Rosan in 't veld flipbook

12
RoosieZ Geluk vermenigvuldigt zich als je het deelt magazine Stilte zoeken in een klooster-Eet je gelukkig met moodfood - Geloven in jezelf in Taizé

description

 

Transcript of Rosan in 't veld flipbook

Page 1: Rosan in 't veld flipbook

RoosieZGeluk vermenigvuldigt

zich als je het deelt

magazine

Stilte zoeken in een klooster - Eet je gelukkig met moodfood - Geloven in jezelf in Taizé

Page 2: Rosan in 't veld flipbook

Voor je ligt het nieuwe tijdschrift RoosieZ. Je hebt een bijzonder exemplaar in handen, want er zijn maar vijf oplages van gedrukt! In dit tijdschrift staan drie artikelen waar hard aan is gewerkt en die vanuit het hart zijn geschreven. De drie artikelen hebben één ding gemeen: Geluk. De verhalen zijn drie manie-ren om je dichter bij jouw geluk te brengen. In het klooster ben ik op zoek naar geluk, maar door deze ervaring weet ik ook weer dat geluk niet voor het oprapen ligt en dat je soms verder moet zoeken. Ook kun je lezen dat er echt zoiets bestaat als moodfood en dat je van bepaalde voedingsmiddelen gelukkig kan worden! Het derde verhaal schreef ik over het dropje Taizé in het zuiden van Frankrijk. Wil je weten welk geluk hier te vinden is? Lees dan snel verder!

Liefs, Rosan

Heb jij even geluk!

Page 3: Rosan in 't veld flipbook

“Don’t carry your mistakes

around with you. Instead,

place them under your feet

and use them as stepping

stones to rise above them”

Page 4: Rosan in 't veld flipbook

Ken je dat ook? Levensvragen die rondspoken in je hoofd, maar waar je geen antwoord op kunt geven? Naar welke baan solliciteer ik, of voor welke vervolg-studie schrijf ik me in; wil ik een huis kopen of ga ik eerst een jaar rondreizen? In een leven waar we alle-maal heel druk ‘moeten’ zijn met leuke dingen, ervaar je misschien niet de rust om wat zaken op een rijtje te zetten. Rosan In ’t Veld (22) wil nadenken over de keuzes in haar leven en vertrekt vol goede moed naar klooster Casella. Nog geen twaalf uur later maakt ze rechtsomkeert. Wat gaat er mis? Heeft ze wel de juiste keuze gemaakt?

Iedere leeftijd kent zo z’n keuzeproblemen. Tieners ontwikkelen hun eigen identiteit en zetten zich af te-gen hun ouders. Ook de twintigers en begin dertigers hebben het niet makkelijk in hun zogenoemde quar-terlife crisis. Ze zijn bang om definitieve keuzes te ma-ken en stellen ze uit tot er niets meer te kiezen valt. Dan heb je de midlifers die ineens iets anders willen met hun leven, soms zelfs gaan scheiden of zich laten omscholen. En natuurlijk zijn er de prepensionado’s die tegen hun vrije tijd aan hikken – wie ben ik nou zonder dit werk? – en wat blijven aanmodderen op de arbeidsmarkt. Deze groepen hebben één ding gemeen: het leven staat op het punt te veranderen en daar heb je zelf invloed op. Die vraag is alleen hoe. Voor de meesten is het nog een hele zoektocht om achter dat antwoord te komen. Wat is nu de juiste keuze?Mensen halen veel uit de kast om antwoorden te vinden op levensvragen, te reflecteren en om rust te ervaren. Hoe en waar, hangt natuurlijk ook weer af van de keuze, wat past bij mij? De één loopt bijvoorbeeld de Camino naar Santiago de Compostella of fietst naar de Sint Pieterskerk in Rome, de ander kiest voor een huisje op de hei of een retraite in een klooster.Steeds meer quarterlifers kiezen voor dit laatste, ze gaan in retraite. De verhalen op Twitter en Facebook zijn veelbelovend: ze vinden daadwerkelijk antwoor-den op hun vragen, of ze komen er op z’n minst in de buurt en ervaren meer rust. Met mijn tweeëntwintig jaar behoor ik ook tot de quarterlifers. Ik ben opzoek naar antwoorden, naar wat mij nu echt gelukkig maakt. Ik studeer Journalis-tiek, maar wil ik ook werken in dit vakgebied? Is er überhaupt wel plaats voor mij op de arbeidsmarkt en

is het niet beter om een andere studie te kiezen? Of wil ik eerst nog van mijn vrijheid genieten en een jaar met een backpack de wereld rond reizen?Ik wil meer duidelijkheid over mijn toekomst en zoek naar de goede weg, naar de juiste plek. Een plek in vol-ledige rust en stilte, met een duidelijk structuur in de dagen en wijze mensen. Waar komen deze ingrediënten nu beter samen dan in een klooster? Na het advies van een aantal ‘ervaringsdeskundigen’, struin ik internet af, op zoek naar kloosters in Nederland. Klooster Casella ziet er leuk uit en ik stuur de zusters direct een e-mail. Er is plek en de aanmelding is snel geregeld.

VerwachtingenIeder nieuw avontuur gaat gepaard met verwachtingen. In dit geval zijn mijn verwachtingen gevormd door televisieprogramma’s en films waar zo’n kloostersetting regelmatig voorbij komt: nonnen met zwarte habijten (jurken) aan en witte kappen op hun hoofd. Ze zijn al-lemaal ouder dan zeventig en lopen langzaam door het eeuwenoude klooster heen. Naast het klooster staat een kerk waar de nonnen bidden en met elkaar zingen. In hun ‘vrije tijd’ zijn ze aan het tuinieren in hun moestuin of naaien ze kleding. De warme maaltijd is zoveel mo-gelijk uit eigen tuin en in ieder geval gezond.’s Ochtends eten ze zelfgebakken brood met verse melk en drinken ze kruidenthee.Op internet ziet klooster Casella er niet helemaal uit zoals hierboven beschreven. Het gastenverblijf is gescheiden van het huis waar de nonnen in wonen en beide gebouwen zien er redelijk nieuw uit. De nonnen op de foto zijn niet heel oud, de gemiddelde leeftijd lijkt begin zestig en ze hebben geen habijten, maar hun eigen (leken)kleding aan. Alle vijf zien ze er vriendelijk uit. Naïef als ik ben, verwacht ik dat de manier van leven in klooster Casella grotendeels overeen komt met wat ik heb gezien in televisieprogramma’s. Ik wil de nonnen vertellen dat ik volop met quarterlife-vragen zit, net als veel leeftijdsgenoten. Zij helpen mij om antwoorden te vinden op mijn vragen. Ik bedenkt al wat ik na afloop zou twitteren: “Net een week klooster Casella gedaan. Nieuwe inzichten gekregen en antwoorden op mijn vragen: die quarterlife crisis is verleden tijd. Het leven is een uitdaging!” Het loopt toch net even iets anders…

Klooster CasellaMet een koffer in mijn hand en een grote tas op mijn rug loop ik op een verharde weg door het bos. In de verte zie ik twee huizen naast elkaar staan. Het linker huis is groot, opgebouwd uit grijze stenen, het dak lijkt er gisteren opgelegd te zijn en wanneer ik voor de groene voordeur sta, ruik ik de scherpe geur van verf. Ik druk op de bel en het duurt een paar minuten voordat zuster Marie de deur opent. Het eerste wat me opvalt is de ketting om haar hals met een groot kruis eraan. Ze heeft kort, grijs haar en een bril op met dikkere glazen dan ik doorgaans zie. De witte trui maakt haar gezicht bleek en haar bruine broek zit losjes om haar lichaam. Geen make-up, geen geëpileerde wenkbrauwen, geen sieraden. “Goedemiddag, Rosan, welkom in klooster Casella. Fijn dat je er bent,” zegt ze met een ietwat hese stem, de zachte g is duidelijk te horen.Ze begeleidt mij naar het andere huis dat ik bij aan-komst zag: een boerderij dat als gastenverblijf is ver-

Zoeken in s t i l te

Page 5: Rosan in 't veld flipbook

bouwd. Ondertussen vraagt zuster Marie hoe mijn reis was en of ik trek heb. Eenmaal in het gasten-verblijf laat ze de gezamenlijke woonruimte en de keuken zien. Ze haalt een warme ovenschotel uit de oven, want ze gaat er vanuit dat ik nog niet gegeten had. “Rust maar even uit en eet lekker. Over een half uurtje kom ik weer terug,” zegt ze. Aan tafel eet ik de ovenschotel, bestaande uit groente, aardappelschijf-jes, kaas en tofu. Het is stil om me heen. De stilte lijkt mij de beste manier om antwoorden te vinden: geen afleiding, geen ruis. Alleen zijn met mijn ge-dachten. De stilte zal mij rust brengt en die rust zal leiden tot nieuwe inzichten. Ik weet natuurlijk ook dat het niet gemakkelijk wordt om de stilte door te komen. Het kan beklemmend zijn en ik kan mij snel eenzaam voelen. Maar die uitdaging ga ik aan en ik ga niet opgeven! Terwijl ik eet, voelt de stilte wat ongemakkelijk. Vreemd, want ik ben wel vaker even alleen thuis. Als zuster Marie terug komt laat ze de slaapkamer op de eerste verdieping zien. De houten vloer kraakt onder onze schoenen. Links van de deur zie ik een bed, voor het raam een klein bureau en in de hoek staat een lekkere leesstoel. Rechts van de deur is een wasbak; de douche en het toilet deel ik met de andere gasten. Op mijn kamer overhandigt zuster Marie mij een boekje waaruit ik kracht kan halen als de stilte mij te veel wordt. Samen lopen we naar beneden, wenst mij succes de komende dagen en vertrekt naar het andere gebouw.Ik kijk naar de gesloten deur en een onbestemd gevoel bekruipt me. Ik ben ineens alleen. Het voelt alsof je bent aangekomen op het feestje en ieder-een op het punt staat naar huis te gaan. Ik spreek mezelf toe: “Als je er geen aandacht aan geeft, is het gevoel er ook niet, Roos.”Ik loop, nu met mijn koffer, weer de trap op naar mijn kamer en geef een aantal spullen uit mijn kof-fer een plek. Daarna lees ik wat in de boekjes die op het bureau liggen en blader ik het stilteboekje door dat zuster Marie mij gaf. Op de linker pagina’s staan gedichten over stilte en aan de rechterkant hebben de zusters in korte zinnen geschreven wat stilte voor hen betekent. “Zelf ben ik de grootste stoorzen-der voor het vinden van stilte,” lees ik en “Je begeeft je in de stilte in de marge van het niet zeker weten.” Vooral die eerste zin is confronterend en er rolt een traan over mijn wang. Voor stilte hoef je hier niet lang te zoeken, maar hoe ik met die stilte omga is natuurlijk een tweede. Door het raam zie ik dat het begint te schemeren en ik staar wat afwezig naar buiten, tot ik beneden rumoer hoor.In de woonkamer ontmoet ik de Rotterdamse Helène (23) die samen met een vriendin vier dagen verblijft in het klooster. We maken kennis en praten over geloof en de aanleiding voor ons bezoek. He-lène heeft nooit eerder gehoord van een quarterlife crisis, maar ze herkent zich er wel in. Zij komt hier om te ontspannen, een soort vakantie. Ze vertelt dat dit haar eerste kloosterervaring is en dat ze zeker weer terugkomt: “Mijn retraite begon vrijdag met een stilteweekend. Vooraf wist ik niet dat er een stilteweekend zou zijn, dus ik had me er totaal niet op voorbereid. In het begin vond ik die stilte moei-

lijk, maar nu ik er doorheen ben, geeft het mij zoveel meer innerlijke rust. Ik sta dichterbij mijzelf en weet beter wat ik wil.” Ik luister bewonderend naar haar verhaal. Met z’n tweeën is het ook gemakkelijker dan alleen, vul ik in. Ik vraag niet naar haar tegensla-gen of naar bruikbare tips. Hulp vragen is niet mijn sterkste punt, zeker niet bij vreemden. Ik kies zelf voor dit avontuur en ik moet er ook zelf doorheen. Ze vertelt verder, over een meisje dat de eerste dag al naar huis vertrok, omdat de stilte haar te veel werd. Het tegenovergestelde gebeurde ook, want er waren mensen die al voor hun achtste keer zo’n stilteweek-end meemaakten.Na de avondviering dekken we de tafel en eten we samen een broodmaaltijd. Het brood is oud en de keuze voor beleg bestaat uit pindakaas, hagelslag en fabrieksmatige kaas. Ik probeer er doorheen te kijken en te bedenken dat het onder de categorie ‘soberheid’ valt. Tegelijkertijd vraag ik me af waarom ik zoveel waarde hecht aan deze details. Ieder ander merkt het niet eens op of schenkt er geen aandacht aan. Dit kleine detail wordt in mijn hoofd steeds groter en belangrijker.Onder de afwas bespreek ik het avondprogramma met de twee vriendinnen. Zij gaan een eind lopen in het bos en ik besluit op de bank te lezen. Als Helène en haar vriendin weg zijn, voel ik weer de zwaarte van de stilte. “Pfoe, zijn die twee vriendinnen niet ook wat confronterend? Zij hebben elkaar en ik ben hier alleen.” Ik pak een leesboek, maar na nog geen bladzijde te hebben gelezen, ruil ik het in voor de chocolaatjes die in de schaal op tafel staan. Wat staat me te wachten deze week, hoe ga ik het ervaren? Mijn ogen vullen zich met tranen. Ik loop naar boven, naar mijn kamer en kruip in bed.

De stilte als vriendSlapen is een ideale manier om afstand te nemen van alle emoties. Meestal duurt het even voordat je daadwerkelijk slaapt en die tussentijd is een uitgele-zen moment om te piekeren. Het lukt mij niet om in slaap te vallen en ik vraag me af waarom ik verdrie-tig ben en of ik hier wel antwoorden op mijn vragen vind. Ik mis ineens de mensen van thuis; mijn familie, vrienden, huisgenoten, de barman, de caissière uit de supermarkt van wie ik niet eens de naam weet. Heimwee is niet het goede woord. Het is de angst voor eenzaamheid die als een donkere wolk boven mijn hoofd hangt. Het is Helène gelukt om de stilte te overwinnen, maar zou zij ook zo verdrietig zijn ge-weest? Was dit het moeilijke gedeelte waar Helène het over had? Wil ik hier blijven of ga ik weg?De volgende ochtend sta ik met mijn ingepakte kof-fer in de gezamenlijke ruimte en maak ik nog wat laatste foto’s met mijn iPhone. De deur gaat open en Helène komt de woonkamer binnen. Ze kijkt verbaasd naar de koffer en voor ze iets kan vragen, zeg ik: “Ik schaam me diep, maar ik ga weer naar huis. Ik vind het heel knap hoe jij dat stilteweekend hebt volge-houden, maar ik denk dat die stilte mij alleen maar verdriet brengt. Op deze manier krijg ik geen ant-woord op mijn vragen.” Ze begrijpt het en ze vraagt zuster Marie om naar mij toe te komen. Ondertussen probeer ik mij voor te bereiden op een gesprek met

Page 6: Rosan in 't veld flipbook

zuster Marie. Gehaast komt ze de woonkamer in: “Goedemorgen Rosan, hoe gaat het met je?” We gaan aan tafel tegenover elkaar zitten en ik vertel dat ik naar huis ga. Ze trekt haar wenk-brauwen op en schuift haar stoel verder onder de tafel. Ik probeer haar uit te leggen waarom ik naar huis wil, de set-ting die niet overeenkomt met mijn verwachting en vooral de stilte. Ze vraagt of het komt door de twee vriendinnen en of het helpt als er nog drie nieuwe gasten bijkomen. Mijn hersenen draaien overuren: “Je kan ook blijven. Nee, je koffer staat al ingepakt. Je kan nu niet meer terug. Dat eten, dat eten vond je ook niets, weet je nog? Daar kun-nen anderen mensen niets aan veranderen. Trouwens, die mensen hebben elkaar. Hoe kunnen zij jou dan helpen?” Deze en meer van dit soort vragen kwamen bij mij op. “Fijn dat u zo meedenkt, maar ik blijf toch bij mijn besluit,” zeg ik zacht.In alle eerlijkheid vertelt zuster Marie dat ze zich al afvroeg hoe lang ik het zou volhouden. Ze vond mijn idee om een week te verblijven wat ambitieus. “Ik begrijp je gevoel en ik accepteer je keuze, maar ik had gehoopt dat het je iets anders zou opleveren,” vertelt ze vriendelijk. Ze adviseert om de volgende keer een vriendin mee te nemen. We nemen afscheid en zuster Marie vertrekt uit het gastenverblijf. Ik doe mijn jas aan, leg de sleutel op de tafel en trek de deur achter mij dicht. “De volgende keer neem ik inderdaad een vriendin mee,” zeg ik hardop tegen mijzelf.

ZelfkennisWeer thuis vraag ik mij af waarom ik niet langer in het klooster wilde blijven. Natuurlijk was het de stilte die mij overviel en had ik verwacht dat de gesprekken met de nonnen mij wat meer duidelijkheid zouden geven. Ik heb

niet het initiatief genomen om mijn verhaal te delen met Helène en zelfs niet met de aardige zuster Marie. Ik wilde ‘er’ niet doorheen, ik wilde gewoon naar huis. Ik was juist bang voor het onbekende, de eenzaamheid die ik angst-wekkend op me af voelde komen en ik besloot om ervoor te vluchten. Ik denk dat je echt een doorzetter moet zijn om je verwachting bij te stellen, je gedachten de baas te zijn en de stilte te kunnen omarmen zodat het je vriend wordt. Door deze ervaring word ik met de neus op de feiten gedrukt: een doorzetter ben ik niet.Van te voren weet je nooit hoe een keuze uitpakt. Dat maakt het ook zo moeilijk om keuzes te maken. Dat geldt ook zeker voor een quarterlifer, zoals ik. Je blijft wat onze-ker hangen op dat kruispunt, bang om de volgende juiste stap te zetten waarmee je de toekomst vastlegt. In retraite gaan is natuurlijk niet de enige manier om erachter te ko-men welke belangrijke keuzes je wil maken, maar zo’n erva-ring – hoe kort ook – levert wel veel op. Het is geweldig als je door een retraite weet welk beroep je wilt uitoefenen of welke studie daarbij past. Soms komen je verwachtingen niet overeen met de werkelijkheid en levert zo’n ervaring niet die pasklare antwoorden op. Het brengt je wel dichter bij jezelf. Door het te ervaren, leerde ik mezelf beter ken-nen: “Kan ik goed tegen de stilte? Heb ik doorzettingsver-mogen? Houd ik van rust of heb ik liever de drukte?” Het klooster was voor mij niet de juist manier om antwoorden te krijgen op mijn quarterlife-vragen. Toch helpt de opge-dane kennis mij wel weer om betere keuzes te maken in de toekomst. Op z’n minst zal ik voortaan andere keuzes maken om antwoorden te zoeken op mijn levensvragen!

Tekst: Rosan In ‘t Veld

Your best teacher is your

last mistake

Page 7: Rosan in 't veld flipbook

This is the beginning,of anything you want

Page 8: Rosan in 't veld flipbook

Eten, we doen het graag en het liefst de hele dag door. Mensen worden gelukkig van samen koken en eten, dat bewijzen pro-gramma’s als MasterChef Junior, CupcakeCup en de taarten van Abel. Het eten zelf heeft ook invloed op je mood. Last van liefdesver-driet, stress door school of gewoon moe en verveeld? Laat die zak chips voor wat het is, want noten helpen je er weer bovenop! Of kom weer uit je dip door een glas verse si-naasappelsap in plaats van die energy drink. Hoe dat kan? Serotonine is hèt middel voor een gelukkig gevoel!

Tekst: Rosan In ‘t Veld

Je komt moe uit school en baalt als een stekker, omdat je een vier voor wiskunde hebt gekregen. In één streep loop je door naar het keukenkastje, pakt een reep melkcho-cola, ploft voor de televisie en eet die reep achter elkaar op. Maar helpt deze reep om je humeur op te krikken en je gelukkiger te voelen? Voor de zestienjarige Valerie Vriens was eten van chocola, koekjes en chips eerder regel dan uitzondering, maar sinds twee weken eet ze dit nog zelden: “Vooraf kon ik me heel erg verheugen op zo’n reep melkchocola en ik dacht dat het mij hielp om mij beter te voelen. Het was gewoon een soort automatisme, omdat ik niet beter wist, denk ik.”Valerie is natuurlijk niet de enige. Als je niet lekker in je vel zit, zijn veel mensen geneigd om te eten. Chocola, koekjes en chips zijn voedingsmiddelen die je juist niet nodig hebt om je beter te voelen. Om stemmingswisselin-gen – moodswings – echt onder controle te krijgen, kun je beter iets eten waar je ècht gelukkig van wordt.

GelukshormoonSerotonine maakt je gelukkig en het wordt daarom ook wel een ‘gelukshormoon’ of ‘feelgoodhormoon’ genoemd. Het zit in allerlei soorten eten en zorgt ervoor dat je lichaam op de juiste manier functioneert. Het gelukshor-moon werkt goed voor de darmen, zorgt voor de juiste bloeddruk en het houdt je lichaam op temperatuur. Ook heeft dit gelukshormoon een grote invloed op gedrag en gevoelens. Met voldoende serotonine in je lichaam ben je gelukkig, meer alert en onthoud je dingen beter. Leren voor een belangrijke toets of colleges volgen gaat dan veel gemakkelijker. Een tekort aan serotonine leidt tot slecht slapen en roeke-lozer gedrag. Andere gevolgen zijn een lage pijngrens, veel zin in zoet eten en een depri-gevoel. Geluksdeskundige Leo Bormans zegt dat je het gelukshormoon op peil kunt houden door bepaalde voedingsmiddelen minder of meer te eten. Je gevoel heb je dus zelf in de hand door kritisch te zijn wat je eet. Je kunt je afvragen wat dan het juiste voedsel is om je happy te voelen.

GeluksgevoelDe meeste gelukkige mensen op de wereld wonen in Denemarken, Noorwegen en Zweden. Dit komt natuurlijk door welvaart en democratie, maar ook door wat inwoners eten. In Scandinavische landen eten de mensen wel drie of vier keer in de week vis. Er wordt ook wel gezegd dat dit hèt medicijn is tegen somberheid. Tonijn, makreel, zalm, haring, paling, sardientjes, het maakt je helemaal gelukkig. Tyas Bijlholt (21) had regelmatig last van sombere gevoe-lens, hij wilde dit tegengaan door zijn voedingspatroon aan te passen en vroeg aan zijn ouders om wat vaker vis te eten. Sinds een maand eet hij drie keer in de week vis. Aan het begin moest hij erg wennen aan de smaak, maar hij vindt het de moeite waard. “Ik voel me er al zoveel beter bij! Ik kan mij voorstellen dat Denemarken het gelukkigste land ter wereld is met zoveel vis op het menu.” Als je vis niet lekker vindt, kun je ook kiezen voor noten, pinda’s en verschillende volkoren producten. Somberheid is niet het enige gevoel dat je kunt tegen-gaan met eten. Ben je boos, geïrriteerd, druk of agressief? Dan is het misschien een idee om wat minder energy dranken te drinken en minder te eten van koek, snoep, chocola en ijs. Deze producten hebben één ding gemeen: suiker. Het geeft een enorme energieboost, maar deze energie is ook snel weer uitgewerkt waardoor je nog bo-zer wordt. Het kan helpen om een stuk fruit of rozijnen te nemen in plaats van een tussendoortje met veel suiker. In fruit zit ook serotonine, dus het gaat niet alleen je boos-heid tegen, het maakt je ook nog eens gelukkiger!Ander eten dat je frustratie vermindert is pure chocola. Chocola wordt gemaakt van cacao en dat heeft je lichaam nodig om serotonine aan te maken. In melkchocola of witte chocola zit zo weinig cacao dat het geen verschil maakt hoe je je voelt. Pure chocola met minimaal zeven-tig procent cacao zorgt daarentegen wel voor een goed, bijna verliefd, gevoel. Als Valerie nu uit school komt, laat ze die melkreep liggen en eet ze één of twee stukjes pure chocola. Ze probeert dit nu twee weken en zit al lekkerder in haar vel. “Die bittere smaak van cacao is even wennen, maar het belangrijkste is dat ik er vrolijker van word. Het concentreren op mijn huiswerk gaat ook beter.”Wat ook helpt is eten op vast tijden. Geluksdeskundige Leo Bormans zegt dat het belangrijk is om geen maal-tijden en tussendoortjes over te slaan. “Zo gauw je dit overslaat, vermindert het gelukshormoon. Door drie keer per dag een maaltijd te eten en gezonde tussendoortjes houd je je gevoel in balans.”

MoodfoodSerotonine wordt alleen aangemaakt uit voedsel dat rechtstreeks uit de natuur komt, zoals cacao, fruit, noten en volkoren producten. Als deze producten steeds meer onderdeel worden van jouw eetpatroon, ervaar je minder vermoeidheid en blijf je gelukkig. Het zijn dus eigenlijk een soort moodfood. Tyas heeft dit ook ervaren en eet naast vis ander moodfood die zijn stemming verbetert. Va-lerie heeft soms nog wel een beetje last van moodswings, omdat het volgens haar nou eenmaal bij haar leeftijd hoort. Toch voelt ze zich beter sinds ze meer moodfood eet. Net als Tyas en Valerie zul je merken dat je uiteinde-lijk minder behoefte hebt aan een reep melkchocolade of je favoriete koekjes wanneer je als tussendoortje kiest voor noten, fruit of een stukje pure chocola. Daar word je bij elke hap gelukkiger van!

Eet je gelukkig! Tien x

moodfood

1. Vis2.Fruit

3. Volkorenproducten4. Groene groenten

5. Noten6. Verse sinaasappelsap

7. Pure chocola8. Eieren

9. Rozijnen10. Specerijen

Page 9: Rosan in 't veld flipbook

Tien x moodfood

1. Vis2.Fruit

3. Volkorenproducten4. Groene groenten

5. Noten6. Verse sinaasappelsap

7. Pure chocola8. Eieren

9. Rozijnen10. Specerijen

Page 10: Rosan in 't veld flipbook

“Een festivalgevoel. Dat beeld had ik toen ik foto’s en filmpjes bekeek. Taizé is in Zuid-Frankrijk, dus het is iedere dag mooi weer, je praat met veel men-sen en sluit vriendschappen, koopt op het terrein je eten en drinken en je bent even helemaal weg uit de sleur van het dagelijkse leven.” Nienke Buijs (22) ging vier jaar geleden voor het eerst naar Taizé en sindsdien keert ze ieder jaar terug. “Een festivalge-voel is het niet helemaal, ik ga er vooral heen om tot mezelf te komen en anderen te ontmoeten.” In de zomermaanden verblijven er zo’n honderddui-zend mensen in dit kleine dorpje. Iedere week is het een komen en gaan van bussen vol met jongeren die van over de hele wereld komen. Broeder Roger zei hierover: “In Taizé horen we op sommige zomer-avonden, onder een hemel vol sterren, de jongeren door onze geopende ramen. We blijven verbaasd dat ze met zovelen komen. Ze zoeken, ze praten en ze bidden. En wij zeggen tegen onszelf: “Hun verlangen naar vrede en vertrouwen zijn als sterren, als kleine lichtjes in de nacht.”Sander de Haan (24) is ook een van die ‘zovelen’ waar broeder Roger over sprak. Vijf jaar geleden hoorde hij voor het eerst over Taizé en diezelfde zo-mer vertrok hij om met eigen ogen te zien wat deze gemeenschap zo bijzonder maakt. Sander: “Door het inspirerende verhaal van mijn neef was ik benieuwd waarom er zoveel jongeren naartoe gaan.” De sfeer en alles wat er gebeurt hebben Sander zo gegre-pen dat hij daarna nog twee keer is teruggekeerd. “Ik denk dat ik inmiddels verslaafd ben, want deze zomer ga ik weer!”

Geloven in jezelfHet klooster in Taizé is een oecumenische gemeen-schap, een samenstelling van protestanten en katholieken, maar iedereen is er welkom. Nienke valt op meisjes en voelt dat niemand haar veroor-deeld: “Het bijzondere is dat er in Taizé totaal geen onderscheid gemaakt wordt. Het maakt niet uit of je gelovig of ongelovig bent, donker of blank bent, hetero of homo, dik of dun en welke kleding je draagt. De broeders en de andere pelgrims accep-teren je zoals je bent. Wanneer je niet gelooft is het wel belangrijk dat je open staat voor de broeders en het geloof en dat je dit accepteert, net zoals zij

Heb je deze zomer geen zin in Salou of Chersonissos en ben je opzoek naar een plek waar je tot jezelf kan komen? Misschien is Taizé dan iets voor jou. Het dorpje telt niet meer dan honderd-zestig inwoners en ligt verborgen in het zuiden van Frankrijk. Jaarlijks reizen dui-zenden jonge mensen naar Taizé om aan de voet van het klooster hun tentje op te zet-ten. Wat maakt Taizé zo geliefd en wat zoe-ken anderen op deze plek?

Taizé: geloof in jezelf

Page 11: Rosan in 't veld flipbook

jou accepteren.”Taizé is dus vooral een plek die je kracht geeft om (weer) in jezelf te geloven. Broeder Sebastiaan zegt hierover: “Jongeren worden vooral getroffen door de sfeer van openheid. Je wordt geaccepteerd zoals je bent, de gemeenschap eist niet dat je gelooft. Deze reacties horen we veel.”De verschillen in geloof en manier van denken bespreek je met elkaar, maar daar blijft het niet bij. Zo praat je over de zin van het bestaan, filosofeer je over levensvra-gen en kun je persoonlijke kwesties of dilemma’s met elkaar delen. Dit bespreek je meestal in je gespreks-groepje. Iedere ochtend, na het ontbijt, geeft een broe-der een filosofisch college. Vanaf de eerste bijeenkomst van de week vorm je groepjes van vier of vijf waar je de rest van de week mee optrekt. Deze groepjes zorgen voor mooie inzichten en bijzondere ontmoetingen. In Sanders tweede reis bracht hij veel tijd door met zijn gespreksgroepje. “Ik zat in een groepje met een Ameri-kaans meisje, twee Oekraïense meisjes, een jongen uit Kameroen en nog een Nederlandse jongen. Wij vonden het heel leuk om de hele dag met elkaar op te trek-ken.” Sander spreekt ze nog steeds en hij gaat er vanuit dat die band voor de rest van zijn leven blijft. Dankzij internet en sociale media kun je elkaar ook na Taizé nog regelmatig spreken. “Als je meer van de wereld wil zien, is het een leuk vakantieadresje,” zegt Sander lachend.

Orde en regelmaatNet als bij andere kloosters kenmerkt het leven in Taizé zich door orde, ritme en regelmaat. Dat bestaat ook uit meewerken om het terrein leefbaar te houden. De (schoonmaak)taken worden bij aankomst al aan de Taizé-gangers uitgedeeld. Sander: “Verwacht hier geen luxe of comfort. Er zijn geen zachte banken of stoelen, soms zelfs koude douches en iedereen heeft een eigen taak om Taizé leefbaar te houden. De eerste keer heb ik de maaltijden uitgedeeld en door die taak heb ik ook weer nieuwe mensen leren kennen.” De regelmaat is terug te zien in de colleges, maaltij-den en de kerkdiensten die op vaste tijden zijn. Elke ochtend, middag en avond is er een dienst in de grote ‘Verzoeningskerk’ waar iedereen – religieus of niet – aan deelneemt. Het is een plek om samen te komen en een moment van stilte te ervaren. Zo’n dienst duurt maximaal veertig minuten en heeft een gestructureerd programma. De dienst begint met zang, daarna leest de broeder een klein gedeelte voor uit de Bijbel en vervol-gens is iedereen tien minuten stil. Het eindigt ook weer met zang. Overigens is het geen kerk zoals de kerken in Nederland. In de Verzoeningskerk zit iedereen op de grond, in groepjes bij elkaar of juist ergens alleen. De broeders zitten midden in de kerk, tussen de bezoekers in. Na de avonddienst verspreiden de broeders zich op verschillende plaatsen in de kerk. Je kunt hen dan om advies vragen of je kunt iets persoonlijks met hen delen. Nienke merkt dat er regelmatig gebruik van gemaakt wordt: “Door het primitieve, de soberheid en de regel-maat die hier heerst, hoef je geen dingen te onthouden en zijn er geen afleidingen. Daardoor komt er ruimte vrij om over jezelf na te denken. De sfeer is ernaar om dingen met elkaar te delen, zeker in de gespreksgroepje. Het komt ook voor dat je dingen voor jezelf op een rijtje moet zetten en na de dienst kun je dan altijd hulp zoe-

ken bij een van de broeders.”De broeders adviseren om deel te nemen aan de kerk-diensten en andere activiteiten die het dagritme bepalen, zoals de (schoonmaak)taken, de Bijbellessen, de maal-tijden en de kerkdiensten. Toch blijft op de achtergrond altijd het gevoel van ‘niets moet, alles mag’.

Innerlijke rustIedere Taizé-ganger geeft een eigen invulling aan de dag. De één volgt het vaste programma en geniet van de grote hoeveelheid mensen. De ander heeft meer behoefte aan tijd voor zichzelf en slaat dagelijks een kerkdienst over. Als je behoefte hebt aan stilte, kun je naar de grote ‘Stiltetuin’ gaan. Broeders en vrijwilligers lopen rond om de stilte te bewaken. Voor wie niet genoeg heeft aan de Stiltetuin, kan aan het einde van de week een weekend in retraite gaan. Met een broeder of zuster bespreek je dan eerst of de stilte wel de goede vorm is voor jou en of je het niet onderschat. Sander vindt zo’n stilteweekend niet bij hem passen, maar overweegt het dit jaar wel: “In de drie keer dat ik nu in Taizé ben geweest, ben ik nog nooit in retraite gegaan. Misschien probeer ik het deze zomer, omdat ik er veel mooie verhalen over heb gehoord. Toch is de gezelligheid voor mij ook heel belangrijk en ben ik bang dat de voordelen van de stilte niet opwegen tegen het samen zijn.”Hoe en op welke manier je Taizé ervaart is voor iedereen anders, maar er is wel een gedeelde ervaring wat mensen hier vinden: innerlijke rust. Je vergeet alles wat er thuis speelt en dat helpt je bewust te worden van alles wat je doet. Nienke heeft dit ook zo ervaren: “Thuis ben ik altijd snel afgeleid en ongeconcentreerd, maar in Taizé heb ik daar geen last van. Door de sfeer ervaar ik vanaf het eerste moment innerlijke rust. Daardoor kom je dichter-bij jezelf en sta je open voor bijzondere gesprekken met mensen van over de hele wereld.” Taizé is dus een plek om rust te ervaren, dichter bij jezelf te komen en mensen te ontmoeten die in jou geloven.

Tekst: Rosan In ‘t Veld

Hoe is Taizé ontstaan? Broeder Roger – frère Roger – is de oprichter van deze kloostergemeenschap. Door de omstandigheden in de Tweede Wereldoorlog voelde broeder Roger dat hij iets moest doen voor mensen in nood. Op 25-jarige leeftijd kocht hij een groot huis met bijgebouwen in Taizé. Vanaf die tijd trokken er steeds meer broeders in zijn klooster. Ze wilden graag zorgen voor kinderen die door de oorlog hun familie hadden verloren. Ze riepen de hulp in van Geneviève, de zus van broeder Roger, en zij trok het klooster in om zich over de joodse weeskinderen te ontfermen. Vanaf de jaren zestig en zeventig ontdekten steeds meer jongeren de aantrekkingskracht van Taizé. Toen met Pasen in 1974 de vallei volstroomden met ruim veertigduizend jongeren, waren de broeders verrast en hier totaal niet op voorbereid. De Nederlandse broeder Sebastiaan typeerde het tafereel als ‘een soort Woodstock’, een bekend muziek-festival in Amerika. Broeder Roger is in 2005 overleden, maar de kloosterge-meenschap trekt nog steeds vele jongeren.

Meer weten? www.taize.fr/nl

Heb je deze zomer geen zin in Salou of Chersonissos en ben je opzoek naar een plek waar je tot jezelf kan komen? Misschien is Taizé dan iets voor jou. Het dorpje telt niet meer dan honderd-zestig inwoners en ligt verborgen in het zuiden van Frankrijk. Jaarlijks reizen dui-zenden jonge mensen naar Taizé om aan de voet van het klooster hun tentje op te zet-ten. Wat maakt Taizé zo geliefd en wat zoe-ken anderen op deze plek?

Page 12: Rosan in 't veld flipbook

Rosan in ‘t Veld