Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

7

Click here to load reader

Transcript of Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

Page 1: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

1

Verslag expertenworkshop Beleidsplan Ruimte Vaanderen

Ruimte bieden aan de Energietransitie

Sven Stremke & Rudi van Etteger

Wageningen University, 160330

Doel van de workshop was het bijeenbrengen van de laatste wetenschappelijke inzichten

en feedback geven op de laatste publiek versie van het Witboek BRV. In dit verslag

worden vooral de inzichten rondom het thema energietransitie besproken. In dit verslag

treft u achtereenvolgens de voorstudie aan, de inleiding van Dr. Stremke en een verslag

van de workshop naar aanleiding van de lezing.

Voorstudie van het Witboek voorafgaand aan de workshop

Hier is weergegeven cursief de tekst van het witboek en gemarkeerd de verwijzingen

naar duurzame energie. Daar waar daar aanleiding toe is, zijn aanvullende opmerkingen

toegevoegd.

p.6 Open ruimte: van monofunctioneel naar een verbrede rol

De open ruimte blijft belangrijk voor voedselproductie en biodiversiteit maar moet ook

worden klaargemaakt voor bijvoorbeeld het opvangen van de gevolgen van

klimaatverandering, energiewinning of haar rust- en recreatiefunctie binnen de stedelijke

drukte. De open ruimte krijgt een bredere rol, zeker in verstedelijkt gebied. Het BRV

kiest in plaats van een monofunctionele voor een multifunctionele open ruimte.

p.6 Maatschappelijke uitdagingen: innovatieve concepten voor klimaat en

energie

De ruimtelijke ontwikkeling wordt sinds de vaststellingen van het RSV geconfronteerd

met nieuwe en veranderende maatschappelijke uitdagingen: globalisering, demografie,

klimaat, energie, mobiliteit, economie, biodiversiteit en voedselzekerheid. De

klimaatverandering en de energietransitie vragen een belangrijke inhoudelijke

vernieuwing van het ruimtelijk beleid. Het BRV introduceert het begrip ruimtelijke

veerkracht om de schokbestendigheid meer centraal te zetten bij het maken van

ruimtelijke beleidskeuzes… Het BRV maakt ook ruimtelijke keuzes die de energievraag

helpen terugdringen, restenergie beter inzetbaar maakt en nieuwe vormen van

energiewinning een goede plaats geeft in de ruimte.

p.10 Strategische visie: Transformatie bebouwd omgeving

De sterk centraal georganiseerde energieproductie evolueert naar een nieuw evenwicht

met meer kleinschalige hernieuwbare energie-installaties. De grens tussen producent en

consument vervaagt omdat steeds meer mensen ook energie aanbieden op het netwerk.

De variatie en fragmentatie van landschappen biedt mogelijkheden voor verschillende

vormen van lokale energieopwekking en het tot stand brengen van lokale

energiekringlopen.

-> Het is wellicht aan te raden diverse energielandschappen te ontwikkelen waarbij

gebruik gemaakt wordt van regionale karakteristieken, infrastructuren en potenties;

bijvoorbeeld voor windmolens in West-Vlaanderen en Geothermie in Oost-Vlaanderen

p.12 Open ruimte meer divers gebruikt

Grote delen van de open ruimte dienen een ruimer wordend pakket van maatschappelijke

diensten als gevolg van vragen naar hernieuwbare energie, landschapsbeleving en

Page 2: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

2

behoud van biodiversiteit. Open ruimte wordt meer en meer gemeenschappelijk gebruikt

voor voedselproductie enerzijds en biodiversiteit, recreatie water- en energiewinning

anderzijds.

-> gebruik hernieuwbare energie technologie ook om de omgeving te structureren en

blokkeer de ontwikkeling van open ruimte door de strategische locatie van energie

technologie.

p.16 Perspectief voor de toekomst

Vlaanderen heeft in 2050 een efficiënte ruimtelijke organisatie. Mensen kunnen te voet of

met de fiets naar hun werk en kunnen gebruik maken van basisvoorzieningen in hun

directe leefomgeving. Of mensen hebben de keuze om zich met hoogwaardig collectief

vervoer (rail of wagen) vlot te verplaatsen naar grotere voorzieningen in een kern even

verderop. De ruimtelijke organisatie draagt zo bij aan mobiliteitsbeheersing en

energiezuinigheid… Het bebouwd patrimonium is energiezuinig en energieoverschotten

van de ene functie kunnen gemakkelijk ingezet worden voor een andere functie.

-> Vraag, waar mogelijk, om verdichting en de ontwikkeling van collectief vervoer om

energie te besparen.

p.21 Multifunctionaliteit als basishouding voor de ontwikkeling van de open

ruimte

Gebiedsontwikkeling omvat een geïntegreerd beleid voor de open ruimte waarbij

landschappelijke identiteit, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit voorop staan.

Multifunctionaliteit is gericht op een verantwoorde verweving van openruimtefuncties en

ruimtegebruiken waarbij het functioneren van de hoofdfuncties landbouw, natuur of

water niet in het gedrang komt en de ruimtelijke draagkracht niet overschreden wordt.

Schaarser wordende ruimte kan op die manier gedeeld worden tussen recreatie,

toerisme, natuurbehoud, landschapszorg, erfgoedbeleving en voedsel- en

energieproductie.

-> Focus op het energielandschap als lag in een complexe omgeving.

p.30 Ruimte energiezuinig organiseren en gebruiken (stap 1 Trias Energetica)

Met het oog op energie-efficiëntie wordt in de ruimtelijke ontwikkeling prioriteit gegeven

aan energiezuinige bouwvormen en wordt de generatie van mobiliteit met een hoge(re)

energievraag beperkt. Ruimtelijke ontwikkeling draagt bij aan het structureel

terugdringen van het energiegebruik. Energie is daarom een factor in het ontwerp- en

keuzeproces bij ruimtelijke ontwikkeling.

-> Vraag, waar mogelijk, om verdichting en de ontwikkeling van collectief vervoer om

energie te besparen.

p.30 Energie-uitwisseling ruimtelijk organiseren (stap 2 Trias Energetica)

Het samenbrengen van functies in gebouwen, bouwblokken en wijken met het oog op

warmte-uitwisseling en het voorzien van voldoende hoge (woon)dichtheden met het oog

op rendabele warmtenetten, maken een efficiënter gebruik van warmte mogelijk.

Ruimtelijke ontwikkeling lokaliseert de productie, de opslag, het transport en het gebruik

van (hernieuwbare) energie nabij andere ruimtelijke functies om uitwisseling mogelijk te

maken en om ruimtelijke versnippering te beperken.

-> Vraag om energiebewuste planning en ontwerp gemengd landgebruik en heat

cascades waarin warmte naar afnemende energie behoefte wordt hergebruikt!

Page 3: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

3

p.30 Hernieuwbare energiebronnen

De ruimtelijke ontwikkeling ondersteunt de transitie naar een maatschappelijk gedragen

palet van hernieuwbare energiebronnen. Het creëren van voldoende (verweven)

ruimteaanbod is nodig om substantieel bij te dragen tot energiedoelstellingen,

aantrekkelijke energielandschappen tot stand te brengen en meerwaarde te zoeken

vanuit het samengegaan met voedselproductie, waterbeheer en biodiversiteit. De

ontwikkeling van ruimte voor de productie van hernieuwbare bronnen zoals biomassa,

afval, wind, water, getijden, zon en geothermie houdt steeds rekening met de specifieke

bronafhankelijke ruimtelijke vereisten. Drietrapsladder voor het lokaliseren van

hernieuwbare energie: De ontwikkeling van ruimte voor energieproductie gebeurt

prioritair in de nabijheid van de eindgebruiker, daarna in ruimten met grote

infrastructuren (bedrijventerreinen, havens…) en pas in laatste instantie in alle gebieden

van de open ruimte.

-> Nota bene dit zou niet mogen betekenen dat eerst dit en dan pas dat gedaan mag

worden. Het is in orde om te prioriteren maar alle zeilen moeten bijgezet om de doelen

te halen. De oplossing zal altijd én én zijn!

p.31 Energie-infrastructuur

Transportleidingen voor energie (elektriciteitsleidingen, gasleidingen, pijpleidingen en

warmtenetten) worden zo veel mogelijk gebundeld met bestaande infrastructuur. De

totale lengte van het bovengronds elektriciteitsnet breidt niet uit. In functie van de

technische beperkingen worden ondergrondse leidingen zo veel mogelijk aangelegd in

leidingstroken en gebundeld met lijninfrastructuren van lokaal of bovenlokaal niveau.

De ontwikkeling van ruimte voor opslag van energie is uitermate belangrijk voor een

hedendaagse en betrouwbare energievoorziening waarin buffering, slimme netwerken,

afstemming vraag en aanbod… een grotere rol zijn gaan spelen. Ondergrondse opslag

vereist een zorgvuldige afweging ten opzichte van andere claims op de ondergrond zoals

delfstoffenwinning of het onttrekken van koolwaterstoffen.

-> Waarom niet meer elektriciteitsleidingen? We gaan naar een volledig elektrische

samenleving dan lijkt dit een moeilijk haalbaar doel.

-> ook natuurlijk bijvoorbeeld biogas kan worden gebruik om peak-vraag op te vangen!

p.44 Ontwikkelingen die druk uitoefenen gebiedsgericht wegnemen

Ongewenste transformaties vanuit de woon- en leefstructuur, zonevreemde economische

activiteiten en decentrale energievoorziening in gebieden die strategisch zijn voor de

landbouw worden afgeremd via maatregelen in het vergunningenbeleid of door

planmatige alternatieven.

-> Vraag waarom is landbouw belangrijker dan duurzame energie? Het

tegenovergestelde is waar voor veel boeren kan uitbreiding naar duurzame energie het

verschil maken voor economisch bestaansrecht (zie bijvoorbeeld Jühnde, Duitsland).

p.48 Bedrijventerreinen

Bedrijventerreinen bieden bedrijfseconomische en ruimtelijke kwaliteit. Een

gemeenschappelijke ruimtezuinige organisatie van functies zoals parkeren, ontsluiting en

ondersteunende functies wordt aangemoedigd. Waar mogelijk wordt bedrijvigheid

meerlagig georganiseerd. Omdat ruimte wordt gecreëerd voor niet-verweefbare bedrijven

moet hierbij wel rekening gehouden worden met eventuele veiligheidseisen. Combinaties

Page 4: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

4

met andere functies (hernieuwbare energie, landbouw, sport, kinderopvang) zijn

mogelijk, voor zover die geen ongunstig effect hebben op het functioneren van de

ondernemingen. Voornamelijk dakoppervlakken bieden kansen voor dergelijke

combinaties.

-> probeer met de bedrijven concrete targets af te spreken. Dit past bij hun manier van

werken (zie bijvoorbeeld Parkstad Limburg, Nederland).

p.60 (Energie-)landschapspark voor Vlaanderen ontwikkelen

De ontwikkeling naar een landschapspark waarbij natuur- en bosontwikkeling hand in

hand gaan met de productie van voedsel, hernieuwbare energie en het watersysteem

moet de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid en woonkwaliteit versterken en

economische kansen geven. De landschapsontwikkeling gebeurt in relatie tot het

industriële en ander patrimonium en het voorzieningenniveau in de steden.

-> aandachtspunt we zullen naast dat park (beter ‘energielandschap’) ook in de

bebouwde omgeving pv cellen en andere technologieën moeten integreren willen we de

doelen halen.

p.72 Beleidslijn 1: Ruimtelijke faciliteren van programma’s voor hernieuwbare

energie

- Potentieelanalyse voor de verschillende hernieuwbare energiebronnen op basis van

potentiële ruimtelijke locaties. Deze potentieelanalyses moeten het debat over de

haalbaarheid en de ruimtelijke consequenties van het energiebeleid voeden.

- Ruimtelijk investeringsprogramma (waaronder het opstellen van ruimtelijk

uitvoeringsplannen) uitvoeren, samen met de sector

- Mee ondersteunen van de opbouw van de structuurvisie ondergrond in het kader van

diepe geothermie (decreet diepe ondergrond)

- Wegwerken ruimtelijke knelpunten inzake energiebeleid (bijvoorbeeld energieprestatie,

verouderde stedenbouwkundige voorschriften die energie-efficiëntie in de weg staan, …)

-> Belangrijk om barrières goed in beeld brengen en waar mogelijk wegnemen!

p.72 Beleidslijn 2: Gebiedsgericht omgaan met energie

Energielandschappen zijn gebieden waar investeringen zich concentreren in functie van

de transitie naar hernieuwbare energie. Er zijn twee benaderingen van het begrip

‘energielandschappen’:

- In een eerste benadering wordt er geprobeerd het energielandschap duidelijk te

definiëren en hanteerbaar te maken [= entity]

- In de tweede benadering worden energiesystemen meer geïntegreerd in het

(bebouwde) landschap en verweven met andere functies [= layer]

- Stimuleren van (geïntegreerde) energielandschappen

De actielijst kan de volgende acties vanuit het Vlaamse ruimtelijk beleid bevatten:

- Het voeren van pilootprojecten voor energielandschappen

- In de gebiedswerking de potenties voor energielandschappen nagaan.

-> Goed dat deze ruimtelijk gedifferentieerde strategie hier wordt genoemd. Het is

belangrijk om het verschil te maken tussen hernieuwbare energie landschappen en

Page 5: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

5

duurzame energielandschappen alleen de laatste gebruiken niet alleen hernieuwbare

bronnen maar zijn ook sociaal-maatschappelijk duurzaam.

De lezing

Op basis van de inzichten uit de voorstudie is een lezing verzorgd door Dr. S. Stremke dd

21-03 2016 deze is bijgevoegd in appendix 1

De workshop

Vervolgens was er een bijeenkomst waarin de inzichten van de aanwezigen werden

besproken. De volgende punten werden naar voren gebracht:

Belangrijk contextueel gegeven voor het beleid rondom hernieuwbare energie is de

recente beslissing om een aantal van de nucleaire centrales langer draaiende te houden.

Door de goedkope energie die hiermee wordt geproduceerd worden initiatieven van

regionale communities om hernieuwbare energie te winnen in de kiem gesmoord. Idem

dito met de lage prijs van olie, ook hier is het marktmechanisme een factor (waarvan

men zegt dat dit kunstmatig is) om het gebruik van olie te stimuleren, dit is funest voor

de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Het is dus belangrijk dat er in de BRV een

tijds-traject komt, dat hiermee rekening houdt, de framing hiervan is cruciaal voor wat

de BRV kan bijdragen.

Andere contextuele gegevens helpen wel mee, regelgeving vanuit de EU over het

hergebruik van restwarmte vanuit de industrie bijvoorbeeld, noopt tot de aanleg van

warmte netwerken. Ook het gebruik van warmte Koude Opslag (WKO) wordt hierdoor

bevorderd. Kijk heel goed mee wat er op Europees vlak gebeurd, bv in het stimuleren

van hergebruik restwarmte? Daar zit ook een ruimtelijke component aan bijvoorbeeld is

er dan behoefte aan gebruikers dicht bij de bronnen. Hier liggen dus wel

aanknopingspunten voor het reeds geformuleerde beleid van verdichting. Voor het BRV

werd gesteld dat het belangrijk is dat duurzame energie voorziening een onderdeel wordt

van de totale transformatie-opgave die ingezet wordt in het BRV. Dus bij alle

transformaties van brownfield sites zou de energie voorziening op duurzame basis

ingevuld moeten worden. Probleem bij de warmte netten blijft de individuele

aansluitingen, waarbij men op vrijwillige basis aansluit of niet. Dit ondermijnt de

haalbaarheid. (Bij het ontwikkelen van glasvezelnetten in Nederland werkt men met een

verkenning van potentiele klanten, early adaptors worden dan gratis aangesloten, bij 40

% gaat aanleg van het net door, wil men later aansluiten betaalt men kosten…)

Voor andere aspecten zoals elektriciteit is de verspreide opwekking makkelijker in te

passen in het verspreide bebouwingspatroon van Vlaanderen. Daarentegen werkt

verspreide bebouwing gebruik van energie voor vervoer weer harder nodig en wordt

daardoor de ontwikkeling van duurzaam collectief vervoer bemoeilijkt. Met dat verspreide

bebouwingpatroon en veel losse bebouwing komt de besparingsopgave ook in beeld.

Isolatie van woningen is lastig maar kan een grote invloed hebben op de totale energie

consumptie. Zodra de totale consumptie omlaag gaat is het makkelijker om een groter

aandeel hernieuwbaar te halen.

Er werd ook gesproken over de aanpak van de problemen op verschillende schalen met

aandacht voor de verschillende sturingsmechanismen die op de niveaus een rol spelen.

Op het niveau van het systeem zoude overheid de randvoorwaarden voor duurzame

energie moeten scheppen terwijl men op projectniveau vooral zou moeten stimuleren en

Page 6: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

6

informeren. Dit thema binnen het Beleidskader zou eigenlijk samen met de andere

beleidsdomeinen opgemaakt moeten worden. Dit is deels realistisch, want ook VEA en

LNE schrijven mee. Dat is ook een opstart van het energiepact om samen aan te werken

en een visie te wormen.

Er is even gesproken of er niet een stoutmoediger stellingname nodig is op dit thema

waarbij wordt ingezet op bijvoorbeeld 40% electrisch autovervoer. Als bezwaar

daartegen werd opgemerkt dat dit soort doelstellingen snel kunnen worden ingehaald

door de techniek en erg afhangen van de aannamen van nu de zogenaamde

“stel…”punten. Het beschrijven en analyseren van enkele cases zoals Houten voor wat

betreft vervoer en Samsø in Denemarken voor wat betreft duurzame energie zou kunnen

helpen om de geslaagde transities als voorbeeld te nemen. Voorbeeld projecten zouden

een plek kunnen krijgen in BRV: bv brownfields, haven Antwerpen -> transformeren van

de ruimte.

De strikte scheiding van publieke en privaat domein staat soms het vinden van

oplossingen rondom duurzame energie in de weg. Nu word er op dit thema weinig

gestuurd terwijl een ontwikkeling van het nationaal wegennet van een vergelijkbare orde

is als de transitie waar we voor staan en dat ook niet vanuit enkel particulier initiatief is

ontstaan.

Dit gaat ook over condities scheppen: er zijn nu vooral belemmeringen: die juist vanuit

de ruimtelijke ordening ook opgelegd worden. Het hele energiesysteem moet goed tegen

het licht worden gehouden. Welke schaal is het meest logische voor de verschillende

onderdelen naar analogie van het wegensysteem moet men ontwikkelen op

systeemniveau (een snelweg komt er niet van lokaal initiatief) maar ook organische groei

van onderdelen binnen het systeem toestaan. Het ontwikkelen van capaciteit op het

gebied van duurzame energie zou een verhaal van én én moeten worden, én van de

grote schaal projecten én van de lokale projecten. Oplossingen zouden kunnen worden

gezocht in het koppelen van opgaven en het creëren van een gunstig beleidsklimaat voor

investeringen. Continuïteit van het beleid is daarbij van groot belang voor private

investeerders. Condities zijn hierbij heel belangrijk. Bijvoorbeeld na de invoering van

belasting op restwarmte in Kopenhagen/Denemarken, is daar in no time een warmte

netwerk aangelegd.

Daar waar er verwachtingen zijn ten aanzien van particuliere initiatieven in de

voorziening van duurzame energie zou het communiceren van “best practices” de

transitie kunnen versnellen. Daarmee zou de zwijgende meerderheid kunnen worden

geholpen. Ontwikkelingen rondom de Turtel-taks zijn natuurlijk funest voor de

ontwikkeling van een gunstig klimaat voor investeringen.

Voor wat betreft biomassa is het belangrijk op een regionale schaal keuzes te maken

anders ontstaat er een wildgroei en komt de rendabiliteit in gevaar. Enkel de RO is in

staan dit te integreren en als dit nu niet in BRV geregeld wordt dan is dit een gemiste

kans.

In het BRV zou moeten worden gewerkt naar robuuste energielandschappen; die ook

schokken in bv de olieprijs op kunnen vangen. Succesvolle projecten vertrekken niet

vanuit de energietransitie, maar vanuit andere problematieken (werkgelegenheid,

landschapsonderhoud) en pluggen dan in op deze problematieken. Dit sluit ook heel erg

aan op algemener beleid van landschapsontwikkeling. Windparken die geld opleveren

Page 7: Ruimte bieden_aan_de_energietransitie_sven_stremke_tekst

7

voor de gemeenschap leveren niet alleen energie, maar ook andere producten voor de

gemeenschap.

Er zou ook vanuit de achterban van politieke partijen druk uitgeoefend moeten worden

op de politiek wil men op dit onderdeel van het beleid vaart maken. Daar ontbreekt het

nu aan. Hernieuwbare energie is niet enkel een RO vraagstuk: communicatie is cruciaal,

vooral de positieve communicatie. Er zijn al veel goede initiatieven in Vlaanderen, maar

dit wordt nauwelijks gecommuniceerd.

Conclusies naar aanleiding van de discussie

Procesmatig beschouwd kijkend naar de workshop leek er een mismatch tussen intenties

van de workshop, het ophalen van recente wetenschappelijke inzichten over de integratie

van ruimte en duurzame energie, en de aanwezigen. Omdat er vooral mensen van het

team van ruimte Vlaanderen en enkele inleiders op andere thema’s aanwezig waren

ontspon zich vooral een discussie tussen de inleiders en het team. Niettemin tekenden

zich in de discussie enkele lijnen af die hierboven volgordelijk zijn weergegeven.

De voorstudie , presentatie en discussie overziend kunnen een aantal lijnen worden

getrokken voor de ontwikkeling van het element duurzame energietransitie in de BRV.

Helder in beeld zijn de relatief ongunstige externe condities op dit thema door de

verlengde levensduur van de kerncentrales. Hierdoor is er betrekkelijk goedkope energie

beschikbaar die scherp concurreert met nieuwe bronnen. Helder is daarmee ook de

zoektocht naar de sturingsmogelijkheden op dit thema vanuit de ruimtelijke ordening.

Belangrijk is het vooral om de ruimtelijke consequenties van de komende energietransitie

te doordenken. Wat staat er te gebeuren op het gebied van de ontwikkeling van

duurzame energie en welke consequenties kan dat hebben voor de ruimte en hoe kan het

ruimtelijk beleid daarop anticiperen? Andersom moeten steeds de energie consequenties

van het ruimtelijk beleid worden doordacht. De ingezette lijn naar transformatie en

verdichting lijkt daarbij een goede.

Er zijn daarbij sturingsmiddelen nodig op verschillende schalen. Enerzijds is er sturing

van de decentrale opwekking bij de burger die vooral met informatie gestimuleerd kan

worden, maar ook moet worden doordacht in zijn consequenties bijvoorbeeld voor het

bouwkundig patrimonium. Anderzijds is er aandacht nodig voor de centrale netwerken

die gelijk het snelwegennet niet tevoorschijn zal komen uit individuele acties. Flexibiliteit

van het leidingennet is daarbij een aandachtspunt.

Belangrijk is het ook om in de ruimtelijke ordening te wijzen op de gunstige bij-effecten

van de omslag naar elektrisch in termen van geluidsbelasting en fijnstofbelasting vanuit

verkeer. Als daar de omslag naar elektrisch wordt gemaakt ontstaan ook weer nieuwe

mogelijkheden voor buffering in auto-accus etc.