RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept...

36
293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26 november 2010

Transcript of RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept...

Page 1: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

RUP Ten Bogaerde

Onderzoek tot m.e.r.

Concept

gemeentebestuur Koksijde

Zeelaan 303

8670 Koksijde

Grontmij Vlaanderen

Brugge, 26 november 2010

Page 2: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 2 van 27

Verantwoording

Titel : RUP Ten Bogaerde

Subtitel : Onderzoek tot m.e.r.

Projectnummer : 293464

Referentienummer : 293464

Revisie :

Datum : 26 november 2010

Auteur(s) : SDG, CVB

E-mail adres : [email protected]

Gecontroleerd door : RRO

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door : RRO

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Oostendse Steenweg 146

B-8000 Brugge

T +32 50 45 79 80

F +32 50 45 79 90

[email protected]

www.grontmij.be

Page 3: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 3 van 27

Inhoudsopgave

1 Inhoud ........................................................................................................................... 5

1.1 Inhoud ........................................................................................................................... 5

1.2 Initiatiefnemer................................................................................................................ 5

2 Situering en beschrijving van het plangebied ............................................................... 6

2.1 Fysieke bestaande toestand......................................................................................... 6

2.1.1 Situering........................................................................................................................ 6

2.1.2 Beschrijving van het plangebied ................................................................................... 7

2.2 Juridische bestaande toestand ..................................................................................... 9

2.2.1 Gewestplan ................................................................................................................... 9

2.2.2 GRUP 7 Landbouwgebied, deelplan 1 Abdijhoeve Ten Bogaerde............................. 10

3 Doelstelling, reikwijdte en detailleringgraad van het RUP.......................................... 11

3.1 Aanleiding tot de opmaak van het RUP...................................................................... 11

3.2 Doelstellingen en reikwijdte van het RUP................................................................... 11

3.3 Detailleringgraad van het RUP ................................................................................... 11

3.4 Gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten van het RUP................................... 11

3.5 Mogelijke alternatieven / nulalternatief ....................................................................... 12

4 Relevante contextelementen ...................................................................................... 13

4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen .......................................................................... 13

4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan ........................................................................... 13

4.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.......................................................................... 14

5 Aftoetsing plan-MER plicht.......................................................................................... 15

5.1 DABM van toepassing ................................................................................................ 15

5.2 Planmerplicht .............................................................................................................. 15

5.3 Noodzaak tot passende beoordeling .......................................................................... 15

6 Screening milieueffecten............................................................................................. 17

6.1 Voorkomen van bijzonder beschermde gebieden ...................................................... 17

6.2 Bodem en water.......................................................................................................... 17

6.2.1 Bijzonder beschermde gebieden ................................................................................ 17

6.2.1.1 Waterwingebieden ...................................................................................................... 17

6.2.2 Bodem......................................................................................................................... 18

6.2.3 Watertoets................................................................................................................... 19

6.3 Fauna en flora............................................................................................................. 19

6.3.1 Bijzonder beschermde gebieden ................................................................................ 19

6.3.2 Biologische waarderingskaart ..................................................................................... 20

6.3.3 Zwaluwnesten ............................................................................................................. 20

6.3.4 Eco-kwetsbaarheid ..................................................................................................... 21

6.4 Landschap en archeologie.......................................................................................... 22

6.4.1 Bijzonder beschermde gebieden (monumenten, landschappen, stads- en

dorpsgezichten) .......................................................................................................... 22

6.4.2 Archeologie ................................................................................................................. 23

6.5 Landbouw.................................................................................................................... 25

6.6 Mens ........................................................................................................................... 25

Page 4: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Inhoudsopgave (vervolg)

293464, revisie

Pagina 4 van 27

6.6.1 Mens – ruimtegebruik ................................................................................................. 25

6.6.2 Mens – zoneringsplan................................................................................................. 26

6.6.3 Mens – mobiliteit ......................................................................................................... 26

6.6.4 Mens – Seveso ........................................................................................................... 26

7 Eindconclusie.............................................................................................................. 27

Page 5: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 5 van 27

1 Inhoud

1.1 Inhoud

Vanaf 12 oktober 2007 dient er bij de opmaak van RUP’s formeel rekening gehouden te worden

met het onderzoek van milieueffecten die de realisatie van de bestemmingen in dit RUP kunnen

teweegbrengen. In de praktijk betekent dit dat voor elk RUP minimaal een ‘onderzoek tot m.e.r.’

dient uitgevoerd te worden.

De resultaten van het ‘onderzoek tot m.e.r.’ geven aan of de opmaak van een planMER al dan

niet noodzakelijk is. Bijkomend worden de resultaten aangewend om de ruimtelijke keuzes die

in het RUP ‘Ten Bogaerde’ gemaakt worden inhoudelijk te versterken en te onderbouwen.

Het document is opgebouwd uit volgende stappen:

• Situering en beschrijving van het plangebied en de ruimtelijke doelstellingen (ruimtelijk en

juridisch-beleidsmatig);

• Aftoetsing plan-MER-plicht van rechtswege

° Project-m.e.r.-plicht expliciet aftoetsen d.m.v. mogelijk relevante rubrieken uit bijlagen 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 houdende vaststel-

ling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (B.S.

17/02/2005);

° Noodzaak passende beoordeling aftoetsen:

− Gelegen in of in de nabijheid van speciale beschermingszones?

− Aard plan: mate van verstoring, versnippering,…;

Indien de noodzaak tot passende beoordeling van toepassing is en het plan geen klein

gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, is een plan-MER vereist.

• Screening milieueffecten: eerste ruwe screening van de kwetsbaarheid van de omgeving en

de aard van de milieu-impact van het ruimtelijk uitvoeringsplan. De scoping biedt volgende

antwoorden:

° Is de opmaak van een PlanMER toch noodzakelijk?

° Zijn er een bepaalde relevante milieudisciplines die verder uitgewerkt dienen te worden?

• Indien noodzakelijk, diepgaander onderzoek van de relevante milieudiscipline(s) zoals vast-

gesteld in de scoping;

• Eindconclusie

1.2 Initiatiefnemer

De initiatiefnemer voor het plan waarop dit onderzoek tot m.e.r. betrekking heeft is:

Gemeentebestuur Koksijde

Zeelaan 303

8670 Koksijde

Page 6: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 6 van 27

2 Situering en beschrijving van het plange-

bied

2.1 Fysieke bestaande toestand

2.1.1 Situering

Voorliggend RUP is gelegen tussen Koksijde centrum en Veurne, ter hoogte van het militair

domein. In het westen wordt het plangebied begrensd door de N8, de Ten Bogaerdelaan.

Topografische kaart met afbakening plangebied

Page 7: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Situering en beschrijving van het plangebied

293464, revisie

Pagina 7 van 27

2.1.2 Beschrijving van het plangebied

Het plangebied betreft een geïsoleerde zone gelegen in het agrarisch gebied en naast het mili-

tair domein.

Het plangebied kent een bewogen geschiedenis en bevat een uitzonderlijke historisch erfgoed

dat minstens tot de 12de eeuw terug gaat.

Volgende fasering kan worden onderscheiden:

• 12de eeuw. In 1148 zou Walter Cath de 'Bongart' aan de monniken van de Duinenabdij ge-

schonken hebben. Volgende decennia werd de plaats ingericht als uithof van de abdij. Hier-

over zijn noch historische noch archeologische gegevens gekend. Alleen landschappelijke

elementen zijn bewaard gebleven.

• 13de eeuw. In de 13

de eeuw wordt de abdijhoeve vermoedelijk volledig heringericht. Onder

abt Nikolaas Van Belle (1233-1253) trokken de monniken er een van de grootste cisterciën-

zerschuren in Europa op. De monumentale schuur en het poortgebouw zijn de enige over-

geleverde bouwresten uit die periode.

• 14de-16

de eeuw. Er zijn aanwijzingen dat de abdijhoeve na het economische hoogtepunt

(1200-1300) van de abdij werd verpacht om bijkomende financiële middelen te genereren.

• 16de-17

de eeuw. De abdijhoeve wordt versterkt op het einde van de 16

de eeuw en in de 17

de

eeuw werd de abdijhoeve een tijdlang omgevormd tot abdij (Ten Duinen IV: 1597-1627)

vooraleer ze in 1627 definitief naar Brugge verhuisde. Uit deze periode dateert het grootste

deel van het gebouwenpatrimonium.

• 17de-19

de eeuw. Vanaf het einde van de 17

de eeuw wordt Ten Bogaerde opnieuw pachthoe-

ve. Ten Bogaerde wordt geconfisqueerd tijdens de Franse revolutie (confiscatie in 1797) en

door de duinheren later opnieuw aangekocht. Gedurende deze periode werden heel wat

verbouwingen verricht en kreeg Ten Bogaerde haar hedendaags uitzicht. In 1870 werd het

eigendom overgedragen aan de kerkfabriek Sint-Salvator Brugge.

• WOI en II. Met betrekking tot het inrichten van de aanpalende militaire vliegbasis te Koksijde

tijdens WOI, vervult de abdijhoeve ook een belangrijke rol tijdens beide Wereldoorlogen en

blijft daarbij als bij wonder gespaard.

• 1949-2003: Een groot deel van het monumentaal erfgoed werd kort voor de opname als be-

schermd erfgoed (1951-52) zwaar gerenoveerd ten behoeve van de inrichting van de land-

bouwschool van het Sint-Bernarduscollege Nieuwpoort. Ook daarna werden nog heel wat

renovatiewerken uitgevoerd. In 1994 nam de gemeente Koksijde initiatief voor de renovatie

van de abdijkerk. Vervolgens werden op het domein tentoonstellingen en culturele activitei-

ten gehouden. In 2003 werd Ten Bogaerde aangekocht door de gemeente Koksijde. Er werd

een gastronomisch restaurant ingericht en een grootschalig valorisatieproject opgestart.

Ten Bogaerde is al meer dan 50 jaar beschermd als monument en sinds 2001 is ook de omge-

ving geklasseerd als beschermd landschap.

Page 8: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Situering en beschrijving van het plangebied

293464, revisie

Pagina 8 van 27

Afbakening plangebied op orthografische luchtfoto (AGIV)

Page 9: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Situering en beschrijving van het plangebied

293464, revisie

Pagina 9 van 27

2.2 Juridische bestaande toestand 2.2.1 Gewestplan

Koksijde is opgenomen in het gewestplan Veurne-Westkust vastgelegd in het K.B. van

06.12.1976, die een gewestplanwijziging ondergaan heeft binnen het M.B. van 09/02/1999.

Het gebied is grotendeels gelegen in agrarisch gebied. Aan de randen komt ook militair gebied

voor. Ten noorden ligt een zone in overdruk ten behoeve van het landen van vliegtuigen.

gewestplan

Page 10: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Situering en beschrijving van het plangebied

293464, revisie

Pagina 10 van 27

2.2.2 GRUP 7 Landbouwgebied, deelplan 1 Abdijhoeve Ten Bogaerde

Het gemeentelijk RUP 7 Landbouwgebied herbestemt de zone met zonevreemde gebouwen

naar 3 verschillende bestemmingszones, namelijk ‘zone voor openbaar nut, toeristisch-

recreatieve en culturele voorzieningen’, ‘zone voor boomgaard’ en ‘zone voor grasland’.

GRUP 7 Landbouwgebied, deelplan 1 Abdijhoeve Ten Bogaerde

Page 11: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 11 van 27

3 Doelstelling, reikwijdte en detaillering-

graad van het RUP

3.1 Aanleiding tot de opmaak van het RUP

Met dit RUP wil het gemeentebestuur het bestaande GRUP zonevreemde constructies - GRUP

7 ‘landbouwgebied’ gedeeltelijk herzien, enkel voor detailplan 1 Abdijhoeve Ten Bogaerde. De

herziening betreft een aantal kleinere bijsturingen van dit reeds goedgekeurde GRUP in het ka-

der van een concrete invulling en herbestemming van de oude schuur en recentere loods tot

polyvalente tentoonstellingsruimte (in kader van 100 jaar WOI), museum van Grard (herlocalisa-

tie vanuit Gyverinckhove).

De zone voor openbaar nut is in dit detailplan binnen het bestaande GRUP erg star afgebakend

ter hoogte van de schuur: de contouren van de kopse muren werden exact gevolgd volgens de

huidige toestand, terwijl het oorspronkelijk volume van de schuur ontdubbeld was in noordelijke

richting. Door de starre afbakening binnen dit detailplan wordt het herbestemmen van de schuur

bemoeilijkt. Immers is het resterende volume erg smal. In die zin wordt met de herziening be-

oogd dat het volume kan worden uitgebreid met een verwijzing naar de oorspronkelijke schuur

zonder dit exact na te bouwen, maar eerder door via luchtige materialen een suggestie te ge-

ven. Hierdoor wordt herbestemming ook haalbaar.

De kern van het smalle gebouw gaat terug tot de eerste helft van de 17de eeuw en zal in ieder

geval behouden moeten blijven. Voor verdere uitspraken dient men de resultaten van het

bouwhistorisch onderzoek af te wachten. Het onderzoek is nog in volle gang.

3.2 Doelstellingen en reikwijdte van het RUP

Het RUP heeft als doelstelling om bijkomende mogelijkheden toe te laten aanvullend bij de be-

staande constructies. Aangezien de bestaande gebouwen beschermd zijn als monument en de

omgeving als beschermd landschap, zal bijzondere aandacht moeten gaan naar het erfgoed en

het landschap.

Concreet zijn volgende zaken gepland:

• uitbreiding van de schuur aan noordelijke langgevel binnen de perimeter van het bouwvolu-

me van de grote abdijschuur met invulling tot polyvalente ruimte (tentoonstelling, feesten…):

dus cultuur, toerisme, recreatie en openbaar nut

• herbestemming van de nieuwe loods tot museum George Grard, met de mogelijkheid beel-

den buiten te plaatsen rond het gebouw

• mogelijkheid voorzien tot het plaatsen van reclame en vlaggenmasten aan de inkom, con-

form de huidige toestand.

3.3 Detailleringgraad van het RUP

Het RUP zal randvoorwaarden opleggen om de duurzaamheid en kwalitatieve ruimtelijke inte-

gratie te garanderen van de gewenste ontwikkelingen. Specifieke aandacht zal gaan naar het

inpassen van nieuwe projecten, bestemmingen, … binnen de (gedeeltelijk) beschermde site zelf

en het omgevende beschermde landschap.

3.4 Gewest- of landsgrensoverschrijdende effecten van het RUP

Het plangebied ligt ver van gewest- of landsgrenzen verwijderd.

Page 12: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Doelstelling, reikwijdte en detailleringgraad van het RUP

293464, revisie

Pagina 12 van 27

Hoe ingespeeld wordt op effecten ten aanzien van mogelijk kwetsbare gebieden wordt uitge-

breid omschreven in het hoofdstuk ‘screening milieueffecten’.

3.5 Mogelijke alternatieven / nulalternatief

Binnen de huidige voorschriften is het erg moeilijk om de bestaande schuur een nieuwe invul-

ling te geven aangezien het gebouw erg smal is. Hierdoor ontstaat het risico op leegstand, wat

het gebouw niet ten goede zou komen.

Page 13: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 13 van 27

4 Relevante contextelementen

4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Koksijde is 1 van de 10 Vlaamse kustgemeenten en behoort naast De Panne en Nieuwpoort tot

het arrondissement Veurne. In het RSV vormen de 10 kustgemeenten een stedelijk netwerk

waarbij het beleid moet gericht zijn op de toeristisch-recreatieve ontwikkeling en de maritieme

transportfunctie. Binnen het stedelijk netwerk kust is Koksijde een kern van het buitengebied. In

het buitengebied staat ondermeer het bundelen van de ontwikkeling (wonen en werken) in de

kernen voorop.

Heel de kust wordt op Vlaams niveau beschouwd als structuurbepalend omwille van zijn toeris-tisch-recreatieve voorzieningen, de aanwezigheid van stedelijke gebieden en zijn natuurlijke structuur. De voornaamste rol van dit gebied is weggelegd voor kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikkelingen.

Bij de uitwerking van een stedelijk netwerk moeten ontwikkelingsperspectieven worden uitge-

werkt, zowel voor de stedelijke gebieden als het buitengebied en dat in sterke onderlinge sa-

menhang. Het stedelijk netwerk is daarbij niet één aaneengesloten stedelijk gebied, maar het

betreft een ruimtelijk beleidskader met een belangrijke plaats en rol voor de structuurbepalende

functies van het buitengebied binnen het stedelijk netwerk. De potenties van het stedelijk net-

werk Kust moeten op een zodanige wijze worden benut dat de bestaande natuurlijke en agrari-

sche structuur in hun ontwikkeling worden versterkt.

De N8 (Ten Bogaerdelaan) is geselecteerd als primaire weg II als verbindingsweg met de

hoofdwegen.

4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan

Koksijde, gelegen binnen het stedelijk netwerk kust, is geselecteerd als ruimtelijk structurerend

element op provinciaal niveau en gecategoriseerd als hoofdkustdorp.

Oostduinkerke-dorp en Koksijde-dorp worden geselecteerd als woonkern, zij zijn structurerend

voor het wonen in het buitengebied en hebben een lokale verzorgende rol; opvang van eigen

groei van de huishoudens op het niveau van de kern, lokale bedrijvigheid in verwevenheid met

wonen. Wulpen wordt geselecteerd als polderdorp.

De duinengordel met tal van overgangszones in het gedeelte van de Franse grens tot aan Wes-

tende-Bad wordt gekenmerkt door een rijke geomorfologische en biologische verscheidenheid.

Hier komen de duinen het meest landinwaarts. Het zijn de breedste duinen van de Vlaamse

Kust en door de overgang zee-strand-duinen-polders is er een grote verscheidenheid van mili-

eutypes. Het plangebied behoort tot de zone Van Schipgatduinen tot Ten Bogaerde (Koksijde):

een aaneenschakeling van duinen en binnenduinen die de overgang van zee naar polders ma-

ken met Schipgatduinen, Doornpanne, Noordduinen, Fluithoek, Belvedere en een steile over-

gang naar de polders.

Daarnaast behoort het plangebied ook tot de Westelijke Polderruimte. In het onmiddellijke ach-terland van de kust (tot de A18) worden toeristisch-recreatieve ontwikkelingen beperkt. Dit ge-bied wordt opengehouden als buffergebied tussen de toeristische ontwikkelingen aan de kust en het binnenland. Enkel lijnvormige toeristisch-recreatieve assen (kanalen) doorsnijden dit pol-dergebied. Kleinschalige toeristisch-recreatieve plattelandsactiviteiten zijn hier mogelijk op ac-tieve landbouwbedrijven.Ten zuiden van de A18 zijn er meer mogelijkheden in het kader van een landelijk toeristisch-recreatief netwerk. Dit is uitgewerkt in een specifiek beleidskader voor plattelandsactiviteiten.

Page 14: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Relevante contextelementen

293464, revisie

Pagina 14 van 27

Het Langgeleed werd geselecteerd als onderdeel van de natte ecologische infrastructuur, bij de ecologische structuur van bovenlokaal belang. Het plangebied grenst aan het Poldergebied Oostduinkerke – Wulpen dat is geselecteerd als gaaf landschap. 4.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

Koksijde heeft zich vanuit de oorspronkelijke dorpen loodrecht op de kustlijn ontwikkeld. Om het

dichtslibben langsheen de kustlijn en op de grens van duinen en polders te verhinderen moeten

openruimtecorridors gecreëerd worden tussen de badplaatsen. Door het spiegelbeeld van de

woonkernen, de open ruimtegebieden en corridors, te accentueren wordt de identiteit van de

verschillende deelkernen versterkt. Het gemeentelijk structuurplan voorziet vier van dergelijke

open-ruimtecorridors waaronder: Een (zeer) smalle corridor Ster der Zee - Ter Duinenabdij -

Noordduinen -Ten Bogaerde tussen St.-Idesbald en Koksijde. Hier zal de nadruk liggen op de

koppeling van landschappelijke natuurontwikkeling, met de bebouwde ruimte en de verkeersin-

frastructuur, naast cultuurhistorische en recreatieve functie.

Ten Bogaerde werd geselecteerd als beeldbepalend element in het Polderlandschap. De ge-

meente legt de nadruk op het recreatieve gebruik van dit cultuurhistorische element.

Page 15: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 15 van 27

5 Aftoetsing plan-MER plicht

5.1 DABM van toepassing

Het Ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige

vergunningen.

Het RUP valt dus onder de definitie van een plan of programma en onder het toepassingsge-

bied zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid

(DABM).

5.2 Planmerplicht Er dient te worden afgetoetst of het RUP het kader kan vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Rege-ring van 10 december 2004 houdende vaststelling van categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage. (B.S. 17/02/2005)

De activiteiten die binnen het planologische kader van het RUP zullen kunnen gerealiseerd

worden, met name culturele, toeristische, recreatieve en gemeenschapsactiviteiten met een

horecazaak en woning voor de uitbater, vallen hier niet onder. De activiteiten die met de gedeel-

telijke herziening van het GRUP voor deze site worden beoogd, leunen nauw aan bij de reeds

bestaande activiteiten en zijn niet van die aard dat deze grote impact zullen hebben op het mili-

eu.

5.3 Noodzaak tot passende beoordeling

De passende beoordeling wordt voorgeschreven volgens artikel 36ter van het decreet Natuur-

behoud, en is van toepassing indien het plan betekenisvolle impact kan hebben op speciale

beschermingszones. Met speciale beschermingszones worden de habitatrichtlijnen en de vogel-

richtlijngebieden bedoeld. Samen vormen zij het Natura2000 gebied. Voor deze gebieden gel-

den een aantal verplichtingen zoals het uitvoeren van beschermingsmaatregelen, de monitoring

van effecten (ook van activiteiten buiten het gebied zelf, maar met invloed op het gebied) en het

opstellen van een passende beoordeling.

De passende beoordeling moet worden opgemaakt wanneer aan volgende voorwaarden is vol-

daan:

• Het voorgenomen plan heeft niet te maken met het beheer van de speciale beschermings-

zone

• Op basis van de voortoets kan een betekenisvolle aantasting van de beschermde habitats of

soorten uit de speciale beschermingszone niet worden uitgesloten.

Ten gevolge van de decreetswijziging van de planmerregelgeving van 8 mei 2009 heeft de initi-

atiefnemer van een plan ook in het geval dat voor een plan een passende beoordeling noodza-

kelijk is, de mogelijkheid via een screening aan te tonen dat ten gevolge van het plan geen aan-

zienlijke milieueffecten mogelijk zijn indien het plan een klein gebied op lokaal niveau betreft of

een kleine wijziging inhoudt. Bij noodzaak van een passende beoordeling dient in de scree-

ningsnota dan ook aangetoond te worden dat het plan een klein gebied op lokaal niveau of een

kleine wijziging betreft. Indien dit niet het geval is moet een planmer worden opgemaakt.

Het plangebied ligt niet in habitatrichtlijngebied en niet in vogelrichtlijngebied.

Page 16: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Aftoetsing plan-MER plicht

293464, revisie

Pagina 16 van 27

Het dichtste habitatrichtlijngebied ligt op 300m van het plangebied, maar is van het plangebied

gescheiden door de landingszone van het militaire vliegveld. Er wordt dus niet verwacht dat de

minimale wijzigingen in het plangebied impact zullen hebben op dit habitatrichtlijngebied. Moge-

lijke effecten op fauna en flora worden omschreven in het hoofdstuk ‘screening milieueffecten’.

Figuur natura 2000

Page 17: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 17 van 27

6 Screening milieueffecten

6.1 Voorkomen van bijzonder beschermde gebieden

In het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de categorieën van projec-ten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder ‘bijzonder beschermde gebieden’:

• het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffen-de het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

• de gebieden aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ramsar inzake watergebieden van internationale betekenis;

• speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

• beschermde duingebieden of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied zoals aange-geven ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescher-ming van de kustduinen;

• natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening;

• bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologische waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aange-wezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimte-lijke ordening;

• beschermde landschappen, stads- of dorpsgezichten, monumenten of archeologische zo-nes; bouwkundig erfgoed

• waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I en II vastgesteld ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer;

• een volgens een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld erfgoedlandschap.

Aangezien het voorkomen van deze bijzonder beschermde gebieden vaak een bepalende rol

speelt in functie van de project-m.e.r.-plicht en gezien deze gebieden als bijzondere bescherm-

de gebieden worden beschouwd omdat ze een hoge waarde en/of kwetsbaarheid vanuit milieu-

oogpunt hebben, geeft het voorkomen ervan een goede indicatie van gevoeligheid van het

plangebied voor het mogelijk optreden van milieueffecten. Deze elementen worden daarom nu

voor het plangebied onderzocht. In een verdere stap wordt dan nagegaan of – rekening hou-

dende met de aard van het plan – een (aanzienlijk) milieueffect ten aanzien van deze gebieden

kan optreden en hoe dit kan voorkomen worden.

6.2 Bodem en water

6.2.1 Bijzonder beschermde gebieden

6.2.1.1 Waterwingebieden

In of nabij het plangebied is geen oppervlaktewaterwingebied of beschermingszone voor

grondwaterwinning gelegen. De activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP zul-

len kunnen gerealiseerd worden hebben bijgevolg geen impact op waterwinning. Projecten die

binnen het RUP gerealiseerd worden zijn verder onderhevig aan de vigerende wetgeving (Vla-

rem) en het respecteren hiervan.

Page 18: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 18 van 27

6.2.2 Bodem

Het plangebied is volledig gelegen in kreekruggrond m.A6.

De kreekruggronden omvatten de met zand en met klei opgevulde Duinkerken II getijdekreken.

Ze bestaan uit slibhoudend zand tot klei dat met de diepte overgaat in een lichter materiaal.

Tot de A6 gronden worden alle hoogliggende gronden gerekend waar geen veen in de onder-

grond voorkomt. Nabij de duinen gelegen kan er kwelwerking zijn die wateroverlast veroorzaakt.

De landbouwwaarde komt nagenoeg overeen met die van A5 (De waterhuishouding is gunstig.

Bijna nooit vindt volledige uitdroging plaats. Er is echter niet zelden wateroverlast, vooral op de

lager gelegen A5 gronden. De bewerkbaarheid is zeer beperkt. De grond mag noch te nat noch

te droog zijn, zodat bewerking veelal slechts gedurende enkele weken mogelijk is. De minerale

reserve is van grote betekenis (vooral K). Organische bemesting is noodzakelijk, vooral voor

verbetering van de structuur van de bovengrond. De meeste poldergewassen geven topoog-

sten. Het weidebestand is doorgaans zeer goed. Dichte drainage is gewenst voor akkerland.)

Bodemkaart

Page 19: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 19 van 27

6.2.3 Watertoets

grondwaterstromingsgevoelig infiltratiegevoelig mogelijk overstromingsgevoelig

Het plangebied en de volledige omgeving is zeer gevoelig voor grondwaterstroming. Gezien het

plan niet de bedoeling heeft ondergrondse constructies te voorzien is hier geen impact te ver-

wachten.

Enkele zones rondom zijn infiltratiegevoelig. Het plangebied zal hier geen invloed op hebben.

Een groot deel van het plangebied is mogelijk overstromingsgevoelig. In het plangebied is een

onbevaarbare waterloop van 2de categorie (noordelijke en oostelijke grens van het plangebied)

en een niet-geklasseerde waterloop (westelijke grens van het plangebied) gelegen. De princi-

pes van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hergebruik en infiltratie worden

gevolgd in geval van bijkomende verharding.

Bijgevolg wordt de watertoets gerespecteerd.

6.3 Fauna en flora 6.3.1 Bijzonder beschermde gebieden

Ten noorden van het plangebied is een grote eenheid natuur gelegen. Aangezien de activiteiten

die met het RUP voor deze site worden beoogd, nauw aanleunen bij de reeds bestaande activi-

teiten, zullen deze geen grote impact hebben op de grote eenheid natuur ten noorden van het

plangebied.

Page 20: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 20 van 27

6.3.2 Biologische waarderingskaart

In het plangebied zijn complexen van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer

waardevolle elementen te vinden. Deze moeten hun biologische waarde bij ingang van het RUP

kunnen behouden.

Aangezien de activiteiten die met het RUP voor deze site worden beoogd, nauw aanleunen bij

de reeds bestaande activiteiten, en slechts beperkte uitbreidingen mogelijk zullen worden ge-

maakt, kunnen in het RUP voldoende garanties worden ingebouwd om deze biologisch waar-

devolle elementen te kunnen behouden.

6.3.3 Zwaluwnesten

In de grote schuur nestelen zich al jarenlang boerenzwaluwen. Gezien de nesten (al dan niet

bezet) in België gedurende het hele jaar wettelijk worden beschermd, dient hiervoor naar oplos-

Page 21: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 21 van 27

singen te worden gezocht. We adviseren om dit ongeveer een jaar vóór het nieuwe broedsei-

zoen en het concretiseren van de renovatie op de agenda te plaatsen.

6.3.4 Eco-kwetsbaarheid

ecotoopverlies eutrofiëring

verdroging verzuring

Het plangebied en omgeving zijn niet tot weinig kwetsbaar voor ecosys-

teemverstoring.

Page 22: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 22 van 27

6.4 Landschap en archeologie

6.4.1 Bijzonder beschermde gebieden (monumenten, landschappen, stads- en dorpsge-

zichten)

Hoeve “Ten Bogaerde’ is gedeeltelijk beschermd als monument.

Meer bepaald is het volgende beschermd:

• beide eindgevels van de vroegere schuur

• het kerkgebouw met inbegrip van de twee lage zijgebouwen met lessenaarsdak

• de buitengevels van het woonhuis met inbegrip van de twee lage zijgebouwtjes met lesse-

naarsdak

• de ingangspoort naar de grote koer

• de overblijfselen van de oude muren die de grote koer afsluiten

• de vier wapenschilden waarvan één bestaat uit drie aan elkaar verbonden stenen.

Daarnaast is ook de omgeving hoeve Ten Bogaerde beschermd als dorpsgezicht om reden van

historische en artistieke waarde.

De Duin-Polderovergang Belvédère (gebied tussen de Svinxweg en de R. Vandammestraat) is

beschermd als landschap omwille van zijn esthetische, historische en natuurwetenschappelijke

waarde.

Het RUP moet voldoende garanties opnemen om de bestaande waardevolle elementen maxi-

maal te behouden.

De abdijhoeve Ten Bogaerde mag tot één van de belangrijkste en tevens één van de best be-

waarde uithoven in Vlaanderen en in Noordwest Europa worden gerekend. Het domein behoor-

Page 23: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 23 van 27

de mogelijk reeds vanaf de jaren 1140 toe aan de abdij Ten Duinen, dat kort voordien in 1138

tot de Orde van Cîteaux was toegetreden.

De eerste vermelding is bekend uit een oorkonde van 1184. Ten Bogaerde wordt in de loop

van de tweede helft van de 12de eeuw (vóór 1197) uitgebouwd als een belangrijk exploitatie-

centrum of grangria.

De abdijhoeve Ten Bogaerde bevat een rijk en divers monumentaal erfgoed, waarvan de oud-

ste delen uit de 13de eeuw dateren. Naast het goed bewaarde middeleeuwse landschap, waar-

in dit omgrachte economische centrum zich duidelijk aftekent, is van de oude grangria slechts

de monumentale schuur voor een belangrijk gedeelte bewaard gebleven. De vroeggotische

schuur in baksteen werd vermoedelijk gebouwd tijdens het abbatiaat van Nikolaas van Belle en

kan daarmee in het tweede kwart van de 13de eeuw gedateerd worden. Gedurende de 14de

eeuw ging de abdij over tot verpachting van meerdere abdijgoederen teneinde haar domeinen

te consolideren als gevolg van drastische economische wijzigingen binnen een sterk verande-

rende maatschappij. Vermoedelijk onderging de abdijhoeve in deze periode hetzelfde lot, al is

dit lang niet zeker.

De grootste transformatie nam evenwel plaats vanaf de periode omstreeks 1600, toen de duin-

heren - na de confiscatie en verwoesting van de abdij tijdens de Tachtigjarige Oorlog - Ten Bo-

gaerde als toevluchtsoord hadden uitgekozen. De abdijhoeve werd voor de resterende monni-

kengemeenschap volledig omgebouwd tot een kleine abdij zodat het monastieke leven kon blij-

ven doorgaan. Uit deze periode bleef de kerk (1602?-1606/1610) bewaard, alsook het abtsge-

bouw (voltooid in 1612). De rest van de gebouwen (slaapzalen, refters, waterburcht, duivento-

ren en diverse nutgebouwen) zijn verdwenen, De abdijgemeenschap verhuisde in 1627 binnen

de stadsmuren van Brugge, waardoor Ten Bogaerde als tijdelijk monasterium werd verlaten.

Pas vanaf het einde van de 17de eeuw was Ten Bogaerde opnieuw als pachthoeve in gebruik.

De paardenstal aan oostelijke zijde dateert uit 1742-1744, maar is gebouwd op oudere funda-

menten.

(uit: LEHOUCK, A. 2010, Abdijhoeve Ten Bogaerde (gemeente Koksijde). Bouwhistorisch onderzoek van de

varkenstallen. Rapport, Intern Rapport Gemeente Koksijde, Koksijde, 45 pp. + bijlage)

Het architecturaal ontwerp van de realisatie van het RUP gebeurt in overleg met Ruimte en Erf-

goed.

6.4.2 Archeologie

Het plangebied betreft een archeologische site (site met walgracht, volle middeleeuwen, ):

• uitbreiding tot 13de eeuw

• van 1597 tot 1627 kort ingericht als abdij (na verlaten abdij Ter Duinen)

Page 24: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 24 van 27

• daarna een pachthoeve Gezien het niet de bedoeling is vergravingen binnen het RUP toe te staan worden geen pro-blemen ten aanzien van archeologie verwacht.

Het uitbreiden van de schuur aan de achtergevel zal gepaard gaan met bodemingrepen. Dit

betekent dat hier tenminste een archeologische begeleiding zal zijn, en er in het slechtste geval

een preventief archeologisch onderzoek aan zal voorafgaan.

1 – korte bespreking archeologische neerslag:

Het is opvallend dat materieel onderzoek op het monumentale patrimonium van Ten Bogaerde

vrijwel uit bleef of in het beste geval beperkt bleef tot enkele beschrijvingen. De aandacht ging

voornamelijk naar de interessante bakstenen bouwwijze. De grote middeleeuwse abdijschuur

had de meeste belangstelling en dan nog is dit vrij gering te noemen.

De abdijhoeve werd meegenomen in het inventarisatieproces sinds de jaren 1960, waarvan de

beschrijvingen in de inventaris van het bouwkundige erfgoed op bedroevende wijze vrijwel tot

op vandaag het meest volledige naslagwerk zijn. Dringende consolideringwerken aan de grote

middeleeuwse schuur op het einde van de jaren 1980 en vooral de restauratie en renovatiewer-

ken van de kerk in de jaren 1990 en het abtshuis omstreeks 2003 hebben niet de aanzet gege-

ven tot een doorgedreven bouwhistorisch onderzoek. Dat hypothekeert uiteraard een verant-

woord erfgoedbeheer en monumentenzorg.

In 2009 werd door de gemeente Koksijde een aanvang genomen voor het opmaken van een

beheersplan dat echter een moeizame voortgang kent. In het kader van het valorisatieproject

werd in hetzelfde jaar ook een uitvoerige bouwhistorische studie verricht van de oude 18de-

eeuwse varkensstallen.

Niettemin in voorgaande jaren al enkele grondwerken hebben plaatsgegrepen, greep voor zo-

ver bekend een eerste archeologische begeleiding van graafwerken pas plaats in juni 2010.

2 – aspect archeologie bij noordwaartse uitbreiding

In het uitvoeringsplan voor de renovatie- en de herbestemming van de monumentale schuur

dient men rekening te houden met noodzakelijk bodemkundig onderzoek. Hierbij moet preven-

tief archeologisch onderzoek (voorafgaand aan de werken) plaatsgrijpen zodat de bewaring-

graad van de archeologische resten in de bodem geëvalueerd kunnen worden. De gemeentelij-

ke beheersarcheoloog dient hierbij zo vroeg mogelijk betrokken te worden zodat de nodige ar-

cheologische ingrepen kunnen ingepland worden.

3 – expliciteren

Voor de abdijhoeve Ten Bogaerde is men gebonden aan het decreet van 30/06/1993 houdende

bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18/05/1999,

28/02/2003, 10/03/2006 en 27/03/2009. Als gevolg dient dan ook elke bodemingreep van welke

aard ook voor advies voorgelegd te worden aan de bevoegde erfgoedbeheerder van Ruimte en

Erfgoed en de gemeentelijke beheersarcheoloog. Indien de grondwerken mogen worden uitge-

voerd, dient deze archeologisch begeleid te worden en dient de aanvang van de werken tijdig

aan de gemeentelijke beheersarcheoloog meegedeeld te worden.

Page 25: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 25 van 27

6.5 Landbouw

Het plangebied en de zuidelijke omgeving zijn herbevestigd agrarisch gebied.

Het plangebied zelf kreeg een zeer hoge waardering in de landbouwtyperingskaart. Het plange-

bied zelf is echter historisch gezien nooit als dusdanig gebruikt. De nadruk wordt in dit RUP op

de historische en erfgoedwaarde gelegd, en minder op het agrarisch gebruik van de site. Het

RUP heeft geen impact op het nabij gelegen hoog gewaardeerde landbouwgebied aangezien

de activiteiten volgens het RUP nauw zullen aansluiten bij de huidige activiteiten.

6.6 Mens

6.6.1 Mens – ruimtegebruik

De functies in het plangebied zullen dezelfde blijven. Er worden enkel meer mogelijkheden in-

zake uitbating en toegankelijkheid voor mindervaliden geboden. Het ruimtegebruik zal dus ver-

beteren.

Aangezien met de herziening van het GRUP o.a. de oude schuur door restauratie een zinvolle

invulling zou kunnen krijgen, zal de verhouding mens-ruimte nog verbeteren. De oude schuur

staat momenteel immers leeg.

De belevingswaarde en beeldwaarde zijn zeer hoog door de ligging in cultuurhistorisch land-

schap en het aanwezige monument. Dit moet zo blijven.

Page 26: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

Screening milieueffecten

293464, revisie

Pagina 26 van 27

6.6.2 Mens – zoneringsplan

Binnen het plangebied zijn volgens het zoneringsplan van VMM enkele zones aangeduid als

individueel te optimaliseren buitengebied. Aangezien het zoneringsplan moet worden gevolgd,

zal het RUP geen invloed hebben op de waterkwaliteit.

6.6.3 Mens – mobiliteit

Het gebied wordt ontsloten door de N8 (Ten Bogaerdelaan). Dit zal met het RUP gelijk blijven.

Het ruimtelijke programma wordt uitgebreid. Hierdoor kunnen mogelijks 2 bijkomende musea

worden ingericht. Ruw geschat hebben deze samen een bruto vloeroppervlak (bvo) van 3000m²

Als we de kencijfers uit CROW (“Verkeersgeneratie voorzieningen. Kengetallen gemotoriseerd

verkeer.”, CROW, publicatie 272, december 2008 – cijfers voor ‘rest bebouwde kom’ zoals in

CROW opgenomen) gebruiken komen we op ongeveer 300 motorvoertuigen per etmaal, werk-

nemers inbegrepen. Hierbij zijn de cijfergegevens van bibliotheken gebruikt aangezien deze

voor verkeersgeneratie gelijk zijn aan deze van musea.

De N8 vormt één van de primaire wegen in West-Vlaanderen die zich vanaf de E40/A18 als

kamstructuur vertakken tot de secundaire weg – Koninklijke Baan.

Aangezien het een bestaande aantakking op deze primaire weg betreft en het aantal mogelijk

bijkomende motorvoertuigbewegingen zo miniem zijn, worden hier geen problemen verwacht.

Wat betreft de parkeerbehoefte hanteren we de cijfers uit CROW (“Parkeerkencijfers – Basis

voor Parkeernormering”. CROW, publicatie 182, september 2008). Hierin word gerekend met

minimaal 1 tot maximaal 1,2 parkeerplaatsen per 100m² bvo, dus 36 parkeerplaatsen.

Op vandaag zijn er een 70-tal parkeerplaatsen voorzien die zo goed als niet gebruikt worden.

Dit zal ruim voldoende zijn om ook de museumbezoekers op te vangen.

6.6.4 Mens – Seveso

In de ruime omgeving van het plangebied zijn geen Seveso-bedrijven gelegen.

Page 27: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26

293464, revisie

Pagina 27 van 27

7 Eindconclusie

Voor de herbestemming die binnen het planologisch kader van het RUP ‘Ten Bogaerde’ zullen

kunnen gerealiseerd worden is er van rechtswege mogelijks planMER-plicht. Er zijn echter geen

aanzienlijke milieu-effecten te verwachten want:

• de impact van de bestemmingswijzigingen en de activiteiten die in dit planologisch kader

kunnen worden gerealiseerd hebben slechts een beperkte potentiële impact op de milieu-

effecten

• het plan kan gezien worden als klein gebied op lokaal niveau en behelst slechts een kleine

wijzigingen

• er zijn geen bijzondere kwetsbaarheden die de te verwachten milieu-impact zwaarder zullen

doen doorwegen.

Er dient bijgevolg geen planMER opgemaakt te worden voor het RUP ‘Ten Bogaerde’.

Wel dienen wel een aantal aandachtspunten meegenomen te worden in de verdere uitwerking

van het RUP ‘Ten Bogaerde’.

• de bestaande biologisch waardevolle elementen moeten worden behouden in het plange-

bied

• het RUP moet garanties inbouwen dat de beschermde cultuurhistorische elementen maxi-

maal worden behouden en dat het omgevend landschap wordt gerespecteerd. Bij ontwikke-

lingen op de site die betrekking hebben op het erfgoed wordt advies ingewonnen bij Ruimte

en Erfgoed.

• Het uitbreiden van de schuur aan de achtergevel zal gepaard gaan met bodemingrepen. Dit

betekent dat hier tenminste een archeologische begeleiding zal zijn, en er in het slechtste

geval een preventief archeologisch onderzoek aan zal voorafgaan.

• Elke bodemingreep van welke aard ook dient voor advies voorgelegd te worden aan de be-

voegde erfgoedbeheerder van Ruimte en Erfgoed en de gemeentelijke beheersarcheoloog.

Indien de grondwerken mogen worden uitgevoerd, dient deze archeologisch begeleid te

worden en dient de aanvang van de werken tijdig aan de gemeentelijke beheersarcheoloog

meegedeeld te worden.

Page 28: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 29: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 30: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 31: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 32: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 33: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 34: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 35: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26
Page 36: RUP Ten Bogaerde · 2011. 1. 5. · 293464, revisie RUP Ten Bogaerde Onderzoek tot m.e.r. Concept gemeentebestuur Koksijde Zeelaan 303 8670 Koksijde Grontmij Vlaanderen Brugge, 26