deinkomsten des kloosters grootendeels vernietigd; desektarissen pleegden allerlei baldadigheid en niet betminst tegen de kloosterlingen; de burgerij eischte instrijd met alle privilegien dat het klooster zon bijdra-gen in de algemeene lasten. Met eigen oogen moesthij aanschouwen, hoe een opgewonden menigte in 1525het klooster binnendrong en plunderde, wat onder haarbereik kwam. In 1529 word hij wederom prior teBrussel. Nog vele jaren bekleedde hij met eere dezewaardigheid, aanvaardde zijne benoeining van biechtvaderhij de Dominicanessen te Auder;rhem en ontsliep bier,van bet gewoel der wereld verwijderd, in 1539 ; aanalien een voorheeld achterlatend van vromen levens-wandel en van kinderlijke godsvrucht tot de H. Moe-dermaagd,

P. THEODERICUS VAN OIRSCHOT. Deze kloosterling had alsvan natuur de begaafdheid om als overste anderen toleiden. Achtereenvolgens was hij biechtvader geweestder Dominicanessen te Wyk en to Workum, prior teMaastricht en to Leuven. In zijne vaderstad word hijdriemaal tot laatstgenoemde waardigheid verheven, lochzoo voorspoedig zijn bestuur was in den vreemcle, zoobezwaarlijk was bet onder stadgenooten. Telken reizewas zijn prioraat van korten duur en ondervond hij,volgens het irccro/oijiion, dat goon profeet in eigen landis geeerd. Hooghejaard keerde hij naar Den Bosch terugom in zijn dierbaar klooster eene laatste rustplaats tevinden hij overleed aldaar in 1539.

41

P. AuuusrINUS VAN HEUSDEN. Op het feest van Sint-Dionysius in het jaar 1505 werd dezen religious hetordeskleed gesthonken, dat hij gedurende geheel zijnleven zou eeren door ware priesterlijke deugden. In1525 werd hem de leiding der jeugdige studenten deskloosters toevertrouwd, doch weldra, in 1534, riep hemde stem der gehoorzaamheid naar Brugge, om daar leste geven in de Godgeleerdheid en als supprior denoverste ter zijde to stain. Hier won hij zoozeer allerachting en liefde, dat hij in 1543 met algemeene stem-men tot prior werd gekozen. Thans kwamen zijneuitnemende gaven tot hare voile waarde. Zeer ervarenin bet geestelijke leven en daarbij bezield door de edel-ste aandrift des harten, kende hij Been grooter gelukdan zich aan alien dienstbaar te waken en overal denvrede te brengen, die in zijn eigen boezem heerschte.Dit bewees hij in de samenleving met zijne medebroe-ders, in zijne troostwoorden tot de noodlijdenden aande kloosterpoort, in zijn onverpoosd biechthooren vande geloovigen, maar vooral in den ijver waarmede hijelke tweedracht onder de burgerij wist te voorkomen.De vrede straalde van zijn gelaat, vloeide van zijne lip-pen, speak door woorden en meer nog door (laden.Da.t zulk eon man aller harten veroverde, vele vriendenonder het yolk en de notabelen voor het klooster won,is begrijpelijk, evenzeer als dat er algemeene verslagen-heid heerschte, tom eene plotselinge ongesteldheid denvolijverigen religious in 1546 nit zijn verdienstelijkenwerkkring aan den rand des grafs bracht. Nog in hetzelfdejaar stierf hij, door alien betreurd, door niemand gehaat.

P. (4ERARDUS VAN HERPEN. Schitterend door talenten,schitterde hij nog meer door oprechten eenvoud. Of-

42

schoon hij reeds vele jaren binnen de stille kloostermurenhad doorgebracht — in 1524 was hij geprofest --- hadhij zich altijd aan alle waardigheden weten te onttrekken.In 1543 echter kwam hem het bericht ter oore, dathij tot prior van het Calcarsche klooster gekozen was.In de eerste verslagenheid wilde hij door de vlucht ditambt ontgaan; tot bezinning gekomen, smeekte hij zijnemedebroeders om vernietiging der keuze te bewerken.Inderdaad stelden zij hiertoe alle pogingen in het werk,want zij achtten zijn heengaan een groot verlies ; zelfsde raadsleden van 's-Hertogenbosch vroegen eenstemmigom dien waardigen religiens voor de stad te behouden,doch alley was tevergeefs: de Provinciaal liet zich nietverbidden ; en P. van Herpen vertrok naar Calcar.Niet lang droeg hij den last des prioraats. Na zijnemedebroeders gedurende drie jaren door zijn deugdzaamleven gesticht te hebben, overviel hem eene ziekte, diehem naar zijne aloude kloostercel deed spoeden, alwaarhij vroegtijdig in 1547 overleed.

P. A.XSELMUS VAN GHEMERT. In 1495 klopte hij aan depoort des kloosters om in de Orde te worden opgeno-men. Het bleef den oversten niet lang geheim, welketalenten in den jeugdigen kloosterling scholen ; zij zondenhem dus naar de universiteit te Leuven. Tot bacca-laureus bevorderd, verklaarde hij aldaar met goed gevolgde H. Schrift en de werken van Petrus Lombardus.Vervolgens werd hij tot prior aangesteld in het kloosterte Brugge, dat onlangs de kloosterhervorming had aan-genomen. In de moeilijke omstandigheden, die zulk eenverandering veelal volgden, gaf hij als overste bewijsvan gezond oordeel en overleg. De paters van Den Boschhandelden dan ook verstandig met P. van Ghemert in

1529 tot him prior te verkiezen. Veertien jaren langstolid hij hier aan het hoofd des kloosters, stichttealien door zijn voorbeeld en bevorderde aller belangen ;

—religiose praefuit ac profuit vir exemplaris et Omni laude

dignus, aldus het necrologium. Vooral muntte hij nitdoor zijn vurig en onvermoeid preeken, dat hem den titelvan praedicator generalis verwierf, en door zijne onver-deelde toewijding aan het heil der zielen. Tot zijndood, in 1352, arbeidde hij met de grootste vrucht in's Heeren wijngaard.

P. _ADRIANITS LAURENT1I. Naar zijne geboorteplaats door-gaans van Oisterwijk genaamd, ontving hij het ordekleedin 1533. Al ras werd hij tot voltooiing zijner studineerst naar de kloosterschool te Kenlen en vervolgensnaar die te Leuven gezonden, waar hij evenzeer voort-gang maakte in deugd als in kennis. Wegens do zachtheidvan zijn karakter en zijn getrouwe naleving der kloos-terwetten benoemde de provinciaal Theodericus vanSchoonhoven hem in 1512 tot supprior en het volgendejaar tot novicenmeester in het Bossche klooster. Nadrie jaren deze ambten waargenomen te hebben, tooghij weer naar Leuven om zijn wetenschappelijke loopbaante vervolgen. Met goedkeuring van het kapittel teNijmegen in 1545, werd hij baccalaureus en zou weldraeene openbare verdediging van stellingen houden, Coenhij tot prior van het klooster in Den Haag gekozenwerd. Deze waardigheid verhinderde hem niet, zich aande studie te blijven wijden, zoodat het magisteriaat inde theologie hem in 1553 toegekend werd. Het volgendejaar overfeed de Provinciaal der Nederlandsche Domini-canen ; en nu vond men geen kloosterling waardigerom dit gewichtig ambt to bekleeden dan den Haagschen

14

prior P. Laurentii. _Eiji de drutkkende zorg voor detalrijke kloosters aan zijne reehtsmacht onderworpen,zag hij nog trans om in 1555 aan de Alma Mater teLeuven den doctorstitel te -Whalen, ,ja liet niet na, zoodikwijls de gelegenheid zich aanbood, den kansel tebestijgen en zijn \velsprekend, vruchtbaar woord tot degeloovigen te riebten. In 1559 legde hij, van krachtenuitgeput, met het bestuur tevens het leven

P. THEODEE1CUS STRICK. Deze religieus deed in 1500zijne intrede in de Orde. Nadat hij als lector onderriehthad gegeven in de tlieologie en tot praedicator generaliswas benoemd, werd hij superior in het klooster teRotterdam. Omstreeks 1539 ging hij als prior naar hetklooster te Nijmegen, dat gedurende zeven jaar denzeven van zijn beleidvol bestuur ondervond, en werdvan daar op hooger bevel naar Leuven verplaatst omhet klooster te Bier stede tot de oorspronkelijke regel-tucht terug te voeren. In deze zorgwekkende opdrachtslaagde hij naar wensch, bestuurde het klooster zesjaren en ging toen zijne laatste dagen doorbrengen alsgeestelijk raadsman bij de Dominicanessen te Auderghem.De flood rukte hem, rijk aan verdiensten, nit dit levenden Veil December 1554.

Ziedaar eenige der voornaamste Predikheeren nit hetBossehe klooster voorgesteld: zij wettigen volkomen hetgetuigenis, dat de kroniekschrijver Albertus Cuperinusomtrent 156S aflegde: .,Ende dit convent (der Predik-„heeren) heeft menich iaer gebleven in goede reformacie„ende p ooh blivende is in een goet regiment in gees-„telycke ende titelike saken en goede ordinancie, al zoo.,een goet convent ende clooster toebehoort”

1 1 Verz(rineli,ly 7,7f»Iy1,.01. 1,1z.

V — foX- (

"sv 04 \),(`'Y

• .111110911 31

-14±'

fO9L v._41

Van de beeldstormerij tot de verovering der stad.

1566--1629.

I r .1='_'(-5: ----, 1

L

-- ---- A[

je, plJet zonder reden vermeldt de kroniekschrijver2j_cJLID)

f--o---G,,,,,----j1 van het Bossche Predikheerenklooster als eeneinerkwaardige gebeurtenis, dat den prior P. van Oirschothet geluk ten deel viel van het ordeskleed te verleenenaan Antonius van Leendt of Leendanus, want dezenman had de Voorzienigheid voorbestemd om in deaanstaande dagen der beproeving zijne broeders voor tegaan, te versterken en te troosten. Geboren te Leendt,trail hij, twintig jaren oud, op Sint-Jansdag 1529 inde Orde. Gelijk zoovelen zijner ordesbroeders ging hijto Leuven de theologische lessen bijwonen, en keerdena volbrachte studio, als lector weder om te 's-Herto-genbosch aan de opleiding der jeugdige kloosterlingenen het geestelijk welzijn der burgerij zijne krachten tewijden. Ras droeg men hem als procurator in 1537 dezorg op voor het tijdelijk beheer des kloosters. Pit ambtvorderde destijds een meer dan gewoon doorzicht, beleiden overleg. Immers, het was in do dagen van den woesten

46

Gelderschen krijg ; de opbrengst der kloostergoederenwas luttel, de oogst lag vertreden, het veldgewas ver-nield, de akker braak, gees bouwman waagde zich in

het open veld. In zulke omstandigheden tienden ofpacht eischen, ware niet alleen onbarmhartig maarvlakweg onmogelijk. Daarbij was het geld schaarsch ende burgerij door tegenspoed en stilstand van alle han-delsverkeer gedrukt en verarmd. 'Poch moest P. vanLeendt in het onderhoud eener talrijke kloostergemeentevoorzien, en hij slaagde hierin, dank aan zijn spaarzaamen verstandig beheer. Zelfs toen velerlei moeilijkhedenopdaagden, ontzonk hem de moed niet, integendeel,daardoor kwamen juist zijn beleid en zijn tact om alleverwikkeling bevredigend op te lossen aan den dag.Allereerst began de stad op het klooster de zwarekrijgslasten te verhalen, doch zij stnitte in hare vor-deringen op de krachtige vertoogen des procurators ;vervolgens toonde het gilde der bontwerkers zich onwil-lig zijne jaarlijksche toelage aan het klooster nit tekeeren voor het gebruik n.l. eener zijkapel in dekloosterkerk gaf dit gild jaarlijks acht pond en tweezalmen — maar ook dit geschil werd met de gildedekensin der minne bijgelegd. Z615 moist P. Van Leendt detijdelijke belangen des huizes voor te staan ; daardoorstelde hij het klooster in staat om in den winter van1545 bij de plechtige komst van keizer Karel V in DenBosch een deel des gevolgs op waarclige wijze te her-bergen. P. Petrus de Soto, biechtvacler des keizers, nammet zijne dienaren zijn intrek bij zijne ordesbroeders,die hem gastvrij het geheele vreemdenkwartier, zoobeneden- als bovenverdieping, afstonden.

Een jaar later werd de ijverige procurator met alge-

47

meene stemmen tot prior gekozen. Alsnu aan bet hoofdder gemeente, ging hij alien voor in stipte vervullingder ordesregels en bezielde zijne onderhoorigen met denwaren kloostergeest. Geen overtuigender bewijs kanmen daarvoor aanhalen, clan dat tijdens zijn prioraatverscheidene paters uit het Bossche klooster elders toteervolle ambten geroepen werden. Aldus waren in 1560de priors van Zierikzee, Haarlem, Groningen, Utrecht,de biechtvaders der zusterskloosters te Leeuwarden enAuderghem Bossche kloosterlingen; alien echter over-schaduwd door den beroemden P. Godefridus van Mierlo.

Met recht wijdt de kroniekschrijver des kloosterseenige regelen meer aan bet levensbericht van dezenwaardigen religieus. Geboren to Mierlo in 151S, ontvinghij op 17-jarigen leeftijd het ordeskleed to 's-Bosch uithanden van den prior An.selmus van Ghemert. Zijnestudien volbracht hij met goal gevolg, en verwierfaller hoogachting door den adel zijns karakters en destichting zijns wandels. Zijne buitengewone gaven vangeest en hart wezen hem aan als kloosteroverste envoorspelden een roemvolle loopbaan. In 1o52 wendhij prior gekozen te Utrecht; bier won hij door zijne-priesterbike deugd en welsprekendheid de gunst deskerkvoogds, Georgius van Egmond, die hem tot zijnecclesiastes benoemde. Zes jaren bestuurde hij bet klooster,dat hij in overdrachtelijken en letterlijken zin als 't warevan den grond of herbouwde, Coen hij als diffinitor ofafgevaardigde zijner provincie naar Rome toog ter bij-woning van het generaal kapittel. De indruk, dien hijop deze plechtige vergadering door zijne zachtaardigheiden diepe wijsheid maakte, was allergunstigst en trofvooral kardinaal Ghislieri, den lateren paus Pius V.

4s

Waarschijniijk bleef doze kennismAing met den heiligenprins der Berk niet zonder invloed bij de hooge waar-digheid, waartoe P. Van Mierlo later verhevenwerd.

In 1559 vergaderden de kloostervoogden der Neder-duitsche provincie te Utrecht, om te voorzien in hetprovincialaat, dat door den diepbetreurdeu. dood vanP. Adrianus Laurentii van Oisterwijk was opengevallen.Bij de keuze richtten zich alle y oogen op Utrechtsprior, en weal P. Godefridus van Mierlo tot hoofd allerkioosters in Nederland aangesteld. In doze waardigheid,evenmin als later, vergat hij de aim:ale toegenegenheidzijner Bossehe kloosterbroeders; zijn hart klopte steedsvoor het heiligdom, waar hij de eerste jaren zijnskloosterlevens had doorgebracht; en meermalen zullenwij hem daarvan bewijs zien geven in de bange dagen,die voor het klooster in aantoeht waren.

Het zon weinig menschenkennis en doorzicht verra-den hebben, zoo P. Van Leendt niet voorzien had, datde maalstroom, waarin de bruisende driften der toen-malige maatschappij rondwielden, eens dam en dijkverwoed zou doorbreken. De teekenen aan den hemelspraken maar al to duidelijk, en wat zij spraken, moesthet hart des priors met kommer very-Lille-1A. Meer ver-trouwend op de hulp van Boven dan op menschelijkenbijstand, nam hij zijn toevlueht tot de H. Moedermaagden richtte in den kloosterhof eon beeld op wider dentitel van : O. L. Violin, can den Viede. Op zijn verzoekverleenden de bissehop van Lllik, Robert van Bergen,diens suffragaan, Gregorius Silvius, alsmede Nicolaasvan Egmond, suffragaan van Utrecht, ieder veertig dagenatlaat, zoo dikwijls men met rouwmoedig hart voor (lit

GODEFRIDUS VAN MIERLO,

BISSCROP VAN HAARLEM.

49

beeld bad om den vrede in het Christenrijk Hoezeerdie vrede bedreigd werd, bleek nog in hetzelfde jaar1561, Coen de algemeen beminde P. Stephanus de Meijonverwachts uit Vlaanderen het klooster kwam binnen-gevloden. Wat was er voorgevallen ? P. de Meij wasbiechtvader van de Dominicanessen in het klooster En-gelendaal buiten Brugge en werd in zijne bedieningdoor drie ordesbroeders bijgestaan. Terwijl zij in datrustig klooster verblijf hielden, drongen den 5 den No-vember 's avonds een dertigtal struikroovers binnen,roofden en plunderden het gebouw, vermoordden gruw-zaam twee paters en lieten den derde, zwemmend inzijn bloed, zieltogend achter. Slechts aan een wonderschreef P. de Meij zijne ontsnapping aan de handender moordenaars toe.

Deze misdaad het genoeg vermoeden, waartoe hetgepeupel in staat was, wanneer eenmaal de storm zoulosbreken ; en dat deze met al zijne verschrikking ophanden was, hiervan viel niet te twijfelen. Wij zagenreeds vroeger, dat de ketterij te 's-Hertogenbosch metgeweld was gefnuikt, doch uitgeroeid was zij geenszins;ook het oproer en de muiterij der kleine burgers warenonderdrukt, maar de ontevredenheid woekerde voort.Een toenemende minachting van het burgerlijk en ker-kelijk gezag, grenzend aan verzet, was hiervan hetgevolg. Deze stemming uitte zich vrij kras den 1 Sden

November 1562.Voorafgegaan door Minderbroeders, Predikheeren, Wil-

helmieten, Kanunniken, kortom, door geheel de gees-telijkheid, en gevolgd van de hooge overheid, schout,

') Zie Bijlage X.

4

schepenen en raadsheeren, deed de eerste bisschop vanDen Bosch, Franciscus Sonnius, zijne statelijke intrede inzijne bisschopsstad, en nam plechtig bezit van de Sint-Jan, thane tot kathedraal verheven. In andere omstan-digheden had voorzeker geheel de burgers gejubeld engetriomfeerd, gelijk [)en Bosch triomfeeren kon, maarnu miste men de schutters, de Vrouwenbroeders, degilden, die alien wider protest zich hadden teruggetrok-ken. Een schimpdicht op den prelaat ging onder dengemeenen man rond en drukte 's yolks wrevel uit ineerie parodie op het Pater Nester, waarvan het slot:

Maeckt ons dock desen bisscop met zyn insettinge quyt;En laet ons in egeen becoringhe vallen,Maer verlost ons van de geschoren alien 1).Van de ontevredenheid der gilden maakten eenige

voorname burgers, waaronder vooral Agyleus en Ever-zwijn genoemd worden, gebruik om eerie partij te stich-ten, waarbij alien zich aansloten, die tegen de regeeringgekant waren of tot den nieuwen o lsdienst overhelden.Spoedig sloten zij zich aan bij het consistorie te Ant-werpen en ontvingen van daar hunne geheiine lastgevin-gen. Volgens afspraak begonnen in den omtrek derstad de hagepreeken; eerst veraf, later naderbij tot onderde muren der veste. Tevergeets vermaanden bisschopen geestelijken de geloovigen. niet te luisteren naar dedwaalleeraars; tevergeefs dreigde de magistraat alien,

die de verboden vergaderingen bezochten, met de streng-ste straffen, de partij der kwaadwilligen wilt maar al

te goed, dat de magistraat Been besluit kon nemenzonder het derde lid, de gilden, en deze waren voor

') Yerzaine7iny ran kronyA .en. Dl. 1, blz. 262.

51

de meerderheid op hare hand. Zoo stak de ketterijmet den dag het hoofd driester op. Dit ontging denvoortvarenden bisschop Sonnius, den oud-inquisiteurniet. Hij regelde het bestuur van het nieuwe bisdomen begon met de kerkelijke tucht order de geestelijk-heid te herstellen ; was dit geschied, dan zou de zede-lijke verbetering des yolks en daarmede de uitdoovingder ketterij van zelf volgen. De afkondiging der be-sluiten van het concilie van Trente was daartoe hetaangewezen middel. Den 23sten October 1565 zou dezemet alien luister plaats hebben, en niet in de Sint-Jan,maar in de Predikheerenkerk. Zelden was in dit heilig-dom indrukwekkender plechtigheid aanschouwd; hetauthentiek verslag, dat Schutjes ons mededeelt, geeft onshiervan een denkbeeld:

„De bepaalde dag tot afkondiging der besluiten van„het concilie van Trente naderde; van alle kanten zag„men geestelijken en leeken naar de stall snellen om„deze zeldzame plegtigheid in de kerk der Predikhee-„ren bij te wonen. War verschenen de landdekens, de„afgevaardigden van de collegiale kerken verder alle„pastoors, zelfs nit de afgelegenste deelen des bisdoms,„want weinigen waren afwezig, en dan nog om wettige,,redenen.

„De prelaat van Bern, schouten en schepenen uit„versehillende oorden, zetten door hunne tegenwoordig-„heid aan deze vergadering luister bij, ten/yip eene„talrijke menigte was toegestroomd. De bisschop droeg„eerst bet heilig sacrificie der Nis op, daarna hief men„met algemeene stemmen het Veni creator aan; dan

') De afwezigheid van het eathedraalkapittel mnakte eenen onaangena-mon indruk- en voila hij weldenkenden tereebt groote afkeuring.

5

„p laatste de kerkvoogd zich voor het altaar tusschen„den abt van Bern en den officiaal des bisdoms. Hierop„begon een priester met eene stem als eene trompet„(voce tubali), de lezing der besluiten van het concilie„van Trente deels in het Latijn, doch wat het yolk„meer regtstreeks aanging in het Hollandsch. Niet-„tegenstaande deze afkondiging den eersten dag zeven,„en den volgenden dag vier uren onafgebroken voort-„duurde, heerschte er eene heilige en eerbiedwekkende„stilte. 11,; geloof niet, zoo schrijft Sonnius, eene synode„ooit met meer plegtigheid te zallen houden. Onder meer„nuttige maatregelen schreef de bisschop alsdan aan„de geestelijken een formulier voor om het verhandelde.,aan de geloovigen bekend te maken, vooral wegens de„matrimonia elandestina. De residentia pastoratis werd„ook stork op het hart gedrukt, terwij1 ieder pastoor„gelast werd zich van een exemplaar van bet concilie„te yoorzien, dit met aandacht te lezen en aan het„ yolk te verklaren. De schoone plegtigheid mogt zon-,der eenige stoornis niet afloopen ; narnens de Luikenaars„kwam een leek luidkeels tegen de omschrijving des„bisdoms protesteren, waarop Sonnius in het voorbijgaan„hem toevoegde : mijnheer, dit moest gij aan den Pans„en aan den Koning zeggen. 's Anderendaags vond men,aan de kerkdeur een plakkaat van protestatie aange-„plakt, bijna grooter dan de bisschop was (Srcriplum„long las fere gnaw ego saw)” 1).

De krachtige maatregelen, door den Bisschop bij deaanvaarding van zijn bestuur genomen en tijdens zijncanoniek kerkhezoek gehandhaafd, konden niet verhin-deren, dat de ketterij, stork door de zwakheid des

') Sehatjes, t. a p. Dl. blz. 102.

53

burgerlijken bestuurs en den 'weergaloozen overmoedharer voorvechters, gestadig veld won. In Juni 1566hield het consistorie te 's Bosch zijne vergadering; den14d "n Augustus vroeg het eene plaats binnen de murenom te prediken, den 21 `ten Augustus lieten reeds vierpredikanten hunne oproerige tail hooren. De vulkaandreigde elk oogenblik los te barsten. Daar brak derampzalige 22ste Augustus aan, een dag voor altij dgebrandmerkt door de heiligschennende verwoesting ineen van Neerlands schoonste, rijkste en eerbiedwaar-digste heiligdommen aangericht. Wij willen bier nietverhalen, hoe het dolzinnig gepeupel, versterkt doorhet plunderziek grauw van andere steden, met denmoker in de vuist onder psalmgezang en woest getier,altaren en beelden verbrijzelde; hoe het zijn vernielzuchtkoelde aan de kostbaarste kunststukken, en wat denkatholiek het heiligst was in boosaardige uitgelatenheidmet voeten trail: de heroemde geschiedschrijver enhersteller der Sint-Jan heeft ons dit treurig tafereelmet diepen weemoed naar waarheid geschetst, wij moe-ten ons hegeven naar het Predikheerenklooster in deHinthamerstraat om daar cretuicren te wezen van det • t

wandaden, waartoe langverkropte wrok, roofzucht endartele overmoed eene bandelooze menigte voeren kunnen.

Tegen den nacht was de Sint-Jan door de belle-baarclen der schutters schoon gevaagd; maar denvolgenden dag, omstreeks den middag, drong deverwaten bende weer binnen, en nu werd harerazende vernielzucht, verre van te zijn voldaan doorhet verwoesten der edelste kunststukken, zoozeergeprikkeld, dat ijlings tot bestorming der overige kerkenen kloosters besloten werd. Omstreeks drie uren in den

54

namiddag trok de joelende menigte met haken, bijlenen mokers naar de kloosterpoort. Als (Tolle honden, ofBever als brullende leeuwen, zoo getuigt P. Van Leendt,stormden zij aan 1). In een omzien was de buitendeurverbrijzeld en lagen de binnendeuren neder. De kloos-terkerk was, om zoo te zeggen, het eerste lokaas. Daarbinnengedrongen, verspreidden zij zich in wilde vaartdoor het heiligdom, wedijverend om de beelden teverminken, te verbrijzelen, ja zoo mogelijk te vergrui-zelen. Weldra plofte het groote Christusbeeld, dat bovenhet koor stond in stukken op den vloer ; het beeld derH. Maagd en dat der andere Heiligen volgden. Inwoesten zwaai beukte de cooker de altaartafels stuk,vernielde de bijl bet kunstigste snijwerk en scheurdede ruwe haak het treffendst doek aan flarden. Watgedurende honderd jaar door een vroom en kunstmin-nend voorgeslacht ter eere Gods was bijeengebracht,werd binnen weinige uren meedoogenloos en onherstel-baar geschonden en vernield. En toch ging het ver-woestingswerk hun niet snel genoeg : niet alien warenmet breektuig gewapend. Een van het gepeupel sneldedaarom naar het huis tegenover de Predicaren-poort,waar Loys de smid woonde, om hamers te haler.„Wat haulers !" bromde de trouwhartige smid. „Ik heb„geen hamers om bij buren in te breken, gemeen„geboefte." — „Dat zullen wij je betaald zetten, Loys!"riepen eenige stemmen uit de menigte, maar Loys wierp

1 ) Het verhaal van P. Van Leendt, een ooggetuige, en de beeedigdeverklaringen voor de koninklijke commissarissen hebben ons pier tot bronverstrekt. — Prosper Cuypers—Van Velthoven. Documents pour serrirl'histoire des troubles relriieuses rice XV-fieme sierle. Bruxelles, 1858, pan. 380,382, 391, 412.

5 5

hun verstoord de deur toe ; en niemand waagde hetzich met de geweldige smidsvuisten te metes. Wie nietkon breken, trachtte to kapen. _Ronderden gretigehanden strekten zich uit om al wat waarcle had, togrijpen en te versteken. En onder dat dof dreunen derhamerslagen, dat kraken en ploffen van hout en steen,krijschten de ruwe kreten der uitzinnig tierende bende.

Toen in de kerk alles, wat onder het onmiddellijkbereik der woestelingen lag, vernield of gekaapt was.kwam de beurt aan de sacristij, waar de roovers eenschat van kerkegoed en heilige vaten dachten te vinden.Met niet minder woede werd hier huisgehonden. Pehechtste sloten bezweken voor het domme geweld ;kasten en kisten werden opengebroken en geplunderd ;kerkgewaden en ornementen geroofd of vet meld ; watniet van hunne gading was, word in de grootste wanordeondereen geworpen. Van daar drong de razende menigtedoor de kloostergangen in de verschillende vertrekken,alles op haren weg vernielende en zoowel spijs en drankals keukengereedschap bait makende, alsof al dezegoederen haar rechtens toehoorden. Toch moet het denmeer geslepen plunderaars niet ontgaan zijn, dat menigekostbaarheid, waarnaar hunne vingers jeukten, spoorloosverdwenen was. En inderdaad, de paters hadden denstorm voorzien en zich daartoe voorbereid. Verschillendekostbaarheden, alsmede de schepenbrieven en eigen-domsbewijzen hadden zij naar veiliger plaats vervoerd,ofschoon vele burgers weigerden kloostergoed te bergen,uit vrees dat bij ontdekking hun eigen goederen zoudenverloren gain.

Eenige burgers uit den omtrek des kloosters warenbeter gezind; zij kwamen den kloosterlingen ter pulp,

5 6

maar wat vermochten die weinigen tegenover zoovelen.Daar geweld niets zou oaten, begon een hunner in dekloostergangen luidkeels te roepen : „Brand! Brand !"Deze kreet verschalkte verschillende plunderaars ; zijkwamen tot bezinning, zochten zelfbehoud en stoveruit den vermeenden brand. Toen eindelijk het grootstegedeelte der ruwe horde het klooster verlaten had,kwamen Loys de smid en andere goede burgers samen,dreven de overige rabauten en bedelaars uit kerk en

kloosterpand en hielpen nog eenig goed redden ofloskoopen.

Eerst tegen zeven uur kwamen de kloosterlingen, diedoor eene achterdeur weggeviucht waren, te voorschijnen mochten zich gelukkig heeten, dat niemand hunnergewond of, wat men vreezen kon, gedood was. Hoekromp echter aller hart ineen van droefheid, toen zijde verwoesting aanschouwden overal door het gepeupelaangericht ; vooral toen zij den drempel des heiligdomsoverschreden, en daar getuigen waren van de heilig-schennende vernieling, van de smadeliike onteering dergodgewijde plaatsen! — Van koorgebed of kerkelijkendienst kon vooreerst Been sprake zijn. De katholiekegodsdienst was feiteljjk verboden ; de meerderheid derburgerij was als met lamheid geslagen en gaf kettersen muiters vrij spel. In de Sint-Jan hield de predikantCornelis van Diest zijn sermoon; in de overige kerkentrader andere „dienaren des goddelijken Woords" op,terwij1 de Predikheerenkerk van deze ergernis gevrij-waarcl bleef, omdat de prior den predikstoel tijdigverwijderd had.

Langzamerhand herstelde zich de magistraat van depaniek. Den 2 d"11 September vaardigde hij een dekreet

57

nit, waarbij onder doodstraf verboden werd kerken ofkloosters te plunderen ; den 11 den September waagden degeestehjken eene plechtige Mis in de Sint-Jan op tedragen met preek, en ontsloten zich ook ter sluiksde deuren der kloosterkerken voor de godsdienst-oefening.

Stilzwijgend konden de predikanten deze herlevingvan het Pausdom niet aanzien ; zij gevoelden, dat degrond hun onder de voeten wegzonk. Louden zij zichde vrucht hunner welgeslaagde samenzwering zondereenig verzet laten ontrooven? Neen, dat nimmer ; endaarom het Pausdom niet alleen geknot, maar metwortel en tak uitgeroeid. Van den kansel hasten zijdagelijks het yolk op tegen de geestelijkheid en alleRoomsche instellingen, tegen de katholieke regeering en

hare vertegenwoordigers. Hunne heftigste aanvallenwaren echter gemunt op de kloosters, die „ zwaluwen-nesten," die men tot den grond moest verwoesten, javerdelgen. Vooral voer de predikant Godefridus, gemeen-lijk Goeyen van Woensel genaamd, heftig uit tegen dePredikheeren, omdat zij tijdens hun termineeren deschapen tegen hem, den trouweloozen herder, gewaar-schuwd en verdedigd hadden. Die tegenstand stak hemnog diep in de krop, en daarom stookte hij dagehjks inde Sint-Annakapel de onbesuisde schare tegen dezepaters op, uitroepende : „Die Predicaren hebben mij„vervolgd, nu zal ik ze vervolgen, waar en zoolang ik„kan." Deze hartstochtelijke taal miste hare uitwerkingniet op den woesten volkshoop ; de golven der yolks-driften krulden zich dreigend en sloegen dra tot eenontzettenden, ontembaren orkaan over, toenkwaadwilligenhet gerucht verspreidden, dat er twee koninklijke

58

commissarissen gekomen waren om de inquisitie in tevoeren.

Het was den 10 den October, 's namiddags omstreeksvhf uur. Een ongemeen gewoel heerschte omtrent deSint-Jacobskerk, den hoofdzetel des consistories, hetbrandpunt des oproers. Uit de woeste kreten, dedreigende gebaren der samenrottende menigte kon mengenoeg voorzien, dat een geweldige storm stond los tebarsten ; tevergeefs trachtten enkele raadsheeren hemnog te bezweren, zij werden met gejouw en gefluitontvangen. Eindelijk door volksmenners ten uiterstegedreven, brak het gepeupel los. Het schoone kloosterder Wilhehnieten, tegenover de kerk gelegen, had reedslang genoeg hunne plunderzucht getart; thins zou hethunne woede ontgelden. Onder den kreet

Uyt groote noodSlaet papers en monniken dood !

werd de kloosterpoort gerammeid. De hardnekkigheid,waarmede deze echter aan de geweldige schokken weer-stond, deed de verbittering des yolks slechts stijgen.Ten laatste drong de onstuimige massa als een zwal-pende stroom, welks drift door sluizen was in toomgehouden, naar binnen en verspreidde zich overal, allesplunderend en ten slotte, bij het vallen der duisternis,slechts ledige vertrekken en naakte wanden achterlatend.

Van daar trok de menigte joelend en juichend naarde Markt, alsof in de .berooving van weerlooze mon-niken veel roems gelegen was, en zwoer bij den rossenfakkelgloed en het glinsterend wapentuig elkander trouwtot in den flood; zij zouden niet rusten, voordat allekloosters verwoest, alle religieusen ter stede warenuitgedreven. Een deel der limiters bewaakte de Markt,

59

een ander trok op roof en plundering uit. Het schenengeen menschen, maar duivels, verhaalt ons prior VanLeendt, de wandalen, die in dien vreeselijken nachtop het Predikheerenklooster losstormden. Eenige schel-men droegen maskers, om niet door hunne medeburgersherkend te werden, anderen hadden zich in vreemd-soortige kleedij getrokken, doch alien droegen als her-kenningsteeken een stuk wit papier op den hoed.

Weldra verdrong zich de oproerige schaar voor dekloosterpoort, brandend van ongeduld om ook hierbinnen te rukken ; maar ai beukten de aksen daverendde poort, al ging elke bijlslag met gevloek en getiervergezeld, de poort week geen duinibreed, daar zij aanden binnenkant met een zwaren boom was verzekerd.Eindelijk had men een gat geslagen, groot genoeg omeen jongen door te laten ; fluks Mom een jonge straat-boef door de bres, trok den boom weg, en nu holdende woestelingen als razende furien naar binnen. Nietswas hun heilig. Wat nog gespaard was bij de eerstebeeldstormerij, ontging nu de waanzinnige vernielzuchtniet. De altaren, shads den vorigen aanval zoo goedmogelijk hersteld, werden met breekijzers en houweelenvan hun fondement gerukt en kort en klein geslagen ;het tabernakel of H. Sacramentshuis, een overschoonkunstwerk, werd met den grond gelijk gemaakt ; debeelden, reeds vroeger beschadigd en verminkt, werdenmet den preekstoel, de koorbanken, de orgelkast enalles wat in de kerk aanwezig was, midden in hetheiligdom op eenen stapel gevvorpen en aan het vuurprijsgegeven. Door al dat geschreeuw en hoongelachder bende, het hakken en beuken van Nil, hamer en

rapier, Sneed eensklaps een rauwe gil, gevolgd door het

60

angstgeschrei „Bentijn is dood! Bentijn is dood!" Eensteen door eene onbekende hand geworpen, of wel doorhet neerhalen der beelden losgerukt, had den ongeluk-kige getroffen, zoodat hij ineenzeeg en den geest gatDit onheil verdubbelde de woede en wraakzucht vanhet gespuis? Die moord diende gewroken, maar op wien ?Geen kloosterling deed zich voor ; doch daar ontmoettemen Jan van Breda, een eenvoudigen leekenbroeder.Wolfaert, knecht van de vischkoopers, liep op hem toe,plaatste hem de haakbus op de borst en riep dreigend„Naar zijn de andere kloosterbroeders ? Wie heeft nit„bet gewelf met een steen geworpen?" De arme manbetuigde niets te weten, maar doze verklaring wak-kerde de woede slechts aan; eerst toen alle bedreigingenhem Been antwoord konden ontlokken en zijne onschuldduidelijk liet men hem gaan.

Hood steeg intusschen de viam boven de opgetastekerkmeubelen, zoo hoog zelfs dat eenige burgers, envooral de naburen, kwamen toegeloopen om te verhin-deren, dat het vuur zich aan de kerk zou meedeelenen vervolgens hunne huizen aantasten. Eenige liedenvan het snijders- en het gewandsnijdersgild werdenaangesteld om bij den brand de wacht to houden ; verrevan alle baldadigheid to beletten, zagen zij rustig aan,hoe alle goederen des kloosters werden vernield ofweggesleept. Drie dagen en nachten hield de plunderingaan. Iedereer, des belust, drong in het klooster ; dezekaapte het ijzerwerk, gene het huisraad ; een anderlichtte deuren, luiken en vensters uit de hengsels, noganderen stalen het lood en ijzer van de daken; tot zelfsde kiepel en de klok vonden begeerige handen. Jan vander Steghen, die naast het klooster woonde, getuigt,

61

dat gedurende Brie dagen, „mans, wijfs ende kinderen„der cloosteren goet ende meubelen met grooter me-„nichten achter straeten naer Nuys droegen” 1 ). Meerclan honderd karren en twintig schepen zouden metgoederen des kloosters volgeladen zijn. Gem wonder,dat het eertijds zoo fraaie Predikheerenklooster na dierampvolle dagen niets meer aanbood dan kale mur enen ontredderde daken.

Wat was er intusschen van de kloosterlingen ge-worden ? Zoodra de bende de kloosterpoort had open-gebroken, waren zij in allerifl heengevloden ; sommigendoor de achterpoort naar buiten, anderen naar hetgewelf der kerk of andere afgelegen plaatsen. Zij, diedoor de woestaards werden ontdekt, zooals de procuratorHendrik van Oisterwijk en de leekebroeder Jan vanBreda, kwamen niet zonder mishandelingen vrij. Alduswas de geheele kloostergemeente verstrooid, en inoge-lijkheid tot vereeniging bestond er Met ; ook niet, Coende eerste dagen der verschrikking voorbij waren. Waagdeeen kloosterbroeder zich uit zijn schuilhoek in het kloos-ter, dan werd hij woest nit zijn wettig erf gedrevenen barsch met den dood bedreigd, zoo hij zich nietverwijderde. Al deze geweldenarij geschiedde op lastvan het consistorie dat zijne handlangers, de heffe desyolks, uit verschillende plaatsen aanwierf, bezoldigdeen tot de ongehoordste baldadigheden aandreef. „Er is„in het consistorie besloten" riepen zij den wreed-verjaagden toe — „dat de monniken en vooral de

,„Minderbroeders en Predicaren uit de stall moeten ge-„dreven worden, zonder hoop daar ooit terug to keeren ;

1 ) Cuypers — Van Velthoven. 1. e. pag. 412.

(i2

„hunne kloosters moeten tot wereldlijke doeleinden ge-„bruikt worden.” En inderdaad, er was bepaald, hetMinderbroedersklooster tot korenniarkt in te richten enhet Predikheerenklooster voor veemarkt en vleeschhalte bestemmen. De regeering was machteloos om geweldmet geweld te keeren ; er heerschte volkomen anarchie,een schrikbewind, waarbij alles voor den wit des con-sistories buigen moest. Na vruchteloos pogen slaagdede magistraat, voor zoover zij nog aan het goer zat,want verschillende raadsheeren waren de oproerige stadontvlucht, het verwoesten en vernielen van kerken enkloosters tegen te gaan en de brandstichting in degodshuizen te verhoeden door in de bedreigde gebouwenwachters te leggen en aan 321 leegloopers en bedelaarswerk te verschaffen.

Sommigen onder de Calvinisten stuitten de willekeuren de dwingelandij des consistories tegen de Borst; zijwaren begaan met de acme kloosterlingen en dedenP. Van Leendt eenige voorstellen, waardoor hij metde zijnen in de stad zou kunnen verwijlen. Vooreerstmoesten zij het habijt tegen een wereldsch kleed ver-wisselen ; vervolgens zich onthouden van het koorgebed,het lezen der H. Mis en alle godsdienstoefening, eneindelijk alle altaren tot den grond ontgraven en ver-wijderen. In het eerste voorstel kon de prior niet treden,daar zware straf hem verbood buiten noodzaak hetkloosterkleed of te leggen; het tweede was eveneens instrijd met de kerkelijke wetten, terwijl hij het derdeals eene gruwelijke heiligschennis verafschuwde enverkoos liever te sterven dan deze te plegen. Door ditantwoord, bout nitgesproken, had de prior alle kans opeene gunstige schikking verbeurd ; hij trok zich

63

in een afgelegen plaats terug en dankte later God, dathij in die dagen van vervolging niet e6ne stonde hethabijt had afgelegd, noch eenen clag het H. Misoffernagelaten had.

De tijding van de gewelddadigheden, waaraan deGeuzen zich in Den Bosch tegenover de Predikheerenschuldig maakten, verspreidde zich spoedig door hetland en wekte bij hunne ordesbroeders verontwaardigingen medelijden, en niet het minst bij den provinciaalder Orde, Godefridus van Mierlo. Als een zorgvollevarier beijverde hij zich de verdreven religieusen inandere kloosters onder clak te brengen, overtuigd datzij overal een gastvrij, een broederlijk onthaal zoudenvinden. Van de religieusen, waaronder twee leeke-broeders, werden er 10 in het klooster te Utrecht, 3te Nijmegen, 2 to Zutphen, 2 te Groningen, 2 teLeeuwarden, 3 te Haarlem, 2 te Antwerpen, 1 te Zierikzee,1 te Brussel, en 3 te Maastricht met de meeste har-

telijkheid door hunne medebroeders opgenomen. Vierpaters togen naar Keulen, waar de kloosteroversteP. Theodoricus de Busco zich gelukkig achtte zijnevervolgde stadgenooten een gastvrij verblijf to kunnenaanbieden; ja, hiermede niet tevreden, noodigde hij dooreen dringend, hartelijk schrijven alle verdreven BosscheDominicanen uit, om gezamenlijk de uitgestrekte pandenvan het Keulsche klooster te komen betrekken. Ditverzoek, hoezeer het getuigde van oprechte, broederlijkedeelneming, werd niet aangenomen. De prior zelf trokzich terug naar zijne geboorteplaats, het dorpje Leendt,waar hij het oogenblik verbeidde om zijne verstrooidekudde to vereenigen. Op last van den Provinciaal moestende supprior P. Daniel van Breda en de procurator

64

P. Hendrik van Oisterwijk in Den Bosch achterblijvenom een wakend oog te houden over het klooster; zijnamen hun intrek bij eene eerzame weldoenster, Judithvan Delft, en vertoonden zich in wereldlijke kleedingom alle vervolging, alien argwaan to ontwijken. Zoowaehtten zij betere dagen of en werden in deze ver-wachting versterkt, then versehillende burgers hunmededeelden, hoe zij met Kerstnacht, op het uur,wanneer de paters het officie weleer plachten te zingen,een hemelsch gezang in de kloosterkerk gehoord hadden,een gezang als van Engelen, die de plaatsen der uit-geweken kloosterbroeders innamen en dagen van vredevoorspelden. Toch was reeds April in het land, alvorensde Katholieken begmmen to herademen. De moedwilder Calvinisten word eindelijk door de wettige overheidgebreideld ; den 1 1 den April verlieten de predikanten methunnen aanhang en al degenen, die aan de beeldstormerijniet vreemd waren, de stad en woken naar Kleefsland.

Pas Boot de Meizon van het jaar 1567 voor het eersthare gouden stralen over de Hertogstad nit en huldede Sint-Jan en de talrijke kerkspitsen in hellen licht-glans, of daar golfden, als om dien morgengroet tobeantwoorden, de zware klokgalmen uit den toren over-de daken der veste. Het was geen noodgelui, maarfeestgelui, en de kanonschoten, die ver over het Bos-sche veld dreunden, verkondigden geen strijd maarvreugde. Vreugde daalde op dien eersten Meidag overde langverdrukte burgerij 'leder ; vreugde overschreedden drempel van zoo menig huis, waar men het afzijneons dierbaren ballings betreurde; vreugde zweefde detroepen vooruit, die Binds ter poorte inrukten en wierwapperende standaarden de Duitsche voetknechten van

65

den overste Schouwenburch aankondigden. Deze konink-lijke krijgsbende immers was de voorhoede der talrijkeburgers en geestelijken, die nit vrees waren gevlucht,of met geweld uitgedreven, en thaws hun blijden intochthielden. Raadsheeren, geestelijken, kanunniken, keerdenverheugd naar hunne haardsteden terug, te gemoet ge-treden door hunne juichende bloedverwanten, verwel-komd door hunne opgetogen vrienden. Onder de reli-crieusen welke dien dagen de vol efende dagen deb 7

poorten binnentrokken, zouden wij voorzeker ook menigenPredikheer herkend hebben, want ook zij waren vanheinde en verre toegesneld om het kiooster, hunnenouderlijken haard, weer te betrekken. Betrekken wasechter vooreerst onmogelijk: het klooster was geheelonbewoonbaar. Medelijdende burgers namen nu op zich,om de paters voorloopig te huisvesten. Op den feestdagvan Sint-Servatius, den beschermer der Predikheeren,droeg de supprior, P. Daniel van Breda, in de klooster-kerk voor het eerst de H. Mis op, zich bedienende vaneen draagbaar altaar. Langzamerhand werden de sporender calvinistische sloopers uit het heiligdom verwijderd,zoodat den 24sten Juni de kerk voor de geloovigen ge-opend werd. Deze plechtigheid wilde de provinciaalP. Van Mierlo niet alleen bijwonen, hijzeif wilde diendag het woord voeren tot zijne brooders, tot de geloo-vigen. Wij kunnen ons voorstellen, met welk een wee-moed de welsprekende redenaar den voormaligen luistervan 's Heeren huis herdacht; welke bittere klacht zijnvroom gemoed ontvlood bij de gedachte aan de versma-ding en de oneer God in Zijne woonstede aangedaan,maar ook hoe dankbare vreugde na het doorstane leedhem bezielde, zich aan de toehoorders mededeelde en

5

aller moed sterkte. — Terzelfder tijd kwam ook dehoogwaardige bisschop Sonnius om de kerk en hetkerkhof te reconcilieeren en de altaren te wijden, dieonlangs waren opgericht ; bij die gelegenheid verklaardede kerkvoogd luide, dat Been Turk tot zulk een wan-dalisme ware in staat geweest.

Omstreeks het feest van den H. Dominicus, 4 Au-gustus, namen de paters Daniel van Breda en Henricusvan Oisterwijk hun intrek in het klooster. Langzamer-hand werden de gebouwen bewoonbaar gemaakt, zoodatden 10den Augustus alle broeders onder het vredigekloosterdak een onderkomen vonden. Voor het eerstvergaderden zij (lien dag ter kapittelzaal. Het was eenindrukwekkend schouwspel, die schare in het blankhabijt daar vereenigd to zien rondom den eerbiedwaar-digen prior, den grijzen prior Van Leendt, als kinderenrondom hunnen vader. Daar waren mannen in dekracht hurts gehard door arbeid en vermoeienis,maar ook grijsaards, gekromd door den last der jarenen afgestreden door de worsteling tegen de drukkendeellende; kloosterlingen vol levensmoed, gereed om allegevaren te trotseeren, maar anderen, vergrijsd vOOr dentijd en in hunne levenskracht geknakt. Niemand hadbij de gruwzame vervolging het level' gelaten, doch dekroniek somt een tiental paters op, die ten gevolge derverduurde mishandelingen, ontberingen en angsten bin-nen korten tijd stierven en de kroon der Bloedgetuigenverdienden. Met vertrouwen op Gods Voorzienigheidsprak de prior alien moed in 't hart: de Heer, die hente midden der gevaren gespaard had, zou ook hieruitkomst geven ; het dagelijksch brood zou bun nietontbreken.

67

Onafzienbaar was het herstellingswerk van kerk enklooster, dat nu den religieusen wachtte. Op de vraagder koninklijke commissarissen of de schade 20.000goudguldens bedroeg, moest de prior het antwoordschuldig blijven, want de schade was niet te begrooten.Van verschillende zijden daagde echter hulp. De Bosscheburgerij stond in liefdadigheid bij haar voorgeslacht nietten achter. Ofschoon de Sint-Jan ontzaggelijke sommenvorderde om aan de eerste eischen eener kathedraal tebeantwoorden — haar vorige luister was onherroepelijkverloren — zorAerden de burgers nog penningen of totherstelling der kloosters. De magistraat sprong voor dekloosterlingen in de bres. De raadsheeren Mr. HieronymusWynants en Mr. Jeger Adriaansz., benevens tweeburgers, werden met de restauratie belast en ontvingenmachtiging om den 2 5 sten Juni en 30sten Septembercollecte te houden langs de huizen, terwijl den 14denSeptember den buitenpastoors werd aangeschreven, datde Predikheeren voor hunne kerk zouden komen col-lecteeren. Op eigen kosten bestelde de stadsregeeringbij Arent Jorissen, den glazenmaker, een geschilderdvenster, dat geplaatst moest worden achter het hoog-altaar bij de Predicaren, en het beeld des Gekruisten,Sint-Jan, 0. L. Vrouw en Maria Magdalena zou voor-.stellen. De glasbrander ontving hiervoor 46 gld. 10 st.;Mr. Gerrit de Schilder, die het patroon leverde, 25 st.Bovendien schold de stad de schulden, die zij op hetklooster had, voor een gedeelte kwijt en onthief dekloosterlingen voor den tijd van zes jaren van allelasten. Deze vrijgevigheid, gepaard met het beleid en

1 ) H. A. van Zuijlen. Inrentaris Dl. I. biz. 807.

de voortvarendheid des priors, hieven het kloosterspoediger uit zijn verval, dan iemand had durvenhopen. Achtereenvolgens werden zomerrefter, spijskameren bibliotheek opnieuw opgetrokken en werd de kerkbegiftigd met een oksaal en kostbare koorstoelen. Ditlaatste geschenk was grootendeels bekostigd door P.Van Mierlo, die inmiddels tot den bisschoppelijken zetelvan Haarlem was verheven, doch zijne voormaligebroeders in hunne kommervolle omstandigheden nietvergeten was. Uit dankbaarheid namen de paters devoornaamste weldoeners in de vereeniging hunner goedewerken op en stelden in eene plechtige oorkonde vast,dat zij en alle paters, die na hen komen zouden, teneeuwigen doge jaarlijks drie Missen zouden lezen vooralien, die tot de herstelling des kloosters hadden bijge-dragen. De namen dier weldoeners waren : P. Godefridusvan Mierlo, bisschop van Haarlem, Franciscus Sonnius,bisschop van Den Bosch, Laurentius Metsius, tweedebisschop van Den Bosch, Philippus Hosden, abt vanSint-Geertrui to Leuven, Jacobus Veltacker proost vanTongerloo, Aegidius Heynsius, abt van Averbode, Mr.Godefridus Lombaers, rector van het H. Geesthuis,Joannes van Leendt, broeder des priors, alsmede zijnevijf zusters, Michael Michielsz. pastoor to Heeze, Rutgervan Berkel, heer van Nuenen, Petrus Eymberts kanunnik-zegelbewaarder des bisschops. Als eene bijzonderheidteekent de kroniek hier aan, dat velen van de Spaanschebezettiug, zoo hoofden als minderen, in milddadigheidjegens het klooster uitmuntten.

Wat de kloostertucht door den geweldigen stormmocht hebben geleden, trachtte prior Van Leendt doorzijne doortastende maatregelen en zijn beleidvol bestuur

69

te verhelpen, zoodat de herstelling van het stoffelijken het geestelijk gebouw hand aan hand ging. Al duurdehet ook, wegens bijzondere omstandigheden, tot Pinksteren1572 alvorens de clausure plechtig werd afgekondigd,Loch moest reeds in 156S P. Bacherius als visitatorverklaren, dat de kloostertucht Mots te wenschen overliet,en verzekerde hij het klooster deswegen te Rome aan dekerkelijke overheid te zullen aanbevelen. Weelde wasonder de kloosterlingen onbekend ; integendeel, ondanksde aahnoezen, die zij van velen ontvingen, trad hetnijpend gebrek over den drempel des kloosters. Vooralhet jaar 1572 men denke aan de strooptochten vanbosch- en watergeuzen was zeer rampspoedig. Zilve-ren kelken, wierookvaten en andere kerksieraden moestente gelde worden gemaakt ; de prior gaf toen een schoonvoorbeeld van onbaatzuchtige broederliefde. Zijne vriendenen talrijke vereerders hadden hem een schat van boekenen menig stuk sierlijk hnisraad gesehonken, waarvanhet persoonlijk gebruik hem was toegestaan; zonderzich te bedenken, bracht hij echter alles onder denhamer ten einde met de verkooppenningen in hetonderhoud zijner medebroeders te voorzien. Zulk eenedaad verhief den vromen kloosteroverste nog meer inde achting zoo van religieusen als geloovigen, en gafzijnen naam meer luister clan wetenschap en welspre-kendheid dit ooit vermocht hadden.

Het scheen, dat aan de beproevingen der Bosscheburgerij geen einde mocht komen. Ten gevolge van denreligie-vrede kwamen verschillende roervinken uit dedagen der beeldstormerij in de stad terug en sloegende hander ineen, om door een stoutmoedig optredenen door hulp van buiten de katholieke meerderheid te

70

onderdrukken. Thaws waren de Katholieken ijveriger ophunne hoede. Nauwelijks waren zij van den overlastder Hoogduitsche bezetting bevrijd, of zij besloten zelfvoor de veiligheid der stad te waken. Tevergeefs steldede partij der Calvinisten alles in het werk, nu eenslist, dan weer geweld, om geuzentroepen binnen telaten, tevergeefs drongen de Staten, de prins van Oranjeen Hohenlohe onder allerlei voorwendsels op versterkingvan garnizoen aan, de magistraat bleef bij zijn besluit,wees fier alle ongevraagde hulp of en verijdelde daardoorde tactiek des Zwijgers. Immers door geuzentroepen inde steden te leggen, onderdrukte deze in strijd metduur bezworen tractaten, den katholieken godsdienst,en maakte zich meester van het bestuur. Dit leert onsde geschiedenis van zoo menige stad. Hadden de stedeneven vastberaden en verstandig gehandeld als 's-Herto-genbosch, de opstand had nooit zulk een omvanggenomen.

De onverzettehjkheid der Katholieken, die zich doorgem loos alarm lieten verschalken, verbitterde deCalvinisten en wekte hunnen wrok. niet het minst tegende geestelijkheid, van wie de tegenstand uitging. Meer-malen schoolJen zij voor de kloosters samen, dreigdenze te verwoesten en de bewoners te verjagen, desnoodste vermoorden. Geen pater achtte zich op straat meerveilig. En hunne goederen? Deze schenen tot goedenprijs verklaard. In November 1577 zond de priorvan het Predikheerenklooster te Antwerpen twee kisten,waarin eigendomsbrieven en kleinoodien des kloosters,naar Den Bosch om van daar veiligheidshalve overNijmegen naar Keulen verzonden te worden. P. VanLeendt wilde van deze gelegenheid gebruik waken om

71

er een kist bij te voegen met sieraden en schrifturenvan zijn klooster ; dock then de goederen werden inge-scheept, ontstond er een toeloop van volk, dat de kistenin beslag nam en verbeurd verklaarde, onder voorwendseldat zij dienden tot ondersteuning des vijands. De machtder Staten moest worden ingeroepen om deze weder-rechtelijke daad te vernietigen

Beide partijen werden door deze gewelddadighedensteeds heftiger ; zij kwamen vaak met elkaar in hot-singen, die onvermijdelijk tot eene bloedige ontknoopingmoesten voeren. In then gespannen toestand verlietbisschop Metsius, op eigen veiligheid bedacht, de stad;ook prior Van Leendt, die eene herhaling der beeld-stormerij vreesde, zeide met P. P. van Lierop in 157Shet klooster vaarwel en begaf zich naar bet kloosterte Calcar om daar rustiger dagen of te wachten. Allestukken van waarde voerde hij heimelijk met zichmede. — Den 1 ,Tuli 1579 kwam de gevreesde losbar-sting. In een moorddadig straatgevecht, waarbij 53personen deerlijk werden geschoten en gekwetst, be-hielden de .Katholieken de overhand, waarna de Protes-tanten in grooten getale nit de stad weken. Vredekeerde thans in de stad weder en met recht hield deburgerij eenen plechtigen omgang om den Heer voordeze overwinning te danken; maar daarbuiten hieldenmoord, roof en plundering aan. Jammerlijk werd deMeierij platgebrand; door wie het moest, door Staatschenof door Spanjaarden, valt moeilijk te beslissen. Vanweerszijden overtrof men elkander in wreedheid, roof-

1 ) Van Heurn. Historie der Stud en Meyerye ran 's-Herto ,yenbosch. Dl. II.blz. 102.

7 2

zucht en geweldenarij Meermalen zal P. van Leendtin zijn toevluchtsoord met verlangen uitgezien hebbennaar eenen vredebode uit het dierbaar vaderland, en inde stills kloostereel zijne bede gestierd hebben totO. L. Vrouw van den Vrede, maar de blijde tijding lietzich waehten : 's Heeren toorn drukte loodzwaar op degeteisterde landen. Eindelijk deed hij in 1583 afstandvan zijne priorale waardigheid en vertrok naar Keulen,waar hij den 10cle " Augustus 1588 in den Heer ont-sliep. Zes en dertig jaar had hij als een waardig kloos-teroverste voor de belangen zijner onderhoorigen gewaakten gestreden, hun een voorbeeld gegeven van ijverigeplichtsbetrachting en kloosterlijke deugd. De vruchtenvan zulk een bestuur konden niet intbiljven. Niet alleenwaren alle broeders trouw in de ure des gevaars, maarzij muntten zoozeer nit door ware vroomheid, dat ve-len, gelijk wij reeds zagen, elders aan het hoofd vankloostergemeenten gesteld werden, dat een hunner metde bissehoppelijke waardigheid werd bekleed. Onderalien wordt eehter P. Everardus van Leendt, landgenootdes priors, het meest geroemd. Niet dat het leven vandezencr o-veelbewogen of voor de wereld belan-t,wekkend was, integendeel, hij leefde als onbekendbinnen de stille kloostermuren, maar hij was een toon-beeld van christelijke volmaaktheid. Om ook onderascetisch opzicht de kloosterlingen to leeren kennen,deelen wij hier zijne levensschets mede, .zooals deze

') Het gehalte der 8paansche troepen is genoegzaam bekend ; van deStaatsc'he zest Dr. Fruin „Grauw en geboefte, zoo man men inderdaad het„volk noemen, dat, met weinigo opreehte vaderlanders in zijn inidden, en„aangevoerd door eenige uitstekende oversten, ooze onafhankelijkheid op,den Spanjaard veroverd — Tien Inrcn nit den 80-j(trivrit uorloy. Biz. 87.

door een tijdgenoot en vromen vereerder is to boekgesteld.

P. Everardus word in 1536 nit eerzame katholiekeouders in het dorp Leendt geboren. Na de lagere stu-die op loffelijke wijze voibracht te hebben, ontving hijin 1552 het ordeskleed en voltooide zijne studie toKeulen. De onsehuld der jeugd poogde hij tot zijn la-ten ouderdom te bewaren en daarom was hij bij iedereenbemind. Uiterst streng in het onderhouden der kloos-tertucht, bewaarde hij nauwgezet het stilzwijgen, dewet van vasten en onthouding, en verfoeide alle uit-gelatenheid. Om aan zijne verplichtingen getrouwer tovoldoen, verscheen hij nooit in het publiek, tenzij omzich naar het koor, het kapittel, of den refter te be-geven; voor het overige was hij steeds in zijne eel ingebed en overweging gezonken, of hield zich met nut-tigen arbeid bezig. Moest hij uit gehoorzaamheid zichergens heen begeven, dan sprak hij slechts waar tijden plants het gedoogden, en bleef op ontijdige vragenhet antwoord schuldig. Ofschoon zijn lichaamsgesteluiterst tenger was, Wilde hij toch van Beene verzachtingder onthoudingswet weten en verzocht, Coen de genees-heeren hem lichaamsversterving verboden, als biechtvadernaar Auderghem verplaatst te worden, ten einde niet0.tenoodzaakt te zijn alleen onder de broeders van dis-pensatie gebruik te waken. Van waardigheden had hijuit ootmoed een onoverkomelijken afkeer. Tegen wilen dank tot superior benoemd, moest hij zich dozenpost vele jaren laten welgevallen ; eveneens kon hijzich aan het lectorsambt niet onttrekken, hoezeer ditook streed met zijne nederigheid. Aangenaam was hethem daarentegen een vernederend ambt te vervullen,

74

en zoo was hij gedurende meer dan twintig jaren metde grootste vreugde als portier bij de kloosterpoortaanwezig. Gedurende dien tijd vermeed hij met degrootste zorg alles wat slechts een schijn van blaamop zijne deugd zou kunnen werpen. 'Poch was hij bijzijne ingetogenheid niet stug of terugstootend van aard,maar droeg een gevoelig en medelijdend hart in zichom. Dit toonde hij vooral, toen hij met de geestelijkeleiding der jeugdige kloosterlingen belast, de gestreng-heid zijner terechtwijzing door de teederheid zijns hartensteeds matigde. De priesterlijke bedieningen vervuldehij altijd met stichtenden eerbied en voorbeeldige nauw-gezetheid, en zijn woord wilt de toehoorders zoo totreffen, dat het yolk P. Van Leendt den gulden prediker

noemde. Wat de onderhouding der kloostergeloftenaangaat, niemand herinnerde zich ooit een religiousgezien to hebben, die met zoo groote angstvalligheidtot zelfs de kleinste voorschriften onderhield. En hierinvolhardde hij, tot de Heer hem op tachtigjarigen leef-tijd tot een beter leven opriep. Aandoenlijk waren dielaatste oogenblikken; de godsvrucht, waarmede hij deH. Teerspijze ontving, de vreugde, die straalde van zijnhalfbestorven gelaat, zij bevestigden zijne medebroedersin de overtuiging, dat zij aan het sterfbed van eenuitverkorene des Heeren geschaard stonden. Zijne ge-heele nalatenschap bestond nit een habijt, een brevier,een getijdenboekje en een geestelijk werkje van P. Lud.van Granada. Na zijnen zaligen dood kwam 'het yolkvan ale kanten toegestroomd om de lijkplechtighedenbij to woven ; men achtte zich gelukkig eene gedachtenisto bezitten van den kloosterling, die in geur van hei-ligheid gestorven was. Hij werd begraven in de Moos-

75

tergang en vele jaren later nog gaaf, zooals men zeide,teruggevonden" 1).

De opvolgers van prior Van Leendt gingen wel onderzware zorgen gedrukt, daar de kloosterfondsen ontbra-ken, dock allengskens kwam men den benarden toestandte boven. Philips II stond toe, dat het klooster on-roerende goederen aankocht voor eene waarde van12.000 gulden. In 15S 6 belegde de prior Jan Jacobseene vergadering met de dekens en gildebroeders derH. Saeramentsbroederschap en verzocht hunne mede-werking om gelden in te zamelen voor een nieuw orgel.Dirk van Vechel, Martinus Moens, Gregorius van derMeer, Govart van Engelant, Reynder de Haes en Janvan Kerkhoff werden gelast, dat zij de „goede horgerenende devote herten souden verwecken tot hantreyc-kinghe". Ruimschoots stroomden de giften toe ; aan-zienlijken teekenden voor een flunk bedrag, armenwierpen hun penningske in den buil, anderen, zooalsde prelaat van Bern en de heer van Helmont, gaveneen geschenk in wagenschot. Weldra had men 674gulden bijeen, een bedrag destijds voldoende om eengeschikt orgel aan te schaffen. Ann Jan Scakke, wacht-meester der stall, werd opgedragen, de orgelkast metal het houtwerk te leveren voor 214 gulden. Mr. Ni-colaes Nyhoff vervaardigde het speelwerk voor 424gulden ; de overige gelden strekten ter bestrijding derverschillende onkosten. Zoowel bij de aanbesteding alsbij de levering mocht een potteke wijn niet ontbreken 2).

Vijf jaren later werd een fraai gebeeldhouwd taber-

1 ) Aldus P. Regimadus Leowardius. Desolata Batavia Donilnicana. p. 112Rekeninyhe ran de organen in den conrente ran de Prekeren anno lxxxd

gemaeet. P. A. O. P.

76

nakel, dat hoog als een toren was opgetrokken, tus-schen het koor geplaatst en de kapel der H. Sacra-mentsbroederschap ; in 1606 prijkte de kerk met eennieuw altaar voor de Rozenkransbroederschap, ter-wij1 in 1614 de herstelling der kloosterkerk voltooidwerd door een ranke spits, die het priesterkoor alsbekroonde. Tot deze verfraaiingen droeg de stadsre-geering op milde wijze bij zij begunstigde de klooster-lingen, omdat zij wist dat in hachelijke omstandighedenop deze burgers men rekenen kon ; zoo gaf zij in 1392en 1596 aan de Predikaren en Minnebroeders ieder eenton haring „ten eynde sy souden hertelycken biddenam het welvaeren der stadt" 1 ). Behalve door geestelijkehull), door hunne gebeden, verleenden de religieusenook stoffelijke hulp, voor zoover dit met hunnen standvereenigbaar was. Dag aan dag waren zij op de poortgezeten bij de schotbalken om een wakend oog tohouden op alles wat de stad in- en uittrok 2).

Eons, in 1622, waren de Predikheeren zelfs aanleiding,dat eerie verrassing van prins Maurits mislukte. Hetwas in den nacht van den $den Augustus. De prins,die reeds herhaalde malen het hoofd had gestooten voorDen Bosch, en toch niets vuriger verlangde dan dezestad to bemachtigen, was heimelijk met eenig krijgsvolkdoor Vlijmen en Vucht tot Den Dungen doorgedrongen.Het kwam er nu op aan de wacht onverhoeds aan to

') R. A. van Zu .dlen. Inrentaris Dl. I blz. 1096, 1173, 1216,') „Item betaelt voor den Predieaeren ende Minderbrueren deser stadt,

ten eynde zij hebben gezeten bij de seortbaleken opter poorten deser Stadt,sdaiehs voir eleken eenen pot biers ende eenen stuiver schoonbroots vz.dit geheel jaar 91 gulden 10 st." — R. A. van Zuljlen. hient«ris. Dl. I.blz. 1069, 1042, 1132.

7 7

vallen, neer te sabelen en de poort te overmeesteren.Om allen argwaan te vermijden gingen de krijgsliedenin lange kleederen en hielden lonten en zijdgeweer inlangwerpige doozen verborgen. Aldus vermomd en doorde duisternis beschermd, naderden zij de niets kwaadsduchtende veste. Terzelfder tijd gingen toevallig tweePredikheeren door het klinket en de hamei naar buitenOM in den vroegen morgenstond in de naburige plaatsentermijn te houden. Vreemd zagen de beide kloosterlin-gen op, toen zij in de sehemering van verre personenontwaarden in ling gewaad. Geestelijken kon men opdit nachtelijk uur bier niet verwaehten, boerinnen alevenmin. Achterdochtig vervolgden zij hunnen weg, maarroken weldra lont, nu zij van versehillende kanten nogmeer vreemde gestalten zagen opdagen, wier krijgshaf-tige tied in strijd bleek met de lange kleeding. Geentwijfel : een aanslag broeide. IJlings liepen zij stadwaarts,snelden naar den gouverneur Grobbendonek en melddenhun wedervaren. Alle poorten werden nu onmiddellijkmet krijgsvolk versterkt, zoodat aan overrompeling nietmeer kon gedacht worden.

De kloosterlingen leefden merle met de burgerij, deel-den in hare lotgevallen en begrepen zeer goed, dat vanhet behoud der stad ook hun behoud afhing. Zij trokkenjaarhjks den i sten Juli in plechtige processie merle omGod voor de zege op de Calvinisten te danker, hievenlofzangen aan toen Hohenlohe's benden met bebloedekoppen ter stede waren uitgedreven, spraken den burgersmoed in, ais zij zich ten strijde gordden tegen den vijandvan godsdienst en landsvorst. Uitdrukkelijk vinden wijdit vermeld ten jare 1600, toen luitenant Abrahams,bijgenaamd Lekkerbeetje, met zijne dapperen de eer

S

van Nederland zou wreken op de Fransche snoeverij.„De Predikheeren maanden die krijgslieden aan zig„vroomlijk te gedragen" i). Onder de heilbeden dergansche burgerij trok de keurbende ter poorte uit, denvijand te gemoet. Wat de uitslag was van dit ruiterge-vecht, is bekend. Zegevierend keerden de Bosschenaarsweder, maar hunne vreugde was vergald door hetsneuvelen van den onverschrokken aanvoerder en driezijner tochtgenooten. In plechtige lijkstatie droeg mende gesneuvelden naar de Predikheerenkerk, waar zijmet groote eer werden ter garde besteld. Ter vereeuwigingvan dit roemrijk wapenfeit lieten de paters eene schil-derij vervaarcligen, waarop de gevallenen in 't harnaslevensgroot waren afgemaald, knielend met saamgevou-wen handen voor een kruisbeeld. In het bovendeel derschilderij zag men de stad 's-Hertogenbosch. Bij ditschilderstuk hing, eveneens boven het graf, een bordwaarop het volgend rijm :

„Als men duysent ses hondert schrijven sack,En Februarius out was van vijiT dagen,Een stuck, d'welck in memorie wel blijven mach,Heeft men ons manhick voor 't geloove sien wager.Ter Vuchtscher heyde, daer wij hebben verslaegenTwee-en-twintig aenhangers der ketters rebel,Van den Fransche bloede, die ons hadden doen vraegenIn gelijck petal, tot een Beroep slack fel :Die wij aenveerden naar ons overste bevel,En streden vromelijck Gods kercke ter eeren.Drye van de vijanden sijn ons ontvlucht snel,De rest ghingt ghetal der dooden vermeeren.

1) Van Heurn t. a, p. DI. II. biz. 239.

79

Vijtfve hier geschildert naer wille des HeerenYerloren wij, die daer offerden hun bloet.Aldus sach men des vijants hoochmoet verkeeren,Loft. zij den Heere, die ghaff cracht en moet." 1)

Behalve de bediening der kloosterkerk en der gevan-genpoort, waar zij op Zon- en feestdagen de H. Misgingen lezen, verleenden de Predikheeren in Den Boschhunne hulp overal, waar deze slechts gevraagd werd 2).Zij predikten met de Minderbroeders bij beurten in dekathedraal, deden vaak den heiligen dienst in verschil-lende godshuizen, verliehtten op feesten den arbeid derparochie-geestelijken, bezochten de armen in hunneschainele woningen, de zieken aan hunne stervenssponde.Brak er eene besmettelijke ziekte uit, de paters bodender burgerij hunne diensten aan en stelden hun levenoffervaardig in gevaar. Zoo ook in 1625, toen eeneverschrikkelijke pest binnen de Bossche wallen woeddeen overal offers eischte. De kloosterlingen wijdden zichmet verdubbelden ijver aan de verpleging der krankenen de vertroosting der stervenden ; zij schroomden geengevaar. Een hunner, pater Bel, viel als offer der naasten-liefde ; hij bezweek aan de pest „naedat deselve (P. Bel)„de borgerye sleek zijnde, zeer getrouwehjck hadde int„vujterste by gestaen" 3). Uit erkentelijkheid schonkde stad aan het klooster eene milde aalmoes.

13ezwaarhjker was de bediening der paters buitenDen Bosch. Daar lag de vijand in hinderlaag om dereligieusen op to vangen en als gijzelaars weg to voeren.Meermalen geschiedde deze gewelddadige ontvoering

Diet.- hr TI rartde. N. R. Jrg. IV. blz. 157.2) R. A. van Zuijlen. Inrentaris Dl. I. blz. 1229.3 ) II. A. van Zuijlen. Threntaris Dl. I. 1,1z. 1321.

SO

wel is waar volgens oorlogsrecht, maar Met zeldenkwam bij de ruwe krijgslieden de oude geuzenaardboven en stonden de kloosterlingen aan den boosaar-digsten moedwil, aan de grofste mishandelingen Moot.Niet het minst waren de benden van den losbandigenHohenlohe daardoor berueht. Om dozen woestelingente ontkomen, moesten de paters ter sluiks in de duis-ternis zich naar de omliggende plaatsen begeven, waarhunne komst voor het zielenheil dikwijls dringend nood-zakelijk was, want hoe was de toestand veler parochiên?Het waren verstrooide kudden door den vijand of den

dood van herder beroofd en door verraderlijke huur-lingen belaagd. Telkenmale vielen de kettersclie bendenin het land, brandschatten de opgezetenen, plunderdenen ontheiligden de kerken en staken ze soms in brand.Dat het godsdienstig leven van het landvolk hierondergeweldig leed, laat zich begrijpen, maar des te grooterwas ook de ijver der paters om de kudden te bevei-ligen en te besehermen. Verschillende Predikheerenontsnapten op hunnen apostolischen tocht aan de ver-volgers, maar menigeen moest voor zijnen zielenijverboeten. Zoo was o. a. P. Wilhelmus Wetten met Paschennaar Osch gegaan om daar te preeken en biecht tehooren. Terwijl hij zich in den biechtstoel beyond,stormt plotseling eene bende Geuzen de paroehie-kerkbinnen, slaan met hunne zwaarden de geloovigen uiteenen vermoorden den pastoor. Als door een wonderontvliedt P. Wetten het bloedbad en verschuilt zich inden toren. Een ander maal op weg zijnde naar Ant-werpen, viel dezelfde kloosterling weer in handen derketters, werd uitgeschud, doch redde ook door de vluchthet leven. Duurder moest P. Henricus Zuelre zijnen

s

ijver bekoopen ; hij werd door de (leuzen gevangen,uitgeschud en zoo wreedaardig mishandeld, dat hij denflood nabij was. Zijn naamgenoot P. Aegidius Zuelreonderging een gelijk lot. In die woelige tijden naarLoon ontboden om de heilige Sacramenten toe te die-nen, werd hij door de Ceuzen opgevangen en ontvingdaarbij drie levensgevaarlijke wonden. De Leer vanLoon kocht den pater vrij, nam hem in zijne huizingop, waar hij zoo buiten verwachting genas, dat zijneherstelling aan de bijzondere tusschenkomst der H.Maagd werd toegeschreven. Ook Vucht was destijdsniet veilig. P. Nicolaus Lieshout had zich daarheenhegeven om te preeken, maar plotseling werd hij doorde Ceuzen overvallen, naar Heusden gesleept, in eenvunzig kerkerhol geworpen en na zwaar rantsoen in

vrijheid gesteld. — De grootste ontsteltenis echterveroorzaakte de gevangermeming van P. Mattheus vanLierop. Deze religieus, door zijne studi Ln te Leuvendegelijk anderiegd, had vooral van den kansel de ket-terij onvermoeid bestreden en daardoor zich den haatder Calvinisten op den pals gehaald. Het was dan ookeene vreugde, toen zij op een hunner strooptochtente Poppel pater Van Lierop, die daar de dorpskerkbediende, in handen kregen. De waardige priester werdfinks gebonden, geslagen, onder allerlei verguizing naar(keertruidenberg gevoerd en daar in een afzichtelijkenkerker geworpen, De bevelhebber dier plants was eenonmensch, aan wiens handen priesterbloed kleefde:Hieronymus tSera.erts ; wat P. van Lierop van dienbeul te wachten stood, deed de weeds reeds vermoeden.alp allerlei wijze zocht de bevelhebber zijn slachtoffertot afval te bewegen en zijne standvastigheid aan 't

S2

wankelen te brengen, maar de geloofsheld bleef on-wrikbaar. Tweemaal werd de religieus naar de straf-plaats gevoerd en wider de galg geplaatst en verbeiddedaar God lovend den dood, maar tweemaal liet dewreedaard beschaamd en overwonnen zijn gevangeneweer naar den kerker sleuren. Ondertusschen lieten deordesbroeders en vrienden van P. Van Lierop nietsonbeproefd om hem te bevrijden. Het toeval wilde, dateen voornaam partijganger van Oranje in handen derSpanjaarden gevallen was ; men stelde nu tSeraerts voordezen gevangene tegen den Predikheer uit te wisselen,doch hij liet zich zijne prooi zoo niet ontrukken. Hijzwoer, zoo hij 's middags nog leefde, den kloosterlingto zullen ophangen. Nu gebeurde het, dat in denvroegen morgen eenige Hollanders buiten Geertrui-denberg slangs raakten met een troep Spanjaarden endaarbij het onderspit dolven ; velen werden gedood; deoverigen vluchtten naar de stall, gebeten op den be-velhebber, omdat doze hun geese hulp verleend had.tSeraerts poogde in een schuilhoek aan hunne woedete ontkomen, doch hij word govonden en teffens door-stoken. Zoo stierf hij voor den middag, waarop hijP. Van Lierop had willen ophangen. Men moge indeze gebeurtenis een toevalligen samenloop van om-standigheden zien, de Katholieken erkenden hierin denvinger Gods. De Predikheer keerde nu, na zes maandenharde gevangenschap, naar het l3osscho klooster terug,bekleedde daar meermalen het prioraat en was wegenszijne vurige welsprekendheid en zijn onvormoeiden werk-lust bij de burger algemeen in aanzien. Hiervanzij blijk in 1610, toen de bejaarde religieus zijn jubilevierde; van stadswege werd hem bij deze gelegenbeid

S3

de eerewijn aangeboden Hij stierf op hoogen leeftijdden 20 ste" Maart 1621 en liet eenige handschriften na :Destructio Balpflonis size Tractatus de friths en Sermones

pro Teinpore et Testis, die echter nooit in druk verschenen.Hoe vruchtbaar dit apostolaat der Predikheeren in

de Meierij was, vinden wij bevestigd door een officieelschrijven van bisschop Nicolaas Zoesius, waarin hijverklaart, dat de Predikheeren, gedurende het bestand,in de parochie van Druenen op alle Zon- en Feestda-gen hebben gecelebreerd, gepreekt en de H.H. Sacra-menten toegediend, met groote vrucht tevens voor deinwoners van Heusden en de naburige plaatsen. Degeloovigen zijn door hen versterkt, anderen zijn bekeerd,met dit gevolg dat de kapel van Cuyck alle toehoordersniet kan bevatten, terwijl in het nabijgelegen Vlijmennauwelijks Lien of twaalf personen naar den calvinisti-schen predikant gaan luisteren

Under de meest verdienstelijke Predikheeren uit hetbegin der 17" eeuw noemen wij nog P. Joannes Her-selius, biechtvader van Grobbendonck, P. Petrus Deens,vermaard redenaar, die meermalen in de Sint-Jan deVasten preekte, P. Matthias van Heesch, wegens zijneuitstekende gaven tot prefect der Hollandsche Zendingbenoemd, P. Arnoldus van Rossem, een verstandig envroom leidsman der jeugdige kloosterlingen, P. Adrianusde Monte, een toonbeeld van godsvrucht en ingetogen-held, om 'anger to vertoeven bij de edele figuur, dieonafscheidelijk met de geschiedenis van 's-Hertogenboschverbonden is : P. Michael Ophovius.

In de Dieze-stad zag Michael Ophovius in 1564 het

9 R. A. van Zuijlen, ',trent DI. I, blz. 1106.2 ) Zie lkilage XI.

s1

levenslicht. Zijne (Riders vestigden zich to Antwerpen,waar de jengdige Bosschena.ar getuige was van de ge-weldenarijen der calvinistische volksmenners. Zoodradoze stad door Parma van het kettersch dwangjuk wasbevrijd, begaf Ophovius zich naar het Sint-Pauluskloos-ter om het kleed van den H. Dominicus te verzoeken.Hij opende de rij der jongelingen, die na de jaren derverschrikking de gedunde gelederen der Predikheerenkwamen versterken. Na den proeftijd werd hij naarBologna gezonden om daar, in rustiger omgeving, zichop de hoogere studien toe te leggen. De verwachting,door de overheid van den jeugdigen kloosterling ge-koesterd, werd niet teleurgesteld. Als professor keerdehij weder, gaf in het Leuvensche klooster les in de,wijsbegeerte, wend in 1601 licentiaat aan de hooge-school en verwierf in 1610 van den P. Generaal denmagisterstitel. IJverend voor het heil der zielen, was.hij niet minder werkzaam op den kansel en in denbiechtstoel als op den katheder. Weldra wedijverdenverschillende kloosters om then bekwamen, waardigenreligious aan het hoofd der broeders te stellen. Hetklooster te Leuven ]coos hem tot prior, terwijl dat te.Antwerpen hem viermaal deze waardigheid opdroeg.

Laatstgenoemd klooster had daartoe wel reden. Tijdens.de overheersching der Calvinisten hadden klooster en

kerk onnoemelijk veel geleden; zj waren door de beeld-stormers „gezuiverd" en door de Lutheranen tot allerleidaeleiuden gebruikt. De herstelling was dus dringendnoodzakelijk en eischte voortvarendheid en onderne-mingskracht ; doze vond men in den prior Ophovius.Met krachtige hand greep . hij het herstellingswerk aan;wat verweerd was, wend vernieuwd, wat verminkt was

S5

of verwoest, hersteld. Vooral aan de kerk wijdde hijzijne zorg. Het koor word tot den grondslag afgebroken;en nu stegen die majestueuse gewelven omhoog, diethans nog den bezoeker der Sint-Pauluskerk metbewondering treffen.

In 1611 werd P. Ophovius provinciaal van de Neder-duitsche provincie der Predikheeren. Als kloostervoogdhield hij visitatie in verschillende ordeshuizen, droeg veelbij tot de herstelling van het Gentsche klooster, stichtteto Lier eon vicariaat, en bezocht ook zijn geboortestad's-Hertogenbosch. Hier heerschte de grootste vreugdeonder de kloosterbroeders ; alien beijverden zich omden gevierden overste, den geroemden stadgenoot, zoowaardig mogelijk to ontvangen. De magistraat deeldein hunne blijdschap, schonk den Provinciaal den eerewijnen nam de kosten der verwelkoming op zich — Toende tijd van zijn bestuur ten einde liep, werd hem eonnieuw veld voor zijnen zielenijver geopend. De overstender Orde hadden, in overleg met de Propaganda, beslo-ten tot de oprichting eener missie in de VereenigdeProvincien ; aan niemand, meende men, was dezestichting beter toevertrouwd dan aan P. Ophovius.Prefect der missie geworden, Nv akkerd e hij den aposto-lischen geest bij zijne medebroeders aan, en verzameldeeene keurbende, die bereid was om alle vermoeienissento verduren, alle gevaren to trotseeren. Zelf ging hijdaarbij voor, kwam op verschillende plaatsen den

' ) .4612. Item aan Jennen vau Lome' ter rause van wiin en oneosten,,gedaen in 't convent, von de Predieheeren in 't willeernn heyten den

Heere, Heer INiagister poster. peer Miehiel van Ophoven, Provineiaelvan de Predieheeren, betaelt 102 euld. 12 st." -- R. A. van Zdjjlen,

Inroiton's. 1. e,

‘,6

parochie-geestelijken te hulp, totdat hij in eenen strikviel, vermoedelijk met boos opzet gespannen.

Voorzien van een vrijgeleide, begaf hij zich in 1623naar Heusden om familiezaken te regelen. Van dezegelegenheid Wilde de aartshertogin Isabella zich bedienenom den commandant der vesting, Willem van Horn,te polsen, die volgens vertrouwbare brieven tot harepartij overhelde. P. Ophovius kreeg in last met dencommandant over deze gewichtige zaak te onderhandelen.Nauwelijks had hij echter jets van zijn plan latendoorschemeren, of de bevelhebber brak verontwaardigdhet gesprek of en liet den pater als landverrader inboeien klinken. Of de brieven valsch waren, of wel decommandant van gedachte veranderd was, is niet aanhet licht gekomen; maar het gevolg was, dat P.Ophovius gevankelijk naar Den Haag vervoerd weed.Daar scheen men van de vastberadenheid en kloekmoe-digheid des kloosterlings Been hoogen dunk to hebben.Eerst trachtte men door bedreiging met lijfstraf, doorbeleediging en laster zijnen geloofsmoed aan het wan-kelen te brengen ; toen dit niets op zijne standvastigheidvermocht, werden twee predikanten afgezonden om denhalsstarrigen religieus te wederleggen en, zoo mogehjk,tot afval te bewegen. Rosaeus, hofprediker der Staten,en Festus, professor aan de Leidsche universiteit, zoudenzich hiermede belasten. Toegerust met alle wapenen,die in het arsenaal van Luther en Calvijn slechts tevinden waren, traden zij voor den gevangene en begon-nen den strijd. Alogelijk hadden zij zich ingebeeld meteenen onbeholpen theologant to doen te hebben, maardan vergisten zij zich deerlijk, want him tegenstanderNeck een wetenschappelijk onderlegd geleerde. Alle

S7

wapenen werden hun uit de hand geslagen en wel zoovaardig en triomfantelijk, dat zij beschaamd zichverwijderden, uit vrees dat hunne nederlaag sommigeomstanders tot den katholieken godsdienst mocht trekken.

Achttien maanden verzuchtte P. Ophovius in denkerker, totdat hij tegen eenige krijgsgevangenen uitge-wisseld werd Deze gevangenschap ter wille zijnerlandsvorstin ondergaan, had hem bijzonder de guestvan Isabella verworven, zoodat bij bet openstaan desI3osschen bisschopszetels, in 1626, Ophovius werd voor-gedragen. Algemeen was de vreugde der Bossche bur-gerij, toen bet ruchtbaar werd, dat een stadgenootmet de bisschoppelijke waardigheid zou worden bekleed.Den 3Osten October naderde de nieuwe kerkvoogd deHertogstad. fan het fort Isabel wachtte de tijdelijkecommandant llambicourt — G-robbendonck was afwe-zig — aan de spits zijner hoofdofficieren den prelaatop en begeleidde ais eerewacht de reiskoets. Nauwwas de stoet in bet gezicht, of de busschieters schotener duchtig op los ; alle klokken begonnen to luiden ;het yolk stroomde door de versierde straten naar de\Tuchterpoort, waar de bisschop zou uitstijgen. Hierwerd hij namens den magistraat door den pensionariswelkom geheeten, terwij1 de geestelijkheid in plechtge-waad hij de naburige Sint-Corneliuskapel volgens rang-

Iladden de predikanten geweten, wat P. Ophovius tijdens de DordscheSynode bedreven had, zijne boeien zouden zoo spoedig niet gesiaakt zijn.Op verzoek van den Nuntius to Kenton, had hij op cigen kosten. gedurendeongeveer eon jaar, schrandere paters max het Geuzen-Trente gestuurd, dieer met het grootstc gevaar verideven, alles aanteekenden, wat in hetpsendo-eoneilie werd verhandeld, en daarvan iedere week een trouw verslagopzonden naar Rome. — 111ntleend aan een brief van P. Ophovius aan denPrefect der Prop. fid. 15 ntart 1625.

ovule geschaard stond. in dit hedehuis bekleedde dekerkvorst zieh met het bisschoppethk ornaat, en trokvervolgens, de eerbiedig neergeknielde schaar op zjnendoortocht zegenend, onder den plechtstatig,en zang dergeestehjken ter kathedraal, om aldaar plechtig bezit tonemen van zijnen zetel. Geheel do std was in feestdos,de gansche bur.;erij van vreugde opgetogen : religieusen,parochie-geestelijken, kanunniken zoowel as magistraats-personen gildedekens, kwamen den bisschop verwel-komen en hunne hulde brengen. De magistraat voegde

zjne gelukwenschen een kostbaar geschenk: eeneijk gedreven zilveren sehenkkan met wasehbekken.Den geheelen dag heerschte er eene feestelijke opge-wektheid, niet -weinig verhoogd door het tooneelstuk,dat de Jezhieten ter eere van den nieuwen kerkvoogdopvoerden

Al doze feestelijkheden hadden mogelijk voor eenendag den ernst der tijden doer vergeten, maar weldradrukte doze nog zwaarder de Bossehe burger!, en Methet minst bissehop Ophovius. Ms zorgzame herder derkudde, had hij een zeker voorgevoel, dat grijpendewolven naderden, dat de herder zou worden geslagenen de kudde verstrooid. Terwij1 de Bose el! ziehveilig waanden aehter hunne geduchte bolvverken en.w ile!, terwijl zorgeloos aan de rust zich overgaven,Avaakte de herder en bespiedde ale bewegingen desvijands. Wat niemand vermoedde, wat zelfs in Hollandeen geheim was, dat wist Ophovins ; hij doorschouwdeFrederik Hendrik's plannen en voorzag, dat Den Boschhet ontgelden moest. Bekend is het, hoe weinig zijne

) R. A. vim Zuylen. hirentori8. I. c.

S9

dringende waarschuwingen uitwerkten, nmar ook hoevolkomen de tijd hare gegrondheid gestaafd heeft : den30 st '. " April 1629 verseheen het Statenleger voor dogrijze Hertogstad.

Het zou ons to ver buiten de vastgestelde grenzenvoeren, indien wij, hoe beknopt ook, den heldenmoed,de onversaagdheid en zelfopoffering wilden sehetsen,waarmede de 13ossehe burgerij streed voor godsdiensten wettig gezag tegen eenen overmachtigen vijand, aan-gevoerd door de bekwaamste veldheeren des tijds.Vriend en vijand heeft zij daardoor bewondering afge-dwongen. slechts een vluchtigen blik werpenin de benauwde veste, en zien, hoe daar de klooster-lingen deelnamen aan de verdediging der stad.

Moedeloos en teleurgesteld keeren de krijgsknechtenen de burgers de stadspoort binnen, gesneuvelden engewonden met zich voerend. Het langbeloofde ontzetheeft zich weer laten waehten ; de vijand, hoe verwoedook afgeslagen en vaak fel bestookt, dringt met zijnetalrjke vuurmonden steeds dichter aan. Moeders enkinderen verbeiden vol binge verwaehting de helden-sehaar ; en het weegeklaag, dat bij hare nadering uitdie deerniswaarde menigte opstijgt, getuigt, dat weerdierbaren worden gemist. Wie zal die ongelukkigentroosten ; wie zal die krijgslieden opwekken, dat zijmorgen met nieuwen cooed weer uittrekken en metdoodsverachting de gevaren trotseeren? De klooster-lingen. in hunne kerken roepen zij de burger to za-men, verlevendigen hun vertrouwen op den Hemel,bidden met den vurigsten aandrang, terwijI de bowmenover het kerkdak vliegen en alien met den dood drei-gen. Zij bezoeken de hospitalen, vertroosten de zieken,

staan de stervenden bij en wekken zulk eene geestdrift,dat de gewonden den roemvollen dood hunner wapen-makkers benijden. Voortdurend is het IL Sacramentin de kloosters ter aanbidding uitgesteld; des nachtsbij de zusters, overdag bij de paters. Openbare gebeden,door den bisschop uitgeschreven, worden onder roerendeplechtigheden verricht. Bij beurten trekken de ordes-geestelijken naar de kathedraal, om daar van O. L.Vrouw bescherming en uitkomst of te smeeken. Menvast, doet boete, belooft offers en aalmoezen; Beengoed werk wordt nagelaten om den Heer der heerscha-yen te verbidden.

Ook stoffelijke help wordt offervaardig door henverleend. Lit vijf kartouwen op den Koedijk geplant,schoot de vijand over den verweerden wal op hetPreekheerenklooster, het Gerfhuis, het Groot-Gasthuismet de belendende woningen. Dat moest worden ge-keerd, maar wie zou zich daartoe leenen ? De troepenkonden nauwelijks alle schansen en bolwerken bezetten ;de burgerij was uitgeput door bet waken. In dit benardoogenblik doet bisschop Ophovius een beroep op dekloosterlingen ; en nu zag men onverwijld JezuIeten,Franciscanen, Dominicanen, met spade en houweel op-trekken, om eerie alsnijding te waken bij de Schilder-straat, dwars door de tuinen der misters van Orthen,het Gerfhuis, het Predikheerenklooster, enz. tot deTolbrugstraat. Weken achtereen togen oud en jongvroeg in den morgen aan den ongewonen arbeid, dolvende gracht, wierpen den wal op, voortdurend blootgesteldaan het vijandelijk vuur en bijna bezwijkend onder devermoeienis en de felle zomerhitte. Afdoend was cleze

2 6stenmaatregel echter niet. Den Augustus viel een

91

born op het gastenhuis der Predikheeren en sloeg ditgeheel tot puin ; drie dagen later troffen zoovele born-men het klooster, dat de bewoners genoodzaakt warenzich elders te huisvesten. Ook de kloosterkerk bleefniet gespaard. Een bons viel tijdens het octaaf van0. L. Yr. Geboorte voor het Maria-beeld, dat volgensoud gebruik in het midden der kerk geplaatst was,

ontplofte, en verbrijzelde alles wat zich in denomtrek beyond, maar liet het beeld met de kaarsenen bloemen ongedeerd. Een voorval dat aller verwon-dering wekte. Die kogelregen hield aan, tot eindelijkden I l den September de magistraat met den overwin-naar in onderhandeling trail.

Het was eene pijnlijke daad, en de heldhaftige ver-dedigers hadden voorzeker zulk een tragisch einde nietverdiend, maar men moest wijken voor de onverbidde-lijke noodzakelijkheid. Langer zich verdedigen, wasnoodeloos bloed vergieten; want de hoop op ontzetwas vervlogen ; en wat zou er van de burgerij geworden,zoo de stad stormenderhand werd ingenomen? Al wildeGrobbendonck zich tot het uiterste verdedigen, al warennog heldenvuisten bereid om den vijand of te waren,elke tegenstand bleek roekeloos en dwaas, toen menmet ontzetting vernam, dat er voor niet sneer clantwee dagen buskruit aanwezig was. Ophovius verklaarde,dat aan de krijgsmanseer, aan de trouw jegens denkoning was voldaan, en begaf zich persoonlijk tot den()Tootmoedigen overwinnaar, Frederik Hendrik. Debisschop koesterde de hoop, dat de stad tot onzijdiggebied zou worden verklaard met vrije uitoefening vanalle godsdiensten ; en wellicht ware de edele Boschbe-("winger hiertoe te vinden geweest, maar de krijgsheld

9

was slechts dienaar en lasthebber der Staten, en dezenhadden op aandringen der synode besloten het geduchte,bolwerk van den katholieken godsdienst te sloopen ente vernietigen. Ond.er de voorwaarden, waarbij 's-Her-togenbosch zich moest overgeven, was als onafwijsbaaropgenomen : alle yeestel yeke ende religit8e .man,spersowlor

millen ?wt ter drub' t. ertreckeit (lch tilt tan twee

thaenden. Hiermede was de ondergang van heteeuwenoude Predikheerenklooster onherroepelijk beslist.

Hoe brak den kloosterlingen bet hart van weedom,toen zij in den vroegen morgen van den l 7 den Septembervoor bet laatst het H. Misotfer opdroegen in dat hei-ligdom, dat weldra in hauden der kerkroovers zouvallen ; toen zij zich nog eens verzamelden rondomhunnen prior P. van Someren; toen zij afseheid namenvan die gewijde muren, door stil gebed en womenzang geheiligd, en hunne voorvaderen benijdden, wierassche daar in vrede rustte ! Helaas ! men moest ver-trekken. Droef te moede sloot de schaar zich bij dentreurigen stoet aan der ballingen, die zich optuaaktenom. Den Bosch te verlaten. Lit alle straten stroomdende tronwe burgers den geestelijken te gemoet om himeon laatsten handdruk to geven. een laatst vaarweltoe te roepen. Onder tranen groetteti zij die eerbiedwaar-dige 'Damien: Predikheeren, Minderbroeders, Jezineten,enz., zagen lien zoolang mogelijk na en trokken zichtreurend in hunne woning terug.

Nanwelijks vertoonde zich de voorhoede van denstoet, waarbij zich sae bezetting in tal van wagens methave en good, zieken en gewonden gevoegd hadden.aan de opgetogen blikken der Hollanders buiten deveste, of, zooals begrijpelijk is, zegekreten en juichtonen

93

weergalmden door geheel het legerkamp der overwin-naars. Duizenden snelden toe om zich in dit schouwspelto verlustigen. Het vreugdgejuieh sloeg Miter over toteen storm van besehimpingen, toen de kloosterlingenin hun versehillend ordeskleed naderden. Tegenoverlien achtten de Hollanders zich tot de grofste en laag-hartigste beleedigingen gerechtigd, ja, had FrederikHendrik, wiens minzaamheid dankbaar door zijnev Been wordt erkend. ge n soldaten tot geleide ver-strekt, de ongewonden volksmenigte ware tot handtas-telijkheden gekomen. Fen uur lane duurde deze lijdensweg,toen verdeelden zich de ballingen en verloren de dierbarestad uit het gezicht. „daer (lien Bach groot jammer en„klagten bedreven worde"

Under de verdreven religieusen bevonden zich devolgende Predikheeren :P. Godefriedus van Oisterwijck 19. 1570P. Jacobus Nunensis 19 1571P. Joannes v. Rijnshoven 19. 1585.P. Gerardus Lieropius 1593.P. (luilielmus Donekanus P. Petrus Bertius

16.22.

1 5 9.31594.

P. Nicolaus Georgius 33. 1598.P. Arnoldus Lamberti 18. 1600.P. Thomas Geldropius o 9 1604.P. Guilielmus van Someren .... 1S. 1605.P. Hyacinthus Ch am 02 1607.P. E aymundus Poste r 15. 1607.

') rerzmdeliny inn nn betrekl,.. het bele!' eau 's-Ilertojenbosch. D1.1.

Deze lijst is ontleend aan De Gwisdienstrriend. Jrg. LT. D1. blz.Het eerste eijfer duidt den leeftijd, het tweede den datum nail,.

waarop la kloosterlingen in de Orde getreden zijn.

94

P. A drianus Olieslagers 1S 1608.P. Albertus de Vaucq 19 11660088P. Joannes Bodanus ......... 19P. Joannes Reynerus v. Asseldonk . . 15 1009.P. Reynerus Dobbeleijns 16 1011.P. Joannes Berlicum 15 1611.P. Philippus van Poel 19 1611.P. Ludo vicus Olieslagers 17 1613.P. Joannes Cornelii 19 1613.P. Michael Collin cx 19 1615.P. Joannes Davidts 18 • 1615.P. Cornelius Jansenboy 20 • 1617.P. Petrus Jacobi 19 1617.P. Leonardus Janssenboy 17 1618.P. Anthonius van Elssen 20 1619.P. Augustinus Leerse 22 1019.P. Conrardus Haften 21 1619.P. Reginaldus Leowardius 19 1619.P. Theodorus Verwijnen 20 1620.P. Dominicus Rijswijck 21 1620 .

P. Vincentius van Horenbeeck 09 1621.P. Hermanus Vercamp 22 1621.P. Germanus RIjsingen 1S 1621.P. Dominicus Strick 2)) 1622.P. Hombertus Hontius 20 1623.

P. Joannes de Cruce 15 1623.P. Joannes van Horenbeeck . .. 97 1623.P. Jacobus a Marca 24 1624.P. Adolphus Slotius 27 1024.P. Anthonius Verheijden 95 1624.P. Petrus de Keel. 23 1025.Fr Antonius sGraets 17 1606.

95

P. Henricus Dompselaer 20 1625.

P. Joannes Balduini 20 1626.

P. Lambertus Baudewijns 1S . • • • 1626.

P. Ambrosius Jansenboy 17 . • • • 1627.

P. Joannes van de Wiel 1S . • • • 1627.

Fr. Jacobus Jacobi 20 15S7.

Fr. Godefridus Colen 31 . 1606.

Fr. Jacobus Joannis 9 0 1605.

Fr. Godefridus Chant 1612.9Fr. Joannes Gerardi 29 1612.

Fr. Andreas Andreae o 7 1613.

Fr. Theodorus Dampen 22 . 1615.

Fr. Theodorus Venray 26 1615.

Fr. Arnoldus Pauli 20 1615.

Fr. Christianus Prins 23 1620.

Fr. Guilielmus Westerloe 27 . • • 1620.

Fr. Guilielmus Mensvoort 21 . • • 1620.

Fr. Joannes Henrici 1621.

Fr. Henricus Mervoordt 25 . 1624.

Fr. Joannes Rudolphi o5 1626.

Van de verovering der stad tot den invalder Franschen.

1629 1672.

e opstand had gezegevierd. Weer had eenestad hare poorten moeten opener voor het

wapengeweld der koene veroveraars, of liever — omde taal der overwinnaars to gebruiken weer waseene Nederlandsehe burgerij ontrukt aan Spanje'stirannie. Ja, aan Spanje's tirannie, maar aan eenetirannie, waarvoor zij goed en bloed had veil gehad,waarvoor Naar that's eene vrijheid werd opgedrongen,die zij verfoeide. Waarom ? Omdat deze vrijheid eeneleugen-vrijheid was. Al moeht men ann. Maas- enAmstelboorden onder fakkellicht en teertongloed zingenen drinken op de inname der nooit verwonnen stad,.op de „triomphelyke bruyloft van de deftighe schoone„Maecht van 's-Hertoghen-lios met den doorluchtighen„vromen Prins van Oraignien", bet was geen „houwelyek"maar eene slavernij, waartoe deze stedemaagd gebrachtwerd. Teen de laatste Spaanselie troepen met slaande

9 7

trom en vliegend vaandel uit hare poorten trokken,was het gedaan met hare grootheid en vrijheid.

Onder de artikelen der overgave was deze bepalingopgenomen : de religieusen „sullen met haer molten„nemen hare meublen, beelden, schilderijen ende andere„kerkelycke ornamenten." Krachtens deze verordeningbleef de sacristijn van het Predikheerenklooster,P. Johannes Davidts in Den Bosch achter om de kerk-meubelen deels te gelde te maken, deels naar Brabantte vervoeren, of zoo mogelijk aan vertrouwde vriendenin bewaring te geven tot eenmaal betere clagen voorhet klooster zouden aanbreken. Aldra kwam hij echterin verwikkeling met Barent Olferts, rentmeester dergeestelijke goederen, die door allerlei spitsvondigheidde milde bepaling van het tractaat tot een doodeletter dreigde te maken. Wat gemakkelijk vervoerbaarwas : beelden, schilderijen, boeken, geschilderd venster-glas, loenevens het archief, had de kloosterling in eenschip doen laden met bestemming voor Antwerpen;dock de Hollanders, onder voorwendsel dat deze voor-werpen niet onder de roerende goederen begrepenwaren, legden beslag op de lading en lieten haar nietdoorgaan, tenzij tegen be paling eener aanzienlijke som.De grootere meubels waren in de stad verkocht, o. a.aan Jacob van de Laer vijf altaren, twee communie-banken, het presbyterium van het H. Sacramentskoorvoor de som van 1050 Carolusgulden ; aan den HeerWorn, schepen der stad, de klok van het convent voor160 gulden. Ook hiertegen kwam cle rentmeester nitnaam der Hoogmogende Staten in verzet ; hij verklaardede koopcontracten nietig en sommeerde de koopers totuitlevering der goederen. Met deze wederrechtel1jke

7

1f S

vorderingen van den fiscus konden natuurlijk koopernoch verkooper genoegen nemen; moesten zij wijkenvoor geweld, in rechten zouden zij zich verdedigen.Advies werd ingewonnen van de advocaten Gerard vanZoemeren en Albert Thugelius, ook van (-riensven,Loeff en Voorn, die het tractaat onderteekend hadden;alien uitten zich beslissend ter gunste des kloosters.Niet anders luidde de uitspraak der Bossche schepenbank;maar ook Den Haag had zijne rechters. Dit wist derentmeester, hij appelleerde, werd in het gelijk gestelden zag het request verworpen in 1632 1).

Opdat niets van den kloosterbuit zou verloren gain,moesten de paters onmiddellijk na de overgave derstad, de oorspronkelijke brieven van renters, cynsen enpachten van het convent overleveren, en volledigeimage verstrekken van alle registerboeken en brieven.Een en ander werd nauwkeurig aangeteeken d en laterin 1639, tot tneerdere zekerheid door den rentmeesterPieter Schuyl geinventariseerd. Men bekommerde zichniet oni rechtstitels, mil den uitdrukkelijken wil vanvrome erfiaters, noch vroeg zich af, hoe de talrijke

') P. Somers gat' als prior den 9den December 1629 zijnen provinciaal,P. Woestynius, verslag der inkomsten en uitgaven, waaraan wij het volgendeontleenen :

Ifcc(ptu post 01bis «

pro spondis, mensis, vestiariis aliisquecellis religiosorum etexaliis locis venditis 489-2-'19pro cespitibus et lignin eombustibilibus 201de 41 modiis cum medio siliginis 413de 24 modiis cum medio hordei 306recepta per p. Joni Davidts sacristan' 464Pro bibliis regiis per P. Hyderum venditis. 150pro stanno et plombo 218-5

liecepta: 3537--3. Exposita: 3491-4.P. A. 0. P. — Bijlage XII.

99

kloosterlingen, waaronder hoogbejaarden, in hun onder-houd zouden voorzien ; het recht van den sterkste gafden doorslag. Eerst in 1659, na een dringend request,gaven de Hoogmogende Staten den rentmeester lastelk der overlevende religieusen jaarlijks 50 gulden uitte betalen.

Met de kloostergebouwen was het even treuriggesteld. Nauwelijks hadden de paters bij hunnen uittoehteen laatsten droeven blik op de hun zoo dierbaremuren geworpen, of de vijandelijke ruiterij Chong dekloosterpoort binnen, stalde hare paarden in de breedekloosterpanden en nam de ruime zalen in beslag. Zooweergalmde nu de ruwe krijgsmanstaal onder de kruis-gewelven, waar eertijds het vroom gebed der monnikenwegruisehte, zoo klonk de hoefslag der oorlogsrossenop de grafzerken der vredig ontslapenen. God het dezeontheiliging niet toe. Volgens broeder Andreas, eenleekebroeder uit het Bossehe klooster, werden mansehap-pen en paarden plotseling door zoo geweldige ontzettingaangegrepen, dat alien in overhaaste vlucht uit betklooster ijlden. Bissehop Ophovius, wien hij hiervanberieht gaf, zag in dit voorval de straffende hand Gods,die aldus de eer zijner afgestorven dienaren wreekte

De kloosterpanden werden in huur gegeven aan eenentimmerman, totdat de stedelijke regeering in 1641 metden Raad van State in onderhandeling trad om hetPredikheerenklooster to koopen, ten einde over ditterrein eene straat te trekken of aldaar eene haven tograven. Over den koopprijs konden partjen het nieteens worden. De koopman Frans Blom en de pensionaris

1 1 24 Januari, 1630.

100

Gans slaagden beter. Zij kochten het klooster en legdenmet goedvinden van het stadsbestuur twee straten aan;de eene liep tegenover de Torenstraat nevens het erfvan het Geesthuis, de tweede door het erf van hetziekengasthuis, beide werden tot den wal doorgetrokken.Aldus ontstonden de Eerste en de Tweede Nieuwstraat 1).Onvermoeid beukten de hamers der sloopers de eeuwen-oude muren ; en zoo ruw ging men daarbij te werk,dat men zich niet ontzag met het opgedolven gebeenteder voorvaderen de kloostergrachten te dempen. Vankerk noch klooster bleef iets gespaard, niets hieldde herinnering aan het Predikheerenklooster bij deBosschenaars levendig dan een nietig steegje, dat thansbij sommige burgers nog bekend staat als de Prekeren-poort en toegang verleent tot de tegenwoordige Broe-derscholen 2).

Volgen wij thans de kloosterlingen in hunneschap. Zoodra zij buiten het bereik des vijands gekomenwaren, liepen hunne wegen uiteen; eenigen keerden invermomde kleeding tersluiks naar Den Bosch terugof stonden den herders der omliggende dorpen in hunnedrukkencle zielzorg ter zijde ; anderen begaven zich naarde naburige kloosters hunner Orde in Belgic en Duitsch-land ; nog anderen met den prior P. Somers, vestigdenzich te Boxtel in de hoop, dat de Hertogstad na korter

' ) Van Heurn. Dl. II. blz. 512-515.„Een gedeelte van den kloostertuin, waartoe ook de huidige Paarden-

„markt behoorde, is onbebouwd gebleven, terwijI bet smalle gangetje, dat„toegang geeft tot de H. Aloysiussehool en bekend is order den naam van„Prekere»poort, de herinnering aan bet zegenrijk werken der Dominicanen,„bier ter stede, levendig houdt.” — F. M. A. Arnolds. Bossehe Legenden

Vernalen. Dl. 1. blz. :321.

101

of 'anger tijd hare poorten voor hen openen zou. Van9 Juli 1630 dagteekent hun kloosterlijk samenleven.Een huis werd gehuurd; en de communiteit, bestaandeuit vier paters en vier broeders, koos in den zomervan 1630 P. Joannes Davidts tot overste of vicarius.In stilte leefden zij pier voort, maar toch niet stil ge-noeg cm tegen eene overrompeling der Hollanders be-veiligd te wezen. Zoo dikwijls het krijgsvolk derStaten Boxtel naderde, wachtte hun plundering enuitdrijving. Het gevaar werd met den dag grooter, detoestand onhoudbaar. Ten einde raad begaven zichP. Davidts en P. Reginaldus van Leeuwarden in 1632naar Antwerpen tot den provinciaal, P. Carolus Pluchart,om den hopeloozen toestand des convents voor te stellen.Deze ook vond een 'anger verblijf te Boxtel ongeradenen gaf verlof om te Stratum bij Eindhoven een huis tebetrekken.

Hier schenen betere tijden aan te breken. Reedsvan den aanvang, 6 Februari 1632, kwamen voor enna verschillende Bossche kloosterlingen, als zooveleafgecloolde duiven, aldaar eene schuilplaats zoeken.Lokte van den eenen kant de rust van dit eenzaamoord na de woelingen des oorlogs hen aan, de broeder-lijke uitnoodiging en hartelijke gastvrijheid van P. Reginaldus trok hen niet minder. Zoo werd de gemeentesteeds grooter, en rees de vraag of het Bossche kloosterte Stratum niet hersteld kon worden, of volgens decanonieke wetten niet tot eene priorkeuze kon wordenovergegaan. Met dit doel richtte men een schrijventot den Generaal en den Provinciaal der Orde. De ge-neraal, P. Nicolaus Rudolphi stelde deze zaak in handenvan den Provinciaal, die weder eene commissie benoemde,

102

om het voor en tegen te onderzoeken 1 ). Deze commissiebestond uit P. Marius Ambrosius Capello. later bisschopvan Antwerpen, P. Joannes Boucquetius, P. HyacinthusChoquetius en P. Jacobus Brouwer, alien magisters in detheologie, alien mannen van hoot; aanzien en verdienste.

Vreugde heerschte er te Stratum, then het berichtkwam, dat door deze commissie eene met redenen om-kleede suppliek gevraagd werd, alvorens tot inwilligingvan het verzoek kon worden overgegaan, want menhield zich verzekerd, dat het lang gekoesterd verlangenthins werd vervuld ; redenen toch waren er to over.Vooreerst hadclen kloosterlingen van andere Orden inde Meierij werkzaam, het prioraat behouden ; vervolgensging het niet aan, religieusen van hunne privilegiente berooven, nu zij met zooveel vrucht aan het apos-tolaat zich wijdden; eindelijk zouden de geestelijke entijdehjke belangen des kloosters ten zeerste door eenenprior worden gebaat. Aan alle eischen voor een geregeldklooster was bovendien reeds lang voldaan, daar depaters feitelijk koor hielden en alle observanties onder-hielden, door den repel voorgeschreven. Nog in dezelfdemaand September 1634 werd een. officieel stuk opgeste]den onderteekend door de paters: Petrus Jacobs vicarius,Gerardus Liropius senior, Adrianus Olieslagers, ThomasGeldorpius, Reynerus Dobbehjns, Joannes Berlicom, An-toninus van den Elsen, Reginaldus Leowardius, HermanusVercamp, Humbertus Hontius, Antonius Verheijden, Lam-bertus Boudewijns en Ambrosius Janssenius. Een stukvan omtrent gelijken inhoud ontving bisschop Ophovius,ten einde deze het door zijne hooge goedkeuring zou

') Bijlage

103

bekrachtigen 1 ). Na deze inlichtingen vaardigde deProvinciaal den 24sten September 1634 een decreet nit,

waarbij de Bossche kloosterlingen, te Stratum vereenigd,als eene canonieke communiteit werden erkend en metdezelfde gunsten en voorrechten begiftigd, welke anderekloosters genoten. Hij voegde daarbij een uitdrukkelijkbevel om uit te zien naar eene veilige stad, waar zijin voile vrijheid volgens hunne ordesregelen zoudenkunnen leven

Welke pater bij de keuze de meeste stemmen op zichzou vereenigen, kon aan Been twijfel onderhevig zijn,als men wilt, wat P. Reginaldus Leowardius geijverden gearbeid had, om de verstrooide kloosterlingen teverzamelen en tot hervatting van. het kloosterleven aante moedigen. Als procurator te Boxtel en te Stratummet het geldelijk beheer des huizes belast, had hij ookonder dit opzicht zich verdienstelijk gemaakt, want,ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden hield hij debalans van inkomsten en uitgaven in evenwicht 3). Inhem kreeg het klooster dus met recht zijn eerstenprior ; en het zal onder de broeders niet aan vreugde-blijken ontbroken hebben, toen den S tet' October 1634

1 ) Nlage XIV.21 Nlage XV.3 ) Volgens den staat van inkomsten en uitgaven, waarin zelfs de nicest

onbeduidende posten getrouw zijn opgenomen, was bet totaal aldus:

Van Paschen 1632 tot 1 September reeept/ 699-9.

exposit/ 636-11.

Van 1 September 1632 tot 3 Maart recepta 1325-19.

exposita 1409--

Van 3 Maart 1633-22 Augustus recepta 59S--12.

exposit/ 561-19.

Van 22 Augustus 1633-21 Febrnari recepta 1395-17.

exposita 1061—Oorspronkelijite stukken door P. Leowardius geschreven. P. A. 0. P.

104

deze priorkeuze bevestigd werd. Het apostolisch leveeder kloosterlingen werd met kracht hervat ; zij togenuit naar alle dorpen der Meierij : Heeswijk, Vlijmen,Tilburg, Gestel, Gernert, Waalwijk, Baerl enz., droegenhet H. Misoffer op, predikten, dienden de HH. Sacra-menten toe, en dit alles ondanks de strenge plakkaten,ondanks het gevaar van opgelicht te worden door deStaatsche soldaten. Deze toewijding werd door hetgodsdienstig landvolk dankbaar erkend ; zij schonkenhun gaven in natura, als boter, rogge, vleesch, bier,enz., of zonderden penningen of van hun zuri? verdiendloon. Vooral trachtten de bewoners van Helmond,Eindhoven, Oisterwijk, Arendonk en omstreken in hetonderhoud der paters te voorzien, en zulks met reden,want als termijngebied waren deze streken vooral hetarbeidsveld der Predikheeren 1).

Eindhoven en het naburige Stratum genoten in diestormachtige dagen eene benijdenswaardige rust. Zoogesehiedde het, dat bissehop Ophovius bij zijn bezoek teEindhoven in 1630 eene pleehtige processie hield totorder de muren van het kasteel, waar eene sterke hezet-ting lag, zonder de geringste stoornis te ondervinden. Welhadden de Staten in 1631 aan de Katholieken hunnekerk willen ontnemen en reeds een predikant benoemd,maar de kloeke houding der Katholieken, die eerst dendrossaart en vervolgens eene commissie uit naam vanden magistraat naar Den Haag zonden, deed hen opdit besluit terugkomen en vrijheid van godsdienst-

1 ) Juli 1632 i Helmond 100 gld. December 1632 I Helmond 140 gld.I Eindhoven 107i Eindhoven I Eindhoven 50 „

Voorjaarstermijn 1 Oisterwijk 161 . Najaarstermijn I Oisterwijk 200 „

I Arendonk 841 Arendonk, 68 „

Oorspronkelijke stukken. 1'. A. O. P.

105

oefening toestaan. Tegen het einde van 1636 trok-ken echter donkere wolken samen. :De standvastig-heid, waarmede de Spaansche landvoogd de rechtenzijns vorsten in de Meierij handhaafde en elk voort-dringen der dwaalleer keerde, was hiervan de oorzaak.De Staten door die onbuigzaamheid verbitterd, ver-scherpten de plakkaten en vaardigden den 2 de1 December1636 een plakkaat nit, dat de opheffing des kloosterste Stratum ten gevolge had. .I3innen veertien dagenmoesten de kloosterlingen hun toevluchtsoord verlaten.

Waarheen thans de schreden gericht? Men wildetegen elken prijs in de nabijheid van Den Bosch blijvenen Loch verzekerd zijn tegen de overrompeling desvijands. Eene nabijzijnde veilige stad, dit was allerwenseh en ook de wil van den Provinciaal. Hiermedewas Breda aangewezen ; daar zou men zich nederslaan.Het voornemen was spoediger opgevat dan ten uitvoergebracht, want nauwelijks liep te Breda het gerucht,dat eene gansche schaar monniken in aantocht was, ofde burgerij, en niet het minst de geestelijkheid, verzettezich om de poorten V0017 de arme ballingen te openen.Niet dat zij Been medehjden had met de ongelukkigen,maar de stad, gebukt order de oorlogslasten, had reedsaan zoovele verdreven religieusen. gastvrijheid verleend,dat bet niet aanging er nog meer op te nemen ; betwas onmogehjk om in aller onderhoud to voorzien.Doze weigering was eene bittere teleurstelling. DePredikheeren gaven echter den cooed niet op ; zij bodenden Kardinaal-Infant Ferdinand een request aan meteen gunstig advies van de bisschoppen van Den Boschen Antwerpen, en tevens aan den magistraat eenaanbevelingsbrief van baron Grobbendonk. Hiertegen

10

zonden de kloosters van Breda gezamenlijk den Kardi-naal een suppliek, waarin zij o. a. wezen op zijn vorigbesluit van geen kloosterlingen binnen de stad meertoe te laten. Over en weer werd gedurende de winter-maanden geprocedeerd, totdat eindelijk de Preekheerentoestemming verwierven, maar onder harde voorwaarden.Vier en twintig Dominicanen trokken de stad binnenen vestigden zich in een huffs, 's-Hertogenbosch genaamd,in de Tolbrugstraat. Zij waren thans onder dak, dochmeer niet; slechts een uiterst armoedig levee kon henvoor gebrek bewaren. In dezen treurigen toestandwaren de vooruitzichten niet bemoedigend. Wat mensinds Lang vreesde : eene belegering door de Hollanders,gebeurde binnenkort. Weldra beukte het vijandelijkgeschut Breda's muren, wierp een regen van kogelsover torens en daken, en de stad, waarvan de veroveringSpinola vele maanden strijds gekost had, viel in bijnaeven zoo veel weken den zegevierenden Frederik Hendrikin handen. Toevallig was op denzelfden dag, waaropde stad werd ingenomen, de tijd van het prioraat vanP. Leowardius verstreken, zoodat eene ontbinding dercommuniteit te wachten stond, want gelijk eertijds inDen Bosch, zoo moesten ook pier de kloosterlingen destad ontruimen. Om dit onheil te voorkomen, hieldende broeders ijlings vergadering en kozen P. Jacobs totprior ; hij zou hun girls wezen op den weg derballingschap, doch welke weg thans ingeslagen ? Daarontving men bericht, dat de Spanjaarden Venloo denStaatschen hadden of handig gemaakt ; dit gaf uitkomst:de pastoor van Venloo was den paters zeer genegenen verlangde niets vuriger clan in zijne parochie eenklooster der Predikheeren te stichten. Op aanraden van

107

dien herder en -van P. Reijnerus Dobbelijns, die hemin de zielzorg ter zijde stond, werd dus besloten naarVenloo te trekken. Zoo ging clan de deerniswaardestoet gepakt en gezakt bij somber najaarsweer door deNoord-Brabantsche heide en Peelland naar het gastvrijeVenloo; de karren met den armoedigen inboedel roldeneerst den 2 7 sten November bet stedeke binnen.

Er beyond zich. te Venloo een aloud huis, dat gedu-rende driehonderd jaar tot verblijf gediend had voorde terminarissen van het Dominicaner klooster te Wezelen thans aan de paters van Calcar toebehoorde ; hetwas gelegen in de Gasthuisstraat in de nabijheid derSint-Joriskapel. Geene plaats was geschikter om deballingen te huisvesten; zij kwamen daardoor niet tenlaste der burgerij en konden in de naburige kapel hunnegodsdienstoefening houden. De pastoor stelde den kloos-terlingen voor zich daar te vestigen ; en van dit aanbodwerd gretig gebruik gemaakt. Hoe herademden zij inhet stille Venloo, na de verschrikkingen van een hevigbeleg en de pijnigende onzekerheid van eene vastewoonplaats! Weinig dachten zij er aan, dat ook bierhunne dagen geteld waren. In 163S -kwam hun bescher-mer en vriend, de pastoor, te sterven, en nu stakenhier en daar ontevredenen het hoofd op en begonnenop het vertrek der paters aan te dringen. Hun aanhangwerd grooter en ten laatste zoo machtig, dat aan huneisch niet langer weerstaan kon worden. Ook Venloosloot zijne poorten voor de zonen van den H. Dominicus.

Nog nooit was de Bossche communiteit zoozeerbeproefd geworden. Haar bestaan stond op bet spel.Niet alleen trachtte zij tevergeefs in Stralen vastenvoet te krijgen of elders zich te vestigen, naar er

105

daagden bovendien moeilijkheden, vanwaar men nietverwacht had. Totnogtoe hadden de Bossche paterssteeds aanmoediging en steun gevonden bij den Generaalte Rome. Nog den 23 ste" Juni 1637 had P. Rudolphieen eigenhandig schrijven tot den Prior gericht, waarinhij hem zijne hulp toezegde, en nu — men weet nietdoor Wiens. toedoen — drong hij aan om de klooster-lingen met hunne goederen bij andere kloosters in telijven. Bij een schrijven gedagteekend van den 1 6de"

December 1639 weal den provinciaal, P. HieronymusFabri, gelast in dien geest te werken 1).

Terwijl over de ontbinding des kloosters tusschen deoversten onderhandeld werd, hadden de paters hetvraagstuk feitelijk opgelost door zich te vestiges teGemert en onder het prioraat van P. Jacobs het kloos-terleven in een gehuurd huis voort te zetten. De keuzedezer plaats was verstandig: Gernert was eene vrijeheerlijkheid, eene commanderie der Duitsche Orde enals zoodanig neutraal gebied. De Algemeene Statenhadden deze onzijdigheid meermalen openlijk erkend enook geeerbiedigd, want ofschoon in den omtrek alleszuchtte onder de knevelarijen der Staatschen, genotende inwoners van Gernert eene ongestoorde vrijheid vangodsdienst. Bovendien waren de Predikheeren te Gernertgeen vreemdelingen. Sinds onheuglijke tijden kwamenzij daar jaarlijks prediken op den 1 st" Zondag in de\Tasten, op Hemelvaartsdag en Allerheiligen; in 1632hadden zij daar de Rozenkransbroederschap opgericht,en ontvingen er menigmaal ruime aalmoezen 2 ). Nau-

') XVI — De Jon ,?-lie, Desol. Bet. Dom. p. 102.2) In het. bezit van den Gemertsehen termijn werden de paters door eene

109

welijks had men dan ook vernomen, dat de paters zichkwamen vestigen en in November van hetzelfde jaar1639 eene kapel zouden openen, of men verbeidde metvreugde den dag, waarop de deur van het eenvoucligbedehuis zich ontsluiten zou. Toen eindelijk die dagwas aangebroken en voor het eerst het H. Misofferwerd opgedragen, stroomde eene dichte menigte naarde paters en verdrong zich bij de biechtstoelen, zoodatvijf of zes biechtvaders ternauwernood voldoende wa-ren om alien to helpen. In 1641 werd P. Leowardiusweder tot Prior gekozen ; en ondernemend en ijverigals hij was, kon men verwachten, dat hij de nederigestichting tot hoogeren bloei zou brengen. Inderdaad,hij had lang genoeg ondervonden, dat de bekrompenwoning geenszins aan de behoeften des klooster voldeed;dat moest veranderd worden. Met alle wilskracht greephij deze zaak aan en bracht ze ook tot een goed einde.Door bemiddeling van Hendrik van Echt, rentmeesterdes convents, kocht hij een huis van Jan Weifelers vanden Bogaerde, momboir van de kinderen van Sebastiaanvan den Bogaerde en Catharina Maen ; vervolgenshuurde hij van Alexander, baron van Cortenbach, voor200 gulden eenige huizen, en liet op dit vrij uitgestrektterrein een klooster bouwen met impel. Het gestichtwas aan de Markt gelegen en bestond uit Brie huizingen,brouwerij, hof en boomgaard 1 ). Met toestemming van

notariele attestatie der stad Mechelen in 1689 bevestigd. — Oorspronkelijkstak op papier; zegel in was gedrukt. P. A. 0. P.

1632. 30 Nov. Ex fundatione Rosarii in Gernert 7-101633. 20 Fehr. Ex statione in Gernert et Erp 22-16-80»nputrts procteratoris P. Lewr«rdii.

Rekening van den Coop van huffs, erve en timineringhe tot Gernert inhetwelk de Paters hebben gewoont door P. Leowardius Prior annis 1641.42 et 43.

110

den Provinciaal werden de onkosten gedeeltelijk bestre-den door den verkoop van twee landerijen ter waardevan 4000 gulden. October 1643 zag de religieusen hetnieuwe klooster betrekken. Zoo hadden zij clan na jarenzwervens en zwoegens, wat zij bijna niet weer hoop-ten : een geschikt huis met verschillende kloosterlokalenen eene stichtende kapel, die de bezoekers tot biddennoopte. Geen wonder, slat van heinde en ver, waarde priesters veelal waren verdreven, de geloovigen Haarhet Gemertsche klooster samenstroomden ow daar dentroost van den godsdienst te smaken. Of de paters bijhun drukken apostolischen arbeid ook aan de Latijnscheschool werkzaam waren, is moeilijk uit te maken. Zekerstonden zij met de studenten in nauwe betrekking, wantvelen meldden zich aan om het Ordeskleed te ontvangen.Dit heuglijk feit deed het provinciaal kapittel te Brusselin 1643 besluiten om P. Leowardius volmacht te geven,jongelieclen in de Orde op te namen en tot de professietoe te laten. Vele studenten, uitmuntend van inborsten aanleg — zoo schrijft P. de Jonghe — namen hier

Huereedulle van eenige huijsen op dewelke het convent tot Gernert isgetimmert door het convent van Alexander Baron van Cortenbach, Heervan Helmond, voor 200 guld. 4 Decemb. 1643.

Volmagt van Alexander Baron van Cortenbach, Heer van den Heuvel,schepen tot Helmond om in sijn naem te ontfangen het transport van dehuijsen tot Gernert in dewelcke de Paters woonden, van Hendrick vanEcht, 1 Decemb. 1643.

Twee wettighe insinuatie aan Jacob Hendricks Schouteth tot Gernerthem aenmanende de huijsen van 't convent, van dewelcke hij feijtelijck hadPossessie genomen te restitueren. 1653 Fehr. 18 en Martii 31.

Twee wettelijcke declaratie gepasseert tot Antwerpen 5 April 1652, deeen van een huijsinge van 't convent tot Gernert bestaende in drie huijsinge,brouwerij, hof en boogaert ibidem aen de Alert, d'andre van land en geldten somme van 12600 guld. berustende onder twee borgers tot Helmondten protijte van 't convent.

Extract nit het Pe'/inter van P. Brouwer. Al. S. — P. A. 0. P.

111

het kleed van den H. Dominicus aan en strekten laterhet klooster tot sieraad.

De toekomst van het klooster scheen verzekerd. Reedsdaagde van verre de langgewenschte vrede, die aan hetafgestreden land rust en verademing schenken zon; deblijde tijd der gulden vrijheid ging in. Met die gedachtevleiden zich waarschijnfijk de religieusen, then het ver-raad van den commandeur Hoensbroeck aan alle schooneverwachtingen den bodem insloeg. De toedracht dezerrampzalige zaak te verhalen, zou ons te ver voeren ;kort en goed : de heerlijkheid Gemert werd aan deStaatschen overgeleverd 1 ). Op Vrijdag 34 Juli van hetvredejaar 1648 verscheen de fiscaal der Staten oin eenplakkaat of to kondigen, waarbij de geestefiike goederenmoesten worden opgeschreven, en alle priesters uitgezet.Dit vertreden der heiligste rechten liet men zich nietstilzwijgend welgevallen. De pastoor protesteerde vrij-moedig, verzocht inzage der volmachten en, Coen dezeniet worden vertoond, weigerde hij de kerk te sluiten.De prior der Predikheeren, P. Davidts, begaf zich naarhet kasteel om den vreemden heeren rekenschap vandie willekeur te vragen, maar zij verklaarden dat devrije heerlijkheid Staatsch eigendom was en rieden hemaan naar elders de wijk to nemen. Geheel Gemert metden pastoor aan het hoofd, teekende protest tegen dezeerkrachting hunner rechten ; de gemoederen raakten

aan het gisten, en had Hoensbroeck nit voorzorg geenemiters medegebracht, de heeren hadden een good heen-komen moeten zoeken. Dezelfde veiligheidsmaAregelen

1) G. v. d. Elsen. Ord. Pram. — Geschiedenis van de Latijnsche Schoolte Grarert. blz. 149-178. — Men leze daar o. a. hoe het katholieke yolk zichverzette tegen het opdringen van een vreemden godsdienst.

112

had ook de predikant genomen ; door ruiters omgeven,hield hij den 3de1 Augustus zijn intocht. Wat hij inhet schild voerde, bleek alras. Den volgenden morgennarn hij bezit van de parochiekerk en legde beslag opde kerkgoederen. De Dominicanen vierden dien dagjuist het feest van hunnen heiligen Ordestichter, maarwreed werd hunne vreugde verstoord door de verschij-ning van Peellands hoofdschout, die hen sommeerdeuiteen te gaan en het gebied der Staten te verlaten.Tegen ruw gel/veld baatte geen protest, en zoo gingende Bossche paters voor de zesde maal in ballingschap.Na zich aan Gods Voorzienigheid en Maria's bescbermingte hebben aanbevolen, ontbond zich de eommuniteit ;de ouderen gingen naar Belgische kloosters, de novicennaar Brussel, de studenten naar Leuven, terwijl deprior met den supprior en enkele paters in burgerklee-ding achterbleven om over de kloostergoederen te waken.Zij hielden zich schuil en wachtten tusschen hoop envrees den uitslag of der vertogen, die door den Groot-meester der Duitsche Orde tot staving zijner rechtenaan de Staten gericht werden. Inmiddels viel de selloutmet zijne ruiters den 15 den Mei 1649 's nachts in Gernerten rukte naar het Predikheerenklooster. Het wasomstreeks vier uur in den morgen. De kloosterpoortwerd opengebroken; de vensters werden verbrijzeld endaarop drongen de woestelingen naar binnen en roofdenapes weg, zelfs het vleesch en de provisie der keuken.Een stokoude leekebroeder, die zijn vervolgers nietspoedig genoeg ontkomen kon, werd halfgekleed doorhet venster gesleurd en ter bespotting te midden derruiters geplaatst, die op de Markt gelegerd waren.Gelukkig wist een andere broeder met het FI. Sacrament

SIMPLICITER ET RECITE.

GODEFIIIDUS A MIERLO.

RAIAE DOCTRINAE, ADIMPANDAE MANSCETI:DiNIS AU IUUMANITAlIS ANTISTE

XXVIII Julii

1 13

to ontsnappen en daardoor eene gruwzame heiligschenniste voorkomen. Na de paters kwamen de pastoor en dekapelaan aan de beurt, wie de roovers niet minderwoest huishielden. De kroon werd op het work gezetdoor de i dundering der parochiekerk. Prat op dit hel-denteit, trokken de barbaren af, terwijl zij den pastoorJ. Santfoort en den prior P. Davidts gevankehljk metzich voerden en de .geroofde kerksieraden als zoovelezegeteekenen voor zich uitdroegen. Te 's-Hertogenboschin een kerker geworpen. die voor krijgsschuim en geboeftebestemd was, moesten de twee waardige priesters veelslimad en ontbering verduren, alvorens zij onder borg-tocht en betaling der kosten de vrijheid herkregen 1).

In doze wanhopige omstandigheden : de herder wasgeslagen en de schapen waren verstrooid, had P. JoannesIlijderus, een der steunpilaren van de I3ossche eommu-niteit, den cooed nog Met laten zinken. Hij Icon zichniet verzoenen met de gedaehte, dat het voortaan metzijn klooster zou gedaan zijn, en de Meierij van dehulp der Predikheeren zou verstoken blijven ; daarombesloot hij zich rechtstreeks tot den honing van Spanjete wenden en met diens toestemming in BelgiLl eenklooster te stichten. De hood was dringend. Nu beyondzich te Bornheim, op drie uren van Dendermonde, eenklein klooster, dat eertijds door Dominicanen uit Brusselwas bewoond geworden, maar thans veriaten stolid;daar Wilde hij voorloopig de voortvluchtige religieusenonderbrengen, totdat elders een geschikt gebouw zouzijn opgetrokken. Werkelijk had z ijn suppliek een goed

1 1 Hoe doze geweldpleging overeen4eint met het verlangen der Ho. Mo.Heeren, lot men de Dominicanen ongemoeid zoo laten, is ens met dnide-

- v. d. Eken t. p. 1130.

114

gevolg; de Boning willigde het verzoek in en schreefden 22sten -November 16-19 aan den aartshertog Leopold,landvoogd van Beh-ri. dat de Bossche ballingen Bornheimkonden betrekken en to Mechelen een klooster bouwen.Toen dit koninklijk schrijven in het begin van 1650was aangekomen, zond P. Riiderus, namens zijn pro-vinciaal P. van den fleede, nog een smeekschrift totden Aartshertog, die het deed toekomen aan zijnGeheimen Raad, van wien het ter inzage kwam bijJacobus Boonen, aartshisschop van Mechelen, bij denHoogen Raad, den Magistraat van Mechelen, enz. Zooalsgewoonlijk, was zulk een administratieve weg niet eenvan de kortste. Feel tijd, veel moeite werd verspild.Dit verdroot ten laatsto den Provinciaal: hij zond eentweede verzoekschrift naar P. Reginaldus Cools, die toMadrid vertoefde. Deze overhandigde het den worst,en nu kwam er in October een koninklijk mandaat,gedagteekend uit Madrid van den 19den September.Nog werden verschillende zoo vermeende als werkelijkebezwaren geopperd, maar 's konings wil zegevierde,zoodat het Bossche Predikheerenklooster met al zijnevoorrechten en privilegiön in het jaar 1652 to Mechelenhersteld werd.

Keeren wij na het verhaal dozer zwerftochten totDen Bosch weder. Bij den uittocht der religieusen,den 17 de" September 1629, bleven behalve P. JoannesDavidts, de sacristijn, de Paters Augustinus Leerse,Dominieus Strick en Leonardus Jansenboy met toestem-ming der overheid achter. Zij zouden in vereenigingmet andere regulieren en seculieren den storm hethoofd bieden, de gevaren trotseeren en toonen watgeloofsmoed vermag tegen ruw geweld. Voorwaar een

115

heldentaak. Had de Synode niet besloten om DenBosch van Rome los te rukken en in Calvijus gareelte dwingen? Was de ..Eerwaardige Godtsalige ende wel,eleerde D. Ghisbertus Voetius" niet voor de inneminc,

der stad naar bet Staatsche legerkamp gezonden om:Frederik Hendrik voor te houden bijaldien de Heerezijnen zegen schonk aan zijne wapenen, „alle afgoderijen

” ende superstition inde stadt ende meljerije te 's-Her-„togenboseh te weeren”? En tronw werd doze lastgevinguitgevoerd. Reeds den 19 den September tetrad de veld-predikant Markinius in de ontheiligde, of zoo men wilgezuiverde, Sint-Jan den kansel en begon den veldtochttegen Rome's leer en instellingen. Op denzelfden dagdeelden de parochiekerken van Sint-Jacob en Sint-Pieterin het lot der kathedraal ; zij werden in bezitgenomen,terwijl alle kloosterkerken werden gesloten. Vier pre-dikanten, waaronder de strijdlnstige Voetius, kwamenhet licht des evaugelies ontsteken in de papistischeduisternis, Welke eeuwenlang over de Hertogstad laguitgespreid. Maar die verstokte Bossehenaars, zij slotende oogen voor dat licht; zij waren doof voor de stemder roependen.

Met diepen weemoed zagen zij hunne kerken ont-wijden, maar luisteren naar Calvijns drogredenen, datnooit! En hunne kinderen? Daaruit sprat: dezelfde hereacrd. Verleiding noel" bedreiging vermochten iets ophen. Zelfs de weeskinderen, die met geweld naar hetgehoor der predikanten gedreven werden, verlooehendenzich niet. Zij stoorden de rede en maakten gerucht;en spijtig moesten de bewaarders bekennen, dat metBeen stole bet papisme nit the bengels gedrevenworden. Aan wie nu hadden de Katholieken then ge-

loofsmoed te danken? Naast God aan hunne wakkere„offervaardige priesters, aan hunnen trouwen herder.bisschop Ophovins. In de laatste dagen vOar zijn vertrekdacht de zorgvolle herder slechts aan de arme kudde,.waarvan hij werd losgescheurd, aan de roofzieke wolven,die gretig hanne prooi beloerden. Dagelijks diende hijhet H. Vormsel toe, ook aan kinderen, om alien testerken in het voorvaderlijk geloof: zelfs op den dagvan zijn uittocht, den 4den October, werden nog velengevormd. Om te voorzien in het verlies van kerkenen altaren en gelegenheid te geven, dat de geloovigentersluiks op verschillende plaatsen de H.H. Geheimenkonden bijwonen, wijdde hij den 28 sten September 125-altaarsteenen, eene plechtigheid, die hem van 's morgensvier tot twaalf uur werk gal. Voortdurend vermaandehij geestelijken en leeken, die naar zijn paleis stroomdenom voor het laatst hunnen varier te zien, tot gelaten-heid in het lijden, tot cooed en volharding in den strijd.Eindelijk, Coen het pijnlijk uur van scheiden sloeg, bevalhij zijne kudde aan de goedertierenheid des Stadhouders.en benoemde de prinses-gemalin tot schutsvronwe dergeestelijke zusters. Met bloedend hart yerliet de door-luchtige kerkvoogd zijne dierbare bisschopsstad, haarrampzalig lot beweenend. Nog eenmaal moest hij haarechter wederzien : de belangen zooveler verknochteharten riepen hem terug. Den S' ten November van bet-zelfde jaar ontmoeten wij hem te 's-Hertogenbosch ombet bestuar der zustershuizen te regelen, bet yolk nogeens een herderlijk woord toe te spreken, kloosterlingenen geestelijken te troosten en in de duistere toekomstvoor te lichten. Het afscheid, eenige dagen later, waser sleehts aandoenlijker door. Wederom druk bezoek,

117

en daarna ging de kerkvorst scheep en zag langzaamde treurende Sint-Jan voor zijne blikken verzwinden.

Verlangend om van den toestand der Bossche Katho-lieken voortdurend to worden ingelicht door eon persoon,op wien hij zich verlaten kon en van wiens toewijdingen beleid hij verzekerd was, verzocht hij den Provin-ciaal der Predikheeren om P. Mag. Rijderus, prior teLeuven, van zijn ambt te ontslaan en naar Den Boschte zenden. In lien waardigen religious, die door we-tenschap en vrooniheid uitmuntte en zijne broederlijkegenegenheid zoovele jaren gedeeld had, stelde hij nietten onrechte het volste vertrouwen, want nanwkeurighield P. Rijderus den prelaat op de hoogte der kerke-hike toestanden. Eene drukke briefwisseling, zooals nithet Diariltm laat dit veronderstellen; hij wasOphovius' raadgever en lasthebber tevens.

Ondertusschen verscheen den 29sten November 1629een plakkaat der Staten, verbiedend elke godsdienst-oefening in de zusterskloosters. De rectors, evenals dekanunniken, hadden in de stall mogen blijven met go-not limner jaarwedde, maar hadden tegen den wil derregeering hunne priesterlijke bediening uitgeoefend enwaarschijnlijk de deur hunner kapel voor de geloovigenontsloten. Dit moest worden gekeerd, en vandaar ditstreng verbod. Niets bleef den ijverigen priestess overclan voortaan in limners en bijzondere woningen deH.H. Geheimen to vieren. Zij werden weldra bijgestaandoo: verschillende religieusen, die vermomd binnen depoorten waren geslopen en in het geheim hier en (Liarbedehuizen hadden opgericht. Ook dit kwam den ma-gistraat ter oore, en zoo verscheen den 3den Januarin630 een plakkaat, waarbij alle geestelijken, die tegen

I1S

de voorwaarden der Reductie aanwezig waren, binnenvier 'a vijf dagen de stad moesten ruimen. Wilden zijom zaken te regelen de stad bezoeken, clan moestenzij zich aan de poort aanmelden, daar zou een soldaathen begeleiden zoolang zij in de stad vertoefden ; over-nachten konden zij bij een vertrouwden protestant.fnnianks dit verbod drongen toch kloosterlingen in destad, o. a. de Dominicaan Petrus Berzius maar metzulk eene roekeloosheid kon de Bisschop zich moeihjkvereenigen; zij stelden zich in gevaar van gevangen teworden en dan moesten de verdrukte Katholieken denlosprijs betalen.

De gestrengheid, waarmede de overheerschers optra-den, was gelnkkig niet van langen dour ; hier, evenminals in de Noordelijke Provincièn, bleek zij bestand tegenden kiank der goudstukken. Heeds den 13 den November11330 wisten de Katholieken den Hoofdschout tegen eenejaarlijksche toelage van 3000 gulden te bewegen, omoogluikend op afgelegen plaatsen de godsdienstoefeningtoe te laten. Allen hielpen deze aanzienlijke som bij-eenbrengen ; de Bisschop droeg voor 200 grid. Zulkeene toegeetlijkheid of zwakheid der calvinistische over-heden verbitterde de predikanten en deed hen gloeienvan gramstorigheid en verontwaardiging. Wat al te-leurstelling hadden zij in Den Bosch ondervonden Zijhadden gehoopt een heilbegeerig yolk aan te treffen,en ziet, het wendde met spottende minachting zich vanzijne evangelisten af; zij hadden gerneend ingang tezullen vinden door de Sint-Jan en alle tempels in bezitte nemen, maar de geestelijke tempels bleven voor hengesloten; zij hadden den geestelijken den bandschoentoegeworpen en ze tot den strijd gedaagd, dock de

119

uitdaging was op eigen beschaming neergekomen. Ennu te moeten toezien, dat hunne kerken ledig stonden,de huizen daarentegen der kanunniken en priestersdruk werden bezocht ; te moeten erkennen, dat al hunljveren en bidden en preeken en zinger niets baatte,daar de menigte de stem harer oude herders bleefvolgen, dirt kon Been predikant harden, zeker nietde vurige Voetius, wiens onbesuisde ijver Beene gren-zen kende en niemand ontzag. Een professoraat aanUtrechts hoogeschool was hem daarom eerie welkomegelegenheid, om schijnbaar met eere zich terug tetrekken.

De klachten door de predikanten bij de synode envervolgens bij de Staten over de sehuldige nalatigheidder overheden in het toepassen der plakkaten aange-heven, noodzaakten somtijds den schout om handelendop te- treden en de Katholieken te herinneren, dat zijgewetensvrijheid bezaten. Zoo begaf zich de Hoogschoutmet zijne dienaren den 15den Juni 1636 naar eenewoning, waar een paapsch conventikel gehouden werd.In naam der wet eischte dat de deur hem zouworden ontsloten, maar de burgers verklaarden, datvolgens het Bossche recht de burgerhuizen vrij waren,en geen sellout daar mocht binnendringen, tenzij mettoestemming en in tegenwoordigheid van het grootstedeel der Schepenen. Dat beroep op een stedelijk rechtontstak den toorn des gerechtsdienaars. Met geweldWilde hij zich toegang verschafien, maar daarhinnenbereidde men zich tot zoo krachtige tegenweer, dat hijonverrichter zake moest afdeinzen. Zulk eene paapschestoutigheid kon niet geduld worden, en weldra las menvan de pui, dat dit stedelijk recht op het stuk der

1 °0

Itoomsche religie vin mil en geener waarde was011 ,_,ehinderd kon de Hoogschout met zijne handlaugersvoortaan overal huiszoeking houden, en vooral werdhij daartoe geprikkeld, teen in l 63S ecu scherp plakkaatverscheen van volgenden inhond : „De priesters, die zig„tot het doer van Missen of jets Anders lieten gebruiken,„zouden voor goeden prys gerekend worden, zy konden„zig egter in die gevallen voor zes honderd guldens„vry koopen ; zo zy meerder vermogen hadden, kon„men hen met voorkennis der Algemeene Staaten op.hooger prys stellen : Hy, die zyn Buis tot Itoomsch-„gezinde Vergaderingen lee de, zoude telkens due„honderd gulden verbeuren: Die cell Priester liet„ontsnappen zoude gehouden zyn, den gemelden prysvan vrykooping te voldoen. leder toehoorder dier

„vergaderingen, zonde •vyf twintig gulden verbeuren.„Alle Geestlyke Manspersoonen hadden de Stad te ruimen,„zonder daar weer in te komen, op strati° van in eene„gelyke boete te vervallen” 2).

Ziedaar eene Wilke bron van inkomsten voor denschout. Er werd niet gevraagd, of het geld bloedgeldwas eerier verarmde burgerij afgeperst, of omkooperijelI winstbeiag den Staatsambtenaar betamen-; Nvanneer

men slechts met welgevulden buidel nit het Bra)antschewingewest in Holland terugkeerde, was het doel bereikt.En de katholieke Bossehenaars? Zij aehtten zieb gelukkiggodsdienstoefening te kunnen houdeir, Q moesten ookal hunne spaarpenningen eraan geloover ; zij genotenwerkelijk cone gulden vrijheid. Jesineten, .Predikheeren,

) a Reurn, Historie ran '::-Hertoyenl)o,:ch DI. 11, 1,44. 492.

DI. ID blz.

121

Minderbroeders }do yen met versehillende seculieren inde stall, bezoebten de geloovigen en droegen op ver-wijderde plaatsen, meermalen in holders, bet H. Alisofferop. Wanneer elke openbaarheid slechts werd vermedenen de Avelwillendheid van den magistraat door goud-guldens verzekerd was, behoefde men de bedreigingenvan predikanten en Synode niet te vreezen. Dat neemtniet weg, dat deze rust somtUds onverwachts gestoordwerd, 0. a, op den Paasehdag van het jaar 1611. Destadhouder van den Hoogsehout begaf zich op dien hoogenfeestdag met twee Schepenen naar een huis, waar veleKatholieken de HIL Geheimen vierden. Het oogenblikkon niet noodlottiger wezen; ontsteltenis, veroutwaar-diging, toorn verdreef de feestelijke stemming der instile aandacht vergaderde schare. Het yolk was zichniet meester, stormde ter deure nit, kwam onder woestgeschreeuw de heeren van den gerechte te lijf en dwonghen ijlings in hun rijtuig te vluchten. ()rider een hagelbuivan steenen, een vloed van verwensehingen, en gevolgddoor eene woedende menigte, keerden zij van hunnenverkenningstocht op bet stadhuis weder. Terstond lietde Hoogsehout een onderzoek instellen. Vijf-en-twintiggulden werden uitgeloofd voor dengene, die een mede-pliehtige kon aanwijzen, maar niemand verseheen ; totdriehonderd werd de som verhoogd, doch Been Natho-lick liet zich yinden om zijne geloofsgenooten teverraden

Dit zij voldoende om zich eenig denkbeeld van diendroevigen tijd te vormen. Sleehts een tipje van densluier hebben wij opgelicht om den toestand in alle

') Van Heurn, ((or Idz. 510.

122

kleuren te schilderen, zouden wij de eindelooze reeksplakkaten, die onwraakbare getuigen der calvinistischeverdraagzaamheid, moeten doorloopen en daarbij nietmogen vergeten de tenachterstelling, verdrukking ennitmergeling, waaraan de Staten zich ten opzichte vanDen Bosch schuldig maakten, dock sat 11.

Als verldaring, misschien wel als verontschuldiging,zullen sommigen aanvoeren, dat bet politiek beleid, de.veiligheid van den Staat zulke strenge maatregelen.2:ebiedend voorschreven, omdat Spaansch en Roomsch-gezind destijds eensluidend waren en het Calvinismealleen een zekeren waarborg gaf tegen den Spaanschen

loch waartoe bleven dal) doze draconische\vetten gehandhaafd? Waarom werden zij yank verstlierptna den vrede van Munster, Coen Been Spanjaard meerte duchten was ? Yreemd zagen daarom de Bosschenaarsop, dat, nu de vrede gesloten word, de verdrukkingeerst voor good begun. Het is waar, zij werden met,als weleer de burgers te ....‘rnhem, op zware. geldboeten!,edwongen het woord van den predikant te komenhooren, maar Mlle kerken bleven hun ontnomen en elfdagen na de afkondiging van den vrede verscheen eennieuw plakkaat., eon oorlogsverkla.ring tegen den aloudengodsdienst.

Op burgerlijk gebied werd Den Bosch van zijnevoornaamste privilegien beroofd, door ondragelijke listenbezwaard en aan vreemde fortuinzoekers prijsgegeven.

Co.qt tt !wen endt , ( rsrolcii'll run — Wil men een aan-

sehonwelijk verhool men leze: F. M. Arnolds, BesideLeyeno'en en

reihrtien, H. Noehtanz zij bier opgemerkt — en dit geldt ook veer

het verwolg — dat versehillende Protestonten, moral zij die eenmaalingelinrgerd waren, zieh met die dwangwetten geenszins konden vereenigen

en edeluioediger zieh toonden don bonne lo4gevers.

1 23

De Bosschernaars ondervonden, hoe trouw artikel VIder Reductie werd nageleefd : .,dat de stad met hare,burgers ontfangen ende getracteert sal ende sullen.,worden in alle soeticheyt ende goedertierenheyt omme„voortaen in alle vruntschappe ende eendrachticheyt met„de andere geunieerde Provintien ende steden te ]even."Het ging zoover, dat de stadsgemachtigden, van deprotestantsche religie, in 1 6 5 6 den Hoogmogende Heerendurfden verwijten. dat de overtredingen van de Reductiebijna even talrijk waren als hare voorwaarden, en zijmaakten zich sterk, teen deze krasse uitdrukking ergerniswekte, dit stuk voor stuk waar te waken 1 ). — Wijstippen dit ann, om ons de moeilijke omstandighedenduidelijker veer to stellen, waarin de geestelijken inDen Bosch destijds verkeerden. Behalve de vervelging,waaraan zij persoonlijk bloot stonden en de ontberingen,die zij zich moesten getroosten, werd him apostolaatopenlijk en bedekt bestreden. Hoeveel geestkracht werdvan hen gevorderd om cone burgerij te bevestigen inhet voorvaderlijk geloof, waardoor haar tot alle ambtenen winstgevende betrekkingen de pas werd afgesnedenen miskenning en vernedering haar deel word? Hoezeermoesten de priestess waken tegen de stem der verleiding,die aanzien en fortuin veer het geloof in roil hood, ofden argelooze door allerlei drogredenen zocht to mislei-den. Maar vooral hoe greet moest bun invloed zijn emeen vertrapt yolk het gezag to doen eerbiedigen, datzijne heiligste rechten schond en zijne dierbaarste over-tinging aantastte? Tech zijn zij hierin geslaagd. DenBosch bled katholiek in merg en been en tevens

Van Henrn, nor '-Ilerto,,icitbom .71, N. ITT, blz.

124

getrouw aan de vetti gestelde ma t. Die kracht desgeloofs, uitgaande van den priester, moest ter zedvoeren ; en al slonk het getal der arbeiders in 's Heerenwijngaard — het aantal kapittelbeeren was in 1658tot vier vermin derd al bezweken de religieusenonder den bovenmatigen arbeid, men droeg de overtui-ging in zich rond, dat betere dagen moesten aanbrelien.En zij kwamen in het jaar 1672.

Alvorens den loop der gebeurtenissen te vervolgen,dienen wij hier ook te wijzen op het apostolaat derPredikheeren in de Meierij, want de Meierij beeft metDen Bosch lief en leed steeds gedeeld. Zoowel tijdenshunne vestiging te Boxtel, als to Stratum en 6'remerttrokken de kloosterlingen stilte, meermalen bij nachten ontijden, naar de vele verlaten landparochiei:qi. Alstermijnpaters waren zij met alle binnenwegen bekendell vonden in de tronwhartige lap dlieden beproefdegidsen, die hen buiten bet bereik van het Staatschekrijgsvolk hielden. X 2 eens diep weggedoken in eenhuifkar, clan weder als voerman onder zweepgeklap dewagon beg:releidend of eerie kudde fee voor zich nit-drijvend, bereikten zij de boerenhofstee, ear de buurt--,Ichap hen wachtte om de H. Mis bij te wonen en deH.H. Sacramenten te ontvangen. Daar, in de armoedigeschuur, predikten zij het landvolk de voorvaderlijkegeloofsleer en maanden bet tot lijdzaamheid volhar-ding aan; daar werd bet geloof opgewekt en versterktin de bange dagen die na de inneming van Den Boschvoor de Meierij waren aangebroken.

Het is bekend, hoe na 1629 de Staten en Spanjeelkander het bezit der Meierij betwistten, en de opge-zeteuen hiervan bet slachtotfer verden. Den 2(r te" Oc-

1')5

tober 1629 gelastten de Staten aan alle priesters dekerken te ruimen ; geen vijf dagen later kwam eentegenbevel van den Spaansehen landvoogd, gevoigd dooreene verordening des Bissehops. In 1631 geboden deStaten alle kerken en kapellen to sluiten; in hetzelfdejaar deed Spanje een plakkaat afkondigen, waarbij deheropening der kerken geboden werd. De gevangenne-ming van verschillende pastoors was hiervan het gevolg.Hooger liep het gesehil, toen de Staten in 1683 ver-suheidene predikanten stourden met verbod hum eenigenoverlast te doen, en de Spanjaarden hen verdreven ofoplichtten. Nu verseheen er een retorsie- of wraak-plakkaat, dat op „poene van arbitrale correctic" vol-strekt elke uitoofening der lloomsehe religie verbood.Pit plakkaat word nog verscherpt in 1636, toen allegeestelijken birmen den tijd van veertien dagen deMeierij moesten verlaten 1 1. Vele parochién geraaktentoen zonder herders: dezen werden ilf verdreven, ofmoesten uit armoede elders eon werkkring zoeken.„6eheel anders" zegt Schutjes -- „was het ge-

Dit ratorsio-plakkaat bevat o. a. het velgende :1. leder geestalijka han in de 11n1eierij gevangen genomen en zijn rantsoen

op 1500 tot f 1000 bepaald wooden; zelh mogt men de soil, van f 1000 nogvarhoogen Haar advies van den raad van State. Twee Burden der scon werdden sehonten en ottieieren toegekend. Was het losgeld eenmaal betaald,

clan Icon dezelhle priester later weder vastgegrepen worden.2. De stad of het dorp, waar men eene overtreding van het plakkaat

outdekte, beliep telkene cone boete van f 1000, zelfs wanneer dit lang

daarna bekend word.

0. De personen. die de godsdienstoefening hijwoonden, verbeurden talker'sde swum(' van f 000.

4. De gevangen persoon moest opgebragt worden en geen otlicier mogt..elf eene rompo.s. itir of minnelijke sohikking anngaan.

L. II. C. .Selmtjes. liechicel. 0. le. bisdoid '.,:elleitoyhho.Qc:i. DI. 11. 1,1z. 44.

') L. II. C. Selmtjes. t. a. p. D1. 11, biz,

126

„legen met die keurbende van reguliere geestehjken,die voor geweld bukkende, naar hunne kloosters vloden

„mu aanstonds op hunne schreden terug te komen.„Hulde zij gebragt aan de kloosterlingen van allerlei„orde, die in deze drukkende tijden groote„sten aan de Godsdienst bewitzen konden en met der„daad bewezen hebben."

Bekend zjn nit die dagen de Predikheeren: Reginal-dus Leowardius, Ambrosias Jansenboy, Joannes Rijderus,Joannes Davidts, Ant. van den Eisen, Humbertus Hon-tins, Antonius Verheijden, zij doorkruisten met noganderen de Meierij alle riehtingen en wisten door-gaans de nasporingen des sehouts te ontsnappen.

De Noord-Brabanders koesterden, evenals de Bossehe-naars, de stellige hoop, dat met den vrede Van Munsterdegodsdienstvrijheid als weleer zoo Zees ea, maardeze verwachting strookte niet met de vrijzinnige denk-beelden der Synode ; deze had andere plannen. Zij be-schouwde de Meierij als een missieveld, waaT bet woordder zendelingen ontwijfelbaar vrucht moest dragentoen derhalve in 1645 versehillende pnesters uit bunballingsoord terugkeerden en de kerken zonden geoperdworden, kwam er terstond een bevelschrift van deStaten, dat verbood de kerken te ontsluiten en denpriesters Umnen acht dagen den vaderlandsehen bodemontzeide. plaats der geestelijken en religiensen, trok-ken nu 14 predikanten, gevolgd door ;12 collega's en51 schoolmeesters, e geescorteerd door een landdrostmet paardevolk het land der paapsehe afgoderij, derFilistijnen binnen. Onmiddellijk werden overal de ker-kelijke goederen aangeslagen. De inkomsten van betbisdom, van de collegiale kerken, kloosters, pastorieen,

127

beneficien, cijnsen en tienden, de sehenkingen van eenvroom voorgeslacht, alley werd door den fiscus opge-vorderd. Wee den Katholiek, die eenig kerkelljk goedachterhield, als intitam Kerekroorer (!) werd hij gestraft.Angstvalligheid van geweten, zoo deze al bij de predi-kanten bestond, werd spoedig verdreven door de ge-daehte, dat ook de Isralieten zich verrijkt hardenmet het goud der afgodendienaars ; daarbij predikanten,kosters en schoolmeesters, mitsgaders hunne huisgezin-nen, moesten toe,'" ook levee

De landdrost met zijne ruiters, alien Calvinisten vanechten bloede, hield een drijfjacht op de priestess enteerde zoo duchtig op den Doer, dat overal klachtenopgingen tegen zijne knevelarljen en afpersingen. Voorgeestehjken scheen de Meierij thans ongenaakbaar. Tod'ontmoeten wij er heldhaftige missionarissen, die kloek-moedig de gevaren trotseerden, o. a. den PredikheerP. •Wassenbereh. Deze kloosterling be y ond zich ten jare1656 te Eindhoven in het huis van den apothekerHendrik Gillis en richtte aldaar de broederschap vanden H. Itozenkrans op. waarvan vele personen lid werden.

Minder voorspoedig ging het P. Vincentius Stayackers.Hij viel den 1 O der' April 1656 met een leekebroeder,Joannes Hendriks, te Nistelroy in handen van densellout van Maasland, Thomas Voller. Sleehts een zwaarlosgeld deed hunne boeien shaken.

Besehouwden de Calvinisten de Meierij als missieveld,de Staten behandelden dit land als wingewest. Wat ditbeteekent, zullen enkele cijfers verduidelijken. In 1662

hen predikant ontving :500 gld. jaarweLhle. 60 gid. litlishour. 4-0 ghtreisko4en ell 200 Olt extra.

Van Hearn, t. a. p. DI. HI. 1.4z. 0.

12S

moest deze uitgemergelde landstreek, behalve de (Tomei-nen, beden en geestelijke goederen, 508,000 geld.opbrengen, slechts 82.000 gld. minder dan Holland, demachtigste en welvarendste provincie des lands, entwee i Brie ton meer dan de overige gewesten. In

1665 werd van Stad en Meierij, door oorlogslast enschuld zoo zwaar gedrukt, 575.566 gevorderd, d. i.vijfmaal meer dan onder Spanje. De tol was bij hetovergaan der stad verpacht voor 150 gld., later voor1700 gld., in 1665 was de pachtsom tot 22.000 gld.geklommen, en wel omdat de bewoners geleigeldmoesten betalen voor gewassen en levensmiddelen, diezij van stad tot stad, zelfs van dorp tot dorp ver-voerden. Ook de verpondingen bewijzen, dat de Aleierijin alle soeticheit elide goedertierenheyt getracteert"

werd. Te Oirschot, cone done streek, betaalde men6 gld. 7 st. den morgen, to Nijmegen 1 gld. 15 st.,to Alphen bij Leiden, eon vruchtbare grond, 2 gld. 16 st.,terwijl to Amstelveen, onder de poorten der hoofdstad,.slechts 3 gld. 6 st. gevorderd werd. De listen warenzoo verzwaard, dat het dorp Bergeik de helft, en Gesteltwee derden der inkomsten aan verponding in 's landssehatkist storten moesten 1).

Keen wonder, dat de komst van den katholiekenKoning van Frankrijk in 1672 als het work der Voor-zienigheid beschouwd werd

i ) -van Hearn. t. a. p. D1. III, Hz. 114, 11(i, 140.

2 ) Men leze de 1)elangrijke artikelen van J. C. A. Ilezennaan. ,:, DP 'FPI).–

troy(1 lily eon Staals-Braiwnt. Onze Irrollter. .Irg. 1S`51. Hz. 19!.).

V.

Van den inval der Franschen tot de opheffing derPre dikhe eren-staties.

1672-1770.

aren de katholieke geestelijken in de eerste jaren na de inneming van Den Bosch genoodzaakt

voortdurend van schuilplaats te veranderen, om deaandacht der bittere Calvinisten to ontgaan en elkenopzienbarenden toeloop des yolks te vermijden, in laterejaren konden zij zich met oogluiking des magistraatseen vast •verblijf uitkiezen, mits de burgerwoning nit-

wendig zich in niets van andere huizen onderscheiddeen liefst in een afgelegen of weinig bezochte straat lag.Doze vrijheid, al was zij geheel afhankelijk van dewillekeur der overheden en lijnrecht in strijd met deletter der wet, kreeg zelfs den schijn van recht tegenhet jaar 1670, toen Tremoille gouverneur was der staden in het stedelijk bestuur Protestanten optraden, dieeen afkeer hadden van bet onderdrukken hunner mede-burgers om des geloofs wille. Zoo hevonden zich tegenhet einde der 17 de eeuw te 's-Hertogenbosch elf' bede-huizen, waarvan vier bediend werden door Jesuleten,

9

130

drie door Predikheeren, twee door Minderbroeders, eendoor Capucijnen en een door een seculieren priester.Het kan verwondering wekken, dat in de dagen derverdrukking de seculiere geestehjkheid in Den Boschbijna niet vertegenwoordigd was, doch de kanunnikenen de pastoors, waaronder velen den geloovigen ter-sluiks een tijdlang hadden bijgestaan, waren gestorven,en het aanvThilen hunner gelederen schenen grootemoeilijkheden in den weg to staan.

Mans zij de opkomst, bloei en ondergang der Predik-heereu-staties, volgens a,uthentieke bescheiden, verhaald.

HET BEDEHUIS AAN HET EI INTHAMEREINDE.

De parochie van Sint-Jacob was na de Reductie -vanhare kerk beroofd, doch de kanunnik Everardus vanllavesteyn droeg in het geheim zorg voor de verstrooideschapen. Hij narn de pastoreele bediening wear en aan-vaardde dankbaar de hulp, die de achtergeblevenreligieusen hem bij het vervullen zijner verplichtingenaanboden. Waarschijnlijk wegens ouderdom of ziekte —hij overleed in 1642 — droeg hij in 1641 de bedieningder parochie op aan Joanues van der iMeulen, rectorop den Windmolenberg. In vereeniging met dezen waar-digen priester gingen de paters, en met name dePredikheeren, voort de geloovigen to bezoeken, deH. Mis in hunne huizen op to dragen. Doopen, trouwenen andere pastoreele bedieningen bleven echter denherder voorbehouden. Zoo staat P. Leonardus JanssenBoy reeds in 1630 in het doopregister van Sint-Jacobvermeld ; P. Joa.nnes Davidts treedt in 1611 als getuigeop bij een huwelijk en dient in Januari 1644 hetDoopsel toe, maar met uitdrukkelijke machtiging des

131

pastoors -- ad hoc authoritatent habenteot a pastore

ordinario In den loop van datzelfde jaar legde Vander Aleulen zijn ambt neder, dat nu do or den vicaris-generaal Henricus van den Leemputte aan den PreekheerLeonardus Janssen Boy werd toevertro uwd. P. L. Jans-sen Boy, uit Zierikzee geboortig, was een der viergebroeders, die het kleed van den H. D ominicus hebbenaangenomen en door hunne geleerdheid en hun apostoli-schen arbeid geeerd. Het zwerven zat de zen Zeeuwen alsin 't bloed. Nicolaas en Dominicus Janssen Boy trokkenin 1623 als missionarissen naar Denemarken, de eennaar Frederiksstad, de ander naar Hamburg ; Corneliuswerkte, na te Bologne gestudeerd te hebben, in Neder-Saksen, terwijl Leonardus de zee overstak om in Spanjezijne studiên te voltooien. Hoe zijne drie broeders inde Missie wider de Lutheranen hebben gestreden voorhet aloude geloof, hoe zij door polemische en ascetischegeschriften hunne talenten aan het heil der geloovigen-hebben dienstbaar gemaakt, dit gedoogt ons bestekniet te melden. Genoeg, P. Leonardus volgde het spoorzijner broeders.

Na de inneming van Den Bosch, waar hij den JaenAlaart 161S het orcl eskleed ontvangen had, bled hijin burgerkleeding werkzaam en getroostte zich in diebange dagen allerlei opoffering. Buiten het kloosterlevende, was hij Loch met hart en ziel aan zijne Ordegehecht en volgde in den geest de zwaar beproefdecommuniteit in hare ballingschap. Op het voorbeeldzijner broeders gebruikte hij den weinigen tijd, die zijnewerkzaamheclen hem gunden, tot studie en schreef o. a.

tro;Arlmcl,. (Icr oto

132

tot stichting der geloovigen : GeestelUke yezangen ter eery

van de Heiligen der Fred ikheeren-orde. — AntwerpenJ. Cnobbaert 1635 in 12' en vertaalde het VitaeS. S. Bel yarant Ord. Priced. van P. Choquet 1).

Of P. Jansen Boy, ondanks den druk der plakkaten,er in geslaagd is een kerkhuis te stichten aan hetHinthamereinde in de nabijheid der voormalige paro-chiekerk, dan wel, of de Bosschenaars dit bedehuis aaneen zijner opvolgers hebben te danken, is mij Met ge-bleken; zooveel is echter zeker, dat hij als deservitorden parochianen van Sint-Jacob met zorg en toewijdingin de moeielijkste tijden heeft ter zijde gestaan, totdatGod hem opriep den 2 1 st" Februari 1 663.

Tot opvolger benoemde de vicaris-capitulaar JudocusHoubraken den Predikheer Mathias van Susteren, diereeds lang in de Sint-Jacobsparochie was werkzaamgeweest, volkomen tUd en omstaudigheden kende enals oud ingezetene geen bezwaar van de stadsregentenvreesde 2 ). Toch is het zeer good mogelijk, dat zijnkerkje het ontgelden moest, toen de stadsregeering, omde gunst der Staten te winnen, in 1671 op eene boetevan f 300 verbood een huis in de Hinthamerstraat teverbonwen, then de predikanten een verzoekschrift in-dienden „dat het stoute en van dag tot dag opsteigende„Pausdom mochte ingebonden worden, de in aanbouw„zijnde kerken mochten afgesmeten ofte gesloten wor-,den : te moor, omdat men dagelijks verneemt, dat

1) dit laatste werk voegde hij o. a. aanteekeningen onatrent hetBossehe klooster. Waar sonatijds nog een exemplaar van (lit bock, dat teAntwerpen bij Willem Lesteens in 1641 bet licht zag, schuilt. is mij onbekend.

2) Volgens Schutjes t. a. p. hlz. 328. was P. van Susteren reeds in 1643als deservitor werkzaam; volgens het doopboek van Sint-Jacob ontving hijeerst 1663 de deservatuur.

133

de „afgodische dienst daar overvloediglijk gepleegdwordt" 1).

Hoe het kerkhuis was ingericht? of het vele geloo-vigen kon bevatten en uitmuntte door sierlijkheid ?Niemand kan het ons zeggen ; de gegevens ontbreken ;de deur blijft hardnekkig gesloten. Des te vrijer kunnenwij een kijkje nemen in het missie- of pastoorshuis.Treden wij het voorhuis binnen. Burgerlijke eenvoudkenmerkt de vijf zwarte Spaansche zetels en de tweebiezen stoelen, die langs den muur de bezoekers wach-ten, maar het houten crucifix, de schilderij van Sint-Steven met een aloud epitaphium, de zeven paneeltjesmet vrome voorstellingen, die de wanden sieren, pre-diken bovendien luide, dat de bewoner des huizes de„paepsche religie" meer dan gewoon is toegedaan. Doorhet voorhuis koinen wij in de keuken, een vrij sombervertrek, want al het licht ontvangt zij nit het voorhuisdoor twee vensters met sergie-gordijntjes behangen, omden inkijk van nieuwsgierige gasten te verhinderen.Stelt men belang in keukengerief, men ziet hier koperen„lanternen", „candelaers", „snutters", „schuyinspanen",enz., tinnen schotels, „telloren", „lampet", „serpeteyn-potten", benevens een schouw met toebehooren, o. a.een .,horlogie daer de spit mede draijt." Meer aandachtverdient echter het vertrek, dat achter de keuken ge-legen is, door de huisgenooten eenvoudig de grootebenedenkamer genoemd wordt, maar tegenwoordig zekermet den weidschen naam van zaal zou bestempeld zijn.Een groote koperen kroon hangt van den zolder enblinkt bij het vrienclelijk licht, dat uit den hof naar

') J. C. A. Hezenmans. lets nit 167;2. Onze Wachter. 1883. biz. 187.

131

binnen schijnt. Daar zien wij aan den wand de scud-derijen der vier Evangelisten, eene kruisiging, eeneMaria Magdalena, de Drie-Koningen, Sint-Jan's Ont-hoofding, doch de eereplaats tegenover de schouw neemteen fraai kastjen in, een „reliquaire", met kostbarerelieken. Een uittrektafel, zes roode leunstoelen, vierzwarte vergulde stoelen, waarschijnlijk ook voor de kerkdienende, maken met eene groote linnenkast, waaropdrie bloemvazen prijken, het smaakvol meublement derpastoreele kamer uit. Wat voorraad lijnwaad en pellenin de laden ligt opgetast, moge men gissen, wij ladende kastdeur gesloten, om na vluchtig een blik geworpente hebben in het „camerken daer de maerte slaept,"en in de zomerkeuken, de trap op te klimmen, dienaar de tweede verdieping voert. Allereerst komen wijhier aan de voorzijde in eene ruime kamer. De vier-kante houten tafel, met een „slecht" kleed bedekt,steekt wel wat of bij de vele schilderstukken, die rondomonze aandacht trekkers. Daar hangt eon schilderij derMater Dolorosa, der H. Familie, een Christusbeeld envervolgens eene reeks van dertien afbeeldingen derHeiligen van Sint-Dominicus' orde, wel een bewijs, datwij ons in eene Predikheeren-statie bevinden. Een spie-gel met vergulden een koperen wijwatersvat ende blauwe gordijnen in den hock wijzen aan, dathier een slaapvertrek is, misschien volgens sommigeropmerking wat weelderig gestoffeerd; doch voegen wijer bij, het is ten gerieve der gasten. Wilt ge het„camerken vanden Pater" zien? dat is daarneven, eencelletje, zoo ge verkiest, met „dry cleyne schildereykens,„een cleyn spiegelken, een cleyn vierkantich tafelken,„een koperen wywaetervat, een hangende horologie

135

„en een koets met dry sargie blouwe gordeynen."Voorzeker Been weelde. En nu het „camerken" uit-tredende komen wij in het voornaamste vertrek deshuizes : de boekerij en studeerkamer des paters. Daarstaan ze lange rijen, de perkamenten kwartijnen enfolianten, de werken der Kerkvaders, der scholastieken,der apologeten, de schat door P. Janssen Boy en zijneeerste medearbeiders verzameld en hier voor hunneopvolgende broeders nagelaten. Daar is de wapenkamer,waar zij zich ten kamp uitrusten tegen de overmoedigepredikanten, die door woord en schrift het Paus-dom aanvallen en door allerlei leugens belasteren ; debeduimelde boeken en handschriften kunnen het ge-tuigen.

Maar dit heiligdom der wetenschap bergt nog andereschatten ; daar worden de zilveren sieraden, de H.H.vaten der kerk wel verzekerd weggesloten : zilverenlampen, kandelaars, kronen, remonstransen, ja soms dekostbaarste sehat, dien de Katholiek bezit, de H. Eu-charistie. Na het beschouwen dier vele sieraden doorgeloof en liefde hier saamgebracht, wijst men wellichtvragend naar een zwarten koffer, nieuwsgierig welkeen schat daarin mag verscholen zijn. Een schat bevathij inderdaad: „eenen swarten capruyn met een habyt,"het kloostergewaad van den Predikheer. Zoo toondende Bossche Dominicanen, dat al gingen zij op straitin „couleuren laken cleedt met couleuren of Swartkemelsharen mantel," zij in hart en ziel steeds aanhun klooster gehecht bleven.

Ziedaar nauwkeurig den staat geschetst, waarin dePredikheeren-statie aan het Hinthamereind zich beyond,toen P. Van Susteren den 1Ven December 1672 het

136

moede hoofd te ruste legde en door P. Amandus vander WL:erden werd opgevolgd 1).

P. Van der Waerden was in 1667 procurator inMechelen, bestuurde later eenigen tijd het vicariaat teGernert, totdat hij door zijnen Prior naar lien Boschgezonden werd orn P. Van Susteren behulpzaam te zijn.?diet lang mocht hij bier werkzaam zijn, maar Loch langgenoeg om getuige te zijn van een „horribel en onydroord

„attentaat, waardoor de Souvereiniteit der Staten-Gene-„raal en van den staat ten hoogste gekwetst was.”In den vroegen morgen van den tweeden Kerstdag 1(573stormde de Stadhouder op last van den Hoogschoutmet zijne hellebardiers eene aanzienlijke woning binnenin de Hinthamerstraat, waar juist in het geheim de H.Mis gelezen werd. De aanwezigen lieten zich dezeverstoring met welgevallen. Burgers en soldaten spron-gen op en dreven de indringers order label- en stok-slagen naar buiten. Zonder hoed of stok, bloedend aanhet hoofd, uitgejouwd door het toeschietend gepeupelvluchtte de Stadhouder bij een heelmeester in. Zulkeen smaad lamest uitgewischt worden; kort recht zouer geschieden, doch twist tusschen den krijgsraad ende burgerlijke vierschaar, de onrust der tijden en hetgevaar voor onlusten in eene grensvesting noodzaaktende Staten het zwaard in de scheede te steken. On-der deze bedrijven werd P. Van der Waarden in 1674te Mechelen tot prior gekozen. Hij aanvaardde ditambt, werd zielzorger der Dominicanessen bij Brugge,vervolgens wederom prior, bouwde het tweede en derde

1 ) Al deze bijzonderbeelen zijn ontleend )tan het Inrenbitinin Relic/Want

in lotto onwt rin X. . illutthiur run Su:i,teren (pia(' weinoriur) defunrti

13 n7 prix 1672. P. O. P.

137

kloosterpand en stierf te Mechelen den 9 den Juni 1 682.P. Petrus Josephus van den Bossche werd door den

Prior van Mechelen aangewezen om de plaats van P.Van der Waerden in te nemen. Deze religious, den19den Maart 1653 gekleed, was reeds 14 jaren teWoensel en omstreken werkzaam geweest en had zichvooral toegelegd op het volksonderricht. Ook in DenBosch werden zijne zakehjke onderrichtingen door velengretig gevolgd. Overtuigd dat hij in uitgebreider kringnut kon stichten, vooral in een tijd, dat het onderwijsin handen van Protestanten was, en anti-roomschegesehriften de katholieke streken overstroomden, besloot-hij den Roomschen Catechismus uit te geven, opge-helderd en vermeerderd met de aanteekeningen, die hijgedurende een twee-en-twintigjarig apostolaat gemaakthad. Zoo verscheen in 1684 te Antwerpen bij .Rendrikvan Dunwalt : Den catholycken Pedayoye oft Christelycken

Onderwyser in den Catechismus. Het werk behoefdegees „rym-klanck" om zijnen weg te vinden; in minder(Tan vijf jaren was de eerste druk van duizend exem-plaren geheel uitverkocht; de tweede druk volgde teAntwerpen in 1690, de derde in 1699 (?), de vierdein 1716, zelfs in 1770 verscheen nog een druk teTurnhout.

Even groot als de opgang was, die het werk onderde Katholieken maakte, even groot, zoo Met grooter,was de verbittering onder de predikanten over dezepaapsche stoutigheid. Een dringend request tot de Statenwas voldoende, en P. Van den Bossche werd beteekend,dat hij levenslang uit Den Bosch en de Meierj ver-bannen was. De kloeke religious week voor geweld,begaf zich naar zijn klooster te Mechelen, werd daar

18S

prior en diffinitor, voltooide den klooste,rbouw en stierfden 1 9 de" 11aart 1690.

Hoe eervol de verbanning van dezen missionaris voorde Predikheeren ook was, zij gaf aanleiding tot lang-durige moeilijkheden. Niet dat de keuze voor eengeschikten opvolger den oversten zwaar viel, integendeel,P. Joannes van Bilsen was de aangewezen persoon.Gesproten uit eene deftige Bossche familie en derhalvebij de burgers in aanzien, was hij bovendien zoo doorlevenswandel als geleerdheid een waardig re]igieus envolkomen geschikt om met de zielzorg der Sint-Jacobs-parochie te worden belast. Maar de vicaris Bassery wasvan een ander gevoelen ; hij liet P. Van Bilsen in deMissie toe, doch droeg het pastoraat op aa,n den V0017-

treffelijken Capucijn, P. Jacobus van Sint-Truijen, dieachter de Boerenmouw zijne bidplaats had. Wat denvicaris hiertoe bewoog, valt moeilijk te gissen. Schutjesvermoedt, dat hij de verbittering der predikanten opde Dominicanen te !zeer vreesde. Hoe dit zij, voor P.Van Bilsen was het eene ware teleurstelling, de voor-smaak van hetgeen hem te wachten stond. P. Jacobusvan Sint-Truijen, die tevens deken van Den Bosch enhet district Bommel was, nam het pastoraat slechtskorten tijd waar en werd bijgestaan en opgevolgd dooreen seculieren priester Judocus Tibosch. Reeds in 16S7deed deze geestelijke afstand ten behoeve van zijnenbroeder Petrus Tibosch, die kapelaan geweest was inHolland.

Naar aanleiding dezer gebroeders zijn hoewelmet tegenzin, genoodzaakt te gewagen van die ver-derfelijke dwaling, waardoor de Hollandsche Missiejarenlang geteisterd werd, het Jansenismus. Men ver-

139

wachte niet, dat wij dat mysteriuin inijuitatis in hetvoile daglicht zulien stellen, wij bepalen ons tot enkelebijzonderheden. De levieten van het Bossche vicariaatontvingen, gelijk men weet, hunne opleiding te Leuven,dat destijds wegens de woelingen der Jansenisten niette goeder faun bekend stood 1 ). Al molten wij nugelukkig verklaren, dat verreweg de meesten doof warenvoor de stem der verleiding en later bleken voorbeel-dige priesters te zijn, toch hebben enkelen zich nietgeheel aan den verderfelijken invloed kunnen onttrekkenen — wij beweren niet saamgespannen — maargesympathiseerd met de geestverwanten van Quesnel,Van Espen en Van Erkel. Reeds in 1672 maakt Schutjesgewag van verdachte priesters, die zich in de verlatenparochiên der Missie indrongen, en voegt er later bij,dat het den Jansenisten niet aan pogingen heeft ont-broken om ook den apostolischen vicaris Houbraken ophunne zijde te krijgen 2). Met de Jansenisten haddendeze seculieren eenen karaktertrek gemeen: een afkeervan de religieusen, en als gevolg : een streven om dezegeestelijken uit de Missie te waren. Ook in Den Bosch,waar de zielzorg bijna geheel bij de paters berustte,openbaarde zich eenigerwijze de beweging. In 1672was zelfs den predikanten ter oore gekomen, „dat er„onder de gepretendeerde geestelijkheid over de kerk-” huizen eenige twisten en onlusten waren" 3 ). Onderdeze omstandigheden, in 1688, wilt Petrus Tiboschtoestemming te verkrijgen OM in het huis zijner tante,waar de Druif uithing, eene bidplaats te openers. Als

1 ) Aeta Z. G. van Espen, Mechelen 1827.') Schntjes t. p. Dl. II, blz. 138.') J. C. A. Hezenmans, t. a. p. Ouze Wnehter, 1883, blz. 187.

140

pastoor van Sint-Jacob koesterde hij de verwachting,dat de schapen den herder zouden volgen, maar deKatholieken kerkten liever, als vanouds, bij de Predik-heeren, zoodat de pastoor een ander middel beraamde.Steunend op burgerlijk en kerkelijk gezag kwam hijzich vestigen bij P. Van Bilsen en diens kerkhuis alspastoor bedienen, tervvijl de overige diensten: preeken,catechismus, enz. beurtelings door beiden moesten ver-richt worden. Dat zulk een samengaan onmogelijkduurzaam zijn kon, is verklaarbaar. Beide partijenhandhaafdeu hare rechten, totdat P. Van Bilsen, denpastoor, die zich verongelijkt waande, voor den Vicarisdaagde. Zulk eene rechtspraak was den pastoor nietgewenscht ; Tibosch legde zijn ambt neer en keerde inNovember 1690 naar Holland terug.

De broeders en de zwager van Tibosch, vreezendedat het pastoraat met de Predikheeren-missie wedervereenigd zou worden, stelden in stilte met een veer-tiental vrienden een request op, waarin zij ondervalsche voorstellingen aan den Vicaris een seculierenpriester verzochten. Zoodra hadden de parochianen vanSint-Jacob dit niet vernomen, of zij schreven een suppliekter gunste van den Predikheer, onderteekend doormeer dan 150 personen, waaronder de aanzienlijkstender gemeente. Dit miste zijn doel niet. Al zou hem ookworden verweten, dat hij tegen de „wereldsche Cleresy"was, de vicaris Steyaart besliste ten voordeele van dengeordenden priester.

Zoo kon nu P. Van Bilsen in het doopboek blijdeaanteekenen, dat in Augustus 1690 de Missie derPredikheeren en de parochie van Sint-Jacob weer gelijkvoorheen verbonden waren. Met alien ijver nam hij de

141

belangen der parochie ter harde en slaagde erin reedshet volgende jaar, met toestemming der Staten, zijnkerkje een weinig to vergrooten.

Ten gevolge van een open brief, den 13 den April 1691aan den plebaan Van Kessel gericht, werden er in denloop van datzelfde jaar twee brieven in de stall ver-spreid, vol smaadredenen op de religieusen, zooalsalleen uit de giftige pen van eenen Jansenist kunnenvoortkomen. De paters zwegen, maar ,juist dat zwijgenwerd als eene schuldbekentenis aangevoerd in eenderden brief aan den vicaris Steyaert. Nu achtte P. VanBilsen spreken een gebiedenden plieht. Hij schreef terverdediging van alle religieusen een werkje, dat tottitel voert: Den religieusen street verdedight tegens som-mige (ual yekspreeekende l ytn Meese tuden Vooreerstweerlegt hij de lasterljke zendbrieven en bewijst ver-volgens de verhevenheid en het nut van den religieusenstaat in het algemeen en van iedere Orde in het bijzon-der. Het lust ons niet den verdediger op den voet tovolgen, want gelijk hij verklaart: „alles diend niet„geseyd", alleen merken wij op, dat al ,,ontslibbert"hem bij de harde waarheden en verdiende verwijten eenenkel „woordeken", de toon gematigd blijft en niemandpersoonlijk aangevallen wordt.

De plebaan van Sint-Jan, J. van Kessel, kon zichbij het besluit van den apostolisehen Vicaris moeiljk

1 ) Den relit -/ lease)) street verdediyht hymns sononi.ge (pal yelosi»Teckende vandeese tyden, met ow homily') hew ys, hoe dot da Reliyieus en alien tryden, ende

noelt teje nwoord i yh in alle yeiresten des rerelds ende in de Nederlanden ,

roornamentl !irk in de T'e reeni filed e Provintien, seer hebben vervorderd ende

re rbreyd Gods eere ende de sa Ugh e yd van ha ren naesten. Door B. J. P. tot

Leaven, de osi tt, 1692, Met App robat ie.

142

neerleggen, hij wendde zich tot Rome en drong daarop de verwijdering van P. Van Bilsen aan. Zooalsgewoonlijk, ging een onderzoek de rechtspraak vooraf.Inlichtingen werden door de Propaganda bij den Inter-nuntius te Brussel ingewonnen, en daarna verscheen in169S een decreet, dat de bediening der parochie vanSint-Jacob voor goed aan de Predikheeren toewees 1).

In hetzelfde jaar maakte de Onderschout het denpaters geweldig lastig. Op het feest van den H. Qui-rinus, die in hun bedehuis bijzonder vereerd were,kwamen ook van buiten vele geloovigen toegestroomd.Pit was den ambtenaar eene schoone gelegenheid om,gelijk men zegt, zijne bears te spekken. In heilige (?)verontwaardiging over de stoutheid der papers en deovertreding van 's lands wetten, alsof de overtredingder wet destijds feitelijk door den wetgever niet gewet-tigd was, weal de bidkapel gesloten en niet geopend,alvorens „grof en groot" betaald was. Pit voorbeeldwerkte aanstekelijk op den Hoogschout Van Eekeren,die bij de verschijning van een plakkaat in 1699, ge-

Decretum Saerae Congreg. Generalis de Prop. Imbibe sub die 17Junii 1697.

Referente Exiniio et 1-trao Cardinali Pamphilio instantiam Joannis vanKessel Pleb. Eec. Cath. Silvaed. (petentis prima ut in posterum conferatursacerdoti saeculari Parochia S. Jacobi ejusdem civitatis, serinido confirma-tionem deereti provisionalis R. P. D. Basseri ohm Vicarii Apostoliei Silvaed.emanati hoc die 28 febr. 1686, quo inter alia reservatur Parochis Clerisaecularis privative quoad omnes Missionarios regulares benedictio puer-perarum) Sacra Congregatio re mature discussa et auditis partibus, censuitP. P. Dominicanos continuari debere in administratione praefatae ParochiaeS. Jacobi ; benedictionem vero puerperal-run spectare ad parochos, sivesaecul arcs sive regulares.

Datum Romac die ae anno quibus supra.P. Cardli s de Alteriis Praef.

Doopbork r nn Sint-J(1( . 01i. C. A. Fehronius, Secret.

14:1

lastende verdrijving van alle geordende priesters nit

Kempenland en PeeBand, dit ook wilde toepassen opDen Bosch en geheel de Meierij. Door tusschenkomstvan den Portugeeschen gezant Pacieco, en waarschijn-lijk ook door „grof en groot", weal de Hoogselioutvan zijn voornemen teruggebracht en het plakkaat bijzijne voorgangers geregistreerd.

Een zware slag trof het vicariaat den 17 den April1701 door den vroegtijdigen dood van den vicarisSteyaert, een man, wiens geleerdheid zijn vijanden ont-zag inboezemde en op wiens trouw de H. Stoel veiligzich verlaten kon. Te midden der Jansenistische woe-lingen stood hij onwrikbaar pal, ontmaskerde en bestreedde listig verholen dwalingen ; en zoo het Bossche vica-riaat voor de hesmetting bewaard bleef, clan dankt hetdit geluk vooral den kerkvoogd, die onverbiddelijk optradtegen de ketterij en al wat daarmede heulde, en daaromterecht de geese! der Jansenisten genoemd wordt. Zijnheengaan werd door de regulieren, die op zijn recht-vaardigheidszin konden rekenen, diep betreurd, dochzijn opvolger de vicaris Govaerts, trachtte zooveel mo-gelijk de voetstappen van zijnen grooten voorganger tedrukken. Hij bekrachtigde den 4den Februari 1704 dekeuze, waardoor P. Van Bilsen met algemeene stemmentot deken van 's-Hertogenbosch en het district Orthengekozen was. De moeilijkheden aan de dekenale waar-digheid destijds verbonden, waren Met gering te schat-ten; spoedig zou hij dit ondervinden.

In een winternacht van het jaar 1704 drongen deSellout met zijne trawanten het kerkhuis binnen aanhet Hinthamereind om den Deken gevangen te nemen;de vogel was echter gevlogen, de priester had zich bij

114

de burgers verscholen. Doch waartoe dit geweld? Watmisdrijf was er gepleegd ? Te Helmond was in 1700een meisje, de dochter van den protestantschen notarisAelberts, het ouderlijke huis ontvlucht en te Mechelenkatholiek geworden. De ouders eischten hare terug-komst ; en then zij hieraan Been gevolg gaf, riepen zijde hulp in der Staten, die besloten, deze bekeering opde Katholieken in de Meierij te verhalen en dezenzoolang te verdrukken tot de wederspannige zou zijnteruggekeerd. De pastoor van Helmond werd in 1701gegijzeld en zijne kerkschuur gesloten, doch SophiaAelberts hleef nit ; de Schout trok met zijne ruitersnaar Helmond, lichtte daar in 1.704 den PredikheerJ. B. Denys, termijnpater van Peelland, en in 1706den deservitor P. Jansen op, voerden ze naar DenBosch en sloot beiden op de gevangenpoort, doch debekeerlinge verscheen niet ; den apostolischen Vicaris,alien Landsdekens, alien geordenden priesters, werd in1705 de uitoefening van hun ambt op eene hoete van3000 gld. ontzegd, maar zij weigerde te komen. Hetwas voor de Katholieken om wanhopig te worden. Zijdrongen met den Vicaris bij de Staten op onderzoekaan, verzochten te Brussel het meisje wader vrijgeleidenit te leveren, beloofden haar vergoeding van alle on-kosten en een waarborg van 1000 patacons, maar dehalsstarrige, het gevaar voorziende, was heimelijk naarFrankrijk geweken. Intusschen gingen de Staten, doorde gegriefde ouders en de verbitterde predikanten aan-gezet, met hunne dwangmaatregelen voort. De plebaanVan Kessel werd gegrepen, maar na eene week gijzelingontslagen. De Predikheer Petrus Kerckhoven, missionariste 's-Hertogenbosch, gaf zich, om den Staten voldoening

145

te sehenken, vrijwillig gevangen, vertrouwende dat hij,zooals men verzekerde, binnen acht dagen zou wordenlosgelaten, maar negen maanden bled hij gekerkerd enwerd toen levenslang verbannen. Eindelijk kwani detijding dat Sophia Aelberts in Januari 170S te Thouarsin Frankrijk was overleden. Zoo lichtvaardig de Statenechter waren oil alle vertelsels van de befaamde eeh-telieden Aelberts voor waarheid aan te nemen, zooongeloovig waren. zij Olin het afsterven der dochter teerkennen. Twee voile jaren verliepen, eer zij van dewaarheid haars doods overtuigd waren ; en eerst toenbesloten zij de boeien der priesters te slaken; witsvooraf nog een sommetje van 7600 gld. betaald werdvoor schadeloosstelling en onkosten 1 ). Pater De Nyskeerde na zesjarige gevangenschap naar zijn kloosterte Mechelen weder, alwaar hij den 16 d" April 1728overleed.

Tijdens deze vervolging, waarvan de religieusenvooral het slachtoffer waren, namen de seculieren dendienst waar in de bedehuizen der paters; zoodra wasechter het plakkaat, alias interdict, niet ingetrokken,of de regulieren wilden hunne function hervatten, het-geen evenwel door de seculieren niet goedschiks werdtoegestaan. Deze laatsten vonden steun bij den vicarisGovaerts On riepen wat zeer bevreemdt — de pulpin van de Hoogmogende Staten. Treuri o. is het voorze-b isker, wanneer in kerkelijke geschillen door katholiekepriesters een scheidsrechter wordt ingeroepen, die het

Zie over deze zaak : ro/k8abir. v. .,17(q/. Bath. 1886. blz. 96. Schutjes.

t. p. DI. biz. 148, 149. Dl. IV. biz. 127.Uit het verhaal, dat one meegedeeld wordt door Dr. AV. P. C. Knuttel.

toc,f find (lei Ned. . to' n tijn-1 e (veld'? i DI. biz. 75, eon menniet vennoeden, dat doze bernehte zaak zoo treurig een nasleep gehad heeft.

10

714(3

katholieke geloof vijandig is, maar door de herhaaldepraktijk der Jansenisten in de Hollandsche Missie schijntmen het afkeurenswaardige van zulk eene handelwijzeminder ingezien te hebben. Wat er van zij, den well

April 1711 dienden Thomas Verhoffstadt, pastoor vanVechel en deken van Osch 1 ) en Aegidius Vervoort,pastoor van Heeze bij Leendt, als afgevaardigden derseculiere geestelijkheid van Den Bosch en de Meierij,een verzoekschrift in om het getal der bedehuizen vande regulieren in Den Bosch te verminderen tot vier,een voor de Dominicanen, een voor de Minderbroeders,een voor de Capucijnen, een voor de Jesnieten, en deoverige vier, waaruit de kloosterlingen tijdelijk verdrevenwaren, aan de seculieren over te dragen De Statenverklaarden hierover met de Bossche regeering to zullenonderhandelen. In hoever dit verzoekschrift — het staatniet alleen van invloed is geweest op latere Staats-besluiten, die vooral den regulieren noodlottig waren,is moeilijk na te gaan, maar is bet wonder, wanneerscans achter de plakkaten het spook der Jansenistenwerd gezocht, wanneer het y olk monmelde van staats-priesters? • In Juli 1713 mochten tot groote vreugdeder Bossche burgerjj de reguliere missionarissen weerin bediening treden, behalve de Jesuleten, zij warendoor Rome's vijanden het meest gevreesd en bijgevolgbet meest gehaat.

De jaren, die deken Van Bilsen als 't ware in ge-dwongen ambteloosheid doorbracht, kwamen hem goedte stade om de eer der Thomistische school vrij topleiten van de beschuldiging, die hier en daar ook

Zie over diens Janseni,tische syropathiei;n: G. v. d. Eisen. t. P .117.2 ) Do4 .1)botk, ran. Si itt-I ficub.

147

onder de leeken verspreid was, dat zij in de leer dergenade met de Jansenisten samenging, Voor den ijve-rigen Dominicaan, die zich van harte verheugde, datgeen zijner medebroeders in den lande het loffelijk ge-tuigschrift voor Codde onderteekend had, die de sekta-rissen met hunne vermeende vroomheid, sluwe kuiperijen geveinsde onderdanigheid zoo diep mogelijk veraf-schuwde, die tegen de zoogenaainde Leuvensche opinionmet woord en daad ijverde en de burgers van DenBosch voor alles, wat naar Jansenismus zweemde, steedszorgzaam behoedde, was de aantijging pijnlijk beleedi-gend, dat de leerlingen van den H. Thomas, den guldenmond der Waarheid, eene leer zouden huldigen, diedoor de dwaling hardnekkig werd voorgestaan, maardoor het oppergezag der Kerk plechtig veroordeeldwas. Die 'loon, die smaad het vaandel aangedaan,diende gewroken. Een luid protest, eene volstrektelogenstraffing, eene afdoende wederlegging was gebie-dend, en pater Van Bilsen schreef zijn : Pigedicatorii

Ordinis Fides et Re! igio cintlicata, waarin met krachtvan bewijzen en getuigen do stelling wordt verdedigd:Thomisten zijn geen Jansenisten 1 ). Een zijner ordes-broeders, P. Sebast. Knippenberg, nit Keulen, had dentreurigen mood bedenkingen in to brengen, 110 werdechter door P. Van Bilsen weerlegd en door den H.Stool terechtgewezen. On7 eon nog sprekender bewijste geven van hunne volkomen onderwerping aan hetOpperhoofd der Kerk en alien argwaan otntrent hunnerechtzinnigheid voor goeLl weg te semen, onderteeken-den op hot provinciaal kapittel to Leuven in 1719 alle

pi,f0 . 1ieatopii Ordini,t et I?.:11,1io Coloniae Alarchant 1712.

1-1S

afgevaardigde paters, en daaronder ook pater J. vanBilsen, de hulle Ifiliyoribt., en verwierpen en doemdenonder cede de verderfelijke leerstellingen van Quesnel 1).Bijna tiers jaren later, den 3 Vim December 172,5 stieddeken Van Bilsen, jubilarins en praedicator generalis, to

's-Hertogenbosch, waar hij drie-en-veertig jaar gear-beid had ').

Na den flood van dezen glom geachten veteraan brakvoor de Predikheeren een tijd aan van beproeving. Zijhadden zich voorzeker verheugd, dat in 1727 de geleerdePredikheer Franciscus van Ranst door den Pans totapostolisch vicaris was benoemd, maar de aanstellingvond bij seculieren ernstigen tegenstand. Kardinaald'Alsace aartsbisschop van Mechelen, sehreef den 11de"Januari aan den Generaal der Predikheeren, dat de.geestelijkheid van het Bossche vicariaat, noch de Statenvan Holland een regulieren vicaris wilden, en vroegzijne bemiddeling om den Opperherder van besinit todoer veranderen. Het was tevergeefs; de Pans bleef.bij zijn voornemen en P. van Ranst begaf zich vanRome naar Antwerpen, loch stierf bij zijne aankomstden 31 ste" Mei 1727. Wederom word een regulier totvicaris aangesteld en wel de voortreffelijke MinderbroederLudovicus Sanguessa, bisschop van Roermond; maarwederom waren dezelfde partijen werkzaam, met ditgevolg dat gemelde Bisschop van doze henoeming afzag 3).

1) N. van Hassel. 0. P. rum/( gJirolin. be Kotholick% 1880. Dl. IL biz. 70.2) in do ,jaren 1601 tot 1714 zijn er in de Sint-Jaeobskerk gedoopt 2434

kinderen. gemiddeld elk jaar 101; het kleinste getat doopelingen was 73en het gro Aste 120, Over Let gets1 ,jaarlijks mini 4 /, „, teekentVan Bilsen aan. Tat deze kinderen van soldaten waren. — Sehntjes. t. a. p.Dl. S13.

Sanguessa word door de Staten niet oegelaten, q. 7 7(flm i itati7ws J(Hee--

1-1_9

In dien tijd van wrijving — wij willen Been anderwoord gebruiken — aanvaardde P. Jacobus Le Hardyin 1728 het pastoraat van Sint-Jacob. Of dit metbezwaren vergezeld ging, weten wij niet, evenmin ofhij in de uitoefening van zijn ambt bemoeilijkt werd.Reeds den 10 d°" October 1734, het jaar zoo gevreesddoor bijgeloovige Protestanten, overleed hij en werdopgevolgd door zijn assistent P. Thomas van Coersel.

Middelerwiji was er den 19'-le" Juli 1730 door deStaten-Generaal eene resolutie gemaakt, vooreerst totregeling der recognitie-gelden: elk kerkhuis in DenBosch moest jaarhjks aan den Hoogschout 200 gld. enaan den Fiscaal 20 gld. betalen, daarenboven voor eenpriester 50 gld. voor twee 75 gld; hoe onbillijk enonredehjk dit hesluit op zich zelf was, daar de Staatals 't ware eene premie stelde op de overtreding zijnerwetten, maakte het de Katholieken minder afhankeljjkvan de willekeur der inhalige otEcieren. Do ,A1 dezeresolutie bevatte nog andere bepalingen, die noodlottigwaren voor de geordende priesters en waardoor hunnemission ten doode werden opgeschreven. Voortaan zoudenBeene geordende priesters weer worden toegelaten,terwijl zij, die nog aanwezig waren, levenslang kondenblijven, maar een eed van trouw moesten alleggen;aan dit besluit werd met betrekking tot Den Boschlater de bepaling toegevoegd, dat de ties kerkhuizenop vijf moesten gebracht worden. Of de Jansenisten bijde uitvaardiging dezer resolutie hunne handen in onschuld

cmir qt!ib H:te ih n ,,; (f ! . 1 , 0 1 0tilms qiocce,qs

— Trouwi)oek ran Sint-Jacid).

150

konden wasschen, zijn wij zoo vrij to betwijfelen, zekernamen zij werkzaam deel aan de uitvoering 2).

Tengevolge dozer besluiten werden de BosschePredikheeren in 1731 Haar Den Haag ontboden omdaar den eed van trouw aan de Staten af te leggen,een eed, waara.an zulke hatelijke verklaringen verbondenwaren, dat er heel wat tusschen de voornaamste theo-logauten geredetwist is, alvorens men hem in gewetendurfde afleggen. Het voortbestaan der kerkhuizen hingnu af van den levensduur der respectieve geestelijken.De bidplaats in de Krnisstraat werd het eerst metsluiting getrotfen, daar de plebaan Van Kessel juist in1730 overleden was. Met behuip van vermogendevrienden wrist men evenwel de heropeniug te verwerven,maar nu moest daarvoor in plants het kerkhuis achterde Tolbrug, dat P. Doncquers, een ijverig missionarisder Sociaeit van Jesus, bediende, worden gesloten 2).

Den 2 1 st "- Januari 1740 overleed Pater Van Coersel,en nu werd ook de bidplaats van Sint-Jacob gesloten.De Predikheer Hyae. Spijkers belastte zich met de zorgder parochie, maar moest met leede oogen zien, hoeAdrianus van Engelen, seculier priester, tegen sluitingzijner bidplaats in de Verwerstraat, door de Staten in-Tuli 1741 gemachtigd werd om Haar het Hinthamereindover to gaan, het kerkhuis to ontsluiten en de herder-

„Predikanten. synoden, staatslieden en, niet minst de clerezij-mannen„(want ook hier is hun aandeel onlietwi:41)aar zeker) hadden Lroederlijk

„de handers ineengeslagen om nog eens een geduehten aenval op de katho-„lieke Missie to beproeven.' -- J. Do I ;mat, Bipoiricil Bi.(10111

Ift(o*m, [Ii. XX, 1)1z. 2:51.

') Over doze zaak bevat bet Doopboelc pan Sint-Jmml) merkwaavdigeztanteekeningen.

151

lijke zorg over de parochie van Sint-Jacob op zich tenemen.

Sinds dien tijd bleef deze parochie aan de hoede derseculieren toevertrouwd. De hoop van ooit wederombier werkzaam te zijn, verdween voor de Predikheerengeheel door de vijandigheid der Hoogmogende Staten,want al waren de latere vicarissen, Martinus Van Lit-senborch, Andreas Aerts en Antonius Van Alphen denreligieusen nog zoo genegen geweest, zij hidden metden besten wil Been geordende priesters kunnen toela-ten, omdat zij bij de aanvaarding van hun ambt uit-drukkelijk moesten heloven geo?e Asuicten of Monnicken

in de statii5 n te benoemen.Het nederig kerkhuis, getuige van zooveel strijd,

bleef bij de parochianen in gebruik, zoolang de hatelijkeplakkaten met hunne noodelooze plagerijen van krachtwaren ; maar nauw brak de vrijheidszon door of hetword afgebroken en in 1801 door een doelmatiger kerkvervangen. Aan deze viol de eer te beurt eenigen tijdte worden gesloten, wegeus het kloektnoedig verzet vanpastoor Molenmakers tegen de Napoleontische tirannie.Bij de uitbreiding der parochie in 1812 word ook ditheiligdom te klein, zoodat eene nieuwe kerk gebouwdnloest worden, die door de aanhoudende zorgen derijverige pastoors en de milde bijdragen der edelmoedigeparochianen nog heden 's-Hertogenbosch tot sieraad strekt.

HET BEDEITUIS IN DE VUCHTERSTRAAT.

()rider de religieusen, die tegen het verbod der Sta-ten, maar met toestemming hunner geestelijke overheid,na de verovering van Den Bosch, aldaar tot troost

(der cre oovigen vernlomd achterbleven, is de Predikheer

pater Dominiens Stick een der meest bekende enwegens zjnen langdarigen apostolischen arbeid, ook ee nder meest verdienstethke. Up twintigjarigen leeftijd in1622 in de Orde getreden, was hij nog jeugdig priesteren vo moed om gevaren te trotseeren ontberingenter wille van het geloof te verduren, teen de stdingenomen, het klooster geroofd en de hatholieke gods-dienst verboden of, zooals men zeide, afgeschaft werd.Wat hij in de eerste twintig jaren na deze rampengeleden heeft, welke lotgevallen hem wedervoeren bijhet heimelijk lezen der H. Mis en het toedienen der

Saeramenten, heeft hij, tot (me teleurstelling,evemnin als zijn medebroeder P. Janssen Boy te bockgesteld, maar wij kunnen het ons voorstellen, wain-leerwij denken aan den overmoed der veroveraars, dengodsdieristijver der predikanten en den geestelijken floodder talijke bevolking.

Hoelang de to zijner omzwervingen geduurd heat,in. m w. wanneer hij een vast kerkhnis gestieht heeft,weten wij niet, maar bij het bedaren der vervolginghad hij zijne bidkapel in de Vuehterstraat bij de Molen-brug. Hier bediende hij vooral de parochianen vanSint-Cathrien, wier parochiekerk tijdens bet bombarde-ment veel bad geleden, maar later hersteld, ann dehervormden in gebruik was gegeven. Zijne geestelijkehuip was hun onontbeerlijk shads pastoor LeonardusSchindelius, na van alles te zijn beroofd, in 1635 DenBosch verlaten had. Als deservitor decide pater Striek

het herderlijk ambt, vandaar vindt men hem vanJuli 1613 tot 25 Februari 1665 in bet doopregisterY erm d

De toestand der Katholieken werd in dien tijd dra-

153

geljker, vooral door den invloed van eenen uitnemendenedelman, met wien men den naani van P. Strick ver-honden heeft, n.l. Hendrik de la Tremoille, gouverneurvan Den Bosch. Van dezen Franschen veldheer, dieWillem den Zwijger in den bloede hestond en doorzijne dappere krijgsbedrijven zich grooten naam verwor-ven had, liep in 1670 het gerucht, dat hij tot de P.00m-sche Berk Wilde overgaan, tot den godsdieust van diea.rme, vernederde bevolking in Wier midden hij leefde.Het was te dwaas om geloof te verdienen, wekte ver-ontwaardiging en spotlust op en werd door de persgelogenstraft. _Maar ondauks de verwondering, ergernisen tegenspraak bevatte het gerucht waarheid: de grinslegde zijne waardigheid den 25''' t ('" Juli 1670 neder,vertrok naar Frankrijk en zwoer den 3 c1e" Septembervan hetzelfde jaar het (_'alvinisme of 1).

Alsnu besloten de Staten eenen gouverneur te zenden,op wiens rechtzinnigheid men bouwen kon, wiens pa-penhaat een veilig schild was ; zij benoemden den kolo-nel in Staatschen dienst Kirckpatrick. Nauwelijks washij aan het bestuur, of hij nam allerlei maatregelen,getuigende van argwaan en haat tegen de papisten.Het was hem een gruwel, dat monniken, Jesuieten envreemde geestelijken onschadelijk in Den Bosch rond-liepen en paapsche vergaderingen hielden; dat moestverhinderd, desnoods met gewapende vuist. In dit opzet,waardoor hij de perken zijner macht te buiten ging,

1 ) J. C. A. Hezenmans. t. a. p. Daze 11 1(tehter. 1883, blz. 53. — Het aan-

(lee' van P. 8triek in de ljekeering van TrzMioille — zoo hij ten minstehiertoe heeft hijgedragen zal niet groat geweest zijn ; wij verinoedendat de hekeering van vws;ehillende binedverwanten in 0,c:ids hand de aan-

leiding van 's prinsen overgang geweest is. — H. J. Allard. S. J. 17«wliiimrue Nus,,,uu„,lluainul,. ruor Ned. /1",d%,. jrg. 1:495.

I .5 4

werd hij gestijfd door de predikanten, die de gelegen-heid waarnamen om bij de Schepel-,en weer hartroerendelaachten aan to heffen over de vermetele papen. Zij

drongen er op aan, dat „Schepenen geliefden zich,,gevoelig to toonen over de stontigheid van eenen„gepretendeerden Pater Dominions Strick, dewelke niet„alleen (zooveel de Nerlieraad geinformeerd is) in doze„stad verblijft zonder verlof van hen, die naar de order„van het land bevoegd zijn het verlof to verleenen,„maar die ook alle dagen dienst doet en attestation„verleent van trouwen, doopen enz., even alsof hij„pastoor dozer stede ware, ja, die zelfs onlangs een„rekwest aan Schepenen heeft durven presenteeren, met„deze snbscriptie: Dialer Dominicus ,$Vrick"

Het was verregaand; znlk een misdaad mocht nietongestraft blijven. Die „paep" kwam onverholen voorzijn religieusen staat stelde zich aan als pastoor,als herder; waren zij dam niet de herders der stad?Zeker waren zij dit, evenzeer als hunne ambtgenooten,die hij de nadering des vijands naar Den Bosch kwamengevloden en hunne kudde aan haar lot overlieten. Watten gevolge dier aanklacht tegen P. Strick door devroede mannen word hesloten, is onbekend, maar hetzal den eerbiedwaardigen grijsaard zeker binge dagenberokkend hebben.

In dm zxaren arbeid ward P. Strick biipstaan doorzijnen medebroeder P. -Mantles van Horenheeck dezegaf echtar den 25 sten -Tull 16(13 in zijne armen dengeest. Daarna kwam P. ( -_;erardus Svben, die de zorgenen werkzaamheden deelde, totdat de hoogbajaarde die-

') J. C. A. HI ! zenimins. t. p.

Haar des Heeren den 2V e" Mei 1677 ontsliep. Zeven-en-veertig jaar had P. Striek den Katholieken van DenBosch bijgestaan. Sehatten voor den Hemel had hijverzameld, sehatten voor (13 aarde versniaad. Nogbezitten wij den intvoarigen inventaris van zijn sterthuis,het is een inboedel, waarmede Been burgerman genoegenzou nemen

Het ging P. Sy hen aan het hart, dat zijn kerkhuisin de Vuehterstraat zoo klein en nietig was. Gaarnehad hij het vergroot en verfraaid, maar de middelenonthraken, en van de zwaar gedrukte Katholieken nogsneer offers vergen, dit kon hij Met. Hij besloot zich tehouden aan den bekenden levenregel van zninigheidaan vlijt te parer. „Dezen goeden Pater" — aldus P.Van Bilsen in zijn bovengenoemd werkje — „was van.,zin een nieuwe bidtplaets, tot dienst van sijn Gemeynte„te maecken, geljjck alle bet volek n3ch sal getuygen„Tot then eynde heeft hij een somme gelds niet soo„seer vergadert, als uyt sijnen mondt gespaert; want„yder een die hem gekent heeft, weet hoe miserabehjek„dat by buys Komende te Aerven, soo heeft„men by hem gevonden een redelpke somme gelds,„soodaenigh als men daer had afgenomen de onkosten.,van de begraeffenis, en de schulden betaelt, dat er„noch overbleef de somme van seven honderd, en

') Yolgens voorsarift der Orde moesten de sieraden der kerk zoowel alsde menbelen des huizes en al wat den kloosterling tot gebruik strekte, hijversterf aan zijn opvo]ger komen, die van de ontvangst een oflicieele ve r

-kiaring overleverde. Pit was een der redenen, waarom de geloovigen aande statics dee regnlieren de voorkeur gaven; bij de seculieren althanste 's-Her togenbosch — kwamen buisraml en kerksieraden a an de erfg,enamen,zoodat de opvolger ten taste der gemeente van alle y moest voorzienworden.

156

„oratrent vijft ;.gh guldens." Ziedaar de som, die P.Sy-ben na bij de twaalf jaren in de Missie te hebbengearbeid door „spaeren en menageren" zijnen opvolgervoor het bedehuis achterliet. Hij overleed den 21stenMei 16S9.

P. Petrus van Kerckhoven had de voldoening bijzijne komst in 1659 het kerkhuis to kunnen verfraaien,waarschijnlijk zal toen de „seholstoel dienende totpreekstoel" door een passend gestoelte vervangen zijn.Bijzonder hekend werd P. van 1erckhoven door zijnegevangenselrap wegens de geruchtmakende zaak vanSophia Aelberts. Hij haalde zich eene levenslange'verbauning op den hall, maar week naar Dreumel, waar hij rinds1706 ijverig de Paroehiale bediening waarnam. Deze ge-meente telde destijds 340 a 350 communieanten en zes ofAlt protestantsehe huisgezinnen. Hier bleef de Predik-heer werkzaam, totdat zijne krachten waren gesloopt. Na31jarigen arbeid keerde hij in 1720 naar ziju klooster teMechelen terug en overleed daar den 3 1. ten December 1.721.

Bij de verbanning van P. van Nerkhoveu en hetinterdict, waaronder de religieusen namens de Statenrustten, besloot de prior van Mechelen, P. Norbertusvan Bilsen, broeder van P. Joannes van Bilsen, voor-eerst Been opvolger to zenden; zelfs was er een oogen-blik sprake van het kerkhuis te verkoopen. De stormdreef evenwel over, en nu zond hij in 1706 P. Petrus,Tosephus de Neve, een jeugdigen, veelbelovenden priester,(lie in 1703 zijne eerste H. Mis had opgedragen. Dezekeuze mishaagde aan de oudste paters des kloosters,omdat zij liever een man van rijperen leeftijd en nicerondervinding in de Hertogstad geplaatst zagen. On hunvertoog riep de Provinciaal hem na een halfjarig verblijf

157

(his terug, doch nu waren de Bossehenaars, wier hastenhij gewonnen had, ontstemd en \\ridden van zijnenplaatsvervanger P. Reginaldus van Lier niets weten.Om het versehil hij te leggen kwam in 1707 P. Caesarius•van Houten, niaar nog waren eenigen niet tevreden,zij eischten P. De Neve, zoodat de overheid, om allemoeilijkheden in lien zoo hachelijken tijd te voorkomen,ten laatste bewilligde en in 1708 hem voor goed aanstelde.I)eze religieus beantwoorlde volkomen aan de verwach-ting, die zijn Prior van hem koesterde. Zijne rijke gavenen talenten kwamen in den loop des apostolisehenarbeids tot voile ontwikkeling en verwierven hem devereering en liefde der geloovigen, de algemeene achtingder geestelijkheid. Hij werd tot dekeu van Den Boschgekozeu, en toen na 39 jaren de zielzorg van velengedragen te hebben, den 4'1 '.'n Atli 1745 de eeuwigerust inging, was de rouw de' burgerij algemeen envergezelde de protestantsehe magistraat zijn stoffelijkhulsel ter laatste rustplaats 1).

P. Petrus van der Vliert, Bosschenaar gelijk zijnvoorganger, volgde hem op ondanks het plakkaat van1. 730 tegen de religieusen uitgevaardigd. In hetzelfdejaar 1745 had er in do stall een ongeval plants, waarvan(le Predikheeren de gevolgen zouden ondervinden. Het

') Ciu~iron. Conrenhis JI rb1in. 4 Julii 1745 -1 Sylvaedueis R. adm. acAmplissimus pater Petrus Josephus de Neve, Miss. 39 annis cc Decanus,8enior eonventus nostri, vir omnibus dotibus ac talentis ornatissimus,lugentibue omnibus civibus non solum eatholieis sed etiam haeretieis innet magistrate, rlui eum persecutus fuerat, qui se exequils ejus associaverunt.P. A. — flit dit berieht Zen men moeten besluiten, dat de protestant-sche Liosehe Sehepenen met de vervolging der katholieke medeburgersniet van haste instemden, maar alleen van hoogerhand g ,:lvvongen, daartoeoverg4ng44n.

15S

hedehuis, dat in de Kruisstraat als parochiekerk vanSint-Jan en Sint-Cathrien door de seculieren bediendwerd, stortte in en nu kwam Barth. Smulders als kapelaanzijn intrek nemen bij P. van der Vliert, terwijl depastoor van Sint-Jan, Lambertus Hoes, die tevenspastoor was van Sint-Cathrien, zich in de geslotenbidplaats der Jesuieten achter de Tolbrug vestigde.Vele jaren werkten beiden aan het heil der zielen,toen de Pastoor van Sint-Jan door den Pans in 1756tot apostolisch vicaris benoeind werd. Hoe voortreffelijkdeze priester ook was, hij kon de aanstelling der Statenniet verkrijgen, omiat de Drossaard van Den Bosch,ontevreden wijl men hem Seen geld had toegestopt, debenoeming bemoeilijkte. Alle uitoefening der jurisdictiewerd hem verboden. Zoo bleef het vicariaat feitelijkzonder vicaris, maar misten ook de parochien vanSint-Jan en Sint-Cathrien haren pastoor. Weldra stondenzij hierin niet alleen. In 1763 waren er door de hals-starrigheid der Staten en de knevelarij des Drossiiards57 kerken verstok€,, n van pastoors of kapelaan,. De gees=telijkheicl was radeloos; niemand mocht den verweesdenparochien ter hulp snellen. Eindelijk stemde Rome toein de benoeming van den candidaat der Staten, AndreasAerts, een overigens achtenswaardigen priestee 1 ). Denieuwe kerkvoogd benoemde P. van der Vliert in 1763tot deken van 's-Hertogenbosch, zijn huisgenoot Barth.Smulders tot pastoor van Sint-Cathrien; zoo was hijdus deken en kapelaan of deservitor tevens. Nog eenigejaren was de kloosterling werkzaam, toen hij omstreeks

1) Dat de H. Stoei, na., de ondervInding in de Hollandsehe Missie opge-daan, huiverde eenen eandidaat uit de banden der Staten aan to newen,zal wel niemand verwonderen.

159

1767 in hoogen, zegenrijken ouderdom overleed. DePredikheeren bleven van de opvolging uitgesloten; depastoor kreeg een seculieren priester tot kapelaan.

Aldus ging ook dit kerkhuis voor de Orde verloren,niet omdat de Predikheeren gelOk Schutjes pleegt tezeggen de statie verlieten, maar omdat zij nietwerden toegelaten.

In het bedehuis in de Vuchterstraat kerkten deparochianen van Sint-Cathrien tot het jaar 1S 11, toenzij Haar de eeuwenoude parochiekerk terugkeerden. Dekapel werd afgehroken en het terrein als hof bij depastorie gevoegd.

HET REDEHUIS IN DE KEKKSTRAAT.

In de nabijheid der Sint-Anna-kapel -- ter plaatstewaar zich nu de kerk der hervormden bevindt — bouw-den de Predikheeren tegen de helft der 16" eeuw eenclerde bedehuis. Wanneer wij spreken van bouwen, Clanbedoelen wij slechts, dat een partieulier huis door hetwegbreken der vloeren en het aanbrengen van dak-lichten in een kerkhuis veranderd werd. LTitwendig tochkon en mocht men niets bespeuren, wat de bestemmingder woning zou verraden. De eerste missionaris, lien wijhies ontmoeten, misschien had hij ook voorgangers, ispater Anthonius van der Hevden, of, zooals hijzelf zichteekent, Verheyden.

Vijf-en-twintig jaren oud, was hij in 1624 in DenBosch in de Orde getreden en maakte, na de uitdrijvingder kloosterlingen in 1629, de omzwervingen met zijneoversten merle. Zoo trelfen wij hem aan te Stratumin 1634. Omstreeks het jaar 1640 schijnt hij op lastzijner oversten zich in Den Bosch gevestigd to hebben.

160

Irmoede en gebrek was hier zijn deel, maar bet waszijne vreugde te lijden, wits de burgerij aan het voor-vaderlijk geloof gehecht bleef en de jeugd de voetstap-pen der ouderen volgde. Met alle toewijding was hijbier werkzaam, totdat hij den 5 dc" Juni 1672 vooraltijd de oogen sloot.

Zijn opvolger P. Ainbrosius van Echten, kon bij zijnekomst niet beweren, dat er weelde heerschte in betmissie-huis; alles verried armoede. het schijnt zelfs, datde stookplaats ontbrak en elders men ter waardschapgaan moest Slechts korten tijd vervulde hij zijnepriesterlijke bediening, want hij overleed den 29sten

Januari 1674 en werd opgevolgd door P. Petrus Wan-nijn. Ufschoon deze religieus tot zijn flood, den 10(len

Juli 1693, bet kerkhuis bediende, zijn toch geene bij-zonderheden tot ons gekomem Spaarzaam zijn ook degegevens van P. Gerardus Geenen, die in de laatstejaren van P. Wamiijn in Den Bosch arbeidde. Eerstwas hij in bet klooster te Calcar professor in de phi-losophie, vervolgens te Mechelen professor in de theo-

Ale deelen wij bier den inventaris merle:

Minw • iol e r n ( 1 le ye,Tfl /we ft 'kite) . 1(0 Eeloten

Y rrr t pap,. _Inthon i ;Is

In den eersten heat hij geerft ii ten 2 heeft hij 5 Spaensehe stoelen.Witte sehootels.

ten 3 'weft, hij nosh geerft oen Noch 4 coopere eandeloers.rondo tafol, de Neste Bier was.

Noch eon kas mot cen ledicant. Noch eon eoopere lanteerne mettwo eoopere eandelaers.

Noch een pace gorlijnen. Noch eon nienw tafeleleedt.

Noch tenen lessenaer.En ten leston heat hij geerft alien do boeeken met den Erne Ho or 0 van

Anthonius Van der Heijdon.Voort.; }loch alien do ornamenteu met het silverenwerek aengaendo de.

kerck heeft hij ontfangen.P. A. O. P.

161

logie, daarna zeide hij den katheder vaarwel, begaf zichnaar de Missie en oefende vijf-en-twintig jaar het apos-tolisch ambt onder de Bossche Katholieken nit. Hijstierf aldaar op Kerstmis van het jaar 1716.

Den 27 st" Januari 1717 nam de vicaris Govaertsden Predikheer Gerard van Enghen als zendeling aanen verleende hem de noodige volmachten. In 1738ontving deze den Bosschenaar Hyacinthus Spykers, diein 1716 op twintigjarigen leeftijd zijne religieuse gelof-ten had afgelegd, als medehelper in den v6ngaard desHeeren. Zonder, voor zoover wij weten, bijzonder inde uitoefening zijner bediening gehinderd te zijn, washet hem in den avond zijns levens gegeven, het goudenprofessie-feest te vieren. Ms bijzonderheid wordt gemeld,dat hij zich naar zijn klooster te Mechelen begaf endaar den 0 den Juni 1749 een plechtig dankoffer opdroeg,geassisteerd door de oudste en verdienstelijkste patersder provincie. Den 9 den Juni 1755 stierf hij, in delaatste oogenblikken bijgestaan door zijn trouwen mede-broeder P. Spykers, die hem opvolgde.

Met P. Hyacinthus Spykers sluit de rij der ijverigemissionarissen uit Sint-Dominicus' orde, die na de be-dwinging van Den Bosch onder vervolging en ellendede burgers trouw hebben bijgestaan, tegen Calvinistischgeweld en Jansenistische sluwheid in beseherming geno-men. Als lid dier oude garde hield hij den standaardzijner broeders tot den laatsten ademtocht binnen deBossche wallen opgeheven. Bij het klimmen zijner jarenrees er een misverstand tusschen hem en de bedienaarsder twee voormalige Predikheeren-kapellen aan hetHinthamereind en in de Vuchterstraat. In hunne bede-huizen n.l. hadden de Dominicanen krachtens persoon-

11

162

lijke volmachten rozenkransen gewijd, leden in debroederschap opgenomen, deze godsvrucht gepredikt enverbreid, maar de broederschap zelve niet canoniekopgericht. De twee pastoors nu meenden, dat zij iedervoor zich in het wettig bezit der broederschap waren,hetgeen aanleiding tot tegenspraak gaf, zoo order gees-telijken als leeken. P. Spykers voorzag, dat bij zijnaanstaand afsterven de verwarring nog zou toenemen,en vreesde dat altaar tegenover altaar zou staan. Hij

richtte zich daarom in 176 ti tot den Generaal der Ordemet het nederig verzoek in zijne bidkapel in de Kerk-straat de broederschap van den Rozenkrans canoniekte willen oprichten. De hooge kloostervoogd bewilligdein de Bede van den eerbiedwaardigen pater jubilarius.Den li d " n Januari 1770 werden de officiele stukken uitRome verzonden. Of de grijsaard nog het geluk haddeze blijde tijding aan de geloovigen merle te deelen,is onzeker, want hij overleed in hetzelfde jaar, lochde Rozenkransbroedersehap werd opgericht en strektetot kostbaar monument, dat de zonen van den H. Do-minicus aan de burgerij van Den Bosch vermaakten.Al was het hun niet meer gegeven binnen de gastvrijeveste, in wier opkomst, bloei en vernedering zij onaf-scheidelijk hadden gedeeld, voor Gods yolk het broodder Waarheid te breken en het hoogheilig Offer op tedragen, door hunnen Rozenkrans zou 's Hemels genadeover de stad voortdurend nederdalen en hunne gedach-tenis in zegening blijven.

Na den dood van P. Spykers verving Gijsbert deCort, seculier priester, zijne plaats. ()lacier diens rectoraatwerd de bidkapel, die eon uitweg had in de Nerkstraat,de Oude-Gasthuisstraat en de Hinthamerstraat, in 1775

met verlof der Staten twintig voeten vergroot; ookhernieuwde hij in 1779 het missie-huis. Zijn opvolgerJoannes van Cuyk zag in 1811 het nederig heiligdomop last des oppermachtigen Franschen Keizers geslotenen opgeheven, maar nam bij den val des dwingelandsin 1814 als rector bezit der onvergelijkelijk schooneSint-Jan.

De apostolische arbeid der Predikheeren in de Meierijwerd bij het uitbreken des krijgs in 1672 geheel belem-merd. Religieusen en seculiere priesters waren, het iszoo, aan eene groote vervolging ontsnapt — want deStaten schenen in 1671 zich op te maken tot eenealgemeene uitdrijving der ,,papen" — maar moeilijketijden braken aan. Het land, waar het katholieke geloofzoo diep had wortel geschoten, werd tot eene woestenijgedoemd. De vijand mocht bij zijne nadering geenleeftocht hoegenaaind vinden, en daarom klonk hetbarbaarsche bevel, dat alle opgezetenen hun good envee, graven, hooi en stroo naar de vaste steden moes-ten vervoeren en hunne akkers zoo omploegen, vertredenen verwoesten, dat daarop geen korenhaim, geen gras-spier weer groeien kon. Wie binnen vier dagen aandit bevel niet voldeed, had eene ruiterbende te wadi-ten. Gelukkig was deze verordening in haar geheelonuitvoerbaar ; maar zij toont genoeg, hoe men tegenoverBrabant gestemd was. Arbeiders werden geprest, dijkenafgegraven, akkers order water gezet, paarden en veeweggevoerd, levensmiddelen geroofd, niets bleef denrampzaligen landlieden. over. Zoo stonden zij weerloostegenover den vijand ; want de kwartierschouten, offi-eieren, ontvangers, predikanten, schoolmeesters, dat

heerleger van verdrukkers en uitzuigers, waar warenzij gebleven? In overhaaste vlucht had men ze methave en goed kunnen zien snellen langs dijken endammen naar Den Bosch, om zich daar achter dewaken in veiligheid te stellen. De aanrukkende Fran-schen overheerden dra het land en ontzagen de armelandlieden niet. Het was alsof de Spaansche tijd, hetberuchte tijdvak der retorsie, was teruggekeerd : watden Staatschen ontsnapte, viel den vijand in harden.De eenige troost, die in deze benarde tijden het land-yolk overbleef, was de stile hoop, die men elkandertoefluisterde, dat bij den vrede godsdienstvrijheid zouworden bedongen. Die vrede kwam in 167S, loch degodsdienstvrijheid let zich wachten. Hier en daar wasmisschien met oogluiking eene schuurkerk geopend, eennastoor toegelaten, meer niet. Daarbij sloeg tot heves-tiging van dien vrede het Statenkrijgsvolk zijn kwartierop in de Meierij en hield er zoo huffs, dat landzatenniet wisten of zij met vijanden clan wel met bondge-nooten to doen hadden. Tot overmaat van tirannievorderden de Staten dezelfde beden en verpondingenals vroeger, en hieven tienden van oogsten, die zij zelfhadden laten verwoesten 1 ). Moet men zich verwonde-

1 ) J. C. Hezemnans. t. p. Ov e 117rwhter. 1883, biz. 261. — „Door,,den Vrede (1713) en de gevolgen van dien haalde de Aleierije wel eenigen„ademtogt. De Opgezetenen aidaar ble,ven egter in de. uiterste armoede„gedompeld. Het duurde nog eenige .jaren, eer men om herstel daar om-„trent bedagt was. Om van doze armoede eenig denkbeeld te geven, moet„men weeten, dat zederd den Oorlog, die in bet jaar 1689 begon, tot deeze,,Vrede toe, de Meijerje, zo ann Sehattingen ale Legerdiensten omtrent,,zes en zeventig tonnen gouds heat moeten ophrengen. Dit is voor het„grootste gedeelte met opgenomen penningen betaald, wear van de Opge-„zetenen de Renten tegen vier ten honderd betaalen moesten : Bovendien„moesten alle de. 's Lands en Dorps Lasten nog voldaan worden. „ — VanHeurn. t. a. p. Dl. III. hlz. 412.

165

ren als later, op den dag der bevrijding, de forsehe handdes akkermans dreigend naar gaffel en dorschvlegel grijptom dat gehate ray der knevelaars over den Moerdijk teHagen ?

Hoe de geestelijken wader die beproevingen des yolksgedrukt gingen, kan men hevroeden. Zij deelden hetschamele dak en de bete broods, de zorg en het lijdender arme lieden. Meermalen verloor eene parochie harenherder en dreigde ook de geestelijke nood, maar danwaren de religieusen aanwezig om hulp te verleenen.Zonder te gewagen van de Abdijheeren van Heeswijk enPostel, de Minderbroeders van Weert en Megen, zien wij dePredikheeren in Woensel, Orthen, Sint-Oedenrode, Erp,Deursen, Budel, Nuenen, Groot-Linden, Dreumel, Escharende zielzorg op zich nemen en in wijden kring hunnenarbeid uitstrekken. Zoodra de wegen eenigszins vankrijgsvolk gezuiverd waren, trokken zij vermomd uithet Meehelsehe klooster de Meierij binnen om de pastoorster zijde te staan. Twaalf paters togen — zooals denog bestaande termijnlijsten uitwijzen — geregeld togenden Paaschtijd en den Iiersttijd naar verschillende dorpenom daar biecht te hooren, te preeken, de H.H. Sacra-menten toe te dienen 1 ). Al hadden de Staten duizendenguldens als boete gesteld, al werden de paters achter-volgd door den Sellout en zijne dienaars, zij gingentrouw van schuurkerk tot schuurkerk. Eerie officieeleverklaring der Aartspriesters van Osch, Orthen, Helmonden Hilvarenbeek uit het jaar 1708 kan dit bevestigen 2).

Eerlijltheid gebiedt Le bekennen. dat in 1705 kwijtschelding van lestenwerd verleend. — Van Heurn. t. p. Dl. III. blz. 370.

') Zie Bijlage XVIII.Zie Bijlage XIX.

1 6 G

Op hunne tochten droegen zij even wel zorg Den Bosch,waar de Hoogschout loerde, zooveel mogelijk te ont-wijken. Vooral omstreeks 1705, toen de heeren vanden gerechte, als het ware, strooptochten hielden op degeordende priesters. Bezorgd voor zijne onderhoorigenverbood clan ook de Provinciaal in 1705, dat een paterzonder zijn uitdrukkelijk verlof naar de stall zou gaan.

Toen deze door fanatismus opgezweepte storm voorbijwas, en de Katholieken onder godsdienstig en stoffelijkoogpunt wat vrijer konden ademhalen, bleven de Staten-Generaal toch uiterst bezorgd, dat de Hoomsche Berkin de Aleierij zich te krachtig zou ontwikkelen. In 1727besloten zij aan alle ambtenaren in de (_ eneraliteit eenevaste toelage te geven, maar dan te verbieden, dat de

Katholieken voortaan allerlei vrijheden kochten. Nubleek echter welk eene vlucht, als wij het zoo noemenmogen, de knevelarij en afpersing der officieren genomenhad ; men inde 10. eigenlijke recognitie-gelden, dat wilzeggen, vaste jaarlijksche bijdragen, die aan versehillendeambtenaren moesten worden opgebracht ; 20. admissie-gelden, vrij belangrijke sommen, die gestort moestenworden bij de komst van een pastoor of kapelaan ;3o . permissie-gelden, als men een nieuw kerkhuis bouwenof een bouwvallig opknappen wilde; 4o. zoogenaamderemissie-gelden, indien de Roomschen zich aan de eenof andere overtreding der plakkaten hadden sehuldiggemaakt 1 ). Daarbij kwamen de vrij willige (?) giften, dieniet onder Staatstoezicht vielen rolletjes goudgeld,vette kapuinen, kippen, enz. waarmede de vrouw en dekinderen van den Drost op menige plaats door de gui-hartige boeren vereerd werden.

') Dr. W. P. C. Knuttel, t. p. DI. II. hlz. 208 en 294.

167

Om hieraan perk te stellen werd voor de Meierijeen tarief vastgesteld niet aangifte van het bedrag datden Advocaat-fiscaal, den Hoogschout, den Kwartierschouten den Drost van de recognitien toekwam, want iedermoest zijn aandeel hebben. Anibtenaar zijn in Brabanterg Been fortuin waken was ongehoord. -Roe hoog dittarief was; of het op ziehzelve billijk was; of het reke-ning hield met den arinzaligen toestand der bevolking,later wij onbesproken. De Meierij heeft nog wel andereongereehtigheden gezien.

Bitter werden de TiTatholieken gegriefd door hetplakkaat van 1730, dat alien ordesgeestelijken den toe-gang tot de Meierij ontzegde en pastoors en geloovigenvan hunne ijverige hulpprie,sters beroofde. Reeds vroegerwaren soortgelijke plakkaten uitgevaardigd, maar nuwerd het met alle kraeht gehandliaafd. Een Dominicanerbroeder, David van ilobbroeck, werd den 16(le" juin1735 door den Drost van Berlicum gegrepen en gevan-gen gezet. De gevangenis had steviger kunnen zijn: debroeder verbrak de tralies en ontvlood. Door de inhech-tenisneming had hij zich eehter eene ziekte op denhall gehaald, waaraan hij in 1737 stierf. Ook anderereligieusen moesten met zware geldsommen en kerker-straf voor de overtreding der hatelijke plakkaten boeten.Men zou kunnen vragen: viel er voor den Hoogsehouten zijne onderhoorigen niets anders te doen in de MeierijJan te waken tegen het binnendringen der priesters?De bittere' klachten door de dorpelingen over landloopers,voortvinchtige schelmen en movers leeren ons wel anders,maar aan het opsporen en vangen van „papen" warenniet te versmaden geldelijke voordeelen verbonden,want zonder kleerscheuren kwamen dezen er niet af.

Dirt ondervond de Predikheer P. Jacobus van Nerckhof,die in 1700, toen door de willekeur der Staten 35pastoors- en 37 kapeiaansplaatsen in de Meierij onbezetbleven, der verweesde parochie van Hilvarenbeek waster hulp gesneld. Hij werd den 9 den April gegrepen,naar Den Bosch vervoerd en niet losgelaten, voordathij acht dagen in den kerker had doorgebracht en denHoogschout 000 gld. toegeteld had. Waarsehijnlijkhadden aanzienlijke handgiften den ambtenaar zoo goe-dertieren gestemd.

De Meierij werd aldus voor de Predikheeren „alszijnde geordende priesters" ontoegankehjk ; enkele patersverbleven te Gemert, waar het termijnshuis tot wacht-post diende, andere zullen elders langs de grenzen hunnepriesterlijke bediening uitgeoefend hebben, maar demeeste wachtten zeker in het klooster te Mechelenbetere tijden af. Die tijden zoaden niet aanbreken. Hetklooster wad door de Franschen opgeheven, de com-munite,it der paters uiteengedreven. Het was gedaanmet het Bossche klooster, gedaan met bet vruchtbaarapostolaat der Predikheeren in de dorpen van Kempen-land en Peelland, Oisterwijk en Maasland. En tochzouden sporen, onvergankelijke sporen, van hunnenonbezweken ijver blijven getuigen in de vele Rozen-kransbroederschappen, die zij overal en dikwi.jls ten tijdeder hevigste vervolging in huis- en schuurkerk hebbenopgericht.

Tot bewijs volge hier eene reeks, die echter geenszinsvolledig is :1610. 25 Juni. Best. 1039 ...... Heeswijk 1).1621. 10 Jan. biessen, 16-1S ...... Nistelroy.

„Ter instaneie Van Joe:; Moors, alt van Bern."

169

164$. .... Uden. 1760. 21 Dec. Sambeek.1652 . .... Waalwijk. 1765. 12 Jan. Stamproy.1056 . ... Eindhoven. 1765. 17 Mei. Haaren.1663 . .. Venloon. 1772. S Juli. Stratum.1675 . .. Woensel. 1773. 1 Mei. Berlieum.

(hernieuwd)

1676. Aerle bij Beeck. 1773 ...... Vueht.1676 . ... Heesch. 1773 ...... Wamel.

(hernieuwd)

1677. ... Rijthoven. 1773. 20 Nov. Onsenoort.1678. Vucht St. Pieter. 1775. 16 Sept. Oisterwijk.167S .. Oerle. 1776. 16 Nov. Helvoirt...1679 . ... Strijp. 1777. 5 April. Loon.16 S 0. Zeeland bij Ravestein. 1777. 30 Aug. Afferden.1680 ..... Reeek. 1778. 24 Juli. Ewijk.1709. 13 Aug. Dinther. 1787. 2S Nov. Lierop.1728 ...... Escharen. 1785. 13 Febr. Schijndel.1732. 25 Nov. Meursen. 17SS. 1 Mei. Borghaeren.1732. ')S Nov. Gheel. 1791. 13 Mei. Goirle.1732. 28 Nov. Moll. 1794. 2 Juli. Zevenbergen.1734. 2 Jan. Geldrop. 1800. 28 Feb. Kaatsheuvel.1738. 9 Aug. Stiphout. 1801. 25 Maart. Leeuwen.1739. 31 Febr. Orthen. 1801. 29 Aug. Helena-veen.1739. 1 Aug. Huisseling. 1804 Druten.1742. 11 Aug. Walderen. 1801 ..... Maasbommel.1743. 6 Juli. Udenhout. 1805 ...... Horssen.1749. S Febr. Dommelen. 1806. 19 April. Batenburg.1749. 13 Sept. Vlierden. 1807. 20 Mei. Maashees.1754. 4 Dec. Enschot (?).

Het is zeker niet zonder reden, wanneer de Katholie-ken van Noord-Brabant, bij den nienigvuldigen afvalelders in den laude to betreuren, het wonderbaar behoud

170

des geloofs in het bisdom van 's-Hertogenbosch aanhunne vurige vereering van de allerheiligste Moeder-maagd toeschrijven, maar dan zal men ook zonderde verdiensten van seculieren en andere regulieren goringte achten of te miskennen den Predikheerenderen dank weten, dat zij • door het nozenkransgebedde godsvrucht tot de Moeder Gods bij de geloovigenhebben opgewekt, onderhouden en bestendigd. Zij heb-ben met zoovele anderen yank in bitterheid het zaaddes geloofs uitgestrooid, dat thans zulk een rijken oogstte aanschouwen geeft. In vrede zijn zij ten grave ge-daald, maar hunne namen leven in eeuwigheid ook alvraagt de nazaat bij het inzamelen der voile garvenzjne vreugde niet, wiens noeste vlijt den akker heeftbebouwd, wiens hand het zaad heeft uitgeworpen.

AANHANGSEL.

I.

Het Bosse& Predikkee,,en-kloostee te Aleehe 1).

n Meimaand 1651 vestigden zich de ballingen van het Bossche klooster in Mechelen, waarzij het huis kochten van den raadsheer Roelants in denOuden Brul of op het Vlietken. Met goedkeuring vanden Aartsbisschop verrichtten zij daar den H. Dienstmet gesloten deuren, want de officieele toestemmingwas nog niet verkregen. Verschillende personen warennog steeds werkzaam om, zoo niet de komst der paterste verijdelen, clan Loch hunnen geestelijken arbeid toverhinderen. Het mocht evenwel niet baton. De aarts-bisschop Jacob Boonen had eenmaal de Predikheerenonder zijne bescherming genomen; en de voorspraakvan dezen doorluchtigen kerkvoogd overwon alien tegen-stand. In persoon begaf hij zich tot den aartshertogLeopold en wist dezen te bewegen tot de afgifte vaneon koninklijk diploom, waarbij het klooster officieel

Be/.tieon Dom. pag. 301 et .eit; fleyi,:iter van P. Jae. Brouwer.

172

erkend werd. Het belangrijk document met het grootkoninklijk zegel bekrachtigd, was gedagteekend van den2_piten Febr. 1652. Krachtens dezen brief werd hetrefugie-huis tot klooster verbeven, en bijgevolg moestvolgens de privilegiOn der Predikheeren de broederschapvan den H. Rozenkrans van de Sint-Janskerk Haarhunne huiskapel worden overgebracht. De paters 'noes-ten van him kant een accoord treffen met het kapittel,zich verplichten om niet meer dan 24 leden te onder-houden, en den magistraat het verslag van hunne roe-rende en onroerende goederen overleggen.

Den 2 s4en April 1652 werd de deur der bidplaatsgeopend, en onder grooten toeloop des yolks de eersteH. Mis plechtig door den kanunnik der Metropolitaau-kerk Le Roy opgedragen. Vervolgens verklaarde deprovinciaal Van den Heede met machtiging des Gene-raals, dat het klooster te Mechelen in alle rechten trad,welke eertijds het klooster te 's-Hertogenbosch bezat;het werd gesteld onder dezelfde Patroonheiligen Petrusen Paulus, terwijl de prior bij de provinciale kapittelsin rangorde de plaats der Bossche priors zou innemen.

De eerste religieus, wien het prioraat werd opge-dragen, was P. Rjderus, de man, die zoozeer voor destichting des kloosters geijverd had en nu zijne pogingenmet schitterenden nitslag bekroond zag. Hij aanvaarddehet bestuur met moed, en zou zeker de burgerhuizingspoedig in een ruins klooster herschapen hebben, haddende Augustijnen niet geprotesteerd wegens de te grootenabijheid beider gestichten. Het protest leidde tot eenproces, dat tot 1655 duurde en door de Predikheerenverloren werd. Alsnu wees de Aartsbisschop den patersdrie terreinen aan om een klooster te bouwen ; hunne

173

keuze viel op de erven bij de wallen aan de Kerkhof-poort gelegen. Verscheidene huizen aan de Volcker-straat, Jodenstraat en het Schillemansstraatje werdendeels uit de hand gekocht, deels onteigend, en met dengrond gelijk gemaakt, zoodat een uitgestrekte vlakteden kloosterbouwmeester alle vrijheid bood. Inmiddelswas P. Rijderus in het prioraat opgevolgd door P. VanAsten, wien het vergund was de eerste spade in dengrond to steken. Op Breeden grondslag ontwierp dezeeen eenvoudig, doch ruim en regelmatig klooster. Reedswas de refter met kenken en gastenhuis onder dak enwerden toebereidselen gemaakt voor den verderen homy,toen de werkzame kloosterling door eene besmettelijkeziekte uit het midden zijns arbeids werd weggerukt enzijn ontwerp ter voltooiing moest achterlaten aan denprior P. Van der Waarden. Achtereenvolgens verrezennu, omstreeks 1681, het tweede en derde klooster-pand — zooals men weet, bestond een klooster oudtijdsuit een vierkant of vier kloosterpanden — doch hetlaatste pand werd eerst door den prior P. Van denBossche opgetrokken.

Vele jaren bleef het klooster in then staat, ofschoonhet voornaamste gebouw nog ontbrak, n.l. de kerk metkoor en sacristy. Men wilde eenen waardigen tempelbouwen, maar hiertoe waren de fondsen niet toereikend.Wachten en zich behelpen was bijgevolg voorschrift.Eerst in 1720 onder het prioraat van P. Norbertnsvan Bilsen werd plechtig de eerste steen der klooster-kerk gelegd door den kardinaal-aartsbisschop ThomasPhilippus d' Alsace. Onvermoeid ijverde deze Prior omde noodige Belden to verzamelen; en zijn arbeid werdzoo gezegend, dat geheel de kerk door zijne persoonlijke

174

bijdragen werd opgetrokken I ). Den 3 O ste" September1736 oversehreed dezelfde kerkvoogd wederom denkloosterdrempel om het voltooide heiligdom in te wijden.Ter zijde gestaan door den aartspriester C. P. Iloynckvan Papendrecht en den gegradueerden kanunnik L. Gilisconsacreerde Belgie's Priinaat drie altaren en droeg integenwoordigheid eener overgroote schare het H. Mis-offer op. Dat, nu de kerkbouw voltrokken was, detempel langzamerhand met nieuwe altaren en kerk-meubelen verrijkt werd, spreekt wel vanzelf. De heeld-snijder Paraut wend aangezocht om het heeldhouwwerkte leveren voor het hoofdaltaar, dat in 1747, en denpredikstoel, die in 1756 geplaatst wend, terwijl denschilder Smeijers de schildering van een groot altaarstukin 1751 wend opgedragen. Het orgel wend gemaaktin 1777 door -Van Peteghem. In welken stijl dezewerken uitgevoerd waren, wordt genoegzaam opgehel-derd, wanneer wij in het Register lezen : „Aecoort tus-„schen d'Eerw. Paters Predikheeren, d'Heer Carolus„van Sypenseel en Jan Baptist de Noir over het mar-„moriseeren van de Choor, van 't portael en den orgel-„kast, anno 1777.” De wansmaak zat toenmaals ten Croon.

Bijzonder vindt men nog geroemd een dubbel officievoor het koor, zoo kosthaar, dat het Mechelsche kloosterhierin alle Belgische kloosters overtrof en een hod van6000 gulden, door het klooster van Leuven gedaan,glad afsloeg. Behalve de twee klokken, in 1743 gewijd,was er nog een kunstig carillon, geheel van metaal en

Bij het bouwen van het klooster, en waarschijnlijk ook van de kerk,hanteerden de leekehroeders passer en schietlood. lien hum or, Br. Colum-Lanus Cats, genoot als bouwmeester ekere vermaardhcid. Op last van denGencraal der Orde moest hij in 1W1 naar Maastricht vertrekken om Br.Franoiscus Roman bisj to staan in het bouwen der bekende Maaslrug.

175

eene trouwe afbeelding van den toren van 's-Hertogen-bosch.

Alles wat na zoovele stormen van het Bossche kloosterwas overgebleven, word met kinderlijke pieteit bewaard.Oorkonden, documenten, akten, processen, sloot menzorgvuldig weg in de mare archiefschrijnen; boeken enhandschriften, waaronder de rijkverluchte koorboekenvan de paters Nicolaas van Roosendael en Joannes vanMayen, vonden in de schoone bibliotheek eene welver-zekerde plaats. Het wonderdadig Rozenkransheeld,waarvoor de religieusen en de geloovigen in Den Boschzoo vaak hunne gebeden gestort ha.dden, prijkte als hetpalladium des kloosters op het hoofdaltaar en trok daarde vrome vereering der Mechelsche burgerij. Daar hingook aan den tempelwand de bekende schilderij v anLekkerbeetje's heldendood. In het klooster zag men nogeen oud paneel, waarop de afbeelding van het voor-malige Bossche klooster.

Door de vesti,ino. te Mechelen waren de betrekkingenmet de oude Hertogstad en de Meierij niet afgebroken.Integendeel, het klooster, waar sinds 1722 een cursusder wijsbegeerte en der godgeleerdheid was opgericht,wend een kweekschool voor missionarissen, die in deVereenigde Provinciên zich aan het zielenheil gingentoewijden en niet zelden onder allerlei gevaar en ont-bering aan de geloovigen den troost van den godsdienstbrachten. Uitgedost volgens de grillen dier dagen metalonge gelijk o. a. hunne konterfeitsels in deDominicaner pastorie6n to Alkmaar en te Schiedam zeons nog vertoonen, trokken zij de Republiek binnen enverschalkten vaak door hunne volkomen vermommingde waakzaamlieid der heeren van den gerechte.

171;

In de Hollandsche Missie bedienden de Predikheerenvan het Mechelsche klooster te Utrecht de statie vanden H. Dominicus, door P. Bodaen in 1636 hij deWitte-Vrouwenpoort gesticht en later naar de Walsteegverplaatst; te Haarlem de statie van den H. Dominicusdoor denzelfden P. Bodaen in 1620 opge,richt ; alsmedede parochien to Tiel en to Goorn bij Hoorn. Het kloos-ter bezat het recht van voorstelling, de ProvinciaatalsPrefect der Missie deed de benoeming, terwijl de Apos-tolische Vicaris den vereischten zendingsbrief gaf. Aanhet hoofd der statie stood veelal een paler printarlits ;

zijne medehelpers werden patres secandarii genoemd.Dit vruchtbaar apostolaat word belemmerd en ten

slotte geheel vernietigd door de reeks dacronischewetten, waarmede het ongeloof of de voltairia.anschewijsbegeerte tegen het einde der 18 de eeuw het kloos-terleven stelselmatig doodde. Nog onder de regeeringvan Maria Theresia, in 1771, verscheen een edict,bevattende tal van verordeningen omtrent het aanne-men van religiensen ; de postelanten moesten o. a. 25jaar oud zijn, enz. Het doel dezer wetsbepalingen wasniets anders clan het ontvolken der kloosters. Hoe ditbereikt word, blijkt nit een officieel verslag der Predik-heeren, waarin zij klagen, dat van 1771-1780 hunneOrde in Belgie 207 leden door den flood heeft verlorenen slechts 51 aangewonnen. Toch werkte doze wet telangzaam, en daarom word in 1783 een edict afgekon-digd om de zoogenaamd onnoodige kloosters op toheffen. Tevergeefs verhieven de bisschoppen hunne stemen bepleitten zij op de welsprekendste wijze het nutder kloosterorden, tevergeefs teekenden de Staten derverschillende provincien verzet tegen de inbreuk op de

LUCE LT I'M CV:

:MICHAEL OPHOVIUS.

PRAECLARI INGENII, INVICTAE VIRTUTIS, PASTOR.

Obiit IV Novembris MDCXXXVII.

177

artikelen der „Blijde lnkomste", het plechtanker van's lands vrijheden, Joseph II, door den heilloozen tijd-geest verblind en medegesleept, dreef zijne wetteronbezonnen door. Op 's keizers bevel drong de fiscusin het klooster en eischte nauwkeurige opgaaf van hetaantal religieusen met toevoeging van leeftijd, woonplaats,bediening, enz., getrouwe aangifte van alle roerende enonroerende goederen. Den kloosterlingen werd verbodenmet Rome in briefwisseling te staan, of van buitenlandscheoverheden bevelen te ontvangen, onderricht te gevenin de kerkelijke wetenschappen, enz.

Van de overige dwangmaatregelen, die nu eens hetwezen van den religieusen stoat aanrandden, clan wederdoor spitsvondige kleingeestigheid kwelden, zullen wijmaar zwijgen. Ontbinding der kloosters en roof dergeestelijke goederen was de klaarblijkelijke toeleg.

Hoe het den Predikheeren te Mechelen in die troebeletijden verging, is ons in bijzonderheden niet bekend ;alleen weten dat zij met den tiscaal Gouban inaanraking kwamen. wa.t vermoedelijk niet uit vriend-sehap was.

De broederschappen van den H. Rozenkrans, van denZoeten Naam Jesus en van den H. Thomas werden bijkeizerlijk decreet van 1781 opgeheven en inoesten tevensalle fundatien, gelden voor armenbedeeling, enz. uitle-veren. De keizerlijke Majesteit, wars van zulke verouderde

stelde een algemeen broederschap in, genaamd:„,De werkdadige menschenliefde," met Christus totPatroon en den Staat tot Bestuurder, een genootsehap,waartoe niemand bijtrad of een penning bijdroeg.

()mimics al die knevelarijen wilt de communiteit hehoofd boven water te houden, totdat de Fransche

12

17S

Omwenteling losbrak. Als een orkaan trok zij overBelgie hem en verwoestte alle kloosters en katholiekeinstellingen, die nog staande waren gebleven.

In bange verwachting zagen de Mechelsche Predik-heeren, nog 1S in getal, den gevreesden, onvermijdelij-ken dag naderen, waarop de Jacobijnen ook hun stilverblijf zouden binnendringen om hen uit te drijven enhet klooster leeg te plunderen. Den (i den September1796 traden de woeste Franschen binnen en eischtenin naam der vrijheid volkomen overgave. Het was Beendralens tijd, want onmiddellijk sloegen 4j met °liver-zadigbare roofzucht de klauwen nit naar alles, watslechts eenige waarde had. De schoonste werden derbibliotheek met de fraaie schilderijen en kostbare kerk-gewaden werden op drie wagers geladen en naar Parijs,het algemeen roofnest, gevoerd ; het overige kwamonder den Kamer of verdween in de zakken der schraap-zieke plunderaars 1). Slechts twee schilderijen haddende paters nit de lijsten gesneden en medegenomen ;deze werden later in de Doininicanerkerk te Tielgeplaatst. Het archief ging grootendeels verloren; watoverbleef, berust thans bij de Predikheeren te Gent, ofis door de ijverige bemoeiingen van P. A. Hooglandin het archief der Nederlandsche Provincie in veiligheidgebracht.

Van de paters, die den ondergang des kloosters over-leefden, hebben vier zich begeven naar de Hollandsche

1 ) Volgens aanteehening van Isfridus Thijs, pastoor van \Vijnechem. moetde schilderij van den strijd van Lekkerbeetje bij de Fransohe omwentelingin de kornmanderij van Pitzenhorg binnen Mechelen met anderen verhochtzijn. Daar het stoic in zeer slechten stoat verkeerde. is 't hoogst woarschijn-lijk bewaard gebleven.

Dietsche ifirr«nde N. IL 4te Jug. blz. 157.

179

Missie ; anderen hebben in verschillende bisdommen vanBelgie de pastoreele bediening waargenomen, terwijl deoverigen in stilte en afzondering hun sterfdag hebbente gemoet gezien.

Dankbaarheid gebiedt, dat wij verschillende religieusenvan het Mechelsche klooster, voor zoover zij vroegernog Met vermeld zijn, hier in het kort herdenken.

P. JOANNES DAVIDTS, weleer saeristijn in Den Bosch ;als prior te Gernert door de Staatsche soldaten opge-licht, onderging hij eene harde gevangenschap in DenBosch, was later als missionaris werkzaam te Leiden,waar hij den 4den October 1652 stierf.

P. PETRUS Busies, geboren in 1572, trad in hetklooster te 's-Hertogenbosch in 1594, was aldaar priorin 1609, 1617 en 1623 ; vervolgens was hij ook priorte Leuven. In 1653 vestigde hij zich als missionaris teTiel en overleed den 17 den Augustus 1613.

P. JOANNES VAN PE WIEL, word geboren in 1609, ont-ving bet kloosterkleed in 1627, volgde P. Bersius alsmissionaris op to Tiel en overleed in 1664.

P. JOANNES BOUILIEN word in 1589 te Breda geboren,ontving het ordeskleed to 's-Bosch in 1608 en kwamop last van den Nuntius en P. Ophovius, prefect derMissie, in 1620 te Haarlem, waar hij na vele moeilijk-heden eene statie vestigde. In 1626 word hij Prior to's-Bosch gekozen, maar verwierf in 1628 op zijn ver-zoek ontslag. Thans trok hij Haar Utrecht, waar hij in1632 gevangen genomen en verbannen word. De vier

•volgende jaren arbeidde hij met veel vrucht order deKatholieken van Woerden, totdat het hem gelukte in

1636 eene tweede Dominicaner static to vestigen bijde Witte-Vrouwenpoort. Hij eindigde zijn verdienstelijk

levee te Antwerpen den 6 de" November 1671.P. NICOLAUS GEORGIUS, Lotharinger van geboorte, werd

in 1595 in Den Bosch geprofest, was supprior, werdmet 'Li* medebroeders in 1629 uitgedreven en stierfte Brussel den 23 sten Juli 1655. Hij schreef een werkjegetiteld: De Navolging van den flood onzes Heeren J. C.

Het boek werd gedrukt te Antwerpen bij HendrikAertsens in 1622 in 5°; de tweede verbeterde en ver-meerderde druk verscheen te Brussel bij Joes Mommaertin 1650 in 8°. Vermoedelijk is dit hetzelfde boek,waarvan wij in de akten van den Bosschen Magistraatlezen : „Item (3 Martii 1623) door ordre aen Jan van„Turnhout, boeckbynder, voir sekere exemplaren van„sekeren boeck bij den Eerw. Pater Nicolaum Georgie„Dominicaen gemaect, ende bij zijnder E. den heeren„geschoncken, betaelt 18 gul."

P. HENRICUS DOMPSELAER, Apost. Miss. overleed te Beem-ster den 1 6 den December 1656.

P. MICHAEL CONINCX, Praedicator Generalis, Apost. Miss..overleed te Haarlem den 27 sten Juni 1657.

P. AUGUSTINUS LEERSE, A.post. Miss. overleed te Goornbij Hoorn. den 10den October 1657.

P. JOINXES ItyDERus, Bosschenaar van geboorte, Magisteren Doctor in de Theologie, was prior in zijne geboorte-stad, vervolgens te Maastricht, Brussel en Leuven, eneerste prior en hersteller van het klooster te Mechelen.Van. 1645 tot 1649 was hij Provinciaal en stierf alsPrefect der Missie te Brussel den 4den Januari 1658.Hij schreef: Epistota monitoria ad cos pribus incumbit

probare eel improbare spiritunt aspirantium ad hair( 8,in

in religionem. Lovanii, de Witte 1638.P. JACOBUS A MxRca, lector in de philosophic, Apost..

181

Miss. te Groningen, overleed te Mechelen den 20ste11

October 1659.P. PErtaTs JACOBS, geprofest te 's-Hertogenbosch, stond

aan het hoofd der communiteit te Stratum in 1632,was prior te Breda, toen hij in 1637 de wijk moestnemen. Later werd hij Praed. Gem, Vicarius der Miss.M 1650 Apost. Miss. te Utrecht, waar hij den 3denApril 1661 stierf.

P. REGINALDUS LEOAVARDIUS legde zijne geloften at te's-Bosch, zwoegde veel voor het herstel des kloosters,was eerste prior te Stratum in 1634, tweede prior teGernert in 1640 en tweede prior te Mechelen. Hij over-leed den 30sten September 1661.

P. HYACINTHUS VAN ASTEN deed zijne professie te Gernert,was prior te Mechelen en legde in die hoedanigheidden grondslag voor het nieuwe klooster. De flood over-viel hem te midden zijner bouwplannen, den 2P ten Oc-

tober 1661.P. REYNERUS DOBBELLINS, geprofest in Den Bosch, was

de derde prior te Gemert in 1643, vervolgens priorte Calcar, daarna Apost. Miss. en overleed te Leidenden 16 den Februari 1663.

P. LEONARDUS JANSENBOY was een der vier gebroeders,die het kleed van den H. Dominicus droe,e1 en doorwoord en veder onvermoeid in de Missie werkten. Bijde verovering van Den Bosch, waar hij geprofest was,bleef hij met toestemming zijner oversten in wereldlijkekleeding achter en arbeidde daar voorbeeldig gedurende34 jaren, totdat hij de eeuwige rust inging den 21sten

Februari 1663. Hij schreef: GeesteVe yeza ny en ter eere

van de Heil yen der Pied ikheereh-Orde. Antwerpen, JoesCnobbaert 1635 in 12°., en vertaalde Vitae S. Belyarum

182

Ord. Praed. Antwerpen, Guil. Lesteens 1644, in 80.P. ALBERTITS WIJNEN werd te Gernert geprofest en Apost.

Miss. te Utrecht. In 1005 werd hij tot prior gekozen,maar onttrok zich uit bescheidenheid aan de keuze.Hij overleed den 2Ssten Mei 1606.

P. JOANNES BUCKELIUS, Apost. Miss. overleed te Haarlemden 1Sden October 1669.P. JOINNES ANTONIUS D 'AUBREMONT. Ofschoon deze Pre-

dikheer tot het klooster van Gent behoorde, meenenwij hem als Bosschenaar niet te mogen verzwijgen. Liteen adellijk geslacht in 1612 te 's-Hertogenbosch gebo-ren, omhelsde hij in 1633 het kloosterleven, volbrachtzijne studin te Leuven en Keulen, was achtereenvolgensprofessor in de wijsbegeerte en de godgeleerdheid. Aande universiteit te Leuven behaalde hij in 1652 dendoctorstitel, werd regens der studien en deed zich ken-nen als ijverig voorstander der leer van Sint Thomasen onverschrokken verdediger van de rechten der H.Berk. Ook als raadsman was hij gezocht en als redenaargevierd; kortom, jarenlang was hij een sieraad van zijneOrde en de Alma Mater. Hij stierf den 22 ste11 Novem-ber 1686.

P. VINCENTIUS STAYAKKERS te Gernert geboren, trad aldaarin de Orde, werd Magister en Doctor in de H. Godge-leerdheid en prior te Mechelen. Uit ootmoed verlangdehij Been ander opschrift op zijn graf clan : Hie jacetP. -Fincerdius Stayackers. Requiescat in pace. Hij overleed teMechelen, den ;den Augustus 1691.

P. HENRICUS WIJNEN, Apost. Miss. te Alkmaar in 1685en stierf aldaar den 18 den November 1691.

P. ALANUS STAM trad te Mechelen in de Orde van denH. Dominicus, werd in 1606 professor in de wijsbegeerte,

1_83

in 1669 opvolger van P. Buckelius in de statie te Haar-lem. Hij verwierf naam door zijn catechetisch onderrichten bracht vele afgedwaalden tot de Moederkerk terug.Den 24sten Februari 1695 ging hij te Haarlem tot eenbeter level over.

P. JOANNES PATER, Apost. Miss. te Leiden, stierf teMechelen den 21 4e" December 1696.

P. GERARDITS WASSENBEEC, Apost. Miss. oefende op ver-schillende plaatsen de pastoreele bediening nit en stierfals pastoor jubilarius te Orten den (Glen September 1698.

P. AMBROSIUS VAN CLEEFF, weleer pastoor in Verckens-weert, Apost. Miss. te Utrecht, tweemaal prior te Meche-len, daarna prior te overleed na een stichtendleven als jubilarius te Mechelen den 4 den Januari 1702.

P. NICOLIAS DE MUNCh, Praed. Gen., Apost. Miss. stierfte Utrecht den 30sten Juni 1703.

P. 'MELCHIOR APPELMANS. Door alien bemind wegens zijnzachtzinnig karakter, arbeidde hij 41 jaren to Goornen omstreken. Eindelijk door ouderdom en arbeid gebro-ken, ging hij rusten in zijn klooster te Mechelen, waarhij als jubilarius overleed den 27 `ten Februari 1704.

P. PRA:VINOUS DE WINDT, Apost. Miss. overleed te Tielden 4den April 1707.

P. HUMBERTUS MEES, Praed. Gen., was driemaal priorte Mechelen, Apost. Miss. overleed te Haarlem 1710.

P. HYACINTHUS VEREYCKEN, lector in de wijsbegeerte enH. Godgeleerdheid, Apost. Miss. o verleed te Amsterdamden 6den December 1716.

P. VINCENTIUS BOSCHMAN, geprofest in 1702, vestigdezich als terminarius metterwoon te Eindhoven tot hetj aar 1716, Coen hij vervangen werd door :

P. MATTHIAS TAN PEN BOCAEIIT. Peze religieus was gepro-

1S4

fest in 1706, hield gedurende dertig jaar den termini. teEindhoven en overleed aldaar den 21 st.eri September 1745.

P. RUMOLDUS DE JONGHE, Na zes jaren de philosophieonderwezen te hebben in het seminarie te Roermond,werd hij in 1716 lector in de moraal-theologie, in 173Slicentiaat en regens primarius van het algemeen studie-huis te Leuven, in 1743 prior te Mechelen, in 1747magister in de theologie en vierde in 1758 plechtig zijngouden priesterjubileum.

P. AUGUSTINUS VAN DUREN was kapelaan bij den Spaan-schen gezant in Den Haag. Hij overleed den 3 den S ep-

tember 1717.P. PETHUS GEENEN, licentiaat in de Theologie, werd

professor en tevens prior te Mechelen in 1722, en regensprimarius te Leuven in 1724.

P. LAMBERT US VAN DEN HEUVEL werd in 1703 als Apost.Miss. naar Utrecht gezonden, maar had met veel moei-lijkheden te kampen, alvorens de regeering hem toeliet;eens werd hij de stad uitgeleid. Tijdens zijn pastoraatverdubbelde het aantal kerkhezoekers en viel der nederigeWalsteegkerk de eer te beurt, in 1712, dat Kardinaalde Bouillon op Sint-Dominicusdag aldaar plechtig eeneHoognais opdroeg. In 1731 vierde hij zijn gouden pro-fessie-feest en ontsliep den 2 den Maart 173S.

P. REIIINALDUS VAN LIEN begon in 1710 zijne pastoreelebediening te Haarlem en stierf aldaar den 26 sten April1731. Wegens de plakaten en de kuiperijen der Janse-nisten ging na zijnen dood de Sint-Dominicus-statie aande seculieren over. De Sint-Thomas-statie te Haarlem,veelal door de Predikheeren van Antwerpen bediend,was om dezelfde redenen in 1727 voor de Orde verlorengegaan.

1S5

P. BEENARDUS SCHU1 1ANS. Doze pater was missionariste Tiel en oefende daar sinus jaren ongestoord zijneheilige bediening nit, toen hij in den storm, die in 1734tegen de Katholieken der Noordelijke Provincien opstak.werd gevangen genomen, omdat hij aan een zieke delaatste H.H. Sacramenten had toegediend. Tegen eenlosprijs van omstreeks 1000 gulden herkreeg hij zijnevrijheid. In het vervolg liet men hem met rust ; hij

stied op 73-jarigen leeftijd, in het 52 ste jaar zijnerprofessie en het 3 7 ste zijner pastoreele bediening.

P. PETNUS BEL. in het beruchte jaar 1734 in Fries-land als missionaris werkzaam, moest deze kloosterlingijlings vluchten. Hij hield zich eerst eenigen tijd schuilin de statie te Leeuwarden, week toen niet zondergevaar naar Groningen en nam, daar ook pier de you-volging bleef wooden, de wijk naar ziju klooster toMechelen, waar hij eindelijk behouden aankwani.

P. THOMAS HELLINX. Hi j legde zijne religieuse geloftenof den 2 O sten Augustus 1735 en werd in 1741 met dezielzorg to Alkmaar belast. Zes-en-dertig jaar nam hijhet pastoraat waar, bouwde in 1757 de Banekerk enstolid in hooge achting wegens zijne welsprekendheid.Na ziju flood, in 1777, werden zijne preeken gedeelte-lijk uitgegeven onder den titel: Meditatien op bet Lydell.

van Jezits-Chiistus. Amsterdam, Crajenschot, 17S2.P. NORBEHTUS VAN BILSEN. Deze pater, brooder van P.

Joannes van Bilsen, was ongetwijfeld de uitstekendstereligious, waarop het klooster van Mechelen gedu-rende de 1Sde eeuw wijzen kon. Gesproten nit eerieaanzienlijke Bossche familie — zij voerde als wapeneen zilveren lelie op een veld van sabel, met deviesNon oit — begaf hij zich vroegtijdig naar Meche-

lsii

len, om daar in de Orde van den H. Dominicus zichaan 's Heeren dienst toe te wijden. In 1702 ont-moeten wj hem te Mechelen als licentiaat en professorin de theologie. Twee jaren later verwierf hij dendoctorstitel aan de universiteit van Leuven en werd inhetzelfde jaar tot prior van Mechelen gekozen. Zesmaal,in 1704, 1710, 1719, 1722, 1727, 1730, bekleedde hijdeze waardigheid; en had de Generaal in 1733 de keuzeniet vernietigd, hij zoo nog ]anger met het bestuur deskloosters zijn belast geweest. Niet zonder reden genoothij zoo onbepaald het vertrouwen zijner medebroeders,want de belangen des kloosters bleken aan goede han-den toevertrouwd. Reeds bij den aanvang Z011 hij opmiddelen om de kloosterkerk te bouwen, maar de tijdvan zijn prioraat was nauwelijks verstreken, of hij ont-ving van den Generaal het vereerend bevel om in Romeaan het Collegium Casanatense zijne theologisehe studienvoort te zetten. Daar leerden de oversten hem nietalleen kennen als een diepzinnig geleerde, maar ook alseen waar religieus, wien de volmaaktheid des levels,niet minder clan de godgewijde wetenschap ter harteging. Op plechtige wijze werd hem door den Generaal,omgeven van alle professoren, ring en baret van hetmauisteriaat f_,reschonken en tevens de benoemin g nice-

gedeeld van regens der studien to Antwerpen en vanbijzonderen agent of vicarins van den Generaal. Hieruitblijkt, hoe groot vertrouwen de oversten stelden in zijnbeleid en zijne rechtzinnigheid, want beide waren nood-zakelijk in een tijd, dat het Jansenisme zich te Leuvennestelde en van daar over geheel Belgie zich verspreidde.Niet lung stolid P. Van Bilsen aan het hoofd van hetAntwerpsche studiehuis ; zijne medebroeders to Mechelen

1S7

konden den waardigen kloostervoogd niet vergeten ; zijkozen hem in 1710 weder tot prior. Uit eigen midde-len, d. w. z. nit aalmoezen, door hem persoonlijk ver-zameld, begon hij nu den kerkbouw en bracht dezentot een goed einde. Nog een ander plan zweefde hemvoor den geest : hij wilde te Mechelen een cursus openenvoor philosophic en theologie. Ook dat plan kwam totuitvoer, al was het ook minder welgevallig aan anderekloosters. Een verzoekschrift in 1721 naar de EeuwigeSta.d gezonden, weal daar gunstig ontvangen, en keerdeweldra, voorzien van de hoogste goedkeuring, terug.Zoo werd den 24sten Februari 1722 met eene Mis vanden H. Geest plechtig de nieuwe cursus geopend. Deuitnemende begaafdheden, die hem als prior de liefdeen de achting zijner onderhoorigen wonnen, waren ookde reden, dat P. Norbertus van 13ilsen hij de provin-ciaalskeuze in 1728 de meeste stemmen op zich ver-eenigde. Als provinciaal trail hij vol zachtheid op omaan de verwikkelingen, die de geestelijken destijds vaakvan elkander vervreemdden, een einde te maken, doeh,zoo noodig, stood hij ook beslist pal voor de belangenen de rechten zijner Orde. Zulk eene bonding dwongden eerbied of van den Kardinaal-Aartsbisschop, die hembenoemde tot examinator synodalis. Waardigheden eneerbewijzingen \varen overigens door dezen eenvoudigenreligieus geenszins gewild. Toen de Generaal de zevendekeuze in 1733 nietig verklaarde, schreef P. Van Bilsenonmiddellijk eenen brief naar Rome om zijn Overstente danken en eenen opvolger voor te stellen. Het mochtweinig oaten, of hij liever als gewoon kloosterling inzijne cel met gebed en studie zijne dagen doorbracht,in 1735 werden de teugels der Provincie hem weer toe-

188

vertrouwd ; en, als ware deze last te Licht, ook depraefectuur der Hollandsehe Missie werd hem opgedra-gen. Gebukt onder de zorgen, nog weer dan onder dejaren, arbeidde hij voort in het vooruitzicht, dat hemhier geene rust wachtte, maar in het andere leven. Indie blijde hoop gaf hij den 2 O ste" Januari 1739 zijneziel den Schepper weder. Groot was de droefheid dermedebroeders bij het verseheiden van huunen dierbarenoverste; met weemoed dachten zij aan de weldaden,die ieder persoonlijk en het klooster in het algemeenvan hem ontvangen had. De dankbaarheid vorderdeeerie treffende hulde, en zij besioten eenparig om ge-durende vijftig jaren een plechtig jaargetijde te houdenvoor de zielerust van den Hoogeerw. Pater Norbertusvan Bilsen.

Op zijn grafsteen werden volgende regels crebeiteld :

D. 0. M.Quod mortale hie deposuit

Resurgens reassunietRdus adm. ac eximius Pater

Norbertus van BilsenSylva — ducensis,

in Ord. Praed. et Universit. Lovan.S. Theo'. Doctor,

olim Rome Theologus Casanat.conventus sui Medd. sexto prior,Gertna,niae Inf. iterato provincialis,Missionum Praefectus apostolicus,

Archiepiscopatus Mechlinien,Examinator synodalis,

Hujus ecelesiae a fundamentisErector magnificus,

Vivere desiit jubilariusAetatis anno 68

Die 20 Januarii 1739.Requiescat in Puce.

1 S9

P. PHILIPPI'S MECLEMANS was architect en overleed den9den October 1742 in het klooster te Vilvorden.

P. ADRIANUS VAN WOUDT. Deze religieus werd in 1744als Apost. Miss. naar 'Tel gezonden, maar zag zich inde uitoefening zijner bediening verhinderd door dennieuwen burgemeester, die hem een verblijf van slechtsien jaar toestond in Mei 1745 moest hij de wjjk nemennaar Utrecht. Op aandringen zijner vrienden, en niethet minst door het aanbieden van geschenken, het deburgervader zich vermurwen, hief alle hinderlijke bepa-lingen op en gaf den pastoor oogluikend alle vrijheid.

P. PETRUS CORNELIUS BRANDER, kapelaan van den gezantder Beide Sicilien te 's-Gravenhage, overleed aldaar den2 Pfen Maart 1743.P. JOANNES VAN LEUVEN was Apost. Miss. en overleed

te Utrecht den 2 den Juni 1745.P. JOANNES VAN BENNEKOM was in 1741 Apost. Miss.

to Utrecht en overleed aldaar den 3 de" Mei 1761.P. JACOBUS BROUWER was geboortig uit Rotterdam,

legde te Mechelen zijne religieuse geloften of den 30stenSeptember 1735, was in 1771 pastoor te Groningen enstied aldaar in September 1775. Bijzonder verdienstelijkmaakte hij zich door een kroniek van het Bosscheklooster samen te stellen en een nitvoerig register vanhet kloosterarchief te schrijven. Het eerste handschriftbevindt zich bij de Predikheeren te Gent, het tweedete Huissen.

P. LEOPOLDUS TENIERS was gedurende Lien jaren terminariste Eindhoven en overleed aldaar den 10(len Mei 1755.Hij werd opgevolgd door den. Megenaar P. JOANNES VANDEN BOGAERT, die in 1757 vervangen werd door P. JACOBUSVAN KERKIRA'''.

191)

P. JOANNES BAPT. DE BACKER was terminaris van Maaslanden stierf den 5 de" Oct. 1756. Hij werd opgevolgd doorP. PETRUS VAN VESSEL.

P. ANTONIUS BERGILANS was terminaris te Gernert totden 15den October 1784, then hij tot prior van Mechelengekozen werd.

P. JACOBUS DE HAES was prior te Mechelen in 1772,missionaris te Rotterdam in 1775 en overleed aldaarden 11 den li 1791.

P. JACOBUS JOSEPHUS HANSE werd in 1746 geprofest, in1750 socius en later primarius te Utrecht en overleedaldaar na een lang en werkzaam leven den 19de"

Januari 1793.P. LAMBERTUS VAN DEN HEUVEL, te Osch geboren, werd

in 1765 Apost. Miss. to Utrecht en ontsliep in hoogenouderdom den 26 sten Juni 1805.

P. JOANNES BATENS werd omstreeks September 1789medehelper van P. van den Heuvel, in 1805 diensopvolger en overleed den 5den December 1817. Hij waseen der laatste overlevende Predikheeren van bet voor-malig Bossche klooster te Mechelen.

II.Ket Tricariaat te Gethert 1).

olet leede oogen hadden de inwoners van Gernertas j in 1649 de Predikheeren zien uitdrijven en bun

klooster door den predikant en den „geusekoster" be-trekken. Het onreeht viel niet te herstellen. Wel drollyde Landseommandeur bij de onderhandeling, die hij metde Staten over de vrijheid van Gernert voerde, op deterugkotnst der paters aan, maar dit verzoek wezen deHoogmogen den glad of en stelden daarentegen als eersteneisch voor de transactie het verbod van eenig kloosterbinnen de Heerlijkheid te vestigen. Om grooter kwaadte voorkomen en de onderhandeling niet te latenafspringen, was hij dus genoodzaakt zich dit artikel telaten welgevallen. Het vredesverdrag zou nu geslotenworden, teen het gerueht zich verspreidde, dat deDominicanen, ondanks het verbod, wilden terugkeeren,en de overeenkomst, een werk van zooveel moeite, tijden geld, in geva.ar gebracht werd. Aanleiding tot ditgerucht had vermoedelijk de onvoorzichtige voorbarigheid

,) (4 . v. a. Eisen, Oescitic(lenis ralt tie Latijnsche School te Gernert, biz.153-208.

192

van enkele Predikheeren gegeven, die het plan hulleroverheden waren vooruitgeloopen. Aanstonds stelden dePastoor van Gernert, de Commandeur, de Landscomman-deur en de Grootmeester der Duitsche Orde alles inhet week om de kloosterlingen van zulk een roekeloosbesluit of te brengen. De Prior van Mechelen, P. Stayac-kers schreef den 3 den April 1662 eenen geruststellendenbrief aan den Landscommandeur en verklaarde niets tozullen onclernemen buiten zijne voorkennis en goedkeu-ring. Hiermede doofde het vuurtje vanzelf uit. De zaakbleef rusten tot geschikter tijd.

Door de droeve tijdsomstandigheden was de Latijnscheschool te Gernert achteruitgegaan, en geraakte in noggrooter verval door den dood van den verdienstelijkenrector Impens omstreeks 1670. Coed en goedkoop onder-wijs kon haar redden, maar wie was bekwaam enbereid om aan lien eisch te voldoen? Teri,viji de gemeenteen de Commandeur hierover beraadslaagden, boden deDominicanen hunne diensten aan en verklaarden tevens,dat niets hunne komst in den weg stand, want doorhet tractaat van 1662 werden wel de kloosters, maarniet de kloosterlingen geweerd. Indien zij dus nietkloostersgewijs leefden, was er van de zijde der Statenniets to vreezen. De ingezetenen namen dit aanbodgretig aan en lieten door den Schout een smeekschriftopstellen, dat door 45 huisvaders onderteekend en dooreen begleidend schrijven van den Commandeur aan-bevolen, naa.r Aldenbiezen aan den Landscommandeurwerd opgezonden. Zij verzochten om „tot Fleur der„gemeynte ende Heerlyckheyt soo de clyne als de„Hooge Sell°le aldaer door de Eerw. paters predickheeren„te doen ende to laten doceren." Zes dagen later, den 17den

193

Juni 1670, kwam een antwoord van den Landscomman-deur, waarin hij toestemming gaf, dat de paters zichmet het onderwijs belastten, doch waarschuwde alleste vermijden, wat verwikkelingen kon veroorzaken metde zoo prikkelbare Hoogmogende Heeren. Aan den Corn-mandeur werd overgelaten met de paters te onder-handelen.

Het akkoord, dat met de Predikheeren werd getrof-fen, bevatte o. a. de volgende bepalingen : Drie paterszullen zich belasten met het geven der latijnsche klas-sen van de figuur tot de rhetorica, en daarbij in deschool zoowel als daarhuiten de studenten in goedetucht houden. Een hunner zal dagelijks op een vastge-stela uur voor hen de H. Mis lezen, overigens zullende paters, zonder hiertoe verplicht to zijn, den Pastoorop Zon- en feestdagen behulpzaam zijn ; op termijngaan in de Meierij is echter verboden. Ms traktementzullen de leeraars jaarlijks 700 gulden genieten, benevensvrije woning in het schoolgebouw. Dit contract werdaangegaan voor den tijd van zes jaren, maar kon omgewichtige redenen na (hie jaren opgezegd worden.

Bij hunne komst hadden de paters verzekerd, datvele jongelieden uit Holland en andere gewesten naarGernert zouden komen orn zich tot den geestelijkenstand voor to bereiden. Deze verzekering bleek niet

Zoowel op aansporing en aanbeveling der kloos-terlingen, die in de Hollandsche Missie werkzaam waren,als door de deugdelijkheid van hun onderwijs vergader-den de Predikheeren condom zich eene menigte stu-denten, die het getal honderd verre to boven ging. Deschool bereikte een ongekenden bloei; en geheel Gernert,groot en klein, decide in lien voorspoed. Alleen de pa.-

13

194

ters voeren er minder goed bij. Karig was hun inkomen,en de emolumenten waren gering. Menige brief gingnaar het klooster van Mechelen, met klachten over dendringenden geldnood van het vicariaat te Gemert. Menmoest de uitgaven heperken tot bet uiterst noodzakelijkeen zich alien schijn van weelde ontzeggen. Al dezeontberingen werden echter met liefde gedragen bij betaanschouwen der heerlijke vruchten, welke hun onder-wijs voor de katholieke Kerk afwierp. Tal van jonge-lingen werden daar gevormd tot wakkere kampioenen,die eenmaal in de gelederen der Nederlandsche priester-schap zouden strijden voor de uitbreiding van het RijkGods. Toen dan ook de zes jaren van het contract ver-loopen waren, stelden zij zich tevreden met dit te ver-nieuwen, zonder dat de geldelijke toelage verhoogd was.

De jaren 1672 en 1673, die als ongeluksjaren inNeerlands geschiedsrollen staan opgeteekend, brachtenden Katholieken eene ongekende vrijheid, want wat delandgenoot hun hardnekkig weigerde, schonk hun deoverrnachtige vijand. Nauw hadden echter de Franschelegers den vaderlandschen bodem verlaten, of een alge-meene storm, door calvinistische predikanten aangewak-kerd, brak tegen de Katholieken los. Niet het minstmoesten de Predikheeren te Gemert het ontgelden.die zoowel in de geheele Meierij als to Gernert de voor-naamste verdedigers waren der aloud° Moederkerk,moesten tegen elken prijs uit hun bolwerk worden ver-dreven. Brief op brief schreef Ds. .N .T eldhovius uit Ge-rnert aan de classis te 's-Hertogenbosch, waarin hijklaagde over de paapsche stoutigheden en op uitdrijvingder paters aandrong. 0. schreef hij, „dat de Witte„paep van die Rhetorycke alleen 'neer hoorderen heeft

195

„naer de taele der Heidenen, dan ick en hebbe by het.,Woord, twelck ick onweerdige, gesuivert van mensche-„lycke vindinghe, van den Heere verkondige aen niet„meerder dan seven, synde de gantsche gemeynte Christi„tot Gernert.”

Niet tevreden met het voormalige klooster der Predik-heeren te hebben betrokken en hun de stichting van eennieuw te hebben verhinderd, gingen de predikanten verderdan het vredesverdrag van 1662 toestond, en eischten, datde leeraars, waaraan de Gemertsche school Karen bloeite danken had, de Heerlijkheid zouden verlaten. Opallerlei wijze werd saamgespannen ; allerlei invloed tebaat genomen, zoodat de toestand der paters in 1680onhoudbaar werd. Men stond voor de keuze: of deI)ominicanen wegzenden, of het tractaat van 1662 ver-scheurd zien. Om de godsdienstvrijheid niet in gevaarte brengen, besloten de kloosterlingen hunne belangenop te offerer] en Gernert te verlaten, ofschoon aanzien-lijke personen hen trachtten tegen te houden. Tot ditbesluit kwamen zij te gereeder, omdat het vicariaat teGernert het Mechelsche klooster aanmerkelijk bezwaarde,en hunne krachten elders, in de verweesde parochinder Missie, dringend gevraagd werden. Ook werd be-weerd, dat het onderricht door paters in strijd was metde statuten der stichting. Vanwege den Landscomman-deur Bocholtz, kwam bovendien een schrijven van den`?den September 1680, „ordineerende het vertreck van de„paters docenten, ter oorsaeke van moeylijkheden tus-

', Schen het duytsche Order en de Staeten van Holland."Men vreesde eene overrompeling der Staatschen en devernietiging van het zoo duur gekochte vredestractaat.

Zoo moesten de paters wederom wijken voor het

196

geweld van hunne, wij zouden bijna zeggen, natuurlijkevijanden. Zij vertrokken, betreurd door de inwoners,die in hen ijverige priesters verloren en daarhij vreesdenvoor de toekomst der Latijnsche School, want reedsbij het gerucht dat de Dominicanen Gernert moestenverlaten, was de helft der studenten teruggebleven.Eene laatste poging tot behoud der hoogvereerde kloos-terlingen wilden de ingezetenen nochtans wagen. Al deschepenen, de burgemeesters, de kerk- en H. Geest-meesters met den secretaris, onderteekenden een smeek-schrift, dat den 27 ste" September 16SO den Landscom-mandeur word ter hand gesteld en aldus aanvangt :„Leven opt oetmoedelyckste te kennen syne getrouwe„onderdanen, de geheele Gemeente van Gernert, hoe„dat tot hunne kennisse gecomen is, dat bij U. E.„Hooghw. Genade de resolutie sonde genomen wesen,„de Patres Dominicanen alhier tot Gernert nu den tijt„van Lien jaeren off daeromtrent tot satisfactie van de„Gem.eynte de jeught hebbende geinstrueert, en de„kercke en goede Gemeynte bij noot ids antlers goede„diensten gedaen, van hier wederom to diniitteren."Vervolgens verzoeken zij daar ,,dese schielijeke en gantsonverhoopte veranderinge ten uytersten smertelijckvoorcomt," de uitvoering van dit besluit ten minste opte schorten.

Het was vergeefsche moeite. De Predikheeren verlietenin het najaar van 1680, of uiterlijk in 1681 de Hoer-lijkheid Gernert 1 ). De herinnering aan hunnen vrucht-

') Ms leeraars aan de Latijnsche School ontmoeten wij P. PhilippusLelieboom, die tevens vicarius was en Haar het Meehelsehe klooster terug.keerde; P. Henricus Rosmalen van 1673-1677 pastoor te Berehem, na zijnvertrek vermoedelijk werkzaam in de Hollandsche Missie ; P. MathiasMelehers in 1679 te Gernert overleden; P. Gerardus van Meerssen voor zijn

197

baren arbeid leefde onder het yolk voort en deed in1692 pogingen in het werk stelleu om Dunne terugkomstte verkrijgen. Een breedvoerig smeekschrift, door devoornaamste ingezetenen onderteekend, werd aan denCornmandeur overhandigd ; wij ontleenen daaraan hetvolgende

„Verthoonen in alle respect ende oodtmoedigheyt,,scholtus, scepenen, borghemeesteren, kerck, H. Geest-„meesteren, representeerende het gemeijne corpus deser„vrije rijcx neutraele grondtheerlyckheyt van Gernert,„ende met haer gevought de meeste ende principaelste„geNidens alhier, hoe dat binnen dese voorschreven„heerlyckheyt van Gernert onlancx die eerwaerde paters„predickheeren, tot groote lof, eere ende reputatie inde„latijnsche taelle hebben geinstrueert de jonckheyt ende„dieselve soodaenigh daerinne geoeffent, dat (zonder roem„ende jactantie gesproken) vele derselver sijn geworden„voornaeme ende bequaeme mannen, emmers dat sij„door die capaciteyt ende oeffeninghe sun ghecomen„soo tot geestelycken als werellycken staet, als ons„supplianten ende andere inwoonderen genough bekent„is, sijnde gebeurt, dat niettegenstaande dien die selve„paters predickheeren dese haere oeffenynghe der latyn-,,sche schollen hebben moeten verlaeten ende dat dese„gemeynte van alle baeten, proffijten ende emolumenten„daervan provenierenden gehee13,cken is berooft ende„ontbloodt gheworden, waervan ongetwyfelt syne Genaede„beneffens ons supplianten noch versche memorie is„hebbende.

professoraat pastoor te Erp; P. Gerardus Wassenberg missionaris in de.Aleierij, in 1691 pastoor te Orten; P. Amandus van der Weerden, pastoorvan Sint-Jacob te 's-Hertogenbosch.

198

„Omme alien hetwelcke sijne Genaede naerder te dedu-„ceeren, ende claerelycken te doen sien den algemeenen,,intrest, soo staet aendachtigh te considereren, dat doen„ter tijdt veele ende considerabele jonghelynghen door„de geduerighe neerstigheyt, recommandatie ende debvoir„der voorschreven paters predikheeren uyt veele nae-„buerige steden ende dorpen ende naementlycken uyt„Hollandt ende moor andere omliggende plaetschen,„resorterende onder het ghebiedt van haere hooghmo-,.gende, wierden gebracht binnen dese heerlyckheyt (als„wesende eene neutraele plaetsche, alwaer den catho-„lycken godtsdienst wort gepleeght naer behooren) orn„inde latijnsche taelle ende roomsche religie opgetroc-„ken ende geoeffent te worden, welkers getal soo groot„is geweest, dat het selve verre excedeerde hoven de„hondert, ende daeghelycx noch grooter soude hebben„geworden, indien dieselve paters predickheeren binnen„dese heerlyckheyt langer hadden moghen verblijfven

„Wordende syne Genaede verders gebeden te consi-„dereren dat de inwoonderen door hehuip ende toedoen„der voorschreven paters predickheeren op sondaeghe,„heilighe ende andere daeglien ton uvfersten ende yoor-„comentlyken wierden gerieft van missen ende andere„godsdiensten.”

De Landsconimandeur in Aldenbiezen, evenmin alsde Commandeur van Gernert, durfde in dit requestniet treden ; zij waren den Dominicanen good genegen,maar vreesden eene botsing met de Staten, hetgeenvoor alles moest vermeden worden.

Onherroepelijk was dus het vertrek Bier kundigeleermeesters; en de Lattjnsche School zou jarenlang denoodlottige gevolgen hiervan ondervinden. Alle hoop

199

van ooit terug te keeren gaven de paters nochtansniet op zij handhaafden den eigendom van het k]ooster,waarin de predikanten zich genesteld hadden, tot aande Fransche Revolutie. Ook hielden zij getrouw dejaarlijksche termijnen, en Coen deze betwist werden,lieten zij ze van hooger hand hekrachtigen. Evenals teEindhoven, vestigde zich te Gernert metterwoon eenterminaris, die tot wederroeping of tot zijnen dood daarwerkzaam bleef. Vermoedelijk is dit de reden, waarommen herhaaldelijk in de registers en quitantien te Ge-rnert Dominicanen ontmoet, n.l. : P. Nicolaas Vosch in1689, P. Augustinus van Duren in 1699, P. Rumoldusde Jonghe in 170S, P. Pius Walscharts in 1727, 1728,1732 en 1736, P. Antonius Pickart j 1754, P. Petrusvan Kessel t 1782, P. Antonius Bergmans in 1784,P. Petrus de Leener in 1793, later pastoor van Overloon 1).

Op waardige wijze werd de roemvolle nagedachtenisvan Sint-Dominicus' zonen in het begin dezer eeuwverlevendigd door den Predikheer P. Henricus van der

') In 1733 bedroegen de inkomsten der Predikheeren te Gernert:predikant f 80.00novitiaet „ 59.00sieckhuys „ 21.00Een stuxken Landt . . . „ 6.00een hof ken „ 2.00Megen, den rentmeester . „ 8.00

f 176.80In 1740 stond de Generaal der Orde toe de goederen te verkoopen :

„1740. 3 Sept. Patribus Conv us Mechlin. datur licentia vendendi domunculas„quas dum 1629 ex civitate Sylvaeducensi ab haereticis expulsi fuerant„anno 1640 Gemertae num. municipio Ordis Militaris Tentonici coemerant,„cumque et inde abire coacti nullam habeant spem redeundi, domunculas„illas elocarunt Magistratui, quia autem varie vexantur propter reparationes„earumclem consultum fuit ut eas venderent pro 4000 fl. Hac tamen conditione„ut totum hoc protium ad alium stahilem fondum in censum perpetuum„ applicent." — Req. Mag. Gem — Of de verkoop doorgegaan is, weten vvij niet.

Aa, een der verstrooide leden Van het opneheven kloos-ter te Mechelen. Den 15 de11 januari 1798 werd hij doorden Gemertsehen gemeenteraad tot leeraar van de syn-taxis en de poesis benoeind, en waarschijnlijk in 1809met de rhetorica belast. Vier-en-twintig jaren Lesteeddehij al zijne krachten aan den bloei der school, maarsmaakte bij zijn flood in 1822 ook de voldoening haarhet toppunt barer grootheid bereikt te zien hebben.Met voile recht heeft het dankbaar nageslacht hemgenoemd: dOetliS, illSittS et in regendo dexter.

BIJLAGEN.

BULAGE I.

P REDIKHEEREN-CLOoSTER TOT ' S-IIERTOGENBOSCII 1).

Renten. en Ciinsen,

Beecke.

Copy aut. van een Rent van 18 Caroligl. loshaer met 300 dito opeen stuck land tot Aerlebeecke tot laste van Peter, soon van PaulusThomasz. Conincx ten behoeve des convents 10 Julii 1621. 't Is dedote van Michiel Petersz. Conincx alhier geprofest.

Antwevven.

Rentebrief op de stad Antwerpen van 25 schellingen ten Behoevevan Beatrijs Wolfs 12 Martii 1521.

Dito van 10 Caroligl. 5 st. en i/2 blanck tot laste van de stadAntwerpen ten behoeve van Juffrouw Magdalena Boeijemer 15 Martii1550.

Beeck Aerie.

Dito van 25 Caroligl. op huijs, schuer, brouhuijs en erven in deBlockstraet en een stuck land in de Kerkstraet ibid. van Arndt, soonvan Goy-art Jansz. van Dommelen, ten behoeve van Joncker Tobiasvan Eijnalte, 29sten April 1628.

Beclicom.

Dito van 10 Ponde op 9 Lopense land in het Beedeveld ibid. 't sijn

') Extract uit het Register van P. .Brouwer M. 8. P. A. 0. P.

202

twee brieven, de eerste van 1472, de tweede van 2 Junii 1483 totbehoeve van Hadewigis doghter van Goeswinus Martsz.

Bartel.

Mangelingh tussen het convent en het capittel van S. Jan tot's-Hertogenbosch van eenighe Rente, het convent aan het capittelopdragende een Rente van 13 Pond op twee Erven aghter de Tolbrughibid, en het capittel aen het convent gevende de Rente dew. stond opde Heerlijckheijd van Boxtel tot behoef van 't convent, item op signemende een Rente van 2 pond dew. was tot laste van 't convent tenbehoeve van de kerck van de H. Clara tot 's Bosch, 4 Julii 1511.Hierbij verheffingh van leen voor het hof van Braband van 1 Rentvan 15 oude scilde op de goedere ut supra op Jan Brock nomineconventus 12 Martii 1585, Cop. aut.

Gernert.

Rentebrief van 6 Rijnsgl. op huijs en erve ibid. nevens de Maeterlaet

tot behoeve van Arndt soon van Gerard Andriesz. 10 Junii 1626.

Gestel bij Olsten('lick.

Rentebrief van 6 Rijnsgl. nijt huijs en landerije ibid. ten behoovevan Jan Jacobs Beerez. 1529.

Dito van 2 Renten 1 van 6 en 1 van 8 Caroligl. beijde tot tastevan de kerck ibidem ten behoeve van Hendrick onmondighe soon vanArient Gerit Vendix bij hem lotinghe aan hem ten deele gevallen,17 December 1558.

Ilerpt.

Dito van 1 Caroligl op 3 Morgen land in 't Herptenbroeck ibid. totfondatie van de Passie Misse in de St. Jacobs choor tot Heusden allevrijdaghen gefondeert door Godtschalck Boeckelaer 19 Oct. 1551.

's-Tiertogenbosch.

Dito van 15 Pond op een huijs in de Ortestraet ibidem, en op eenhoef tot Roosmaelen op de hijnen, 't sijn 2 brieven, de eerste van 1467,de tweede 12 Maii 1473 ten behoove van Jacobus Gerardsz. de Os.

Dito van 33 Guldepeters 19 st. ten behoove van de Predickheerenen Minderbroeders ibid. op huijs en erve van Gozewinus van denHezeacker ibid. 4 Januar. 1493.

Transport van een huijs op de Mart op hetw. stond een otitis van39 quartiere olij, het derde part hiervan ten behoeve van de kerckvan het convent 10 Mart. 1555, het is cop. aut.

203

Rentebrief van 2 Caroligl. op huijs en erve op het Ilyntamerenndbij Jan Pijnappels Poort, ten behoeve van Aleijdis, doghter van Goes-winus Henrici Beijensz alias in den Beer. 20 Alert 1556; Kier in trans-port van dit huijs op Peter Dierx Ottensz waer in behouden word derente ut supra 8 Januar 1601.

Rentebrief van 3 Caroligl. op huijs en erve in de Vuchterstraat tenbehoeve van 't convent 9 Julii 1557.

Littoijen.

Rentebrief van 10 Pond op verscheyde Parceelen land ibidem tenbehoeve van Jacobus van Ghempe Willewever, 1573; hierin Lossinghvan desen cijns met 150 gl. door Henrick van Echt als Rentmr van

het convent. 27 Nov. 1637.Cop. ant. van Rentebrief van 25 Caroligl. op een hofstede en andere

landerije ibd. ten behoeve van Juffr. Maria van Gerwen Beggijn ophet Groothof tot 's-Bosch, 10 Juni 1627.

Dito van 19 Caroligl. ten behoeve van Arndt Janssen van Meurs ophuys en land bij kerck ibid. 23 Junii 1627.

Morheren.

Cop. aut. van een Rente van 5 Rhynsgl. uijt huijs en hof ibidem tenbehoeve des convents 9 Junii 1491, dit is de fondatie van de Viijdagh-

sche misse in de kerck van 't convent, gefondeert door Juffr. Mach-tildis de Macheren ; hierin : Transport van deze Rente aan Mr. Petrusde Os door het convent 17 Julii 1497; hierin Dito van deselve Rentedoor Mr. Petrus de Os aen het convent 26 Septemb. 1497.

Luttel Maren.

Hentebrief van 20 schellingen op 2 stucken land, het een bij denMel, het ander in 't Meesbroec ibid. 't sijn 2 brieven, de eerste is van1343, de tweede 25 Maii 1451 ten behoeve van Rutgerus van Geldrop.

Oisterwyck.

Dito van een cijns van 12 stuyvers Brabandts op eenen hof ibidemtot behoeve van Th. Petrus, soon van Wouter Thomas Wouters Pre-dikheer tot 's-Bosch. 12 Sept. 1540.

S. Ode Rode.

Rentebrieve van 2 oude scilde op buys en hof ibidem, 't sijn tweebrieven, de eerste is van Mr. Petrus. soon van Joannes Rutgerusz deOs ten behoeve des convents, de tweede is van het convent ten behoovevan Mr. Petrus supra 14 Oct. 1514.

Dito van 6 Caroligl. op buys en erve ibid. in cl'Eerde ten behoeve

204

van Joannes soon van Jacobus Matthaeusz in den I?ijder 14 Dec. 1583.Deze Rent is aan het convent getransporteert door Hn. Verasseldonc.

&yndel

Dito van 5 pond op een stuck genoemt den Ha yeacker ibid. aan denBorne ten behoeve van Rodolphus van Herpen. 1407.

Dito van 3 pond op buys en erve ibidem op lutteleynde ten behoevevan Henricus van Eyck, priester tot 's-Bosch.

Dito van 4 pond op hays en erve ibidem op d'Elschot ten behoevevan Rodolphus van Herpen. 24 Jan. 1431.

Dito van 18 pond op een stuck den lobbenh °ere genoemt in d'Eerdeibid. ten behoeve van Gijsselbertus Gijsselen Jansz 16 Martii 1465.

State van Braband.

Dito van 12 Caroligld. 10 st. ten behoeve van Heer Gerrit, AdriaenBernaerts Priester en Catharina Doghter van Everaert van Wynterlee7 Nov. 1564.

Rentebrief van 21 Caroligl. ten behoeve van juffr. Anna van Vlierdendoghter van Joncker Aelhrecht van Vlierden. 20 Martii 1570.

Veehel.

Rentebrief van 5 Rhynsgl. op buys en hof tot Vechel in 't 0 ffelaer

ten behoeve des convents 17 Oct. 1525.

Vlijmen.

Dito van de helft van 52 schellingen op land ibidem verkoght doorde stad 's-Bosch ten behoeve van Wijnric Sereijmaecker, 1 Dec. 1396.

Vucht S. Lambert i.

Dito van 11 Rhijnsgl. op Wintmole en erve ibidem ten behoove vanArdo Lambertsz. van den Hezeacker verkoght door 't convent.

Tf'oensel.

Brief van bet leenhof van Brahand gebiedende aen bet convent eenleenman te stellen om te verheffen een rent van 158 gld. op het Goeden Heerlijkheid van Woensel 26steri September 1607 ; den lesten leenmanwas geweest P. Anthonius Jacobi.

ZOMere)1.

Ses schepene brieven van een Rent van 50 Pond op 2 goederenibidem, het een genoemd : het goed te sehoet, het ander te Eckerbroeck.

Den eersten is 19 Febr. 1454. den lesten 28 Sept. 1536 tenbehoeve van Franciscus Lambertsz. van den Boogaert.

205

Coorenpaehten en Tienden.

Rentebrief van een paght van 1 Mud Rogh verkoght door de Provi-soirs van S. Anna-Capelle tot 's-Bosch aen Margarita natuerlijckeDoghter van Rudolphus, soone van Joannes Brant en dat maar tentijde van haar levee; den 13 Martii 1503.

's-Bosch.

Copije Aut. van een paght van 13 quart 1?etep of Lynsaet Olie omte brande in de kerck, gaende uijt een huijs bij de Merekt ibidem,gegeven aen het convent door Joannes Wilgheinan, 17 Julii 1381.

Boxtel.

Dito van 1 Paght van 1 sester Rogh tot laste van de Tafel van denH. Geest ibidem, waer van de een helft aen het convent der Minder-broeders te 's-Bosch, de andere helft aen de Predickheeren verkoghtdoor de H. Geestmeesters van Boxtel, 10 Aug. 1419.

Geffen.

Attestatie van P. Jan van Son Prior etc. van dat in het conventbernste een schepene brief van 3 Mud Rogh gaende uijt hoeve enerven ibid. ten behoeve van Joannes van Erpe soon van Arnoldus vanErpe van Megen, 27 Junii 1412.

Helvoirt.

Brief van een Paght van 2 resters Raepsaet ten hehoeve vanLuitgardis Doghter van Jan Ghevarts op huijs hof en erve ibidem inde Dijstelberch, 27 October 1442.

Here.

Twee dito van 2 Mud Rogh op verscheijde stucken land ibidem: deeerste is van 16 Januari 1438, de tweede 26 Julii 1448 ten hehoevevan 't Convent, Groot-gasthujjs, het Arinhuijs bij de G-eerlinxs-brag en Minderbroeders tot 's-Bosch ; ieder voor een vierde part,gegeve door Peter Reijners en Elisabeth, weduwe van Nicolaas Bloyman(van wie den paght voorquam) eghtelieden.

HeselcUck.

Drie schepene brieven van een paght van 1 Mud Rogh op 12Bundere land in de Cameren ibid. de eerste is van 14 April 1442; detweede van den 18 Martii 1455 ten behoeve van H r Gijselbertus dePorta Presb. mede gehypotigneert op een stuck land tot Berlicom in

206

't Gett'at., de derde is van den 18 Martii 1455 ten behoeve van dekincleren van Gertruclis en Matthaeus de Monic.

Schepene 's-Bosch Vidirnus van 2 brieven van een paght van 1 MudRogh op huys en land aen de heyde ; den eersten brief is van 2Sept. 1465, den tweede van 24 sten Maii 1466 ten behoeve des convents.

Hilvarenbeeck.

Schepene brief van een Paght van 9 Lopense Rogh op Landerijenibid. ten behoeve van Mysken van der Byest. 13 Maji 1361.

iVederm.ierde.

Ve.rkoopingh van huijs en land ibid. waer in gewagh gemaekt wordvan een Paght van 1 Quartier Rogh ten behoeve des Convents, 13

Januari 1575.Oirsehot.

Brie schepene brieven van een Paght van 5 Mud Rogh op bet

hofyoedt ibid. in den uythoeck Best de eerste is 1388, de tweede 1390,

de derde 1390 ten behoeve van JotMnes van Eyck.

Dito van een Paght van 6 sester Rogh cp een stuck land op 't Esp

ibid. ten behoeve van Aleydis Doghter van Boudewijn Emens, 10

Julii 1452.rucht.

Drie schepene brieven van een Paght van 1 / 2 Mud Rogh op denCromvoirt ibid. de eerste is van 10 Aug. 1407, de tweede 5 Junii1420, de derde 9 Julii 1455 ten behoeve des convents in dew. denvoorschr. Paght verhoogt word met 2 sesters Rogh. Twee dito van 3sesters Rogh op een halven acker geheeten den Veeekenaelcer op den

Cromvoirt ibid. De eerste is van 1389, de tweede 26 April 1415.Copij Aut. van desen Paght aen het convent door Hermannus Sticker,

18 Julii 1425.Een dito van een Paght van 1 Mud Rogh op huijs en land in den

Boerenacker ibid. ten behoeve des convents, 8 Jan. 1493.

De Mustiende tot Veen.

Vier brieven van Schepene van Heusden van dese Tiende. De eersteis van 1428 ; de tweede 29 Maii 1459 ; de derde 28 Maii 1471,de vierde 28 April 1480 ten behoeve van Jan Bruijstensz. Eenvidimus is van B. Everardt Prior i,- an S. Mariae Croon tot Heusden

van 7 Aug. 1431.

207

Verheffing van Leen van dese Tiende voor de Heeren van Rossem,Heeren tot Zoele, 27 Julii 1431.

Landerijen.

Boxtel.

Copj aut. van Vercoop van sommighe Landerije tot Boxtel en Liendeaen Petrus soon van Jordaen Jansz. Roelofs 15 April 1540.

Gemonde.

Transport van menigvuldige goederen tot Gemonde en elders opPetrus de Rode door Mechtildis Doghter van Albertus van Boxtel,weduwe van Hendric van Kessel 1397, Septemb. 24.

Transport van den voorgaenden brief op Theodorus Soone vanJoannes Pauwels door het convent, 26 Junii 1480.

Outheusden.

2 schepene brieve van Transport van 2 1/a Morge land gehetenRobbenhoeve in den banne van Outheusden, de eerste is 18 Januar1481, de tweede 6 Febr. 1482 ten behoeve van Jan Bruystensz.

4 Brieven van Verheffing van Leen van 13 hond land op Outheusdenin Robbenhoece voor de Heeren Dierck en Willem van Meerhem,Heere van Boxtel. De eerste is 1394, de tweede 1400, de derde 1416,de vierde 15 den Oct. 1424 op Berthout Aert Ywijnsz.

Os.

Wettige attestatie van menigvuldige Personen over het Wegen doorde Erve van Hendrick Aert Jansz. ibid. 16 Junii 1456.

Se ijndel.

Transport van den Tocht van 't vijfde deel in een stuck Hoyland inhet Wijbosch ibid. groat builder door Yda weduwe van ArnoldusPauwelsz. op hare kinderen, 25 Nov. 1551.

Vechel.

Vergunninghe van to mogen Wegen door een velt in 't Offelaer ibid.geaccordeert nen Gerard Henric Boertmansz 14 Martii 1434.

Transport van 3 Parceele Land ibidem op Heze op Arnoldus soonevan Godefridus van den Eynde 30 Martii 1467 door Gerard HenricBoertmansz.

208

Vucht.

Transport van een stuck land op de Croinvoirt ibid. op CatharinaDoghter van Godefridus van Heijst. 1389.

Venloon.

Vidimus van Br. Henric Ord. S. \Vilhelmi Prior van Baseldonc vaneen gift van 50 Roede Brabants Moer ibid. door Paulus van Haestert,Bidder, Heer tot Loon aen Jan Jansz van Dalem. 4 April 1399.

Vidimus van denselven van een gift van 50 Brabandsche Roede Moeribid. aen Vrouw Elsbeen van Dalem, vrouw tot Loon, door haer zoonHr. Dierck van Haestrecht, 3 Sept. 1402.

Vergunning van Hr. Dierck van Haestrecht aen het convent om temogen torven 12 pleyten torf in sijn moer ibid. en deselve cijnsvrijdoor sijn vaert te vaere naer 't convent, en waer 't het convent af-brande om alsdan te torven tot de waerde van 100 Gelitgl. 22 Januarii1405. Dit was eerst vergunt door Vrouw Catharina zijn huysvrouw.

(ifte van Vrouw Elsbeen voorschr. van 12 Brabandsche BundercMoer wijl de voornoemde 50 aen het convent op den last van eeneeuwig jaergetijde en een erfcijns van 1 oude swarte Tournoye voorieder Builder 1402.

Vergunningh van Wilhelmus, soon van Joannes de Haen aen 't con-vent om door sijn vaert te mogen vaeren naer het moer tot Venloon 1405.

(4-if ten en Funclatien. 1)

Testament van Joannes van Craendonck soon van Ludovicus tot's-Bosch funderende volgens uyterste wille van Yda eertijds sijn huis-vrouw een Misse alle Woensdaeghen ter eere van (le H. Degoeldigheydte singen op het hoogh Altaer, met twee jaergetijden. 15 Martii 1469.

Testament van Joannes van Lit legaterende aen het convent een

Rent van 472 Rhijnsguld. op een hoeve tot Amerzoden onder last van

een eentvigh jaergetde met Offiete der doden en recreatie. 8 Sept. 1502.Testament van Elisabeth, weduwe van Godefridus de Bije verkiezende

haer begraefplaats in het convent, en onder andre aen hetselve legate-rende 6 Rhynsgl. eens voor reereatie op het uytvaert, 20 dito voor eendaghelyksche Misse gedurende een jaer, item 1 Rent van 12 en eenvan 7 Rhynsgl. op het dorp van Scyndel voor een eetocigh jaergetgole

met recreatie en een wekelijke Misse voor altijd. 13 December 1515.

1 ) Wij doen hier slechts een greep uit de talrijke giften, fundati O n enlegaten, die in het Reg04er van P. Brouwer voorkomen.

011

Testament van Theodorus Diercse van Cleef en Agnes Gijsbrechtseghtelieden legaterende aen het convent een Rente van 3 Rhijnsguld.

stuyv. staende op bet buys den hasenrcindt voor Recreottie irr cis

err wijn op uytvaert en jaergetijde. 3 Dec. 1533. Testament van Herniavan den Hoevel en Aleijdes Doghter van Hubrecht Roelofs van Hees,eghtelieden, legaterende aen het convent 100 Caroliguldens voor jaer-get-tide met recreatie; item een Rent van 6 Pond Pavement op een good

tot Littoven voor een , jaeryetijde .thet rigitie, sermoon err recreatie op

_Ildersieleadugh; item een Paght van 27 Lopense Rogh op een Goedtot Oirschot ; item 36 Caroligl. voor een dagelykse Misse geduerende

een jaer. 24 Oct. 1530.Testament van Margaretha Doghter van Matthaens Jansz tot 's-Bosch,

verkiesende haer begraefplaats in hot convent legateerende 2 Caroligl.

eons voor .reoceatio; item 36 dito voor een dagelykse Misse gedurendeeen jaer. 30 December 1542.

Testament van Jenneken Doghter van Gerard van Hazelenberch tot's-Bosch legaterende aen het convent eon Rent van 3 Guld staende opeen buys in de Noise straet to 's-Bosch voor een jaergetijde ; item 6Caroligl. voor den Pater denwelke later puff yediwrende cell )(ter doge-

!ijI-s sot risiteeren. 13 Sept. 1553.Testament van Wolterus de Esch en Maria sijn huijsvrouw funde-

rondo een jaergetijde met l'ictontie in 't convent hiertoe legaterendeeon Rent van 13 Ponde Payement op de goederen van Aelbert, AriaenAlbertsz van Gewande. 16 Sept. 1505.

Testament van Yda. Doghter van Johannes Wtjers van Os Beggijn-tjen op 't Groot-hof tot 's-Bosch legaterende aen 't convent een mergenlandt tot Vueht op den Oetei, voor Misbrood en Misiriju ; item eenRent van 10 Guld. tot taste van de stall 's-Bosch voor een Burse vooreen student run 'I Clooster of van het naeste Predickheerenconvent ;item 4 mergen land tot Os op de Ensboere voor een Boise ut supra ;item een stuck land van 11 --) bond tot Os in 't Tyrl5rocck voor eenjae.rgettide met pictant ie. 20 Sept. 1515.

Testament van :Mardis van Kempen legaterende aen het convent eencamp van 6 Mergen tot Macheren ; item 2 Mergen land tot Os voor4 jaergetijden met pictunl ; item een camp tot Maren geheeten denROINCIIM»lp voor een ydduerendc .1ce1:0,1ijk,s.e Julii 1522.

Legaet van een Rent van 9 Pond Payement op een huijs over betcon ventspoort aen het convent., sijnde fundatie van eel) u-el'etilkse Misse

door Joannes -Verstegen en Lisabeth, Doghter van Simon Mauritii. 10 Mail1471 met den Brief van dese Rente. Sepulti sunt in hoe conventu.

Transport van een Rent van 5 Pond op een huijs bij de Grerlin.r-

14

210

bo/14 en een dito van 3 Pond op een huijs en hof in do Vol restvartibid. aan 't convent door Yerstegen voornoemd tot fundatie van eenMisse alle Saterdayiten de Botta op O. L. Yr. Altaer, 20 Febr. 1468.

Legaet van 28 Pond jaerlijks uijt een Rent van 100 dito uijt deHeerlijekheijd van Helmond to betaelen aen 't convent door den Rectorvan H.-Geest Tafel op conditie dat wekelijks twee Missen gelezen wor-den op de Gei'angenpoort, en een op den dayll van erimineele executie,gelegateert door Vrouw Mechtildis weduwe van Gerardus Baek, moe-t, b

tende deze Rente gellmployeert worden in den Hefter ten tijde van denVasten en niet anders. 19 Maii 1464.

Gifte en Transport van 1 Rent van 4 oude scilden op huijs en erveover de Tolbrugh, item 1 dito van 2 oude scilden, item 1 dito van2 oude scilden, item nog 1 van 2 dito scilden, alle drie op huijsen enerven over de Tolbrugh tot `s-Bosch door Gerardus Bakaert aen 'tconvent voor 4 jaergetijden met een Pictancie. 29 Sept. 1411.

Legaet van 2 Pond Payement uijt huijs en hot in de Vaehterstr«etvoor een Misse op alle Feestdaghen van O. L. re. in 't convent doorGodefridus 13ruijn. 26 April 1409.

Rente van 5 Pond op huijs en erve in de ruchterstraatbij H. Cruijs-poort voor een jaergetijde met Recreatie, komende van Margareta Want.Obierunt 1522.

Legaet van 2 Rente van 2 oude scilden en 1 dito van 1 ondenstilt op goederen en landerijen tot Empel voor een jaergetijde en eenmengele Wijn voor de Paters, door Johannes Wolfaert Wolfardsz.15 Oct. 1440.

Legaet van de helft van twee Renten ieder van 30 schellingen ophuijsen en landerijen voor een vrijdaysehe Misse door Joannes BeverHenrixz. 4 Juni 1421.

Legaet van 2 Pond op eon hoef tot Venloen, item van 1 Pint wijnvoor ieder conventuael op bet jaergetijde van Joannes Spierinck, Raedvan 's-Bosch, fondateur 25 Sept. 1470.

Legaet van de helft van een Rent van 6 goudgl. op een hoeve totBoekel onder Eden voor twee kaersen to ontsteeken ten tijde van dehoorpnisse in 't convent, 17 Jan. 1446.

Legaet van een paght van 3 Mud Rogh op den It7Ptinolen en 2hoeven tot Asten ; item 2 floren. pro viresima post obitunt item eenRent van 2 gold. voor een jaergetijde, wekelijkse Woensdaeysehe Missede S. ,S:piiitit to Bingen in den Choor, en begraefplaetse in den choorin het familiegraf door Jonekvrouw Joanna de Lecka, Vrouw vanHeeswijck, Dinter, Asten en Gestel bij Oisterwijck, 9 Dec. 1470 ;met octroy van Philippus, Hertogh van Bourgongien, Brahandt, con

211

senteerende aen Jonckvr. Joanna voorschr. om to molten disponerenover haere goederen, 28 Fehr. 1444.

Transport van 3 /4 in de Heerlijekheijd van Heeswijck en Dinter doorJonckvrouw Margarita de Bonsich, chanoinesse van S. Waldetrudis totBergen op Heer Jan, Grave van Othinge, waer in gespecificeert staeteen paght van 4 sester rogh ten behoove van de vier bidden& Ordensen 1 dito van 2 Mud 5 sester rogh ten behoove van het convent,beijde op de Heerlijckheid van Heeswijck en Dinter, 28 Sept. 1489.

Legaet van een Paght van 2 Mud Rogh en een steen Vlas op hubsen erven tot Heess voor een Fundatie van een Yrifriugsche Misse

't Chow- can den Soeten Nitein; item dito van 8 Pond Paijem, totmulerhomi ran de kerssen in 't H. Sacraments Choor, door Jan Petersz.van den Heuvel en Catharina Tulden Jans Doghter, eghtelieden 15Nov. 1532.

Vonnis van Schepenen van 's-Bosch door hetw. het convent verkregenheeft de heeft van eon Paght van 56 Pond Paij, 40 Pond Was en 40Capuynen op goederen en landerijen tot Oisterwijck.

Legaet van 2 pond Was of een Rent van 10 schell. tot kaerssen opden Altaer door Arnoldus kersmaeker Laurentiiz. 11 .Juli 1408.

Gifte en Transport van een Paght van 1 112 Mud Rogh op eenigegoederen tot Waelwijc voor eon dagetijkse Misse aen 0. L. T5 .. Altaerin 't convent door Engela Broeke, Hendriks Doghter, weduwe vanThoodericas van Breda, BeggOntje op 't Cleijn hof tot 's Bosch, 28Nov. 1429.

Gift en Transport van een Paght van 3 Mud Rogh op hofstede totTilborgh voor een jaergetijde en een dughelijkse Misse ace DominicusAltaer door Elizabeth, weduwe van Willem Back, 12 Sept. 1417.

Transport van 2 Mud Rogh op een Paght van 26 Lopense Roghtot Zomeren voor een wekclijkse Misse ira 't IL. Sleraments Choor van't convent, bij testamente, gelegateert door Joanna van Scorhout Jansdoghter, beggijntje 27 Ang. 1487.

Attestatie van P. Godefridus van Mierloo Provinciael van een Bursegefondeert door Hr Jacobus Ostaijen en Zundert, Priester, voor eenstudent van 't Rotterdamse Predickheerenconvent in de unirersiteijtvan Coles op seekere conditie, dew. door het Rotterdams convent Dietonderhonden wordende, alsdan de Boise verviel tot profijt van hetconvent van 's-Bosch, 10 Nov. 1563.

Fundatie van twee Bursen voor de geheele studie door Hr CornelisAerts van Eersel, waer van eenen collateur is den Prior conventus, 29Nov. 1611.

Acceptatie van erfenisse bij Testament van de Weduwe van Goosse

2 1 2

van Rossum naergelacten: als 50 gull. of een Rent van 3 01. vooreen jaergetilde; item 50 guldens eens voor inter soon om to studeren ;item nog 50 dito; deze weduwe had twee soonen in dit convent gratisaangenomen, 12 Junii 1562.

Copij nut: van Petrns, soon van Jan Jorisz Daems van Mil tot's Bosch, legaterende aen bet convent 10 gtuld voor sijne begraevinghe,item een daghelijkse Misse geduerende een jaer, item funderende t wee

Buc::en voor twee studenten in de Latijnsche school tot 's Bosch,instituerende collatores den Prior van 't convent en den oudstenWeesmeester van 's Bosch voor ieder Buis latende 40 guld. jaerlijks,.

30 Sept. 1010.Copij niet Ant: van Testamente van Jan Woutersz van Dommelen,

legaterende aen het convent 2000 gl. tot Alimentatie van brec studenten

van het convent his 26 Oct. 1625.Extract nut uijt Testamente van Heer Antonius Tielens, canonick

van S. Servatius tot Maestricht, legaterende aen hot convent een Rent.van 50 gold. op de gemeynte van Leend tot alimentatie van eenstudent van 't convent.

Copij ant.: van Testamente van Heilwigis doghter van Wilhehnus,weduwe van Nicolaus Oherritsz tot 's Bosch, legaterende aen het con-vent een Rent van 4 en twee van 6 Rhijnsgld., tot behoove van bet.8lecklutys en keuclen, 25 Januarii 1505.

13

BIJLXGE II.

1412, 28 September, 's-Hertogelibosch.

De deken van Sint-Jan, Aegidius van Iterwen, met de kanunnikenin kapittel vergaderd, stoat toe, dot de Predikheeren te 's-Hertogenboschbij hunne totuogtoe gevolgde gewoonten en voorreehten, teat preekenen biechthooren betreft, voiharden en, aangaande de begrafenis vanvreemden, dezelfde vrijbeden genieten als de Predikheeren te Leuven.

In nomine Domini. Amen. Per hoe presens publicum instrumentumeunctis pateat evidenter (mod anno a Nativitate Domini millesimoquadringentesimo duodecimo, indictione quinta, mensis Septembris dievicesima octava, hors vesperarum, vel quasi pontificatus sanctissimiin Christ° patris et domini no3tri, domini Joannis, divina Providentiapape vicesimi tercii, anno tercio, in mei notarii publici presencia per-sonaliter eonstitutis venerabilibus et discretis viris Domino Aegidio deCrerwen, decano et canonico ecelesie sailed Joannis evangeliste de Bus-coducis Leodiensis diocesis, in loco capitulari ipsius ecelesie, capitulan-tibus et capitulariter congregatis ex mm parte, ac venerabili religiosofratre Laurentio de Waelwic, ordinis et eon ventus fratrum predieatorumdicti oppidi. Jam dicti domini, deeanus et canonici, ad hoe non vi, metuout terroribus inducti, sed provide, sponte et ex certa scientia, utdieebant, pro se et ipsius ecelesie futuris canonicis et successoribusquibuscumque promiserunt, et quilibet eorum promisit bona fide locojuramenti in manibus dicti fratris Laurentii pro se se aliis dicti eon-ventus fratribus predicatoribus presentibus et futuris, recipientes ineiquenotarii publici infrascripti presencia solemniter stipulantes vice et nominedictorum fratris Laurentii et aliorum dicti conventus fratrum presenciumet futurorum [recipientes] quod in eventum in quem parochiales ecelesiede Orten et de Buscoducis invicem eanoniee unite eontigerunt, ipsisdominis decano et canonicis predictis per dictum dominum nostrumPapaw conferri et incorporari, quod prefati domini decanus et canoniciin hujusmodi eventu vermittent pacifice et piete preclictos fratrespraedicatores presences et futuros uti et gaudere consuetudinibus, pri-vilegiis et graciis in predicando et audiendo confessiones et in aliisper ipsos fratres predicatores hactenus observatis, quodque prenominatifratres predicatores tempore existentes in predicto oppido Buseoducensiuti possent et debeant funeralibus eo modo quo fratres predicatoresoppidi Lovaniensis dicte Diocesis ipsis funeralibus in ipso oppido Lo-

214

vaniensi utuntur, in quantum ipsis dominis decano et eanonicis premissaconcedere fratribus predicatoribus supradietis sit possibile et in eorumpotestate et non alias, prout et quemadmodum in quadam cedula papirea,propria maim venerabilis et religiosi fratris Heetoris de Vitriaeo, illu-strissimi principis domini Antonii dueis Brabantie, confessarii, dicti ordinispredicatorum Cathalonensis dioresis, scripta, plenius continetur et habetur,cujus tenor de verbo ad verbum sequitur et est talis: fratres predicatoresconventus Briscoducensis gaudebunt consuetudinibus, privilegiis, [,raciisquantum ad audiendas confessiones et predicationibus ac alias bactenusobservatis, item quantum ad funeralia utentur eodem modo qua fratrespredicatores in Lovanio utuntur, si istud concedere nobis de capitulofuerit possibile, super quibus omnibus et singulis dietus fritter Lauren-tius, ad opus ipsius et aliorum fratrum predicatorum conventus, sibitieri peeiit a me notario publico infrascripto unum vel plura, publicumsen publica instrumentum vel instrumenta. Acta fuerunt bee in dittoloco capitulari sub anno, indictione. mense, Nora et pontificatuquibus supra : presentibus ibidem honorabilibus et diseretis viris dominoJoanne Mijn presbyter°, et Lamberto van den Leer, oppidano oppidide Buscoducis sepedicti testibus, Leodiensis diocesis ad premissa vocatisspeeialiter et rogatis. Hee erat consuetudo Lovanii sieut per notariumpublicum erat deseripta : .... quando mortuum est corpus alicujus per-sone suam sepulturam apud dittos fratres predicatores Lovanienseseligentis, et funus est paratum, tune sine aliquo intermedio portaturad eeelesiam dietorum predicatorum Lovaniensium et non alibi, et ibidemcelebrantur et hunt ea que pro defunctis sepeliendis fieri stint consueta,et oblationes facte ad aitare et candele core° et ea que supponunturferetro seu libitine dividuntur in duas partes equales, de quibus unamscilicet dimidiam partem habent prior et conventus predicatorum Lova-niensium, quique dieti prior et conventus predicator= Lovaniensiumobtinent per semetipsos indivisi omne ac totum illud quod et quidquidipsi priori et conventui vel aliquibus fratribus seu personis ibidem abilia persona, que ibidem elegit sepulturam, ad pietantiam vel alias tarnin bonis mobilibus quam immebilibus hereditarie legatum, datum, velrelictum existit, nemini inde partem aliquam seu quidquid dividend=subintelligentes, antedieti attestantes unardmiter et concorditer proutego notarius subseriptus similiter attestor etc.

Afschrift uit Chrollicon convoltrt$ 13,worlacciisis van P. J. Brouwer. 0. P.

215

BIJLAGE III

1413, 11 September, 's-Hertoyenboseb.

P. P. Gerardus de Puteo en Johannes van Raemsdonck onderhande-len met Aegidius van Gerwen, deken van Sint-Jan, over de begrafenisvan vreemden in hunne kloosterkerk.

In nomine Domini. Amen. Anno a Nativitate ejusdem millesimoquadringentesimo terciodeeimo, indictione sexta, mensis septembris, dieundecima, hora prime vel quasi pontificatus sanctissimi in Christ()patris et domini nostri, domini Johannis, divina providencia Papevicesimi tereii anno quarto in mei notarii publici et testi= sub-script.orum prese.ncia constitute honorabiles et religiosi viri fratresGerardus de Puteo et Johannis de Raemsdonck eonventuales conventusfratrum predicatorum de Buseoducis requisiverunt dominum Egidium,decanum ecclesie collegiate beati Johannis evangeliste de Buseoducisquatenus suos canonicos convocare veliet et respondere eis supereondicionibus initis inter dominos Egidium decanum et suos canonicosex una parte et conventum fratrum predicatorum de Buscoducispredictos parte ex altera super funeralibus, videlicet quod funeraeligencium se sepeliri apud dictum conventum deherent deportari addictum conventum juxta antiquas eonsuetudines quas habet conventusfratrum predicatorum in Lovanio de funeralibus. Super quibus idemdominus Egidins respondit quod non posset jam convocare canonicosnec facere capitulmn, sed oporteret prius indici capitulum, et addendodixit se yore eredere quod volumus facere prejudicium eeelesie nostre.Actum fuerunt hee in dicta eeelesia beati Johannis prope januamprimam qua itur ad lapicidas, presentibus diseretis viris Revnero deLanghel et Johanna Weert testibus. Deinde intervallo facto quasi uniusbore fratres Gerardus de Puteo predictus et Johannes de Zon conven-tuales sepedicti conventus denuo aggressi stint dictum dominumEgidium decanum et quamplures alios suos canonicos in dicta ecclesiabeati Johannis apprehensos, requirentes ad idem quod prius et quodpermitterentur eos uti dials condicionibus et modo quo fratres pre-dicatores in Lovanio de funeralibus juxta tenorem contentorum ininstrumentis, que dicti fratres predicatores habent, facientibus meneionemde hujusmodi condicionibus et observaneiis in Lovanio. Ad que nichilrelatione dignum responderunt, dempto quod dictus dominus Egidius.decanus, non audions, nec intelligens hujusmodi requisicionem,,

01

prima facie apparebat, dixit quod dieti fratres ei imperarent et iniu-riam inferrent in ecelesia sua, cum ineumberet eos fore oeertpatos etvaeant.es et attentos esse circa exequias funerum suorum: petens superhoc instrumentrun a me notario infraseripto. eta fueront bee inmemorata ecelesia beati Johannis evangeliste juxta ehorum dietorumdecani et canonieorum, presentibus ibidem discretis viris EmondoTheoderici domini quondam Emondi Rover. Tielnianno de Spina etGerardo Polslawer ac quampluribus aliis testibus premissa audientibuset intelligentibus, ad premissa testificanda voeatis et specialiter rogatis.

Et ego Theoderieus Johannis de Mosa, clerieus Leodiensis diocesisimperiali auetoritate publicus et curie Leodiensis notarius, quiapremissis omnibus et singulis unacum diet-is testibus presens interfuieaque sic den vidi et audivi, ideirco hoe presens publicuin instru-mentum exinde confeei, quod propria mane seripsi signoque oleo solitosignavi rogatus et requisitus in testimonium preimssormn omnium etsingulorum.

Oorspronkelijk stub op perliament, zonder zegel. P. A. O. P.

217

BIJLAGE IV.

14S3, 14 September, '8-Hertoyenbosch.

P. P. Jacobus Sprenger en Brixius Florentii, commissarissen vanden Generaal der Predikheerenorde, beloven aan den magistraat van"s-Hertogenbosch de kloosterbervorming zonder krenking van iemandsrechten te zullen invoeren.

Nos fratres Jacobus Sprenger et Brixius Florentii, saere Theologieprofessores atque Rnn Generalis Magistri Ordinis Predicatorum ad re•formandum conventum oppidi Buschodueensis, dieti ordinis, eommissarii,promittimus in bona fide et testimonio conseientiarum nostrarum, vobisprudentibus atque honestis viris schabinis atque eonsulibus dieti oppidiBusehoducensis, quod sine vestro scitu nullum ex fratribus professesnominati conventus, qui se submittere voluerit reformationi et juntanormam regularis vite vivere sine turbatione emittemus, quin poeiusrogabitnus et rogari faciemus talem nut tales, si reperientur involuntariiad manendum, quod cum reformatis fratribus maneant, et cum Omnihumanitate prosequemur eosdem. Si autem aliquis in alio conventureformato stare voluerit, providebimus eidem de loco, et ex tune bona.,si que habet ex parentibus, amicis aut aliunde acquisita et sibi adusum ineertum eoneessa, placet nobis et presencium tenore indulgemusquod talia ponat sub deposito dominorum de oppido ad unum annumduntaxat ; quo evoluto, si permanere voluerit in vita regulari, omniaad communitatem sui convent us nativi tradat. Si autem, quod absit,in tali vita reformata omnino nollet manere, ex tune iterum nobisplacet, ut hujusmodi bona deposita recipiat et sibi de convent:a aliquoprovident nee in hoc volumus sibi prejudicium aliquod inferri. In quorumomnium ficlem et testimonium sigilluni prioratus conventus Buseoducensisde • unanimi nostro consensu presentilms impressimus, anno DominiM° CCCC° LXXXIII°, die mensis Septembris

In (101 .50: Promissio commissariorum faeta fratribus de reformatione.

Oorspronkelijke brief op papier, met opgedrukt zegel van het Bosseheklooster in rood was. P. A. 0. P.

21S

BIJLAGE V.

1483, 17 September, Utrecht.

hertog van Oostenrijk, beveelt Salvus de Panormo,generaal der Predikheerenorde, de hervorming aan van het Mooster to's-Hertogenboseb.

Maximilianus Dei gracia dux Austrie, Burgundie, Brabantie, Lim-burgie, Lueemburgie, Obelrie, comes Flandrie, Arthesie Burgundie,Hanonie, J-{ollandie etc.

Religiose vir, amiee dilecte. Audivimus refornmeionem conventusordinis vestri in oppido nostro Buscoducensi, tociens a nobis et abejusdem oppidi nostri eivibus petitam, nuns effe.ctum sortitam esse;quod nobis plurimum placuit, mandavimus propterea sculteto seu offi-eiario nostro, quatenus fratres sic reformatos in bujusmodi eonventusive claustro nostra parte manuteneat atque defendat, (-plod vobissignifieamus, quatenus eosdem rostra parte, prout vobis seu officiovestro incombit, eciam marmtenere atque defendere velitis, nee contraeos per ceteros illos insolentes fratres quidqnam in contrarium fieripermittere, poeius vero eosdem, ut se eidem reformacioni eonforment,indueere, et si necesse sit compellere cut compelli mandare, nonomittatis; tantum exinde faeiens quod defectu vestro res tam sanctatamque salubris in ruptaram ullarn non eadat. Nam devocioni vestreintimamus quod ubi contrarium feceritis aut Peri pertnittetis. adsanetam Sedem apostolicam cum narracione cause et vestre negligentiequerimonia reeurremus. Seals autem ubi ad confirmacionem tam sanctereformacionis vos eognoverimns laborare, prout et speramus et eon-tidimus, habebimus idipsum a vobis pro maxime grato. Valeat ipsadevoeio rostra. Ex eivitate Trajectensi XVIJ Soptembris, anno millesimo

COCO° LXXXIIP.sirpt. Maximilianus

Bossier

notarius mbseripsi.

In dor.o: Religioso viro, amico nostro dileeto, domino Salvo de Panormo,ordinis predieatorum Generali.

Oorspronkelijke brief op papier, bet reel in rood was verloren.

P. A. 0. P.

219

BIJLAGE VI.

1483, 29 September, 's-Hertogenbosch.

De magistraat van 's-flertogenbosch geeft verslag aan P. SalvusCassetta, generaal der Predikheerenorde, van de invoering der klooster-hervorming in het Bossche klooster.

Reverendissime in Christo pater, sincere dilecte. Cum enim ad instan-clam illustrissimi principis et domini nostri domini Maximiliani Austrie,Bourghondie, Brabancie et Gelrie etc. duds et preces nostras, vestreplacuit paternitati honorabiles viros magistrum Jacolutin Sprenger,conventus Coloniensis, et magistrum Brixium Florencii, conventusBruxellensis priores tic snore theologie professores, pro laudabili refor-macione conventus fratrum predicatorum in oppido Buscoducensi incommissarios ordinare et deputare ; qui commissarii paucis jam peractisdiebus apud nos cum suis commissionibus comparuerunt, quos tali quadeceit reverencia gratanter suseepimus ; pro qua reformacione per ipsosperficienda ipsi nos tanquam brachium seculare in eorum auxilium etcorporum defensionem, in easu quo necessarium fuerit, debita cuminstancia invocarunt. Licet patres ejusdem conventus tam patres etseniores quasi et alii conventuales per ipsos commissarios in preseneianostri consilii, ut vitam assumerent regularem, cum ornni pietate plus-guam sufficienter iterurn atque iterum repetitis pluribus inter-vonientibus diebus, fuerint requisiti, eisdem bona fide promittentes,lit uatenus nullum eorum omittere deberent, imo cum omni pietate achumanitate ens tractarent, hoc omnia cum magna indignacione respueruntnee quovis niodo vestris litteris obedierunt, neque nostris persuasionibusecquiescere curarunt, imo et ipsum conventum mann forti contra refor-macionem servare voluerunt, etc. Tandem junta formam commissioniset plura principis Maximiliani mandata, ipsi commissarii cum pluribusfratribus ejusdem conventus ipsis adherentibus, invocato nostro auxiliopro defensione suorum corporum et introducendis fratribus reformatis,eisdem mantis nostrils porreximus adjutrices, ipsos commissarios cumsuis ab injuriis et violenciis in quantum potuimus defendentes, ipsiquefratres dicti conventus in desperacionem redacti, voluntate et opere,

ut clan patuit, in quantum in eis fuit, maximis cum violenciis resisterenon formidantes. Nichilominus ipsi commissarii cum suis sibi adheren-

Dei gracia et nostro auxilio, ipsum conventum sani intraverunt,

2( )

in Dei nomine commissionem cum Omni pietate adimplentes, (ie omniaabsque alicujus mortis periculo ant notorie lesionis, lens Deo, feliciter,stint peracta. De quibus Deo omnipotenti, vestre paternitati et omni-bus in bee re fautoribus et promotoribus, sineerius quo valemus et proeorde, regraciamus et regraciare non sun :Mills pro nun ' et in futurum ;eum pluribus annis jam peractis hoc piissimum opus totis viseeribusvidere exspectavimus. Quamobrem reverendissime pater, eum opus istudDeo gratissimum. ordini predieatorum magnifieum, principi Maximilian°eordialissimum, nostre civitati jueundissimum, pluribusque ejusdemconventus conventualibus eorde aeceptum et dudum ab eis affeetatum,vestram dominacionem humiliter rogamus, quatenus ob honorem Deiomnipotentis et salutem animarnm nostrarum, edifieaeionem omniumcivium et ineolarum nostrorum, hujusmodi reformaeionem, ipsosquereformatores et reformatos et eorum suceessores eum omni pietatepaterna, omnibus meliorihus modo vi et forma, confirmare et approbareac robur perfeete sanctitatis tribuere velitis, imo quascumque instaneias,grades et informaeiones sinistras partis adverse seu partium adverserumminime estimandas, eo quod de fratribus nativis dieti conventus rema-nentibus viginti quatuor, tantum sex exierint, si enim vestre occur-rerint paternitati, refutare easque tamquam nullas et invalidas, imosuggestiones dyabolicas judicare non denegetis ; viso, quod dominusnoster dominus Maximilianus bane rem singulariter cordi habeat intantum, ut post reformacionem faetain singulars mandatum pro hujus-modi reformaeionem manutenendo sub magnis penis nobis, nostris eivibuset fautoribus commisit. In bus vestram semper venerandam paternita-tem nostris precious piissimis promptam exspectamus ; offerentes nos-metipsos ; de eetero ipsorum fratrum reformatorum et pro hujusmodifratrum reformaeione perseveraneium fautores et fideles promotores ;testante Deo altissimo, qui hoe pium opus stabile vestramque pater-nitatem longevam hilaremque reddat atque salvam. Scriptum in Bus-eodueis anno Domini XIV C LXXX tertio, vieesima none die mensis

Septembris.Oppidum de Buscodueis.

In (70180: Ileverendissimo in Christo patri et domino, magistro Salvode Cassette, magistro generali ordinis predieatorum ete. —

Domino suo colendissimo.

Oorspronkelijke brief op papier, bet zegel in groen was verloren.P. A. 0. P.

001

IIIMAGE VII.

1494, 4 April, Oirsehot.

P. Willielmus van Grave, supprior der Predikheeren to 's-Hertogen-bosch, doet een herhaald beroep op den apostolischen Stoel tegenJoannes van Roorne, bisschop van Luik, die den paters, wegens eenebroederschap van het H. Sacrament, alle geestelijke bediening in zijnbisdom ontzegd had.

In no in i n e I) omin i. A rn e n. Tenore presentis publici instru-menti cunctis patent evidenter et sit notum, quod anno a nativitateejusdem Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo quarto,indictione duodecima, die vero veneris, decima quarta mensis martii,horn primarum sen causarum de mane, pontificatus sanctissimi inChristo patris et domini nostri domini Alexandri, divin g Providentiapage sexti, anno secundo, in mei notarii publici ac testium infrascrip-torum ad hoc vocatorum specialiter et rogatorum presencia personaliterpropter hoc constitutus, honorabilis vir dominus ac frater Willelmusde Gravia Ordinis predicatorum conventus oppidi BuscoducensisLeodiensis diocesis supprior, ut eciam et tanquam prioris et conventuspredicatorum, ut asseruit, legitimus procurator, quamdam appellacionis,.provocationis apostolorumque petirionis cedulam, quam suis tenehat inmanihus, animo et intencione, ut dixit. appellandi, provocandi aposto-losque petendi ac alia, que in eadem cedula continebantur, faciendi,legit et publicavit ; et cum hujusmodi appellacionis cedulam, cujustenor infrascribitur, de verbo ad verbum et usque in finem ejusdemalta et intelligibili voce legisset et publicasset, idem dominus et fraterWillelmus, supprior et quo supra nomine procurator, dixit so appellare,provocare apostolosque petere ac cetera facere que et prout in pretactaet infrascripta cedula continebantur et continentur et super premissisomnibus et singulis antedictus dominus et frater Willelmus, quo priesnomine, sibi a me notario public° infrascripto unum vet plura publicumsea publica confici et fieri peciit instrumentum seri instrumenta. Actafuerunt hec in navi ecelesie collegiate et parochialis sancti Petriapostoli Oerschottensis (Ede Leodiensis diocesis, sub anno, indictione,mense, die, horn et pontiticatu quibus supra, presentibus ibidemhonorabilibus et discretis viris dominis et magistris Daniele de Hersselcanonic° et Gyselberto de Gestel cappellano predicte Oerschottensisccelesie, Arnold() van der iNleyen et Amisio restore de Blayel testibus..supradicte diocesis ad premissa voeatis pariter et rogatis.

020

Tenor v e r o eedule appellacionis, de qua prefertur, sequitur etest talis: Cum appellacionis remedium sit a venerandis patribusantiquissimis juris conditoribus in relevamen oppressorum salubriteradductum ; idcirco Ego frater Willelmus de Gravia ordinis predicatorum,conventus oppidi Buscoducensis Leodiensis diocesis supprior etc. at ettanquam procurator legitimus pretacti conventus, animo et intencioneprovocandi et appellandi apostolosque petendi ac alia infrascriptafaeiendi Dico et in his scriptis propono quod, quamvis pretacticonventus et ordo predicatorum racione ordinis ac eciam juris com-munis adeo fuerint et sint a tempore memoriam hominum exeedenteprivilegiati ; quod ipsi fratres predicatorum ordinis et conventus, taminfra locum ejusdem sui conventus quam extra eumdem, eciam inquibuscunque ecclesiis parochialibus soliti sint et fuerint confessionesChristifidelium audire, absolucionis benefieium impendere, verbumdivinum predicare. terminos suos consuetos observare et cireumirecapellasque oratoria infra septa conventus eorumdem oh salutemanimarum, Deo et ecelesie famulantium, fundare et construere, con-fraternitates quoque ibidem devote confluentes recipere et benigne adovine bonum instruere, preter tamen et absque eo quod ipsis confra-tribus pretactorum ordinis et conventus, presbiteris et ecelesiarumparochialium rectorihus sea persouis devotis, confraternitates in ecelesiapretacti conventus colentihus et ibidem Deo famulantibus, desupdrunquam aliqua inhibicio, citacio sive impedimentum a quocumque.facta,,intimata sive in eos executa extiterit; Nichilominus tamen decentdiehus nondum elapsis, quidam domini Sy-mon vicecuratus ecclesiesancti Johannis pretacti oppidi de Buseoducis et Johannes Borehmansex Hilvarenbeeek, presbiteri, eoram prelibato suppriore ordinis predi-catorum oppidi pretacti comparuerint ipsique suppriori quoddammandatum, a reverendissimo in Christ() patri et domino Johanne deHoerne episcopo Leodiensi, ut prima facie apparebat, emanatum, inpremissorum graciam editum et fuhninatum intimaverint, insinuaverintet notificaverint veramque copiam illius ad valvas eeclesie parochialisSancti Johannis died oppidi et aliarum ecclesiarum affixerint seuaffigi fecerint et proeuraverint ut affixa fuerint ; confratres quoqueconfraternitatis venerabilis Sacramenti in dicta ecelesia pretactieorum conventus Deo devote servient.es, per fiscum ejusdem reveren-dissimi patris domini Leodiensis, coram venerabili viro domino officialiLeodiensi, citati quo nescitnr colore et ibidem in causam tractiextiterint.

Unde ego frater Willelmus, supprior et procurator quo pries nomineantedictus, senciens antAietum eonventum, ordinem nostros, confratres

90 2

quoque in dicta nostra ecclesia devotam confraternitatem, ut pretangitur, ,servantes et colentes per premissa multipliciter et enormiter lesos etgravatos, timendumque eosdem imposterum plus ledi et gravari posse ;ideirco a prenarratis, insolitis, inusitatis mandatis, forsan ex sinistrainformacione impetratis, intimacione, insinuacione et tali quali execucione,prefatorum confratrum citacione et in causam tractione, tanquam defacto presumptis et attemptatis aliisque omnibus et singulis inquietacione,perturbactione, gravaminibus, dampnis et injuriis conventui et ordininostro ac confratribus antedictis nobisque adherentibns et adhesuris,per premissa illatis, coram te notario public() et testibus antedictis,animo et intencione halm causam ad Roman= curiam devolvendi adsanctissimum in Christo patrem et dominurn dominant Alexandrumpapaw modernism ejusque sanetam sedem apostolic= provoeo et inhis scriptis appello apostolosque mihi dari peto instanter, instancius,instantissime, protestans de hac mea appellacione reformanda prosequenda,insinuanda illi aut illis ac tempore et loco quibus teneor et debeo actat est juris et moris. Super quibus peto a te notario public() instru-mentum unum publican' seu plum sub astancium personarum testimonio.

Dein1e anno, indictione et pontificatu, quibus supra, die tamen vene-ris, quanta mensis Aprilis, horn pritnarum seu causarum de mane, inmei notarii publici ac testium infraseriptorum ad hoc vocatorum etrogatorum presencia personaliter eonstitutus. honorabilis vir dominuset frater Willelmus de Gravia, ordinis predieatorum - conventus oppidide Buscodueis predictus superior, eciam in absencia prioris Romipete,-at et tanquam dietorum prioris et conventus, ut asseruit, procuratorcitra tamen suorum quorameunque aliorum proeuratorum revocacionem,nude protestabatur vigore clausule in prescripta sua appellacione juncte,videlicet protestans de hac men appellacione reformanda, prosequendaet insinuanda etc. non recidendo a prioribus appellacionis Buis litterissuprascriptis nuper per eum quo prius nomine interpositis, sed illasper istam et istam per ills corroborando illique inherendo animo etintencione clarius et lucidius in scriptis provocandi et appellandi apos-tolosque petendi, ut asseruit, quamdam aliam appellacionis apostolorum-que peticionis cedulam, quam Buis tenebat in manibus, per me notariumpublicum infraseriptum legi et publicari petivit. Et cum ego notariuspublicus hujusmodi appellacionis cedulam, cujus tenor infra scribiturde verbo ad verbum et usque in fluent ejusdem alta et intelligibilivoce legissem et publicassem, idem dominus et frater Willelmus quoprius nomine, dixit se appellare, provocare apostolosque petere ac ceterafacer°, quae et prout in pretacta et infrascripta cedula continebauturet continentur. Super quibus omnibus et singulis premissis thetas

024

dominus et frater Willelnms, supprior nomine quo supra, sibi a menotario publico et infraseripto mmin vel plum publican ' sou publicaconfiei et field peeiit instrumental! ' son instrumenta. .Xcta fuerunt hecin navi exclesie collegiate et parochialis Sancti Petri Oerschottensispretacta sub anno, indietione, please. horn et pontificate quihussupra, presentibus ibidem honorabilibus viris domini'S et magistris Da-niele de Herssel canonico et Gysberto capellano predicte Oerschottensiseeelesie, Arnold(' van der Meyen et Amysio rectore de Bladel testibus,supradicte diocoesis ad premissa vocatis pariter et rogatis.

Tenor zero bujusmodi cedule altime appellacionis, unde prefertursequitur et est talis: Gum appellacionis remedially sit a venerandispatrihas antiquissimis juris conditoribus in relevamen oppressorumsalubriter adductum idcirco ego frater Willelmus de Gravia ordinispredicatorum, conventus oppidi Buseoducensis Leodiensis dioeesis sup-prior, etiam in absencia prioris Romipete, at et tanquam dictorumprioris et eonventus legitimas procurator citra quorumerinque aliorumprocuratoram nostroruin revocacionem, animo et inteneione provocandiet appellandi apostolosque petendi no ilia infrascripta faciendi, dicoet in his scriptis propono, quod quamvis pretacti conventus et orclopredicatorum racione ordinis ac juris communis adeo sint et fuerint atempore memoriam hominuni eAcedente privilega.ti, quad ipsi fratres-pretaeti ordinis et conventus tam infra locum ejusdem sui conventusquam extra eumdem conventum, in quibuscunque ecclesiis parochialibas,soliti fuerint et sint confessiones Christifidelium audire, absolacionis-impendere beneficium, verhum Domini predicare, terminos suos consuetosservare et eircumire, elimozinas a Christifidelibus quibus verbum Deipredicant suscipere, capellasque et oratoria infra septa conventus eorum-dem oh salutem animarum, Deo et ecclesie famulantium, fundare etpro ipsorum et fidelium commodo et devocione construere, confratresque,varii operis in ipsorum necnon confratres de eonfraternitate venerabiliset sanetissimi Sacramenti in illorum capellis ibidem devote confluentesrecipere soliti fuerint, et ad mime bonum instruere ; Cumque etiampretacta fraternitas venerabilis Sacramenti. oh reverenciam ejusdemreverendissimo Domino Episcopo Leodiensi per suns litteras duclumfuerit approhata, atque idem Dominus Leodiensis in singulis triumfestivitatam processionibus, in deportacione venerabilis Sacramenti,omnibus qui dictis processionibus interfaerint vet Siteramentum segue-rental. , quadmaginta dies indulgentiaram de gracia sun speciali indulseritet coneesserit, prefer tamen et absque co quod ipsis priori Roinipetemoderno alisenti no confratribus pretactoram ordinis et conventus aliquacanonica monicio rite emissa fuerit : Cain tamen Deus omnipotens

225

dederit ut videtur de elamore Zodomorum ; Dederitque formam judicibusno in condempnando sint precipites, neque nobis convictis aut confessiseciam presbyteris et ecelesiarum parochialium rectoribus seu personisdevotis confraternitates in ecelesia pretacti nostri conventus colentihuset ibidern Deo famulantibus desuper unquam aliqua inhibicio, citacioseu impedimentum, a quocunque faeta, intimata sive in eos quomodoliheteititerit; nichilominus tamen certo tetnpore jam elapso, quidam domi-nos Symon, vicecuratus ecelesie Sancti Johannis pretacti oppidi deBuscoducis, et Johannes Borchmans de Hilvarenbeeck presbyteri suc-cessive eoram me prelibato suppriore ordinis predicatorum oppidi pre-tacti comparuerint michique suppriori quoddam mandatum a reveren-dissimo in Christo patre et domino domino Johanne de Hoerne episcopoLeodiensi, ut prima facie apparebat, emanatum in premissorum eon-trarium editum et fulminatum, intimaverint, insinuaverint et notifica-verint veramque eciam copiam illius ad valvas ecclesie parochialisSancti Johannis dicti et aliarum ecclesiarum affixerint et dimiserintseu affigi fecerint et procuraverint ut affixa fuerit ; confratres quoqueeonfraternitatis venerabilis Saeramenti, in dicta nostra eeclesia ereeteet approbate, in predieto nostro conventu Deo devote servientes, perfiscum ejusdem reverendissimi patris domini Leodiensis eoram venerahiliviro domino officiali Leodiensi ad oppidum Distense citati, quo nescitureolore, nisi divinum, ut presumitar, cultum impedientes, et ibidem incausam tracti extiterint.

Unde ego frater Willelmus supprior et procurator, quo Arius nomineantedictus, senciens antedietum conventum et ordinem nostrum, con-fratres quoque in dicta nostra ecelesia devotam confraternitatem inhonorem venerabilis Sacramenti, ut protangitur, servantes et colentes,per premissa multipliciter et enormiter lesos timensque nos et eosdemimposterum plus ledi et gravari posse ; idcirco a prenarratis, insolitiset inusitatis mandatis, nulla monicione canonica precedente, ac forsanex sinistra informacione impetratis, intimacione, insinuacione et taliterqualiter execucione, de privilegiorum concessorum revocacione, de nonaudienda confessione, in casibus episcopalibus auctoritatis absolvendiprivacione, de verbo Dei non predicando ac in consuetis terminis ele-mozynarmn peticionis et largicionis interdictione, necnon prefatorumconfratrum de venerahili Sacramento citacione, et de causarum tractacione,tanquam de facto presumptis et attemptatis, aliisque omnibus et sin-gulls inquietacionibus, perturbacionibus, gravaminibus, dampnis etinjuriis conventui et ordini nostris ac confratribus nobisque adheren-tibus et adhesuris per premissa illatis et comminatis, coram to notario

public() et testibus hie astantibus animo et intencione bane causam ad15

2°6

romanam Curiam devolvendi ad sanctissimum in Christo patrem et

dominum dominum Alexandrum papaw modernum ejusque sanctamSedem apostolieam ant quemeunque alium superiorem, ad (I rwin vel adquos de jure vel consuetudine provocari, recurri poterit aut (porno-dolibet appellari, provoco et in hiis scriptis appeilo apostolostine miciddari a vobis notario, pales de jure michi dari debeant, saltein testi-moniales peto instanter, instancius, instantissime, submittens me acvenerabilem dominum nostrum priorem Romipetam ac fratres conven-tus nostri fratresque confraternitatis de venerabili Sacramento, eorumbona et jura michique adherentes et adhesuros ac statum negociipresentis perfectioni, tuicioni et defensioni prefati domini nostri pape,protestans de hac mea appellacione reformanda, prosequenda pt insi-nuanda illi ant illis ac tempore et locis, quibus teneor et debeo, at:alias protestor ut est juris et moris. Super quibus peto a to notariopublico instrumentum unum publicum seu plura sub astancium perso-narum testimonio. Ex . tunc ego notarius infrascriptus supraseriptamcedulam ad me recepi et perlegi ac apostolos testimoniales a me petitossihi nomine quo supra appellanti dedi.

Tenor vero collie litterarum reverendissimi patris et domini Leodiensisin prefatum dominum et fratrem Willelmum suppriorem taliter qualiter,ut asseruit, executarum et in valvis prefatarum ecelesiarum affixarum etdemissarum sequitur et est talis : Johannes de Hoerne Dei et aposto-licae Sedis gracia episcopus Leodiensis universis et singulis presbyteris,clericis, notariis et tabellionibus publicis nobis subditis Salutem inDomino. Sicuti Monasteriorum piorumque locorum et in eis sub regulariobservancia Domino famulancium, vota benigno favore prosequimur,sic temerarios conatus insolencium et abusus, quos aliquando aliquisub pietatis imagine introducunt detestztmur. Sane, prout accepimus,dilecti nobis in Christo prior et conventus monasterii predicatorumoppidi Buscoducensis de indultis apostolicis graciis quoque et favoribusa nobis et nostris autecessoribus concessis nimium confisi, parochianosecclesie collegiate Sancti Johannis evangeliste, que matrix et parochialisexistit, et oppidanos antedicti oppidi a supradicta matrice ecclesiailliusque frequencia retrahere et ad eorum conventum allicere cupientes,in supradicto conventu, preter religiosos conventhales, quamdam con-fraternitatem secularem instituere et ad illam diversas personas • see-ti-bia-es et prophane vite, eciam in magna et copiosa multitudine, assu-mere, congregaciones facere et statuta componere, festa singularia etprocessiones solemnes instituere, illasque extra septa ordinis monasteriiinfra parochiam predietam, tempore quo divina celebrantur in ecelesiamatrice, cum cruce elevata et venerabili Sacramento facere, nonnullaque

227

alia sub simulata quadam sanctitatis specie dicere et eommittere pre -sumpserint et presumunt incessanter, per que supradicte collegiate etmatricis ecclesie honor detrahitur, nostra quoque et illius jura mul-tipliciter minuuntur ; Nos igitur ex racionis debit°, quad supradictematricis eeclesie debitus honor non servatur, tolerare non valentes,attendentes quoque, quod privilegia sua meretur amittere qui quodnon convenit carat assumere, ne supradictus prior et conventus, subconfidencia beneficiorum nostrorum, alias confidencius in suo ,jure moles-tent et matrices ecclesias earumque rectores eontempnant pariter eteludant, omnia et singula privilegia, gracias sea beneficia, prefatispriori et conventui in genere aut singularibus personis ejusdem inspecie a nobis ant nostris antecessoribus episcopis Leodiensibus conces-sas et concessa, cassamus, revocamus, irritamus et adnullamus, cassaquoque revocata, irrita et adnullata esse volumus et mandamus; sicquod illorum pretextu non poterunt in antea extra locum sui conven-tus infra nostram diocesim sea parochiales ecelesias ejusdem, confes-siones audire et absolucionis beneficium precipue in casibus episcopali-bus impendere, Verbum divinum predicare, terminos suos eircumire antin premissis vel aliis sacramentalibus, quibuscunque quidquam faceresea attemptare, nisi quatenus eisdem de jure communi licit= est etconcessum. Quocirca vobis omnibus et singulis supradietis et cuilibetvestrum in solidum, in virtute sancte obediencie et sub excommunica-eionis pena, districte precipiendo mandamus, quatenus ad voluntatemlatoris penitenciam, predicta omnia et singula in faciebus parochialiumecelesiarum vestrarum infra missarum solemnia ac eciam alio tempore,prout expedire videbitur, signifieetis, insinuetis per presentium littera-rum nostrarum ant vere copie earumdem exhibieionem et ostensionem etaffixionem ; monendo eosdem presbyteros, curatos seu vicecuratos et aliosquoscunque, quatenus opus fuerit, ne supradictos predicatores in et adeorum eeelesias sea intra limites suarum parochiarum ad premissa veleorum aliqua facienda recipiant vel admittant. Quad si secus facereaut premissis non obstantibus ipsos in eorum ecclesiis recipere veladmittere attemptaverint, nos contra ipsos et eorum quemlibet adgraviora procedemus. Harum nostrarum testimonio litterarum sigillinostri ad causas appensione corroboratarum et datarum, in civitatenostra Leodiensi anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimononagesimo quarto, mensis februarii die ultima. Sic signatum et sub-script= datum per copiam, diligenti facta collacione ad litteras origi-

nales, per me Petrum Joannem Rutgers de Os, notarium puhlicum.Et quia ego Wiffielmus de Petersschem, clericus Leodiensis diocesis,

publicus sacra imperiali auctoritate notarius juratus, pretactis appel-

22S

lacione, provocacione, apostolorum peticione, protestatione successive.ut prescribitur, interpositis et factis aliisque omnibus et singulis, dun"sic ut prescribitur successive fierent et agerentur, una cum prenomi-antis testibus interfui eaque sic fieri scivi, vide et audivi; ideirco hocpresens publicum instrumentum menu alterius fidelis scriptum etingrossatum, me aliunde occupato, evinde confeci et in hanc publican'formam redegi, signoque et nomine meo, solitis et consuetis signaviin fidem. et testimonium veritatis omnium et singulorum premissorumrogatus et requisitus.

sign.: Wilhelmus do Petersschem.

Oorspronkelijk stuk op perkament, zonder zegel. P. A. 0. P.

') Romipeta iemand die naar Rome gnat of aldaar is, aldus volgens_den Zeereerw. Heer W. Hoevenaars, Can. Reg., Wiens voorlichting bij deontqfering dezer stukken wij dankbaar erkennen.

0 2 9

BIJLAGE VIII.

1508, 20 J1rq11.q tr, 's-Hertogenbosch.

Aleydis, doehter van Henricus Loenmans en weduwe van Jacobus

Goyarts, wonende to • s•Hertogenboscb, kiest bij testament bet Predik-heerenklooster tot begraefpleats nit en vermeakt o. a. een legaat aande broedersehapskapet van het H. Sacrament, in genoemd kloostergelegen.

In nomine Domini Amen. Per hoe presens publieum instrumentumcunctis patent evidenter et sit notum, quod anno a Nativitate ejusdemDomini millesimo quingentesimo tertio, indictione sexta, mensis Augustidie vicesima, pontifieetus sanetissimi in Christ° patris et domini nostridomini Alexandri, divine Providentia pape sexti anno undecimo, inmei notarii publici testiumque infrascriptorum ad hoc vocatorumspecialiter et rogatorum presentia personaliter constituta, honesta etdiscrete matrone Aleydis, filie quondam Henrici Loenmens relictaquelegitima quondam Jacobi Goyarts, incola et inbabitatrix oppidi deBuseoducis, Leodiensis dyoeesis, licet corpore debilis et in iecto sueegritndinis decumbens, ratione tamen et discretione vigens ac sensuumsuornm belie per omnia compos existens, prout euilibet ipsam videntiet audienti clare apparere poterit. Attendees et in mente revolvenshujus vite humane ineonstentiam et fragilitatem mortemque elsecertam, Nora autem ejusdem nil incertius existere, diesque nostros Jobtestante, velnd umbram deperire ; idcireo nolens ab hac lace intestatedecedere, Deo altissimo favente, volens et summopere desiderans animesue saluti providere ac intestatorum casus evitare, de bonis suis sibiab omnium bonorum Largitore super bane terrain eollatis et uoncessissuum in presentia et de expressis consensu et voluntate Henriee etElisabeth, sororum filiarum dicte testatricis, uondidit et ordinavittestamentum ac suarn ultimam et extremam declaravit voluntatemseeundum module et formam infrascriptos. In primis dicta testatrixanimem dum enim eorporis sui ab ergastulo dissolute fuerit inmenus altissimi sui Creatoris et gloriosissime virginis Marie suegenitrieis humiliter et devote commendevit eorporisque sui seucad averis e legit sepulturam ecclesiastic:am in conventu fratrum predi-cator= in Buscodueis, volensque et menclans debita sua legitimauneetun exequiarnin sear= expensis, necnon injuste si quo fuerint peream acquisita, de primis et promptioribus suis bonis persolvi, restitui

930

et emendari. Et in speciali pro suis vagis et, forsan injuste acquisitisbonis, de quibus minime constare poterit, legavit fabriee ecclesiesancti Lamberti Leodiensis quinque stuferos semel post mortem suamdandos. Item fabriee ecclesie saneti Joannis evangelists in Buseodunisetiam quinque stuferos seinel ut supra dandos. Insuper dicta testatrixdixit se habere solvendum certum redditum hereditarium supra oppidumde Huesden redimibilem perpetuis temporibus cum et mediantibuscentum et quinquaginta aureis florenis, gouden Andriesgulden C0111-

tut-miter voeat is, computando duodecim denarios, dictos dubbel vuyrysers,pro quolibet hujusmodi florenorum, junta continentiam suarum litteraruminde mentionem facientium. De qua quidem summa centum quinqua-ginta aureorum_ florenorum dicta testatrix hujusmodi triginta florenos,gouden Andriesgulden vocatos, legavit et jure testament" reliquit etin puram eleemosinam dedit eapelle venerabilis Sacramenti, situate indicto convent"' fratrum predicatorum. ab eadem Capella statim postmortem dictorum testatrieis et Henrice sue fide et non prius habendosac ad libitum et voluntatem magistrorum seu provisorum fabriee dicteeapelle applicandos et convertendos. Insuper dicta testatrix voluit etmandavit per presens hoc suum testamentum vult et mandat, (juoddicti restores ac provisores dicte fabriee eapelle venerabilis Sacramentipro parte sue singulis annis et hereditarie quousque dietus redditus abineolis de Huesden redimeretur tantummodo levabunt et percipient,nee plus levare et pereipere tenebuntur in annuali solutione, Tramde decem et octo florenis unum ilorenum, reducendo videlicet dictatesummate centum et quinquaginta florenorum ad hereditarium redditumocto aureormn florenorum, dictorum gouden Andriesgulden, et tertiampartem unius hujusmodi enrol floreni, non obstante beet littera Tacitmentionem de decem hujusmodi florenis. Item insuper voluit dicta testatrix,quod restores dicte eapelle venerabilis Sacramenti dittos denarios autredditum eis, ut premittitur, legatos nunquam vendere, alienare,transportare aut aggravare poterunt nee valebunt. Et si contigeritemndem redimi quod ex tune denarii exinde provenientes per predictasHenrieam et Elisabeth, suas filias, si protunc in humanis vixerint,alioquin per suos executores infranominatos, convert" et applicaridebent in redditus hereditarios ad opus dictorum rectorum eapellepro una parte. scilicet pro sua parte. Postremo elegit suos executoresvenerabilem patrem presby terorum et clericorum dornus sancti Gregoriiin Buscoducis et magistros fabriee dicte ecclesie sancti Joannis even-geliste pro tempore existentes, absentes tamquam presences. Quepremissa omnia et singula dicta testatrix dixit suum fore et essetestamentum finalemque voluntatem, quod seu quam valere voluit jure

281

testamenti serf codicillorum aut alio jure quocunque quo quevis ultimadecedentis voluntas melius et firmius valere poterit, non obstante siin eo vel in ea aliqua juris vel facti solempnitas de jure aut con-seetudine adhibenda, requisite pretermissa fuerit vel alias negleeta. Deet super quibus premissis omnibus et singulis dicta testatrix sibi ame notario publico subscript° unum vel plum publicum see publicafieri atque conhci petiit instrument= et instrumenta in forma meliori.Acta fuerunt bee in domo habitationis dicte testatricis in Buseodneissita ; sub anno, indictione, mense, die et pontificatu, quibus supra,presentibus ibidem honestis viris Johanne Alberti et Egmondo Albertitestibus ad prenussa testificanda vocatis specialiter et rogatis.

Et ego Fredericus Sehaeek, presbyter Trajeetensis diocesis publicussacra imperiali auetoritate notaries juratus, quia premissis omnibus etsingulis, dum sick premittitur, fierent et agerentur, unacum prenomi-natis testibus presens ut notaries interfui eaque omnia et singula sicfieri vidi, seivi et andivi ; ideireo hoe presens publicum instrunientummanu alterius, me aliis oceupato negotiis, fideliter scriptum, exindeconfeei et in bane publieam formam redegi ac mann mea propria,subscripsi signoque et nomine meis solitis et consuetis signavi in fidemet testimonium omnium et singulorum premissorum rogatus et requisites.

Sehaeek.Goeswini.Fredericus.

Oorspronkelijk stuk op perkament, zonder zegel. P. A. 0. P.

BIJLAGE IX.

1501, 12

Vrouwe Herbreeh, dochter van den heere Theodoricus, beer vanBronckborst en Batenburg, weduwe van heere Joannes Diebier, beervan Mierlo, kiest hare pTatstede in het Predikheerenklooster te 's-Her-togenbosch onder bilvoeging van verschillende testamentaire besehik-kingen.

In den iersten soe beveel ick myn zyele in de handen Golds Al-meehtich van Hemelryek, Marien synre lieve gebenedider Moder endeMaget ende den gehelen Hemelschen Heer, als 't later gebuert vanmynen lichaem te sceyden, ende begere myn sepulture binnen derconvent van de Predikaren in der stat van 's-Hertogenbossehe gele-gen. Item ic hesette ende maecke voor 't Been, dat is met onreehtvercregen mach hebben, der Fabryken van Sunte Lambrechts tot Lu-dich een Rynsgulden na mynre doot eens te geven. Item ick makeende late eleken van den vier biddenden orderen een Rynsgulden alsboeven te geven. Item den eappellaen van Myerle een Rynsgulden eensals boeven te geven. Item den Coster van Myerle eenen halven Ryns-gulden eens te geven. Item ick make mynen erffgenamen ende elckenvan hen, see verre sy begeren offt yemant van hen begeert, eenenRynsgulden eens te geven als boeven. Item myn tafel die op tenHuy se is, beset ick te staen op sunte Rombouts Autaer in den nyeuwenchoer binnen der kercken van Myerle. Item der kercken van Alegenalsoe veel uyt te reicken als deselve by testamente zelliger gedachtenmyns Heron mans gemaect ende geberten is. Item voerts soo loot,maeek ende beset ick te staen recht, toeseggen ende mad-it, dieick hebbe tot mynen Heer van Yselsteyn, allet 't Been, dat by myschuldich is in alsulcke manieren by my verbonden ende verobligeertstaet, nae innehout ende uytwysen sekerer brieven, daer at zynde oock't gene geheelyek, dat my nosh aen versterven mach van patrimonio,meegaders allet 't goon daerinne ie mocht hebben to disponeeren endete laten van den gulden, die myn heer vader zali er gedachten metmy in Heylix voerwarden gegeven heeft, den convent van den Predi-karen binnen de stadt van den Bosse, ende dies sal Breeder AndriesWoutersz van Es, binnen denselven convent woenachtigh, verobligeertende schuldich syn te doene 't Beene, dat tussen hem ende my vercaltis, to weten : te doen maken een capelle van Misgewaedt, autaercleet,geerdinen aen den hoogen autaer, oock een serck op men graft to doen

233

leggen, ewiche vigilie, Missen te doen gescbyen, ende die President opten stoek in der sernioen alle Sondaegen sal mynre gehoechnisse bou-wen, bidden ende doen bidden getrouweliek voer myne zyele. Itemirk wille ende maeck dat men van de voersc. gueden, den Predikarengenmeckt, alsoe veel neme, te weten van den penningen daer affeoe-mende, 't sy inne coop off gelden alyne, mynen broeder Jacoppen huerliemerlinck en Heylwichen huer camerier eleken tot hueren ]even vyf-tien Rynsgulden jaerlyx. Item ick wille ende begere dat men alle mynwettige scout, waer men die bevinden sail van mynen alregereetstengueden voldoe ende betaele ende men vercope allet 't geen, dat mentoebehoert op ten Huyse synde ende die penningen applicere soet voersc.is mvn scout te betalen ende mvn uvtvaert doende. Item indien deeryet oversehyet den ..... ende 't surplus van lien men hekeren sailende geven der kercken van Myerle tot eenre capelle van Misgewate,als een kasel ende twee rocken, off wet hulpe daer toe en 't eenrespynde den armen eens te doen en alle dit nee diseretien en ordinerenmynre executoeren, hieronder genoempt. Item indien ende bet vangeenen node en wercie eenige tapisserie oft elederen te vercoepen metwapenen myns mans zaliger gedacbten, will ende begeer ick, dat mendie laet volgen ende uytreicken den convent van den Predikaren voersc.Item in gevalle ende myn wittige scult haer voirder ende hreder strec-ten, den myn goet uythrengen mach, sullen dat vervullen die Predi-karen metten penningen van mynen Neer van Ysselsteyn coemende,ende met desen gespecificeerden 'Listen sullen sij lossen ende vry synvan alle andere Impeticin ende moyenisse. Item hesette ende mackeder kercken van Myerle twelff Peters, die men beleggen sail op guedeonderpanden, deer voer sal men doen jaerlicx myn jaergetyde met vigilieende Missen, weleke rente men sail deelen in dryen gelycke deelen ; teweten den pastoer, oft syn vicaris, een derdeel, d'ander derdeel denkerckmeesters tot behoeff der kercke voer 't gelucht, ende derde dordelden priesteren, die Missen doen ; gereserveert daerinne den Coster synquoet ; ende in gevalle die Missen nyet gedaen worden, men het dordegedeel in eenre spynde den armen gereserveert nochtans denroster syn portie. Item ick wide ende begere, dat men Willem vanEnckevoirt, Willem Tyssen, die erffgenamen Oems, erffgena-men Jacops van Grolle ende alle andere, die borche moegen syn, vuerdyeselve borgen aen Heeren J..coppen Maes, canonick der kercken Sint-Jans binnen der stadt van den Bossche, doen by leefde, vuer een sommevan vier hondert Rynsguldens, deer men jaerlycx twee en dartichRynsgulden pachte voir geldende is ten losse steen, waervan LambertusMillinek die belft, metgaders de halve pecht seuldieb is, losse quyte

23 4

ende vrye alsoe dat ter eausen van liner borehtochte hen egeen (Timmeren coeme ; ende dit mvn testament ende mynen utersten wille

Afschrift uit Chionicon conrentu. Bascoducensis van P. J. Brouwer. 0. P.

Kraehtens dit testament verkreeg het klooster recht op 984 Rijnsgulden,Welke de Heer van Lisselstein nit een ciins van de heerlijkheid Craenendonckaan gemelde erflaatster schuldig was. Bij den dood der erflaatster rees ergeschil tusschen het klooster en beer Frederik, graaf van Buren, hoer vanLeerdam en Cranendonck, erfgenaam der Heeren van IJsselstein. Eerst den4 den Januari 1509 werd de zaak bijgelegd in dier voege, dat de Graaf aanhet klooster 300 Rijnsgulden zon uitkeeren in bout, halken, enz. en 200Rijnsgulden in specie.

235

BLILAGE X.

1561, 28 Ja

P. Godefridus van Mierlo, provinciaal der Predikheeren, getuigt datde hoogwaardige heeren Robertus van Bergen, Prins-bissehop vanLuik, Gregorius Silvius, suffragaan van Luik, en Nicolaus van Egmond,suffragaan van Utrecht, ieder 40 dagen aflaat hebben verleend aan degeloovigen, die rouwmoedig voor het beeld van 0. L. -Frottu, van den

Viede hebben gebeden om den vrede der Christenheid.

Anno domini Millesimo quingentesimo sexagesimo, procurante Rdopatre fr. Anthonio de Leendt sacrae theologiae lectore, Priore humusconventus fratrum Praedicatorum in Buscoducis, erecta est statuadeiparae virgini gloriosae in horto dicti conventus Ild ,8'(oldant Mariam

(le pace nuncupata. Et ex sollicitatione praedicti P. Prioris Reverendis-simus et illustrissimus Princeps 1). Robertus a Bergis Epos Leodiensisconcessit contritis cum proposito contitendi tempore et loco (orantibustamen ante praedictam imaginem pro tranquillitate et pace totiusChristianismi et bon() statu Ecclesiaco quadraginta dies Indulgentiarum.hem Rdus Dominus Gregorius Silvins sacrae theologiae professorordinis Praedicatorum, Eplis Tagastensis ac dicti ReverendissimiLeodiensis Suffraganeus pro eadem causa concessit totidem. DatumLeodii, Anno domini 1561 in die sanctorum Innocentium, sub sigilloet signature Reverendi Tagastensis praedicti, quod ego fraterAnthonius praedietus sigillo officii mei prioratus confirmo ac certifico,Item dominus Nicolaus de Eckmunda Epos Hebronensis, SuffraganeusReverendissimi domini Trajeotensis sub eadem ratione concessit quadra-ginta dies Indulgentiarum. Attestatus est Eximius Magister posterProvincialis frater Godefridus de Myerle, Anno domini Millesimoquingentesimo sexagesimo primo, XXV1IJ mensis Julii.

In dors° : Sancta Maria de pace. Pacem relinquo vobis. Anno 1561,28 Julii.

Oorspronkehjke brief op perkament, met uithangend gesehondenprioraatszegel in rood was. P. A. 0. P.

`) 3 r

MIRAGE Xi.

1618, 30 Jamurri, ',-.1fertoyepb(mch.

Nicolaas Zoesius, bissehop van 's-Hertogenbosch, bevestigt dooreene oorkonde den loffelijken arbeid der Predikheeren.

Nicolaus Dei et Apostolicae Sedis gratia Episcopus Buscoducensis,universis et singulis praesentes nostras litteras visuris, lecturis, pariteriegi audituris, salutem in Domino. Notum facimus et attestamur perpraesentes ex certa et propria nostra scientia, (plod hisee induciisdurantibus sub parochia de Druenen, nostrae dioeesis, per religiososconventus Praedicatorum hujus Buscoducensis civitatis Sacrosanct=Missae officium diebus Dominicis et festis est celebratum, Verb= Deipraedicatum et Sacrainenta ecclesiastica administrata ejusdem conventus,et non sine gravi lahore, difficultate et molestia, illius Religiosorum.atque maxi= Bono et utilitate Christifidelium in oppido de Huesdenet aliis vicinis locis ab haereticis occupatis habitantium; unde et ii inCatholica et Ortbodoxa fide confirmantur et alii ad eamdem accep-tandam exeitantur au pretacta Capella de Cuyck ita frequentatur anmltis tit eas capere nequeat et contra conciones haereticorum mini-strorum per hoc multum deseruntur, adeo ut concioni Ministri in parochiade Vlymen satis populosa et dictae capellae proxima, plerunique decem,duodecim aut circiter tantum auditores intersint. A.b co itaqueInduciarum tempore hac in parte copiosus fructus per praefatos religiososin Sancta Dei Eculesia quotannis factus est et adhuu in praesenti fit.In quorum praemissorum fidem et robur sigillum nostrum praesentibrisnostris litteris propria mann signatis et per dilectum nostrum secretariumsubscriptis duximus subimprimendum. Datum Buscoducis 1618, mensisJanuarii die trigesima.

t Nicolaus Episcopus Buscoducensis.Jo.: Bardoul

Gekopieerd uit het C7n Concentus Buscoducensis, waarin ver-klaard wordt, dat de oorspronkelijke, verzegelde akte in bet klooster-archief aanwezig is.

237

BIJLAGE XII.

1680.

,titaat twit bet jattrlijA .sch int..omen van tle Preelireereil's-flertogeilftcmcfr.

De renten ende thijnsen gaende vuijt de onderpanden binnen de stadtgeleghen bedraeghen jaerlijcx volghens den overgegevenen staet desomme van 208-10

De verhuerde huijsen hebben int jaer 1628 gedaen in hueringhevolghens den beschreven staet ende die reparatie is geweest van hetconvent de somme van 529-1.0 --

Soo t'ghene in de stadt is bedraeght 738

Incoinste buijten de Shutt.

De landereijen buijten de stadt geleghen ende 't convent competee-rende bedraghen de hueringhe int jaer 1628 de somme van . . 218

Twee hoeven hebben gedaen in huere tjaers boven rogh als andersde somme van 60

De renten ende thijnsen gaende vuijt de onderpanden buijten de stadtgeleghen bedraghen jaerlijcx de somme van ...... 642-7-14

Bet incoomen van rogh vuijt de onderpanden buijten de stadt gaendebedraeght jaerlijcx 34 mud 4 rester een loopen geestimeert teghen 5 gld.'t mud de reductie subject zijnde, de somme van . . . . 172-10 —

Het incoomen van rogh vuijt do onderpanden buiten de stadt gaendealsmede de pa.chten vande twee hoeven bedraghen jaerlijcx omtrent46 =Aden roghen in specie geestimeert teghens 12 gld. 't mud comptto beloopen 552 odd. —

Summa . . . 1644-17-14Op huijden den 2 Septembris 1630, volghens de bovengestelde apos-

tille geliquideert zijnde, is hevonden dattet landt jaerlijcx treckt onge-verlicken 650 gld. Ende de Predickheeren buijten de stadt geleghen1645 gld. Snlcx dat naer proportie van slancis incoomen bij landtgedraghen moot worden 146 gld. voor het loopende jaer 1630 toecoo-mende Ilamis to verschijnen. Ende vermits in lest vierendeel jaersgestorven is Joffrouw van Possum ende met haer 800 gld. sal voorde volghende jaeren bij het landt betaelt worden de somme van 60 gld-

totter tijdt datter nosh iemant sal coomen te sterven, waer naer de

repartitie sal verandert worden.'t Gene 't landt is treckende vande Predic,kheerengoederen bedraeght

jaerlijcx de somme van 738 gld. waervan affgetoghen de reparatievande huijsen 88 gld., rest van 't gene bij 't landt wordt genooten 650—

Het incoomen vande Predicheeren bujten de stadt geleghen bedraeght

als bij de specificatie hier boven 1645—

Compt het incoomen zoo binnen als buijten de stadt . . 2295 —

Lasten van ljffrenten bedraghen jaerlijcx de som van 514—

Compt pro rato 't landt inde 514 gld. de somme van 146 —

Comt de Predicheeren naer proportie van haer goederen of incoomen

in lasten de somme van 368 —Ziin geweest de lasten van lijffrenten vant loopende jaer 1630 de

somme van 514—Door de afflijvigheijt van Joffrouw van Rossum int lest vierendeel

jaers 1630 ende met hoer 300 gld. jaerlijcx zoo blijven de lasten 214 —Compt pro rato 't landt daer in te draghen naer proportie . . . 60—De Predicheeren compt naer hoer incoomen daer in naer proportie

te draghen 154 —Summu . . . . 214–

Noch zijn deselve buijten geleghen goederen heswaert jaerlijcx met12 vat rogghen, 't mud teghen 12 gld. beloopen 9—

Met seventien gld. 14 st. 3 oort van renten ende thijnsen 17-14-3Met jaerlijckse reparatie tot 50 gld. ten minsten 50—Ende met twee hondert gld. poldergelt ist nyet tjaers ten minsten

alle twee jaer 200—Alle welcken lasten vande voors. 1645 affgetoghen en blijven naer

ter goeder reeckeninghe 1216-50

Ira dorso : Staet van het jaerlijcx incoomen van de preeckheeren tot's-Hertoghenbosch, an. : 1630.

Copij Aut. P. A. 0. P.

239

BIJLAGE XIII.

1634, 27 Augustus, Antireppen.

De Provinciaal der Predikheeren laat door eene commissie een onderzoek instellen antrent de oprichting van een prioraat to Stratum.

R. admoduut P.

Eximius pater Magister provincialis qui litteras a ReverendissimoGenerali accepit pro erigendo prioratu inter vestros fratres ex urbeSilvaeducensi expulsos, nobis commisit, ut super ea re nostrum ferremusjudicium. Quia vero ante omnia eupimus rationes scire in ntramlibetpartem, placebit script() nohis, si quas habetis, significare ['tare etcandide et pro religionis zelo ad nos transmittere mentem vestramsuper hoe negotio idque fiat incunctanter, ut rationes vestras habeanmsdecem ut minimum diebus, ab hujus scripti notitia vohis facta : quiahaec res in alteram partem decidenda nohis est cito. Valete et Deumpro nohis orate. Autverpiae 1634, 27 a Augusti:

fr. Marius Ambros. Capello. S. Th. Mag. ac Prior Ant.fr. Joes Boucquetins. S. Th. Mgr.fr. Hyacinthus Choquetius. S. Th. Mgr.fr. Jac. Brouwer. S. Th. Mgr. et Commissarius.

Oorspronkelijke brief. P. A. 0. P.

240

BIJLAGE XIV.

1634, September, Stratum

Brief, waarin de Bossche Predikheeren de beweegredenen aangevenvoor de stichting van een prioraat to Stratum.

Adm. /i Patres.

Litteras vestras nobis exhibitas summa voluptate perlegimus goodex its intelligamus iteratum Reverendissimi Generalis de erigendo velpotius resumendo Conventu Sylvaedueensi statutum. Amplectamur saneplusquam paternam ejus in nos sollicitudinem et desolatis istis tempo-ribus nihil majori esse potuit consolationi, praesertim quod noverimusplurimorum (imo paucis exeeptis) omnium dispersorum fratrum unumidemque illud fuisse desiderium, qui nihil magis quam suum exiliumdeplorartmt et nihil avidius (plant proprias sedes postularunt. Nos,quoque infrascripti ejusdem semper opinionis fuimus videlicet quodLongo ante hoc tempore multumque desideravimus et plusquam rationiconsentaneum esse doximus et infrapositis rationibus confirmamus.

Imprimis quod alii conventus sicuti conventus Canonicorom Regula-rium, Cruciferorum etc. qui sunt in Majoria semper perstiterunt etcontinuaverunt in titulo Prioratus.

()nod Reverendus Pater Guilielmus Somers qui capta civitate priorexistebat idem etiam persistere potuisset si Boxtellae vel alibi dispersosfratres collegisset, et ita expirato ejus triennio alias successisset cumnon putamus eonventum a loco sed potius a suppositis talis loci

depenclere.Quod Religiosi qui sunt in Majoria qui hactenus ita fervide inborn-

runt pro continuando exercitio Religionis, confirmandis in eo pastoribus,denique una cum missionaries pro exstirpatione heresum, propagandatide catholica etc. non debeant esse deterioris conditionis quam erantantequam haee munera obirent : Lode si priventur et conventu et priorenon solum non condignum suis laborious praemium accepturi sunt •sed etiam gravissima poena, quae per Constitutiones intligi potest,afficerentur quae est privatio vocis activae et passivae.

Quod videamus defectu prioris multi bona communitatis ad parti-eulares Religiosos devoluta, ut snot ornamenta ecclesiae, supellectiliadomus, redditus ex sacris et anniversariis provenientes etc.

Quod prior majori authoritate possit tom temporalia tam etiamspiritualia negotia dirigere et eommunitati proponere etiam in illis

241

super quo Status Hollandiae aliquid praetendere possent, cum non sitipsis notum nisi nomen et titulus prioris quern titulum etiam vicariusante hoc usurpavit ad obtinendam lice ntiam a Principe Auriac o diver-tendi ad civitatem Sylvaeducensem.

Quod hoc modo missionaries et aliis post discessum ex hac vita desuffragiis provisum erit cum tune ad determinatum aliquem conventumpertinebunt.

Quod omnia de facto in vicariatu nostro in Strathum observenturquae in aliquo conventu et nullo vicariatu, nimirum quoad recitationemhorarum in Ecelesia, missas solemnes, praedieationes etc., imo observeturetiam communitas et omnia necessaria ad arnussim religiosis impendantur.

Quod cum onera ehori voluntarie a religiosis suscepta sint speerigendi conventus pro quo indefesse lahorarunt, si effectus jam nonsequatur, exercitia diu eontinnari non poterunt cum non habeantsublevantes, cam tamen sine magno obloquio et scandalo denuo inter-mitti non possint.

Quod ita religiosi dispersi qui ratione alicujus accidentis inhabilesredduntur ad deserviendam aliis con ventibus, semper habebunt recursumad proprium, et ita aliis priorihus et conventibus non sint futuri oneri.

Eundem recursum habebunt missionarii dam contigerit eos abhaereticis expelli.

Quod graduati qui ob labores in provincia susceptos loco honora-tiori donati stint in nullo alio conventr. (at patet) accepti sint cumtamen proprio conventai isi quis sit) consilio esse possint authoritatiet honori.

Quod per priorem apostatae et qui obedientiae jugum excusseruntfacilius congregabuntur et ad cariorem matrein redibunt elm nanonon habeant ad quern reeurrant.

Quod cum multae difficultates tam spiritualibus turn etiam intemporalibus oriantur quotidie, prior in conventu eonsilio supprioris etpatrum, in capitulo autem icujus est membrum) authoritate gravissi-morum patrum provineiae dirigi poterit et oretenus in capitulo suasdifficultates proponere.

Visis hisce rationibus aliisque expensis judico pro beneficio Ecclesiaeet honore ordinis expedire ut sub uno eapite Priore communitasBuscodueensis tam numerosa regatur.

Ita judicofr. Michael Eps Buseoducensis.

Omnibus hisce rationibus a me mature visis ac consideratis lihenter16

subseribo ac subsigno, judicoque Priorem eligendum neeessario.Ego fr. Gulielmus Donckanus.

Rationes haste positas et, ego approbofr. Petrus Berzius praed. generalis.

Approbo et ego infraseriptas qui a viginti quatuor circiter anniscolui conventual nostrum Bruxellensem, addoque omnino neeessariumesse Priorem eligi ae designari pro Communitate praedieta ; ut oresvidelicet him!, inde dispersae per varia loca non plane insolescant quinpotius ad ovile reducantur paullatim facilius et efficacius, novaequeo yes veteranis deficientibus supponantur ac nascantur pro Patribusfilii. In horum caeterorunique supra positorum robur subscripsi.

F. Nicolaus Georgius, praedicti conventus filius.F. Joannes Boudanus Praedicator generalis ex missione nostra in

Woerden.F. Michael Coninx ex missione nostra Harlemensi.F. Petrus de Breda.Oorspronkelijke brief. P. A. 0. P.

243

BIJLAGE XV.

1€;34, 24 September, Atrecht.

Decreet van P. Carolus Pluchart, provinciaal der Predikheeren,waarbij het vicariaat van Stratum tot klooster verheven wordt.

Quia hac tristi temporum calamitate, Sylvaeducensi urbe in hostium

potestatem redact :A, nostri inde commigrare et in varia loca seserecipere debuerunt, quorum nonnulli cum provincialis praedecessorisnostri licentia et benedietione domieilium Boxtellae acceperunt, ubisub uno vicario degentes nnanimiter Deo servierunt sed necessitatecompellente in Stratum junta Eyndhoviam postmodum transtulerunt,ubi nune agunt cum maximo Sylvaeducensis agri, et (ut vocant)Majoriae fructu atque omnia Ordinis nostri munia quantum cumDomino possunt, indefesse et strenue oheunt, Nos qui afflictos patreset fratres solari cupimus, et ne tanta et religiosa communitas dilabatnret penitus intereat, occurrere, habito desuper final Patris P. NicolaiRudolphii Ordinis nostri generalis magistri consensu et mandato, necnon

perillustris ac Rmi Episeopi Sylvaeducensis audito consilio et suffragio,atque requisite sententia R. R. P. P. magistrorum, R. P. magistriP. Marii Ambrosii Capello, prioris r.ostri conventus Antverpiensis,R. P. magistri Joannis Bouequetii exprovincialis, R. P. magistri P.liyacinthi Choquetii, et R. P. magistri P. Jacobi de Brouwer Apostolicisuper mission arios eommissarii ; tenore praesentium et nostri authoritateofficii, et insuper quatenus opus est, authoritate nobis specialiter factaa praefato Rmo totius nostri Ordinis generali, restituimus seu de novoinstituimus et erigirnus dictam patrum et fratrum communitatem inconventnm, cujus Caput sit prior, cum omnibus privilegiis et gratiisquibus alii conventus et priores in hac nostra provincia et ordine fruiet gaudere consueverunt. Dam-usque patribus Sylvaeducensibus ad eamcommunitatem quomodocunque spectantibus, qui secundum nostrarumconstitutionum praescripta ad id idonei fuerint, licentiam et faeultaterncanonice eligendi priorem secundum formam, modum et jura nostriOrdinis. In nomine Patris et Filii e Spiritus Sancti. Amen, nonobstantibus in contrarium quibuseunique. Ceterum R. P. Priori qui

244

rite electus fuerit et confirmatus, districte praecipim us, ut oinnestudium et diligentiam adhibeat, conquirendi quempiam alium locumin aliqua civitate tuta, ubi extra haeretieorum imperium Deo liberiusservire valeant, et Ordinis nostri statuta servare ac imprimis regularemcommunitatem sub qua eos vivere onanino volumus. Datum in conventunostro praedicatorio prope Attrebatum 24 Septembris, 1634 subsigillo nostri officii.

f. Carolus Pluchart.mgr. et provincialis.

In clorso: an: 1634 licentia datur patribus nostris degentibus inStratum eligendi priorem.

Oorspronkeljke brief op papier, met in was gedrukt zegel. P. A. 0. P.

245

BIJLAGE XVI.

1637, 23 Juni. Rome.

P. Nicolaus Rudolphius belooft de belangen van het Bossche kloosterto zullen bevorderen.

R. P. Prior. Mihi quidem Buscoducensis Conventus memoria et repa-ratio (quantum fieri poterit) maxime cordi est : nee desinam totis viribuseniti, ut votis V. P. satisfiat. Translationes affiliationum ab eodemConventu non concedam : et si quid ultra potero, quo illa communitasintegra in disciplina, et bono statu perseveret, Ri p ens efficiam. Vale,et ora pro me.

Romae, 23 Junii 1637.R. V.

Cons. in Dno, fr. Nicolaus RudolphiusMag. Ordnis.

lo does° : R. P. Priori v. Conventus Buscod. Ordnis Praedicatorum.

Oorspronkelijke brief op papier ; het zegel verloren. P. A. 0. P.

21 fi

BIJLAGE XVII.

TermUnen van het Predikheerenklooster to 's-Dertogenbosch.

Kr libello conscript° anno 1.564.

Terminus Campaniae.

Arendonck. Patrona: B. Virgo.Fer. 8" rogat.

Station.: Dom. post Martin.Purificat. B. Virg.

Beeck. Patronus : S. Petrus.Dom. 2a quadrag.

Station.: Per: 2 rogat.Dorn. 2 advent.

Beers Orient. Patr.: S. Andreas.Purificat. B. Virg.

Station.: Dorn. rogat.ad placitum.

Beers Occident. Patron. S. Wile-brord.

Purificat. B. Virg.Station.: Dorn. rogat.

ad placitum.

/31a ey el. Patronus : S. Petrus.

Boxtel. Patronus : S Petrus.Dom. Laetare.

Station.: Dorn. 3 advent.Dom. ante Martin.

Blaercum. Patronus : S. Lambertus.Dom. quinquag.

Station. : Fer. 2 rogat.S. Catharina.

Best. Patronus : S. Odulphus.

Dom. Oculi.Station. : Dorn. ante Sim. et Jud.

Fer. 3" Pentecost.Borkel sub Westerhoven.Casteren. Patron. : S. Willebrordus.Diessen, Patron. : S. Willebrordus.

Dom. 2a advent.Station.: Dorn. 2 a quadrag.

Dommelen. Patronus : S. Mar.Station : Omni= Sanctor.

Conyers. S. Pauli.Duysel. Patronus. S. .Toes. Bapt.

Cathedra S. Petri.Station.: Feria 3 rogat. vel.

Dom. post Willebr.Eyck : hergeyck. Patr. : S Petrus.

Cathedra Petri-Station. : Feria 4 rogat.

Dom. post Omn. S.S.Endoven. Patrona : S. Catharina.

Dorn. quadrag.Station. : Dorn. rogat.

S. Catharina.

Esch. Patronus: S. Willebrordus.Dom. ante pentec.

Station. : Dom. passionis.Dorn. Trinitat.

Gestel. Patronus: S. Martinus.Concept. B. Virg.

Station. : Fer. 4a Rogat.

247

Hapert. Patronus : S. Severinus.Fer. 4 rogat.

Station. : Dom. post Omn. S.S.Hees. Patronus : S. Martinus.

Dorn. l a advent.

Station. : Dorn. l a quadrag.Dom. Trinitatis.

Hulsel. Patronus : S. Clemens.Station. : Ascensionis Dni.

S. Andreae.Knechtsel. Patronus : S. Monulphus.

Simon et Jud.

Station. : Dom. post Epiph.Fer. 4 pentec.

Leendt. Patronus : S. Petrus.Dorn. l a advent.

Station. : Dorn. l a quadrag.Dom. Trinit.

Loemel. Patronus : S. Petrus.S. Crucis.

Station.: Ascens. Dni.Animarum.

Loon. Patronus: S. Pancratius.Station. :

Lind. Patronus :Station. : Dom l a quadrag.

Dedicationis.Meervelthoven. Patrona : S. Martha.

Station. :Mierd super. Patronus : S. Joes Er.

Purificat. B. Virg.Station. : Ascens. Dni.

Martini.Mierd infra. Patronus : S. Stephanus.

Station. :Nycestel. Patronus :

Station. : S. Brigidae.Orschot. Patronus : S. Petrus.

Dorn. Oculi.

Station. : Dorn. ante Sim. et Jud.Fer. 3a Pentec.

Oers. Patronus S. Joes Evang.Fer. 4 pentec.

Station.: Dom. p. Sim et Jud.Dom. 5 p. Trill.

Rythoven. Patron.: S. Willebrordus.Station. : Conversio Pauli.

Fer. 4 rogat.Reuse'. Patrona : S. Martha.

Station. : Ascens. Dni.Circa fest. S. Mart.

Stercksel . . .Station. :

Steensel. Patrona. : S. Lucia.Station. : Fer. 3 rogat.

Straetrun. S. Georgius.Station

Strijp. Patronus : S. Trudo.Dom. quinquag.

Station. : Fer. 2 a rogat.S. Severini.

Velthoven. Patrona : S. Cecilia.Station. :

Vessem. Patronus : S. Lamberi us.Station.: Fer. 4 pentec.

Praes. B. Virg.Waelre. Patronus. : S. Willebrordus.

Station. :Weerd. Patronus : S. Nicolaus.

Station. : Omn. S.S.Wescerhoven. Patr. S. Servatius.

Fer. 4 rogat.Station. : Omn. S.S

Cony . Pauli.-Win terse'. Patron.: S. Willebrordus.

Station. :Woensel. Patronus : S. Petrus.

Dom. quinquag.

Station. : Dorn. rogat.S. Catharina.

Zeelst. Patronus. : S. WillebrordusStation. :

24S

Er lihello conscripeo (11,110 1561.

Terminus Pelandiae.

Aerie. PatronusStation. :

Aston. Patrona: B. Virgo.Station.: Praes. B. Virg.

Baekel Patronus : S. Willebrordus.Station. : S. Willebr.

Berlicum. Patronus :Station. : post Lamb. ded.

Beeck. Patronus :Station. :

Boeckel. Patrona : S. Agatha.Station. :

Binderen. Patronus :Station. :

Boerdonc. Patronus :Station. :

Breugel. Patron. : S. Severinus.Station. :

Dinter. Patronus S. Servatius.Station. :

Dunghen. Patron. : S. Jacobus.Station. :

Deursen. Patronus : S. Willebrord.Station. :

Erp. Patronus : S. Servatius.Station. :

Gernert. Patronus : S. Willebrord.Dom. la quadrag.

Station. : Ascens. Dni.Omn. S.S.

Geldrop. Patrona : S. Aligunda.Station. : Omn. S.S.

G-erven. Patronus : S. Clemons.Station.: S. Crucis.

Gestel. Patronus: S. Michael.Station. : Dom. post de.dic.

Gemonden. Patronus: S. Lambertus.Station :

1-/ el tnont. Patronus:Station. : Animarum.

Hoydonck. Patronus :Station. :

Liessel. Patronus :Station. :

Lieshout. Patronus : S. Servatius.Station. :

Lvrop. PatronusStation. :

Mierloo. Patr. B. Virgo et S. Lucia.Station. :

Meyl. Patronus : Nicolaus.Station. :

Nuenen. Patronus S. Clemens.Station. :

Neerwetten. Patronus :Station. :

Roy. Patronus : S. Martinus.Station. :

Rixtel. Patronus :Station. :

Schindel. Patronus : S. Servatius.Station. : Purificat. B. Virg.

Tongeren. Patronus : S. Martinus.Station. :

Uden. Patronus : S. Petrus.Station. :

Vechel. Patronus S. Lambertus.Station. :

Vlierden, Patronus :Station. :

Zeelant. Patronus : S. Cornelius.Station.:

Zeumeren. Patronus : S. Lambertus.

Station.

Kr libello conscript() anno 1559.

Terminus Maeslandiae.

Alem. Patronus : S. Hubertus.Station. : S. Michael.

249

Berchem. Patronus :Station. :

Deernen. Patron. : Willebrordus.

Station. :Dennenborgh. Patron. : S. Michael.

Station.:Dieden. Patron.: S. Laurentius.

Station. : Dorn. post Dionys.Doeren. Patron. : S. Vineentius.

D0111. p. Nat. B. V.Station. :

Dedicat.Empel. Patronus :

Station. :Geffen. Patron. : S. Maria Magd.

Station.: Don". ante Lamb. ded.

Gevanden. Patronus :Station. :

Haeren. Patronus :Station. :

Heesch. Patronus :Station. :

Herpen. Patronus : S. Sebastianus.Station. : Dom. ante Dionys.

Patronus : S. Antonius.Station. :

Huyslingen. Patronus :Station. :

Besse]. Patronus : S. Lambertus.Station. :

Litt. Patronus : S. Lambertus.Station. : Dom. post (?)

Littoyen. Patronus : S. Remigius.Station. :

Loon. Patronus :Station. : Dom. post Dionys.

Macheren. Patronus : S. Petrus.Station. :

Maeren. Patronus : S. Lambertus.

Station. : Dom. p. Magd.

Megen. Patronus :Station. :

Neeriangel. Patronus :Station. :

Nistelroy. Patronus :Station. :

Nuljlant. Patronus : S. Joes Bapt.Station. : Dom. p. Bavonis.

Oeyen. Patronus : S. Servatius,Station. : Dom. ante N. B. V.

Dedicat.Orten. Patronus :

Station. :Oss. Patronus :

Station. :Ravestijn. Patrona : S. Lucia.

Station. :

Reeck. Patronus :Station. :

Rosrnaelen. Patronus: S. Lambertus.Station. : Dom. p. S. Bay.

Seaijck. Patronus :Station. :

Teelen. Patronus :Station. :

Vorp (?). Patronus :Station.: Dom 1 a quad.

Vorstenbosch. Patronus :Station. :

Ex libello conscrOo nna 1560.

Terminus Heusdanus.

Aelhorgh. Patronus : S. Petrus.Dorn. 4 adventus.

Station. : Dorn. passionis.Dom. p. Mich.

Bochoven. Patronus :Station. :

Broeck. Patronus :Station. :

Doeveren. Patronus : S. Willebrord.Station. :

250

Drongelen. Patronus :Station. :

Dussen. Patronus :Station. :

Eeren(?). Patrons: S. Martinus.Station.:

Engelen. Patronus :Station. :

Genderen. Patronus : S. Martinus.

Station.:Ghressen. Patronus : S. Michael.

Station. :

Heedickhuijsen. Patron. : S. Marti-

nus.Station. :

Heesbeen, Patronus : S.Station. :

Herpt. Patronus: S. Trudo.Station.:

Heusden. Patrona : S. Catharina.Station. :

Meeuwen. Patronus :Station.:

Neerael. Patronus :Station. :

Opael. Patronus :Station.:

Outheusden. Patronus: S. JoesEvang.

Station. :Rijswijk. Patronus :

Station. :

Veen. Patronus :Station. :

Vlijmen. Patronus: S. Joes Bapt.Station. :

Wijek. Patronus : S. Lambertus.Station.: Dorn. p. Lamb.

Er libello conseripto anno 1540.

Terminus Oosterwijckanus.

I)

Purificat B. Virg.Station. Ascension. Dni.

Onm. S. S.Baerle. Patronus : S. Remigius.

Purificat, B. Virg.Station. : Ascens. Dni.

Dorn. ante Ginn. S. S.Chem. Patronus : S. Antonius.

Station. :Ensschot. Patronus : S. Joes Bapt.

Station. :Gestel. Patronus : S. Joes Bapt.

Station. :Gils. Patronus : S. Petrns.

Station. : Sim. et Jud.Haeren. Patronus : S. Lambertus.

Station. :Helvoort. Patronus: S. Nicolaus.

Station. :Loon. Patronus :

Station. :Osterwyck. Patronus: S. Petrus.

Station. :Berckel Patronus :

Station. :Poppel. Patronus:

Station.: Fer. 3 rogat.

Raevels. Patronus :Station. :

Riel. Patronus :Station. :

Rien. Patronus :Station. :

Tilborgh. Patronus :Station. :

/) De naam dezer plaats is door beschadiging weggevallen.

Vucht Lamb. Patronus : S. Lam-bertus.

Station. :Vucht Petri. Patron. : S. Petrus.

Station. :

Cromvoirt. Patronus :Station. :

Weeld. Patronus :Station. :

In doeso: Series Stationum conscripta ex antiquissimis libellis.

Extract urn ex antiquo libedo Ternditaxii Beedani (lonoentits BiLSCOligl-

censis Ord. Peaed. conseripto circa annant ut ex illo eonstat.

Praedicarunt illi Patres ibidem:In Alphen in festis Purificationis B. V., Ascensionis Dni et Omnium

Sanctorum.In Bard in festis Purificationis B. V. Ascensionis Dni et Dom. ante

festum Omn. Sanctorum.In Bavel ad libitum R. D. Pastoris.In Civitate Bredana Dominica 4 a Adventus et Dorn. Laetare.

In Chaem ad libitum R. D. Pastoris.In Donghen Dominica 2 a Adventus. Dom. Passionis et Die Pentecostes.In Etten Dominica 3 Adventus. Dom. 3 a Quadrag. et Feria l a Pen-

tecostes.In Gils in festo S.S. Apl. Simonis et Judae.In Ginneken Dom. 4 a Adventus, Dom. Laetare et in festo S.S.ae

Trinitatis.Hagae Dom. 4a Adventus, Dom. Laetaze et in festo S.S. ae Trinitatis.

In Oosterhout Dom. 2 Adventus, Doni. Passionis et die Pentecostes.In Rick ad libitum R. D. Pastoris.In Rucphen Doni. 3 Adventus, Dom. 3 Q nadrag. et feria 4 . Pentecostes.

In Sprindel Dom. :3 Adventus, Dorn. 3 Quadrag. et feria 4 a Pentecostes.

In Sevenbergen Dominica ante Pentecosten.In Teteringhen ad libitum R. D. Pastoris.

In dorso: De termino Bredano iterum concesso conventui buscoducensiin Mechlinia commoranti per EpTim Antverpiensem an: 1656.

Oorspronkelijk stuk, bevestigd door eene officiele verklaring vanAmbrosius Capello, bisschop van Antwerpen. P. A. 0. P.

0

BIJLAGE XVIII.

Termijnlijst der Predikheeren in de Meierij, 18" eenw.

Assistentiae faciendae in Natalitiis 1726.

1. In Tilborgh R. P. Vereijeken.2. In Oosterwijek R. P. van den Sande.3. In Ballekom R. P. Schaep.4. In Hesick et Dinter et in Cireumeisione in

Geffen R. P. van den Heuvel.5. In Os et circumjacentibus locis . . . . . R. P. Le Hardye.6. In Oorschot, Best, Boxtel, Liemt . . . . R. P. Spijekers.7. In Asten, Deursen, Lierop et prima die

anni in Helmondt R. P. Gehenneau.8. In Schijndel R. P. Walschaert.9. In Nestelroy, Erp, et Veehel.

In Nestelroy debet esse die ante vigiliamS. Thomae et in festo S. Thomae praedi-care - R. P. De Spanghe.

10. In Mierlo in festo S. Thomae, in flees infesto Nativitatis, in Leent S. Stephani,Hapert et Loon in festo Circumcisionis R. P. de Jonghe.

11. In Verckensweert in vigilia Nativitatis, inEersel in Nativitate, in Gestel in festoS. Stephani, in S. Joannis in Aelst, Wol-deren ultima et prima die in Selst . . . R. P. vanden Bogaert.

12. In Strijp, in festo Nativitatis in Woensel,Eyndhoven in festo S. Stephani, in Nunenin festo S. Joannis et Innocentium, aliisfestis ubi poterit inservire in Lishout,Beeck, Aerlebeeck R P. Bel.

13. In festo Nativitatis Domini in Perek . R. 0. de Bye.14. In Sempst et Weert in eodem festo . R. P. de Maijer.

Assistentiae in Paschate 1727.

1. In Tilborgh R P. Vereijeken.2. In Diesen Dom. Palmarnm, pass. inde in

Oosterwijck R. P. vanden Heuvel.

253

3. In Os et circumjacentibus loeis . . . . R. P. Le Hardy e.

4. In Vlijmen, in .Parasceve passionem . . . R. P. Schaep.

5. In Nestelroy fer. 3 usque ad 6 inde in Vechelusque ad Dom. Pasehae, post cone. in Erp R. P. de Spanghe.

6. In Oirle (?) Dom. Palmarum passionem, indein Dungen fer. fer. 5 vesperi in Gestelet fer. 6 passionem, fer. 6 vesperi in Dun-gen usque ad Dorn. Paschatis tamdiu utpossit in secundo sacro in Paschate con-eionari in Gestel ; in Gestel maneat usquead Dorn. in albis R. P. Walsehaert.

7. In Oorschot, Best, Boxtel, Liempt . . . . R. P. Spijekers.8. In Vlierden, Asten, Deursen, Lierop, Hel-

mont R. P. Gehenneau.9. In Nuenen Dom. Palm. pass. for. 3 et 4

in fer. 5 in Nuenen, in flees, inLeent R. P. L. de Jonghe.

10. In Welt, Dom. Palm. pass. hide in Roy . , R. P. vanden Sande.11. In Strijp, Son, Brengel, inde in Woensel

Sabh. et Dom. Pasch. vesperi Endhoviaepro fer. 2 fer. 3 ad plaeitum . . . R. P. de Vischer.

12. In Eersel, Verckensweert, Bergijek etc . . R. P. vanden Bogaert.

Assistentiae in diversis locis diversis temporibus.In festo Omni/on Sinctocum.

Ersel.GeldorpScheyndelGernertTilborghBoxtelfesto Pentecostes

Vesperi circa 4 in Handel.Similiter in Nistelroy.Sebeyndel in vigilia Pentecostes.Tilborgh in vigilia Penteeostes.Hees in festo Pentecostes.Leendt in

lit lest° Assumption s B. V. 111. :

Handel

,o4

ArlebeekScheyndelTilborghZelstOrschot

In festo Annuntiatim6s B. V. 31.:LimptHandelTilborghZeist

festo Puri ficationis B. 31:DinterOschHilvarenbeeckScheyndelTilborgh

Iu festo Xativitatis B. F. 31:Boechel (?)HandelHilvarenbeekLimptTilborghZeist.

In festo Visitationis B. V. :Arlebeeck

Itt festo I?osarii Dont l a Oetobris :Neerweert.

P. A. 0. P.

De Meierj was in drie termijndistricten verdeeld: Boschkant, Peelland,illaaskant, die ieder een bepaalden termijnpater hadden.

De termijnpater van Bosel&ant had . zijn vast verblijf te Woensel ;wij treffen daar aan :1715 Matthias van den Bogaert t 24 September 17451745. Leopoldus Tethers t 10 Mei 17551755. Joannes van den Bogaert uit Megen 17571757. Jacobus van Kerckhoff 1768

De termijnpater van itIa«skant woonde waarschijnlijk te Gernert,vandaar terminarius 3losanas en Gemertanus.

17 .. Joes Bapt. de Backer t 5 Oct. 17561756 Petrus van Kessel 17 17 .. Antonins Bergmans 1784

255

BIJLAGE XIIX.

1708, 12 Aprilis, Erp.

Getuigschrift der Aartspriesters van Helmond, Osch, Orthen, Hil-varenbeek en Eindhoven.

Cum justum sit et rationi consentaneum, ut requisiti veritatistestimonium proferamus, hint ego i.nfraseriptus declaro ac testificorlidos patres dominicanos e conventu mechliniensi non obstante decretoinhibitorio celsipotentium sub notabili maleta trium millium florenorumin contravenientes numquarn substraxisse nostris ovibus suam operamet ordinariam juxta concordata assistentiam illorumque et aliorumreligiosorum opera et assistentia in majoribus anni solemnitatibuscarere passim non valent R ai Dni pastores propter magnitudinem messiset fidelium pluralitatem et inopiam operariorurn praesertim propterlibertatem conscientiae, quam non pauci hoc saeculo nequam expostarevidentur. Ita dabam in Erp 12 Aprilis 1708.

Lamb. van den Boogaert.Archpb. Helmond, pastor in Erp,

Suprascripta infrascriptus attestor :Th. Verhofstadt Pastor in Vechel Apbr. Ossensis.

Quod et ego Hen. Swolfs. Apbr. Ortensis.Gisb. van den Asdonek Archpbr. Hilvarenbecanus.

Infrascriptus testor quod R. R. patres Dominicani hucusque in festissolemniorihus mihi fideliter astiterunt in excipiendis confessionibusmeorum subditorum et quod illorum opera ob multitudinem paroehia-norum carere vix possum.

Nicol. Siehmans Archpbr. Eijudh.P. A. 0. P.

BIJLAGE XX.

Frio Pen van het Bos8che Predikheerenklooster

Gerardus de Puteo t 22 April 1299.

Jacobus Spijkes t 12 April.Jordanus, lector en senior t 1 Mei.Joannes de Caeno t 1 3 Juni.

Joannes de Beka I-16 Juli.Erhardus Eelkens t 4 Augustus.

Hermanus Wilmets, S. Th. L. . t 8 Augustus.

Petrus Loze 1361.Aegidius van Breda 1366, 1381, 1382 t 11 Mei 1408.

Nicolaus van Mol 1400.

Joannes van Son 1499, 1 .419 —1450 t 27 Aug, 1450.

Walterus van Waspyck . .. t 20 December. 1410.

Adam van Megen t 15 Juni. 1412.Andreas t 16 Augustus. 1416.Nicolaus van l3oxtel 118 September. 1420.Henricus de Colen van Aken . . • -i- 25 September. 1423.Godefridus Vucht, S. Th. L. . • • t 10 September. 1426.Joannes Erkel . . • t 29 Maart. 1442.

Joannes Ruben 1457 t 13 April. 1481.Arnoldus van Turnhout S. Th. L. 1458 17 November. 1459.Nicolaus Hertsvaert t 10 April. 1460.Marcellis Regis t 4 December. 1476.Goswinus van Herenthals 1465-1469, 1432-1483.Laurentius van Rosendael, S. Th. L. 1463 t 20 Februari. 1474.Petrus van Os, S. Th. L. 1468, 1469 t 13 Dec. 1494.

Mattheus van Ryckartsfort • • . 1475, 1479, 1480.Macharius Loenman 1477, 1478.

Mag. Antonins Wellens S. Th. D. . 1483.Brixius Florentii 1483-1.490.

Wilhelmus de Gravia 1490-1494 1525 .

Henricus de Coemeterio. S. Th. Prof. 1494-1495 t 1510.

1) Deze lijst is ontleend can het Neerolofium en het eh? onicon Conventus

Buscoduvensis.

257

Joannis Leonis S. Th. L ....... , 1495-1498.

Theodericus van Oirschot ...... 1498 - 1498.

Joannes van Boxtel 1499 t 1503.

Wilhelmus van Lith 1503 t 1504.

Joannis de Colle. S. Th. S 1504-1507.

Otto van Herwerden 1507-1510, t 1560.Joannes de Colle (2°) 1510-1514, t 1519.

Joannes van Antwerpen 1514 t 1515.

Theodericns van Oirschot (2°) .. . 1515-1:517.

Joannes van Baerle. S. Th. Prof. . . 1517-1523 t 1539.Gerardus de Bie. S. Th. L. 1523-1529 t 1539.

Theodericus van Oirschot (3°) 1529-1529 t 1539.

Anselmus van Ghemert. S. Th. Bacc 1529-1543 t 1552.Augustinus van Heusden. S. Th. L. 1543- 1546 t 1546 (?).

Antonius van Leendt 1546-1583 t 1588.

Petrus van Lierop 1583 t 1585.Joannes Jacobs 1585-1594.Matthias van Lierop 1591-1597.Joannes Jacobs (2°) 1597 t 1599.Adrianus Jacobs. S. Th. L 1599 t 1605.Matthias van Lierop (2°) 1605-1607.

Petrus Berzius 1607-1610.Matthias van Heesch. S. Th. Bacc 1610-1613.Petrus Deens 1613-1616.Petrus Berzius (2°) 1616-1620.Petrus Deens (2°) 1620-1623.Petrus Berzius (3°) 1623-1623.Joannes Rijderus S. Th. M 1623-1626.Joannes Boudanus 1626-1628.Guilielmus Somers 1628 -1630.

(Boxtel 1630-1632).

Joannes Davidts 1630-1632 (vicarius).

(Stratum 1632-1637).

Petrus Jacobs 1632-1634 (vicarius).

Reginaldus Leovardius 1634-1637.

(Breda 1637; Venlo 1637-1638).

Petrus Jacobs (2°) 1637 -1640.

17

258

(Collect 1639-1649).

Reginaldus Leovardius (.2) 1640-1643.

N. N. 1643 —1646.

Joannes Davidts (2) 1646-1649.

Reginaldus Leovardius (3°) 1649-1652.

(Mechelen 1651-1796).')

Joannes Rijderus S. Th M 1652 —1655.

Reginaldus Leovardius 1655 —1658 j 1661.

Hyacinthus van Asten t 1661.

Vincentius Stavackers 1662.

Joannes Malassijs 1664-16E35.

Henricus Heehtermans 1665-1668.Anselmus Stalius 1669 0).Philippus Lelieboom 1672 —1673.Amandus van der Waerden 1674 —1681 tweemaal.Humbertus Mees 1680 (?) driemaal.Ambrosius van Cleef 1684 tweemaal.Antonius Grondoni 1697 1697,

Thomas du Jardin 1697-1700 I- 1733.

Norbertus van Bilsen S. Th. D. 1704-1707, 1710-1713,1719-1722, 1722-1723,1727-1730, 1730.

Nicolaus van den 13-asdom 1716, tweemaal.

Petrus Geenen, S. Th. Lie 1722-1724.Dominicus van der Graft 1724.Ladoviens Cealemans 1738.Franciseus Vereijeken 1742, tweemaal.Rumuoldus de Jonghe 1743.Dominions van Acker 1751.Hyacinthus Ghillet . 1770.Jacobus de Haes 1772 t 1794.

Antonius Bergmans 1784.Theodorus van den Aardwegh 1787.

') De hier volgende lijst is nit autlientieke stukken opgemaakt, dockbevat vele leemten.

259

Peedildweren, (lie na (le eeductie der stall to 's-Hertogenboschin bediening zijn geweest.

BEDEHUIS AAN HET HINTHAMEREIND.

(Sint-Jacob).

1629 Leonardus Janssen Boy t 21 Febr. . 1663.1643 (?) Matthias van Susteren •- 13 Dec. 1672.

1663 ...... Le Hardy.1665 Joannes Bapt. de Bruyn 1673 Amandus van der Waerden 1674.1674 Petrus van den Bossche 1686.1686 Joannes van Bilsen, Deken 1- 31 Dec. 1728.1693 Dominicus van der Graft 1693 Lambertus van den Heuvel 1714 Josephus van der Vliert

17— Jacobus Le Hardy 1- 10 Oct. 1734.17— Thomas Coersel 1- 21 Jan. 1740.

BEDEHUIS IN DE VUCHTERSTRAAT.

(Sint-Cathrien.)

1629 Dominicus Strick 1- 26 Mei 1677.Joannes van Horenbeeck -4 25 Juli 1663.

1677 Gerardus Syben 1- 21 Mei 1689.1689 Petrus van Kerckhoven 1706.1706 Petrus de Neve, Deken, 1- 14 Juli 1745.1707 Reginaldus van Lier 1708.1707 Caesarius van Houten 1708.1728 Petrus van der Vliert, Deken j omstreeks 1767.

BEDEHUIS IN DE KERKSTRAAT.

(Sint-Anna).

1640 Anthonius Verheijden t 5 Juni 1672.1665 Ambrosius van Eaten -4 29 Jan. 1674.

Petrus Wannijn -4 10 Juli 1693.1691 Gerardus Geenen t 25 Dec 1716.

2G0

1717 Gerardus van Enghen t 9 Juni 1755.1738 Hyacinthus Spijkers 1770..

1629 Augustinus Leerse 1630.

1631 Joannes Rijderus. S. Th. Mag. 1637 Raymundus Postey 1637 Joannes Davidts

Erasmus Jamare t 12 Sept. 1689.

PERSONENREGIS TER.

A.

Aa Hendr. v. d. 260.Aardwegh Th. v. d. 258.Abrahams 77.Acker Dom. v. d. 258.Adriaansz Jeger 67.Aelberts Soph. 144, 145, 156.Aerts Andr. 151, 158.Aertsens H. 180.Agyleus 50.Aken Henr. de Colen v. 256.Alarts J. 22.Alarts Mechth. 22.Alberti Egm. 230.Alberti Joh. 230.Aleyda van Brabant 1.Alexander VI, 20, 221, 223, 224,

226, 229.Alphen A. v. 151.dAlsace kardinaal 148, 173.Amisius 17, 221, 224.Andriesz Arndt 202.Andriesz Ger. 202.Andreae Andr. 95.Andreas Br. 99.Anselmus P. 10Antwerpen Joes v. 23, 157.Appelmans Melch. 183.Arnoldi Adr. 20.

Asdonck Gisb. v. d. 255.Asseldonk J. R. v. 94.Asten Hyac. v. 173, 181, 258.Aubremont J. d' 182.

B.

Bacherius 69.Back Eliz. 211.Back W. 211,Backer J. Bapt. de 190, 254.Baek Mechth. 210.Baek Ger. 210.Baerle J. v. 21, 23, 30, 31, 34,

37, 38, 39, 40, 257.Baerlenus Zie Baerle.Bakaert Ger. 210.Balduini J. 95.Barbier Jac. 16.Bardoul 236.Bassery 138, 142.Batons J. 190.Baudewijns Lamb 95, 102.Beerez J. Jac 13.Beyensz Aleydis 203.Beyensz Gosw. Henr. 203.Beka J. de 256.Bel Petr. 79, 185, 252.Bennekom J. v. 189.Bentyn 60.

262

Bergen Rob. v. 48, 235.Bergmans Ant. 190, 199, 254, 258.Berkel Rutg. v. 68.Berlicum Henr. 14.Berlicum J. 94, 102.Bernaerts Gerrit Adr. 204.Berse H. v. 20.Bertius Petr. Zie Berzius.Berzius Petr. 93, 118, 179, 242, 257.Bie Ger. de 21, 32, 34, 39, 252, 257.Bye Ger. Zie Bie.Bye Elis. 19.Bye Godefr. 19.Bye Elis. de 208.Bye Godefr. de 208.Byest Myskenv. cl. 206.Bilsen J. v. 138, 140, 141, 142, 143,

146, 147, 148, 155, 156, 185,259.

Bilsen Norb. v. 156, 173, 185, 186,187, 188, 258.

Bloyman Elis. 205.Bloyman Nic. 205.Blom Fr. 99.Bocholtz 195.Bodanus J. 94, 176, 179, 242, 257.Boeckelaer Godsschalek 202.Boeyemer 201.Boertinansz Ger. Henr. 207.Bogaert J. v. d. 189, 254.Bogaert Matth. v. d. 183, 252,

253, 254.Bogaerde J. Weifelers v. d. 109,Bogaerde Seb. v. d. 109.Boy Leon. Janssen Zie .Janssenboy.Boy Nic. Janssen Zie Janssenboy.Boy Dorn. Janssen Zie Janssenboy.Boillot 218.Bonsich Marg. 211.Boognert Fr. Lamhertsz v. d. 204,

255.

Boonen Jae. 114, 171.Boschman Vine. 18:3.Bossehe Petr. Jos. v. d. 137,173, 259.Boucquetius J. 102, 239, 243.Boudaen J. Zie Bodanus.Boudanus Zie Bodanus.Bouillon de, kard. 184.Bourgondie Phil. v. (hertog) 210.Boxtel Mecht. v. 207.Boxtel Alb. v. 207.Boxtel Nic. v. 256.Boxtel Joan. v. 257.Boxtel Jan 20.Branger Corn. 189.Brant Marg. 205.Brant Rud. 205.Brant Joan. 205.Breda Aeg. v. 256.Breda Petr. de 242.Breda Th. v. 8, 211.Breda J. v. 60, 61.Breda Dan. v. 63, 65, 66.Brock J. 202.Brocke Enghela 8.Broek J. Petrusz. 7.Broeke Engela 211.Broeke Henr. 211.Brouwer J. 102, 172, 189, 201, 208,

214, 234, 239, 243.Bruyn Godefr. 210.Bruyn J. Bapt. 258.Bruystensz J. 206, 207.Buren Fl. v. 28.Basco Theod. de 6:3.Busdom Nic. 258.Buekelius J. 182, 183.

C.

Calvyn 86.Dampen Th. 95.

263

Capello Mar. Ambr, 102, 239, 243,251.

Cassetta Salv. de 12, 218, 219.Cats Col. 174.Cecilia 2.Ceulemans Lud. 285.Chaco Hyac. 93.Chain Godefr. 93, 95.Choquetius Hyac. 102, 132, 239,243.Cleef Ambr. v. 183, 258.Cleef Th. Diercse v. 209.Cnobbaert Joes 181.Codde P. 147.Coemeterio Henr. de 35, 36, 256.Coeno J. de 256.Coersel Th. v. 149, 150, 259.Colen Godefr. 95.Colle J. de 22, 36, 37, 257.Confluentia Walt. de 9.Conincx Paul. Thomasz 201.Coninx- Peter 201.Cool's Reg. 114.Cornelii J. 94Cort Gvsb. de 162.Cortenbach Alex. v. 109, 110.Craendonck J. v. 208.Craendonck Lud. v. 208.Cruce J. de 94.Cuyk J. v. 163.Cuyst J. 9.

D.

Dalem Jansz. v. 208.Dalem Elsbeen v. 208.Davidts Joh. 94, 97, 98, 101, 111,

113, 114, 126, 130, 179, 257,258. 260.

Deens Petr. 8:3, 257.Delft .Tud. v. 64.Denys J. B. 144, 145.

Deventer Henr. Herm. de 19.Dicbier Herbrech 232.Dicbier Joes 8, 232.Diest Corn. v. 56.Dobbeleyns Rey n. 94, 102, 107, 181.Dommelen J. IV outersz v. 221.Dommelen Arndt. v. 201.Dommelen Goyart Jansz. v. 201.Dompselaer Henr. 95, 180.Donckanus Guil. 242.Doncquers 150.Dunwalt Henr. v. 137.Duren Aug. v. 184, 199.

E.

Echt Henr. v. 109, 203.Echten Ambr. v. 160, 259.Eckmunda Nic. de 235.Eekeren v. 142.Eelkens Erh. 256.Eersel Corn. Aerts. v. 211.Esmond Fl. v. 32.Egmond Georg. v. 47.Egmond Nic. v. 48, 235.Eyck Henr. v. 204.Eyck- J. v. 206.Eyniberts Petr. 68.Eynalte Tob. v. 201.Eynde Arnt. v. d. 207.Eynde Godefr. v. d. 207.Eystrick Nic. 9.Elisabeth 229, 30.Elsen Ant. v. d. 94, 102, 126..Elssen Anth. v. d. Zie Elsen..

Emens Boudew. 206.Emens Aleyd. 206.Enckevoirt W. v. 233.Engelen A dr. v. 150.Engelant Gov. v. 75.

Englien Ger. v. 161, 269.

264

Erkel v. 139.Erkel J. 256.Erpe J. v. 205.Erpe Arn. v. 205.Es Andr. Woutersz van 232.Esch Wolt. de 209.Eseh M. de 209.Espen v. 139.Everardt 206.Everzwijn 50.

F.

Fabri Hier. 108.Febronius C. A. 142.Ferdinand Kard. Inf. 105.Festus 86.Florentii Zie Florisz.Florisz, Brixius 12, 13, 217, 219,

256.

G.

Gans 100.Gasseldonck Heylw. 8.Geenen Ger. 160, 259.Geenen Petr. 184, 258.Gehenneau 252, 53.Gelder Karel (hertog v.) 32.Geldropius Th. 93, 102.Geldrop Rutg. v. 203.Gernert J. v. 23.Georgie Zie Georgics.Georgius Nic. 93, 180, 242.Gerardi J. 95.Gerwen Mar. v. 203.Gerwen Egid. v. 5, 213, 215.Gessel Gyselb. 17, 221, 224.

Gewande Aelb. Ariaen. Albertsz.v. 209.

Gheel J. v. 16.

Ghernert Ans. v. 42, 43, 47, 257.Gherritsz Heylw. 212.Glierritsz Nie, 212.Ghevarts Luitg. 205.Ghevarts J. 205.Ghillet Hvac. 258.Ghislieri Kard. 47.Gilis L. 174.Gysbrechts Agn. 209.Gillis H. 127.Goch Am. v. 16.Godefridus v. Woensel 57.Goclefridi Theod. 14.Goyarts Jae. 229,Gorcum Ger. 23.Gouban 177.Govaerts 143, 145, 161.'s Graets Ant. 94.Graft Dom. v, d, 258, 259.Grave W. v. 17, 18, 221, 222, 223,

224, 225, 226, 256.Grave Rutg. v. 13.Griensven 98.Grobbendonck 77, 83, 87, 91, 105.Grolle Jacops v. 233.Grondoni Ant. 258.Gruythuyze L. v. d. 10.

H.

Haen W. de 208.Haen J. de 208.Haes Jac. de 258, 190.Haes R. de 75.Haestert Paul 208.Haestrecht D. v. 208.Haestrecht Cath. v. 208.Haften Conr. 94.Haase Jac. Jos. 100.Hardy Le Matti]. 258.Hardy Jac. Le 259.

265

Hardye Jac. Le 149, 252, 253.Hatart Ger. v.Haza Hadew. 20.Hazelenbereh Jenneken v. 209.Hazelenberch Ger. v. 209.Hechtermans Henr. 258.Heede v. d. 114, 172.Heesch Matth. v. 83, 257.Hees Arm 14.Hees Aleydis v. 209.Hees Hubr. Rod. v. 209.Heyden Anth. v. d. Zie VerheydHeyst Oath. v. 208.Heyst Godefr. v. 208.Heylwich 233.Heynsius Aeg. 68.Hellinx Th. 185.Hendriks J. 110, 127.Hendrik III (hertog) 1.Hendrik Fr. 88, 91, 93,Henrica 229, 230.Henrixz J. Bever 210.Henric 208.Henriei J. 95.Herenthals Gosw. v. 256.Herpen Rud. v. 204.Hertsvaert Nic. 256.Herwerden Otto v. 257.Herpen Ger. v. 41, 42.IIerssel D. v. 17, 221, 224.Herselius J. 83.Heusden J. de 20.Heusden Aug. v. 41, 257.Heuvel Lamb. v. d. 184, 190, 2Heuvel J. Petersz. v. d. 211.Heuvel J. v d. 34, 252.Hezeacker Goz. v. d. 202.Hezeacker Lambertsz v. d. 204.Heze G. v. 2.Hilvarenbeek (J. Borchmans v.)

16, 222, 225.

Hoensbroeek 111.Hoerne J. de 222, 225, 226.Hoe vel H. v. d. 209.Hohenlohe 70, 77, 80.Hongarye Maria v. 29.Hontius H. 94, 102, 126.Hoorne J. v. 221.Horenbeeck J. v. 94, 154, 259.Horenbeeek V. v. 94.Horn W. v. 86.Horne J. v. 18, 20.Hosden Ph. 68.Houbraken Jud. 132, 139.Houten Caes. v. 157, 259.Huben J. 256.

J.

Jacobs J. 75, 257.Jacobi Peter 94.Jacobi Jac. 95.Jacobs Petr. 257.Jacobi Antonius 204.Jamare Erasmus 160.Jan (Hertog v. Brabant) 2.Jan de Stoute hertog 7.Jancenboy Cornel. 94, 131.Jansenboy Ambr. 95, 126.Janssenboy Leon. 94, 114, 130,

131, 132, 135, 152, 181, 258.Janssenboy Nic. 131.Janssenboy Dom. 131.Jansen P. 144.Janssenius Ambr. 102.Jansz. Gijsselbert, Gijsselen 204.Jansz. Marg. 209.Jansz. Matth. 209.Jansz. Aert. 207.Jarein Thom. du 148, 258.Imp ens. 192.Joannes XXII 4.

en.

106, 115.

59.

266

Joannis Jae. 95.Joannes XXIII 213, 215.Jonghe Rum. de 108, 110, 184,

199, 252, 253, 258.Jorissen Arent 67.Jordanus 256.Joseph II 177.Isabella Aartshert. 86, 87.

K.

Karel V 29, 32, 46.Keer Petr. de 94.Kempen Alardus v. 209.Kerkhoff Jan van 75, 89, 168, 254.Kerekhoven Petr. 144, 156, 159.Kessel van J. 141, 142, 144, 150.Kessel van P. 190, 199, 254.Kessel Hendrik v. 207.Kirekpatrick 153.Kleef Adolf v. 7.Kleef Maria v. 7.Knippenberg Sebast. 147.Knoeyen Joest. 36.Knoeyen Lisken. 36.

L.

Laer Jac. v. d. 97.Lamberti Ain. 93.Langhel Rein. de 215.Laurentiiz Ain. 211.Laurentii Adr. 43, 44, 48.Leendt Everard v. 72, 73, 74.Leendt Joan v. 68.Leemputte Henr. v. d. 131.Leendt Ant. v. 45, 46, 48, 54, 59,

62, 66, 68, 70, 71, 72, 75, 235, 257.Leener Petr. de 199.Leersen Aug. 94, 114, 180, 260.Leonis Joes 257.Lelieboom Philip. 196, 258.

Leopold Aartshert. 114, 171.Lesteens Will. 132.

Leuven Jan v. 189.Leeuwarden Reg. v. 75, 94, 101,

102, 103, 106, 109, 110, 126,181, 257.

Lierop Matth. v. 257.Lieropius Ger. 93, 102.Lierop Petr. v. 71, 76, 82, 257.Lieshout Nie. 81.Lier Reg. v. 157, 184, 259.Lit J. v. 208.Lith W. van 257.Litsenborch Mart. v. 151.Litt Wilh. 20.Lodewijk Engelb. 2.Loemel J. v. 85.Loenmans Henric 229.Loenmans Aleydis 229.Loenman Mach. 256.Lonibaerts Will, 21.Lombaers Godefr. 68.Lombardus Petr. 38, 39, 42.Loze 256.Luther 81.

M.

Macheren Machtild de 203.Maen Oath. 109.Maes Jae. 233.Mayer 252.Malassys J. 258.Mayen (Jac. a) 94, 180.Maren Joan. v. 23, 24, 175.Maria Theresia 176.Markinius 115.Martini R. 18.Martsz. Goesw. 202.Marts. Hadew. 202.Mattheusz. Jae. 204.

267

Mattheusz. Joan 204.Mauritii Lisab. 209.Mauritii Simon 209.Maurits Prins 76.Meer Greg. v. d. 75.Meerhem Dierck v. 207.Meerhem Willem v. 207.Meerssen Ger. v. 196.Mees Humb. 18:3, 258.Megen Adam v. 256.Mey Steph. de 49.Meyen Arn. v. d. 17, 221, 224.Melchers Matth. 196.Mensvoort 95.Mervoordt Henric. 95.1\Ietsius Laur. 68, 71.Metta hegijn 2.Meulemans Philipp. 189.Meulen J. v. d. 130, 131.Meurs Arndt. Janssen v. 203.Michielsz. Michael 68.Mierd Adam v. 4.Mierlo Godefr. v. 47, 48, 63, 65,

68, 211, 235.Myn Joann. 214.Mil J. Jorisz. Daems v, 212.Millinck Lamb. 233.Moens Mart. 75.Mol Nic. v. 256.Bolen H. v. d. 30.Molenmakers 151.Mommaert Jos 180.Monte Adr. de 83.

onic Gertr. de 206.Monie Matth. de 206.Mosa Joh. de 216Munek Nic. de 183.

N.Neve Petr. Jos. de 156, 157, 259.Nyhoff Nic. 75.

Nys De Zie DenysNoir Jan Bapt. de 174.Nunensis Jac. 93.

0.

Oesterhout Simon de 14.Oirsehot Theodericus v. 32, 34,

40, 45, 257.Oisterwijck H. v. 61, 64, 66.Oisterwijek Godefr. v. 93.Olferts Barent 97.Olms. Willem 233.Olieslagers Adr. 94, 102.Olieslagers Lud. 94.Oostenrijk Maxim. v. 10, 12, 13,

20, 218, 219, 220.Oostenrijk Marg. v. 27, 38.Ophovius P. Michael 83, 84, 85,

86, 87, 88, 90, 91, 99, 102, 104,116, 117, 179, 241.

Oranje Prins v. 70, 96, 153.Os Ida Weyers v. 209.Os Joh. Weyers v. 209.Os Jac. Gerardsz. de. 202.Os Petrus de 20:3, 256.Os Petrus van 13.Os J. Rutgerusz. 203, 227.Othinge J. v. 211.Ottedsz. Peter Dierx 203.

P.

Pacieco 143.Pamphilius 142.Papendrecht C. P. Hoynck. v. 174.Paraut 174.Parma hertog v. 84.Pater J. 183.Pauli Arn. 95.Pauwels Theod. 207.

265

Pauwels Joan. 207,Pauwelsz. Ida 207.Pauwelsz. Arn. 207.Peteghem Van 174.Petri Werboldus 22.Petersschem With. de 18, 27, 28

227.Philips v. Brab. (hertog) 8, 21.Philips II 75.Pickart Ant. 199.Pius V. 47.Pluchart Car. 101, 243, 244,Poel Ph. v. 94.Poort J. Pijnappels 203.Porta Gyselbertus de 205.Postey Ray m. 93.Prins Chr. 95.Puteo Ger. de 3, 215, 256.

Quesnel 139, 148.

R.

Raamsdonek Aril. v. 9.Raemsdonck Joh. v. 215.Ramhicourt 87.Ranst Fr. v. 148.Ravesteijn Everard 130.Regis Marc. 256.Reyners Peter 205.Reuchlin 37.Rijckartsfort Matth. v. 256.Ryderus ,T. 98, 113, 114, 117,

126, 172, 173, 180, 257, 258,260.

Rijnshoven J. v. 93.Rijsingen 94.Rijswijk Dom 94.Robbroeck David v. 167.

Rode Petrus de 207.Roe]ants 171.Roelofs Petrus 207.Roelofs Jord. Jansz. 207.Roemerswaal W. v. 2.Roy Le 172.Roman Fr. 174.Rosendael Laur. v. 256.Roosendael Nic. v. 23, 24, 175.Rosaeus 86.R,osmalen Henric. 196.Rossum v. 237, 238.Rossum P. Arn. v. 83.Rossum Goosse v. 211.Rossum Maarten v. 33.Rudolphi J. 95.Rudolphi Nic. 101, 108, 243, 245.

S.

Sande v. d. 252, 253.Sanguessa Lud. 148.Santfoort J. 113.Scakke J. 75.'t Seraerts Hier. 81, 82.Sceymaker Goessensz. v. 16.Schaeck Fred. 231.Schaep 252, 253.Schilder Gerrit de 67.Schindelius Leon. 152.Schoonhoven Theoder. v. 43.Schouwenburch 65.Schuyl Pieter 98.Sehuurmans Bern. 185.Scorhout Joanna v. 211.Scorhout Jan 211.Sereymaecker Wijnric 204.Syben Ger. 154, 155, 156, 259.Sichemans Nic. 255.Silvius Gregor. 48, 253.Simon vice-cureit 16, 22'2, 225.

Sint-Truyen Joan v. 13.Sint-Truyen Jac. 138.Sypenseel Cor. v. 174.Slotius Adolf 94.Smyers 174.Smulders Barth. 158.Someren v. 92, 93, 98,100, 240, 257.Somer zie v. Someren.Son J. v. 6, 9, 205, 215, 256.Sonnius Fr. 50, 51, 52, 66, 68.Soto Petrels de 29, 46.Spanghe De 252, 253.Spierinck Joan. 210.Spijkers Jac. 256.Spijkers Hyac. 150, 161, 1.62, 252,

253, 260.Spina Tielman de 215.Spinola 106.Spiker Marg. 8.Sprenger Jac. 12, 217, 219.Staeke Cath. v. d. 19.Stayackers Vine. 127, 182, 192, 258.Stalius Ans. 258.Starr Alanus 182.Steyaart 140, 141, 143.Steghen J. v. d. 60.Stephanus v. Beieren (hertog) 8.Sticker Hermann 206.Strick Theodor. 44.Striek Dom. 94, 114, 152, 153,

154, 155, 259.Susteren Mathias v. 132, 135, 136,

258.Swolfs 255.

T.

Teniers Leopold 189, 254.Thijs Isfr. 178.Theoderici Edmondus 216.Thugelius 98.

Tibosch Judocus 138.Tibosch Petrus 138, 139, 140.Tijssen W. 233.Tillens Ant. 212.Tulden Cath. 211.Turnhout J. v. 180.Turnhout Wilh. v. 23.Turnhout Arn. v. 256.Tremoille 129, 153.

V.

Valckenborgh R. v. 8.Vaucq Alb. de 94.Vechel Dirk v. 75.Veldhovius 194.Veltacker Jac. 68.Vendix Arient Gerit 202.Vendix Hendr. 202.Venray Th. 95.Verasseldonc 204.Vercamp Herm. 94, 102.Vereycken Fr. 258.Vereycken Hyac. 183, 252.Verheyden Anti" 94, 102, 126, 159,

160, 259.Verhoffstadt Thom. 146, 255.Verstegen J. 209, 210.Vervoort Aeg. 146.Verwijnen Th. 94.Visscher de 253.Vitriaco Hector de 214.Vlierden A. v. 204.Vlierden Aelbr. 204.Vliert Jos. v. d. 259.Vliert Petr. v. d. 157, 158, 259Voetius Ghishertus 115, 119.Voller Thom. 127.Voorn 97, 98.Vosch Nic. 199.

Vucht Godefr. 256.

270

W.

Waelwie Laur. de 213,Waerden Amand. v. d.

173, 197, 258, 259.Walschaert 199, 252, 2Walseharts Pius Zie WWannijn Petr. 160, 25Want Marg. 210.Waspyck Walt. v.Wassenbereh Ger.Weert J. 215.Willens Ant. 256.Westerloe Guil. 95.Wetten With. 80.Wiel J. v. d. 95, 179.Wijnants Hieron. 67.Wijnen Alb. 182.Wijnen Henric. 182.Wijnterlee, Cath. v. 204Wijnterlee Everaert v.Wilgheman Joan. 205.

\Villewever Jae. v. Ghempe 203.Windt Fr. de 183.Woestynius 98.Woensel Goeyen v. 57.Wolfaert 60.Wolfardsz. Joh. Wolf 210.Woudt Adr. v. 189.Wouters Th. Petr. 203.Wouters Th. 203.

Y.

Ywynsz Berthout Aert 207.

aZoemeren Ger. v. 98.Zoesius Nic. 83, 236.Zon J. de Zie Son.Zuelre Henr. 80,Zuelre Aeg. 81.

214.136, 137,

53.alsehaert.

9.

256.127, 183, 197.

204.

ADDENDA.

In de jaarboeken van het provinciaal Genootschap voor ge-

schiedk. wetenschappen in Limburg is in de 3de afl. jrg. 1896

een handschrift uitgegeven van P. Joannes Want, predikheer to

's-Hertogenbosch, behelzende het belangqk verhaal eener pel-

grimsreize near het H. Land in 1519. Omtrent dezen kloosterling

teekent bet Chroiticon aan : „R. P. Joes Want 1499 in festo

„S. -Toes Bapt indutus, pluribus minis hujus conventus procura-

tor circa 1519 visitavit loca sacra in Palestina ex praescripto

„Domicellae Catharinae van den Haeke conjugis Domini Henrici

„Hermanni de Deventer, quae ei in hunc finem ultima sue ye-

„luntate legaverat summam 125 ducatorum; in patriam rever-

„sus t grandaevus 26 febr. 1558.”

Als bijzondere kerkwijdingen werden in het Bossche Predik

heerenklooster gevierd :

„Des maendaechs na paesschen totten predicanten in des hey-

„ligen Sacraments coor.

„Des sondachs daerna tna Boskermisdach) totten preeckheeren.

„Opten jaersdach ten preeckeren den naem Jhesus in die broe-

„derschap.”

Aldus in een kerkboek uit de 16 de eeuw. X.-Brab. Almanakblz. 912.