De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale...

91
Facultei De invullin in Sofie De Neve Promotor: Prof. Dr. Nicole Vetten Masterproef ingediend tot het be de graad van ‘master in sociaal w Universiteit Gent it Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2008-2009 ng van sociale c het buurtwerk nburg ehalen van werk’ cohesie

Transcript of De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale...

Page 1: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Faculteit Psychologi

De invulling van sociale cohesie

in het buurtwerk

Sofie De Neve

Promotor: Prof. Dr. Nicole Vettenburg

Masterproef ingediend tot het beha

de graad van ‘master in sociaal werk’

Universiteit Gent

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Academiejaar 2008-2009

De invulling van sociale cohesie

in het buurtwerk

Promotor: Prof. Dr. Nicole Vettenburg

asterproef ingediend tot het behalen van

sociaal werk’

De invulling van sociale cohesie

Page 2: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

2

Voorwoord

Voor u ligt mijn masterproef, waar zeer veel tijd aan vooraf ging. Deze masterproef handelt over de

invulling van sociale cohesie in het buurtwerk. Houdt deze invulling nu een verenging in ten opzichte van

de vroegere doelstelling, of net niet? Dit zal u straks te weten komen. Allereerst wil ik echter een aantal

mensen bedanken, want zonder hen was de realisatie van deze masterproef nooit gelukt.

Mijn dank gaat allereerst uit naar mijn promotor, prof. dr. Vettenburg. Zij begeleidde mij doorheen dit

moeilijke proces, vanaf het zoeken naar een gepast onderwerp, tot en met het schrijven van mijn

conclusie.

Vervolgens wil ik ook de buurtwerkers en het diensthoofd van Buurtwerk Gent die ik interviewde

bedanken. Zij konden, ondanks het feit dat de deadline heel strikt was, toch tijd voor mij vrijmaken. Ik

had boeiende gesprekken met hen en ben hen hier dan ook zeer dankbaar voor.

Ik wil daarnaast mijn ouders bedanken, voor het feit dat zij mij deze mogelijkheid gaven en mij steunden

doorheen deze niet altijd eenvoudige jaren. Ook Koen, mijn vriend, was er steeds voor me, als

emotionele baken en om samen met mij praktische zaken op te lossen. Tot slot wil ik ook Hanne en

Myriam bedanken voor het naleeswerk. Ik heb veel aan hun feedback gehad.

Dit gezegd zijnde, gaan we over naar het echte werk. Ik wens jullie veel leesplezier en hoop dat jullie er

iets van opsteken.

Page 3: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

3

Inhoudsopgave

Deel 1 Inleiding ........................................................................................................................................ 6

Deel 2 Probleemstelling ........................................................................................................................... 7

Deel 3 Methodologie .............................................................................................................................. 11

1. Keuze voor een kwalitatieve benadering ..................................................................................... 11

2. Literatuurstudie .......................................................................................................................... 11

3. Kwalitatieve interviews ............................................................................................................... 13

3.1. Onderzoek .......................................................................................................................... 14

3.1.1. Contacten leggen ........................................................................................................ 14

3.1.2. Interviews afnemen ..................................................................................................... 14

3.1.3. Analyse ....................................................................................................................... 15

Deel 4 Literatuurstudie ........................................................................................................................... 17

1. Sociale cohesie ........................................................................................................................... 18

1.1. Ontstaan en geschiedenis sociale cohesie ........................................................................... 18

1.2. Aantal definities .................................................................................................................. 21

1.3. Dimensies van sociale cohesie ............................................................................................. 24

1.4. Invullingen van sociale cohesie ............................................................................................ 26

1.4.1. Enge invulling .............................................................................................................. 27

1.4.2. Brede invulling ............................................................................................................ 28

1.5. Hoe tot sociale cohesie komen? .......................................................................................... 28

1.6. Sociale cohesie op wijkniveau ............................................................................................. 29

1.6.1. Relaties in de buurt ..................................................................................................... 31

1.6.2. Sociaal Kapitaal ........................................................................................................... 32

1.7. Conclusie ............................................................................................................................ 32

2. Buurten ...................................................................................................................................... 34

Page 4: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

4

2.1. De buurt ............................................................................................................................. 34

2.2. Aandacht voor buurten ....................................................................................................... 35

2.3. Buurt of gemeenschap? ...................................................................................................... 36

2.3.1. De buurt en zijn invullingen ......................................................................................... 36

2.3.2. De buurt en zijn functies .............................................................................................. 38

2.3.3. De buurt en zijn effecten ............................................................................................. 39

2.4. Gentrificatie ........................................................................................................................ 39

2.5. Netwerkvorming in buurten ................................................................................................ 40

2.6. Aandachtspunten ................................................................................................................ 41

2.7. Conclusie ............................................................................................................................ 42

Deel 5 Onderzoeksresultaten ................................................................................................................. 43

1. Situering buurtwerk .................................................................................................................... 43

2. Analyse van de interviews ........................................................................................................... 43

2.1. Buurten ............................................................................................................................... 44

2.1.1. Soort buurten .............................................................................................................. 44

2.1.2. Netwerkvorming in de buurten ................................................................................... 47

2.2. Buurtwerk ........................................................................................................................... 48

2.2.1. Oude stijl/nieuwe stijl .................................................................................................. 48

2.2.2. Missie .......................................................................................................................... 50

2.3. Sociale cohesie .................................................................................................................... 52

2.3.1. Wat zien zij als sociale cohesie? ................................................................................... 52

2.3.2. Invulling sociale cohesie .............................................................................................. 53

2.3.3. Hoe trachten ze te werken aan sociale cohesie? .......................................................... 56

2.3.4. Verbetering in de sociale cohesie? ............................................................................... 57

2.4. Conclusie ............................................................................................................................ 59

Page 5: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

5

Deel 6 Discussie ..................................................................................................................................... 60

1. Buurten ...................................................................................................................................... 60

1.1. Netwerkvorming ................................................................................................................. 60

1.2. Gentrificatie ........................................................................................................................ 61

2. Buurtwerk .................................................................................................................................. 61

2.1. Missie buurtwerk ................................................................................................................ 61

2.2. Buurtwerk vs. Samenlevingsopbouw ................................................................................... 63

3. Sociale cohesie ........................................................................................................................... 64

3.1. Definiëring .......................................................................................................................... 64

3.2. Invulling sociale cohesie ...................................................................................................... 65

Deel 7 Conclusie ..................................................................................................................................... 67

Bibliografie ............................................................................................................................................. 70

Schriftelijke bronnen .......................................................................................................................... 70

Internetbronnen ................................................................................................................................ 73

Bijlagen .................................................................................................................................................. 76

Richtvragen interview......................................................................................................................... 77

Voorbeelden interview ....................................................................................................................... 78

Interview buurtwerker.................................................................................................................... 78

Interview diensthoofd buurtwerk ................................................................................................... 84

Page 6: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

6

Deel 1 Inleiding

De buurt vormt sinds enkele jaren een belangrijk interventieniveau. Het buurtwerk grijpt op dit niveau

in. Door de verandering in hun missie en de vraag of sociale cohesie nu effectief verbeterd is, kwam ik

tot mijn huidige probleemstelling, namelijk de vraag of deze huidige missie er voor zorgt dat de invulling

van sociale cohesie een verenging inhoudt ten opzichte van de vroegere doelstelling en tegenover

samenlevingsopbouw.

In deze masterproef tracht ik een antwoord te formuleren op die vraag. Ik begin deze masterproef met

mijn probleemstelling, waarin de oorsprong van het probleem kort wordt geschetst. Vervolgens geef ik

aan hoe ik mijn literatuuronderzoek uitvoerde en verantwoord ik mijn onderzoekskeuze die uitging naar

het afnemen van interviews in het deel methodologie.

Voor een goede fundering van het onderzoek, was een literatuuronderzoek van groot belang. Deze

literatuurstudie bestaat uit twee grote delen, namelijk de buurt en sociale cohesie.

In het deel over sociale cohesie wordt aangegeven welke definities en dimensies men kan onderscheiden

en wat nu de enge en de brede invulling kan zijn van sociale cohesie. Daarnaast kijk ik hoe men mogelijk

tot sociale cohesie kan komen en wat dit concept op buurtniveau inhoudt.

In het tweede deel, dat gaat over de buurt, bekijk ik wat dit niveau inhoudt en wat het verschil nu is met

de gemeenschap. Ik verkies om verder te werken met de term buurt en geef een aantal invullingen,

functies en effecten hiervan weer. Vervolgens ga ik kort in op het fenomeen gentrificatie, bekijk op

welke manier netwerkvorming naar voor kan komen in de buurt en waarschuw voor een aantal punten

die men in acht moet nemen bij het werken in de buurt.

Na deze literatuurstudie stapte ik naar de praktijk en voerde ik mijn onderzoek uit. De neerslag hiervan

kan gevonden worden in de analyse van de resultaten, waarin drie thema’s naar voor kwamen, namelijk

buurten, buurtwerk en sociale cohesie. Deze resultaten worden in het zesde onderdeel, de discussie,

gekoppeld aan de literatuur.

Tot slot volgt mijn conclusie, waarin een antwoord wordt gegeven op de probleemstelling. Ik geef hier

een aantal gebreken van het onderzoek aan en tracht aanbevelingen voor verder onderzoek en voor de

buurtwerkers te doen.

Page 7: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

7

Deel 2 Probleemstelling

De aandacht voor buurt en gemeenschap is sinds enkele jaren sterk in opmars, zowel op het

sociaalagogische werkveld, op politiek vlak als in het wetenschappelijke veld. Op het sociaalagogische

werkveld bestaan er bijvoorbeeld projectoproepen rond ‘buitengewone buurt’, initiatieven voor

buurtsport… (Verbeke & Anthone, 2008; in Desmet, Baert, Bouverne-De Bie & Verbeke, 2008). De buurt

wordt gezien als een belangrijk politiek interventieniveau voor het bestrijden van sociale problemen en

voor het realiseren van burgerschap en beleidsparticipatie door burgers (De Visscher; in Desmet et. al,

2008). Een voorbeeld van wetenschappelijk onderzoek vinden we bij Hautekeur (2005), die de invulling

van buurtwerk doorheen heel Europa bekijkt.

In dit onderzoek blijkt dat ‘community development’ overal in Europa terug te vinden is. Afhankelijk van

de organisatie van landen en de verschillen in invulling van welvaartsystemen, wordt ‘community

development’ op een andere manier ingevuld (Hautekeur, 2005). In Vlaanderen wordt onderscheid

gemaakt tussen samenlevingsopbouw en buurtwerk. Samenlevingsopbouw is vooral gericht op het

opzetten van projecten om groepen mensen te ondersteunen (Samenlevingsopbouw, 2009). Buurtwerk

gaat gericht werken in arme volkswijken en is meer gebonden aan een bepaald gebied (Balthazar, 2008).

Samenlevingsopbouw en buurtwerk hebben een verschillende visie. Zoals verder zal blijken kent de visie

van buurtwerk een verenging ten opzichte van hun vroegere doelstelling. Als we deze visie afzetten

tegenover die van samenlevingsopbouw, wordt het nog duidelijker dat onder andere de participatieve

kant van de werking niet onmiddellijk naar voor komt. Om duidelijk te maken waarom ik vind dat deze

visie een verenging inhoudt, volgt eerst een kort verloop van de geschiedenis.

Het buurtwerk kent een woelige geschiedenis. De eerste initiatieven van buurtwerk in Vlaanderen

dateren van 1949 en werden genomen door sociaal bewogen religieuzen en vrijwilligers in verpauperde

volksbuurten. Men wilde het isolement van de “zwakmaatschappelijke” of “miserie-mensen”

doorbreken en bijdragen tot sociale en culturele verheffing van de buurtbewoners

(Samenlevingsopbouw Gent, 2003). Er werden ontmoetingsplaatsen opgericht waar armen hulp en steun

konden vinden. Het accent lag hierbij op sociale hulp- en dienstverlening (Verbeke en Anthone, in

Desmet et al., 2008). Hiernaast ontstond stilaan aandacht voor de zelfwerkzaamheid van de

buurtbewoner (Samenlevingsopbouw Gent, 2009).

Page 8: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

8

Deze armenzorg ging later over in buurthuizen. Dit waren initiatieven van studenten die vonden dat

arbeiders geëmancipeerd moesten worden (Destoop, 2007). Deze studenten werden bijgestaan door

geschoolde vrijwilligers en de werking werd verruimd met vormende en animatorische activiteiten

(Verbeke en Anthone, in Desmet et al. , 2008). De buurthuizen evolueerden op hun beurt naar

wijkcentra. De wijkcentra werden in hoofdzaak voor allochtonen opgericht, maar werden later uitgebreid

tot meer bevolkingsgroepen (Destoop, 2007). Beïnvloed door maatschappelijke evoluties kwam het

accent te liggen op de aanpak van slechte woon- en leefomstandigheden in stedelijke volkswijken.

Bewoners werden georganiseerd tegen volksvijandige stadssanering en warm gemaakt om sociale

stadsvernieuwing en toegankelijke voorzieningen te bepleiten. Zo kwam de nadruk te liggen op

democratisering en beleidsbeïnvloedende actie (Verbeke en Anthone, in Desmet et al. , 2008).

Vanaf 1977 werd buurtwerk een deel van samenlevingsopbouw. Het ging bij de categorie territoriaal

opbouwwerk behoren en werd gezien als samenlevingsopbouw op microvlak (Samenlevingsopbouw

Gent, 2009). Vanaf dan trachtte men projectmatig te werken (Destoop, 2007). Het buurtopbouwwerk

veranderde in een actief buurtcentrum en een ontmoetingsplek voor bewoners (Verbeke en Anthone, in

Desmet et al. , 2008). In 1983 werd de sector opbouwwerk geherstructureerd en werd het buurtwerk

losgekoppeld van het opbouwwerk. Het werd daarnaast ook geschrapt als erkennings- en

subsidiëringscategorie binnen de Vlaamse Gemeenschap, waardoor het in een vacuüm terechtkwam en

overleven de boodschap was (Verbeke en Anthone, in Desmet et al., 2008).

Eind jaren ’80 kon het buurtwerk de draad weer opnemen dankzij de armoedefondsen van de Vlaamse

Overheid. Er werden heel wat nieuwe buurtwerkingen gesticht, die eerst gefinancierd werden door het

Sociaal Impulsfonds en later door het grootstedenbeleid. Door de overgang naar het grootstedenbeleid

moesten echter heel wat buurtwerkingen verdwijnen in bepaalde steden. Daarna kende het buurtwerk

opnieuw een groei door de middelen uit het veiligheids- en preventieplan (Verbeke en Anthone, in

Desmet et al., 2008). Dit veiligheids- en preventieplan moest er onder andere voor zorgen dat de

veiligheid van burgers in steden en gemeenten gewaarborgd werd (Katholieke Hogeschool Zuid-West-

Vlaanderen, 2008). Het buurtwerk kon hier samen met andere diensten voor zorgen.

Vanaf 2005 ontstond er een evolutie naar buurtwerk nieuwe stijl. Met deze nieuwe vorm van buurtwerk

wil men vooral uitgaan van krachten in plaats van klachten. Sociale cohesie staat centraal in de nieuwe

missie. Om deze sociale cohesie te bereiken wil men op zoek gaan naar sterktes en talenten in en buiten

Page 9: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

9

de wijk. Men wil nieuwe groepen een stem geven en alle bewoners de kracht geven om zelf initiatieven

op te zetten (Debruyne, 2009).

In de visies van het huidige buurtwerk blijkt vooral sociale cohesie centraal te staan. Zo is de visie van

Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de

levenskwaliteit van de bewoners te verhogen” (Balthazar, 2008). Vzw Parol (een buurtwerking die in

Aalst gevestigd is) omschrijft zijn doel als: “het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt en het

verhogen van de sociale cohesie tussen alle bewoners, met de klemtoon op het bereiken en betrekken

van kansarmen.” (Vzw Parol, 2009).

De vraag is nu of deze nadruk op sociale cohesie geen verenging van de missie inhoudt. De missie van

buurtwerk kende doorheen de geschiedenis verschillende invullingen, zoals aandacht voor

democratisering, vorming… Doet de huidige aandacht voor sociale cohesie geen tekort aan de vroegere

pogingen van het buurtwerk, waardoor de andere invullingen die het vroegere buurtwerk kenmerkten

op de achtergrond verdwijnen? Martine De Regge, schepen van Sociale Zaken, Huisvesting en

Emancipatie van Gent (2004), geeft zelf ook aan dat de overgang naar buurtwerk nieuwe stijl een

versmalling inhoudt. Zo zegt zij: “We hebben onze ‘missie’ versmald van bevorderen van leefbaarheid in

de wijken naar sociale cohesie bevorderen” (Stad Gent, 2004a).

Als we kijken naar het maatschappelijk opbouwwerk – waarvan buurtwerk vroeger deel uitmaakte – zien

we dat hun visie veel breder reikt dan enkel sociale cohesie. Het maatschappelijk opbouwwerk

bekommert zich om kwesties van zowel sociale integratie, sociale participatie als sociale cohesie. Het

vertrekt van een sociaal-agogische invalshoek. Hieronder kan men verstaan de ze als doel hebben de rol

van burgers te versterken en hun verantwoordelijkheid te bevorderen in het opbouwen en beïnvloeden

van kansrijke(re) sociale verhoudingen. De bewoners denken en beslissen effectief mee over oplossingen

voor bestaande problemen (Baert, 2008; in Desmet et al., 2008). Naast het bij elkaar brengen van

mensen, tracht het maatschappelijk opbouwwerk deskundige en onafhankelijke ondersteuning te bieden

aan bevolkingsgroepen in hun participatie aan de samenleving. Het opbouwwerk komt samen met de

mensen op voor het verwerven van hun basisrechten en het ontwikkelen van oplossingen voor

collectieve problemen. Men tracht daartoe alle betrokkenen te mobiliseren (Samenlevingsopbouw Gent,

2003). Het maatschappelijk opbouwwerk legt op die manier ook de link met participatie. Zij willen

effectief bewoners kanalen aanreiken voor maatschappelijke participatie (Baert, 2008; in Desmet et al.,

2008). Dit mee denken en beslissen van bewoners lijkt in het buurtwerk een beetje verdwenen te zijn.

Page 10: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

10

Hoe het begrip sociale cohesie ingevuld wordt in het buurtwerk, is van groot belang. Door het begrip een

brede invulling te geven, is het mogelijk dat toch nog aandacht geschonken wordt aan participatie,

democratisering… Krijgt het echter een enge invulling, dan zal men waarschijnlijk heel wat belangrijke

componenten over het hoofd zien. Daarom zal ik onderzoeken of men dit begrip een enge invulling geeft

of eerder de voorkeur schenkt aan een brede invulling.

Deze probleemstelling mondt dus uit in de vraag welke invulling het begrip sociale cohesie in het

buurtwerk krijgt en of deze invulling van het begrip er niet voor zorgt dat er een verenging van de missie

ontstaat.

Page 11: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

11

Deel 3 Methodologie

1. Keuze voor een kwalitatieve benadering

Voor deze masterproef koos ik voor een kwalitatief onderzoek. Dit is echter niet zo eenvoudig te

omschrijven, daar het geen eigen paradigma of methode heeft en niet tot één discipline behoort. Een

van de definities die gegeven wordt, is “het menselijk handelen verklaren vanuit algemene

wetmatigheden of de sociale werkelijkheid begrijpen en interpreteren vanuit de menselijke zingeving van

de betrokkenen” (Schuyten, 2004, p. 12). Dit onderzoek handelt over het begrijpen van de sociale

werkelijkheid. Ik wil namelijk weten hoe sociale cohesie door de buurtwerkers wordt ingevuld. De

subjectieve kennisverlening van de buurtwerker staat centraal (Verhoeven, 2007).

Kwalitatief onderzoek maakt het mogelijk om op een open en flexibele manier informatie te verzamelen.

Afhankelijk van de persoon en ervaringen van de buurtwerker, zal ik andere bijvragen moeten stellen.

Het is van belang dat ik dieper kan ingaan op de idee van sociale cohesie, aangezien deze centraal staat

in mijn probleemstelling. Dit zou niet mogelijk zijn aan de hand van kwantitatief onderzoek (Maso &

Smaling, 1998).

In het onderzoek tracht ik zoveel mogelijk rekening te houden met mijn eigen subjectiviteit. Dankzij de

uitgebreide literatuurstudie, zullen mijn veronderstellingen waarschijnlijk geconfronteerd worden met

andere ideeën van auteurs. Op deze manier word ik verplicht om mezelf vragen te stellen en keuzes te

maken (Maso & Smaling, 1998).

Als methode koos ik voor open interviews, voorafgegaan door een literatuurstudie. In wat volgt geef ik

hier een argumentatie voor.

2. Literatuurstudie

Het eerste deel van mijn onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek. Dit kan worden omschreven als

“een reeks op elkaar afgestemde activiteiten die het mogelijk maakt betrouwbaar en zuiver vast te

stellen wat er in de vakliteratuur gezegd of bekend is over een bepaald verschijnsel of onderwerp” (Vorst,

1982, p. 133). Ik maakte deze keuze, daar ik eerst en vooral de mogelijke invullingen van sociale cohesie

Page 12: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

12

in de literatuur wilde verkennen. Het lezen van literatuur maakt het namelijk mogelijk om zich in een

bepaald onderwerp te verdiepen. Dit literatuuronderzoek kan een goede basis vormen voor het afnemen

van open interviews.

Ik ga in deze masterproef uit van een theoretisch literatuuronderzoek, daar ik zoek naar de verschillende

invullingen die sociale cohesie krijgt in de literatuur en deze met elkaar tracht te vergelijken. Daarnaast

zoek ik verder naar informatie over sociale cohesie en buurten, om deze invullingen te vervolledigen

(Vorst, 1982).

Een literatuurstudie kan verschillende doelen dienen. Zo kan ze er ten eerste toe leiden dat vragen en

begrippen, die men bij het ontwerpen van het onderzoek in zijn hoofd had, opnieuw worden

geformuleerd en dat voorlopige antwoorden worden uitgediept. Daarnaast kan ze er voor zorgen dat

men theoretische of praktische inzichten vindt die kunnen worden gezien als een of meer antwoorden

op de vraagstelling. Ten derde is het mogelijk om via een literatuurstudie een bijdrage te leveren aan

bestaande theoretische en/of praktische kennis over het onderwerp. Vervolgens geeft een

literatuurstudie veel informatie, maar vaak zijn de gegevens tegenstrijdig of op een andere manier niet

met elkaar in overeenstemming te brengen. Zo kan men zich bewust worden van eigen

veronderstellingen en zal men worden geconfronteerd met ontkenningen daarvan of met onvermoede

inzichten. Men wordt dus min of meer gedwongen tot het maken van keuzes, het kijken vanuit een

bepaald perspectief. Dankzij dit bewustzijn wordt het mogelijk om opener te staan tegenover andere

veronderstellingen of hypothesen. Ten slotte kan men dankzij een literatuurstudie inzicht krijgen in

bepaalde onderwerpen die moeten aangehaald worden in het onderzoek (Maso & Smaling, 1998).

Al deze doelstellingen kunnen worden toegepast op mijn masterproef. Mijn probleemstelling werd

allereerst regelmatig bijgesteld of verdiept door informatie uit de literatuur. De bedoeling van mijn

onderzoek was om een antwoord te vinden op mijn vraag en dit kon ik mede aan de hand van mijn

literatuurstudie. Dankzij de literatuurstudie verkreeg ik een theoretisch kader. De literatuurstudie bood

een mogelijk antwoord op de vraagstelling. Om dit theoretisch kader te toetsen, werd het

literatuuronderzoek gevolgd door interviews (cf. deel 3 punt 3). Met dit antwoord is het de bedoeling om

een bijdrage te leveren aan de praktijk en de buurtwerkers vooruit te helpen waar nodig. Ik heb mij veel

vragen gesteld rond het nut van de bronnen, daar er een overvloed aan informatie te vinden was. Ten

slotte kan deze literatuurstudie bijdragen aan de interviews. Het literatuuronderzoek is een bron van

Page 13: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

13

informatie als basis voor het opstellen van de vragen. Bovendien is deze kennis verworven door middel

van het literatuuronderzoek nuttig tijdens het interview.

De bronnen die gebruikt worden bij een literatuurstudie zijn echter indirecte data, daar het gegevens zijn

die verzameld werden door anderen. Het nadeel hiervan is dat men afhankelijk is van wat anderen

belangrijk vonden (Schuyten, 2004). Hier moet kritisch mee omgegaan worden.

Voor het schrijven van een literatuurstudie is heel wat voorbereidingswerk nodig. Ik zocht naar artikels,

boeken en tijdschriften op twee manieren. Ten eerste ging ik gericht naar artikels en boeken op zoek in

bibliotheken zoals de stadsbibliotheek en de schoolbibliotheek en op Web of Science. Dit deed ik aan de

hand van concrete termen zoals social cohesion, neighbourhoods, community development. Daarnaast

gebruikte ik ook de sneeuwbalmethode. Deze houdt in dat, wanneer men een aantal interessante

publicaties gevonden heeft, de literatuurlijsten doorgenomen worden en hieruit de interessante werken

gehaald worden. Op die manier kunnen heel wat werken teruggevonden worden en springen de

standaardwerken eruit. Deze komen namelijk frequenter terug (Padmos, 2001).

3. Kwalitatieve interviews

Ik heb naast het literatuuronderzoek gebruik gemaakt van gestructureerde open interviews. Aan de hand

van deze interviews heb ik onderzocht of mijn veronderstellingen omtrent de invulling van sociale

cohesie in het buurtwerk, namelijk dat deze een verenging inhoudt, correct is. Het was de bedoeling dat

de theorie gefalsificeerd zal worden aan de hand van de interviews (Maso & Smaling, 1998).

Schuyten (2004) geeft een aantal voor- en nadelen van gesloten en open antwoordmogelijkheden aan.

Zo vereisen gesloten antwoordmogelijkheden een volledige inventarisatie en een overzichtelijke

presentatie van alle antwoordmogelijkheden. In een interview dat spontane reacties wil registreren,

horen vooral open antwoordmogelijkheden. Open antwoordmogelijkheden vereisen meer denkwerk en

tijd en geven de respondent de ruimte om alles te zeggen wat voor hem/haar van belang is. Bij gevoelige

onderwerpen ervaren respondenten een open antwoordmogelijkheid vaak als minder bedreigend.

Gesloten antwoordmogelijkheden vormen echter een hulp bij het herinneren van gebeurtenissen of

gedragingen uit het verleden en het antwoord op een vraag met open antwoordmogelijkheden kan zeer

sterk respondentgebonden zijn. Dit laatste kan leiden tot onvergelijkbare antwoorden. Anderzijds kan

Page 14: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

14

een open antwoordmogelijkheid een voordeel opleveren wanneer specifieke gevoelens, opvattingen en

gedragsvoornemens het studieobject vormen.

Daar het idee van de buurtwerkers centraal staat en ik ze hun verhaal wil laten doen, zonder hen

mogelijke antwoorden voor te schotelen, gaat mijn keuze uit naar interviews met open vragen. Open

vragen maken het mogelijk om dieper in te gaan op bepaalde onderwerpen.

3.1. Onderzoek

In wat volgt, worden de fasen van het onderzoek kort besproken. Eerst wordt de manier van contacten

leggen verklaard, daarna volgt het afnemen van de interviews. Tot slot wordt de analyse besproken.

3.1.1. Contacten leggen

Daar ik vorig jaar stage deed in Buurtwerk Gent, kende ik al een aantal buurtwerkers en had ik hun

contactgegevens. Dit maakte het mogelijk om hen op een eenvoudige manier te contacteren. Ik belde

alle buurtwerkingen en de centrale dienst en stelde hen de vraag of zij even tijd konden vrijmaken voor

mij. Drie buurtwerkers weigerden, daar zij een heel druk schema hadden. Ik kwam uiteindelijk aan negen

geïnterviewden (acht buurtwerkers en het diensthoofd van Buurtwerk Gent). Ik contacteerde deze

buurtwerkers omdat ik variatie van personen wilde bereiken. Zo bereikte ik een buurtwerker die nog

maar anderhalf jaar bij buurtwerk werkt ten opzichte van iemand die al meer dan tien jaar als

buurtwerker werkzaam was. Ik trachtte ook allochtone medewerkers te bereiken, maar dit bleek niet zo

eenvoudig. Zij hadden te weinig tijd, of waren gewoon medewerker en geen buurtwerker. Ik bereikte

uiteindelijk één allochtone buurtwerker. Vervolgens bekeek ik het niveau waarop de buurtwerkers

werken en ik interviewde zowel buurtwerkers die op niveau C werken als buurtwerkers die op niveau B

te werk gesteld zijn. Ten slotte trachtte ik uit elke buurtwerking een buurtwerker te interviewen, maar

dit was niet eenvoudig. Drie buurtwerkingen waren bezig met een groot project, waardoor deze geen tijd

voor mij konden vrijmaken. Uiteindelijk kwam ik tot vrij gevarieerde respondenten.

3.1.2. Interviews afnemen

Vooraleer ik aan de interviews begon, stelde ik me kort voor. Het interview zelf was opgesteld op basis

van het literatuuronderzoek. Daar het om een open interview gaat, stelde ik vooral verkennende vragen

Page 15: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

15

op. De bedoeling hiervan was dat ik tijdens het interview kon inspelen op wat de buurtwerker vertelde

en dat de vragen als richtvragen dienden.

Ik begon het interview met een paar algemene, eenvoudige vragen over hun functie als buurtwerker en

de buurt waarin ze tewerkgesteld zijn. Deze vragen zijn belangrijk, daar ze er voor kunnen zorgen dat

zowel de interviewer, als de geïnterviewde zich goed voelt in het gesprek, dat het gesprek wat los komt

(Verhoeven, 2007). Daarna ging ik dieper in op hun visie op de missie van buurtwerk en de plaats die

sociale cohesie hierin krijgt. Vervolgens stelde ik de vraag hoe ze sociale cohesie invullen en of ze

participatie en leefbaarheid belangrijk vinden bij het werken in de buurt. Soms stelde ik nog wat extra

vragen rond het onderwerp. Zo kreeg ik bij alle geïnterviewden heel wat informatie los.

Bij de interviews ging ik op zoek naar de invulling van sociale cohesie. Ik ging hierbij uit van de definitie

van de Raad van Europa (2005). Ik beperkte mij echter tot twee elementen van deze definitie, namelijk

participatie en leefbaarheid. Participatie is een element dat centraal staat in deze definitie en het was

vroeger ook een zeer belangrijke doelstelling van buurtwerk. Ik vroeg me af of dit nu nog centraal staat

in buurtwerk en bekijk of ze dit al dan niet vergeten zijn in hun nieuwe missie. Leefbaarheid staat nu

centraal in de missie van buurtwerk en ik vroeg me af of men werkelijk het idee heeft dat er verbetering

optreedt in deze leefbaarheid. De andere elementen van de definitie van de Raad van Europa zijn ook

belangrijk, maar ik moest mij hier beperken in omvang en deze twee elementen zijn het meest relevant.

De richtvragen aan de hand waarvan ik de buurtwerkers interviewde zijn te vinden in de bijlagen (cf.

bijlagen).

3.1.3. Analyse

Volgens Houtman (in Segers, 1999) moet men tot een eenduidig classificatieschema komen om het

verzamelde materiaal onder te brengen. Dit kan aan de hand van een indeling van het materiaal volgens

aandachtspunten of aan de hand van het invullen van een datamatrix (Houtman, 1999, in Segers, 1999).

Ik kies voor de eerste optie, daar de gegevens verkregen via de interviews zich hiertoe het beste lenen. Ik

zocht een aantal thema’s en dit aan de hand van de knip- en plakmethode waarbij citaten van de

respondenten geknipt en geplakt worden onder de relevante thema’s, om zo tot mogelijke conclusies te

komen (Houtman, 1999, in Segers, 1999).

Page 16: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

16

Voor deze methode baseerde ik mij op de stappen die Baarda, de Goede en Teunissen (2001) weergeven

voor het analyseren van kwalitatieve interviews. Ik volgde echter niet alle stappen. In wat volgt, wordt

stap per stap weergegeven hoe de analyse verlopen is.

Een eerste stap in de analyse, is het selecteren van de informatie op relevantie. Het is nu eenmaal zo dat

niet alle informatie uit de interviews als even relevant kan beschouwd worden. Van de uit de interviews

gedistilleerde relevante tekst, kon ik een boomstructuur opstellen. Deze bestond uit drie thema’s,

namelijk de buurten, het buurtwerk en sociale cohesie (Baarda, de Goede & Teunissen, 2001).

De tekst kon onder de betreffende thema’s worden geplaatst aan de hand van de hierboven vermelde

knip- en plakmethode (Houtman, 1999, in Segers, 1999). Zo kreeg ik een globaal overzicht van de

antwoorden van de buurtwerkers en hun visie op de missie van buurtwerk en de plek die sociale cohesie

hierin krijgt. Het resultaat hiervan is te vinden in het hoofdstuk ‘Onderzoeksresultaten’ (cf. deel 5)

Page 17: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

17

Deel 4 Literatuurstudie

Deze literatuurstudie bestaat enerzijds uit een hoofdstuk betreffende sociale cohesie en anderzijds uit

een beschrijving van wat het niveau waarop buurtwerk werkt inhoudt. In dit eerste hoofdstuk over

sociale cohesie bekijk ik wat de mogelijke manieren zijn waarop het begrip sociale cohesie wordt

gedefinieerd. Daarna zal ik kort ingaan op de mogelijke dimensies die onderscheiden kunnen worden,

om vervolgens over te gaan tot de mogelijke invullingen van sociale cohesie. Sociale cohesie kan een

enge en een brede invulling krijgen. In de brede invulling gaat men er van uit dat sociale cohesie kan

leiden tot onder andere participatie van burgers en verhoging van de leefbaarheid (Council of Europe,

2005). Ik ga nog even kort in op de manieren waarop men tot sociale cohesie kan komen, om ten slotte

af te sluiten met het bekijken van het belang van netwerkvorming op buurtniveau.

In wat volgt zal ik het een aantal keren hebben over participatie en leefbaarheid, daar dit begrippen zijn

die centraal staan in de brede invulling van sociale cohesie. Ik zal deze begrippen eerst kort

verduidelijken.

Met participatie bedoel ik de deelname aan de samenleving als historisch gevormd project, waarbij men

participatie ziet als de tegenhanger van marginalisering of als een feitelijk proces waarop mensen op

ongelijke en verschillende wijze betrokken worden. Deze ongelijkheid wordt meestal veroorzaakt door

machtsongelijkheid tussen sociale groepen in de samenleving. Deze ongelijkheid zorgt er voor dat niet

iedereen op dezelfde wijze kan participeren en dat sommige groepen meer worden uitgesloten van

centrale maatschappelijke instituties zoals onderwijs dan andere groepen. Men bekijkt of er breuklijnen

optreden waardoor mensen ten opzichte van de op dat moment geldende standaarden gemarginaliseerd

worden en men doet dit samen met alle betrokkenen. Participatie is dan zowel een bijdrage tot het

beleidsproces als een beleidsvoorwaarde. Men tracht samen met de burgers een antwoord te zoeken op

de vraag hoe met een concrete situatie kan en moet worden omgegaan en hoe aan het samenleven

vorm kan gegeven worden. Het is dus niet alleen belangrijk om mensen deel te laten hebben en deel te

laten nemen aan het beleid, maar er moet voor gezorgd worden dat dit op een gelijkwaardige manier

gebeurt en dat er ook gekeken wordt naar de historiek en de context van bepaalde maatschappelijke

problemen. Op die manier moet het voor iedereen mogelijk zijn om tot sociale en culturele ontplooiing

te komen (Bouverne-De Bie, 2004).

Page 18: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

18

Het begrip leefbaarheid is een containerbegrip en er bestaan dan ook verschillende definities van het

begrip. Afhankelijk van het perspectief dat men inneemt, worden andere aspecten belicht. Ik ga hier uit

van een integrale opvatting van leefbaarheid, waarbij het veiligheidsdenken van belang is, maar ook de

kwaliteit van sociale relaties in rekening gebracht wordt (Meert & Storme, 2003; in Baert, Desmet,

Bouverne-De Bie & Verbeke, 2003).

Dit zijn slechts twee elementen die naar voor komen in de definitie van de Raad van Europa (2005). Er

komen nog andere elementen naar voor in de definitie van de Raad van Europa, maar participatie en

verhoging van de leefbaarheid komen het meest naar voor in buurtwerk. Participatie kwam vroeger in

grote mate naar voor in de doelstelling van buurtwerk, terwijl dit in de huidige doelstelling heel wat

verminderd lijkt te zijn. Leefbaarheid daarentegen staat, naast sociale cohesie, net wel centraal in de

doelstelling van buurtwerk (cf. deel 2).

1. Sociale cohesie

Sociale cohesie is een hot topic in onze huidige samenleving. Het betreft de mate waarin mensen

betrokken zijn op elkaar, op de maatschappelijke organisaties en op de samenleving in het geheel

(Debosscher, 2007). Vanuit de idee dat het sociaal kapitaal in de huidige Westerse samenleving aan het

afzwakken is, zouden samenlevingsproblemen, zoals sociaal isolement, segregatie, wederzijds onbegrip

en uiteindelijk zelfs racisme ontstaan (Heylen, Tratsaert, & Winters, 2007). Dit gegeven en het feit dat de

invulling van sociale cohesie verengd lijkt te zijn in de doelstelling van buurtwerk, maakt het nuttig om

sociale cohesie eens van naderbij te bekijken. Hoe is sociale cohesie ontstaan, op welke manier wordt

het nu gedefinieerd, hoe wordt sociale cohesie in de buurt ingevuld…? Dit zijn slechts een aantal vragen

die ik verder zal uitdiepen.

1.1. Ontstaan en geschiedenis sociale cohesie

De aandacht voor sociale cohesie is niet nieuw. Vanaf de 19de

eeuw bestond er al onderzoek betreffende

sociale cohesie met onder andere Durkheim als voorloper (Jenson, 1998). Het vraagstuk naar sociale

cohesie stond centraal bij Durkheim. Sociale cohesie is volgens hem een kenmerk van de samenleving:

het gaat over de relaties tussen leden van de samenleving en het bindende effect van die relaties (Noll,

2002). Hij identificeert gedeelde loyaliteiten en solidariteit als de sleutelelementen van sociale cohesie

Page 19: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

19

(Council of Europe, 2005). In zijn werken stelt hij de vraag naar de stevigheid van de banden waarmee

mensen met elkaar zijn verbonden. Vooral in De la division du travail social legt hij de nadruk op

solidariteit. In dit boek zoekt hij naar wat in moderne samenlevingen zorgt voor sociale cohesie. Zijn

bevinding is dat een oud type van solidariteit – mechanische solidariteit – aan het verbrokkelen is, ten

voordele van een nieuw type solidariteit – organische solidariteit (Van Ruysseveldt & van Hoof, 1996).

Mechanische solidariteit is een solidariteit die voorkomt in een niet-gedifferentieerde sociale structuur,

waarin mensen posities innemen waaraan niet-gespecialiseerde rollen verbonden zijn. Men is minder

afhankelijk van elkaar, maar toch bestaat er een zekere solidariteit. Mensen zijn gelijkwaardig wat hun

plaats in het arbeidsproces betreft. Organische solidariteit gaat daarentegen over moderne

samenlevingen met een gedifferentieerd arbeidsproces. Iedereen voert een specifiek deel uit van de

arbeid en is dus afhankelijk van de andere, waardoor er een eenheid, een solidariteit ontstaat (Vincke,

2004; Universiteit van Amsterdam, 2009).

Naast Durkheim hadden ook andere toonaangevende auteurs zoals Tönnies en Parsons aandacht voor

sociale cohesie. Tönnies beschrijft een ontwikkeling van samenlevingen van het type dat hij

Gemeinschaft (gemeenschap) noemt naar het type dat hij Gesellschaft (maatschappij) noemt. Volgens

Tönnies worden deze twee verschillende types bepaald door de sociale verbanden die de uitkomst zijn

van de wil tot samenleven (Van Ruysseveldt & van Hoof, 1996). Het eerste type, namelijk Gemeinschaft,

is de uitkomst van de wil gebaseerd op gewoonte, traditie, gedeeld geloof en affectieve banden.

Voorbeelden hiervan zijn de familie, de buurt… Gesellschaft daarentegen is eerder gebaseerd op de

doelgerichte rationaliteit en voorbeelden hiervan kunnen we vinden in contractuele relaties, politieke

partijen… (Kivisto, 2004).

Parsons beschrijft een theorie van het sociale handelen. Hij wil hiermee enerzijds de basiscategorieën

van het handelen identificeren en anderzijds het sociale systeem analyseren. Parsons gaat uit van een

systeemtheorie. Hij stelt dat de samenleving een systeem is dat centraal staat. Er moet worden gestreefd

naar instandhouding van dit systeem. Doordat de maatschappij bestaat uit verschillende onderdelen, is

het een complex systeem dat intern gedifferentieerd is en waarvan de componenten op elkaar moeten

afgestemd worden. Individuen moeten dus met elkaar kunnen omgaan zonder dat er conflicten

optreden. Vanuit deze idee van de samenleving als systeem, beschrijft hij een sociaal handelingssysteem.

Twee subsystemen die aan sociale cohesie verbonden kunnen worden, zijn het sociale systeem, dat zorgt

voor integratie, en het culturele systeem, waarin socialisatie en conflictbeheersende instanties centraal

Page 20: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

20

staan. Door onder andere conflictbeheersing en integratie kan er volgens Parsons tot sociale cohesie en

zo tot een instandhouding van het systeem worden gekomen (Vincke, 2004).

Sociale cohesie was dus ook bij Tönnies en Parsons een belangrijk element in hun theorie. Ze stellen zich

de vraag of individuen die in grote steden leven anomie – het feit dat mensen niet over regels

beschikken die bepalen hoe ze moeten handelen in bepaalde situaties – kunnen vermijden (Hipp &

Perrin, 2006; Vincke, 2004). Sociale cohesie staat echter niet zo centraal bij Tönnies en Parsons als bij

Durkheim. Men beschouwt Durkheim dan ook vaak als een van de eerste personen die het concept

populair maakten (Jenson, 1998).

De aandacht die vanuit een breder publiek, buiten de strikt wetenschappelijke benaderingen,

geschonken wordt aan sociale cohesie vanuit de maatschappij en de politiek, hangt vaak samen met

tijden van crisis. Men vreest dat het sociale cement aan het afbrokkelen is en dat we naar een wereld

worden geleid waar de vroegere regels van sociale interactie en sociale integratie niet meer toepasbaar

zijn (Forrest & Kearns, 2001).

Reeds vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw was men zich bewust van het vraagstuk rond

sociale cohesie, ook vanuit de maatschappij en het bredere publiek. De steden kenden een explosieve

groei en er ontstond een milieu dat door dynamiek, verscheidenheid en vluchtigheid werd gekenmerkt.

Men vroeg zich af wat de stedelingen bindt, wat de stad tot meer maakt dan een verzameling van losse

eenheden, wat de kern is van de stedelijke samenleving en wat deze samenleving bij elkaar houdt (Van

Ruysseveldt & van Hoof, 1996).

In de eerste helft van de twintigste eeuw maakte men een nieuwe crisis mee, dit keer door de

urbanisatie. De traditionele banden, zoals gedeelde ruimte en gedeelde religieuze en morele waarden,

werden vervangen door anonimiteit, individualiteit en competentie. Men zag dit als een probleem en er

werd dan ook veel onderzoek gedaan naar sociale cohesie (Forrest & Kearns, 2001). In de loop van de

twintigste eeuw ontstonden de verzorgingsstaten en het moderne arbeidsbestel. Dit alles zorgde er voor

dat men zich onzeker begon te voelen en vragen stelde naar de sociale ordening, sociale cohesie… (Van

Ruysseveldt & van Hoof, 1996).

Op dit moment bestaat opnieuw het gevoel dat men in een crisis beland is door de stijgende druk van

het informatietijdperk, de globale economie en het op competitie georiënteerde sociaal beleid (Kearns &

Forrest, 2000). Zo gelooft Castells (1997; in Kearns & Forrest, 2000) dat de gedeelde identiteiten door

Page 21: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

21

deze evolutie zullen verdwijnen, terwijl deze net het sociale cement van de sociale systemen zijn. De

instituties die de bron waren van deze gedeelde en legitimerende identiteiten worden volgens hem

steeds meer ondermijnd en uitgehold door processen van privatisering, residualisering en globalisering.

Ook Fukuyama (1999; in Kearns & Forrest, 2000) gelooft dat de sociale waarden in grote mate aan het

afbrokkelen zijn. Hij gelooft echter dat de sociale orde zich opnieuw zal herstellen door zich aan te

passen aan het informatietijdperk.

De aandacht voor sociale cohesie wordt nog vergroot door het geloof dat er vroeger een grotere sociale

cohesie bestond waar naar teruggekeerd zou moeten worden. Volgens heel wat auteurs, zoals

Durkheim, Wilson en Bellah is de vroegere moraliteit verloren gegaan. Zij argumenteren dat de oorzaak

hiervan kan gevonden worden in het individualisme, de massamaatschappij… Deze argumenten zijn tot

nu toe blijven bestaan, ondanks veel empirisch onderzoek. Volgens Pahl (1991) is dit geloof in het

gouden tijdperk echter overdreven. Hij heeft het idee dat deze sociale orde van bovenaf werd

opgedrongen door humanitaire onderdrukkingsgroepen en paternalistische werkgevers (Pahl, 1991).

Samengevat komt het er dus op neer dat men tegenwoordig vooral aandacht schenkt aan sociale cohesie

door de groeiende mondialisering en globalisering. Er bestaat een angst voor de toenemende

fragmentatie, verscheidenheid, pluriformiteit… Sociale cohesie steunt op dwang en eigenbelang, maar

ook, en vooral, op consensus over centrale waarden en normen waarop de samenleving gebaseerd is.

Mondialisering vormt dan een bedreiging doordat culturen, identiteiten en levensstijlen hierdoor aan

kracht verliezen (Van Ruysseveldt & van Hoof, 1996). Door het informatietijdperk komen de invloeden

van veel verder dan enkel vanuit de stad of staat, zo hebben bijvoorbeeld het internet en de grote ketens

als Mc Donald’s een grote invloed op onze levensstijl (Forrest, 2004). Daarnaast zorgt de mobiele

maatschappij er voor dat sociale cohesie problematischer is geworden (Pahl, 1991).

1.2. Aantal definities

Voor sociale cohesie bestaan heel wat verschillende omschrijvingen, die elk op een ander element de

nadruk leggen. Ze variëren naargelang de periode, cultuur en heersende politieke ideeën en ze

verschillen op vlak van de rollen van de betrokken spelers, de levensterreinen en de methoden om tot

deze sociale cohesie te komen (Council of Europe, 2005).

Page 22: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

22

Jenson (1998) stelt dat het begrip sociale cohesie vaak gebruikt wordt, maar dat er bitter weinig

pogingen ondernomen worden om het te beschrijven. Ondanks dit feit, reikt Jenson echter een aantal

centrale definities aan. Een eerste definitie is deze van het Canadese federale onderzoekscomité van

sociale cohesie. Zij omschrijven sociale cohesie als:

“the ongoing process of developing a community of shared values, shared challenges and equal

opportunity within Canada, based on a sense of trust, hope and reciprocity among all

Canadians.” (Jenson, 1998, p. 4)

Een tweede definitie die Jenson (1998) aangeeft is deze van het generaal plancommissariaat van

Frankrijk (1997, in Jenson, 1998), die sociale cohesie niet zien als een conditie, maar als:

“a set of social processes that help instill in individuals the sense of belonging to the same

community and the feeling that they are recognised as members of that community.” (Jenson,

1998, p. 4)

Jenson (1998) vergeleek deze twee definities en de teksten er rond met twee andere teksten (een

rapport van de OESO en een publicatie van de Club van Rome). Ze ontdekte hierin dezelfde elementen

van sociale cohesie, namelijk de angst voor ontaarding, onstabiliteit en het gebrek aan zekerheid over

hoe verder te gaan in deze uitdagende tijden en het feit dat sociale cohesie een graad van

betrokkenheid, een wil om in harmonie samen te leven inhoudt. Volgens haar kan er echter geen

algemene definitie worden gegeven, daar de betekenis afhankelijk is van het probleem en diegene die

erover spreekt (Jenson, 1998).

Bernard (1999) geeft met zijn tekst Social Cohesion: a critique kritiek op Jenson (1998). Hij geeft aan dat

er een bepaalde vaagheid bestaat rond het concept sociale cohesie in de definities die Jenson gebruikt.

Deze vaagheid ontstaat doordat het concept enerzijds gebaseerd is op een specifieke situatie, waardoor

het relatief realistisch wordt en doordat het anderzijds toegepast kan worden op vele verschillende

situaties, het flexibel genoeg is om de grillen van de politieke actie van dag tot dag te volgen (Bernard,

1999).

Recenter merkten Chan, To & Chan (2006) op dat sociale cohesie vaak gebruikt wordt als een ‘buzzword’,

waarmee ze bedoelen dat de term vaak gebruikt wordt, maar dat hij slecht wordt gedefinieerd. Zij

trachten dan ook een kritische bespreking te geven van de manieren waarop sociale cohesie

Page 23: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

23

geconceptualiseerd wordt. Er worden twee tradities aangegeven in het analyseren van sociale cohesie.

Enerzijds halen zij de academische sociale wetenschappen aan, met als voorloper Durkheim. Hierin

wordt sociale cohesie vaak geanalyseerd in termen van vragen rond sociale integratie, instabiliteit en

desintegratie. De analyse gebeurt veelal op systeemniveau, zonder expliciete verwijzing naar empirische

data op individueel niveau. Men tracht te werken aan sociale cohesie, maar vaak zonder het begrip

sociale cohesie te definiëren. De andere traditie is deze van het beleidsdiscours. Deze is recenter en

krijgt meer direct te maken met het probleem van meten van sociale cohesie. De nadruk ligt hierbij op

hoe sociale cohesie optreedt als sleutelelement in de beleidsagenda.

Deze twee tradities zijn zeer verschillend, maar ze hebben eenzelfde tekortkoming, namelijk dat ze beide

een duidelijke en operationele definitie missen. In hun artikel trachten Chan, To & Chan (2006) sociale

cohesie te herdefiniëren. Zij zien sociale cohesie als het feit dat mensen samen ‘plakken’ in een geheel.

De auteurs geven drie criteria op voor sociale cohesie; vertrouwen, behulpzaamheid en mogelijkheid tot

samenwerking tussen de bewoners/leden van de gemeenschap, het hebben van een gedeelde identiteit

of een gevoel er bij te horen in de samenleving en ten slotte het feit dat deze voorgaande subjectieve

gevoelens zich manifesteren in objectieve gedragingen. Deze drie criteria moeten voorkomen in een

bepaald gebied en over een bepaalde periode (Chan, To, & Chan, 2006).

Tenslotte wordt er ook op beleidsniveau aandacht geschonken aan sociale cohesie, namelijk vanuit de

Raad van Europa (2005). De Raad van Europa (2005) geeft drie groepen van veelvoorkomende definities

aan en tracht hieruit een eigen definitie te distilleren, daar zij vindt dat in deze eerdere definities de

hoofdvraag naar de pluraliteit aan omstandigheden, interesses en identiteiten en processen die het

mogelijk maken dat autonome en verschillende individuen samenwerken, wordt vergeten. De Raad van

Europa ziet sociale cohesie niet enkel als concept, maar ook als kader om vanuit te handelen en vindt het

belangrijk dat er met alle stakeholders rekening gehouden wordt. Volgens hen is volgende definitie van

sociale cohesie accuraat:

“(…) defining the social cohesion of a modern society as society’s ability to secure the longterm

well-being of all its members, including equitable access to available resources, respect for

human dignity with due regard for diversity, personal and collective autonomy and responsible

participation.” (Council of Europe, 2005, p. 23)

Page 24: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

24

Met deze definitie wil de Raad van Europa (2005) een realiteit maken van sociale cohesie, door toegang

tot rechten voor iedereen te creëren, respect af te dwingen voor de waardigheid van anderen, het recht

van alle individuen op persoonlijke ontwikkeling waar te maken en participatie in het democratische

proces te bewerkstelligen. Volgens hen is sociale cohesie essentieel voor een moderne samenleving, die

gecentreerd is rond de rechten van individuen, en die te maken heeft met snelle en radicale

veranderingen die de mechanismen die traditioneel het behoud van sociale banden verzekerden in de

war brengen (Council of Europe, 2005).

Het blijkt niet eenvoudig om sociale cohesie te definiëren. Indien men rond sociale cohesie wil werken, is

het in eerste instantie belangrijk aan te geven vanuit welke definitie men vertrekt. In deze masterproef

ga ik uit van de laatst genoemde definitie van de Raad van Europa, daar ik geloof dat sociale cohesie niet

enkel gezien mag worden als bevordering van de sociale netwerken, maar dat het proces om te komen

tot participatie, de tegemoetkoming aan de rechten van de mens… ook van belang is bij het werken aan

sociale cohesie.

1.3. Dimensies van sociale cohesie

Naast de vele pogingen tot het definiëren van sociale cohesie, trachtte men ook om sociale cohesie op te

delen in dimensies. Dit mondde uit in verschillende, al dan niet gelijklopende pogingen.

Een van de eerste die dit deed was Jenson (1998). Zij onderscheidt vijf dimensies, waarin ze steeds twee

uitersten tegenover elkaar zet. Over de eerste dimensie zijn heel wat auteurs het eens. Deze definieert

sociale cohesie in termen van waarden en collectieve identiteiten en zet het gevoel van er bij te horen

(belonging) tegenover een gevoel van isolatie (isolation). Een tweede dimensie verbindt sociale cohesie

aan economische instellingen, door inclusie tegenover uitsluiting te zetten; wie heeft toegang tot

bijvoorbeeld de markt en wie niet. De volgende dimensie stelt dat sociale cohesie betrokkenheid nodig

heeft. Participatie wordt tegenover het niet betrokken zijn geplaatst. De volgende twee dimensies

worden niet zo frequent gebruikt. Ze gaan uit van een visie op de moderne samenleving die inherent en

onvermijdelijk pluralistisch is in zijn waardesysteem. De vierde dimensie die naar voor komt, is het feit

dat verschillen erkend worden en dat erkenning ten opzichte van afwijzing komt te staan. De laatste

dimensie handelt over bemiddeling. Deze bemiddeling zou het product moeten zijn van instituties en

sociale cohesie is dan een collectieve constructie. Sociale cohesie is deels afhankelijk van de legitimiteit

van de publieke en private instituties, die volgens deze visie handelen als bemiddelaars. Sociale cohesie

Page 25: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

25

kan worden bedreigd door golven van negativisme of cynisme die de representativiteit van deze

instituties in vraag stellen (Jenson, 1998).

Op deze indeling kwam echter kritiek van Bernard (1999), die stelde dat de relaties tussen deze

verschillende dimensies complexer zijn dan ze lijken en dat mensen in sociale interactie ook anderen

kunnen uitsluiten. Hij vraagt zich af of deze vijf dimensies de volledige reikwijdte van het concept sociale

cohesie wel kunnen bevatten en hoe de opposities en banden tussen deze dimensies begrepen kunnen

worden. Hij tracht de vijf dimensies in verschillende categorieën te structureren, naargelang de terreinen

waarop men zich bevindt en het karakter van de relatie (cf. tabel 1) (Bernard, 1999).

Character of the relation

Spheres of activity

Formal Substantial

Economic (2) Insertion/Exclusion (6) Equality/Inequality

Political (5) Legitimacy/Illegitimacy (3) Participation/Passivity

Sociocultural (4) Recognition/Rejection (1) Belonging/Isolation

(Bernard, 1999, p. 20)

Bernard (1999) onderscheidt verticaal drie elementen, namelijk een economische, politieke en socio-

culturele activiteitssfeer. Deze wijzen op de plaatsen waar de specifieke dimensies terug te vinden zijn.

Horizontaal wordt een onderscheid gemaakt tussen het formele en het substantiële niveau. Het verschil

tussen deze twee ligt in het feit dat het substantiële niveau dieper gaat dan het formele. Een voorbeeld

zal dit verduidelijken. In de socio-culturele sfeer wordt met herkenning (recognition) bedoeld dat

verschillen vooral getolereerd worden, terwijl erbij horen (belonging) overeenkomt met betrokkenheid

in de constructie van de gemeenschap; een delen van waarden door een actieve dialoog hierover. In dit

proces van logische reconstructie, vindt Bernard een dimensie die opvallend afwezig is bij Jenson (1998),

namelijk gelijkheid. Gelijkheid blijkt echter een essentieel element te zijn van een democratische sociale

orde (Bernard, 1999).

Vervolgens onderscheidden Kearns & Forrest (2000) net als Jenson (1998) vijf dimensies in een poging

om de term sociale cohesie meer duidelijkheid te verschaffen. Ze vertrekken vanuit het idee dat een

cohesieve samenleving ‘samenhangt’. Ze breken het concept verder op in vijf dimensies, namelijk sociale

netwerken en sociaal kapitaal; gedeelde waarden en cultuur; territoriaal gevoel van er bij te horen en

Page 26: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

26

identiteit; sociale orde en sociale controle; sociale solidariteit en reductie van welvaartsongelijkheid.

Deze dimensies zijn met elkaar verbonden en hebben een effect op elkaar (Kearns & Forrest, 2000).

Dekker & Bolt (2005) gaan in hun artikel over sociale cohesie in naoorlogse buurten in Nederland verder

in op drie van de vijf dimensies die door Kearns & Forrest (2000) onderscheiden worden, namelijk sociale

netwerken en sociaal kapitaal, gedeelde waarden en cultuur en gevoel van verbondenheid. Ze leggen de

focus op deze drie dimensies, daar zij van mening zijn dat deze drie gericht zijn op het buurtniveau,

terwijl de andere twee meer beleidsgericht zijn. Ze gaan op zoek naar de manier waarop deze dimensies

verbonden zijn. Zo komen ze tot de conclusie dat de verschillende dimensies wel degelijk verbonden zijn

met elkaar, maar dat ze niet onderling inwisselbaar zijn en dat ze elk hun eigen belang hebben (Dekker &

Bolt, 2005).

Tenslotte tracht ook Wilkinson (2007) sociale cohesie te meten aan de hand van verschillende dimensies.

Hij gaat hierbij uit van het ‘Neighbourhood Cohesion Instrument’ (NCI), ontwikkeld door Buckner (1986,

in Wilkinson, 2007). De drie dimensies die Buckner onderscheidt zijn het psychologisch gevoel van de

gemeenschap, aantrekking en buurtgevoel. Wilkinson (2007) komt tot de conclusie dat sociale cohesie

op zijn minst deze drie dimensies bevat. Deze drie zijn betrouwbare en aparte dimensies, die zowel te

vinden zijn op individueel als op gemeenschapsniveau.

Er bestaan dus zeer veel verschillende onderzoeken naar de dimensies van sociale cohesie. De

verschillende dimensies komen min of meer overeen en de ene zijn meer praktisch gericht, terwijl de

andere meer theoretisch zijn. Ik ga hier niet verder in op deze dimensies, daar velen ervan nog niet op

punt staan en de definitie van de Raad van Europa me nuttiger lijkt om mee verder te werken.

1.4. Invullingen van sociale cohesie

Uit de verschillende definities en pogingen om sociale cohesie op te delen in dimensies, kan worden

afgeleid dat het begrip sociale cohesie verschillende invullingen kan krijgen. Het kan enerzijds een enge

invulling krijgen, waarbij men vooral gericht is op het vormen van relaties en contacten tussen mensen.

Men kan het begrip ook breder bekijken en trachten om sociale cohesie niet alleen te zien als aangaan

van relaties maar ook als een mogelijkheid tot participatie, het bevorderen van leefbaarheid… Volgens

Weber is iets sociaal wanneer de betrokkenen in hun betekenisgeving op elkaar gericht zijn (Soenen,

2006). De vraag is nu echter wat men verwacht van deze relaties. Wil men dat er uitsluitend relaties

Page 27: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

27

worden gevormd, waardoor mensen bijvoorbeeld op elkaar kunnen rekenen, of verwacht men dat deze

relaties ook op andere vlakken gevolgen teweegbrengen en zo bijvoorbeeld mogelijkheden tot

participatie creëren? Ik zal het onderscheid hieronder duidelijk maken.

1.4.1. Enge invulling

Soenen (2006) focust in haar boek ‘Het kleine ontmoeten’ hoofdzakelijk op relaties. Zij stelt zich de vraag

uit welke netwerken sociale cohesie moet bestaan; uit vluchtige relaties of uit meer diepgaande banden?

Ze gaat op zoek naar de manier waarop relaties in de stad verlopen, aangezien er weinig of geen

onderzoeken over relaties in de stad bestaan. Ze gaat hierbij uit van de netwerktheorie en neemt het

individu als vertrekpunt. Zij komt uiteindelijk tot drie vormen van gemeenschapsvorming, namelijk

gemeenschap op basis van homogeniteit, op basis van herkenbaarheid en op basis van ambivalentie. Dit

zijn drie verschillende vormen van gemeenschapsvorming, waarmee men sociale cohesie kan bereiken.

Sociale cohesie wordt hier echter vooral gezien als het vormen van relaties tussen personen, of deze nu

oppervlakkig of diepgaand zijn (Soenen, 2006).

Volgens Forrest & Kearns (2001) handelt sociale cohesie over het kunnen volgen in het alledaagse leven,

in de alledaagse routines. De continuïteiten in het alledaagse leven zouden worden onderschat. Als men

aan sociale cohesie wil werken is het echter belangrijk om aandacht te schenken aan deze alledaagse

routine. Deze routine kan veiligheid en zekerheid brengen. Forrest & Kearns bekijken in hun onderzoek

of deze sociale netwerken nog steeds belangrijk zijn en voor wie (Forrest & Kearns, 2001).

Tenslotte spreken ook Novy, Moulaert & Beinstein (2008) over een enge invulling van sociale cohesie.

Volgens hen wordt in de literatuur vaak uitgegaan van een dergelijk enge invulling. Zij stellen namelijk

dat sociale cohesie vaak gezien wordt als een resultaat van economische groei en innovatie. Er wordt

dan ook gesteld dat sociale cohesie zou verbeteren door meer jobs te creëren. De auteurs geven echter

aan dat dit een beperkte visie is die in strijd is met de originele betekenis van sociale cohesie, namelijk

het feit dat sociale cohesie niet enkel handelt over armen, gemarginaliseerden… maar vooral over alle

burgers die in de stad optreden als werknemer, burger… (Novy, Moulaert, & Beinstein, 2008). Op die

manier verruimen zij het concept, maar deze invulling komt niet overeen met de brede invulling die

hierna zal aangegeven worden. Zij hebben het vooral over wie bereikt wordt met sociale cohesie. De

brede invulling daarentegen bekijkt wat men kan bereiken door te werken aan sociale cohesie, wat men

wil bereiken door het ontstaan van relaties.

Page 28: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

28

1.4.2. Brede invulling

In de vorige benaderingen werd sociale cohesie als een eng begrip ingevuld. Er bestaan echter ook een

invulling die uitgaat van een brede benadering van sociale cohesie. Zo gaat de Raad van Europa (2005)

uit van het principe dat iedereen een rol kan spelen in de samenleving en dat sociale cohesie een

belangrijke component kan zijn in de promotie van mensenrechten en waardigheid van mensen.

Individuen zijn belangrijke spelers in het sociale proces om de inhoud van mensenrechten te verbeteren

via collectieve participatie, herdenking van de sociale herverdeling en erkenning van de nood aan

diversiteit. Sociale cohesie houdt daarnaast rekening met de manier waarop verschillende sociale spelers

interageren en de graad waarin ze erin slagen het welzijn van iedereen te verzekeren. Volgens de Raad

van Europa (2005) kan sociale cohesie het gevoel creëren van erbij te horen en van vertrouwen en

zekerheid. Daarnaast zou sociale cohesie de leefomstandigheden kunnen verbeteren en cruciaal zijn

voor economische ontwikkeling. Het bereiken van sociale cohesie is dus een belangrijke uitdaging die

heel wat verder reikt dan enkel het aangaan van banden en relaties (Council of Europe, 2005).

Deze brede invulling, waar sociale cohesie als meer gezien wordt dan het komen tot relaties en banden,

komt minder in de literatuur voor. Het lijkt me echter van belang dat meer vanuit deze visie gekeken

wordt, daar ook participatie en de verbetering van de leefbaarheid belangrijk zijn in de huidige

samenleving. Bij mijn interviews met de buurtwerkers zal ik nagaan of men in het buurtwerk uitgaat van

een enge of een brede invulling. De eerste invulling zou namelijk een verenging inhouden ten opzichte

van vroegere doelstellingen, aangezien het buurtwerk vroeger wel gericht was op democratisering,

participatie…, terwijl de enge invulling zich niet richt op deze zaken.

1.5. Hoe tot sociale cohesie komen?

Naast het bekijken van de omschrijving en de invulling van sociale cohesie, kan men zich de vraag stellen

hoe men nu tot sociale cohesie kan en wil komen. Volgens de Raad van Europa (2005) bestaan er

verschillende manieren. Er worden twee hoofdbenaderingen aangegeven, namelijk een negatieve en een

positieve benadering. In het geval van de negatieve benadering wordt de focus gelegd op negatieve

kenmerken van een maatschappij. Deze kenmerken worden verantwoordelijk gehouden voor

inadequate sociale cohesie. Door de nadruk op deze negatieve kenmerken worden processen die sociale

banden stabiliseren en reproduceren in de maatschappij over het hoofd gezien. Deze benadering zal

Page 29: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

29

resulteren in een beperkte opvatting die slechts op één of enkele aspecten van sociale cohesie focust,

waarbij sociale cohesie enkel wordt gezien als remedie om uitsluiting tegen te gaan. Hierdoor wordt de

ontwikkeling van sociale cohesie op basis van positieve bronnen van de maatschappij beperkt. Zo zal

men bijvoorbeeld alleen maar focussen op werkloosheid en positieve bronnen zoals bijvoorbeeld

vriendschap vergeten. Daarnaast vergeet men preventief te werken, doordat er teveel gefocust wordt op

het wegwerken van de negatieve aspecten van de maatschappij (Council of Europe, 2005).

De positieve benadering daarentegen is meer dan enkel het tegengaan van sociale exclusie en

werkloosheid. Deze benadering wil er voor zorgen dat alle leden van de samenleving toegang hebben tot

een goede levenskwaliteit. Onder deze positieve benadering vallen nog vier opdelingen, namelijk de

territoriale benadering, de benadering die de nadruk legt op sociaal kapitaal, de

levenskwaliteitbenadering en de benadering die vooral de toegang tot rechten wil waarmaken. De Raad

van Europa gaat nog een stap verder en legt in zijn benadering de nadruk op de gedeelde

verantwoordelijkheid van stakeholders (Council of Europe, 2005). Het is belangrijk dat men bij het

werken aan sociale cohesie vertrekt van deze positieve benadering, daar men op die manier

mogelijkheden kan creëren voor mensen.

Tenslotte is het van belang dat men alle actoren aan het woord laat om tot sociale cohesie te komen en

hen dus ook vraagt naar hun beleving van sociale cohesie. Zo stelt Pahl (1991) dat de mate en het belang

van sociale cohesie verandert als men ouder wordt, identiteit creërende processen doormaakt of

veranderingen in lokale status ondergaat.

Bij het werken aan sociale cohesie is het belangrijk dat men aan deze laatst genoemde elementen

aandacht schenkt, daar sociale cohesie ook op een negatieve manier kan ingevuld worden. Zo kan sociale

cohesie zorgen voor uitsluiting en verdeling. Doordat diegene met sterke banden samentroepen, kan het

gebeuren dat anderen worden uitgesloten van die gemeenschap (Bernard, 1999; Forrest & Kearns, 2001;

Kennett & Forrest, 2006). Volgens Pahl (1991) wordt sociale cohesie niet altijd gelijkmatig verdeeld en

vermindert sociale cohesie misdaad niet altijd, maar kan het er net de basis van zijn.

1.6. Sociale cohesie op wijkniveau

In het buurtwerk staat werken aan sociale cohesie centraal. Daarom is het van belang te kijken waarom

die buurt een belangrijk element kan zijn. Vroeger werkte men vooral aan sociale cohesie op niveau van

Page 30: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

30

de natiestaat. Sinds de jaren ’90 staat sociale cohesie, deze keer op wijkniveau, bovenaan de stedelijke

beleidsagenda in verschillende Europese landen. Deze verschuiving kan worden gezien als een reactie

tegen de neoliberale golf uit de jaren ‘80. Dit neoliberale discours deed vooral afbraak aan sociale

cohesie. Begin jaren ’90 werden reeds heel wat nadelen waargenomen van het neoliberale discours,

zoals werkloosheid, armoede… Men introduceerde toen het buurtbeleid om deze toenemende

problemen het hoofd te bieden. Het wijkniveau werd dus een interventieniveau (Loopmans, 2008).

Dat de buurt op dit moment een belangrijk element is in het bevorderen van sociale cohesie, blijkt uit

theoretische en politieke debatten omtrent sociale cohesie. De buurt komt in deze debatten naar voor

als een belangrijke setting voor veel processen die de sociale identiteit en levenskansen vormen. Naast

de buurt zijn er echter ook andere belangrijke bronnen voor een sociale identiteit, waardoor de buurt

een meer gespecialiseerde rol krijgt in het leven van mensen (Forrest & Kearns, 2001). Mensen ervaren

bijvoorbeeld vaak een gebrek aan verbondenheid met de buurt en zoeken hun sociale netwerken verder

weg (Lowndes & Sullivan, 2008). In “Social cohesion in post-war estates” (Dekker & Bolt, 2005) pleit men

er voor om sociale cohesie te promoten in stadsbuurten om te voorkomen dat mensen verder

wegdrijven van de maatschappij. Volgens dit artikel moet er een sociale mix ontstaan in de buurten

(Dekker & Bolt, 2005).

Volgens het House of Commons (2004) is het belangrijk dat sociale cohesie in een buurt wordt

gepromoot als een positief goed, niet als iets dat door de wet wordt opgelegd. Sociale cohesie moet

gezien worden als een langetermijndoel, dat nagestreefd wordt in alle activiteiten. Het is belangrijk dat

er een klimaat gecreëerd wordt waarin mensen niet bang zijn om hun mening te uiten en waarin ze het

gevoel hebben dat zij dit vrij kunnen doen (House of Commons, 2004).

Het probleem bij het promoten van sociale cohesie in de buurt is dat men vaak vergeet te werken op

andere niveaus. Het is namelijk zo dat cohesie op een bepaald niveau niet noodzakelijk zorgt voor

cohesie op een ander niveau. Zo kan de buurt afgesneden worden van de rest van de samenleving (Pahl,

1991; Hipp & Perrin, 2006).

De buurt als niveau staat vaak centraal bij het werken aan netwerkvorming. Hieromtrent kunnen twee

belangrijke elementen onderscheiden worden, namelijk de soorten relaties die ontstaan in de buurt en

de mate van sociaal kapitaal die buurtbewoners bezitten. Er wordt hier verder op ingegaan.

Page 31: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

31

1.6.1. Relaties in de buurt

Een belangrijk element bij het werken aan sociale cohesie in de buurt is uiteraard de relaties tussen de

bewoners. In de relaties tussen bewoners kunnen twee vormen van banden onderscheiden worden,

namelijk zwakke en sterke banden.

Sterke banden tussen bewoners kunnen zeer belangrijk zijn, maar in de literatuur heeft men het

hoofdzakelijk over zwakke banden. Deze kunnen ook leiden tot verhoogde cohesie, maar vragen minder

tijd, waardoor meer banden gevormd kunnen worden en er een groter netwerk ontstaat (Hipp & Perrin,

2006). Daarnaast kunnen zwakke banden bruggen vormen tussen netwerken van sterke banden. Sterke

banden zorgen eerder voor groepsvorming, terwijl zwakke banden zorgen voor bruggen tussen groepen

(Forrest & Kearns, 2001). Kennett & Forrest (2006) zeggen dat door deze sterke banden die zorgen voor

lokale gemeenschappen er echter ook uitsluiting en isolatie binnen een gemeenschap kunnen ontstaan.

De lossere banden kunnen de lokale gemeenschap net binden aan de sociale wereld buiten de buurt

(Kennett & Forrest, 2006).

Om banden te vormen en versterken zijn volgens Raspe & Foolen (2003, in de Boer et al., 2003) twee

zaken belangrijk, namelijk binding en verbinden.

Met binding bedoelt men de mate waarin bewoners contact hebben met elkaar en de kwaliteit van dat

contact. Sociale kwaliteit is een zeer belangrijke factor bij het wonen in een buurt. Onder binding kan

men drie elementen onderscheiden, namelijk vitaliteit, vertrouwen en het nemen van

verantwoordelijkheid (Raspe & Foolen, 2003, in de Boer et al., 2003). Met vitaliteit worden de aanwezige

capaciteiten en het organiserend vermogen bedoeld. Door de capaciteit van mensen aan te spreken, kan

men de vitaliteit van een buurt doen opleven. Betekenissen en normativiteit behoren ook tot vitaliteit.

Het feit of iets af- of goedgekeurd wordt, kan een belangrijke factor zijn in het buurtleven. Een tweede

element is vertrouwen. Mensen verwachten bepaalde dingen van elkaar. Het is belangrijk dat dit

vertrouwen niet geschaad wordt. Deze verwachtingen kunnen kleine dingen zijn, zoals een auto die niet

voor elkaars deur geparkeerd wordt, maar deze kleine zaken kunnen de binding tussen mensen

bevorderen, al dan niet beschadigen. Vertrouwen zorgt er voor dat mensen relaties aangaan met elkaar

en dit kan er op zijn beurt weer voor zorgen dat het derde element aan bod komt, namelijk

verantwoordelijkheid nemen. Om verantwoordelijkheid op te nemen is er naast vertrouwen ook

vertrouwdheid nodig. Mensen moeten zich goed voelen in de buurt en er iets voor willen doen.

Page 32: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

32

Daarnaast moeten mensen door anderen worden aangesproken en behandeld worden als behorend tot

die plek (Raspe & Foolen, 2003, in de Boer et al., 2003).

Naast binding, kan ook verbinden zorgen voor betere sociale relaties. Hierbij draait het om de

gecombineerde actie van bewoners, instituties en de onderlinge samenwerkingsrelaties. Zo kan men een

band creëren tussen bewoners en het publieke domein (Raspe & Foolen, 2003, in de Boer et al., 2003).

1.6.2. Sociaal Kapitaal

Een element dat voortvloeit uit de dichtheid en vorm van relaties tussen bewoners in een buurt, is de

mate van sociaal kapitaal. Sociaal kapitaal kan omschreven worden als ‘de hulpmiddelen die in een

gemeenschap aanwezig zijn om de gezins- en sociale organisatie vorm te geven’. Deze hulpmiddelen

vinden hun voedingsbodem in acties zoals gemeenschapsactiviteiten, sociale steun en participatie; acties

die zich vormen in relatie met anderen (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, 2009).

Sociaal kapitaal is een belangrijk element in sociale cohesie, daar sociale cohesie kan worden afgeleid uit

de vorm en kwaliteit van de sociale interactie op het lokale niveau. Deze sociale interactie is dan weer

gebaseerd op het lokaal sociaal kapitaal (Forrest & Kearns, 2001). Sociaal kapitaal in de buurt wordt vaak

gezien als de lijm voor sociale cohesie en verbondenheid (Kennett & Forrest, 2006) en als een van de

oplossingen voor het verbeteren van de situatie van achtergestelde buurten (Middleton, Murie, &

Groves, 2005).

Sociaal kapitaal kan er voor zorgen dat mensen kunnen omgaan met hun armoede, maar het kan ook

negatieve gevolgen met zich meebrengen doordat er structuren gecreëerd worden waardoor men

uitgesloten wordt uit de maatschappij zoals bv. prostitutie, jeugdbendes… (Kennett & Forrest, 2006).

Hoe mensen sociale cohesie en hun leefsituatie ervaren, wordt dus deels bepaald door het sociaal

kapitaal dat ze bezitten.

1.7. Conclusie

Sociale cohesie, zowel de definiëring als de invulling van het begrip, is niet zo vanzelfsprekend als men

het soms doet lijken. Het is belangrijk dat er goed nagedacht wordt over de manier waarop het begrip

geïmplementeerd zal worden vooraleer men hiermee aan de slag gaat. Hier ga ik uit van een brede

definitie van sociale cohesie, waarin zowel rekening gehouden wordt met netwerkvorming als met de

Page 33: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

33

mogelijkheid om te komen tot participatie, het verwezenlijken van mensenrechten… Hierbij aansluitend

volg ik dus een brede invulling van het concept sociale cohesie.

Als er gekeken wordt naar de aanwezigheid van sociale cohesie in de buurt, ziet men dat deze sociale

cohesie van belang is voor alle bewoners, maar de ene bewoner heeft meer nood aan sterke banden dan

de andere. Sommige bewoners zullen hun netwerken eerder buiten de buurt zoeken, terwijl andere

bewoners erg op de buurt gericht zijn. De banden in de buurt kunnen tot meer leiden dan enkel

netwerkvorming, zoals bijvoorbeeld participatie. Hiervoor kunnen de bewoners de steun gebruiken van

organisaties zoals buurtwerk. In de interviews zal ik nagaan of het buurtwerk ook focust op het bereiken

van participatie, of dat het vooral tracht netwerken tussen bewoners te bewerkstelligen. Het antwoord

op deze vraag is terug te vinden in het deel ‘Onderzoeksresultaten’ (cf. deel 5 punt 2.3.2 ).

Page 34: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

34

2. Buurten

In deze masterproef focus ik op buurtwerk. Het is dan ook belangrijk om te onderzoeken wat het niveau

waarop men in buurtwerk werkt, namelijk de buurt, allemaal te bieden heeft. Eerst en vooral geef ik een

korte omschrijving van de buurt, om dan te bekijken waarom men er nu zoveel aandacht aan schenkt.

Vervolgens maak ik een onderscheid tussen de buurt en de gemeenschap, omdat deze vaak door elkaar

gebruikt worden, maar toch een verschillende invulling krijgen. Ik focus me verder op de buurt en meer

bepaald op de invullingen, functies en effecten van de buurt. Daarna ga ik in op het begrip gentrificatie,

dat een belangrijke rol kan spelen in sommige, meestal achtergestelde, buurten. Dan komen de rol en

vorm van netwerkvorming in buurten aan de beurt. Ik besluit met een aantal punten waarop men moet

letten indien de focus op de buurt wordt gelegd.

2.1. De buurt

De buurt is geen eenduidig te omschrijven begrip. In Van Dale (2005) wordt het omschreven als:

- deel van een wijk, stad of dorp met een zekere mate van sociale integratie van de bewoners;

- de bewoners van een buurt.

De buurt is niet helemaal gelijk aan de wijk, die omschreven wordt als “een gedeelte van een stad of dorp

dat ruimtelijk min of meer een afgesloten geheel vormt” (Van Dale, 2005). Deze twee termen worden

echter vaak door elkaar gebruikt.

De buurt wordt in Van Dale (2005) omschreven als iets dat een zekere mate van sociale integratie heeft.

Volgens een buurtonderzoek van Mercken (2002) is het echter niet meer vanzelfsprekend dat de buurt

een hechte gemeenschap is. Volgens dit onderzoek wil een groot aantal mensen terug naar de tijd waar

sociale contacten en sociale cohesie centraal stonden in de buurt. Daarnaast is het volgens haar

belangrijk dat de veiligheid en de leefbaarheid in de buurten verbeterd worden. In dit onderzoek gaan

we verder in op sociale cohesie in de buurt. Volgens Mercken moet men om deze sociale cohesie te

versterken, het beleid richten op de verbetering van de sociale structuur in wijken en buurten (Mercken,

2002). Dit kan gebeuren aan de hand van buurtgericht werken.

Page 35: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

35

Naast de dichtheid van de buurt, is ook het buurtgebruik afgenomen volgens Blokland-Potters (1998). Zij

zegt echter dat dit weinig met de buurt zelf te maken heeft, maar veeleer onder invloed van

maatschappelijke veranderingen, zoals technische vernieuwingen (moderne communicatie- en

transportmiddelen, televisie), economische veranderingen (migratie, deïndustrialisering), ontzuiling en

stadsvernieuwing gebeurt (Blokland-Potters, 1998).

Volgens Kearns & Forrest (2001) kan de buurt in drie verschillende niveaus worden opgedeeld, namelijk

het thuisgebied, de buurt en het stadsdistrict of de regio. Ik ga hier niet verder op in, daar deze indeling

niet van belang is voor dit onderzoek. Ik ga uit van de eerste omschrijving van Van Dale (2005), namelijk

de buurt als deel van een wijk, stad of dorp met een zekere mate van sociale integratie van de bewoners,

daar in buurtwerk de buurten een deel zijn van de stad en men sociale integratie als een belangrijke

doelstelling beschouwt in deze buurten.

2.2. Aandacht voor buurten

De buurt krijgt sinds enkele jaren heel wat aandacht in stedenbeleid en -onderzoek (Kearns & Parkinson,

2001). Er bestaan verschillende redenen voor deze aandacht. Zo worden de afbrokkeling van het sociaal

cement, de erosie van de religie, de handelsgemeenschap en de familie en de opkomst van de

informatietechnologie, die zorgt voor erosie van residuele banden van nabijheid en verwantschap,

genoemd. De buurt wordt gezien als een belangrijke plaats voor het heropbouwen van cohesie en dit

vanuit een bottom-upproces met actieve, empowerde burgers (Forrest, 2004; Lowndes & Sullivan, 2008).

Daarnaast zou de overgang van government (waarin enkel de overheid bestuurt) naar governance

(waarbij ook de samenleving een stem krijgt) te maken hebben met de aandacht die buurten krijgen. De

tendens naar governance wordt ook wel networked community governance genoemd, waarmee

gewezen wordt op het feit dat de gemeenschap mee geëngageerd wordt in het maken van beslissingen

op vlak van beleid en dienstverlening (Durose, 2009).

Een andere reden die door Meegan & Mitchell (2001) wordt gegeven voor de aandacht die men geeft

aan het gebiedsgericht beleid, is het feit dat de geografische concentraties van armoede en

achterstellingen steeds volhardender en erger worden en dat macroprocessen ook beïnvloed worden

door microprocessen, door processen op buurtniveau (Meegan & Mitchell, 2001).

Page 36: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

36

Dat men tegenwoordig aandacht schenkt aan buurten is op zich positief, maar er bestaat een tendens

waarbij men vooral focust op de armere buurten. Het is namelijk zo dat de sociaal zwaksten vaak

geconcentreerd zijn in bepaalde buurten (Forrest, 2004), die afgesloten raken van een voorspoedige

economie (Kearns & Forrest, 2001). Door vooral op deze buurten te focussen, kan er een hoge druk op

ontstaan en bestaat de kans dat deze buurt gestigmatiseerd wordt. Het is belangrijk dat meer dan alleen

arme buurten bekeken worden om een gebalanceerder en omvangrijker begrip van het sociaal leven in

buurten te krijgen en om de druk van arme buurten te verlichten (Kennett & Forrest, 2006).

2.3. Buurt of gemeenschap?

De term buurt kan verschillende invullingen krijgen. In de literatuur vallen twee termen op die vaak

gebruikt worden om het over de buurt te hebben, namelijk ‘community’ en ‘neighbourhood’. Volgens

Craig (2007) is ‘community’ (gemeenschap) een term met veel contradicties en ambiguïteiten. De term

wordt veel gebruikt en kent dus een heleboel betekenissen. Momenteel kunnen drie veelgebruikte

betekenissen onderscheiden worden, namelijk de geografische gemeenschap, de gemeenschap op basis

van identiteit en de gemeenschap op basis van bepaalde problemen. De buurt kan beschouwd worden

als een geografische gemeenschap (Craig, 2007). Ook Davies & Herbert (1993; in Meegan & Mitchell,

2001) stellen dat een buurt veel meer begrensd is wat de ruimtelijke dimensie betreft dan een

gemeenschap. Het begrip ‘community’ komt dus niet overeen met het begrip ‘neighbourhood’ (buurt),

maar omvat het veeleer (Wilmot, 1997).

Blokland-Potters (1998) heeft het expliciet over de relatie tussen een buurt en een gemeenschap. Zij ziet

deze twee als een ‘siamese tweeling’. Ze vraagt zich af of een gemeenschap buiten de buurt kan bestaan

en wat overblijft van een buurt zonder gemeenschap (Blokland-Potters, 1998).

Verder zal vooral gefocust worden op de buurt, aangezien dit het doelgebied is van buurtwerk. Een

gemeenschap kan meer omvattend of net enger zijn dan de buurt en is dus niet geschikt als onderwerp.

2.3.1. De buurt en zijn invullingen

Over het begrip ‘neighbourhood’/buurt wordt ook heel wat gedebatteerd. Het begrip kan verschillende

invullingen krijgen. Sommige interpretaties van een buurt zijn essentieel geografisch en vooral gericht op

de afbakening van de buurt. Geografie is een element dat steeds aanwezig is in definities van een buurt,

Page 37: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

37

maar het is echter niet voldoende. Naast de geografische interpretatie bestaat er ook een overeenkomst

tussen auteurs dat buurten sociaal geconstrueerd zijn. Ze zijn niet gegeven, maar geconstrueerd en

veranderen voortdurend (Lowndes & Sullivan, 2008).

Deze invullingen kunnen onder andere bij Galster (2001) teruggevonden worden. Volgens hem bestaat

er een ecologisch perspectief (dat overeenkomt met het geografisch perspectief) en een integratie van

zowel het ecologisch als het sociaal perspectief. Deze twee invullingen hebben allebei tekortkomingen,

daar ze verscheidene kenmerken van de lokale omgeving die de kwaliteit van het leven beïnvloeden,

vergeten. Galster (2001) tracht met zijn definitie aan deze tekortkomingen tegemoet te komen. Hij

omschrijft de buurt als “the bundle of spatially based attributes associated with clusters of residences,

sometimes in conjunction with other land uses” (Galster, 2001, p. 2112). De buurt omvat in deze definitie

zeer veel verschillende elementen, zoals structurele kenmerken, omgevingskenmerken,

sociaalinteractieve kenmerken… (Galster, 2001). In deze masterproef ga ik er van uit dat de buurt breder

ingevuld kan worden, dan enkel op een sociale en geografische manier. Zoals Galster (2001) zegt, spelen

heel wat elementen een rol in het vormen van een buurt en kunnen buurten zeer verschillend zijn,

afhankelijk van de invulling van deze elementen. Volgens Forrest (2000, in Kearns & Forrest, 2001) is het

belang van de buurt afhankelijk van wie men is en waar men zich bevindt. De invulling van de buurt kent

dus een individuele component. In buurtwerk worden buurten vaak geografisch afgebakend en dus

sociaal geconstrueerd. Dit idee volg ik hier dan ook. Buiten de combinatie van de buurt als een

geografische afbakening en sociale constructie is het belangrijk naar de bewoners als individu te kijken

en rekening te houden met hun visie op de buurt.

Bij deze invullingen van de buurt, is het van belang op te merken dat de geconstrueerde buurten vaak

geromantiseerd worden, maar dat de dichte banden vaak onnatuurlijk zijn. De buurt wordt namelijk vaak

eerder opgericht uit economische dan uit sociale nood (Forrest, 2004; Shaw, 2008). Hierdoor kan het

moeilijker zijn om in geconstrueerde buurten tot netwerkvorming of hechte banden te komen.

Tenslotte geeft ook Loopmans (2008) een mogelijke invulling van buurten weer. Volgens hem is de buurt

als schaal van betekenis in termen van beleid en beleidsselectiviteit, maar heeft ze ook nog andere

manieren om zingeving te geven. Zo is ze belangrijk als schaal van mobilisatie. Hij bedoelt hiermee dat

mensen zich organiseren, mobiliseren en groeperen in belangengroepen op verschillende schalen,

waarvan de buurt er één is. Daarnaast kan de buurt een schaal van afhankelijkheid zijn en een schaal van

engagement. Een schaal van afhankelijkheid betekent dat zich op deze schaal bepaalde processen

Page 38: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

38

afspelen waarvan men afhankelijk is. Zo is bijvoorbeeld een deel van de kwaliteit van de

vrijetijdsbesteding van de bewoners afhankelijk van buurtprocessen. Een schaal van engagement kan

gezien worden als een niveau waarop men zich kan organiseren. Buurtbewoners zijn onderworpen aan

het voor handen zijnde sociaal kapitaal (sociale netwerken die ze kunnen aanspreken), en afhankelijk van

wie men kent en wie men is, zal men vlugger mensen mobiliseren. Men is echter ook afhankelijk van

externe hulpmiddelen om de mobilisatie te ondersteunen en die op een specifiek schaalniveau aanwezig

zijn (Loopmans, 2008). Buurtwerk is een voorbeeld van zo’n externe bron. De buurtwerkers bieden

mensen hulp aan bij het organiseren van activiteiten. Sociale cohesie kan op deze verschillende schalen

worden teruggevonden. Afhankelijk van de aanwezigheid van de bewoners op de verschillende niveaus,

zullen zij meer of minder sociale cohesie ervaren. Een bewoner die zowel bezig is met het organiseren

van (of alleen al het aanwezig zijn in) belangengroepen of activiteiten en zich engageert in de buurt en zo

een groot sociaal kapitaal kent, zal meer sociale cohesie in de buurt ervaren dan iemand die niets doet in

de buurt.

2.3.2. De buurt en zijn functies

De buurt kent ook een aantal functies, en dit zowel voor de bewoners van de buurt, als voor diegene die

buiten de buurt wonen. Een van die functies is de buurt als socialisatiekader. Hierbij geeft de buurt mee

vorm aan de relatie tussen individu en gemeenschap. De buurt is ook een belangrijke interventieschaal

voor het bestrijden van sociale problemen en voor de realisatie van burgerschap en beleidsparticipatie

van burgers (De Visscher, 2008; in Desmet, Baert, Bouverne-De Bie & Verbeke, 2008).

Daarnaast kan de buurt ook een sleutelplaats zijn voor het begrijpen van bredere sociale processen in

steeds veranderende maatschappijen. De buurt heeft de mogelijkheid om de theoretische debatten te

koppelen aan de ervaringen en zich direct te engageren voor zaken betreffende participatie,

burgerschap, verdeling, exclusie en cohesie (Kennett & Forrest, 2006).

Een buurt is van groot belang, en dit zowel op persoonlijk, relationeel vlak, als op het terrein van beleid,

politiek… Ze kent heel wat functies voor het individu en voor de bewoners. Ik zal verder vooral focussen

op de functie die de buurt heeft voor het individu. Ik zie de buurt vooral als socialisatiekader. Ik vraag de

buurtwerkers of zij het idee hebben dat het buurtwerk in de buurt er voor kan zorgen dat er een netwerk

ontstaat tussen mensen en op welke manier de buurtwerkers dit dan invullen.

Page 39: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

39

2.3.3. De buurt en zijn effecten

Naast de functies die de buurt heeft, kan de buurt een aantal belangrijke effecten hebben op het leven

van zijn bewoners. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals het bepalen van de toegang tot

diensten, bepalen of men al dan niet frequent wordt blootgesteld aan geweld… (Forrest, 2004).

Daarnaast kan de buurt ook een belangrijke rol spelen in het vormen van de persoonlijke en sociale

identiteit en de sociale positie van mensen, maar dit kan tot zeer verschillende uitkomsten leiden. Zo kan

de buurt zowel tot stigmatisering, als tot een thuis leiden. Een buurt kan dus zowel een bron van

mogelijkheden als een bron van beperkingen zijn, afhankelijk van de reputatie van de buurt en de

groepen die in de buurt wonen (Kearns & Parkinson, 2001). Het is volgens Meegan & Mitchell (2001)

zelfs zo dat er een wisselwerking bestaat tussen armoede en de buurt waarin men woont. Zo kunnen

armoede en uitsluiting veroorzaakt worden door de buurt waarin men woont, en krijgt de buurt net een

slechte naam door de armoede die er heerst. Op die manier ontstaat er dus een vicieuze cirkel, waar

men niet gemakkelijk uit geraakt (Meegan & Mitchell, 2001).

2.4. Gentrificatie

Amerikaanse en Europese overheden en stadsplanners willen meer middenklassers naar de

(binnen)steden – en dan vooral arme buurten – halen (Lees, 2000; Veldboer, 2006). Deze beweging van

middenklassers naar de stad wordt gemotiveerd door te verwijzen naar middenklassers als

aanzwengelaars van de stedelijke economie, maar ook als handhavers van de sociale orde en cohesie en

tegelijk als katalysatoren voor sociale mobiliteit (Smets, 2006; Veldboer, 2006). Zo zou de ‘instroom’ van

middenklassers in een achtergestelde wijk – ook wel ‘gentrificatie’ genoemd – aan de achtergestelden de

mogelijkheid bieden om te stijgen op de zogenaamde sociaal-economische ladder. Zij zouden er dus een

sociaal-economisch voordeel uit halen (Lees, 2000).

Wanneer het duidelijk wordt dat, door deze gentrificatie, de wijk in een opwaartse spiraal zit, krijgt deze

meer aandacht van investeerders. Deze laatste bekijken het vaak van een economische invalshoek en

kopen vervallen gebouwen op om daar trendy restaurants, goed uitgeruste appartementen... van te

maken. Hiermee wordt er nog meer volk naar de buurt gelokt en worden bijvoorbeeld de huurprijzen

voor de oorspronkelijke bewoners onbetaalbaar, waardoor er zich een fenomeen van sociale verdringing

Page 40: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

40

voordoet (Delannoy, 2000, in Boudry et al., 2003). Het is belangrijk dat aandacht geschonken wordt aan

deze sociale verdringing en dat ze tegen gegaan wordt bij het verschijnen.

Daar deze gentrificatie veelal in buurten plaatsvindt waar er buurtwerk aanwezig is, is het van belang dit

aan te halen. Ik weid hier echter niet verder over uit.

2.5. Netwerkvorming in buurten

Het doel van deze masterproef is het bekijken van de netwerkvorming of sociale cohesie in buurten. In

de stad bestaat een uitvergroot probleem betreffende het tekort aan sociale cohesie. De stad mag

echter niet enkel als problematisch bekeken worden, want net doordat mensen zo dicht bij elkaar

wonen, ontstaan er meer mogelijkheden om met gelijkgezinden hechte banden te ontwikkelen (Van

Ruysseveldt & van Hoof, 1996).

De buurt zelf dan, als onderdeel van de stad, erodeert enerzijds als bron van sociale identiteit; men zoekt

sociale netwerken verder dan de buurt en daarnaast kan men zich de vraag stellen wat de mensen bindt

in dezelfde straat. Anderzijds hebben de globaliserende processen (die er voor zorgen dat mensen hun

sociale netwerken buiten de buurt zoeken) ook tegengestelde effecten. Ze zorgen er voor dat lokale

sociale interactie en de bekende plaatsen van de buurt een grotere betekenis krijgen als bronnen van

comfort en zekerheid (Forrest & Kearns, 2001). Buurten zijn belangrijke plaatsen om een cohesieve

maatschappij op te bouwen en de buurt is dus ook van belang voor sociale cohesie (Kennett & Forrest,

2006).

Relaties in de buurt zijn van tel voor een omvangrijk deel van de populatie. Er kunnen echter

verschillende soorten relaties ontstaan in de buurt. Guest (2000, in Bridge, 2002) onderscheidt enerzijds

betekenisvolle banden, zoals vriendschap, vriendelijkheid en recreatie. Anderzijds bestaan er ook

instrumentele banden die bijvoorbeeld over eigendomsprijzen en school gaan. De eerste zijn relaties die

zorgen voor een gevoel van zekerheid en welzijn, terwijl de tweede eerder praktische relaties zijn (Guest,

2000; in Bridge, 2002). Blokland-Potters (1998) onderscheidt nog meer verschillen in relaties, daar zij

burenrelaties als verschuivende transacties ziet. Er bestaan drie cirkels waartussen banden bestaan,

namelijk de publieke, institutionele en private cirkel. Elk van deze cirkels bevat nog eens drie sferen,

namelijk de intieme, de anonieme en de familiaire sfeer. Tussen deze verschillende cirkels en sferen

Page 41: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

41

bestaan interdependenties, commerciële transacties en transacties tussen buurtgenoten. (Blokland-

Potters, 1998). Dit alles is zeer interessant, maar verdere uitweiding hierover zou te ver leiden.

Naast de soorten relaties is ook de dichtheid van buurtbanden van belang. Zo kunnen dichte

buurtbanden zorgen voor sociale cohesie en lokale gemeenschappen binden. Het gevaar bestaat dan dat

deze binding op een uitsluitende, introverte en isolerende manier gebeurt. Lossere banden daarentegen

kunnen net een brug slaan naar de sociale wereld buiten de buurt (Kennett & Forrest, 2006).

De vraag is nu welke netwerkvorming of sociale cohesie men met buurtwerk wil bereiken en of men

enkel netwerkvorming of ook bijvoorbeeld participatie en verhoging van de leefbaarheid onder sociale

cohesie verstaat.

2.6. Aandachtspunten

De aandacht voor de wijk neemt, zoals hierboven al enkele malen vermeld, toe. Zo hebben bedrijven

aandacht voor de specifieke kenmerken van hun vestigingsplaats en groeit de aandacht en belangstelling

van de bewoners voor de buurt, de stad of de regio. Verschillende groepen, zoals jongeren,

huisvrouwen, migranten… vinden een belangrijk integratiekader in de wijk. Daarom is er aandacht nodig

voor verschillende buurt- en wijkfaciliteiten en voor professionele ondersteuning (Duyvendak, in De Boer

et al., 2003).

Daarnaast moet men er voor zorgen dat men bij het werken op het niveau van de buurt niet te veel neigt

naar een minderhedenbeleid: er moet aandacht geschonken worden aan alle buurtbewoners. Werken

op buurtniveau heeft echter wel een verbetering van de verstandhouding tussen (minderheids)groepen

als belangrijkste doelstelling (Duyvendak, in De Boer et al., 2003).

Ten slotte kan men trachten om in te spelen op de wensen van de burger, maar er moet voor worden

gezorgd dat men de burger tegelijk niet overbevraagt. De stem van de burger moet het zwaarst wegen,

ook in belangrijke beslissingen. Indien de burger niet voldoende inspraak krijgt, kan er wantrouwen

ontstaan. Tegenover wantrouwen staat overbevraging. De burger mag niet worden overladen met

vragen naar wensen en behoeften, want anders zal hij op lange termijn geen zin meer hebben om te

participeren. Een ander gevolg van bevraging van de bewoner kan zijn dat de burger de schuld krijgt van

alles wat fout loopt, doordat hij/zij zoveel verantwoordelijkheid krijgt (Duyvendak, in De Boer et al.,

2003).

Page 42: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

42

Er kan besloten worden dat het belangrijk is om naar de context van de burgers te kijken. Het is niet

omdat een burger bepaalde persoonskenmerken bezit, zoals werkloosheid en armoede, dat men

hem/haar daarom niet kan opnemen in het participatief proces en niet naar zijn/haar mening moet

vragen. Omgekeerd moet men ook niet enkel de meest mondige burgers bevragen. Het risico kan dan

ontstaan dat deze mensen overbevraagd worden en dat enkel hun kijk op de wijk in kaart gebracht

wordt, waardoor een vertekend beeld zou ontstaan. Er moet worden rekening gehouden met de

beperkingen en de kansen die de woon- en leefomgeving van mensen biedt binnen een buurtaanpak

(Duyvendak, in De Boer et al., 2003).

2.7. Conclusie

Voorgaand zagen we dat de buurt een belangrijk interventieniveau is geworden. De buurt kent echter

veel verschillende invullingen, effecten, functies… en mag niet worden verward met een gemeenschap.

Zo stelt Galster (2001) dat de buurt moeilijk te omschrijven is, maar dat het wel iets is dat algemeen

gemakkelijk herkend wordt als we het zien.

De focus ligt in deze masterproef op de buurt en niet op de gemeenschap, daar het buurtwerk zich richt

op buurten en niet op gemeenschappen. Daarnaast ga ik uit van een combinatie van een geografische en

sociale invulling van de buurt, aangevuld met het idee dat individuen de kans moeten krijgen om hun

inbreng te geven in het vormen van de buurt. Ik ga uit van deze combinatie, daar het buurtwerk zijn

buurten op een geografische manier afbakent en daarnaast als hoofddoelstelling sociale cohesie in de

buurt heeft en dus ook gericht is op de sociale invulling van de buurt. Daarnaast is de inbreng van

individuen belangrijk, aangezien we met alle bewoners rekening willen houden, niet enkel met diegenen

die in staat zijn om deel te nemen aan activiteiten, zich te engageren…

De kern van deze masterproef is de sociale cohesie in buurten. In de literatuur bleek netwerkvorming in

buurten regelmatig naar voor te komen. Er wordt gekeken welk soort relaties ontstaan in de buurt, of

dichte al dan niet zwakke banden het belangrijkst zijn in de buurt… In mijn interview zal ik nagaan welke

invulling de buurtwerkers geven aan deze netwerkvorming. Hebben zij enkel het vormen van banden tot

doel, of gaan ze verder en willen ze dankzij deze banden ook onder andere de participatie van bewoners

bevorderen. Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in de analyse van de onderzoeksresultaten (cf.

deel 5 punt 2.3.2).

Page 43: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

43

Deel 5 Onderzoeksresultaten

In dit deel zal ik Buurtwerk Gent situeren, daar ik de buurtwerkers van deze werking interviewde. Daarna

schets ik een overzicht van de onderzoeksresultaten. Om tot deze onderzoeksresultaten te komen,

analyseerde ik de kwalitatieve interviews (cf. deel 3 punt 3.2.3). De resultaten zijn gebundeld in drie

thema’s, namelijk de buurt, het buurtwerk en sociale cohesie.

1. Situering buurtwerk

In dit onderzoek interview ik een aantal buurtwerkers van Buurtwerk Gent. Buurtwerk Gent is een

stadsdienst die werkt vanuit een centrale dienst die tien buurtwerkingen1 in de 19

de eeuwse gordel rond

Gent en in Nieuw Gent coördineert (Stad Gent, 2009). Daar dit een stadsdienst is, is deze

hoogstwaarschijnlijk goed gefinancierd, en kunnen er verschillen optreden met buurtwerkingen die

onafhankelijk van stad of gemeente zijn opgericht. Daarnaast vertrekt deze buurtwerking vanuit het idee

van buurtwerk nieuwe stijl. De buurtwerkers trachten zelf naar de bewoners toe te stappen. Men hoopt

op die manier beter in te spelen op wat er in de buurt gebeurt (Stad Gent, 2004b). Er bestaan nog steeds

buurtwerkingen die vooral vanuit het buurtcentrum werken. Het is dus belangrijk dat men dit in het

achterhoofd houdt bij het bekijken van de resultaten. Dit onderzoek kan vooral opgevat worden als een

voorbeeld en niet als een algemeen geldende richtlijn. Als ik het in de onderstaande analyse heb over

buurtwerk, gaat het over Buurtwerk Gent, maar om praktische redenen verkies ik de term buurtwerk te

hanteren.

2. Analyse van de interviews

In deze analyse start ik met een korte situering van de buurten waarin buurtwerk te werk gaat. De buurt

waarin men werkt kan namelijk van groot belang zijn voor de manier waarop netwerken tussen mensen

tot stand komen. Vervolgens ga ik kort in op de manier waarop deze netwerkvorming gebeurt.

1 Bloemekenswijk, Rabot-Blaisantvest, Muide-Meulestede, Sluizeken-Tolhuis-Ham, Dampoort - Sint-

Amandsberg, Macharius-Heirnis-Scheldeoord, Gentbrugge, Ledeberg, Nieuw Gent-Steenakker, Brugse Poort

Page 44: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

44

Daarna stip ik even het verschil aan tussen oude stijl en nieuwe stijl van buurtwerk. Deze overgang van

oude naar nieuwe stijl zorgde er voor dat de nadruk op sociale cohesie kwam te liggen en is van groot

belang voor de werkwijze van de buurtwerkers. Ik vroeg mij af of de buurtwerkers de missie van

buurtwerk kennen en hoe ze deze invullen.

Ten slotte ga ik in op het hoofdthema van deze masterproef, namelijk de invulling van sociale cohesie. Ik

onderzoek wat volgens de buurtwerkers sociale cohesie is. Vervolgens bekijk ik de invulling die de

buurtwerkers aan sociale cohesie geven. Daarna ga ik na hoe de buurtwerkers sociale cohesie willen

bereiken en sluit ik af met de vraag of sociale cohesie nu effectief bereikt wordt.

2.1. Buurten

2.1.1. Soort buurten

Ik vroeg de buurtwerkers hoe lang ze al als buurtwerker tewerkgesteld waren en of ze steeds in dezelfde

wijk werkten. Dit leek me enerzijds relevant omdat er zo’n vijf jaar geleden een drastische verandering is

doorgevoerd, namelijk de overgang van oude stijl naar nieuwe stijl. Ik behandel dit in deel 2.2.1.

Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de buurt waarin de buurtwerkers tewerkgesteld

zijn, daar sociale cohesie in verschillende buurten op andere manieren kan ontstaan. Hierover weid ik in

dit deel wat meer uit.

De meeste buurtwerkers hadden reeds in verschillende buurten gewerkt. Ik vroeg hen hun huidige buurt

te situeren. De buurten waarin het buurtwerk actief is, zijn hoofdzakelijk gesitueerd in de 19de

eeuwse

gordel. Vijf van de geïnterviewde buurtwerkers benoemen dit als belangrijk kenmerk van hun buurt. Een

aantal buurtwerkers geven aan dat de verloedering in die buurten meestal een gevolg is van de

teloorgang van de industrie.

“Het is een deel van de 19de

eeuwse gordel. Het is allemaal een beetje ontstaan sinds de jaren

1800. Met alle gevolgen voor de ruimtelijke ordening en de huisvesting van dien. Dicht bebouwd,

weinig openbare ruimte. Het is een arbeiderswijk, allemaal fabrieken die er toen kwamen en dat

floreerde allemaal tot in de jaren ’60-’70, wanneer vooral de textielindustrie helemaal in elkaar

gezakt is, dan zijn die wijken allemaal een beetje verloederd.” (Buurtwerker I)

Page 45: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

45

Een buurtwerker geeft aan dat zijn buurt niet in de 19de

eeuwse gordel ligt en dat het buurtwerk in die

wijk nog niet zo lang bestaat. Het buurtwerk is er ontstaan omwille van de kansarmoede, ondanks het

afwezig zijn van industrie en dus het uitblijven van de verloedering door het verdwijnen van de industrie.

Onder andere door de vroegere aanwezigheid van de industrie, kennen de wijken een grote sociale mix.

De verloedering van de wijken zorgde er in de jaren ’60 en ’70 voor dat diegene die door de eerste

migratiestroom naar België kwamen, vooral in deze buurten terechtkwamen. Hierdoor kennen de

meeste buurten heel wat verschillende nationaliteiten. Slechts één buurtwerker gaf aan dat er in zijn

buurt minder migranten woonden.

“(…) en zijn er ook veel mensen van de eerste migratiestroom naar hier gekomen, veel Turkse

bewoners zijn hier komen wonen. De buurt is ook gekenmerkt doordat er een groot deel

maghrebijnen, noord-afrikaanse mensen, wonen. In totaal zijn er hier meer dan 100 verschillende

nationaliteiten.” (Buurtwerker G)

“Het is dus een interessante wijk, met een heel goede mix, maar heel weinig migranten.”

(Buurtwerker F)

Naast het aantal allochtonen blijkt een sociale mix wat betreft arm-rijk sterk aanwezig te zijn in de

buurten. Er wonen zowel kansarmen, als kapitaalkrachtige jonge gezinnen en ouderen. Kansarmen

wonen hier vooral omdat de huizen niet te duur zijn. De oudere bevolking is vooral aanwezig door de

sociale woningbouw.

“Deze buurt is een heel grote mengeling, hier wonen zowel kansarmen, asielzoekers,

allochtonen… Er wonen ook heel wat jonge gezinnen, maar we zitten hier ook met buurten waar

zeer actief hooggeschoolden wonen, zeer progressieve mensen.” (Buurtwerker A)

De belangrijkste oorzaak voor de aanwezigheid van jongeren in deze wijken, is het feit dat de huizen heel

wat goedkoper zijn dan de huizen in het centrum. Daarnaast worden jonge mensen aangetrokken door

het alternatieve, soms wel hippe karakter van de buurten. Tenslotte zorgen ook de

stadsvernieuwingsprojecten (cf. infra) voor een aantrekkingskracht. Deze jonge gezinnen kunnen een

belangrijke kracht vormen voor het nemen van initiatieven en voor het stimuleren van minder

draagkrachtigen.

Page 46: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

46

“Heel wat jongere mensen zijn huizen aan het opknappen. Er komen andere mensen in wonen.

De buurt heeft wel een slechte naam, maar tegelijkertijd eigenlijk ook een beetje een hippe

naam.” (Buurtwerker G)

“We zijn dus een heel diverse wijk, maar wat we wel merken is dat er de laatste jaren opnieuw

wel een instroom van meer blanke middenklasse is, die ook wel bewuster kiezen om hier te

wonen. Dat heeft ook te maken met de opwaardering van de wijk, met het

stadsvernieuwingsproject.” (Buurtwerker I)

Wat de bevolking betreft zijn de buurten niet zo verschillend. Het is wel opvallend dat er zo’n groot

verschil is tussen het aantal organisaties dat per buurt te vinden is. Zo vermelden twee buurtwerkers dat

er amper of geen organisaties in de buurt zijn, terwijl vier andere buurtwerkers zeggen dat er net

opvallend veel organisaties in de buurt aanwezig zijn.

“Ik ben hier waarschijnlijk een van de enige buurtcentra die geen organisaties heeft. Dat heeft

een voordeel maar ook een nadeel, ik moet bijna alles zelf doen. We hebben enkel een

jeugdorganisatie, een kansarmenwerking, de KSA en een schooltje.” (Buurtwerker F)

“Anderzijds wat ook opvalt in de wijk is dat er veel organisaties zitten. Er is goed uitgebouwd

jeugdwerk, de kringwinkel, het wijkgezondheidscentrum, dan ook nog wat resterend

verenigingsleven vanuit de parochie. Ook veel scholen, een brede schoolproject… Er zijn nogal

wat belangrijke grote organisaties en er is een netwerk tussen die organisaties, waardoor er wel

veel gebeurt in de wijk.” (Buurtwerker I)

Tenslotte merkte ik een belangrijke evolutie in een aantal van de buurten, namelijk de opkomst van

stadsvernieuwingprojecten. De buurtwerkers zien het stadsvernieuwingsproject als een positieve

evolutie, daar het, zoals hierboven reeds vermeld, draagkrachtige jonge gezinnen aantrekt en zorgt voor

een opwaardering van de wijk. Een negatief element volgens de buurtwerkers, is dat het

stadsvernieuwingsproject heel lang duurt, veel langer dan voorzien en dat de woningen soms te duur

worden.

“Een andere trend is dat de woningen de laatste vijf jaar enorm duur geworden zijn, omdat de

omgeving enorm opgewaardeerd is. We hebben er een jachthaven bij gekregen, de Sint-baafssite

Page 47: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

47

is volledig gerenoveerd, de woningen zijn gerenoveerd, er zijn parken en pleinen bijgekomen.”

(Buurtwerker E)

“Door het stadsvernieuwingsproject, zijn er een aantal nieuwe parken aangelegd en een aantal

moeten nog aangelegd worden, dat is wel het nadeel van stadsvernieuwing, dat het allemaal

vertraging oploopt, maar er komen wel verschillende groene zones bij. (…) Naast parken, komen

er ook nog heel wat sociale woningen bij. Als alles af is, zal het wel mooi zijn, maar het zal nog

wel een aantal jaren duren.” (Buurtwerker G)

2.1.2. Netwerkvorming in de buurten

De samenstelling van de buurt is zeer belangrijk en beïnvloedt in belangrijke mate de manier waarop de

netwerkvorming gebeurt. Deze netwerkvorming loopt niet altijd vanzelfsprekend en daarom trachten de

buurtwerkers deze te bevorderen. De buurtwerkers geven aan dat de netwerken in de buurt zeer

belangrijk kunnen zijn voor sommige mensen. Anderen hebben hier echter geen nood aan. Volgens de

buurtwerkers mag er niets worden opgedrongen.

“Er zijn mensen die moeilijkheden hebben om samen te leven met hun buren omdat die

bijvoorbeeld van een andere origine zijn. We gaan proberen om die contacten te stimuleren

tussen die verschillende groepen van mensen, zodanig dat ze toch een beetje liever in de buurt

gaan wonen, of ten minste toch gaan accepteren wie hun buren zijn. (…) Er zijn natuurlijk ook

mensen die absoluut niet willen opgenomen worden, die er voor kiezen, dat is dan zo.”

(Buurtwerker A)

Wat opvallend is, is dat de buurtwerkers vooral aandacht schenken aan zwakke banden. Volgens hen

hebben de bewoners vooral nood aan het kennen van hun buren en is vriendschap tussen buren niet

altijd nodig.

“Dat is voor mij de samenhang tussen mensen in de wijk, maar de positieve samenhang. De

samenhang die te maken heeft met meer dan weten hoe mensen eruit zien, maar ook bij elkaar

terecht kunnen, zonder dat te groot te maken. Je moet niet alle dagen bij elkaar koffie drinken.

Maar toch een gevoel van positieve verbondenheid tussen de mensen. Daarom moet je elkaar

zelfs niet eens kennen.” (Hoofd buurtwerk)

Page 48: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

48

Ik ga hier niet verder in op netwerkvorming, daar dit zou overlappen met sociale cohesie. Hierover

kan je meer lezen in het deel over sociale cohesie (cf. deel 5 punt 2.3.2.1).

2.2. Buurtwerk

2.2.1. Oude stijl/nieuwe stijl

Het buurtwerk heeft zo’n vijf jaar geleden radicaal gebroken met zijn oude stijl van werken en

evolueerde naar een nieuwe stijl. Daar deze nieuwe aanpak hoofdzakelijk focust op sociale cohesie, leek

het me belangrijk om de buurtwerkers te vragen naar deze overgang. Een aantal buurtwerkers werkt

slechts een aantal jaar in het buurtwerk, maar ook zij wisten mij wel wat te vertellen over deze

verandering.

Deze evolutie kan beschreven worden als een overgang van aanbodsgericht naar vraaggericht werken. In

de oude stijl vertrok men vanuit een activiteit die men zelf opzette en waarvoor mensen aangetrokken

werden. Daarnaast was er de mogelijkheid tot samenkomen en het verkrijgen van dienstverlening in het

buurtcentrum. Ten slotte werden bewonersgroepen opgericht om te discussiëren over de buurt en

problemen die zij hierin ervaarden. Dit resulteerde in het feit dat de mensen naar het buurtwerk toe

moesten komen. Hierdoor werd vooral een vaste groep bereikt.

“We hadden ook een buurtcentrum, dat hebben we nog altijd. Dat was heel aanbodsgericht, we

boden hier verschillende activiteiten aan die gingen van pannenkoekennamiddag, tot borst-buik-

billen, tot optredens, maar dat was eigenlijk aanbodsgericht en de mensen moesten dan maar

naar ons komen.” (Buurtwerker B)

“Naast die ontmoetingsmomenten had je ook een aantal groepen die mee dachten over de wijk,

dat vind ik toch wel jammer dat we dat nu wat kwijt zijn. Dat is een stuk naar gebiedsgerichte

werking verschoven, maar toch niet echt.” (Hoofd buurtwerk)

In de huidige, nieuwe stijl die buurtwerk momenteel hanteert gaat men naar de mensen toe, door

bijvoorbeeld straatacties te organiseren. Men tracht hen te stimuleren om zelf initiatief te nemen. De

buurtwerkers trachten de initiatieven van bewoners enkel te ondersteunen, in plaats van de activiteiten

zelf op te stellen. Daarnaast worden nog steeds projecten uitgewerkt, zoals buurtfeesten. Deze projecten

Page 49: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

49

kunnen twee doelen dienen. Enerzijds kunnen de mensen elkaar leren kennen en anderzijds leren de

buurtwerkers de bewoners kennen en kunnen ze hen zo aanzetten tot het nemen van initiatief.

“Nu doen wij projecten waarin de mensen kunnen meewerken om iets te realiseren naar sociale

cohesie toe. Dat is het doel, maar we bereiken heel wat andere mensen, zeer verschillende

mensen. We steunen ook bewonersinitiatieven, als er bijvoorbeeld iemand een straatreceptie wil

doen om zijn buren wat beter te leren kennen, dan ondersteunen wij dat, we geven raad, we

werken daaraan mee.” (Buurtwerker H)

Het buurtwerk nieuwe stijl tracht te focussen op het positieve en te vertrekken vanuit krachten in plaats

van klachten. Deze nieuwe manier van werken brengt heel wat voordelen met zich mee. Zo bereikt het

een veel grotere mix van bewoners. De buurtwerkers kunnen op deze manier contact leggen met

mensen die niet gemakkelijk naar het buurtwerk komen.

“Vroeger bereikten we altijd dezelfde mensen, maar als je je richt naar de hele wijk, heb je een

veel breder bereik, heb je ook een meer divers bereik. Als de mensen een engagement op zich

nemen, hebben zij er veel meer baat bij om hun buren te leren kennen, om zo de problemen te

verminderen, want als mensen elkaar kennen, gaan ze makkelijker de problemen oplossen dan

als ze elkaar niet kennen.” (Buurtwerker E)

De nieuwe stijl kent ook een aantal negatieve kanten ten opzichte van vroeger. Zo zijn de

bewonersgroepen die vergaderden over problemen in de wijk, zo goed als helemaal weggevallen.

Daarnaast verdween ook de individuele begeleiding, waardoor mensen soms in de kou blijven staan

volgens een buurtwerker. Er worden nu wel meer mensen bereikt, maar de intensiteit van hen bereiken

is lager geworden. Ten slotte is het buurtcentrum niet meer permanent open en dat is wel een gemis

volgens het hoofd van het buurtwerk.

“Dus dat luik is weg, echt mensen mee inspraak geven, laten participeren over hoe de wijk er

verder moet uit zien, is weg vind ik. Dat is niet meer wat het was.” (Hoofd buurtwerk)

“Je kunt bijvoorbeeld zorgen dat een straat wordt heraangelegd, maar voor echt het individu dat

in die straat woont, kan je weinig doen. We hebben ook geen individuele begeleiding.”

(Buurtwerker B)

Page 50: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

50

Op heel wat vlakken is het buurtwerk een stap vooruit gegaan, maar er zijn nog een aantal zaken waar

aan gewerkt moet worden. Hier wordt constant over nagedacht en het buurtwerk tracht hier een goede

oplossing voor te vinden.

2.2.2. Missie

Naast het verschil in aanpak tussen vroeger en nu, is ook de missie van groot belang bij het werken in

buurtwerk. Deze missie luidt als volgt: ‘Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse

aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te verhogen’. Ik vroeg de buurtwerkers in

hoeverre zij de missie kennen en op welke manier ze deze invullen. Zo was het mogelijk om al een beeld

te krijgen van hun idee omtrent sociale cohesie.

Het is opvallend dat alle buurtwerkers, op twee na, mij bijna letterlijk de missie konden meedelen. Het

blijkt dat veel rond deze missie gewerkt wordt en dat hier veel over nagedacht wordt, zowel in team, als

tussen individuele buurtwerkers. Zo geven drie buurtwerkers aan dat ze hier met verschillende buurten

over in debat zijn.

“We hebben een heel theoretische discussie hierover met de verschillende buurten, maar het is

wel iets interessant. Het is wel belangrijk dat dat meegaat met zijn tijd. De aannames moeten

ook in vraag gesteld worden.” (Buurtwerker G)

Uit de interviews bleek dat de buurtwerkers achter deze missie staan. Twee buurtwerkers gaven aan dat

de missie enerzijds zeer vrij is, dat ze hun creativiteit erin kwijt kunnen, maar dat ze anderzijds binnen

een bepaald kader gesitueerd is, waardoor hun taken niet te ver uitwaaieren. Twee buurtwerkers

vonden echter dat de doelstelling aangepast moet worden. De ene zei dat het woord aandachtswijken te

gedateerd is, terwijl de andere buurtwerker vond dat de term sociale cohesie veranderd moest worden

in positieve sociale cohesie, daar sociale cohesie ook negatieve gevolgen kan.

“Ik vind dat een schitterende doelstelling, omdat die tegelijkertijd vaag is, wat er voor zorgt dat je

zelf daar uw creativiteit en persoonlijkheid in kwijt kan, maar ze is tegelijkertijd ook zeer

specifiek, waarmee ik bedoel dat ze er duidelijk op slaat dat het geen individuele hulpverlening is,

dat we op het niveau van de groepen werken en niet met individuele problematieken bezig zijn.”

(Buurtwerker C)

Page 51: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

51

“Ruzie, conflicten en dergelijke tussen buren is ook een soort van sociale cohesie. Een ding dat

dus zeker gaat veranderen in de tekst is dat we uitgaan van positieve sociale cohesie.”

(Buurtwerker G)

Bij de vraag naar de invulling die de buurtwerkers geven aan deze missie, kwamen twee verschillende

zaken naar boven. Sommige buurtwerkers hadden het vooral over wat ze doen om deze missie te

bereiken, terwijl anderen de focus legden op wat ze willen bereiken door aan deze missie te werken.

Tussen de buurtwerkers blijkt er heel wat eensgezindheid te bestaan. Het belangrijkste is volgens hen

het vormen van netwerken tussen mensen, door enerzijds initiatieven van buurtbewoners te

ondersteunen en anderzijds zelf projecten op te starten. Daarnaast trachten ze met zoveel mogelijk

wijkbewoners samen te werken, om op die manier mensen te leren kennen.

“Het ondersteunen van bewonersinitiatieven is een belangrijk accent, samenwerken met

wijkorganisaties ook. Het betrekken van bewoners bij activiteiten of projecten is ook belangrijk.”

(Buurtwerker E)

Omtrent de beoogde resultaten, blijkt er een unanimiteit te bestaan. Er kunnen drie belangrijke

elementen onderscheiden worden. Zo is er het feit dat er netwerken tussen mensen worden ontwikkeld,

het feit dat ze zich goed voelen in de wijk en dat er een buurtidentiteit ontstaat, waardoor men

verantwoordelijkheid opneemt voor zijn/haar buurt.

“We willen er voor zorgen dat door positieve contacten en netwerken tussen buren mensen zich

beter gaan voelen in de wijk, dat het aangenamer wonen wordt, maar ook dat ze daardoor de

binding met de buurt vergroten en meer verantwoordelijkheid gaan nemen voor de buurt, zich

meer met de buurt gaan identificeren.” (Hoofd buurtwerk)

Tenslotte stelde een buurtwerker dat het voor haar belangrijk is dat er vernieuwende dingen geprobeerd

worden, dat rekening gehouden wordt met de waarden van elke bewoner en dat er geprobeerd wordt

om het imago van de buurt te verbeteren. Het hoofd van de dienst buurtwerk vulde dit nog aan door te

stellen dat, indien de mensen zich betrokken voelen op de wijk, ze zich ook betrokken zullen voelen op

de samenleving en er dus een integratieaspect aanwezig is in het buurtwerk.

Page 52: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

52

2.3. Sociale cohesie

2.3.1. Wat zien zij als sociale cohesie?

Als antwoord op de vraag wat de buurtwerkers als sociale cohesie definiëren, kwam naar boven dat zij

het vormen van netwerken tussen mensen, maar dan vooral netwerken gebaseerd op zwakke banden,

beschouwen als sociale cohesie. Alle buurtwerkers vinden het feit dat mensen bij elkaar terecht kunnen,

dat ze elkaar herkennen en men eens een praatje slaat met elkaar, zonder dat dit overdreven wordt, een

zeer belangrijk element in het werken aan sociale cohesie.

“Ik vind, als je een straatfeest organiseert, dat er wel wat contacten verbeteren. Mensen dragen

zorg voor elkaar, ze weten meer van elkaar, ze doen eens een boodschap voor elkaar. Dat zijn

heel kleine dingen, maar voor mij is dat sociale cohesie. Ze zeggen vaak dat mensen in steden

elkaar niet kennen, wel, als je dat al kan verbeteren, vind ik dat je sociale cohesie al verbeterd

hebt.” (Buurtwerker B)

“Het is ook niet de bedoeling dat mensen elkaar controleren, maar gewoon dat mensen weten

wie naast hun woont, dat moet geen innig sociaal contact zijn. Samen beseffen waar ze wonen

en ook zorg willen dragen voor elkaar, voor de wijk.” (Buurtwerker G)

Een aantal buurtwerkers ging nog wat verder in hun idee omtrent sociale cohesie. Zo vond een

buurtwerker het belangrijk dat mensen engagement opnemen voor hun buurt. Een andere buurtwerker

beschouwde het vinden van herkenningspunten in de verschillen tussen mensen als sociale cohesie. Zo

gaf hij het voorbeeld van het samenbrengen van hondenbezitters. Deze hondenbezitters zijn zeer

verschillend, maar hebben toch een gemeenschappelijk onderwerp waarover ze kunnen praten, namelijk

hun hond. Daarnaast vond deze buurtwerker het ook belangrijk dat deze sociale cohesie gecontinueerd

kan worden, hoewel dit niet altijd mogelijk is.

“Als je die draden die doorheen de wijk lopen van al die verschillende mensen kunt

samenbrengen rond 1 thema…, zoals overmorgen doen wij iets rond de hondenbezitters.”

(Buurtwerker F)

Ten slotte merkte een buurtwerker op dat men moet opletten met het gebruiken van de term sociale

cohesie. Enerzijds wordt deze te pas en te onpas gebruikt. Anderzijds kan sociale cohesie ook negatieve

Page 53: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

53

effecten tot gevolg hebben. Hij is van mening dat er uitgegaan moet worden van positieve sociale

cohesie (cf. 2.2.2).

2.3.2. Invulling sociale cohesie

Daarnet bekeek ik wat de buurtwerkers als sociale cohesie beschouwen. Hieronder zal ik nog een stap

verder gaan en bekijken wat ze dankzij deze sociale cohesie willen bereiken. Ik vroeg hen of ze enkel tot

netwerken willen komen of ook trachten de mensen aan te zetten tot participatie en de leefbaarheid

willen vergroten dankzij sociale cohesie. In wat volgt zal ik drie elementen bespreken, namelijk het

vormen van netwerken, participatievorming en het verbeteren van leefbaarheid.

2.3.2.1. Netwerken

Uit de interviews bleek dat de buurtwerkers gericht zijn op het versterken van netwerken tussen

bewoners als primaire doelstelling. Alle buurtwerkers geven aan dat hun doelstelling netwerkvorming

tussen bewoners is, wat er voor kan zorgen dat mensen op elkaar kunnen rekenen en dat ze zich beter

voelen in de buurt. Door netwerkvorming wordt het ook mogelijk om preventief aan problemen te

werken. Zo kan enerzijds sociale controle ontstaan en anderzijds een vermindering van problemen

optreden. Daarnaast krijgen de bewoners dankzij deze netwerkvorming een groter draagvlak.

“We merken wel dat als we een straatfeest gedaan hebben, het sluikstorten en vandalisme

daalt, omdat de mensen elkaar kennen, er is meer sociale controle.” (Buurtwerker B)

“In eerste instantie (…) is sociale cohesie belangrijk omdat je mensen een draagvlak geeft,

waardoor ze meer kansen krijgen om te functioneren. Ik ben er van overtuigd dat mensen die

zwakker zijn het moeilijker hebben om tot netwerken te komen die hen verder helpen in de

samenleving.” (Hoofd buurtwerk)

Deze zaken reiken al verder dan gewoon netwerkvorming. De buurtwerkers gaan er echter allemaal

vanuit dat je eerst tot netwerkvorming moet komen en dan kunnen bovenvermelde zaken bereikt

worden. Zaken als participatie en leefbaarheid zijn secundaire gevolgen, die wel bereikt worden, maar

die meer tijd vragen. In het volgende deeltje ga ik in op de manier waarop de buurtwerkers denken dat

er toch tot participatie gekomen kan worden.

Page 54: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

54

2.3.2.2. Participatie

Bij de vraag of de buurtwerkers via sociale cohesie aan participatie willen werken, kreeg ik een eenduidig

antwoord. Zij vinden dat participatie een belangrijk gevolg kan zijn van het werken aan sociale cohesie,

maar zij zien dit niet als een prioriteit. Een belangrijk onderscheid dat – al dan niet expliciet – door de

buurtwerkers wordt gemaakt, is het verschil tussen participatie in het beleid, participatie in het

organiseren van activiteiten en participatie als deelname in activiteiten.

De buurtwerkers vinden niet dat participatie in het beleid hun taak is. Volgens hen liggen er veel

bewoners niet van wakker. De bewoners hebben ook het gevoel dat het niet uithaalt als ze zouden

participeren in het beleid. Deze beleidsparticipatie is stilaan verdwenen uit het buurtwerk, daar

bewonersgroepen die vroeger regelmatig vergaderden nu eenmaliger samenkomen (cf. supra). Sommige

buurtwerkers denken wel dat het voor hen mogelijk is om wat ze opvangen in de wijk door te geven aan

het beleid en beschouwen dit als beleidsparticipatie, maar dan op een onrechtstreekse manier.

“Dat is onze taak niet. Participeren in de wijk is iets anders, maar participeren in beleid streven

we niet na, daarvoor zijn er andere diensten. Het is iets dat zeker moet gebeuren, maar wij

luisteren naar hen en geven het aan het beleid door.” (Buurtwerker C)

Daarnaast geven de buurtwerkers aan dat bewoners participeren doordat ze enerzijds mee activiteiten

organiseren en anderzijds deelnemen aan activiteiten. Het mee organiseren van activiteiten gebeurt

grotendeels door draagkrachtige bewoners. Soms werken ook kansarmen mee, maar deze zijn vaak met

meer basale zaken bezig, waardoor ze al gauw afhaken.

“De mensen waarmee wij werken zijn vaak ook de draagkrachtige personen en niet de

kansarmen. Er zijn wel een aantal kansarmen waarmee we werken en dat lukt, maar er is nog

een grote groep armen die we niet bereiken. Die mensen zijn bezig met hun basisbehoeften en

vinden dat wel leuk als er iets georganiseerd wordt en zullen wel komen, maar om zelf iets te

doen, zitten ze vaak teveel in de problemen.” (Buurtwerker B)

Participatie door middel van deelname aan activiteiten gebeurt volgens de buurtwerkers wel veel. Vooral

op straatniveau worden heel veel mensen bereikt, daar dit niveau laagdrempeliger is. Deelname aan

activiteiten kan zowel passief als actief zijn. Onder actief deelnemen, kan het helpen aan de bar, voorzien

Page 55: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

55

van hapjes… begrepen worden. Het passief deelnemen is dan vooral het aanwezig zijn, maar dat is

volgens de buurtwerkers ook participatie.

“Allochtonen gaan zelden trekker zijn van een initiatief, ze zitten soms wel eens in een

voorbereidende groep, maar als er dan gevraagd wordt om hapjes en drankjes te voorzien, gaan

zij daar wel aan meedoen. Er zijn verschillende vormen van participatie, je moet niet direct willen

dat mensen trekker zijn.” (Hoofd buurtwerk)

Het hoofd van het buurtwerk stelde dat de manier waarop vroeger geparticipeerd werd ook belangrijk is

en dat die in de huidige manier van werken ontbreekt. Volgens haar verloopt de manier van werken in

een aantal fases. Het is belangrijk eerst een groter draagvlak te creëren door de kleinschalige

participatie, om daar op verder te bouwen en vaste groepen samen te brengen die nadenken over de

wijk.

Het aantal mensen dat participeert, is dankzij buurtwerk zeker verhoogd. Men wil via sociale cohesie

onrechtstreeks tot participatie komen, maar de huidige vorm van participatie verschilt grondig van de

vroegere. Waar men vroeger vooral in bewonersgroepen nadacht over hoe men de wijk kon verbeteren,

worden er nu netwerken opgebouwd en dankzij deze netwerken participeren de mensen meer aan de

maatschappij zelf. Deze twee vormen van participatie blijken belangrijk. Het buurtwerk zou kunnen

trachten een mix van deze twee te bewerkstelligen, wat echter geen eenvoudig proces is.

2.3.2.3. Leefbaarheid

Een tweede element dat via sociale cohesie verhoogd kan worden, is de leefbaarheid van de mensen in

de buurt. Net als bij participatie, deelden de buurtwerkers deze visie, behalve één van de buurtwerkers.

Zij had het idee dat de leefsituatie van buurtbewoners niet echt verbetert.

“Wat ik wel denk, is dat je niet echt de leefsituatie van mensen kan verbeteren. De mensen

amuseren zich wel, zijn blij dat ze iets kunnen betekenen, maar op het einde van de rit blijven ze

kansarm en dat frustreert mij.” (Buurtwerker B)

De andere buurtwerkers begrepen onder leefbaarheid echter niet zoiets fundamenteels als de

leefsituatie waarin mensen zich bevinden. Zij omschreven het als zich goed voelen in de wijk en bij

andere mensen terecht kunnen. Zij vinden dat dit echt wel verbeterd is in de buurten dankzij het werken

Page 56: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

56

aan sociale cohesie. Volgens hen kan de leefbaarheid verhogen als men zijn buren kent. Daardoor wordt

het mogelijk om op de buren te rekenen en kunnen mogelijke frustraties of problemen omtrent de buurt

op een eenvoudigere manier worden opgelost. De buurtwerkers vinden het belangrijk dat de situatie

leefbaarder wordt. Een buurtwerker vertelde zelfs dat, indien de leefbaarheid niet zou verhogen, hij niet

als buurtwerker zou willen werken.

“Ik denk wel dat de leefbaarheid verbeterd is. Het is natuurlijk een klein druppeltje, maar als

mensen ergens terechtkunnen…” (Buurtwerker F)

“Ik denk dat wel, anders zou ik het niet doen. (…) Maar ik geloof er wel in dat door zo’n dingen te

stimuleren de thuis van mensen zich verruimt, dat het niet alleen hun huis, maar ook hun straat

hun thuis wordt.” (Buurtwerker I)

Er zijn echter twee buurtwerkers die mogelijke nadelen van leefbaarheid benoemen. De ene

buurtwerker zegt dat de omgang met buren niet té intens mag worden, dit kan namelijk fout aflopen.

Het is echter wel goed om je buren te kennen, en op hen te kunnen rekenen.

“Sociale cohesie kan bijdragen tot een betere leefbaarheid, maar het mag niet té zijn. Het kan

wel eens leuk zijn, dat je op je buren kan rekenen voor kleine dingen, maar als er bijvoorbeeld

iemand elke dag aan je deur staat voor een ei, dan is dat niet meer tof.” (buurtwerker G)

De andere buurtwerker stelde dat de verdraagzaamheid in de kan buurt vergroten, wat op zich positief

is. Als daar bijkomt dat de mensen hun zwerfvuil op straat laten rondslingeren, of dat de sociale controle

die vroeger bestond wegvalt, kan dit negatief uitdraaien.

“Over sociale controle bijvoorbeeld. Op het moment dat je je meer op je gemak voelt, verslapt die

controle, omdat je niet meer de nood voelt om te gaan controleren. Ik weet niet of dat nu juist

goed of slecht is…” (Buurtwerker I)

2.3.3. Hoe trachten ze te werken aan sociale cohesie?

Uit het voorgaande bleek duidelijk dat de buurtwerkers veel nadenken over wat sociale cohesie is en wat

ze hiermee willen bereiken. Het is ook belangrijk dat er nagedacht wordt over hoe men aan sociale

cohesie wil werken. Uit de interviews bleek dat de buurtwerkers de bewoners vooral zoveel mogelijk

willen betrekken in hun activiteiten en dat daaruit netwerken ontstaan. Alle buurtwerkers vonden het

Page 57: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

57

makkelijker om bewoners samen te brengen op een kleinschalig niveau. Zo trachten zij bewoners te

leren kennen aan de hand van straatacties en huis-aan-huisbezoeken en willen ze mensen met elkaar in

contact brengen op onder andere straatactiviteiten en buurtfeesten. Twee buurtwerkers vonden het

belangrijk dat mensen samengebracht worden rond een gemeenschappelijke interesse om van daaruit

verder te werken.

“Voor een activiteit kwamen verschillende kunstenaars opdagen die we kenden via twee

kunstenaars en deze twee kunstenaars brachten zo via mond-aan-mondreclame de rest erbij. We

hebben mensen ook bereikt door huis-aan-huisbezoeken. Zo werken we, mensen samenbrengen.”

(Buurtwerker H)

Een buurtwerker vertelde dat de activiteiten op straatniveau van de bewoners zelf komen. Naast het feit

dat ze kleinschaliger zijn, hebben de bewoners die het organiseren meestal al als doel om de andere

mensen te leren kennen.

“Je hebt een verschil in activiteiten natuurlijk. Als die van mensen zelf komen, is dat meestal al

een doel.(…) bewust zijn in welke wijk ze wonen en ze willen op een of andere manier contact

hebben met iedereen die er woont. Dat is, zonder die woorden te gebruiken, dus op zich al een

doel.” (buurtwerker G)

Ten slotte vond een buurtwerker het belangrijk om de straat en zijn potenties en gebreken eerst te leren

kennen zodat hij kan detecteren aan de hand van welke krachten kan samengewerkt worden om zo de

mensen samen te brengen.

“Ik denk dat het begin is om de straat goed te leren kennen, wat zijn de krachten, wat zijn de

problemen, wat zijn de mogelijkheden, zijn er pleintjes, wie zijn de sterke bewoners (…).”

(Buurtwerker C)

2.3.4. Verbetering in de sociale cohesie?

Tenslotte vroeg ik de buurtwerkers of ze verbetering zien in de sociale cohesie. Sociale cohesie op zich is

moeilijk te meten, maar de buurtwerkers vertelden dat ze dit op sommige manieren toch wel konden

toetsen. Drie buurtwerkers merkten op dat de mensen elkaar (her)kennen en dat de sfeer gemoedelijker

geworden is in de wijk.

Page 58: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

58

“Nu nog komen er een 20-25tal vrouwen samen en ze koken samen en ze maken nu van dat

tafelkleed spreien en kussens en ze verkopen dat voor het goede doel. (…) Die vrouwen kenden

elkaar niet en nu zijn dat vriendinnen geworden.” (Buurtwerker H)

Vier buurtwerkers gaan af op de reacties die ze krijgen van mensen die volgens hen zeer positief zijn. Ze

beseffen echter wel dat deze reacties zeer subjectief zijn.

“We hebben natuurlijk ook maar twee ogen en we lopen niet altijd op straat, maar we krijgen

enorm veel reacties van mensen die gestart zijn met straatfeesten bijvoorbeeld, die zeggen wel

van, sinds wij dat doen, spreekt iedereen tegen elkaar, geven de mensen elkaar goeiedag.”

(Buurtwerker A)

Twee buurtwerkers trachten het aantal bewonersinitiatieven te meten en merken op dat deze elk jaar

toenemen. Volgens hen vergroot de sociale cohesie ook omdat er meer bewonersinitiatieven zijn.

“We weten wel dat het aantal bewonersinitiatieven enorm toegenomen is en dat er meer

netwerken ontstaan zijn. Logisch brengt dit met zich mee dat er ook veel meer contacten zijn.”

(Buurtwerker E)

Tenslotte is er een buurtwerker die de mate van sociale cohesie toetst aan de mate waarin de bewoners

hem herkennen. Hij vertelt dat bijna iedereen in de wijk hem kent en volgens hem bestaan er heel wat

netwerken in de buurt.

Het hoofd van het buurtwerk merkte op dat de vergroting in sociale cohesie niet enkel aan buurtwerk te

danken is. Volgens haar is deze vergroting van sociale cohesie een tendens die in alle steden bezig is. Het

buurtwerk kan daar aan bijdragen, maar is zeker niet de enige actor die van belang is.

“Je ziet echt wel een kanteling en wij hebben die mee ondersteunt en mee mogelijk gemaakt,

maar die kanteling was wel bezig.” (Hoofd buurtwerk)

Tenslotte kunnen we afsluiten met een citaat van een buurtwerker waaruit blijkt dat het buurtwerk goed

werkt, maar dat er nog heel wat werk aan de winkel is:

“Maar we zijn er nog lang niet. Vroeger was het doel van de sociale sector om zichzelf overbodig

te maken, maar daar zijn we van afgestapt, want dat kan gewoon niet.” (Buurtwerker G)

Page 59: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

59

2.4. Conclusie

We kunnen concluderen dat de buurtwerkers wel degelijk nadenken over de missie van het buurtwerk

en de invulling die sociale cohesie krijgt. De overgang van oude naar nieuwe stijl speelt hier een

belangrijke rol in, daar de nieuwe stijl een radicale breuk inhoudt met de vroegere manier van werken.

Men gaat nu veel meer naar de mensen toe in plaats van te werken vanuit het buurtcentrum. Dit zet de

buurtwerkers aan tot nadenken.

Wat sociale cohesie betreft, hebben alle buurtwerkers ongeveer hetzelfde idee. Zij vinden dat sociale

cohesie vooral het vormen van netwerken op basis van zwakke banden inhoudt. Deze sociale cohesie

kan wel een aantal gevolgen hebben. Naast deze gevolgen blijkt dat de buurtwerkers het vormen van

netwerken als primaire doelstelling zien, samen met het verhogen van leefbaarheid. Participatie wordt

als een secundair gevolg gezien. Onder deze participatie begrijpen buurtwerkers dat bewoners

activiteiten mee organiseren en eraan deelnemen. Participatie aan beleid vinden zij niet hun taak. Zij

vinden dat dit eerder is weggelegd voor andere diensten.

Tot slot blijkt dat de buurtwerkers sociale cohesie vooral willen verbeteren door te werken op een

kleinschalig, laagdrempelig niveau om zo mensen samen te brengen. Deze manier is volgens de

buurtwerkers effectief.

Er kan dus besloten worden dat er in de verschillende buurtwerkingen over sociale cohesie wordt

nagedacht. De buurtwerkers vinden dat ze goed werk leveren, maar beseffen ook dat er nog werk aan de

winkel is.

Page 60: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

60

Deel 6 Discussie

In dit deel zal ik de literatuur aan de uit de interviews verkregen informatie koppelen. Eerst zal ik ingaan

op het niveau van de buurt, meer specifiek de netwerkvorming en gentrificatie in deze buurten.

Vervolgens bespreek ik buurtwerk. Ik bekijk hun huidige missie en vergelijk deze met hun vroegere

missie en met samenlevingsopbouw. Tot slot heb ik het over sociale cohesie. Ik bekijk de verschillen en

gelijkenissen tussen de literatuur en de praktijk betreffende de definiëring van sociale cohesie en de

invulling ervan.

1. Buurten

1.1. Netwerkvorming

De buurt is momenteel een belangrijk interventieniveau. Dit blijkt zowel uit de literatuur als uit de

interviews. De buurt is een belangrijke plaats waar vormingsprocessen van de sociale identiteit en

levenskansen ontstaan (Forrest & Kearns, 2001). Het is logisch dat in het buurtwerk de buurt centraal

staat en de buurtwerkers geloven dat zij kunnen helpen in het vormen van sociale cohesie. Voor heel

wat mensen is de buurt een belangrijk socialisatiekader (De Visscher, 2008, in Desmet et al., 2008). Het

blijkt echter wel dat sommige bewoners hier geen nood aan hebben. Deze zoeken hun netwerken verder

dan de buurt (Forrest & Kearns, 2001) of leven gewoon graag wat geïsoleerder.

Bij het ondersteunen van de vorming van netwerken, blijken de buurtwerkers vooral de nadruk te leggen

op zwakke banden tussen bewoners. Volgens hen is het belangrijk dat buren elkaar kennen. Ook in de

literatuur wordt de nadruk gelegd op het vormen van zwakke banden. Deze kunnen zorgen voor een

groter netwerk, aangezien het mogelijk is om meer banden te vormen (Hipp & Perrin, 2006). Daarnaast

hebben Forrest & Kearns (2001) het over het feit dat zwakke banden bruggen kunnen slaan tussen

verschillende groepen en dat lossere banden volgens Kennett & Forrest (2006) de verbinding leggen met

de sociale wereld buiten de buurt. Deze laatste twee elementen komen niet expliciet naar voor bij de

buurtwerkers. Voor hen is het belangrijk dat de bewoners elkaar herkennen, op elkaar kunnen

vertrouwen, zonder dat daar echte vriendschap uit voort moet vloeien.

Page 61: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

61

Naast netwerkvorming bleek ook gentrificatie een belangrijk fenomeen te zijn in de buurten waar

buurtwerk tewerk gesteld is.

1.2. Gentrificatie

Gentrificatie, het aantrekken van middenklassers naar de (binnen)steden (Lees, 2000; Veldboer, 2006),

kreeg niet zoveel aandacht in de literatuurstudie. Na het interviewen van de buurtwerkers bleek dit

echter een belangrijk fenomeen. De buurtwerkers beschouwen de komst van jonge, kapitaalkrachtige

gezinnen als een belangrijke, positieve evolutie. Enerzijds renoveren zij vaak huizen en zorgen zij voor

een opwaardering van de wijk. Anderzijds zijn deze gezinnen vaak initiatiefnemer en brengen ze meer

leven in de wijk.

Volgens de buurtwerkers kunnen deze gezinnen de sociale cohesie versterken. Daarnaast zouden de

gezinnen volgens de literatuur aanzwengelaars zijn van de stedelijke economie en katalysatoren voor

sociale mobiliteit (Smets, 2006; Veldboer, 2006), maar dit vermeldden de buurtwerkers niet. In de

literatuur wordt het proces van gentrificatie weleens beschreven als mogelijks negatief, doordat het

sociale verdringing zou kunnen teweegbrengen, maar de buurtwerkers hebben het enkel over de

positieve kanten van de komst van jonge, kapitaalkrachtige gezinnen.

2. Buurtwerk

2.1. Missie buurtwerk

De missie van buurtwerk kreeg doorheen zijn geschiedenis een aantal verschillende invullingen. Zo werd

het oorspronkelijk gezien als een kansarmenwerking die moest bijdragen tot sociale en culturele

verheffing van de buurtbewoners (Samenlevingsopbouw Gent, 2003), waarbij de nadruk lag op sociale

hulp- en dienstverlening (Verbeke en Anthone, in Desmet et al., 2008). Later ging men over naar

buurthuizen, waar de emancipatie van arbeiders centraal stond (Destoop, 2007). Door maatschappelijke

evoluties veranderde men van aanpak en lag de focus op slechte woon- en leefomstandigheden in

stedelijke volkswijken. Hiervoor werden bewoners georganiseerd, waardoor er vooral aan

democratisering en beleidsbeïnvloedende actie werd gedaan (Verbeke en Anthone, in Desmet et al. ,

2008). Vervolgens werd het buurtcentrum een activiteitencentrum en ontmoetingsplek waar men

trachtte in te spelen op problemen en noden van bewoners. De huidige missie is sinds 2005 van

Page 62: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

62

toepassing. Men gaat hierbij uit van buurtwerk nieuwe stijl, waarbij men tracht sociale cohesie te

bereiken door te vertrekken van krachten in plaats van klachten (Debruyne, 2009).

De missie van buurtwerk heeft dus al enige fasen doorlopen. Het probleem met de huidige missie, is dat

deze een verenging zou kunnen inhouden ten opzichte van de vroegere missie. Vroeger ging men uit van

participatie, democratisering…, terwijl men nu vooral kijkt naar het realiseren van sociale cohesie om zo

de leefbaarheid te verbeteren. Uit de interviews bleek dat vooral de beleidsparticipatie aan de kant

geschoven wordt. De buurtwerkers schenken wel aandacht aan participatie door deelname en

organisatie van activiteiten, maar de beleidsparticipatie, waarbij bewoners inspraak hebben in

bijvoorbeeld de inrichting van de buurt, laten de buurtwerkers over aan andere diensten.

Het diensthoofd van het buurtwerk zegt dat het jammer is dat deze vorm van participatie verdwenen is.

Ze vertelt dat er vroeger bewonersgroepen bestonden en dat deze heel effectief waren. Ze wil graag dat

deze participatie terug in het buurtwerk komt, maar wel op een andere manier dan vroeger. Het moet

op een of andere manier mogelijk zijn om deze participatie terug te krijgen. De buurtwerkers staan

namelijk dicht bij de bewoners. Hierdoor hebben zij de mogelijkheid om de bewoners te organiseren tot

groepen die nadenken over de buurt en hun bedenkingen formuleren naar onder andere het beleid toe.

Het zou dus goed zijn om hier in het buurtwerk over na te denken.

Daarnaast wordt minder op kansarme groepen gefocust. Het buurtwerk tracht de hele buurt als

doelgroep te betrekken, waar men vroeger vooral op kansarmen gericht was. Enerzijds is dit een

positieve evolutie. Zoals heel wat buurtwerkers zeggen, worden er nu veel meer bewoners bereikt. Er

zijn naast de kansarme groepen ook andere groepen die het buurtwerk nodig hebben. Anderzijds bestaat

de kans dat door deze aandacht voor alle bewoners, de kansarme groepen uit de boot vallen. Dit is een

element waar men zeker aandacht aan moet schenken bij het werken in de buurt.

Een positieve evolutie die waargenomen kan worden, is het feit dat de netwerken tussen bewoners

effectief verbeteren. Er zijn heel wat meer initiatieven en door op straatniveau te werken, worden de

activiteiten heel wat laagdrempeliger. Dankzij deze netwerken gaan de bewoners zich beter voelen in de

buurt. Dit is volgens veel buurtwerkers een eerste stap in de goede richting.

Page 63: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

63

2.2. Buurtwerk vs. Samenlevingsopbouw

Samenlevingsopbouw vertrekt vanuit een sociaal-agogische invalshoek. Zij gaan op zoek naar de

problemen en noden die leven in de buurt en trachten hier, samen met de bewoners, een oplossing voor

te vinden. De opbouwwerkers trachten lokale samenlevingsverbanden te mobiliseren, om bij te dragen

aan een oplossing van een probleem. Samenlevingsopbouw is dus sterk probleemgericht (Baert, 2008; in

Desmet et al., 2008). Uit de interviews bleek dat buurtwerk niet probleemgericht is. Zij willen vertrekken

vanuit krachten in plaats van klachten. De vraag die men zich hierbij kan stellen, is of er dan niet voorbij

gegaan wordt aan de problemen die bestaan in de buurt. Sociale cohesie is een mooie doelstelling en als

men dit kan bereiken, zal de leefbaarheid in de buurt zeker verbeterd worden. De vraag die zich echter

stelt is of men door enkel aan die sociale cohesie te werken de bestaande problemen kan oplossen.

Een van de manieren waarop samenlevingsopbouw te werk gaat, is het mee laten denken en beslissen

van bewoners over problemen (Baert, 2008; in Desmet et al., 2008). In buurtwerk tracht men ook om de

bewoners mee te laten participeren, de bewoners worden gevraagd om activiteiten alleen of met hulp

van de buurtwerkers te organiseren. Hetgeen vroeger wel aanwezig was en nu lijkt te zijn verdwenen,

zijn de bewonersgroepen die nadachten over de wijk. Er zijn een aantal buurtwerkers die het hier over

hebben en uit de interviews bleek dat zij het belangrijk vonden dat de bewoners de ruimte voor eigen

inbreng kregen. Een aantal buurtwerkers vind het nodig dat bewoners terug meer zouden kunnen

participeren. Zij zouden dit wel op een andere manier willen organiseren. Hoe ze dit juist zouden doen,

weten ze echter nog niet. Het is belangrijk dat buurtwerk hier blijft over nadenken. Zij werken namelijk

op het perfecte niveau om heel wat bewoners te bereiken en samen te krijgen. Wat daarnaast wel

opvalt, is dat de meeste buurtwerkers vinden dat er eerst sociale cohesie moet bereikt worden,

vooraleer men tot participatie kan komen. Bij het vragen naar participatie, waren er zelfs een aantal

buurtwerkers die naar andere diensten verwezen. Door naar deze andere diensten te verwijzen, bestaat

de kans dat deze participatie uiteindelijk door niemand tot zijn takenpakket gerekend wordt.

Naast het probleemgerichte karakter van de projecten van samenlevingsopbouw, hebben deze projecten

ook een meer structurele dimensie. Men wil effectief oplossingen zoeken voor de problemen en noden

die zich voordoen. Deze oplossingen moeten ingebed worden in de context en structureel zijn (Baert,

2008; in Desmet et al., 2008). Zoals één van de buurtwerkers aangeeft, is dit een element dat ontbreekt

in buurtwerk. Buurtwerkers gaan projecten opzetten, maar ze kunnen deze vaak niet langer dan een

Page 64: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

64

bepaalde periode begeleiden. Als ze het aan de bewoners overlaten, bestaat de kans steeds dat de

initiatieven gaan verwateren en uiteindelijk verdwijnen. De buurtwerker die dit aanhaalde, zei dat hij dit

heel jammer vindt, maar dat er vaak niets aan te doen is, doordat ze bijvoorbeeld enkel middelen krijgen

voor nieuwe projecten. Door het feit dat ze aan sociale cohesie werken en de problemen niet altijd bij

hun oorsprong aanpakken, bestaat de kans daarnaast dat net door deze problemen de bereikte

netwerken terug verdwijnen.

We kunnen dus concluderen dat de missie van buurtwerk nog niet op punt staat. Het buurtwerk moet

geen samenlevingsopbouw worden, maar het is wel belangrijk dat men naast het werken aan sociale

cohesie, niet vergeet dat er ook problemen kunnen ontstaan op buurtniveau. In sommige buurten is

geen samenlevingsopbouw aanwezig. Daar is het zeker nodig dat op een structurele manier over

participatie en probleemoplossing wordt nagedacht. In buurten waar samenlevingsopbouw wel

aanwezig is, blijft het belangrijk om hier aandacht aan te schenken. In deze buurten is het echter

mogelijk om terug te koppelen naar samenlevingsopbouw en men mag dit dan ook niet vergeten te

doen.

3. Sociale cohesie

3.1. Definiëring

In mijn literatuurstudie ga ik uit van de definitie van de Raad van Europa (2005), daar deze

veelomvattend is. Deze definitie legt zowel de nadruk op het vormen van netwerken, als op het recht op

participatie, toegang tot rechten voor iedereen… Volgens deze definitie is het van belang om rekening te

houden met alle stakeholders die in het proces betrokken zijn.

Als deze definitie naast de omschrijving van de buurtwerkers gelegd wordt, zien we dat de buurtwerkers

niet zo ver gaan. Zij leggen hoofdzakelijk de nadruk op het vormen van netwerken tussen mensen. Ze

geloven wel dat sociale cohesie een aantal gevolgen kan hebben, zoals preventie van problemen en een

veiligheidsgevoel.

Sociale cohesie betekent volgens hen het feit dat mensen samen ‘plakken’ in een geheel (Chan, To &

Chan, 2006). Chan, To & Chan (2006) geloven dat er drie criteria bestaan voor sociale cohesie, namelijk

vertrouwen, behulpzaamheid en mogelijkheid tot samenwerking tussen de bewoners/leden van de

Page 65: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

65

gemeenschap, het hebben van een gedeelde identiteit of een gevoel er bij te horen in de samenleving en

ten slotte het feit dat deze voorgaande subjectieve gevoelens zich manifesteren in objectieve

gedragingen (Chan, To & Chan, 2006). Uit de interviews bleek dat deze drie elementen van groot belang

zijn voor de buurtwerkers. Naast deze drie criteria worden ook de drie elementen van binding die Raspe

& Foolen (2003, in de Boer et al., 2003) aanhalen teruggevonden.

Zij hebben het over drie elementen van binding, namelijk de vitaliteit die kan verbeteren door het

aanspreken van de aanwezige capaciteiten, het vertrouwen dat mensen kunnen krijgen doordat

verwachtingen ingelost worden en waardoor mensen relaties aangaan en ten derde de

verantwoordelijkheid die mensen opnemen voor hun buurt (Raspe & Foolen, 2003, in de Boer et al.,

2003). Het eerste element, namelijk de vitaliteit van een buurt, is iets dat meerdere malen terugkomt.

De buurtwerkers geven aan dat de buurt waarin ze werken leeft en dat mensen tevredener zijn over hun

buurt dankzij buurtactiviteiten. Ten tweede is vertrouwen belangrijk, wat minder eenvoudig te meten is.

Het feit dat volgens de buurtwerkers de mensen elkaar beginnen te kennen en dat vertrouwen uit

relaties voortvloeit, geeft wel aan dat de verwachtingen van mensen ingelost worden en dat de mensen

vertrouwen krijgen in buurtwerk en in elkaar. Tenslotte kan uit deze relaties voortvloeien dat bewoners

verantwoordelijkheid opnemen voor hun buurt. Dit is een zeer belangrijk element in buurtwerk. Zeer

veel buurtwerkers geven aan dat zij het belangrijk vinden dat de bewoners deze verantwoordelijkheid en

daarnaast ook engagement voor de buurt opnemen.

De opmerking van een buurtwerker dat sociale cohesie zou moeten omschreven worden als positieve

sociale cohesie is van groot belang. Sociale cohesie kan ook op een negatieve manier worden ingevuld.

Het kan zorgen voor uitsluiting en verdeling (Bernard, 1999; Forrest & Kearns, 2001; Kennett & Forrest,

2006) en kan net de basis vormen van misdaad, in plaats van misdaad te voorkomen (Pahl, 1991). Bij het

werken aan sociale cohesie mogen er geen aparte groepen gevormd worden, waardoor mensen

uitgesloten of geïsoleerd worden. Uit de interviews bleek wel dat de buurtwerkers steeds trachten een

zo divers mogelijk publiek aan te spreken.

3.2. Invulling sociale cohesie

De invulling die het buurtwerk aan sociale cohesie geeft, is een combinatie van een enge en een brede

invulling. De enge invulling legt vooral de focus op relaties, netwerken tussen mensen. Deze netwerken

worden zoveel mogelijk uitgediept om te komen tot gemeenschapsvorming (Soenen, 2006). Sociale

Page 66: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

66

cohesie handelt dan over het alledaagse leven en het belang van routines hierin (Forrest & Kearns,

2001). De buurtwerkers stellen dat hun primaire doelstelling het vormen van netwerken is. Deze vorming

is volgens hen belangrijk omdat ze ervoor kan zorgen dat mensen bij elkaar terechtkunnen en zich

vertrouwd voelen in de wijk. Daarnaast kunnen deze netwerken er voor zorgen dat frustraties sneller

uitgesproken en uitgeklaard worden. Volgens het hoofd van het buurtwerk worden de gewone relaties al

te vaak onderschat en zouden ze meer kunnen opleveren dan men zou denken.

Naast het vormen van netwerken vinden de buurtwerkers het belangrijk dat de bewoners tot participatie

kunnen komen en dat de leefbaarheid vergroot dankzij de ontstane netwerken. Zij zien dit echter als een

secundaire doelstelling. Bij de invulling van de Raad van Europa (2005) komen participatie en verhoging

van de leefbaarheid op de eerste plaats. Het is hun bedoeling om de mensenrechten te verbeteren via

onder andere collectieve participatie en erkenning van de nood aan diversiteit. Deze invulling is dus

verschillend van die van het buurtwerk. Het gevolg van sociale cohesie wordt echter bij allebei op een

gelijkaardige manier beschreven. De Raad van Europa (2005) stelt dat sociale cohesie het gevoel kan

creëren erbij te horen, van vertrouwen en zekerheid en dat het de leefomstandigheden kan verbeteren

en cruciaal is voor de economische ontwikkeling. Naast participatie, wat buurtwerk eerder ziet als gevolg

van sociale cohesie dan als onderdeel ervan, geeft het buurtwerk ook de andere gevolgen aan die de

Raad van Europa aanhaalt. Enkel over het verbeteren van de economische ontwikkeling wordt niet

gepraat.

Een ander verschil tussen de invulling van de Raad van Europa en de invulling die buurtwerk geeft aan

sociale cohesie heeft betrekking op participatie. Daar waar de Raad van Europa (2005) het vooral heeft

over beleidsmatige participatie, focust het buurtwerk zich op participatie aan de organisatie van en

deelname aan activiteiten. De buurtwerkers vinden beleidsmatig participeren wel belangrijk. Zij vinden

dit enerzijds de taak van andere diensten en anderzijds denken zij dat het bijna niet mogelijk is om

bewoners beleidsmatig te laten participeren indien er nog geen sociale cohesie bestaat. Zij hebben het

idee dat de mate waarin participatie bestaat in fases verloopt, waarbij participatie aan activiteiten een

eerste stap is. Er wordt door de buurtwerkers echter nog zeer weinig aandacht geschonken aan

beleidsparticipatie. Zij verwijzen vooral naar andere diensten hiervoor (cf. supra).

Page 67: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

67

Deel 7 Conclusie

Aan de basis van deze masterproef lag de vraag wat de invulling is van sociale cohesie in het buurtwerk

en of deze invulling een verenging inhoudt, enerzijds ten opzichte van de vroegere missie en anderzijds

tegenover de missie van samenlevingsopbouw.

We kunnen concluderen dat de invulling die in buurtwerk gegeven wordt aan sociale cohesie een

combinatie is van een enge en een brede invulling. De buurtwerkers willen hoofdzakelijk netwerken

tussen buurtbewoners versterken. Op dit vlak kunnen we dus de enge invulling terug vinden. Wat betreft

de brede invulling zien we een aantal gelijkenissen en een aantal verschillen met diegene die de Raad

van Europa (2005) geeft. Zo willen de buurtwerkers de leefbaarheid in de buurt verbeteren, preventief

tegen problemen optreden… aan de hand van sociale cohesie. Ze gaan echter niet zo ver als de Raad van

Europa. De Raad van Europa geeft ook nog economische vooruitgang en beleidsparticipatie aan als

elementen van sociale cohesie en de buurtwerkers zien dit niet onmiddellijk als element of gevolg van

sociale cohesie.

Als we dan kijken of de invulling van sociale cohesie enger geworden is ten opzichte van de vroegere

missie, zien we dat er zowel een verenging als een verbreding optreedt. Vooral op vlak van participatie

en het bereiken van kansarme groepen wordt de missie enger ingevuld. Er worden nu echter meer

bewoners bereikt en er kan ook een grotere sociale cohesie opgemerkt worden in de wijk.

We zien ook dat de missie van buurtwerk enger is dan deze van samenlevingsopbouw en dit vooral op

vlak van het structureel aanpakken van problemen.

We kunnen dus stellen dat er heel wat vooruitgang is ten opzichte van vroeger, maar dat men er nog

lang niet is. Het is belangrijk dat er blijft nagedacht worden over de missie en doelstellingen die men wil

bereiken. Door de missie af te zetten ten opzichte van die van samenlevingsopbouw, wordt het mogelijk

om de doelstellingen in een ander perspectief te zien.

Tenslotte zal ik nog een paar beperkingen van het onderzoek aangeven en een paar aanbevelingen doen

voor verder onderzoek en voor de praktijk.

Door de beperkte tijd was het niet mogelijk om alle buurtwerkers te bevragen. Ik trachtte dit zoveel

mogelijk te compenseren door een zo divers mogelijke groep buurtwerkers te bevragen. Dit was echter

Page 68: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

68

niet altijd mogelijk, daar er in sommige buurten buurtfeesten of andere grote projecten op stapel

stonden en zij dus geen tijd hadden om mij te ontvangen. Daardoor heb ik niet uit elke buurtwerking een

buurtwerker kunnen bevragen. Daarnaast zou het interessant geweest zijn om medewerkers en

coördinatoren te bevragen. Dit zou echter een andere vragenlijst en dus een andere analyse gevraagd

hebben en dit bleek niet mogelijk.

Het was jammer dat ik dit onderzoek binnen een jaar niet kan herhalen. Het is namelijk zo dat men nu

opnieuw bezig is met het overdenken van de missie. Men is een werkgroep aan het oprichten, die tegen

volgend jaar vorm zou krijgen. Hierdoor zullen de buurtwerkers op dat moment al meer nagedacht

hebben over sociale cohesie. Dit zou echter ook een nadeel kunnen inhouden. Indien zij al een aantal

keer hadden samengezeten, zouden de antwoorden waarschijnlijk meer op elkaar afgestemd zijn. Het is

namelijk zo dat de buurtwerkers momenteel vrij onafhankelijk van elkaar antwoordden. Vermoedelijk

kreeg ik nu een oprechtere respons op mijn vragen.

Een laatste belangrijke beperking is het feit dat dit onderzoek beperkt was tot buurtwerk Gent. Het gaat

hier over een stedelijke buurtwerking die zich reeds als buurtwerk nieuwe stijl profileert. Dit zorgt er

voor dat ik slechts één bepaalde visie van het buurtwerk krijg. Indien ik verschillende buurtwerkingen

tegenover elkaar zou plaatsen, zou ik waarschijnlijk een meer divers en veralgemeenbaar resultaat

krijgen.

Tot slot wil ik graag een aantal aanbevelingen voor verder onderzoek en voor de buurtwerkers

meegeven. Allereerst zou men er goed aan doen om alle buurtwerkers, medewerkers en coördinatoren

te bevragen. Nu heb ik slechts acht buurtwerkers en het diensthoofd geïnterviewd. Hoewel ik tot een

interessante conclusie kwam, zou het een meerwaarde bieden om alle buurtwerkers, maar ook de

medewerkers en coördinatoren te bevragen. Deze hebben misschien een andere mening over dit

onderwerp. Vervolgens zou men deze respondenten kunnen vragen wat zij als uitkomst zien voor het

probleem. De onderzoeker kan dan bekijken in welke mate dit mogelijke oplossingen zijn.

In het buurtwerk is men constant bezig met het bevragen en aanpassen van de doelstelling. Een reflectie

door middel van onderzoek kan er voor zorgen dat bepaalde elementen, zoals beleidsparticipatie, niet

vergeten worden. Een herhaling van het onderzoek binnen een paar jaar zou nuttig zijn.

Aan de buurtwerkers wil ik allereerst meegeven dat ik het zeer interessant vind waarmee ze bezig zijn.

Daarnaast is het positief dat ze de werking voortdurend bevragen. Het zou goed zijn als de werkgroep

Page 69: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

69

waarmee ze bezig zijn concreter gemaakt wordt en dat er zeker van elke buurtwerking een buurtwerker

betrokken wordt.

Vervolgens is het belangrijk dat ze niet alleen nadenken over wat sociale cohesie is, maar ook over wat

de mogelijke invullingen hier van zijn, wat oorzaken en gevolgen zijn van sociale cohesie…. Ten slotte

blijft participatie een belangrijk thema en zou het goed zijn als dit terug op de voorgrond verschijnt.

Bewoners hadden vroeger iets aan de bewonersgroepen, dus indien deze op een of andere manier terug

zou kunnen verwezenlijkt worden, zou dit waarschijnlijk een stap vooruit zijn.

Page 70: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

70

Bibliografie

Schriftelijke bronnen

Baarda, D., de Goede, M., & Teunissen, J. (2001). Hoe registreer en analyseer ik mijn gegevens? In D.

Baarda, M. de Goede, & J. Teunissen, Kwalitatief onderzoek (pp. 167-198). Groningen: Wolters-

Noordhoff.

Baert, H., Desmet, A., Bouverne-De Bie, M. & Verbeke, L. Handboek Samenlevingsopbouw in Vlaanderen

(pp. 357-376). Brugge: Die Keure.

Bernard, P. (1999). CPRN Discussion Paper. Social Cohesion: A Critique. Ottawa: Canadian Policy Research

Networks.

Blokland-Potters, T. (1998). Wat stadsbewoners bindt. Sociale relaties in een achterstandswijk. Kampen:

Kok Agora.

Boudry, L., Cabus, P., Corijn, E., De Rynck, F., Kesteloot, C., & Loeckx, A. (2003). De eeuw van de stad:

Over stadsrepublikeinen en rastersteden. Brugge: Die Keure.

Bouverne-De Bie, M. (2004). Sociale agogiek. Gent: Academia Press.

Bridge, G. (2002). The Neighbourhood and Social Networks. Bristol & Glasgow: ESRC Centre for

Neighbourhood Research.

Chan, J., To, H.-P., & Chan, E. (2006). Reconsidering social cohesion: developing a definition and

analytical framework for empirical research. Social Indicators Research , 75, 273-302.

Council of Europe. (2005). Concerted development of social cohesion indicators. Methodological guide.

Stasbourg: Council of Europe Publishing.

Craig, G. (2007). Community capacity-building: Something old, something new...? Critical Social Policy ,

27 (3), 335-359.

de Boer, N., Broekman, H., Kagie, P., Sprinkhuizen, A., & De Wild, J. (2003). Heel de buurt gebundeld. Een

staalkaart van vier jaar buurtgericht investeren. Utrecht: NIZW.

Page 71: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

71

Debosscher, T. (2007). Sociale cohesie in een interculturele context. Welwijs , 18 (1), 20-22.

Dekker, K., & Bolt, G. (2005). Social cohesion in post-war estates in the Netherlands: differences between

socioeconomic and ethnic groups. Urban Studies , 42 (13), 2447-2470.

Desmet, A., Baert, H., Bouverne-De Bie, M., & Verbeke, L. (Red.). (2008). Handboek Samenlevingsopbouw

in Vlaanderen. Brugge: Die Keure.

Destoop, L. (3 december 2007). Dienst Buurtwerk, thuis in je buurt. Gent.

Durose, C. (2009). Front-line workers and 'local knowledge': neighbourhood stories in contemporary UK

local governance. Public Administration , 87 (1), 35-49.

Forrest, R. (2004). Who Cares About Neighbourhoods? ESRC Centre for Neighbourhood Research.

Forrest, R., & Kearns, A. (2001). Social Cohesion, Social Capital and the Neighbourhood. Urban Studies ,

38 (12), 2125-2143.

Galster, G. (2001). On the nature of neighbourhood. Urban Studies , 38 (12), 2111-2124.

Hautekeur, G. (2005). Community Development in Europe. Community Development Journal , 40 (4),

385-398.

Heylen, K., Tratsaert, K., & Winters, S. (2007). Leefbaarheid en de rol van toewijzing in de Vlaamse sociale

huisvesting. Brussel: Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.

Hipp, J. R., & Perrin, A. (2006). Nested Loyalties: Local Networks' Effects on Neighbourhood and

Community Cohesion. Urban Studies , 43 (13), 2503-2523.

House of Commons. (2004). Social Cohesion. Sixth Report of Session 2003-04. London: The Stationery

Office Limited.

Jenson, J. (1998). Mapping Social Cohesion: The State of Canadian Research. Ottawa: Canadian Policy

Research Networks.

Kearns, A., & Forrest, R. (2000). Social Cohesion and Multilevel Urban Governance. Urban Studies , 37 (5-

6), 995-1017.

Page 72: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

72

Kearns, A., & Parkinson, M. (2001). The significance of neighbourhood. Urban Studies , 38 (12), 2103-

2110.

Kennett, P., & Forrest, R. (2006). The neighbourhood in a European context. Urban Studies , 43 (4), 713-

718.

Kivisto, P. (2004). Key ideas in sociology. Second edition. California: Sage Publications.

Lees, L. (2000). A reappraisal of gentrification: towards a ‘geography of gentrification’. Progress in

Human Geography , 24 (3), 389-408.

Loopmans, M. (2008). Buurtbeleid en sociale cohesie: een Antwerpse sage. Opbouwwerk Brussel , 24

(93), 22-30.

Lowndes, V., & Sullivan, H. (2008). How low can you go? Rationales and challenges for neighbourhood

governance. Public Administration , 86 (1), 53-74.

Maso, I., & Smaling, A. (1998). Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Boom.

Meegan, R., & Mitchell, A. (2001). 'It's not community round here, it's neighbourhood': neighbourhood

change and cohesion in urban regeneration policies. Urban Studies , 38 (12), 2167-2194.

Mercken, C. (2002). Een buurt vol verhalen: Integratie van generaties en culturen door

buurtreminiscentie. Utrecht: NIZW.

Middleton, A., Murie, A., & Groves, R. (2005). Social capital and neighbourhood that work. Urban Studies

, 42 (10), 1711-1738.

Noll, H.-H. (2002). Towards a European System of Social Indicators: Theoretical Framework and System

Architecture. Social Indicators Research , 58, 47-87.

Padmos, B. (2001). De scriptiesupporter. Een doeltreffende aanpak van je scriptie. Leuven: Garant.

Pahl, R. E. (1991). The search for social cohesion: from Durkheim to the European Commission. Archives

européennes de sociologie , 32 (2), 345-360.

Schuyten, G. (2004). Modellen van empirisch onderzoek 1. Kwalitatief onderzoek. Gent: Universiteit Gent.

Page 73: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

73

Segers, J. (1999). Methoden voor de maatschappijwetenschappen. Assen: Van Gorcum.

Shaw, M. (2008). Community development and the politics of community. Community Development

Journal , 43 (1), 24-36.

Smets, P. (2006). Living apart or together? Multiculturalism at a neighbourhood level. Community

Development Journal , 41 (3), 293-306.

Soenen, R. (2006). Het kleine ontmoeten. Over het sociale karakter van de stad. Antwerpen: Garant.

Van Dale. (2005). Praktijkwoordenboek Nederlands. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie.

Van Ruysseveldt, J., & van Hoof, J. (1996). Sociologie en de moderne samenleving. Maatschappelijke

veranderingen van de industriële revolutie tot in de 21ste eeuw. Amsterdam: Boom.

Veldboer, L. (2006). Op zoek naar de voorbeeldige middenklasse. Sociologie , 2 (3), 288-301.

Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs.

Amsterdam: Boom onderwijs.

Vincke, J. (2004). Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering. Gent: Academia Press.

Vorst, H. C. (1982). Gids voor literatuuronderzoek in de sociale wetenschappen. Amsterdam: Boom

Meppel.

Wilkinson, D. (2007). The multidimensional nature of social cohesion: psychological sense of community,

attraction, and neighboring. American Journal of Community Psychology , 40, 214-229.

Wilmot, S. (1997). Ethics of Community Care. London: Cassell.

Internetbronnen

Balthazar, T. (2008). Beleidsnota buurtwerk 2008-2013. Thuis in je buurt. Opgeroepen op 16 februari

2009, van

http://www.gent.be/docs/Departement%20bevolking%20en%20Welzijn/Dienst%20Buurtwerk/beleidsn

ota%20buurtwerk.pdf

Page 74: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

74

Debruyne, P. (2009). Buurtwerk nieuwe stijl. Opgeroepen op 12 maart 2009, van

http://www.tienstiens.org/node/374

Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen, (2008). Strategische veiligheids- en preventieplannen: Het

instrument voor een stedelijk integraal veiligheidsbeleid?. Opgeroepen op 14 mei 2009, van

http://doks.katho.be/do/record/Get?dispatch=view&recordId=SKAT4028bb001930bd6501197f7f2d9f03

b4

Novy, A., Moulaert, F., & Beinstein, B. (2008). Existential field 12. Social cohesion and the city as a whole.

Opgeroepen op 31 Maart 2009, van Social polis:

http://www.socialpolis.eu/index.php?option=com_content&view=article&id=94:ef-12-social-cohesion-

and-the-city-as-a-whole&catid=112:existential-fields&Itemid=99

Samenlevingsopbouw. (2009). Wat doen we. Opgeroepen op 16 februari 2009, van

http://www.samenlevingsopbouw.be/site/portal.php?page=portal_watdoenwe

Samenlevingsopbouw Gent. (2003). Meerjarenplan 2003-2008. Opgeroepen op 11 maart 2009, van

http://samenlevingsopbouwgent.be/publicaties/Meerjarenplan2003-2008.pdf

Samenlevingsopbouw Gent. (2009). Samenlevingsopbouw in Vlaanderen: geschiedenis. Opgeroepen op

12 maart 2009, van http://samenlevingsopbouwgent.be/samen/geschiedenis.htm

Stad Gent. (2004a). Buurtwerking nieuwe stijl. Opgeroepen op 12 maart 2009, van

http://www.gent.be/gent.htm?id=VRAGENUUR&rec=115147

Stad Gent. (2004b). Buurtwerk nieuwe stijl. Dienst aan huis. Opgeroepen op 2 mei 2009, van

http://www4.gent.be/gent/bestuur/stadsmagazine/0412/pdf/09_10_STAD_DEC_2004.pdf

Stad Gent. (2009). Dienst Buurtwerk. Opgeroepen op 2 mei 2009, van

http://www.gent.be/eCache/THE/2/181.cmVjPTQzOTkz.html

Universiteit van Amsterdam. (2009). Encyclopedie van de Antropologie: mechanische solidariteit.

Opgeroepen op 14 April 2009, van

http://www2.fmg.uva.nl/encyclopedie_antropologie/index.cfm?doc=mechanische%20solidariteit

Page 75: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

75

Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. (2009). Sociaal kapitaal: investeren in gemeenschappen.

Opgeroepen op 15 april 2009, van http://www.vig.be/content/pdf/LG_sociaal_kapitaal.pdf

Vzw Parol. (2009). Doel. Opgeroepen op 26 februari 2009, van http://www.parol.be/

Page 76: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

76

Bijlagen

I: Richtvragen interview 79

II: Twee voorbeelden van interviews

- Interview buurtwerker 80

- Interview diensthoofd buurtwerk 86

Page 77: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

77

Richtvragen interview

Daar sociale cohesie centraal staat in de doelstelling van buurtwerk, leek het mij nuttig om dit eens te

onderzoeken. In mijn onderzoek ga ik op zoek welke invulling sociale cohesie krijgt in het buurtwerk.

1. Hoe lang bent u al buurtwerker?

2. Wat voor soort buurt werkt u hier in, kan u deze kort situeren?

3. Zijn er veel personen die naar het buurtwerk toe komen, die deelnemen aan de activiteiten van

buurtwerk?

4. Wat is volgens jou de doelstelling, de missie van buurtwerk?

5. Wat versta jij onder deze missie, op welke manier vul jij deze in?

De missie is: ‘Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de

levenskwaliteit van de bewoners te verhogen’.

6. Herken je deze missie in jullie werk?

7. Deze missie staat sinds enkele jaren centraal. Kan je je herinneren hoe het daarvoor was? Wat

stond toen centraal in jullie werking?

8. Wat versta je onder het begrip sociale cohesie, dat centraal staat in de missie?

9. Hoe werken jullie aan sociale cohesie, staan jullie activiteiten in het teken van sociale cohesie?

10. Zoniet, wat willen jullie dan wel bereiken met jullie activiteiten?

11. Wat tracht je te bereiken door te werken aan sociale cohesie?

12. Vind je het belangrijk dat je aan de hand van sociale cohesie ook tot meer participatie en

emancipatie van de bewoners kan komen, of wil je vooral aan de relaties tussen bewoners

werken?

13. Zie je effectief verbetering in de sociale cohesie? Heeft het buurtwerk effecten op de relaties

tussen bewoners?

Page 78: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

78

Voorbeelden interview

Interview buurtwerker

Het interview zal gaan over de invulling van sociale cohesie in het buurtwerk. Ik ga eerst enkele

verkennende vragen stellen, om daarna meer specifiek in te gaan op sociale cohesie

Hoe lang bent u al buurtwerker en werkte u steeds in deze buurt?

Ik ben hier al 6 jaar buurtwerker. Daarvoor werkte ik in Sluizeken

Kan je de buurt eens situeren?

Dit is een buurt in ontwikkeling. Ze is in volle groei. Je hebt twee grote stukken van deze wijk. Deze wijk

is zeer groot en ik bedien maar een klein derde.

De andere kant van de spoorweg wat het sjieke van deze wijk en deze kant was de kansarme wijk,

minder migranten wel. Hier was een haven, die bloeide. Dat is afgetakeld met de teloorgang van de

Keizerspoort, maar die kleine woningen zijn wel gebleven. Er was een verouderde en verarmde

populatie. De laatste jaren is dit omgekeerd. Blijkbaar zijn de woningen in van deze wijk tegenover de

rest van Gent wel heel betaalbaar en er zijn veel nieuwe gezinnen komen wonen, tweeverdieners die

over het algemeen ook gestudeerd hebben, met kleine kinderen.

Ik heb dat vorig jaar ook gemerkt op een initiatief waarbij in een dertigtal straten straatrecepties worden

gehouden en dan kan je heel goed zien wat de doorsnede van de populatie is. Dan zie je dat er enorm

veel jonge mensen bijgekomen zijn.

Ook met de ontwikkeling van de arbeidssite, dat wat vroeger een fabrieksterrein, dat zijn allemaal

bedrijventerreinen geworden, ze gaan daar ook een nieuw park aan leggen. Dat is allemaal veranderd de

laatste vijf jaar. Ik ben net buurtwerker geworden als dit zich allemaal in gang heeft gezet.

Het is dus een interessante wijk, met een heel goede mix, maar heel weinig migranten. Er is nog een

restje oudere mensen.

Page 79: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

79

Zijn er veel mensen die naar het buurtwerk toekomen en deelnemen aan activiteiten?

Wat is veel… ik zal eerst het buurtwerk van vroeger eens situeren. Vroeger kozen wij ervoor om als

buurtcentrum ons als peiler in de wijk te plaatsen en de mensen naar ons toe te laten komen. Daar zijn

wij vijf jaar geleden radicaal mee gebroken. We hebben er echt voor gekozen om terug naar de mensen

toe te gaan, van ons in de wijk te positioneren, naar de straten, naar de plaatsen waar mensen aanwezig

zijn, want die vroegere keuze van die grote buurtcentra met al die activiteitjes op de klassieke leest

geschoeid, dat had niet altijd het gewenste resultaat. Af en toe had je een schot in de roos met die

activiteit, maar evengoed kon je er totaal naast zitten.

Met echt straatacties te gaan doen en de mensen er echt te betrekken in die nieuwe manier van werken,

die ondertussen eigenlijk al niet echt nieuw meer is, want ze is ondertussen al meer dan vijf jaar in

voege, hebben we echt wel ontdekt dat als je de mensen zelf laat participeren en je brengt het

buurtwerk naar hen toe, dat dat echt wel werkt. Die straatacties zijn op vijf jaar tijd enorm geboomd.

Waar dat vroeger eerder sporadisch was, is dat nu eerder ons manier van werken. Wij doen ook veel

meer huisbezoeken, kleine projecten, wijkoverschrijdend, waarbij we zoveel mogelijk mensen betrekken.

Mijn manier van werken is meestal zo dat ik een aanbod doe dat aanleunt bij iets dat hen zou kunnen

interesseren. Ik toets dat bij een aantal ankerpunten die ik heb in de wijk, diegene die het initiatief

sowieso steunen en dan test ik dat dus of dat iets zou kunnen zijn voor de buurt. Iedereen in buurtwerk

vult dat op zijn eigen manier in, ik geloof nogal in socio-culturele projecten. Vorig jaar is dat bijvoorbeeld

geresulteerd in een opvoering van een toneelstuk, waarbij alles behalve het schrijven van het stuk door

de buurtbewoners gedaan werd.

Als er een bewoner komt met een idee, kijk ik of er plaats voor is. We werken dus meer naargelang de

bewoners, dan dingen droppen in de wijk. Het is ook de bedoeling dat mensen in de wijk het zelf maken.

Het is niet meer zo dat wij met iets afkomen en je slikt het of slikt het niet. Het is beter dat ze zelf iets

aanbrengen, maar ze moeten daarvoor wel wat engagement aangaan en dat moet je hen een beetje

leren, een beetje stimuleren.

Wat is volgens u de missie van het buurtwerk en op welke manier vul je die in?

Ik ken die niet van buiten.

Page 80: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

80

De missie is ‘Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit

van de bewoners te verhogen’.

Eigenlijk zou die missie al wat bijgestuurd worden, want wat zijn aandachtswijken… Het is jammer dat je

daar nu mee afkomt, want moest je volgend jaar hetzelfde interview doen, dan zou die missie al

gewijzigd zijn. We zijn nu met de dienst aan het nadenken of die missie wel klopt, maar dat is nog in volle

voorbereiding nu. We zijn een paar keer daar voor samen geweest en in juni komt daar de eerste

neerslag van naar voor.

Aandachtswijken is een term die van vroeger komt, we zeiden wel aandachtswijken, wijken uit de 19de

eeuwse gordel, dan bestond het buurtwerk Gentbrugge niet, dat was geen 19de eeuwse wijk. We zijn er

van terug gekomen, want de echte kansarme die bereik je toch niet, die sluiten zichzelf een beetje op, in

die zin dat ze toch niet naar activiteiten komen, want die zijn zeer beschermd. Je gaat die ook

stigmatiseren als je die uit zijn kot gaat trekken. Er zijn ook wel veel andere mensen die behoefte hebben

aan buurtwerk, zonder dat dat echt duidelijk is. Ook de modale jan met de pet, de dokter, de

universitair… Die hebben altijd wel iets aan het buurtwerk. Daardoor hebben we ook een grote

verscheidenheid aan publiek, we werken niet alleen met jongeren, niet alleen met senioren en soms zal

dat eens iets zijn dat senioren naar toe gaan en soms zal de jonge tweeverdiener eens komen. Het hangt

er een beetje van af.

Wat versta jij onder sociale cohesie?

Bonding en bridging zoals ze zeggen. Iedereen is verschillend, maar in die verschillen vind je ook veel

gelijkenissen. Als je die draden die doorheen de wijk lopen van al die verschillende mensen kunt

samenbrengen rond 1 thema, zoals overmorgen doen wij iets rond de hondenbezitters. Je ziet die

mensen die hier wandelen met hun hond stoppen om met elkaar te babbelen, dus zo kwamen wij op het

idee om de hand als bindingsmiddel te gebruiken. Er zullen heel veel mensen met elkaar kennis maken

dankzij hun hond. Zo kunnen de mensen eens praten over hun hond, over de wijk…

De meeste van onze activiteiten zijn ontmoetingsactiviteiten, omdat wij dat nog altijd een van de

belangrijkste dingen vinden, mensen moeten elkaar meer ontmoeten. De meeste doen dat spontaan,

maar er zijn er dan die een zetje nodig hebben en zo kan je zoeken naar bepaalde interesses, dat

versterkt die sociale cohesie.

Page 81: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

81

Wat ik ook belangrijk vind is, dat als er een kern van sociale cohesie is, je dit probeert te continueren. Dat

is een beetje jammer, want de dingen die wij in gang steken, kunnen wij niet blijven opvolgen. Op een

bepaald moment moet je dat lossen. Dan is het aan de kracht van de groep om dat verder te zetten. Zo

willen mensen dat toneelstuk opnieuw spelen, maar er is geen budget voor en ik mag niet elk jaar

hetzelfde doen. Dan moet je zoeken naar middelen dat mensen zelf subsidies kunnen krijgen ofzo. In het

begin kan je dat nog wat ondersteunen, maar na een tijdje moet je dat loslaten. Dat is wel jammer, want

als er niet de juiste mensen inzitten om dat te trekken, dan verwatert dat.

Wil je met sociale cohesie tot netwerkvorming komen of wil je door die sociale cohesie ook mensen

aanzetten tot participatie aan het beleid, emancipatie, verbetering van de leefbaarheid…?

Ook, allemaal. Niet alles tegelijk natuurlijk, maar het kan er bij komen. In de eerste plaats moet je zorgen

dat die netwerken sterk genoeg zijn, dat is op zich al een opgave, participeren is nog een stapje verder.

Dat lukt deels, je merkt dat wel. Alles hangt af van mensen en als je een paar goede mensen hebt, dan

kan dat goed lukken. Zo zei een bewoner gisteren nog tegen mij dat een goede buur belangrijker is dan

familie. Familie woont wat verder, ik heb veel meer aan mijn buren, want dat worden dan vrienden en

dat vind ik schitterend, als je elkaars deur dan niet plat loopt, vind ik dat heel goed. Je merkt dat wel dat

die paar figuren die aan het zeel trekken, die trekken de rest mee en dat wordt dan zo’n beetje een

buurtcomité op zichzelf en als die dan van buurtwerken ook faciliteiten meekrijgen en ruimte en zaal en

ondersteuning… dan vinden ze dat heel leuk en willen ze nog een stapje verder gaan. Er is een straat die

uit zichzelf dit jaar al heel wat voorstellen heeft gedaan. Dat komt van een paar mensen.

Het hangt allemaal aan elkaar, een keer ze de smaak te pakken hebben, zeggen dat is leuk, we willen nog

eens iets zo doen, en dan komen ze zelf met een voorstel. Je moet er ook wel de tijd en ruimte voor

laten om ze zelf hun ding te laten doen, ook al lukt het niet van de eerste keer. Ik heb zelfs liefst dat er

kleine initiatieven vanuit straten komen dan dat wij het altijd moeten bedenken of organiseren. Het zou

natuurlijk leuk zijn moest dat in elke straat kunnen. Maar dankzij dat systeem van die multirecepties, ben

ik er toch in geslaagd van in een paar jaar tijd, van de 53 straten, toch 30 straten heb waar ik minstens

een ankerpunt heb dat ik kan aanspreken. Waar ik kan aanvragen of zij iets kunnen doen voor hun straat,

of zij willen gaan bussen, eens bij de mensen willen gaan aanbellen. Vroeger moest ik dat allemaal zelf

doen. Dat moet je zoeken, zo een paar ‘chiefs’ hebben van de straat.

Page 82: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

82

Voor zo een mensen is dat goed dat buurtwerk bestaat. Anderen liggen daar niet wakker van. Er zijn heel

veel mensen die ik tegenkom, die zeggen, ik weet dat wel zijn, maar mijn netwerk is groot genoeg en ik

heb nu al geen tijd. Die komen dan misschien wel eens om mee na te denken op een brainstorm ofzo,

dat zijn dan de denkers, die willen dan wel eens hun zeg doen.

Verbetert de leefbaarheid ook?

Materieel gezien is de leefbaarheid sowieso al verbeterd, maar daar heb ik geen verdienste aan, dat is de

stad Gent die daar verdienste aan heeft. De wijk is volledig vernieuwd.

Ik denk wel dat de leefbaarheid verbeterd is. Het is natuurlijk een klein druppeltje, maar als mensen

ergens terecht kunnen… Voor sommigen is dat ook een vrijetijdsbesteding. Zo hebben we twee keer in

de week, dinsdag- en donderdagnamiddag, het zijn natuurlijk bijna allemaal senioren, wordt er door

bewoners zelf, volledig zelfstandig, dat wordt dus niet meer gedragen door het buurtwerk, het is wel

ontstaan uit het buurtwerk van vroeger, nog altijd de cafetaria gedaan en komen zij kaarten, een taartje

eten… 1 keer in de maand maken ze ook iets klaar om te eten. Een kleine kern zo, die zie je dan alleen

maar op die dingen, die komen niet naar andere dingen. Er zijn er natuurlijk ook bij die naar alles komen.

Ik ben hier waarschijnlijk een van de enige buurtcentra die geen organisaties heeft. Dat heeft een

voordeel maar ook een nadeel, ik moet bijna alles zelf doen. We hebben enkel een jeugdorganisatie, een

kansarmenwerking, de KSA en een schooltje. Er zitten een heleboel wijkorganisaties net buiten de wijk.

En het OCMW zelf dat hier in het gebouw zit. Daar proberen we wel dingen mee te doen, maar ik kan

niet echt zeggen dat er veel zijn. In andere buren bulkt het van de organisaties zijn. Dat zou soms

makkelijk zijn, want zij kunnen uw programma ook opvullen.

Zie je dat de sociale cohesie effectief verbetert?

Dat denk ik wel, ik kan dat toetsen aan de wijze waarop ze mij herkennen. Als je met de mensen praat,

zijn er toch wel positieve signalen. Er gebeurt meer dan vroeger en er gebeuren anderen dingen. De

meeste mensen houden wel van die nieuwe stijl dat ze veel inbreng hebben enzo. Ik ga nog een stapje

verder gaan volgend jaar en meer infomomenten organiseren waarbij ze zelf hun ding mogen zeggen. Ik

ga proberen ze een stuk van de programmatie laten meebepalen. Dat is soms moeilijk, want je gaat echt

zeer veel verschillende meningen krijgen, dat gaat echt moeten gestuurd worden, maar ik geloof echt in

het principe van de democratie. Ik denk ook dat daar heel veel leuke ideeën uit kunnen voortvloeien. Het

Page 83: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

83

is natuurlijk ook lastig, je moet met heel wat meer rekening houden. Als er zo een aantal zeggen, dat

zouden we echt zien zitten, misschien wel dingen waar ik niet zou op komen. Als er zo bijvoorbeeld 15

zeggen dat zij echt een rommelmarkt willen, dan organiseren we dat. Voor sommige mensen is dat een

goede bron van sociale cohesie. Als daar behoefte aan is, dan doe ik dat, maar dat kan je natuurlijk

alleen maar weten als je het hen vraagt. Maar je gaat misschien evenveel tegenstanders hebben.

We doen ook aan ludieke promotie zodat de mensen ons echt wel leren kennen.

Een nadeel is het OCMW hier in het gebouw, we hadden nooit gedacht dat dat in ons nadeel zou kunnen

werken. Mensen willen niet met het OCMW geassocieerd worden en komen niet naar het buurtwerk.

Vroeger dachten wij altijd dat je zoveel mogelijk organisaties in een gebouw moest steken, dan moeten

de mensen niet ver gaan, dan kan de doorstroom van het OCMW naar hier gebeuren en omgekeerd,

maar dat gebeurt dus niet. Vooral de senioren hebben daar problemen mee.

Het is hier trouwens ook geen goede locatie, het had centraal in de wijk moeten liggen.

Page 84: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

84

Interview diensthoofd buurtwerk

Het interview zal gaan over de invulling van sociale cohesie in het buurtwerk. Ik ga eerst enkele

verkennende vragen stellen, om daarna meer specifiek in te gaan op sociale cohesie

Was u vroeger buurtwerker en hoe lang bent u al hoofd van dienst buurtwerk?

Ik ben begonnen als buurtwerk in 1983, maar ik was daarvoor al twee jaar vrijwillig buurtwerk, maar in

praktijk verschilde de inhoud van het werk niet veel. Ik ben zo’n 16 jaar geleden verantwoordelijke

geworden voor de dienst. Eerst als stafmedewerker, dan als dienstchef en dan als directeur, al

naargelang de grootte van de dienst.

Zijn er veel mensen die naar het buurtwerk toekomen en deelnemen aan activiteiten?

Ik heb het gevoel dat de meeste mensen weten dat er buurtwerk is, maar of de mensen daarnaartoe

komen… Ik denk dat er nog altijd maar een klein ‘spieke’ bereikt wordt. Het is nu wel een verschil. Met

de huidige manier van werken is het niet zo dat de mensen naar het buurtwerk moeten komen, maar dat

er straatactiviteiten zijn en ik heb wel de indruk dat de opkomst op die straatactiviteiten vrij hoog ligt.

Daar participeert toch ongeveer de helft van de straat op een of andere manier aan.

Maar moest je een enquête doen in de wijk en vragen of ze iets te zien hebben met buurtwerk, want ik

weet zelfs niet of mensen altijd denken aan buurtwerk bij die straatactiviteiten, denk ik dat we met 20 %

zouden hoog scoren. Ik ben daar nog niet zo enthousiast over.

Wat is volgens u de missie van het buurtwerk en op welke manier vul je die in?

We gaan via sociale cohesie de leefbaarheid verhogen. We willen er voor zorgen dat door positieve

contacten en netwerken tussen buren mensen zich beter gaan voelen in de wijk, dat het aangenamer

wonen wordt, maar ook dat ze daardoor de binding met de buurt vergroten en meer

verantwoordelijkheid gaan nemen voor de buurt, zich meer met de buurt gaan identificeren. Als zij een

positief beeld hebben op de buurt, verhoogt dat ook het beeld dat zij op zichzelf hebben.

Het ander luik is dat als je je betrokken voelt op de buurt, voel je je ook betrokken op de samenleving en

het heeft dus ook een integratie-aspect.

Kan je iets vertellen over buurtwerk oude stijl ten opzichte van nu?

Page 85: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

85

Het grote verschil is dat we puur vanuit het gebouw werkten en daar een groep bewoners op betrokken,

die mee een aantal activiteiten organiseren, waarmee je al vaste activiteiten krijgt, zoals

buurtmaaltijden, hobbynamiddagen…. Zo vaste dingen die altijd terugkomen.

Je bereikt daardoor snel een vaste groep die als vrijwilliger meewerkt en die toch een gesloten karakter

heeft. In praktijk zijn dit de jongbejaarden. Dat is ook de generatie die zich in continue dingen het meest

engageert. Het nadeel is dat die mensen activiteiten organiseren die zij zelf leuk vinden en ze trekken

dus ook dat soort achterban aan. Dat werd wel eens doorbroken door een buurtfeest en een activiteit

die buurtwerk zelf opzette, maar toch bleef dat bij een beperkte groep. Naast die

ontmoetingsmomenten had je ook een aantal groepen die mee dachten over de wijk, dat vind ik toch

wel jammer dat we dat nu wat kwijt zijn. Dat is een stuk naar gebiedsgerichte werking verschoven, maar

toch niet echt. We hadden een groep die werkte rond samenleving, in theorie bestonden deze die de

helft uit allochtonen bestond en de helft uit autochtonen, die samen naar oplossingen voor de

problemen zochten. Het idee van Temmerman (toen burgemeester) was dat als we samen een oplossing

zoeken, gaat het ook een oplossing zijn die voor beide partijen goed is. In praktijk is vergaderen in zo een

context voor allochtonen niet evident. Je had wel een groep die nadacht hoe de wijk rond intercultureel

samenleven verbeterd kon worden. Wat je ook vaak had, was een groep die rond propere wijk werkte en

je had ook een bewonersgroep die rond de plannen in de wijk meedacht, stadsplannen, verkeersituaties

die veranderden… Dat waren zo wat vaste groepen die ook een keer per maand samen kwamen.

In de oude stijl werkten wij met nogal vaste groepen, die samen iets voorbereidden of rond de

problematiek in de wijk werkten en vaste ontmoetingsaanbod. Heel sterk aanbodsgericht en heel sterk

vanuit het gebouw, behalve het buurtfeest ging vrijwel alles door in het gebouw. Behalve als je geen

gebouw had, zoals op Macharius, waardoor zij altijd zowat in de stijl werkten waarin wij nu werken.

Rond 2000 vonden wij dat wij een veel te beperkt publiek bereikten en zijn we gaan zoeken om dat open

te breken en zijn we meer outreachend gaan werken, meer de straat op. Ook veel meer gaan zorgen dat

het initiatief van de mensen zelf kwam, zodat wij het niet voor hen gaan organiseren, maar dat de

bewoners de dingen zelf gaan organiseren. Ook meer voor kleine gebieden van de wijk, niet voor heel de

wijk, maar ook voor een straat, een huizenblok…

Wat wij toen probeerden, wat de bewoners in de zaal deden, dat dit zelfstandig zou worden, dat werkte

niet echt, je moet daar nog altijd een zekere ondersteuning aan bieden. En toch ook blijven zoeken dat

Page 86: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

86

we andere partners aantrokken die dingen in de zaal kwamen doen, waardoor we een aantal partners

een stek in huis gegeven hebben. Waar wij vroeger alleen het opbouwwerk en de interculturele sector

mee in huis namen, hebben we dat breder opengetrokken en hebben we ook sociaal-artistieke

projecten, een spelotheek... binnen gepakt in buurtcentrum en dat aanbod wat open getrokken. Dat is

echter niet helemaal gelopen zoals we gedacht hadden. We hadden eigenlijk gehoopt dat we meer

partners gingen vinden die een aanbod gingen doen in onze zalen. Zover staan we nog niet, er is nog wel

wat werk.

Ik vind nog altijd dat het centrum permanent zou moeten open zijn, dat er vanalles moet gebeuren, dat

er permanent onthaal zou zijn. Voor dat onthaal dachten we dat we dat konden delen met de mensen in

huis, maar dat is dus ook niet gelukt. Het omgekeerde is gebeurd, het OCMW is mee in het gebouw

getrokken en wij doen het onthaal van het OCMW, dus we hebben onszelf eerder belast dan het

omgekeerde.

Nu werken we dus vooral in de wijk zelf, daar gaat de meeste aandacht naar.

Was er ook geen individuele begeleiding vroeger?

Ja dat was ook een van de peilers.

Als je mensen nu dingen zelf laat doen, heb je dan niet het idee dat er vooral draagkrachtige mensen op

af komen?

Het klopt niet helemaal dat we de mensen het zelf laten doen. Enerzijds heb je mensen die met vragen

naar het buurtwerk komen en die we ondersteunen. Anderzijds gaat de buurtwerker ook naar straten

die hij minder kent en probeert via heel laagdrempelige dingen de bewoners te bereiken. Dat kunnen

huis aan huis huisbezoeken zijn, maar het kan evengoed zijn dat hij er een tafel zet en mensen uitnodigt

om bij te komen zitten. Ze zorgen dat ze contacten krijgen in de straat en dan gaan ze daar in die straat

mensen zoeken die samen iets willen opzetten in die straat. We gaan zelf naar de mensen toe om hen te

motiveren om iets op te zetten.

Blijft nog altijd dat als het een straat is waar de draagkrachtigen de activiteiten voorbereiden, dat naar

aanbod het aanbod niet verminderd is. Het buurtcentrum zat vroeger ook niet vol met die lagere klasse,

terwijl nu, als je het in eigen straat doet, ga je die mensen wel bereiken. Ze komen naar het aanbod, ook

al zullen ze misschien niet mee participeren. Je hebt ook graden van participeren. Allochtonen gaan

Page 87: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

87

zelden trekker zijn van een initiatief, ze zitten soms wel eens in een voorbereidende groep, maar als er

dan gevraagd wordt om hapjes en drankjes te voorzien, gaan zij daar wel aan meedoen. Er zijn

verschillende vormen van participatie, je moet niet direct willen dat mensen trekker zijn.

Ik ben wel overtuigd dat wij nu een veel gemixtere groep bereiken dan vroeger. En ook dat we in aantal

meer mensen bereiken, maar de intensiteit van hen bereiken is wel lager.

Wat begrijp jij onder sociale cohesie?

Dat is voor mij de samenhang tussen mensen in de wijk, maar de positieve samenhang. De samenhang

die te maken heeft met meer dan weten hoe mensen eruit zien, maar ook bij elkaar terecht kunnen,

zonder dat te groot te maken. Je moet niet alle dagen bij elkaar koffie drinken. Maar toch een gevoel van

positieve verbondenheid tussen de mensen. Daarom moet je elkaar zelfs niet eens kennen. Je kunt

mensen kennen van ziens en het gevoel hebben van ja wij wonen in dezelfde straat dus we hebben een

zekere verbondenheid en als er zich dan eens iets voordoet, zul je die persoon sneller aanspreken omdat

je een gevoel hebt dat je er een verbondenheid mee hebt.

Wat wil je bereiken door te werken aan sociale cohesie? Echt enkel die netwerken of wil je dankzij die

netwerken ook komen tot mogelijkheden tot participatie, emancipatie, verbeteren van de leefbaarheid in

buurten?

De verschillende dingen samen. In eerste instantie, dat vind ik, maar ik heb de indruk dat we in het

coördinatieteam elk verschillende nadrukken leggen, is sociale cohesie belangrijk omdat je mensen een

draagvlak geeft, waardoor ze meer kansen krijgen om te functioneren. Ik ben er van overtuigd dat

mensen die zwakker zijn het moeilijker hebben om tot netwerken te komen die hen verder helpen in de

samenleving. Als wij hen kunnen, door op klein niveau de klassiekere netwerken te doorbreken en er

voor zorgen dat die zwakkere ook contacten krijgen met mensen die wel sterkere netwerken hebben en

hun zo kunnen meepakken, helpen, vind ik dat al een heel goede zaak als we dat bereiken.

Daarnaast is het ook zo dat die netwerken bedoeld zijn om de betrokkenheid op de buurt te verhogen en

de veiligheid in de buurt te verhogen. Te zorgen dat mensen elkaar rapper aanspreken bij overlast, dat

de zorg voor de wijk daardoor groter wordt en dat mensen zelf initiatieven gaan nemen om zelf

activiteiten op te zetten die het leuker maken in de wijk.

Page 88: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

88

De twee sporen lopen samen, maar ik merk dat binnen de dienst de nadruk bij de ene meer ligt op het

emancipatorische en bij de andere meer op de burgerplicht.

Qua financiele steun hebben we ook de twee. We hebben het stedenfonds die het meer heeft over een

leefbare stad, het aangenaam wonen voor mensen en dan heb je het VECO die het vooral heeft over

veiligheid en dergelijke.

Het is goed dat we aan de slag gaan met mensen die zelf initiatieven opzetten, maar dat ons opdracht

eigenlijk is te gaan kijken waar mensen het niet zelf aan kunnen om die te ondersteunen. Dat vindt de

schepen. We moeten blijven zorgen dat dat luik voldoende opgenomen worden.

Zie je dat de sociale cohesie effectief verbetert?

Ik vind dat frappant, maar dat zal niet alleen buurtwerk zijn. Achteraf zien we wel dat we mee gegaan

zijn op een tendens. Alle steden zijn daar mee bezig, bijvoorbeeld Antwerpen met Opsinjoren. Je vindt

dat overal. Maar ik blijf het frappant vinden hoe fel het aantal initiatieven van de bewoners zelf, de

opkomst van het aantal bewoners blijft stijgen. 15 jaar geleden zou ik dat niet voor mogelijk geacht

hebben, dan hadden wij echt het beeld dat iedereen binnen bleef. Een gevoel van isolering. Nu merk je

dat je op zoveel dingen zoveel mensen krijgt, zoals op buurtfeesten, hoeveel mensen daar naartoe

komen.

Ik denk zeker dat wij daar in bijdragen, maar dat het niet alleen buurtwerk is die daar voor zorgt, ook niet

wijk aan zet, dat is daar wel zeker zo belangrijk in. Het feit dat de stad financiële mogelijkheden geeft om

te doen, helpt natuurlijk, maar je kan nog zoveel financiële mogelijkheden hebben, als mensen daar niet

op ingaan, dan zal het niet werken.

Je ziet echt wel een kanteling en wij hebben die mee ondersteunt en mee mogelijk gemaakt, maar die

kanteling was wel bezig. Wat mij wel ergert is dat dit zo weinig in de media komt, dat de media blijft de

nadruk leggen op de verzuring en de criminaliteit… terwijl je even goed de andere richting hebt. Ik vind

ook dat de tevredenheid van de mensen heel veel vergroot is, als je met mensen praat in de wijken, was

dat vroeger vooral klagen, terwijl je nu ook heel wat positieve geruchten hoort.

Wat mij ook opvalt, is dat veel meer jongere mensen betrokken zijn, terwijl we vroeger vooral met

jongbejaarden aan de slag gingen en dat je die jonge gezinnen niet bereikte. Ze hadden daar geen tijd

voor, want ze werkten en hadden kindjes, maar ze werken nu nog altijd en hebben nog altijd kindjes en

Page 89: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

89

toch zijn het vaak net zij die initiatief nemen voor straatactiviteiten en dergelijke. Ik vraag mij wel af hoe

dat komt. Waar die kanteling vandaan komt.

Ik denk dat het wel belangrijk is dat er een dienst aanwezig is die in de volkswijken het op zich neemt, en

niet alleen vanuit het beleid uit, dan zou het niet draaien.

Ik ben overtuigd dat onze dienst zin heeft en moesten we er niet zijn, zou het zo vlot niet draaien, maar

ik ben ook overtuigd dat we meegaan in een tendens die al bestond, want dat het anders niet mogelijk

zijn dat wat we nu bereiken, we zouden bereiken.

Kan je nog wat meer vertellen over wat je denkt over participatie en hoe dit zou kunnen voortvloeien uit

sociale cohesie?

Verschil in participatie vroeger en nu vind ik dat vroeger het kader vast lag en dat binnen dat kader

mensen iets gingen doen, ze gingen wat meehelpen, het gaat iets verder. Wat we meer deden toen dan

nu was dat we met groepen meer nadachten over de wijk. Dat soort participatie is zogezegd

overgenomen door gebiedsgerichte werking, maar ik vind niet dat zij dat overgenomen hebben en daar

blijf ik echt wel op mijn honger zitten en vraag ik mij toch af of we niet moeten gaan zoeken of we dat

niet op een of andere manier terug moeten gaan doen, maar dan komen we in het vaarwater van

gebiedsgerichte werking. Gebiedsgerichte werking vind ik dat zijn informatie voorleggen aan mensen en

daar reactie op mogelijk maken, maar wat er dan met die reactie gebeurd, ben ik ook nog niet van

overtuigd. Ik vind trouwens dat wat zij verzamelen wat grote roepers zeggen is. Meer gebeurt daar niet

echt mee. En ook wat losse flodders, je hebt dan eens een wijkdebat en een paar bevragingen. Maar het

proces dat wij hadden met toch wel een paar bewonersgroepen, die echt meedachten over hun wijk, dat

mis ik. Die hielden echt zo het overzicht over de wijk.

Wat ik ook vind dat weggevallen is, maar dat is dan meer op vlak van organisaties. Vroeger was

buurtwerk de organisatie die het geheel van de wijk onder zich hield. Daar zat zowel dienstverlening, als

inspraak, als socio-culturele toestanden in, je had die mix. Nu is dat allemaal meer in vakjes gedeeld,

buurtwerk heeft zich teruggeplooid tot het mensen met elkaar in contact brengen rond bepaalde

thema’s maar heeft niet meer die koepelfunctie en daardoor is er niemand meer die het geheel bewaakt

en daardoor is er ook niemand meer die samen met bewoners het geheel bewaakt. Dus dat luik is weg,

echt mensen mee inspraak geven, laten participeren over hoe de wijk er verder moet uit zien, is weg

vind ik. Dat is niet meer wat het was. Wat we wel sterker doen, maar dan op kleinere entiteiten, is

Page 90: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

90

mensen betrokkenheid geven op elkaar en op hun straat. Die participatie is dan groter en ligt minder

vast in een bepaald kader. Als je een activiteit organiseert, heeft de activiteit effect op hoe mensen later

met elkaar omgaan. Dat is in feite ook participeren. Je krijgt een ondersteuning die je vroeger wat

spontaner had, krijg je terug. Dat vind ik ook een vorm van participeren in het dagdagelijkse leven. Dat is

weer sterker in de wijken vind ik.

Het mee organiseren gebeurt ook nog altijd, maar het is eenmaliger, het is geen continu ding waarbij je

je engageert om bijvoorbeeld elke dinsdag de bar van het buurtcentrum open te houden. De

bewonersgroepen bestaan eigenlijk wel nog, maar het is niet meer zoals vroeger, het is een ander soort

participatie. Ik mis vooral het echt beleidsmatig participeren.

Zie je nu een mogelijke oplossing voor dit probleem?

Ik zou niet graag terugkeren naar de vaste groepen die we vroeger hadden. Ik denk dat je een mix moet

hebben. Misschien verloopt het gewoon in fases. Doordat wij nu op kleine entiteiten werken en meer

mensen bereiken, als je dus een groter draagvlak creëert en daar dan op zou verder bouwen om vaste

groepen samen te stellen die dan over de wijk gaan nadenken, maar er voor te zorgen dat er veel terug

gegaan wordt naar de totale wijk… Ik denk dat we naar een mix moeten gaan van participatie en dat de

fout is dat we altijd terechtkomen in een of twee vormen van participatie en dat de mix belangrijk is om

tot een echte vorm van participatie tot op een hoog niveau te kunnen komen.

Denk je dat de leefbaarheid vergroot dankzij de sociale cohesie?

Ja, als mensen tevredener zijn en fierder zijn op hun wijk, dan zeggen ze eigenlijk dat het voor hen

leefbaarder is geworden in de wijk. Ik hoor mensen fierder praten over volkswijken ook. Zo is er

bijvoorbeeld een blog van de Brugse Poort. Je ziet echt wel dat er initiatieven en spontane participatie

ontstaat. Dat vind ik wel het verschil met vroeger, maar dat heeft ook met Wijk aan Zet te maken. Dat

vind ik wel het voordeel als je zo open naar mensen toe gaat, dat dat een eerlijkere participatie is, dan

als het beleid dingen uit zet en daar dan mensen laat in participeren.

De vorm die wij nu gebruiken, laat de mensen veel meer participeren. Ook Wijk aan Zet, het feit dat je

zegt, je krijgt de middelen en je mag doen wat je zelf wil, dat is ook een gevecht geweest. Want een

aantal diensten zagen dat niet zitten, ze zeiden dat een aantal bewoners met een voorstel konden

komen die ingaat tegen de visie van de dienst. Dat kan omdat men gelooft vanuit gebiedsgerichte

Page 91: De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk...Buurtwerk Gent: “Het versterken van de sociale cohesie in de Gentse aandachtswijken om zo de levenskwaliteit van de bewoners te

Sofie De Neve De invulling van sociale cohesie in het buurtwerk

91

werking om te horen welk idee dat mensen daar zelf over hebben en op die manier de visie van diensten

te blijven beïnvloeden met hoe mensen zelf dat zien. Dat is wel een andere manier van denken, omdat

wij toch wel het gevoel hebben dat wij deskundig zijn en het beter weten. Dat is een spanning die we

vroeger in die gesloten groepen ook wel hadden. Er kwam bijvoorbeeld iemand een plan voorleggen

voor een parkje en dat mensen zeiden dat dat niet kon, want het was de voetgangersroute van mensen.

Er werd echter weinig naar geluisterd en dat blijft ook wel zo.

Denkkader

Er is een element dat ik nog niet gezegd had. Je haalt mensen uit de klassieke netwerken (netwerken van

gelijkgezinden, eigen soort) en dat door ons systeem, namelijk op kleine territoria netwerken installeren,

je tot netwerken komt die veel diverser zijn. Wij proberen mensen daardoor de vaardigheden te geven

om in een veel diversere samenleving te leven. En ook flexibeler van de ene naar de rol kunnen

overspringen, wat de mensen de dag van vandaag veel meer moeten doen. Vroeger zat je in een groep,

je werd in die groep geboren en stierf in die groep, van chiro, naar kav, naar… Nu verspringen mensen, ze

gaan naar verschillende organisaties… Dat vraagt van mensen heel wat flexibiliteit en dan is het wel goed

als je in je directe omgeving toch wel een netwerk hebt die u wat opvangt. Daarvoor heeft dat ook wel

veel belang.

Het is wel een engere doelstelling ten opzichte van vroeger. Mensen vinden dat emancipatie verdwenen

is. Ik stel mij hier echter vragen bij. Als ik vertel over inspraak in beleid, als dat emancipatie is, dan wel,

maar dat vind ik gewoon beleidsparticipatie, geen emancipatie. Ik vind mensen die zich goed voelen in

hun vel, een plek in de straat kunnen innemen, vind ik even belangrijke participatie. Ik geloof dat je nu

veel meer op maat aan empowerment doet, je doet het vanop het niveau waarop de mensen staan en je

pakt hen mee naar meer. Ik vind dat het belang van kleine, losse sociale contacten zelf in een

emancipatieproject zwaar onderschat wordt. Ik denk dat het een mix is. Ik denk dat mensen meer het

gevoel hebben van emancipatie als je hen meepakt in het doen, dan hen hoger mee te pakken.