Ruimte & sociale cohesie: bevindingen stadsmonitor

10
Aanknopingspunten met Stadsmonitor 2014 Luk Bral, Guy Pauwels (SVR Atelier: kwalitatieve open ruimte en sociale cohesie

Transcript of Ruimte & sociale cohesie: bevindingen stadsmonitor

Aanknopingspunten met Stadsmonitor 2014Luk Bral, Guy Pauwels (SVR

Atelier: kwalitatieve open ruimte en sociale cohesie

2

Aanpak

1. Centrale vraag: bevordert een kwalitatieve publieke ruimte de sociale cohesie in de steden?

2. Aanknopingspunten in de Stadsmonitor:• Sociale cohesie• Kwaliteit publieke ruimte• Verband of samenhang tussen beide

3

Meten sociale cohesie

4 componenten sociale cohesie: een gedrags-, belevings- en waardencomponent en collectieve zelfredzaamheid.

o Voor de gedrags- en belevingscomponent maken we gebruik van de indicator sociale integratie in de buurt (mate van contacten met directe en andere buurtbewoners, vertrouwen in buren, bereidheid van buren om elkaar te helpen. Zie dia plenair).

o Voor de waardencomponent kijken we – in navolging van de OESO – naar de mate van openheid en tolerantie ten opzichte van andere culturen. Zie ook dia plenair).

o De collectieve zelfredzaamheid meten we door na te gaan of mensen zich actief hebben ingezet in hun wijk of stad en/of men vrijwilligerswerk doet.

4

Meten kwaliteit publieke ruimte

• Beperkingen van de data:o Percepties en inschattingen o Geen link naar feitelijke situaties

Indicatoren:o globale tevredenheid over de stad en de buurt waar men woont;o inschatting van de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving op

stadsniveau: samengestelde indicator op basis van volgende variabelen: mooi aangelegde straten en pleinen, uitstraling pleinen, levendigheid pleinen, mooie parken, uitstraling gebouwen;

buurtniveau: samengestelde indicator op basis van gebouwen mooi, netheid en onderhoud van straten en pleinen, voldoende groen in de buurt.

5

Meten kwaliteit publieke ruimte

o inschatting van de kwaliteit van de leefomgeving mate waarin men allerhande buurthinder ondervindt. Samengestelde

indicator op basis van last van lawaaihinder, zwerfvuil’, hondenpoep, sluikstort en vandalisme in de buurt.

mate waarin me zich veilig in de stad en de buurt voelt, hier beperkt tot het mijden van bepaalde plekken in buurt of stad.

o publieke voorzieningen: enkel indicatoren tevredenheid met voorzieningen voor kinderen en jongeren komt hiervoor in aanmerking.

6

Sociale cohesie

Sociale integratie

in de buurt

Houding tegenover diversiteit

Vrijwilligerswerk

Actieve betrokke

nheid

Geslacht x

Leeftijd x x x x

Opleiding (x) x x x

Gezinssituatie x x

Jobsituatie x

Eigenaar/huurder x x (x)Samenstelling buurt x x

Herkomst x

Verhuisintentie x (x)

• Mannen, ouderen en hooggeschoolden meer sociaal geïntegreerd in de buurt en meer actief. Aanwezigheid van kinderen bevordert ook betrokkenheid. Eigenaars en personen zonder verhuisintentie hoger sociaal geïntegreerd. Ook in homogeen Belgische buurten integratie hoger.

• Jongeren staan meer open voor andere culturen. In gemengde buurten reageert men positiever dan in homogene autochtone buurten. Belgen scoren lager op tolerantie, Marokkanen en Turken hoger. Eigenaars ook negatiever dan huurders.

7

Kwaliteit van de publieke ruimte (1)

Tevreden buurt

Tevreden stad

Kwaliteit ruimte buurt

Kwaliteit ruimte stad

Geslacht (x) (x) x

Leeftijd x x x xOpleiding x x xGezinssituatie Jobsituatie x Eigenaar/ huurder x (x) x xSamenstelling buurt x x x

Herkomst x

Verhuisintentie x x x x

Tevredenheid buurt en stad• Ouderen, laaggeschoolden en

werkzoekenden minder tevreden over buurt en stad. Huurders minder tevreden over buurt.

• Concentratie vreemdelingen en verhuisintentie heeft negatief effecten.

Kwaliteit van de ruimte• Kwaliteit publieke ruimte scoort hoger op

stads- dan op buurtniveau.• Jongeren kritischer zowel op stads- als

buurtniveau. Hoger geschoolden schatten kwaliteit hoger in op stadsniveau, geen verschil op buurtniveau.

• Eigenaars zowel op stads- als buurtniveau negatiever.

• Concentratie negatief effect maar enkel op buurtniveau.

8

Kwaliteit van de publieke ruimte (2)

Mijdgedrag buurt

Mijdgedrag stad

Buurthinder

Plekken kinderen en jongeren

Geslacht x x Leeftijd x x (x)Opleiding x x xGezinssituatie x (x)Jobsituatie x x Eigenaar/ huurder Samenstelling buurt x x x

Herkomst x x x

Verhuisintentie x x x

Kwaliteit leefomgeving• Onveiligheidsgevoelen en mijdgedrag op

stadsniveau (14 en17%) hoger dan op buurtniveau (7 en 9%).

• Op buurtniveau: meer mijdgedrag bij vrouwen, ouderen, laaggeschoolden, alleenstaanden, gepensioneerden en bij verhuisintentie.

• Op stadsniveau: meer vrouwen en laaggeschoolden mijdgedrag.

• Op stads- en buurtniveau effect samenstelling buurt en lager bij Marokkanen.

• Buurthinder: hoger bij ouderen, bij hoge concentratie vreemdelingen, bij Zuid-Europeanen en Turken en bij verhuisintentie.

• Plekken kinderen en jongeren: hoger bij hooggeschoolden en gezinnen met kinderen, lager bij verhuisintentie.

9

Samenhang sociale cohesie en kwaliteit openbare ruimte (1)

Houding tegenover diversiteit

Sociale integratie in

de buurt

Actieve betrokken-

heid

Vrijwilligerswerk

Buurthinder-0,06 -0,16 -0,02 -0,02

Kwaliteit ruimte buurt

0,07 0,26 0,01 0,00

Kwaliteit ruimte stad

0,14 0,19 -0,03 -0,01

Tevreden buurt

0,14 0,29 -0,07 -0,04

Tevreden stad

0,17 0,14 -0,06 -0,01

Mijdgedrag buurt

-0,21 -0,18 0,08 0,01

Mijdgedrag stad

-0,24 -0,10 0,06 0,00

Plekken kinderen en jongeren

0,12 0,14 -0,09 -0,02

• Eerste vaststelling: actieve betrokkenheid in de buurt en vrijwilligerswerk hangen niet samen met de ruimtelijke componenten.

• Verder zien we een aantal zwakke correlaties.

• De sterkste positieve samenhang is deze tussen de mate van sociale integratie in de buurt en de tevredenheid over de buurt.

• Het sterkste negatieve verband is er tussen mijdgedrag zowel in de buurt en de stad en houding tegenover diversiteit.

• Ook een negatief verband tussen mijden van plekken op buurtniveau en sociale integratie in de buurt.

10

Samenhang sociale cohesie en kwaliteit openbare ruimte (2)

• De regressieanalyse geeft gelijkaardige resultaten als de correlaties.

• De houding tegenover diversiteit wordt beïnvloed door de ingeschatte kwaliteit van de publieke ruimte op stadsniveau, de tevredenheid met de buurt en een positieve beoordeling van voldoende plekken voor kinderen en jongeren. Plekken mijden, vooral in de stad, heeft een negatief effect.

• De sociale integratie in de buurt wordt mee aangestuurd door de inschatting van de buurtaspecten. Hoe positiever men deze aspecten inschat, hoe hoger de integratie in de buurt.

• Actief zelf de handen uit de mouwen steken, hangt hier wel negatief samen met buurthinder en postief met plekken voor kinderen en jongeren.

• Effecten op vrijwilligerswerk zijn ook in de regressieanalyse vrij zwak.

• Conclusie: er is minstens een samenhang tussen inschatting en beoordeling van de kwaliteit van de publieke ruimte en sociale samenhang.

 

Houding tegenov

er diversite

it

Sociale integratie

in de buurt

Actieve betrokkenheid

Vrijwilligers-werk

Buurthinder *   *** *

Kwaliteit ruimte buurt

  ***    

Kwaliteit ruimte stad

***      

Tevreden buurt *** *** *** **

Tevreden stad   **    

Mijdgedrag buurt

** *** *  

Mijdgedrag stad

***      

Plekken kinderen en jongeren

*** *** ***