Roofvogels - KPNhome.kpn.nl/~fbil-westra/map5/Roofvogelverslag 2012m.pdf · 2012. 12. 30. ·...
Transcript of Roofvogels - KPNhome.kpn.nl/~fbil-westra/map5/Roofvogelverslag 2012m.pdf · 2012. 12. 30. ·...
|Wender Bil
Bevindingen in een onderzoeksgebied nabij Lippenhuizen en Hemrik
Onderzoek bij broedvogels en nestjongen
Roofvogels Buizerd Buteo buteo, Havik Accipiter gentilis en Wespendief Pernis apivorus
Jaarverslag 2012
2 | P a g i n a
Inhoudsopgave
1. Inleiding 3
2. Methode 3
3. Territoriumbeschrijving Buizerd Buteo buteo 4
4. Conclusies 10
4.1 Nest 10
4.2 Territoria 10
4.3 Leeftijden 11
4.4 Rui 12
4.5 Overleving 12
5. Territoriumbeschrijving Havik Accipiter gentilis 13
6. Conclusies 15
6.1 Nest 15
6.2 Territoria 15
6.3 Leeftijden en overleving 15
6.4 Rui 16
6.5 Prooien 16
7. Wespendief Pernis apivorus 18
7.1 Activiteiten 18
7.2 Wespennesten 18
8. Roofvogelvervolging 20
8.1 Dood gevonden roofvogels 20
8.2 Conclusie 22
Nawoord 22
Voortzetting 2013 22
Dankwoord 22
Illustratie verantwoording 23
3 | P a g i n a
1. Inleiding
Dit jaar is er voor het tweede jaar op rij onderzoek gedaan naar roofvogels in een gebied nabij
Lippenhuizen en Hemrik. Ondanks dat er enige weerstand is ontstaan tegen het onderzoek, is er toch
gekozen om door te gaan. Dit vanwege het feit dat er in het voorgaande jaar genoeg aanleiding is
gevonden die het toezicht op deze roofvogelpopulatie legaliseert. Wanneer er gefundeerde
argumenten tegen het onderzoek waren aangedragen, was het van mijn kant logisch geweest om te
stoppen. Hier ontbrak het echter wel aan, en er werd meer een indruk gewekt dat de tegenstanders
van het onderzoek niet gestoord willen worden bij het uitvoeren van hun lugubere hobby’s.
Inmiddels is het broedseizoen alweer voorbij, en zijn de gedurende het broedseizoen van 2012
verzamelde gegevens gebundeld in dit rapport.
2. Methode
De in 2012 gehanteerde methode is grotendeels gelijk gebleven aan die van 2011. Het doel van dit
onderzoek is de overleving, verspreiding en populatiedichtheid van de verschillende
roofvogelsoorten vast te stellen. Dit wordt gecoördineerd door de Werkgroep Roofvogels Nederland
(WRN), die aan het eind van het seizoen alle soortkaarten verzameld en zo een beeld trachten te
vormen van het wel en wee van de roofvogelpopulatie in Nederland.
Er zijn verschillende methodes om de roofvogelpopulatie te onderzoeken. Welke manier gehanteerd
wordt, is afhankelijk van een aantal factoren zoals de tijd die ervoor beschikbaar is en de grootte van
het onderzoeksgebied.
Bij dit onderzoek is gekozen voor territorium en nestkartering zonder controles nestinhoud. Bij deze
methode worden de territoria van roofvogels vastgesteld door middel van gedragingen van de
territoriabezitters. De beste tijd van het jaar hiervoor is het voorjaar, dan maken de roofvogels elkaar
namelijk door middel van baltsgedrag de territoria duidelijk. Deze waarnemingen worden op kaart
gezet en aan het eind van het seizoen over elkaar heen gelegd, zodat de diverse territoria inzichtelijk
worden. Ook aan de hand van ruipennen kan worden vastgesteld waar een vogel verblijft. Dit geeft
echter geen duidelijk beeld van het territorium omdat een vogel niet precies op de grenzen van het
territorium zijn veren ruit. Ook kan er verschil worden gemaakt tussen een territorium en een
activiteitengebied. Een territorium wordt namelijk door een vogel verdedigd tegen soortgenoten.
Een activiteitengebied echter, is een groter gebied waarin de dagelijkse activiteiten plaatsvinden
(foerageren etc.) en wordt niet tegen soortgenoten verdedigd. Zo kan het vaker voorkomen dat
activiteitengebieden van roofvogels elkaar overlappen.
Ook worden bij deze methode nestkaarten bijgehouden. De nesten worden, zoals gezegd, niet
gecontroleerd op inhoud.
Verder worden ruipennen van de verschillende roofvogels verzameld die naast verblijf ook
informatie bevatten over de leeftijd en het geslacht van de vogels. Omdat iedere roofvogel een
unieke tekening op de veren heeft, kunnen deze veren ook van jaar op jaar vergeleken worden en
kan er een beeld van de overleving van deze dieren geschetst worden (Buizerd/ Havik/ Wespendief).
Bij sommige soorten is het ook mogelijk om vast te stellen of het om een juveniele of adulte vogel
gaat aan de hand van de veren. Bij de Havik kun je zelfs vrij nauwkeurig de leeftijd in jaren bepalen.
4 | P a g i n a
Tijdens de winter worden (los van de gestandaardiseerde methode) territoriumhoudende Buizerds in
het onderzoeksgebied gevangen. Hiervan worden maten als gewicht, vleugellengte en ruiscores
genoteerd die weer verder inzicht verschaffen over de conditie, leeftijd en geslacht van vogels. Ook
kunnen de veren die in het zomerseizoen zijn gevonden worden vergeleken met die van de gevangen
vogel. Tenslotte wordt de vogel voorzien van een aluminium ring en krijgt deze op iedere slagpen het
unieke ringnummer gestempeld. Dit vergemakkelijkt de herkenning van deze vogel in de opvolgende
ruiperiode, wanneer deze zijn veren weer worden vernieuwd. Het kan echter ook gaan om een
overwinterende Buizerd. Op deze manier kan er dan weer informatie worden verkregen over de
overwinteringgebieden van Buizerds.
Ten slotte wordt er ieder moment gekeken naar sporen van roofvogelvervolging. Zo worden
bijvoorbeeld nesten gecontroleerd op sporen van vernieling, en worden dood gevonden roofvogels
onderzocht op mogelijke doodsoorzaken. Doel hiervan is eventuele misstanden aan de kaak te
stellen.
3. Territoriumbespreking Buizerd Buteo buteo
In 2012 zijn er in totaal 13 territoria onderzocht. De gegevens die zijn verzameld staan per
territorium genoteerd. Hierbij wordt hoofdzakelijk gekeken naar de broedvogels en het broedsucces.
Territorium 1 (Tolheksbos)*
Dit territorium kon tijdens een inventarisatieronde in maart definitief worden vastgesteld. In de
voorgaande maand werden er overigens al baltsende Buizerds in het territorium waargenomen. Deze
bleken bijzondere aandacht te hebben voor een oud nest in een Eik. Uiteindelijk is ook ditzelfde nest
benut voor een broedpoging.
Tijdens de eifase werden er meerdere waarnemingen van een broedende vogel op het nest gedaan.
Bij een nestcontrole eind mei werden er voor het eerst poepspatjes onder het nest aangetroffen (een
teken dat er jongen op het nest zitten). Vervolgens werden er bij verschillende bezoeken aan het
nest alarmerende oudervogels gezien en mede gelet op het toenemend aantal uitwerpselen leek het
de jongen voorspoedig te gaan.
Eind juli werd er echter op een kleine afstand van het nest een dood jong aangetroffen. Het gaat hier
hoogstwaarschijnlijk om een reeds uitgevlogen jong van dit nest.
5 | P a g i n a
Er werden nadien echter ook nog andere uitgevlogen juveniele Buizerds in het territorium
waargenomen. Er kon helaas geen gelijktijdige waarneming van meerdere juveniele vogels gedaan
worden, maar waarschijnlijk ging het om zeker twee. In totaal zijn er dus zeker drie jongen
uitgevlogen, waarvan er één dood werd
teruggevonden.
Aan de hand van de gevonden ruipennen van dit
paartje kon worden vastgesteld dat beide
oudervogels na 3e kalenderjaar zijn. Helaas komen
de gevonden ruipennen (fig. 1) niet in aanmerking
voor vergelijking met gevonden ruipennen uit de
omgeving van voorgaande jaren*. Het is dus niet
bekend of deze vogels ook de voorgaande jaren dit
territorium bezet hebben.
*Er werd dit jaar voor het eerst onderzoek naar Buizerds gedaan in het Tolheksbos
Territorium 2 (Lippenhuisterheide –zuid)
Ondanks vele pogingen, werd er van dit paartje geen nest gevonden. Wel werden er vermoedens van
een broedpoging gewekt, aangezien de territoriumhoudende vogels meerdere malen alarmerend
werden waargenomen. Er mag echter worden aangenomen dat er geen broedsucces is geweest,
vanwege het uitblijven van waarnemingen van jonge Buizerds.
Het mannetje bleek dezelfde te zijn als die in het voorgaande jaar hier gebroed heeft. Aangezien deze
Buizerd in december 2010 werd gevangen en de veren van stempels werden voorzien, konden dit
jaar (voor het laatst) gestempelde ruipennen van deze vogel worden gevonden. Dit was dan ook het
geval. Bij het vrouwtje ligt dit wat gecompliceerder; er werden namelijk ruipennen van verschillende
vrouwtjes gevonden. En aangezien er geen match met voorgaande jaren gemaakt kon worden blijft
het gissen welke vogel het is.
Territorium 3 (Lippenhuisterheide –noord)
Dit paartje heeft dit seizoen weer op hetzelfde nest als van de afgelopen twee jaar gebroed. Hier
werd eind maart voor het eerst een broedende Buizerd op waargenomen. Halverwege juni werd er
een dood nestjong onderaan de nestboom aangetroffen, deze bleek al geruime tijd dood te zijn. In
de takken rondom het nest zaten echter nog twee takkelingen, deze werden later beide weer als
vliegvlugge jongen in het territorium aangetroffen. In totaal zijn er dus zeker twee jongen
uitgevlogen en heeft één jong het nestjongen-stadium niet overleefd.
Figuur 1 Geruide staartpen van het vrouwtje onder nest. (27 mei 2012)
6 | P a g i n a
Door middel van veervergelijking kon worden vastgesteld dat het vrouwtje een oude bekende was.
Namelijk een broedvogel die vanaf 2010 in
dit territorium werd vastgesteld. Het
mannetje kon aan de hand van waarneming
op leeftijd worden gebracht: namelijk een
adulte vogel. In het territorium werd ook
een ruipen van een na 3e kalenderjaar
mannetje Buizerd gevonden. Het gaat hier
mogelijk om een veer van het territoriale
mannetje. Aangezien er in voorgaande
jaren geen geschikte ruipennen van het
territoriumhoudende mannetje werden
gevonden, is vergelijking namelijk niet
mogelijk.
Territorium 4 (Âld-Hearrewei –oost/ Bûtewei)
Halverwege april werd dit nest gevonden nadat een oudervogel een duikvlucht op het nest maakte.
Bij een bezoek aan het nest op 11 mei vloog er een Buizerd van het nest af. Vervolgens waren er eind
mei twee jongen op het nest zichtbaar.
In de opvolgende maand werd er tweemaal een prooidragende Buizerd gezien die op het nest
afvloog. Er werden alleen geen jongen meer op het nest gezien.
Begin juli echter, werd er een jonge Buizerd nabij de nestplaats waargenomen. Vervolgens werden
er dezelfde maand nog driemaal waarnemingen gedaan van steeds één jonge vogel. De laatste
waarneming van een vliegvlug jong werd gedaan op 26 juli, op ongeveer 400 meter afstand van het
nest.
Het vrouwtje van dit paar bleek een oude bekende te zijn, namelijk een vogel waarvan in 2007 al (bij
toeval) ruipennen werden gevonden. Vervolgens werden er in 2010 wederom veren van deze vogel
gevonden. Na de vondst van een aantal oude beschadigde veren van een dode Buizerd begin 2011,
werd er gevreesd dat het om deze vogel ging, hier kon alleen geen zekerheid over worden verkregen.
Aangezien in het broedseizoen van 2011 geen ruipennen van het broedvrouwtje in dit territorium
werden gevonden werd het ergste gevreesd. Nu blijkt dus toch dat deze vogel de massale uitval van
2011 heeft doorstaan! Van het mannetje konden helaas geen ruipennen worden gevonden.
Figuur 2 Takkeling in nestboom. (18 juni 2012)
7 | P a g i n a
Territorium 5 (Lippenhuisterheide –oost/ Hemrikkerscharren)
In dit territorium werd er, ondanks de vele pogingen, geen nest gevonden. Wel werd er meerdere
malen nestindicerend gedrag bij de oudervogels vastgesteld. Er mag overigens (net als bij territorium
2) vanuit worden gegaan dat er bij dit paartje geen broedsucces is behaald vanwege het uitblijven
van waarnemingen van jongen.
Wel werden er ruipennen van het vrouwtje dat het territorium bezette gevonden. Het betreft hier
dezelfde vogel als van afgelopen jaar. De gevonden ruipennen van het mannetje konden weinig
verheldering bieden over de identificatie van deze vogel. Wel kon worden vastgesteld dat het een
adulte vogel betreft.
Territorium 6 (Hanenburg) *
In dit territorium werd halverwege april een nieuw gebouwd nest gevonden in een Lariks. Hier werd
meerdere keren een broedende buizerd op aangetroffen.
Tijdens een controle in de laatste week van mei bleek het nest te zijn overgenomen door een
Nijlgans; onder de nestboom werd een kapot Nijlgansenei gevonden en op het nest lag een krans van
Nijlgansendons. Er werden hierna ook geen buizerds meer bij het nest waargenomen.
Van het vrouwtje kan worden geconcludeerd dat het een na 3e kalenderjaar vogel betreft. Van het
mannetje werden (waarschijnlijk ) geen veren gevonden. Ook werden er geen duidelijke
waarnemingen van het mannetje gedaan; zijn leeftijd is dus onbekend.
* Dit paartje is dit jaar voor het eerst in het onderzoeksgebied vastgesteld.
Territorium 7 (Hanenburg –oost)
Halverwege april bleek er een nest in een Lariks bewoond te worden door dit paartje. Het gebruikte
nest was al bekend uit de voorgaande twee jaren, maar er werd tot dusver niet op gebroed.
Eind mei werden er voor het eerst uitwerpselen onder het nest aangetroffen. Vervolgens werden er
meerdere waarnemingen van een jonge Buizerd
op het nest gedaan.
Eind juni bleek vermoedelijk ditzelfde jong
uitgevlogen te zijn. In de opvolgende periode
werd er steeds weer één jonge Buizerd in dit
territorium waargenomen.
Ruipennen wezen uit dat het vrouwtje dezelfde
vogel is als van de afgelopen twee jaar. Helaas
konden ook hier van het mannetje geen ruiveren
verkregen worden. Wel is vastgesteld dat het een
adulte vogel betreft.
Figuur 3 Jonge Buizerd spiedt door de takken rond het nest (19 juni 2012)
8 | P a g i n a
Territorium 8 (Hemrikkerscharren/ Hemrikerpaed)
Tijdens een inventarisatieronde eind maart dit jaar, werden in dit territorium baltsende Buizerds
waargenomen. Deze doken herhaaldelijk in een dennenperceel. Hier werd echter geen nest
gevonden. Wel werd er op 27 juli een Buizerd waargenomen die een prooi in de Hemrikkerscharren
wist te vangen en hier vervolgens mee wegvloog naar de bossen van het Alpherveld. Daar was vlakbij
een bedelend jong te horen. Nu is het zeer aannemelijk dat dit jaar het betreffende paartje een
uitstapje heeft gemaakt naar de andere kant van het Koningsdiep. Het is overigens bekend dat nabij
het Alpherveld een nest heeft gezeten, waar succesvol jongen zijn uitgevlogen.
Mede vanwege het uitblijven van een broedpoging van dit paartje in het onderzoeksgebied, werden
er geen ruipennen van deze vogels gevonden.
Territorium 9 (Hemrikkerscharren/ de Dôbbe)
Dit paartje heeft dit jaar waarschijnlijk voor het eerst in het onderzoeksgebied gebroed. Op 22 april
werd er een broedende vogel op het nest gezien. Vervolgens werden er eind mei zeker drie jongen
op het nest gezien. Eind juni vloog er bij een nestcontrole een jong van het nest. Een ruime week
later werd er wederom een van het nest vliegend jong waargenomen. Vervolgens werd er
halverwege juli aan de noordkant van het Koningsdiep een jonge buizerd gezien. Begin augustus
werden er zeker twee juveniele buizerds ten noorden van het Koningsdiep gehoord.
Van het vrouwtje werden geen veren gevonden. Van het mannetje daarentegen kon met behulp van
ruiveren worden vastgesteld dat het een bekende vogel is, waarvan in 2011 ook al een ruipen werd
gevonden. Beide vogels zijn op leeftijd gebracht, namelijk beide adult. Waarschijnlijk heeft dit paartje
vorig jaar buiten het onderzoeksgebied gebroed.
Territorium 10 (Hemrikkerscharren – oost/ de poasen)
Op 22 april bleek tijdens een controle dat het oude nest opgebouwd was. Gezien de omvang van het
nest kon er niet vanaf de grond bepaald worden of er een broedvogel op zat. Begin juni werden er
uitwerpselen onder het nest gevonden. En eind juni werden er voor het eerst twee jongen op het
nest waargenomen. Deze bleken vijf dagen later
reeds vliegvlug te zijn. In juli werden de jongen
meermaals waargenomen aan de noordzijde van
het Koningsdiep. Vervolgens werden er in augustus
tweemaal 2 jongen boven de broedplaats gezien.
Het vrouwtje betreft een na 3e kalenderjaar vogel.
Dit is mogelijk dezelfde vogel als van vorig jaar, de
gevonden ruipennen kunnen hier echter geen
uitsluitsel over geven. Van het mannetje werd
vermoedelijk ook een ruiveer gevonden. Dit betreft
eveneens een na 3e kalenderjaar vogel.
Figuur 4 Takkeling van territorium 10 in nestboom (25 juni 2012)
9 | P a g i n a
Territorium 11 (Poasen/ Hemrikerpaed)
Dit territorium heeft dit jaar de nodige inspanning gekost. Er werden bij de eerste inventarisatie in
maart al baltsende broedvogels in het territorium waargenomen. Een nestindicerende waarneming
bleef daarna uit. Begin juni werden de twee broedvogels echter fel alarmerend waargenomen en ook
een paar dagen later bleek dit weer het geval, waarbij de beide vogels zelfs in de bomen rondom mij
gingen zitten te alarmeren. Er kon alleen steeds maar geen nest gevonden worden, en bij de
volgende inventarisaties werden ook geen alarmerende vogels meer waargenomen. Bij toeval werd
er uiteindelijk eind juni toch een nest ontdekt. In de nestomgeving werden echter plukresten van één
of meerdere nestjong(en) gevonden en op het nest werden geen sporen van activiteit waargenomen.
Deze broedpoging is dus duidelijk mislukt.
Van beide territoriumhoudende vogels werden ruipennen gevonden. Zowel het mannetje als het
vrouwtje betroffen na 3e kalenderjaar vogels. Er kon desondanks geen match met veren uit
voorgaande jaren gemaakt worden.
Territorium 12 (Bûtewei/ Poasen)
In dit territorium werd eind maart al een waarneming gedaan van een Buizerd die nestmateriaal
verzamelde. Deze vogel vloog gezamenlijk met de andere broedvogel naar een spar nabij het
woonwagenkamp bij de kruising Bûtewei- Poasen. Hier werd een scheut losgetrokken uit de top en
vervolgens naar de nestplaats vervoerd. Bij een nestcontrole eind mei werden er twee jongen op het
nest waargenomen. Vervolgens werd er eind juni weer een bezoek aan het nest gebracht, waarbij
drie jongen op het nest te zien waren, waarvan één afvloog. In juli werden vervolgens nog
waarnemingen gedaan van twee jonge vogels in het territorium.
Van zowel het mannetje als het vrouwtje werden ruipennen gevonden. Beide bleken na 3e
kalenderjaar vogels te zijn. Er kon ook hier echter geen match gemaakt worden met de broedvogels
van vorig jaar.
Figuur 5 Takkeling op nest (26 mei 2012) Figuur 6 Oudervogel vliegt over broedplaats (26 mei 2012)
10 | P a g i n a
Territorium 13 (Bûtewei/ Hemrik)*
Bij een inventarisatie in maart, werd er een copulatie van dit paartje waargenomen. Er werd echter
geen opgebouwd nest gevonden. Tijdens zoektochten in juni werd er ook geen nest ontdekt, wel
werden er steeds alarmerende oudervogels waargenomen.
In juli werd er een uitgevlogen jong waargenomen, hierna is ook een nest gevonden waar
vermoedelijk op gebroed is.
Van het vrouwtje werd één gestempelde veer gevonden. Het betreft een na 4e kalenderjaar vogel.
Van het mannetje werden geen veren gevonden. Wel kan er aan de hand van waarnemingen gezegd
worden dat het een adulte vogel betreft.
* Ondanks dat dit territorium voor het grootste gedeelte buiten het onderzoeksgebied valt, is er toch
voor gekozen om het te volgen. Dit komt mede doordat het vrouwtje van dit broedpaar afgelopen
winter is gevangen. Aangezien het territorium grotendeels buiten het onderzoeksgebied valt, worden
de gegevens echter niet in de totalen van het onderzoeksgebied meegenomen.
4. Conclusies
4.1 Nest
In totaal zijn er 12 territoria vastgesteld in het onderzoeksgebied. Van deze 12 territoria is er bij één
geval mogelijk buiten het onderzoeksgebied gebroed. In de overige territoria werd bij negen
gevallen een broedpoging vastgesteld (in twee territoria is het twijfelachtig of er een broedpoging
heeft plaatsgevonden). Van de broedpogingen is er één volledig mislukt in de nestjongenfase. Tevens
werd er bij één Buizerdnest een dood nestjong aangetroffen. Gezamenlijk zijn er zeker 12 jongen
uitgevlogen, waarvan er later één dood werd teruggevonden.
In totaal is er afgelopen jaar in zes
verschillende boomsoorten genesteld
(tabel 1). Dit in verschilt met 2011; toen
in vier verschillende boomsoorten werd
genesteld.
Van de in totaal negen nesten, werden er
vier nieuw gebouwd. De overige vijf
nesten bestonden al en werden opnieuw
gebruikt.
4.2 Territoria
Aan de hand van territoriale gedragingen kan er een globaal beeld van de ligging van territoria
geschetst worden. Dit levert de volgende figuur (7) op.
Boomsoort Aantal nestbomen
Grove den Pinus sylvestris 1
Japanse lariks Larix kaempferi 3
Sitkaspar Picea sitchensis 1
Zomereik Quercus robur 2
Ruwe berk Betula pendula 1
Schietwilg Salix alba 1
Tabel 1 Aantal nestboomsoorten waar in 2012 door Buizerds in werd genesteld
11 | P a g i n a
Figuur 7 Globale ligging van territoria van de Buizerd in 2012
Vergeleken met het voorgaande jaar is er enige verandering opgetreden. Zo is territorium 6
(Hanenburg) dit jaar voor het eerst vastgesteld. Vermoedelijk heeft dit territorium vorig jaar ook
bestaan, maar in een andere vorm (mogelijk meer richting de Bûtewei).
Ook territorium nummer 9 (Hemrikkerscharren, de Dôbbe) is dit jaar nieuw vastgesteld. Hier geldt
dat het waarschijnlijk wel een bestaand territorium is, maar dat dit maar voor een gedeelte in het
onderzoeksgebied ligt. En waarschijnlijk is er volgend jaar aan de overzijde van het Koningdiep
gebroed, waardoor het territorium gemist werd. Dit wordt bevestigd door de match van een veer van
het mannetje van dit jaar, met een veer van vorig jaar.
Naast de broedvogels werden er ook dit jaar weer verscheidene
niet-territoriale Buizerds in het onderzoeksgebied aangetroffen.
Het gaat hier om minstens negen exemplaren waarvan acht
juveniele vogels betroffen. Eén van deze vogels bleek stempels op
de veren te hebben. Dit betrof een 2e kalenderjaar mannetje dat
op 23 januari van dit jaar door een collega-ringer nabij Terwispel
is gevangen.
4.3 Leeftijden
Van de 22 vogels die in het onderzoeksgebied gebroed hebben,
konden er 19 op leeftijd gebracht worden. Het blijkt dat het hier
om allemaal adulte (na 3e kalenderjaar) vogels gaat (Tabel 2 ).
Van de twee territoria waarbij (vermoedelijk) buiten het
onderzoeksgebied gebroed werd, bleken bij het ene paartje beide
oudervogels adult te zijn. Bij het andere paartje konden de
oudervogels niet op leeftijd gebracht worden.
Paar mannetje Vrouwtje
1. ad ad
2. ad -
3. ad ad
4. - ad
5. ad ad
6. - ad
7. ad ad
(8.) - -
9. ad ad
10. ad ad
11. ad ad
12. ad ad
(13.) ad ad
Tabel 2 Leeftijd van territorium bezittende buizerds gerangschikt naar adult (ad), en juveniel (juv) - =onbekend
12 | P a g i n a
4.4 Rui
In totaal werden er gedurende het jaar 58 ruipennen van Buizerds verzameld. In verhouding tot het
afgelopen jaar (77 ruipennen) is er duidelijk verschil te zien. De oorzaak hiervan zal vermoedelijk
liggen in het weertype en voedselaanbod (die onderling weer met elkaar verbonden zijn).
De piek van het aantal gevonden ruipennen valt in juli. Van een duidelijke ‘piek’ kan echter niet
gesproken worden aangezien het aantal gevonden ruipennen in juli nauwelijks verschilt met het
aantal in juni (tabel 2). Al met al lijkt de tabel van 2012 meer op die van 2010, toen werd echter met
minder inspanning een kleiner gebied afgezocht op ruipennen.
Tabel 3 Aantal gevonden ruipennen van buizerds per maand in de periode 2010-2012
4.5 Overleving
Van alle 18 broedvogels uit bestaande territoria die in 2012 in het onderzoeksgebied verkeerden,
bleken er vijf bekend te zijn uit voorgaande jaren. Van alle overige 13 vogels is het onbekend of het
dezelfde vogels als uit voorgaande jaren betreft. Dit grote aantal onbekende vogels wordt
veroorzaakt doordat niet van alle vogels voor vergelijking bruikbare veren gevonden werden. Van de
twee territoria waarin dit jaar voor het eerst binnen het onderzoeksgebied genesteld werd, is één
vogel bekend. Hiervan werd in 2011 ook al een veer gevonden en betreft het mannetje van
broedpaar 9 (Hemrikkerscharren, de Dôbbe).
0
23 22
3 0
2
13
43
17
3 2
20
27
8
1
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
mei juni juli augustus september
2010 2011 2012
13 | P a g i n a
5. Territoriumbespreking Havik Accipiter Gentilis
Territorium 1 (Tolheksbos)
In 2012 werden er geen waarnemingen gedaan van territoriale Haviken in het Tolheksbos. Het nest
van 2011 werd niet benut en ook werd er geen nieuwbouwnest gevonden. De mogelijkheid bestaat
dat er een verplaatsing heeft plaatsgevonden aangezien het territorium ook niet is opgevuld.
Vanwege deze gedachte is er gedurende het broedseizoen in de nabije omgeving gezocht naar een
mogelijk nieuwe nestplaats. Deze zoektochten leverden echter eveneens niets op en het blijft dus
gissen wat er met dit Havikpaartje aan de hand kan zijn.
Territorium 2 (Lippenhuisterheide)
In dit territorium werd halverwege maart voor het eerst een kekkerende Havik gehoord. Vervolgens
bleek het nest van de afgelopen jaren opgeknapt te zijn. Eind april werd er dan ook een broedende
Havik op het nest waargenomen. Bij dezelfde ronde werd er eveneens een handpen van het vrouwtje
gevonden.
Op 11 mei werd er opnieuw een broedende Havik op het nest gezien. En begin juni werd het
vrouwtje opnieuw op het nest waargenomen, ditmaal was ze echter een jong aan het voeren. Vanaf
de grond was hierbij duidelijk één jong zichtbaar.
Op 19 juni waren er echter drie jongen op het nest zichtbaar, deze leken al ruim in de veer te zitten.
En eind juni bleek tijdens een controle dat de jongen reeds uitgevlogen waren. Gedurende de maand
juli werden deze vogels weer verschillende malen in de nestomgeving waargenomen.
Vergelijking van ruipennen met voorgaande jaren wees uit dat het om hetzelfde vrouwtje gaat.
Aangezien er in 2008 al (adulte) veren van deze vogel gevonden zijn, is deze minstens zeven jaar oud.
Van het mannetje konden helaas geen ruipennen verkregen worden. Ook bleven zichtwaarnemingen
van het mannetje uit.
Figuur 6 Vrouwtje Havik staat op nest (13 april 2012) Figuur 9 Uitgevlogen Havik zit in eik nabij nest (29 juni . 2012)
14 | P a g i n a
Territorium 3 (Hanenburg)
Eind februari werd er al een Havik in baltskleed waargenomen nabij een oud nest uit 2010. Het leek
echter een tijdlang alsof het nest niet opgebouwd werd. Halverwege april vloog er uiteindelijk toch
een Havik van het nest. Bij dezelfde controle werden ook twee ruipennen gevonden.
Begin mei werd er weer een broedende Havik op het nest waargenomen. En uiteindelijk werden er
eind mei twee jongen op het nest gezien.
Bij een controle halverwege juni werd er
plotseling een dood nestjong nabij het nest
gevonden. Desondanks zaten er nog twee
takkelingen rond het nest. Op 26 juni
bleken deze reeds vliegvlug te zijn, en
werden ze in de nestomgeving
waargenomen. Een paar dagen later
werden deze jongen weer waargenomen
nabij de broedplaats. In juli werd er voor
het laatst een juveniele Havik bij het nest
gezien.
De gevonden ruipennen van het vrouwtje
wezen uit dat het dezelfde vogel is als van
vorig jaar. Deze is nu dus zeker zeven jaar
oud.
Territorium 4 (Poasen)
In de tweede helft van maart werd er in dit territorium een kekkerende Havik gehoord. Deze Havik
begon licht te alarmeren nadat het nest van 2011 benaderd werd. Op het nest bleek een donslaag te
liggen, vermoedelijk afkomstig van Nijlgans. Halverwege april werd er weer een bezoek aan het nest
gebracht. Ditmaal werd opnieuw een alarmerende Havik gehoord. Op het nest waren echter geen
duidelijke sporen van bewoning zichtbaar. In de tweede helft van april werden nog twee bezoeken
aan de nestplaats gebracht. Beide keren werd er een alarmerende Havik waargenomen en werden er
ruipennen verzameld. Alleen kon er nog steeds niet worden vastgesteld of er wel daadwerkelijk op
het nest gebroed werd.
Ook in mei kon niet worden vastgesteld of er op het nest gebroed werd. Vanwege het uitblijven van
jongen kan worden geconcludeerd dat er geen succesvolle broedpoging heeft plaatsgevonden. Of er
überhaupt een broedpoging is ondernomen is onzeker, aangezien er geen waarnemingen van een
broedende Havik zijn gedaan. Vanwege het alarmeren bij de nestbezoeken in maart en april is het
echter wel aannemelijk dat er eieren zijn geweest.
Van het vrouwtje kon worden vastgesteld dat het dezelfde vogel is als van het voorgaande jaar. Deze
vogel is nu zeker vijf jaar oud. Van het mannetje werden wederom geen veren gevonden.
Figuur 10 Takkeling in nestboom (Hanenburg, 19 juni 2012)
15 | P a g i n a
6. Conclusies
6.1 Nest
In 2012 zijn er drie territoria van de Havik vastgesteld. Alle drie zijn vermoedelijk overgegaan op
eileg. Bij één geval is dit twijfelachtig aangezien er geen broedende vogels zijn waargenomen, maar
wel aanwijzingen zijn dat er gebroed is. Dit paartje heeft in ieder geval geen broedsucces gehad,
aangezien er geen jongen zijn waargenomen. Bij de overige twee broedgevallen zijn er gezamenlijk
zeker vijf jongen uitgevlogen. Zeker één
jong heeft de jongenfase niet overleefd;
deze werd dood onder het nest
aangetroffen.
Er werd dit jaar in twee verschillende
nestboomsoorten genesteld. Namelijk
tweemaal in een Lariks en eenmaal in een
Fijnspar. Alle nesten waarop gebroed werd
betroffen bestaande nesten, waarvan
twee ook in het afgelopen jaar door
hetzelfde paartje benut werd. Het andere
nest werd in 2010 voor het laatst door
hetzelfde paartje benut.
6.2 Territoria
In totaal zijn er dus drie territoria vastgesteld; dit betreft allen bestaande territoria. Er is echter één
territorium vrij gebleven (Tolheksbos). Of de vogels die vorig jaar dit territorium bewoonden
daadwerkelijk verdwenen zijn, of dat ze zijn opgeschoven naar een nabijgelegen gebied is
onduidelijk. Wel is duidelijk dat er in 2012 geen enkele waarneming van een Havik in het betreffende
territorium werd gedaan. Daarnaast werden er ook geen sporen van aanwezigheid van Haviken in
het territorium gedaan (plukresten e.d.).
6.3 Leeftijden en overleving
Van alle vrouwtjes uit de territoria werden ruipennen verzameld. Hieruit blijkt dat het allemaal
bekende vogels zijn, die ook het afgelopen jaar in hetzelfde territorium hebben gebroed. Omdat er al
meerdere jaren veren van Haviken in het onderzoeksgebied worden verzameld, kan een iets
duidelijkere indicatie van de leeftijd verkregen worden. De vrouwtjes uit de territoria
Lippenhuisterheide en Hanenburg zijn beide al bekenden van 2008. Aangezien het toen al adulte
vogels betroffen, zijn beide vogels minstens 7 jaar oud. Het vrouwtje van de Poasen is alleen in 2011
vastgesteld, deze is dus minstens 4 jaar oud. Van de mannetjes werden geen ruiveren verzameld.
Hun identiteit blijft dus onbekend.
Figuur 11 Havik op nest in lariks (20 mei 2012)
16 | P a g i n a
6.4 Rui
In totaal zijn er in 2012 slechts 15 ruiveren van Haviken gevonden. In verhouding tot 2011 (28 veren)
is dit opvallend laag. Eén van de redenen is het wegvallen van een territorium.
In tegenstelling tot vorig jaar werden er dit jaar in mei de meeste veren gevonden (tabel 4). Gezien
de minieme steekproef kan er echter niet gezegd worden of de rui ook daadwerkelijk anders
verlopen is.
Tabel 4 Totaal aantal gevonden ruiveren per maand van de havik in de jaren 2011-2012
6.5 Prooien
Gedurende het broedseizoen werden in de nestomgeving prooienresten van Haviken verzameld. Dit
levert een mooi beeld op van het menu van de Havik. Aangezien er in 2011 ook al prooiresten
werden verzameld, is het aardig om deze naast elkaar te zetten. Hierdoor kan er een beeld verkregen
worden of er gedurende verschillende jaren ook verschillende prooien gevangen worden.
Wat blijkt uit de prooilijst (tabel 5) is dat de Kraaiachtigen het best vertegenwoordigd zijn met 13
gevonden prooiresten, gevolgd door de Lijsters met 11 prooiresten. De Meikevers die ook in de
prooilijst staan aangegeven zijn mogelijk niet daadwerkelijk als prooi gevangen, maar via de maag
van een andere prooi in de Havik zijn terechtgekomen. Dit is echter onbekend (hierover is nog
mailcontact geweest met deskundige R. Bijlsma).
16
7
3 2
6
9
0 0 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
april mei juni juli
2011 2012
17 | P a g i n a
Tolheks-bos
Lippenhuis-terheide
Hanen-burg
Poasen
Prooisoort ↓ Jaar → ’11 ’12 ’11 ’12 ’11 ’12 ’11 ’12 Totaal
Ransuil Asio otus - - - - - - 1 - 1
Sperwer Accipiter nisus 1 - - - - - 1 - 2
Wespendief Pernis apivorus - - - - 1 - - - 1
Scholekster Haematopus ostralegus - - - 1 - - - - 1
Houtduif Columba palumbus - - 1 - - - - - 1
Postduif C.livia - - 3 5 - - - - 8
Turksetortel Streptopelia decaocto - - 1 - - - - - 1
zwarte kraai Corvus corone - - 1 - 1 - 2 - 4
Kauw C. monedula - - 3 - - 1 - - 4
Vlaamse gaai Garrulus glandarius - - - 2 1 1* 1 - 5
Koekoek Cuculus canorus - - - - 1 - - - 1
Spreeuw Sturnus vulgaris - - 1 4 - 2 - - 7
Merel Turdus merula - - 1 - 2 2 - - 5
Zanglijster T.philomelos - - - 2 - 1 1 - 4
Grote lijster T. viscivorus - - - 1* - 1 - - 2
Grote bonte specht Dendrocopus major - - 1 - 1 1 - - 3
Roodborst Erithacus rubecula - - - - 1 - - - 1
Grasparkiet Melopsittacus undulatus - - 1 - - - - - 1
Boerenzwaluw Hirundo rustica - - - 1* - - - - 1
Kip Gallus gallus domesticus - - - - 1 - - - 1
Wilde eend Anas platyrhynchos - - - - - 1 - - 1
Konijn Oryctolagus cuniculus - - - 1 - - - - 1
(Meikever Melolontha melolontha) - - - 1* - 1* - - 2
Totaal: 1 0 13 18 9 11 6 0 58
Tabel 5 Prooiresten van Haviken gevonden in nestomgeving in de periode 15 maart- 15 juli. Prooien met * werden uit braakballen verzameld, aangezien in 2011 nog geen braakballen werden geplozen zijn deze niet voor vergelijking bruikbaar.
Figuur 12 De grote bonte specht werd driemaal als prooi Figuur 13 Duidelijk herkenbare schedel van scholekster aangetroffen (12 oktober 2012) gevonden als prooirest bij Havikterritorium . Lippenhuisterheide (2 juli 2012)
18 | P a g i n a
7. Wespendief Pernis apivorus
Dit jaar zijn, net als het voorgaande jaar, de Wespendieven in het onderzoeksgebied onderzocht. Dit
wordt gedaan volgens de reguliere methode, waarbij alle vliegbewegingen van Wespendieven
gedurende het broedseizoen gekarteerd worden. In de maanden juli en augustus wordt er specifiek
op voedselvluchten gelet. Deze voedselvluchten kunnen een aanwijzing zijn voor een nest met
jongen.
7.1 Activiteit
In de zomermaanden werd het nest van vorig jaar nabij het Hemrikerpaed nauwlettend in de gaten
gehouden. En eind mei bleek er vers loof op het nest te zijn aangebracht. Bij de volgende controles
werd echter geen nieuwe activiteit bij het nest waargenomen; uiteindelijk bleef een broedpoging dan
ook uit.
Los van het wespendievennest aan het Hemrikerpaed werd er ook een groot aantal andere
waarnemingen van Wespendieven gedaan. In het Tolheksbos werd er bijvoorbeeld een clustering
van geruide dekveren van een wespendief gevonden. En in het lariksperceel nabij de Poasen werd
eind juli een geruide handpen van een wespendief gevonden. Of er daadwerkelijk geen
Wespendieven in het onderzoeksgebied hebben gebroed is overigens ook niet met zekerheid te
zeggen.
7.2 Wespennesten
Naast het karteren van directe waarnemingen van Wespendieven worden ook de sporen die
wespendieven achterlaten genoteerd. Een voorbeeld hiervan zijn uitgegraven wespennesten; deze
kunnen gedurende de zomermaanden veelvuldig aangetroffen worden en geven een indicatie van de
aanwezigheid van Wespendieven (fig. 16). Het is overigens niet zo dat alle uitgegraven wespennesten
daadwerkelijk door Wespendieven zijn bewerkt. Ook Dassen hebben er bijvoorbeeld een handje van
om wespennesten open te maken.
Figuur 14 Flieuwende Wespendief boven Figuur 15 Geruide handpen van Wespendief (27 juli Hemrikkerscharren (27 juli 2012) 2012)
19 | P a g i n a
Figuur 16 Gedurende het broedseizoen van 2012 gevonden uitgegraven wespennesten (=gele punt)
De clustering van uitgegraven wespennesten rond Hanenburg, kan misschien een teken zijn dat er
een broedgeval in de buurt heeft gezeten. Dit kan overigens ook aan de overzijde van het
Koningsdiep geweest zijn.
De meeste wespennesten zijn van Gewone wespen Vespula vulgaris. Er konden daarnaast geen
andere soorten gedetermineerd worden. Wel is duidelijk dat er wel degelijk nesten van andere
wespensoorten tussen zaten. Op 12 augustus werd er bijvoorbeeld een uit de boom gevallen
wespennest gevonden (Fig. 17). Aangezien Gewone wespen nesten in holtes maken gaat het hier om
een andere soort. Ook de grootte van de cellen wijst op een grotere wespensoort. Deze, en andere
raten, zijn overigens voor (extern) onderzoek verzameld.
Figuur 17 Wespenraat met dichte kamers aan de buitenrand. Hier Figuur 18 Gewone wespen druk in de weer om de zitten de verpoppende larven in verborgen (waar het de Wespendief door een Wespendief aangerichte schade te repareren. allemaal om te doen is (12 augustus 2012)) (31 juli 2012)
20 | P a g i n a
8. Roofvogelvervolging
Aangezien deze omgeving bekend staat om de roofvogelvervolging, is ervoor gekozen om het aantal
dode roofvogels bij te houden. Na het jaar 2011 waarin uitzonderlijk veel dode roofvogels werden
gevonden, is ervoor gekozen om op dit onderdeel de inspanningen te intensiveren. Dit resulteerde
ook dit jaar weer in een aantal dood gevonden roofvogels, zij het gelukkig minder dan in 2011.
8.1 Dood gevonden roofvogels
Gedurende het jaar 2012 is er een aantal dode roofvogels gevonden. Een deel hiervan is als nestjong
dood gegaan en een deel is vermoedelijk op een natuurlijke wijze ten prooi gevallen aan andere
roofvogels of roofdieren. De gevallen waarbij de doodsoorzaak mogelijk niet natuurlijk is, worden
hier per geval besproken. Het is overigens niet zo dat de betreffende roofvogels dús door menselijke
vervolging zijn doodgegaan. Wanneer dit er niet expliciet bij staat, is dit gewoonweg onduidelijk en is
er vanwege deze onduidelijkheid voor gekozen om het geval te benoemen. Al deze gevallen staan in
de onderstaande figuur (19).
Figuur 19 Door onbekende oorzaken gevonden dode roofvogels gedurende het jaar 2012 (rood= buizerd, groen= sperwer)
1. Buizerd adult
Van deze adulte Buizerd werd op 24 februari slechts een klein aantal kapotgebeten veren en botten
gevonden. De resten werden gevonden nabij Hanenburg. Hoogstwaarschijnlijk is deze vogel in 2011
al aan zijn eind gekomen, omdat er toen ook al kapot gebeten veren werden gevonden die zeer
waarschijnlijk bij dezelfde vogel horen.
21 | P a g i n a
2. Buizerd juveniel
Deze juveniele Buizerd werd op 14 april gevonden in het lariksperceel nabij de Poasen. Eerder was er
al een plukplek gevonden waar dekveren van vermoedelijk dezelfde Buizerd lagen. Ditmaal werd
echter het gehele skelet met vleugels en staart gevonden. De vogel was duidelijk geplukt door
(vermoedelijk) een roofvogel.
3. Buizerd juveniel
Van deze juveniele Buizerd werd op 15 april in het Tolheksbos slechts een klein deel van de
linkervleugel gevonden. Hierbij zaten alle veren nog aan elkaar vast. Vermoedelijk is deze vogel
geplukt door een roofdier.
4. Buizerd juveniel
Van deze Buizerd werden op 27 april resten gevonden in het bos ten zuiden van de
Lippenhuisterheide. Deze resten lagen onderin een takkenbult, en de veren waren bij de schacht
afgebeten.
5. Buizerd juveniel
Deze juveniele Buizerd werd op 19 juni gevonden in het bos nabij Hanenburg. Ook hier was de vogel
duidelijk geplukt, vermoedelijk door een roofvogel.
6. Buizerd onbekend
Van deze buizerd werden op 14 juli de (al ver vergane) resten gevonden in het bos ten zuiden van de
Lippenhuisterheide. De veren waren intact, dus waarschijnlijk is dit exemplaar door een andere
roofvogel geplukt.
7. Buizerd juveniel
Deze 1e jaars vogel werd op 26 juli gevonden, op een kleine afstand van het nest waar deze is
grootgebracht. Een voorbijganger vertelde dat hij de vogel in de voorgaande week al had zien zitten,
en dat deze toen een erg zwakke indruk had gemaakt. Inmiddels was de vogel al een aantal dagen
dood.
8. Sperwer onbekend
Dit mannetje Sperwer werd op 14 april
gevonden in het Lariksperceel nabij de Poasen.
De vogel was helemaal opgedroogd en heeft
vermoedelijk een tijd in de boom gehangen.
Figuur 20 Dode 1e jaars buizerd in Tolheksbos (26 juli 2012)
22 | P a g i n a
8.2 Conclusie
In totaal zijn er acht dode roofvogels aangetroffen waarvan de doodsoorzaak onduidelijk is. Het
betreft hier zeven Buizerds en één Sperwer. Van de Buizerds konden zes vogels op leeftijd worden
gebracht. Het gaat hier om vijf juveniele (1e of 2e kalenderjaar) vogels en één adulte vogel. In
tegenstelling tot het voorgaande jaar is er nu geen duidelijke clustering van dode roofvogels
waarneembaar. Ook het aantal dode roofvogels is in 2012 lager ten opzichte van 2011. Desondanks is
een aantal van acht dood gevonden roofvogels nog steeds een (verdacht) hoog aantal.
Nawoord
Op het moment zitten we alweer in het najaar, en zijn we onderweg naar een nieuw broedseizoen
met nieuwe kansen voor roofvogels om succesvol een nest met jongen groot te brengen. Echter, op
het moment dat de Wespendieven weer terug zullen keren vanuit tropisch Afrika, zal hen een nare
verassing te wachten staan; in een groot deel van het onderzoeksgebied is men op het moment
namelijk bezig om het leefgebied van o.a. deze prachtige roofvogel te vernielen. Bedoeling hiervan is
‘het herstellen van natuurwaarden’, aldus de opdrachtgever Staatsbosbeheer. Voor de Wespendief,
Buizerd, Havik en vele andere soorten die dit gebied als hun thuis beschouwen, betekent dit
simpelweg dat ze opzoek moeten naar een andere plaats (..) of zich moeten aanpassen aan de
nieuwe omstandigheden. Hieruit blijkt maar weer hoe kwetsbaar roofvogels (en andere dier- en
plantensoorten) zijn in een gebied dat beheerd wordt door personages die enkel voor eigen belang
gaan, en waarbij bestaande natuurwaarden geen rol spelen. De natuur moet maar onderdanig zijn
aan de beheerder. En als die beheerder liever heide ziet in plaats van bos, dan maken we er toch
gewoon heide van?
Voortzetting in 2013
Het is momenteel nog onzeker hoe en of volgend jaar het onderzoek voortgezet zal worden.
Vanwege andere verplichtingen is er nog maar weinig tijd voorhanden en dit zal ongetwijfeld ten
koste gaan van dit onderzoek. Mogelijk dat alleen het Havikonderzoek voortgezet wordt (of alleen de
Buizerds). Dit zal ik nog moeten beslissen (wat overigens een lastige opgave is).
Dankwoord
Ik zou iedereen die heeft meegeholpen aan het onderzoek, door bijvoorbeeld veren te bewaren of
informatie te geven, hartelijk willen danken.
Ook een woord van dank aan de terreineigenaren die wel toestemming gaven om onderzoek in hun
gebied te doen. Wie niets in zijn schild voert hoeft ook niet te vrezen voor pottenkijkers nietwaar?
23 | P a g i n a
Illustratie verantwoording
Alle gebruikte afbeeldingen behoren toe aan W. Bil