Ruth Ruth...‘Wat Venus voor de beeldhouwerij, en Mona Lisa voor de schilderkunst is, is het boek...

87
Ruth Ruth Illustratie van de wijsheid Raymond R. Hausoul

Transcript of Ruth Ruth...‘Wat Venus voor de beeldhouwerij, en Mona Lisa voor de schilderkunst is, is het boek...

  • RuthRuthIllustratie van de wijsheid

    Raymond R. Hausoul

  • ‘Wat Venus voor de beeldhouwerij, en Mona Lisavoor de schilderkunst is, is het boek Ruth voor de

    literatuur’(Goethe)

    ‘...één der paarlen van de Hebreeuwsevertelkunst’

    (Vriezen)

    ‘...een lieflijke idylle te midden van Israëlsduistere historie’

    (Voorhoeve)

    ‘Het is als een groene oase in de woestijn, eenvriendelijke idylle te midden van de duistere

    geschiedenis van Israël.’

  • Inhoudsopgave

    1 Inleiding.......................................................................................................... 51.1 Groene oase in de woestijn.....................................................................................51.2 Onbekend auteurschap...........................................................................................51.3 Datering...................................................................................................................61.4 Ruth, een liefelijke idylle in de diepe duistere geschiedenis.................................71.5 Ruth, wijsheidsgeschrift in het Oude Testament...................................................81.6 Ruth, herstel en genezing.......................................................................................9

    1.6.1 Excursus: Gods voorzienigheid....................................................................101.7 Ruth, bijzonderheden in het boek........................................................................11

    1.7.1 De symmetrie van de vier hoofdstukken....................................................121.7.2 Het tijd-climax in het boek Ruth.................................................................121.7.3 Parallellen met de vrouw in Sp31................................................................131.7.4 Feesten in het boek Ruth.............................................................................13

    1.8 Ruth, doordachte indeling....................................................................................151.8.1 Kleine Chiastische indeling.........................................................................151.8.2 Chiastische indeling volgens de dialogen....................................................151.8.3 Chiastische opbouw rondom de rust van Naomi en Ruth..........................161.8.4 De zeven verhalen in Ruth..........................................................................18

    1.9 Ruth, praktische confrontatie...............................................................................18

    2 Schematisch overzicht van Ruth...................................................................20

    3 Terugkeer (1:1-22).........................................................................................213.1 Vertaalvarianten....................................................................................................223.2 Grammatica...........................................................................................................223.3 Structuur................................................................................................................233.4 Commentaar..........................................................................................................25

    3.4.1 Naomi en haar man trekken weg uit Bethlehem (Rt1:1-6)........................253.4.2 Excursus: De stad Bethlehem in Juda..........................................................273.4.3 Excursus: Het land Moab.............................................................................303.4.4 Ruth en Orpa gaan met Naomi mee terug (Rt1:7)......................................373.4.5 Naomi zegt dat Ruth en Orpa terug naar Moab kunnen gaan, maar beiden weigeren (Rt1:8-10)..............................................................................................373.4.6 Naomi’s rede, dat de vrouwen terug moeten gaan (Rt1:11-13)..................383.4.7 Orpa keert terug, Ruth weigert en Naomi zegt dat Ruth terug naar Moab kan gaan (Rt1:14-15).............................................................................................393.4.8 Ruths besluit om met Naomi mee terug te gaan (Rt1:16-19)......................393.4.9 Naomi en Ruth keren terug naar Bethlehem (Rt1:19-22)...........................41

  • 4 Ontmoeting (2:1-23)......................................................................................474.1.1 Ruth vertelt Naomi dat ze koren wil verzamelen op het land (Rt2:1-2)....494.1.2 Ruth verzamelt koren op het veld (Rt2:3)...................................................504.1.3 Excursus: Gods soevereiniteit......................................................................504.1.4 Boaz arriveert op het veld, en hoort van Ruth (Rt2:4-7)............................514.1.5 Ruth ontmoet Boaz (Rt2:8-13).....................................................................524.1.6 Boaz nodigt Ruth uit voor een maaltijd (Rt2:14)........................................544.1.7 Ruth verzamelt koren op het veld (Rt2:15-17)...........................................544.1.8 Ruth vertelt Naomi wat ze meegemaakt heeft op het land (Rt2:18-23).....554.1.9 Excursus: De losser en het zwagerhuwelijk................................................57

    5 Huwelijksaanbod (3:1-18)..............................................................................655.1 Vertaling................................................................................................................655.2 Tekstvarianten.......................................................................................................665.3 Vertaalvarianten....................................................................................................665.4 Structuur................................................................................................................665.5 Commentaar..........................................................................................................66

    6 Huwelijk en lofprijs (4:1-22)..........................................................................756.1 Vertaalvarianten....................................................................................................766.2 Grammatica...........................................................................................................766.3 Structuur................................................................................................................76

    6.3.1 Excursus: De sluiting van het huwelijk in het Oude Testament................82

  • R U T HINLEIDING

    5

    1 Inleiding

    1.1 Groene oase in de woestijnRuth, de parel van de Hebreeuwse vertelkunst kan binnen een

    kwartier worden gelezen. Het is samen met Esther het enigeoudtestamentische boek dat de naam van een vrouw draagt.

    Het meisje Ruth (bet. ‘vriendschap’) is de hoofdrolspeelster in hetverhaal dat gaat over het dorpsleven, de vreugden en moeiten, debeminnelijke deugden en speciaal de concentratie op de personageswaaromheen het verhaal is geweven. Ruth is een verhaal over heelgewone mensen die heel gewone gebeurtenissen meemaken. Het wordt integenstelling tot het Bijbelboek Rechters niet op een breed, maar op eensmal doek geschilderd. Ondanks dat er geen wonderen in het werkvoorkomen, merkt de oplettende lezer toch dat Gods hand niet afwezig isin dit werk.1

    Naomi lijdt veel ontberingen door hongersnood en sterfte, maar vindtuiteindelijk vrede en zekerheid. Ruth, de buitenlandse vrouw uit Moab,hecht zichzelf aan Naomi, haar schoonmoeder, en aan God. Boaz, Naomi’sverwante, laat zijn vriendelijkheid blijken voor Ruth en Naomi. Hij huwtRuth en samen worden ze de voorvaderen van koning David (Rt4:22) ende beloofde Messias (Mt1:5vv.). In de joodse canon staat Ruth in relatiemet Maleachi dat aan het einde waarschuwt dat Jahweh het land met deban kan slaan (Ml3:23-24). Aan het begin van Ruth gaat een Judeeërwegens een hongersnood in ‘vrijwillige ballingschap’ (1:1).

    1.2 Onbekend auteurschapDe auteur van Rt is onbekend. In het verleden is er aan Eli, Samuël2,

    Gad, Nathan, Salomo3, Hiskia, Ezra of een onbekende vrouw4 als auteurgedacht. Goslinga ondersteunt het auteurschap van iemand uit het

    1 Tremper Longman III en Raymond B. Dillard, An introduction to the Old Testament (Grand Rapids: Zondervan,2006), 149.

    2 Babylonische Talmoed, traktaat Baba Bathra 13.2; 14b.3 C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth (KV; Kampen:Kok, 1938), 120.4 N. Gottwald, The Hebrew Bible—A Socio-Literary Introduction, (Philadelphia:Fortress, 1985), 555

  • 6

    koningshuis vanuit de Joodse canonieke plaats van Ruth naast Psalmen ofHooglied.5

    1.3 DateringRt noemt de tijd van de rechters (Rt1:1) en kroning van David

    (1010v.Chr.; 4:17,22). Tradities worden uitgelegd (4:7). Anderen denkenaan een nog latere tijd. Zo wordt er vanuit de taalkundige uitdrukkingenberedeneerd dat het boek geschreven werd na de ballingschap in de tijdvan Ezra en Nehemia. De woorden die daarvoor als ‘bewijs’ gebruiktworden zijn: ‘vrouwen’ (náshîm, Rt1:4); ‘daarom’ (láhén, Rt1:13); ‘bittere’(márá’, Rt1:20); ‘hij getuigde’ (‘ánáh, Rt1:21); ‘gebeurde’ (miqrehá, Rt2:3);‘gaan’ (‘ávár, Rt2:8); ‘maaien’ (qátzar, Rt2:9); ‘vasthouden’ (dávaq, Rt2:21);‘afdalen’ (járad, Rt3:3); ‘neerleggen’ (shákav, Rt3:4); ‘doen’ (‘áwah, Rt3:4);‘voetendek’ (margeloh, Rt3:7-8,14); ‘voordat’ (terom, Rt4:14); ‘weten’(jáda‘, Rt3:18)).6 Knight gaat hierop verder en zegt: ‘Was het de roep vaneen van die kinderen, die een of andere volstrekt onbekende schrijver (zouhet mogelijk een vrouw zijn geweest?) ertoe gebracht heeft het kleinepamflet te schrijven dat we het boek Ruth noemen?’7 Hij denkt dat dezeverklaring aannemelijk is, omdat Ezra het wettelijk verbod om metKanaänieten te huwen, uitbreidt tot Moabieten, Ammonieten enEgyptenaren.

    Maar het wettelijke verbod in de Thora tegen gemengde huwelijkenmet Kanaänieten was een bescherming tegen afgoderij en dat Ezra zichjuist met de gemengde huwelijken bemoeide vanwege afgodendienst waseen bescherming voor het volk in de omstandigheden waarin het opnieuwals volk werd bijeengebracht. De gedachte dat het boek pas later isgeschreven vindt geen duidelijke ondersteuning. Ruth leest bepaald nietals een politieke verhandeling. En ook is het tot op heden niet bewezendat deze woorden niet reeds gebruikt werden voor de ballingschap.8 Keilzegt dan ook dat deze uitdrukkingen enkel gebruikt worden door depersonen in het boek, en niet door de verteller.9

    Merkwaardig is dat 1Sm22:3 bekendheid met dit boek veronderstelt,want het geeft ons geen enkele verklaring waarom David zich tot Moab

    5 C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 121nt1.6 D.I. Block, Judges, Ruth, (NAC; Nashville:Broadman & Holman, 1999), 597.7 G.A. Knight, Ruth and Jonah, (TBC; Londen:SCM, 1950), 21.8 D.J. Wiseman, ‘Studies in Aramaic Lexicography,’ Journal of the American Oriental Society 82 (1962); C.J. Goslinga,

    Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 121.9 C.F. Keil en F. Delitzsch. Joshua, Judges, Ruth, (BCOT; Grand Rapids:Eerdmans, z.j.).

  • R U T HDATERING

    7

    wendt.10 Ook het feit dat in Samuël geen stamboom van David te vinden islijkt hierheen te verwijzen. Dit pleit voor een vroege datering van hetboek Ruth.11

    1.4 Ruth, een liefelijke idylle in de diepe duistere geschiedenis

    De schrijver van het boek Ruth maakt ons in het eerste vers duidelijkdat de geschiedenis van Ruth en Naomi zich afspeelt in de dagen van derechters. Het is alsof de auteur ons wilde laten weten dat er een anderekant zat aan het leven in de tijd van rechters. Natuurlijk waren er de grotecharismatische leiders uit Re4-16, die ondanks hun wisselende successenuiteindelijk niet in staat waren om Gods volk aan stabiliteit en veiligheidte helpen. Evenzeer was er de geloofsafval, gewelddadigheid, onzekerheiden burgeroorlog in Re17-21. Maar er was ook geloof: levend geloof in degenadige voorzienigheid van God.

    Als we ervan uit gaan dat het geslachtsregister in Rt4 enigszinsvolledig is (zie comm. aldaar), zouden we kunnen stellen dat Boaz Davidsovergrootvader was. David leefde in het jaar 1041-971v.Chr.12, waardoorBoaz geboren werd rond het jaar 1150v.Chr. De meeste gebeurtenissen inhet boek Ruth zouden dan plaatsvinden rond het jaar 1100v.Chr.; in detijd van Simson (1105-1085v.Chr.) en Samuël (1115-1021v.Chr.).13

    Het nadeel bij deze berekening is dat vier andere geslachtsregisters inde Bijbel Boaz de zoon van Salmon, de man van Rachab de hoer noemen(Rt4:21; 1Kr2:11; Mt1:5; Lk3:32). Boaz zou dan rond het jaar 1400v.Chr.zijn geboren.14 Dat zou betekenen dat de drie generaties na Boaz (Boaz-Obed-Isaï-David) zo’n 360 jaar duurden. Dat lijkt onmogelijk. Wellichtmoeten we er vanuit gaan dat het geslachtsregister in Rt4 niet compleet isen enkel de belangrijkste namen uit het geslacht van David noemt.

    Andere uitleggers dateren het boek Ruth rond de tijd van dehongersnood in Re6:6 (1380-1055v.Chr.).15 Volgens Flavius Josephus vondde geschiedenis plaats in de tijd van de hogepriester Eli (1Sm1-4),16 dit zou

    10 C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 122.11 Longman III en Dillard, Introduction, 145.12 E.H. Merill, Kingdom of Priests, (Grand Rapids:Baker Book, 1987), 244; L. Wood, Distressing Days of Judges,

    (Grand Rapids:Zondervan, 1975), 254.13 Vgl. C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 129.14 E.H. Merill, Kingdom of Priests, (Grand Rapids:Baker Book, 1987), 255; L. Wood, Distressing Days of Judges,

    (Grand Rapids:Zondervan, 1975), 11.15 C.F. Keil en F. Delitzsch. Joshua, Judges, Ruth, (BCOT; Grand Rapids:Eerdmans, z.j.), 466; L. Wood, Distressing

    Days of Judges, (Grand Rapids:Zondervan, 1975), 254.16 Flavius Josephus, Joodse Oudheden V.9.1.

  • 8

    echter te laat zijn om Boaz de grootvader van Isaï te laten zijn (Ru4:22;1Sm16). Andere uitleggers zoals Lightfoot zijn van mening dat we hetbegin van het boek Ruth beter kunnen dateren in de tijd van Ehud ofShamgar (Ri3-4)17, terwijl anderen eerder denken aan de tijd van Gideon(Ri7). In ieder geval bevindt het zich in de tijd van de vroege rechters. Hetboek zelf behandelt echter een tijd van ongeveer 11 tot 12 jaar:

    Ru1:4 Tien jaar in Moab

    Ru1:22; 2:23 Van april-juni op het veld

    Ru3:1-18 Een dag in Bethlehem en een nacht op de dorsvloer

    Ru4:1-22 Ongeveer een jaar in Bethlehem

    1.5 Ruth, wijsheidsgeschrift in het Oude Testament

    De gebeurtenissen die we in Rt vinden, gebeuren in de tijd van derechters (Rt1:1). Vandaar staat Rt direct achter Rechters in onze Bijbels.Volgens Eusebius was het boek in de Joodse beschouwing een onderdeelvan rechters (Hebr. Saphateim).18 Augustinus plaatste het echter bij deboeken Samuël-Koningen.19

    De verbinding met rechters wordt ondersteund door de Septuaginta,de geschriften van Flavius Josephus en het apocrief 4 Ezra 14:44 waarin wede uitspraak vinden dat de Joden 22 geschriften hadden in hun Bijbel.Daarentegen vinden we in de Joodse Talmud en de Midrash het gegevendat de Joden 24 geschriften hadden in hun Bijbel, zodoende kan het boekRuth toch los gezien worden van het boek rechters, wat waarschijnlijk danook het geval was in de oude Hebreeuwse indeling, die lang voor deSeptuaginta vastgesteld werd. In de Hebreeuwse indeling bevindt het boekzich achter het boek Hooglied en voor het boek Klaagliederen, en maaktdeel uit van de zogenaamde vijf-rollen (Megilot: Rt, Es, Hl, Pr, Kl).

    In het boek Ruth zien we hoe het principe van gerechtigheid enrespect voor Gods geboden de levenswandel van een persoon bepaalt.Eveneens is het opvallend dat de bestuurders van de stad expliciet wordengenoemd (Rt4:1-2, 11).

    17 Vgl. J.M. Sasson, Ruth: A New Translation with a Philological Commentary and a Formalist-FolkloristInterpretation, (Baltimore:Johns Hopkins, 1979), 15; R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; GrandRapids:Eerdmans, 1988), 84.

    18 Eusebius, Kerkgeschiedenis XI.25.19 Augustinus, Over het christelijke dogma II.2.

  • R U T HRUTH, WIJSHEIDSGESCHRIFT IN HET OUDE TESTAMENT

    9

    De MegillotDe MegillotDe vijf Bijbelboeken Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen en Esther, makenDe vijf Bijbelboeken Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen en Esther, makensamen ze deel uit van de Geschriften (samen ze deel uit van de Geschriften (KitûvîîmKitûvîîm) en worden door de rabbijnen) en worden door de rabbijnenaangeduid met de term megillot. De volgorde waarin de rabbijnen deze boekenaangeduid met de term megillot. De volgorde waarin de rabbijnen deze boekenplaatsen is verschillendplaatsen is verschillend. De Babylonische Talmoed plaatst ze zelfs niet bij elkaar.. De Babylonische Talmoed plaatst ze zelfs niet bij elkaar. 2020Onderzoek toont aan dat ze pas in de zesde of elfde eeuw bij elkaar werden gebrachtOnderzoek toont aan dat ze pas in de zesde of elfde eeuw bij elkaar werden gebrachten de naam Megillot ontvingen.en de naam Megillot ontvingen.2121Tijdens de grote feesten leest het jodendom telkens voor uit een van deze werken.Tijdens de grote feesten leest het jodendom telkens voor uit een van deze werken.Het Hooglied wordt voorgelezen op de achtste dag van het Pascha, Ruth tijdens hetHet Hooglied wordt voorgelezen op de achtste dag van het Pascha, Ruth tijdens hetWekenfeest, Prediker tijdens het Loofhuttenfeest, Esther tijdens het Purimfeest Wekenfeest, Prediker tijdens het Loofhuttenfeest, Esther tijdens het Purimfeest (14-(14-15 Adar vgl. Es9:20-32) 15 Adar vgl. Es9:20-32) en Klaagliederen tijdens de herdenking aan de verwoestingen Klaagliederen tijdens de herdenking aan de verwoestingvan de tempel op 9 Ab.van de tempel op 9 Ab.

    1.6 Ruth, herstel en genezingHet herstel van het nageslacht en voedsel wordt in dit boek

    geporteerd als een van de belangrijkste aspecten.22 Gods soevereiniteit enzorg voor de armen staat centraal. God gebruikt het krachtige vertrouwenvan deze eenvoudige mensen, om grote dingen te doen.23 Iedere vraag indit boek is een vraag om zegen en God verhoort elk van deze vragen.24

    Juist dat geeft de gelovige kracht. Hoe vaak is het niet dat we eenafgod van onze angst maken en die God noemen? Daartegenover leven inhet boek Ruth de personages zeer sterk in de voorzienigheid van God. Zegaan uit van zijn presente activiteit in deze wereld.

    Het boek geeft meteen een prachtig beeld van Ruth als de goedevrouw uit Sp31. Zij zal later opgenomen worden in de stamboom van deMessias Jezus Christus. De overgang van de rechters naar koning David endaarmee naar de Messias (2Sm7:16; Mt1:5) ligt dan ook opgesloten in ditboek. Omdat Ruth als heiden toetreedt tot Gods volk, toont dit boek dat deverlossing en rijkdom van de goddelijke genade Gods, voor alle mensen is(Rt2:12). Wellicht is het vanuit die prachtige boodschap dat Ruth

    20 Julius Steinberg, Die Ketuvim - ihr Aufbau und ihre Botschaft, Dissertatie. (Hamburg: Philo, 2006), 88.21 Ibid.22 B. Green, ‘The Plot of the Biblical Story of Ruth,’ Journal for the Study of the Old Testament 23 (Jul. 1982): 55-68;

    F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 67; R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; GrandRapids:Eerdmans, 1988), 230.

    23 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 279.24 R. Hals, The Theology of the Book of Ruth, (Philadelphia:Fortress, 1969), 4, 7.

  • 10

    gedurende het gehele boek aangeduid wordt als ‘de Moabitische’ (Rt1:22;2:2, 6,21; 4:5,10).

    1.6.1 Excursus: Gods voorzienigheidChristenen die leven binnen de gedachte van Gods voorzienigheid

    gaan uit van zijn presente activiteit in deze wereld. Juist in het geschapenuniversum zien we al de orde die God erin gelegd heeft volgens zijn eigenwetten, oorzakelijkheid en onafhankelijkheid.25 Soms hebben christenenechter net zo van Gods onderhoudende activiteit gesproken als over deformule van de natuurwetten. Een verandering die teweeg gebracht wordtdoor Gods voorzienigheid wordt dan enkel gezien als een verandering enontwikkeling in de schepping.

    Het is echter nuttig om een onderscheid te maken tussen algemenevoorzienigheid en bijzondere voorzienigheid. Het eerste verwijst naar deregering van het universum door universele wetten die de wereld besturenof beïnvloeden zonder de noodzaak van specifieke of ad hoc daden van degoddelijke wil.26 We kunnen daarbij dus denken aan de natuurwetten diein stand worden gehouden door Gods wil. De bijzondere voorzienigheidbetreft specifieke gebeurtenissen die door de gelovige verstaan worden alsbijzonder bewijs van Gods handelen. De lieddichtster Jacqueline van derWaals (1868-1922) deed graag aan sport. Later kwam ze erachter dat zemaagkanker had. Ze overleed er een jaar na haar 53ste verjaardag aan enschreef kort van te voren nog het lied Wat de toekomst brengen mogewaarvan het begin als volgt luidt:

    ‘Wat de toekomst brengen moge,mij geleidt des Heren hand;moedig sla ik dus de ogennaar het onbekende land.

    Leer mij volgen zonder vragen;Vader wat Gij doet is goed!Leer mij slechts het heden dragenmet een rustig kalme moed!’

    25 M.J. Langford, Providence, (Londen:SCM, 1981), 7.26 M.J. Langford, Providence, (Londen:SCM, 1981), 11.

  • R U T HRUTH, HERSTEL EN GENEZING

    11

    Voorzienigheid zegt: God is er, God is begaan, God regeert en Godzorgt.

    1.7 Ruth, bijzonderheden in het boek● Behalve in Mattheüs 1:5 wordt nergens anders iets vermeld over

    Ruth.● Het is interessant dit boek in verband te zien met het huwelijk dat

    koning David later wil hebben met Batseba.● De woorden ‘gaan’ en ‘terugkeren’ zijn belangrijke woorden in het

    boek Ruth.● Anderen hebben het boek Ruth een nieuw Genesis genoemd, dit

    wegens de opvallendheden met de roeping van Abraham (Gn12),de vlucht van Abraham voor de hongersnood (Gn19:30-38), debruiloft van Isaak en Rebekka (Gn24) en de geschiedenis vanTamar en Juda (Gn38).

  • 12

    1.7.1 De symmetrie van de vier hoofdstukkenRuth 1 Ruth 2 Ruth 3 Ruth 4

    Geen verlosservoor Naomi in

    Bethlehem

    Ruth op develden van Boaz

    Ruth op dedorsvloer van

    Boaz

    Losser voorNaomi in

    Bethlehem

    Ruth 1:1-5Opening dooreen handeling

    Ruth 2:1-2Opening dooreen gesprek

    Ruth 3:1-5Opening dooreen gesprek

    Ruth 4:1-2Opening dooreen handeling

    Ruth 1:6-19Keuze van Ruthvoor Naomi(driegesprekken)

    Ruth 2:3-18Ontmoetingtussen Ruth enBoaz (Ruth werpt zichop de grond voorBoaz)

    Ruth 3:6-15Ontmoetingtussen Boaz enRuth (Ruth legt zichaan hetvoeteneind vanBoaz)

    Ruth 4:3-12Keuze van Boazvoor Naomi enRuth (3 gesprekken)

    Ruth 1:19:22Aankomst inBethlehem(Naomi en devrouwen)

    Ruth 2:19-23Gesprek tussenNaomi en Ruth

    Ruth 3:16-18Gesprek tussenNaomi en Ruth

    Ruth 4:13-22Geboorte inBethlehem(Naomi en devrouwen)

    1.7.2 Het tijd-climax in het boek RuthRuth 1 10 jaar

    Ruth 2a Enkele weken van de oogst

    Ruth 2b De gebeurtenissen op het veld op één dag (Rt2:7; 2:14-16;2:17)

    Ruth 3 Één nacht op de dorsvloer (Rt3:2,8,14)

    Ruth 4 Tot de eeuwigheid (via de geslachtslijn van David, naar deMessias)

  • R U T HRUTH, BIJZONDERHEDEN IN HET BOEK

    13

    1.7.3 Parallellen met de vrouw in Sp31Omschrijving Ruth Spreuken 31

    Ze wijdt zich aan de familie Rt1:15-18 Sp31:10-12,23

    Ze heeft plezier bij het werk Rt2:2 Sp31:13

    Ze is een vlijtige werkster Rt2:7,17,23 Sp31:14-18,19-21,24,27

    Ze spreek godvrezend Rt2:10,13 Sp31:26

    Ze is afhankelijk van God Rt2:12 Sp31:25,30

    Ze is ordelijk gekleed Rt3:3 Sp31:22,25

    Ze is bescheiden tegenover mannen Rt3:6-13 Sp31:11-12,23

    Ze draagt een zegen Rt4:14-15 Sp31:28-29,31

    1.7.4 Feesten in het boek RuthOndanks het feit dat geen enkel feest in het boek Ruth bij name

    wordt genoemd, spelen de feesten in het boek Ruth een bijzondere rol.27

    Zo ontdekken we indirect in Rt1:22 het Pascha en feest van de ongezuurdebroden en in 2:23 het Wekenfeest.

    Het Pascha in RuthTijdens het Pascha herinnert het volk Israël zich opnieuw aan haar

    verlangen naar een verlosser en haar vertrouwen daarin op Jahweh. DeHeer beantwoordde dit verlangen van de Israëlieten door hun te verlossenuit een vreemd land en te brengen naar het beloofde land dat Hij Abrahambeloofde (Gn12; 15). Het Pascha herdenkt deze verlossing en de trouw vanGod; en het boek Ruth toont opnieuw Jahwehs trouw voor de gelovigendie Hem vertrouwen en vanuit het vreemde land in het beloofde landworden gebracht.

    Het feest van de ongezuurde broden in RuthHet feest van de ongezuurde broden richt zich voornamelijk op Israëls

    bereidheid om zichzelf af te keren van het oude leven in Egypte. Zuurdeegstaat dan ook in de context van dit feest centraal als teken van de continue

    27 T.C. Hulbert, The Eschatological Significance of Israel’s Annual Feasts, (Th.D. diss., Dallas Theological Seminary,1965).

  • 14

    zondige gebondenheid. Door het volk op te roepen ongezuurde broden tebaken, riep de Heer als het ware het volk op om (symbolisch) te brekenmet haar verleden. Eveneens zien we ook dat Ruth breekt met haarverleden in Moab en beslist om Naomi te begeleiden in de situatie die voorhen ligt. Deze beslissing maakte Ruth precies in dezelfde tijd van het jaarwaarin Israël honderden jaren tevoren beslist had om Egypte te verlaten.Ze verliet haar familie, haar thuis, en de mensen waarmee ze samenleefdein Moab, om een God te omhelzen die haar vaderen nooit gekend hadden.Ze had enkel tijdens deze reis een noodlijdende weduwe en geenwonderen-werkende Mozes.

    Het Wekenfeest in het boek RuthHet feest waarbij zich de climax van het boek Ruth afspeelt is het

    Wekenfeest. De offers die het volk op dat moment aan God brengt staansymbool voor Gods voorziening in de dagelijkse benodigdheden. Het waseen eerstelingsgave van hun oogst die bewogen werd voor het aangezichtvan Jahweh (Lv23:11). Zeker zal de lezer het belang zien van Ruthsverzamelen van koren. Ze was duidelijk afhankelijk daarbij van Godsvoorziening, in deze tijd waarin het volk dat speciaal herdacht. Typerendis het verschil tussen de houding die uitgedrukt wordt in Lv23 en dehouding van Naomi. Lv23 schetst een houding van afhankelijkheid engeloof dat God degene is die voorzien zal, omdat Hij trouw aan zijnverbond is dat hij gesloten heeft met Israël. Bij Naomi ontbreekt hetcomponent van het geloof. Ze herkent haar nood aan Gods hulp en ze zietdat die hulp ook beschikbaar was voor Ruth en Orpa (Rt1:8-9), maar zedenkt dat zijzelf geen deel meer kon hebben aan die hulp van de Heer(Rt1:13). Naomi verandert daarom haar naam in ‘bitterheid’ (Hebr. Mara,v20), terwijl Ruth zich voortbeweegt op de paden van het geloof (v16).Ruth klaagt niet zoals Naomi of de Israëlieten die uit Egypte trokkendeden (Nm11:5). Ze zou daardoor onbewust de diepste kern van hetWekenfeest ervaren en mogen zien en proeven dat de Heer voorziet in alhaar aardse behoeften.

    De lezing van het boek Ruth tijdens het WekenfeestHet boek Ruth wordt ieder jaar weer opnieuw tijdens het Wekenfeest

    (Rt2-3) voorgelezen in het Jodendom. Volgens de Midrash Ruth Rabba isDavid tijdens het Wekenfeest gestorven, wat dan ook de reden zou moetenzijn dat de Israëlieten dit boek tijdens dit feest voorlezen. Anderen denken

  • R U T HRUTH, BIJZONDERHEDEN IN HET BOEK

    15

    dat Ruth dient voorgelezen te worden op het Wekenfeest, omdat Ruth eenbeeld is van de Thora die aan Israël wordt geschonken, anderen denken inRuth een beeld van Israël te zien, en in Boaz de Thora. Ook is hetopvallend te zien dat volgens Leviticus 23:19-22 het Wekenfeest en dezorg voor de armen bij elkaar horen, wat dan ook duidelijk in dit boek aanbod komt.

    1.8 Ruth, doordachte indeling

    1.8.1 Kleine Chiastische indelingA Ruths verbintenis met Naomi (Rt1)

    B Graan van de akker (Rt2)

    B’ Graan van de dorsvloer (Rt3)

    A’ Ruths verbintenis met Boaz (Rt4)

    1.8.2 Chiastische indeling volgens de dialogenVan de 85 verzen in het boek Ruth, geven er 56 een dialoog weer. Dat

    lijkt erop te wijzen dat de dialoog een belangrijke literaire plaats inneemtin dit werk.28

    28 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 100-101.

  • 16

    A Introductie: de familie van Elimelech (Rt1:1-5)

    B Naomi’s betrekking bij het huwelijk van haar zonen (Rt1:6-18)

    C Naomi 's leegte (Rt1:19-22)

    D Dialoog tussen Naomi en Ruth (Rt2:1-2)

    E Dialoog tussen Ruth en Boaz (Rt2:3-17)

    F Dialoog tussen Ruth en Naomi (Rt2:18-23)

    F’

    Dialoog tussen Naomi en Ruth (Rt3:1-5)

    E’

    Dialoog tussen Ruth en Boaz (Rt3:6-15)

    D’

    Dialoog tussen Ruth en Naomi (Rt3:16-18)

    C’

    Land, huwelijk en erfdeel (Rt4:1-12)

    B’

    Naomi’s volledigheid in de geboorte van de zoon Rt4:13-17)

    A’

    Geslachtsregister: de familie van David (Rt4:18-22)

    1.8.3 Chiastische opbouw rondom de rust van Naomi en Ruth

    Hongisto geeft ons de volgende chiastische indeling:29

    A Naomi is te oud om nageslacht te ontvangen (Rt1)

    B De mogelijke verlosser wordt geïntroduceerd (Rt2:1)

    C Ruth en Naomi’s plan begint (Rt2:2)

    D Ruth en het veld van Boaz (Rt2:3)

    E Boaz komt uit Bethlehem (Rt2:4)

    29 L. Hongisto, ‘Literary Structure and Theology in the Book of Ruth,’ Andrews University Seminary Studies 23:1(lente 1985): 23.

  • R U T HRUTH, DOORDACHTE INDELING

    17

    F Boaz vraagt ‘Wie is die jonge vrouw?’ (Rt2:5-7)

    G Boaz zorgt voor voedsel voor Ruth en Ruth brengtéén efa naar Naomi (Rt2:8-18)

    H Naomi zegent Boaz (Rt2:19)

    I Boaz is degene die verlossen kan (Rt2:20)

    J Ruth voegt zich bij Boaz werkers (Rt2:21-23)

    K Naomi en Ruths plan om rust te krijgen(Rt3:1-8)

    J’ Ruth vraagt Boaz om bescherming (Rt3:9)

    I’ Ruth vraagt Boaz om op te treden als verlosser(Rt3:9)

    H’

    Boaz zegent Ruth (Rt3:10)

    G’

    Boaz belooft om Ruth te huwen en Ruth brengt zesvaten voedsel naar Naomi (Rt3:11-15)

    F’

    Naomi vraagt ‘Hoe gebeurde het?’ (Rt3:16-18)

    E’

    Boaz gaat naar Bethlehem (Rt4:1)

    D’

    Ruth en een veld (Rt4:2-12)

    C’

    Ruth en Naomi’s plan eindigt (Rt4:3)

    B’

    De verlosser die niet negeert wordt (Rt4:14-16)

    A’

    Naomi ontvangt nageslacht (Rt4:17)

    Een zwakte aan de indeling van Hongisto is het feit dat hij Rt1tegenover één enkel vers plaats (Rt4:17). Wat moeten we doen met de rest

  • 18

    van Rt1? Draait alles rondom Rt1 over het thema ‘geen nageslacht’?30

    Eveneens staan ook D – D’ en F – F’ onevenwichtig tegenover elkaar.

    1.8.4 De zeven verhalen in RuthRt1:1-5 Naomi verliest haar familie

    Rt1:6-19 Ruth kiest ervoor om bij Naomi te blijven

    Rt1:19-22 Naomi en Ruth arriveren in Bethlehem

    Rt2:1-23 Ruth ontmoet Boaz

    Rt3:1-18 Ruths voorstel aan Boaz

    Rt4:1-12 Boaz redt Naomi’s bezit en huwt Ruth

    Rt4:13-22 Naomi’s familie is hersteld

    1.9 Ruth, praktische confrontatieIeder Bijbelboek heeft zijn diepgang en charme. Dat is zeker ook het

    geval bij het boek Ruth. Diverse vragen kunnen bij de lezer die dit werkjein een kwartiertje doorleest, naar boven komen. De belangrijkste van dievragen luiden als volgt:

    Rt1: Op welk specifiek tijdstip speelt het boek Ruth zich af? Was hetzonde dat Elimelech wegtrok naar een ander land, deden de aartsvaders ditook niet? Is het bijbels verantwoord van Naomi om Orpa en Ruth terugnaar Moab te sturen? Wat bewoog Naomi om haar schoondochters terug testuren? Kan Ruth worden gezien als voorbeeld van iemand die zichbekeert tot God? Waarom vermeldt de schrijver niet de drie feesten in ditboek (Pascha, ongezuurde broden, Wekenfeest)?

    Rt2: Waarom lezen we niets van gebed in Rt en zien we toch Godszegen? Waarom vermeldt de schrijver 2:4, wat is het belang daarvan? Watbedoelt Boaz met de uitdrukking ‘Jahweh vergelde je je daad’? Wat isprecies een losser? Is er een verschil tussen het lossen en hetzwagerhuwelijk?

    Rt3: Wat is de dorsvloer? Is het ethisch verantwoord dat Ruth zichopmaakt en schminkt en vervolgens Boaz pas tegemoet gaat als dezedronken is (vgl. 3:7)? Mag Ruth een paradigma zijn voor een verloving?Waarom neemt Ruth er het voortouw in om Boaz te vragen, was het niet

    30 L. Hongisto, ‘Literary Structure and Theology in the Book of Ruth,’ Andrews University Seminary Studies 23:1(lente 1985): 22.

  • R U T HRUTH, PRAKTISCHE CONFRONTATIE

    19

    eerder de taak van de man om de vrouw tot huwelijk te vragen?‘Voetendek’ is in het Hebreeuws een eufemisme voor de seksuele organen.Hoe moeten we deze tekst interpreteren voor vandaag? Wat gebeurde erin die nacht (zie de verschillende vertalingen)? Hoeveel gerst nam Ruthmee naar huis (zes efa’s zijn 66 liter!)?

    Rt4: Moest de losser niet eigenlijk met Naomi huwen in plaats vanmet Ruth? Was het wel toegestaan dat een Israëliet met een Moabiethuwde? Waarom worden Lea, Rachel en Tamar hier genoemd? Hoe kanSalmon de verwekker van Boaz zijn; hij huwde Rachab de hoer (Mt1:5),maar dat gebeurde toch 300 jaar voor de tijd van Rt.

    VragenHoe goed ken je dit boek al? Kun je vertellen over wat jeaangesproken heeft in dit boek?

  • R U T HSCHEMATISCH OVERZICHT VAN RUTH

    20

    2 Schematisch overzicht van Ruth

    1 2 3 4Ruths verbintenis met NaomiNaomi verliest haar familie

    Graan van de akkerRuth ontmoet Boaz

    Graan van de dorsvloerRuths voorstel aan Boaz

    Ruths verbintenis met BoazNaomi’s familie hersteld

    Intr

    oduc

    tie: d

    e fa

    mili

    e va

    n El

    imel

    ech

    (Rt1

    :1-5

    )

    Nao

    mi’s

    bet

    rekk

    ing

    bij h

    et h

    uwel

    ijk v

    an

    haar

    zon

    en (R

    t1:6

    -18)

    Nao

    mi’s

    leeg

    te (R

    t1:1

    9-22

    )

    Dia

    loog

    tuss

    en N

    aom

    i en

    Rut

    h (R

    t2:1

    -2)

    Dia

    loog

    tuss

    en R

    uth

    en B

    oaz

    (Rt2

    :3-1

    7)

    Dia

    loog

    tuss

    en R

    uth

    en N

    aom

    i (R

    t2:1

    8-23

    )

    Dia

    loog

    tuss

    en N

    aom

    i en

    Ruth

    (Rt3

    :1-5

    )

    Dia

    loog

    tuss

    en R

    uth

    en B

    oaz

    (Rt3

    :6-1

    5)

    Dia

    loog

    tuss

    en R

    uth

    en N

    aom

    i (Rt

    3:16

    -18)

    Land

    , huw

    elijk

    en

    erfd

    eel (

    Rt4

    :1-1

    2)

    Nao

    mi’s

    vol

    ledi

    ghei

    d in

    de

    gebo

    orte

    va

    n de

    zoo

    n R

    t4:1

    3-17

    )

    Ges

    lach

    tsre

    gist

    er: d

    e fa

    mili

    e va

    n D

    avid

    (Rt4

    :18-

    22)

    A B C D E F F’ E’ D’ C’ B’ A’

  • R U T HTERUGKEER (1:1-22)

    21

    3 Terugkeer (1:1-22)

    (1) In de dagen dat de rechters rechtspraken was er een hongersnood in het land. Toen trok een man uit Bethlehem in Juda weg om als vreemdeling te verblijven in de velden van Moab; hij en zijn vrouw en zijn twee zonen. (2) De naam van de man was Elimelech, de naam van zijn vrouw Naomi en de namen van zijn beide zonen Machlon en Kiljon, Efratieten uit Bethlehem-Juda. En ze kwamen in de velden van Moab en bleven daar. (3) Toen stierf Elimelech, de man van Naomi, zodat zij met beide zonen achterbleef. (4) En zij huwden Moabitische vrouwen. De ene heette Orpa en de andere Ruth. Nadat ze er ongeveer tien jaar woonden (5) stierven ook Machlon en Kiljon, zodat de vrouw achterbleef zonder haar beide jongens en haar man. (6) Daarna maakte ze zich met haar schoondochters op en keerde uit de velden van Moab terug – want ze had in de velden van Moab vernomen dat Jahweh naar zijn volk had omgezien door hun voedsel te geven. (7) Zodoende trok ze met haar beide schoondochters weg uit de plaats waar ze geweest waren. Toen waren ze onderweg om naar het land van Juda terug te keren. (8) En Naomi zei tot haar beide schoondochters: ‘Ga heen, keer terug, ieder naar het huis van zijn moeder. Moge Jahweh jullie liefde bewijzen, zoals jullie die bewezen hebben aan de gestorvenen en aan mij. (9) Jahweh geve dat jullie rust mogen vinden, ieder in het huis van haar man.’ Hierop kuste zij ze, maar zij verhieven hun stem en weenden, (10) en zij zeiden tot haar: ‘Wij keren zeker met u terug naar uw volk.’(11) Maar Naomi zei: ‘Keer terug, mijn dochters, waarom zouden jullie met mij medegaan?’ ‘Heb ik nog zonen in mijn schoot, die jullie tot mannen zouden kunnen worden?’ (12) ‘Keer terug, mijn dochters, ga heen, want ik ben te oud om een man toe te behoren. Indien ik al dacht: Ik heb hoop; ja, al zou ik vannacht een man toebehoren, ja, al zou ik zonen baren, (13) zouden jullie erop wachten tot zij volwassen waren? Zouden jullie daarom verhinderd wordeneen man toe te behoren?’ ‘Nee toch, mijn dochters, het is immers voor mij veel verdrietiger dan voor jullie, want de hand van Jahweh is tegen mij uitgestrekt.’ (14) Toen verhieven ze opnieuw hun stem en weenden, en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth klemde zich aan haar vast. (15) Toen zei ze: ‘Zie, je schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en haar goden; keer terug, je schoonzuster achterna.’ (16) Maar Ruth zei: ‘Dring er bij mij niet op aan,dat ik je in de steek zou laten, door van jou terug te keren; want waar jij zal heengaan, zal ik heengaan, en waar jij zult vernachten, zal ik vernachten: jouw volk is mijn volk en jouw God is mijn God; (17) waar jij zal sterven, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Zo moge Jahweh mij doen, ja nog erger: voorwaar, de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en

  • 22

    jou.’ (18) Toen ze zag, dat ze vastbesloten was met haar mede te gaan, hield ze op tot haar te spreken. (19) En ze gingen beiden voort, totdat ze te Bethlehem kwamen. Toen ze Bethlehem binnenkwamen, geraakte de gehele stad over haar in opschudding, en de vrouwen zeiden: ‘Is dat Naomi?’ (20) Maar ze zei tot hen: ‘Noem mij niet Naomi; noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid aangedaan. (21) Vol ben ik heengegaan, maar leeg heeft Jahweh mij doen terugkeren.’ ‘Waarom zoudt gij mij Naomi noemen, daar Jahweh tegen mij heeft getuigd en de Almachtige mij kwaad heeft aangedaan?’ (22) Zo keerde Naomi terug met Ruth, de Moabitische, haar schoondochter, die met haar uit het veld van Moab teruggekeerd was. En zij kwamen te Bethlehem aan in het begin van de gerstoogst.

    3.1 Vertaalvarianten20 Almachtige: of ‘Ontzagwekkende’ (NBV).

    3.2 Grammatica1 In de dagen dat de rechters rechtspraken: Het boek Ruth begint met eenwaw-consecutivum vorm van het werkwoord ‘zijn’ ,(היה) gevolgd door eentemporele bijzin.1 Door het gebruik van de waw-consecutivum vorm van hetwerkwoord ‘zijn’ is er gedacht dat het boek Ruth het vervolg was van een anderboek.2 Dit hoeft niet het geval te zijn, omdat meerdere Bijbelboeken met eenwaw-consecutivum beginnen (Lv, Nm, Jz, Re, 1Sm, 2Sm, 2Kn, 2Kr, Ne, Es, Ez,Jn). Alleen bij de boeken Lv, Nm, 2Sm, 2Kn, 2Kr en Ne zal er sprake zijn vancontinuïteit met een voorgaande boek. ‘Dag’ wordt vaker gebruikt voor deaanduiding van een lange tijd (1Sm22:4; 2Kr26:5).1 een man uit Bethlehem in Juda: Het is syntactisch mogelijk om ‘uit Bethlehemin Juda’ te verbinden met ‘wegtrekken’ (‘trok weg uit Bethlehem in Juda’); 3 of hette verbinden met ‘man’ (‘een man uit Bethlehem in Juda’)4. Het eerste heeft alsargument dat het gebruikelijk is bij de introductie van een nieuw karakterverdere gegevens over hem te vermelden, terwijl het tweede de structuur kangebruiken als ondersteuning voor zijn gedachte (‘ging uit Bethlehem Juda’ //‘kwam in het gebied van Moab’). De nadere beschrijving ‘in Juda’ is nodig om tevoorkomen dat de lezer denkt aan Bethlehem in Zebulon (Jz19:15) of aan eenletterlijke vertaling van Bethlehem met ‘voorraadschuur’ of ‘graanschuur’.5

    1 W. Gesenius, E. Kautzsch en A.E. Cowley, Hebrew Grammar, (Oxford:Clarendon, 1949), §111g.2 Vgl. W. Gesenius, E. Kautzsch en A.E. Cowley, Hebrew Grammar, (Oxford:Clarendon, 1949), §49b.3 E.F. Campbell, Ruth, (AB; Garden City:Doubleday, 1975), 50; F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books,

    1996), 63.4 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 83; F.I. Andersen, The Sentence in

    Biblical Hebrew, (The Hague:Mouton, 1974), 90.5 Vgl. A.E. Cundall en L. Morris, Judges and Ruth, (TOTC; Downers Grove:InterVarsity, 1968), 248.

  • R U T HGRAMMATICA

    23

    1 de velden van Moab: Het woord ‘velden’ kan worden opgevat (1) als eenzeldzame vorm van het m.ev.st.constr.;6 of (2) als m.mv.st.constr.7 Dem.mv.st.constr. is normaal weergegeven met het Hebreeuwse shedot(vr.mv.st.constr.). Aangezien hier ’velden’ in verbinding staat met de geografischeaanduiding ‘Moab’, mogen we het ook vertalen met ‘gebied’ (vgl. Gn14:7; 32:3).8

    2 en zij bleven daar: Het werkwoord hájah (Hebr. הַיי)הה) wordt hier gebruikt inde betekenis van ‘blijven’ (Ex34:28; Re17:12).9

    5 beide jongens: ‘jongens’ komt alleen hier voor als verwijzing naar eengehuwde man. Campbell en Bush denken dat het gebruikt wordt, omdat deproloog van Rt een inclusio vormt met de epiloog ervan.10

    3.3 StructuurHet woord ‘terugkeren’ (Hebr. shûv) heeft een belangrijke plaats in dit hoofdstuk. Hetkomt er twaalf keer in voor (1:6,7,8,10,11,12,15[2x],16,21,22[2x]) en slechts drie keerin de rest van het boek (2:6; 4:3,15).11 Zes keer verwijst het woord naar een terugkerennaar Juda en zes keer naar een terugkeren naar Moab.12 We ontdekken in Rt1 devolgende chiastische structuur.13

    6 E.F. Campbell, Ruth, (AB; Garden City:Doubleday, 1975), 50; J. Myers, The Linguistic and Literary Form of theBook of Ruth, (Leiden:Brill, 1955), 9; W. Rudolph, Das Buch Ruth, Das Hohe Lied, Die Klagelieder, (KAT;Gütersloh:Mohn, 1968), 37; F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 63; vgl. W. Gesenius, E.Kautzsch en A.E. Cowley, Hebrew Grammar, (Oxford:Clarendon, 1949), §93ll.

    7 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 86.8 F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 61.9 F. Brown, S.R. Driver en C. Briggs, A Hebrew and English Lexicon of the Old Testament, (Oxford:Clarendon,

    1959); W. Baumgartner (e.a.), Hebräisches und Aramäisches Lexicon zum Alten Testament, (Leiden:Brill, 1967-1996).

    10 F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 66; E.F. Campbell, Ruth, (AB; Garden City:Doubleday,1975), 56.

    11 M.D. Gow, The Book of Ruth: Its Structure, Theme and Purpose, (Leicester:Apollos, 1992), 31.12 F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 59.13 Vgl. R. Grant, ‘Literary Structure in the Book of Ruth,’ Bibliotheca Sacra 148.592 (Okt./dec. 1991): 440, die dezelfde

    kern bevat, maar A-A’ opdeelt in: A Hongersnood (Rt1:1); B Emigratie uit Bethlehem (Rt1:1); C Naomi betekent‘aangenaam’ (Rt1:2-5); C’ Mara betekent ‘bitterheid’ (Rt1:20-21); B’ Emigratie naar Bethlehem (Rt1:22); A’Gersteoogst (Rt1:22).

  • 24

    A Naomi en haar man trekken weg uit Bethlehem (Rt1:1-6)

    B Ruth en Orpa keren met Naomi mee terug (Rt1:7)

    C Naomi zegt dat Ruth en Orpa terug naar Moab kunnen keren (Rt1:8-9)

    D Naomi kust Ruth en Orpa en weent, deze weigeren om terug te keren(Rt1:9b-10)

    X Naomi’s rede, dat de vrouwen terug moeten keren (Rt1:11-13)

    D’

    Orpa kust Naomi, maar Ruth weent en weigert om terug te keren(Rt1:14)

    C’ Naomi zegt dat Ruth terug naar Moab kan keren (Rt1:15)

    B’

    Ruths besluit om met Naomi mee terug te keren (Rt1:16-19)

    A’

    Naomi en Ruth keren terug naar Bethlehem (Rt1:19-22)

    We kunnen verder in de verzen 1-6 de volgende structuur erkennen:14

    A In de tijd van het rechten van de rechters is er hongersnood in het land en reizenElimelech en Naomi naar Moab (v1).

    B Elimelech, Naomi, Machlon en Kiljon komen in de velden van Moab (v2)

    C Toen stierf Elimelech, de man van Naomi, zodat zij met beide zonenachterbleef. (v3).

    X De zonen van Naomi nemen zich Moabitische vrouwen en wonen tienjaar in Moab (v4).

    C’

    Toen stierven ook Machlon en Kiljon, zodat de vrouw achterbleef zonderhaar beide jongens en haar man. (v5).

    B’

    Naomi maakt zich met haar twee schoondochters op om weg te gaan uit devlakte van Moab (v6a).

    A’

    Naomi keert uit de velden van Moab, want Jahweh heeft omgezien door hunvoedsel te geven (v6b)

    Door het gebruik van de woorden ‘rechten van de rechters’ (Hebr. shefot ha-shoftîm;vs1) en ‘aan hun voedsel [te geven]’ (Hebr. láhem láchem; vs6) ontstaat er eenklankassociatie.

    14 Vgl. F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 60.

  • R U T HCOMMENTAAR

    25

    3.4 Commentaar

    3.4.1 Naomi en haar man trekken weg uit Bethlehem (Rt1:1-6)

    |1| In de dagen dat de rechters rechtspraken was er een hongersnood in het land. Toentrok een man uit Bethlehem in Juda weg om als vreemdeling te verblijven in develden van Moab; hij en zijn vrouw en zijn twee zonen.

    Het boek Ruth speelt zich af in de tijd van de rechters (zie §1.4). Israëlwas ‘een goed land, een land van beken, bronnen en waterstromen, dieontspringen in de valleien en op de bergen, een land van tarwe en gerst,van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappelbomen, een land vanolijven en honing, een land waar men niet slechts schamel brood zal eten,maar waar het aan niets zal ontbreken, een land waar men ijzer vindt inhet gesteente en waar men koper delft uit de bergen’ (Dt8:7-9; vgl. 11:8-12; 28:15, 22-23).15 Toch lezen we dat er hongersnood in het land was.

    De reden voor deze hongersnood wordt niet expliciet aangewezen.Sommigen hebben gedacht dat zonde en ongehoorzaamheid tegenoverGods Thora hiervoor de reden was (cf. Dt28:15-17, 22-23, 38-40, 42).16

    Ook McGee ziet hierin een verbinding:17 ‘Als een lid van het uitverkorenzaad het beloofde land verlaat en naar een afgelegen land trekt is degeschiedenis nooit aangenaam. Het maakt geen verschil of dat Abraham isdie de hongersnood ontwijkt door naar Egypte te gaan, of de verloren zoondie naar een ver land gaat en de hongersnood daar ontmoet. De resultatenblijven negatief en het einde tragisch. Elimelech mocht nooit naar het landMoab zijn getrokken zonder eerst te letten op de voorwaarden in hetbeloofde land.’ De woorden in vs7 dat Jahweh heeft omgezien naar zijnvolk, worden door sommige uitleggers gebruikt om aan te tonen datJahweh het volk eerst verlaten had.18 Toch blijft zulk een omkering van defeiten onzeker. Het zou even goed kunnen zijn gebeurd dat niet Jahweh deoorzaak van deze hongersnood was, maar Hij wel het volk verloste vanzijn hongersnood. Ons antwoord blijft daarom onzeker.

    Indien de oorzaak van de hongersnood bij het volk lag, moest het volkzich bekeren (Dt28:1-2), maar wanneer het een beproeving was, diende15 H.L. Heijkoop, Zur Ruhe gebracht, (Schwelm:Heijkoop, 1977), 12.16 G.M. Harton, Fulfillment of Deuteronomy 28—30 in History and in Eschatology , (Th.D. diss.; Dallas Theological

    Seminary, 1981); R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 85.17 J.V. McGee, Ruth: The Romance of Redemption, (Nashville:Thomas Nelson, 1981), 48.18 C.P. Baylis, ‘Naomi in the Book of Ruth in Light of the Mosaic Covenant,’ Bibliotheca Sacra 161.644 (okt-dec.

    2004): 420.

  • 26

    het volk standvastig te blijven in haar vertrouwen in God (Dt8:1-20). Zewaren daarbij zelf verantwoordelijk om het een van het ander te kunnenonderscheiden en te vragen naar Gods wil.

    Nergens lezen we dat Elimelech moeite deed om Gods wil te zoekenin deze situatie en tot Hem te bidden. Integendeel, hij verlaat het beloofdeland en zoekt hulp bij de vijanden van Israël.19 Dat is de weg van de minsteweerstand. Het was de weg waarvoor ook Abraham in het verleden hadgekozen ‘toen er hongersnood was in het land’ (Gn12:10; 26:1). Elimelechzoekt een plek waar hij te eten krijgt. Dat is een typisch beeld van wat erin het christendom vaak gebeurt. Je bent op een plek waar het goed is ende Heer je zegent. Dan komt de klad erin en kun je weggaan of blijven.Waarom gingen ze niet ergens heen waar Jahweh vereerd werd? Was ditgebrek aan vertrouwen in de voorzienigheid van God? ‘Het wijst op eenontevreden, wantrouwende geest om genoeg te hebben van de plaats waarGod ons heeft gesteld en die meteen te verlaten wanneer we daarin enigongemak of overlast tegenkomen.’20 Elimelech ziet er niets in om te blijvenen vertrekt. Hij pakt zijn spullen en gezin bij elkaar en gaat naar Moab omdaar een poosje ‘als vreemdeling’ en nieuweling te verblijven. In Moab,tachtig kilometer naar het zuidoosten aan de overkant van de Dode Zee,was er geen hongersnood. De hoeveelheid regenval kon verschillend zijnvan gebied tot gebied en volgens Baly zelfs van dorp tot dorp.21 Eengedachte die ondersteund wordt door de profeet Amos: ‘En Ik, Ik heb u deregen onthouden, toen het nog drie maanden voor de oogst was; en Ik liethet regenen op de ene stad, maar op de andere stad liet Ik het nietregenen; de ene akker werd beregend, en de andere, waarop geen regenviel, droogde uit. En twee, drie steden wankelden naar een stad om waterte drinken, maar zij werden niet verzadigd. Toch hebt gij u niet tot Mijbekeerd, luidt het woord des Heren’ (Am4:7-8).

    De ‘vreemdeling’ leefde onder de mensen en had de positie van eenhedendaagse gast. Hij was daardoor afhankelijk van de gastvrijheid die deander hem bood en hoopte op goddelijke bescherming (vgl. Dt10:18-19;Ps146:9).22 Hij had bepaalde rechten in Israël (Lv25:6; Nm35:15; Dt14:29),maar had niet alle rechten die de Israëlieten genoten. Op de stele vanMesa, de koning van Moab, wordt de ‘vreemdeling’ in regel 16 genoemd

    19 H.L. Heijkoop, Zur Ruhe gebracht, (Schwelm:Heijkoop, 1977), 14.20 M. Henry, Matthew Henry’s Commentary on the Whole Bible, (1708; dig.ed. Dordrecht:Importantia, 2005).21 D. Baly, The Geography of the Bible, (New York:Harper & Row, 1974), 69-76.22 Theological Dictionary of the Old Testament, red. G. Botterweck, G. Johannes en H. Ringgren, Vol. II, (Grand

    Rapids:Eerdmans, 1974-2001), 443-448; R. de Vaux, Ancient Israël, (Londen:Darton, Longman and Todd, 1973), 74-76.

  • R U T HCOMMENTAAR

    27

    als speciale bevolkingscategorie.23 De ‘vreemdeling’ was iemand die nietperse voor lange tijd in het land hoefde te wonen.24

    Het is opvallend daarbij dat er geen losser in dit hoofdstuk gevondenwordt, zou Boaz wel weten hoe het zijn verwanten ging? En hadden delatere levende inwoners in Bethlehem de hongersnood overleefd? In iedergeval bleven ze de hongersnood uitzingen en boerden ze veel beter danElimelech. Hoe het ook zij, vele vragen rondom dit gebeuren blijven onseen antwoord schuldig. Het enige dat we met zekerheid weten is datElimelech hulp zocht bij Moab, de vijanden van Israël (Dt23:3-6). Hijverliet het land van de belofte om te gaan naar dat onbekende land. Moab(bet. ‘mijn vader’) was een kind van Lot dat verwekt was bij zijn eigendochter (Gn19:37). De Moabieten waren de grootste vijanden van Godsvolk.

    3.4.2 Excursus: De stad Bethlehem in JudaAls we het boek Rt achter Rechters plaatsen – zoals de Septuaginta

    doet – vinden we hier het derde deel van een prachtige trilogie rondom deplaats Bethlehem.25 Reeds in de laatste hoofdstukken van het boek rechtersontmoetten we de stad Bethlehem (Re17:7; 19:1). Twee negatievegeschiedenissen vormen daar het slot van het boek rechters. Door tweegebeurtenissen is de plaatsnaam Bethlehem negatief geladen. De eerstegebeurtenis bevat het verhaal van de Mozes’ nakomeling die Bethlehemverlaat om de Danieten in de afgoderij te leiden (Re17-18) en de tweedegebeurtenis bevat het verhaal van een bijvrouw uit Bethlehem die hetbrandpunt werd voor de burgeroorlog tegen de stam Benjamin in Israël(Re19-21). Opvallend is nu dat het boek Ruth opnieuw begint met devermelding dat er een hongersnood was in het land en dat een gezinwegtrekt uit de stad Bethlehem, ‘broodhuis’ (Hebr. Béjt-lechem). Medemamerkt op:26 ‘Het moet wel heel erg geworden zijn, als er zelfs in hetBroodhuis geen kruimeltje meer te vinden is.’

    Er bestaan in Israël twee steden die de naam Béjt-lechem (bet.‘broodhuis’) dragen. De bekendste plaats is Bethlehem in Juda (Re17:7;Rt1:1; Mt2:1), die ook Bethlehem-Efrata (Gn35:19; Mc5:2) of stad Davids(2Sm23:15; Lc2:4; 7:42) genoemd wordt. Ze is vooral bekend geworden

    23 J.C.L. Gibson, Textbook of Syrian Semitic Insriptions, Vol. I, (Oxford:Clarendon, 1971), 75, 80-81; F.W. Bush, Ruth,Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 63.

    24 A.E. Cundall en L. Morris, Judges and Ruth, (TOTC; Downers Grove:InterVarsity, 1968), 247.25 E.H. Merrill, ‘The Book of Ruth: Narration and Shared Themes,’ Bibliotheca Sacra 142 (apr-jun. 1985): 131-32.26 H.P. Medema, Wie zou Jezus zijn?, (Vaassen:Medema, 1999), 41.

  • 28

    door de geboorte van Jezus Christus (Mi5:2; Mt2:1), Benjamin (Gn35:18-19) en David (1Sm17:12; Mt2:4) in deze plaats. De andere plaats die wekennen als Bethlehem, ligt in Zebulon (Jz19:15).

    Het Bethlehem in de stam Juda ligt zeven kilometer zuidelijk vanJeruzalem. De naam ‘broodhuis’ wijst op de ongewone vruchtbaarheid diede streek had voor de landbouw. Bethlehem was één van de oudste stedenin het land. Al in de zogenaamde Amarnabrieven (1360v.Chr.) diegevonden werden in het Egyptische Tell Amarna, spreekt de farao vanEgypte met de koningen van Babel over deze stad die aangeduid wordt alsBeth-Lechama (bet. ‘huis van de god Lechama’) in het land van Oeroesalim(bet. ‘Jeruzalem’).27 Oorspronkelijk was de stad eigendom van deKanaänieten die haar hadden opgedragen aan Lahum de god van deoorlog.28 Na hun overwinning op de Kanaänieten, veranderden deIsraëlieten de naam ‘Lahum’ in ‘lehem’ (bet. ‘brood’).

    In de Bijbelse tijd was Bethlehem omgeven door vruchtbare akkers enweidegrond en speelde in de Bijbelse geschiedenis de stad een hoofdrol.29

    Kort voor de ingang van het dorp Bethlehem bevindt zich aan derechterkant de zogenaamde graftombe van Rachel, de geliefde vrouw vanJakob. Deze plek is vandaag de dag een bedevaartsoord geworden, vooralvoor vrouwen die bidden om vruchtbaarheid.30

    |2| De naam van de man was Elimelech, de naam van zijn vrouw Naomi en de namenvan zijn beide zonen Machlon en Kiljon, Efratieten uit Bethlehem-Juda. En zekwamen in de velden van Moab en bleven daar.

    Ondanks dat de schrijver van Rt alleen aandacht heeft voor debetekenis van Naomi’s naam (vs22), noemen we hier de betekenissen vande andere namen. Er is hierbij wel voorzichtigheid geboden met een tesnel duiden van deze betekenissen. Zo gaat Staples te ver door achter dezenamen symbolische verwijzingen te zien naar bepaalde mythen.31 Het isnoemenswaardig dat we al de namen die hier gebruikt worden ooktegenkomen in andere bronnen.32

    De naam Elimelech betekent: ‘mijn God is koning’. Deed Elimelechzijn naam wel eer aan? Zou zulk een naam niet vertrouwen en geloof

    27 E.F. Campbell, Ruth, (AB; Garden City:Doubleday, 1975), 54.28 J.L. Kelso, An archaeologist Looks At The Gospels, (Waco:Word, 1969), 15.29 Zie o.a. Gn35:19; 48:7; Jz19:15; Ri12:8,10; 17:7-8; 19:1-2,18; Ru1:1,2,19,22; 2:4; 4:11; 1Sm16:4; 17:12,15; 20:6,28;

    2Sm23:14-16; 1Kr4:4; 11:17-18; Mi5:1; Mt2:3-8; Lk2; Jh7:42.30 H.P. Medema, Wie zou Jezus zijn?, (Vaassen:Medema, 1999), 38.31 W. Staples, ‘The Book of Ruth,’ American Journal of Semitic Languages and Literature 53 (1936-37): 145-157.32 F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 63.

  • R U T HCOMMENTAAR

    29

    moeten uitdrukken in God?33 Jammer genoeg toont Elimelech ons dit maarweinig in zijn eigen leven. Zonder de leiding van God zoeken ze eentoevluchtsoord bij de heidenen. Volgens de Joodse overleveringen was hijde broer van Nahesson, de aanvoerder van de stam Juda (Nu1:7).34 Boazzou dan een zoon van deze Salmon zijn geweest (Ru2:1; 1Kr2:11; Mt1:5).De naam Naomi betekent ‘liefelijk’ (Gn4:22). Sommigen denken dat diteen Aramese naam was. Het zou echter vreemd zijn dat Naomi als enigeeen Aramese naam zou hebben. Ook de vrouwen uit Bethlehem diewaarschijnlijk geen Aramees begrepen, kenden de betekenis van haarnaam (Rt1:20). Machlon betekent ‘gebrekkig’ of ‘ziek zijn’, terwijl Kiljon‘falen’, ‘wegkwijnen’, ‘uitputting’ of zelfs ‘vernietiging’ betekent.Waarschijnlijk waren beide zonen niet geheel gezond. Dat zou namelijkverklaren waarom ze deze vreemde namen ontvingen bij hun geboorte.Elimelech en zijn gezin waren afkomstig uit de familie van de Efratietenuit Bethlehem-Juda (Gn48:10; 1Sm17:12). De profeet Micha duidt later deplaats Bethlehem aan met dezelfde woorden: ‘En gij, Bethlehem Efrata, alzijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen dieeen heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van dedagen der eeuwigheid’ (Mi5:2). Eenzelfde gebruik vinden we bij debegrafenis van Rachel: ‘Wat mij aangaat, toen ik uit Paddan kwam, isRachel mij door de dood ontvallen in het land Kanaän op de reis, toen wijnog maar een eindweegs van Efrat verwijderd waren, en heb ik haar daarbegraven aan de weg naar Efrat, dat is Bethlehem’ (Gn48:17). Dekroniekenschrijver verbindt Caleb, Hur en Efrata met Bethlehem: ‘Dit zijnde zonen van Caleb. De zonen van Hur, de eerstgeborene van Efrata:Sobal, de vader van Kirjat-Jearim; Salma, de vader van Bethlehem, enCharef, de vader van Bethgader’ (1Kr2:50-51).

    Als de gedachte juist is dat de Efratieten afstamden van Caleb – omdatdeze in dit gebied woonde – wil de auteur met deze toevoeging duidelijkmaken dat Elimelech en zijn gezin afkomstig waren uit de hogere familiesin Bethlehem.35 Als we daarnaast nog waarde hechten aan de gedachte datElimelech en zijn familie bij de ‘lokale aristocratie’ hoorden en bekendstonden als welgesteld (Rt1:21: ‘vol ben ik heengegaan’), wordt het

    33 D. Atkinson, De boodschap van Ruth, (BSV; Apeldoorn:Novapress, 1998), 41.34 Seder Olam Rabba 12.34.35 F. Fuerst, The Books of Ruth, Esther, Ecclesiastes, the Song of Songs, Lamentations, (Cambridge:Cambridge

    University, 1975), 10; A.E. Cundall en L. Morris, Judges and Ruth, (TOTC; Downers Grove:InterVarsity, 1968), 249;A. Berlin, Poetics and Interpretation of Biblical Narrative, (Bible and Literature; Sheffield:Almond, 1983), 103; Vgl.R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 91; N. Gottwald, The Tribes of Israël,(Maryknoll:Orbis, 1979), 269.

  • 30

    contrast met de hongersnood in dit boek nog groter gemaakt voor delezer.36 Alle hoop is dan weggevaagd.37 De naam Efrath betekent‘vruchtbaarheid’. Wat een interessant perspectief geeft op Rt1 datgekenmerkt wordt door onvruchtbaarheid en hulpeloosheid.

    3.4.3 Excursus: Het land Moab

    Afkomst en landDe Moabieten waren van Semitische afkomst en het meest verwant

    met de Ammonieten. Ze waren de nakomelingen van Moab die verwektwas door Lot en zijn oudste dochter (Gn19:30-37). Daardoor waren beidevolken trouwe bondgenoten van elkaar (Re3:13; 2Kr20). Ook aan deEdomieten en Israëlieten waren ze verwant. Toch bestond er tussen Israëlen Moab een groot verschil.

    De eerste inwoners van het land Moab waren Emim ‘grote mensen[...] en lang, als Anakim’ (Dt2:10). Wanneer deze door de Moabietenwerden verdreven is onduidelijk. Moab wordt in ieder geval niet vermeldin de Amarna-brieven en verschijnt ook pas op de Egyptischemonumenten na de veertiende eeuw, onder de naam van Ruten, of Lutenof Lotan. Misschien lag het land ook te ver buiten de omgeving vanEgyptische legers, waardoor haar naam niet vermeld wordt.

    GeografieMoab lag ten oosten van de Dode Zee. De grenslijn ten oosten was

    variabel en werd hoofdzakelijk gevormd door de aangrenzende woestijn.In het zuiden vormde de rivier Zered de grens (Nm21:12). Het gebied hadeen lengte van ongeveer 80km en was 50km breed. Het bevatte veel geringoplopende bergen waarvan sommige vlaktes 1000m boven hetMiddellands zeepijl lagen. Verder werd het land gekenmerkt dooruitgestrekte vlaktes. Diepe kloven liepen vanaf de vlaktes naar de DodeZee. De belangrijkste kloof is de kloof van de rivier Arnon, die ongeveer500m diep en bovenaan gemiddeld 3km breed is, maar onderaan zeer smalen stijl wordt. Ongeveer 20km vanaf de mond van de rivier wordt de kloofverdeeld en ontstaan er verschillende valleien nabij de woestijngrens. Naardeze valleien wordt verwezen als ‘de valleien van Arnon’ (fig. Fout: Bronvan verwijzing niet gevonden; Nm21:14) en ‘de vallei van Zered’

    36 A.E. Cundall en L. Morris, Judges and Ruth, (TOTC; Downers Grove:InterVarsity, 1968), 249.37 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 91.

  • R U T HCOMMENTAAR

    31

    (Nm21:12). Ten noorden van deze ‘valleien van Arnon’ lagen de ‘veldenvan Moab’ (Rt1:1,2,6) en tegenover Jericho tot aan de heuvels van Gileadhet ‘land van Moab’ (Dt1:5; 32:49).

    De verschillende kloven in Moab hadden zulke steile kanten dat hetvoor een leger moeilijk was om haar weg te vinden in dit gebied. DeIsraëlieten gingen daarom steeds door de ondiepere wegen dichtbij dewoestijn.

    Water en bevolkingDe verschillende vlaktes in Moab zijn vruchtbaar, maar bevatten

    weinig water. Wel zijn de fonteinen en de stromen in de valleien en op dehellingen naar de Dode Zee overvloedig. De inwoners moesten daaromgebruik maken van reservoirs, waarvan we sommige teruggevondenhebben. Wellicht was de bevolking in het gebied wel groter dantegenwoordig. Hoewel de regen voornamelijk in de winter viel, was ditgenoeg om de gewassen te laten rijpen. De vruchtbaarheid van het landwordt door het aantal steden en dorpen aangetoond, die genoemd wordenin de Bijbel en op de Moabitische Steen. Eveneens zien we hiervan ietsterug in het begin van het boek Ruth (Rt1:1-5) en de belasting die koningMesa betaalde aan Israël (2Kn3:4).

    In totaal zijn zo’n vijfenveertig plaatsnamen in Moab bekendgeworden. De bekendste van deze steden zijn: Kir-Chareset (2Kn3:25;Js16:7; Jr48:31,36), Ar-Moab (Nm21:15); Ataroth, Dibon, Hesbon, Jazer,Nimrah, Nebo (Nm32:3); Beth-peor (Dt3:29); Beth-diblaim, Bozrah,Kerioth (Jr48:22-24); Kir (Js15:1); Medeba, Elealeh, Zoar (Js15:2,4,5); Kir-hareseth (Js16:11) en Sibmah (Jz13:19).

    Situaties tussen Moab en Israël

    De tijd van MozesMoab nam in het begin een welwillende houding aan tegenover Israël

    (Dt2:29). Maar later probeerde de Moabitische koning Balak, door middelvan de profeet Bileam, hun ondergang te bewerken. Toen dit mislukteprobeerde Moab Israël te verleiden tot heidense ontucht (Nm25; Hs9:10).In de streek van het stamgebied Ruben bleef een talrijke Moabitischebevolking wonen (Nm32:17). Daarom noemde men dit gebied later noglange tijd ‘het land Moab’ (Dt1:5; 32:49) of ‘velden Moabs’.

  • 32

    Vanaf de tijd van de Rechters tot koning SalomoMet grote volharding probeerden de Moabieten hun verloren gebied

    te herwinnen. Dit lukte hen inderdaad na de dood van Jozua. KoningEglon legerde zich nabij Jericho en verdrukte Israël achttien jaar door hetland met troepen te doorkruisen (Re3:12v.). De man die hieraan een eindemaakte was de rechter Ehud. Hij vernietigde het vijandelijke leger aan deJordaan en bezette alle doorwaadbare plaatsen ‘naar Moab’. Laterbehoorden de Moabieten tot de vijanden van Saul (1Sm14:47), en werdenze door David onderdrukt en schatplichtig gemaakt, ondanks het feit dathij bij hen een schuilplaats had gevonden (1Sm22:3-4) en zijn voorouderRuth een Moabitische was. Onder Salomo of Jerobeam maakte Moab zichweer onafhankelijk.

    Na de splitsing van het koninkrijk IsraëlKoning Omri van Israël was, volgens de inscriptie van Mesa, de

    volgende koning die Moab weer onderwierp. Net zoals vroeger deMoabieten zich te Jericho hadden gevestigd, legerde hij zich in Medeba.De vader van Mesa, Kamosgad, de stamvorst van Dibon, werd totschatplichtig koning van Israël gemaakt. Van de opvolgers van Omri, dieaangevallen en bezet werden door Syrië, hadden de Moabieten niets tevrezen.

    Moab kwam opnieuw met Ammon in opstand tijdens de regering vanAhaziah en Josaphat (2Kn1:1; 3:5), maar ze vielen elkaar aan envernietigden elkaar (2Kr20). Josaphat en Joram maakten vervolgens sameneen expeditie naar Moab en versloegen de Moabieten (2KN3). Maar Mesa,de koning van Moab, werd niet onderworpen (2Kn3:27). Hij bevrijddezodoende volledig zijn land van het juk van Israël, terwijl Israël en Juda ineen oorlog met Hazael van Damascus verwikkeld waren (2Kn8:28-29). Delegers van Moabites waagden het opnieuw om het land Israël te overvallen(2Kn13:20), maar Moab werd opnieuw onderworpen door Jeroboam II(2Kn14:25; vgl. Js15).

    Na Mesa vinden wij, vanuit de Assyrische vondsten, een Moabitischekoning met de naam van Salamanu en Chemosh-Nadab, die onderworpenwerd door Sargon van Assyrië. Hij kwam tegen het Sanhedrin met anderekoningen in opstand, maar werd door hem onderworpen.

    Evenmin als Israël kon ook Moab zich aan de heerschappij van Assuronttrekken. In de laatste periode van Juda toonden de Moabieten hunoude vijandschap tegenover Israël (Zf2:8v.; 2Kn24:2). Toen de Babyloniërshet land echter begonnen te naderen sloot Moab samen met Israël een

  • R U T HCOMMENTAAR

    33

    verbond. Dit gebeurde door de Judese koning Zedekia en werdtegengesproken door de profeet Jeremia. Maar toen de Babyloniërs voorJeruzalem stonden, juichten deze ‘bondgenoten’ het luidst over deondergang van de stad (Ez25). Nebukadnezar onderwierp echter ook Moabop een latere veldtocht tegen Egypte.38 Zoals de profeten voorspeld haddenwaren vooral Moab en Edom de gevaarlijkste vijanden van Israël (Js11:14;15; 25:10; 34:6v.; Jr48; Ez25:8; Am2:1-3).

    Na de terugkeer uit de ballingschapNa de ballingschap werd de vermenging van Israëlieten met

    Moabieten verboden (Ea9:1; Ne13:1). Daarna horen we niet meer vanMoab. Josephus schrijft dat ze onderworpen werden door verschillendekoningen.39 Toen Judas de Makkabeeër in 64v.Chr. de Seleucieden aanviel,veroverde hij ook Hesbon (1Makk5:36); een Moabitische stad.40 Omdat deMoabieten echter niet genoemd worden onder de vijanden van Juda, gaansommigen ervan uit dat ze reeds onderworpen waren aan de Nabateeërs.41

    Later raakten Judeeërs, onder het bewind van Alexander Janneüs (105-79v.Chr.), met de Nabateeërs in strijd over het bezit van Perea datgedeeltelijk bij Moab hoorde.42 Alexander bouwde het beroemde bolwerkMacherus in Moab. Het was een plaats waar volgens de traditie later deopsluiting en tragische dood van Johannes de Doper plaatsvond (Mc6:21-28).43 Het werd daarna vernietigd door de Romeinen.

    Na de Romeinse onderwerping van beide volkeren door Pompejusduurde de strijd voort tot aan de ondergang van Jeruzalem, waaraan dekoning der Nabateeërs, Malchus, de opvolger van Aretas (2Ko11:32) metzijn hulptroepen deelnam.44 Ammon en Moab verloren onder al dezeomstandigheden hun nationaliteit. Kir werd een vesting van deKruisvaarders onder de naam van Krak, die tegen de Moslims tot de tijdvan Saladin standhield (1188n.Chr.).

    De Moabitische steen (1868)Moab voerde vele oorlogen met zowel Israël als Juda. Een paar van

    deze oorlogen werden door de Moabitische koning Mesa beschreven. Zo

    38 Flavius Josephus, Joodse Oudheden X.9.7.39 Flavius Josephus, Joodse Oudheden XI.11.5.40 Flavius Josephus, Joodse Oudheden XIII.15.41.41 Riehm (red.), Bijbels Woordenboek, voor ontwikkelde lezers der heilige Schriften, (1894; dig.ed.

    Dordrecht:Importania, 1995).42 Flavius Josephus, Joodse Oudheden XIII.13-XIII.15.43 Flavius Josephus, Joodse Oorlogen VII.6.2.44 Flavius Josephus, Joodse Oorlog III.4.2.

  • 34

    wordt o.a. de oorlog met Omri genoemd, die een gedeelte van Moabveroverde. Mesa kerfde zijn wapenfeiten in een denkplaat die DeMoabitische Steen wordt genoemd. De Moabitische Steen is een steen vanzwart basalt.

    In het jaar 1868 werd deze steen in het Overjordaanse gevonden nabijde ruïnes van Dibon. Toen de archeologen de steen wilden kopen, werddeze door de inheemse bevolking kapot gebroken. Minder dan twee derdevan de stukken werden teruggevonden.

    De steen is gedateerd op 830-850v.Chr. en bevat 34 regels die elknegen woorden bevatten. De tekst is geschreven in het Fenicisch en bevatHebreeuwse tekens die overeenkomen met de tekens in de Siloam-inscriptie en tekens die gevonden werden in Fenicië. Wellicht was dezetaal een dialect van de Semitische taal. Momenteel is de steen tebezichtigen in het Louvre te Parijs.

    De Moabitische cultuurUit de inscriptie van Mesa blijkt dat er in de Moabitische steden

    welvaart heerste, hoewel de Moabieten voornamelijk herders ofveehoeders waren en als nomaden rondtrokken (2Kn3:4). Koning Mesaliet vooral zijn hoofdstad met muren, torens en poorten versterken, eenwaterleiding aanleggen en een koninklijk paleis bouwen. Bij Aroër aan deArnon liet hij een kunstweg aanleggen. De grond was voor de herdersgoed geschikt (Nm32) en leverde graan, wijn en allerlei andere vruchtenop (Js16:8).

    Ook belangrijk zijn de Moabitische holen en spelonken die diendenals woningen en graven. Deze graven hebben een aantal vondstenovergeleverd van de Moabitische pottenbakkerskunst. De inschriften opdeze voorwerpen heeft men in verband gebracht met een soort letter-magie, zoals die ook wordt aangetroffen bij de Grieken.

    De Moabitische religieMoab en Ammon vervielen reeds vroeg in de Kanaänitische

    afgodendienst, waardoor Israël een afkeer van hun moest hebben(Dt23:3,7). Vanuit een inscriptie in Mesa weten we dat de Moabieten hunoorlog tegen Israël dan ook vaak als een heilige oorlog beschouwde.

    De belangrijkste god van Moab was Kamos (Nm21:29; Re11:24). Hijwordt vaak genoemd in het Oude Testament en staat ook vermeld op deMoabitische Steen. Daarop zegt koning Mesa dat hij door Kamos van zijn

  • R U T HCOMMENTAAR

    35

    vijanden werd gered en ziet de koning de onderdrukking van Moab doorOmri als een resultaat van de woede van Moabs hoofdgod. Kamos was denationale god van Moab die gediend werd door menselijke offers(2Kn3:27). Wel was hij niet de enige god die Moab diende (vgl. Nm25). Zeaanbaden eveneens de verschillende Baäls, net zoals de volkeren rondomhen. Dit wordt ook zichtbaar in hun plaatsnamen: Bamoth-Baäl, Beth-Baäl-Meon en Baäl-Peor.

    Salomo huwde later Moabitische bijvrouwen en bouwde een ‘hogeplaats op de heuvel voor de ogen van Jeruzalem’ (1Kn11:1,7,33). Dezeplaats was toegewijd aan Kamos en bleef bestaan, totdat Josia het viereeuwen later zou verwijderen (2Kn23:13; Jr48:7,13,46).

    |3| Toen stierf Elimelech, de man van Naomi, zodat zij met beide zonen achterbleef.De familie bereikte echter niet het doel om aan de dood te

    ontsnappen. Alle drie de mannen zouden in Moab sterven. Waarschijnlijkstierf Elimelech al zeer spoedig na hun vertrek uit Israël, want er wordtpas in het volgende vers vermelding gemaakt van het huwelijk van zijnzonen (Rt1:4).45

    |4| En zij huwden Moabitische vrouwen. De ene heette Orpa en de andere Ruth.Nadat ze er ongeveer tien jaar woonden

    De zonen van Elimelech en Naomi huwden Moabitische vrouwen. Ditwas echter niet geoorloofd volgens de Joodse wet: ‘Wanneer de Here, uwGod, u in het land gebracht zal hebben, dat gij in bezit gaat nemen, en Hijvoor u uit vele volken verdreven zal hebben, de Hethieten, de Girgasieten,de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten, en deJebusieten, zeven volken, talrijker en machtiger dan gij, en de Here, uwGod, hen aan u overgeleverd zal hebben, zodat gij hen verslaat, dan zult gijhen volkomen met de ban slaan; gij zult met hen geen verbond sluiten enhun geen genade verlenen. Gij zult u ook met hen niet verzwageren; uwdochters zult gij aan hun zonen niet geven, noch hun dochters nemenvoor uw zonen; want zij zouden uw zonen van Mij doen afwijken, zodatzij andere goden zouden dienen, en de toorn des Heren tegen u zouontbranden en Hij u weldra zou verdelgen’ (Dt7:1-4; vgl. Lv24:10-14;Dt23:3-6; Ri14:1-2; 2Sm3:3). Ondanks dat Moab niet genoemd wordt bijde volkeren in Dt7:1, mogen we toch bij de omschrijving in v4 denken aan

    45 Contra: Flavius Josephus, Joodse Oudheden V.9.1.

  • 36

    Moab. Het was namelijk een land waarvan de inwoners – net als bij deandere opgesomde landen – afgoden vereerden. 1Kn11:1-2 en Ne13:23-27bevestigen deze gedachte. Goslinga zegt terecht:46 ‘Machlon en chiljonhandelden dus niet in strijd met de letter, maar wel met de geest van dewet.’

    Elimelechs zonen huwden echter Moabieten. Kiljon huwde Orpa (bet.‘weerspannig’) en Machlon huwde Ruth (bet. ‘verfrissen’47; vgl. Rt4:10).Volgens Philo was Ruth de zus van Orpa.48 In de Talmoed lezen wedaarentegen dat Ruth een dochter van Eglon was, de koning van Moab(Ri3).49 Beide uitspraken vinden echter geen enkele basis in de Schrift.

    Ondanks dat zij tien jaar in Moab woonden, lezen we nergens dat zijin deze tien jaar kinderen kregen. Als dat het geval was, lijkt het erop dathet teken van onvruchtbaarheid en hongersnood door de hele inleiding alseen rode draad vloeit.

    |5| stierven ook Machlon en Kiljon, zodat de vrouw achterbleef zonder haar beidejongens en haar man.

    Berooid blijft Naomi achter. Plotseling is het geslacht van Elimelechzonder hoop op nakomelingschap uitgestorven en wordt Naomigedompeld in rouw en bittere droefheid. Naomi wordt daardoor ookweleens de verloren vrouw in het Oude Testament genoemd (vgl. Lk10).

    De weduwen waren makkelijk kwetsbaar voor de maatschappij.Wanneer haar echtgenoot stierf was de weduwe in een zeer moeilijkepositie. Dat was vooral het geval als zij nog jonge kinderen had. Het woorddat vertaald wordt met ‘weduwe’ heeft dan ook de bijbetekenis vaneenzaamheid, verlating en hulpeloosheid.50 De weduwen worden vaakgenoemd naast wezen en vreemdelingen (Ex22:21-24). Ze hebben specialebehoefte aan bescherming en Jahweh zorgt in het bijzonder voor hen(Dt10:18; Ps146:9). Daarom wordt het volk Israël vaker opgeroepen om teletten op de rechten van weduwen en waren diverse wetten in dePentateuch bedoeld om hun lot te vergemakkelijken (Dt14:29; 24:19;27:19). De klacht over de onrechtvaardige behandeling die weduwenkregen is echter een constant thema van de profeten (Js1:23; Ez22:7;Ml3:5).

    46 C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 130.47 D.I. Block, Judges, Ruth, (NAC; Nashville:Broadman & Holman, 1999), 587; R.L. Hubbard, The Book of Ruth,

    (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 94.48 Philo, Apud Drusium.49 Babylonische Talmoed, traktaat Nazir 23.2; Sotah 47.1; Sanhedrin 105.2; Horajoth 10.2.50 C. Brown, Dictionary of New Testament Theology, Vol.III, (Exeter:Paternoster, 1980), 1073.

  • R U T HCOMMENTAAR

    37

    |6| Daarna maakte ze zich met haar schoondochters op en keerde uit de velden vanMoab terug – want ze had in de velden van Moab vernomen dat Jahweh naarzijn volk had omgezien door hun voedsel te geven.

    Doordat Naomi vanuit de ballingschap terugkeerde naar Kanaän, gafze een voorbeeld van een vrijwillige terugkeer aan het begin van deGeschriften. Zoals zij in het verleden geen rust in Bethlehem vond, vondze dat ook nu niet in Moab. Wanneer vinden ze rust? Dan vernemen zedat Jahweh naar zijn volk heeft omgezien door hun voedsel te geven. Hoevaak wordt het volk van God niet opgeroepen om zich de weg teherinneren die God het in het verleden heeft helpen te gaan? Misschienbleef Naomi contact houden met de mensen thuis. In haar bewustzijn hadze in ieder geval de realiteit levend gehouden van de hulp die Jahweh haarvolk in het verleden betoond had. Ze wachtte op nieuws over zijn hulp inhet heden. Het gehele leven van Naomi en haar schoondochters wordt opdat moment weer opnieuw gericht naar de hand Gods. Hij staat weercentraal en het is de concentratie op Zijn grote daden die ons leren televen door geloof.51 Deze genade is de eerste en voornaamste karaktertrekvan het boek Ruth.

    3.4.4 Ruth en Orpa gaan met Naomi mee terug (Rt1:7)

    |7| Zodoende trok ze met haar beide schoondochters weg uit de plaats waar ze geweestwaren. Toen waren ze onderweg om naar het land van Juda terug te keren.

    De schoondochters van Naomi begeleidden haar, met de gedachte ommet haar naar haar volk terug te keren. Ze vertrekken samen met Naomien reizen met haar mee.

    3.4.5 Naomi zegt dat Ruth en Orpa terug naar Moab kunnen gaan, maar beiden weigeren (Rt1:8-10)

    |8| En Naomi zei tot haar beide schoondochters: ‘Ga heen, keer terug, ieder naar hethuis van zijn moeder. Moge Jahweh jullie liefde bewijzen, zoals jullie diebewezen hebben aan de gestorvenen en aan mij.

    Als Naomi aan haar schoondochters denkt en aan hun noden, bidt zijde Heer, de verbondsgod, hen liefde te bewijzen. Maar ze doet verder allemoeite om van Orpa en Ruth af te komen en haalt alles uit de kast om hen

    51 D. Atkinson, De boodschap van Ruth, (BSV; Apeldoorn:Novapress, 1998), 49.

  • 38

    te laten terugkeren naar hun land. Ze heeft geen gedachte meer aan dezegen die God wil geven aan ieder die met Hem in verbinding komt.

    Het feit dat Naomi haar schoondochters beide terugstuurt naar ‘hethuis van hun moeder’ is weleens geïnterpreteerd als een verwijzing ernaardat beide vrouwen geen vader meer hadden (Rt2:11). Dit is echterwaarschijnlijk onjuist, omdat de uitdrukking ‘het huis van de moeder’gebruikelijk was in Israël om te wijzen op de plaats van liefde en hethuwelijk. In de oudheid werd het huwelijk immers voltrokken in deslaapkamer van het ‘moederhuis’ en niet in een afzonderlijk gebouw.52

    |9| Jahweh geve dat jullie rust mogen vinden, ieder in het huis van haar man.’ Hieropkuste zij ze, maar zij verhieven hun stem en weenden,

    |10| en zij zeiden tot haar: ‘Wij keren zeker met u terug naar uw volk.’

    3.4.6 Naomi’s rede, dat de vrouwen terug moeten gaan (Rt1:11-13)

    |11| Maar Naomi zei: ‘Keer terug, mijn dochters, waarom zouden jullie met mijmedegaan?’ ‘Heb ik nog zonen in mijn schoot, die jullie tot mannen zoudenkunnen worden?’

    Wat kon Naomi hun nog aanbieden? Had deze vrouw nog zonen inhaar schoot, die ze haar schoondochters tot mannen kon geven? Wanneereen man stierf zonder een mannelijk kind, werd zijn broer aangespoordom als levir te fungeren: dat wil zeggen om de weduwe op te nemen omvoor de overledene een kind te verwekken.

    |12| ‘Keer terug, mijn dochters, ga heen, want ik ben te oud om een man toe te behoren.Indien ik al dacht: Ik heb hoop; ja, al zou ik vannacht een man toebehoren, ja,al zou ik zonen baren,

    Waarschijnlijk was Naomi al ouder dan vijftig jaar.

    |13| zouden jullie erop wachten tot zij volwassen waren? Zouden jullie daaromverhinderd worden een man toe te behoren?’ ‘Nee toch, mijn dochters, het isimmers voor mij veel verdrietiger dan voor jullie, want de hand van Jahweh istegen mij uitgestrekt.’

    52 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 102-103; E.F. Campbell, Ruth, (AB;Garden City:Doubleday, 1975), 64-65; F.B. Huey, ‘Ruth,’ in: Deuteronomy-2 Samuel, Vol.III, (EBC; GrandRapids:Zondervan, 1992), 521.

  • R U T HCOMMENTAAR

    39

    In het antwoord van Naomi klinkt een vast vertrouwen in GodsAlmacht door, maar een wantrouwen in Gods liefde. Kende ze de tekstenin Gods Woord niet, waar geschreven werd over Zijn zorg voor weduwenen wezen?53

    3.4.7 Orpa keert terug, Ruth weigert en Naomi zegt dat Ruth terug naar Moab kan gaan (Rt1:14-15)

    |14| Toen verhieven ze opnieuw hun stem en weenden, en Orpa kuste haarschoonmoeder, maar Ruth klemde zich aan haar vast.

    Orpa had een goed begin gemaakt, maar toen ze voor de keuze stondom Moab te verlaten en Israëls God te dienen, koos ze voor Moab. Hetverlaten van een land stond immers in de oudheid bekend als het verlatenvan de goden van dat land.54 Ze koos net als haar voorvader Lot ervoor omhet bekende en goede te kiezen boven het onbekende (Gn13:11-12). Tochblijft het opvallend dat de schrijver van Rt voorzichtig is eenwaardeoordeel over Orpa uit te spreken.55 Het lijkt erop dat hij dat bewustoverlaat aan zijn lezers.

    |15| Toen zei ze: ‘Zie, je schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en haar goden;keer terug, je schoonzuster achterna.’

    De goden waarnaar Naomi hier verwijst zijn de goden van Moab metals hoofdgod Kamos, aan wie kinderoffers werden gebracht (Nu21:29;2Kn3:27; vgl. §3.4.3).

    3.4.8 Ruths besluit om met Naomi mee terug te gaan (Rt1:16-19)

    |16| Maar Ruth zei: ‘Dring er bij mij niet op aan, dat ik je in de steek zou laten, door vanjou terug te keren; want waar jij zal heengaan, zal ik heengaan, en waar jij zultvernachten, zal ik vernachten: jouw volk is mijn volk en jouw God is mijn God;

    Ruth laat zich niet door het vooruitzicht nooit meer een man te zullenkrijgen en ook niet door het bewustzijn dat de hand van de Heer tegenhaar schoonmoeder uitgegaan was, terughouden. Dit is opmerkelijk als webedenken dat het in de oudheid een schande was, als iemand zijn familie,

    53 H.L. Heijkoop, Zur Ruhe gebracht, (Schwelm:Heijkoop, 1977), 36.54 F.B. Huey, ‘Ruth,’ in: Deuteronomy-2 Samuel, Vol.III, (EBC; Grand Rapids:Zondervan, 1992), 523.55 F.W. Bush, Ruth, Esther, (WBC; Dallas:Word Books, 1996), 86.

  • 40

    land en goden verliet.56 Maar Ruth heeft in Naomi, dwars door alleontrouw en bitterheid heen, iets gezien van de waarde van haar volk enhaar God. En we vinden bij haar een kostbaar vertrouwen in God, beslist,vastberaden en stoutmoedig. De kennis van God is bij haar nietoppervlakkig of uiterlijk gebleven. Het is verdiept tot een persoonlijkeliefdeband.57

    Wat dacht ze te zullen ontvangen in Bethlehem? Ze was eenMoabitisch meisje en volgens de Thora mocht geen jongen uit Israël methaar trouwen. Dus voor haar was, menselijk gesproken, de toekomsthopeloos. Het doel van Ruth was niet de ‘leegte’ in Moab, maar vervullingin het onbekende gezegende land. Het is niet terugkeren, maar heengaan.Ze ging er naar toe en had niets meer. Ook haar erfdeel in Moab wasverloren. Zij had alleen nog haar schoonmoeder, die ook alles verloren haden een eenzame weduwe was. En zijzelf was ook weduwe, en bovendiennog een Moabitische. Niets te winnen. En toch nam ze deze plaats in metNaomi, omdat ze ook zag dat er dingen waren die zijzelf niet had: dekennis van God en de verbinding met God, hoe zwak die bij Naomi ookgevonden werd. Dat was voor haar voldoende. Net als Abraham ging ze opweg naar het onbekende beloofde land.58 ‘We vinden geen radicaleregeloofsbeslissing meer in de gehele geschiedenis van Israël.’59

    |17| waar jij zal sterven, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Zo mogeJahweh mij doen, ja nog erger: voorwaar, de dood alleen zal scheiding makentussen mij en jou.’

    Ruth is vastbesloten dat niets, zelfs de dood niet, haar zal scheidenvan Naomi.60 In leven en sterven wilde Ruth bij Naomi horen. De plaatswaar iemand begraven werd was in de oudheid van groot belang (vgl.Gn23; 25:9-10; 50:1-14, 24-25; Jz24:32). De leden van een familie deeldeneen gemeenschappelijke begraafplaats in het land waarin zij zich ‘thuis’hadden gevoeld. Ruth kiest echter voor Israël en noemt hier voor de eersteen laatste keer de God van Israël bij zijn naam: Jahweh. Niet Kamos de godvan Moab en beschermer van de toekomst was haar God, maar Jahweh deGod van Israël. Het was een ‘ja’ gebaseerd op haar vertrouwen in Jahweh.61

    56 E.S. Gerstenberger, Theologies in the Old Testament, (Minneapolis:Fortress Press, 2002), 32.57 C.J. Goslinga, Het Boek der Richteren/Ruth, (KV; Kampen:Kok, 1938), 133.58 R.L. Hubbard, The Book of Ruth, (NICOT; Grand Rapids:Eerdmans, 1988), 120-21.59 P. Trible, ‘Two Women in a Man’s World: A Reading of the Book of Ruth,’ Soundings 59 (1976): 258.60 A.E. Cundall en L. Morris, Judges and Ruth, (TOTC; Downers Grove:InterVarsity, 1968), 261.61 T.L. Constable, ‘A Theology of Joshua, Judges, and Ruth,’ in A Biblical Theology of the Old Testament, red. R.B.

    Zuck, (Chicago:Moody, 1991), 110.

  • R U T HCOMMENTAAR

    41

    |18| Toen ze zag, dat ze vastbesloten was met haar mede te gaan, hield ze op tot haar tespreken.

    Ruth wil liever met haar schoonmoeder meegaan, dan terug te kerennaar haar eigen moeder. Doordat Naomi Ruths vastberadenheid engeworteld verlangen ziet, houdt ze op om Ruth tegen te spreken. Sommigeuitleggers denken dat aan dit zwijgen van Naomi ten grondslag lag, datRuth een belofte had gedaan.62

    3.4.9 Naomi en Ruth keren terug naar Bethlehem (Rt1:19-22)

    |19| En ze gingen beiden voort, totdat ze te Bethlehem kwamen. Toen ze Bethlehembinnenkwamen, geraakte de gehele stad over haar in opschudding, en devrouwen zeiden: ‘Is dat Naomi?’

    Zo gingen die beiden samen; de een in het volle bewustzijn van haartoestand en van de tuchtigende hand van God die op haar drukte, deandere slechts in het bezit van haar geloof, en van Naomi als de enige banddie haar met God verbond.

    De afstand van Moab tot Bethlehem was een afstand van 95-120km enduurde waarschijnlijk zeven tot tien dagen. Nadat ze ongeveer 1.400mhoogteverschil uit Moab naar beneden hadden bereikt, moesten ze nu debergen van Juda omhoog klimmen.

    Toen ze Bethlehem binnenkwamen herkende de gehele stad Naomiterug. De reactie ‘Is dat Naomi?’, was daarbij een vreugdevolle uitspraak.63

    Waarschijnlijk waren Naomi en Elimelech belangrijke mensen geweest inBethlehem. In ieder geval waren ze nog steeds bekend in Bethlehem natien jaar weg te zijn geweest.

    |20| Maar ze zei tot hen: ‘Noem mij niet Naomi; noem mij Mara, want de Almachtigeheeft mij veel bitterheid aangedaan.

    De vreugde van de inwoners van Bethlehem werd al snel geblokt doorde uitspraak van Naomi: ‘Noem mij niet Naomi, noem mij Mara.’ ‘Mara’betekent ‘bitter’ (Ex15:23). Alle negatieve