ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by...

414
ROMANTISCHE WERKEN VAN M r . J. -VAN LENNEP. Ix.

Transcript of ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by...

Page 1: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ROMANTISCHE WERKEN

VAN

M r. J. -VAN LENNEP.

Ix.

Page 2: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

Snelpersdruk von M. Wijt. & Zone

Page 3: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen
Page 4: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

di;

I'1//1 )17).

TT P, C1 E D rl E

als

ZN2Z 7q0. CiR,Orn:1611,a.0,,

Bladz. 16.

(1/44,7/«/w/.-

W T D NIE16 S 6.

Page 5: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

VOORREDE.

Men heeft veel over het nuttige of nadeelige der histo-

rische romans geschreven en getwist : en bet is mijne

bedoeling niet , te dezer plaatse dit vraagpunt op nieuw te

berde te brengen. Dat ik my aan het opstellen en uitgeven

van dergelijke verhalen bezondig, is een bewijs, dat ik de

soort voorsta en mijn gevoelen te dien opzichte kan niet

onpartijdig zijn. Slechts dit geloof ik te kunnen vaststellen,

dat de rechte kennis der waarheid minder schade lijdt door

cen roman dan door een dagblad of een geschiedkundig

werk. Dit mope by den eersten opslag een paradox schij-

nen; maar niets is er, dat meer heeft van een paradox

Page 6: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

II.

dan een nieuw denkbeeld: — en de verklariug mijner stel-

ling is dood eenvoudig. De lezer van een roman is reeds

door den tytel gewaarschuwd, dat hy waarheid en verdich-

ting door elkander gemengd zal vinden: en hy heeft het

zieh-zelf te wijten, zoo hy alles voor goede munt opneemt.

De dagblad– en de historieschrijver daarentegen belooven

waarheid: — en hoevelen onder hen zijn er, , die woord

houden ?

In de tafereelen, welke ik thands den lezer aanbied , en

welke ik naar kronologische orde denk te vervolgen, zoolang

my het schrijven en het publiek het lezen daarvan niet

verveelt , zal echter de verdichting zeer licht van de waar-

heid te onderkennen zijn. Omtrent al wat de volgorde en

den afloop der gebeurtenissen , de gewoonten en zeden , de

karakters der bestaan hebbende personen betreft, zal ik zoo

getrouw mogelijk teruggeven, hetgeen het gezaeh van vroe-

gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal

niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de

reeks mijner verhalen zoodanig pogen in te richten, dat zy,

ofschoon met elkander in onmiddellijk verband staande ,

echter to samengenomen de trapsgewijze ontwikkeling ver-

toonen, welke de invloed der verschillende volkeren , die ons

land bewoonden , en der maatschappelijke stelsels , die het

Page 7: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

HI.

beheerschten , daarin hebben to weeg gebracht. Er zal hier-

door, vlei ik my, eenheid in de verscheidenheid en afwisse-

ling by gelijkvormigheid ontstaan.

Onder het opstellen dezer verhalen kwamen my de R o-

m an s du Languedoc van Soulie in handen, en zag ik,

dat ook hy zich voor zijn vaderland hetzelfde plan had voor-

gesteld als ik voor het mijne. Veel is er in zijne Voorrede,

dat ik hier zofi kunnen schrijven , daar het op mijnen ar-

beid evenzeer toepasselijk is. Lc wil echter liever den lezer

daarheen verwijzen: by zal eenige genoegelijke uren door-

brengen en niet zonder nut het bock uit de hand leggen.

Veel zal hy vinden , dat ook in mijne twee eerste verhalen

byna in gelijke bewoordingen voorkomt : en geen wonder;

want am de zeden der Romeinen en Gallirs van den

ouden tijd voor to stellen, heeft de Fransche schrijver by

Cezar, Tacitus , Juvenalis, Petronius enz. moeten te rade

gaan: en dit was evenzeer mijn geval. Wanneer twee kun-

stenaars dezelfde beeltenis afschilderen, zal niemand hen

beschuldigen, dat zy elkander bestolen hebben; — waarom

zoil men dit verwijt aan twee schrijvers doen, die naar

gelijke voorbeelden werkten? Ziedaar echter wat men meer-

maim gedaan heeft, ook te mijneu opzichte, toen meu, mijn

Saffo recenserende, in den aanhef een plagiaat van Burger

1*

Page 8: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

I V.

meende to zien; terwijl zoowel het Gedicht van Burger als

mijn Koor niet anders waren als eene meer of min vrije

navolging van het by een ieder (behalve by den reeensent)

bekende pervigilium Veneris.

Bad Ems, J. VAN LENNEP.

5 September 1838.

Page 9: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART.

Page 10: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

I.

Er is wellicht geene volksgeschiedenis , welke harenbeeefenaar meerdere moeielijkheden oplevert , dan dievan ons oude vaderland. Behalve dat de overleveringenen gedenkstukken schaarsch zijn, en wy de berichtenhoofdzakelijk moeten ontleenen aan uitheemsche, en dusaan bevooroordeelde en slechts ten deele onderrichteschrijvers , staat aan een naauwkeurige kennis dier vroe-gere gebeurtenissen nog deze lastige byzonderheid inden weg, dat de bodem zelf, , waarop zy hebben plaatsgehad, met zijn bewoners , ja , nog meer dan deze, vangedaante en gesteldheid by herhaling is veranderd , zoo-dat noch de Batavier van Cezars tijd zich in de Betuwevan Karel den Groote , noch de Fries , die in hetKreiler–bosch ter jacht ging, zich op de geopende Zui-der–zee, noch de Zeeuw, , die in des Zesden Willemsdagen naar Dordrecht ter markt voer, , zich by hetBiesbosch onder Willems dochter zoet herkend hebben.Voor den geschiedschrijver, , die of de daden der oudeHelvetiers , of de oorlogen der Kaledoniers wil to boek

Page 11: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2 ALW ART.

stellen, bestaan deze moeielijkheden niet; want al mochtmen twijfelen aan de wijze, hoe de gebeurtenissen zijnvoorgevallen die by to vermelden heeft, de plaats ,waar zy zijn voorgevallen, kan aan geenen twijfelonderhevig zijn; en nog spiegelen zich de met eeuwigijs bedekte kruinen der Alpen in het weir Leman, alstoen Hannibal er zich een weg over baande en nogis het Schotland van Walter Scott, op inwoners en ge-bouwen na , het Schotland van Bruce en Wallace. Maarhoe geheel anders by ons ! Geen land kan beter danhet onze worden vergeleken by een schouwtooneel ,waarop niet alleen nieuwe personaadjen te voorschijntreden en nieuwe dekoratien elkander verwisselen, maarwaarop ook de vloer gedurig wegslijt en vernieuwdwordt. — Elders licht de aardrijkskunde de geschiede-nis voor, , en men kan den weg, dien een leger langstrok , de hoogte, waar een versterking gebouwd werd,het bosch, waarin men een byeenkomst hield, zondermoeite aanwijzen, om dat men dien weg, die hoogte,dat bosch nog heden terugvindt; — hier integendeelmoet men de plaatselijke gesteldheid uit de gebrekkigegeschiedenis opmaken of liever, , men moet zich metgissingen vergenoegen; want , hoe meer men zich inonderzoekingen en nasporingen verdiept , hoe meer menzich overtuigt van de onmogelijkheid, om van ea,dier steden en burchten en vastigheden , van wier aan-wezen in as vaderland de Romeinsche schrijvers gewachwaken, de Jigging bepaaldelijk aan te wijzen: 't zijaan den mond van dien sints verzanden stroom 't zijop die sedert door de zee overspoelde vlakte: 't zij aanden ingang van dit sedert overstoven bosch: 't zij langsdien sedert in 't moeras bedolven heirweg; 't zij nabydit sints aan de golven ontwoekerde land.

Page 12: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW AR T. 3

Met dat al, zoo het gemis aan zekere berichten om-trent de oude geschiedenis van ons land to betreurenvalt , het verlies is, mijns hedunke:- s , nog grooter voorden In gen ie ur dan voor den historieschrijver. Voor

den eerste zou de juiste kenn's der wisselingen vanonzen bodem or. schatbaar wezen ; voor den laatste iszy ;Weer een zaak van lief hebbery. De eerste is denarts gelijk, voor wien het van het uiterste belang is,de fyzische gesteldheid te kennen des lijders wien hybehandelen moet , en de aanleidende oorzaak zijner kwaalop te sporen ; de tweed° is als de portretschilder, , dieuit nieuwsgierigheid wellicht rnag vragen , van waardat lidteeken op het voorhoofd of die roode vlek aande kin gekomen zij , loch in den grond der zaak genoegaan zijne roeping voldoet , door beiden getrcuwelijk opzijn schildery terug to geven.

En in de daad , hoe vender wy terug gaan , boe min-der die oude geschiedenis van ons land oplevert , hetwelkde moeite van het onderzoek beloont. De Batavierenalthands , om van de eerste in woners te beginnen , heb-ben, ja, hun naam vermaard gemaakt , moor welliehtdan eenige Germaansche stam ; maar den roem , doorhen behaald , hebben zy zich buiten hun vaderland ver-worven ja zelfs , toen hun naam aan de oevers vanMaas en Waal in vergetelheid geraakt was, blonk hynog in vollen luister aan het voorhof der Cezars , enwas nog meermalen de staf dier Cezars in hunne han-den een speeltuig , waarriede zy hunne gunstelingen be-schonken.

Op welke wijze zijn zy aan die betrekking met deItoineinen geraakt, welke hun al zoo spoedig zulk eeninvloed verschafte ? Doze vraag stelde ik onlangs myzelven voor, nit loutere nieuwsgierigheid , gelijk de

Page 13: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

4 ALW ART.

schilder, , van wien ik zoo even sprak. Ik onderzocht,en vond slechts weinig zekers; maar gelijk schilders endichters doen, ik vulde het onzekere aan. Het gevolgvan dat onderzoek vindt de welwillende lezer in denavolgende bladzijden vermeld.

IL

De Romeinsche adelaar, niet to vrede , in het Zuidenmet onbepaalde macht to heersehen, had in het eindzijn vlucht ook Noordwaarts genomen. Reeds was inGallien de inval van Brennus gewroken: een gedeeltevan dat land tot wingewest des Romeinschen rijksverklaard : het overige cijnsbaar gemaakt en met inle-geringen in hedwang gehouden. Maar de zucht totoverheersching was hiermede niet voldaan. Een invalder Helvetiers in het land der Eduen had den Romeinenaanleiding gegeven tot een nieuwen krijg, die, oogen-schijnlijk gevoerd ter ondersteuning van bondgenooten,tot voornaamste doel had, het gebied van Rome ooknaar dien kant uit to breiden. Aan Caius Julius Cezarwas het beleid van dien veldtocht opgedragen ; englansrijk vervulde hy een taak, waarvoor niemand meerdan hy berekend was. Niet slechts wierp by de talloozeHelvetiers over den Rijn terug; maar, zijn zegepralen-den weg vervolgende, viel hy de Belgen aan, die teenhet noordelijke gedeelte van Gallien bewoonden en tegenhem waren opgestaan, en verdelgde of verdreef al devolksstammen onder hen , die zich niet in deemoed aanzijn gezach onderwierpen.

Geen wonder dat de roem van zijne groote daden en

Page 14: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 5

de schrik des Romeinschen naams zich hierdoor tot aande verste uithoeken van Germanje verbreidde: geenwonder, dat hy reeds lang was doorgedrongen in hetmoerassig eiland, dat, tusschen Rijn en Maas gelegen,sedert ongeveer een eeuw door de Batavieren werdbewoond. Het was echter niet de vrees voor Cezarsoppermacht, welke hun in deze oogenblikken de meestezorg inboezemde. Nog waren de legioenen des Romein-schen veldheers ver verwijderd, en nog bestond er geenereden, te duchten, dat hy zich jegens hen vyandelijkbetoonen zofi ; de onrust , welke thands op het eilandheerschte, had een meer naby gelegen oorzaak.

Zoo de Batavieren, gelijk ik zeide , oorspronkelijkalleen het naar hun naam genoemde eiland bewoonden,hun aantal was sedert eenige jaren zoodanig toegenomen,dat het schaars bebouwde land niet langer toereikendewas oin hun voedsel en inwoning te verschaffen. TenNoorden noch ten Oosten konden zy zich uitbreiden:daar woonden de Friezen , de Kauchen en andere hunvyandige volkeren, die zy niet inachtig waren terug tedrijven : ten Zuiden der Maas leefden de Menapiers: —alleen aan de overzijde des Waals, ongeveer te dierplaatse waar thands Megen en Batenburg gelegen zijn,niet verre van de plek waar toen Waal en Maas samen-vloeiden , lag eene tot nog toe onbewoonde landstreek,en deze werd door een deel der Batavieren in bezitgenomen.

Niet lang echter genoten zy de rust, die zy aldaargezocht hadden. De Uzipeten, een der machtigste yolks-stammen uit Germanje, kwamen, door audit naar huitgedreven, den Rijn overtrekken, verdreven of versloegendat gedeelte der Batavieren , hetwelk zich buiten heteiland had nedergezet, voerden hunne vrouwen en kin-

Page 15: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

6 ALW ART.

deren in gevangenschap mede , en trokken toen zuide-lijker op, de Jugerners , de Eburonen en andere aldaarwoneude volkeren voor zich uitdrij vende.

Onder die Bataafsche opperhoofden, die voor de machtder Uzipeten hadden moeten vluchten en in het eilandder Batavieren een schuilplaats vonden, was Alwart demoedigste, zoo niet de voornaamste. Langer dan eenigander had hy den strijd tegen de ontelbare drommendes vyands volgehouden: en niet voor dat al zijne vol-gers om hem heen gevallen waren, was hy de rivierovergezwommen , om zijn landgenooten op to zoeken enhen tot bystand en wraakneming aan to sporen. Zijnekomst en die der overige vluchtelingen verwekte geenekleine opschudding by de Batavieren ; en dadelijk werder, naar volksgebruik, een landdag byeengeroepen om teraadplegen wat in deze omstandigheden te doen stond.

Het was in een gewijde bosschaadje, aan den oeverder Linge, dat deze hyeenkomst zoit plaats hebben: —ik zeg : in een gewijde bosschaadje; want niemand stellezich bier een achtbaar en ceuwenheugend woud vooroogen. De meer noordelijk gelegen gewesten, welke ivynu Holland, het Sticht, de Veluwe , Friesland of Over-ijssel noemen , waren tom met bosschen overdekt ; maarbet zoogezegde eiland kon uit den aart der zake geenzware boomen dragen, op een grond, waar jaarlijks degezwollen rivieren overheen stroomden. Het heilige oord,waar zich thands de Bataafsche krijgers heen begaven ,was met laag en knoestig wilgenhout begroeid, waartusschen een vrij ruim grasperk gelegen was, ruim ge-noeg om tot weide to strekken aan een zestal wittepaarden , die, nimmer tot eenigen menschelijken arbeidgebruikt , by de offerplechtigheden en wichelaryen ge-acht werden den wil des Alvaders to verkondigen.

Page 16: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

A I, W A R T. 7

Het vlakke en moerassige eiland zon , op tijden alsdeze , door een heldere zomeravondzon verlicht , een vrijzonderlin g schonwspel hebben opgeleverd aan hem, dieer van de hoogten der Veluwe op neder had gezien.Men stelle zich een effen groene vlakte voor, , waar vande eenvormigheid niet werd afgebroken dan door enkelezilveren strepen , gevormd door de plassen of slijkpoe-len , waar zy hier en daar den glanzenden hemel terug-spiegelden : en door de hutten der inwoners, die zichop hare houten palen , by groepen , doch elke waning-afzonderlij k gebouw d , vrij hoog boven de oppervlakteverhieven. Slechts by zou zich thands van de zonder-linge bouworde en samenstelling dier woningen eendenkbeeld kunnen maken , die aan de oevers der Dela-ware de kolonien der bevers had gezien ; ja het ont-breekt niet aan de zoodanigen , die beweeren , dat beversde eerste inwoners van ons Vaderland waren en denBatavieren tot leer meesters in het bou w en verstrekthebben.

Over die grasrijke oppervlakte nu had de ploeg nognimmer een voren gesneden ; want de Batavieren, gelijkalle Germaansche volkeren , on verinoeid , wanneer hetop strij den aankwam , waren traag in vrede en vanden arbeid of keerig. De kuddem van groat en kleinvee , die de woningen omgaven , en de visch uit dewaterstroomen , verschaften hun een dagelijksch voedsel ;maar dat by den ontzettenden aanwas der bevolking ,waarvan ik vroeger gewaagd heb , althands by winter-tijd , reeds niet weer toereikende was am in aller be-hoeften to voorzien.

Uit die hooge huizin gen zag men de breedgeschou-derde bewoners langs den en gen ladder afdalen , gewa-pend met het boat geverwde schild , de korte spies en

Page 17: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

8 ALW ART.

het wapentuig, waaraan de latijnsche benaming vanframee is gegeven , doch hetwelk in de daad nietmeer was dan een zoogenaamde priem of mes, waarmedezy hun vyand van dicht by, gelijk nog op sommigeplaatsen by de landlieden gebruikelijk is, geduchtesneden wisten te geven, en van verre met een juistenworp te verwonden. Na een ininzaam , doch alles be-halve roerend afscheid van huu talrijk huisgezin tehebben genomen, begaven zy zich naar een soort vanverzamelplaats , waar zy zich stelden onder de bevelenvan hem, wien zy zich tot opperhoofd gekozen haddenen wien zy beleid waren to volgen waar heen hy henverkoos to leiden.

Reeds waren er drie dagen verloopen sedert den dag,waarop het houden der volksvergadering bepaald was:reeds was Alwart drie dagen achtereen de heilige bos-schaadje met brandend ongeduld op en neder geloopenen had hy de aankomenden vermaand , gesmeekt enbezworen om toch een aanvang met de beraadslagingento maken: — en nog was het getal der krijgshoofden,volgens de uitspraak der Priesters, niet toereikend ommet vrucht iets to kunnen beslissen. De reden, datmen zoo tragelijk aan het opontbod voldeed, was hieringelegen : de aanzienlijken verschenen niet gaarne terdagvaart dan vergezeld van een stoet van krijgslieden,evenredig aan den roem door hen verworven, en bega-ven zich dus niet op weg , dan wanneer zich een ge-noegzaam aantal volgers by hen had aangesloten en zyzich konden voorstellen althands met geen minderenaanhang dan andere opperhoofden voor den dag te zullenkomen. Leenmanschap of dienstbaarheid bestond nogniet : de Batavieren voegden zich vrijwillig en on-gedwongen by hem, wiens beleid en moed zy meest

Page 18: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART. 9

waardeerden ; en, daar zy vaak van aanvoerder verwis-selden , stelde ieder opperhoofd zijn afreis zoolang nit,tot hy geene hoop had. eenen volger meer te zullenerlangen.

Er was echter een onder hen, wiens achterblijven aaneen dusdanige oorzaak niet kon worden toegeschreven.Het was niet de vrees om met een te klein gevolg teverschijnen , die Warman kon terughouden ; want geender Bataafsche edelen had zich zulk een roem verwor-ven : en moor dan duizend in 't veld geharde strijdersverzelden hem , zoo vaak hy ter dagvaart verscheen ;neon — maar, , reeds van huis vertrokken en de gewijdeplaats der samenkomst tot op een unr afstands gena-derd , had hy de zijnen in stilte verlaten en was opzijn brieschenden klepper een zijweg ingeslagen, dienaar de boorden der Maas bracht : men veronderstelde ,dat by de waarzegster Gonna, die aldaar haar eenzaamverblijf hield, voor den aanvang der beraadslagingenwenschte to spreken, om met haar to overleggen, hoeer in dit tijdsgewricht gehandeld moest worden.

Wat hiervan wezen mocht, op den volgenden dag washy met de zijnen ter hestemder plaatse versebenen , enhet besluit word eindelijk gevormd, om, zonder zichaan de verdere achterbiijvers te storen , een aanvangmet het raadplegen to maken.

Be onstuimige en van getergd ongeduld blakende zielvan Alwart kwain tot rust, toen hy oni zich heen diekrijgshaftige opperhoofden zich op de zodenbanken zagnedervlijen, en, het hoofd op den arm steunende, af-wachten wat men ter good– of afkeuring zou voordra-gen ; terwijl de strijdbare mannen en jongelingen , diehen verzeld hadden , zich over de vlakte en buitenden gewijden kring verspreidden; want ofschoon elk

Page 19: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

lO ALW ART.

Batavier op de volksvergaderingen zijne stem mochtuitbrengen , werd echter het vraagstuk, dat behandeldmoest worden , vooraf in een byeenkomst der voornaam-sten overwogen en meestal beslist, zoo dat de laterevoordracht aan het yolk, dat aan het besliste den zegelvan zijne goedkeuring hechtte, meer een zaak van bloo-ten vorm was.

Na dat de Priesters van hunne meer verhoogde zit-plaats stilte geboden hadden, trad Alwart in het middenvan den kring, en, de zware stem verheffende, zoo datdie door al de aanwezigen vernomen kon worden ,meldde by hun in krachtige woorden de redenen derbyeenroeping. Hy schilderde met levendige kleuren denonverwachten inval der Uzipeten af : de slachting, diezy hadden aangericht onder zijne landgenooten, medeBatavieren, zoowel als zy die hem omringden: het weg-voeren van weerlooze vrouwen en kinderen: den wanbo-pigen strijd , dien hy tot het uiterste had volgehouden:en hoe hy, daar al de zijnen hem ontvallen waren, alsdoor een wonderwerk aan het moordstaal ontkomen was.

En het is tegen die onmenschelijke horden ," duseindigde zijn toespraak, dat ik , Batavieren! uwen armkom inroepen. Mijne wraak is de uwe geworden ;want wy zijn broeders van een geslacht ; en wat hedenmijn lot is kan morgen het uwe worden. Te wapendan, Batavieren! Den strijdzang aangeheven! de eerloozerooverbenden achtervolgd en hun den pas gewonnenbuit ontjaagd. Ducht niet voor hun aantal ; want alzijn zy talrijker dan wy, ons heir zal aangroeien eerwy hen bereiken: een macht van bondgenooten , deMenapiers , de Ambivariten, de Kondruzen en Eburonen,al wie door hun rooverijen gekweld wordt, zal opstaanen onze zijde sterken. Te wapen dan! en hen over

Page 20: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART. 11

dien Rijn teruggedrongen , dien zy ter kwader ure enwader oorlogsverklaring zijn overgetrokken , om aanons , terwij1 wy in argelooze rust nederlagen , hundriesten overmoed te koelen." —

Toen Alwart zijn rede geeindigd had, ontstond er eenlevendig gemompel van goedkeuring by de meesten deraanwezigen , welke goedkeuring zy nog luider te kennengaven , door naar 's lands wijze met de speer te schud-den , of die tegen de schilden te laten weerklinken. Maarwederom geboden de Priesters stilte, en nu trad Erner,een der oudste en meest geeerbiedigde gezachvoerders,in den kring. De blos der vreugde, welke de ontfangentoejuiching op het gelaat van Alwart had doen ont-staan , maakte plaats voor een uitdrukking van bezorgd-heid, en kommervol hield hy, terwijl by plaats nam,de oogen op den grijzen Erner gevestigd; want hymeende op diens gefronseld voorhoofd en in diens spij-tigen grimlach te lezen , dat de raad, door hem tegeven , niet met zijn wenschen overeenkomstig zou zijn.

Hy bedroog zich niet. Erner begon met de rampen ,welke Alwart getroffen hadden, te beklagen : hy be-treurde dubbel , dat de Batavieren op het eiland nietvan den inval der Uzipeten waren onderricht geweest,dan toen het te laat was om ter hulp te snellen; —maar by achtte het een dwaasheid, zich thands op wegte begeven en een vyand na te jagen , die reeds te verwas weggetrokken om achterhaald te kunnen worden.Bovendien welken uitslag kon men zich van zulk eentocht belooven? Het zoil een verzoeking der Godenzijn, een talrijke natie als die der Uzipeten, en welkegedurig door nieuwe bondgenooten van de overzijde desRijns gesterkt werd, met een kleine maeht te willenaanvallen, zonder andere hulp dan die van de volkeren,

2

Page 21: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

12 ALW ART.

welke Alwart had opgenoemd, en die meest alien reedsverdreven of vernield waren: — en trok de geheelestrijdbare manschap der Batavieren tegen hen nit, wiezoil dan het van tegenweer beroofde eiland beschermen FDe Kauchen, de Friezen en andere kwalijk gezinde na-buren zouden een zoo schoone kans niet laten voorby-gaan, en, al kwam de Batavier zegepralend weer, hyzed naar alle waarschijnlijkheid zijn vee en huisraadweggeroofd, wellieht zijn woonstede door anderen bezetvinden. Doze bedenkingen waren het, welke hem ver-hinderden zijne stem tot een krijgstocht to geven.

De cede van Erner werd niet zoo als die van zijnvoorganger met speerklank toegejuicht; maar een toe-stemmend knikken, een bedrukt voor zieh peen zien,gaf te kennen, dat men het gewicht zijner redeneeringgevoelde, en dat de voorgestelde tocht meer zwarighedeninhad dan men oorsprbnkelijk wet gedacht had.

Nu trad Warman op, de machtige krijger, van Wienwy reeds gesproken hebben: en de oogen,van Alwarttintelden op nieuw van hoop; want het was niet War-man, de gevreesde, die tot een laaghartig stilzittenmanen. De teal des krijgshoofds beantwoordde echterniet aan de verwachting, die Alwart had opgevat. Welschetste hy de noodzakelijkheid, om aan de Uzipetenhun strooptochten of te leeren; maar hy gaf tevens toe,dat de bezwaren van Erner gegrond waren en men denvaderlijken bodem niet van krijgsvolk ontblooten kon.Hy raadde daarom aan, nog eenige nachten to toeven.De Uzipeten, zeide hy, hadden volkeren aangevalien ,die in bondgenootschap leefden met die machtige Romei-nen , van wier veidheer, Cezar, men zoovele wonderenverhaalde. Het was to wachten, dat deze niet straffelooszulk een beleediging zon dulden. Kwam het eenmaal zoo

Page 22: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART. 13

verre , dat de Romeinen de Uzipeteu tegentrokken, danware de gelegenheid geboren , met eerstgemelden eenverbond aan to gaan , en , door hen bygestaan , dengemeensehappelijken vyand to verdelgen. n W ellicht ,"zeide by ten slotte , e zal die tijd niet ver meer af zijn :reeds hebben reizende kooplieden, uit het land der Ubiersgekomen , de tijding aangebracht, dat de keurbenden uitGallien opbreken; en missehien is Cezar, wiens tochtende vlueht des arends in snelheid evenaren , reeds op hetoogenblik dat ik tot u spreek de Uzipeten to gemoetgetrokken." —

Waren wellicht die kooplieden to voren door War-man afgezonden ?" vroeg de grijze Erner, met eennavorschenden afgezonden, om aan dien Cezarde vrijheid van zijn land voor gond en zilver to ver-koopen ? Wy weten, wat den Galliers die verbondenmet de Romeinen kosten. Liever nog dan met henvereenigde ik my met de Uzipeten. Deze voor 't minstzijn Germanen zoo als wy."

o Den Romeinen is de heerschappy der aarde toege-zegd," zeide Warman somber: Bever getracht hen totvrienden to bekomen , dan een kamp to wagen, waar-van eens de slaverny het einde wezen -

a En zijn zy dan onverwinlijk, die Romeinen?" vroegde oude Batavier , terwijl een jeugdig vuur in de diepeoogkassen flonkerde : n is hun . vleesch van staal : zijnonze fr a,me en stroohalmen? Zoo even raadde ik eendwazen krijgstocht af; maar de oude Erner zoil deeerste zijn om de strijdknods to zwaaien , indien ziehimmer een zoon van Rome op onze velden vertoonendorst. — Maar sedert wanneer geeft Warman, de voor-heen zoo beroemde krijger, lessen van onderwerping?"—

n Erner !" riep Warman : n weerhield my de eerbied2*

Page 23: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

14 ALW AR T.

niet voor uwe besneeuwde kruin , gy zoudt my nietongestraft betichten van voornemens , die mijn boezemeven onwaardig zijn als zy verre buiten mijn meeningliggen. Ik verlang zoo min als gy den Romein hierals meester to zien heerschen ; hoor my aan, grijzaart !en laat geen ydele toorn u het holder brein verblinden.Het is juist om het geweld van Bien stortvloed , die ,geduchter dan de Uzipeten , zich over de waereld uit-spreidt , van onze grenzen te keeren , het is om eonmogelijke nederlaag to voorkomen , dat ik de vriend-schap en bescherming der Romeinen ons verzekerenwit. Luister! en uwe ervarenis zal my gelijk geven. —Maar gy , Alwart ! verwijder u voor eon tijd uit onzenkring : het is niet in uw byzijn dat wy uw voorstelkunnen overwegen."

Mijn voorstel !" zeide Alwart met bitterheid: gyhebt het reeds uit het oog verloren : en in de plaatsvan mijner wraak te gedenken , bekommert gy u overdie Romeinen, die nog %erre of zijn, en over hunneonzekere voornemens. By den machtigen Wodan ! Zoogy , als ik , de uwen had zien vallen en eon bemindevrouw in slaverny wegvoeren , gy zoudt zoo bezadigdniet spreken. Maar niet heden keer ik weder : opmorgen nacht , wanneer het gandsche yolk zal gehoordworden , dan ml ik op nieuw mijn stem en wellichtmet luider weerklank doen hooren !"

Met deze woorden verwijderde zich Alwart; en buitende heilige bosschaadje gekomen, sprong hy op zijn vurigenklepper, , die hem aldaar stond te wachten. Zijn bloedkookte , en hy gevoelde behoefte om de onrust, die hembezielde , door een sterke beweging te doen bedaren.Daar kwam hem op eens als een lichtstraal het denk-beeld voor den geest : naar Gonna! naar de wichela-

Page 24: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

,LW It T. 15

res! zy alleen heeft invloed genoeg, om die onwilligeopperhoofden tot vrede of krijg te doen besluiten. NaarGauna! zy moet mijne smeekingen hooren." — En metonstuimige vaart snelde zijn paard over de vlakte voort.

Twee uren ongeveer had Alwart zonder verpoozinggereden , toen by de eenzame woning, het doel zijnerreis , voor zich rijzen zag. Het was een vierkantetoren van witten steen , die afgezonderd van elk andermenschelijk verblijf op een kleine verhevenheid, of zoo-genaamden vliedberg, in het maanlicht stond te prijken.De omtrek vertoonde niets anders dan een akelige een-toonigheid van drassig land, waardoor in de verte deMaas hare zilveren wateren zeewaart zond : en denaakte muren van het afgelegen gebouw zouden geheelverlaten hebben geschenen , indien niet de tegenwoor-digheid van een pair rnnddieren , die op een kampjenweiland lagen uitgestrekt , en het aanwezen van eenkleinen moeshof met twee of drie vruchtboomen (eenvreemd verschijnsel op het eiland) hadden te kennengegeven, dat deze stille wijkplaats zelfs boven de ge-wone huizingen der Batavieren van de geriefelijkhedendes levens voorzien was.

Alwart deed nu zijn paard langzamer voortstappentoen hy den toren ongeveer een steenworp wege ge-naderd was , steeg hy of , liet het getrouwe dier invrijheid grazen en trad te voet den vliedberg op. Dan,op eens stond hy stil : hy begon nu eerst te bedenkendat het nacht was, en dat wellicht zijn onverwachte

Page 25: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

A.LWART.

komst de wichelares zoa kunnen verstoren. — Hyvond zich echter spoedig weer gerust gesteld; wantnaderby komende zag hy de vrouw, die hy zocht, voorzich. Zy was naby den ingang op een ruwen steengezeten, gewikkeld in een witten sillier, die, om hethoofd gewonden , over de schouders in breede plooienneerviel en niets onbedekt liet dan het ontzachverwek-kend gelaat, dat, van Alwart afgekeerd, naar den kantder Maas nederzag. Een vreemdeling zou deze wittegestalte, zoo als haar thands de maan bescheen , vooreon marmeren standbeeld hebben aangezien: te meer,daar zy onbeweeglijk bleef nederzitten, zonder dat zyzelfs de komst van Alwart scheen op te merken.

De Batavier bleef huiverend op eenigen afstand voorhaar staan , zonder het te durven wagon, haar stillenaandacht te verstoren. Na eenige oogenblikken, diehem eeuwen toeschenen, wendde zy, langzaam en zonderzich verrast te toonen over zijn verschijning, het hoofdnaar hem om, en, hem met hare donkere blaauwe oogenaanstarende, zeide zy :

Ik wist, dat gy komen zoudt, Alwart! en ik ver-beidde u."

a Zoo gy wist dat ik komen zofi, gewijde moeder!"zeide Alwart, e kunt gy ook de reden bevroeden, diemy tot u gezonden heeft." —

De hoofden der Batavieren zijn vergaderd," zeidede wichelares, n en Alwart komt aan Gauna vragen,hunne gemoederen tot den strijd te neigen."

Alwart knikte toestemmend en vouwde smeekend dehanden: de gewijde maagd vervolgde:

If De smeekingen der menschen stijgen op tot denwolkenthroon des Alvaders. Gauna is slechts het werk-tuig in zijne handen en vervult de bevelen van den

Page 26: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART. 17

oppersten wil : zoolang die zich aan haar niet doetverstaan, is zy als de holle rietschalm, die geen geluidvan zich geeft, dan wanneer 's menschen adem haarbezielt." —

Alwart stond verslagen. Moest hy dan overal teleur-stelling ontmoeten? a Gauna!" zeide hy, na eenigeoogenblikken zwijgens : a Vergeef mijn vrijmoedigheid;maar is het niet de eeuwige wil der Goden , dat wyonze vervolgde broeders bystaan en ons op onze vyan-den wreken? En hebt gy het noodig, dat die Godenzich op nieuw verklaren, om uwe landgenooten aan tosporen, een zoo heiligen plicht te betrachten ?"

verschoon uw onbezonnen taal," zeide Gauna :a zy , die door droef heid buiten zich zelve , en zy ,Wier hersens door het gerstebier bedwelmd zijn, staangelijk : zy spreken woorden der dwaasheid , die de wijzeniet acht. De Goden hebben tot nog toe gezwegen : —de naeht der vervulling is nog niet daar."

Dan geef de Alvader aan mijne zwakke taal hetvermogen om de harten mijner landgenooten to buigen,"zeide Alwart, en wilde zich verwijderen, toen hy in deverte een ruiter van den Maaskant in vollen draf zagaankomen. Zoo hy ooit de gedachte had durven voedendat Gauna hem misleiden kon , zoh by hebben mogengissen, dat niet hy , maar deze ruiter de persoon was,dien zy verwachtte, en naar wiens komst zy reikhalzenduitzag.

if Alwart!" zeide de wichelares , die den aankomendeook bespeurd had: If gy moet Gauna niet verlaten zonderhaar gastvrijheid genoten te hebben. Begeef u in dentoren: verversch u en rust uit van uwe vermoeienissen.Gy zult morgen uw krachten noodig hebben. Hier,Walla!" —

Page 27: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

IS ALW ART.

Een jeugdige dienstmaagd vertoonde zich aan deningang des torens. Op een wenk van Gauna , nam zyAlwart by den slip van zijn kleed en trok hem, halfwillig, half onwillig , naar binnen. In het heengaanechter sloeg Alwart nog een blik op den naderendenruiter : hy meende in hem een reizenden koopman teherkennen , een geboren Gallier , met name Erix, eendier lieden, welke, in die onbeschaafde tijden , met hungewoon bedrijf dat van bode, van tolk, soms van ver-spieder vereenigden. Binnengetreden zijnde , werd Alwartdoor het meisjen op een teug gerstebier onthaald envervolgens achter een soort van beschot gebracht, waareen legerstede van gedroogd riet gespreid was. Hywierp zich mismoedig daarop neder , en welhaast deedde vermoeienis hem , die sedert dagen geene rust ge-noten had, zijn grievende kwellingen in de armen desslaaps vergeten.

Naauwlijks had by een paar uren op die eenvoudigesponde doorgebracht, toen hy zich met drift aan denarm voelde trekken , en, ontwakende , het meisjen wedervoor zich zag staan, hem wenkende op te rijzen enhaar te volgen. Alwart gehoorzaamde; het was reedshelder dag toen hy buiten den toren kwarr : voor deningang stond een wagen met twee ossen bespannen,waarin de wichelares was gezeten. Wat den koopmanbetrof, deze, zoo hy zich al had opgehouden , was wedervertrokken.

ri Alwart!" zeide Gauna: a de Goden hebben gespro-ken : ik begeef my naar de volksvergadering."

n De Alvader zij geprezen!" riep Alwart verheugduit : en zullen uwe woorden van oorlog of van vredeklinken?"

Dit zal van eene zaak afhangen ," antwoordde

Page 28: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 19

Gauna: rr bestijg uw paard: begeef u naar den Maas-oever en steek de rivier over: indien zy , die u aan deoverzijde ontmoeten zullen, u gastvrij en welwillendbehandelen, dan is het een teeken dat de Goden onzeonderneming begunstigen zullen , — in het tegenoverge-stelde geval ware het dwaasheid, iets te wag-en."

En ," vroeg Alwart verbaasd: wie zoude ik aandien verlaten linkeroever vinden , ten zij het de rooverswaren, die my alles ontnamen wat my dierbaar was?Indien daarvan de uitslag af moet hangen , kan ik reedsnu voorzien dat mijn zielswensch nimmer vervuld zalworden."

De Goden hebben door my tot n gesproken ," zeideGauna, het hoofd met majesteit opheffende: het voegtden kortzichtigen mensch niet , hunne geboden te on-derzoeken. Ga en gehoorzaam ! Of — hebt gy denmoed niet, de gevaren te tarten , aan dezen overtochtverbonden?" —

Alwart antwoordde niet: zijn oog vlamde van driften verontwaardiging: hy foot: zijn paard, getrouw aanhet gegeven sein, kwam dartelend naar hem toe gehup-peld; en met &nen sprong opstijgende snelde by denheuvel af naar den Maaskant toe.Onder het heenrijden merkte Alwart op , aan de ver-

sche , in de klei geteekende sporen , dat de miter, die's nachts Gaunaas toren bezocht had, langs denzelfdenweg , van waar by kwam , was teruggekeerd : en bybesloot die voetstappen te volgen , daar het hem tochonverschillig zijn moest , waar by de rivier overtrok.Het was ongeveer na een half uur rijdens dat hy aande boorden der Maas aankwam, die een tijd lang dooreen vrij dicht boschjen van kreupelhout aan zijn oogenonttrokken waren geweest.

3

Page 29: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

20 A I. IV A R T.

Ondanks hetgeen Gauna gezegd had, was het nietzonder eenige verbazing, dat hy, by den eersten blikdien hy naar de overzijde wierp , aldaar den oevermet een talrijke ruiterbende bedekt zag. Hy hieldstand op dit gezicht en trachtte te ontdekken tot welkenstam der Germanen die oorlogslieden behoorden, die hyzoo vlug zag been en weder rennen. Maar niettegen-staande zijn gezicht buitengemeen scherp en de rivier tedezer plaatse niet breed was, kon by zich die vraagniet beantwoorden. Het waren geene Uzipeten, dit zaghy duidelijk ; maar de kleeding der vreemdelingen waszelfs niet die, welke de Germanen doorgaands onder-scheidde. Het waren geene beestevellen die om hunneleden sloten, noch ook die wollen of zijden kleederen,welke nu en dan door Gallische kooplieden werdenaangebracht : het was een veel glansrijker stoffaadje,bier en daar met metaal overdekt, waar de zonnestralenschitterend op terugkaatsten. De hoofddeksels der ruitershidden een hem onbekenden vorm en schenen van gladgepoiijst ijzer of van een kostbaarder metaal vervaardigd.Ook de paarden waren van een fraaier ras , dan byimmer had aanschouwd, en alle op gelijke wijze ge-toomd en opgetuigd. Terwijl hy in deze besehouwingverdiept was, wendde op eens de geheele bende denteugel en reed in goede orde, oostwaart op, den oeverlangs.

Slechts een klein getal was achtergebleven: en juistdeze waren niet omgeven van die blinkende rusting,welke by by de overigen had opgemerkt. Deze droegengeene speeren noch schilden , maar alleen een kartzwaard aan de heup : en hunne kleeding was niet zeerverschillend van die der Galliers.

Een hunner trok, door het spierwit ros waarop hy

Page 30: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 21

gezeten was, en door zijne hooge gestalte, byzonderde oplettendheid van Alwart. Hy scheen, van verregezien, reeds bejaard; want zijn ongedekte kruin waskaal gelijk de steen der heiden : met opmerkzaamheidbeschouwde deze miter een grooten witten lap, welkeneen voetknecht voor hem hield uitgespreid, en waarovereen derde, mode te voet zijnde persoon, strepen enfigurers scheen to trekken, terwijl hy nu de rivier, dande boomers in den omtrek, dan weder den lap aanduidde;'t geen aan Alwart deed gelooven, dat zy bezig warenmet een bezweering of wichelary. Behalve de driebovengenoemde personen bestond het gezelschap uit eenpear ruiters en een dienstknaap, die de paarden vanhen die afgestegen waren by den teugel hield.

Terwijl Alwart hen aldus met nieuwsgierigheid gade-sloeg, en nog in twijfel was of hy al of niet te dezerplaatse den stroom zofi overtrekken, gebeurde er iets,hetwelk hem de geschiktste aanleiding gaf, om met zijnoverburen in kennis te geraken. Een windvlaag ont-rukte onverwachts den vierkanten lap, waarvan ik ge-sproken heb, aan den man die hem ophield, en voerdedien, eer deze het verhoeden kon, midden in den stroom.Ae verliezer, zeker veel waardy aan dit voorwerphechtende, aarzelde niet het na to springen en zwem-mende te volgen. Het gelukte hem, hoewel niet zonderinspanning, de drijvende rol te achterhalen; maar toenhy, deze meester geworden zijnde, naar den oever wildeterug-keeren, schenen zijne krachten te kort te schietenom zich tegen wind en stroom op te werken, te meer,daar hy slechts eenen arm tot zijn dienst had, alshoudende de andere den lap boven water. 't Zij, dathy te hooge gedachten van zijn zwemkunst had gehad,'t zij dat hem een kramp of antler toeval beving, hy

3*

Page 31: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

22 A L It T.

zonk plotseling weg, onder het uiten van een angstighulpgeschreeuw, en de witte lap dreef wederom alleenop de watervlakte voort.

Dadelijk op het hooren van dezen noodkreet haddenzich de vreemde ruiters met hun paarden in den vloedgestort, om zoo mogelijk hulp aan te brengen ; maarook op hetzelfde oogenblik had Alwart van zijn kantdezelfde beweging gedaan , en zijn klepper, voor wienhet doorwaden der rivier een dagelijksch bedrijf was,had de plek , waar de onbekende gezonken was , reedsbereikt, toen de andere ruiters den oever naauw ver-laten hadden. Daar gekomen sprong Alwart af, dookonder water, en verscheen eenige oogenblikken daarnaweder boven de oppervlakte, den geredden vreemdelingin den arm houdende, met wien hy de rivier verderoverzwom , komende by, zijn paard en de beide rollersschier gelijktijdig aan land. Hy, die op het wittepaard zat, was, zoodra by den man door Alwart geredzag, de rol nagezwommen, die hy weder medebrachten door een der anderen op het zand liet uitspreidenom te droogen , en met steenen bedekken om het op-waaien to beletten.

Alwart had inmiddels nog weer van naby den manbeschouwd, dien hy aan den dood onttrokken had, enwas niet weinig verwonderd toen by op het nog doods-bleeke gelaat de trekken van Erii den Galli& herkende.De overige vreemdelingen maakten zich van het ver-kleumde lichaam meester men deed den koopman hetingezwolgen water loozen en plaatste hem op zijn paard;waarna twee der ruiters, zich aan weerszijden stellendeen hem ondersteunende, zich met hem denzelfden wegop begaven, dien vroeger de benden genomen hadden.

Terwijl men hiermede bezig was, hadden de miter die

Page 32: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 23

het witte paard bereed en Alwart elkander met een oogvan nieuwsgierigheid en belangstelling aangekeken. Deindruk was aan beide zijden gunstig ; maar by Alwartging die gepaard met een onwillekeurig gevoel vanontzach, waar hy zich geene reden van geven kon ;want het was hem onbegrijpelijk , hoe dat glad en volgelaat, die blozende kleur en vriendelijke mond, waaromgeen hairtjen te vinden was, hem sterker troffen dande vervaarlijke knevelbaarden en het ruige uitzicht derGermaansehe krijgslieden. Alwart zag nu ook , dat byzich bedrogen had, toen hy van verre de kaalheid vandat breede voorhoofd voor een blijk van hooge jarengehouden had : de ruiter was een man in de kraehtzijns levens, gezet van postuur, welgemaakt en gevuldvan leden : ja zijn geheele uiterlijke zort eerder iemandhebben aangekondigd die een gemakkelijk, genoegelijkleven leidt, dan een volger van den krijgsgod ; zoo nietin de beide gitzwarte oogen een vuur geblonken had,zoo vlammend en verteerend, dat Alwart als genoodzaaktwerd de zijne neer to slaan : by die beweging viel zijnblik op de pooten van het melkwitte paard, en nuontdekte hy, dat de uiteinden daarvan niet met nudehoeven voorzien , maar gespleten waren als eens men-schen hand. Een kille huivering ovorviel hem, en hywaande dat hy zich in de tegenwoordigheid van eengeheimzinnig, bovenaardsch wezen beyond.

De miter scheen den indruk to bemerken, dien hyverwekt had: hy glimlachte en zijn fonkelende oogennamen een zoo welwillende uitdrukking aan, dat Alwartzich gerust gesteld gevoelde.

Tot nog toe had geen van beiden een woord gespro-ken ; maar de blikken en gebaren des vreemdelings, zichop den geredden Gallier wendende, gaven Alwart te

Page 33: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

24 A L W A R T.

kennen , dat men hem dank wist y 0OT zijn tijdige hulp-betooning. Toen echter de Gallier nit het gezicht was,scheen de aandacht des ruiters rich wederom te vestigenop den witten lap, die over het rand lag verspreid, enwaaraan Alwart niet twijfelde of er was eenige heilig-heid aan verknocht : het was, voor zooverre by zienkon, een linnen doek , beplakt met een harde, hemonbekende zelfstandigheid , waarop onderscheiden gedaan-ten , als slangen, born-nen en pijlen waren afgebeeld.

Op eenmaal zag de vreemdeling Alwart wederom aanen vroeg hem met een wellnidende stem , in gebrokenGermaansch :

rr Zijt gy een Batavier ?" Alwart knikte toestemmend.

Hoevele passen zijn er van her tot aan den Rijn,wanneer men bet eiland dwars oversteekt ?"

Alwart haalde de schouders op : 't zij , dat b y dezevraag niet begreep , 't zij dat hy over de zaak nooit,had nagedacht.

De vreemdeling streek rich met de hand over de kinen scheen te overpeinzen , hoe by zijn vragen duidelijkgenoeg roil inrichten : na eenige oogenblikken zwijgensbegon hy op nieuw :

n Is de Rijn even breed als de Maas? " Alwart schudde bet hoofd.

Waar loopt de Rijn in zee?" Alwart strekte den arm uit en verspreidde de win-

gers, als willende by te kennen geven , dat de rivieronderscheidene uitwateringen had.

De onbekende knikte goedkeureod met het hoofd, steeg

af, , en, op de rol wijzende, vroeg hy aan een der beidenog achtergebleven dienaars een dun rietstokjen , datdeze in de hand hield, en volgde met de punt daarvan

Page 34: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWA.BT. 25

de slangvormige figuur, die op het dock was afgetee-kend: dit is de Maas," zeide hy , n en dit ," ver-volgde hy,. een tweede dergelijke figuur aantoonende ,

dit is de Rijn." —Hoewel de Batavieren nog weinig kennis droegen

van de kunsten en wetenschappen der meer beschaafdenatien , waren zy eehter niet zoo geheel van alle na-richten verstoken, of Alwart had wel eens hooren ver-halen , hoe men in Gallien en elders gewoon was dengrond te meten en landkaarten to maken. Hy begreep,dat hy zoodanig een kaart voor zich had en gevoeldezich nu beter in staat, om de vragen te begrijpen ente beantwoorden , welke hem de vreemdeling deed, be-treffende den loop der rivieren, die hy voor zich had,en den aart der gronden , daar tusschen gelegen. Wethem eehter meest bevreemdde was de juistheid der na-richten, welke de andere omtrent die onderwerpen reedshad ingewonnen.

Dan op eens kwam hem eon niet ongewettigd ver-moeden voor den geest : wet mag het doel zijn vanal die ondervragingen? Is deze miter ook een verspie-der, , afgezonden door dezen of genen Vorst , die heteiland hemachtigen wil en zich dus zoekt bekend temaken met de beste wijze van er to landen?"

Hy hield dus eensklaps op met het geven van in-lichtingen: en op zijne beurt ondervragende : Orriend!"zeide hy , ik heb u geantwoord; maar nu wil ik ookweten wie gy zijt. — Gy draagt de kleeding van eenGallier; maar uwe oogen zijn niet die van den Kelti-schen stem."

De vreemdeling glimlachte Gy hebt gelijk," zeidehy : ik behoor niet tot het yolk , dat gy daar noem-det: zoo gy mijn stam nader begeert to kennen, hebt

Page 35: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

26 ALW ART.

gy my slechts to volgen en ik zweer u, by de Godendie gy eert, dat gy u de moeite niet beklagen zult." —

Dit ontwijkend autwoord voldeed Alwart niet : ja hybegon zijn nieuwe kennis nog meer te wantrouwen ;en zich met gezwindheid to paard werpende :

Gy zijt toch geen bondgenoot der Uzipeten ?"zeide by.

Neen, by Hercules ! dat ben ik niet ," autwoorddede onbekende, insgelijks zijn ros bestijgende: a en hetis tot hunne vyanden , dat ik u geleiden wil." -

,, In dat geval volg ik u ," hervatte Alwart : a dochop deze voorwaarde, dat ik morgen my met den dagweder naar het eiland spoeden kan, waar mijn tegen-woordigheid vereischt wordt."

De ruiter knikte toestemmende en richtte in eenvreemde taal eenige woorden tot zijn medgezellen. Denu gedroogde landkaart werd opgerold en men begafzich op weg, den linker–oever tegen den stroom opvolgende. Na een Bind weeps to hebben afgelegd wenddede vreemdeling den teugel meer landwaart in , om eenpad te volgen, dat om en door een bosch slingerde,met eiken en beuken begroeid. Langzamerhand kwamenvan alle zijden ruiters aanrijden , die, zonder eenigewoorden met onze reizigers te wisselen , zich by henaansloten en hun allengs een vrij aanzienlijke achter-hoede vormden ; zoo dat Alwart wel bespeurde, dat ,indien hy eerst vrijwillig was medegegaan , het thandsvoor hem te laat zoude wezen om terug te keeren.

Intusschen hernieuwde de vreemdeling zijn vragen be-treffende het eiland der Batavieren, en vroeg, wat hetal zoo aan zijne bewoners opbracht.

a Het is een land ," antwoordde Alwart, behoedzaam :waar voor eon invallenden vyand niets to halen is dan

Page 36: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW RT. 27

slagen en koude. Ter naauwernood levert het genoegop, om zijn bewoners te kleeden en te voeden."

n Indien dit zoo is ," hervatte zijn geleider, / danweet ik niet waarom uwe jongelingen zich niet eengelegenheid zoeken om zich elders spijs en kleeding aante schaffen. De waereld is nog groot en rijk genoegom den ondernemende op te leveren wat hem ontbreekt.Zoo gy u aan de Romeinen wildet verbinden , zoudenzy u in de gelegenheid stellen, buit en roof te zamelenHaar uwes harten lust."

„ wy zijn altijd vrij geweest en willen Beene Romei-nen dienen ," zeide Alwart met trotschheid.

n Het is veiliger ," zeide zijn reisgezel, vrijwilligdan door dwang de bescherming te verzoeken van eenyolk, dat de onderworpenen spaart, maar de hoovaar-digen uitroeit."

De Romeinen ziju nog verre af ," hernam Alwart,lachende: en eer zy tot ons komen, zouden zy zichdoor de Uzipeten moeten heenslaan, die, gelijk ik totmijn ramp geleerd heb , overvloedig zijn als de bloe-men der heide." -

n Pas op !" zeide de vreeindeling: n de Romeinen zou-den eerder op uw eiland zijn dan gy vermoedt."

„ Al vonden zy geen vyand," hernam Alwart, zoozouden zy toch nog eenige dagreizen noodig hebben,eer zy zich uit het land der Bellovaken herwaart kon-den begeven."

„ Gy bedriegt u ," zeide de onbekende, hem van denheuvel dien zy opgereden waren voor zich nit in devlakte wijzende: daar zijn zy."

Alwart zag vol verbazing naar beneden. Van dehoogte, waarop zy zich bevonden, ontdekte men deplek waar Maas en Waal in dien tijd samenvloeiden:

Page 37: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2S ALW A R T.

vddr hem, aan den linker–oever der rivier, strektezich , zoo ver het oog reiken kon, een legerkamp uit ,waarin duizenden van krijgslieden rondkrioelden , enhetwelk duizenden van arbeiders bezig waren van aardenwallen en verschansingen te voorzien. Het was delegerplaats der Romeinen. — Aan de overzijde, op delandpunt, waar beide rivieren samenvloeiden, aan deuiterste grens der streek waar Alwart gewoond had,zag men een ander kamp, in het rond gebouwd. Hetwas dat der Uzipeten.

Hoe!" riep Alwart verbaasd tot zijn geleider : gyzijt een Romein, gy?"

Gy ziet," hernam deze: a dat wy gelijken tred metde Uzipeten gehouden hebben. En thands , zoo het ulust, wraak to nemen over hen die u beleedigden, degelegenheid is schooner dan u ooit kan worden aange-boden. — Maar ik veronderstel, dat sommigen uwerlandgenooten zich wel by u zullen willen voegen."

Alwart zweeg : zijn oog brandde van verrukking opde gedachte van zijn geleden smaad op de Uzipeten tewreken ; maar na het geheurde op den landdag , konhy er niet voor instaan, dat zijn landgenooten overzouden denken als hy. Intusschen waren zy de hoogteafgesneld en het legerkamp binnengereden. diet weinigstond Alwart verbaasd over het nieuwe schouwspel datzich hier aan hem voordeed. De heide, die hy vroegerledig en onbewoond gekend had, was als in een yolk-rijke stad herschapen, slechts met deze byzonderheid, dathier tenten de plants van gebouwen bekleedden. Wel iswaar, het grootste gedeelte diergenen , welke voorby enom hem over die tallooze straten en pleinen kruisten,waren ruiters of soldaten; maar men zag er ook koop-lieden, onderscheiden in dosch en gelaatskleur, die met

Page 38: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWART. 29

den legerknecht handel dreven arbeidslieden , bezig aanhet vervaardigen van werktuigen , wier strekking onzenBatavier vaak onbekend was, zoetelaarsters, smaakvol.opgecierd, die purperen dranken of goudene vruchten offrissche bloemen te koop boden , en wier door de zonverhrande, maar Loch vrolijke gezichtjens bevallig afstakentegen de ruige gelaatstrekken van Cezars v e t er a n en.En dan welk een verschil in wapening , in kleeding , inlandaart. Men zag er den Italiaan met het schranderen listig gelaat : den bruinen , deftigen Iberier: den Kelt,met de blonde hairen : den Numidier, niet het tijgervelotnhangen , en den zwarten Ethiopischen slaaf. 0!"dacht Alwart : u indien deze alien den grooten Cezaronderdanig zijn , dan voorwaar zoll het ook den Bata-vier niet tot schande Strekken , hem in 't veld te volgen."

y Hier moet ik a verlaten ," zeide hem op eens zijngeleider, , toen zy voor een ruime, vrij aanzienlijke tentgekomen waren: r rust hier uit : morgen kunt gytot de uwen keeren en hun boodschappen wat gy gezienhebt."

Na het niten dezer woorden , die by met een min-zamen groet vergezeld deed gaan, verwijderde by zich,terwijI eenigen der ruiters afstegen en Alwart wenktenhun voorbeeld te volgen. Zy geleidden hem, binnen detent voor welke zy zich bevonden en noodigden hem, metalle blijken' van welwillendheid, uit , deel te nemen aanden maaltijd, die er door vlugge slaven wend opgebracht.

Iv.

Op den avond van dienzelfden dag richtte de onder-bevelhebber Sulpicius Rufus zijn sehreden naar de tent

Page 39: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

30 LW_ 11 T.

des veldheers : een der talrijke slaven , die hier de dienstwaarnamen, meldde hem aan en kwam hem spoedig be-richten , dat Cezar hem wachtte.

Hy vond den veldheer aan eene kleine ronde tafelgezeten , bezig een paar regels te voegen aan de gedenk-schriften die voor hem lagen. Die regels vermeldden dezereis iets , dat in Cezars dagboek weinig voorkwam eennederlaag.

Ik vrees, te ongeleger tijd te komen," zeide Sul-picius: na de vermoeienissen der vorige dagen zalCezar naar rust verlangen."

n Mijne rust is verwisseling van arbeid," zeide Cezar :n en daarby , het is niet, wanneer slechts een stroomons afscheidt van een vyand, die ons gisteren nog; zulkeen duchtig bewijs zijner waakzaamheid gegeven heeft,dat ik aan rust kan denken. — Wat brengt gy voorgoeds? Zullen wy morgen kunnen aanvallen en dendood van Pizo wreken ?"

Het leper zal na zulk een geweldige marsch uogeen dag noodig hebben um nit te ;listen ," wide Sul-picius.

n En of te wachten , dat de vyand uit zijn land ver-sterking ontfange?" vroeg Cezar, het hoofd schuddende:

dan voorwaar zofi het ons weinig baten, met eensnelheid , waaraan de nazaat naauwlijks gelooven zal,een zoo verren tocht door bossehen en moerassen tehebben afgelegd. Neen! de rust van eene nacht moetden Romeinen genoeg zijn; morgen op de vijfde uremoet het sein des aanvals gegeven worden. Wy zijnhier op een goed strijdperk gekomen : rechts, links, voorons eene rivier : wy moeten hier overwinnen of verdrin-ken ... Het eenige dat ik nog verlangen zoil, is datonze miters zoo ervaren waren in 't overzwemmen der

Page 40: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALWAR T. 31

stroomen als die Uzipeten. Daarom had ik wel ge-wenseht, die Batavieren van het eiland vooraf totbondgenooten te hebben." —

dacht," zeide Sulpieius, dat die BataafscheSybil u reeds de toezegging gedaan had, dat gy ophunne hulp mocht rekenen."

Nog gisteren heeft zy my door Erix van Bibraktehare medewerking beloofd. — Maar waarschijnlijk zullenzy to laat komen ; want die Batavieren, gelijk alle Ger-manen , laten doorgaands het oogenblik van handelenmet talmende beraadslagingen verloopen ..; doch daarvangesproken; is de Batavier , die heden in 't leger kwam ,van het noodige verzorgd geworden ?"

Het noodige is voor zulk een schepsel niet veel ,"antwoordde Sulpicius : ,/ maar men heeft hem overvloe-dig te drinken gegeyen , en een paar Remen (1) by hemgezet, die hem het onwaardeerbaar voorrecht van hetRomeinsche bondgenootschap afschetsen."

Het is wel! Morgen met het aanbreken van dendag mod, by , met geschenken beladen, naar zijn eilandworden teruggezonden. Het zoo my ontgaan , indienwy hem dan voor den avond niet met hulptroepen terugzagen."

Het is te hopen ," zeide Sulpicius : n ofschoon ik nietweet of dat eiland ons een groote aanwinst zijn zoti."—

ll Het eiland niet in het minste ," zeide Cezar; maarde ruiters , die het bewonen , in ons leger , en destroomen, die het omvloeien , in ons bezit to hebben :dat ware ons een onbetaalbare aanwinst. — Maar nu

voor heden genoeg." —

(1) Inwoners van Champagne, wier naam nog in de stad Reim sis bewaard gebleven.

Page 41: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

32 ALW A R T.

rr Ik verlaat u ," zeide Sulpicius : fi te meer , daarik het gezicht van Agenor ontdek, die , naar het myvoorkomt , van verlangen brandt om u te spreken."

De persoon die hy bedoelde, een Griek, wiens antieke,welbesnedene gelaatstrekken tot model voor een beeld-houwer zouden verstrekt hebben , maar wins lichtgraauwe oogen een uitdrukking van lage onderdanig-heid en listig bedrog: hadden , die niet geschikt was denoplettenden gelaatskenner in te nemen , had werkelijkzijn hoofd nit de g,ordijnen omgestoken , doch toen hyden gestrengen blik van Sulpicius ontrnoette, het evensnel weer terug gehaald. De edele Patricier hegreepechter, dat by nu te veel was en zeide den veldheervaarwel.

rr Vergeet het niet," rr riep deze hem toe : morgenmet den voormiddag! en de kohorten van Pizo moetenden eersten aanval doen oin den dood huns aanvoerdersen hun schande van gisteren te wreken." —

Tree binnen , Agenor !" vervolgde Cezar na eenoogenblik zwijgens.

Griek stond over hem in de deemoedigste bon-ding.

Wat brengt gy ?" vroeg de veldheer, spottende:hebt gy een nieuw plan van antral gemaakt voor

morgen ? of hebt gy tijdingen van de volksstammen aangene zijde des Rijns ! Het moet iets gewichtigs zijn,dat u na een zoo vermoeienden dag als die van hedenop den avond voor een veldslag by my brengt."

n Niet alzoo, edelmoedige Cezar! maar ik heb hedende gevangenen bezocht, welke by die schermutseling vaneergisteren op de Uzipeten gemaakt zijn."

1k weet... een deel vrouwen en kinderen ... die zyin de steek Retell om Pizo en zijn ruiters to beter te

Page 42: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 33

omcingelen maar wat hadt gy daarmede te doen? "--

n Aileen dit. Gij hebt aan Publius Afranius lastgegeven , hen naar het land der Condruzen terug tezenden: — en morgen zouden zy vertrekken ; maar zoudtgy niet verlangen hen vooraf nog eens te zien?"

Wat meent gy ?"Er is er eene by , die , werd zy een weinig naar

behooren opgeknapt , en aangekleed ..."Dacht ik het niet ?" zeide Cezar , lachende : n het

oogenblik is zeker welgekozen , om my van schoonevrouwen aan het oor te komen malen."

Ook zoude ik die vrijheid by geen ander veldheerdurven gebruiken ; niet ieder is in staat als Cezar omtevens to overpeinzen hoe by op een vyandelijk legeren op een jonge schoone zal zegevieren."

Men heeft meermalen aangemerkt, dat ook de voor-treffelijkste lieden nog nicer door de vleiery dan doorden lof gestreeld worden. Pit bleek ook thands wederaan bet voorbeeld van Cezar.

Welnu ," zeide by : n ik wil uwe Germaanscheschoone zien." —•

Zal ik haar herwaart doen voeren?" haastte zich deGriek te vragen , met een bilk, die zijn tevredenheidto kennen gaf.

Neen! — dat niet! Men zegt, die Germaanschevrouwen zijn kuisch en weerbarstig : ik wil bier geengerucht hebben. Breng haar in de tent van Ocellus:daar zal ik haar komen opzoeken." —

Een half uur later had Cezar , op 't keurigst uitge-doscht, de armen en vingers met een keur van paerlenen edelgesteenten beladen , wier pracht niet zoo zeerrnoest strekken om de oogen der schoone, die by be-zoeken wilde, te verblinden , als om aan eene den

Page 43: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

34 A L NV A R T.

grooten man ingeboren ydelheid te voldoen , zich naarde bestemde plaats begeven. Hy vond aan den ingangder tent Agenor, die hem een onmiskenbaaT teekengaf, dat zich de schoone reeds binnen beyond.

rr Zy is my zonder aarzelen gevolgd ," zeide byzachtjens : a ik geloof niet, dat de weerstand zoo grootzal wezen als gy vreesdet." —

Cezar gaf aan zijn slaven last zich te verwijderenen trad de tent binnen , voor Welke de gedienstigeAgenor als schildwacht bleef staan.

In het midden van een rond paviljoen , waarvan dewanden met schitterend karmozijn waren behangen ende- rondloopende zitbank met donzige kussens voorzien ,terwijl cierlijke reukvazen , op kunstig gewerkte drie-voeten geplaatst , de liefelijkste geuren opzonden , eneen alabasten lamp, die van den koepel afhing, eenzacht en gelijk schijnsel naar alle kanten heenzond ,stond een jonge vrouw in de kalme en onverschilligehouding van iemand , wier rampen ten top gestegenzijn en die, geen hoop meer op aarde bezittende, opal het verdere is voorbereid. Hare kleedy , van eendonkerblaauwe kleur, , deed nog sterker de blankheiduitkomen van een vet, zoo doorschijnend, dat mein ge-waand zou hebben, het bloed er achter te zien vloeien.Hairen van een goudkleurig blond, zoo glad en schit-terend als Cezar immer bewonderd had, hingen in tweevlechten neder langs het steenbleeke gelaat, waarvanechter iedere trek aantoonde, hoe bekoorlijk het wezenmoest, wanneer die welgevormde lippen en poezelewangen met het rood der vreugde bezield waren. Watde oogen betrof , zy blikten dof , onbeweeglijk voorzich neer en hieven zich niet eens van den grond toende veldheer binnentrad.

Page 44: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

A IL W A T 35.

Vrouw !" zeide deze in de Germaansche taal , waar-van hy gedurende de laatste veldtoehten met de hemeigene vlugheid de beginselen had aangeleerd : ik hebu van banden doen ontslaan."

De Germaansche vrouw zag hem even aan met eenkouden , onversehilligen blik en sloeg terstond de oogenweder neer.

u Het zijn geene vrouwen, jong en schoon gelijk gy,die de slaverny te vreezen hebben ," vervolgde hy , zichop den prachtigen rustbank nederzettende : maar neemplaats : ik heb met u te spreken."

De slavin gaat niet zitten voor het aangezicht haarsmeesters ," zeide zy , altijd even onbeweeglijk blijvende.

n En met reden ," hernam hy : maar het is niet om uals slavin te behandelen , dat ik u hier heb doen roepen:het is om u te zeggen , dat gy de vriendin , de gezellinvan Cezar zult zijn : dat hy u weelde en rijkdom zalschenken , en ter vergelding van zijne bescherming engunsten slechts een weinig liefde van u wacht." —

Zy zag hem met een verachtenden glimlach aan : ,, devrouwen van ons yolk ," zeide zy, , If geven hare liefdeslechts eeninaal weg." —

Hoe nu!" vroeg hy : n zoudt gy reeds verloofd zijnaan een dier Uzipeten , die...."

u Dier Uzipeten!" herhaalde zy , haar handen als inverbazing opheffende : Freia behoede ons !" —

Welaan! — Indies gy niet verloofd zijt ," zeidehy, haar ontkennende beweging verkeerd opvattende :

waarom zoudt gy dan weigeren de liefde te bekroonenvan hem , die u zoo van gandscher harte genegen is."

u 1k ben gehuwd ," antwoordde zy , terwijl de veront-waardiging een oogenblik haar gelaat kleurde en haaroogen met een voorbygaande flikkering vercierde.

4

Page 45: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

36 AL WART.

En bemindet gy uw echtgenoot?" vroeg hy, oprij-zende en haar by de hand vattende.

n Of ik hem beminde?" riep zy, met luider stemmeen hare hand met schrik terugtrekkende : n helaas! ikgaf mijn leven gewillig, om slechts te weten of hybehouden ware gebleven."

Cezar zag haar deelnemend aan : gewoon , by tieschoonen te slagen, zou hy zich geschaamd hebben , eenandere overwinning te behalen , dan die welke doorvrouwelijke ydelheid geschonken wordt : hy zag, dathet nu het oogenblik nog niet was, waarop hy eenvoordeeligen indruk maken kon; maar hy had meermalenweeklachten in zuchten en zuchten in liefdewoorden zienveranderen, wanneer tijd en aanhoudende drang huninvloed hadden uitgewerkt.

n Vergeef my ," zeide hy : ik wilde u Been angstaanjagen. Zoo uw echtgenoot nog leeft en een losprijsvoor u biedt zult gy hem terug worden gegeven : —zoo niet — dan zal ik trachten uw lot zoo drage,lijkte maken als in mijn vermogen is , en uw droef heideerbiedigen." —

Gy bedriegt my niet?... gy zoudt my aan mijnechtgenoot terug geven ?" riep de Germaanschevrouw, in blijde verwachting.

Cezar heeft nimmer iemand bedrogen," zeide deRomein , haar zijn hand toestekende, die zy in vervoe-ring kuste.

Op dit zelfde oogenblik ontstond er een ongewoongerucht buiten aan den ingang: en na een korte, maardriftige woordewisseling viel Agenor, , als of hy dooreen blijde naar binnen geworpen was, voor de voetenvan Cezar. Een Germaan volgde hem, de oogen fon-kelende van woede.

Page 46: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 37

n Wat beduidt dit?" vroeg Cezar, terugtredende eneen der vergulde drievoeten aangrijpende om zich teverdedigen tegen den aanval , dien hy verwachtte. Maarhet kwam tot geen gevecht. De jonge vrouw had zichomgewend: en met den uitgegilden kreet van n Aiwart!"viel zy in de armen des Bataviers. Doch tevens warener eenige slaven toegeschoten, die hunne zwaarden bovenhet paar verhieven.

Laat of !" zeide Cezar : n en men verklare my ,vat dit tooneel te beduiden heeft."

n Ik heb geene schuld, machtige Cezar!" zeide Agenor, ,voor zijn voeten kruipende : n die wilde Germaan heeftmet geweld de tent binnen willen dringen; en toen ikhem terug hield, my in de borst gegrepen en omver-geworpen."

n Maar hoe komt die Uzipeet uit de lucht gevallen?"vroeg Cezar, een stag voorwaarts doende.

De veldheer en de Germaan zagen elkander in 't ge-zicht en beiden bleven verhaasd staan. Cezar had Aiwart,den Batavier, en deze zijn geleider van dien morgenherk end.

Gy hebt my dan bedrogen," zeide Cezar, na eenpool zwijgens, tegen Aiwart: n gy zijt dan werkelijkeen Uzipeet?"

Hy !" riep Alwarts gade uit: by is een Batavier,en edeler dan hy leeft er geen aan den Maaskant."

n Maar 'hoe is het dan mogelijk ," vervolgde Cezar ,zich tot haar wendende , dat wy u in het leger derUzipeten gevonden tiebben?"

Wy waren door de Uzipeten in gevangenschap medege-voerd, en vielen met hunne vrachtwagens in uwe handen."

n En gy ?" vervolgde Cezar tot Aiwart: n hoe wist gydat uwe gade in deze tent was?" —

4*

Page 47: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

38 ALWART.

11 1k beyond my heden avond voor de tent waar gy

my hadt laten brengen , toen ik den knaap voorby zag,gaan, dien ik heden morgen uit den stroom redde.Hy seheen my te willen ontwijken; maar ik kendehem: hy is een Gallische koopman, met name Erix: ikvolgde hem: doch raakte verdwaald in dezen doolhofvan tenten: hier langs komende, hoorde ik de stemmijner vrouw, en toen die roodrok my den ingangwilde heletten, wierp ik hem onderste boven. Waarkan ik thands Cezar vinden? Ik hezit niets meer;maar mijne vrienden zullen gaarne van het hunne ge-

yen om een losprijs byeen te zamelen."Dit behoeft niet," antwoordde Cezar: ook zonder

losprijs is uwe gade vrij. Gy kunt Naar met u voeren;en neem met een de verzekering mede, dat op morgende hoon, u door de Uzipeten aangedaan , door Cezarzal gewroken worden." —

Is het mogelijk ?... mijn gade vrijI" riep Aiwart,schier buiten zich zelven van dankbare verrukking: enwie zijt gy, die my daarvan de verzekering geeft? o!zeg my uw naam: opdat ik dien eenmaal aan mijnekinderen leere."

Mijn naam? — Gy hebt dien reeds genoemd: ikzelf ben die Cezar , near wien gy vraagt." —

Alwart wierp zich voor hem op de knieen. De veld-heer naderde de bekoorlijke vrouw, die, verrukt en tocheenigzins beschaamd en verlegen voor hem stond, envette hear by de hand:

Vaarwel!" zeide hy: ft zoo gy later nog eens aanCezar denkt, het zal hoop ik met welgevallen zijn."

De bleeke wangen der schoone werden deze reis meteen hoog rood overdekt : en te gelijk glimlachende enschreiende sloeg zy de oogen neder.

Page 48: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 39

Cezar !" riep Alwart, opspringende ik verlaat u!maar by Wodan! — Eer de avond op nieuw is geval-len , zult gy van Alwart hooren."

Met deze woorden , zijn vrouw omvattende, sneldeby de tent uit : en zijn paard gevonden hebbende, namby , zonder zich verder op te houden , met haar denweg naar het eiland der Batavieren.

V.

Vreesselijk zoowel als onverwacht was op den vol-genden dag de aanval, door de Romeinsche legerbendenop het kamp der Uzipeten gedaan, die hun vyand nogvermoeid van zijn overhaasten tocht waanden en afge-schrikt door het verlies, dat zy hem hadden toegebracht.Dan , hoezeer verrast , de Germanen werden niet doorschrik bevangen : en even fel als de aanval was, zoogeducht was ook de tegenweer ; terwijl by de Uzipetenhet aantal, de gewoonte om op een grond als deze testrijden , en vooral de voortreffelijkheid hunner ruiteryhet gemis vergoedden aan krijgskunst en orde , hoeda-nigheden , waardoor zich het Romeinsche leger onder-scheidde. Lang bleef de kans nog onzeker , toen zichtegen het vallen van den avond de rechtervleugel derUzipeten onverhoeds van ter zijde zag aangetast dooreen verschen ruiterdrom, die, uit het eiland der Bata-vieren aangerukt , met den onverwinnelijken Warman enden van wraakzucht schuimenden Alwart aan het hoofd,de reeds vermoeide strijders met onwederstaanbare krachtop het lijf viel en alles wat zich voordeed nederveldeof verstuiven deed. Van dat oogenblik of was de slag

Page 49: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

40 ALWART.

ten voordeele der Romeinen beslist : het was geen strijdweer : het was een bloedige moord: en van de duizendenen tienduizenden , die den Rijn waren overgetrokken ombuit en roof te ga'ren , keerde naauwlijks een terug omde tijding dier vreesselijke nederlaag aan de Germanente doen verstaan.

Weinige dagen daarna waren de Batavieren op nieuwin de heilige bosschaadje vergaderd, waar hen Alwart,toen hy met zijne gade uit de legerplaats van Cezarterugkwam , had byeengevonden, door de taal van Gaunareeds overgehaald om den Romeinen hulp te hieden.De waarzegster was weder op haar wagen gezeten ende priesters deden op de altaren de gaven rooken , diezy den Goden van Germanje toewijdden. Aan de eenezijde waren Warman, de grijze Erner en de overigekrijgshoofden der Batavieren gezeten ; aan de anderestond een talrijke ruiterbende geschaard , over welkehet bevel aan Alwart en anderen , die als hy in denlaatsten strijd hadden uitgeblonken, was toevertrouwd.Meer achterwaart bevonden zich de vrouwen en demoeders dier krijgshaftige jongelingen , gekomen omhun het laatst vaarwel toe te roepen; — want hetverbond met de Romeinen was gesloten ; en eene dervoorwaarden hiervan was, dat de Batavieren hunnebondgenooten met hulpbenden zouden bystaan.

De voorteekenen waren gunstig geweest, en het oogen-blik, waarop die wakkere bende den ouderlijken grondzoude verlaten, was aanwezig. Nu roes Warman op enmaande hen in een treffende toespraak aan om zich,in de nieuwe loopbaan, die voor hen ontsloten werd,den Batavisehen naam waardig te gedragen. 'Een alge-

meene toejuiehing volgde zijne woorden; alleen de oudeErner schudde bedenkelijk het hoofd.

Page 50: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 41

n Greve de A lvader ," zeide by , n dat wy in hen, diewy thands als onze bondgenooten beschouwen , niet een-maal onze meesters moeten eeren."

Dat zal nimmer gebeuren," riep Gauna uit , terwijI

zy in haar wagen opsteeg: Hoort, Batavieren! wat ude oppermachtige Goden door mijnen mond doen ver-staan. Die benden, die thands en in volgende jarenden Romein met de kracht van hun arm zullen sterken,mogen in schijn hem dienen, gelijk de trouwe hondzijn meester dient; in waarheid zullen de zonen vanhet Zuiden zich door hunnen invloed laten besturen : ende tijd zal eenmaal komen , dat de opperheerschappijder waereld een deel zal worden van hem, wien dekinderen van het eiland met hunne gunst en bescher-ming verwaardigen." —

Hier zweeg zy : een luid gejuich begroette hare woor-den : en de gewapende bende, zich op het sein vanA lwart in beweging gezet hebbende , trok langzaamvoorby en nam haar weg naar het oord , waar de Ro-meinsche veldheer haar aankomst verbeidde.

VI.

Lange jaren na dat deze gebeurtenissen hadden plaatsgehad, trad een hoofdman der Keizerlijke lijfwacht eeneder tavernen binnen, welke zich , aan den oever desTybers, in de voorstad van Rome bevonden. Zijn uiter-lijke duidde een krijgsman aan, die menigen veldtochthad dooi'gestaan en aan menig krijgsgevaar ontkomenwas. Zijn gelaatstrekken waren door den invloed derlucht verschroeid, en aangezicht en hall met breede

Page 51: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

42 A L A R T.

lidteekenen voorzien. Met een norsch gelaat en zonderiemand der aanwezigen te groeten , vlijde hy zich opeen zetel neer en eischte een kan landwijn.

n 1k ben bereid u te dienen , allervoortreffelijksteHopman !" zeide de waard , een bejaarde, sluwe G-riek ,terwijl hy zijn reeds door gewoonte en ouderdom ge-kromden rug een nog dieper buiging deed maken : maarhet is geen gemeenen landwijn, dien ik eenen hoofdmanvan de alleruitmuntendste K.eizerlijke lijfwacht zoudedurven voorzetten. Gun my het genoegen en proef vanmijn ouden Falernum, dien ik zoo good heb als MecenasBien schenken kan, wanneer hy die fijne wijnkenners ,Varius en Horatius , by zich genoodigd heeft." --

ll Schenk uwen Falernum aan hen die hem betalenkunnen," zeide de Hopman , op een verdrietigen toon :n het is niet met de ellendige soldy van een lijfwacht,dat men den wijn kan drinken, die op de tafels derrijken schuimt."

Het is waar ," zeide de Griek , het hoofd sehud-dende; I/ men heeft n, Pretorianen , niet naar verdienstebeloond; doch gy zijt toch by plonderingen genoeg aan-wezig geweest , om wat voor den ouden dag te hebbenovergegaerd."

n Overgaeren!" herhaalde een oud , maar nog wakkerkaereltjen , dat in eon hook van het vertrek te drinkenzat , en naar de stalen en monsters te oordeelen , dievoor hem uitgespreid lagen , een koopman in wollenstoffen scheen: rr Overgaeren! daar weten de Batavischekohorten ook veel van! 't Geen zy heden winnen gaatmorgen met den teerling weer heen." —

ff En ware het nog maar het geld alleen dat ons ont-brak ," zeide de lijfwacht, zonder zich aan die aanmer-king te storen: men zoil zich nog kunnen troosten met

Page 52: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AL W ART. 43

het denkbeeld , (tat Janus niet altijd gesloten zal blij-ven; maar neen ! — ook de eer, die ons toekomt, wilmen ons niet gunnen ; verbeeld u, dat Cezar Augustus ,ondanks alle onze voorstellingen, volstandig blijft wei-geren , aan onze Hoplieden het voorrecht te schenken ,den wingertstok te voeren , die toch in alle legioenendoor den Centurio gedragen wordt."

n 't Is maar al te waar," zeide de waard met eenzucht: ondank is des waerelds loon. Ik had ook wei-nig gedacht, na zoo vele jaren de vertrouwde vriend vanden grooten Caius Cezar te zijn geweest, en hem zoovele diensten bewezen te hebben, dat ik op mijn oudendag naauwlijks genoeg zoude hebben overgehouden omeen kroeg op te zetten."

n Zijt gy een vriend van Cezar geweest?" vroeg delijfwacht , met belangstelling: en welke diensten hebtgy hem bewezen?"

Hier begon de koopman te lachen , en beide sprekersmet een spotachtigen blik aanziende : n gy kunt daarvanniet onkundig zijn ," zeide hy tegen den krijgsman :

want zoo mijn oogen my niet bedriegen, zijt gy ken-nissen van jaren herwaart, en heeft , onze goede waardAgenor eens leelijk van u op zijn ooren gehad vooreene dier diensten , welke hy ten gevalle van den groo-ten Caius Cezar waarnam."

a Hoe!" riep de waard, die werkelijk niemand anderswas dan de vuige slaaf, van wien wy vroeger hebbengesproken : n heb ik waarlijk het geluk , mijne woningvereerd te zien met de tegenwoordigheid van den dap-peren Alwart, dien beroemden Hoofdman der Batavieren.Voorwaar ! deze dag moet met een witten steen gemerktworden." —

Alwart (want hy was het) draaide zich om , zonder5

Page 53: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

44. A I, W A R T.

achti te slaan op de buigingen van den Griek , en hetwoord tot den koopman richtende : — En gy," vroegby , n gy die ons beiden kent , wie zijt gy ? uwe trekkerskomen my niet onbekend voor ; maar waar en wanneerik u gezien heb is my ontgaan."

1k besef, , wakkere Alwart ," antwoordde de koop-man, a dat mijn naam nit uw geheugen gewischt is;maar de tijd is niet in staat geweest aan Erix vanBibrakte het gelaat to doen vergeten van hem, dieeenmaal zijn leven redde."

n Erix van Bibrakte!" herhaalde Alwart , verbaasd:Inderdaad 1 nu herken ik u. Wel man! het verheugt

my u te zien : dikwijls heb ik gewenscht u te ontmoe-ten en eons van u oplossing to vernemen van zaken ,die my altijd duister en onbegrijpelijk zijn voorgeko-men."

I, 1k gis wat gy bedoelt," zeide Erix : n en ik ziegeene zwarigheid , na zulk een ling tijdsverloop , oin udie oplossing te geven. Gij wenscht zeker te weten,hoe het eigenlijk is toegegaan met het verbond tusschenCezar en de Batavieren."

n Juist zoo ;" antwoordde Alwart : n ik hob altijd ver-

moped , dat gy daar uw rol in gespeeld hebt, en ik zotier op durven zweren , dat gy die zaak tusschen hemen Gauna bestoken hebt."

Gy oordeelt recht," zeide de Gallier : , n door mijnebetrekkingen met onderscheidene lieden van invloed inGallien en Germanje was ik meermalen in staat geweestCezar van dienst te zijn en , onder het voorwendsel vanmijne waren te venten , voor hem berichten in to win-nen of boodschappen over te brengen. Zoo zond bymy onder anderen ook bedektelijk naar Gauna, wierinvloed op haar landgenooten hem bekend was, ten einde

Page 54: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ALW ART. 45

haar over te halen in zijn belang werkzaam te zijn.Deze tank was my des to lichter , daar ik sedert langhet vertrouwen der waarzegster genoot. 1k vond haarwel voorbereid ; want de voorslag van Cezar kwam haarjuist, to stade om een plan , dat zy met uw landgenootWarman overlegd had, te bewerkstelligen. Belden had-den namelijk begrepen, dat de bevolking van het eilandto groot was geworden in vergelijking der opbrengstendaarvan , en wenschten sedert lang naar een gelegen-heid om het getal der inwoners to doen verminderendoor een gedeelte der jongelingschap buiten 's lands tezenden. Zy besloten dus het daarheen te wenden, datmen Cezar met hulpbenden bystond, mits deze zich ver-bond, de Batavieren niet als een cijnsbaar yolk, maarals bondgenooten to behandelen. De inval der Uzipetenen uwe komst op den landdag werkten hun doel in dehand."

,, Goed!" zeide Alwart! maar waarom zond Gaunamy Cezar te gemoet?"

Om een zeer eenvoudige reden. Zy wilde op denlanddag de nadering van het Romeinsche leger by wijzevan profecy verhalen, als of haar de Goden die ver-kondigd hadden : en daar zy kon veronderstellen, datgy my herkend hadt toen ik by haar kwam , had zyreden te duchten , dat gy hare goddelijke ingevingop een zeer menschelijke wijze zoudt verklaren enhaar room als waarzegster by het yolk bederven. Zystuurde u daarom van de hand ; maar Cezar was tevoren door my van uwe komst verwittigd : en degoede behandeling, die by u ondervinden deed, strekteom u , en door u de Batavieren , in zijn belang tewinnen."

a Dus bespeur ik ," merkte Alwart op , n dat mijne5*

Page 55: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

4G ALW Alt T.

landgenooten en ik het speeltuig van een reizendenkoopman en een slim wijf zijn geweest."

u Zoo als gy wel zegt; — maar laat u dit niet hin-deren. De menschen over het algemeen zien slechts deoppervlakte der dingen ; maar zoo men al de kleineverborgene roersels kende , die de meeste gebeurtenissenbestuurd hebben, dan zo6 men er toe moeten komenom alle geschiedboeken op het vuur te werpen , en degesehiedenis van nieuws of te schrijven."

Dat zou toch jammer zijn ," zeide Alwart, na zicheen wijl bedacht te hebben: //want alles wel beschouwd,is bet beter dat men sommige dingen niet weet." —

Page 56: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AANTEEKENINGEN.

Bladz. 4. Reg. 6 en volgg. De overwinningen , door Cezar op deHelvetiers behaald , worden door hem besehreven in zijn Werk: deBello Gallica , lib. 1. cap. 12.

Bladz. 4. Reg. 23 en volgg. Zie het verhaal hiervan in het hier-boven aangehaalde Werk, lib. 11, III, IV.

Bladz. 5. Reg. 29 en volgg. De inval der Uzipeten, waarbv ookde Tenkteren hadden genoemd moeten worden, gold voornamelijk enin de eerste plaats de aan vveeri'zijden der Maas wonende Menapiers;ik heb meenen to mogen veronderstellen, dat ook Batavieren daarvanvoor een gedeelte de slachtoffers waren. Men vindt het verhaal vandien strooptocht in het bovengenoemde Werk, lib. IV. cap. 4, 6.

Bladz. 23. Reg. 6. Fuisse traditur (Caesar) excelsa stature,colore candid° , teretibus membris , ore paella pleniore , nigris vegetis-que oculis , valetudine prospera ..... Circa corporis curanz morosior, ,ut non solum tonderetur diligenter, , ac raderetur, sed vellereturetiam, ut guide& exprobraverunt: calvitii vero deformitatenesime ferret, saepe obtrectatorum iocis obnoxiam expertus. Ideoque etdeficientem capillum revocare a vertice assueverat: et ex omnibusdecretis sibi a senate popeloque honoribus, non aliud aut recepit antusurpavit libentius, quern ius lizureee perpetno yestandae. , Etiam cults

Page 57: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

48 AANTEEKENINGEN.

notabilern ferunt. En verder: armorum et equitandi peritissimus,laboris ultra fidenz patiens erat : in agmine, nonnenquanz equo, sae-pins pedibus ante ibat , capite . deteclo, see sol , see umber esset.SUETONIUS in vit. Caesaris, cap. 45, sqq.

Bladz. 23. Reg. 20. Utebatur (Caesar) equo peclibes gropehumanis et in modem digitorum zingulis finis; pew naturn aped se,cum haruspices imperium orbis terrae significare domino pronuniiassent ,magna cure aluit , wee patientem sessoris alterius primus adscendit.SUETONIUS, cap. 61.

Bladz. 30. Reg. 25. De snelheid in zijn krijgsbew egingen hadCezar met Napoleon gemeen, wien by overtrof in zorg voor zijn leger,hetwelk, onder zijne aanvoering, nimmer aan levensmiddelen en krijgs-behoeften gebrek leed. Intussehen strekt deze omstandigheid terverschooning voor den laatstgenoemde, dat hy, , uitgezonderd op Zijit

tocht near Rusland, altijd den oorlog overbracht in rijke en welvarendestreken, waar zijn soldaat ten koste van den burger en den hoer tegest kon gaan; tem iji Cezar op zijne ondernemingen tegen Gallien enGermanje te voren wist, dat by woeste en onbebouwde streken doortnoest trekken, waar geen voorraad te vinden was, dan dien b y zelfmet zich voerde. — Ter staving van hetgeen ik wegens de schierongelooflijke snelheid zijner tochten heb gezegd, en ten blijke, hoezeerby hem voorzichtigheid met moed gepaard ging, diene het volgendevan SUETONIUS , cap. 57:

Longissimas vies incredibili celeritate confecit expedites, meritoriarheda, centena passuum milia in aingulos dies: si flumina morarentur, ,nando trajiciens, vel innixus inflatis utribus, vet persaepe nuntios dese praevenerit. In obeundis eapeditionibus, dubium cautior an auden-tior. Exercitum neque per insidiosa Rivera duzit unquam , nisiperspeculatu4 locorunz sites: nape in Britanniam transvexit nisi anteper se porter et navigationem et accessum ad insulam ezplorasset.

Deze regels rechtvaardigen, mijns bedunkens, genoeg de persoonlijkeopneming van den Maasoever, welke ik hem last doen. en waarvande uitslag ook zoude kunnen blijken in zijne zoo naatiwkenrige be-schrijving der Egging van het eiland der Batavieren, te vinden in silnweer genoemd werk: lid. IV. cap. W.

Nada. 32. Reg. 16. De gelnkkige aanval der Uzipeten op het

Page 58: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AANTEEKENINGEN. 49

Romeinsche leger, , en de dood van Pizo , worden door Cezar verhaald,lib. IV. cap. 12.

Bladz. 34. Reg. 1. Oak dit getuigt Suetonius, cap. 46. Bri-

tanniam petiisse spe margaritarum , quorum amplitudinem conferentem ,

interdum suit mane exeyisse pondus.

Bladz. 43. Reg. 6. (Files) insertae castris summam rerunz impe-

riumque continent. Centurionum in mono vitis et opimo praemio

tardos ordines ad lentas perducit aquilas , atque etiam in delictis

poenam ipsam honorat. PLINIUS, Hist. Nat. Lib. XIV. cap. 3. —De Batavische Hoplieden hebben echter, , nog onder Augustus, ditvoorrecht verkregen.

Page 59: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO.

Page 60: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

Het was op het einde van een heeten zomerdag inhet jaar 69 onzer jaartelling , dat een kleine krijgsbendeden heirweg volgde, die, eenige jaren to voren doorden yverigen Corbulo aangelegd, van Nov io ma gu niof Nijmegen af, over Levae Fan um, F letio, enandere plaatsen meer , wier tegenwoordig bestaan evenonzeker is als de beteekenis van hun naam , tangs denlinker Rijnoever naar den l3rittenburg voerde. Dezeweg, uit twee lagen kalk en puin bestaande en eenebovenlaag van cement met vette leemaarde en kalk ver-mengd , was opgehoogd tot ettelijke voeten boven denomliggenden grond , zoodat by niet slechts den reizigereen effene en gemakkelijke baan verschafte, maar ookby springvloed en ijsgang tot ten vasten dijk verstrektetegen de rivier, , die nevens hem stroomde.

Pe zon , die reeds aan het dalen was, scheen onzenreizigers vlak in het aangezicht , en verwekte by hendie lastige en verveelende gewaarwording , welke dubbelverdrietig is wanneer men, reeds vermoeid van den

Page 61: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

51 BRINIO.

langen tocht, niets liever dan rust en schaduw zotiverlangen. En dat zulks het geval was by deze bende,daaraan kon niemand twijfelen , die in 't voorbygaaneen oog had geslagen op den purperen gloed , die hungelaat bedekte , de dikke zweetdroppelen , die van onderhunne helmen afdropen , en de fijne stof, die hen alienmet eene en dezelfde kleur geverwd had. Ook de anderszoo vurige rossen (want de Hoplieden en een tientalonderhoorigen waren te paard gezeten) scheneu het ge-voel hunner berijders te deelen zy vorderden niet danlangzaam, met voorovergebogen nek en struikelende byiederen tred. De orde , die in den aanvang van dentocht geheerscht had, was sedert lang verbroken , enmeerderen zoowel als minderen reden of liepen ver-mengd door elkander, , strak voor zich neder ziende, OM

zooveel mogelijk achter den vooruitspringenden helmklepvoor de zonnestralen beschut te blijven , en dat diepestilzwijgen bewarende , hetwelk een gewoon gevolg isvan hette en 'vermoeidheid.

Van de geheele bende was er echter geen die meerlast van deze beide ongemakken scheen te dragen, dande Hopman Titus Coponius Tarpa. En geen wonder!schoon nog in den bloei der jaren , was hy reeds be-zocht door een zwaarlijvigheid, die hy beweerde dat eenfamiliekwaal was, doch die kwade tongen toeschrevenaan zijn al te grooten ijver in de dienst van Bacchus enComus, niet betoond door offeranden en plechtighedenmaar door een leefregel, hun toegewijd. Wat hiervanzijn mocht, als getronwe historieschrijvers , hebben wyslechts de zaak zelve te vermeiden.

Reeds sedert een geruimen tijd had de goede Hopmanden helm, (wiens drukking zijn sluike hairen aan hethoofd had doen kleven en een zwarten kring op zijn

Page 62: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 55

voorhoofd nagelaten ,) tegen een luchtigen lederen kap ofreishoed verruild ; maar dit belette niet, dat het zwareborstharnas, hetwelk hem om de leden sloot, zijn voor-uitspringenden bulk op een pijnlijke wijze beknelde enhem herhaalde zuchten lozen deed, tot by eindelijk,buiten staat zich langer te bedwingen , zijner benaauwd-heid lucht gaf met den krachtigen uitroep : By Hercules!dat is niet te harden I"

Ben schaterend gelach ontling de wrevelige uitboeze-ming , welke op een zoo kluchtige wijze de stilte brak ,die tot nog toe by de reizigers geheerscht had. Coponiuswendde het hoofd, ten eiude te zien , wie zich devrijheid gaf, zich ten zijnen koste te vermaken en sloegde hand aan den stok , die als teeken zijner waardigheidvan Hopman aan den zadelknop hing; maar hy verge-noegde zich met een knorrig gezicht te zetten, toenby bespeurde , dat het geen der krijgslieden of slavenwas, die zich aan deze onbeleefdheid schuldig maakte ,maar zijn vriend Lucius Aquilius Thuscus , die nietslechts even als hy den rang van C en tu ri o bekleedde,maar ook als P rimipil u s (1) boven hem stond en betbevel over den tocht voerde.

(1) Tot verstand van deze en meer andere in dit verhaal voorko-mende benamingen, gelieve men zich het navolgende te herinneren :

Een Romeinsche keurbende of I egi o e n , welke onder de Cezarsdoor den legatos 1 eg ionis werd aangevoercl, bestond onder Tiberiusen zijn opvolgers uit ongeveer zesduizend voetknechten en zeshonderdruiters.

De keurbende was in kohorten verdeeld: deze in centurion ende centurion in to a nipuli.

Onderscheiden van deze verdeeling was die in ord ines ha stat o–rum, principum en triariorum.

De prineipes hadden hunne benaming, omdat zij in de eerstetijden vooraan stonden. Later namen de ha s tat i, of spie sd rager s,

Page 63: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

5 6 BRINIO,

Arme Tarpa!" zeide deze, naast Coponius oprijdende:my dunkt, de reis begint u zwaar te worden. Maar

schep moed: de avowd zal weldra komen, en dan krijgenwy koelte."

a By Hercules!" zeide Coponius: n ik vrees, dat dekoelte eerst dan zal komen wanneer die verbruidezonnestralen mijn vet tot sans hebben doen smelten."

a Gy moest haar daarvoor dank weten ," zeide Aqui-lius, lachende: a want gy kunt wel wat missen."

Gy hebt goed gekscheren," zeide Coponius, op eenverdrietigen toon : a gy die zoo rnager als een spieringzijt; maar ik verzeker u, dat ik het nooit levend totMatilo breng."

Hoor eens!" hernam de Primipilus: gy moet watkunnen verdragen; want het is in vele opzichten uweeigene schuld: heb ik u niet gewaarschuwd op onzelaatste rustplaats te Fletio, dat gy zoo schrikkelijk nieteten zoudt? Het kon immers niet anders, of gy moestdaar de onaangename gevolgen van ondervinden."

Ei! ei!" hernam Coponius : omdat het u , waardeThuscus! gelieft te vasten, tot gy eenmaal nit miltteeren als een Egyptische mumie, daarom heb ik noggees trek om van onthouding te sterven: en wanneermen zoovele goede levenskracht verliest als by zulk een

deze plants in.De triarii werden oak pilani genoemd naar hun wapen, zijnde

Gene werpspies, pilum genoemd.De centurien werden aangevoerd door centuriones of Hoofelman-

nen over honderd, en succenturiones of tergiductores, waar-voor wy thands luitenant zouden zeggen.

De centurio primi pili of primus pilus of primipilusheette aldns, omdat by de oudste centurio der pilani was. Hy hadzittiug in den krijgsraad en onder hem herustte de aquila, hetveldteeken der keurbende.

Page 64: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 57

verhittenden tocht het geval is, is het niet meer danplicht, den noodigen voorraad in te nemen, en tozorgen, dat het evenwicht niet verbroken worde. Ditis, gelijk Tullius aanmerkt, geene geschreven, maar eeningeschapen wet, dat wy ons met alle macht tegen eenboosaardigen vyand moeten verweeren en bestaat er opaarde een boosaardigen vyand dan de honger en deontbeering ?" —

n En dan ," vervolgde Aquilius, zonder zich de moeitete geven van dezen zonderlingen co m m en tar iu s opde woorden van Cicero te wederleggen dan moet gyer nog by in aanmerking nemen, dat wy door uw langtafelen zeker een uur zijn vertraagd geworden, en an-ders wellicht reeds te Matilo zouden wezen."

n Te Matilo!" herhaalde Coponius met een uitroepvan verbazing. „Het kan toch uwe meening niet zijn,heden tot Matilo door te trekken ?"

n En dat waarom niet?" vroeg Aquilius , hem eenig-zins spotachtig aanziende.

fl By Herkules ! dat is nog tienduizend passen, zooik niet mis gezien heb op den laatsten mijlpaal. Gywilt uw getrouwen tochtgenoot Tarpa toch niet op denweg laten , om ten prooi aan gieren en wolven tostrekken? En wees daar verzekerd van, gy zult denweg kunnen loopen ; want onze paarden houden hetgeene halve mijl meer nit." --

n Men heeft my dan kwalijk onderricht ," hernamAquilius, n toen men ons zeide , dat wy den burcht vanMassa nog met den avond zouden kunnen bereiken.Eilieve! Daginus! hoor dens hier!"

Op dezen uitroep trad iemand voorwaarts, die, ofschoonby een deel van den tocht uitmaakte, echter door zijngewaad en uitrusting aanduidde , niet tot de speerdragers,

Page 65: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

58 BRINIO.

noch zelfs tot de legion te behooren. Hy droeg geenewapenen , ten zij men een dikken doornestaf, waarop hyonder het voortgaan leunde, als zoodanig wilde beschou-wen. Wat zijne jaren of gelaatstrekken betrof, deze lietenrich eerder gissen dan bespeuren; want een groote ver-vooruitspringende kap met of hangende slippen bedektehem het hoofd en liet van zijn gezicht niet veel meerdan de punt van den neus to voorschijn komen.

De oorzaak, dat deze vreemd uitgedoschte persoon richby de bende beyond was de navolgende: toen Aquilius,na zijn afreize uit het hoofdleger, , te Noviomagum wasaangekomen , had hy rich terstond naar het kwartiervervoegd van Claudius Civilis, den hoofdbevelhehberder Bataafsche hulptroepen , die rich thands aldaar op-hield. Hy had hem echter niet kunnen zien, daar menhem berichtte, dat de Bevelhebber aan zware koortsenleed; doch was door den Onderbevelhebber ClaudiusLabeo ontfangen. Aan dezen had hy verzocht, hemiemand to willen aanwijzen , die bekend ware met delandstreek, welke by door moest trekken , en hem alstolk en gids kon vergezellen. Labeo had aan zijnwensch voldaan , door hem een Bataafschen Priester tezenden, met name Daginus, die volkomen to huis wasin het land der Kaninefaten, zoowel als in dat derBatavieren: en het is deze man , dien wy thands aanonze lezers voorstellen.

Daginusl" zeide de Primipilus, toen rich de Batavierby hem had vervoegd : n hebben die lieden te Fletioons niet gezegd , dat wy Matilo heden avond op ons

gemak konden bereiken ?" —bDat hebben zy gezegd ," antwoordde de Batavier.

o En hoe verre zijn wy nog van den burcht ver-wijderd ?" —

Page 66: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 59

Van hier tot Niger Pullus zijn nog drie mijlen:van daar tot de brug vijf mijlen : en dan twee totMatilo, maakt net tien mijlen."

Dan zijn uwe landgenooten onbeschaamde logenaars;want het is onmogelijk met onze vertnoeide dieren dienafstand of to leggen."

Ik moet , voortreffelijke Primipilus! u doen opmer-ken ," zeide Daginus , dat onze gastheer te Fletio ,zoomin als zijne yrouw , geene landgenooten van myzijn ; daar zij tot de Kaussen behooren en ik van oudertot ouder een Batavier ben."

„Loop heen ," zeide Aquilius: denkt gy dat ik aldie onderscheidene benamingen ken van Kaussen enKauchen en hoe of al die stammen zich meer gelievente heeten? Wanneer er onder ulieden slechts een halfduizend zich anders kleeden of het hair opmaken alsde rest , dan willen zy dadelijk voor een afgezonderdyolk doorgaan. Zy mogen dan zijn wat zy willen,zy hebben een logen verhaald."

Ik zal u vender doen opmerker, ," vervolgde Dagi-nus op denzelfden koelbloedigen toon , dat zy dewaarheid gesproken hebben, en dat gy reeds te Matilozoudt kunnen zijn , zoo gy voor uzelve andere paarden,en wagens voor het yolk genomen hadt ?"

Of een schip met vier roeibanken , niet waar ?"vroeg Aquilius , lachende 11 maar dat was nu eenmaalmijn plan niet. In alien gevalle hadt gy, die ons totwegwijzer mode gegeven zijt, ons beter kunnen onder-richten." —

Hum !" zeide Daginus I/ gy hebt er mij niet naargevraagd. Gy vertrouwdet die lieden te Fletio beterdan my."

Waar!ijk ! " zeide Aquilius , spottende : n ik geloof6

Page 67: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

60 BRINIO.

dat onze gids zich beleedigd gevoelt. -- Maar in ernstgesproken ! Is Niger Pullus een geschikt verblijf omte vernachten?" -

0 ja!" antwoordde Daginus: ri mits men zichslechts het denkbeeld uit het hoofd zette van te willenavondmalen en slapen. Want de voorraad is er schraalen bedden zijn er niet."

Ik dank u ," zeide Aquilius : rr maar weet gy hierin de buurt dan geen gegoeden Batavier wonen , dieons nachtverblijf zou kunnen en willen verschaffen?"

Ik zal u doen opmerken ," zeide Daginus , dat wysedert een half uur in bet land der Kaninefaten ge-komen zijn."

Welnu Kaninefaat of Batavier! dat zal zoo veelniet verschillen. Ik vraag u, of hier niet deze of generijkaart woont, die ons kan herbergen?"

Ik zal u doen opmerken ," zeide Daginus , rr datde Kaninefaten en Batavieren zoo versehillend van elk-anderen zijn, als de inwoners van Rome en die vanParthenope. Maar , vervolgde hy , den trek van onge-noegen misschien bespeurende , die zich op het gelaatvan den Hopman vertoonde zoo ik my niet bedrieg ,dan moeten wy , gindschen hoek omkomende , de hoevevan Brinio ontdekken , wien geen zijner landgenootenin rijkdom en aanzien overtreft."

Wel! dan trekken wy naar Brinio. Kent gy hem ,Daginus ?"

a Brinio is een wakker jongeling ," zeide de Priester ,als sprak hy in zich–zelven : ,f al de landeryen aandeze zijde des Rijns , zooverre het oog kan strekkenzija zijn eigendom: al die vette runderen, al die schoonepaarden , die ginds door de weiden loopen, behoorenhem: en dan bezit hy vele duinen , waar hinden en

Page 68: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

R RINI 0.

hazen in overvloed zijn. Zijn vader was• een kloek enschrander man. Hij lachte Kaligula in 't aanzicht uit,toen deze aan zijne soldaten schelpen en kinkhorens ophet strand liet zoeken : en Caius Cezar , die anders nietgemakkelijk was , durfde hem niets doen ; want de oudeWerner was in zijn land machtiger dan hy."

En hoe komt het," vroeg Aquilius, a indien dieBrinio zulk een wakker man is als gy zegt , dat hy tehuis zulk een vadsig leven leidt , in stede van zich ,gelijk zijn landgenooten , roem en eer te verwervenonder de Romeinsche adelaren ?"

„ Brinio heeft zijn jaren ," zeide Daginns ; u onder-vraag hem–zelven, en hy zal u een voldoend bescheidgeven." -

Dat hoop ik te doen," hernam de Primipilus ; u inalien gevalle verheugt het my , dat het noodlot ons tothem geleidt ; want zoo hy een man van aanzien eninvloed is , gelijk gy zegt , zal hy ons van dienst kun-nen wezen. Maar my dunkt , ik zie reeds achter gind-sche kaden iets dat naar een dak gelijkt. Is datwellicht de mooning van Brinio?"

Gy hebt het gezegd , Primipilus!" antwoordde deBatavier, met een toestemmenden knik.

Voortreffelijk ! dan zal ik die goede tijding denvriend Tarpa mededeelen."

De vriend Tarpa was intusschen in een gesprek ge-wikkeld van een geheel anderen aart. Hy had, zoodraAquilius met den Priester ter zijde was afgegaan, zich,zooveel zijne gestalte het hem toeliet , in den zadelomgewend , en met een heesehe stem a Seleukus!" ge-roepen.

Hy , die dezen koninklijken naam droeg, was echterniet meer dan een Syrische slaaf , de eenige missehien

6*

Page 69: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

62 BRINIO.

nit de gandsche bende , die het niet te warm vond.was recht vorstelijk in de achterhoede op den vracht-wagen gezeten doch, zijn naam hoorende noemen ,sprong by of en kwam naar zijn meester toegeloopen.

11 Seleukus " zeide deze ik sterf van dorst. Hebtgy nog Punische appelen in uw knapzak om mijn ge-droogd. verhemelte te laven ?"

Helaas , mijnheer !" antwoordde de slaaf, den ledigenzak nitschuddende , die aan zijn gordel ping, e gyhebt zoo even den laatsten genuttigd." --

,, Dat u de koorts by het lijf pakke,'' zeide Coponius :hebben wy er niet vijftig van gekocht , die my nog

ettelijke sestertien gekost hebben? Zouden zy thandsalien weg zijn ? 1k geloof veeleer , o allerboosaardigsteder verledene , tegenwoordige en toekomstige slaven !dat gy er de heeft zelf van hebt uitgezogen , zonder eru over te bekommeren , of uw meester hier van dorstop den heirweg blijft liggen en ellendig omkomt. Enhoe staat het met den wijnzak ? Voor den dap:, daar-mede."

De slaaf schurkte zich zuchtend en reikte toen aanzijn' meester een lederen wijnzak over, die ongetwijfeldwel een stoop kon inhouden.

u Laat ons zien !" zeide Coponius , den zak aan denmond zettende , — maar helaas ! hoe hy dien ook kneepen perste , slechts enkele droppelen vloten hem over de

verschroeide tong.Ellendige !" riep hy in hevige gramsehap uit , ter-

wijl hy den slaaf den ledigen zak in het aangezichtsmeet : houdt gy uwen heer voor den gek ? Daarheeft my die schelm het goede vocht zelf opgeslobberd.Maar pas op ! aan de eerste rustplaats zal ik u denrug smeeren , dat hy zoo murw zal wezen als geklutste

Page 70: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 63

eieren, — al moest ik zelf muter de strafoefening be-zwijken. Voorwaar ! ik zweer u by de onsterfelijkeGoden , dat ik in het vervolg zelf mijne proviand zalby my dragen : ik dwaas ! dat ik die toevertrouwde aaneen gulzigen slaaf , die geen dorst weet to lijden ! Ennu moet ik versmachten , of mijn maag bederven methet water van gindsche rivier, dat geheel bedorven isdoor al de brakke slooten en vaarten, die er in uit-komen."

n Zoo gy my niet versmaden wilt , Centurio !" zeideeen der ruiters , terwijl hy een lederen fleschjen voorden dag haalde en het hem toereikte : y ik geloof dathier nog wat in zit, 't welk u voor het oogenblikhelpen zal."

, Geef !" zeide Coponius , het fleschjen met welgevai-len beschouwende en aan den mond zettende : 't Iszeer drinkbaar," zeide hy , na eene teug genomen tehebben, met een goedkeurenden knik. 't Is waarachtiglekker ," vervolgde hy , na den tweeden slok. Gyzijt een brave kaerel " — (wederom een geduchte teug) —,, Hoe komt de vent aan dien lekkeren wijn ?" (wederom drinkende) 11 uw naam is Rufus , nietwaar ? "

De ruiter knikte toestemmend , terwijl by eenigzinsbekommerd naar het fleschjen zag.

't Is wel I gy hebt my een goede dienst gedaan ;" —.(nogmaals een slok nemende) — u ik zal u by denBevelhebber der ruitery ter bevordering aanbevelen."

,, Ms het u belieft , Centurio!" zeide Rufus, zonderde flesch uit het oog te verliezen , die het hem reedsberouwde uit handen te hebben gegeven.

Wie had kunnen denken," vervolgde Coponius ,zijne taal met hernieuwde teugen afwisselende , 11 dat

Page 71: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

64 BRINIO.

een gemeene miter zulk een wijntjen by zich zo6 dra-gen ? — men zegt wel , dat honger de beste kok is —maar met dorst is dat het geval niet — ten minste nietby my : — al is mijn keel nog zoo droog , ik weettoch het onderscheid te proeven tussehen Scio en Fanaeus —Wat echter dezen wijn betreft , ik wil gespietst zijn ,zoo ik weet , waar hy van daan komt — by is waarlijkgoed — 't is alleen jammer , dat hy wat warm isgeworden ; — maar het is moeilijk op zulk een tochtsneeuwwater mede te nemen om hem te bekoelen. —Kom ! " — (de flesch hoog opheffende , om de laatstedroppelen , die er zich nog in bevonden , op te van-gen) — I, het ware jammer dat er wat inbleef. —Ziedaar , vriendlief !" — (hem de ledige flesch terugge-vende) — en nogmaals dank. — ,Van waar hebt gydien wijn ?"

Hy is my medegegeven door mijn gastvrouw te No-viomagum," antwoordde de ruiter, , met een weemoedigenblik zijn fleschjen aanziende: ik heb niet gevraagd hoehy heette. Wanneer het kind er lief uitziet , komt heter dan op aan , wie er vader of is ? " —

Gy hebt verkeerd gehandeld, Rufus !" zeide deHopman , zich den mond afveegende : ti men moet altijdvragen na de herkomst van goeden wijn , wanneer menzoo gelukkig is, dien te erlangen. Hoe is men andersnaderhand in staat , er nogmaals van te bestellen ?

—Zoo wy, op onze terugkomst , te Noviomagum pleiste-ran , zult gy my naar uwe gastvrouw brengen , op datik haar deswege ondervrage. — Gy bezit er by gevalniet meer van?"

Neen Centurio! " zeide Rufus : If ik wenschte datik er een vat vol van had: — en gy zoudt dat nietbekomen ," voegde hy er in stilte by.

Page 72: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 05

Op dit oogenblik kwam Aquilius hun op zijde gereden.Tarpa!" zeide hy: wat zoudt gy zeggen , zoo ik

u voorstelde om, in stede van onzen weg te vervolgen,deze nacht in gindsche woning door te brengen ?"

u Ik zoude zeggen, dat de Godin Hygieia door uwenmond spreekt, en dat uwe ingewanden met ontfermingbewogen zijn over uw annen krijgsmakker, , die, zoowy nog verder moesten, niet dan dood de plaats zijnerbestemming bereiken zoude."

't Is wet! — laat de manschappen oprukken en zichin 't gelid vormen : wy moeten voor onzen gastheer denschijn niet aannemen van een roof bende." --

Het bevel van den Primipilus werd gevolgd , enweldra Meld de geheele bende stand by een zijweg ,die, neerwaarts afdalende, naar de woning van Briniogeleidde.

II.

Het bondgenootschap met de Romeinen, dat nu bynaeene eeuw bestaan had, was, gelijk men denken kan,niet zonder invloed geweest op de volkeren, die deboorden der Rijnmonden bewoonden : en de landstrekender Batavieren, Kaninefaten, Kaussen, Marezaten enhoe die vermaagschapte stammen der Germanen verderheeten mochten, hadden in vele opzichten een welva-render aanzien bekomen, dan toen zy voor het eerstdoor de zonen van het zuiden werden bezocht. Nietslechts hadden de zoodanigen onder hen, die den Ro-meinschen adelaar in 't veld waren gevolgd, of in dekeizerstad zelve den voorhof van het paleis der Cezars

Page 73: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

6G BRINIO.

hadden bewaakt , tot nog toe onbekende gewoonten eneen nieuwe beschaving by hunne terugkomst medege-bracht; maar ook hadden de landzaten die meer vannaby leeren kennen, toen zich hun bodem langzanaerhandmet burchten eu legerschansen, en hunne stroomen metvaartuigen bedekten, en Romeinsche burgers onder henkwamen wonen , en hun zeden , hun bouwkunde , hunweelde kwamen aanbrengen: then de steden, aan deRijnmonden gesticht, van lieverlede stapelplaatsen wer-den, waar de inwoners van Brittanje en van Gallienmet hen die de oevers des Bovenrijns bewoonden , hunruilhandel kwamen drijven. Langen tijd genoten deingezetenen dezer landen Beene andere dan voordeeligevruchten van de meerdere beschaving, hun door deRomeinen aangebracht : zy zagen hun grond door breedewegen en vaarten doorsneden , die overal de middelentot gemeenschap gemakkelijk inaakten : hunne stroomendoor dijken en waterkeeringen beteugeld: hun voorheenonvruchtbaren , moerassigen bodem bekwaam gemaaktom granen voort te brengen, of in lachende weidenherschapen. Hunne woningen verfraaiden zich en wer-den met nieuw en nuttig huisraad voorzien: de kinderenleerden in de opgerichte scholen de taal van Maro enFlaccus spreken, en het Latijn was in deze gewesten,gelijk onder Napoleons overheersching het Fransch ,welhaast de taal der meer aanzienlijken geworden.

Doch niet bestendig bleven onze voorouders dezeweldaden der beschaving onvermengd met bitterheidgenieten. Wel is waar, minder dan elders oefende deweelde haar gevaarlijken invloed uit; want de kalme,regtschapene aart der ingezetenen bled lang hare ver-leiding weerstaan , en de meesten stelden er zich eeneer in, by de oudvaderlijke gebruiken te blijven vol-

Page 74: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N I o. 67

harden. Ja ook zy, , die vroeger, en niet ten onrechte,met de Romeinen waren ingenomen geweest, begonnenvan hun voorliefde hoe langer hoe meer terug te komen.Want, zoo in den beginne alleen eerlijke, bekwame ,mensehkundige Stedehouders de belangen van Rome aande Rijnmonden hadden bestuurd en door hun wijze ennuttige inrichtingen de genegenheid der ingezetenenweten to verwerven, een later tijd had hier mannen aanhet hoofd der zaken gezien, hun voorgangers onwaardig,en wier schraapzucht, dartelheid en onderdrukking slechtsstrekken konden om den Romeinschen naam even ge-haat te maken als by te voren was geeerd geweest.Hier voege men by , dat de handelplaatsen, alhier ge-sticht , van lieverlede een toevluchtsoord werden, waarhet uitschot aller natièn kwam heengesneld, den billij-ken of keen verwekkende van al wie op braafheid engoede zeden prijs stelde. Nu ontstond er tegenwerking;en niet lang duurde het, of de goede verstandhouding,die vroeger tusschen de ingezetenen en hun bondgenoo-ten bestond, had opgehouden; en de aanzienlijksten onderde eerstgenoemden, zich op hun vaderlijk erfgoed af-zonderende, hielden geene gemeenschap meer met deRomeinsche opperhoofden, dan wanneer de omstandighe-den zulks gebiedend vereischten.

Na deze uitweiding, misschien to lang, maar die wyniet onnoodig oordeelen tot beter verstand van onsverhaal , keeren wy tot onze reizigers terug, die wy opden heirweg hebben laten staan, een verlangend oogwerpende op de woning, die hun een nachtverblijfbeloofde.

De hoeve van Brinio, die reeds van verre een aanzien-lijk en welvarend voorkomen had, was op ongeveertweehonderd schreden van den heirweg afgelegen , en

Page 75: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

68 BRINIO.

met den daarby behoorenden moeshof, werf en boom-gaard door een aarden wal omgeven, hoog genoeg omby overstrooming het wassende water te keeren. Dezijlaan, die er heenvoerde , was met een dubbelden rijzware lindeboomen beplant waaraan echter bier endaar een ontbrak, die door den storm of den vloedwas neergeslagen, — en liep recht door een heerlijkweiland, in hetwelk ettelijke vrouwen en meisjens zichkweten van de nederige , maar belangrijke tack omeenige koeien te melken, grooter en schooner dan Co-ponius er immer, , zelfs in Kampanien, had opgemerkt.De kleeding dier melksters was over 't geheel dezelfde,en bestond uit een paar wollen rokken, die tot aan deknieen reikten, de stevige, door de zon gerooste armenen beenen bloot latende: terwijl het hoofd met eenzwart kapjen bedekt was, van onder lietwelk de goud-geele hairen in lange vlechten op den rug afhingen.

a Wacht hier!" zeide Aquilius: a wy moeten den ei-genaar der hoeve niet overvallen. Daginus! gy spreekthunne taal! ga eens de laan of en vraag, of men onsals gasten ontfangen wil."

Daginus steeg den zijweg in ; maar naauwlijks wasby een twintigtal schreden gevorderd , of eene dermelksters, die alien reeds , achter de koeien om entusschen de pooten door, een nieuwsgierig oog op deRomeinen hadden geslagen, kwam hard aangeloopen envroeg wat er van zijne dienst ware.

Is Brinio te huis?" vroeg Daginus op zijne beurt,in de landtaal.

n Neen!" antwoordde de melkster, terwiji zy met devingers in den mond ter sluik de krijgsknechten bleefaankijken, die haar waarschijnlijk meer belang inboe-zemden dan de Bataafsche Priester : n maar daar is zijn

Page 76: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 69

zuster : en die zal de boodschap wel doen. lAracht! ikzal haar roepen: Ada! Ada! die man heeft een bood-schap voor Brinio." --

Op haar geroep kwam een jong meisjen van achtereen koe te voorschijn en trad langzaam naar Daginus toe.

%Vat wilt gy van Brinio, goede vader ?" vroeg zyaan den Batavier, terwij4 zy op de ruiterbende een zijde-lingsehen blik wierp , die niet zonder bezorgdheid was.

Gy spreekt de taal der Romeinen , Ada!" zeideDaginus ; ga zelve by den Primipilus: by is een hupscheborst en zal u niet opeten."

De zuster van Brinio zag hem eenigzins verwonderdaan; maar volgde zijn raad en begaf zich naar Aquilius.

y Een goed voorteeken, Tarpa!" fluisterde deze zijnenkrij gsmakker in: o de eerste, die ons hier te gemoetkomt is een jong meisjen , luchtig als Hebe en bekoorlijkals de Godin der liefde."

o Dan hoop ik ," antwoordde Coponius, dat de tweedeeen kok zal wezen, vrolijk als Bacchus en volleerd alsComus." —

Maar Aquilius luisterde niet naar hem : by had reedszijn paard den zijweg in doen draaien om de jongeschoone to gemoet to gaan.

n Brinio is niet te huis," zeide deze in goed Latijn,toen zy blozende voor hem stolid: n maar waarin kanu de zuster van Brinio dienen?" —

Dit gezegd hebbende, zag zy Aquilius in 't gezicht enbloosde nog sterker; want de heldere, gitzwarte oogenvan den Romein beschouwden haar met een zoo veel-beteekenende uitdrukking, dat zy zich genoodzaakt vond,de hare neder te slaan.

En inderdaad, Aquilius was niet onwaardig, dat menhem aanzag, of de oogen voor hem nedersloeg, zoo als

7*

Page 77: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

7 0 13 RINI O.

men 't nemen wil. Zijn gelaat bezat al het waardigeen edele van het Romeinsche ras , en miste die hardeen scherpe trekken , welke het doorgaands kenmerkten.Het benedendeel van zijn gezicht herinnerde aan deGrieksche lijnen: hetgeen niet te verwonderen was, daarzijn moeder uit den Peloponezus geboortig was. Zijnoogen , die de getrouwe spiegels waren zijner ziel, had-den , naar het pas gaf , een fiere of een hoogst innemendeuitdrukking: en het breede lidteeken over zijn linkerwangzette, wanneer hy verstoord was, nog meerdere gestreng-heid aan zijn wezen , en wanneer hy opgeruimd was ,bevalligheid by aan zijn lath. De ongemakken der reishadden wel zijn voorkomen niet verbeterd; doch nietteminop een niet onbevallige wijze de kleur verhoogd van zijnanders eenigzins bleek gelaat; terwijl de glanzende helm,die zijn kruin bedekte, belette dat men zag , hoe zijnzwarte hairen door de stof waren grijs geworden. Wan-neer men hierby voegt , dat hy, hoewel niet lang zijndeen althands naast Coponius mager schijnende, echterbyzonder welgemaakt was, dat hy aan zijn Patricischeafkomst eer aandeed door beschaafdheid van toon en inne-mende manieren , zal een ieder kunnen beseffen, dat hy nietten onrechte, zoo te Rome als elders, op al wie hemgezien had, een aangenamen indruk achter had gelaten.

Van zijn kant gevoelde zich Aquilius aangenaam ver-rast , toen hy in de bloeiende dochter der Kaninefateneen schoonheid bespeurde , die, ofschoon in het eenvou-dige gewaad eener boerin gekleed , een bevalligheid tentoon spreidde , welke een Romeinsehe kokette van dientijd gewenscht zon hebben te bezitten. Haar dosch wasniet onderscheiden van dien barer gezellinnen ; alleenwaren hare goudene lokken misschien met weer zorggevlochten en was haar kapjen van een fijner stof; doch

Page 78: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BKINI o. 71

wat haar voordeelig boven de overigen deed uitsteken ,was een zekere uitdrukking van waardigheid, over haargeheele wezen verspreid, die, zonder iets te kort te doenaan de vrolijke aanvalligheid van haar gelaat, terstonddeed zien, dat zy van hare kindschheid of gewoon waste gebieden. Die uitdrukking bestond, dit was niet temiskennen ; doch men gevoelde er de werking van,under dat men wist, waarin zy gelegen was; misschienberustte die in het hooge, spiegelgladde voorhoofd, inde rechte, cierlijke gestalte, en in den zwier der be-wegingen; want haar groote blaauwe oogen schenen alleenvriendelijke goedaardigheid te kennen te geven: haarfrissche wangen droegen de kleur der rijpe perzik engetuigden, dat zy de vrije lucht noch den veldarbeidschuwde: haar rozemond scheen enkel voor den kus ge-vormd , en het kuiltjen in haar kin scheen den liefdegodtot een schuilhoek te verstrekken : haar welgeronde armenwaren bloot , gelijk die der overige melksters; maar deluchtgesteldheid had vergeefs haar invloed op het blankevel pogen uit te oefenen : en noch de arbeid, noch devochtigheid van den grond hadden den netten vorm derbevallige voetjens bedorven. Om kort te gaan, Aquiliushad haar niet ten onrechte by Hebe vergeleken; wantzy vertoonde in trekken , iu gestalte , in houding enbewegingen het levend zinnebeeld van de Godin derJeugd, tevens schaiksch en onschuldig , schuchter enonbezorgd, maar altijd het kenmerk van een meer vet-hevenen en als ware het bovenaardschen oorsprong metzich voerende.

n Wy komen hier als smeekelingen, lief meisjen!"zeide Aquilius, terwijl by met Romeinsche wellevendheidzijn hand kuste: a maar uw vriendelijk gelaat is my eenwaarborg , dat ons verzoek niet onverhoord zal blijveu.

Page 79: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

72 Barr ro.

Wy zijn op reis naar Matilo ; doch wy zien Been kanser heden avond nog te komen , en wy wilden den edelenBrinio verzoeken , ons voor deze nacht huisvesting teverleenen."

Brinio zoil my als eene onwaardige van zijn erfjagen , indien ik voor den reiziger, , die herbergzaamheidverzoekt, de huisdeur niet ontsloot ," zeide met minzaain-heid de jonge maagd ; en vervolgens op zachteren toonvoortgaande alleen hoop ik ," zeide zy , n dat uw sol-daten ..." hier zag zy, half lachend , half schroomvallig,den Hoofdman aan.

Ga voort , edele maagd !" zeide Aquilius hebt gy

iets omtrent mijne bende aan te merken ?" ,t Ik wilde maar zeggen ," zeide Ada, cooed vattende ,

ik hoop , dat zy ender goeden tucht staan. Er is eronder de kohorten van den Brittenburr.„ die somtijdseen gastvrij onthaal met baldadigheid betalen — enmijn broeder Brinio is dood goed , maar blijft gaarnemeester in zijn huis."

„ En daar heeft hy wel volkomen gelijk aan ," zeideAquilius, terwijl hy in een vrolijk gelach uitberstte ;n maar stel u gerust , allerliefst maagdelijn! mijn speer-dragers staan onder bedwang en de ruiters zijn keursol-daten. Zoo een hunner zich aan eenige onbetamelijkheidschuldig maakt , doe het my slechts weten , en zy zullenondervinden , dat ik niet vergeefs een wingertrank voer.".

Dit gezegd hcbbende kuste hy nogmaals zijn hand ,en terwijl Ada aan eenigen uit de toegesnelde knapende noodige bevelen gaf betreffende de ontfangst vanhare gasten , wenkte Aquilius den zijnen , binnen tetrekken. De bende sloeg nu in goede orde de laan in,terwijl Aquilius, afspringende en zijn paard aan eenslaaf toevertrouwende , te voet naast Ada vooruitging.

Page 80: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN o. 73

n Ik hoop ," zeide by, dat wy u niet gestoord heb-ben in de werkzatunheid waaraan wy u bezig vonden."—

O!" zeide Ada: f/ er is buiten my genoeg orn debeesten te melken. En , zoo gy ons gestoord hadt ,zoudt gy er het ergste aan toe zijn; want wy zoudendan geen melk genoeg hebben om u voor te zetten; —maar ik vergeet, dat gy, krijgslieden, op weer krachtigedranken gesteld zijt."

n Alles zal ons welkorn zijn, wat ons door zulk eenlieve hand wordt nangeboden." --

Ada antwoordde niet naar behooren op deze plicht-pleging, welke zy misschien niet eens duidelijk gehoordhad; want een tiental honden van alle soort en groottewas op de aannadering der krijgsknechten het erf ko-men afloopen en rnaakte met janken en blaffen uit alletoonen een muzijk , die alles verdoofde, en welke deknapen vruchteloos poogden te stillen; zoodat Ada welgenoodzaakt was den Hoofdman alleen te laten envooruit ze snellen , om met een opgeraapt boomtakjende verstoorde dieren door woorden en slagen tot beda-ren te brengen.

De rust was eindelijk eenigermate hersteld en de ge-heele bende beyond zich binnen den aarden wal envoor de woning van Brinio geschaard. Het was een vrijruirn , langwerpig vierkant gebouw , wel is waar vanslechts eene verdieping, maar toch getuigende van dewelvaart des eigenaars. De muren waren met een blin-kende loog beschilderd en het hooge dak op een kun-stige wijze met riet bedekt. Behalve de woning zelve,waren er nog onderscheidene kleinere gebouwen op heterf, bestemd tot huisvesting van bet gezin , tot schuren,stallen, bergplaatsen , en zoo voort overal heerschtezindelijkheid en alles scheen wel onderhouden.

Page 81: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

74 BRJNIO.

De paarden en de vraenIwagen, welke het voorwerpder eerste zorg uitmaakten, wercien in de winterstallingder koeien gebracht, terwijl de boereknapen met elk-ander in dienstvaardigheid wedyverden om gras enwateremmers aan te brengen. De beide Hopliedenbleven gedurende eenigen tijd een wakend oog opdie verpleging houden; waarna zy , ziende, dat allesgeregeld in zijn werk ging, poogden te vernemen naareen plants , wear zy aich behoorlijk konclen reinigenen verkleeden.

Ada was op dit oogenblik niet zichtbaar ; maar Ella,eene van hare nichten, een stevige gezonde zus, Wieropen gelaat altijd lachte, wenkte hen , hear te volgenen bracht hen in een der kleine nevengebouwen, het-welk uit 6,ene kainer bestond en op Adaas last voorhen beiden was gereed getnaakt.

Zeg eens, kindlief!" zeide Coponius, met een blik-van minachting de naakte, doch zindelijke wanden rond-ziende: zoudt gy ook kunnen zeggen , in welk ge-deelte van het erf rich de baden bevinden ?"

De baden!" herhaalde Ella , verbaasd: wanneerde Rijn voorby de laan loopt? — maar zoo gy water

wilt hebben, men zal het u brengen." — nit zeggende

lachte zy op nieuw en vertrok.Dat zottinnetjen!" zeide Coponius , n die my ter

reiniging naar de rivier wil zenden, waar men gewisniet anders uit zal komen als zwart van den moddergelijk een Ethiopier .... zoo men niet verzuipt."

if Voor dat laatste hebt vet niet te vreezen ," zeideAquilius : n want gy zoudt op uw vet blijven drijven."—

ll Spot maar," hernam Coponius, terwijl by zich doorSeleukus, die hem gevolgd was, zijn harnas liet ont-gespen : n het is loutere nijd, die uit u spreekt; en

Page 82: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 75

gy zoudt wel duizend sestertien geven , dat gy slechtshalf zoo veel vleesch hadt als ik."

Dat is mogelijk ," zeide Aquilius : maar ik zon erwel duizend bygeven oat de andere helft te missen."

Hier bracht men hun een paar groote emmers , meteen water gevuld, hetwelk Coponius beweerde , uit denaaste moddersloot te zijn geschept , hoewel zijn vriendhem verzekerde , dat het zoo helder was als men ver-langen kon. Wat hiervan wezen mocht , zy dienden erzich mede te vrede te stellen : en, zich van stof ge-zuiverd hebbende , trokken zy de versche kleederen aan,welke hun slaven aanbrachten , terwijl Aquilius , zichdaarenboven goed wenschende voor te doen , uit eenklein koffertjen , van ebbenhout met zilver en ivoor in-gelegd , eenig reukwerk en de noodige armbanden enringen voor den dag haalde en zich opschikte gelijkgelijk een welopgevoed jongeling doet, die er goed nit-ziet, die zijn opwachting by een Jong, mooi meisjen gaatmaken , en een gunstigen indruk wil te weeg brengen.Zoodra beiden gereed waren , verlieten zy hun verblijf, ,in de hoop van Ada in het hoofdgebouw aan te treffen.

Zy vonden zich echter in deze verwachting te leurgesteld; want toen zy het groote vierkante vertiekbinnentraden , hetwelk met het voorplein onmiddellijkgemeensehap had, vonden zy het geheel ledig , en wil-den zich verwijderen, toen de deur tegen over hen openging, en een persoon binnentrad , wier zonderlinge tooien houding hen met verbazing vervulde.

Het was een lange , dood magere vrouw , van hethoofd tot de voeten in 't wit gekleed, hetwelk haar indit vertrek , waar geen licht inviel dan door de deur ,een spookaehtige gedaante gaf. By een meer aandachtigebeschouwing zagen onze Hoplieden echter, dat zy een

Page 83: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

7 6 BRIN10.

krans op het hoofd droeg van verlepte grasbloemen ,en dat een dergelijke ruiker aan haar boezem was vast-gehecht. Zy scheen reeds de , vijftig jaren bereikt tehebben ; ofschoon het niet onmogelijk ware, dat ziekte,kommer, of andere redenen hare overigens niet onregel-matige trekken v(i(ir den tijd hadden doen vervallen.Zy zag een poos schuw in het rond, als of zy ergensvrees voor koesterde; en toen, de beide Hoplieden ont-dekkende, kwam zy snel op hen of en deed hun eenigevragen, welke onze vrienden niet wisten te behntwoor-den, aangezien die in de Germaansche taal waren vervat.

Eilieve!" zeide Coponius, terwijl zijn vriend deonbekende medelijdend aan bleef staren, in wier Wildeoogen hy de sporen van waanzin meende te ontdekken:v roil het u ook hetzelfde zijn, Latijn tegen oils tospreken?" —

ll Zijt gy Romeinen?" vroeg de onbekende, terstondaan des Hopmans verzoek voldoende , en terwijl zy henzoo vriendelijk toelachte als hoar van tanden slecht voor-ziene mond het toeliet.. n Zijt hartelijk van Rheimegegroet. Zie! ik zal u elk een bloom geven; — maardan zult gy my zeggen waar hy is, niet waar?" —en, den ruiker van haar borst losmakende, gaf zy eenmadeliefjen aan den een en een boterbloempjen aan denanderen.

Met genoegen!" antwoordde Aquilius, die, de armezinnelooze niet willende verstoren, het verlepte bloempjenkuste als of hy een heerlijk geschenk ontfangen had:n inaar wie bedoelt gy, goede vrouw 9"—

i/ Stil!" antwoordde deze, den vinger op den mondleggende: n dat weet gy wel. De Romeinen weten het;mar Brinio en de Kaninefaten weten het Diet... en ikook ben het vergeten ik heb hem zoolang gezocht

Page 84: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN1 o. 7 7

en kan hem toch niet terugvinden. — Maar gy zult hetmy zeggen, niet waar ?"

Het is zeker uw beminde, dien gy bedoelt," zeideCoponius: ri by Hercules! zoo gy zijn naam noemt, zul-len wy u misschien op het spoor kunnen helpen."

n Mijn beminde!" herhaalde Rheime, het hoofd schud-dende, en eenige oogenblikken nadenkende: n heb ikeen beminde? — ;fa," vervolgde zy, zich bezinnende:

Markman van den Blinkert was mijn beminde; maarhet is lang geleden, dat hy Rheime vergeten heeft endat Rheime niet meer aan hem denkt. Maar hy is hetniet, over Wien ik spreken wilde... gy weet het wel,ik heb het u immers gezegd doch gy wilt het ge-

heinr voor my houden .... Maar ," riep zy met luiderstein, terwijl hare oogen op eens van toorn fonkelden:rr gy zult het my zeg,gen, of ik zal my op u wreken. --Ik wa,ebt maar op het oogenblik , dat ik hem gevondenzal hebben; en dan zal ik den krijgszang aanheffen, ende jongelingen zullen hunne priemen nemen en opstaanen wy zullen alien uitroepen: dood aan de Romeinen!"—

Dan hoop ik, dat gy lang zult zoeken," zeideCoponius: rr by Jupiter! dat wijf is razend."

Arnie ongelukkige!" zeide Aquilius, het hoofd schud-dende , n zy verdient eerder onze deernis dan onze gram-schap : het is duidelijk, dat een diepe zielesmart aanhaar boezem knaagt. Maar met dat al wenschte ik wel,dat er zich iemand hiet vertoonde, die ons op eenbehoorlijke manier van haar gezelschap ontsloeg."

In hetzelfde oogenblik werd zijn wensch vervuld;want in een hoek van het vertrek werd een kelderdeuropgeslagen, en trad de bevallige Ada als uit den grondop, met een groote kruik in de hand, en gevolgd vaneen paar meisjens, die kannen en bekers droegen.

Page 85: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

78 BRINIO.

Rheime! lieve Rheime ! " zeide Ada, haar kan neder-zettende en naar de waanzinnige toesnellende: wat doetgy hier ? waarom zijt gy niet in uw bed gebleven? gyhadt het my immers beloofd." —

Rheime, wier g,ramschap weder bedaard en tot neer-slaehtigheid was overgegaan , antwoordde niets op dezeminzame toespraak ; maar sloeg de oogen neder en liethet hoofd op zijde hanger gelijk een ongehoorzaamkind, dat door zijn moeder op heeter daad betrapt Avordt.

Neen! ik wil niet ," zeide zy na eenige oogenblik-ken zwijgens : n er zijn Romeinen gekomen en ik wilmet hen spreken."

Dat kan nu niet ," hernam Ada, haar by de handnemende en de magere wangen streelende : maar zoogy zoet en stil voor de deur in de zon wilt zitten,zal ik u bloemen plukken en dan kunt gy kransjensvlechten." —

Rheime knikte met het hoofd. en hot zich toen good-willig door Ada naar buiten geleiden , in 't heengaanechter nog dikwijls de oogen naar de beide Hopliedenomwendende. Aquilius zag haar peinzend na en zochtto raden, op welke wijze Ada haar dus tot bedaren hadweten te brengen; want de woordenwisseling tussehen debeide vrouwen was in de landtaal gevoerd geworden.Hy werd editor spoedig in zijn overpeinzing gestoorddoor Coponius, die, zich weinig over de waanzinnigebekommerende en meer aan het gastwaal denkende, datby verwachtte, hem aan den arm trok.

Ik wilde wel eens weten ,"'zeide deze, a of men voor-nemens is, ons hier te laten honger lijden. Tot nogtoe zie ik niets, dat near een keuken gelijkt; misschien

Page 86: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 79

is men hier gewend , zich alleen met raanwe spijzen tevoeden." —

Geduld !" zeide Aquilius : rt hoe kunt gy nu al wederhonger hebben , na het schrikkelijke maal dat gy te noenhebt genomen?"

Gy praat er gemakkelijk over," zeide Coponius:denkt gy dat men een welgerond lijf als het mijne

met dezelfde hoeveelheid voeden kan als uw magerpersoontjen ?"

Hier trad Ada terug , en , zich beleefdelijk tot haregasten wendende : a Verschoont my ," zeide zy , rr indienik my tot nog zoo slecht van den plicht der gastvrij-heid gekweten heb en my genoodzaakt zag, u alleen telaten. Ik kwam u den welkomstdronk aanbieden; maarik moest mijn arme zuster eerst verzorgen, van wierongelukkigen toestand het my leed doet, dat gy, on-voorbereid , getuigen zijt geweest." -

,r Uwe zuster !" herhaalde Aquilius , ten uiterste ver-baasd : is het wel mogelijk? Ik dacht , dat zy voorhet minst uwe grootmoeder ware." —

Zy is slechts tien jaren ouder dan ik ," zeide Ada :en ik ben achttien ," voegde zy er blozend by: het,

is nog zoo lang niet geleden , dat men haar overaluitkreet als de schoonste onder de maagden der Kani-nefaten."

Bij Hercules !" zeide Coponius : a dat bewijst nietvoor den smaak der Kaninefaten."

„ En zy verdiende het ," vervolgde Ada : // maarhelaas ! een geheim verdriet, welks oorzaak den Alvaderalleen bekend is , heeft haar zinvermogens gekrenkt enhaar trekken voor den tijd verouderd. . doch genoeg vanhaar : — gunt my thands u een beker in te schenken.Dit " -- op een der kruiken wijzende , — a is wijn ,

Page 87: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

SO B It I N I O.

dien ons kooplieden uit Colonia hebben aangebracht :en deze kruik bevat ons eigen brouwsel." —

Ik heb altijd gehoord," zeide Aquilius, u dat men,om zich wel te bevinden , overal de voortbrengselenvan bet land by voorkeur gebruiken moet. Ik zal dus,zoo gy het my vergunt, van uw gerstedrank proeven." —

Wel moge by u smaken ," zeide Ada , een grootenbeker vullende , en dien , naar landsgebruik , even aanhare lippen brengende , waarna zy hem den Primipilusoverreikte.

Dat uw huis voorspoedig zij ," zeide Aquilius , en ,gedronken hebbende , bood by de kelk aan Coponius.

Welaan I" zeide deze : 11 laat ons tens proeven. —By Pollux! dat smaakt niet kwaad. — Dat u de Godenbeminnen , allerliefste maagd ! Doch wees zoo goed,en zeg my , wie is hier met de bezorging van de ken-ken belast ?"

11 Gy lucent wie het eten klaar maakt?" vroeg Ada:och I dat doen de meisjens zoo beurt aan beurt ; maar

ik heb er meestal het toezicht over." Dat u Venus gunstig zij ! o voorouderlijke zeden !

o echte deugd !". riep Coponius in verrukking uit : zie !zoo deden in vroegere dagen , eer Rome nog verbasterdwas, onze Corneliaas , onze Emiliaas , en al wat menedelst noemen kan ! Die schaamden zich niet , zelve todoen , hetgeen thands onze preutsche matronen aanellendige koks en kraauwels overlaten , zich vergenoe-gende met nu en dan granaatappelen en Africaanschevijgen te konfijten of witte olijven in to waken !"

n 0 zalige tijd I" riep Aquilius, zijn vriend spotach-tig aanziende , u toen Curius zich met een schotel knollenvergenoegde !"

Leef en bloei , voortreffelijke maagd !" vervolgde

Page 88: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINJO. 81

Coponius , zonder zich aan de boert van zijn vriend testoren ; n en molten u de Goden voortdurend den yveren de krachten schenken om u aan het heerlijke yak derkookkunst toe te wijden. En , zoo gy mijne hulp engeringe ervaring niet versmaadt , sta my dan toe , umijne diensten aan to bieden , en de gastvrijheid , diegy ons betoont , daardoor eenigzins te vergelden."

Dacht ik het niet?" zeide Aquilius , lachende: o daarstrekte al zijn vleien toe, om by de bereiding van denavonddisch tegenwoordig te zijn, en toe te zien , dathet maal geene schade lijde."

,, Ik neem uw aanbod aan , Centurio !" zeide Ada ,want ik vrees , dat onze pot u , die het beter gewend

zijt, wellicht niet behagen zoude : en ik beloof u , datik my een goede scholier zal betoonen."

Ziedaar de eerste keer ," zeide Aquilius, die zijnvriend reeds begon to benijden , o dat ik berouw gevoel,geen kok to zijn. Maar helaas ! al mijne kookkunstbestaat daarin , dat ik wat rapen met knoflook kan be-reiden."

„ Van hier! van bier ! gy ongewijde !" riep Coponius:en gy, schoone maagd ! wees verzekerd , dat het u

niet berouwen zal , mijne hulp te hebben aanvaard. —Maar , zeg my, zofi het niet welhaast tijd worden , datwy ons tot die belangrijke werkzaambeden begaven ?Het zal in de eerste plaats noodig zijn, dat gy mymededeelt , over welken voorraad ik beschikken niag."—

q Ik zal u alles toonen wat ik heb ," zeide Ada :o en gy, Primipilus ! zoo u of uw yolk nog iets ont-breken mocht , gy zult zoo goed zijn, het my conduitte zeggen."

„ Wat zoude ons by zulk een Hove gastvrouw oat-breken ," hernam Aquilius : 11 nochthands; ik zal eens

Page 89: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

82 BRINIO.

de ronde gaan doen en onderzoeken , of zich mijn man-schappen betamelijk gedragen."

Doe dat, beste vriend!" zeide Coponius: n en ter-wijl zal ik aan de edele maagd vragen, my de keukente wijzen; want tot nog toe kan ik my geen denkbeeldvormen , waar die steekt."

a Het is daar, , dat wy stoken ," zeide Ada, hemeen klein houten huisjen aantoonende, dat zich vlakover den ingang beyond.

Wat! in dat hokjen? — By Hercules! de plaats isniet te ruim ; maar wy zullen zien , wat wy er vanmaken : en nu, uw voorraad!"

wensch u veel voorspoed by uwe werkzaamhe-den ," zeide Aquilius, en hy verwijderde zich, slechtshalf te vrede over de soort van verstandhouding , welketusschen zijn krijgsmakker en Ada had begonnen plaatste grijpen. n Is het niet ," zeide hy by zich–zelven ,terwijl hy zich de werf over mar de stalling be-gat% a is het niet om zich dood te ergeren , wanneermen bedenkt, dat zulk een onhebbelijke dikzak , dieover niets weet te praten dan over eten en drinken ,zich aangenaam maakt by een jonge schoone, terwijlik, die in de uitgelezenste kringen van Romes juffer-schap altijd een welkome gast was, er hysta zonder datmen schier acht op my slant? By Jupiter ! die maagdmoge schoon als Venus zijn; ik twijfel, of Naar ver-stand wel verder reikt dan den omtrek van den dage-lijkschen cirkel , binnen welken zich een boeremaagdbeweegt."

Aquilius had zich deze redeneering kunnen besparen,wanneer hy slechts nagedacht had, dat een voorkeurvan dien aart, als Ada aan Coponius betoonde, weinigvleiends voor het begunstigde voorwerp behelst en dat

Page 90: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N o. 83

een vrouw zelden op den man verlieft, then zy totNaar kok heeft aangesteld.

Hy was nu de stalling ingegaa.n, en , na zich nog-maals verzekerd te hebben, dat het den paarden aanniets ontbrak, begaf hy zich naar de groote schuur,waar by zijn manschappen gedeeltelijk binnen, gedeel-telijk voor de deur in versehillende groepen by elkandervond. Sommigen waren bezig met het schoonmakenhunger wapenen : anderen zaten te praten of lieten Lus-

tig de kroes rondgaan: eenigen wierpen den teerling uit:anderen weder hadden van Brinioos huisgenooten eenkaatsbal weten te bekomen en vergaten hun vermocid-heid by dit, door de Romeinen zoo geliefkoosde spel.

't Is goed," dacht Aquilius, dat Tarpa lien nietziet: hy zoude dadelijk Horatius aanhalen en betuigenhoe schadelijk het is, auchteren met de bal te spelen (1)."

Zich naar can anderen kant begevende, zag hy nogeen zestal zijner ruiters, die zich met de verwanten endienaars van Brinio hadden vereenigd en zich gezamen-lijk oefenden in het werpen van korte schichten naarde tegen een grooten notenboom gespijkerde schijf. Zijnspeerdragers munteden uit in dit spel; maar de Kanine-faten gaven hun in behendigheid weinig toe.

Te vrede over de goede verstandhnuding welke onderhet yolk van Brinio en zijne krijgslieden lieerschte,wilde Aquilius zich weder verwijderen , toen er ietsvoorviel, hetwelk zonder zijne tegenwoordigheid aan-leiding had kunnen geven tot een noodlottigen twist.Rufus, de in het eerste hoofdstuk reeds genoemde krijgs-knecht , genoeg naar zijn zin op de schijf hebbende

(1) — pita lippis inimicum et ludere crudis.Iter l3rundusinum.

8

Page 91: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

84 BRINIO.

gemikt, of een bewijs zijner bekwaamheid willende ge-ven , nam een der Kaninefaten by den arm (want heteenige onderhoud dat zy hadden geschiedde door tee-kens,) wees hem op een ooievaarsnest, dat zich op eenhoogen steak midden in de boomgaard verhief, en, zijnspeer opwerpende eer iemand het verhinderen kon, dreefby die met zooveel behendigheid naar boven, dat zyin de plank wear het nest op rustte bleef zitten en devogel verschrikt opvloog. De Kaninefaat echter, vervevan deze proeve van bekwaamheid toe te juichen, be-loonde die met een zoo krachtigen vuistslag, dat Rufusduizelend op den grond viel.

Terstond sprongen de Romeinen toe om hun inakkerte wreken, ter wijl van hunne zijde de Kaninefaten drei-gend de schichten ophieven.

Houdt af!" riep Aquilius , tusschen heide sprin-gende : e wat beduidt deze twist?" — en, tot zijngeluk den Batavier Daginus ontdekkende , die altijdeven stil en afgetrokken tegen een boomstaui stond teleunen, riep by dezen by zich en verzocht hem, denKaninefaat te vragen , wat hem aangespoord had, Rufuszoo onverwacht te begroeten.

,, Rufus had den dood verdiend," zeide Daginus deooievaars zijn gewijde vogels, en beschermers van hethuisselijk geluk. Wie hen beleedigt moet sterven." —

Inderdaad!" zeide Aquilius : dan verklaar ik myde gramschap van dien jongeling. — Maar tracht gyhem te beduiden, dat Rufus uit onwetendheid gezondigdheeft en dat zy vrede maken."

Daginus knikte toestemmende en begaf zich near denman , die Rufus ter aarde had gesmeten. Deze luisterdeaandachtig naar de woorden des Priesters, boog toengewillig het hoofd en stak ten teeken van verzoening

Page 92: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BILINI O. 85

de hand uit aan Rufus , die , hoewel nog eenigzins wre-velig over zijn val, echter niet weigeren dorst de zijnete geven , vooral toen hy den bestraffenden blik bespeur-de, welken zijn Hoofdman op hem gevestigd hield.

it Die slag kwam goed neder ," zeide Aquilius tegenden Batavier : 11 en de man die hem gegeven heeft zoireen knap soldaat worden."

Ongetwijfeld," antwoordde Daginus: nmaar Brinio2a1 hem niet laten trekken."

n Hoe dat?" vroeg de Primipilus, verwonderd : n hy2a1 toch niet weigeren, manschappen te leveren , waartoehy , even als alle opperhoofden , volgens het verbond0.ehouden is." —

Brinio is een machtig heer," zeide Daginus: n zijnvader was een koning over de Kaninefaten : en hy heeftweer gezach dan zijn vader."

K.oning herhaalde Aquilius lachende: n dit yolkerkent immers geen koninklijk gezach. Gy zoudt mywel willen wijsmaken, dat gindsche woning met haar.stroodak een vorstelijk paleis , en die hooischuur eencoliseum ware."

„ Dat weet ik niet," hernam de Priester: n maar zekeris het, dat het gezach van Brinio hier minder betwist-baar is, dan dat van Otho, Vitellius, Vespazianus ofwelke andere Cezar thands te Rome geeerd wordt." —

't Is mogelijk ! — en dit zoo zijnde, zal het zaakwezen, dien machtigen Brinio niet misnoegd te maken.U, die de taal der Romeinen zoo wel als die der Ka-ninefaten verstaat , draag ik op, te zorgen , dat er geennieuwe twist voorvalle , en stel u verantwoordelijk vooral wat er gebeuren mocht."

Ik neem die verantwoording op my," zeide dePriester, op zulk een zonderlingen toon , dat Aquilius

8*

Page 93: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

86 BRINIO.

hem een oogenblik verwonderd aanstaarde, als wilde byeen dieper ineeninp.; in die eenvoudige woorden zoeken.Maar, dewijl het moeilijk is, iemands geheime gedachtente lezen op zijn gelaat, wanneer dat gelaat onder eendichten kap verholen blijft, gaf de Hoofdman bet op enkeerde Haar den kant der•woning terug, voorafgegaan dooreenigen onder de landlieden, die door Ella, welke schierademloos was komen aangeloopen, by Ada geroepen waren.

Aquilius kon niet nalaten to glimlachen, toen by hetzomerhuisjen was genaderd en de drokte zag, welke, tengevolge van Coponius' beschikkingen, aldaar en in denomtrek plaats had. Hier waren het meisjens, heen enweder loopende met blokjens hout voor den hard ,korfjens en eieren, melkvaten of andere benoodigbeden:daar zaten er andere hoenders of duiven te plukken ,groenten schoon te maken of met handmolens het graantot meel te malen. Ada liep nu her– dan derwaart ,hare bevelen uitdeelende en zoo purperkleurig in 't ge-laat als een klein juffertjen, dat keukentje speelt.

Doch niemand was, op dit oogenblik, der beschou-wing beter waardig dan Coponius. Hy had zijn mantelafgelegd en een schootkleed voorgedaan, en stond nuin het zomerhuisjen by het aangestookte vuur , in deeene hand cone lepel houdende, waarmede by sans ineen pannetjen roerde, terwijl zijn andere hand, eenschuimspaan omklemmende , zich heen en weder bewoog,weuken en aapduidingen gevende aan al wie hem om-ringde. Seleukus stond achter hem, en toonde zich,door zijn yver en bekwaamheid by het gewichtige werkdat hem was opgedragen, wel waardig om de by dentocht schier verloren gunst van zijnen beer te herwin-nen; terwijI Ada, zoo yank zy zich weder tot haarleermeester wendde, met al de aandacht eerier .leerzarne

Page 94: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 87

scholier bleef luisteren naar de lessen, die by zich ver-waardigde haar te geven.

Ha by Jupiter!" riep Coponius, zoodra hy zijnvriend gewaar werd : n gy zult heden een maaltijd zien ,zoo als gy er in lang geen gesmaakt hebt. Wanneerhet noodige aanwezig is en men trouwen bystand engoedwilligheid heeft , gelijk hier, , kan het niet falen,of alles moet naar wensch gaan. Eilieve! " zich totAda wendende en het oog op een paar vogels werpen-de , die hem een dienstmaagd geplukt overreikte : I/ hoenoemt gy deze gedierten ?" —

II Pat zijn patrijzen ," antwoordde Ada.Patrijzen ! 't is mogelijk ; maar deze soort volt klein

genoeg. — Zy zullen er inisschien niet te minder omzijn. Hadden wy nu den tijd slechts , wy zouden dielieve diertjens van hunne beenderen en ingewanden ont-doen en volstoppen met look, eieren en welriekendekruiden ; — nu zullen wy ze naar braden en goed metolie bedruipen maar zeg my — van olie gesproken...waar is die?"

Ada en hare gezellinnen zagen hem eenigzins verwon-derd aan. Eindelijk echter liep Ella heen en kwam meteen kruik vol terug. Naauwlijks had hy het daarinvervatte vocht geproefd of hy sprong achteruit , eenvies gezicht zettende.

n By Pollux !" riep hy : n dat is afschuwelijk! verkooptgy my dat smeerige goed voor olie ?"

Ik kan u verzekeren ," zeide Ada, rr dat wy er geenbetere hebben. Ik wilde er straks koeken van latenBakken; maar ik begreep al niet, wat gy er thandsmede wildet uitvoeren."

q Ba! dat goed stinkt naar verrotte visch. Waar haaltgy die olie van daan ? " —

Page 95: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

8 8 BRINIO.

If Van de walvisschen," antwoordde Ada, en anderevisschen oin de Noord."

Dan geloof ik het wel, by Hercules! rnaar ik sprakvan olijven–olie, 't geen een geheel andere kost is; —misschien hebt gy nooit olij ven gezien?"

Ja wel!" antwoordde Ada : f/ de Overste Massa , dieop Matilo woont, heeft er my eens een pot vol vanvereerd."

En hoe smaakten it die, als ik vragen mag?" —Ik heb ze niet geproefd; mijn broeder Brinio heeft

hem de pot teruggestuurd ," zeide Ada , blozende.Daar heeft uw broeder Brinio verkeerd aan gehan-

deld," zeide Coponius : olijven zijn een heerlijk eten."—Aquilius zeide niets; maar by dacht by zieh–zelf, , dat

broeder Brinio zeer wel gehandeld had./f A h a ! hier zijn de hoenders!" vervolgde Coponius:

if by Pollux! die twee hanen daar zijn vrij end; maargeen zorg, wy zullen er een heerlijke soep van koken:en de overigen zullen wy met eieren en versche salaattoebereiden, na er alvorens behendiglijk de magen tohebben uitgenomen, die wy, met de kammen, tot eenkeurige pastei kunnen bereiden. 't Is dood jammer, datgy geen gliy es hebt." —

Wat zijn dat?" vroeg Ada.Een soort van hazelmuizen," antwoordde Coponius.Muizen!" riepen Ada en Ella uit: ." by Hertha!

wie heeft ooit gehoord, dat men muizen at?"Met honig en papaver toebereid een heerlijk

eten maar hoe zullen wy nu dit verkentjen klaarmaken? zeg my eens, waar het lieve diertjen medegemest is?"

„ Wel met den afval. — Wat wilt gy anders aan deverkens geven?" —

Page 96: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BltINT o. 89

Verkeerd gehandeld ! Wie lekkere verkens eten wil,moet hun niet anders dan vijgen toedienen en er voortsalleen den lever van eten."

ii Foei!" zeide Ada , de handen in een slaande : wiezoo brooddronken is, is waard, dat hem de Goden metarmoede en gebrek straffen." —

Ik ben volkomen van ow gevoelen , edele maagd !"zeide Aquilius : rr en gy zoudt u slechte gedachten vanons Romeinen maken , indien 'gy waandet, dat wy allenzulke lekkerbekken zijn als onze vriend Tarpaschertsende voorstelt." —

Dat weet ik wel beter," zeide Ada: daar isMassa, op Matilo, die geeft zoo weinig om fijne spijzen ,dat men, naar ik hoor, , aan zijne tafel honger en gebreklijdt."

Wat zegt gy ?" vroeg Coponius, die op het vooruit-zicht reeds verbleekte: en wy zullen misschien gedwon-gen zijn, een maand by hem te huisvesten." —

Geen nood!" zeide gy kunt zoo fangteeren op uw vet."

Gy zult er gewis zoo dik en vet niet van daankomen als gy er been gaat, Centurio !" zeide Ada,lachende.

if 0 ik ongelukkige !" riep Coponius uit, terwij1 hyin zijn ontroering byna den geheelen inhoud van hetpepervaatjen in een voor hem staande sauskom ledigde:II was ik tot zulk een ongeluk gespaard? Driewerf weeover den Veldheer Hordeonius, die my, toen ik naauwvan de ontbeeringen bekwam, op Mona geleden, totzulk een tocht uitkipte! Maar ik zweer dien Massa,hy zal my goede schotels hebben voor te zetten, of ikzal hem leeren, dat men Diet vergeefs een Romeinschenburger doodhongert." —

Page 97: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

90 BRINIO.

y Korn ! kom ! " zeide Aquilius , lachende : u troost uen wees by de zaak , of wy zullen ons aan uwe sanste bersten hoesten. Geniet het tegenwoordige oogenbliken denk met Horatius :

Wie, blij te moe, 't bestaande heil geniet,

Dringt in de verre toekomst niet,

En 't bitt're, dat hy soms ontmoet,

Wordt door een stillen lach vergoed!" —

Dat is ware le venswijsheid ," zeide Ada; ,, hoenoemdet gy den man, die dit zeide ?"

Horatius Flaccus." —En leeft hy nog ?"Neen ! hy heeft onder Cezar Augustus onsterfelijke

gedichten gesehreven." u 0 ! hy was dan hetgeen de Germanen een Bard

noemen. En trok hy ook met de legers op, mu dehelden ten strijd aan te inoedigen ?"

Vooral niet," zeide Coponius : hy zat liever tehuis en bezong zijn meisjens en den goeden Falernum."

ll Hoe !" zeide Ada , niet zonder verontwaardiging :if is het aan zulke onderwerpen, dat een zanger de hemgeschonken gaven mag besteeden ?"

n Beoordeel den goeden Horatius niet te gestreng ,"zeide Aquilius : hy leefde in een tijd van vrede ; maarzijn Tier heeft ook de helden van oud Rome vereeuwigd.En wie kon het hem misduiden , dat hy in lieflijkvloeiende vaerzen de zaligheid der liefde , het geluk derstille rust en de genoegens van het landleven bezong?Gy toch niet, bekoorlijke Ada ! die hier zoo geheelvolgens het ideaal , dat hy geschetst heeft, die een-voudige geneuchten moogt smaken."

u Ik beken ," zeide Ada, voor zich ziende , n dat ikuwe terechtwijzing verdiend heb , en dat ik in mijne

Page 98: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 91

onuoozelheid een waarschijnlijk onbillijk oordeel geveldheb over zaken die ik niet ken. Maar helaas ! die stillerust, waar gy van spreekt, wordt hier ook zoo ruim nietgenoten als gy a wel voorstelt." -- Hier schudde zybedenkelijk het hoofd.

a Hoe !" zeide Aquilius : n ik stelde my voor datde bewoners dozer streek , althands de machtige Brinio,door niets verhinderd werden om hunne dagen in zorge-looze rust to slijten."

n Dat moest ook het geval zijn ," zeide zy, naderbijtredende en slechts half laid sprekende , a ware hetniet.... maar ik handel misschien onvoorzichtig met udaarover te spreken ; en ik weet niet of mijn broederhet zoil goedkeuren , dat ...."

n Zeg vrij wat u op het hart ligt ," zeide Aquilius ,wiens nieuwsgierigheid te sterker geprikkeld werd doorde schroomvalligheid van Ada : ik zweer u by deonsterfelijke goden , dat Aquilius Thuscus nimmer mis-bruik maakt van het in hem gestelde vertrou wen!'

Gy moot dan weten," zeide Ada, een weinig moedsvattende en zich langzamerhand met den Primipilus vanhet zomerhuisjen verwijderende , n dat ivy Kaninefatenaltijd vrolijk en onbekommerd geleefd hebben, zoolangLenas , en de overige bevelhebbers na hem , hier telande de belangen der Cezars behartigd hebben. Ookin den aanvang hebben wy over Massa niet te klagengehad : ik herinner my zelfs , dat hy, toen .ik jongerwas, hier dikwijls k wain , en altijd door Brinio endoor Itheime , (die toen zoo ongelukkig niet was alstegenwoordig) good werd ontfangen. Maar die tijdenzijn voorby : en , het zij dat het den Overste aan denoodige veerkracht ontbreekt om zijn krijgsknechten inbedwang te houden , het zij dat men een ongunstiger

9

Page 99: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

92 B I N I O.

oordeel over hem vellen moet, zeker is het , dat overalontevredenheid heerscht: geen dag gaat er om, of erwordt geklaagd over het rooven en stroopen, dat doorde soldaten, die aan den Brittenburg, liggen , gepleegdwordt , zonder dat er ooit recht te verkrijgen is."

Dat is verkeerd!" zeide Aquilius: u daarin moetvoorzien worden."

Gy gaat naar den Overste toe, Primipilus!" zeideAda , met een vleienden blik : gy schijnt ons Kanine-faten niet ongunstig: — misschien zoudt gy hem totbetere gedachten kunnen brengen." —

Aquilius schudde het hoofd: Massa is hooger inrang dan ik ," zeide hy : hy zal dus weinig om mijnevermaningen geven, indien hy er al naar verkiest teluisteren. Maar waarom zenden uwe landgenooten ofuw broeder geene klachten in by Civilis? Hy is, alsBatavier en Legerhoofd over al de hulpbenden van denNederrijn, uw natuurlijke beschermer. Massa is hemondergeschikt : en zoo Civilis te voren grooten invloedhad, de laatste gebeurtenissen hebben dien nog vermeer-derd. De Veldheer Hordeonius Flaccus ziet slechts doorzijne oogen: en zoo gy te klagen hebt, nimmer kuntgy een betere voorspraak hebben dan hem."

Men heeft zich menigmaal tot hem gewend," zeideAda : doch het heeft niet mogen baten : 't zij dat hyzich de zaak zijner landgenooten niet aangetrokkenhebbe, 't zij dat zijn invloed niet zoo groot zij alsvelen denken." —

Aquilius bleef eenige oogenblikken peinzende: en ,"hernam hy, a zijn die rooverijen, waar gy over klaagdet,van dien aart, dat zy uwe rust verstoren? Zy zullentoch een machtig stamhoofd als Brinio niet durven be-

leedigen ?" —

Page 100: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN1 O. 93

Brinio zoude het ook niet dulden ," zeide Ada; —,, en ziedaar juist wat my angstig maakt."

Hoe !" zeide de Itomein: rr gy zoudt werkelijk vreezen,dat de vrede dezer landstreek verstoord zoude kunnenworden?"

Ada antwoordde niet : zy was zelve te wel bewust,dat de gemoederen der Kaninefaten niet vriendelijk ge-zind waren jegens hunne onderdrukkers, en hespeurende,hoe spoedig Aquilius tot de juiste gevolgtrekking harerrede kwam , vreesde zy te veel gezegd te hebben. Ge-lukkig redde haar Coponius nit de verlegenheid.

fl Brengt schotels aan!" riep hy , n het eten is wel-dra gaar. En laat men met alien spoed welriekendekruiden tot toespijs plukken en bloemen om den dischte vercieren. Nu zult gy oordeelen, of Tarpa de kook-kunst verstaat. Wat doet gy, Thuscus! gy houdt mijnescholier op en ontneemt haar de gelegenheid, zich mijnelessen ten nutte te maken."

Ik zal u bloemen bezorgen ," zeide Ada , en sneldemet-een den tuin in, gretig dit voorwendsel aangrijpendeom een gesprek of to breken , hetwelk zy gevaarlijkachtte te vervolgen.

Maar Aquilius had geene voornemens om haar opnieuw lastig te vallen betreffende een onderwerp, 't welkhy zag, dat haar minder welkom was geworden : endaar hy reeds genoeg had opgemaakt uit het weinige,dat zy gezegd had, vergenoegde by zich met haar tovolgen en een gesprek met haar te beginnen over debloemsoorten , die de tuin opleverde.

Het verwondert my, dat gy geene rozen hebt," zeidehy, rondziende: wit de schoonste bloem hier niet groeien,of acht gy hare waarde niet?"

Spreek er niet van ," antwoordde Ada, terwijl zy9*

Page 101: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

94 B I NJ O.

haar ruiker gaarde : a wy hebben zoo dikwijls beproefdhier rozen te planten ; maar de Al v e n will en het nietgedoogen."

a De Al v en !" herhaalde Aquilius : If wie zijn dat?Spreek zacht !" zeide Ada, met schroomvallige ernst:

zy dulden niet, dat men lichtvaardig ever haar spreke.Gy weet toch wel," vervolgde zy op een geheimzinnigentoon, dat de Al v en 's nachts het gebied voeren overde planten en struiken, gelijk de Kabouters over desteenen en metalen en de Ni xen over de stroomen."—

De Grieken hadden hunne Dryaden en Nere'iden,"zeide Aquilius lachende vermoedelijk zijn uwe wezensvan hetzelfde ras."

Wel vijftigmalen hebben wy een rozeboom in denthin geplant ; doch altijd vonden wy 's morgens daarnaden grond opgegraven en de struik oingeworpen."

r, En zijn het de Alven , die zich aan zoodanige bal-dadigheid schuldig maakten ?" —

Stil toch! zoo zy u hoorden : Brinio heeft laten waken:en meer dan eens is het gebeurd, dat men 's nachts een wittevrouw, juist gekleed gelijk de Alven gekleed gaan , hadgezien , die den boomstruik uit den grond haalde. Sedertheeft Brinio verboden, dat men er meer zoude planten."—

Welnu!" zeide Aquilius : a daar is er dan toch een,dien dat van alien goeden smaak ontbloote gespuis heeftlaten staan ," en met–een wees by op een duinroos, die,trisschen ander bloemhout inwassende , niet dadelijk deoplettendheid wekken kon.

a 't Is waar ook !" zeide Ada: a wellicht hebben zyhun gramschap tegen die onschnldige planten latenvaren," — en reeds stak zy de hand uit on' eene derbloemen te plukken , toen zy Rheime gewaar werd, die,steelswijze genaderd, haar met aandacht gadesloeg.

Page 102: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13 It I N O. 95

r, Foci Rheime! " zeide zy : ii waarom zijt gy niet aande deur blijven zitten? Ik had u immers bloemengeven oin to vlechten."

Mijn kransjen is of ," zeide Rheime , met een zege-pralenden blik op een verschen bloemkrans wijzende,waarrnede zy haar grijze hairen getooid had: 1, en dezon is schuil gegaan." -

n Zy heeft gelijk ook," zeide Ada, lachencle : en betis tijd, dat wy ons naar huis spoeden."

Met deze woorden, Rheime by den arm nemende ,haastte zy rich naar bids , waar zy de knapen bezigvonden , de tafel gereed te maken, terwijl Coponius ,zweetende en blazende, heen en weder liep.

rr Het is tijd!" riep hy : n de plegtige stond sueltaan : en wy moeten then niet vertragen ; want de eersteles by alle gastmalen is deze, dat men aan de spijsgeen tijd moet later om te bekoelen : waarom ook mijnvriend Lucius Orellius altijd gewoon was , rich vanhandschoenen te bedienen , om de heetste spijzen onbe-schadigd to kunnen aangrijpen. — Maar by de onsterfe-lijke Goden ! wat zie ik daar ? hoeveel plaats denktmen , dat wy beslaan zullen ?"

En hy wees op de Lange houten tafels , welke deknapen in den vorm eerier T hadden aangerecht.

I/ Ik vrees eer, , dat wy plaats te kort zullen korner',"zeide Ada: gy en uwe krijgsknechten , en wy metonze huisgenooten, maken een vrij aanzienlijk petaluit."

Hoe ?" riep de Hopman , wien het niet in de go-dachte gekomen was , dat alien te samen zouden spij-zigen : n zouden wy met onze manschappen en uwdienstvolk aan eenen disch liggen ?" —

n En wat a riders ?" vroeg Ada, op hare beurt verbaasd.

Page 103: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

96 BAIN-10.

's Lands wijs moat men volgen ," zeide Aquilius ,laehende : en geloof mij , Tarpa! het eten zal er u niette minder om smaken , al is het getal der gasten watgrooter."

a Maar by Pollux !" zeide Coponius : // boven detwaalf aanteliggen is een kwaad voorteeken en kan erin boven– noch onderwaereld doorgaan."

Spreek maar niet van aanl iggen ," hernam Aquilius :a daar het my toeschijnt , dat hier geene tafelbeddenzijn, zult gy verlof hebben aan te zit ten, en danvervalt uw geheele voorteeken."

G-eene bedden aanwezig herhaalde Coponius zuch-

tende : a wel dat zal nooit gaan ; maar bovendienheb ik voor zooveel gasten geen eten gereed gemaakt." --

a Maar ik wel !" zeide Ada : a ik heb gezorgd , dater meal– en oliekoeken zouden wezen in overvloed — enniemand zal behoeven honger te lijden , dat beloofik u."

a Olie . oliekoeken . is dat van die traan ?maar gy zult my veroorloven , daar ik op Bien vloedvan gasten niet gerekend had, mijne inaatregelen naarbehooren te nemen. a Hoor Bens SeleukliS " - vervolgdeby zachtjens tot zijn slaaf ik kan niet overal tegelijk zijn ; — maar, terwijl ik eet , draag ik u hetbestier der schotels op. Gy zorgt , dat de fijne spijzenalleen aan het boveneinde van den disch komen.... of,weet gy wat , breng ze allen maar aan my , ik zal zewel voordienen. Die Thusens is zoo onhandig : en dielieden van hier zouden er nog minder besef van heb-ben. -- Laat zien ! wat ontbreekt er nog ? — Muzijkaehter tafel. — Nu ! wy hebben onze hoornblazers."

Droomt gy , Tarpa ?" vroeg Aquilius, die deze laat-ste woorden gehoord had : a of denkt gy , dat die

Page 104: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

It It I N o. 9 7

goede mensehen niet even hongerig zijn als gy, en gaarnein de plaats van een stuk brood hunne speeltuigen aanden rnond zullen zetten

n Gy verstaat er u niet op," zeide Coponius: n weetik niet, hoe het met de muzijkanten altijd gaat? Geloofmy , zy zouden zich hoogst beleedigd achten , indienhun Gene gelegenheid onthieillen van zich to doen hooren.En zy zullen er geen brok by verliezen. Dat yolkdrinkt spelende en speelt etende en houdt niet dangedwongen met een van beide op. En verder, zoo ernu de eene of andere onder die Kaninefaatsche maagdenware, die begrip had van de edele zangkunst , danzouden wy volkomen gored zijn."

Hy had naauwlijks uitgesproken, toen zich naast hemeen dof en zuizend gegons als dat van een bijenz wenndeed hooren. Hy wendde het hoofd en zag Rheime ,die, aan het boveneind- der tafel geplaatst, eerst meteen Joffe en onduidelijke stem, vervolgens luider , eenlied in de Germaansehe taat opdreunde.

e By Hercules!" zeide Aquilius: n de Goden beminnenti , Tarpa ! naauwlijks vormt gy een wensch, of hy wordtdadelijk vervuld."

1k sterf !" riep Coponius : it kan er eenig voorteekennoodlottiger zijn , wanneer men aan den disch gaat ,dan het gekras van een uil in de eetzaal? En weetgy iets , dat nicer van uilgekras heeft dan de zang vandie tooverkol daar?"

De goede Centurio was echter een weinig hard inziju oordeel yelling; want hoewel eentoonig en treurig,was de melody echter niet onbevallig, en de voordracht,schoon soms wat bevend en afgebroken, toonde, dat dezangster vroeger de kunst had verstaan. Met meer rechttoil hy zich hebben mogen ergeren, indien hy den zin

Page 105: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

98 BRINTO.

der woorden had verstaan. Het was een oude deun ,waarvan de ineeste uitdrukkingen reeds in onbruik warengeraakt. De beteekenis was nagenoeg deze :

Waar blijft, waar blijft gy, WerdomarKeer Werdomar! ai keer!

De vreemd'ling nam uw wooing inEn draagt er zich als Heer ;

En onbezorgd en onbedachtDoolt gy door 't wood by duistre naeht.Waar blijft, wear blijft gy, Werdomar?

Keer Werdomar! ai keer!

De vreemd'ling met zijn bruin gelaat,By kwam van over 't meir:

En ongebeen, met krijgsgedruischNam by zijn intrek in uw huis.Waar blijft, wear blijft gy, enz.

De vreemd'ling met zijn koopren helmEn ellenlange Speer:

Hy heeft, dear niemand hem verlet,Zich aan uw tafel neergezet.Waar blijft, waar blijft gy,

De vreemd'ling met zijn glanzend schildEn bliukend zijdgeweer:

Hy heeft uw vetten as gekeeldEn met zijn makkers 't vleesch gedeeld.Waar blijft, waar blijft gy, enz.

De vreemd'ling met zijn vosselistEn 't uitzicht van een beer:

Hy sloeg den bodem in van 't vatEn drinkt aan 't gerstebier zich zat.Waar blijft, wear blijft gy, enz.

De vreemd'ling met zijn geilen aart,Die vroomheid kent noel" eer :

Hy schendt, zoo Freia 't niet verhoedt ,Uw echtkoets in zijn overmoed.Waar blijft, waar blijft gy, Werdomar?

Keer Werdomar! ai keer!

Page 106: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0, 99

Vergeefs trachtte de goede Ada, bedncht, dat altemetdeze of gene nit de bende van Aquilius de beteekenisvan het gezongene verstaan mocht en er een zinspelingin vinden op 'hone handelwijze, aan hare zuster tebeduiden, dat het nu geen zingenstijd was; Rheimebleef doorneurien, ale een opgewonden muzijkkast, (liemet spelen doorgaat tot dat het uurwerk is afgeloopenen die men niet kan doers zwijgen zonder ze te broken.

De gasten hadden inmiddels plaats genomen : en welAquilius, Ada, en de voornaamste huisgenooten vanBrinio aan de hoogere tafel terwijl zich de inmiddelsbinnengekomen ruiters en speerdragers met en onder deoverige landlieden, zoo goed en gemakkelijk als deruimte het toeliet, aan den lageren disch neervlijden.Coponius, die tot het laatste toe rond had gezien of erook nog sets ontbrak, en er zich vruchteloos over ge-ergerd, dat men in de plaats van schitterende lampenof waslichten, de kamer verlicht had met smeerpotten ,die een vrij onaangenamen walm verspreidden, nameindetijk naast Aquilins plaats, joist op het oogenblik ,dat de arme waanzinnige haar lied eindigde met deslotwoorden van het laatste koeplet:

Keer Werdomar ! ai keer!

En, even als of hoar zang werkelijk het vermogenbezat, afwezenden op te roepen, te gelijker tijd traddoor de buitendeur een breedgesehouderde, athletischgebouwde jongeling binnen, met een wolvevel om deforsche ledematen geslagen, den boog op schouder enden gordel met bijien en priemen voorzien. Een aantalhonden , groote en kleine, omringden hem en scheen reedsde lucht van het gebraad op to snuiven. Hy wierp eenvluchtigen blik de kamer rood, ling, zonder een woord

Page 107: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

100 BRINIO.

te spreken, zijn wapenen af, , en trad naar het boven-einde der tafel. Het was Brinio.

IV.

Het gelaat van Ada had een uitdrukking van vro-lijke verrassing aangenomen op het terugzien van barenbroeder , Wien zy dien avond niet te huis verwachtte;maar zy verbleekte, zoodra zy het gefronste voorhoofd,de samengetrokken wenkbraauwen en het duistere oogvan Brinio gewaar werd : en de hand, welke zy hemter verwelkoming had toegestoken, begon zichtbaar tesidderen.

Wat de gasten betreft, zoo hadden de krijgsknechten ,voor zooverre zy door hunne buren gewaarsehuwd wer-den, dat het de eigenaar der landhoeve was, die binnen-trad, dezen met een zijdelingschen blik aangekeken endaarby gedacht: a dat zo g een goede speerdrager zijn."Aquilius was gelijktijdig met Ada opgerezen om zijngastheer to groeten : en Rheime knikte onnoozel lachendemet het hoofd, zich de handen wrijvende als uit blijd-schap over haars broeders terugkomst. Coponius alleenhad niets gemerkt van den man , die de algemeene aan-dacht trok. Hy was juist bezig, eenige schoteltjens ,waarop de zoogenaamde voorspijs zich beyond, en dieniet naar zijn zin geplaatst waren , te verschikken, enproefde tegelijk een broodkorst, waarover een ei gespreidlag, met zout en peper toebereid.

Wie zijn die vreemdelingen?" vroeg Brinio, toen byzich naby het boveneinde der tafel be yond, in de land-taal aan Ada zonder de hem aangeboden hand te vatten.

Page 108: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

101

Coponius schrikte zoodanig over de onverwachte steindie in zijne omen klonk, dat hy zich verslikte en bynadoor de broodkorst verstikt ware, waarvan by niet ver-lost werd dan na een gestadig hoesten en proesten ,zoo dat hem de oogen overliepen.

rr Brinio!" antwoordde Ada, in 't Latijn: udeze \Teem-delingen zijn uwe gasten , aan wie ik in uw naam her-bergzaamheid verleend heb."

Het gelaat van den Kaninefaat werd nog duisterderdau het geweest was; maar die sombere wolk dreefvoorby ; en , welke ook zijn geheime gedachten waren ,heilig boven alles was by hem, gelijk by zijn landge-nooten in 't gemeen, de plicht der gastvrijheid. Zijnblik klaarde op en by antwoordde in de taal , doorAda gebezigd:

Dat de Goden hen beminnen, die de nederige wo-wing van Brinio met hunne tegenwoordigheid vercierden tot hun verblijf gekozen hebben: en vervloekt zijal wie hun schade toebrengt, zoolang zy onder mijnebeseherming zijn."

1.1c clank u nit naam mijuer krijgsmakkers," ant-woordde Aquilius : rr de soldaten des Cezars weten enstellen het op prijs, dat zy nergens een guller onthaalgenieten en waardiger gastvrienden ontmoeten dan onderde inwoners dezer landen."

Brinio zweeg en beet zich de lippen , terwijl hy zichnaast Rheime aan tafel nederzette. Aquilius deelde hemnu zijn naam en rang en die van Coponius mede envoegde er eenige verplichtende woorden by, al hetwelkBrinio, die ondertussehen zijne oogen over de tafel,weiden liet , stilzwijgend aanhoorde, tot dat hy eindelijkaan zijn verbaasdheid over hetgene hy bespeurde, luchtgaf in deze woorden, tot Ada gericht :

Page 109: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

102 BRINIO.

rr Sedert wanneer heb ik een Romeinsehen kok in mijnedienst, en worden aan de gasten van een Kaninefaatandere spijzen opgedischt dan wy-zelve gebruiken? "

Verwonder u des niet, edele Brinio!" zeide Copo-nius, zich de handen wrijvende: /, tot een bewijs mijnererkentelijkheid voor het gul onthaal dat wy genieten,heb ik zelf, ik Titus Coponius Tarpa, uwe voortreffelijkezuster eenig onderwijs gegeven in die nutte kunst derspijsbereiding, waarin ivy Romeinen bet, dank zy deonsterfelijken Goden , zoo verre gebracht hebben, en gy ,verschoon de uitdrukking, nog zoo achterlijk zijt. Hetis maar jammer, dat ik niet in de gelegenheid ben ge-weest, mijne bekwaamheid uit te oefenen op beterevoorwerpen dan die, welke uw hof en kelder opleveren;maar schoon hetgene opgedischt wordt slechts weinigstreelends voor het verhemelte aanbiedt , en schoon hetop eiken schragen, en niet, gelijk by een vermogendman als u betaamde, op een citroenhouten tafel wordtvoorgediend, en schoon wy het zittende moeten gebrui-ken en niet in die liggende houding, welke de spijs-verteering en het gemak zoo zeer bevordert, — zoo zultgy, , ik hen des verzekerd, niet ontevreden zijn overde kleine verbetering, welke uw keuken heden heeftondergaan."

De indruk, welken Coponius zich voorstelde doorzijn welsprekendheid op het onbeschaafd gemoed van zijngastheer te verwekken, ging geheel verloren by dezen,(lie de aanspraak van den Centurio tot het einde toemet een verachtelijken glimlach bleef aanhooren.

II Ik weet," zeide Brinio , toen Coponius gedaan had,dat er onder u Romeinen velen zijn, die Been genot

hooger stellen, dan dat van hun verwenden smaak testreelen door het kttnstig toebereiden — ik zoil het be-

Page 110: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ERINI o. 103

derven noemen — der spijzen, welke moeder Hertha onsaanbiedt. 1k heb zelfs gehoord , dat Vitellius, hy, , die,naar ik meen, uw tegenwoordige Cezar is (want daarvalt geen rekening op te maken) onder die lekkerbekkeneene onderscheidende plants bekleedt : ik weet verder,dat by u een tank , welke alleen aan vrouwen betaamt,door mans wordt uitgeoefend, tot schande van het ge-heele geslacht ; maar wat ik niet wist , is , dat eenkrijgsman, een Centurio , zich zooverre verlagen kon ,oin niet slechts een zoo laag beroep als dat van keu-kenmeester uit te oefenen, maar zich daarop zelfs teberoemen !"

Kaninefaat!" hernam Coponius , die, ondanks zijnvadsigheid en al te groote keurigheid in spijs en drank,geheel niet van moed was ontbloot: indien wy ons opeen vrije plants bevonden en niet door de banden vangastheer en gast geketend waren , zou ik u de onbe-dachte woorden doen verzwelgen , die gy uitgesprokenhebt, omdat gy, even als het redelooze vee, de weldadender beschaving niet kent en diensvolgens veracht : enik geloof , dat zulks u slechter zoude bekomen dan diespijzen, waar gy zoo op schrolt."

Romein!" riep Brinio uit, in heftigen toorn ontsto-ken , terwijl zijn oogen wild heen en weder widen enzijne vuist zich krampachtig sloot : n Weet gy wat hetzegt, den wolf in zijn hol te beleedigen?" --

n Brinio!" zeide Ada, haren broeder met een smeeken-den blik aanziende en hare hand op de zijne leggende:

inaak ons huis niet tot een schande in het land!" Brinio zag getroffen voor zich ; en Aquilius, oordee-

lende dat het zijn plicht was, voor zijne eer en diezijner volgers , de hernieuwing van dergelijke tooneelente vermijden, nam op de navolgende wijze het wooed:

Page 111: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 0 4

!I Edele Brinio! gy hebt wellicht geen ongelijk inhetgeen gy zoo even ons Romeinen verweet: en dewijzen onder ons yolk hebben in hunne redenen engeschriften die weelde gelaakt, welke zoo zeer afsteektby de matigheid onzer voorvadereb. Maar by die zelfdevoorvaderen bestond ook de deugd der gastvrijheid ,welke wy hier even heerlijk hoopten terug to yin–den, en welke den gastheer belette eene nitdrukkingto bezigen, onaangenaam, veel min beleedigend voorzijne gasten. Is ons by zijn u hinderlijk , het is wel ,wy zullen ons verwijderen en ons getroosten de nachtonder den blooten hemel of onder het dak eens minvermogenden , maar meer herbergzamen gastheers doorto brengen." —

Brinioos drift was voorby de woorden van Aquiliusdrongen als dolksteken in zijn ziel en vervulden hemmet beschaming. Hoe! hy, ,de edelste, de machtigsteonder de Kaninefaten, hy, die aan zijn landgenootentot gids en voorbeeld moest strekken , hy had den plichtder gastvrijheid gesehonden? Naauwiijks kon hy–zelfhet gelooven. Hy zag eenige oogenblikken voor richen zweeg: toen roes hy op, trad naar Aquilius , die inafwachting stolid van hetgeen by verrichten reiktehem de hand toe, en sprak : — I/ Gy zijt nog jong,gelijk ik, Primipilus! maar uwe woorden zijn wijs,gelijk die van een grijzaart. Dat de Goden u liefmogen hebben ; want gy hebt my tot de rode doenterugkeeren. Geloof my , ware de ziel van Brinio nietgeschokt geweest door gebeurtenissen , welke ik thandsniet mag verklaren, hy roil rich nooit hebben blootge-steld om uw verwijt to verdienen. — En gy, Centurio!vergeef mijne bitse taal en laten wy, naar oud gebruik,alien wrevel in den sehuimenden beker verdrinken." —

Page 112: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 105

Daar heb ik niets tegen ," zeide Coponius , temeer , daar uw gerstebier zeer goed van smaak is ,tt geen gelukkig mag heeten in een land , dat geenwijn oplevert."

Hier bracht men op last van Brinio een grooten osse-hoorn met zilveren randen versierd , en op eene wijze ,welke in deze nog onbeschaafde landen kunstig heetenmocht , met onderscheidene figuren besneden. De beideHoplieden dachten niet anders of deze drinkbeker zoudehun' gastheer ter hand gesteld worden; maar de schenker,na dien gevuld te hebben, bood hem aan Ada : en deze,met hare blanke en poezele handtjens de dorre , verma-genie vingeren van haar zuster geleidende , hielp haarden beker aan den mond te brengen.

,, Het zofi een kwaad voorteeken zijn," zeide Briniotot de Romeinen , a indien een onzer zijn Borst leschte,alvorens de oudste dochter van Werner hare lippen be--vochtigd had." —

Niet zonder nieuwsgierigheid keek Coponius naarRheime , hoe zy, volgens de uitdrukking haars broeders,de lippen bevochtigen zoude. Na rechts en links methet hoofd to hebben geknikt , als wilde zy de aanwezigenwelkom heeten , zette zy den hoorn aan den mond, en ,'t geen byna onbegrijpelijk scheen , wanneer men denvorm des bekers en hare bevende handen in aanmerkingnam , zy ledigde , zonder een drop te spillen, dien ineene teug.

,, By Jupiter !" dacht Coponius die schoone heeftBorst; maar ik wensch van harte , dat men my eenandere soort van kelk brenge ; of ik zie geen kans hethaar zoo handig na te doen." —

Maar hy zette nog een schever gezicht, toen hy zag,dat Brinio uit handen van zijn schenker een hoorn ont-

Page 113: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

106 BRINIO.

ling, die zeker driemalen zoo groot was en echter insge-lijks tot aan den rand wend gevuld.

1k wensch u heil ," zeide de gastheer , opstaande:en, zijn rechter-arm door de zilveren ketens stekende,(lie aan den drinkhoorn waren vastgemaakt , bracht hyde randen met den linker-arm aan zijn lippen en ledigde,langzaam maar achtereenvolgens, den geheelen inhoud;waarna de drinkbeker op nieuw gevuld en aan Aquiliusward aangeboden.

Het bloote denkbeeld van dien plas in te zwelgendeed den Romein sidderen: by begreep echter , dat hyzich met welvoegelijkheid aan de eer, hem aangedaan,niet kon onttrekken : en, na in heusche bewoordingenden bloei van Brinioos huis to hebben herdacht, volgdehy de handgrepen na, door dezen in 't werk gesteld,en kweet zich, hoezeer by tusschenpozen, vrij gelukkigvan de hem opgelegde tack. De Kaninefaten klaptengoedkeurend in de handen en Brinio betuigde, dat byden drinkbeker van Werner nog nimmer door een vreem-deling zoo handig had zien ledigen.

Coponius, den goeden uitslag van zijns wapenbroedersmoedige poging gezien hebbende , begreep , dat hetgeende matige Aquilius gelukkig volbracht had, voor hem,Coponius, die ten minste tegen de hoeveelheid van drankniet opzag , geene moeielijke task zoude zijn , en namden drinkhoorn aan met de onverschilligheid van iemand,die zeker is van zijn zaak, en met de hoop, nog luidertoejuichingen te zullen verwerven. Hy bracht dien opdezelfde wijze en met gelijke voorzorgen aan den mondals zijn voorgangers: maar hy vergat, (tat overhaastingby het drinken alles bedierf; en daar hy met to vealspoed den gekromden hoorn oplichte , vloeide het vocht,dat by die beweging met verdubbelde snelheid neder-

Page 114: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRT NI O. 107

stroomde , niet in zijn keel, maar langs zijn baard, overzijn borst, en op zijn kleederen, tot groat vermaak van.alle aanwezenden, die, Romeinen zoowel als Kaninefaten,zich niet konden weerhouden ten koste van den besproei-den Hopman in een schaterend gelach uit te bersten.

Weg is uw roem, Tarpa!" zeide Aquilius: ik raadu aan, nw verblijf in deze landen u ten nutte te makenen het drinken van bier uit ossehoornen aan te leeren."

Gy hebt goed spotten ," zeide Coponius, zich af-droogeude: in alien gevalle is het een goed voortee-ken , zich met wijn te bestorten , en dat zal met bierwel hetzelfde zijn; maar laat men my een beker van.een anderen worm brengen en gy zult zien, dat ik al-thands voor den goeden drank niet bevreesd ben."

Wat is het toch voor kost, die my gedurig wordtvoorgezet?" vroeg Brinio, na eenige reizen met onge-duld de schotels te hebben afgewezen, die hem Seleukusaanbood, en wier verschijning hy, wat moeite by ookdeed om zijne gasten niet op nieuw te verstoren, nietzonder eene nieuwe aanmerking kon laten voorbygaan:

bier Ehho I kunt gy niet zorgen, dat ik een bordkarndeinelk of wat traankoeken bekome. Ik heb denbrui van al die vreemde vergiften. Hier Flak!" ver-volgde by, een der honden roepende, die om hem beendraaide, en hem op een bord een stuk van een gekruidepastei aanbiedende : e hebt gy er trek in? — Zie eens,"hernam by, toen de hand, na een poos gesnuffeld tehebben, den snoet terugtrok: n die stomme dierenten het niet eens." —

Daardoor bewijzen zy juist, dat zy stomme dierenzijn," zeide Coponius, bet bord haastig uit Briniooshanden rnkkende: n die onnoozele t" vervolgde by byzich-zelven; e by is slechts waardig zich met den draf

10

Page 115: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

103 BRINIO.

zijner zwijnen te voeden, wien by in lompheid nietstoegeeft. Maar laat ik my niet over hem beklagen.Hy belieft niet van mijn keuken gediend te zijn: dieijlhoofdige heks zet er ook Been tend aan: dat zijn tweeaandeelen meer, die voor my overblijven."

Hier bracht men hem een drinksehaal, die naar denRomeinschen smack gevorind was en die by dadelijkvullen liet.

Vergun my thands, bentinnelijke inaagd!" zeide livtot Ada, ft u dezen betamelijken beker toe te drinken.Naar Romeinsch gebruik zal ik er een ledigen voor elkeletter van uw naam: en het spijt my, dat die natunniet zevenmaal zoo lang is, zoodat ik in staat ware,u mijn goeden wil nog beter te doen blijken." --

Deze woorden gedit liebbende, dronk by werkelijk denbeker driemalen uit. Maar toen, vergetende, dat byniet op een rustbed lag, maar op een houten bankwas gezeten , en zich, naar zijn gewoonte wanneer bygedronken had, op zijde willende werpen, verloor byhet evenwicht en rolde hals over kop van de bank.

a Is het met dusdanige buitelingen ," vroeg Brinio ,terwijl de Hopman, onder het schaterend gelach deraanwezigen en het geblaf der opspringende honden, zicheenigzins onthutst van den grond hief en zijn plaatshernam, dat gy Romeinen gewoon zijt, aan uweplichtplegingen klern by te zetten, dan zou mijne zusteru gaarne de moeite geschonken hebben."

Gy verrnaakt u met my," zeide Coponius: u en ikmoet bekennen, dat gy gelijk hebt; maar wat zal iku zeggen? Ik ben aan tafel gewoon te liggen, en ikkan niet begrijpen, waarom gy Kaninefaten een zoogoed en zoo gemakkelijk gebruik niet van ons Romei-nen overneemt."

Page 116: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

It It N I 0. 109

a Gaarne," zeide Brinio, v zullen wy de Romeinennavolgen in die, zeden en kundigheden , waardoor zyzoovele volken der aarde can zich onderworpen hebben ;maar niet in die gebruiken , welke geen ander. gevolghebben, dan dat zy het ligchaam verwijfd en krachte-loos maken."

„ By Hercules!" zeide Coponius : a daar was de grooteJulius, Wien men toch geene verwijfdheid ten taste konleggen. Geen veldheer op aarde heeft ooit veroveringengemackt , aan de zijne gelijk : en toch, hy wist best,hoe het behoorde en gaf can een zacht rustbed de voor-keur boven een harde bank." —

II 't Is mogelijk , " hervatte Brinio , droogjens weg:I/ maar hy wist ook de gemakken des levens te ontbeeren,wanneer hy die niet bekomen kon , en ik heb althandsnooit van hem gehoord , dat hy van de bank roldewanneer by zijn rustbed miste." —

11 Nu !" zeide Coponius : wy zullen dat daarlaten; —maar er zijn by ons inrichtingen , geschikt om bet lijfte verkwikken en te versterken, die gy ontbeert. Is hetniet zoet , wanneer men bezweet en bestoven van eenlangen tocht komt , zich in een laauw of heet bad, wetmet geurige kruiden toebereid, to reinigen en nieuweveerkracht can de ledematen te schenken ? En waarombezit gy Kaninefaten dan geene badstoven ? Voorwaar!geen Romein zo0 , zoo als gy deedt , dadelijk van't paard aan tafel gaan."

a Ons gehee]e land is een bad , Centurio !" — zeidede gastheer : en wanneer men , zoo als ik , in dentijd van weinige urea eenige rivieren heeft overgezwom-men en eenige poelen doorwaad , heeft men zijn bekomstvan het water."

Ik dacht niet , 'Farpa !" zeide Aquilius , dat gy

10*

Page 117: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 10 15 RINI 0.

met zulk een beklag voor den dag zoudt komen. Mydunkt , gy hebt zoo even een bierbad genomen , dat ugenoeg verfrischt moat hebben ; — maar deze beuzeliu-gen daargelateu. Ik wilde u , edele Brinio ! eene anderevraag doen. Wat is de oorzaak , dat, terwijl zoovelenuwer landgenooten , die u noch in aanzien , noch ingeschiktheid evenaren , zich onder den adelaar der Cezarsgeschaard hebben om roem en ear te winnen , gy inledigheid awe baste dagen aan den Rijnoever verliest ,en de pijl , tot grootscher doel gesmeed, slechts bezigtom weerlooze hinden of hazen te treffen ? Ikniet berispen , indien uw arm noodig ware ter verdedi-ging van uw vaderlandsehen grond ; want , gelijk degroote Tullius zegt : de liefde tot het vaderland over-treft alle andere liefde ; maar gy leeft in vrede metuwe naburen : en de beschertning der Romeinen waar-borgt u , dat uwe landpalen door geen uitheemschgeweld zullen geschonden worden. Er bestaat dus vooriemand , die , als Brinio , het voorbeeld behoorde tegeven , naar my toeschijnt , geene verschooning."

„ Gy spreekt fraai , Primipilus !" zeide Brinio , meteen bitteren glimlach en terwijl by zich den langenblonden knevel om den vinger wond : en hoe zal ik

antwoorden , ik , die my met moeite in uwe taal uit-druk , en in het redetwisten niet opgewassen ben tegeniemand, die het by de Rhetoren geleerd heeft? — Maartoch I ik moet glimlaehen , wanneer ik bedenk , hoe gydie onnoozele Batavieren misleidt , door han wijs temaken , dat zy niets voordeeligers voor hunn en roernkunnen verrichten dan u te helpen. Een schoone roemvoorwaar! die niet eens aan hen, maar uwen veldheerenworth toegerekend; ik haal de schouders op en hebmedelijden met hen, die zich met zulk een ydelen rook

Page 118: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI O. 111

willen vergenoegen. Wat my betreft , zoo ik ooit tovelde trok , het zoude zijn oin voor my of de mijnento strijden, en niet om aan de Romeinen deze of genestrook lands , die hun outbreekt, te bezorgen , of debelangen van dozen of genera onder hen, die aanspraakmaakt op den tytel van Cezar, voor te staan." —

Aquilius, die gaarne zijn gastheer door zachte over-reding wilde winnen , hield zich, of by de bitterheidniet bemerkte , die in doze woorden gelegen was; manyhernam op minzamen toon : gy zegt, dat er in onzedienst niets buiten een schralen roem voor uwe land-genooten te behalen is; — maar denk aan Civilis, aanBriganticus , aan Labeo, aan zoovele anderen , die hoogehetrekkingen by het lever bekleeden , en zich niet enkeleer, maar ook aanzien en vermogen hebben verworven."

Des to erger voor Civilis ," zeide Brinio: n datzich niet schaamt, die Romeinen to dienen, Wier ge-vangenschap by zoo Lang verduurde, en die zijn broederhebben omgebracht. Tk was nog een knaap , toen debrave Julius' Paulus, de waardige vriend mijns waders ,op last van Capito den schandelijksten flood moestondergaan. Toen was het, dat mijn vader my beloovendeed, dat ik noch de mijnen irnmer Rome zouden die-nen : — en waarom zoii ik u dan andere redenen voormijn handelwijze geven ? Tk koester Been vijandschapjegens uw yolk; — maar mijn eed is my genoeg: —dan , later: wy dit onderwerp staken , waaromtrent wyhet niet eensgezind zullen worden : en zeg my Bever,wat a en de uwen naar Matilo voert. Komt gy debezetting van den Brittenburg versterken? zy heeft betvoorwaar noodig; want het zijn weer kohorten in naain,dan in de daad.... ofschoon zy nog kwaad genoeg nit-voeren. -- Of komt gy Massa aflossen? dan hoop ik,

Page 119: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

112 13 IL I N 1 0 .

dat gy beter tucht onder de benden zult houden clanhy doet."

Ik zie geene redenen om u het oogmerk onzerkomst te verbergen ," zeide Aquilius : If de veldheer •Hordeonius Flaccus zendt ons hier om een werving tedoen, ten einde de Batavische kohorten , die in denkrijg tegen Otho eenigzins versmolten zijn, weder vol-tallig te maken."

El! nu vat ik u," zeide Brinio , ,, en gy wildetzoo even met my een begin maker. Welaan! ik bennieuwsgierig te hooren, hoe gy voldaan zult wezen overde manschappen, die u Massa leveren zal."

,, 1k zal reden tot tevredenheid hebben ," zeide Aqui-lius, indien het knapen zijn .zoo als die, welke girdsde tafel omringen."

Dat geloof ik," zeide Brinio : n nu! gy hebt onderow yolk ook wakkere krijgskneehten; — many ," ver-volgde hy , als Wilde by van het onderwerp afstappen :ll wie is hy, die onder uwe manschappen zit, schoonby noch tot hen, noch tot mijn yolk behoort?"

Gy bedoelt hem met den bruinen kap? — Hy iseen Batavische Priester, die my tot girls en tolk moetstrekken."

Ik geloof, dat ik die figuur meer gezien heb ,"mompelde Brinio half laid : en met het hoofd in dehand steunende, bleef by Daginus een geruimen tijdmet een doordringenden blik aanstaren en sheen toenin een diepe mijmering te verzinken. Aan Aquilius wasdeze niet onwelkom, want hy imam nu de gelegenheidwaar om zich met Ada te onderhouden. Hoewel hungesprek slechts over dagelijksche zaken liep, werd betspoedig belangwekkend voor beiden gelijk doorgaansgeschiedt, wanneer twee personen van verschillenden

Page 120: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 113

landaart , die beide met geest en een gezond oordeelbegaafd zijn , in aanraking komen , althands wanneerzy van versehillende kunne zijn en de beleefdhrid dusalien redetwist van zelfs vermijden doet. Wat Rheimebetrof, , ook zy seheen in gepeinzen verzonken , indienmen de afdwalingen van een verzwakten geest als den.haren met den naam van gepeinzen noemen mag : enCoponius nam te wel zijn tijd waar met zich aan dedoor Brinio versmade spijzen te goed te doen , dandat by het gesprek der beide jongelieden zoude hebbenwillen storen. Eindelijk Miter , toen hy verzadigdwas , of althands een oogenblik wilde Pozen om nieuwekrachten te bekomen , sloeg by met de vuist op detafel , en door dit sein de aandaeht van een iegelijkopgewekt hebbende : n kom aan !" zeide by : n nu ishet tijd , dat wy ons wat opvrolijken door muzijk.Komt , hoornblazers ! brengt eens in de plaats van denbeker uwe speeltuigen aan den mond, en toont wat gykind."

En de hoornblazers , 1.3.:ehoorzaam aan bet bevel, be-gout-len dadelijk uit al bun macht een krijgsmarsch teblazen.

Er ontstond een algemeene stilte : Brinio en Adatoonden door bun aandaeht , dat zy niet ongevoelig wa-ren , hy voor den indruk van zielstreffende oorlogs-klanken , zy voor (lien eener welluidende muzijk. Maarop eens rees Rheime, nadat een wijl haar open monden gefronseld voorhoofd verbazing hadden uitgedrukt ,van hare zitplaats op, en rechts en links de handenvan hare bloedverwanten vattende , riep zy beiingstigdnit : Brinio ! — Ada! — de Romeinen !"

AgniIius gaf terstond last om op te 'louden en Adadeed al wat in haar vermogen was om haar ontstelde

Page 121: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

11 4 B R I M O.

zuster tot bedaren te brengen. Doch dit was geene ge-makkelijke t.aak. Het zij, dat de klank der krijgsmuzijkzich by Rheime verbond met de gedachte aan vroegeregebeurtenissen van een treurigen of schrikwekkendenaart , het zij , dat die toonen haar sleehts op een on-aangename wijze ontwaken deden nit hare stille mijme-ring , zeker is het, dat haar zenuwgestel er op eenhevige wijze door geschokt werd en dat het aan geenezusterzorg mogelijk was, perk te stellen aan den vloedvan afgebroken en onsamenhangende woorden , die in't Latijn en in 't Germaansch van hare lippen stroo-men kwa m.

Stil I" zeide zy : n ltdster! daar hoort gy hun marsch.Zy gaan naar hun nachtverhlijf terug .... Markman isook een minnaar der krijgsmuzijk.... Maar nu gaan wyeten .... het is het sein voor het avondmaal.... hy zalkomen , h y ik verveel my in dit eenzaam kamer-tjen waarom mag ik niet op dat grasperk dansenof in den zilveren Rijn zwemmen — hy zegt , dathet zwemmen geene vrouw betaamt ; maar wat heeft byover my te bevelen ? — o ja! ik herinner my .... neen ,toch niet wie is by ook weer?.... zie ! ik ben zijnnaam vergeten ; • maar deze nacht zal ik hem te wetenkomen : ik zal hem aan de wortels van den rozestruikgaan vragen Brinio en Markman hebben al de roze-struiken laten wegnemen maar om 't even! ....o wee ! daar is weer die gevloekte drank ! weg ! wegdaarmede ! hy doet my het. bloed koken en het hoofdbranden. Weg ! weg !"

En , in een aanval van razerny , sloeg zy Coponius ,die haar met open mond aanstaarde , den beker uit dehand.

Dat gaat te ver !" zeide Brinio: r i Ada! Ella! voert

Page 122: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 11 5

haar weg : en gy , mijne gasten , vergeet hetgeen gy

gezien en gehoord hebt."Arnie maagd I" zeide Aquilius, toen het can Ada

en de andere vrouwen eindelijk gelukt was, Rheime,half met overreding, half met geweld, weg te voeren :

rr bevindt zy zich reeds lang in dezen toestand? en watkan er de oorzaak van zijn ?"

,, De ware oorzaak is my onbekend ," antwoordde Brinio,zich vertrouwelijk naast hem voegende : en ik moet mymet gissingen vergenoegen. Ongaarne spreek ik er over ;doch gy hebt te veel gehoord, dan dat ik zou aarzelen ,u alles mede te deeien. Luistert !"

De beide Hoplieden schoven hun bankjens dichter by ;en Brinio , nogmaals de bekers gevuld hebbende , voldeedin dozer voege aan hunne nieuwsgierigheid.

V.

u Miju acme zuster, , hoe vervallen zy u ook mopetoesehijnen, is slechts twee jaren ouder dan ik, en heeftnog haar dertigste jaar niet bereikt , een leeftijd, waaropanders in daze gewesten, waar de ontwikkeling laterplaats heeft dan in Italie, de vrouwen zich best voor-doen. 'Poen mijn vader, , nu tien jaren geleden , ouden zat van dagen kwam te sterven , was er in ons ge-geheele gewest geene schooner, bevalliger maagd danzy. Wanneer zy met my te paard over den heirwegdraafde of zich op den marktdag te Lugdunum ver-toonde , hadden alien , Romeinen en Kaninefaten , slechtsoogen voor haar. Zy wist dit, en zy droeg zorg harenatuurlijke schoonheid door een keurigen opschik nog

11

Page 123: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

116 B R1NTO.

meer luister by te zetten. Ik bestrafte 'tau dikwijls ,dat zy zooveel aan prullen en cieraden uitgaf ; maarik was toen nog jong en zy telde mijn woorden nietreel. Had mijn vader geleefd , hy zon het niet gedoogdhebben, dat zy de kleeding van onzen landaart verzaakteom als een Romeinsche juffer voor den dag te komen.Ik herinner my eens , toen zy nog- klein was en zicheen paar linten door het hair had gestrikt , dat hy erdie uitscheurde en ze over de haag wierp , met byvoe-ging , dat zy er uitzag als eene .... hoe noemt g (liewijven , die de soldaten volgen ?"

Ik versta al ," zeide Coponius : er is een onzerschrijvers , die gezegd heeft, dat de eene heeft derwaanzinnigen gek wordt van liefde en de andere vanydelheid. 1k zie al, dat uw zuster tot de laatstebehoort."

Stil !" zeide Aquilius : n men vraagt owe can liter-kinsc,ren niet. Ga voort, edele ilrinio ! ik stel eendig belaug in uw verhaal."

a Rheime moge dan al wat ydel geweest zijn : dat,voor zooverre ik weet , was haar eenig gebrek zywas overigens goed en beminnelijk , vrolijk als een geitjenen vlug als een rhee. leder, die haar kende , had haarlief, en al de voornaamsten onder mijn landgenootenzouden het een geluk gerekend hebben, haar tot galete erlangen. Zelfs had zy aanbidders onder de Romeinen

en ik geloof, , dat de talrijke bezoeken , die Massa indien tijd by ons aflegde , haar nog meer golden danonze goede runderbouten of ons oud gerstebier, , en dathy niet ongaarne de dochter van Werner als echtg,enootop Matilo gevoerd had. — Maar noch zijne , noch iemandsaanzoeken konden in aanmerking komen ; want mijnvader had haar reeds als kind verloofd aan den waar-

Page 124: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B I N r O. 117

digen Markman van den Blinkert wien geen onzer Ka-ninefaten in moed en bekwaamheid overtreft , ofsehoonzijn erf slechts gering is en zijn bezittingen zijn deug-den niet evenaren. Markman had haar recht lief; maarzy was schuw voor hem: hy was haar te ernstig , teverstandig : en hy zag ongaarne , dat zy zoo dartel endrok was."

Ik geloof bet wel ," zeide Coponius , dat was ookgeen fraai vooruitzicht voor hem."

„ Wat bedoelt gy ?" vroeg Brinio , hem met een door-dringenden blik aanziende.

Niets!" antwoordde hem de Hopman lachende : 41 alsdat hy wel te voren begrijpen kon , dat een jonge ,vroliSke vrouw zich niet te vrede zoude houden meteen man als hy rijk iu deugden misschienmaar, naar het my voorkomt , niet geschikt om haarbet Leven aangenaam te maken."

Romein!" zeide Brinio met nadruk nwe vermoe-dens zijn valsch en onwaardig! Noch de dochter vanden edelen Werner, noeh de minste under onze vrouwenzoa haren echtplicht geschonden hebben , wie ook haargemaal ware geweest: wy zijn niet gewoon, gelijk gyRomeinen , het overspel te verontschuldigen met hetnietig zeggen, dat de eeu w het zoo medebrengt."

Ik zal zwijgen," zeide Coponius in zich–zelven , endronk zijn beker leeg.

,, De flag, waarop het huwelijk mijner zuster zoilgevierd worden , was bepaald. Maar, , hoe meer dienaderde, hoe meer zy tegen het gewichtige oogenblikscheen terug te schrikken : — eindelijk Miter was hydaar, , en ik ging met haar op reis naar de woningvan haar bruidegom , de geschenken medevoerende,Welke wij gewoon zijn bij zulk eene gelegenheid aan

11."

Page 125: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

11 8 E T I O.

te bieden, en die, gelijk gy wellicht gehoord znit hebben,bij ons nit eenig vee en huisraad en wapenen bestaan.Dan, aan de schipbrug voorby Niger Pullus gekomen,brak een onzer ossen los en liep het land in: ik rendehem met mijne knapen na: — toen ik terugkwam vondik Rheime niet 'neer."

Hoe!" riep Aquilius: 11 was zy geschaakt of uiteigen beweging gevlucht , om aan een gehaten echt toontkomen -

II Het is my onbekend gebleven. — Alle onze naspo-ringen , die, welke de bedroefde bruidegom , welke deRorneinsche Bevelhebber zelf in 't werk stelde, warenvergeefs. Wy dachten , dat zy-zelve een Bind aan haarleven gemaakt had, hoe vreemd ook in ons land eenzelfmoord wezen moge. Dan, na verloop van vijf maan-den word zy, half gekleed, beroofd en in den ongeluk-kigen toestand, waarin gy haar gezien heht, naby dewoning van Markman gevonden. Vergeefs poogde menvan haar te vernemen, waar zy dien tijd had door-gebracht en wat er met haar was voorgevallen. Metdie soort van slimheid, welke den waanzin schijnt tevergezellen , liet zy alle dadelijke vragen onbekitwoorden moist strikvragen te ontwijken. Eindelijk , toen denieuwsgierigheid van nijdige buren haar en ons tot lastwerd, verbood ik alle verdere nasporingen -- en" —aldus besloot Brinio zijn verhaal , terwijl by Coponiusstrak in 't gezicht zag : n wie weer van hare lotgevallenzoii willen weten, dan ik verhalen kan, zoti Brinio totvyand bekomen."

Slechts eene vraag zy my getiorloofd," zeide Aquilius:n heeft zich Markman barer niet aangetrokken ?"

„ Markman was reeds voor hare terugkomst onder deadelaars van den Cezar gaan dienen. East voor weinige

Page 126: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B RIN I 0. 119

maanden kwam hy weder in ons midden. Hy wildede ongelukkige tot gade nemen, zich, niettegenstaandeharen toestand, jegens haar verbonden rekenende. Maarkon ik hem een ijlhoofdige to huis zenden? — 1k hebhem Ada in de plants van hare zuster aangeboden." —

II En by heeft ongetwijfeld die ruiling niet afgeslagen?"vroeg Aquilius met innige belangstelling.

n Ada is nog to jong zeide Brinio, zonder een be-paald antwoord te geven : by ons te lande trouwende vrouwen zoo vroeg niet." — Aquilius zweeg 't zijnit bescheidenheid, 't zij ten gevolge van die beschroomd-heid, welke ons wederhoudt , vragen te doen over eonzaak, welke onze wezentlijke belangstelling gaande maakt ,ofschoon wy daar Beene zwarigheid in zouden linden ,hyaldien zy ons onverschillig ware.

n En nu, mijne gasten ," zeide Brinio : zullen wydit onderwerp daarlaten, waarover gy my genoegen zultdoen zoo min mogelijk na te denken. Hoe is het?verlangt gy u reeds ter ruste to begeven, of wilt gynog eenige oogenblikken met den teerling vermaken?"—

Terwij1 hy dit zeide werd een groot bord met eenigedobbelsteenen op de tafel gebracht, benevens kleine bakjensmet fraaigekleurde horentjens en schelpen, naar de soortbyeengesehikt , en tot hetzelfde einde bestemd als defiches (1) aan onze hedendaagsche speeltafels.

Hartelijk dank ," zeide Aquilius, die niet onbewustwas, welke lief hebbers de Germanen waren van hetdobbelen, en hoe moeilijk het viel, zich met hen binnen

(1) Het klinkt vrij zonderling , dat wy, in navolging der Fransehen ,fiche blijven zeggen , ternternijl dit woord niet meer is dan eene Franseheuitspraak van ons visehjen, zoo als die merkjens, naar hun vorm ,oorspronkelijk werden genoemd.

Page 127: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

110 B 2: I 0

de grenzen van een matig spelletjen te bepalen : wymoeten nog zorgen, dat ooze manschappen rich behoorlijkter ruste begeven: en wy wilden gaarne morgen vroegin den ochtend vertrekken." --

n Gy zult den avonddronk tacit nict versmaden," zeideBrinio, eenigzins verdrietig het bond weder wegschuivende:en met–een, een wenk aan Ebbo gevende, liet by eenigekruiken aanbrengen , met keurigen wijn gevuld. De beideHoplieden, die reeds hunne bekomst hadden van , betgerstebier, schoven op dit gezieht hunne bankers wederaan, en nogmaals ging de beker rond ; maar het gesprekwas onbeduidend en flaauw geworden. Nog altijd hadAquilius gehoopt, dat Ada terug zoo keeren; en zijnoog was reeds sedert eenen geruimen tijd onafgebrokengevestigd gebleven op de deur waaruit zy vertrokkenwas; maar vergeefs : zy was en bleef weg. Eindelijkalle hoop verliezende' van hoar dien avond weder tezien, rees de Primipilus op en wenkte den zijnen toe,dat het tijd ware, den aftocht te Waren, waarna by ,met Brinio, die ten einde toe zijn plicht als gastheervervullen wilde, hen naar hunne slaapplaatsen geleiddeen vervolgens met Coponius rich naar het hun aangewezenverblijf begaf.

e Welnu!" zeide Coponius tegen zijn vriend, nadatbeiden zich op de voor hen bestemde peul uitgestrekten hunne slaren hadden weggezonden: n gy spreekt Beenwoord: wat dunkt u van onzen gastheer?"

Nat zegt gy?" vroeg Aquilius, die order het uit-kleeden het stilzwijgen bewaard had en rich nu reedsin een halven dommel beyond.

If 1k vroeg u, hoe gy over omen gastheer dacht,"hernam Coponius, lacheilde: maar ik geloof, dat uwegedachten te veel met ooze gastvrouw bezig ziju om.

Page 128: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

121

aan haar brooder. te denken. IIeb ik bet geraden ?I hoe vindt gy onze gastvrouw dan ? "

-a Welke van beiden meent gy ? " a Oho ! gy wilt my ontsnappen ; moor dat goat zoo

Viet. 't Is waar, , die oudste mister moge kindsch enijIhoofdig schijnen ; moor ik zoude hoar niet te veelvertrouweu . . . daarvan gesprokon .... hebt gy ooiteen grooter nil gezien don die .Brinio? men zoude hemmet opene oogen bedriegen hy begrijpt nog niet eons,dot zijn zuster, , die heks , zoo mal als zy is, hemen hoar bruigom deerlijk voor 't lapjen gehouden heeft.Zy is een maand of vijf met een ander, , die hoarbeter aanstond , op 't pad geweest , en toen heeft zyzich maar mal g,ehouden ; en de goede broeder vermoedtniets , ofschoon in ons land een klein kind de zaakbegrijpen

Welnu wat bewijst zulks ? sleeks dit , dot wy eenverdorven yolk zijn, en dat de Kaninefaten te rein vanharte zijn om de misdaad slechts te veronderstellen. --Die Brinio moge lastige buien hebben en ;een vriendvan Rome zijn , hy is een edel ruensch."

a Spreek er niet van ," zeide Coponius keek hy nietzoo norsch , toen by binnenkwam , als of • hy ons allenin het diepste van den Acheron wensehte ? dock. dotdaargelaten. %Vat dunkt u von Ada?"

a My dunkt ," zeide Aquilius , n dat wy omtrent boarwel eons van gevoelen zullen wezen ; anders zoudt gymy de vraag niet doen."

Voorzichtig geiintwoord ; maar in de daad, zy bevaltmy : zy ziet er, by Castor recht smakelijk nit."

Gy spreekt er van als van een stuk gebroad."En met reden ; want beide zijn voortreffelijke

zaken. Wanneer ik hougerig ben. . . ." —

Page 129: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

122 BRINIO,

Hetgeen maar eons daags plazas heeft : munelijkden geheelen dagdoor......-

,, Gy kunt er gerust de nacht, byvoegen ; — maar ikbid u, wen u de slechte gewoonte of , van de menschenin de reden te vallen : — wanneer ik honger heb, ineenik, en in langen tijd niets dan brood en knuflook ondermijn oogen heb gehad , dan brengt my het gezicht vaneen goed stuk gebread, waar het vleeschnat aan allezijden borrelend en sissend uitloopt , en waarvan derook als een aangenaam daukoffer opstijgt tot de goedeGoden , van wie alle weldaden afkomen, dan brengt ,zeg ik , dat streelend gezicht eene zoete gewaarwordingin mijn binnenste te weeg; en even zoo wanneer ik,na dat mijn oogen gedurende eenige weken niets ontmoethebben dan de ruwe gelaatstrekken onzer speerdragers,een aardig vrouwelijk wezen zie, met de kleur der rozenen lelien op het gelaat , en de bevalligheden zelve,dartelende in oogjens , die my minzaam toelachen..."

Ei kom!" zeide Aquilius , eenigzins wrevelig : gyydeiste aller menschen! ga u toch niet verbeelden , datde beminnelijke Ada u heeft toegelachen. Zy lachte,ja , maar 't was om u , toen gy zoo fraai den drink-hoorn hanteerdet , en toen gy zoo kunstig van de bankbuiteldet."

Gy zult my genoegen doen ," zeide Coponius, a in-dien gy van deze beide omstandigheden Beene meldingmeer gelieft te maken; maar by Hercules! het komtmy voor, aan den toon , wear op gy spreekt, en dieniet vrij is van wrevel en misnoegen , als of gy hetkwalijk nemen zoudt , zoo ik eens in het hoofd kreegop die schoone Kaninefaatsche te verlieven."

Ik zoii het niet kunnen beletten ," zeide Aquilius,verdrietig gapende : it maar geloof my , laat ons gaan

Page 130: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 123

slapen : wy hebben een vermoeienden tocht gedaan enmoeten morgen vroeg weder verder."

Helaas ja!" zeide Coponius met een zucht; ente oordeelen naar hetgeen men hier van den Bevelheb-ber te Matilo verhaalt , heb ik slechte gedachten vanzijn keuken en kelder , en zoil het my niet kunnenscheelen , al bleven ivy bier ingelegerd : de heer deshuizes mocht dan zuur kijken of niet: — voorwaarik zoil de gelegenheid wel weten te. gebruiken : dieschoone Ada ...."

Wang het eens viel hem Aquilius in , plotselinghet hoofd, dat by reeds in zijn kussen verborgen had,weder opheffende: wash het, eene poging to doen omde zuster van Brinio te verleiden , en, zoo ik denman niet geheel. verkeerd boliordeel , is die dag delaatste uws 'evens." —

Verleiden!" herhaalde Coponius: ff Wel by de on-sterfelijke Gotten! Wie sprak er van verleiden? Keenmijn goede Thu scus! dat laat ik aan lieden over, diemet goederen en schatten bevoorrecht zijn: gelijk ik,helaas, ook zoude wezen, indien dat beest, die Caius (1),mijns waders bezittingen niet verbeurd verklaard had; —neen: ik heb enkel eeriijke inzichten omtrent deze bloemder moerassen. En zoli het voor een berooiden Centu-rio, gelijk ik ben, Been goed fortuintjen zijn, zich dooreene verbintenis met de zuster van den machtigen Brinioin het bezit to stellen van een gedeelte dier weiden,waarop de vetste runderen Brazen, die men met oogenzien kan, en van die duinen, waarop men, zoo ikboor, keurig wild kan jagen naar zijns harten lust.He? wat dunkt u?"

(1) Kaligula.

Page 131: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

124 BRINIO.

Aquilius antwoordde niet: bet kwitin hem als eenheiligschennis voor, zoo over de goddelijke Ada te hoo-ren spreken: by wilde dus liever zwijgen dan zich drif-tig maken, en dook nog dieper in de kussens weg.

It 't Is waar," vervolgde Coponius, als wilde hy detegenwerpingen oplossen , die zijn vriend zoa kunnenmaken: n ik weet, dat verscheidenen onder ooze Ridderser den news van zouden ophalen, zoo zy hoorden, dateen Coponius zich vernederd had, oin een vrouw tenemen nit de nation, die wy, op het voorbeeld derGrieken , barbaren noemen; — maar ik zoa hen latenmeesmuilen, en gerust durven antwoorden, (kit een Ro-meinsch Ridder niet afdaalt door een Koningsdochterte trouwen: en dat de vader van dezen Brinio en hv-zelf als Koningen in hun land beschouwd worden: —en dat zy bovendien een goede huishoudster is, die hetharen man nooit aan spijs of drank zal laten ontbre-ken , en die ... maar by de Groden ! ik- geloof waarlijk,Thuscus! dat gy slaapt ... Wel bezien hebt gy gelijken hebben wy niets beters te doen."

Met deze woorden draaide by zich. om, trok zich denmantel, die hem dekte, over de ooren, en verkondigdeweldra door een laid gesnork, dat by de zoete rustgenoot.

Nog droomde hy van festijnen en bruiloften, toen demorgenzonnestralen zich door de spleten van het houtenluik een doortocht baanden en wiens slaaponrustig en afgebroken geweest was, zijn legerstede reedsverlaten had. Verhit van den overvloedigen maaltijd ennaar frissche lncht verlangende, stootte de Pritnipilus deblinden open en zag naar buiten. Het was een heer-lijke morgenstond en de gandsche natuur adeinde geluken vrolijklieid. Met laid getjilp vlogen de zwaluwen en

Page 132: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B IL I N (). 125

spreeuwen van het huisdak of en aan om hun kroostvan voedsel to voorzien ; onder de breedgetakte vrucht-boomen volgden talrijke hennen al kakelende bun trot-schen meester, , die zich als een Oostersche Satraap inhun midden verhief : in de slooten om het erf kwaakteneenden en ganzen van allerlei kleur, , en vergastten zichop het groene kroos: verderop loeiden de heerlijke run-deren, ter naauwernood zichtbaar achter het gaas vanden morgendaauw : in de stallingen hoorde men het on-afgebroken gehinnik der paarden; alleen deed zich nog;een menschelijk wezen onderscheiden.

Nadat echter Aquilius zich een wijl verlustigd had inden aanblik van hetgeen hem omringde, zag by tweepersonen , die zich met elkander schenen te onderhouden,van achter het hoofdgebouw te voorschijn treden en deboomgaard op en neder wandelen. Fly had bciden wel-dra herkend: de een was Daginus, de Batavische girls:de andere was niemand anders als Brinio zelf. Hungesprek scheen levendig; althands voor lieden van hunlandaart; want de levendigheid van Germanen, ook albehandelden zy een belangrijk onderwerp, bleef koelheidin vergelijking van de hartstochtelijke bewegingen,waarmede de bewoners van bet Zuiden, zelfs de deftigeRomeinen, hunne redeneeringen deden vergezeld gaan.

Het zien dier beide personen deed by Aquilius onwil-lekeurig achterdochtige vermoedens outstaan. Er was ,wel is waar, niets bevreemdends in de omatandigheid,dat twee landgenooten zich samen onderhielden; maarhet our, de vroege morg,enstond, daar alles om hennog verondersteld word in diepe rust te zijn; de aan-drang, waarmede Daginus scheen te spreken , en diezoozeer afstak by den koelen toon, dien by tegen Aqui-lius voerde,; de ernst, waarmede Brinio hem den vorigen

Page 133: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

12.6 B 11I I I0.

avond had aangestaard en thands beantwoordde , allesliep samen orn te doen besluiten , dat zy geen dagelijkschonderwerp behandelden , maar over zaken raadpleegdenvan het uiterste gewicht. — Noehthands, het was mo-gelijk dat hun onderhoud zeer onschuldig ware. Daginuswas een priester : en wellicht had hem Brinio in (liehoedanigheid geraadpleegd. — Wat er van wezen inocht,de Primipilus hesloot voor het vervolg een wakend oogte houden op den Batavier, , en het hoofd binnenhalende,eer hem de beide wandelaars outdek ten , sloot hy hetluik behoedzaain weder dicht. Naauwlijks echter hadhy milks gedaan , of de deur ging open en Brinio stondvoor hem.

n Gy hebt my verzoeld , vroegtijdig gewekt to wor-den ," zeide deze : /I en ik kom in persoon my van dietaak kwijten. Gy zult ongetwijfeld nog willen ontbij-ten , alvorens uwe reis voort te zetten."

u Wy hebben dezen huize reeds ongelegenheid genoegveroorzaakt ," zeide en het eenige dat ons todoen staat , is, aan u , edele Brinio ! onzen dank to be-tnigen voor de guile gastvrijheid , die wy bier genoten."

Met uw verlof ," viel Coponins in, die, door dekomst des gastheers gewekt, op zijn peal overeind zat :c de Primipilus zal het wel met my Bens zijn , dat wyzooveel haast niet hebben, of wy zouden nog wel eersteen behoorlijk ontbijt kunnen nuttigen. Er is nietsnadeeliger voor de gezondheid dan met een nuchteremaag op reis te gaan , vooral des morgens vroeg en ineen zoo vochtig land als dit."

u Het zij zoo," zeide Aquilius , die in 't geheim nietontevrede was van zijn verblijf aan de hoeve nog eenwijl to kunnen verlengen en de schoone Ada nog een-meal te kunnen zien : — en met een zucht voegde by

Page 134: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B N T o. 1 27

er by: ff een stuk brood, indien wy de goeilheid vanonzen gastheer niet misbruiken maar wy hebbenslechts weinig tijd."

n 1k zal zorgen , dat gy geene reden tot beklag hebt,"zeide Brinio , en rich omkeerende, verwijderde hij rich.

Weinig tijd! weinig tijd!" herhaalde Coponius, ter-wijl by brommende opstond: by Jupiter ! wy zullenaltoos tijdig genoeg komen op dat fraaie kasteel, waarons zeker geen onthaal verwacht als hetgeen wy biergenoten. Het is een wijze spreuk maak gebruik vanhet tegenwoordige, zoolang het goed is. — Maar waarblijven onze slaven ? zoo , zijt gy daar, luiaarts?"

vergun n te brommen zooveel gy wilt," zeideAquilius tot zijn krijgsmakker, terwijl de binnengeko-men slaven hen aankleedden : mits gy slechts zorgt,dat wy binnen een half uur kunnen vertrekken.genoegens van dit verblijf moeten ons niet doen verge-ten, dat onze tending spoed vereischt en dat wy reedsgisterenavond op Matilo hadden behooren te zijn." —

Een half uur !" herhaalde Coponius: wilt gy myclan eene beroerte op (len pals halen ? Hoe kan men ineen half nur de manschappen in voile rusting te paardkrijgen en een ontbijt nemen , dat lien naam verdienenmag. Het bekomt my altijd slecht, wanneer er aantafel zooveel jacht gemaakt wordt , en ik my haastenmoet de brokken in te slikken. — Haast ri toch wat,Seleukus! gy ziet, dat de Primipilus ons anders geentijd tot ontbijten zal laten. En hoor eens , Seleukus! —Ga, zoo ras ik aangekleed ben, naar Ada, en zorg,dat er behalve het stuk brood, waarmede Thuscus tevrede is, nog wat vleesch, wat honig en wat eierenworden opgezet: eenige vruchten zouden ook niet schaden:men kan die altijd by rich steken en onderweg er rich

Page 135: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

128 BRINIO.

mede verfrisschen : in alien gevalle zorg, dat er ietskome , hetwelk den naam van ontbijt verdiene."

1k ben klaar," zeide A.quilius : volgt gy my naarde stallen ?"

Tot uwe dienst ," antwoordde Coponius, zich haas-tende de laatste greep van zijn kuras vast.tehechten;want hy wist, dat Aquilius , hoe inschikkelijk en toe-gevend ook , geen verzuim of vertraging in dienstzakengedoogde. Aan de stallen gekomen, vonden zy allesin behoorlijke orde; doch de onderofficier meldde hun ,dat Rufus in zijn nachtwaak een ontmoeting gehad had,die hy aan den Primipilus wenschte mede te deelen.

Welnu! wat is er gebeurd?" vroeg Aquilius , toende ruiter your hem stond: maak het kort, want wyhebben haast."

.Ja! maak het kort ," zeide Coponius, die de ont-meting van Rufus verwenschte , en uitrekende, datieder woord van zijn verhaal eene onnoodige inhreukop het toegestane half uur maakte. •

fl Wel!" zeide Rufus : 't behoeft niet lang te wezen.Naardien de Primipilus bevolen heeft, dat wy mitersgelijk op met de speerdragers de wacht by den vracht-wagen zouden houden... ."

Sla die inleiding gerust over, vriendl" zeide Copo-nius : ft en ter zake."

r, Wel! ik had clan de wacht een uur na middernacht.Alles sliep en snorkte om my heen en het was zoostil , dat men een blad kon hooren vallen. lk zat voorde deur van de schuur op dien grooten steen. Demaan scheen vrij helder, schoon zy nog maar in heteerste kwartier is: — en ik keek zoo rondom my heen ,naar al die zonderlinge huizen en huisjens, en dacht :wat zijn die Kaninefaten toch rare bouwmeesters!" —

Page 136: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 129

Sla uwe gedachten maar over ," zeide Coponius:gy hebt niet te denken." „ Wel! — terwijl ik daar ruijne oogen opsloeg op de

groote huizing , daar zie ik een luik opengaan , en eenoogenhlik daarna glijdt er een witte figuur nit hetraam." -

II Pe eene , of andere dienstmaagd, (lie een vrijer heeft,"zeide Coponius.

u Pat geloof ik niet," zeide Rufus : ri de gedaante keekeerst wat rond, als of zy vreesde bespied te zullenworden , en liep toen naar de boomgaard midden tus-schen de honden door : — er was er niet een die blafte."—

Zeker omdat zy de gedaante kenden," merkteAquilius aan.

Licht mogelijk ! maar ik verzeker u , Primipilus!dat ik mooi beangst zoude geweest zijn , indien ikniet met eigen oogen gezien had, dat de gedaaanteuit een bewoond huis was geklommen en dus tot hetmenschelijk geslacht behoorde ; want zy had machtigreel van een spook of een Alv e, zoo als de liedenhet bier noemen. — Wel! Zy ging de boomgaard dooren zoo naar den bloemtuin daar gekomen stand zy stilen zag aandachtig rond. Ik daeht , dat is een vreemduur, om bloempjens te gaan plukken." —

Zeker de eene of andere Canidia , die vergift,i(!ekruiden leest by manesehijn ," zeide Coponius.

u Pan gaat zy ze diep zoeken ," zeide Rufus: wantwat deed zy i Toen zy een tijd lang rond had gezocht ,greep zy op eens met beide handen een struik aan enrukte die, niet zonder moeite, uit den grand. Toen gingzy op hare knieen liggen krabbelen en de aard met dehanden opgraven en achter zich heen werpen , met eendrift, als of zy een schat dolf. — Ik dacht : daar moet

Page 137: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

130 B I N I O.

ik het mijne toch van hebben, en ik trad nader, envroeg: kan ik u oak helpers? — Maar naauwlijks hadik dat gezegd, of daar sprong zy op met een gil,keerde zich om, liep wat ze loopen kon weg — en wip!het raam weer in; -- maar ik had nu toch gezion wiezy was."

rr Welnu?" —y Kunt gy dat niet radon , dat zelfde wijf , dat boven

aan tafel zat, dat zoo raar was toegetakeld en zulk eenLeven maakte, toen de hoornblazers speelden." —

Rheime!" zeide Aquilius : en met drift spoedde hynaar de plaats, waar zy die nacht in den grond gewroethad. Hy zag de uitgerukte struik naast de opgedolvenaarde liggen: het was, gelijk hy reeds vermoedde, deduinroos, die hy den vorigen dag aan Ada getoond had.

Zonderling!" zeide hy : y was zy de Alve, waarAda van sprak?" En hy dacht na, of hy dit gevalaan Brinio zoil mededeeleu.

Intusschen had zich Seleukus naar het groote woon-huis begeven. Hy zag zich echter ontslagen van demoeite om aan Ada de wenschen zijns meesters kenbaarte maken; want de jouge maagd had reeds uit eigenbeweging gezorgd, dat de tafel wel voorzien ware metalles wat een hongerige maag aan een wel ingerichtontbijt zoir kunnen verlangen. Gedurende het in ordeschikken der schotels bestrafte zy haar broeder Brinio,die, op een bank gezeten, bezig was, zijn wapensschoon to maken.

y 1k wist niet hoe ik het gisteren–avond met u had,Brinio! gy zaagt zoo donker toen gy te huis kwaarnt,en ik dacht, dat gy waarlijk de plichten der gastvrij-heid zoudt hebben vergeten • die ons voorschrijven, denvreemdeling, dien wy herbergen, een blij gelaat to

Page 138: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

II fi I N T 0. 131

toonen. Wat zullen die Romeinen wel van u gedachthebben?"

Zy zullen denken, dat de zuster beter is dan debroeder," zeide Brinio, hear de hand toestekende : ikbeken het, geheel andere gedachten vervulden mijngeest, toen ik binnenkwam , dan die van Romeinen oplnijne hoeve te vinden: — en waren het soldaten vande Brittenburgsche kohorten geweest, geen geroel zelfsvan gastvrijheid zoil my hebben kunnen dwingen, huneen vriendelijk gelaat te toonen."

Hebben zy zich dan op nieuw aan ergerlijke bedrij-yen schuldig gemaakt?"

/I Gaat er een dag om, dat zy geene redenen vanklachten geven? doch, by Wodan ! het zal niet langmeer duren. Er moet eens een einde aan komen." —

n Gy doet my ontstellen," zeide Ada: Brinio! gyzijt sedert eenige dagen zoo somber, zoo afgetrokkenvan gedachten: er broeit gewis jets, dat gy my verbergt.Gy koestert toch het voornemen niet om uw reeht metgeweld te handhaven ?"

Ga aan uw spinnewiel, goede Ada, en bernoei uDiet met de beraadslagingen van mannen. — Zeg myliever, hoe heeft Rheime gerust ?"

Zy is bedaard geworden, en ik hob hear, toen zysliep, alleen gelaten. Zy is zoo even met de kleineTronda uitgegaan, om bloemen te zoeken."

rr Arme ziel!" zeide Brinio, het hoofd schuddende:op den eersten marktdag wil ik naar Lugdunum gaan

en zien of er zich die vreemde geneesheer nog ophoudt,van wien ik wonderen gehoord heb. Wellicht weet bymiddel om haar kwaal to genezen."

Zal ik met u gaan?" vroeg Ada verlegen.t, Neon !" zeide Brinio kort of : If toen wv or de

Page 139: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

132 BRINIO.

laatste reize waren, heeft Massa u zoo ling en met zulkefonkelende oogen aangestaard, dat ik u liever niet wederaan zijn sehaaintelooze blikken blootstel." —

llGy hebt het toch al te erg met hem gemaakt,"zeide het onschuldige rneisjen, hy was niet meer dap_vriendelijk jegens my en heeft niets gedaan waarom gyhem zijn olijven moest terugzenden."

u Zottin!" zeide Brinio : denkt gy dat hy u olijvenvoor niets zond? Ik wil geene gesehenken aanvaardenvan iemand, die Otis land ongelukkig maakt en wiensgiften ik niet met tegengesehenken kan of wil vergelden.Voorheen, ik beken bet, had ik vriendschap voorhem; — maar de omstandigheden zijn veranderd: ende tijd, dien wy beleven, gedoogt niet, dat wy aandie Romeinen grond geven om te denken, dat zy hieralles naar him wil kunnen sehikken ; — doch still ikzie onze gasten door de boomgaard komen. By Thor!die Primipilus zoG een knap kaerel zijn, zoo hy sleehtseen handbreed hooger ware. Ik kan niet anders zeggen,of zijn wapettrusting staat hem goed."

Ada antwoordde niets, maar de blos, die haar wangenoverstroomde, toen zy, na Aquilius te hebben aangezien,de oogen weer nedersloeg, toonde genoegzaam, dat zy in-stemde met de lofspraak, hem door haar broeder gegeven.

Weldra stolid de Primipilus voor haar en gaf haareen heusehen morgengroet. Coponius volgde aan hethoofd der bende, en zijn gelaat look op, toen hy detoebereidselen zag tot het oehtendmaal. Na korte plicht-plegingen (want de haast liet geene lange redeneeringentoe) namen alien plaats aan tafel. Coponius, niettegen-staande het plan , door hem den vorigen (lag gevorrnd ,om aan de schoone Ada zijn hof te maken, was thandsal te bevreesd otn zijn ontbijt te verloopen, clan dat

Page 140: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 133

by een oogenblik aan het vrijen zou hebben kunnenschenken. Aquilius daarentegen , nog verzadigd van hetgastmaal des vorigen avonds , vergenoegde zich met eenmondvol brood en een nap warme melk, die by ver-klaarde , boven alien drank te stellen, toen by hoorde ,dat Ada die eigenhandig gemolken had. Terwij1 Ramby haar en Brinio ter zijde en deelde hun mede watRufus die nacht gezien had. Beiden verwonderden zichover den haat, dien Itheime aan alle rozestruiken scheengezworen te hebben, en niet minder over de slimheid,welke zy aan den dag had gelegd , door reeds zoo langen zoo dikvvijls altijd onopgemerkt haar verblijf bynacht te verlaten om die zonderlinge verrichting , waar-van het doel onverklaarbaar bleef, , te volbrengen. Briniodankte echter den Primipilus voor zijn mededeeling,welke, zoo als by zich vleide, den arts, dien hy raad-plegen wilde, wellicht eenigzins op den weg zou kunnenbrengen om Ithelines ongesteldheid nader te leeren kennen.

Zy keerden nu weder aan den disch , en bet maalliep stil ten einde, terwijl Aquilius den korten tijd ,die er nog overschoot , waarnam om zich met Ada teonderhouden. Zijn ontluikende hartstocht voor de jongeKaninefaatsche deed hem echter zijn plicht als krijgsmanniet vergeten : en nu en dan sloeg hy onopgemerktBrinio en Daginus Bade, die, op een geruimen afstandgezeten , elkander thands niet schenen te kennen. Pitversterkte hem in zijn vermoedens , dat er tusschen henbeiden iets gaande was ; want, was hun onderhoudthen morgen slechts toevallig geweest , waarom zoudenzy elkander dan nu geen woord , geen knik schenken?hy besloot dit uittev orschen en den Batavier daaroverte onderhouden zooras de gelegenheid zich opdeed. Voorhet oogenblik begreep hy hetgeen hy gezien had voor

12*

Page 141: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 3 4 B I N 10.

zich te moeten houden, en gaf nu weldra den last aanCoponius, de ruiters en speerdragers op de wed inmarsehorde te stellen. De Hopman voldeed aan hetontfangen bevel; en gedurende het gewoel, dat hiervanhet natuurlijk gevolg was, wilt Seleukus zich behendigmeester te maken van al het ooft dat by bereiken kon,en vulde daarmede de tasch, die aan den zadelknop vanzijns meesters paard hing: echter, als van , zelfsspreekt, een goad deel voor zich houdende.

Welaan!" zeide Aquilius: I/ het is altijd een droe-vige zaak, afscheid te moeten nemen, daar, waar menhet wel gehad heeft. Doch ik vlei my, edele Brinio!dat onze kennismaking niet hier zal ophouden en datik gedurende mijn verblijf in dit oord nog menigmalengelegenheid zal vinden u en de uwen te ontmoeten." —

Ja ongetwijfeld," voegde Coponius er by : mijnpaard en zijn meester zullen den weg altijd wel vanzelfs weten to vinden naar eene plaats , waar then hunzoo volop hun bekomst heeft gegeven; en zoo de schooneAda nog eenig nader onderricht mocht verlangen out-trent sommige zaken, de edele kookkunst betreffende ,zoo heeft zy slechts naar Matilo te zenden. Haar die-naar zal altijd te haver beschikking staan."

Kom! gy zijt zot, Tarpa!" zeide Aquilius : delieden zouden waarachtig denken, dat Hordeonius Flaccusons herwaart gezonden had om onderwijs in de kook-kunst to geven." —

Wv zullen elkander gewis weder zien , wakkereThuscus!" zeide Brinio : want zoo gy hier Yolk moetwerven, zal ik buiten twijfel wel eens op den Britten-burg of Matilo geroepen worden. Nog eens, ik hoop,dat gy to vrede zult zijn over de naanschappen, dieMassa u leveren zal." — Deze laatste woorden deed

Page 142: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0. 135

hy met een spotachtigen lath vergezeld gaan , waarAquilius eerst later de beteekenis van begreep.

if Het voegde my ," zeide toen de Primipilus , n mijneerkentelijkheid over het bier genoten onthaal op eenevoegzame wijze uit te drnkken door eenig gesehenk,dat u mijner herinnere. Maar helaas! op een tocht alsdezen voert men niet anders mede dan hetgeen menvolst.rekt benoodigd heeft. Intusschen , zoo de schooneAda een kleine herinnering aan mijn verblijf alhier nietversmaden wit, zal ik my hoogst gelukkig rekenen."

Pit zeggende opende by het kleine koffertjen, waar-van wy vroeger hebben gesproken en hetwelk Demas ,zijn slaaf, , hem aanbood. Hy haalde cr een fraaienarming uit, die reeds 's avonds te yoren , toen by hemdroeg, de aandacht van Ada getrokken had, en welkenhy haar nu heuschelijk aanbood.

Beschromnd zag de maagd haren broeder aan , zonderwiens toestemming zy de gift niet dorst aanvaarden.

II De Kaninefaat niet gewoon zijne herbergzaam-beid te doen betalen ," zeide Brinio : nochthands , uwil ik niet beleedigen ; want ik aeht u — en daaromvergun ik mijne zuster uwe gave aan te nemen."

Gy verheugt my meer dan ik het zeggen kan,"zeide Aquilius , terwijl hy het schitterend kleinood omAdaas ronden arm stoot : een verciersel als dit voegtbeter aan een bevallige schoone, dan aan een krijgs-man , Wien alle voorwerpen van weelde slechts totoverlast strekken." --

Vrolijk liep Ada van hem of en wees met kinder]ijkeblijdschap het ontfangen gesehenk aan haar vriendin-nen; terwijt haar oogen fonkelden, 't zij uit bewonde-ring over het heerlijke mosaik , 't zij nit dankbaarheidjegens den gever.

Page 143: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

131; BRINT 0.

Ter wij1 haalde .A.quilius uit hetzelfde koffertjen eendrinkschaal voor den dag , uit Korinthisch koper ge-vormd, een samengesteld metaal , dat, gelijk men weet ,het goud in waardy overtrof , en van een kostbare be-werking. a Edele Brinio!" zeide by : rr in vergelijkingmet den drinkhoorn , waaraan gy gewoon zijt, zaldoze beker nietig en onbeduidend voorkomen; maar ikheb gezien, dat gy soms het gerstebier met den wijnder zuidelijke landstreken verwisselt, en voor dezen zala een kleinere drinkschaal niet onwelkom zijn."

En ik ," zeide Coponius, ter wijl Brinio het ontfan-gene geschenk met een beleefde oplettendheid bezichtigde :

ik zal , zoodra ik te Colonia Agrippina of in een an-dere plaats, waar goede wijn te bekomen is, ben terug-gekeerd , u een proefjen zendeu , dat a smaken zal: —en voor a, mijn alleruitmuntendst maagdelijn I zal ikeen afschrift laten vervaardigen van het kostelijk boekske,dat Cu. Pomponius Gula heeft geschreven over de kook-kunst ; opdat gy de voorschriften, die ik u gegevenheb, niet slechts onthouden , maar ook met Idea we ver-meerderen moogt."

Zend er dan ," viel Aquilius in , het vlugschriftvan Dictys by , over de kunst van te drinken zonder

storten."

rr Dat a de Goden verderven!" riep Coponius: ik

dacht, wy zouden daar niet weer over hooren." —Recht zoo !" zeide de Primipilus: en nu, op

weg! Nogmaals, zijt alien gegroet en vaart wel !"—En , na herhaalde handdrukken , kushanden en heil-

wenschen , welker vermelding wy den lezer besparen,zette zich de kleine bende in beweging en trok langzaamde lange laan op, welke naar den heirweg voerde.

Page 144: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINT 0. 137

VI.

Het goed onthaal op Brinioos hoeve genoten , hetfraaie weer en de aangenatne gewaarwording, welke eenliefelijke morgenstond ook by den minst gevoeligenmensch doet ontstaan, had onze reizigers in een goedeluim gebracht; maar op eens betrokken de gelaatstrek-ken der meesten, toen zy, den hock omzwenkende, enop den heirweg komende , een vrouw , welke zy spoe-dig voor Rheime herkenden , midden op den weg zagenzitten, zich in de zon bakerende en kransjens vleehtendevan de veldbloetnpjens, welke de kleine Tronda Naaraanbracht.

Een kwaad voorteeken!" riep Coponius : zoudenwy niet liever terugkeeren? Er kan ons niets goedsgebeuren op een tocht, wanneer bet eerste voorwerp,dat wy ontmoeten, een onzinnig wijf is." -

u Gy bedriegt u," zeide Aquilins, die bet gewichtkende , hetwelk de Romeinsche krijgslieden hechtedcnniet slechts aan het voorteeken zelf, maar ook aan dewijze, waarop het werd uitgeduid: e het eerste voorwerp,dat ik gezien heb, is dat kind geweest, met haar bloemen.En voorts, wat kwaad kan het spellen , dat de zustervan onzen gastheer ons op den weg het vaarwel komttoeroepen: " —

Aquilitts sprak deze woorden met luider stein, zoodathy door alien, miters en speerdragers, gehoord kon wor-den : en hy had werkelijk het genoegen te bemerken ,dat zijn bemoedigende taal den indruk wegnam , then hetgezicht van Rheime en de angst van Coponius haddenverwekt. Maar slechts een oogenblik had hy reden otnte vrede te zijn over de goede uitwerking zijner toespraak;want naauwlijks had de bende haren weg vervolgd, of

Page 145: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

138

bet paard van Coponius , door zijn berijder gedwougenter zijde te gaan om Rheime to ontwijken, schrikte voordoze onbeweeglijke, geheel in den mantel gewikkeldegedaante , en begon zoo to steigeren en te slaan , datde Hopman al zijn bekwaamheid ids ruiter noodig hadoni niet uit den zadel gelicht te worden. Te gelijkertijd hief Rheime, 't zij toevallig , 't zij dat zy werkelijkbewust ware , wie haar voorbytrokken , eon vloekzangaan, dien zy met gebaren vergezeld deed gaan, geschiktom de mooning te kennen to geven ook aan ben , diede woorden niet verstonden. De beteekenis van bet liedwas ongeveer de navolgende :

Bloeddorstige telgen van 't sehendige Romen!Wier moedwil den bliksem der Goden verzoekt!

Met u is de ellende in Germanje gekomen!Roofgierige wolven! zijt driewerf vervloekt!

Vervloekt moogt gy wezen, roofgierige wolven!Vervloekt moogt gy wezen ter zee en te land.

't Verderf zij uw deel op de schuimende golven:'t Verderf zij uw deel op 't ongastvrije strand.

Moog' Thor op uw vloten zijn bliksemvuur zenden,Tot de afgrond haar zwelge in zijn gapenden mull.

Het krijgszwaard van Wodan vernietige uw betide!'En vulle nwe steden met jamm'rend gehuil.

De dood treffe uw kind'ren, uw eeuiggeboren.Uw edit blijve onvrnchtbaar en ledig uw haard.

En vloek en ellende zij Rome besehoren,Tot dat zelfs haar naam zij vergeten op aard.

Dat u de Goden verderven, leelijke tooverkol!" riepCoponius , gramstorig naar haar omziende, terwijl debende zwijgend en met sombere blikken verder trok , jasommigen zelfs zich de ooren dichtstopten , om het akeliggeluid dier naarklinkende zangen niet te hooren.

Daginus!" riep Aquilius , den Batavier naast zich

Page 146: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N I 0. 139

doende opkomen hoor ems gy verstaat de taal dierlieden. Wat iingt die heks?"

if De goede Rheime is een weinig in de hersenen ge-krenkt ," antwoordde Daginus , de schouders ophalende :

zy zingt woorden, die zy zelve niet verstaat."Dat vraag ik u niet. Denkt gy , dat ik–zelf niet

bespeurd heb, waar het haar schort? En toch zoo ikbijkans twijfelen, of zy niet met opzet daar is gaanzitten om dien bygeloovigen krijgsknechten schrik aante jagen. — Maar wat is de zin van het lied?" -

n 1k versta de liederen, die de Batavieren zingen ,"zeide Daginus jj de moeder van Rheime was een vrouwitit het land der Cherusken , en van haar heeft zy veleliederen geleerd; maar voor my zijn het klanken zonderbeteekenis."

Indedaatl!" zeide Aquilius , hem scherp aanziende :misschien verstaat gy ook de taal niet, die Brinio

spreekt."1k moet u doen opmerken , dat Brinio hetzelfde

Germaansch spreekt als men op het eiland hoort, waarik geboren ben."

Dat dacht ik al. Dezen morgen althands kwam hetmy voor , dat het u geene moeite kostte, u met hemte onderhouden."

De Batavier lichtte onwillekeurig het hoofd op; envoor het eerst sedert hun vertrek van Noviomagum,ontmoette de blik van Aquilius het donker blaauw oogdes Priesters, dat van toorn scheen te fonkelen ; maarby sloeg het terstond weer neder en vervolgde zwijgendzijn weg.

u Wat was het onderwerp van uw gesprek?" vroegAquilius : my dunkt, het was nog al belangrijk."

Ik moet u doen opmerken, Primipilus!" antwoordde13

Page 147: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

140 B I N 0 .

Daginus, altijd op zijn gewonen onverschilligen Loon :dat twee Germanen , die elkander ontmoeten , altijd

wel wat te praten hebben. Brinio heeft vele vriendenby de Batavische kohorten. Daar is Labeo, die had myverzocht hem van zijnentwege te groeten: — Briganticus,Civilis zelf, zijn by hem bekend." —

Hy mocht wel hun voorbeeld volgen en onder deadelaars dienst nemen; hebt gy hem daartoe niet aan-gespoord?"

Ik heb hem indedaad trachten over te halen omde wapens op te vatten," zeide Daginus: a maar hyheeft er geene ooren naar." —

Aquilius moest zich met deze ophelderingen, waar in-dedaad weinig op viel aantemerken , wel vergenoegen :hy was echter onbevredigd en kon zijn vermoedens nietonderdrukken: ja, het deed hem leed, dat hy, doorDaginus zifn bekendheid aan het onderhoud met Briniote toonen , hem als 't ware tot behoedzaamheid voor't vervolg had aangespoord.

Ondanks de slechte voorteekenen werd de verdere reisdoor geen tegenspoed, zelfs door geen oponthoud ge-kenmerkt. De eerste plaats, waar onze reizigers aan-kwamen en eenige oogenblikken rust hielden , was NigerPullus, een vlek, op de oude kaarten opgeteekend, dochtoen nog niet veel meer dan een onaanzienlijke taverne,waar een Zwarte Kip uithing. Zy vonden den waardin drok gesprek met zekeren Vegetus, een inwoner vanLugdunum, aan wien, naar zy vernamen , het overdektevaartuig toebehoorde, dat vlak over de woning aan densteiger lag , en waarmede deze, volgens zijn zeggen ,gewoon was om de twee dagen naar Matilo te varen,Welke plaats by van levensmiddelen en verdere benoo-digdheden voorzag. Coponius, dit hoorende, trad dadelijk

Page 148: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN1 0. 141

toe en bezigde al zijn welsprekendheid om den man teoverreden , dat by toch de noodige zorg zou dragen om ,zoolang hy, , Coponius, zich op Matilo bey ond, dubbelzijn best te doen en niets aan te voeren dan hetgeenallervoortreffelijkst ware. Vegetus, deze aanbeveling hoo-rende , glimlachte op een spotachtige wijze en zeide tehopen , dat de Centurio te vrede zoii zijn ; doch dat byaltijd gereed was om, tegen goede betaling, hem in betbyzonder te voorzien : — waarna de bende haar wegvervolgde.

De tweede rustplaats onzer reizigers was aan eenschipbrug , die ongeveer vijf inijlen verder over denRijn geslagen was , en bewaard werd door een wachtvan Lien man , welke er de bezetting van Matilo dage-lijks heenzond, en tot wier verblijf en verschansing eenkleine sterkte diende, die aan de overzijde was opgesla-gen en den naam van Albiniana droeg. Aquilius trokechter die brug niet over ; maar bleef den heirweg vol-gen , die lanes den linkeroever voortliep.

Bemoedigd trokken onze reizigers verder, terwip hetheerlijke weer, de verfrisschende zeewind , die hun tegemoet woei, en vooral de gedachte , dat zy spoedig aanhun bestemmingsplaats zouden zijn , alle sombere gedach-ten uit hun gemoederen verbannen had. Sedert zy NigerPullus voorby waren , had het vroeger eentoonige land-schap een weer bevallige gedaante bekomen. Aan delinkerzijde van den weg strekten zich bosschen nit ,waarin het glanzende groen van breed uitgezette linde-hoomen naast de donkere bladen der schilderachtigebeuken prijkte : waar de met klimop en kamperfoeliebekleede olmen en de honderdjarige eiken hun armenin elkander sloten en een donkere schaduw over dendicht gewassen bodern verspreidden. Rechts, aan de

13*

Page 149: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

142 13 IL 1 N i O.

overzijde, was de meer golvende zandgrond met talloozeheesters bedekt: de goudgeele brew, die er in weelderi-gen overvloed bloeide, stak vrolijk of tegen den donkerenhagedoorn en het teeder wit der berkestammen. Hier endaar was het duinzand over den bodem heengestoven enhad het geheele bosschaadjens als begraven, zoodat al-leen de hoogste takjens boven den zandhoop uitstakenen den schijn hadden , als had ze een kinderhand ver-nmakshalve daar ingeplant. Op enkele plaatsen warende blijken aanwezig van de zucht der landzaten om zichtegen die zoo gcvreesde overweldigingen van het stuif-zand te beveiligen : doornehagen, scheeringen van gevloch-ten takken, beplantingen van den kalen duingrond,waren met oordeel aangebracht om de akkers en wei-landen te beschutten : terwijl men bier en Binds krijgs-knechten der kohorten bezig zag , de voor de Romeinenzoo belangrijke wegen te herstellen of met schelpen enkeien te beleggen. Behalve door hen werd het reedszoo verscheidene landschap nog verlevendigd door deblaetende kudden, die, tegen de belling der duinen ver-spreid , op het geurige thijm en het groene mosch weid-den: — door de bonte runderen , die in de grasvlakteliepen : — door de vlugge knapen , die , in grooten ge-tale vereenigd, bezig waren , de konijnen , waar zy hunnaam van droegen , in de wijd uitgezette netjens tejagen of hunne onderaardsche woonpaleizen uittedel-ven : — door de herders en akkerlieden , die , een wijlhun arbeid of hun zangen stakende , de voorbytrekkendebende aan kwamen gapen en , - door de breede rivierbeveiligd, hun eenige kwinkslagen toeriepen.

Het was ongeveer tegen den middag, dat onze reizi-gers het doel van hun tocht, de burcht Matilo of,gelijk die eigenlijk moet geschreven worden , Made-lo,

Page 150: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B it I N o. 143

d. de plaats in de weilanden," in het oog kregen.Uiterlijke praal van bouworde was aan dit kasteel niette bespeuren; maar de kunst des bouwmeesters had zichvoornamelijk de bedoeling voorgesteld, een sterkte testiehten, die niet gemakkelijk by verrassing genomen ,en zelfs door een kleine bezetting langen tijd tegen eenaanzienlijke overmagt verdedigd kon worden. En inde-daad, hy had zich van deze taak zoo good gekweten,als de plaatseiijke gesteldheid van een land, waar geenerotsen een natuurlijke versterking aanboden, dit gedoogde,en zoowel in de keuze der plaats als in die der ver-dedigingsmiddelen , oordeel en bekwaamheid aan den daggelegd. De vesting was namelijk gelegen op een pick,waar de Rijn zich in twee armen verdeelde, van welkede eene westwaart op naar zee liep, de andere eennoordelijke richting nam. De buitenmour, die het kas-teel en de overige gebonwen, welke vroeger tpt het vlekMatilo hadden behoord, rondliep, was met ijzeren, naarbuiten staande pennen voorzien en tegen overklimminggewaarborgd: aan twee zijden werd hy door de beidetakken des Rijns bespoeld; aan de twee andere kantendoor een breede en diepe gracht van het land gesehei-den. Men kwam er door twee hoofdpoorten binnen,waarvan de eene aan de landzijde op het westeu uitzagen zoo eng was , dat er to naauwernood een miter konworden ingelaten, en de andere, ten zuiden, op dehoofdbrug uitkwitm. Doze brag, uit losse planken be-staande, die over eenige platte schuiten gelegd waren,was in 't middeu met een beweegbare draaibrug voor-zien, kon dadelijk worden weggenomen en werd boven-dien aan de overzijde der rivier nog met een tweedepoort afgesioten. Behalve deze toegangen was er nogeen waterpoortjen , op een steiger uitkomende aan den

Page 151: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

144 BRINIO.

rechterarm der rivier, en dienende tot het laden enlossen der vaartuigen, welke de bureht aandeden. Flakachter den rnuur, en ten zuidoosten , verhief zich hethoofdgebouw, met kanteelen en schietgaten en tweevooruitspringende torens voorzien aan de flanken. On-derscheidene vensters vertoonden zich boven in den Bevel;doch alle door een dicht traliewerk tegen aauval be-veiligd.

Waarschijnlijk stelde de Bevelhebber van Matilo ge-noeg vertrouwen op den lijdelijken weerstand, welkende plaats zelve !food. Althands Aquilius zag, toen hyvoor de met ijzeren rasters gesloten poort kwam , dieden toegang tot de brag afsloot, geen wachter nochzelfs eenig levend sehepsel , tot wien hy zich wendenkon ofn den intocht te vragen. Hy had, zoodra hy desterkte in 't gezicht kreeg, zijn bende in 't gelid doenstellen en een sein laten blazer , ten einde zijn komstaan hen die binnen waren te verkoudigen. Zijn vet-wachting werd echter voor alsnog te leur gesteld; enzijn yolk stond voor de buitenpoort geschaard, zonderdat er van binnen 'eenig blijk van leven gegeven was.

Ik kan niet zeggen , dat de Bevelhebber een buiten-gewone waakzaamheid aan den dag legt," zeide Aqui-lius, onvergenoegd over deze wijze van handelen : menzoir waarlijk denken, dat de geheele bezetting uitgetrok-ken ware, en het slot aan zich–zelf had overg.elaten."

„ Of wel, dat zy van hongersnood gestorven zijn,"zeide Coponius : n ik weet niet, of zich daar binnenwel een • keuken bevindt ; want ik zie geen kringeltjerook opstijgen : en het is toch byna middag."

u Dat hen de Goden verderven," zeide Aquilius , zijngewone bezadtgdheid verliezende. n Hoe lang zullenzy ors nog met onze be.zweete paarclen in de tocht laten

Page 152: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

nerNio. 145

staan Zijn zy doof dear binnen Blaast uwe longenuit , trompetters ! en wekt die luiaarts uit hun sleep."

Naauwlijks echter had by deze woorden geiiit , of depoort tegen over hem ging open : een lenge, magere ,verbleekte gedaante , Wier smeerig en haveloos gewaadniet toeliet te onderscheiden of de eigenaar daarvan eenburger of een krijgsinan ware , vertoonde zich , bleefhalverwege de brug staan en vroeg toen , op een slaperi-gen toon , wat men begeerde.

it By Hercules! vraagt gy dit nog ?" riep Aquiliusdriftig nit : u wy willen binnengelaten worden. Watis dit voor een dienst op de burcht? Hebt gy onshoornge.schal niet gehoord? of houdt hier niemand dewacht?"'

Met uw verlof," hernam de man op de brug, zon-der een gezicht te vertrekken : u het is hier geen taverne,wear men zoo maar kan binnenkomen."

Een taverne !" bromde Coponius : n neen voorwaar !uit een taverne komen vrolijke gezichten voor den dag,met glinsterende oogen en roode neuzen , die getuigen ,dat zy aan Fader Liber hebben geofferd. — Maar dezeziet er uit, als of hy nimmer by eenigen God dan byEsculapius te gest ware geweest. Dat hem de Godenhaten!"

n Wie zijt gy ?" vroeg de wachter, , of wat hy wezenmocht : n en hoe komt gy langs dezen weg ? "

u Ellendige vlegel !" riep Aquilius hebt gy dangeene oogen in uw leelijke tronie , dat gy ons afvraagt ,wie wy zijn ! Zoo gy niet aan ons veldteeken ziet ,dat ik een Centurio ben , zal de stok, dien ik draag,het u doen voelen , zoodra ik aan de overzijde ben."

n Dan is het goed , dat gy dear moet blijven ," ant-woordde de poortwachter , even als de bruggeman in

Page 153: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

146 13 It I IC I 0 .

de oude, beroemde vertooning van „a1 de eendtjens:"rrindien gy binnen wilt , rij dan vooruit tot den Brit-tenburg, trek dien om en kola aan de westzijde aande vesting. Bc Overste Massa heeft verboden , dezebrug over te trekken."

n Dat verbod moge de Brittenburger kohorten gelden,"zeide Aquilius : u het is my , die uit het leger komonbekend : en inijne zending eischt spoed. Is de Over-ste op Matilo?" ---

ll liebt gy eon hoodschap voor hem ?" —Denkt gy dan , tiendubbele ezel!" hernam Aquilius,

wien het bloed in de aderen kookte , dat ik hier komom met hem te visschen of te jagen ? Ga I en dien onsdadelijk aan."

Ik dien toch vooraf uwe namen wel te weten ,"zeide de andere.

Ik begin groote lust to krijgen om hem den inijnenmet een Speer op het perkament van zijn gezicht toschrijven ," zeide Coponius.

11 leg aan uw Bevelhebber," zeide Aquilius, /I dat biertwee Hoplieden met een twintigtal speerdragers en tienmiters zijn , die hem bevelen brengen van den -Veldheer.Maar haast u, by Jupiter! want onze paarden zijn warm."

Indien gy bang zijt , dat zy ko6 vatten," hernamde wachter altijd met dezelfde onverzettelijke koelheid,u zoo kunt gy niets beter doen , dan ze den weg tolaten op en neer stappen." —

If Onbeschaamde!" riep Aquilius, u denkt gy , dat ikuwen raad noodig heb, maar hoe is het? zult

gy eindelijk gaan of niet?" —Indien gy my uw lasthrief aan den Bevelhebber

geeft, ja," antwoordde de wachter : anders weet ikwel, dat ik eon vruchtelooze reis doe." —

Page 154: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 147

Ik zal hem dien zelf wet ter hand stellen ," zeidede Primipilus.

e Dan kunt gy wachten , tot het den Bevelhebbergoeddunke , buiten te komen ; want voor hy dien gezienheeft , laat hy u niet binnen. — Wy zijn hier eenweinig op onze hoede en weten de krijgstucht in achtte nemen."

Indien het niet anders kan ," hernam Aquilius, deschouders ophalende : kom dan hier , opdat ik u betgeschrift ter hand stelle !"

Of ik gek ware," zeide de wachter : a neen, Centurio!zoo gaat het hier niet toe. Wees zoo goed uwen last-brief hier in te steken."

Met doze woorden stak hy een langen staak , die opde brag lag en aan Wiens einde een bears was vastge-maakt , aan Aquilius toe. Deze , hoewel barstende vanspijt , zag zich genoodzaakt van den nood een deugd temaken, en, door het ijzerwerk van de poort heen , denlastbrief in de beurs te steken.

Zoodra de vriendelijke poortwachter den brief in zijnmacht had , keerde by zich om , trad de muurpoortweder binnen , sloot die voorzichtig achter zich , en ,het hoofdgebouw intredende , hegaf hy zich naar debovenvertrekken. Twee daarvan , welke openstonden enonderling gemeenschap hadden , liep hy door en kloptetoen aan de deur , welke het tweede met het derdeverbond.

Wie is daar ? " vroeg een stem van binnen.'t Is Vulpes ," antwoordde de boodschapper : gy

hebt niets te vreezen." De grendels, waarmede de dear was gesloten geweest,

werden met behoedzaamheid opengeschoven : de persoondie binnen was stak het hoofd achter de slechts half

Page 155: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

148 BKINIO.

ontsloten dear om , ten einde zich te verzekeren , dathet werkelijk Vulpes en geen andere ware, liet hemtoen binnen en schoof de grendels weder dicht.

De kainer, waarin Vulpes zich toen be yond, was, 'zooals wy reeds gezegd hebben , de derde van een rij ver-trekken , die, over den buitenmuur been, het uitzichthadden op den Rijn en de brag, en die door denBevelhebber van Matilo bewoond werden. • De Overste,want hy was het zelf , die Vulpes had binnengelaten ,wierp zich nu op een rustbed ceder en, zich uitrek-kende , vroeg by :

,, Welnu! hebt gy die ontijdige bezoekers wat aan depraat gehouden ?" —

Gelijk gy hebt kunnen zien," antwoordde Vulpes,op het raam wijzende, door weiks tralien men de brugen de bende aan de overzijde aanschouwen kon : n mydunkt, ik heb my wel gekweten en u den tijd gelaten ,alles in veiligheid te brengen : en hy sloeg een glui-penden blik op een grooten open koffer , waarin eenemenigte geldzakken waren opeengestapeld.

Ik heb er maar een viertal meer te bergen ," zeideMassa: en, de daad by de woorden voegende, leide byzoo behoedzaam mogelijk de nog op tafel liggende zak-ken by hare zusteren , sloot den koffer dicht, liet densleutel door zijn gouden halsketting loopen en verborgdien in zijn gordel.

Dat is nu alles fraai en wel ," zeide Vulpes : maarnu hebben wy nog niet berekend wat het aandeel is ,dat my toekomt."

,, Is het mijne schuld?" vroeg Massa: ,, kan ik bethelpen, dat die gevloekte bende juist nu moest komenen ons in anze bezigheden stooren? Ik wade, dat zyin den Acheron zaten. Maar wees niet bekommerd!

Page 156: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 149

gy kunt er Loch niets by verliezen, of wy heden ofmorgen onze rekening vereffenen: en uw geld ligt vol-komen in zekerheid."

1k geloof, dat het nog zekerder in mijne kist zoudeliggen," zeide Vulpes, een scheef gezicht zettende: ikheb nu zelfs niet Bens een bewijs."

Vertrouwt gy my niet?" vroeg Massa gemelijk.Juist even-creel als gy my vertrouwt , edele Massa!"

antwoordde Vulpes.// Welnu!" hernam Massa ongeduldig: zoo ras wy

die nieuw aangekomenen gehoord hebben , zal ik u hel-pen; maar wy kunnen die menschen toch niet eeuwiglaten wachten.... wat moeten zy hebben?"

Vulpes haalde de schouders op en leide den brief,(lie hem ter hand gesteld was, voor Massa op tafel.

Een brief van den Veldheer!" zeide Massa , hetopschrift lezende en de koorden losmakende: a laat onszien, wat er nu weer aan de hand is;" — en by be-gon overluid den brief te lezen, die van den navolgen-den inhoud was :

Q. IIORDEONIUS FLACCUS, VELDHEER DER LEGERS

AAN DEN NEDERRIJN AAN CN. BAEBIUS MASSA,

WAARNEMEND STEDEHOUDER IN HET LAND DER,

KANINEF.ATEN , HEIL.

Zoo gy welvaart, is bet goed: wy varenook wel. — Alzoo wy van wege Vitellius Cezar....

('t is goed dat by den naam er byvoegt ; men heeftanders aan dezen uithoek moeite te weten, wie tegen-woordig aan het hoofd der zaken staat). a Alva() wy

enz.... zijn uitgenoodigd de Batavische kohorten vol-tallig te waken , en het ons dus noodzakelijk is voor-

a , een nieuwe lichting van krijgsvolk te doen

Page 157: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

150

n bewerkstelligen in het land der Kaninefaten, zoo heeftrr het ons goedgedacht, u daarmede te belasten , tin wij-n ders tot u te zenden L. Aquilius Thuscus, Primipilus11 by de derde keurbende , en T. Coponius Tarpa, Cen-v Curio by dezelfde, die u nader met de bevelen dien-11 aangaande zullen bekend maken, en gehouden zijn, u

daarin behulpzaam te zijn en binnen eene maand metfr de aangeworven manschappen terug te keeren, waartoe

wy hun een behoorlijk' geleide hebben medegegeven.lArijders gelasten wy a voor de huisvesting en het

rr onderhoud van gemelde Hoplieden en hunne man-e schappen behoorlijk zorg te dragen. Vaarwel!" —

Eeti nieuwe lichting," zeide Massa, zich de handenwrijvende : n wat dunkt u, Vulpes?'.' —

o My dunkt," zeide deze, rr dat het uwe schuld zalzijn, indien gy die lichting niet doet dienen oat nog-maals zulk een kist to vullen, als daar staat." —

En gy zult er uwe rekening niet slecht by vinden,"zeide Massa: maar de hulp van dien Aquilius Thus-ens ... en hoe heet de andere ook weer ? Coponius...zoe ik kunnen missen. — Dat hen de Goden verderven! —Aquilius! een Patricier! En hoe komt die niet meterto zijn dan Hopman by 't voetvolk?" —

Hy heeft het zeker nog niet ver gebracht," zeideVulpes.

Ja wel !" hernam Massa: n hy moet een Patrieierzijn zeker de een of andere ongeluksvogel, wiensgoederen verbeurd zijn verklaard! Nu! dien zal weleen rad voor de oogen te draaien zijn. -- En deandere Coponius heet hy ... hoe ziet die er uit?" -

,, Als een gemest kalf : ik geloof niet, dat die zoonaauw zal toekijken." —

Page 158: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN io. 151

Voortreffelijk ! — maar kom aan ! wy moeten diebrave lieden niet te lang laten wachten : het is geenezaak, te beginnen met hen tot vyanden te krijgen."

Dat is toch tnijn lot," zeide Vulpus : want diePrimipilus heeft my reeds een dracht stokslagen be-loofd." —

Hy zal wel tot reden te brengen zijn. — Is Liffioreeds terug met zijn yolk ?"

Hy is de westerpoort binnengerukt , even voor datzich die bende aan de Rijnbrug vertoonde."

Voortreffelijk ! Ga hem gelasten de bezetting op hetplein in 't geweer te doen komen en de toegangen teontsluiten. Wy willen onze gasten met krijgseer ont-fangen , om hun het wachten te vergoeden." —

TerwijI door den Bevelhebber van Matilo deze maat-regelen werden genomen, hadden onze beide Hopliedenen hunne manschappen den tijd , van zich aan de bui-tenpoort te verveelen en op het ongastvrij onthaal tevloeken , dat hun ten deel viel. Aquilins was afgestegenen liet, volgens den niet onverstandigen raad van Vul-pes , zijn paard aan den toom op en neder stappen ;terwijl Coponius zich vermaakte, met eenige nog in zijntasch overgebleven pruimen op te eten en er de steenenvan tegen den muur te werden, als tot een teeken vanuitdaging.

Eindelijk echter begon rich achter de wallen het ge-luid te doen hooren van den tromp, die de bezettingin 't geweer riep : hierop volgde een dof gedrnisch vanstemmen en wapenen: de pooft aan de overzijde gingwijd open: een onderofficier met een man vertoonde zichop de brug en ontsloot het rasterwerk van de buiten-poort.

n De Bevelhebber verwacht u, Primipilus!" zeide by

Page 159: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

152 BRINIO.

vervolgens, zich beleefdelijk tot Aquilius wendende, ter-wijl zijn manschappen hem behoorlijke eerbewijzing deden.

/, Hy verdiende, dat ik hem op mijne beurt ook lietwachten," mompelde Aquilius by zich–zelven, terwijlby to paard steeg : trompetters ! blaast den marsch !"—

En nu trok de geheele bende, door den onderofficiervoorafgegaan, de poort binnen, zwenkte om het hoofd-gebouw been, en be yond zich weldra op bet grooteplein binnen de vesting. Hier stond de bezetting inhet geweer, en kwam Massa, die op de stoep van zijnwoning de aankomenden had afgewacht , hen te gemoet.De gewone eerbewijzingen werden over en weder gege-ven en ontfangen; waarna (le Bevelhebber de Hopliedenuitnoodigde, of to stijgen en met hem naar binnen togaan, waar hen de aanvoerder der bezetting en een paarandere Hoplieden volgden.

Massa bracht hen in het eerste der drie vertrekken ,welke wy gezegd hebben , dat door hem werden be-woond , en verzocht hen , plaats to nemen , waarna byzich in dezer voege tot Aquilius wendde.

Gy hebt wat lang aan de poort moeten wachten ,Primipilus!"

Indedaad, Overste !" antwoordde Aquilius : en daarik niet kan gelooven , dat het op uw last is geschied ,zoo moet ik beginnen my te beklagen over den Hoofd-man van de wacht, die u niet in tijds van onze komstheeft verwittigd, en ons daardoor met bezweete paardeneen half uur, , zoo niet langer, , op den weg heeft laten

staan." Massa zweeg, en zag den aanvoerder der bezetting aan,

een ouden krijgsman, wien een schier vijftigjarige dienst,meest in Gallien verricht, nog tot geen hooger rangdan dien van Centurio gebracht had.

Page 160: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I Nj o. 1 53

Overste!" zeide deze, den grijzen kop met wrevelschuddende: ik heb zoowel hier, als toen ik in Galliendiende, geleerd, my niet te ergeren , wanneer ik tenonrechte beticht word. Gy zelf weet, dat, zoodra myde nadering der speerdragers bericht word, ik er udadelijk van heb doen verwittigen, en geen last van ubekomen heb, voor dat ik zoo even door Vulpes ver-zocht werd, de bezetting in 't geweer te doen komen."—

Juist !" zeide Massa, zich de kin strijkende: 0 dochik had gedacht, dat gy intusschen iemand gezonden zoudthebben om te vernemen, wie zich aanmeldde. Toen ik zag,dat er niemand ging, heb ik zelf een man gestuurd." —

1k ben niet gewoon, de bevelen mijns Overstenvooruit te loopen," zeide de Centurio, wiens naam wastiffio: sedert het my kwalijk genomen is , dat ik ,toen ik in Gallien diende , my zonder bevelen tegen deTectosagen , die my aanvielen, verdedigde: ofschoonik hen tot in hun bergholen terugdreef." —

Het is dus alleen den brenger uwer bevelen, wienmijn aanklacht geldt," zeide Aquilius tegen Massa: hetis zeker uwe hedoeling niet geweest, dat hy ons metnietige praatjens zoude ophonden , en ik heb hem onderuwe goedkeuring een goede dracht stokslagen beloofd."—

Hy dankt u voor de hem toegedachte gunst," zeideeen der aanwezige Hoplieden, die een weinig achterwaartsvan Aquilius zat. Deze, zoowel als Coponius, wenddenhet hoofd om , daar zy de stern meenden te herkennen.Zy hadden zich niet bedrogen; hy die gesproken had,was werkelijk dezelfde man , die hen aan de poort hadopgehonden, wien zy by het hinnenkomen, nu by derusting eens Hopmans aan haq, niet herkend hadden,en die thands, hen schuins aanziende, met den wingert-rank speelde, dien by in de hand hield.

Page 161: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

154 BRANT°.

0 Waarover klaagt gy toch , krijgsmakker?" vervolgdeVulpes, op een spotachtigen toon : ik heb den last desOversten gevolgd : en juist uit menschlievendheid, teneinde u niet te Lang te laten wachten, heb ik dien nietaan den Centurio daar overgebracht, maar ben zelf ge-gaan. — 't Is waar, toen ik zag, dat gy zoo ongeduldigwaart, heb ik my een weinig met u vermaakt : ik vondhet zoo kluchtig, dat gy my voor den poortwachter aan-zaagt , en my stokslagen beloofdet... ha! ha! vergeefmy , dat de gedachte my lachen doet."

Het is niet kwaad, den lezer te verwittigen, dat het-geen Vulpes lachen noemde niet meer was dan eengemaakt en leelijk grijnzen, waarby het scheen dat deonderkaak ontwricht ward.

Aquilius lachte dan ook niet; maar keek eerst denspotter en vervolgens Massa vrij zuur en onvergenoegdaan. De oude Hopman sehudde het hoofd; maar deBevelhebber , die een einde aan de zaak verlangde , namhet woord :

if Komt!" zeide hy : n iedereen heeft gemeend wel todoen, en daardoor vervalt het beklag. Primipilus! gy

moat deze Hoplieden nader leeren kennen. Deze is IciliusVulpes, mijn rechterhand : deze is de Centurio CanidiusLiffio, die de krijgsknechten der bezetting aanvoert: —een waardig krijgsman, die u veel zal ,kunnen verhalenvan de ondervinding, die hy in Gallien heeft opgedaan,waar hy lange jaren gediend heeft: deze is zijnOnderhopman (I) Velius Mela. — Maar nu zal het zaakzijn, voor uwe manschappen te zorgen." —

Ja Overste!" zeide Coponius e die goede lieden

(1) Optio of t erg id uetor, die ongeveer met een eersten Iui-tenant gelijk stood, gelijk de Centurio met een kapitein.

Page 162: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRANT°. 155

zullen wel honger hebben na hun langen tocht... enik niet minder ," voegde hy er zachtjens by.

Gy begrijpt," vervolgde Massa, als of hy deze aan-merking niet gehoord had , e dat de burcht er niet opis ingericht , om zoo maar dadelijk een vijftigtal nieuwegasten te huisvesten ; maar mijn vriend Vulpes zal wetzorgen , dat zy hier of daar onder dak komen."

u Ik zal met a gaan en hen afdanken," zeide Aquilius,oprijzende , tegen Vulpes.

Gy hebt my niet meer van doen ?" vroeg Liffio ,insgelijks opstaande , aan Massa: n anders laat ik ookmijn yolk weer binnenrukken." --

a Ga, mijn Neste Liffio ! ga ," zeide Massa : wat ubetreft , Primipilus ! het zal my hoogst aangenaam zijn,indien gy nog een wijl vertoeven wilt en de zorg overde beschikkingen aan uwe krijgsmakkers overlaten. Ik hebmet u te spreken , en ik bemin den spoed in de dienst."

11 Dat hebben wy daareven gemerkt ," dacht Aquilius,die nog het wachten aan de poort niet verduwen kondeen kwalijk te vrede was over de scheeve verklaring, diehem daarvan gegeven was.

Ik hoop de Hoplieden na den afloop hunner ver-richtingen terug te zien ," riep Massa hen achterna ,terwijl zy zich verwijderden.

rr Zie zoo !" dacht Coponius, in 't heengaan: nu ver-zoekt by ons ongetwijfeld te gast. Dat zon my wederomeenigzins met hem verzoenen."

VII.

Welaan I" begon Massa, zoodra alien, behalve Aqui-lius, het vertrek verlaten 'ladder). : n nu zijn wy alleen ,

14

Page 163: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

156

Primipilus I schuif uw zetel thands naderby en laten wvopenhartig over onze zaken praten."

Kom!" dacht Aquilius , terwijl hy aan het verzoekvoldeed: nit ben ik in tegenwoordigheid van BienMassa, die het den ingezetenen zoo lastig maakt. Pragenwy zorg, op ooze hoede te wezen ; want ik geloof, dathy een fijue vogel is."

En indedaad , het uiterlijke van Massa wetier.prakdeze veronderstelling niet. Zijn gelaat was van naturegevormd geweest .om te behagen, en hy had langen tijdden naam gehad, een schoon man te zijn ; doch de.hartstochten, die zijne ziel beheerschten , waren ook nietzonder invloed op de uitdrukking van zijn wezen ge-bleven. Zijn trekken waren op zich–zelve edel en regel-matig; maar wulpschheid en geldzucht waren te lezenin de ingevallen mondholten , in de binneuwaarts ge-trokken lippen en in den sterk voorovergebogen neus.Zijne zwarte oogen , met een donkere wenkbraauw over-schaduwd , waren ontegenzeggelijk fraai en sprekend ;en er waren ook gelegenheden , waarin hy hun werkingmet goed gevolg wist aan te wenden ; — maar ge-woonlijk, vooral wanneer hy zich be yond met zoodanigelieden, die een zedelijk overwicht boven hem hadden,kregen zy een verlegene, zijdelingsche richting, en zagende persoon niet aan, tot Welke hy sprak, waardooral bun glans verloren ging en men van zelf op hetniet onwaarschijnlijk vermoeden kwam , dat hy anderssprak dan hy meende. Zijn stem was helder en volkracht, wanneer hy by krijgsoefeningen het bevel voer-de : — welluidend en aangenaam , wanneer hy- opge-ruiind aan den disch zat of zich met een schoone onder-hield ; maar zoodra hy over punten, waar zijn belangof eerzucht by gemoeid waren , spreken moest , en hy

Page 164: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINTO. 157

vreesde zieh te zullen verpraten , veranderde op eenmaalzijn toon : hy zocht woorden om zijn gedachten tebemantelen : hy stamelde, en het geluid zelf zijnerstem werd valsch en onaangenaam. Hy had voorheendapperheid aan den dag gelegd : en nog was , wanneerbuitengewone omstandigheden haar op de proef stelden ,zijn ziel niet van veerkracht ontbloot; maar lange jarenin vadsige eentoonigheid binnen de landstreek , waar byhet bevel voerde , doorgebracht , hadden hem niet in degelegenheid gesteld , deze goede zijde van zijn karakterverder te ontwikkelen. Door het bestel van nijdige te-genstrevers aan een uithoek des Romeinschen gebiedsgeplaatst , in een betrekking, die, schoon eervol enniet zonder gewicht, eenigzins met een ballingschapgelijk gesteld kon worden, had by zich van den beginneof bevlijtigd om van zijn onder–Stedehouderschap voorzich–zelven zooveel party te trekken als mogelijk ware.Pe Stedehouder zelf kwam niminer over en hy had dusniet te vreezen, dat deze hem op de vingeren zoil zien:en de Pretor, , aan wien hy zijn verantwoording doenmoest , was te verre verwijderd om de naauwkeurigheidzijner opgaven en rekeningen te kunnen nagaan : geenwonder dus , dat van het geld, hetwelk hem om (ledrie maanden werd overgemaakt tot soldij van de troe-pen , tot herstel van wegen , vaarten of verschansingen ,tot aankoop van levensiniddelen en krijgsbehoeften enz.,een aanzienlijk gedeelte in zijn eigene koffers overging.De slinksche treken, hiertoe door hem aangewend, warenmenigvuldig , en wellieht zouden zy , indien zy allewerden opgehaald, nog verbazing wekken in een tijd,waarin dergelijke bevoorrechte knevelarijen aan de ordevan den dag zijn in alle legers.... met uitzonderingnatuurlijk van het onze, waarin nooit gelden misbruikt

14*

Page 165: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

15 8 B It I N O.

zijn geworden ; naar my verzekerd is door menschen,die het goed kunnen weten. Intusschen zofi Masa betnooit zooverre gebracht hebben zonder den bystand vanzijn getrouwen handlanger Vulpes , wien het nimineraan nieuwe kunstgrepen faalde om zich met zijnen Oversteten koste van derden te verrijken. Die Vulpes , wiensommigen beweerden een weggeloopen slaaf, , anderen eenvoormaligen Siciliaanschen struikroover te zijn, was vangemeen soldaat tot den rang van Centurio opgeklommen,zonder dat zijn bevordering eenigen gunstigen invloedop zijn uiterlijke of manieren had uitgeoefend. Massabedekte voor het minst zijne ondeugden onder een vernisvan beschaafdheid , en was , zoo vaak zijn belang nietin 't spel was, beleefd en voorkomend ; Vulpes daaren-tegen was van nature kwaadaardig en verzuimde nimmerzulks te toonen ja, hoe hebzuchtig ook , by zoft zelfszijn gouddorst opgeofferd hebben aan het genoegeu vaniernand een hatelijkheid te kunnen toeduwen. Hy spaardezelfs Massa niet, hoewel deze zijn Overste ware ; tron-wens hy wist dat zoo hy in zijne betrekking vandezen of hing , de Bevelhebber wederom in andere opzichteuvan hem af hankelijk was, en de openbaarmaking tovreezen had, niet slechts van sehelmstukken , door beidengezamentlijk gepleegd , maar ook van andere zaken , diehet licht niet velen konden , en waarvan zijn vertrou-weling maar al te wel bewust was. En bovendien ,Massa kon hem niet genoeg in waarde houden; wantniemand beter dan Vulpes moist om te springen met deleveranciers, met de opzichters der publieke werken ,met wiehelaars en priesters , met kooplieden en schip-pers , in een woord , met al die soorten van menschen ,waaraan wat te verdienen viel en die op deze of genewijze tot. zwijgen moesten worden gebracht. Zelfs gaven

Page 166: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BR1NIO. 159

de lompe toon en onbeschaamdheid van Vulpes hem ditvoordeel , dat , schoon hy even coed een logenaar enbedrieger was als zijn Overste, hy by velen meer door-ging voor een ongemanierden , onhebbelijken , ongelik-ten beer , dan voor een doorslepen gaauwdief : ja erwas er , die beweerden , dat hy wel ruw en onverdra-gelijk , maar in den grond geen oneerlijke kaerel was.Met Massa was men op zijn hoede: met Vulpes nimmer:en de lompheid, waarachter deze laatste zijne geheimebedoelingen verborg, was oorzaak , dat men hem minderwantrouwde, en dat hy dien ten gevolge dikwijls zakente weten kwam , die Massa met al zijn slimheid nietkon uitvorsehen.

Den lezer alzoo nader bekend gemaakt hebbende metden vertegenwoordiger des Cezars in het land der Kani-nefaten en met zijn beminnelijken helper, keeren wijtot ons verhaal terug.

Die Vulpes is een onhebbelijk wezen ," zeide Massa,na een poos zwijgens, tegen Aquilius: n maar hy isyverig en verstaat de dienst in den grond: — en daarik hier geene keus heb, moet ik my wel met hem be-helpen en inschikkelijk omtrent hem zijn. Ik hoop, datgy, Primipilus! de beleediging, die hy n heeft aange-daan, aan zijn slechte opvoeding zult wijten en hemgednrende uw verblijf alhier verdragen , even gelijk ikdoe ; want ik zou ongaarne zien... gy gevoelt ver-wijdering tusschen u beiden dit verblijf is op zichzelf al verveelend genoeg"... —

Dan zori een kleine twist er wat levendigheid aankunnen byzetten ," viel Aquilius den Bevelhebber, , diein zijn volzinnen begon verward te taken, lachende in:

stel u echter gerust , Overste ! Ik zoii my kunnenvergenoegen met de schouders op te halen over het

Page 167: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

l 60 BRINIO.

geheele voorval , ware het niet dat de Centurio myvolkomeu voor den gek heeft gehouden aan het hoofdmijner bende , en dat ik, door zulks to dulden, gevaarloop mijn ontzach onder hen te verliezen."

Eilieve kom ! " hernam Massa , willende beproeven ,in hoeverre Aquilius door vleiery te winnen ware ,

gy schijnt my toe iemand te zijn , die zijn gezach nogal weet te bewaren , en wiens eer er niet door gekrenktwordt , al bast nu en dan een lompe bulhond hem aan.Het is beneden iemand van uwen stand en naam...Vulpes is een man zonder geboorte ... de edele leeuwzal Been poelslang ten strijde dagen."

Neen , maar zoo de slang naar hem bijt , zal byhaar wel in 't voorbygaan de klaauwen in den kopslaan ," hervatte Aquilius.

Geestig aangemerkt, by Hercules !" zeide Massa : ikzie , dat gy moed en vernuft bezit : twee eigensehappen ,die uw geslacht altijd gekenmerkt hebben. — Gy behoortimmers tot den Patricischen stam der Aquilii ?"

Aquilius knikte toestemmend.Nu ! men behoeft bet niet te vragen ," vervolgde

Massa : n men wordt dat terstond aan uwe trekken ge-waar. De arendsoogen , waarvan uw stamvader zijnnaam ontleende. En om welke redenen... hoe komthet , dat gy slechts Primipilus zijt en niet ten minsteeene kohorte aanvoert ?"

,, De dwinglandy van Nero had ook mijn vader ge-troffen. Van alles beroofd , en te trotsch om gunstenof te bedelen , moest ik my wel met een rang by hetvoetvolk vergenoegen. De vriendschap van Hordeoniusen de dood van oudere Hoplieden heeft my nog hetvoorrecht geschonken , den adelaar te voeren."

,, Nu ," zeide Massa : u uwe zending is van gewicht...

Page 168: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

161

wy dienen daarover te spreken ... de Veldheer schrijftmy, dat gy my nadere mededeelingen te doers hebt..."-

Aquilius boog zich en trad omtrent zijn zending inbyzonderheden, welke wy onzen lezer willen besparen.

a My dunkt," zeide Massa, nadat de Primipilus ge-daan had: er is haast by het werk... eilieve! heb degoedheid en verhaal my eens... wy zitten hier aan heteinde van de waereld... wat is er toch al gebeurd, datmen zoo overal nieuwe lichtingen van krijgsvolk doet.Is er een nieuwe veldtocht voorhanden ?"

a Dat is my onbewust ," antwoordde Aquilius : y maarhet gerucht liep to Colonia, dat het leger in Palestinazijn aanvoerder, Vespazianus, tot Cezar heeft uitgeroepen,en het komt my voor, dat zulks reden genoeg aan Vi-tellius moet opleveren om de hulpbenden, die, zoo inden strijd tegen Otho als door hun onderlinge twister ,veel geleden hebben , voltallig te maken."

11 Gy hebt gelijk," zeide Massa: n en wy zullen u ziente helpen... maar zoU dat gerucht indedaad waar zijn?By Jupiter! dan mag Vitellius op zijn hoede wezen;want die Vespazianus... het zoti my niet verwonderenonder ons gezegd, Primipilus !... dat hy... in 't kort,hy heeft vele vrienden in den Senaat en in het leger...ik geloof dat Hordeonius zelf hem niet ongenegen is. —Zy zijn oude krijgsmakkers wat zegt gy? he?"

En hy zag zijdelings den jongeling aan, hopende, datdeze zich over de zaak Rader zoti uitlaten en hem daar-door in de gelegenheid stellen zich van de verkregenkondschap te bedienen; — maar Aquilius, het onnoodigoordeelende zijn byzonder gevoelen omtrent een zoo teederpunt te openbaren aan iemand, die er wellicht mishruikvan maken mocht, bewaarde een voorzichtig stilzwijgen.Toen echter de Bevelhebber zijn vraag herhaalde: Over-

Page 169: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

162 BEINIO.

ste!" zeide hy, ik bekommer er my weinig over, hoeanderen denken : ik ben soldaat, en volg den last mijnsVeldheers: — en die is thands, yolk te werven in dienstvan Vitellius Cezar."

Recht zoo!" zeide Massa : n en , zoo als ik zeide,wy zullen u zien te helpen ; maar het zal moeite kos-ten... want ik weet niet, welke geest die Kaninefatenthands bezielt. 't Is of zy een haat tegen den oorloggekregen hebben .... men moet, mu zoo te spreken ,vierdubbeld handgeld geven... gy moest hen eens hoorenspreken... 't is, of zy niets meer met ons to doen wil-len hebben..." —

Ik heb hen hooren spreken ," zeide Aga:tins: ikheb de afgeloopen nacht op de hoeve van Brinio door-gebracht."

„ Van Brinio!" herhaalde Massa, van kleur verande-rende: ik ken hem. Was by wel... en de zijnen ook?...heeft 'men ook over my gesproken?"

u Dat heeft men," zeide Aquilins : ik zie geene redenenom het u to verzwijgen." —

En ... wat zeide men?" vroeg Massa, met blijkbareongerustheid.

/I Verschoon my, Overste, zulks te herhalen. Ik bendaar gastvrij ontfangen: en gy zoudt wellicht op henen my verstoord zijn, zoo ik u overbracht, hetgeendaar onder den beker gezegd is." -

n Neen! spreek vrij uit: ik bezweer u, by de onsterfe-lijke Goden! het zal geheel tusschen ons heiden blijven."—

Aquilius bedacht zich een oogenblik, en zich herin-nerende , dat Ada zelve hem verzocht had, aan denBevelhebber de gronden van beklag voor te leggen,welke men tegeu zijn bestier had, schroomde hy nietlanger , aan zijn verzoek to voldoen.

Page 170: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

163

Welnu I" zeide by : 11 men beklaagde zich eenvoudig,dat de soldaten der kohorten stroopten en stalen, en datgy geen gezach genoeg hadt om hen in bedwang tehouden."

Anders niet?"Ten minste, niets anders, dat der vermelding waar-

dig is. 1k kan den staat der zaken alhier niet beoor-deelen , 0 verste maar gy zult my versehoonen , indienik vrij nit mijne meening zeg. Maken de krijgsknechtender kohorten zich werkelijk aan rooveryen schuldig, zooware het wellicht zaak , niets door de vingeren te zien.1k heb meenen te bespeuren , dat er ontevredenheid byde Kaninefaten heerscht, en die Brinio zou geen vyandzijn , om te licht te tellen."

n By Jupiter!" zeide Massa: n ik heb nimmer gewei-gerd, billijke klachten aan te hooren ; en ik kan ubetuigen , dat er geene hoegenaamd tot my komen ; —maar die Brinio is een onvergenoegd mensch... ik pinchhem vroeger veel te bezoeken; maar ik heb die kennislaten varen : by was altijd vol hoogheid en wrevel."

Hy heeft my gezegd, dat gy hem wel bezoeht,"zeide Aquilius.

Hy had toen een zuster... Rheime heette zy , ge-loof ik... zy zag er niet kwaad uit; maar zy issedert ijlhoofdig geworden. — Leeft zy nog ? "

Zy leeft, en is te beklagen."En heeft zy by geval rnijn naam ook genoecad?

Misschien herinnerde zy zich mijner nog?"Zy heeft uw naam niet genoemd," antwoordde

Aquilius: n en zelfs , wanneer die werd uitgesproken,geen blijk gegeven , dat zy zich uwer herinnerde." —

nt Is vreemd!" zeide Massa, met een diepe ademhaling,als werd hem een pak van 't hart genomen : maar,

15

Page 171: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

164 BRINIO.

keeren wy tot ons onderwerp terug: wy spraken overde moeite die het in heeft, yolk te werven."

veronderstelde, dat dit van zelfs ging," ieideAquilius: n ik meende, dat men de aanzienlijksten uithet land samenriep, en hun de zorg opdroeg, geschiktemansehappen te werven."

u Ongetwijfeld!" zeide Massa: n krachtens het verbondzijn de hoofden der stammen gehouden ons twee vanelke honderd zielen te leveren: en dat ging ook goed,toen de voornaamsten en het yolk het zich tot eene eerrekenden onder de Romeinen to dienen; maar die tijdenzijn voorby ... en op de wijze, die gy daar aan dehand deedt , krijgt men niemand meer. Neen, neen! dieBrinio, en alien, die als by denken , zullen er buitenblijven ... het blijkt immers uit uwe zending zelvete voren waren bet Batavieren, of althands Hopliedenuit de hulpbenden, aan wie men een soortgelijke bood-schap gaf zon men die thands wel aan een Romeinhebben toevertrouwd, en u althands niet een BatavischenCenturio hebben toegevoegd, indien men zich genoegop hen kon verlaten? en waarom u ruiters medegege-ven , indien het niet is om te zorgen, dat er geen ont-komt van de mansehappen , welke gy terugvoert?"

1k moet erkennen," zeide Aquilius, na eenig na-denken , dat de Krijgsraad eerst voornemens was, Bata-vische Hoplieden te zenden; de Veldheer heeft er zelfsover geschreven aan Claudius Civilis, die te Novioma-gum ligt; doch deze heeft, zoo ik hoor, geantwoord,dat by geen zijner Hoplieden tot het uitvoeren van dien

last geschikt achtte." n Nu ziet gy het," zeide Massa! n zoo weinig ver-

trouwt Civilis zijn eigen landgenooten kent gy hem,Primipilus?" —

Page 172: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B B. N I 0. 165

a 1k heb hem nimmer ontmoet: b y heeft den roemvan een wakker veldoverste te zijn."

Juist 1 — en een slimme vogel , zoo ik boor; doch...als ik zeide wie thands bier te laude yolk wil wer-ven , moet geld en goede woorden gebruiken ... en zoodat niet helpt, gestrengere maatregelen nemen daar-van gesproken hebt gy veel geld mede gebracht ? debrief spreekt daar niet van ... en dat is verkeerd."

1k heb voor duizend man handgeld by my ," zeideAquilius: hun soldij zullen zy ontfangen , zoodra zyby het leger zijn."

a Voor duizend man handgeldl dat maakt onge-veer zevenhonderd goudstukken daar zullen wy nietver mede komen; maar toch! ik zal zien, wat ik ermede gedaan krijg."

n Met uw verlof, Overste!" wide Aquilius, eenigzinsverwonderd: If het is aan my, hun die som uit te beta-len , wanneer ik hen van u overneem; — want daarmy het geld toevertrouwd is, dien ik het te verant-woorden."

Fraai gezegd, vriendlief!" zeide Massa: n maar gykent de kaart van het land niet. Zoo zy geen geldvooruit ontfangen, komen zy hun woonhuizen niet uit...Laat my maar met hen omspringen... ik ontsla u vanalle verantwoordelijkheid... gy zult te vrede zijn; maargy inoet my laten begaan."

Overste!" zeide Aquilius: n ik weet waarlijk niet..."Hier ontstond eenig gerucht op het portaal : er werd

aangeklopt, en Coponius, het hoofd door de deur ste-kende, vroeg, of het vergund ware, binnen te treden.

Wat is er?" vroegen Massa en Aquilius gelijktijdig,bespeurende dat de gelaatstrekken van den goeden Cen-turio niet weinig waren ontdaan. Deze trad naar Aqui-

15*

Page 173: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

166 BRINIO.

lius toe, terwijl Vulpes op hetzelfde oogenblik zich aande deur vertoonde.

Primipilus!" zeide Coponius: met verlof van denOverste! dat kan zoo niet gaan. De Centurio Vulpesheeft alien, ruiters en speerdragers, her- en derwaart hetland ingestuurd om huisvesting te zoeken... dat is totzijn dienst ofschoon ik gehoopt had, dat by diearme lieden, die zoo van de reis komen, althands dentijd had gegund, zich een weinig met spijs en drank toverfrisschen. Doch ik had verzocht, dat er ten minsteeen viertal zoa achterblijven, om de dienst by ons waarte nemen en de wacht te houden by den vrachtwagen...en dat weigert de Centurio, zeggende, dat wy aan onzeslaven genoeg hebben, en dat by den wagen wel doorzijn eigen yolk zal laten bewaken.

„En komt dat niet op hetzelfde neder, Overste?"vroeg Vulpes, vooruit tredende : waartoe hebben wy hiereen bezetting, als het niet is om die te gebruiken?"

n En waartoe hebben wij speerdragers medegebracht,"vroeg op zijn beurt Aquilius, indien het niet is oindienst van hen te ontfangen? Hetgeen zich in denvrachtwagen bevindt behoort aan mijne bende, of is myvan wege den veldheer toevertrouwd; en ik zal niet did-den , dat iemand buiten mijn eigen yolk er do wacht byhoude." —

lk zal niet dulden?" zeide hem Vulpes spottendna: n gy sehijnt te vergeten, dat gy in tegenwoordigheidvan den Stedehouder spreekt." -

a lk behoef van u geene lessen van krijgstucht toontfangen ," zeide Aquilius , doch sta op mijn recht.Denkt de Overste er anders over, dan vorder ik eenschriftelijk bevel."

n Stifle toch!" zeide Massa : 11 hoe heb ik het met

Page 174: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BB1N1 O. 1 6 7

ulieden ? als dat zoo voort gaat , slaat gy elkander nogdood , eer het jaar een dag ouder is. Waar is Liffio ? --wy zullen gezamentlijk naar het plein gaan." --

wit zeggende, begaf by rich, gevolgd door de Hoplie-den, naar beneden. Op bet plein stonden de ruiters enspeerdragers nu in kleine hoopen van vijf man afgedeeld,die elk een korporaal (1) der bezetting by rich haddenom hen naar hunne kwartieren te geleiden. Naby denvrachtwagen bevonden rich Rufus, benevens drie anderen,die Coponius tot de dagelijksche dienst had uitgekipt ,-en de heide slaven : en op eenigen afstand de PriesterDaginus. a Korn aan ! " zeide Massa : n gy zult ook welbegrijpen , mijn vrienden ! dat , wie hier ook \yacht houde,het niet gewaagd is , dezen wagen bier te laten methetgene by bevat. Hebt gy den sleutel by u, Primipilus?Beef my dien voor een oogenblik , zoo 't u gelieft." --

..A.quilius zag hem eenigzins verwonderd aan ; dochgehoorzaamde.

lie zoo !" zeide de Bevelhebber , den wagen open-sluitende : moeten wy eens zien wat er in is ,ten chide de Primipilus by zijn vertrek rich verzekere ,dat er niets is uitgenomen. Centurio !" vervolgde by ,zich tot Liffio wendende , die inmiddels genaderd was :

laat den tabellarius (2) ewer Centurie komen ; die manheeft eene goede hand en is best in staat , eon stukgelijk wy noodig hebben naar behooren op te maken."

Dat behoeft niet ," zeide Aquilius : /, de lijst ligtboven op in den wagen."

II Becht zoo ," hernam Massa , bet perkament opnemen-de en ontrollende leat -zien of het uitkomt : een

(1) In 't Latijn : Caput eon tubernii; d. hoofd der sluapplaats.(2) Thands : de schrijver der eompagnie.

Page 175: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

168 BRINIO.

pak hoefijzers: — hier is het: — dertig halvelaarzen: — die liggen daar: — tien toomen enhoofdstellen: — dat getal zal wel uitkomen: eenigzeil- en to u w w e r k : — goed, om de weerbarstigenieuwelingen mede te binden: een kistjen met tim-mermans- en smidsgereedschappen.... hml hm!dat komt alles uit.... en waar blijft nu het geld?...aha!... hier hebben wij het: een zak met duizendgoudstukken..." —

rt Welnu ! daar ligt hy ," zeide Aquilius , op eenverdrietigen toon : rr gy dacht toch niet , Overste! datik hem ontvreemd had."

Alles moet in behoorlijken vorm gaan," zeide Massa,den zak met gretige oogen beschouwende : rr maar watbevat dat kleine zakjen daar naast? Dat vind ik nietop de lijst."

Dat is geld dat my behoort ," zeide Aquilius: rr endaar gy misschien gelijk hebt , dat het hier niet veiligzoil kunnen zijn, zoo zal ik het zelf maar bewaren."Dit zeggende nam hy het zakjen, en overhandigde hetaan zijn slaaf, die het wegsloot in het kistjen, waar wyreeds van gesproken hebben.

Gy doet wel," zeide Massa: ,, en daar hetzelfdegeldt ten opzichte van den grooten zak, zoo wil ikdien ook een betere bewaarplaats geven." Dit zeggcndemaakte hy zich meester van den zak en wikkelde dienin zijn toga, terwijl Aquilius en Coponius hem verbluftstouden aan te zien.

ll En nu," vervolgde Massa, terwijl hy den wagonweder dichtsloot, en den sleutel aan Aquilius ter handstelde: a vriend Liffio ! laat deze lijst overgeschrevenworden: en tevens een erkentenis opgemaakt, dat ik hetgeld van den Primipilus heb overgenomen: wy zulleti

Page 176: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B I N o. 169

het daar binnen wel tellen. De Centurio had gelijk ,Vulpes! hy kan hier tot zijn eigene dienst en die vanden Primipilus aebterhouden wie hy wil , mits zelfhunne verteering betalende. En nu , gaan wy marbinnen, opdat wy zien of de som uitkonat."

Met deze woorden begaf hy zich weder in huis, doorAquilius, Liffio en den tabellarius gevolgd. Het goodwerd nageteld en in orde bevonden. Massa teekendede erkentenis en verwijderde zich toen om zijn geldkistto vermeerderen met den zak, waarvan hy zich hadweten meester to maken , en dien hy by zich–zelvenzwoer, nimmer to doen dienen tot de einden , waartoeby bestemd was.

Gy ziet my aan , als of gy my iets wildet vragen,Primipilus!" zeide Liffio, zoodra by zich met hem al-leen beyond.

Indedaad!" zeide Aquilius: n gy kent den Bevel-hebber Langer dart ik en zult my dus wellicht zijnzonderlinge handelwijze kunnen oplossen, om zich vol-strekt to willen belasten met de verantwoordelijkheidvan dat geld, hetwelk hem niet aanging. 't Is niet,dat ik eenige vermoedens heb ...."

Vermoedens!" herhaalde Liffio, met een veelhedui-denden glimlach: n neen! (lie lreb ik ook niet; want ikben zoo zeker als dat de zon thands aan den hemelsehijirt, dat gy van dat geld nooit een aasjen terug ziet."

rr Gy spot!" zeide Aquilius, verbaasd: ik heb im-niers zijn schuldbekentenis. Hoe zofr hy dat geld durvenverduisteren? Hy zoil zich immers aan een schandelijkewegzending, ja aan nog erger straf blootstellen, zoo hygelden , tot de krijgskas behoorende, terughield?"

Bewaar die schuldbekentenis wel ," hernant de oudekrijgsman: dot is alles , wat ik u raden kan. Doch

Page 177: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 7 0 BRINIO.

uw geld ziet gy nooit terug, 'loch een dergenen ,voor wie het bestemd is. Verantwoorden zal Massazich wel, daar behoeft gy niet beschroomd voor te we-zen. Hoe handelt hy met de gelden, die hy ten behoeveder kohorten ontfangt? Wy zien nooit een derde vanhetgeen ik weet, dat hem ten onzen behoeve gezondenwordt.... en aan wien zullen wy ons beklag doen?Ik weet niet , of gy op mijne manschappen gelet hebt :zelfs toes ik in Gallien diende , en zeven maandenfang binnen Arelate had gelegen , van alle kanten in-gesloten eu zonder toevoer van buiten , zagen mijnsoldaten er niet zoo bleek en vervallen nit als thands.Zy hebben ter naauwernood schoeisels aan de voeten ,en hun rantsoen is zoo slecht en zoo nietig, dat ikhet byna niet van my verkrijgen kan , hen te straffen,wanneer zy nu en dan by de landlieden gaan stroopen."—

ll Gy ontzet my ," zeide Aquilius, niet weinig overdoze mededeelingen uit het veld geslagen : by Jupiter!indien hier een oproer komt, zal Massa er zelf de oor-zaak van zijn." -

r, Dat is doorgaands het geval ," merkte Liffio aan :wanneer er muitery ontstaat in een Leger of in een

wingewest, zoek dan gerust de eerste oorzaak by deLegerhoofden of Stedelionders. Toen ik in Galliendiende , heb ik wel tien oproeren bygewoond, die ....maar daar keert Massa terug. Ik herhaal it, wees opuw hoede."

De Bevelhebber trad de karuer binnen en kort daar-op voegden ook Vulpes, Coponius en Ve]ius Mela , diehunne beschikkingen op bet plain hadden ten einde ge-bracht , zich by het gezelschap.

n De manschappen zijn dus bezorgd ," zeide Massa ,thands zal de beurt aan de Hoplieden komen." —

Page 178: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIX' o. 171

n Nu zullen wy eindelijk te eten krijgen ," zeideCoponius by zich zelven : rr 't is waarlijk tijd." --

II De Hoplieden zullen zich moeten vergenoegen meteen kamertjen met twee slaapplaatsen ," zeide Vulpes :

rr dat is al wat de gelegenheid toelaat."Wy weten ons to behelpen ," zeide Aquilius.Wat de beide slaven betreft ," vervolgde Vulpes ,

n die zullen even als de twee ruiters en de twee speer-dragers plaats moeten vinden in de barak der bezet-ting." —

II Met uw verlof ," zeide Liffio : n mijne manschappenhebben al gebrek genoeg aan ruiinte." —

It 0 ! er kunnen veel makke schapen in een hok ,"zeide Vulpes : u en weet gy wat , Centurio I laat dap's nachts de posten verdubbelen ; des to minder slaap-plaatsen hebben wy noodig ; maar er schiet nog dieBatavische Priester over : waar zullen wy dien stoppen ?"

Zend hem hier of daar in de buurt," zeide Massa :die man vindt zeker kennissen, waar hy onder dak

kan komen."Dat niet ," zeide Aquilius : ik ben overtuigd , dat

hy reeds kennissen genoeg heeft ; maar ik wensehteliever bet oog op hem te houden."

Bekommer u niet over dien Priester ," zeide deOndercenturio Velius Mela , een lang , blond jonkman ,die altijd naar den laatsten smaak meende gekleed tozijn , ofschoon hy doorgaands eenige modes achterlijkwas : die is wel bezorgd. 1k heb hem daareven zienplaten met de oude Brenda, die de burcht schoonmaakten met Thusnelda , onze zoetelaarster, , die beiden nitzijn land zijn : en het zoil my hard verwonderen , in-dien die twee hem met haar beiden niet verzorgden vanal wat by noodig heeft." —

Page 179: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

172 BRINIO.

Daar zal niets aan haperen ," zeide Massa: n datyolk is aan zijn priesters gehecht en zon liever vanhonger sterven, dan het hun aan iets te laten ontbre-ken. — Maar daarvan gesproken. — De Hoplieden zullenongetwijfeld verkiezen aan mijne tafel te eten." --

Aquilius boog. n Aha!" dacht Coponius, een vrolijkgezieht zettende : n eindelijk zijn wy er toe gekomen."—

,, Wacht maar !" dacht Liffio, zijn blijdschap opmer-kende : n die vreugd zal ras verminderen." -

n De levensmiddelen," vervolgde Massa, zijn schaarschen duur :" hier werd het gezicht van Coponius eenel Lang : — ik zal dan dagelijks vijftien denarii vanu to vorderen hebben."

Dat is een week soldij voor een voetknecht," zeideCoponius.

Voor ons beiden?" vroeg de Primipilus.Neen voorwaar niet , per hoofd," zeide Vulpes :

de Hoplieden" (op Liffio en Velius wijzende) n betalenhet ook."

a voorwaar ! omdat wy wel niet anders kunnen ,"zeide Liffio: I/ en omdat het slechts voor eene maandis, getroosten wy ons , die som uit te geven ; maar hetis te veel geld indedaad. Op den Brittenburg etenwy voor de helft. 1k zie het al ," zeide by in zich-zelven , n het kleine geldzakjen zal den grooten zak ge-zelschap gaan houden."

Ik zoti waarlijk eerder geneigd zijn, de gastvrijheidder Kaninefaten te gaan inroepen," zeide Aquilius.

,, By Pollux!" zeide Coponius: tt hoe wilt gy , Overste,dat wy met de soldij van een Centurio zulke uitgavendoen? ik verzeker u, dat mijn beurs op dit oogenblikzoo plat is als mijn maag."

Als uw buik, meent gy ," zeide Massa: n en dan

Page 180: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B 1 N 0. 173

hebt gy u niet te beklagen; maar goede yrienden!ik kan het niet gebeteren , dat de prijs der levensmid-delen gestegen is. Ik ben geen waard, die op de spijzen,die hy voorzet, het dubbel moet winnen. Ik geef dievoor hetgeen ze my kosten."

Wel mogelijk ," zeide Coponius : If maar zoo gy eenkok hebt, die zijn werk verstaat, dan moet by in staatzijn, u goed eten voor weinig geld te verschaffen. Ikheb nog geen bewijzen van 's mans bek-waamheden gehad,en, naar den stand der zon te rekenen , zoil het welhaasttijd zijn, die te ontfangen ; — maar ik kan u verklarendat mijn slaaf Seleukus, die overigens een luie vlegelis, een trant heeft van met vleesehhouwers, vischver-koopers, en al dat slash van yolk om te gaan, zoodatniemand bet hem zou verbeteren. Een etmaal zoil hyhen laten redeneeren zonder een half koperstuk op teklimmen boven den prijs, dien hy oorspronkelijk gebodenheeft. En dan, staat hy eenmaal aan zijn fornuizen,hy weet van niets iets te maken en smaak te gevenaan de eenvoudigste spijzen. Hy heeft eens in Brittanje,daar er niets anders te bekomen was, al de Hopliedenvan ons legioen weten te onthalen op een oude koe,waarvan hy de onderseheiden deelen met zooveel beleiden kunst had weten te bereiden, dat zy allen verklaar-den, nooit een beter niaal te hebben genuttigd. Nietsontbrak er aan : varkenskarbonaden , schapenbouten ,reesimmen, kiekenpastijen , nierkoekjens, kalfskoppen, endat alles van een oude koe."

Kalfskoppen!" herhaalde Velius : die koe was danzeker een wonderdier, gelijk dat schaap met twee hoof-den, hetwelk onlangs te Lugdunum vertoond word."

Ik vervolgde Coponius, n er zelf mede bedro-gen zijn geweest, indien ik niet in persoon den man

Page 181: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

174 BRINIO.

met raad en daad had bygestaan. Zoo gy dus goed engoedkoop wilt eten, Overste! raad ik u de beschikkingendaaromtrent aan my over te laten; en ik sta u borg,dat gy voor een derde van den door u gevraagdenprijs driemaal zoo goed zult eten als te voren."

Ziedaar, mijns bedunkens, een zeer aannemelijk voor-stel," zeide de Dude Litho, ,, en ik wenschte wel, dathet uitvoerbaar ware. Toen ik in Gallien diende, hebik cen jaar to Bibrakte gelegen, waar alles peperduurwas, en wy toch nooit meer clan zes denarii per hoofdbetaald hebben."

Ik wilde wel," zeide Velius, dat de Centurio ook hetmiddagmaal onzer acme kohorte voor zijne rekening nam."

Ik juich ook het voorstel toe," zeide Vulpes :want wel beschouwd, wy eten te duur. Ik ben zeer

nieuwsgierig de spijzen te proeven, die de kok vanden Centurio, of liever, die de Centurio zelf bereidt;want zoo ik my niet bedrieg, zal hy ook ten onzengevalle zijn slaaf wel met raad en daad bystaan, gelijkby zegt vroeger gedaan te hebben." —

Deze verklaring van Vulpes wekte de verwondering opvan alien; maar vooral van Massa, die niet kon nalatenuitteroepen : n Vulpes ! zijt gy dwaas? Wat zal dit be-duiden ?"

Ik wil den Centurio aan zijn woord houden ," zeideVulpes: hy zal ons voor vijf denarii daags te etengeven en het zal ons driemaal zoo goed smaken." —

it Maar hy zal ons verhongeren," zeide Massa : watgeven wy om al die lekkere beetjens, zoo wy onzebekomst niet hebben?"

zal u niet verhongeren ," antwoordde Coponitis,wiens eer er thands mede gemoeid was: n ik zal u vole')geven en gy zult wel te vrede zijn." —

Page 182: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BR INTO. 175

Welaan dan ;" zeide Massa, vreezende vermoedens tewekken zoo hy langer tegenstribbelde : n wat der meer-derheid goeddunkt geschiede ; maar dewijl ik als voor-zitter voor de eer van onze tafel zorgen moet, zoo bepaalik tevens, dat de Centurio, indien hy geen kans zietom zijn verbintenis vol te houden, honderd denariirouwkoop betalen zal."

Pat is wat hard," zeide Coponius: rr doch het zijzoo. Ik ga mijn slaaf waarschuwen en mijne maatregelennernen." —

Het is wel," hernam Massa: rr en om u intusschenvan mijne keuken te doen oordeelen, noodig ik u alienheden avond by my te gast. -Uwe aankomst heeft eenigoponthoud veroorzaakt; doch ik vlei my, dat gy overmijn onthaal zult to vrede zijn. Zoo spoedig men gereedis zal ik u laten waarschuwen."

1)e Hoplieden namen, als van zelfs spreekt, dezeuitnoodiging aan, Welke Massa gedaan had om zichweder eenigzins in hun goede gunst, die hy wel inzagverbeurd to hebben, to herstellen. Intusschen lag hemde zonderlinge handelwijs van Vulpes zwaar op hethart, en hy kon niet nalaten hem zulks te keunen togeven, zoodra hy zich, na het vertrek der overige Hop-lieden, met hem alleen beyond.

Zijt gy door duizend booze geesten bezeten?" vroegby : n gy levert ons aan de genade van dien vervloektendikbuik over." —

Integendeel," zeide Vulpes: n hy is aan onze genadeovergeleverd: en het zal my verwonderen, indien wyniet een dubbele winst doen met die overeenkomst; zon-der nog to rekenen den rouwkoop, dien hy betalen

Gy raaskalt! wy hebben slechts te eten en te betalen."Ik herken uw vindingrijken geest niet, Overste!"

Page 183: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

176 BRINIO.

zeide Vulpes : ,, beseft gy dan niet, dat die Coponius,om ons spijzen te leveren , die eerst dient te koopen ? —dat de prijs der eetwaren van ons of hangt — en byslot van rekening in onze betas zal moeten kornen ? ' —

1k geloof , dat ik u begrijp. Ha! by Jupiter ! datis een heerlijk denkbeeld ," zeide Massa : u en ik schaammy , het zelf niet te hebben uitgevonden. Ik vertrouwdeze zaak aan nwe zorgen , Vulpes ! Maar ik kan uniet genoeg hehoedzaamheid aanbevelen. Die Thusens isgeen ijdele pop, gelijk de meesten onzer Patricii : hylaat zich niet met de woorden paaien en staat °fl yer-zettelijk op zijn stuk. Wy moeten voorzichtig met hemzijn, eer hy ons by Flaccus , misschien wel by denCezar verklag,re."

Ei kom !" zeide Vulpes : u de Cezar zal te Rome ,aan zijn disch van paauwenhersens en fesantenkammen ,zich niet bekommeren over een twist, wegens schapen-koppen en gedroogde schollen aan den uithoek derwael eld gevoerd. — Maar, van iets belangrijkers ge-sproken. Hoe is het met de werving?" —

Heden avond nog moet alles voorbereid worden.Men moet het ijzer smeden , terwijl het heet is. Gyspoedt u dadelijk na den eten naar den Brittenbnrg,geeft mijn wil aan de Hoplieden aldaar te kennen, engelast hun , morgen met het aanbreken van den dagdertig man nit elke Centurie naar alle richtingen uitte zenden om yolk te pressen. Gy neemt het toevoor-zicht over alles op u , en...." —

I/ Ik weet, ik weet," zeide Vulpus : laat dat aanmy over : — en de gepresten brengt men in de win-terlegering , niet waar ? "

Ongetwijfeld! hoe jammer, dat die Liffio joist nu dedienst hier waarneemt.... ik weet ongeveer, hoe hy over

Page 184: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 177

my denkt : en hy deugt nergens toe, dan om my by dienieuwaangekomenen in een kwaad daglicht te stellen."—

u Beter dat hy hier is, dan aan den Brittenburg,"zeide Vulpes : wy kunnen hem , by hetgeen wy daarte doen hebben , best missen. Die andere Hopliedenvan de kohorten zijn, of volkomen aan my verknocht,of losse knapen, die niet vragen , wat wy uitrichten ,mits wy hun slechts zoo min mogelijk dienst laten doen."—

ll Er is nog iets, dat my hindert ," zeide Massa, op-rijzende en het vertrek met groote sehreden op en nederwandelende, zonder Vulpes aan te zien, als of hyvreesde zelfs den blik van zijn medeplichtige te ont-moeten : n die Thuseus is by Brinio onthaald geweest."—

ll Welnu? Dan heeft hy een stijfkop van een Kani-nefaat leeren kennen."

Hy heeft Rheime gezien," vervolgde Massa, stil-staande en op een somberen toon.

Hoe! ... ik hoop toeh, dat zy niet , geklapt heeft,"zeide Vulpes , eenigzins verzet.

u Neen : — dat niet, zoo ik althands den Primipilusgelooven moet." -

„ Welnu! dan is er imminers geen gevaar by. Gyhebt my zelf verhaald, dat gy laatst op de markt teLugdunum Brinio en zijn jongste zuster ontmoet hebten dat zy van niets schenen te weten. Rheime is doorhaar ijlhoofdigheid de zaak vergeten of zy wil dieliever verzwegen houden."

Goed! — maar zy kan genezen en alles aan haarbroeder ontdekken."

Welnu? zijn er geen middelen om haar te doen zwij-gen ?" vroeg Vulpes, een beweging met de hand ma-kende , als of hy een worgkoord bezigde daar zijnVegetus, Asper, en meer anderen , die u voor een klei-

Page 185: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

178 BRINIO.

nigheid wel van die ongerustheid zullen bevrijden."Neen Vulpes!" zeide Massa: ik wil, ik kan geene

bevelen geven als die uwe hand aanduidt. Reeds nuzie ik in slapelooze nachten haar doodsbleeke gedaante —gelijk zy zich aan my voordeed in het oogenblik toenik haar deed inschepen — met haar zuigeling op denarm, dreigend voor my staan : wat zoii het zijn, indienik my nog bovendien haar dood to verwijten had!"

rr Het spreekwoord zegt, dat de eeue spijker den an-deren verdrijft," zeide Vulpes : rr gy wilt nu, geloof ik ,de hersenschirnmen , die de eene zuster by u verwekt ,door het gezelschap van de andere zuster verbannen.Heb ik wel geraden ?"

rr Wat zegt gy ?" vroeg Massa, verbaasd en van kleurveranderende.

0! ik weet wat ik zeg: hebt gy aan de schooneAda geen olijven gezonden? en zaten er geen oorbellenof andere. snuisteryen onder in den pot? — En heeft uBrinio den pot niet terug gezonden ? En hebt gy nietby Pluto en Prozerpina gezworen , dat zy de uwe zoudeworden, in spijt van haar trotschen broeder? 0! ikweet alles."

Die vervloekte Epafus heeft gebabbeld," zeide Massa,verdrietig.

Het hoekkamertjen is wat tang ledig gebleven ,"zeide Vulpes: 0 het is tijd , dat het weder bewoondworde. Is het zoo niet ?" —

Vulpes !" zeide de Bevelhebber : rr gy hebt Adagezien: is zy niet bekoorlijk ? bekoorlijker dan Rheimezelve was, ook in haar bloeiendsten tijd?"

0 Weet ik daarvan to oordeelen ?" vroeg Vulpes , debeweging makende van een bond , aan wien men wijnaanbiedt: rr wat geef ik om een fraai bakkes? ziehier:"—

Page 186: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BET s I o. 179

eenige goudstukken op de vlakke hand latende dansen : —„deze zijn mijne schoonheden. -- Maar, in ernst, Over-•ste! weer voorzichtig; want gy speelt een gewaagd spel."

Genoeg hiervan," zeide Massa, die het noodeloosoordeelde met Vulpes te redekavelen over hartstochten,waar deze niets van begreep : ff ik heb nog eenige be-velen aangaande het maal te geven ; want ik wit, datonze gasten te vrede zijn : — gy moet hun gezondheiddrinken, Vulpes! — en waak over uwe tong! want wathebt gy er aan, dat gy u dien Priinipilus nog meertot vyand maakt?" -

y 1k lath wat met hem en zijne vyandschap , zeideVulpes : ,, hy heeft my stokslagen beloofd: en dat zalhem opbreken. Maar dat daargelaten. 1k zal ieniandnaar Lugdunum sturen, om Vegetus te waarschuwen.Die Coponius wil ons voor vijf denarii te eten gevenha! ha! '1 zal hem spoedig verveelen."

En nu verlieten elkander deze heide waardige personen.Het maal, dat een paar uren later werd opgedischt,

was , hoewel het niet in alle opzichten den fijnen smaakvan Coponius bevredigde , echter overvloedig en smake-lijk toebereid. Ook het onderhoud was levendiger danmen had durven hopen. Massa, die, gelijk wy reedsgezegd hebben, zeer aangenaam zijn kon , wanneer hyznlks wilde , gaf zich alle moeite om zijn eer als gastheerwaardiglijk op te houden. Velius Mela liet niet af, , byAquilius berichten in te winnen omtrent de belangrijke'vraagpunten, of men in de beschaafde waereld de rokkentegenwoordig met breede of met smalle plooien droeg,43f de gesp van den mantel op den schouder of op delinkerborst moest zitten, of de laarzen de rijgzolengeheel hadden verdrongen, en of men nog aan de Ara-bische reukwerken de voorkeur gaf boven de Syrische.

16

Page 187: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 8 0 BRINIO.

Litho onthaalde de overige gasten op een aantal ver-tellingen nit den tijd, toen hy in Gallien gediend had,en Coponius op uitweidingen over de kookkunst, welkeik evenzeer den lezers sparen zal, uit vrees dat zy devrijheid nemen mochten, die niet te lezen; gelijk dedischgenooten van onze Hoplieden de vrijheid namen, erniet naar te luisteren.

VI II.

Zoodra de maaltijd geeindigd was gingen de Hoplie-den uit elkander. Vulpes spoedde zich naar den Brit-tenburg om aan het bevel van Massa te voldoen, Liffioen zijn Ondefeenturio hadden hunne dienstzaken te ver-richten , en onze beide vrienden begaven zich buiten deburcht , op het groote veld, hetwelk voor de wapenoefe-ningen diende, en waar zy aan hun wijd en zijd ver-spreide ruiters en speerdragers last gegeven hadden, zichtegen dit uur te verzamelen.

Nil van elk in 't byzonder vernomen to hebben, hoehy te vrede was in het hem te beurt gevallen kwartier,en de noodige bevelen to hebben gegeven, keerden Aqui-lius en Coponius naar de, vesting terug , en besloot delaatste alsnu, zijn maatregelen to nemen om aan deeenigzins voorbarige verbintenis, welke hy had aange-gaan , behoorlijk gestand to doen. Terwijl hy overde middelen peinsde, die hy daartoe by voorkeur hadaan to wenden, werd hy den Batavier Daginus gewaar,die op een bolwerk gezeten, met de armen over elkandergeslagen, de gebouwen der vesting aandachtig scheengade to slaan. De gedaehte rees terstond by hem op,

Page 188: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ERIN' o. 181

dat deze man tot het geschiktste werktuig zoil strekkenom hem in zijne taak behulpzaam te zijn. Hy riep hem;doch bekwam geen antwoord: zoodat hy zich verplichtzag, zeif naar hem toe te wandelen.

,f By Pollux! hoort gy my niet roepen?" vroeg hy ,brommende: en waarom geeft gy geen antwoord. Ikheb werk voor n."

Gy ziet het," zeide de Priester, zonder van houdingte veranderen, en terwijl hy met den vinger naar hetwesten wees, dat in den purperkleurigen dosch van denavondstond gehuld was: fl de zon dook reeds in zee."

Welnu ! En wat gaat my dat aan? Wat heeft datte waken met hetgeen ik u te zeggen heb."

Wanneer de zon onder de kiln gedaald is," hernamDaginus, y vergt de landman geen dienst meer van zijnvermoeide ossen : de weiman verlaat het duin en zijnhonden leggen zich met hem om den vreedzamen haard:de ruiter brengt zijn paard op stal en geeft het zijnvoeder: — en gy, die over my het gezach niet nitoefent,dat den landman over zijn vee, den jager over zijnhonden en den ruiter over zijn paard toekomt, gy wiltmy laten werkeri."

By Hercules! dat is welsprekend gezegd!" zeideCoponius , eenigzins verwonderd over deze redeneering:

maar gy vergeet, vriendlief! dat gy u verbonden hebtons te dienen, zoolang wy hier in het land blijven, tegende soldij van een voetkneeht : en aangezien wy onzenspeerdragers niet vragen of het nacht of dag is, wanneerwy hunne diensten noodig hebben, zoo zult gy ook zoogoed zijn, hun voorbeeld te volgen en stilletjens toe teluisteren naar hetgene ik u te zeggen heb." -

a Het luisteren zal my niet vermoeien," zeide Daginus:wat hebt gy te zeggen?" —

16*

Page 189: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1;s2 is It I N I O.

Coponius verhaalde hem in korte woorden, welke taakhy op zich genomen had , en eindigde met te zeggen ,dat hy op Daginus rekende om hem behulpzaam te zijn.

fr Op my ?" vroeg de Priester, eon verwonderingtoonende , welke niet gemaakt was en zelfs jets verach-telijks inhad.

rr Op u : gy hebt door uwen stand invloed op deliedeu uit den omtrek. Tracht hun te beduiden , dat zymy hunne eetwaren goed en goedkoop afleveren : — ikzal u een behoorlijke belooning geven ; — ik zoil mijnslaaf wel uitzenden ; maar by kent de taal niet."

rr Wie gewaagde verbintenissen aangaat heeft zich degevolgen to wijten ," zeide Daginus , altijd even koel-bloedig.

,, Hoe !" zeide Coponius , zijn stok oplichtende : ,, gywordt onheschaamd, geloof ik."

De Batavier Tees by deze bedreiging op : n Centurio!"zeide by : ik ben nosh uw slaaf, noch uw krijgsknecht.Ik heb aangenomen , den Primipilus tot gids en tot tolkto verstrekken : niet , uwe boodschappen te doen of mymet nw keuken te moeien. Beproef het nog eeninaal,een stok tegen my op te heffen , en, by Wodan , wiensPriester ik ben , gy zult dat oogenblik niet overleven."—

Daginus had, terwijl by deze stoutmoedige taal sprak,zich volkomen opgericht : zijn armen bleven over deborst gekruist; maar de vuisten hadden zieh dreigendegesloten : hy had het hoofd , dat hy anders nederig ge-bogen hield, in den nek geworpen : de kap , die zijngelaat oversehaduwde, was achterwaart gevallen en ver-toonde aan Coponius sterk geteekende trekken , die hetgenoeg was eens te zien, om nimmer te vergeten, eneen oog , dat vlammen sehoot : — slechts een oog, wanthet andere was bedekt met een zwarten doek , wiens

Page 190: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0. 183

tippen zich in den weelderigen overvloed van het krullendhoofdhair verloren. Alles duidde in den Batavier krachten onversaagdheid aan, en een blik was genoeg om aanCoponius te doen zien, dat hy, zich in een persoonlijkentwist met hem wagende, het onderspit zou moeten delven.Hy oordeelde het dus wijzer, , voor het oogenblik eenevredelievende houding aan te nemen.

u Batavier1" zeide hy: ik wil geen twist met uhebben: dat lijdt noch mijne waardigheid noch onzebetrekking; maar ik moet u onder het oog brengen ,dat gy, of een groote letterknecht zijt, of u een geheelverkeerd denkbeeld maakt van de diensten, die wy vanu moesten verwachten. Denkt gy, dat wy u alleenmedegenomen hebben om ons den weg te wijzen. ByHercules! wy hadden dien wel zonder u gevonden : hywijst zich van zelfs. Het is juist om ons voorttehelpenin onze betrekkingen met de ingezetenen: en daar dezezoo wel voor als na zonsondergang voorkomen, dienenwy op alle uren van dag of nacht uwen bystand tekunnen inroepen : — te meer wanneer gy, zoo als hedensedert onze komst alhier, zeven of acht uren zonder ietste doen hebt doorgebracht."

De Batavier zweeg eenige oogenblikken en scheen teoverdenken, wat hy zou antwoorden. Het was, als hadhy berouw over de opwelling van drift, waaraan hy hadtoegegeven: althands by trok zich den kaper weder overhet hoofd, en nam de deemoedige houding weder aan,die hem eigen was wanneer hy met Aquilius sprak :

Centurio 1" zeide by eindelijk : uit inschikkelijkheidzoil ik doen, wat bedreigingen noch dwang van myverkrijgen zouden; doch hetgeen gy van my begeert,kan ik niet naar uw genoegen volbrengen, althands nietmet dien spoed, dien de zaak vereischt. De landlieden

Page 191: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

184 BRINIO.

op twee uren afstand van deze burcht hebben ondervondenwat de nabuurschap van een bezetting als deze te zeggenheeft. Zy zijn uitgemergeld en kunnen naauwlijks aanhun cigene behoeften voldoen. De levensmiddelen, gelijkgy het dezen morgen hebt kunnen hooren, worden hieraangebracht door een spijsverzorger uit Lugdunum, die,naar ik vernomen heb, een vrijgemaakte slaaf is vanMassa. Of deze zelf deel in den handel heeft, weet ikniet: in alien gevalle zult gy inzien , dat hetgeen gyop u hebt genomen niet zoo licht te vervullen is als gymissehien gewaand hadt."

Coponius stond niet weinig verslagen over deze mede-deeling. a 1k moet er met Seleukus over gaan raadple-gen," zeide by eindelijk, met een diepen zucht: in aliengevalle is er mijn eer mede gemoeid en kan ik nietterug krabbelen." —

Toef nog een oogenblik ," zeide Daginus : ik hebmedelijden met u en wil a helpen. Geef my slechts'verlof voor den dag van morgen en ik sta a borg, datik u by mijn terugkomst te vrede stel."

a Het zij zoo!" zeide Coponius: mits gy zorgt, voorden avond terug te zijn, opdat de Primipilus a nietmisse. Vaarwel ! en goed gellik !"

Met deze woorden nam by afscheid van den Batavieren ging nu met Seleukus raadplegen, die niet weinigmet de zaak verlegen was, en hem onder het oogbracht, dat het niet alleen de spijzen waren , waarvoorby te zorgen had, maar dat er ook bout diende aange-kocht, om die te koken en een plants gevonden moestworden, waar zulks geschieden zoude : want," zeide deslaaf, dat Epafus, de kok van Massa, u zijn keukenin zal ruimen en u zijn voorraad hout voor weinig geldszal overdoen, daar hebt gy niet op te rekenen."

Page 192: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B1tINIO. 185

Korn !" zeide Coponius , na een geruimen tijd ge-peinsd en zich–zelven verwenseht te hebben : rr wy moetenden moed niet geheel laten zakken. Onze speerdragershebben toch niets beters te doen en de Primipilus zal erniet tegen hebben, dat ik hen morgen hout laat zoeken :er zijn toch bosschen genoeg bier in den omtrek. Enwat de keuken betreft, ik dank de Goden , dat ik devoorzichtigheicl gehad heb, eenige gereedschappen medete brengen , die onder in den vrachtwagen zitten ; en datik gisteren by Brinio heb opgemerkt, dat men zeer goedden pot kan koken in een klein bestek. Wy hebben ge-lukkig een eigen slaapplaats in een afzonderlijk huisjenen een klein afdakjen er naast : daar zullen wy onze keukenmaken. Morgen vroeg maar aan 't werk gegaan metRufus en de anderen, en den spijsverzorger afgewacht ,wien ik toch, toen wy hem te Niger Pullus aantroffen ,reeds gewaarschuwd heb. Gy zult zien dat alles zichbeter zal schikken dan gy denkt."

De goede verwachting , welke Coponius had opgevat ,werd echter, althands in den aanvang , deerlijk te leurgesteld. Nadat hy, den volgenden morgen , een geruimentijd had laten voorbygaan met te wachten op den leve-rancier, , en reeds, uit angst dat deze altemet in 't geheimbevel ontfangen mocht hebben, niet te komen , Seleukusde taak wilde opdragen , spijzen te gau p oploopen, brakeindelijk het gewenschte oogenblik aan, dat zich eenvaartuig aan het waterpoortjen vertoonde, hetwelk onzeCenturio herkende voor hetzelfde, dat hy by Niger Pullusin den Rijn had zien liggen. Weldra kwam ook deeigenaar in persoon daaruit voor den dag en zette eenpaar spijskorven aan den wal.

rr Gy komt niet te vroeg, maatjen!" zeide Seleukus,naar hem toegaande, terwijl Coponius, om zijn waardigheid

Page 193: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

1 8 6 BRINTo.

niet in de waagschaal te stellen, op een geringen afstandstaan bleef : 11 eilieve! laat nu eens zien wat gy hebt ? "-

11 Hoe nu?" vroeg Vegetus, zich hoogst verwonderdveinzende: y zijt gy het, met wien ik handel moet doen?"—

Ik-zelf," antwoordde Seleukus : e en zoo gy my nietgelooven wilt, daar staat de Centurio, die het u zalbevestigen; maar genoeg : laat zien wat gy liebt?" —en dit zeggende begon by het vleesch, de versche zeevischen de bossen peen te behandelen met den afkeurendenblik van een kooper, die zich in postuur stelt om geduchtof te dingen.

Ja , bekijk ze maar goed ," zeide Vegetus : 11 ik weetniet, of gy meer in deze streken geweest zijt : anderszoudt gy wel bekennen moeten , dat men zelden zulkegroote schol heeft gezien , als deze hier : en ziedaar bot,wier gelijke nooit op Matilo is geweest — en let eensop deze tarbot : een waar zeemonster! — en dan hetvleesch! — zie my die stukken eens, malsch als verscheboter ! Gy zoudt er zoo in happen als of het reedsgebraden ware."

En gelooft gy dan , dat ik nooit vleesch of vischmeer gezien heb?" vroeg Seleukus, de schouders op-halende , en de opgenomen stukken als verontwaardigdweder in de korf smijtende: u denkt gy dat ik blindben, om die blaauwe zenuwen niet te bemerken en nietby den eersten opslag gewaar te worden, dat deze ribnooit anders gezeten heeft dan aan de zijde van eenoude koe , die van gebrek of ziekte gestorven is... Endat noemt gy malsch en versch ! Ba! meent gy datmijn reukzintuigen weg zijn? — En dan die vischjens!schollen noemt gy die: zy mochten wel scharretjens heeten,en van de kleiuste soort nog: — en die tarbot is roodop de graat, of ik heb er geen kennis van." —

Page 194: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 187

Neen! dat hebt gy niet, by Pollux!" riep Vegetusnit, als in heftigen toorn : die visch is zoo zuiver enspringlevend, als kwam zy eerst uit het water: en ikwit by al de Goden zweren , dat ik zelf niet later dangisteren-avond den os heb zien slachten, waar dit vleeschherkornstig of is." --

Het zoude onnoodig en verveelend zijn, de woorden,(lie nog verder misbruikt werden zoo ter aanprijzingals ter laagschatting van de aangeboden eetwaren, pierneder te stellen : al wie in de gelegenheid geweest is,een cle,rgelijken handel tusschen een keukenmaagd eneen leverancier by te wonen , zal zich daarvan een dui-delijk denkbeeld kunnen vormen. Genoeg zij het , teinelden , dat de redetwist eindigde op de gewone wijze,met de vraag, door Seleukus gedaan: hoeveel dat eenen ander nu gelden moest.

a By Hercules, den gewonen prijs," zeide Vegetus,die zijn les van Vulpes ontfangen had: if twintig denariivoor een turbot, zes voor een schol, zes voor het pondossevleesch, acht voor een bos peen , zeven voor hethonderd boonen...." —

Zevenhonderd koortsen die u ten verderve bren-gen! ... Zijt gy een Griek of een Kappadocier ? wieheeft van zulke prijzen ooit gehoord? daar is geen bodnaar te doen."—

” Dat behoeft ook niet ," hernam Vegetus: ik laatmy niets afdingen: en ziedaar Epafus, laat die getuigen,of het een penning te veel is." —

Epafus , die, mede onderricht hoe hy zich te gedra-gen had, en de handeling reeds van ter zijde begluurde,trad dadelijk toe en verzekerde, dat hy den prijs, doorVegetus gevraagd, altijd betaald had, hoewel die hooggenoeg kon genoemd worden.

17

Page 195: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

18 8 BRINIO.

n Wel mogelijk!" zeide Seleukus: n maar wat echterzeker is, is dat ik dien niet betalen zal."

n Zoo als gy wilt ," zeide de inwoner van Lugdunum,de schouders ophalende : rr dan zult gy heden van hon-ger moeten sterven; want ik geef mijne waren niet beter-koop. Ik zott er zelf by verliezen , zoo ik die eenpenning lager stelde. Wat dunkt u , Epafus? Wilt gyze voor den ouden prijs nemen?" -

n Ik weet het niet," antwoordde deze, terwijl hy meteen spottenden blik naar Coponius zag , die dit tooneelmet verkropten spijt aanschouwde: n de Centurio belastzich tegenwoordig met de verzorging: anders, zoo by erafziet , zal ik uw voorraad koopen."

Coponius en Seleukus zagen elkander aan : zy bespeur-den, dat men hun een kool had gestoofd; nietteminaehtte de Centurio het van belang, zich goed te houdenen niets te laten blijken. Hy deed derhalve een stapvoorwaart, en, Epafus b3P den arm grijpende : « uitden weg, slaaf I" zeide hy : gy hebt niets uitstaandemet onzen handel. Ik koop den gandschen voorraadvan dezen man, voor den gezetten prijs, die my zeermatig voorkomt. Het spijt my erg, dat hy zoo weinigheeft medegebracht; want ik weet waarachtig niet, hoeik de Hoplieden gedurende twee dagen met dat beetjenzal voeden. Ik kon het alleen wel op, voor een ont-bijtjen. Wanneer hy ooit terugkomt, hoop ik, dat devoorraad wat aanzienlijker wezen zal; — want ik herhaalhet, wy zullen niet genoeg hebben."

gezegd hebbende, haalde by zijn beurs uit envoldeed den spijsverzorger zonder eenige verdere aanmer-king, waarna hy naar binnen ging en zich door Seleukusde korven achterna liet dragen, Vegetus en Epafusverwonderd latende over de onverschilligheid, waarmede

Page 196: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B 1S9

hy den schandelijken prijs betaald had, lien men haddurven vragen.

Kom aan, Seleukus 1" zeide de Centurio, zoodra hyzich met zijn slaaf onder het afdak be yond, dat totkeuken verstrekken moest: nu aan "t werk! En laathet middagmaal heden niets te wenschen overlaten. Zyhebben my beet gehad, die schelmen; maar ik hoop hethun dubbeld betaald te zetten." —

Toen nu tegen het middagnur de disch was opge-bracht, konden de gasten niet nalaten, den overvloedzoowel als de keurl.ijke bereiding ten hoogste to prijzen.Coponius hoorde die loftuitingen met schijnbare onver-schilligheid aan ; alleen gaf by to kennen, dat hy nietbegrijpen kon hoe de Bevelhebber over de duurte dereetwaren had kunnen klagen, daar hy die voor eenspotprijs bekomen had en het hem slechts speet, dat deman, die ze aangebracht had, zoo schraal was voorziengew eest.

Massa en Vulpes, welke laatste kort voor den maaltijdvan den Brittenburg was teruggekeerd, zagen elkandermet bevreemding aan ; zy dachten, dat het den Centurioin bet hoofd scheelde; want hoe zy rekenden, zy kondenniet uitcijferen, dat men aan zes menschen de kost kongeven tegen vijf denarii per hoofd, wanneer de aange-rechte disch ruim drie goudstukken kostte. Hoe ditwezen mocht, zy beloofden zich behoorlijk party tetrekken van hetgeen zy een dwazen grit van Coponiusnoemden.

Coponius was intussehen, hoe goed by ook den uiter-lijken schijn bewaard had, niet weinig met de zaakverlegen: to meer, daar by niet wist, of Daginus welwoord zoil houden, en hy reeds duchtig van Aquiliuswas doorgehaald, dat by den Batavier, omtrent Wiens

17*

Page 197: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

190 BRIN I O.

geheime bedoelingen de Primipilus altijd eenig wan-trouwen bleef koesteren verlof had gegeven om zich teverwijderen. De uitslag scheen de vermoedens vanAquilius te bevestigen ; want de dag ging voorby, , zonderdat de Priester terugkeerde : en ook den volgendenmorgen liet hy niets van zich hooren. tielukkig hadCoponins genoeg overgehouden van zijn voorraad, omdien dag zijn verplichting jegens de dischgenooten nate komen ; maar hy beefde op de gedaehte , dat by dendag daaraan genoodzaakt zou zijn zich op nieuw aan degenade van Vegetus over te geven, of van de verbintenisof te zien en ronwkoop te geven. Hy zoil Seleukus welnaar Lugdunum of elders gestuurd hebben om voorraadte koopen ; doch vooreerst kende de slaaf noch den weg-noel' de taal , en ten tweede kon hy hem zoolang nietmisses : en om miters of speerdragers uit te zenden ,daartoe wist hy vooraf, , dat hy van Aquilius, die reedsvergramd was over bet uitblijven van Daginus , geenverlof zou bekomen.

Terwijl hy alsnu , tegen den avond , over het binnen-plein met onrustige stappen heen en weder wandelde ,kwam hem Thusnelda , de zoetelaarster van Liffio , opBens te gemoet. Het was een niet onaardige vrijster,uit het eiland der Batavieren geboortig ; maar die dezedige ingetogenheid der meisjens van haren landaartland vaarwel gezegd had, sedert zy zich toegewijd hadaan de betrekking , die zy thands vervulde.

n Is het niet tot Coponius 'Farpa , den Centurio , datik spreek ," vroeg zy , hem naderende , met een schalk-schen laeh op het gelaat.

Die ben 1k, en wat wilt gy van my ? " vroeg opzijne beurt Coponius, eenigzins wrevelig van in zijnoverpeinzingen te worden gestoord.

Page 198: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B. RINI O. 191

rr In dit geval heb ik een brief aan uwe dikheid teoverhandigen ," zeide Thusnelda, een wasschen tafeltjeuit Karen boezem te voorschijn halende , en het hem terhand stellende.

y Wat kan dat zijn ?" vroeg Coponius, yerwonderdhet tafeltjen openende; maar een glans van genoegenstraalde op zijn gelaat , toen by het navolgende las :

rr DAGINUS DE PRIESTER WENSCHT RAN T. COPONICS

TARPA HEIL.

Ik ben langer opgehouden dan ik gedacht had en kanheden niet terugkeeren. Ik heb echter voor uwe be-langen gezorgd. Volg de persoon , die u dezen briefzal ter hand stellen en zy zal u brengen ter plaatsewaar gy het, verlangde zult vinden. Vaarwel." —

De eerste beweging van Coponius na het lezen dezer..regelen was can zich met Thusnelda op weg te bege-ven : by nadere overweging echter bleef by stil staanen dacht na, of er ook eenig gevaar in gelegen ware,zich aldus op haar geleide te vertrouwen.

u Van wien hebt gy dien brief ?" vroeg by , haarscherp aanziende.

rr Indien u de inhoud zulks niet leert , kan ik er uniets nader over zeggen," antwoordde zy.

11 En weet gy, wat by behelst ?"Ongetwijfeld! en ik ben gereed u te geleiden naar

de plaats waar men u wacht." —ll Pat is te zeggen!" zeide Coponius : n ik gevoel

weinig lust oin met u alleen te gaan naar een plaatsdie my niet genoemd wordt." -

11 Gy zijt toch niet bang voor my ?" zeide zy , hemspottende aanziende : wat my betreft, ik verklaar u ,

Page 199: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

192 B it I N I O.

dat ik in 't geheel niet bang voor a ben : ik ben zoodikwijls belast geweest , alleen een vet kalf near demarkt te brengen."

Gy zijt een onbeschaamde prij ," zeide C'oponius :maar dat brengt uw beroep mede. Zoo ik niet alleen

met u wil gaan zonder ineer van de zaak of te weten,het is omdat ik niet weet, hoever gy my brengen wilten wat ontmoetingen my te wachten staan."

De afstand waar ik u brengen wil is geen vijf hon-derd passen ," zeide Thusnelda: en niemand belet n ,eenig yolk met u te nemen. Het is zeer mogelijk , dathunne hulp n van dienst is."

Oho! Centurio!" zeide op dit oogenblik een stemachter hem: a zijt gy bezig op deze wijs ooze zoete-laarster te verleiden ? "

Coponius, omziende , zag den Onderhopman Velius ,die hem naderde. Deze stoornis was hem niet onwel-kom ; want in de onzekerheid, hoe te handelen, wenschtehy wel iemand te vinden , dien hy over de zaak konraadplegen : en daar hy Aquilius en Litlio er liefstbuiten hield, kon hem niemand aangenamer zijn,Velius. Hy trok hem derhalve ter zijde en openbaardehem in weinige woorden de geheele toedracht der zaak.

By Castor !" zeide Velius : onze beste Thusneldais onbekwaam iemand te verraden. Zy heeft een hartals een juweel, en wanneer zy weet dat uwe bemoeie-nissen tot welzijn van hear Hoplieden strekken, zalzy voor a door een vuur loopen; — doch ik read uniettemin , een pear lieden mede te nemen, en zoo gyer niet tegen hebt , zal ik zelf a vergezellen: wv zulleneens zien, waar zy ons brengen wil."

Zeer te vrede over den voorslag van den Onderhop-man , haastte zich Coponius , Rufus en Seleukus te

Page 200: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B it I N I 0. 193

roepen , en nu begaven zy zich gezamenlijk , met Thus-nelda aan 't hoofd , de westpoort uit. Zoodra zy buitengekomen waren sloeg de zoetelaarster reehts of , liepdwars over het veld , en nam vervolgens een weinigbegaan voetpad, dat door een elzenboschjen heenliep.Aan de andere zijde gekomen , vonden zich onze wande-laars op nieuw in de nabyheid van den noordelijkenRijntak. Een roeischuit lag aan den kant vast , waarineen groote, stevige visschersknaap gezeten was. Naauw-lijks had deze lien in 't oog gekregen , of by roldeeen zwaren korf op den wal , en verwijderde zich toeu,zonder hen of te wachten , met zijn sehuit zoo snel byroeien kon. Coponius naderde en zag tot zijn vreugdeen verbazing , dat de korf met allerlei vleesch , gevo-gelte , en moesgroenten gevuld was.

n By de onsterfelijke Goden riep by : e Daginusheeft zich voortreffelijk gekweten.... Ei zie my diekeurige stukken eens aan! er is niets vergeten , byPollux ! — maar Waarom haast zich die schwitevoerderzoo ? — Hy vergeet zijn belooning te ontfangen. — Gymeisjen , die alles weet , weet gy ook , aan wien ik denprijs voor die eetwaren voldoen moet ?"

Thusnelda betuigde, dat zy niets anders in last had,den hem den voorraad aan te wijzen.

n In alien gevalle ," zeide Coponius: n gy hebt ietsvoor ow moeite verdiend, en ziedaar een stuk zilver, ,dat ik a vereer. Maar nu moesten wy op een middeldenken om dit alles binnen de bureht te krijgen zonderdat iemand bet gewaar worde ik heb mijn redenenom niet te willen weten , dat ik in het bezit ben vanzulk een heerlijken voorraad."

e Laat my daarvoor zorgen , Centurio ," zeide Rufus :ik ken dit boschjen : want wy hebben er gisteren-avond

Page 201: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

19i BRINIO.

hoot Your u gehaald. Wy zullen wederom eenige takke-bossen maken en er de spijzen zoo handig tusschen stop-pen, dat niemand er iets van zal kunnen gewaar worden."—

De voorslag van Rufus werd aangenomen: en terwijlSeleukus onder zijn kleederen medenam wat by bergenkon , ging Coponius nog een paar ruiters halen , dienu , op de door Rufus uitgedachte wijze , den voorraadongemerkt binnen bet kasteel brachten.

Den volgenden morgen liepen Coponius en Seleukusmet blijkbaar ongeduld bet binnenplein op en neder inafwachting van den spijsverzorger. Epafus stolid opeenigen afstand , nienwsgierig , hoe het met den handelzal gain en in zich-zelven lachende over de onnoozelheidvan den Centurio. Eindelijk verscheen het vaart'iig vanVegetus aan den Steiger, thands met een driedubbelenvoorraad beladen , welken de aanvoerder zich. vleide ,dat hem door den vrijgevigen Coponius zoude wordenafgekocht. Zoodra deze en zijn slaaf hem echter doorde waterpoort zagen binnenkomen , bleven zy staan enhielden zich , als of zy in een drok gesprek gewikkeldwaren en Been aclit op hem sloegen. Vegetus keek heneen wijl met verwonderde oogen aan : daarna trad bytoe en tikte Seleukus op den schouder.

Hoe is het van daag , vriendlief !" vroeg by : n zietgy my niet ? Nu zult gy eerst to vrede zijn : want ikheb keur van alles medegebracht."

Indedaad!" zeide Seleukus: 11 ja, 't is waar : eer-gisteren hadt gy weinig genoeg." --

o Ik denk dat ik het van daag beter gemaakt heb ,"hernam Vegetus : maar hoe is het? wilt gy mijn voor-raad niet eens komen zien ?" -

„Het kijken kost geen geld, niet waar ? " vroegSeleukus, met inzicht.

Page 202: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 1 95

Neen voorwaar niet," antwoordde Vegetus, lachende:maar koin! gaat gy inede? mijn schuit is vol." a Breng de korven inaar hier ," zeide Seleukus : a de

Centurio zal die inisschien ook wel eens willen zien." a Het is hier wat zonnig," zeide Vegetus: a en de

warnite mock eens hinder doen aan de eetwaren; —maar zoo als gy verkiest," — en met-een verwijderdeby zich en keerde terug, zijn korven een voor een metrich brengende, waaruit hy een voorraad deed te voor-schijn komen, groot genoeg om een halve kohorte tespijzigen. Seleukus liet hem bedaard zijn gang gaan enzijn waren aanprijzen , totdat alles uitgepakt en op hetzand gespreid was. Toen beg-on hy, altoos het stilzwijgenbewarende, stuk voor stuk te betasten en te bekijken.

Welnu!" zeide Vegetus: wat dunkt er u van?heb ik wel opgepast ?"

a Heerlijke tarbot!" zeide Seleukus, de vischom keerende: en zeker voor denzelfden prijs als eer-gisteren ?"

a Nu spot gy er mede," antwoordde Vegetus: gy

zult wel merken , dat deze eens zoo groot is en zijngelijk niet op de wacreld heeft: neen vriend! die moetvier denarii meer gelden."

„ En het vleesch," vervolgde Seleukus: fl is het weder,gelijk eergisteren, van een oude koe?" —

Dat my de Goden lief hebben ! van een oude koe?voel eens, hoe malsch deze stukken zijn. Er is in Beenjaren zulk een beest geslacht. De Priesters hebben hetniet gezien : tinders ware het wel door hen aangekochtgeworden tot een offer op de aanstaande feesten."

Indedaad! — nu, dat reevleesch ziet er goed uit,moet ik zegg3n."

Het zal als balsein in den mond smelten: 't is

Page 203: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

196 BRINIO.

van een eenjarig beestjen. En zie my die gans eonsaan. Is 't niet, of het een zwaan ware?"

Nu ! ik moet zeggen , die hazen zijn oak niet slecht;maar ik boor, dat zy hier te lande week van vleeschzijn."

,r De grasbuiken , ja !" zeide Vegetus: n maar dezezijn op de dninen gevangen en lekkerder hebt gy zenooit geproefd."

Seleukus ging op deze wijze voort met over alleszijne aanmerkingen te waken, en Vegetus met hem tebeantwoorden , tot dat het den schalkschen slaaf voor-kwam, dat het spel nu lang genoeg geduurd had;waarom by , zich tot zijn heer wendende, met eenzucht uitriep:

n Welke kostelijke eetwaren! en hoe jammer, datwy er niets van kunnen g,ebruiken!" --

n Hoe!" riep Vegetus, verbleekende: n wat meentgy daarurede?"

,i Niets ," zeide Seleukus: als alleen , dat het myheed doet, van daag niets van u te kunnera koopen."—

ll Ik hoop, dat gy in boert spreekt," zeide Vegetus,wren de zweetdroppelen tangs de wangen liepen.

Mijn slaaf zegt de waarheid," zeide Coponius :n heden hebben wy niets noodig; — maar daar staatde slaaf van Massa: die zal u missehien den voorraadwel afkoopen.'

Hoe nu!" vroeg Epafus, met een verbaasd gelaatnadertredende: is de overeenkornst al over , Centurio?En moeten wy de zorg van bet maal weder overnemen?"—

ll Geenszins," antwoordde Coponius: maar gelukkigzijn er nog ander° spijsverzorgers dan deze: en ik benreeds voorzien."

rr Reeds voorzien!" riep Vegetus: n Centurio! dit

Page 204: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIE I 0. 197

beet de spotterny wat ver drijven. Gy hebt my eergis-teren deze levensmiddelen besteld; en zult ze nemen,by Jupiter !"

n By Jupiter ! dat zal ik niet ," zeide Coponius : n ikheb niets besteld en heb ook niets noodig." -

,, En gy hebt my alles bier laten heenbrengen enmy een half uur opgehouden...." -

!I Kijken kost Been geld ," zeide Seleukus lachendedat hebt ow my toegestemd." s By de onsterfelijke Goden!" vervolgde de spijsver-

zorger, meer en meer vergramd: ik zal my by denBevelhebber vervoegen en recht tegen a verzoeken."

u Tot uw dienst," zeide Coponius, met de uitersteonverschilligheid : ik ken Beene wet, die iemanddwingt te koopen."

Kom kom ! pak nw boel maar ras van bier, " riep.Velius, die van ter zijde het gesprek had. afgeluisterden nit op eens voor den dag kwam out zijde rol inde klucht te vervullen : n daar komen mijn soldaten enwy moeten hier monstering houden." En met-een, eenteekeu gevende , deed by zijn betide, die by gezorgclhad dat te voren klaar stolid in de Barak , het pleinopkomeu en recht op de over den grond verspreideeetwaren aanstappen. Vegetus en zijn vriend Epafuswierpen zich ter aarde, om te redden wat redbaar ware;maar de krijgsknechten, aan wie Velius het tecken gaf, ,hun marsch te vervolgen zonder zich ergens aan tostoren, liepen hen onder den voet, en, bemerkende,dat het er door de Hoplieden op toegeleid was, denspijsverzorger een poets te spelen, wilden zy van hunkant niet aehterlijk blijven om van de gelegenbeid ge-hruik te waken. Zy bidden zich of zy struikeldenelk van hen repte om 't vlijtigst de hander, greep van

Page 205: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

198 BRINIO.

denverstrooiden voorraad wat by bereiken kon en deedhet in zijn knapzak overgaan.

a 0 allerboosaardigste schelmen !" schreeuwde Vegetus,wien deze behendige handgrepen niet ontsnapten: If Hop-man !" vervolgde by , terwijl by , opstaande, zich denrug en de zijden wreef: u zy hebben my bestolen! Ikmoet mijne waren terug hebben of ik zal u aanklagen."

n Hon wat!" zeide Velius: n het recht gaat bovenalles. Gy beticht mijne manschappen van diefstal: enzoo gy hen daarvan overtuigen kunt, zal de schuldigegest.raft worden; — maar is uw betichting valsch ,wee uw gebeente. lie na, wat u ontbreekt."

De spijsverzorger verzamelde, bevende, van toorn enwee:: beide, hetgene hem was overgebleven in zijnekorven, helaas! het was niet een twintigste deel vanhetgeen by had medegebracht; en met dure eeden zwoerby , dat by een bedorven man was, zoo men hem hetontvreemde niet teruggaf , of betaalde.

Wy zullen u recht verschaffen," zeide Velius: n weehem, by wien lets van hetgeen gy mist gevonden wordt."

Dit gezegd hebbende liet by zijn bende op zes gele-deren over het plein scharen, zoodat de linkervleugelaan de openstaande deur der barak paalde, en begontoen, met Vegetus naar den rechtervleugel gaande, manvoor man te gelasten zijn knapzak te toonen en nit teschudden. Maar ik behoef niet te zeggen, dat de krijgs-knechten van het tweede gelid hunne makkers van heteerste reeds van hun buit ontlast hadden en dat , naar-mate Velius en de spijsverzorger him onderzoek in devolgende gelederen voortzetteden, de stnkken vleesch enbet wild van hand tot hand en van den eenen knapzakin den anderen overgingen met een vlugheid, die eengoochelaar eer zoude hebben aangedaan: zoodat er steeds

Page 206: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B ft I N O. 199

gezorgd werd , dat het gelid, waarin het onderzoek plantshad, van eetwaren vrij was. Vegetus bemerkte dezekunstgrepen wel ; maar het was hem ondoenlijk iemandop de daad te betrappen ; daar de onverbiddelijke Veliushem dwong , knapzak voor knapzak in te zien, en iedergedaan onderzoek besloot met hem op een ijskouclentoon toe te duwen : u gy ziet wel , dat gy dezen manalthands verkeerd beticht." — Coponius en Seleukus, diede klucht op eenigen afstand beschouwden , hielden zichden buik vast van 't lachen.

Het onderzoek alzoo liep , gelijk men denken kan ,geheel vruchteloos of ; maar nu was de beurt aanVelius, zich gramstorig te toonen : n gy hebt mijnebrave speerdragers valschelijk beschuldigd ," zeide hy, ,de wenkbraauwen samentrekkende en zoo gramstorigkijkende als zijn bloemzoet aangezicht het toeliet : if en,by Jupiter ! dat hebt gy niet straffeloos gedaan. Komt Ikameraden ! geeft dezen knaap het loon des lasteraarsen jaagt hem van hier." —

DU was aan peen dooven gezegd. De geheele bendeliep met een luid gejuich op Vegetus aan , die ondereen angstig noodgeschreeuw het plein ronddraafde, doorden lachenden hoop achtervolgd , die hem de uitgangenoveral afsneed en den rug met de lange pieken deerlijksmeerde. Op dit oogenblik vertoonde zich , gelukkigvoor den armen spijsverzorger, de Bevelhebber zelf, ,wien Epafus was gaan waarschuwen , op den stoep vanhet hoofdgebouw.

Hoe heb ik het ?" riep by nit, met een forschestein en toornig om zich heen ziende : n is er een op-roer op Matilo ?" —

Het is niets ," antwoordde Velius met de meestebedaardheid : dan alleen, dat gindsche bedrieger mijne

Page 207: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

200 BRINFO.

eerlijke manschappen valschelijk van diefstal beschuldigdheeft, en thands met reden door hen wordt uitg,ejonwd,Hy heeft zich op hen willen wreken , dat de Centurioniet van hem verkoos te koopen."

Massa zag Coponius zijdelings aan; maar durfde hemniets zeggen; want hy wilde geene vermoedens opwek-ken omtrent het aandeel , dat hy in den handel vanVegetus had. Hy stortte derhalve zijn gramschap opVelius nit en betuigde, hoezeer hy ontevreden was,dat deze, in de plants van zijn manschappen te oefe-nen , hen over het plein liet harddraven.

a Gy zoudt in mijne plants hetzelfde gedaan hebben,Overste!" zeide Velius : a zoti men niet razend wordeu,wanneer znlk een lompe vlegel de manschappen van huntank komt afhouden en my dwingt , hen man voor mante onderzoeken, ten einde hem te bewijzen , dat zijneaanklacht valseh en iogenachtig is?"

n Geloof hem niet , voortreffelijkste Overste! " riepVegetus: ik ben bestolen, deerlijk bestolen! die eer-vergeten schelmen hebben my wel voor de waarde vanzes goudstukken afhandig gemaakt."

o Wat! durft gy dat volhouden?" vroeg Velius, ,, na-dat ik u van het tegendeel overtuigd heb? — Overste,nu zult gy zien , welk een onbeschaamde logenaar byis. Speerdragers! den knapzak hoog!"

En al de speerdragers, in 't gelid staande, hievenhunne zakken op de speren omhoog en toonden datzy ledig waren; — maar al het gestolene was ook ,toen de jacht op Vegetus begon , in de barak overge-hracht en' daar wel verborgen.

Massa zag wel in, dat hy, zoowel als zijn handlan-ger, , bedrogen werd; maar hy begreep, dat bet wijzerware er niets van te laten blijken , en vergenoegde zich

Page 208: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 201

dus met een knorrig gemompel over het onbehoorlijkegeweld, dat men gemaakt had; waarna hy zich wedernaar binnen begaf; terwijl ook Vegetus die gelegenheidwaarnam, om door de waterpoort zijn vaartuig wederop te zoeken en zich te verwijderen.

Welnu!" vroeg Velius aan Coponius heb ik mijnrol goed gespeeld?"

Voortreffelijk!" zeide de Centurio: ik meende eenklucht van Plautus te lien; maar nu mocht gy wen-schen, dat ik eeuwig het opzieht over de keuken hield;want, zoo ik naar de blikken van Massa mag oordeelen ,zal by ons deze poets nimmer kwijt sehelden, en zoohy ooit weder de spijsverzorging onder zijn bestierkrijgt, zal hy ons vergeven als ratten en muizen; daarkunt gy op aan. — Dan, ,genoeg gepraat. Wy zullennu voor het maal gaan zorgen. Intussehen nog dit:vertel den grip noch aan Thuscus, noch aan uwenwiden Centurio: zy mochten onze handelwijs eons nietgoed keuren. Er zijn lieden, die soms wet ongemakke-lijk vallen, en dergelijke praktijken afkeuren, ofschoonzy er de vruchten wel van willen inoogsten." --

Het middagmaal stelde zich dien dag niet vrolijk in.Massa, die buitendien afgetrokken van gedachten seheen,had inoeite, zijn wrevel te onde.rdrukken, toen de overigedisehgenooten aan Coponius hunne tevredenheid en be-wondering betuigden wegens den overvloed van voor-treffelijke spijzen, die den disch vercierden. Ook Aqui-lius was gemelijk; want tot nog toe had zijn verblijf opMatilo hem slechts een bron van verveeling geweest. Hyhad zich gevleid, dat zijn zending hem bezigheidverschaffen en dat hy, onder de leiding van Massa, metde zorg zoude belast wezen om de liehting te bewerk-stelligen ; doch nu die teak aan Vulpes was opgedragen,

Page 209: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

202 BRINIO.

wist hy met zijn ledigen tijd Been weg. Coponins,hoewel zegepralende over het good gevolg der poets,(lie hy aan Vegetns gespeeld had, was echter niet zon-der zorg voor de toekomst; want hy moest op nieuwemiddelen bedacht zijn om zijn spijskelder to voorzien.limners, Vegetus zou na de ontfangen les niet terug-komen, en op den bystaud van den Batavier viol ookniet meer to rekenen. Deze was wel 's rnorgens weder-gekeerd; doch Aquilius, die hem voor een verspiederbleef houden, zonder eenig wezentlijk bewijs tot zijn lastte hebben, had begrepen, dat het de wijsste partij ware,rich geheel van hem to ontslaan en hem diensvolgensbetaald en zijn afscheid gegeven. Velins was knorrig,omdat zijn Centurio achter het gebeurde van dien mor-gen gekomen was en hem daarover bestraft had: enLiffio was knorrig, omdat hy voorzag, dat het gebeurdeslechts strekken rat om nieuwen wrevel by Massa teverwekken en het Leven op Matilo nog onaangenamer temaken: terwijl Vulpes even zuur keek als altijd.

Overste!" zeide eindelijk Aquilius, die niets Beververlangde dan dat hen: eene gelegenheid verschaft wordom werkzaam te zijn: ik heb hier niets om handen, enik kan toch niet gelooven, dat ik met zulk een doel ge-zonden ben. Zoudt gy my niet willen veroorloven, meteen behoorlijk geleide en een trompetter het land eonsrond to gaan, en te zien, of er rich ook wakkere jongelieden aanmelden om dienst to nemen onder de adelaren."

/I Dat zou u weinig baton," zeide Massa: ( i gy zoudtop die wijze zelfs goon loopjongen bekomen. Neen,neon! laat dat aan my over, gelijk ik u reeds gezegdheb. Vulpes gaat daaglijks naar den ]3rittenburg, eneer de kalenden om zijn, zal hy u eon betide bezorgen,uitgelezener dan gy verlangen kunt." —

Page 210: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N 0. 203

n Maar, indien ik de bedoelingen des Veldheers welverstaan heb ," zeide Aquilius, die zich niet licht vanzijn stuk liet of brengen, u is de taak der werving m yopgedragen en moet ik instaan voor de manschappendie ik lever."

„ Het is wel mogelijk," . zeide Massa, die meer enmeer bemerkte, dat hy Aquilius niet door ziju valscheredeneeringen , maar alleen door zijn gezach tot zwijgenkon brengen : u maar ik begrijp het zoo: en daarmedegenoeg."

,r De Primipilus zal wel te vrede zijn, wanneer hyzijn volkjen ziet," zeide Vulpes : knappe kaerels , byHercules!"

a Wel !" zeide Aquilius : ik wil dan toch eens gaanopnemen , hoe het met uwe werving staat. Hebt gy ertegen , dat ik u heden namiddag naar den Brittenburgverzel." —

Volstrekt niet," zeide Vulpes, een seheef gezichtzettende : maar gy zoudt er weinig aan hebben ; wanter is nog geen man aangekomen. De Centuriones, (lieik rondgezonden heb, wachten Hever eenige dagen ensturen hen dan by tien of twintig man te gelijk. —

Hoewel Vulpes deze woorden op een hoogst natuur-lijken toon zeide, was Aquilius echter loos genoeg omte begrijpen, dat men hem niet gaarne aan den Britten-burg had; hy vond echter beter er niet nader op aante dringen , maar liever de gelegenheid eens waar tenemen om er Vulpes ouverhoeds te komen verrassen ,en zich dan te overtuigen, hoe er de zaken stonden.

Komt !" zeide Coponius, de stilte willende bannen ,welke wederom begon te beerschen , n wy zitten bier zootrenrig byeen , of er geen vvijn in de kan was. 1kdrink ter care onzer Romeinsche schoonen."

18

Page 211: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

201 BrtlIC TO.

rr Hoewel het een ouden krijgsman minder betaamt, "zeide Liffio , voeg ik my gaarne by uwen dronk : rimerik wil er de maagden van dit gewest merle onder be-grepen hebben ; want ik vrees, dat mijne oogen welnooit rneer een gezichtjen uit Latium zullen zien."

,, En de schoonheden van dit gewest zijn wel waardig,dat men ze beziet ," zeide Vulpes ; y ik drink op Ada,de sehoonste onder de schooner)," — Dit zeggende ,wierp hy een zijdelingsehen blik op Massa ; want hybekreunde or zich weinig aan, Wien zijn ontijdig schert-sen deeren kon, mits het slechts zijn doel niet miste.

y Wet weet gy van schoone vrouwen of?" vroeg Massa,kennelijk over deze handelwijze van Vulpes geraakt.

Is het waar, dat Brinioos zuster zoo beminnelijkis ? " vroeg Velius , zijn beker nederzettende.

I, Vraag het den Overste maar ," hernam Vulpes, zon-der zich aan de donkere blikken van Massa to storen.

y Vraag het den Primipilus , the hear gezien heeft ,"zeide Massa, zich met rnoeite bedwingende.

Ik wil niets afdingen van den lof, die hear geguudis ," zeide Aquilius : a Ada i s bekoorlijk."

Heeft zy u reeds in liefde ontstoken ?" vroeg Masse,met bevende lippen, en op een toon , die de onrustvan zijn gemoed te kennen gaf.

,, Gy kunt wel beseffen, Overste!" antwoordde Aqui-lius , rr dat ik mijn burgerrecht niet verlang to verbeti-ren , door een vrouw uit het land der Kaninefaten totrouwen : en , zoo het waar is , wat men van de zedendezes lands verhaalt , zoude zy te hooghartig zijn, ommy op een andere wijze to beminnen."

Zotheid!" zeide Massa : rr ik heb er gekencl, wierdeugd spoedig genoeg te temmen was."

rr Vooral wanneer men ," sprak Vulpes , y van die

Page 212: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

sxz p ro. 205

huismiddeltjens in 't werk weet te stellen , die de Over-ste kept."

Vulpes !" riep Massa , met klimmende woede : n gyverliest den eerbied , dien gy my schuldig zijt."

n By Jupiter !" zeide Vulpes : n heb ik dan ietskwaads gezegd — Weg met alle vrouwen ! zy gevenaltijd aanleiding tot twist ! — En om er niet meervan te hooren , stn ik op en rij naar den Brittenburg.Vaartwel !"

Pit gezegd hebbende rees hy op en verliet het yen-trek, Welk voorbeeld weldra door de overigen werdnagevolgd.

Ix.

Den volgenden morgeu was het koel , eenigzins buijigweer. Aquilius wandelde het binnenplein op en seder ,by zich-zelven denkende , dat de gelegenheid niet kwaadware , om een rid door den omtrek te doen , ten eindede eenzelvigheid van de levenswijze op Matilo eenigzinste breken , toen hy Coponius zag verschijnen , zoo cier-lijk uitgedoscht als of by ter bruiloft ging.

Wat beduidt deze fraaie kleeding?" vroeg hy : . zijtgy op een maid genoodigd ? of gaat gy de feesten vanBacchus vieren ? "

Noch het een noch het ander ," antwoordde Copo-nius : het p.;esprek , gisteren aan tafel gehouden , heeftmy herinnerd aan iets , dat ik niet Langer verzuimen wit.Ik ga eens zien hoe de schoone Ada het maakt."

Indedaad !" zeide Aquilius, niet weinig y en-wonderd en zelfs eonigzins misnoegd over deze mede-

I

Page 213: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

206 BatNto.

deeling: a het is it dan crust, deze kennismaking voortte zetten?"

n By Herkules! Ik wil zien, of ik my op deze wijzede fortuin gunstig kan makers, en gy zult bekennen,dat ik geen betere keus kon doen."

Ik weet niet of ik hetzelfde van haar kan zep.:gen,"zeide Aquilius, glimlachende: — ll maar ik ben bynazeker dat uw moeite vergeefs zal wezen. De dochtervan Werner zal geen Romein huwen : en bovendien,is zy niet bereids verloofd aan dien man met zijn bar-baarschen naam, Markman, of hoe heet by ?"

Om 't even!" zeide Coponius : men kan het be-proeven. Oho! ik heb de ars a mandi gelezen, en weeteen weinig, hoe men met jonge meisjens omgaat."

u Maar, gesteld zy wilde u hebben, over drie wekenvertrekken wy weder van hier en worden dan wellichtnaar Iberia' of Palestina gezonden."

Laat dat aan my over. Zoo ik slaag, zeg ik derdienst vaarwel, ga by Brinio inwonen..."

n ...En traankoeken en gerstepap eten..."En breng een hervorming in zijn huis en keuken te

weeg, waarover de buren eerst zullen lachen, doch diezy allengskens zullen navolgen. Denk eens, hoe heerlijkhet zal klinken, wanneer my het nageslacht eens denweldoener, den hervormer der Kaninefaten noemt." —

Aquilius haalde de schouders op: n Gy hebt dan vastbesloten, dien tocht te ondernemen ," zeide hy.

Onherroepelijk vast. Het weer is luchtig : de warmte

zal .my niet hinderen en mijn' paard heeft bewegingnoodig."

En wie zal hier uw keuken bezorgen?" —

ft Die task kan Seleukus heden wel waarnemen. lkheb voor dozen dag nog voorraad genoeg." —

Page 214: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 207

rr Wil ik u wat zeggen 7 ik gevoel groote begeerte out

te vergezellen." —Waarlijk? — welnu! dat is kostelijk ; maar gy moet

my mijn meisjen niet ontvrijen, Thuscus! Dat zoudeeen onvergeeffijke trek van u zijn."

rr Wees niet bevreesd," zeide Aquilius : n ik steek immerste veel by u af. — Maar nog iets! Acht gy het nietveiliger, dat wy Rufus en Sextus .medenemen ? — Hetware misschien gewaagd, door deze vreemde landstreek

alleen te gaan."Recht goed bedacht ," antwoordde Coponius : rr doch

er is nog eene zwarigheid." —o En Welke?" n Zoo Massa niet goedvindt, dat de poort over de

Rijnbrug worde ontsloten, moeten wy een schrikkelijken

omweg waken." rr Geen nood. — Massa is zoo even met Vulpes naar

den Brittenburg gereden. Liffio alleen heeft heden inhet kasteel te bevelen en by zal geene zwarigheid maken.Ik ga hem waarschuwen en ben oogenblikkelijk terug."—

II En ik ga aan Seleukus zeggen, dat by niet op onsrekent voor het middagmaal. Dat zijn twee schotelsivinst van daag. — Tot straks." —

Liffio gaf de gevraagde toestemming: en niet tangdaarna reden onze beide vrienden, van Rufus en Sextusvergezeld, den Rijnkant langs.

Hier zullen wellicht mijn lezers en voornamelijk mijnlieve lezeressen zich verwonderd en geergerd hebben,dat Aquilius, van wiens ontkieinende hartstocht voorde schoone Ada wy in den aanvang van ons verhaalhadden gewach gemaakt, niet nit zich-zelven op hetdenkbeeld gekomen was, om een bezoek op Briniooshoeve te gaan afteggen, maar dat het voornemen daartoe

Page 215: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

208 BRINIO.

by hem door de mededeeling van Coponius moest gebo-ren worden. Ten einde den Primipilus te verdedigentegen den blaam van koelheid, die hem met sehijn vangrond ten laste ion kunnen gelegd worden , moet ikbeginnen met te verklaren , dat hy wel degelijk reedsover de betamelijkheid van een dergelijk bezoek hadnagedaeht, en dat het niet zonder goede redenen was,dat by by zich–zelven besloten had, zulks nog watuittestellen, ofschoon by thands van gedachte veranderde.Ada had een diepen indnuk op hem gemaakt; maarde reden , vroeczer door hem opgegeven, was voor hemgenoeg om een huwelijk met de zuster van een Kani-nefaat onmogelijk te maken. Hy had haar slechts een-maal ontmoet, en hy had gezond verstand genoeg, omte beseffen, dat, zoo hy haar gezelschap niet venderzocht, het hem niet zwaar zoo vallen , een neiging teonderdnukken, waartoe missehien gelegenheid en ver-beelding de meeste aanleiding hidden gegeven. Eenbezoek zon hy afleggen, dit vorderde de beleefdheid, jade erkentenis voor genoten weldaden ; moan daar moesthet, naar zijne gedaehten , ook by blijven : an spoordewel het gevoel des harten hem aan, met dat bezoekniet te verwijlen, maar het gezond verstand zeide hem,dat het beter ware, daarmede nog te wachten tot hygeheel van zijn hartstocht genezen ware; want — ge-lijk hy te recht oordeelde — een spoedig bezoek zonte lichtelijk door meerdere achtervolgd worden: — byeen later bezoek zon zulks uit den aart der zaken geenplaats hebben. Toen nu echter Coponius hem zijnvoornemen mededeelde, kreeg op Bens de stem der nei-ging weder deu boventoon: ja nu vond ook het verstandhonderd redenen om er Lich by te voegen. Hy kontoch Coponius niet alleen laten gaan: wat zon men

Page 216: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B s o. 209

dan wel van h e In denken? zoa men hem niet van on-dankbare nalatigheid beschuldigen ? — Wel is wear ,by kon van zijne macht gebruik maker en Coponiusverbieden , derwaart te gaan; — dan, dit zou niet alleeneen onhebbelijke gestrengheid wezen, maar ook vermoe-dens by -zijn krijgsmakker opwekken, waartoe by geeneaanleiding wilde geven. Bovendien , het denkbeeld hin-derde hem, dat Coponius zich te gemeenzaarn bij Adazou gedragen , en by achtte het niet ongepast, er byte zijn, en door zijne tegenwoordigheid den Centuriote beletten eenigzins te kort te doen can hetgeen zoo-wel de pligt der gastvrijheid als de waardigheid desRomeinsehen naams van hem vereischten.

Met sneller vaart dan toen zy zich naar Matilo be-gaven , reed thands het viertal van die plaats af, enhet was eerst toen zy de schipbrug by Albiniana tangvoorby waren, en zich nog maar op een halven mijlafstands van Niger Pullus bevonden, dat zy , om hunpaarden op adem te doen komen , den drat' tegen betstappen verwisselden.

Wy zullen weldra aan de kroeg zijn," zeide Aquilius:I/ en ik geloof , dat onze paarden niet ongenegen zullenzijn, zich voor een oogenblik aldaar te verfrisschen." —

// By Jupiter !" zeide Coponius: laat ons daar nietheenp.;aa_n. Wy mochten er den spijsverzorger uit Lug-dunum eens aantreffen en ik ben met dien man niet opden besten voet." —

H 1k heb daar iets van gehoord," wide Aquilius:maar het rechte niet vernomen. Gy h.ebt gisteren twist

met hem gehad, hoor ik." u By Hercules! zoo gy er reeds iets van weet, zal ik

u de gandsche klucht maar vertellen. Gy zult nader-hand knorren zooveel gy wilt." — en na deze inleiding

Page 217: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

210 BRINIO.

deed by zijn verhaal, waarover Aquilius , ofschoon nuen dan het hoofd schuddende , niet nalaten kon te lachen.

Wy zullen er maar niets over zeggen ," merkte byeindelijk aan : fl maar hoe zult gy nu blijven voldoen aande verplichting, die gy in een oogenhlik van dwaasheidop u genomen hebt?"

Spreek er niet van ," zeide Coponius : ik zal be-ginnen met u om schadeloosstelling aan te spreken." —

a My!" vroeg Aquilius: en dat om welke reden ?"-fi Uzelven , Thuseus I — Hebt gy den Batavier zijn

afscheicl niet gegeven , en de man had nog wel degoedheid gehad , my eetwaren te zenden, die ik nieteens in de gelegenheid hen geweest hem te kunnenbetalen."

a Dan heb ik u integendeel van een schuldeischerbevrijd en verdien ik dank , in stede van bestraffing."

a Pat is waar; maar hoe zal het nu in het vervolggaan? 1k moet er met die zoetelaarster over spreken."

Dat zat ik u niet raden. Haar vertrouw ik zoomin als Daginus. Na hetgeen my Ada gezegd heeft ,heb ik redeneii urn te vreezen, dat er iets broeit by deE.aninefaten, ja, dat wellicht de veiligheid der Romeinenin deze landstreek bedreigd kan worden. Pat heen enweer loopen van Daginus, zijn gesprekken met Brinioen die zoetelaarster , alles versterkt mijn vermoedens.Ware die Massa een ander mensch , ik zoil hem mijnverdenkiugen mededeelen; maar nu zal ik wachten , totik meer stellige bewijzen vinde." -

II Er ware ook niets aan verbeurd," zeide Coponius :a al kwam er eens een oproer tegen dien gierigen vent,mits men maar gelieve te

al tot wy weer van

hier zijn. — Maar met dat al wenschte ik wel, dat ikdien Daginus nog eens te zien kreeg, al ware het maar

Page 218: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ERIN' o. 211

om van hem te vernemen , waar hy zijn voorraad vandawn krijgt."

n Welnu I " hernam Aquilius : n aan dat verlaugen kanlicht voldaan worden ; want zoo mijn oogen my nietgeheel dan zie ik ginds zijn kloeke gestaltevoor ons uitloopen." -

u Ja waarlijk , hy is het ," zeide Coponius : n engisteren heeft hy Matilo reeds verlaten: — dan heefthy ook geluierd onder weg , by Pollux!"

Het zoa my niet verwonderen , zoo hy hetzelfdedoel had als wy en insgelijks een bezoek by Brinio afwilde leggen : hoe het zij , wy zullen het wel eensvernemen. Spoedig ! de paarden in den draf gezet , enhem ingehaald. '

Op dit oogenblik wendde de Batavier, die waarsehijn-lijk het geluid der aankomende ruiters had vernomen ,het hoofd om , en herkende hen. Zijne eerste bewegingwas om zich naar den oever te begeven , als oin zichaan de vervolging, welke hy vreesde , te onttrekken ,door de rivier over to zwemmen ; maar hy bedacht zich,bleef stil staan en wachtte met bedaardheid de ruiters af.

II Zoo I vriend Daginus I" riep hem Coponius toe ,zoodra zij naderby gekomen waren: n gy zijt heen ge-gaan zonder afscheid van my te nemen en zonder datwy onze rekening hebben vereffend." --

n Primipilus !" zeide de Batavier , zonder op dewoorden van Coponius acht to geven , en terwijl byAquiliuS , die nu naast hem op kwam rijden , ernstigaanzag gy weet , dat Brinio en de zijnen ons gastvrijontfangen hebben , toen wy laatst by hem waren." -

II Dat hebben zy ," zeide Aquilius , verwonderd : II enongetwijfeld wilt gy op nieuw van hunne herbergzaam-heid gebruik gaan maken." —

19

Page 219: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

212 BRINIO.

Gy zoudt niet willen ," vervolgde Daginus, datde zuster van Brinio ten eenemale rampzalig werd." —

Wat bedoelt gy?" vroeg Aquilius : is er eenigongeluk , dat haar bedreigt?" -

,/ Ik ging haar waarschuwen tegen de laden, die mentot haar verderf gespannen heeft ," zeide de Batavier.

Voleind !" zeide de Primipilus : en wees overtuigd,dat wy bereid zijn , alles aan te wenden , om haartegen leed te bewaren."

gewis , by Pollux !" zeide Coponius : fl op mijnbystand althands kan zy rekenen. Maar wie is het ,die haar belaagt ?"

De mededeeling , die ik te doen heb, is alleen vooruwe ooren ," hernam de Priester , op Rufus en zijnmakker wijzende.

Gy hebt gelijk ," zeide Aquilius en gaf last aan deruiters een weinig achter te blijven.

,,,Hetgeen ik a zeggen ga ," vervolgde Daginus , opeen halfluiden toon , stelt mijn leven in gevaar ; wantik ga een Romeinschen Overste beschuldigen , die geenebeleedigingen vergeeft . ; maar ik geloof juist niet ,dat by van uwe vrienden is."

„ By Hercules Massa zal in de zaak gemoeid zijn ,"zeide Coponius.

Gy zult bemerkt hebben , dat Massa gierig enhebzuchtig is ," zeide Daginus.

Ik meen zulks bespeurd te hebben," zeide Aquilius:

maar , ga voort."Poch gy weet misschien niet ," vervolgde de Bata-

vier , dat hy een overgegeven wellusteling,, is. Aan-zienlijk groote schatten heeft hy byeengehracht doorzijn knevelaryen en geldafpersingen ; doch hy zoizeker eens zoo rijk zijn , indien hy niet de heeft van

Page 220: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 213

hetgeen by heeft samengeschraapt had te koste gelegdom zijn lage hartstochten te voldoen. De muren vanMatilo en de Rijnstroom zelf zouden van zijn gruwelda-den kunnen getuigen ; maar de muren zijn stom en deRijn voert de slaehtoffers van Massa naar verre strandenheen." —

Aquilius zag den Priester met verbazing en belang-stelling aan : hetgeen deze hem mededeelde verhinderdehem echter zijn oplettendheid te bepalen by den toon ,waarop het wend medegedeeld, en die zoozeer verschildevan de weifelende , ontwijkende wijze, waarop Daginusby vroegere gelegenheden tot hem gesproken had. Toenschenen hem de woorden slepend en moeilijk nit dekeel te komen ; thands was zijn stemgeluid vol enkrachtig en zijn voordracht vast en gemakkelijk. Metoogen , waarin de hoogste beiangstelling te lezen was,verwachtte Aquilius , dat de Priester zijne rede vervol-gen zoude.

Nu en dan ," ging deze voort , houdt in de nachteen klein , overdekt scheepjen stil aan het waterpoortjenop Matilo en lost er ongemerkt zijn vracht ; de kist ,welke dan in 't geheim naar binnen gedragen wordt,hevat, zoo men zes,,t, geene koopwaren , maar een levendwezen. Wat zal ik er byvoegen ? Na eenige wekenkola een zeeschip de vracht terughalen en zeilt ermede naar Gallien of Brittanje. Dan ontbreekt er door-gaands een meisjen in het eene of andere huisgezinder Kaninefaten, en er is eene slavin te meer op deoverzeesche markten."

u By de onsterfelijken Goden !" riep Aquilius uit It engelooft gy, dat Massa de stoutheid zofi. hebben , om opdezelfde wijze de zuster van den edelen Brinio ...." -

u Ada is jong en schoon ," zeide Daginus gelijk19*

Page 221: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

214 BRINIO.

haar zuster voor haar is geweest. Hoe Rheime op eensoud en ijlhoofdig is geworden weet misschien Massabeter dan iemand te vertellen."

En hoe komt gy aan dit nieuws?" n Massa betrekt vier kamers op de burcht: — de

eerste is zijn spreekkamer : de tweede zijn eetzaal : inde derde slaapt hy en zit er met Vulpes geld te tellen :in de laatste komt niemand dan hy alleed en de schoonegasten, die hy er in 't geheim ontfangt. Dat laatstevertrek heeft door een geheimen trap gemeenschap metden gang, die naar de waterpoort leidt. Gisteren heeftde oude Brenda last bekomen, dat vertrek schoon temaken: — een zeker bewijs, dat het een bewoonsterverwacht."

Goed! — maar dit bewijst nog niet, dat Ada..." —Massa heeft haar te Lugdunum gezien en haar ge-

schenken gezonden: — dit zoti reeds veel bewijzen;doch er is sneer: eenige woorden, door een zijner hand-!angers tot Thusnelda gesproken, en door haar aan myoververteld, hebben my de verzekering gegeven, dat deaanslag Ada en niemand anders gelden moet."

Gy hebt verkeerd gedaan, ons dit niet terstondmerle te deelen ," zeide Aquilius, het hoofd schuddende :rr ik veronderstel , dat het um voornemen was, Briniote gaan waarschuwen ; — maar hebt gy wel nagedacht,welke ernstige gevolgen de mededeeling hebben kan? —dat er twist en vyandschap , misschien een opstand, uitontstaan kan."

Dat zijn mijne zaken niet," antwoordde Daginus,op een onverschilligen toon : n ik heb by Brinio gast-vrijheid ontfangen en ga hem berichten , welk onheilhem dreigt."

En gy gelooft maar neen! wie zoa vermetel ge-

Page 222: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B lt I N o. 2 15

noeg zijn , de zuster van Brinio uit het midden van'mar talrijk gezin te durven wegrooven ?"

De wolf is bloeddorstig ," zeide Daginus : u maar degewapende herder vreest hem niet : de vos is vol listigestreken en steelt ongemerkt de hoenders nit het hok." —

Ik zal hem dit beletten , of ze hem doen teruggeven,"zeide Aquilius: I/ en by Hercules ! hy mag sidderen in-dien er een veertjen aan ontbreekt." —

Wat praat gy toch van hoenders en vossen ?" vroegCoponius, die deze beeldspraak slechts ten deele gehoordhad en wiens geest niet dichterlijk genoeg was om diete bevatten : ik mag sterven , zoo ik iets van dat allesbegrijp. Ik meende, dat het de schoone Ada gold: en nuhoor ik weer van wolven en vossen rammelen. Het zoilmy niet verwonderen , indien het geheele geval slechtseen verzinsel ware, uitgedacht om ons te misleiden."

Het kan zijn," zeide Aquilius : dock de uitslag zalhet moeten leeren: in alien gevalle gaan wy ter goederuur naar de hoeve, 't zij om ons te overtuigen , dat alleser in rust is, 't zij om het kwaad voor to komen , datde beminnelijke Ada bedreigt. Wy zullen echter na hetgehoorde dubbelen spoed moeten maken. Gy vergezeltons, Daginus en zult naar bevind v an zaken beloond ofgestraft worden. Stijg op achter Rufus, en by Pollux!poog ons niet to ontsnappen! Het zoil u duur to staankomen !"

Indien ik u had willen ontsnappen ," zeide de Ba-tavier, terwijl hy achter den miter klom, zoil myzulks geen moeite geweest zijn. Ik had dien stroomtusschen ons gezet eer gy nog gemerkt hadt, waar ikgebleven ware." —

Kont ! geen woorden nicer, en voorwaarts!" zeideAquilius, het voorbeeld gevende.

Page 223: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

21G BRINIO.

Weldra kreeg het vijftal de kroeg van Niger Pullusin 't gezicht, en nu riep Daginus, zijn hoofd achterRufus omstekende, met een forsche stem: n zie slechtsvoor u uit, Primipilus ! daar ligt het vaartuig, waarik u van gesproken heb."

Hoe !" zeide Aquilius : ll is dat het scheepjen niet ,dat er laatst ook lag?"

c By Hercules !" zeide Coponius : it het is de schuitvan Vegetus : is die allerbedriegelijkste der spijsverzorgersmede in de zaak betrokken ?"

Denkt gy ," vroeg Daginus, dat er eenig sehelm-stuk in het land der Kaninefaten gepleegd wordt, waarhy geen deel aan heeft? — Ik ben overtuigd, dat gyhem thands niet aan deze woning vinden zult."

Daar kunnen wy ons gemakkelijk van verzekeren ,"zeide Aquilius, door er even op te houden en onzepaarden te doen drinken." —

Dit gebeurde een boereknaap, dien zy reeds, toen zyvroeger dezen weg langs gingen, te Niger Pullus had-den gezien , en die hun toen gelijk nu vrij onnoozel wasvoorgekomen , bracht water voor de paarden , en ver-klaarde, dat zijn meester met Vegetus van huis wasgegaan. Aquilius nam onderwijI nog meer naauwkeurigdan te voren het vaartuig op, dat met een zeil enbovendien met zes riemen voorzien was en waarvan hetdek insgelijks met een zeil als met een tent was over-spannen. Coponius, wien het vernomen nieuws zijneandere belangen niet deed verwaarloozen, nam ditoponthoud waar, om aan Daginus te vragen, welkemiddelen hy toch in 't werk had gesteld om hem degevraagde eetwaren te verschaffen , en of er geene kansware, dat dergelijke hezendingen zich vernieuwden.

Zoo ik er my mede had blijven bemoeien , dan ,

Page 224: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. '217

ja ," antwoordde Daginus : // maar ik heb van den Pri-mipilus mijn afscheid bekomen , en alles is tusschen onsgedaan. Een vlug verstand als het uwe is echter nietverlegen oin uitkmnsten te vinden ; maar is het thandsde tijd , daarover to denken ?"

Neen voorwaar niet ! " zeide Aquilius : noch dewoning , welke slechts uit een vertrek bestaat , nochdat vaartuig schijnen remand te bevatten. Wy zullenons dadelijk voortspoeden."

n Dat zal niet noodig zijn," zeide Daginus : u wantik bedrieg my zeer , of daar komen zy aan , die wyzochten."

Allen blikten vooruit: en indedaad, langs een zij-weg , die door het grasland liep, kwamen eenige per-sonen de heirbaan op, wier uiterlijk voorkomen welgeschikt was om het vermoeden op to wekken , dat zydiegenen waren, die men verwachtte. Zy waren vier ingetal , en hun gewaad was oogenschijnlijk dat vanreizende kooplieden : groote reismantels bedekten hunleden , en breedgerande hoeden overschaduwden hungelaatstrekken. Twee hunner liepen vooruit, met Langestokken gewapend : een derde volgde , een paard by dentoom leidende , hetwelk een soort van rolwagen voort-trok , waarop een groote koffer stood , met een zeilbedekt. Naast dien kofler was een vierde man gezeten,die niet naliet van gedurig heen en weer to kijken ,.alsof by naar kalanten uitzag of voor dieven bevrcesdware.

Zy zijn het ," zeide Daginus tegen Aquilius , meten gesmoorde stem : // en het zoft my zeer verwonderen,

indien zy geen levende koopwaar in dien koffer metzich voerden."

„ By Jupiter !" riep Coponius : ik ben grootelijks

Page 225: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

218 BRINIO.

bedrogen, of de vent, die op den wagen zit, is dieallerslechtste Vegetus! Nu de handel in rundervleeschhem tegengeloopen is , schijut by zich met dies inmenschenvleesch op te houden."

If Wy zullen er ons van verzekeren," zeide Aquilius,opstijgende en met de overigen vooruitrijdende: byalle Goden ! zulk een stoutheid mag niet ongestraft blij-Yen." —

De zoogenaamde kooplieden, die inmiddels van hunkant de ruiters ook ontdekt hadden, wisselden eenigehaastige woorden samen, en, waarschijnlijk bespeuren-de, dat er aan geen ontkomen te denken was, dedenzy hun wagen ter zijde gaan als om den doortocht vrijte laten, zonder twijfel zich vleiende, dat men hungeese vraag zoude doen. DU was eehter het voornemenniet van Aquilius. Naby hen gekomen zijnde, deed byzijn paard stilstaan , en, de reizigers met een strengenblik aanziende: n waar zijt gy van dawn?" vroeg by :,, en wat voert gy daar met u?"

De beide personen die voor den wagen uitgingenzagen elkander even aan , als of zy nit elkanders blikkenwilden lezen welk antwoord zy geven moesten. De eerie,in wien onze ruiters den waard van Niger Pullusherkenden, scheen weer geneigd te zijn , de forschetaal van Aquilius even forsch te beantwoorden : deandere, een tenger mannetjen met sluwe oogen, scheeneen minzamer bescheid beter te keuren. Deze laatstenam het woord in dezer voege :

a Wy groeten n, allervoortreffelijkste Centurio! wyzijn kooplieden van Novesium en rijden het land metwollen stoffen rond."

n En wy hebben grooten lust, wollen stoffen te koo-

pen" , zeide Coponius: derhalve, goede vrienden! ont-

Page 226: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 219

sluit uw koffer, en laat eens zien , wat gy by u hebt."—a Wy zijn uitverkocht ," hernam de man, en trekken

naar Lugdunum, waar wy een voorraad hebben." a Om 't even," hernam Aquilius: a dan moet gy ons

zulks bewijzen. Opent uw koffer." -n Maar Centurio! indien wy vragen mogen ," zeide

de waard, zijn meer vreesachtigen makker ter zijdestootende: ik wilde wel weten, met welk recht gyons op den weg aanhoudt. Wy zijn vrome lieden ,die geen mensch sehade doen."

„Een stoet sehelmen en bedriegers zijt gy," zeideCoponius: a of zijt gy zelf niet de waard van NigerPullus? en is de spijsverzorger, die daar op den wagenzit, ook al een •koopman geworden?" --

a By Hercules !" zeide Vegetus , zich ontdekt ziende,niettegenstaande zijn pogingen om vermomd te blijven,en begrijpende, dat onbeschaamdheid het eenige middelwas om hem te redden: die lieden hebben my methen op de kar genomen, omdat ik wat vermoeid was;maar ik behoor niet tot hen: — en zoo zy iets vanwaarde in dien koffer hebben, raad ik dien nietto ontsluiten : anders moeht het er mede gaan als gis-teren met mijn eetwaren , die wel genomen , doch nietbetaald werden." --

a Te veel gesnaps !" zeide Aquilius : aopent dien koffer!ik geef u mijn woord, dat, zoo ivy er niets dan goe-deren in vinden, wy u ongestoord uwen weg zullenlaten vervolgen."

a Opent hem niet," zeideVegetus: ,,zy hehooren niet totde bezetting en hebben geen recht zulks te vorderen."—

Wy zullen u ons recht op het aangezicht schrijven,"zeide Aquilius: n gehoorzaamt, of het zal u dour testaan komen." —

Page 227: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

220 BRINIO.

,, Maar, , allerbeste Centurio !" zeide nogmaals een dervervoerders : de koffer is ledig." --

In dit zelfde oogenblik wend deze beweering gelogen-straft door doffe toonen , niet ongelijk aan het wiege-lied , dat een voedster murmelt, welke uit den koffervoortkwamen.

Ellendige schurk !" riep Aquilius : n welke logensdurft gy ons verhalen? Ontsluit dien koffer, of het ismet u gedaan."

Centurio!" zeide de waard : n het is waar ! er zitiemand in dien koffer : — een gevangene, die op lastdes Bevelhebbers naar Matilo gevoerd moet worden. Hetzal u berouwen, indien gy u tegen zijn wil verzet."

Ik wil uw gevangene zien ," zeide a enneem de verantwoording op my. Daginus! gy zijt tovoet , ontsluit gy dien koffer , daar zy het niet verkiezento doen."

Daginus trad toe, zonder een woord to spreken, greepmet elke hand een der gewaande kooplieden in de Borst,wierp hen rechts en links van zich of , sprong op denwagen, rukte het zeil van den koffer en sloeg het dekselopen. Een gedaante , in een mantel gehuld, richtte hetbovenlijf in den koffer overeind ; maar algemeen was deverbazing , toen die mantel, by het afvallen , nietbevallige gelaatstrekken van Brinioos jongste zuster, maarde verbleekte, vermagerde tronie van Rheime aan deoogen der omstanders vertoonde.

Rheime!" riep Aquilius uit , eenigzins te leur gesteld.By Pollux ! Ik kan niet zeggen , dat op den smaak

van Massa hoog te roemen valt ," mompelde Coponius.u Ei lieve !" zeide Rheime, terwijl zy zoo minzaain

inogelijk rondom zich been zag : If waarom toch houdtgy reeds op ? ik lag zoo gemakkelijk , ofschoou my nu

Page 228: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 5.,)21

en dan het hossen wat hinderde : en wy gingen runnersnaar de plants, waar de duinroos bloeit... : ik heb nogeens in dien wagen gezeten...; maar het is lang geleden...hoe lang weet ik niet sedert dien tijd is mijn geheugenzoo zwak...; maar ik moet daar niet van spreken...:stil! stil !... dat mogen zy niet hooren... en als ik eraan denk doet my het hoofd zoo zeer, o wee!" En,het hoofd in de beide handen steunende, scheen zv ,aitijd overeind zittende, in diepe gepeinzen te verzinken.

De aandacht der Hoplieden werd hier van de onge-lukkige Rheime afgetrokken, door een geplas en geplof,dat in den Rijnstroom plaats vond, en de navolgendeoorzaak had. Vegetus was, op het oogenblik dat Daginusden wagen beklorn, daarafgesprongen, en had het, mantelen hoed in den steek latende, op eon loopen gezet.ruiters waren te zeer verzet geweest op het gezicht vanRheime om byzondere aandacht op hem te slaan ; maarDaginus was hem, na dat de eerste verbazing over was,achter na gesprongen en zori hem ingehaald hebben, toende beangstigde spijsverzorger zich te water begaf , hemop die wijze hopende te ontkomen. Daginus volgde hemechter in den vloed en dreef hem nu voor zich beengelijk een poedelhond een aangeschoten eend. Het waseen vrij kluchtig gezicht, den spijsverzorger beurtelingsalle middelen in 't werk te zien stellen, welke de zwem-kunst aan de hand gaf, om zijnen vervolger te ontkomen:nu eens dook hy behendig weg van onder den arm, diegereed scheen hem aan te grijpen: dan weder wierp hyzich in het dichtst der biezen of plaatste een drijvendrietboschjen tussehen zich en den Batavier. Het scheenechter, dat deze er zich meer op toeleide om den which-teling te kwellen en of te matten, dan wel om hemwerkelijk to vermeesteren ; want, hoewel ongetwijfeld

Page 229: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

222 BRIM I O.

beter in het zwemmen ervaren dan Vegetus, liet bydezen meermalen ontkomen, wanneer het geene moeitezott gekost hebben hem to vatten : en zelfs een paarreizen greep hy zoo onhandig mis , dat het byna niet tebetwijfelen viel, of hy had zulks met opzet gedaan ; endit bleek nog duidelijker, toen hy eindelijk , Vegetusgeheel aan zijn lot overlatende, zich plotseling omwendde,naar de overzijde zwom , aldaar aan wal stapte, en zichzonder om te zien dwars door bet moerassige weilandmet een vasten stap verwijderde, terwijl Vegetus, wederaan wal teruggekeerd, naar zijn vaartuig vluchtte.

it Begrijpt gy daar iets van ?" vroeg Coponius aanAquilius.

begrijp , dat de Batavier genoeg van ons gezel-schap heeft," zeide Aquilius : ,, maar hoe het zij, wyzijn hem dank verschuldigd voor de mededeeling, dieby ons gedaan heeft. — En nu, gy allerlogenachtigsteschelmen ! verhaalt my eens, wat uw oogmerk was methet wegvoeren dozer ongelukkige vrouw ?"

Centurio !" zeide een der geleiders van den wagon :,, die vrouw is niet wijs, gelijk gy wel zien kunt.Wy hebben haar op den weg gevonden en nit mede-lijden met ons genomen, daar de koffer toch ledig was,en wy niet wisten, waar zy te huis behoorde."

n De Goden mogen my verderven, zoo ik er iets vangeloof," zeide Aquilius: n maar hoe dit zij, het is onzetaak niet, de zaak verder to onderzoeken : gy kunt uverwijderen en aan hen, die u gezonden hebben, berichtgeven van den slechten uitslag uwer onderneming."

n Hoe!" zeide Coponius : a gy wilt die schandelijkestraatschenders ongestraft laten weggaan?"

Het ware misschien gevaarlijk, de zaak to diep tewillen onderzoeken," fluisterde hem Aquilius in het

Page 230: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 223

oor : ,, beter is het, die, indien er mogelijkheid toe be-staat, voor eeuwig te smooren. — Maar nu zal het erop aankomen, te weten , of die arme vrouw met onsmede wil gaan."

Het ware een nuttelooze moeite geweest, aan Rheime,wier gedachten nog altijd van het eene op het anderebleven dwalen, de noodzakelijkheid te willen beduiden,om de Hoplieden naar Brinioos hoeve te vergezellen.Zy was volkomen gelijk aan een klein kind, dat, doorzijn ouders op den weg verloren, den medelijdendenwandelaar, die het terecht wil brengen , weigert te vol-

gen of slechts met tranen op zijn vragen antwoordgeeft. Reeds stelde Coponius voor, geweld te gebruiken,toen Aquilius, zich het vroeger gebeurde herinnerende,gelukkigerwijze een middel verzon, hetwelk den voor-treffelijksten uitslag had: Rheime!" zeide by : ik hebeen fraaie duinroos gezien : ik geloof, dat hy, wien gyzoekt, daar onder ligt. Willen wy hem gaan zoeken?"—

Doze woorden werkten gelijk een elektrieken schokop de waanzinnige : met een vlugheid, welke men vanhaar verzwakt gestel niet had kunnen verwaehten,sprong zy op en uit den wagen, teffens uitroepende :

Waardat? waardat? Ik ga met u." —I/ Pas op! " fluisterde Coponius zijn vriend in: 0 zy

zal u de oogen uitkrabben, indien gy uw woord niethoudt."

Een onschuldige logen is alles wat ons overblijft,"zeide Aquilius: en tegelijk hielp by Rheime, die hemnu gewillig begaan liet, met de meest mogelijke zorgdwars op zijn paard, plaatste zich achter haar, denlinkerarm om haar heenslaande; waarna by met de ove-rigen zijn weg vervolgde, zoo suet als de paarden loo-pen konden.

Page 231: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

224 BRINIO.

X.

Sleehts een korten tijd hadden zy gereden, toen zyvoor zich uit een stofwolk zagen , waarnit eerst een paarhonden voor den dag sprongen, die, toesnellende, hetpaard van Aquilius met een blij geblaf omringden ,terwijl zich vervolgens een viertal personen vertoonde,die met haast kwamen toegeloopen. Weldra herkendeAquilius Ada, Ella en een paar knapen van Briniooshills, die hy veronderstelde dat uitgegaan waren omRheime te zoeken. Hy bedroog zieh niet; gelijk hemterstond bleek , toen Ada, op wier gelaat de spoed dienzy gemaakt had en de angst die haar vervulde te lezenwaren , eensklaps vooruit sprong, en met den uitroep:

daar is zy !" op Rheime toesnelde.Aquilius hield terstond met de zijnen stil, en, zijn

last stevig in den arm houdende, steeg hy daarmedevan 't paard en leide dien in Adaas armen: rt bier isuwe zuster terug," zeide hy : v wy hebben haar op denweg gevonden." —

Rheime! lieve Rheime !" zeide Ada, de bleekewangen van haar zuster met kussen bedekkende : If waar-om hebt gy ons dat gedaan?" —

Maar Rheime was niet in staat eenig antwoord tegeven. De vermoeienissen van dien morgen hadden haarnitgeput, de schokken , die zy ondervonden had, warenvoor haar gestel te groot, en zonder to spreken zeeg zyuit den arm van Ada op den weg neder. Oordeelende,dat haar de beweging van het ros to veel vermoeienzoude, verzocht toen Ada de beide knapen hare zusternaar huis te dragen, terwijl zy haar hoofd bleef onder-steunen , en Aquilius met de overige ruiters langzaamvolgde.

Page 232: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 225

Tot nog toe had de verwarring van het oogenblik ende zorg , welke Rheimes toestand vereischte, geene woor-dewisselingen gedoogd ; maar, nadat men een paar hon-derd schreden was voortgegaan , droeg Ada, 't zij dathet opbeuren van Rheimes hoofd haar wat zwaar begonte vallen, 't zij dat een billijke nieuwsgierigheid haardreef , hare tank aan Ella over en naderde Aquilius metde vraag , waar en in welken staat hy haar zuster ge-vonden had.

y Het verhaal daarvan is alleen voor uwe ooren ge-

schikt , voortreffelijke maagd!" zeide Aquilius, ter wijl hyden toom van zijn paard aan Rufus toewierp: indiengy met my de achterhoede wilt uitmaken, zal ik u onzeontmoeting omstandig mededeelen."

Ada voldeed aan zijn verzoek en hoorde nu, nietzonder ontzetting, uit zijn mond het bericht , dat menRheime uit de macht van vier vermomde schelmen, diehaar ontvoeren wilden , verlost had; eene mededeeling ,waarop zy geenszins was voorbereid : zy had Rheime, diezy in bed waande , slechts een paar uur geleden gemisten had toen eerst in den omtrek der hoeve gezocht , vanwelke haar zuster zich nimmer onverzeld verwijderde.Toen zy haar echter niet vond , had zy lieden in allerichtingen uitgezonden en was zelve den weg opgewan-deld , met oogmerk om des noods haar nasporingen totNiger Pullus toe door te zetten.

If De Alvader behoede ons !" zeide zy , toen Aquiliuszijn verhaal geindigd had: y maar wat kan toch hetoogmerk dier booswichten geweest zijn? wat reden kaniemand hebben , een arm schepsel als zy, dat niemandleed doet , aldus te mishandelen ?"

Ook my zo6 dit bevreemden ," zeide Aquilius, meteenige schroomvalligheid, y en daarom, vergeef my de

Page 233: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

226 B I N I O.

veronderstelling, komt bet my niet onwaarsehijnlijk voor,dat de aanslag op een andere gemunt was en dat menzich in de persoon bedrogen heeft."

Wat bedoelt gy ?" vroeg Ada, verbaasd: /, en opwie dan zon het gemunt zijn geweest?"

Ik zou u mijne vermoedens niet mededeelen," ver-volgde Aquilius , n indien ik uw verstand en oordeelniet hoog schatte; want zy zijn byna te gevaarlijk omte uiten. Maar ik beschouw het mijn plicht, u alleste zeggen, ten einde u tot waakzaamheid aan te sporenvoor de toekomst :" en nu deelde by haar mede, watby van Daginus vernomen had, en welke andere redenente zamen werkten om hem overtuigd te laten , dat menniet Rheime, maar Ada had willen schaken , en dat deman, op wiens last zulks geschied zou zijn, niemandanders was dan de Bevelhebber van Matilo.

Ada zweeg een geruimen tijd nadat Aquilius gespro-ken had; twee tranen, die hare oogen ontrolden, getuig-den alleen, hoe diep zy over de mededeeling getroffenwas: eindelijk scheen zy haar geestkracht to herwinnen:

ik geloof ," zeide zy , n dat gy gelijk kunt hebben: eris in de laatste dagen meer dan eens een koopman aande hoeve geweest , wiens houding en gewaad veel over-eenkomst had met de beschrijving, die gy my van dieroovers gegeven hebt. Ik ben gewoon des morgens eenacme gebrekkige weduwe te bezoeken , die niet verre vanhier, aan gene zijde van bet weiland aan een binnen-weg woont. Meestal ging ik daar alleen, somtijds metRheime en Ella heen: gisteren, toen ik er vandaankwam, ontrnoette , ik juist dien koopman, van wien iksprak, die my zelfs een eind weegs volgde; doch ik hadmijn getrouwen Flak by my , en 'die zoil niet geduldhebben , dat my eenig teed gesehiedde. Ik let er nu

Page 234: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

227

voor het eerst op, dat Rheime mijn mantel heeft om-geslagen. Wellicht is zy stil van de hoeve- geslopenen zelve naar de oude Nerthe gegaan , en hebben debooswichten, door het gewaad misleid, zich in de per-soon vergist."

Daar is Been twijfel aan ," zeide Aquilius: rr ik benovertuigd, dat , indien wy het op de plaats gingen on-derzoeken, wy het wagenspoor zouden vinden."

Maar nn , edele Primipilus!" zeide Ada : ff heb iku een verzoek te doen : mijn dankbaarheid jegens u isgrooter dan ik die kan uitdrukken ; maar gy zoudt die nogvermeerderen , zoo gy aan mijn bede gehoor wildet geven."

rr Spreek, en uw wil zal geeerbiedigd warden," zeideAquilius.

rr Het is een geluk!" zeide Ada, n by dit rampzaligevoorval , dat alles nog bedekt kan blijven. Mijn broe-der is niet aan de hoeve , en de overige huisgenootenzullen eenvoudig in den waan verkeeren , dat gy Rheimeop den weg alien en verdwaald hebt gevonden. In-dien ik nu niet te veel van u verg , mag ik u dansmeeken ...."

Dat de zaak geheirn blijve ," viel Aquilius in , ziendedat zy schroomde den volzin uit te spreken zie daarwat ik u juist wilde voorstellen. Ruchtbaarheid zoil in

dit geval to gevaarlijke gevolgen kunnen hebben." —Een traan blonk in Adaas oogen en de vriendelijkste

glimlach zweefde oin haar rozemondtjen , toen zy denPrimipilus haar wensch aldus zag voorkomen. rr Ikdank u," zeide zy, en reikte hem in de opwelling vanhet schuldelooze hart de blanke hand toe , welke byeven onschuldig aanvatte en in de zijne drukte. Opdit oogenblik voegde Coponius , die mede afgestegenwas, zich by lien.

20

Page 235: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

228 BRINIO.

Gy moet bekennen ," zeide by , u dat ik heden mor-gen door een Godheid ben ingeblazen geweest , toen ikhet voornemen opvatte, u te komen bezoeken."

Gewis hebt gy een goede ingeving gehad, Tarpa!"zeide Aquilius, glimlachende, dat zijn vriend zich deeer der zaak wilde geven : en ik niet minder , toen ikmy bereid toonde, met a te gaan. Maar nu over dezaak geen woord meer : — de beminnelijke Ada is hetmet my eens , dat zwijgen best is." —

II Niet voor dat ik ook aan den braven Centurio mijndank heb betuigd.," zeide Ada : u en thands ga ik Ellaaflossen en zien hoe Rheime het maakt."

Met deze woorden vervoegde zy zich weder by harezuster, die nog altijd in een staat van gevoelloosheidverkeerde , welke echter aan Ada minder onrust baarde,vermits die niet ongewoon by haar was. • De Hopliedenwandelden nu nevens haar en poogden, door een ge-sprek over vrolijke onderwerpen, haar eenige afleidingto bezorgen van de stemming, waarin het gebeurde haargebracht had. Weldra traden zy de hoeve op; de kna-pen bliezen op hunne horens , om hen , die uitgegaanwaren om Rheime te zoeken , terug te i•oepen , en na-dat men Rheime te bed gebracht en behoorlijk verzorgdhad, gaf Ada last, dat men alles zoti in gereedheidbrengen om hare gasten wel te onthalen, en vroeg aanCoponius, of by wederom genegen was zijn onderwijsin de kookkunst to vervolgen.

rr 1k ben altijd en in alle opzichten tot uw dienst,"zeide Coponius : u en ik verklaar er by , dat ik eer aanuwe spijzen zal doen; want de tocht van heden heeftmy niet weinig honger gegeven: — en dorst niet Min-der : zoodat ik van meening ben, ettelijke bekers op uwegezondheid to ledigen."

Page 236: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 229

Zal ik den grooten drinkhoorn krijgen?" vroeg Ada,schertsende.

o IV at my betreft , ik zal my to vrede houden , datik dien eenmaal heb geledigd ," zeide Aquilius : erzijn kunststukken , die men nimmer moet herhalen ,wanneer zy de eerste reize geslaagd zijn."

n V oor my, ik w il hem nog wel eens by de handnemen ," zeide Coponius : a ik geef den moed niet op ,het heden beter te maken dan laatst. Men moet zoo-lang zijn best doen tot men slaagt."

Ik hoop," zeide Aquilius halftuid tegen Ada, datniet alle mensehen denken gelijk mijn vriend Tarpa ,en dat anderen , wier eerste poging mislukt is , geenetweede zullen wagen."

Dat geve de Alvader ! " zeide Ada.Wy zullen hier de gesprekken niet ophalen , welke

tussehen Ada en de beide Hoplieden plaats vonden envoor hen des te helangrijker waren , naarmate zy doorde overige huisgenooten , die er of en aan by tegen-woordig waren, minder verstaan werden. Bit kwamdoordien er tusschen dat drietal een geheim bestond ,en dat , wanneer zy ook over onverschillige Bingenspraken , hun geest met een ander° zaak bezig was ;zoodat vaak , wanneer hun mond slechts alledaagsehewoorden uitte , hun oogen en gebaren antwoord gavenop de innige gedachten , die hun geest vervulden.

Weldra kwam Brinio to huis. Schoon zijn blik , evenals de vorige reize , somber en afgetrokken was , als ofzwaarmoedige denkbeelden hem bezig hielden , en byzijn gasten wel niet met die hartelijkheid ontfing , dieby jegens zijne landgenooten betoond zou hebben , namby echter ten hunnen opzichte die voorkomende beleefd-heid in acht , welke aan min beschaafde volkeren van

20*

Page 237: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2 30 BRINIO.

nature eigen is en by beschaafde nation weer het gevol7is eerier goede opvoeding.

Toen nu het etensuur wederom , hoewel thands vroe-ger dan de vorige mire , gekomen was , en men rich ,gelijk toen , ofschoon in minderen getale , om den dischhad geplaatst , begon Aquilius bet onderwerp zijnerrending op nieuw aan te roeren , en aan Brinio te ver-halen , hoe hy rich te leur gesteld vond in zijne hoop,mode te molten werkzaam zijn aan de werving , die oplast van Massa bewerkstelligd werd. Pe Kaninefaathoorde hem geduldig ten einde toe aan : en vervolgenshet woord opvattende , schudde hy het hoofd en zeide :

Meent gy het oprecht , dat gy Massa in zijn pogin-gen oni yolk te werven` wenscht behulpzaam te zijn?"

„ Hoe kan ik anders ? " vroeg Aquilius: If daar dithet doel is mijner komst." —•

„L we teal is zonderling , Primipilus!" hernam Brinio:en gy schept er vcrmaak in , den spot met my te

drijven." a Hoe !" zeide Aquilius : gy twijfelt aan de waar-

heid van hetgeen ik zeg ?"Pat niet ," hernam Brinio : maar ik had betere

gedachten omtrenti u gekoesterd. Naar hetgeen gy myvroeger zeidet , wenschtet gy geene andeye middelen

te bezigen om yolk te werven dan belofte en overreding:en gy zoudt thands Massa willen helpen en het landroudloopen met krijgsvolk , om overal de argeloozebewoners in banden te slaan en als slaven naar denBrittenburg te voeren ?"

„ Wat boor ik ?" vroeg Aquilius: umaken rich wezent-lijk de kohorten van den Brittenburg aan zulke ge-weldenaryen schnldig ?"

11 Kan het zijn, dat a milks in ernst onbekend is ?"

Page 238: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BR1NI o. 231

vroeg Brinio , met nadruk en terwijl by een ongeloovi-gen blik op den Hopman sloeg.

Volkomen onbekend," antwoordde Aquilius : a ikben in deze zaak geheel buiten spel gelaten."

Weinu!" zeide Brinio : dan raad ik u sterk clan ,eens naar den Brittenburg te gaan. 1k twijfel er aan ,of gy wel te vrede zijn zult over de manschappen, diemen er been gevoerd heeft. Indien Vitellius op henrekent om zijn heerschappy te bevestigen , dan voorwaaris de staf der Cezars wankel in zijne hand."

Maar," vroeg Aquilius : welk oogmerk kan Massahebben , om my manschappen aan te bieden , die ik zalmoeten afkeuren ? Hy verwekt zich-zelf dubbele moeiteen ongenoegen by de landzaten."

lie uit uwe eigen oogen ," zeide Brinio : u ik zegniets meer; gy zoudt my wellicht van partijdigheid

beschuldigen."Er is zeker weder deze of gene guitery onder ver-

holen ," zeide Coponius : a wat van Massa of zijn hand-langer komt zijn niets dan boevestreken." —

Stil ! " zeide Aquilius , den vinger op den mondleggende : vergeet niet , dat onze ruiters made aantafel zitten , en dat , wat ook onze gyclachten zijn mo-gen , wy ons wachten moeten , hun door ons voorbeeldalle ontzach te doen verliezen voor iemand, wien zyondergeschikt hehooren to zijn." —

acht u, Primipilus !" zeide Brinio en waartgy Bevelhebber te Matilo doch daarvan gezwegen."

Ja! laten wy liever den baker nogmaals ledigen," zeideCoponius : a ik moet mijne eer herwinnen en uwen grootendrinkhoorn op de gezondheid der schoone Ada uitdrinken."

Hy wil nogmaals een bad nemen," zeide Aquilius,schertsende.

Page 239: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

232 BRINIO.

Gy zijt veel te hoogmoedig op uwen zege , vriendThuscus!" zeide Coponius, den drinkhoorn aannemende,dien hem Ebbo bracht: daar gaat hy , in drie teugen,schoone Ada!"

En nu, meer dan de vorige reize de voorzichtigheidin acht nemende , dronk hy , zonder een drop to spil-len , den drinkhoorn ledig.

Ada wenschte hem op een vrolijken toon geluk metzijn welgeslaagde poging; maar zy sloeg blozend deoogen neder , toen ook Aquilius, ofschoon met eenkleineren beker, , haar welzijn dronk.

De verdere gesprekken aan den maaltijd leverdenniets op, hetwelk wy noodig achten hier te vermelden.Hy liep vrolijk ten einde, en het afscheid, dat spoedigvolgde , was hartelijker dan de vorige reis. De zonstond reeds laag aan den gezigteinder, toen de Romei-nen den terugtocht aannamen naar Matilo. De avondwas koel en regenachtig : en zonder woordewisselingenreed men op een vluggen draf vooruit. Het hart vanden Priinipilus was te zeer vervuld met de beeltenisvan de schoone maagd, dan dat hy een alledaagschgesprek met zijn krijgsmakker zoCi hebben kunnen aan-knoopen : en bovendien voedde hy, ondanks zich–zelf,eenigen wrevel jegens Coponius, by de gedachte , datdeze naar Adaas hand zoil kunnen dingen, en hin-derde hem de omstandigheid, dat beide, eenige oogen-blikken voor zy afscheid namen, te samen een geheimgesprek hadden gevoerd. Veel zoude Aquilius gegevenhebben, om te weten, wat het onderwerp van dat ge-sprek geweest ware; maar de woorden bleven hem inde keel steken, zoo dikwijls hy er naar wilde vragen.

Eerst toen zy de schipbrug voorby waren en Matilobegonnen te naderen, vroeg Aquilius aan zijn vriend,

Page 240: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B1t Ii o. 233

wat by toch in den zak droeg, die, achter op hetpaard van Coponius gebonden, sedert eenigen tijd zijneopmerkzaamheid gewekt had.

Coponius glimlachte : rr daar zit lijftocht in voor vierdagen: ik heb my, als een verstandig spijsverzorger,ons bezoek ten nutte gemaakt om mijn voorraad tevermeerderen."

rr Indedaad! — En hebt gy die eetwaren gestolenof gekocht?"

n Geen van beide: ik heb mijn toestand aan Adablootgesteld: en gy gevoelt, dat na de dienst, die wyhaar bewezen hebben, hof en kelder voor my openston-den, en zy zeer te vrede was, my met deze kleinigheid,gelijk zy 't noemde, te kunnen gerieven."

rr Was dat het onderwerp van uw geheim gesprek ,eer gy de hoeve verliet?" vroeg Aquilius, terwijI eenglans van vergenoegen zijn gelaat overdekte. Coponiusknikte toestemmend.

Ik schaam my over u, Tarpa!" zeide Aquilius, die,hoewel over den aart van het onderhoud gerust gesteld,het echter onbescheiden van Coponius achtte, Adaasdankbaarheid op deze wijze te hebben misbruikt : a watmoet zy van u denken?"

rr Isom kom !" zeide Coponius: n nood breekt wet:en het eten zal er ons morgen te beter om smaken,wanneer wy de geefster gedenken."

Aquilius beet op de lippen en zweeg. Na eenigeoogenblikken vatte by bet woord weder op en zeide:

rr Tarpa I het bericht, dat ons Brinio heeft gegeven,moet niet verwaarloosd. worden. Morgen met het aan-breken van den dag , en eer nog Vulpes vertrokken is,begeef ik my naar den Brittenburg. Ik wil daarovernog heden avond met den ouden Liffio raadplegen."

Page 241: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

234 BRINIO.

u Tot uw dienst ," zeide Coponius: nmaar , by Pollux!ik voorspel u, dat het geene drie dagen meer durenzal, of wy zijn met Massa in openbaren oorlog. Opmy is hy reeds gramstorig wegens de spijsleverancie:het gebeurde van heden zal hem niet vriendelijker doenzijn : en hetgeen gy morgen zien zult zal de breukvolkomen maken."

1k mag mijn plicht niet verzaken uit vrees voorzijn ongenoegen ," zeide Aquilius • fl en wat de voor-vallen van dezen dag betreft, of hy draagt daaraangeene schuld, en dan zal hy er nooit iets van hooren; —of by is de aanlegger der daad en dan legt hem zijneer het zwijgen op. Hoe dit zij , wy moeten geduldigafwachten wat er van komen zal." —

Onder dit gesprek waren zy de brug van Matilogenaderd, waarvan de toegang hun door de vriendschap-pelijke zorg van Liffio was opengehouden. Coponius ging,zoodra zy binnengereden en afgestegen waren, den mede-gebrachten voorraad aan zijn getrouwen Seleukus wijzen ,en Aquilius begaf zich naar Liffio, wien hy zijn voornemenmededeelde , om, indien het wezen kon , op een bedektewijze te gaan onderzoeken , hoe het op den Brittenburgmet de werving toeging. De oude krijgsman , hoewel zijnverlangen billijkende , maakte verscheidene zwarighedenen bedenkingen; doch ziende, dat Aquilius onverzettelijkby zijn besluit bleef, gaf hy hem een brief mede aan eenwichelaar van de kohorte , de eenige persoon van geheelhet leger, , naar zijn zeggen , die hy vertrouwde, en diein dit geval geneigd zou zijn hem van dienst te wezen;waarna Aquilius onder dankbetuiging afscheid van hemnam , en zich ter ruste begaf , waar het beeld vanBrinioos bevallige zuster hem eerst uit den slimp hielden vervolgens in zijn droomen voor den geest zweefde.

Page 242: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. X 35

XI.

Reeds vroegtijdig verliet Aquilius zijne legerstede ,sloop, naar aanleiding van het plan, door hem gevormd ,te voet , in de eenvoudigste kleeding , en zonder eenigteek en zijner waardigheid , het kasteel uit door de wes-telijke poort en volgde den weg , die, dw ars door hetzandige duin heen , naar den Brittenburg bracht. Deafstand tusschen dezen en Matilo was niet grooter danongeveer een uur gaans , en weldra deden zich de trotschemuren van den Brittenburg aan zijn oogen v oor , enontdek te hy, , een hoogte beklimmende , de aanzienlijkewinterlegering , welke om het hoofdgebouw heen zichuitbreidde , en waarin talrijke scharen als een mierenhoopzich heen en weder bew ogen. Meer zuidwaart , aan denlinkeroever der rivier, , en aan het einde der heirbaan ,lag het volkrijke Lugdunum. , toen de voornaamste stadaan den Nederrijn , en de stapelplaats van een ley endigenhandel : en aan de overzijde van het kamp verhief zichde wachttoren van Calla boven de kruinen dier naaktezandduinen , welke sedert niet slechts den Brittenburgonder hun rollend zand bedelven zouden , maar ook hetrijke Lugdu num zoo ten eenemale overstelpen , dat denazaat zelfs de plaats vergeefs zoekt , waar het eenmaalgestaan heeft.

Aquilius trad , zonder iemands aandacht te trekken ,het kamp binnen , dat, aan vier zijden open, gedurigdoor allerlei slach van menschen bezocht werd. Hywandelde eenige reizen heen en weder tusschen een talrijkmengelmoes van krijgsknechten , die zich in den wapen-handel oefenden , of hunnen arbeid aan de omwallin genen rasteriv erken verrichteden , van kramers en kooplieden,die hunne waren kw amen uitventen , en van alles behalve

21

Page 243: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

`236 BRINIO.

verleidelijke Sirenen , die vruchten of drank te koopboden en door een schor of piepend gezang de oplettend-heid der voorbygangers poogden op te wekken.

Reeds zocht Aquilius naar iemand, wien hy vragenkon, waar de wichelaar Bassus te vinden ware, toenhy, langs een rasterwerk gaande, dat dwars door delegerplaats heenliep , aan de andere zijde een gesprekhoorde voeren , hetwelk zijn opmerkzaamheid gaandemaakte. Hy bleef stilstaan , zag door de reten , enontdekte eenig,e krijgsknechten , deels zittende, deelsstaande, die schenen te luisteren naar hetgeen hun eenander persoon, die in burgerlijk gewaad gekleed was,bleef voorhouden. Maar niet weinig stond Aquiliusverwonderd , toen hy in dezen laatsten denzelfden manherkende, die daags te voren door Daginus in 't watergejaagd was : in 't kort , den spijsverzorger Vegetus.

Nieuwsgierig om te vernemen, welke rol deze manhier speelde, en als door een voorgevoel gedreven, dathy van hem iets zon kunnen vernemen betreffende hetoogmerk zijner komst , verdubbelde hy zijne oplettend-heid, en hoorde onopgemerkt het volgende gesprek :

Ik zeg u , Titus ! en u Cneius ! " zeide Vegetus, n datgy goed moet onthouden wet ik u gelast heb , of dat derottingslagen als hagel op uw rug zullen vallen. Vulpesbegeert het zoo: — en gy weet, dat hy niet gemakke-lijk is, wanneer zijn bevelen niet worden opgevolgd."

n Maar ik herhaal u, Vegetus !" zeide een dergenentot wie hy sprak , en die een Onderofficier scheen : n dater onder de knapen, die hier gisteren–avond zijn aange-bracht, vier jonge meisjens zijn , zonder een aantalkinderen te rekenen , die men liever naar de school dannaar het leger moest sturen."

a Dat gaat u niet aan , waanwijze snapper !" hervatte

Page 244: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

237

Vegetus : n zy zijn hier eens gebracht en zullen ook nietweggezonden worden dan op een bevel van Vulpes.Waar bemoeit zich zulk een ezel als gy niet al mede?Jonge meisjens I Is er misschien een liefste van uby ? — en dan , hoe hebt gy dat kunnen weten?"

//By Jupiter !" zeide de Onderofficier, lachende : ndatis een kluchtige vraag! — Ik zal toch zoo corn nietzijn, of ik kan wel zien ..."

Gy kunt niets zien, gy driedubbele gek ! weet gyhet beter dan de wervers, die ze gehaald hebben ? Endan, indien de Cezar eens verkoos een keurbende vanAmazonen op te richten , wat zoudt gy daar tegen hebbenin te brengen?"

n By Hercules !" zeide een der toehoorders : n daarzoiz ik gaarne by dienen."

Gy zoudt er uooit heelshuids of komen," duwdeeen ander hem toe: ,, hoe zoudt gy u onder zooveelwijven redden, gy, die alleen dienst genomen hebt omde klappen te ontgaan, die uwe teedere wederhelft udagelijks met zulk een milde hand toedeelde." —

Een luid gelach volgde dit geestig gezegde, waaropdegene wien het gold een even snedig, antwoord wildegeven, toen Vegetus op een knorrigen toon weder begon:

u Kom kom ! gekheid genoeg : gy staat daar om dielafheden te lachen , als viel er niets to doen. Vulpeszal zoo aanstonds komen! en zoo alles niet gereed is ,gy weet wat u te wachten staat. Pas vooral op, Titus !dat zich niemand in den omtrek van de gehoorkamerbevinde, of ...."

Ik ken mijn dienstplicht," zeide de Onderofficier,verstoord: en behoef dien van u niet te leeren. Gywilt aan krijgsknechten bevelen geven en zijt zelf nietmeer dan een verloopen spijsverkooper." —

22*

Page 245: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

238 BRINIO.

n Schurk !" zeide Vegetus : n ik spreek op last vanVulpes, en gy durft ..."

Bewaar uw naam voor u-zelven," viel Titus hem inde reden : n en pas op, een woord meer op lien toonte zeggen , of ik loop naar mijn Centurio en laat unit het kamp jagen , met verlof van er nooit weer inte komen."

Het zal u rouwen, aldus tot my gesproken tehebben," zeide Vegetus, terwijl hy hem met de vuistdreigde en zich langzaam verwijderde. Ziende echter,dat de Onderofficier een beweging naar hem toe maakte,verhaastte hy zijn stag en was spoedig uit het gezicht.

Gy handelt onvoorziehtig , Titus!" zeide een derkrijgslieden : dat gy dien knaap beleedigt. Gy weet ,in welke gunst hy by zijn voormaligen meester staatdenk toch , dat men zijn hof niet by een juffer maakt,wanneer men Naar bond met sieenen smijt."

„ Dat moge waar zijn ," zeide Titus : ,, ma a r mijnbloed begint te koken, wanneer ik zulk een laffen bloed-zinger, die niet eens een soldatenrok aan 't lijf draagt,hier den meester zie spelen. Dat hy in zijn verderfloope! -- Maar genoeg! gaat vooruit : ik zal terwijlzorgen, dat de plaats in gereedheid zij , waar Vulpesde nieuwe manschappen wil onderzoeken. Hem moetenwy wel gehoorzamen, hoe hard het ook valle."

Met deze woorden verwijderde hy zich en ging , eenweinig verder, eene der poorten door, welke zich vanafstand tot afstand in het rasterwerk bevonden. Daarontmoette hy Aquilius, die gelijken tred met hem ge-houden had en hem by de mouw vatte.

Hoor eens , goede vriend !" zeide hy : a ik moeteven met u spreken." —

Wie zijt gy ?" vroeg Titus , op een norschen toon :

Page 246: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B it I O. 239

ook al een zoetelaar of zwervende kramer, , die evenals Vegetus hier bevelen komt geven? Maak maar rechts-omkeert; want ik ben heden niet in de beste luim."

Geene bevelen ," zeide Aquilius : u ik kom u eengunst verzoeken. Wees zoo goed , en zeg my, waarter plaatse Vulpes de geworven jongelingen in oogen-schouw zal nemen."

Vraagt gy anders niet?" zeide de Onderofficier :dat kan ik u gemakkelijk zeggen : gy ziet die houten

loods aan de zuidzijde van het kamp, waar al dieschildwachten been en weder loopen ? Nu! daarbinnen zitten de nieuwe manschappen opgesloten : enin het gehoorvertrek van het wachthuis daar tegenoverzal Vulpes zitten en hen een voor een voor zich latenkomen."

a En wat zijn dat voor lieden , die daar voor hetwachthuis in zulk een aantal vereenigd zijn ?" —

Dat zijn de ouders , bloedverwanten of kinderen ,die een losprijs voor hunne betrekkingen komen aan-bieden."

a Een losprijs!" herhaalde Aquilius : q de dienstne-ming geschiedt immers vrijwillig." —

Vrijwillig! — waar komt gy van daan, beste maat?dat mag zoo geweest zijn in de goede dagen van Dru-zus of Corbulo ; maar ik zweer u, de last van Massaaan de Hoplieden luidt tegenwoordig: rechts en linkshet veld in ! en brengt al wat gy grijpen en vangenkunt naar den Brittenburg." —

Ik twijfel, of dat de bedoeling van den Cezar zij ,"zeide Aquilius , het hoofd schuddende : a maar gyspraakt zoo even van kinderen, die een losprijs kwamenaanbieden: ik beken u, dat ik dit niet recht begrijp." --

u By Pollux!" zeide Titus : n gy zoudt dit best be-

Page 247: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

240 BR1N10.

grijpen , indien gy eens naast Vulpes in den stoel zat,als by hun belangen aanhoort." —

Zie , dat was juist hetgeen ik wenschte ," zeideAquilius : zoudt gy my niet een plaatsjen kunnen be-zorgen , waar ' ik hem hooren kon zonder zelf geziente worden?"

Zijt gy eon zot , of houdt gy er my voor?" vroegde Onderofficier , op eon toon van bevreemding : ,, isdat een vraag ? Wit beeldt zich zulk een vent niet alin! weet gy , dat men u half dood zat slaan , zoomen u slechts op twintig passen afstands van het wacht-huis vond , wanneer Vulpes er binnen zit? — en metmy zoil het niet beter afloopen , zoo ik het toeliet." —

1k heb hier zalf om uw wonden by voorraad teheelen ," zeide Aquilius , hem een paar geldstukken inde hand stoppende.

Gelooft gy, dat ik my laat omkoopen ?" vroeg Titus:n loop heen: al boodt gy my nog eens zooveel, ikdeed het niet : — en bovendien , het zoii my niet ge-nezen; want Vulpes zoude zich niet vergenoegen metmy to laten afkloppen ; maar bovendien het ontfangengeld wat deftig van naijnen buidel in den zijnen doenovergaan."

waarborg u, dat gy niets dergelijks te vreezenhebt ," zeide Aquilius.

11 Een schoone waarborg!" zeide Titus: II loop heen,en zoek een ander, wien gy dergelijke zotheden wijs-

maakt."Een betere waarborg dan gy denkt , beste vriend!

hoor ! gy zijt een eerlijke vent, en ik kan mij aan uvertrouwen. 1k ben de Prirnipilus , door den Veldbeerherwaart gezonden om de werving te doen. Ik zoit

dus recht hebben , met Vulpes, en zelfs zonder hem ,

Page 248: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 241

die manschappen in oogenschouw te nemen; maar , tooordeelen naar hetgeen ik u zelf heb hooren zeggen ,zult gy niet verwonderd zijn, dat ik den man niet veelvertrouw en eenigzins nieuwsgierig ben , te weten ,hoe het met die lichting toegaat." -

a En gy zweert my , dat gy de Primipilus zijt,"zeide de Onderofficier, slechts half geloof slaande aanhetgeen Aquilius zeide.

Ik zweer het u: en zoo gy bewijs behoeft, hier iseen brief, dien de Centurio Liffio my voor den wiche-laar Bassus mede gegeven had en die mijn rang ver-meldt. Doch , zoo gy my helpen kunt, heb ik dienniet van doen. — Bewijs my nu de gevraagde dienst,en ik beloof u, het zal aan my niet haperen, zoo dieschurk van een Vegetus geen loon naar work krijgt."—

u By Hercules! zoo ik dat wist ," zeide Titus, zichde handen wrijvende: ik wil er de kans van loopen ,en zal uw zin doen , Primipilus! maar gy belooft my ,dat gy my voor de gevolgen zult vrij waren." --

n En dat ik u wel zal beloonen bovendien," zeideAquilius.

Welnu! volg my dan," zeide de Onderofficier.Aldus pratende, waren zy den trobp Kaninefaten ge-

naderd , die, deels vloekende, deels schreiende, deels instille droef heid voor zich ziende, voor de houten loodsstond, die hun dierbaarste panden bevatte. De Onder-officier baande zich een weg door hen heen en begafzich toen, altijd gevolgd door Aquilius, binnen het inde nabyheid gelegen wachthnis. Dit gebouw werd intweeen gedeeld door een gang , die er midden doorliep enaan weerszijden op het plein uitkwam. Midden in diengang was een soort van portaal , by gelegenheden alsdeze tot gehoorvertrek ingericht en waar zich een zetel

Page 249: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

242 B I N I O.

voor Vulpes en een tafel met een lager zitbank bevon-den: de Centurio had alzoo het gemak , hen, die hyhooren wilde, door den openen gang voorby zich heente laten trekken, zonder dat zy elkander ontmoetten ofverdrongen.

Pit is nu alles wel ," zeide Aquilius: a maar waarzult gy my verbergen?"

Zie eens of deze schuilhoek u aanstaat zeide deOnderofficier, en opende een hok, in den muur gemaakt,en dienende om des winters den voorraad te bergen vanhout en plaggen, die in het wachthuis verbrand werd:

ik geloof niet," zeide hy, dat men u hier zal zoe-ken."

Pe schuilhoek is voortreffelijk ," zeide Aquilius:maar ik zal er beter kunnen hooren dan zien."

Gy zult er alles op uw gemak kunnen zien," zeideTitus, e indien gy slechts uw oog voor deze reet houdt.Maar ik reken er op, dat gy my niet in den steeklaat."

VPees onbezorgd," zeide Aquilius: niemand zaleenig Teed doen."

n 1k hoop het. Maar nu ga ik van hier; want Vul-pes zal weldra komen : en ik moet zorgen, dat dewacht overal verdubbeld worde. De Goden mogengunstig zijn, Primipilus!"

Met deze woorden verwijderde hy zich , en Aquiliusplaatste zich in zijn schuilplaits om aldaar den loop dergebeurtenissen of te wachten.

Slechts een korten tijd had hy aldaar doorgebracht ,toen eerst een groot rumoer om bet wachthuis en ver-volgens een diepe stilte, gelijk aan die, welke de ver-schijning van eenig gevreesd voorwerp te weeg brengt,hem deden veronderstellen, dat Vulpes niet verre meer

Page 250: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 243

of was. Hy plaatste derhalve het oog voor de reeteene der deuren ging open , en Vulpes trad binnen ,gevolgd door Vegetus, die eenig schrijfgereedschapdroeg. De tegenwoordigheid van laatstgemelde verwekteby Aquilius , een hevige verontwaardiging : en dubbelwenschte hy zich geluk met den maatregel, dien hygenomen had; want vat kon hy verwachten van iemand,die, gelijk Vulpes, by een zoo gewichtige werkzaam-heid als deze , geene andere hulp of getuige by zichnam dan een schelm gelijk de spijsverzorger.

Kom !" zeide Vulpes , zich zettendc en de wassentafeltjens uit de handen van Vegetus nemende : u w ymoeten spoed maken. Ga aan dat gepeupel verkondi-gen , dat de naam van al wie tot my gebracht wordtoverluid zal gelezen worden , en dat het aan ouders ofbetrekkingen uit groote genade vergund. wordt , denzoodanige te vergezellen , mits slechts 66n tevens kome."

Vegetus trad naar buiten: de aankondiging van Vul-pes werd aldaar door den uitroeper in de Latijnschetaal gedaan en door Vegetus in de Germaansehe her-haald ; waarna de spijsverzorger, die, gelijk Aquiliushierdoor bemerkte , als tolk by de onderhandelingendienen moest , weder binnenkwam. De naam van eender gepreste Kaninefaten werd kort daarop tot driemaaltoe uitgegalmd , en een oogenblik later trad degene ,die opgeroepen was, binnen. Doze was een kloek ge-

bouwde kaerel , in de kracht zijns levens en van eenekrijgshaftige hooding. Hy bleef over den zetel vanVulpes staan en zag hem aan met een onverschrokkenblik.

Vegetus!" zeide Vulpes, na den Kaninefaat evente hebben aangekeken : n zeg hem , dat hy goedge-keurd is." —

Page 251: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

244 BR1N1O.

I/ Er is geen tol k tusschen ons noodig," zeide deKaninefaat in redelijk Latijn : ik heb geen vijftienjaren onder uw yolk gediend zonder u we taal te lee-ren. Maar ik heb u slechts te zeggen , dat ik nietverlang , weder dienst te nemen. 1k ben eerst een jaartern g , heb vrouw en kind, en . . ."

Des te grooter ezel zijt gy ," viel hem Vulpes inde reden , u dat gy u hebt laten pressen. Gy zult die-nen , vriend ! daar is geen bidden voor. Men heeftjuist zulke menschen noodig als gy zijt, die de wape-nen kunnen voeren." —

n En sedert wanneer ," vroeg de Kaninefaat , wor-den wy gedron gen tegen onzen zin te dienen ? 1k zegu nogniaals : ik begeer in mijn land te blijven." —

Gy hadt dit moeten verte lien aan hen die u hiergebracht hebben ," zeide Vulpes : u ik heb niets anderste doers, dan te onderzoeken , of gy geschikt zijt tot dedienst," —

Aan hen , die my hier gebracht hebben ! " herhaal dede andere, met een uitdrukking van hevige verontwaar-diging : u als of men , toen men my onvoorziens aan-greep en medesleepte , my gevraagd had . ."

Brengt hem weg ," riep Vulpes, een wenk geveudeaan de krijgsknechten die in de deur stonden : II zoohet op deze wijze moet voortgaan , zitten wy hier totmorgen."

En de gepreste werd ondanks zijn tegenstreven doorde soldaten gegrepen en de deur aan de overzijde uitge-voerd , ter wij 1 Aquilius hem nog van verre hoordemompelen over het onrecht , dat hem werd aangedaan.

Twee of drie der opgevaugen landlieden , die hemvolgden, drukten zich nagenoeg op denzelfden toon niten werden op gelijke wijze door Vulpes behandeld.

Page 252: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 245

By Jupiter !" zeide deze tegen Vegetus: indien hetzoo voortgaat, zullen de koffers niet gevuld worden.geloof , dat die domme wervers , om ons te kwellen ,niet anders als knappe soldaten hebben opgepakt."

,r Wees onbezorgd," zeide Vegetus : er zal er zoomet–een wel opdagen , die al zoo ongeschikt zijn omwapens te voeren als een blinde kat om muizen tevangen." —

Deze voorspelling werd terstond. bewaarheid ; wantde eerste, die zich nu voordeed, was een afgeleefdegrijzaart , wien zijn zwakke beenen naauwlijks kondendragen : een jonge knaap volgde hem met tranen in deoogen en de hander te samengevouwen.

a Gansk! Gansk ! ..." mompelde Vulpes, den voorhem liggenden rol inziende : ',hoe luidt die naam ,Vegetus ?" —

o De man heet Gansken ," antwoordde deze : n datzegt zooveel als anser in 't Latijn." -

,, En welke van de twee ganzen is geprest, de oudeof de jonge ?" —

De oude, zoo ik my niet bedrieg ," antwoorddeVegetus.

Welnu! zeg hem dan, dat by een goed soldaatzal wezen."

De tolk herhaalde deze woorden in de Germaanschetaal aan den ouden man, die zich vergenoegde , metde oogen en handen van verbaasdheid op te heffen ;maar de jongeling, tusschen heide tredz,nde, hield eenkrachtige toespraak , waarvan Vulpes geen woord ver-stond , en Aquilius evenmin ; ofschoon het dezen voor-kwam , dat de knaap aanbood., voor den ouden man tevertrekken. Die opvatting wend bevestigd, toen Vegetusden inhoud van het verzoek aan Vulpes mededeelde.

Page 253: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

24i i itIN 10.

Zeg hem;" zeide Vulpes, I/ dat ik niet gereehtigdben, den eenen voor den anderen aan te nemen; dochgeef hem onder 's hands te kennen, dat hy een anderaanbod doe." —

Aquilius kon duidelijk de verontwaardiging bespeuren,welke de beide Kaninefaten hezielde, toen Vegetus hunte kennen gaf, door wat middel de oude man zich konlos maker. Een korte woordewisseling had plaats, tengevolge waarvan de tolk zich op nieuw tot Vulpes wendde.

Hy biedt zijn beste koe ," zeide hy.I/ Denkt hy, dat ik een osseweider ben?" vroeg Vul-

pes, een verstoord gezicht zettende: If zoo by zijn bestekoe biedt, heeft hy er nog meer. Zeg den knaap, dathy morgen met twee runderen te Lugdunurn ter marktkome en er my den prijs van in handen stelle: totzoolang blijft de oude man hier. De volgende!"

Het paar, dat nu verscheen, leverde een volkomentegenbeeld op met hetgene vertrokken was. Het was eenblonde knaap van naauwlijks vijftien jaren, wien eenvrouw van middelbaren leeftijd met beide armen omvathield. Aan hunne wederzijdsche gelijkenis en aan denblik van teederheid, dien zy op hem gevestigd hield,kon men de moeder en den zoon niet miskennen.

y Hoe!" riep zy in haar landtaal uit, eer nog Vulpesof zijn tolk een woord gesproken hadden: x gy wiltmy mijn kind afnemen, miju eenige, al wat my, droeveweduwe, oversehiet? Och! wat zoudt gy met het armeschaap toch nitrichten? Is hy in staat een zwaard tedragen of een wapenrusting te oingorden? Levert orsland geen strijdbare mannen genoeg op, dat gy eenkind moet oplichten en van het hart zijner moederscheuren? Is bet met zulke soldaten, dat de grooteCezar bet gebied der waereld veroverd heeft?" —

Page 254: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

247

Vrouwtjen!" zeide Vegetus, de schouders ophalendetegen Vulpes, die hem vroeg, wat dat gejammer be-teekende: de Centurio kan aan dat alles niets doen;maar zoo gy eenig geld kunt besparen, zie ik wellichtkans om een pladsvervanger voor uw zoon te bekomen."—

u Helaas!" zeide de ongelukkige moeder : wat kanik geven? Ik bezit niets als eene koe, die mijn geheelbestaan uitmaakt."

Dat is altijd wat ," zeide Vegetus, met dezelfdekoelheid ik neem die koe, en zal den Centurio vol-doen."

it En ik zal met mijn kind dagwerk moeten doen byanderen," vroeg de VTOUN , hare handen wringende.

f/ Zoo als gy wilt. Wy dwingen u tot niets. Welbeschouwd, is het beter dat uw zoon vertrekke; danhebt gy immers de kost voor u–zelve, en een blozendeknaap als by is altijd welkom by het leger."

De afschuwelijke uitdrukking, welke deze laatste woor-

den vergezelde, deed het ongelukkige moederhart vanijzing wegkrimpen. Zy kende de losbandigheid vanzeden, welke in het Romeinsche leger heerschte , en zybesloot liever alles op te offeren, dan dat haar lievelingdaarvan het slachtoffer zoude worden.

Welnul" zeide zy : If neem mijn laatste bezitting;en tevens ," voegde zy er mompelend by : u den vloekeener moeder."

't Is wel !" zeide Vegetus: uw zoon blijft zoolang hier, tot gy u van uwe belofte gekweten hebt." —

Dit gezegd hebbende, gaf by in korte woorden denuitslag van het verhandelde aan Vulpes op, en menging tot een volgend verhoor over.

Verscheidene anderen verschenen : sommigen in dekracht van hun Leven en tot de dienst volkomen ge-

Page 255: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

"148 BRINIO.

schikt , en de zoodanigen liet Vulpes zonder verderewoordewisseling voorbygaan ; anderen zwak en onmachtigte dienen, en tot losprijs dezcr laatsten wist Vulpes ofzijn getronwe handlanger altijd eenig geld of beloftenvan de hen verzellende bloedverwanten te trekken. Ein-delijk verscheen een jong meisjen , tenger en ziekelijkvan uitzicht; want, gelijk de Onderofficier Titus gezegdhad, men had by een lichting van krijgsvolk ook dezwakke kunne geprest , en Aquilius was niet weinignienwsgierig om te weten, hoe Vulpes dezen roof zoudevergoelijken. De jonge maagd was eehter niet alleen.Een breedgeschouderde Kaninefaat vergezelde haar, eenman van ongeveer vijfenveertig jaren , by wien hetblonde, reeds op sommige plaatsen vergrijsde hoofdhairsterk afstak tegen de door de zon verbrande gelaatstrekken.Zijn houding was krijgshaftig en toonde , niet minderdan de lidteekens op Wang en voorhoofd, aan , dat hymenigen strijd had gezien : terwijl de fierheid van denoogopslag en de waardigheid der gebaren iemand ver-kondigden , gewoon te be velen. Hy droeg een ninntelvan konijnenvellen gemaakt , die, op de borst geopend ,een breeden gordel zien liet, waarin een lange , scherp-gepunte priem gestoken was, een voorwerp , hetwelk byVegetus een geheime ontroering te weeg bracht , maarwaarop Vulpes slechts een blik van minachting wierp.

Met welk recht, Centurio!" vroeg de Kaninefaat,in zeer goed Latijn en op een hoogen toon, terwijlhy Vulpes met een gestrengen blik aanzag n met welkrecht is deze jonge maagd aan haar moeder ontvoerd?"—

ff Wie zijt gy, die u hare belangen aantrekt?" vroegop zijne beurt Vulpes , die , ongewoon te blozen , denblik van den Kaninefaat met een even trotschen blikbeantwoordde.

Page 256: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN/ o. 249

g De vader van dit meisjen heeft my stervende zijndochter aanbevolen. Zy staat onder mijn voogdy en indie hoedanigheid zal ik haar tegen uw geweld bescher-men : mijn naam is Markman van den Blinkert." —

Een geheime ontroering maakte zich van Aquiliusmeester , toen by den man zich hoorde noemen , wienslot in zulk een naauw verband stond met dat der be-minnelijke Ada. Met dubbele belangstelling besehouwdeby nu den Kaninefaat, wiens uiterlijke de hooge achtingvolkomen scheen te rechtvaardigen , waarmede het huis-gezin van Brinio over hem had gesproken.

y Welnu Markman ! of zoo gy heeten moogt!" zeideVulpes, wat hebt gy ten behoeve ewer pupil te ver-tellen ? '

„ Slechts dit," antwoordde Markman , dat gy haarterstond in vrijheid stelt en hen ter straffe zendt, diehet hebben durven wagen , een vrije maagd met geweldte ontvoeren. Geloof my , ware ik by die sehenddaadtegenwoordig gebleven, niet een van die soldaten , diezich verlagen door een roovershandwerk uit te oefenen ,ware levend naar den Brittenburg teruggekeerd." —

y Taratantara!" zeide Vulpes, het geluid zijner woor-den nabootsende : denk niet , dat groote woorden onsverschrikken : het leger heeft zoetelaarsters noodig, zoo-wel als krijgslieden : en ik acht haar by uitnemendheidvoor die betrekking geschikt. Ware zy uwe vrouw ofverloofde , de zaak zotl nog te vinden zijn : doch thandsis er niets aan te doen , tenzij gy een billijken losprijsvoor haar verlangt te betalen." —

Geen penning zal ik geven," zeide Markman, ornte bekomen , hetgeen de rechtvaardigheid vordert datgy my toestaat."

n Dan wasch ik er mijne handen van of ," zeide

Page 257: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

250 BRINIO.

pes, de schouders ophalende; ri gy hebt afgedaan. Sol-daten ! brengt dit meisjen weder weg."

Wacht u , de handen aan haar te staan ," zeideMarkman tegen den toetredenden krijgsknecht : u Ditmeisjen ," vervolgde hy, haar de vlakke hand op hethoofd leggende , n is onder mijne bescherming en zalmy niet verlaten."

Dat zal zy ook niet," zeide Vulpes, hem met eenkwaadaardigen lath aanziende : want gy zult even-zeer tot de dienst bestemd worden. Soldaten ! grijptdien wederspannige en brengt hem wel gekneveld by deoverigen."

Denk wel na , wat gy durft bestaan ," zeide Mark-man , hem scherp in 't gezicht ziende en vervolgens denblik latende rondgaan op de krijgsknecliten , die vanhun kant weinig genegenheid schenen te gevoelen ,iemand aan te randen , wiens wederstand hun wellichtduur kon to staan komen.

Wat ik gezegd heb , blijft gezegd," zeide Vulpes :volvoert mijn bevel!" De soldaten aarzelden nog een oogenblik ; maar zien-

de , dat Markman de houding niet aannam van iemanddie zich wil verdedigen , sloegen zy de handen aan hemen aan de jorige maagd. Op hetzelfde oogenblik deedeen forsche kreet van ,, laat of !" zich hooren. De sol-daten traden verbaasd terug : Vulpes rees van zijn zetel,en Aquilius , die op het zien der geweldenary dieVulpes plegen liet , den raad der voorzichtigheid ver-geten had , en onwillekeurig , alleen gehoor gevende aanzijn verontwaardiging, zijn stem had verheven , tradnit zijn schuilhoek te voorschijn.

Wat beduidt dit ?" vroeg Vulpes , met ongeveerhetzelfde onaangename gevoel , dat een zakkerolder on-

Page 258: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 2:i1

dervinden moet , die op heeter daad betrapt wordt ,terwijl Vegetus op den aanblik van den Primipilus deknieen onder het lijf voelde knikken.

Ilc zie met genoegen , Centurio !" zeide Aquiliustegen Vulpes, terwijl de krijgsknechten , over zijn on-verwachte verschijning verbaasd, een weinig terugtra-den , in afwachting , wat er verder gebeuren zoude , enMarkman , altijd even kalm, in dezelfde houding staanbled : n ik zie met genoegen , hoe voortreffelijk. gy mijnbelangen waarneemt , zonder de uwe daarby to vergeten.11( gevoel my echter verplicht, a to zeggen , dat ikgeene andere manschappen van u zal overnemen , dandie vrijwillig dienst nemen, of door hunne hoofden totdat elude gezonden worden. Gy zult dus hen , diedoor geweld in uwe macht gekomen zijn , weder dienente ontslaan , en hun teruggeven , wat gy hun of hunnebetrekkingen hebt afgetroggeld : terwijl ik overigens uwaarschuw , dat ik uwe knevelaryen den Overste , en ,zoo dit niet baat, den Veldheer zelf zal klagen. Hetis de schuld van u en hen , die u geiijken , dat deRomeinsche naam in deze landstreken een voorwerp vanhaat geworden is." —

Vulpes had gedurende deze toespraak de tegenwoor-digheid van geest , die hem by het onverwachts opkomenvan Aquilius een oogenblik verlaten had, geheel terugbekomen , en, beseffende , dat zijn eenige toevlucht inonbeschaarndheid lag: n Thuscus !" zeide by : gy neemteen toon aan , die u niet betaamt : althands niet in ditoogenblik en in het gewaad , dat gy draagt. 1k ver-tegenwoordig bier den Bevelhebber en heb hem alleenrekenschap te geven van mijne handelwijze. Tat ubetreft, gy moet to vrede zijn, zoodra men u ten be-stemden tijde de manschappen levert, die gy halen komt.

22

Page 259: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

252 BRINIO.

Het is ooze zaak , hoe wy die byeenverzamelen. —Voor het oogenblik verzoek ik u, my stil mijn gangto laten gaan en my niet te storen in de taak, die ikhier te vervullen heb. Ik zoa u gaarne voorstellen ,die met my waar te nemen; maar ," voegde hy er meteen spottenden lath by, gy zijt ontbloot van de teeke-nen uwer waardigheid. Zoo gy echter verlangen mocht,getuige te zijn van het verdere onderzoek, dat ik gainstellen , belet ik u niet, op nieuw gebruik te makenvan de gelegenheid , welke gy met zooveel smaak enoordeel hebt gekozen." Bit zeg;geride Meld hy de deurvan het hok open, als wilde hy Aquilius uitnoodigen,daar weder binnen to gaan.

De Primipilus stand op zijne beurt verbluft van dentoon , dien Vulpes aannam en dien hy voor het oogen-blik niet by machte was to doen dalen. Gy hebtgelijk ," zeide hy , na eenige oogenblikken zwijgens:

en ik verlies mijn tijd door met u te redekavelen.Het is niet tot den lagen dienaar van Massa, het istot hem–zelf, , dat mijne woorden gericht moeteu zijn.Vaar wel !" —

Met deze woorden wilde hy zich verwijderen , toenMarkman een stop voorwaarts deed.

Toef nog een oogenblik , edele Thuscus !" zeidedeze : u het is mijn oogmerk , u naar den Bevelhebberte vergezellen." —

If Bat zal niet gebeuren , by Pollux !" zeide Vulpes :u en wat er ook naderhand moge voorvallen , heden zalmijn last worden uitgevoerd en gy zult in de barakabebracht worden." —

u Dat zal ik niet ," zeide Markman, altijd met dezelfdebedaardheid: n ik heb met eigen oogen willen zien,hoeverre uwe stoutheid gaan zoude. Ik heb thands

Page 260: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINT O. 253

ondervonden, dat zy zich niet by bloote knevelary be-paalt, maar dat gy u zelfs niet ontziet, de handenaan een Romeinsch burger te doen slaan." -

n Gy !" zeide Vulpes, verbaasd: rr wat heeft dit tebeduiden?"

Mijn naam is Markman in het land mijner vade-ren," hernam de Kaninefaat : ntoen ik onder Sabinushet bevel over eene kohorte voerde , droeg ik den naamvan Julius Maximus."

u En waarom my dit niet terstond gezegd, Overste?"vroeg Vulpes , zijn spijt niet kunnende verbergen; wantwat schaamte betrof , deze was hem onbekend.

Omdat ik recht kwam vorderen," antwoordde Mark-man: en dat ik dit niet aan mijn rang, maar aanmijn goede zaak alleen wilde verschuldigd zijn. — Enthands , nog een raad heb ik u te geven. Wees voor-zichtig! — want het gebouw, dat gy optrekt ten onzenkoste, kon wel instorten en it onder zijn puin bedelven."—

Dit gezegd hebbende, nam hy het meisjen by de hand-en vertrok met Aquilius midden door de krijgsknech-ten, die zich eerhiedig aan weerszijden schaarden, hemde eerbewijzing toebrengende , aan zijn rang versehul-digd.

Dat hen de Goden verderven !" riep Vulpes, zoo-dra hy zich met Vegetus alleen beyond: e hoe kwamdie vervloekte Primipilus hier verscholen ?"

u Wie kan het uitvorschen?" zeide Vegetus : n in aliengevalle heeft by ons een leelijken trek gespeeld."

,f Had ik het kunnen rniken , dat hy zich daar bin-nen beyond," zeide Vulpes, nik had de deur van dathok laten diehtmetselen en hem van honger doen om-komen. Dat by verga, die lastige bemoeial !"

n 1k wensch niets liever ," zeide Vegetus: u daar hy22*

Page 261: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2 5 4 BRINI 0.

my gisteren niet minder leelijk in den weg heeft geze-ten , toen ik , om den Bevelhebber te vergenoegen, metmijn makkers een aardig duifjen had opgelicht. Wel iswaar, van achteren geloof ik , dat wy ons in de per-soon eenigzins vergist hebben; doch dat neemt nietweg , dat ik my op dien Thuscus en op zijn dikkenmakker zal wreken, of mijn naam moet ophouden Ve-getus te wezen. , '

n Het komt er slechts op aan," zeide Vulpes, debeenen over elkander slaande en de hand aan den mondbrengende als iemand die nadenkt , I/ een middel te vin-den om die hatelijke kaerels met gelijke munt te betalenen het verdere nadeel te voorkomen, dat zy ons doenkunnen en dan die Maximus, of Markman ook ...! bymoet niet straffeloos een spaak in ons oriel steken."—

II De beide Hoplieden zie ik nog Been kans om aan't lijf te komen," zeide Vegetus: n maar wat Markmanbetreft, zoo kan ik van hem zaken verhalen, die slechtseen weinig kleur en optooisel behoeven , om zijn hoofdonder de bijl te brengen."

Indedaad! zeide Vulpes: waarin bestaat dit, bid

ik u?" —if Met ow verlof," zeide Vegetus: n ik wensch dit

liever aan den Bevelhebber te openbaren."

n 0 ho! gy wilt .het loon des verklikkers voor u–zelfhouden ," zeide Vulpes : met een valschen glimlach:

doch het zij zoo: — en dan zal het in alien gevallebest zijn , dat ivy terstond naar Matilo op weg gaan.Ha! ha! ik geloof, dat Massa er deerlijk in zal zitten,wanneer hy die vereenigde klagten van Maximus enThuscus ontfangt. Ik zie hem reeds een benaauwd ge-zicht zetten en hoor hem honderd volzinnen beginnerszonder er eene to eindigen, tot hy er in verward raakt

Page 262: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

R 1\- o. 255

als een snoek in het visehnet. Kom! haast u, de lieden ,die buiten staan, of te schepen en tegen morgen terugte bestellen — en dan zult gy met my naar Matilo." —

Deze beide booswichten hunne plannen ten verdervevan Markman en Aquilius latende vervolgen, keeren wytot doze laatsten terug. Naauwlijks be yond zich de Ka-ninefaat buiten het wachthuis , of , zich tot den Primi-pilus wendende, zeide hy :

Het heeft my goed gedaan , edele Thuscus ! u tehooren spreken: en met welgevallen zal ik u aan mijnezijde hebben , wanneer ik de rechten van dit veronge-lijkte land bij Massa ga voorstaan. Maar ik vrees nogaltijd , dat zy by hem even weinig troost zullen beko-men als by zijn snooden handlanger."

11 Massa zal u moeten recht verschaffen ," zeide Aqui-lius : hy zofi zich niet durven vermeten , de zaakzonder onderzoek to laten. Er zijn bepaalde vormenvoorgeschreven , naar welke de lichtingen in dit landgeschieden moeten : en elke afwijking daarvan , eenzoo grove vooral , zoil hem , als daarvoor verantwoorde-lijk , aan gestrenge berisping , ja aan afzetting , onder-werpen." —

„1k weet niet, of hy eene aanklacht duchten ,”wide Markman , het hoofd schuddende : n in een tijdvan onlusten en burgeroorlogen, gelijk het Romeinscherijk thands moet doorloopen , heeft men te Rome welwat anders te doen dan zich te bekommeren , hoe eenOverste, aan den nithoek der waereld, de gerechtigheiduitoefent. Nochthands wy kunnen beproeven , hoe hyzich ml willen gedragen. Vergun my slechts , dewonschuldige maagd , die reeds te lang van hare vrijheidis beroofd geweest , in veilige handen te stellen , en ikvolg u naar Matilo." —

Page 263: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

256 BRIN10.

Na het uiten dezer woorden trad Markman tot devoor de barak verzamelde Kaninefaten , sprak hun in delandtaal eenige woorden van troost en bemoediging toe,die met eerbiedige aandacht werden aangehoord, en,de jonge maagd hun toevertrouwende , keerde by byAquilius terug ; waarop beiden te samen den weg naarMatilo aannamen.

ri 1k had reeds van u gehoord, edele Thuseus !" zeideMarkman , nadat zy de legerplaats achter den rug had-den , ,, en ik kende u, eer ik u ontmoette. Brinio hadmy over a gesproken en my geleerd , u te onderscheidenvan hen , die ons land tegenwoordig plunderen en nit-mergelen , als ware het hun door de Goden in eigen-dom geschonken. Mochten al de Romeinen op a gelijken:de gouden dagen van Druzus en Corbulo zouden terug-keeren ; — maar helaas ! deze landstreek gelijkt thandseen rioel , waarin Rome alles uitstort , wat zy meestverachtelijks en onreins bezit." -

Wy willen op betere dagen voor it hopen ," zeideAquilius : n is eenmaal Vitellius in rust op den troonder Cezars gezeten, zijn eenmaal al die bedroevenswaar-dige tweespalten gestild , die thands nog het rijk ver-scheuren, dan zal de tijd daar zijn, om het gedaneongelijk te herstellen, en overal, in de gewesten zoowelals by de bondgenooten , wederom orde en wet te doenheerschen. Tot zoo lang kan ik u slechts geduld enlijdzaamheid aanbevelen."

„ 1k vrees," zeide Markman, op somberen toon, datuw aanbeveling te laat komt. Wanneer de beker volis, doet een droppel het vocht overvloeien. Dat Massadit wel bedenke , en zich wachte voor een nieuweinbreuk op onze heilige rechten, als vrije ingezetenendezer landen. Hij zoude te ras en te zijnen koste

Page 264: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 257

gewaar worden , dat de Kaninefaat niet schroomt , het-zelfde wapen , te voren in Romes dienst gezwaaid ,tegen de ontaarde zonen van Rome op te heffen."

a Maximus i " riep Aquilius : ,, de verongelijkingen ,u aangedaan , zijn groot ; maar ik bid u, herhaal uwewoorden niet : — als Romein mag ik naar geene taalhooren , die als een bedreiging tegen mijn medeburgersklinkt : ja ik zou my verplicht achten , zelfs Massa ,hoe ik overigens ten zijnen opzichte denken mocht ,tegen uwe bedoelingen te waarschuwen."

-Uwe medeburgers I" herhaalde de Kaninefaat : n enben ik dit ook niet ?. maar ik goof u verlof , mijnewoorden te gaan oververtellen : het is good , dat Massade waarheid hoore: wellicht verneemt hy die nog hedennit mijn mond , en bekeert zieh , eer het te laat is.Wat u hetreft, er geschiede wat geschieden moot, gyhebt aanspraak op mijne vriendschap , en zoo immerde gelegenheid mocht geboren worden , waarin ik u vandienst kon zijn, kunt gy op Markman, of, zoo gy diennaam liever hoort, op Julius Maximus rekenen."

Pit zeggende , vatte hy de rechterhand des jongelingsin de zijne en schudde die met kracht.

Aquilius beantwoordde dien handdruk slechts flaauw :de taal van den Kaninefaat had hem met sombere ge-dachten vervuld. Hy voorzag, dat, zoo eens de bedrei-ging, welke Markman dus zonder terughouding uitte,verwezentlijkt word , de geringe macht, welke de Ro-meinen in deze landstreek byeen hadden , niet toereikend

zijn om een opstand der ingezetenen te dempen ,en hy sidderde op de gedachte , dat niets de krijgs-knechten voor den lang verkropten wrok van een metrecht verontwaardigd yolk zou behoeden. Wel is waar,hy billijkte de klachten der Kaninefaten; maar de schuld

Page 265: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

253

lag rneer by de Oversten, die hunne macht misbruikthadden , dan by de soldaten , die, den tucht ontwend ,slechts het voorbeeld hunner aanvoerders hadden ge-volgd. En dan, wanneer hy met zijn gedachten verderging, kon hy niet nalaten met schrik de gevolgen inte zien , welke de afval van zulke wakkere en getrouwebondgenooten voor het algemeene welzijn zoft te weegbrengen, op een tijd, dat het rijk nog in onrust wasen zoovele bloedende wonden had te heelen. Vol vandeze treurige denkbeelden , ging hy zwijgend aan dezijde van Markman voort , die, van zijn kant insgelijksin diepe mijmeringen verdiept, het onderhoud niet her-vatte.

Zy kwamen eindelijk op Matilo aan ; alwaar Aquiliusterstond een boodschap aan den Bevelhebber stuurde ,waarby hy voor zich gelijk voor den Kaninefaat gehoorverzocht. Weldra kwam het antwoord , dat Massa henwaehtte ; niaar niet weinig stond Aquilius verwonderd ,toen hy , by den Veldheer gekomen , dezen in gesprekvond met Brinio en een anderen Kaninefaat, aldaareven te voren aangekomen.

Het zal noodig zijn, ten einde de verschijning vandezen op Matilo te verklaren , den loop van dit ver-haal voor een wijl te stremmen en eenige schreden terugte gaan.

XII.

Men zal zich herinneren, dat de Batavier Daginus, naVegetus in den Rijn te hebben vervolgd, den stroomwas overgestoken en zich door de grazige dreven aan

Page 266: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

o, 259

den rechteroever had verwijderd. Het pad, door hemgevolgd, eu dat gedurig meer noordwaart op liep, voerde.hem weldra in een streek, waar het weiland hoe Langerhoe slechter van aart werd en eindelijk geheel ophield,oin plants te maken voor een drassigen grond, waarwadden en rietbosschen , moerassen en veenen, in hetkort, al wat garde en water te samen gemengd minstsehilderachtigst kunnen opleveren, zich onderling afwis-selden. Woningen waren bier schaarsch en ver van–eenverspreid , en die weinige , 'tvelke zieh bier en daarop houten palen verhieven, hadden een ongastvrij enarmoedig aanzien: de enkele runderen eu paarden, diezich nog vertoonden, den begroeiden kant der wegen ofde kleine perkjens die de huizen omringden kcal sche-reticle, waren mager en klein van stuk, en bun niterliikegetuigde van het sober onderhoud, dat hun ten deel viol.Het was, dat dit gedeelte der landstreek nog geen voor-weep had uitgemaakt van de zorg der Romeinen, dieongetwijfeld de moeite hadden ingezien , om zoo velepoelen meiren in vruchtbaar land te herscheppen, ofwel tegen de kosten hadden teruggedeinsd, aan zoodanigeen onderneming verbonden. Een reis zelfs door diemoerassige oorden was dan ook, vooral by vochtig weder,geen gemakkelijke noch aangename zaak : en ofschoonmen zich veeltijds van schuiten bediende , om, wanneerde wegen onbruikbaar waren, van de eene woning naarde andere te komen , waren die middelen van vervoerniet eens overal aan te wenden, daar de kleinere plassenniet door behoorlijke vaarten aan elkander verbonden, ensomtijds zoo dieht met biezen begroeid waren , dat men erzich by geen mogelijkheid een weg door heen kon barren.

Het was echter in de laatste dagen fraai en warmweer geweest, en het pad, hetwelk door deze naakte

23

Page 267: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2 0

landstreek kronkelde en zich over de eentoonige vlakteonderscheiden liet door de knoestige wilgeboomen, vanafstand tot afstand langs zijn zoom groeiende , was be-gaanbaar en hard: ofschoon er, ongeveer een uur nadatPaginus zijn tocht had aangenomen, nu en dan eenigvocht viel , hetwelk de oppervlakte glibberig maakte enhet voortgaan bemoeilijkte. De Batavier sloeg echterweinig acht op deze vertraging; die hem te minderhinderde, daar hy , blootsvoets zijnde, weinig nood vanglijden had. Hy had, na het overzwemmen der rivier,zijn halve laarsjens uitgetrokken en benevens zijn door-natten mantel aan den stok gebonden , dien hy overden schouder droeg.

Toen hy nu eindelijk ongeveer twee uren geloopenhad, begon de streek, waarover hy zijn oogen weidenliet, langzamerhand een levendiger aanzien te bekomen,Een weir, grooter in uitgestrektheid dan die, welke hytot nog toe was voorby getrokken , vertoonde zich aanzijne linkerhand: en op dat mein wemelde een menigte-van booten, wier bevaarders kennelijk met de vischvangstbezig waren. Aan de boorden van dat weir verhievenzich talrijke hutten, voor welke men vrouwen en meisjens.gezeten zag, die de netten breidden, waarmede het voedselvoor het huisgezin moest gewonnen worden, of, vansaamgeraapte teenen, manden, schilden, horden en anderevoorwerpen vlochten, welke zy naderhand ter markt ver-

koopen zouden.By deze hutten gekomen, begaf zich Daginus naar

de woning, welke de aanzienlijkste scheen, en hetwoord richtende tot een paar vrouwen, die voor dedeur gezeten waren, en wier uiterlijke tooi eenigzinscierlijker en rijker was dan die der overigen , vroeghy, of Hymer nog ter vischvangst was.

Page 268: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BR IN To. 261

De oudste der beide vrouwen, die de echtgenoote wasvan den man near wien by vernam, bekntwoordde dezevraag toestemmend; doch, er byvoegende, dat Hymergeboden had , , dat men hem zoude waarschuwen , zoo rasde Priester was aangekomen , gaf zy haar dochter last,met den Batavier mede te gain om haar varier opte zoeken.

Daginus zette dan zijn wen voort, voorafgegaan doorhet jonge meisjen, dat hem weldra can den oever vanbet meir bracht, waar een kleine roeischuit lag om hente ontfangen. Beiden traden er binnen, en het meisjen,de riemen vattende met een paar vereelte handen, welkebewezen, dat zy dien arbeid gewoon was , richtte hetbroze vaartuig naar de visschersschuiten heen. Inweinige oogenblikken was de afstand, welke de kleinevloot van den wal. scheidde , afgelegd , en be yond zichDaginus naast de schuit, waarin Hymer bezig was metzijn makker de kaar te vullen met de baarzen die hygevangen had.

Ik kom tot u, Daginus!" zeide Hymer; terwijl hyhem een koord toewierp om te beletten dat de vaartui-gen van elkander raakten: n maar Gena moet mijnepleats vervullen; want de visch is overvloedig en Reimken het werk alleen niet af."

Ik ben er al, wader !" zeide Gene: en met–een ,het touw aangrijpende dat met het boveneind in de schuitwas vastgemaakt, klauterde zy , trots den besten varens,Bast, nit de roeiboot en was in een oogenblik aan dezijde van haar vader : waarna zy, zich ontdoendevan haar bovenkleed en den zilveren hoofdband afleg-gende, die hare vlechten byeenhield, het vischwantaangreep om het met behulp van Reim weder overboord te laten vallen. Hy , (lie onbekend in deze oor-

23*

Page 269: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2t12 a R. 1 N T 0.

den haar gezien had, zoo als zy daar stond zonderandere bedekking dan haar onderkleed van witte wolen de lange blonde vlechten, die; gelijk een mantel, rugen armen bedekten, zofi haar Licht hebben aangezienvoor een mAirmin of een waternymf , uit den schoot dergolven gestegen , om een beminden visscher Karenhystand aan te bieden.

Hymer was intusschen in de roeischuit afgegledenen stond gereed zich van bet andere vaartuig te ver-wijderen, toen Daginus zijn hand terug hield, die naarde roeispaan greep.

Ten oogenblik !" zeide hy: kan ik op een uwervaartuigen rekenen om my naar het • land der Friezente voeren 7"

Hoe!" zeide Hymer, op een toon van verwondering:n zult gy de byeenkomst van dezen avond niet bywonen."--

,, Neon !" antwoordde Daginus : n dat is mijn voorne-men niet."

Mijn vaartuigen zijn tot uwe dienst," zeide Hymern (loch ik hoop u nog van gedachten to doen verande-ren."

En met–een, zijne stem verheffende , riep hy denzijnen toe , dat het eerste vaartuig , hetwelk viseh ge-noeg inhad , zich gereed moest houden om naar hetSparen to zeilen ; waarna hy , zich over Daginus plaat-sende , de boot op het meir liet drijven , zonder zichverder van de visschers te verwijderen dan noodig wasom , zonder beluisterd of gestoord te worden , zich sa-men te onderhouden. Alvorens wy echter hun gesprekvermelden , zal het noodig zijn, in korte woorden denieuwe personaadje , welke wy opvoeren , aan onzenlezer bekend to waken.

De vader van Hymer was gedurende zijn Leven de

Page 270: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B 11 I N o. 26:3

aanzienlijkste en machtigste geweest onder dat gedeelteder Kaninefaten, hetwelk gewoonlijk .Marezaten of Meir-bewoners genoemd werd , omdat zy, in die landstreeklevende , welke later grootendeels door het Haarlemmer-meir verzwolgen werd, zich hoofdzakelijk met de visch-vangst op de binnenwateren geneerden. Hymer had vanzijn wader een vermogen ge6rfd , hetgeen wel niet inuitgestrekte weilanden en bosschen bestond , gelijk datvan Brinio , maar toch geschikt was om hem macht enaanzien to verschaffen door den invloed, dien bet hemschonk op de bewoners der streek , die op zijnen grond

huisden of met zijne vaartuigen ter vischvangst voeren.Maar slit was den eerzuchtigen Marezaat niet germeg ,in wiens ziel een onbegrensd verlangen naar uitgebrei-der heerschappy bleef wonen. Zijn wader was meermalende aanvoerder , het hoofd zijner landgenooten geweest :en Hymer zag met ongeduld zijn eigen invloed beperktbinnen het vlek, waarin hij geboren was. Pe redenen,welke hem by de Kaninefaten minder in aanzien dedenzijn , bestonden daarin , dat by de meeste dier hoeda-nigheden miste , welke by onbeschaafde volkeren gevor-derd worden in den zoodanige , dien zy zich tot leidsmankiezen. Hy was klein en tenger van postuur , vanlichaamskraeht ontbloot, en blijkbaar ongeschikt tot wa-penoefeningen: eene slepende ziekte, welke hem sintsjaren ondermijnde , had zijn hair voor den tijd doenuitvallen of vergrijzen , en op zijn vermagerde gelaats-trekken een loodkleur verspreid , welke , als by zich opde gastmalen of volksbyeenkomsten vertoonde, ongunstigafstak tegen de frissche , gevulde gezichten, waardoorzijn landgenooten zich kenmerkten. Wel bezat -hy degaaf der welsprekendheid , de eenige, waardoor de zoo-danige, Wien Beene krijgsdeugd. vereierde , zich een ze-

Page 271: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

264

delijken invloed kon verwerven ; wel waren zijn denk-beelden , gelijk doorgaands by ziekelijke menschen ,helder en levendig ; maar zijn schorre , koortsige stemen de kuch , welke hem veelal plaagde , beletteden hem ,wat by dacht met gepasten zwier te uiten , en namendoor aan zijn voordracht iets stroefs en onbevalligsgeven , yank den indruk. weg van het gesprokene. Ai-leen zijn oogen , waarvan de gewone glans nog ver-hoogd werd . door het vuur, , dat een koortsig gestel eneen vlugge verbeelding byzetten , gaven , wanneer hysprak , to kennen , dat in dat broze omkleedsel eensterke ziel was besloten , en dat de geest, die in hemwoonde , slechts een gelegenheid noodig had , om zijitgaven te doen schitteren en zijn macht te doen gelden.In latere tijden of onder een meer beschaafde natiegeboren , ware hy een dichter , een volkstedenaar of eonstaatsman geworden : in de eeuw , waarin hy leefde ,kon hy by de Meir– en Duinbewoners slechts op ach-ting en vertrouwen rekenen ; maar met moeite die eer-ste plaats bekleeden , welke hy zoo vurig wenschte tevervullen.

De tijd scheen echter gekomen te zijn, waarin byziju verlangen zoude bevredigd zien. De geweldenarvender Romeinen hadden de landzaten verbitterd: en zoodeze nog niet tot opstand waren overgeslagen , hetwas, omdat de misnoegde gemoederen slechts de aan-sporing van een machtiger geest wachtende waren , diehen ais opperhoofd ten 'strijd zoude aanvoeren. Debrandbare stollen, die het gebouw der Romeinsche over-heersching konden vernielen , waren aanwezig ; maar devonk , die ze moest aansteken , was nog niet aangebracht.Brinio , de voornaamste en machtigste onder de Kanine-faten , de zoon van den grooten Werner, die door rimed

Page 272: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13HINIO. 2435

en lichaamskrachten zijn vader erenaarde , en tot wienaller blikken zich wendden, seheen nog ongeneigd hetsein tot een vredebreuk te ;even: niet, dat hy deRomeinen beminde of hun macht outzag; maar hy hadtot nog toe geene persoonlijke redenen ondervonden outjegens hen misnoegd te zijn; daar de soldaten van Massa,(eenige strooperijen niet gerekend, welke geene ge-

gronde oorzaak opleverden om de wapens aan te grijpen)altijd zijne eigendommen geeerbiedigd hadden. Buitenhem waren er anderen, die Hymer in aanzien orertrof-fen; maar die, 't zij uit persoonlijk belang, 't zij nitlogheid, 't zij uit gehechtheid aan oude verhintenissen ,het verbond niet verbroken wilden zien.

Het was clan de rol, waarvoor zy terugdeinsden,welke Hymer besloten had te aanvaarden, zoodra eenigegebeurtenissen, waarvan sommige reeds in den loop vanons verhaal rermeld. zijn en ander° later zullen out-wikkelcl worden, hem badden doen zien , dat zich nuof nimmer de gelegenheid opdeed, met gewenscht ,_(re-volg een aanslag te waren. Hy wist, dat de uitslagtwijfelachtig was, ja hem noodlottig wezen kon; maarzijn geest deinsde voor geene schroomvallige beschou-wingen terug hy wilde zich zelfs een eindelijke neder-laag getroosten , mite hy tot dien tijd siechts heerschen ,en aan zijn landgenooten toonen kon, dat niet debloote ligchaamskrachten , maar reel meer de gaven vaneen sterken geest, den mensch waardig en gesehikt ma-ken, over zijn medeburgers te gebieden.

Het was nu deze man, met wiens aart en geheimeinziehten Daginus niet onbekend was, dien liy was gaauzoeken, en met wien hy zich thands onderhield..

Gy zijt spoediger gekomen dan ik verwacht had,"zeide Hymer, bet gesprek aanvangende: ik hoop, dat

Page 273: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2G6 nItI r0.

de aanleiding daartoe aan Been tegenspoed in nw voor-nemen te wijten is." —

II Integendeel!" zeide Paginus : onze zaken staanbeter clan ooit : de ornstandigheden hebben medegewerkt,meer dan ik hopen of verwachten kon : en het kan nietmissal , I of deze dag zal Brinio uit zijn onverschillig.-heid opwekken en tot een volslagen vyand der Romeinenmaken."

Indedaad!" zeide Hymer, op een toon, die niet vrijwas van misnoegdheid ; want by zag met een gevoelvan yverzucht, dat Brinio voor een rot bestemd werd ,lien by zelf alleen vervullen wilde : v en wat is er danvoorgevallen ?"

Massa heeft, zijn zuster doen schaken : 't is waar, dezendelingen van den Overste hebben, onbehendig genoeg,de oude, magere kip in de plaats van het malschekuiken uit het hok gestolen ; maar de indrilk op Briniozal niettemin wel dezelfde zijn." —

I! En — held gy het hem ontdekt ?"ik was door Tbusnelda achter het gelled', gekomen

en was dezen morgen op weg, on, aan Brinio te goonmededeelen , hoe de spijsverzorger Vegetus en de wanrdvan Niger Pullds hem zijn zuster ontscbaakt hadden; —doch ik heb hiervan de eer gelaten aan de Hoplieden ,met wie ik in bet land gekomen ben, en waarvan eenaithands, zoo niet wel eens in bet hoofdkunnen krijgen , zelf op het nieisjen te verlieven. Gyziet, Hymer ! hoe de Goden met ous zijn : de wulpsch-heid van Massa verleidt hem tot een onvergeeflijkedwaasheid, die hem niet slechts Brinio, maar ook deRomeinsche Hoplieden zelve tot vyanden maakt."

Ik zie nog niet in," zeide Hymer, If welk buiten-gewoon nut onze onderneming van Brinio al trekker :

Page 274: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13111.N.10. 2G 7

gy kent hem : gy weet, hoe weifelend, boo onzeker byis : zelfs na hetgeen gy my verhaalt dat voorgevallen is,zal het moeielijk zijn den tragen luiaart nit zijn slaapte wekken." —

Hymer !" zeide Daginus : ik heb den Rijn in hetHelvetisehe gebergte gezien zoowel als in mijn vaderland.Daar girds schiet hy met snelle vaart tegen de rotsenaf ; hier vloeien zijn wateren langzaam en onmerkbaarHaar de zee: — maar in Helvetian kan een kind hemdoorwaden en bepaalt zich het kwaad, dat hy stieht, byhet omwerpen van den half dooden boom, dien by opzijn weg ontmoet ; hier kan by het gandsche land ineen zee herscheppen en buis en hof omverwerpen envernielen. Brinio is gelijk aan de rivier, die voorbyzijn hoeve vloeit. Spat by eenmaal nit, hy zal nietlicht tot bedaren zijn te brengen. 1k heb hem Badegeslagen, toen ik, by onze aankomst, my op zijn erfbeyond. Hy was toen nog doof voor mijn opwekking;maar zijn hart juichte die toe, ofsehoon zijn verstander nog de noodzakelijklieid niet van inzag. Ja de strijd,die in zijn binnenste gevoerd word, liet zich duidelijkonderkennen in de beurtelings koele en voorkomendewijze, waarop hy zich jegens de Romeinen gedroeg.Hy is gelijk een man, die op den top eener hoogtestaat, en nog aarzelt naar beneden to snellen : bet kosthem moeite, een besluit to nemen ; maar heeft hy eonsde eerste schreden gedaan , dan belet hem de snelheidvan zijn vaart corder op te houden, dan voordat byzijn loop geheel volbracbt heeft."

u Het is dus Brinio , dien gy den Kaninefaten totaanvoerder voor wilt werpen ," zeide Hymer, , met eonkm+ , die half gemaukt , half uatuurlijk was.

n lk werp /demand voor ," zeide Daginus : y de hoof-

Page 275: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

263 BitiNio.

den van uw volk molten beslissen ; maar wien zoudemen geschikter achten kunnen tot zulk eene taak ?"

Daar is Markman ," zeide :Rymer ; If hy is dapper-der dan wie het zij , en een veeljarige ondervindinggeeft hem weer recht een Leger te besturen, dan aanBrinio , die 'limier een veldteeken gezien heeft."

e Markman heeft alleen zijn kunde ," zeide Paginush maar by is zonder invloed of vermogen : en dan , alsRomeinsch burger zal hy wellicht ongezind zijn , hetzwaard tegen Rome op te heffen."

a En gy–zelf, , zijt gy geen Romeinsch burger zoowelals hy ? "

„ Bat ben ik ," zeide Daginus maar ik zal datburgerrecht van my afwerpen met den laatsten Romein,dies ik over de grenzen jaag." —

Hymer bleef een wijl iii gedachten verzonken. a Engy gaat dus deze nacht niet mede naar het offerfeest,"zeide hy eindelijk.

Oordeel zelf , of het raadzaam zij. Tot nog toevermoedt niemand mijn verblijf alhier, , dan Brinio engy , op wier trouw ik my verlaten kan. Poch zoo ikmy daar vertoonde , waar meer dan een der aanwezigenmy kent , en het werd eens ruchtbaar dat ik hier ge-komen ware , hoe licht zou zulks den geheelen aanslagdoen mislukken. 'Ook moet ik naar het land der Friezenen my daar met Odo beraden , opdat de opstand sueten overal gelijktijdig plaats hebbe."

, En , moet ik voortgaan met Matilo van mondbe-hoeften te voorzien , gelijk ik eenmaal, op uw verzoek ,gedaan heb ?"

,J Neon ! — dit is onnoodig : het moest slechts dienenom het ongenoegen tusschen den Bevelhebber en zijneHoplieden to vermeerderen : daartoe zullen thands nieuwe

Page 276: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

It I N o. 269

redenen bestaan van gewichtiger aart; — maar thandsnog een woord! — Ik weet, dat Vulpes zijn bendenheeft uitgezonden om manschappen te rooven : hebben dekrijgsknechten der kohorten zich reeds hier vertoond?"—

, Nog niet. Zy vreezen, geloof ik , zich in de moe-rassen te wager; maar zy zullen, vertrouw ik, nietvan hier

En gy rekent er op, dat uw visschers zich op heteerste sein gereed houden."

Ik sta voor hen in als Your my–zelven: wy zullenniet achterlijk blijven als het um. des gevaars zal aan-breken."

„ Het is wel ! — en thands, roep uw schuit. Hetzal tijd wezen, dat ik naar het land der Friezen steven.Overmorgen keer ik terug; want de maand moet geenvier dagen ouder zijn, eer ik my weder te Novioma-gum bevind. Een linger afwezendheid moat opgemerktworden." —

Hytner blies op zijn hoorn : en het vaartuig, dat totvervoer van Daginus bestemd was, draaide by. DeBatavier besteeg het , en een voordeelige wind voerdehem weldra naar de kust , waar de Friesche eedgenoothem verwachtte.

Niet zonder een geheim genoegen zag de Marezaathem vertrekken ; want on hetgeeu Daginus hem hadmedegedeeld , was hy niet ontevreden , dat deze niet opde byeenkornst zoit verschijnen, waar licht zijne steinvan invloed zoude kunnen zijn om de anderen over tehalen , Brinio tot hun aunvoerder te kiezen. Na zichnog een wijl met de visschers te hebben bezig gehouden ,keerde Hymer naar zijn woning terug, waar hy tot hetvallen van den avond vertoefde: toen scheepte hy zichweder in en voer Bien arm des Ilijns op, welke , gelijk

Page 277: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2 7 0 R R I -1\ 1 O.

wy gezegd hebben , by gatilo noordwaart afstroomde.Op eenigen afstand van de bnrcht stapte by aan wal.Een der zijnen stond bier met een paard gereed , waaropby zijn tocht dacht voort te zetten. Hy reed de schip-brit g by Albiniana over en wendde zich vervolgens naarhet dichte bosch , hetwelk zuidwaart van den grootenheirweg gelegen was. Naby den ingang be yond zicheen hoeve , waar by zijn paard op stal bracht , denverderen weg door het woud te voet vervolgende.

De nacht begon allengs te dalen , en alleen een la ug-durige bekendheid met het oord kon den eenzamen w an-delaar in staat stellen , zonder te struikelen of van 'tspoor te geraken , zijn weg te vinden door de donkerekronkelpaden , welke by volgen moest om de plaatszijner bestemming te bereiken : eindelijk begon zich hetpad Ian gzamerhand te verwijden , hetgeen doorgaans eenteeken is , dat men het doel der reis genaderd is : licht-jens , sommige helder en stil , andere zich met een on-gestadige flikkering been en weder bewegende , blonkendoor bet bosch : en weldra be yond zich de Marezaat opeen open plein , waar van de bestemming by den eerstenaanblik niet te miskennen was.

Het was indedaad eene dier gewij de plaatsen . , waaronze voorvaderen gewoon waren him offers te brengenaan de Goden van hun vaderland , die volgens hunneleer, meer zuiver te dezen opzichte dan die der Romei-nen , niet iu tempets woonden , door menschenhandengemaakt. In het midden van dit plein , aan hetwelkmen, door het bestendig af kappe.n en snoeien van hetin den weg staande bout, een rondo gedaante had ge-geven , verhief zich een outer, eenvoudig van zodenopgebouwd , en waar omheen bet gras , besproeid methet blood van offerdieren , en ook vaak met dat van

Page 278: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

271

medemenschen , en bemest met de asch der verteerdeoffers, weliger dan ergens stond te groeien. Op eenigenafstand van dit outer bevonden zich drie zodebanken ,in de gedaante van zoovele halve manen achter elkandergeplaatst , en bestemd , het zij voor de Priesters, het zijvoor de zoodanigen, die onder hunne landgenooten betmeest in aanzien golden. _'fan de uiteinden dier bankenstonden groote smeerpotten, waarvan de vlam, door denwind been en weder bewog,en , een fantastisch licht ver-spreidde over de zware eikeboomen, wier nog bladerloozetakken het plein overwelfden.

Slechts vier of vijf Kaninefaten , die op en nederwandelden met die sombere stilzwijgendheid, welkedoorgaans het behandelen van gewichtige zaken vooraf-gaat , en eenige offerdienaars , die , mede zonder eenwoord te spreken , doch met sneller bewegingen en metfakkels in de handen , alles voor de plechtigheid ingereedheid brachten , waren by de komst van Hymer ophet plein aanwezig. Langzamerhand echter kwamenmoor gedaanten uit de diepten van het woud te voor-schijn en groeide de vergadering aan tot een getal vanongeveer dertig personen zonder de offerdienaars medeto rekenen.

Het plein , dat tot nog toe alleen door den roodenen ongelijken gloed der smeerpotten verlieht was ge-weest , begon nu gedeeltelijk met een weer helderenglans besehenen to worden , daar de maan , zich los-makende uit den sluier van daauw en novels, die haaromhuld hield , en allengskens hooger aan het lucht-gewelf stijgende, hare stralen tuss.chen de boomtakkonheenwierp. Naauwlijks had men haar ontdekt , of alde aanwezigen verzamelden zich voor de zodebanken enhielden den strakken blik gevestigd op het outer , aan

Page 279: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

272 BRINIO.

welks wederzijden zich twee Priesters bevonden, terwijlde offerdienaars in een halven kring, om hen heen ston-den geschaard. De stilte was nu zoo plechtig en deverwachting zoo gespannen , dat zelfs geen ademtochtgehoord werd; maar op het oogenblik , dat het zilverenschijnsel van het hemellicht, langzaam over het grasperkheen glijdende , eindelijk de oppervlakte des outers be-reikte , verhieven twee der Priesters de hoornen, dieaan hun gordels hingen , en deden den omtrek eenfang en plechtig akkoord weergalmen. Op dit teekenstaken al de aanwezigen de handen ten hemel , en ,een wilden kreet gevende , wierpen zy zich op hetaangezieht voorover , om de Godin te aanbidden , dieaan hunne byeenkomst haar zegenend aanschijn nietonttrok.

Toen voerde de offerdienaars twee jeugdige geitenaan , welke gedierten byzonder aan de eeredienst derMaan waren toegeheiligd : eenig Jroog hout, voorafdaartoe in bossen samengevoegd , werd op het outergestapeld: een der Priesters trad toe en , zijn sikkel-vormig mes met behendigheid zwaaiende. sneed hy aanbeide dieren den strot af, besprenkelde het outer methun bloed en wierp ze , toen nog trillende , op hetbrandhont. Elk der offeraars nam een toorts in dehand : zich om het outer in een kring stellende, brachtieder te gelijk zijn vlam aan het hout: en het offerwas weldra in een wolk van dikken rook en roodevlammen gehuld.

Nadat de geiten verteerd waren , kondigden de hoot-nen der Priesters een nienwe plechtigheid aan. Een witkleed werd op den grond gespreid, en een der Pries-ters, een wit rijsjen in de hand nemende, brak hetdonne hout in talrijke stukjens, welke hy met de voile

Page 280: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N T O. ?7 3

hand over het kleed strooide. Bit volbraeht hebbende ,bukte by zich, en de onderseheidene figuren aandachtigbesehouwende , welke deze stukjens op de witte opper-vlakte afteekenden , verklaarde by er de geheimzinnigebeteekenis van aan de vergadering , er ten slotte by -voegende , dat de voorteekenen gunstig waren , en datplaats, tijd en gelegenheid geschikt waren om den maal-tijd aan te vangen.

Van dit oogenblik of nam alles , als door een too-verslag , een andere gedaante aan, en was het gewijdeplein van een offerplaats in een feestzaal herschapen.Dwars over de zodebanken werden van afstand tot af-stand planken gelegd , waarop kruiken en bekers vanalle grootte en vorm werden neergezet , met broodkor-ven , honigpotten en andere een voudige spijzen , die totdien tijd in een afgezonderden hock waren verborgengeweest. De aanzienlijken en Priesters namen zonderonderscheid plaats: terwij 1 de outerknapen , na de om-streken van het plein te hebben doorkruist , om to on-derzoeken of peen ongeroepene het gastmaal bespiedde ,zich aan de andere zijde van het outer op het grasneervlijden om evenzeer hun deel van de medege-brachte spijzen en dranken te gebruiken. De deftigheidwas nu overal verbannen : lustig ging de kroes rond ,en het scheen , of men door een vrolijk en onbed won-gen gesprek zich schadeloos wilde stell en voor de stilte,welke men tot dien tijd in acht had genomen.

Echter kwam die schijnbare vrolijkheid , hoezeer bynaalgemeen , niet by alien nit een opgeruimde gemoedsge-steldheid voort. By de zoodanigen voora I , die wisten ,tot Welk einde zy voornamelijk waren samengekomen ,was zy sleehts geveinsd en alleen clienende , om nietvoor onbeleefd te worden gehouden. Slechts een onder

Page 281: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

274 BRIN O.

de aanwezigen nam Been deel aan de openbare luidruch-tigheid : en sehoon hy den rondgaanden beker nog nim-iner had afgeslagen, was zijne tong nog niet door deningezwolgen drank onthoeid, en bleef hy gedurig somberen zwijgend voor zich zien. Reeds meermalen haddenzijn naaste buren gezocht, hem aan 't praten te krij-gen ; maar zijn antwoorden bleven kort en stroef, envan dien cart, dat zy geen nieuwe vragen konden op-wekkeu.

Hoe is het ?" vroeg hem eindelijk een der disch-genooten , getroffen door zijne stilzwijgendheid : r, hoeis het , Markman? is het u vergeten , dat het onge-woon en schandelijk is , op onze feestrnalen to droomenen zich aan het gesprek te onttrekken , al heeft menook nog zoo gegronde redenen tot droefgeestigheid?"

Ik heb reeds meer gedaan, dan waartoe wellichteen uwer ware in staat geweest," zeide Markman : deRomeinen hebben dezen deg, op een -strooptocht, dedochter van Gerolf, die door hear vader aan inijnezorg was toevertrouwd, weggeroofd en near den Brit-tenburg gevoerd : en ik ben bier gekomen om mijnwoord gestand to doen, in stede van hen na te jagen.Maar er ligt een nevel op mijn geest , en de gedachteaan Neva belet my ha spreken."

,r En waarom zoudt gy over hear niet spreken?"vroeg zijn buurman : wet kan geschikter zijn op eenbyeenkomst, wear de dwingelandy onzer verdrukkershet onderwerp moet zijn onzer beraadslagingen, dan demededeeling van een nieuwe schenddaad." —

fr Het is niet om te gewagen over hetgeen geschiedis," zeide Markman, dat wy bier byeen zijn gekomen :het is om te spreken over de middelen om het kwaadte doen ophouden : en ik verwacht , dat Hymer , op

Page 282: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 2 7 5

wiens verzoek wy herwaart kwamen , ons die aan dehand zal doen."

Ik ben gereed te beginnen," zeide Hymer, oprijzende,en den beker nederzettende, die trilde in zijn dormhanden : ,, Markman heeft het te recht gezegd: het isnoodeloos, u de kwellingen, de geweldenaryen te schil-deren, die wy sedert jaren van de Romeinen verduren.Zy noemen zich onze bondgenooten en gedragen zich alsonze meesters. De nu bevolen werving heeft hun aan-leiding tot nieuwen moedwil gegeven. In de plaatsvan , gelijk vroeger geschiedde, zich tot de Overstendes volks te wenden en aan deze de taak op te dragenom de noodige manschappen te leveren, sturen zy hunrooverscharen nit, en slepen afgeleefde grijzaarts, onvol-wassen knapen, zelfs weerlooze vrouwen met zich, diezy, gy weet het, niet dan tegen een aanzienlijk losgeldontslaan. Het is tijd, dat die staat van zaken een eindneme. Om hiertoe de gepaste middelen te beramen he!)ik u byeengeroepen. Pat ieder zijne gedachte zegge.Ik zal volgen." --

Een algemeen stilzwijgen , slechts hier en daar dooreen goedkeurenden uitroep of zacht gefluister afgebroken,volgde op deze woorden. Wel voelde ieder behoefte,over het onderwerp te spreken; maar, zoo als het veel-tijds gaat, niemand Wilde de eerste zijn om zijn meeningte niten. Eindelijk nam een der aanwezigen het woorden betuigde aan Hymer, dat men van hem, die desamenkomst beleid had, ook verwachtte, dat by deeerste zou wezen om zijn meening te openbaren.

Ik kan die in twee woorden zeggen," zeide Hymer:I/ laat ons de wapenen opvatten; en dat niet een over-blijve van die bioedznigers, die zich ten onzen kostevetmesten." —

24

Page 283: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

276 BRINIO.

En," vroeg met een spotaehtigen glimlach een derKaninefaten , die zich door buitengewone lichaamssterkteonderscheidde: zal het, Hymer zijn, die ons ten aanvalvoeren zal?"

Hymer zag hem met minachting aan : gy bespotmy, Wolfert!" zeide by : omdat uwe handen in staatzijn met den steenklomp te spelen, onder welks vrachtik bezwijken Loa; maar al beven mijn handen en mijnstein, wees overtuigd, dat in de ure des gevaars hethart van Hymer niet beven zoii."

Gy kent mijn vriendschap voor Hymer!" zeideWolfert : a gy weet, dat ik geen oogtherk heb, u doormijn scherts te beleedigen ; gewis niet een onzer zoabeven voor den Romein ; maar is het geene ydele dwaas-heid, de wapenen te willen ltelfen tegen een vyand,wiens macht ons verpletteren kan? Het zal ons, ja,niet zwaar vallen, Massa en zijne rooverbenden te ver-delgen ; maar het is u bekend, voor eenen van haarverloren zonen, zendt Rome er tien anderen te velde :en wat zal dan de dapperheid tegen de overmacht ver-mogen ? Wy zullen ons als helden verweeren! manyhet einde zal zijn, dat wy zwichten moeten : en delaatste slaverny zal erger zijn dan de eerste."

a Gelooft gy dan ," hernam Hymer , a dat ik u zottvoorstellen, alleen en zonder medehelpers de macht vanRome te tarten ? Wees onbezorgd, Wolfert ! by denaanvang van den strijd zullen ons de bondgenooten nietontbreken. "

a Men zoa daar de zekerheid van moeten hebben ,"zeide een ander, het hoofd schuddende: zal onsdie verschaffen ?"

a antwoordde Hymer : a ik weet van goederhand, dat al de volkeren , aan den Rijn gelegen ,

Page 284: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 27 7

slechts op het sein waehten , dat wy bun geven za1-ten , om het juk van Rome of te schudden. Gelooftmy , Kaninefaten , wie a van een opstand wil terug-houden en u vrees inboezemen , door van ons Beringpetal en van de macht van 's waerelds opperheeren tospreken , zoekt u met ydele woorden te verschrikken.Ik kan u met de daad aantoonen , dat er nimmer eengunstiger oogenblik gekozen kon worden mu een onder-neming als deze te volvoeren. De burgeroorlog heefthet Romeinsche leger verzwakt en de krijgskassen Mtge-put. Het Rijk lijdt aan een innerlijke kwaal , die zijnontbinding verkondigt : het is eenen jongeling gelijk ,die , te sterk in wasdom toegenomen, aan verval vankrachteu sterven umet. Vitellius voert nog den tytelvan Cezar ; maar slechts een schaduw van gezaclA ishem verbleven. In Palestina , een land , aan de over-vijde -der Middelzee gelegen , is Vespazianus door deKeurbenden uitgeroepen en wordt dagelijks in Italienverwacht, alwaar hy den nog smeulenden fakkel dertweedracht met nieuwen gloed zal doen ontbranden. Enwie weet , hoevelen niet , als hy , zich het purper zullenaanmatigen en nieuwe verdeeldheden doen ontstaan ?Vat overigens de krijgsmacht aanbelangt , waarmede de

Romeinen onzen opstand zouden dempen , deze is teonbeduidend , dan dat zy a eenige ongerustheidbehoeven in te boezenien. De zes Legioenen , fangs denRijnoever verdeeld, ziju van het eiland tot aan denMainstroom in afzonderlijke legerplaatsen verdeeld , enop zulke afstanden , dat zy by een onverhoedsehen aan-val elkander niet to hulp kunnen komen ; terwij1 debeste krijgsbenden door Vitellius zijn weggevoerd , enhet overschot nicer den naam , clan de kracht van eenheir bezit. En nit .welke deelen is dan nog die zoo

24*

Page 285: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

218 BRII s7 I I) .

gevreesde macht wel samengesteld ? Hoevele Batavieren,Dalliers, Belgen zijn er niet by aanwezig, die , verrevan ons te beoorlogen, met gretigheid de gelegenheidzullen aangrijpen , om zich met ons te vereenigen. Envoorts , zoo , om van my-zelven niet te gewagen , noel'de machtige Brinio , noeh de in den krijg volleerdeMarkman , noch een onzer, n de genoegzame bekwaam-Iteclen schijnt te bezitten , om aan het hoofd van eenleger onze vyanden te tarten , gy znit gewis niet aarze-len , hem te volgen , die , door de Romeinen zelve in dekrijgskunst onderwezen , zoo menigwerf ooze helden tenzege heeft aangevoerd, den dapperste onder de dapperen,Claudius Civilis." —

Civilis!" herhaalden de meesten der aanwezigen : zooby de Romeinsche zijde verlaten ? — Onmogelijk !"

Civilis," vervolgde Hymer, n heeft my door eenvertrouwden vriend zijn voornemen bekend gemaakt.De Batavisehe ruiterbenden , die zich te Moguntiacumbevinden , zijn reeds door hem van den aanslag ver-wittigd en zullen onze zijde sterken. De Batavieren vanhet eiland hebben zich door den voorvaderlijken vloekverbonden , en zullen op het eerste sein de wapenenopheffen tegen hun onderdrukkers. Be Germanen, inwie de oude geest van Herman nog niet is uitgedoofd,zullen niet aarzelen , zich met ons te verbinden : — enzoo , toen Rome in zijn bloei was , de Cheruskers , metongeoefende scharen , de Keurbenden van Varus verdelgdhebben, wat zal dan het verzwakte Rome vermogentegen de saamverbonden volkeren , aan wien het deoorlogskunst geleerd heeft ?" —

Een dof gemurmel van goedkeuring liep , toen Hymergedaan had met spreken, by de aanwezigen cond.Slechts enkelen raven door een zwijgend hoofdschud-

Page 286: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 279

den te kennen , dat Z y nog niet overtuigd waren, enMarkman van den Blinkert, van zijn plaats rijzende ,nam het woord op :

I/ Ik wil gelooven ," zeide by , n dat de oorlog , waar-toe ons Hymer zoekt aan te hitsen , voordeelig zijnkan; maar is by rechtvaardig? Ik heb wellicht meerreden tot beklag dan een uwer; en echter kan mijnhart zich nog niet vereenigen met het denkbeeld omhet zwaard te heffen tegen hen, die eens mijn strijd-makkers en broeders waren , met wie ik lief en Teedgedeeld heb. Ik ben Romeinsch burger, mijn vrien-den ! en op my rusten verplichtingen, die u nietzullen terughouden ; maar ook u bindt de heilige plichtder aangegane verbonden. 't Is waar, wy worden, instrijd met die verbonden , mishandeld en verdruktmaar is het den Cezar, , is het den Romeinen, dat wyhet onrecht wijten moeten , door ondergeschikte ambte-naren gepleegd? De Goden zijn slechts met dezulken,die een rechtvaardigen strijd voeren : en het • ware inmijne oogen , het verbond te verbreken , omdat Massaen zijne handlangers ons willekeurig behandelen." --

Civilis is Romeinsch burger gelijk gy ," zeide Hymer:en nog wel in werkelijke dienst van Rome : zoo zijn

Labe°, Victor en anderen ; de bedecking , die gy oppert,weegt echter niet by hen ; want het land hunner ge-boorte is hun liever dan de Staat , die hen heeft aange-noinen. Welke zoon zal zijn vader verlaten om zijnstiefmoeder aan te klcven ?"

Civilis moge zijn eigen gedrag:. rechtvaardigen ,"zeide Markman : ik heb hem lang gekend : en ikhoop, dat Beene andere dan edele drijfveeren zijneladen besturen."

n Maar wet wildet gy dan, Markman ?" vroeg Hymer

Page 287: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

-2SO BRIM r0.

lafhartig den nek buigen onder de verdrukking9"wil wettelijke middelen beproeven om ons goed

recht te handhaven ," antwoordde Markman: I/ en, eerstwanneer die mislukken , geweld te baat nemen. Zoo-dra doze byeeukomst is afgeloopen begeef ik my naarden Brittenburg en eisch Neva terug : — men zal hearaan een Romeinsch burger niet durven weigeren : —vandaar wend ik my tot Massa mu van hem de strafder roovers te eisehen. Weigert by die, zoo klaag ikhem by den Veldheer en des noods hooger aan. Slechtsdan, wanneer my overal recht ontzegd wordt, zal ikm y tot de wapenen keeren ; want dan zal onze strijdrechtvaardig zijn en de Goden zullen hem zegenen."

En in den tnsschentijd ," wide Hymer, met bitter-heid , n gaan roof en maagdeschennis hun gang." —

11 Daartegen ken gewaakt worden ," zeide Markman :a ik zal niet slechts waarborgen voor de toekomst, maarook een andere handelwijze vow het tegenwoordigeeischen : — dan , ik heb inijne meening gedit : laatieder de zijne openbaren."

Verseheidene gevoelens werden nu door de aanwezigenvoorgedragen. Het ware geenszins twijfelaehtig geweest,of byna alien zouden zich met het voorstel van Hymervereenig,d hebben, indien Markman niet gesproken had;maar zijne woorden hadden by velen een diepen indrukverwekt. .De meesten toch konden niet vergeten , hoehet bondgenootschap in vele opzichten voordeelig voorde Kaninefaten geweest was. Het had aan hunne jon-gelingen een schoone gelegenheid aangeboden om roemen buit te behalen en in hun ouderdom een onbezorgden gemakkelijk leven te leiden : er had zich aan denRijn een handel gevestigd , the aim de bewoners dezerstreken goede winsten opleverde : voorheen onbewoon-

Page 288: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

li it I N t O. 281

bare velden waren wider een verlicht bestuur in eenbloeieude streek herschapen betrekkingen van maag-en vriend- en makkerschap waren ontstaan, welke nietzoo op eens vergeten konden worden : het was welgemakkelijk , een strijd aan te vangen; dock het hadmeerdere zwarigheden in, dien met good gevolg teneinde to brengen. — En eindelijk , zoo er redenen totbeklag aanwezig waren, het viel niet to ontkennen, datde schuld daarven niet lag by de Romeinsche Cezars ,die den landzaat altijd genegenheid en bescherming had-den doer ondervinden , maar alleen by de Stedehouders,die hun zending slechts beschouwden als een middelom zich ten koste der ingezetenen te verrijken.

De meesten voegden zich dus by het gevoelen vanMarkman, dat het behoorlijk ware, nog eenmaal de her-stelling der grieven van Massa of te vorderen ; doch,werd die geweigerd, zich dan te wapenen en alle nieuweinbreuken op het verbond met geweld te keeren.

If 1k dacht," zeide eindelijk Hymer, bleak en beyondvan gramschap , n dat ik tot een vergadering van man-nen het woord voerde ; maar by Thor! het is als haddeik tot een hoop zwakke vronwen gesproken. Dan hoe!er is er eon onder u, die zijn stein nog niet heeftlaten hooren. Vergeet de edele Brinio, dat zijn vaderonze aanvoerder geweest is, en dat niemand moor danby belang heeft by hetgeen bier besloten moet worden?"

Dat is waar!" zeiden verscheidene stemmen: Brinioheeft nog niet gesproken." —

Maar, zoo Brinio nog niet gesproken had, het wasniet omdat het onderwerp hem onversehillig was. Halfnederliggende op de zodebank , en het hoofd op dehand steunende, had by zwijgende alles aangehoord enbeurtelings elks gevoelen overwogen, om zijne nog al-.

Page 289: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

282 BRINIO.

tijd vlottende ineening te vestigen. Thands echter, doorHymer persoonlijk aangesproken, begreep hy, niet langerte kunnen zwijgen . en, oprijzende, deed hy zich indezer voege hooren :

If Toen de zendeling van Civilis my voor weinigedagen wilde overhalen om den oorlog aan Rome teverklaren, heb ik hem op gelijke wijze geantwoord alsik thands tot it ga spreken. Ik bemin de Romeinenniet, gelijk velen onder ons: ik ben hun niets verplicht;en ik wenschte, dat zy ons maar op de voorvaderlijkewijze hadden laten voortleven en hun verderfelijke weeldenimmer hadden ingevoerd, noch ons met al die zoo-genaamde weldaden besehonken , die, wel beschouwd,meer om hunnent– dan om onzentwil aanwezig zijn.Niemand zal my dus verwijten , dat ik by hen gunstof voordeel zoti willen bejagen. En met dat al, ik stemtegen een krijg , waarmede ik niet geloof, dat wy onzezaak immer zullen verbeteren. Wat men heeft aangemerktomtrent den staat des Romeinsehen rijks en de zwakteder benden aan den Rijn , -alt niet te betwisten : ik wilzelfs aannemen , dat wy in den aanvang zullen zege-vieren; many is daarmede de zaak ten einde gebracht?gelooft my, Kaninefaten! dan eerst, wanneer wy ge-wapend tegenover onze vyanden in het veld staan, zalde oorlog beginnen. Men spreekt u van de verdeeld-heden , die het Rijk verzwakken ; — en ik zeg datRome die moede is en naar rust verlangt : leert deondervinding niet, dat de burgertwisten altijd daarineindigen, dat de sterkste geest over den minder sterkenzegeviert : en hy , die kloek genoeg zal zijn Gin eindelijkden staf der Cezars te omklemmen , zal ook de middelenvinden , om ons de bittere gevolgen van onzen opstandte doen gevoelen. En dan wat zal ons lot zijn : heden

Page 290: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIM o. 2S3

bondgenooten : — in de toekomst slaven. Ik weet, menzal ons tegenwerpen, dat wy reeds nu als zoodanig be-handeld worden. Maar wie draagt daarvan de schuld?onze eigene landzaten zelve, die, prat op een ingebeeldevrijheid, en vaak onderling vyandig , zich zelve willenverdedigen in stede van zich onder de bescherming testellen van de machtigsten onder hen. Wie zulks gedaanhebben zijn door Massa of zijn handlangers wel metvrede gelaten: en niet een uit de honderden, die zich inde schuts van Brinio begeven hebben, is ooit straffeloosdoor de Romeinen beleedigd geworden." —

Ik begrijp u ," zeide Hymer , op een schamperentoon: gy wilt, dat alien zich om u heen scharen ,opdat gy , als Koning , deze landstreek zoudt kunnenbesturen. Maar gy vergeet, dat het oogenblik sleek,gekozen is, om van de veiligheid, die u we beschermingaanbiedt, te gewagen; of is de hoon, die uw huis opheden werd aangedaan, reeds gewroken?"

Waarvan spreekt gy?" vroeg Brinio verwonderd:wie heeft zich durven verstouten, my of de mijnen

te beleedigen F"Gy zijt heden immers te huis geweest?" vroeg Rymer,

niet minder verbaasd: gy weet toch, dat uwe zuster hedenmorgen door de zendelingen van Massa geroofd is."

Van welke zotheden spreekt gy ?" vroeg Brinio opeen bitsen toon: geene mijner zusters iieeft hedeneenig leed ondervonden. Zoo wy even veel geloof moe-ten hechten aan .de beloften, die gy ons van wegeCivilis doet , als aan deze vertelling , dan voorzekerhebben wy te lang naar u geluisterd." —

Al de aanwezigen wendden verbaasde blikken op Hy-mer, die een wijl even beteuterd stond als een voer-man , die, een tragen klepper met de zweep willende

25

Page 291: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

284 BRINIO.

aansporen , zich zelf in 't aangezicht slaat. Spijt engramschap waren in zijn oogen te lezen en by dachteen oogenblik , of Daginus hem ook misleid kon heb-ben. Nochthands deed een kortstondig nadenken zijnehoop herleven ; want hy begreep , dat de waarheidzijner mededeeling bewezen kon worden : en dat mendus het gandsche voorval voor Brinio verzwegen moesthebben , of dat deze zelf het geheim wilde houden inwelk laatste geval hy hem des te veiliger van laf har-tigheid kon beschuldigen en zijn invloed by de Kani-nefaten verzwakken.—

u Brinio ! " zeide hy: of gy wilt, nit een my on-verklaarbaren schroom voor de gevolgen , niet voor dezaak uitkomen , of gy weet niet, wat ten uwent ge-schiedt. Uw zuster is door den spijsverzorger Vegetusen drie andere handlangers van Massa weggeroofd , enweder in vrijheid gesteld door de Hoplieden , die tenuwen huize gastvrijheid genoten hebben."

Door Thuscus en Tarpa !" riep Brinio : zy warenheden op de hoeve ; maar niets van hetgeen gy mybericht is my ter oore gekomen." -

,, Ik heb wel gehoord ," zeide een der aanwezigen ,wiens erf aan dat van Brinio grensde , dat hedenmorgen uwe knapen hebben rondgeloopen om te verne-men , waar zich Rheime be yond, die nergens te vindenwas."

rr Indien Hymer waarheid sprak ," zeide Brinio : a byden wilden Wodan ! het zotl het doodvonnis van denschendigen maagderoover zijn ! "

„Niet slechts van hem, maar van al de Romeinen ,die met hem zijn ," voegde Hymer er by, zich de han-den wrijvende op de gedachte aan den moord, waar

hy naar wenschte.

Page 292: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 285

rr Oak van hen , die Brinioos zuster verlost hebben?"vroeg Markman: n schaam u, Hymer! weerstand is bil-lijk : wraak is onedel."

n Voorwaar!" zeide deze: n de geschiedenis is nogniet opgehelderd : en het kon zees wel zijn, dat diezoogenaamde verlossers even gevaarlijk waren als deroovers, wien zy hun buit ontrukten."

rr Genoeg!" riep Brinio, op een gebiedenden toon:geen woord meer over dit voorval : het is mijne zaak,

de toedracht daarvan te onderzoeken en het gaat geenderden aan. Het is slechts een misdaad meer, waarvanwy aan Massa rekenschap zullen vragen."

Hoe!" zeide Hymer: kin ook dit voorval u nietuit uw laauwe onverschilligheid opwekken?"

rr Ik ben niet onverschillig ," antwoordde Brinio: rr enik zal niet rusten , voordat de aanlegger van het feitgestraft worde, wie hy ook zijn moge. — Maar dehoofdzaak zelve is door dit byzonder geval niet van ge-daante veranderd. Ik blijf met Markman van gevoelen,dat wy ons goed recht door een billijk beklag moetenzoeken, alvorens onze toevlucht tot de wapenen te ne-men." —

Na eenige woordewisseling ging men tot de hoof-delijke stemming over : en er werd besloten, dat Mark-man, Hymer en Brinio zich naar Matilo zouden begevenom de grieven der Kaninefaten voor Massa bloot teleggen: alleen verzocht de eerstgenoemde , dat men ophem niet wachten zou, daar hy voornemens was, voorafnaar den Brittenburg te gaan om Neva te verlossen.Hierop scheidde de vergadering. Brinio, zich van deware toedracht van het medegedeelde voorval willendeverzekeren , nam met Hymer den weg over zijn hoeve ,alwaar hy tegen het aanbreken van den dag aankwam.

25

Page 293: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

286 BEINIO.

Ada werd door hem ondervraagd, en dorst niet nalaten,aan Karen broeder al wat zy wist te verhalen; waaropdeze , na haar wegens hare achterhondendheid minzaambestraft te hebben, zich met zijn mede-afgevaardigden.naar Matilo begaf.

XIII.

Massa was reeds door een zijner handlangers onder-richt geworden van den mislukten uitslag, dien bunmaagderoof had gehad, en derhalve niet geheel onvoor-bereid op het bezoek der Kaninefaten. Wel bewust,dat op dit tijdstip de algemeene geest hem vyandigzijn, begreep hy, de machtige stamhoofden, die tot hemkwamen, niet to moeten trotseeren , maar hun veeleereen vriendelijk gelaat te toonen , alle kwade vermoedensvan zich of te werpen en hen voor 't oogenblik metschoonklinkende woorden en goede beloften te paaien.Hy ontfing hen dan ook met alle voorkomendheid: en ,na gelast te hebben , dat men hun ververschingen zoude-aanbieden , verzocht hy te mogen weten , wat hem hetgenoegen verschafte van hun onverwacht bezoek.

,, Wy hebben vele zaken met u te verhandelen,Overste!" zeide Brinio, de beleefdheid des Bevelhebbersmet koelheid beantwoordende: gedeeltelijk betreffen zyhet al gemeen belang mijner landgenooten : gedeeltelijkgaan zy my in het byzonder aan. Het geheel gaatvoor een enkele. Wy zullen u eerst de klachten vanons yolk mededeelen."

„De Kaninefaten zijn getrouwe bondgenooten derRomeinen," zeide Massa : u en de vriendschap van

Page 294: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 287

Brinio is voor my van hooge waarde. Ik zal luisterennaar hetgeen gy my hebt voor te dragen."

Nu nam Hymer het woord op: en hoewel hy, gelijkwy gezegd hebben , de gaaf der welsprekendheid nietbezat en rich bovendien in eene vreemde taal uitdrukte ,het onderwerp zijner rede was hem te wel bekend, dandat hy naar woordcn behoefde te zoeken. Hy =aidemet sterke kleuren de kwellingen of , welke zijn land-genooten te verduren hadden , toonde aan , hoe men vanden kant der Romeinen byna dagelijks de bepalingenvan het verbond overtrad, en eindigde met den eisch,dat Massa , als waarnemend Stedehouder des Cezars inbet gewest, paal en perk zoti stellen aan de onderdrukking.

Het antwoord van Massa, hoezeer in beleefde envleiende uitdrukkingen vervat, was, gelijk van hemverwacht kon worden, meer rijk in woorden dan inzaken. Omtrent vele der punten van beklag, door Hymeraangevoerd, verontschuldigde hy rich met te zeggen, dathy niet verantwoordelijk was voor de bevelen, die hyvan den Veldheer ontfing, en voor Wier uitvoering bymoest zorg dragen, zonder dat het hem vergnnd ware,die te beoordeelen. Wat andere zaken betrof , gelijk destrooperyen, door de krijgsknechten gepleegd, en dier-gelijke, beweerde by, dat men die zeer vergrootte, enbeklaagde zich , dat hem niet elke overtreding dadelijkwerd aangediend : waarcloor men hem in staat zoudestellen, de schuldigen op heeter daad te doen vonnissen.

Men heeft zich ineermalen by u willen beklagen,"zeide Hymer : maar men is altijd naar Vulpes verwezen :en deze heeft uimmer eenig onderzoek in 't werk willenstellen." -

il Wellicht , omdat de zaak de moeite niet waardigwas. Intusschen , ik beloof het u , ik zal in 't vervolg

Page 295: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

2SS B1tT/N.10.

naauwlettender zijn en zelf de vierschaar spannen. Uwebelangen zijn my zoo dierbaar als de mijne. Wie iets be-geert of eenig bekiag heeft, wende zich tot my alleen."

Welaan!" zeide Brinio : rr dit is dan hetgeen ikthands ga doen. Men heeft op gisteren mijne zustermet geweld pogen te ontvoeren."

Indedaad!" riep Massa uit, zich hoogst verwon-derd veinzende: r, en wie zijn de schelmen, die zulkeen bedrijf hebben durven bestaan?" -

n Twee hunner, de spijsverzorger Vegetus en de waardvan Niger Puling zijn my genoemd; doch wat erger is,zy hebben zich jegens hen, die mijn zuster verlosthebben, durven uitlaten, dat zy hun schendige daad opuwen last pleegden."

n Waarlijk!" zeide Massa : u dat maakt de zaak vanerger natuur. Ik geloof toch niet, dat ik my tegenzulk eene betichting behoef te verdedigen."

Hy sprak deze woorden op lachenden toon nit, terwijlzijn oogen, die, gelijk gezegd is, nimmer iemand vlakin 't gezicht zagen, zich beurtelings van den eenen totden anderen Kaninefaat wendden.

Brinio stond een wijl onzeker, wat te gelooven; ter-wijI Hymer, wien de voorgewende vrijmoedigheicl desBevelliebbers niet bedroog, zich verzekerd hield van zijn

medeplichtigheid aan het gebeurde.Het was op dit oogenblik, dat Aquilius en Julius

Maximus (Markman) by Massa werden aangediend.

rr Zy zijn welkom I" zeide by : rr en dat men tevensde overige Hoplieden hier roepe. Het geldt hier eenbeleediging, mijnen ouden vriend Brinio aangedaan, endaarover wil ik de gevoelens van alien vernemen. Ik

verzeker u , gy zult recht bekomen; — want het is numijne zaak geworden zoowel als de uwe." —

Page 296: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 289

Brinio en Hymer zagen elkander met verwonderingaan, niet recht wetende, wat het vervolg zoa opleveren.Weldra traden Markman en Aquilius, en vervolgensook Liffio, Coponius en Velius binnen.

Wees van harte welkom op Matilo , edele Maximus !"zeide Massa , aan Markman de hand toestekende : a de dagdie u hier brengt , mag voorwaar met een witten steengemerkt worden. Primipilus ! gy komt ter goeder urevan uwe morgenwandeling terug. Hoplieden ! het geldteen voorval , ons door den edelen Brinio medegedeeld ,en dat mijn goeden naam aandoet. Men heeft zijn zus-ter geschaakt en my de schuld daarvan gegeven. Gyzeidet ," — hier wendde hy zich tot Brinio dat dedaders u gedeeltelijk bekend waren." -

II Een aithands ken ik ," zeide Coponius , het woordopvattende : n dien schelmschen bedrieger Vegetus : hyis den Rijn ingezwommen. 't Is dood jammer dat hyniet verzopen is; maar het spreekwoord zegt met reden ,dat zy die voor de koord bestemd zijn . . . "

Hoe !" viel hem Massa in , zich wederom hoogstverwonderd veinzende , a weet gy ook van de geschiede-nis of , Centurio?"

Verwonder u des niet ," zeide Aquilius : n wy zijnhet, die het feit ontdekt en belet hebben."

u Gy ! en waarom my daarvan niets medegedeeld ? —Het was immers verkeerd gehandeld , my zulk een voor-val te verzwijgen."

a Gy hebt misschien gelijk ," zeide Aquilius : a dochwy hadden zulks aan de beminnelijke Ada beloofd"

Het was onvoorzichtig een dusdanige belofte tedoer'," zeide Massa : u maar dew ijI het nu eenmaal isuitgelekt , wees zoo goed , ons alles hairklein te vertel-len." —

Page 297: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

290 BRINIO.

Aquilius voldeed aan het verzoek van Massa. rr Erschuilt wat achter ," zeide deze , toen de Primipilus ge-daan had , u dat ik niet versta. Maar , zoo mijn ver-moedens niet ongegrond zijn , is die Batavische Priester,wiens gedrag zoo raadselachtig schijnt , mede aan hetfeit handdadig , en is het een opgestoken werk vanhem en zijne makkers, om my by de Kaninefaten ineen kwaad daglicht te plaatsen. — Hoe het zij , wyzullen hem doen opsporen en tevens die overige sehel-men . . . doch waar zijn zy thands ? Die Vegetus, zoo-wel als zijn handlangers , zullen wel niet te vindenzijn."

Niet te vinden !" herhaalde Aquilius : n Overste!een woord !"

En terstond , met dat gezach , hetwelk een edeleziel en het bewustziju een goede zaak voor te staanversehaffen , greep by den Bevelhebber by de hand envoerde hem met zich ; terwijl Massa , onwillekeurigzwichtende voor zijn doordringenden blik , hem met eenkloppend hart buiten de kamer volgde.

In het voorportaal gekomen , fluisterde hem Aquiliusin 't oor :

Overste 1 gy hebt kennis gedragen aan den gepleeg-

den maagderoof." Primipilus !" riep Massa , onmachtig een woord

meer te uiten.Gij beweert niet te weten , waar zich Vegetus op-

houdt. Dat is n ie t waar." --

n Gij durft. . "Ik heb Vegetus gezien. Hy is aan den Britten–

burg : en het kan u niet onbewust zijn, dat by aldaarVulpes tot tolk verstrekt."

Massa stond verplet. fly zag in dat de veinzery

Page 298: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 291

hem jegens Aquilius niet baatte , en dat de blik vandezen in zijn ziel gelezen had.

a Het is mogelijk!" zeide by : a Vulpes heeft hemnoodig doch hoe wil ik weten , wien hy tot tolkgebruikt? ... hoe het zij de schuldige zal gestraftworden ik herhaal u , dat ik den roof van Rheimenoch van Ada bevolen heb.... en wee u!" voegde hyer by , met den moed, dien haat en wanhoop geven :

wee u! indien my uw mond by de Kaninefaten durftbetichten. Ik voer hier het bevel en zal het u doenondervinden."

Pit zeggende keerde hy by de afgevaardigden terug,terwijl Aquilius hem langzaam volgde.

a De Primipilus heeft my ontdekt , waar ik Vegetusvinden kan ," zeide hy , by het inkomen : a ik zal lastgeven , dat men hem in verzekering neme. Maar, zooik my niet bedrieg , wenschte ook de edele Maximusmy te spreken."

Markman boog zich en beide zijne redenen tot beklagbloot , welke den lezer bekend zijn.

a By Hercules!" zeide Massa : men heeft het- ge-weldig op uwe maagden voorzien gehad. Maar, zoo iku wel versta, heeft Vulpes u recht gedaan , zoodra hemnw naam en hoedanigheid van Romeinsch burger be-kend waren."

a Dat heeft hy ," zeide Markman : a maar er is erzoovele anderen , die , tegen alle billijkheid aan , doorhem worden teruggehouden, dat mijne hoedanigheid tendozen opzichte my geen recht boven hen kan geven." —

Dat gaat de werving aan," zeide Massa : If en daar-over kan ik my thands en te dezer plaatse niet uit-laten. VV anneer gy wilt ... inorgen overmorgen :laat ons den dag van heden aan de vreugde wijden ,

Page 299: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

292 BRINIO.

en het genoegen vieren , dat my de komst van zulkewaarde gasten verschaft. Heeft Maximus by my nogandere klachten in to brengen ? "

Geene," antwoordde doze, a dan die, waarvan dePrimipilus zoowel als ik kan getuigenis geven ," en hybegan de onbehoorlijke wijze te schilderen, waarop deIichting word uitgevoerd.

Daaromtrent heb ik my reeds tegen Rymer ver-klaard," zeide Massa : ik stel u voor , mijn vrienden ,op morgen neen morgen is eon ongelukkige dagop overmorgen aan den Brittenburg byeen te komenmet al de voornaamste hoofden der Kaninefaten : wyzullen alles naar uw verlangen regelen en met–een uit-spraak doen over dien Vegetus... Blijft heden den dagby my doorbrengen en verklaart my ronduit hoe gyhet hebben wilt. Ik stel er prijs op, u in alles tevoldoen."

De afgevaardigden zagen elkander met verbazing aan :zy hadden zich zulk een goeden uitslag van hun zen-ding niet voorgesteld.

I/ En gy , wakkere Tarpa !" vervolgde Massa , zichtot Coponius wendende : 11 draag zorg , dat wy hedeneen gastmaal hebben , hetw elk a en my tot eer ver-strekke. Ik zal er zelf de kosten van dragen , en mijnkelder ten beste geven."

n Dan zal er niets aan haperen ," zeide Coponius :rr alleen kan ik den edelen Brinio geen drinkhoorn aan-bieden , gelijk hy gewoon is."

rr Ik weet niet , of wy zoo lang vertoeven kunnen ,"zeide Markman , de uitnoodiging wenschende of te slaan.

g Ei wat!" zeide Massa: n ik neem geene verontschul-digingen aan. Uw paard , dat zoo even bier gebrachtwerd, heb ik op stal gezonden , en gy zijt heden mijn

Page 300: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 293

gevangene. Wy moeten onze vriendschap met een dronkbevestigen."

De eensgezindheid scheen alzoo op nieuw tusschende Romeinen en hun oude bondp,-enooten te heerschen.Maar , zoo men over en weder in een vertrouwelijkonderhoud elle redenen tot ongenoegen ter zijde stelde,deze overeenstemming was slechts schijnbaar, , en meerdan een onder de aanwezigen was met geheel anderegedachten vervuld. De bleeke Hymer voelde zijn zielvan spijt en gramsehap doorblaakt ; want het was geeneverzoening, wear by near haakte ; het was oorlog, hetwas zelfverheffing , waartoe hy alleen door een omwen-teling kon geraken. De edele ziel van Aquilius daaren-tegen trilde van veront waardiging ; want hy had Massaleeren doorzien , en hy twijfelde er niet aan, of delaaghartige Bevelhebber zocht de goede trouw zijnergasten te misleiden, en al zijne betuigingen van genegen-heid waren niet als voorbereidingen tot een schandelijkbedrog. En wat Massa betrof , hy was vervuld vanwoede en wraakzucht , en elke minzame uitdrukking ,die hy bezigde , ging verzeld met een stille vervloekingvan al degenen, die hem op dezen dag zoo veel moeiteen last veroorzaakten.

Brinio alleen scheen wederom opgeruimd en wel over dehem toegezegde genoegdoening te vrede terwijl hy nietafliet , aan Aquilius en Coponius , wegens de aan Rheimeen hem bewezene dienst , zijn warmen dank te betuigen.

Ongeveer een uur was er verloopen , toen Epafusaan Massa in het oor kwam fluisteren , dat Vulpes metVegetus van den Brittenburg was aangekomen. Terstondverzocht de Overste zijne gasten hem voor een wijI teverschoonen en begaf zich met haastige schreden naar hetverblijf van zijn vertrouweling.

Page 301: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

294 B N. 1 O.

n By Jupiter !" zeide hy, binnenkomende, en de deurachter zich sluitende n weet gy , Vulpes! in welkenpoel wy steken?"

1k vermoed het," zeide deze , n wetende wie hierzijn en wat u verhaald is ; — maar ik zie er nog nietsschrikbarends in." —

u Hoe? en die gevloekte Kaninefaten met hun klach-ten !"

Sedert wanneer veroorzaken zy u bekommernis?"Sedert dat die Thuscus, wien de Goden verderven

mogen , hen in hun ontevredenheid sterkt. Indien ikniet aan hun wenschen voldoe , zullen zy my aanklagenby den Veldheer, en wat staat my dan voor de deur ?"—

ll Gy moet het niet afwachten," zeide Vulpes n maarhen voorkomen. Wat Thuscus betreft, gy wenscht, datde Goden hem verderven ; maar ik ben er voor, dat gyde Goden wat helpt. Hy moet niet levend naar denVeldheer terugkeeren. Weet gy, dat hy mijn gandschenhandel aan het kamp beluisterd heeft?"

Ik begreep dit ; want hy wist alles. Hy moet nitden weg geruimd , gy hebt gelijk."

„En En die Kaninefaten! Ook zy moeten het lot onder-gaan, dat zy ons wilden bereiden." —

Hoe! gy wilt, dat ik geweld tegen hen gebruike?" —n Het is noodig ; — eer wy het van hen ondervin-

den ," zeide Vulpes.11 Maar met welken schijn van recht? .. En dan dat

vervloekte voorval met Ada !.. Gy hebt er ons fraaiingeholpen , Vegetus ! "

n Met uw verlof , Overste I" wide doze , die tot dosverve een weinig achterwaarts gestaan had : ik kaner u wetr uithelpen ook. Wat geeft gy my , indien iku gelegenheid schenke, die Kaninefaten to doen to recht

Page 302: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 295

stellen , zoodat gy er 'of en dank van den Veldheervoor zult hebben ?"

Indedaad !" riep Massa : e dat zoit heerlijk zijn;maar misleidt gy my niet?"

In de afgeloopen nacht zijn zy in een hunner bos-schen vergaderd geweest, waar ik hen bespied heb.Wat zy zeiden , heb ik niet alles kunnen verstaan; dochzoo veel heb ik wel gehoord , om te durven zweren ,dat zy een aanslag hebben gemaakt , om al de Romeinenin deze landstreek om hals te brengen."

Ei zoo!" zeide Vulpes , is dat uw groot geheim ,hetwelk gy alleen aan den 0 verste wildet rnededeelen?Welnu! dan zijn wy itnmers geholpen."

Ja ," zeide Massa , na eenig nadenken : zoo moethet gaan! — Vegetus ! gy zult u een paar dagen ge-vangenis getroosten. Overmorgen houd ik rechtsdag opden Brittenburg : dan zult gy spreken. Epafus ! komhier ! " --

De slaaf verscheen.Verzoek den Primipilus en den Centurio Liffio hier

te komen."Epafus vertrok en keerde na eenige oogenblikken met

de beide Hoplieden terug.Primipilus!" vroeg Massa aan Aquilius , terwijl by

op Vegetus wees: 1/ is deze niet de man , die de zustervan Brinio hielp ontvoeren ?" —

Aquilius knikte toestemmend.,, Het is genoeg ! — Gy zult zien , dat Massa recht-

vaardig is. Centurio !" — tegen Liffio : — ,, laat dezeellendeling geboeid en onder goed geleide naar denBrittenburg gevoerd worden. Overmorgen zullen wyvonnis over hem vellen."

De Centurio voldeed aan het hem gegeven bevel ;

Page 303: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

296 BRINIO.

weinige oogenblikken daarna was de spijsverzorger opweg naar zijne gevangenis, en hadden de beide Hop-lieden zulks aan de gasten van Massa medegedeeld.

n En nu , een goed gelaat getoond ," zeide Massa :doeh hoe zult gy u jegens die Kaninefaten gedragen ,

Vulpes ? Het is onmogelijk , uwe baan by hen schoonte maken."

Dat behoeft ook niet ," zeide Vulpes, werp gerustde schuld van alles op my : ik ben niet bang voorzure gezichten. — Alleen begrijp ik hiet , waarom gy

hen maar niet teffens in boeien slaat ?" —Neen , dat niet!" zeide Massa: n zy zijn als vrien-

den bier gekomen. Liffio zelf zou zwarigheid waken,hen te vatten: en dan , ik wil my niet slechts vanhen, maar ook van de overigen verzekeren , en in allesde vormen in acht nemen. — Doch het wordt tijd , datik tot mijn gasten terugkeere."

n En hoe zult gy hen bezig houden?" vroeg Vulpes.Dat hindert my genoeg,' antwoordde Massa : ik

weet waarlijk niet, hoe ik den dag ten einde breng."—ll My dunkt," zeide Vulpes, n indien gy Liffio eens

van den oorlog in Gallien liet verhalen." —Dat ons de Goden bewaren!" — dat ware zoo goed

als een slaapdrank." „ Zoo gy , om die Kaninefaten in goeden luim te

honden , den teerling liet werpen !"Een heerlijke inval , Vulpes! — Wel beschouwd,

zoo deze lieden gevonnisd worden, vervalt hen goedaan den Cezar, , en heb ik er Been voordeel by. Alwat men dus van hen halen kan is winst. En zoo wyverliezen, dan zal de dood de rekening effen maken."-

-n Wy behoeven niet te verliezen ," zeide Vulpes n ik

heb nog een drietal dobbelsteenen , die de kans onver-

Page 304: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 297

mijdelijk ten onzen voordeele kunnen doen overslaan: —maar wy deelen als broeders, niet waar ?"

n Dat spreekt van zelf : zoo mogen de Goden my be-minnen ! — En thands , spoedig tot onze gasten terug-gekeerd, eer die Thuscus my in een kwaad daglichtby hen stelle." —

Niet lang daarna was Massa met de Kaninefaten ende Hoplieden aan den disch gezeten , waar hy met dehem eigene hoffelijkheid het gesprek gaande hield enden slechten dunk poogde weg te nemen , dien destamhoofden vroeger jegens hem koesterden. Omtrentde wijze van de Editing ten uitvoer te brengen, enandere punten van bezwaar, betoonde hy zich zoo toe-geeflijk en tot inwilliging genegen, dat de afgevaar-digden langer niet wisten , wat zy van hem moestendenken. De Hoplieden waren versteld ; doch dear hethun alien toescheen , dat iemand van Massaas inborstniet op eens van een geldzuchtigen volksverdrukker ineen zachtmoedig, rechtvaardig mensch kon veranderen ,maakten zy by hen–zelven het besluit op , dat Massaof zeer bevreesd moest zijn voor de Kaninefaten, nuhy zag , dat zy het ernstig meenden, of zoo zeker vanzijn zaak , dat hy begreep alles te kunnen inwilligenom het den dag daarna weder in te trekken. BehalveAquilius echter koesterden zy weinig bekommering overde toekomst, en, van het tegenwoordige oogenblik ge-bruik makende, hidden zy zich meest bezig met dengoeden wijn te drinken , die hun geschonken werd enmet eer to doen aan het voortreffelijke maal: terwijlLiffio zijn veldtochten in Gallidi aan Markman ver-haalde, die er slechts half naar luisterde, en Veliusvan zijn minnaryen verslag deed aan Hymer, , die zichvergenoegde met nu en dan hem een blik van minach-

Page 305: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

298 BRINIO.

ting toe te werpen. Wat Vulpes betrof , by bekommerdezich over niemand : en niemand sprak wederkeerig methem.

Komt !" zeide Massa , toen hy begon te merkendat de gemoederen der aanwezigen eenigzins door dendrank verhit waren : n wat zouden mijn gasten er vanzeggen , indien wy , om dezen avond vrolijk te besluiten,ons een wijl met den teerling vermaakteu?

n De zon is reeds aan 't dalen ," zeide Markman:en onze woningen zijn verre van hier gelegen. Het

zal beter zijn , zoo wij ons afscheid nemen."Indedaad," zeide Hymer : n de teerling is gevaar-

lijk voor hem, die nuchteren is: hoeveel te meer voorons , die den tijd met drinken hebben doorgebracht."

Met deze woorden rezen zy op, als om te vertrek-ken : ook Brinio, die, gelijk wy weten , een lief heb-ber van het dobbelspel was , maakte zieh schoorvoetendegereed , hen te volgen , toen Vulpes op eens de dobbel-steenen in den beker deed rammelen. Op dat geluidbleef Brinio staan, gelijk een jachthond, wanneer hyhet wild in de nabyheid ruikt.

n Kom aan !" zeide Massa , n ik zie dat de waardigeBrinio wel een kans met my wil wagen."

Slechts eene ," zeide de Kaninefaat : en , den buidelopenende, die aan zijn gordel hing , wierp hy een paargeldstukken op het bord.

Nu bleven ook de andere afgevaardigden staan, entraden , schoon eenigzins tegen hun zin, naar de tafel toe.

Het lot was Brinio gunstig gew eest. n Gy zult myde tegenkans niet weigeren ," zeide Massa.

Dat is niet meer dan billijk ," zeide Brinio : en hetspel ging zijn gang , terwijl ook langzamerhand deomstanders daarin deelden. Slechts Vulpes speelde niet;

Page 306: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B N 0 ') 9 1,t

maar droeg zorg dat het den gasten aan wijn nietbleef ontbreken.

De spelers hadden reeds een geruimen tijd met af-wisselend geluk de steenen behandeld. Aileen aan Briniowas de fortuin niet gunstig meer , gelijk in den be-ginne : de weinige munt , die hy by zich had, was reedsnaar den kant van Massa overgegaan en hy wenddezich tot Markman , oin hem eenig geld ter leen te vragen.

1k heb zelf weinig weer overig ," zeide deze , deknoopen zijner beurs dichthalende : u en deze les is myvoldoende. Ook u raad ik , in uw verlies te berustenen uw geld niet na te loopen. Ik heb daar nimmer ietsgoeds van zien komen."

Ja! daar kan ik u wat van verhalen ," zeide de nudeLiffio : Toen ik in Gallien diende onder Vindex -

n Brinio! speel niet meer !" fluisterde Aquilius , wieneen geheim voorgevoel waarschuwde , dat men den broe-der van Ada een strik spreidde.

kan ik spelen ?" vroeg deze korzelig : ,, ikheb Been geld meer." —

Maar gy hebt uw woord," zeide Massa : ik behoef uw geld niet te zien. \Vat dunkt u , zoo ik hetgeld , dat ik u afgewonnen heb , eens zette tegen eeneInver koeien , naar uwe keuze ?" —

Dat ware niet kwaad ," zeide Vulpes : want deonze geven weinig melk meer." -

n Dat gaat !" zeide Brinio : en verloor.Kona!" zeide hij, met een gedwongen lath : n ik wil

zien, of mijne honden gelukkiger zijn, dan mijne runderen.Vier beste hazewinden tegen uwe winst , Overste !"

De hazewinden hebben de koe achterhaald," zeideVulpes, toen by zag, dat Massa gewonnen had.

Vier paarden van het beste ras op dezen worp,"26

Page 307: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

300 BRINIO.

riep Brinio, terwijl hy, als om zich–zelven timed tegeven, een vollen beker ledigde.

Hy maakt zich ongelukkig," zeide Coponius, hethoofd schuddende.

Brinio! wees niet dwaas!" fluisterde Aquilius hem in.Denkt gy, dat ik my over eenige beesten meer of

minder bekommer," zeide Brinio, terwijl de paardenden weg der honden gingen.

If Uwe kudde wolvee!" zeide Massa, de steenenwederom schuddende.

Brinio! deltic aan Ada!" kionk wederom de waar-schuwende stem van Aquilius.

De Kaninefaat wendde het hoofd om. Ir Gy stelt alveel belang in hair," zeide hy met bitterheid, terwijlde speeldrift hem vergeten deed, wat hy aan Aquiliusverschuldigd was: — en het vee was weder verloren.

Ik wilde wel weten, Primipilus!" zeide Massa:wat gy den edelen Brinio gedurig aan het oor ligt te

malen. Zoo gy hem raad geeft, moet ik zeggen, datdie raad weinig deugt; want de man speelt hoe langerhoe ongelukkiger."

Gy moest er waarlijk uitscheiden, Brinio!" zeideMarkman : de Overste is u te sterk."

u En waarorn hy er uitscheiden?" vroeg Hymer,met een innerlijk genoegen de verliezen ziende, dieBrinio onderging: n hy is rijk genoeg: en zulke ver-liezen zullen hem niet deeren. Hy deed beter, dooreen fikschen inzet zijne schade te herstellen."

Gy hebt gelijk," zeide Brinio : fl en daarom wil ikmijne weiden naby Lauri tegen het verlorene zetten."

Ik ken er de waarde niet van," zeide Massa: ,, dochhet zij zoo:" en een nieuwe worp besliste de kans tenzijnen voordeele.

Page 308: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 201

Het zoude verveelend zijn, den voortgang van hetspel in al zijn byzonderheden hier te willen neder-schrijven. Genoeg zij het, te zeggen, dat de uitslagdaarvan niet anders was, dan zich verwachten liet. Metden laatsten worp had Brinio al zijne have verspeeld.

Somber en zwijgend stonden niet slechts zijn vrienden,maar ook de Hoplieden hem aan te stdren. Rymeralleen juichte heimelijk in de ramp, die zijn mededin-ger had getroffen. Massa bleef bedaard en dronk lang-zaam uit den voor hem staanden beker, nu en dan eenzijdelingschen blik op Brinio slaande.

,, 1k heb niets meer ," zeide deze, met vlammendeoogen en eene heesche stem: ,, niets, dan my–zelven.Ik wil voor het laatst mijne vrijheid, de vrijheidvan een edelen Kaninefaat, tegen honderd goudstukkenwagen."

n Ik zoft u niet gaarne tot mijn slaaf hebben," zeideMassa, glimlachende : n maar wilt gy die van uwejongste zuster verspelen, zoo ben ik bereid."

Verfoeielijk voorstel !" riep Brinio : n mijn goede,zuster ! wee my !"

Gy wilt dus niet ?" vroeg Massa, op een tergendentoon.

11 Ik heb Been macht over haar ," zeide Brinio : n enal bezat ik die , waant gy , dat ik zoover van alleschaamte ontbloot ben , dat ik de dochter van Werneraan een Romein zou verkoopen?"

„ Zoo als gy verkiest ," zeide Massa, met een ijskoudeonverschilligheid : wanneer schikt het u , dat ik bezitneme van mijn eigendom?"

a Morgen met den dag ," antwoordde Brinio : n nieteen grasscheutjen zal a onthouden worden."

Ik behoef die verzekering niet ," zeide Massa, met264

Page 309: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

3 0 2

een hoffelijke buiging 11 de eerlijklieid van uw landaartis my bekend."

n Wy groeten u , Overste!" zeide Markman , op eensomberen toon : gy hebt mijn vriend ongelukkig ge-maakt; — maar hy heeft het zoo begeerd. — Gaat gy-met ons, Brinio?" — En hy nam den jongeling, dienog als wezenloos op de tafel tuurde, by den arm.

11 Schenk my die dobbelsteenen ," zeide Brinio tegenMassa, terwijl hy met een strakken blik op de teerlingenwees, die nog op het bord lagen.

y Die dobbelsteenen!" herhaalde Massa , terwijl byverbleekte en de steenen haastig in zijn gordel stak :

II en wat wildet gy daarmede uitrichten ?" „ Ik ‘vilde die aan een snoer rijgen en om den hals

dragen ," zeide Brinio: opdat een ieder, die my ont-moette , zoude kunnen zeggen : zie ! daar gaat Brinio,die de zijnen ongelukkig heeft gemaakt : Brinio, voorheende rijkste en nu de ellendigste onder de Kaninefaten."—

Dwaasheid!" zeide Massa: 11 de geheele waereld staatimmers open voor een wakkeren jongeling als gy zijt ,om er zijne fortuin in te herstellen. — Bat u de Godenbehouden huiswaarts geleiden , edele mannen. Vulpes!is er gezorgd voor toortsen om onze gasten uitgeleidete doen?"

Alles is gereed," zeide deze.Be TO aninefaten vertrokken, terwijl Massa en Vulpes

hen tot aan de deur van het hoofdgebouw begeleidden ,en niemand voor het oogenblik in de zaal terugbleefdan Coponius, die nog zijn bevelen moest geven betref-fende het wegruimen der spijzen.

n lo Triumf!" zeide Massa, zoodra hy zich met Vulpesalleen in zijn binnenvertrek beyond; Pe bezittingen vanBrinio zijn ons. By Jupiter! dat is een dag geweest."

Page 310: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 303

ft Wien zult gy den last opdragen , tivr eigendommenin bezit te nemen?" vroeg Vulpes.

it Niemand voorwaar! 1k denk dat zelf te verrichten:het oog des meesters is onontbeerlijk by zulke handelin-gen : en nu alles met spoed in gereedheid gebracht.De afgevaardigden zullen ongetwijfeld aan hun lastgeversvan het welslagen hunner zending bericht geven : en zoomen de wapenen al heeft opgevat , men zal die welweer nederleggen. Overmorgen zullen zy zich zondererg op den Brittenbu'rg vertoonen : — eens daar ge-komen , zijn zy in den knip. Zijn de hoofden der aan-zienlijken gevallen , het gepeupel zal wel bedwangaehouden worden."

En Thuscus ?" —Spreek my niet van lien ellendeling : mijn bloed

kookt, wanneer ik aan hem denk. — Maar hy zal myniet ontgaan. Wist ik slechts een goeden grond oinhem te betichten."

n Hy heeft vermogende viienden in het leger ," zeideVulpes: ware het niet beter, vergif te beproeven?Dat spaart een verhoor."

a Wy zullen er over denken," zeide Massa: ll ookdie Maximus moet met beleid behandeld worden datdie wijshoofd er zoo ras met spelen uitscheidde : zijnebezittingen zijn zeker niet groot... en die andere, dieer uitziet als een hongerige jakhals. Maar, daarvangesproken hier zijn uw dobbelsteenen terug. 1kontstelde waarlijk , toen Brinio my die afvroeg."

Gy geeft er my slechts twee," zeide Vulpes :waar is de derde?"

De derde !... zoo waar mogen my de Goden lief-hebben, ik vind de derde niet !" zeide Massa, terwijlhy vergeefs in zijn gordel zocht en de plooien van zijn

Page 311: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

304 BRIT I0.

kleed uitschudde spoedig naar de zaal gekeerd enoveral gezocht."

En met de angst op het gelaat , keerde de Overstenaar de feestzaal , waar Seleukus , Epafus , Demas eneen paar andere slaven bezig waren , de overblijfselenvan het maal weg te ruimen.

Wat zoekt gy ?" vroeg Epafus , ziende dat Massa ,met het hoofd voorovergebogen fangs den grond zocht.

Hebt gy niets gevonden ?" vroeg de Overste, hetvoorwerp zijner nasporingen niet willende noemen.

,, Niets !" antwoordden de beide slaven , het hoofdschuddende.

1111c mis dat is te zeggen, de Centurio Vulpesmist een dobbelsteen wel Been kleinood ; maar toch ,anders is het stel onvolledig. Wie is hier het laatstgeweest ?"

u Niemand, als wy en de Centurio Tarpa ," ant-woordde Epafus : u en deze heeft ons spoedig verlaten."—

u Dat hem de Goden haten !" bromde Massa: en ,ziende dat zijn onderzoek vruchteloos was , begaf byzich wetter naar zijn slaapvertrek.

XIV.

Brinio was , wilder een woord te spreken , te paardgestegen en met zijn vrienden den heirweg opgereden.Hymer en ' Markman volgden zwijgend zijn onstuimigenvaart ; doch met een geheel verschillend gevoel : Mark-man was innerlijk bewogen met het lot des ongelukki-gen , die den luister eener roemvolle geboorte , hetontzach , dat geheel een yolk hem toedroeg, rijkdom

Page 312: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 305

en eer , alles door een noodlottigen steenworp had ver-beurd, en zoo hy het stilzwijgen bewaarde, het was tengevolge van dien zekeren eerbied, welken de tegenwoor-digheid van een diep rampzalige doorgaands inboezemt.Wat Hymet betrof, , zijne afgunstige ziel werd geenszinsdoor een dergelijke beschroomdheid teruggehouden; maarhy peinsde op het heste middel om van Brinioos onge-val party te trekken. Eindelijk vond by er dat ,naar zijne meening, niet slechts Brinio in de oogenzijner landgenooten verachtelijk maken; maar ook denaauwlijks herstelde goede verstandhouding met Massaverbreken en den opstand noodzakelijk zofi doen worden.Verheugd over zijn heerlijken inval , reed hy Brinioop zijde.

ir En wat is thands uw voornemen, Brinio?" vroeghy , op een vleienden toon.

Wat meent gy?" vroeg deze, het hoofd naar hemheen wendende.

If Zult gy werkelijk zoo dwaas zijn," vervolgde Hymer,It al het uwe zoo maar vrijwillig aan Massa of te staan?"—

# Ik begrijp a niet," hernam Brinio, wiens gedachtennog half ver wilderd waren.

It Luister!" zeide Hymer ft het hangt thands van uof , om, bedekt met smaad en schande, als een onge-lukkige bedelaar rond te zwerven, of u met roem enschatten te overladen. Gy weet , hoe de gemoederen indeze landstreek gestemd zijn. Wapen uw yolk, en, alsMassa morgen verschijne, dat uw staal hem dan belettezijn bezoek ooit weder te hervatten. Uw handelwijzezal ten sein aan het gandsche yolk verstrekken, en gy

zult overal de knods geheven zien om de gruwzametiranny te verpletteren."

Hymer!" zeide Brinio, met verachting op hem ne-

Page 313: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

30 6 BRINIO.

derziende : u gy zijt een nietswaardige : en zoo ik nietheden met u gespijsd en gedronken had, doze priemzoft u leeren , dat men niet ongestraft aan Brinio voor-stelt , zijn eer met voeten te treden. Hoe ! ik zofi myverzetten tegen Massa, wanneer hy bezit komt nemenvan hetgeen wettig zijn eigendom geworden is ? 1k zoftdoor het zwaard willen behouden wat ik door den teer-ling verloren heb ? Schaam u, Hymer ! geen Germaanzofi ik meer onder de oogen durven treden."

„Ik vergeef uw hoonende uitdrukkingen Ran uw smart ,"zeide Hymer, terwijt de spijt , die in zijn oogen fon-kelde, getuigde , dat hetgeen hy zeide in weerspraak wasmet zijn meening : maar gy handelt dwaas. Bedenkwat uw landgenooten geleden hebben. Zoudt gy nogaarzelen hunne zaak tot de uwe te maken ?"

Gisteren nog twijfelde ik," zeide Brinio : u hedenniet meer. Massa heeft beloofd, dat de redenen totklachten zouden ophouden. Zoo hy ons recht versehaft ,welke redenen bestaan er dan meer tot oproer ?"

a Wel! verga dan in uwe ellende ," zeide Hymerwy zijn Albiniana genaderd , en deze weg brengt my

huiswaart. Tot overmorgen , of missehien vroeger. —Markman ! vaarwel !" —

En , de brug overrijdende , begaf hy zich naar denkant zijner woning.

n Waarom zijt gy niet met Hymer gegaan ?" vroegBrinio aan Markman , die, zonder het gesprek to hooren ,was achtergebleven en nu naast hem kwam oprijden.

Mijne woning ligt te ver , en Brinio had my voordeze nacht huisvesting beloofd," zeide Markman.

,, Het is waar ," zeide Brinio, zich met de vlakkehand over het voorhoofd strijkende: ik was het ver-geten ; mijn hoofd brandt ... Maar gy hebt gelijk....

Page 314: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 307

Het is de laatste reis, dat ik den plicht der gastvrij-heid kan nitoefenen , en ik mag dien minder dan ooitverzuimen."

lk zal u wellicht van dienst kunnen zijn," zeideMarkman, hem op een goedhartige wijze de hand toe-stekende.

Brinio zweeg en beantwoordde den handdruk, die hemmeer clan de uitgezochtste troostwoorden gold. Zonderverdere woordewisseling vervolgden zy hunnen weg totaan de hoeve.

Ik dank u , Alve 1" zeide Brinio, afstijgende enzijn edel ros streelende: n deze is de laatste dienst , diegy den zoon van Werner bewijst. — Morgen , lielaas!zult gy in andere hander geraken."

Vervolgens zag hy om rich heeu: de heldere moanspreidde haar glans over de gebouwen, over het erf ende nitgestrekte landerijen in den omtrek gelegen. Nim-iner waren zy zoo sehoon in de oogen van Brinio, nim-mer zoo dierbaar aan zijn hart geweest, dan nu by(lie voor altijd moest missen.

it En dat alles behoorde my ," dacht by , terwijl zijnII envriend hem aanzag met innig medelijden : ik heb

het verloren , verloren door mijne schuld."Begeert gy ook ," vroeg Markman, II dat ik uw

roster op de noodlottige tijding voorbereide."Laat haar deze nacht nog in vrede rusten ," zeide

Brinio: morgen met den dag zal ik haar met mijndwaasheden bekend waken. Ik ben de bewerker vanmijn ongeval : het voegt my , er de schande van todragen." —

Dit gezegd hebbende, joeg hy de paarden in deweide, en begaf rich met Markman in de woning.Sidderend bleef hy op de deurpost staan , toen hy by

27

Page 315: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

308 BRINIG.

het binnentreden Ada gewaar werd , die nit haar slaap-vertrek naafi: hem toe trad.

Ik heb op u gewaeht , inijn broeder," zeide zy :1, want een angstig voorgevoel beklemde my. Ik dank(len Alvader, dat ik u in gezondheid wederzie. Weesmede gegroet, edele Markman!"

Dank niet to spoedig," zeide Brinio, eer gy weet,of gy er reden toe hebt. Geloof my, het ware betergeweest , dat men u mijn lijk gebracht hadde, dan dat gy

Brinio zoo terug moest zien , als by thands voor u staat."Gy doet my sidderen ," zeide Ada: I, indedaad , gy

ziet er geheel ontdaan uit : en het wezen van Mark-_

man voorspelt ook niets goeds. Wat is er dan tochvoorgevallen ?"

Gy zult my paten, Ada!" zeide de ongelukkigejongeling, voor zieh ziende : ik heb u en my-zelvenen ons alien in 't verderf gestort."

« 0 Brinio ! spreek toch," zeide de beminnelijke maagd,hem by de hand vattende : n ik kan u zoo niet zien.~tort uwen boczem uit: het ergste kwaad zal my min-der kwellen dan een onzekerheid als deze: wat tochzou er kunnen gebeurd zijn , waarom Ada haar broederniet weer lief zou hebben ? hem, die altijd zoo trouw en

teeder voor haar gezorgd heat?" —Ada!" zeide Brinio : n uw woorden verscheuren my

het hart: voor u gezorgd! wee my ! toen onze va.derop het sterf bed lag neergezegen, riep by my tot ziehen zeide: Brinio ! ik beveel u uwe zusters aan. Weesvoor beiden een getrouw en zorgvol beschermer, tot zyeen echtgenoot vinden, die uwe tack overneme. Hoeheb ik my van dezen plicht gekweten ?"

Als een edele breeder," zeide Ada, zieh aan zijaborst klemmende.

Page 316: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 31;9

Als een schelm!" riep Brinio, woest opspringende.n By Hertha! by is krankzinnig gelijk Rheime!" kermde

Ada, en hare mat betraande oogen zagen Markman aan, alswilden zy van dezen de oplossing van dit raadsel vernemen.

Gy ziet zijn berottw," zeide deze: a en het zal byu zijn schuld uitwisschen. Ada! -by heeft zich buiten demogelijkheid gesteld, langer uw beschermer to zijn."

Ik zie het ," zeide Ada : hy heeft by de Romeinendienst genomen. Het verwondert my — maar waaromzoude dit zijner onwaardig zijn?'

Gy bedriegt at ," zeide Markman, pijnlijk aangedaanover de wijze waarop zy zich misleidde. Hy heeft opMatilo tegen Massa gespeeld en ..."

Ga voort 1" zeide Ada : If en by heeft . verloren." --a Alles wat bet mijne was ," berstte Brinio uit.Ada zeide niets ; maar zy weende: het was eehter

niet zoo zeer mu haar–zelve, dat haar tranen vloeiden,het was, omdat zy haar broader vervallen zag nit denroemvollen staat , lien hy tot nu bekleed had.

Toen Brinio zijn zuster zag weenen , dacht hy eenoogenblik aan den road ; (lien hem Hymer gegeven had :a Ada!" zeide hy, terwijl zijn hart geweldig klopte, alsdat van iemand , die een slechte daad gaat verrichten :

weet gy welken road my Hymer zoo even gaf ? --Hy Wilde, dat ik, als Massa hier kwam, ons huisgezinwapende en hem met geweld wederstond." —

n En wat hebt gy hem getintwoord?" vroeg Ada,terwijl het gloeiend rood der verontwaardiging haarwangen verwde.

ft Ik het) hem gezegd, dat ik, wat bet kosten moat,mijn woord gestand moest doen ," zeide Brinio, op eenweifelenden toon : maar zoo gy van oordeel zijt, datik jegens den Romein niet gehouden ben ...."

27

Page 317: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

:i10 BILINI O.

ff Briniol" zeide Ada, met waardigheid : 1, ik zal unimmer eenig verwijt doen wegens het ongeval , dat u

getroffen heeft. Wat gy verspeeld hebt, was het uwe. —Maar eeuwig zoil ik my schamen , dat gy mijn broederwaart, zoo gy laag genoeg kondet wezen , den raad vanHymer op te volgen."

Gy spreekt , gelijk eener edele dochter der Kanine-faten betaamt," zeide Markman : en Brinio heeft welgehandeld, dat by doof bleef voor de stem der ver-leiding, die door den mond van Hymer sprak. Aanzienen vermogen mogen verloren gaan : — zy zijn teherstellen, maar is eenmaal de eer verloren, zy keertnimmer terug. — Maar thands staat ons te overleggen,hoe best in deze omstandigheden te handelen. 1k hebit een voorslag te doen , Brinio !" —

Spreek !" zeide Brinio : ik wil gaarne naar uhooren. Ik gevoel my zelf schier onbekwaam tot den-ken : en nit bet brein van Markman kunnen geene an-dere als wijze raadgevingen voortkomen."

Gy weet ," zeide Markman „, dat uw zuster Itheirnemy Bens tot gade was toegedacht. De bedroefde toestandvan haar geestvermogens heeft u grootmoedig weerhou-den, my haar als zoodanig toe te voeren. Gy hebt mylater uw jongste zuster in de plants der oudste aange-boden. Maar ik heb steeds geharzeld uw aanbod teaanvaarden. 1k ben te wel bewust , dat mijn reedsvergrijsde kruin en mijn gerimpeide gelaatstrekken wei-nig geschikt zijn een jonge en aanvallige maagd tebekoren , en dat Ada , rijk en vermogend , een waardigerechtgenoot dan my kon verdienen. Thands echter, , numy geen sterveling kan verdenken , dat zucht naar meer-der aanzien of macht mijn handeling bestiert , durf ikhaar hand vragen. 1)at Ada van heden of mijn vrouw

Page 318: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B x 7 s l 0. 311

worde, en zich daardoor refit op niijne beseherming ver-werve : en komt gy en Rheime, en diegenen onder uwehuisgenooten , die niet door Massa op het erf gelatenworden , by my inwonen. Ik ben niet rijk, dit is ubewust; maar ik heb genoeg : en bet zal Been uweraan het noodige ontbreken. Gy zyt sterfelijk , Brinio!en men weet niet , by de bandeloosheid , die tegenwoor-dig heerscht in deze landstreek , Welke gevaren een hut-pelooze maagd kunnen bedreigen. Ada, verweesd ensonder steun , soft welligt de vervolging niet ontkomen ;maar al moest ik het gemeene lot der stervelingen on-dergaan , de weduwe van Markman soli in het land derKaninefaten geeerbiedigd worden."

Brinio en Ada hadden het voorstel van Markmanmet eerbiedig zwijgen aangehoord: en hun siel was ver-void van dankbaarheid voor het edel gevoel, dat hemdaartoe had aangespoord. Markman !" zeide eindelijkBrinio , ik eer uw grootmoedigheid en het staat nietaan my , nit een verkeerd begrip van bescheidenbeid ,de gunst to weigeren , die gy aan mijn mister bewijzenwilt. Pat zy dus voor my antwoorde : en is hare nit-spraak gelijk ik die verwacht , dat dan de Goden uwechtverbond zegenen." --

Ada verbleekte : een oogenblik stolid het beeld vanden jeugdigen Patricier voor hare oogen ; maar zy on-derdrukte terstond een gevoel , dat zy harer onwaardigoordeelde , en , Markman naderende , boog zy deemoedighet hoofd.

Geen Kaninefaat is waardiger of edeler dan Mark-man ," zeide zv : u ik sal uw getrouwe en geboorzamegade zijn." —

Markman naderde haar , en drukte een kus op haarvoorhoofd. Zoolang er nog een zucbtjen levenskracht

Page 319: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

312 nitINI O.

in my overblijft," zeide by , rr zal ik bet aanwenden ommijn Ada te beschermen." -

r, Wee my !" zuchtte Brinio: ft en wat zullen de Kani-nefaten van den zoon van Werner zeggen, wanneer zy

hooren , dat by zelfs niet zooveel overgehouden had , omzijner zuster een bruidschat te kunnen seven."

Zy is rijk in deugden ," zeide Markman: n en dezebruidschat is my genoeg; — maar thands moet nietsons vertrek vertragen. Gy weet niet, wanneer Massahier kan komen : en wy moeten aan de vrouwen hetleed besparen , dat zy het erf van Brinio in anderehanden zien overgaan." -

n Die arme Rheime!" zeide Brinio : I/ hoe zullen Avy

haar aan 't verstand hrengen , dat zy van hier moet.En dan, zy is ziek en bedlegerig. Hoe zal zy de on-gemakken der reis verduren?"

Wy kunnen haar met een schuit of wagen vervoeren,"zeide Markman.

Gy vergeet," zeide Brinio, n dat ik pen schuit ofwagen sneer bezit. De trotsche Romein moet Diet kunnenzeggen, dat ik. hem jets onthouden heb."

O!" zeide Markman : n er zal wel deze of geneuwer naburen zijn, die u de zijne lemon zal. Lardmy daarvoor zorgen: en verwittig gy intussehen uwehuisgenooten van de verandering, welke in uw lot enin het hunne heeft plaats gehad. Ik weet , bet is eenzware taak , maar zy moet toch volbracht worden , enhoe eerder dit geschiedt hoe beter."

Brinio stemde dit toe en, terwij1 zijn stein het yen-

baasde huisgezin nit den slaap riep, en hij boclen stuurdeaan hen , die vender afwoonden of hoeven en woningenvan hem in pacht of gebruik hadden, verwijderde zichMarkman om besellikkingen voor den aftocht te makers.

Page 320: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

R It I N 1 . :3 I :I

Het begon reeds te sehemeren , toen zich het grootstedeel van de zoodanigen , die Brinio als het hoofd vanhun stam of als hun beschermheer vereerden , vergaderdstonden voor de woning, welke zoo vaak getuige wasgeweest van hun genoegens , en waarop hun thands eenzoo noodlottige tijding verbeidde. Brinio plaatste zichin het midden der verzamelde menigte. Zijn gelaat wasdoodsbleek en zijn oogen stonden strak en starend ; maarzijn stein was vast en holder, toen hy hun mededeelde,dat by het voorrecht verbeurd had, langer hun steunen opperhoofd te wezen, en dat zijn bezittingen , met alwat daar aan verknocht was , in de, handen van Massawaren overgegaan. Zy konden in den aanvang hunneooren naauw gelooven , en het was eerst toen Ada hunhet treurige nieuws bevestigde, dat zy van de waarheidten voile overtuigd waren. Toen was het een uitbarstingvan tranen , en snikken , en kreten , en verwenschin-gen , die bet stoutste hart zofi hebben doen beven.Allen deden zich gelijkelijk hooren. De een vloekteop Massa en Wilde, als Hymer, did men hem metgeweld zofi weerstaan de andere zag in stomme vet-slagenheid voor zich neder, , overtuigd, dat hy nietdoor Massa zofi geduld worden op het erf, , hetwelkhy jaren lang voor Werner en diens zoon had be-bouwd en waar thands een vreemde huurling zijue plantszou komen vervangen. Een der knapen , dezelfde wiensvuist Rufus had nedergeslagen , toen deze op hetooievaarsnest geschoten had, beschouwde dezen als deeerste oorzaak van al het ongeluk , en vloekte op zichzelven , dat by de vermaning van den Batavischen Pries-ter had opgevolgd en den ruiter de hand der verzoe-ning toegereikt.

n Sedert dat oogenblik ," zeide hy , If is de ooievaar

Page 321: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

314 BRINI O.

niet op het nest teruggekomen en heeft by den zegenvan het huis voor altijd met zich genomen."

Toen echter de verzamelde sehaar, , die nu ongeveertot een vijf honderdtal personen was aangegroeid , lanp,--zamerhand begon te beseifen , dat klaehten en ver-w enschingen niet baatten ter verandering van hetgeenonherstelbaar was, hield ieder zich bezig met de ge-schiktste middelen om zijn byzonder eigendom in veilig-heid te brengen , en te overwegen , wat voor het vervolgte doen stond. Zy , die op Brinioos hoeve leefden , be-sloten , zoodra zy kennis bekomen hadden van Markmansvoorstel , hun opperhoofd te volgen , wel bewust , dater in den omtrek van Markmans verblijf onhebouwdegronden genoeg lagen , welke zy door linnnen arbeidvruchtbaar maken en waar zy hun brood vinden konden.Anderen , die op de buiten de hoeve gelegen woningenleefden , doch meer nog aan Brinio dan aan hun ver-blijf gehecht waren , wilden dit voorbeeld volgen dochlieten zich door Brinio overreden , te blijven waar zyzich bevonden , althands zoo Massa bun daartoe de ver-gunning wilde verleenen : terwijl eenige weinigen lieververkozen , hun diensten aan andere grondbezitters nitde omliggende streek te gain aanbieden.

Het was reeds volkomen dag, toen Markman met dengeleenden wagen en eenige hem terzelfder gelegenheidafgestane paarden de hoeve kwam oprijden. Toen ver-scheen Rheime , door Ada en Ella geleid , met wanke-lende sehreden en meer eener doode dan eener levendegelijk. Zy scheen niets te bespeuren van het on gewoongewoel , dat aan de hoeve plaats had , noch Naar nieu-wen geleider te herkennen , maar liet zich , zonder tespreken of wederstand te bieden , op den wagen plaatsen ,welks bodem de waakzame zorg van Markman Tr1='; hooi

Page 322: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

88 T NI o. 315

en konijnenvellen had laten beleggen , opdat de hortenen stooten op den weg Naar geen hinder zouden doen.Ada nam toen afscheid van allen, aan sommigen eenvaarwelkus gevende, aan anderen de hand drukkende,aan elk een woord van troost en vriendschap toesTire-kende; terwijl er niemand by den hardvochtigen stoetaanwezig was, die geen traan in het oog voelde opwellen.

Gy zult ook tot my komen ," zeide . Markman totBrinio, a wanneer gy hier uwe zaken hebt afgehandeld.Wy zullen clan nader overleggen , wat ons to doenstaat." —

lk zal er wezen ," zeide Brinio.Op dit oogenblik deed zich hoefgetrappel Iiooren en

aller oogen wendden zich naar den heirweg.Be Romeinen!" riepen versehillende stemmen : by

Wodan! de Romeinen !" en menige hand ,werd reeds,door een ondoordachte beweging, aan den Priem geslagen.

Nu reeds!" zeide Brinio: en werkelijk zag by eenmiter in vollen draf de laan opkomen.

n Het is de Primipilus!" riep Ada ,. die bet eerstAquilins herkende. Gn indedaad, by was bet zelf, die,van zijn schuimend ros springende, bezweet en bestovenin hun midden stond.

eW at jaagt u herwaart met dien spoed?" vroegBrinio, hem met verbazing aanstarende.

Hoort my aan!" zeide Aquilins, terwiji by hem ,Ada en Markman ter zijde riep: ik handel welliehtonvoorzichtig en dwaas; maar ik kan geen onrechtzien, en heb geen weerstand kunnen bieden aan deeerste opwelling van mijn gevoel. — Be steenen, waarMassa merle - g-espeeid heeft, waren valsch." —

1k vermoedde dit ," zeide Markman op een koelentoon.

Page 323: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

316 B a T N r 0 .

lie eens!" vervolgde Aquilius , een teerling voorden dag halende en op de naast hem staande bankwerpende: n deze geeft altijd dezelfde oogen terug."

En kunt gy bewijzen, dat Massa met dezen gespeeldheeft?" vroeg Markman.

Heugt het n niet, hoe haastig by de steenen naarzich toestreek , toen Brinio die vroeg. Hy stak die inzijn gordel : maar een daarvan was er doorgegleden.Mijn vriend. Tarpa vond dien na zijn vertrek, herken-de dien , valsch te zijn , en decide my zulks inede.Volgens alle wetten is het spel nietig geweest en zijtgy niet verplieht, of te staan , wat u door bedrogontnomen is. 1k heb my gehaast, u dit te komen mede-deelen. Later ware bet geen tijd meer."

Thuscus!" zeide Brinio, na een oogenblik zwijgens:ik eer uw braafheid; maar nwe ontdekking komt te

hat. Wat zouden mijn landgenooten van my denken,indien ik thands, op zulke losse gronden , en op znlkezwakke bewijzen, dit voorwendsel konde bezigen ? --Neen! bet was toen wy nog speelden , op de daad zelve,dat ik Massa had moeten betrappen. Thands baat myde overtniging zijner !age kunstgrepen niet meer." —

Aquilius zag den Kaninefaat met stillen eerbied aan.Hy bewonderde een grootheid van ziel , welke by ophaar waarde wist te schatten , maar niet had gedachtby een onbescbaafde natie te zullen ontmoeten. Adawendde beurtelings haar in tranen zwemmende oogenop haren broeder en op den Romein : en haar hartgevoelde voor beiden.

n Gy handelt wel," zeide Markman: f gy , waardigeRomein, dat gy aan de stein der rechtvaardigheid meerdan aan die van nw belang gehoor blijft geven: engy, Brinio! dat gy den Romeinen leert, hoe een

Page 324: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It N i o. 317

Kaninefaat zijn woord getrouw blijft en liever onrechtlijdt dan den schijn van onrecht op zich laadt. PatMassa zegeviere en zich verheuge in hetgeen hy doorlist en bedrog verkregen heeft. Pe Goden zijn recht-vaardig en zullen oordeelen tusschen u en hem." —

Kan ik u van geen dienst zijn?" vroeg Aquilius,terwiji hy eerst Brinio en vervolgens Ada met deel-neming beschouwde.

n Zoolang deze - arm nog een ploeg of een bijlhanteeren kan ," zeide Brinio, a behoef ik niemandswelwillendheid in te roepen : en wat Ada hetreft , degade van den edelen Markman heeft geen anderen be-schermer noodig."

Aquilius zag Ada en Markman beurtelings aan enzweeg : liv gevoelde rich getroffeti , ja eenigzins ver-legen , en , na een gehaast afscheid zijn ros bestegenhebbende , nam hy den terugtocht aan naar Matilo.

Reeds was by in zijn snelle vaart de Krug by Albi-niana voorbygekomen , toen hy een stofwolk voor richuit zag , die , zich openende , cen kleine ruiterbende deedonderscheiden. Naderby komende herkende by Massazelf, , vergezeld van een gerechtsschrijver met eenige die-naars en krijgslieden.

Van waar komt gy ? " vroeg Massa, zoodra zy richover elkander hevonden , op een gestrengen toon.

Van de hoeve van Brinio," antwoordde Aquilius,het heneden zich achtende , een ontwijkend antwoord tege v en .

Wat hadt gy daar uit te richten?" n Het staat my immers vrij , mijn wandelingen naar

welgevallen in te richten ?" was het fiere antwoord desjongelings.

Misschien niet — Gy schijnt wat dikwijls te ver-

Page 325: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

318 BalNI 0.

geten , dat ik het ben , die bier het opperbewind voer.Maar , daar gy toch van de hoeve van Brinio komt ,gelijk gy die noemt , ofschoon het, juister gesproken ,mijne hoeve is, zoo zult gy my wel kunnen zeE4gen ,of ik er my zonder gevaar kan heen begeven ? " -

n Men maakte zich gereed die te ontruimen ," ant-woordde Aquilius , die met verachting zijn bezorgdheidbespeurde gy zult er waarschijnlijk niemand niceraantreffen , buiten den ongelukkige, wien gy ze hebtafgewonnen. De Kaninefaten schenden hunne beloftenniet." -

„ Des te beter ," zeide Massa : want ik haat datgejank van vrouwen en kinderen. Zy hebben zich dosreeds verwijderd : en waar is de schoone Ada ge-bleven ? "

Di t zult gy haven broeder kunnen vragen ," zeideAquilius : ik ben niet gerechtigd , hare gangenbespieden."

u Ik dacht ," merkte Massa aan dat gy daar nogal eenig belang in steldet. .Misschien zijt gy wel aanhaar broeder gaan voorstellen , de zorg over de armewees op u te neaten. Heb ik misgeraden? "

o Overste! " zeide Aquilius , Wiens gelaat van veront-waardiging gloeide : ik wenschte een woord met u in't vertrouwen te spreken." —

” Welnu?" vroeg Massa een weinig ter zijde rijden-de : a wat hebt gy my voor gewichtigs mede te deelen?" =-

I, Kent gy dezen steer ?" vroeg Aquilius, hem denvalschen teerling plotseling voorhoudende.

Massa verschoot van kleur; maar by herstelde zichweldra ; want , den steen gemist hebbende, was by opeen dergelijke beschuldiging voorbereid.

n Wel!" zeide hv , na eene korte stilte : deze steen

Page 326: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN10. 319

is niet ongelijk can die , waarmede wy gisteren–avondgespeeld hebben. Wat maakt gy daaruit op?" -

Gy hebt met dezen teerling gewonnen : hy is uwgordel ontvallen ," zeide Aquilius.

a 't Is mogelijk ! en verder ?"Gy kunt niet onbewust zijn geweest , dat hy valsch

is, en dat gy dus mishruik gemaakt hebt van Brinioosgoede trouw, om hem van zijn eigendom to ontzetten."

Zoo deze steen valsch is ," zeide Massa , is hetniet die waarmede ik gespeeld hob, en dan is uweaanklacht valsch. Hebt gy de straf vergeten , Welkeden lasteraar gesteld is ?"

u Gy zult dus met een gerust geweten de gewonnenlandhoeve u toeeigenen ?" vroeg Aquilius.

a Gij hebt ongetwijfeld deze fraaie ontdekking reedsaan uw nieuwe vrienden medegedeeld ," hernam Massa,zonder op de gedane vraag to antwoorden. Aquiliusz weeg.

a Gy hebt eon gewaagd spel gespeeld ," vervolgde deBevelhebber : a maar gy zult thands ondervinden , datmen Massa niet ongestraft zoekt to dwarsboomen.Gerechtsdienaars !" riep by uit, zijn stem verheffende :

neemt den Prirnipilus gevangen. Aquilius Thuscus !gy wordt beschuldigd van de misdaad van gekwetstemajesteit." -

Ik!" riep Aquilius uit met de hoogste verbazing op't gelaat : aen wie beschuldigt my ?" -

a Pit' zult gy nader hooren , wanneer de vierschaarover u zal gespannen worden. Uw geheime gangen zijnontdekt , en de ontkentenis zal u weinig baton. Geefuw zwaard aan den Onderofficier over en volg de ge-rechtsdienaars, waar zij u zullen geleiden."

Bedenk wat gy doet ," zeide Aquilius , terwijl hy

Page 327: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

320 attiN to.

zijn degen los maakte : e ik beroep my op den Cezarover deze onreelitvaardige handelwijze."

Wij zullen u recht verschaffen ," zeide Massa: u enniet ongehoord vonnissen. Volg thauds uw geleiders."—

Aquilius, ziende dat wederstand dwaasheid en verdereredenering nutteloos zoh zijn , volgde de twee gerechts-dienaars , die, den teugel wendende , hem, Matilovoorby , naar den Brittenburg voerden. Hier werd byin een duisteren kerker geleid, waar zich reeds eenander persoon in be yond, die , bij zijne komst oprij-zende , hem de gevulde gestalte en het neerslachtig ge-laat van zijn vriend Coponius vertoonde.

Gy ook bier, arme Tarpa!" zeide Aquilins , toenby den Centurio herkende.

it By Hercules ! het verheugt my zeer uw gezelschapto bekomen ," zeide Coponius, want het begon my hiermachtig te verveelen. 1k hoop slechts , dat men er nuindachtig aan zal wezen, de mondkost te verdubbelen ;want gy zijt geen groote eter en ik kan kwalijk toemet hetgeen men my zoo even gebracht heeft."

Maar wat hebt gy toch gedaan ," vroeg Aquiliusn dat men begrijpt ook u te moeten vastzetten ? PatMassa op my gebelgd is , kan ik nog toegeven ; maarwaar men u van beschuldigen kan is my volkomenduister."

e By Jupiter!" zeide Coponius, eenigzins geraakt :e ik zie niet waarom men my niet dezelfde eer zedaandoen als it. — Naar ik van beticht worde? wel vanmuitzucht, van gekwetste majesteit , van poging tot om-verwerping des bestuurs , en wat dies meer zij , weetik het? althands , dat heeft de goede Liffio my -alte=al onderweg verteld, die my , op schriftelijk bevelvan Massa, naar dit ellendige hok heeft vervoerd. Wie

Page 328: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 321

weet , of men my niet te laste zal leggen, dat iknaar het keizerlijk purper sta. 't Is een fraaie behande-ling jegens Romeinsehe burgers. 0 Cicero! waaromzijt gy Met meer ? Gy hadt hier gelegenheid tot eenpleitrede, waar die tegen Verres een prul by zoa we-zen." -

ft Massa moot al zeer zeker zijn van zijn zaak ," wideAgnilius: a of hy had Met alzoo durven handelen. Dochik vertrouw , dat onze gevangenschap kort zal wezen.Hy moet ons verhooren: en, al ontslaat hy ons niet,hy is niet gerechtigd ons te veroordeelen zoodra wyons op den Cezar beroepen, maar moet ons tot hemzenden; en eenmaal daar, zal ik my wel weten tereehtvaardigen." —

Gy spreekt er zeer gemakkelijk over," wide Coponius:a maar ik zie de zaak nog zoo licht Met in en ben inalien gevalle overtuigd, dat wy het geld nooit terugzien,hetwelk die listige slang ons heeft afgetroggeld. Maarvertel my toch , in den naam der Goden , waar en hoemen n heeft beet gepakt?"

voldeed aan het verzoek van zijn vrienden hoorde wederkeerig can, hoe deze, naauwlijks nitzijn bed gerezen en naar de keuken gaande om metSeleukus voorzieningen te maken voor het middagmaal,zich door Liffio had zien naderen , die hem op desBevelhebbers last gevangen genomen en naar den Brit-tenburg gezonden had.

By Kastor!" zeide Coponins, toen by zijn verhaalgeeindigd had: de mule man stortte tranen toen hymy weg liet voeren, en zwoer, dat hem nooit droevigertank was opgedragen sedert by in Gallien, op last vanNero, drie lieden had laten ter dood brengen, omdatzy tot ik weet niet weike vreemde sekte behoorden , die

Page 329: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

322 B It I N 0.

in Palestina ontstaan is. Maar ik hob het n wet gezegd:gy hebt kwalijk gedaan, u in de zaak to moeien.Wat ging het ons aan, of de steenen valsch waren ofniet? Die bezoeken by Brinio zullen in een valschdaglicht gesteld worden, en men zal stof genoeg vindenoni ons beiden te veroordeelen. Die vervloekte krank-zinnige ! Sedert hare tooierrijinen is ons niets als on-heil in dit ellendig land overkomen."

Wy zullen den moed niet verliezen," zeide- Aquilius:inaar onverschrokken met den goeden Flaccus uitroepen:

Fen altoos braaf, standvastig man,

Voelt, door geen dreigend oog van een vergramd tiran,

Geen drift Pens yolks, dat hem tot euvel lokt,

Zija vaste ziel gesehokt." -

n En ondertusschen ," zeide Coponius , zullen wytrachten to slapen ; want ik weet by ondervinding, datdit het eenige is, wat iemand kan doen vergeten da.tby ongelukkig is — en niet gegeten heeft." —

XV.

Massa was intusschen met de zijnen vodrtgereden enontmoette weldra Markman aan het hoofd der schaar,die, Brinioos hoeve verlatende, zich Gilder zijn geleideover de brug by Albiniana noordwaart op begeven moest.De Bevelhebber liet hen onverhisderd voorhytrekken;maar, zijne geheime inzichten Dimmer nit het oog ver-liezende , gaf hy last aan een zijner vertrouwelingen,hen van verre te achtervolgen en hem to komen berich-ten , waarheen men de schoone Ada vervoerd had.

Aan de hoeve gekomen , vond hy Brinio , geheel al-

Page 330: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

323

leen , met de armen over elkander geslagen, voor zijnhuisdeur gezeten. De Kaninefaat rees overeind, toen deBevelhebber naderkwam, en bleef stil en bedaard voorhem staan. I! Massa!" zeide by toen , hem met ernsten waardigheid aanziende: al wat gy om u ziet, zoo-verre uwe oogen reiken , is voortaan uw eigendom. Ikdraag niets van hier, dan rnijn wapenen en mijn eer."

e Het lot heeft het aldus gewild," zeide Massa, af-stijgende: ,, maar voorwaar! ik had my niet gevleid,u–zelf nog hier te ontmoeten. Pit was te veel vanuw goedheid gevergd." —

Ik behoorde hier te blijven ," zeide Brinio, n teneinde u aanwijzing te doen van al hetgeen thands betuwe is geworden."

Welaan!" zeide Massa : daar het er toch toe ligt,zal ik van uw minzaam aanbod gebruik maken, teneinde alles ordelijk zijn gang ga , en de overdracht opeen wettige wijze geschiede. Het weer is gunstig! wyzullen onze werkzaamheden wet in de open lucht kun-nen verrichten."

Hierop lief hy een tafel en zitbanken uit de woninghalen De gerechtsschrijver , lien hy met zich had ge-bracht , plaatste zich en haalde zijn schrijfgereedschapvoor den dag.

Wiry zullen maar met de hoeve en hetgeen zichdaarop bevindt een begin maken ," zeide Massa.

De inventaris, zoowel van het huisraad als van deonderscheiden gedierten , die zich op het erf bevonden ,van de vruchtboomen in de gaarden en van de moes-bedden in den twin werd nu opgemaakt. Brinio deednu al de aanwijzingen die hem gevorderd werden engaf alle inlichtingen met een naauwkeurigheid, alsof hyniet de verliezer, maar de getrouwe rentmeester zijner

28

Page 331: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

324 11 11 I N I 0.

goederen ware geweest. Toen alles wat de hoeve be-trof naauwkeurig was opgeteekend geworden , begat*zich Massa met de zijnen en Brinio naar de overigewoningen , welke uit het bezit van dezen laatste in zijnehanders waren overgegaan : van tijd tot tijd werd echterde bevelhebber van deze bezigheid afgetrokken doorverscheidenen van dat slach van lieden , die altijdde Romeinsche legers volgden , zonder eenige bepaaldebetrekking daarby te bekleeden; maar die , hetzij doorgedane leveringen, hetzij door het drijven van ambach-ten of anderzins , zich onontbeerlijk wisten te maken ,en hunne bears verrijkten ten koste van den soldaat:die, altijd spoedig onderricht van al wat hun eeniggewin kon bezorgen , ook nu van het gebeurde kennisdroegen en aan Massa kwamen verzoeken de door hemverkregene goederen als pachters te mogen besturen.De Bevelhebber vergenoegde zich echter met de meestentegen een nader tijd by zich te bescheiden , en hoordeondertusschen met schijnbare beiangstelling de aanbeve-ling aan , welke Brinio hem deed ten voordeele van dezoodanigen , die verkozen hadden hunne hoeven te blij-yen betrekken.

Het gevolg van dit alles was, dat de zon reeds begonte dalen , toen Massa met de overigen aan de hoofd-woning was teruggekeerd. Alles was nu afgeloopen ,en, zich tot Brinio wendende , dankte Massa hem voorde moeite , welke by zich dien dag gegeven had, endreef zelfs de hoffelijkheid , of wil men liever de ge-veinsdheid , zooverre, om hem te noodigen , de nacht opMatilo te komen doorbrengen en hem den volgendendag op den Brittenburg te vergezellen.

Ik dank u, Overste !" zeide Brinio : ik ben genoegtot mijn ongeluk op 'Matilo geweest , en heb niets meer

Page 332: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINT o. 32 5

te verspelen. Vaarwen en zoo gy weder een Kaninefaataantreft , die met u dobbelen wil , gebruik dan zuivere-steenen." —

Brinio !" zeide Massa , zich op de lippen bijtende :ik versta u niet. Wat bedoelt gy?" n Veins niet , mijn woorden niet te verstaan ," zeide

Brinio , met gekruiste armen voor hem tredende : ikheb u al wat gy gewonnen hebt overgeleverd, en ben itdos niets meer schuldig: dit kunnen al deze lieden getui-gen. Wy staan nu over en weder als vrije lieden gelijk ;maar nu zeg ik u, Baebius Massa, dat ik ll veracht,meer dan den laagsten slaaf, die in uwe stollen de gemeen-ste bedieningen uitoefent !" En , dit gezegd hebbende ,stapte hy Massa voorby en spoog hem in 't aangezicht.

n By Hercules ! " riep Massa, des te verwoeder overdezen smaad, omdat hy gevoelde dien verdiend te heb-ben : u waant . gy my ongestraft te honen — 1k roepu alien tot getnigen van de beleediging , die hy my,den vertegenwoordiger des Cezars, durft aandoen. Grijptdien verwaten rnenscb , gerechtsdienaars ! opdat by zijnestraf ontfange."

Nadert niet, of uw bloed komt op uw hoofd," riepBrinio , met fonkelende oogen or zich heen ziende.

De gerechtsdienaars schenen te aarzelen ; want de weer-stand , dien een wanhopige kon bieden, deed hen metreden beducht zijn, dat het niet gemakkelijk zoe vallen,aan de bevelen des Bevelhebbers te voldoen. Toen echterdeze zijn last herhaald had, schoten zy toe en grepenBrinio van weerskanten in 't gewaad.

u Knevelt hem ," schreeuwde de fel verbolgen Massa ,u en bindt hem op het paard."

Zotten I" riep Brinio , op de tanden knersende : entezelfder tijd de nog vrije handen bezigende , greep hy

2S*

Page 333: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

3 2 6 B it I N 1 0.

de beide dienaars, die hem vast hielden, by de hairen, enbonsde hen met de hoofden zoo geweldig tegen elkander,dat men de schedels hoorde kraken en het bloed inbreede stroomen zag nedervloeien. Toen stootte hy dehalf ontzielde lichamen van zich af, en bleef onbeweeglijkop de plaats waar hy zich be yond keen en weder zien.Al de omstanders waren verschrikt teruggetreden, enniet een durfde het wagen , den gevreesden Kaninefaatto naderen.

n By Jupiter! dat is te erg!" brulde Massa: n zaleen mensch hier een twintigtal vervaard maken? stoothem neder als een wolf , zoo by zich niet goedschikswil overgeven." --

En de krijgslieden, nu met de gerechtsdienaars ver-eenigd, traden nader met gevelde speeren toe , om, zoomogelijk, Brinio in te sluiten. Deze wierp een snellenblik om zich heen , en zag, dat zijn gevangennemingzeker was, indien hy een oogenblik aarzelde om eenkloek besluit te nemen.

Hy maakte snel de beestenhuid los , die als eenmantel om zijn sehouders hing, keerde, door bet dubbel-gevouwen rel behendig om zijn arm to slingeren, deop hem gerichte stooten af, wierp toen met de geslotenvuist eon der krijgsknechtert op den grond, en terstoncl ,den priem trekkende, wondde hy er een tweede, diehem tegen wilde houden , waarna hy , door de ontstaneruimte heenbrekende, met de snelheid van een pert opde vlucht toog. De Romeinen vervolgden hem; maareer zy nog de helft der laan, welke naar den heirweggeleidde, hadden afgeloopen, was hy die reeds ten eindeen had zich in de rivier geworpen. Zwemmende bereikteby den overkant, waar men begreep , dat het vruehte-loos en zelfs gewaagd zo6 zijn hem na te volgen.

Page 334: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

o. 327

Wy zullen hem voor 't oogenblik zijn eenzame wairde-ling door de uitgebreide moerassen doen vervolgen , enons evenmin ophoudende met Massa, die aan 't hoofdder zijnen naar den Brittenburg keerde, Markman enden stoet dien by geleidde naar de afgelegen woningvan dezen vergezellen.

Deze trein, die, behalve uit Brinioos misters , nitzijn naaste bloedverwanten en trouwhartigste aanhangersbestond, volgde langzaain den weg , die van de schip-brug by Albiniana af, eerst door een zandige streek,en vervolgens, over den meergenoemden zijtak van denRijn been, langs den westerduinkant noordwaart liep.Wy hebben gezegd dat Rheime in een staat van be-wusteloosheid op den wagen geholpen was, waar Adaen Ella nevens haar gezeten waren , om die zorg voor

haar te dragen , welke haar toestand nu en dan mockvorderen. Het scheen intusschen , dat de beweging vanhet voertuig of eenige andere reden een goeden indrukop haar maakten : althands zy kwam langzamerhand by,en schoon nog een diep stilzwijgen bewarende, toondezy door haar wenken en gebaren , dat zy haar verzorgstersher,kende. Hoe meer men vorderde op den weinig be-zochteu weg, hoe meer zy aandachtig oat zich beenkeek en nu en dan zelfs op haar vingers beet of zichhet voorhoofd wreef , gelijk iemand , die zich iets , datlang geleden gebeurd is , weder te binnen zoekt tebrengen. Naarmate men de plants der bestemmingnaderde , begon het landschap meer kenteekenen van be-bouwing op te leveren , en bier en daar vertoonden zichhutten en kleine woningen tegen de helling der duinenof aan den rand der beeken en meirtjens. Nu scheenhet, dat haar belangstelling nog meer werd opgewekt:zy zag Ada in de oogen, als of zy vragen Wilde, hoe

Page 335: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

328 BRINTO.

en waarom zy zich in deze oorden verplaatst vond :vervolgens wendde zy den blik op Markman , (die vantijd tot tijd het voertuig kwam op zijde rijden om tevernemen of men ook iets noodig had,) en vervieltoen weder in diep gepeins. Op de vraag van Ada ,of zy wist waar zy zich be yond, knikte zy toestemmend:en het scheen weldra buiten twijfel , dat zy zich eenvroeger tijdperk herinnerde, toen zy, na op nieuw harengeleider lang te hebben aangezien, zich op eons inharen mantel wikkelde en het gelaat bedekte, alsschaamde zy zich, haar voormaligen bruidegom onder deoogen te komen.

Men kwam eindelijk op een punt, waar de weg dienmen gevolgd was zich in drie verschillende takken ver-deelde, waarvan de een noordelijk liep, de tweede langsde duinen voort bleef slingeren en de derde linksomnaar den Brittenburg geleidde. Het was een plek, dieniet licht vergeten kon worden door al wie hem een-maal met oplettendheid beschouwd had. Een kleinebeck , gevormd door het duinwater , dat zich hooger opvereenigde, en diep genoeg om eene van ruwe plankengevormde brug te vorderen , vloot er met stille waterenlangs, tusschen het dichtgewassen bout, dat hier, doorden duinrug tegen de zeewinden beschut, in rijke weel-d.erigheid groeide , en tot een verblijf strekte aan dui-zenden vogels van alle soort en gevederte, van denzwarten kraal tot het bonte sijsjen, van den lichtschu-wenden nil , tot aan het vrolijk zingende vinkjen. Demeeste dier boomen waren eehter laag en krom vangedaante, en schenen te zwichten onder den last dertallooze heestergewassen, als het klimop, de kamper-foelie , den hop en dergelijke, die zich om hunne stam-men geslingerd en er de beste sappen uitgezogen hadden:

Page 336: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN1 0. 329

hetgeen wel het schilderachtige aanzien van het landschapvermeerderde , doch aan het hout veel van zijn waardeontnam. Slechts twee zware iepeboomen, midden opden viersprong als tot merkteekens of scheidpalen ge-plant , hadden langen tijd een gunstige uitzonderinggemaakt en loin kruinen hoog in de lucht gedragen,maar ook thands hun vroegeren pronk verloren , daarde storm den eenen , en een bliksemstraal den anderende kroon van 't hoofd geslagen had. Maar nog stondende eerwaardige stompen met loof bedekt : en zelfs hadde een, een vorst gelijk, die, van zijn hoogen rangberoofd, in weerwil van den tegenspoed zijn heerschappyen macht heeft weten uit te breiden , een zijner breedearmen als een natuurlijken boog in den grond geslagen,aldaar nieuwe wortels geschoten en zich in onderschei-dene takken weder verheven. Het was op deze plants,by die zelfde boomers, dat Rheime , voor eenige jaren ,na hare nog onverklaarbare afwezigheid , in den deernis-waarden staat , waarin zy sedert verkeerd had , wasteruggevonden: en Markman, die, schoon op eenigenafstand, een waakzaam oog op hare bewegingen bleefhouden, was niet weinig bekommerd, of weliicht eenwederopgewekte herinnering een , te sterken schok byhaar te weeg mocht brengen. Pit was echter het ge-val niet: wel zag zy opmerkzaam road: wel hief zy eenoogenblik haar sluier op en flikkerden hare oogen vanjeugdig your : maar terstond weder bedekte zy het ge-laat en bleef gedurende den verderen tocht een diepstilzwijgen bewaren: 't geen by Ada, die, gewoon zijndeaan haar luirn , en by ondervinding wetende, dat zy,wanneer zy zich wel gevocide, gelijk thands, doorgaandsveel sprak en beweging maakte , niet weinig ongerust-heid baarde , en het vermoeden deed ontstaan , dat de

Page 337: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

330 B N I 0 .

arme krankzinnige op niettw bedacht was om het eenof ander raadselachtig voornemen ten uitvoer te brengen.

Niet lang duurde het , of men bereikte de hoeve vanMarkman , gebouwd aan den voet van een hoogen zand-heuvel , die, met zijn witte kruin boven de omliggendeduinen uitstekende , den naam van Blink ert niet on-waardig was , dien by nog na eeuwen behouden moest.De woning van Markman was noch ruim noch aanzien-lijk ; maar de eigenaar , die lange jaren in vreemde stre-ken had doorgebraeht , en de voordeelen eerier meerderebeschaving had leeren kennen en waardeeren , had byden herbouw welstand en gemak weten te vereenigen.Tegen den gewitten muur groeiden geurige bloemen , diethands in vollen hloei stonden en een lachend aanzienaan het gebouw gaven : en veelkleurige gordijnen , bin-nen de open ramen aangebracht , keerden des zomers dente sterken gloed der zonnestralen af, en strekten deswinters tot besehutting tegen de koude. Voor het huiswas een weide , waarop eenige runddieren graasden ,die door een dichte dorenhaag, werden ingesloten ; ter-wij1 meer zij waart eene talrijke kndde wolvee de hei-planten afseheerde , die tegen de helling der duinengroeiden. Eenige andere kleine woningen , die tot huis-vesting voor Markmans volgers strekten , waren verderaf wijd ea zijd verspreid door de valei , die tusschenden duinkant en het bosch gelegen was, en verhoogden ,door hunne ongelijke ligging en gedaante , het schilder-achtige van het landschap.

Markman, zijn nieuwe huisgenooten welkom in zijnewoning heetende, maakte terstond de noodige sehikkin-gen , welke de uitbreiding van zijn gezin vereischten ,en deed intusschen een stevig maal hereiden , geschiktom aan de vermoeide en hougerige reizigers de verlo-

Page 338: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0. 331

rene krachten te hergeven. Na den afloop daarvan lietby een afzonderlijk slaapvertrek wijzen aan de vrouwen,van welke vooral Ada, die de vorige nacht wakendhad doorgebracht , behoefte had aan rust. Hy-zelf wierpzich insgelijks op zijn eenvoudig leger , en , door eenigeuren slaap verfrischt , rees by op met het aanbrekenvan den volgenden rnorgen , en begaf zich toen naarden Brittenburg, , ten erode, volgens de gedane afspraak,het verhoor van Vegetus by te wonen.

De dag was reeds eenigzins gevorderd , toen Rheime,op wie de vermoeienissen van den vorigen dag juist 'eentegenovergestelde werking dan op haar toehtgenootenschenen gedaan te hebben , door in stele van haar teverzwakken , een gunstigen invloed op haar lichaams-krachten uit te oefenen ; toen Rheime , die reeds vroegopgerezen en volgens haar gewoonte in de zon wasgaan zitten , door haar onrustige hooding en de zijde-Iingsche blikken die zy om zich wierp , te kennen gaf,dat de tegenwoordigheid van Ada en de overige meis-jens , die haar by beurten zorgvuldig bewaakten , haarhinderlijk was. Het verinoeden rees hierdoor by haarzuster op , dat zij , gelijk reeds meermalen en nu on-langs met zulk een noodlottigen uitslag gesehied was ,zich in 't geheim wenschte te verwijderen , om alleenin 't veld rond te dwalen : en , ten einde zooveel moge-lijk aan haar luim toe te geven en tevens de voorzich-tigheid te betrachten , stelde Ada haar een wandelingvoor, tevens zorg dragende , dat een paar welgewapendeKaninefaten , aan wie de omtrek bekend was , haar opeen kleinen afstand volgen zouden , ten einde haar te-gen alle ontmoetingen te beschermen. Rheime nam denvoorslag gretig aan , en , de hand van Ada vattende,trad zy met een haastigen stap vooruit , zelve den weg

29

Page 339: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

332 BRINIO.

wijzende en hetzelfde pad volgende langs hetwelk menden vorigen dag gekomen was. Weldra waren zy opden viersprong , by de oude iepeboomen , waarvan eenpaar bladzijden vroeger gesproken is : hier stond Rheimestil , als wilde zy herinneringen byeenverzamelen , zagoplettend rond en deed toen eenige schreden langs debeek , aandachtig rechts en links in het kreupelhoutkijkende ; terwijl Ada , hoogst nieuwsgierig, waartoe ditalles zoude leiden , de richting van haar oogen metgeen minder aandaeht volgen bleef. Eindelijk , toenmen eenige passen verder gegaan en nog in het gezichtvan den rijweg was, Meld Rheime op eenmaal met eenluiden kreet stand, deed een paar schreden zijwaarthet bosch in , rukte eenige struiken en takken weg , diehaar hinderden , en zich toen voorover op den grondwerpende , krabde zy uit al haar macht het zand van

den bodein weg.Naauwlijks had Ada deze beweging bespenrd , of zy

herinnerde zich hetgeen haar Aquilius , toen by zich deeerste reize op de hoeve be yond, had medegedeeld om-trent de nachtelijke verrichtingen van hare zuster. Wantook op de plek , waar deze met zulk een yver bezig-was , stond een wilde rozestruik in weligen wasdom toprijken. Het kwam Ada voor, dat het verkieslijk ware,haar zuster niet te verbinderen in het voortzetten vanhaar zonderlinge lief hebbery om rozestruiken uit tograven , maar om haar daarentegen dezen arbeid gemak-kelijker te maken : zy verzocht diensvolgens de beideKaninefaten, die haar vergezeld hadden , Rheime in haarwerkzaamheid te helpen. Pen kriapen , die met bijlenen priemen voorzien waren, viel het niet zwaar, derozestruik weldra uit den grond te krijgen. Rheime Hethen onverhinderd voortgaan, als of zy hun hulp niet

Page 340: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B I N 0. 333

bespeurde, en bleef zelve even yverig haar doorgravingaan den voet der struik vervolgen , terwijl haar hetklamme zweet op het voorhoofd stond en de hevigsteinspanning, de bangste verwaehting, in haar oogen tolezen was. Eindelijk scheen haar hand hetgeen zy zochtto hebben ontmoet : zy verdubbelde haar pogingen : haarbeide armen verdwenen in het rune zand en rukten ermet kracht een voorwerp uit, hetwelk zy haastig aande oogen der toeschouwers onttrok door het in haarmantel te wikkelen , en als een kostbaren schat tegenhaar boezem te klemmen. Toen Tees zy op , en zag deomstanders aan met een welgevalligen blik.

Hy is het we/," zeide zy : n eindelijk heb ik hemteruggevonden : ik zal hem medenemen en aan zijnwader toonen — dat zal hem genoegen doen ; — maarik moet hem toedekken ; want de koude van de buiten-lucht mocht hem hinderlijk zijn :" — en dit zeggende,sloeg zy haar kleed nog dichter om het voorwerp , datzy tegen haar hart drukte en in slaap scheen to willensussen.

Op (lit oogenblik hoorde men hoefgetrappel : eenigeruiters vertoonden zich aan den viersprong, hielden stirop het zien der personen , die by de beck stonden , enspraken ecnige woorden met elkander ; ten gevolgewaarvan een hunner zich van de overigen afzonderdeen haastig aan kwam rijden.

Weet gy my ook te zeggen ," vroeg by , e welkeweg naar de hoeve van Julius Maximus geleidt ?" —

Indien gy den rechten weg volgt ," antwoordde eender Kaninefaten : n zult gy er weldra komen. — Maargy vindt hem daar niet ; dewijl by naar den Britten-burg vertrokken is."

,( Wy zoeken ook hem niet," antwoordde de ruiter :29*

Page 341: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

334 SKINT°.

maar wel de zuster van Brinio , die in de mak vanVegetus getuigenis moet afleggen." -

Vat wilt gy van de zuster van Brinio?" vroegRheime, met drift vooruittredende, ondanks de wenkeneu gebaren van Ada, die haar by haar kleed terugWilde houden. Ik ben de zuster van Brinio : wie iser die my spreken of ondervragen wit?" —

!" zeide de ruiter eenigzins verbaasd; by Hootechter en terstond kwam de geheefe bende aangereden.

1, Het is op last van Baebius Massa," zeide de Onder-officier, , die het bevel voerde , n dat ik Ada, de zustervan Brinio, moet uitnoodigen , my te volgen."

Ik ga mede," zeide Rheime : ik wensch insgelijkshem te spreken."

Neen , lieve Rheime! dat kan onmogelijk ," zeideAda , die de zendelingen zoowel als hun meester mis-trouwde: ik ben die Ada, die gy zoekt ," vervolgde zy,zich tot de' ruiters wendende: maar de gade van JuliusMaximus volgt niemand zonder bevel van haar gemaal."—

Baia weet ik niets van," zeide de Onderoffieier:0 mijn last luidt , dat ik u mede terug moet voeren :en buiten (lien ga ik niet." —

Hoe!" zeide een der Kaninefaten, met drift vooruit-tredende: .gy zult toch geen geweld durven gebruiken?"—

11 Ook dat, als het zijn moet," antwoordde de miter:ik geef dus aan deze jonge maagd den raad, my

goedschiks te volgen."Ik ben bereid," zeide Rheime : a en Ada zal my

wel vergezellen : ik wil Massa ook spreken." —Dat zal niet gebeuren ," zeiden de Kaninefaten :

n de last van Markman is, te waken, dat order geenvoorwendsel hoegenaamd deze vrouwen van bet erf ver-wijderd worden." —

Page 342: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I N I 0. 335

Dit zeggende, wilden zy zich in beweging stellen ornAda te beschermen ; maar de miters , hen omcingeldhebbende, ontwapenden lien na een korten wederstand;waarop Ada , voor bloedstorting beducht , en bedenkende,dat er niets onwaarschijnlijks gelegen was in de ow-standigheid , dat haar getuigenis noodig kon zijn terovertuiging des misdadigers, zich bereid verklaarde, metde ruiters made te gaan ; terwijl Rheime even sterkvolhield dat zv haar zuster vergezellen moest. Het slotvan dit alles was, dat de Onderofficier zich bereid toonde,beiden met zich te voeren : de gezusters werden elk byeen miter op het paard geuomen , en de bende reed opeen vluggen draf terug. Het begon intusschen reedsavond te worden , toen zy aan den noordelijken Rijntakaankwamen, waar een vaartuig gelegen was, dat op hurtkomst scheen te wachten. Pe ruiters deden de beidegezusters hier instappen en verwijderden zich , terwijlbet vaartuig, met vlugge riemen voortgedreven , Ada enRheime niet haar den Brittenburg , maar slechts totMatiio geleidde en aldaar aan de waterpoort stilhield.Onbekende lieden dwongen Ada aldaar nit te stappenen deden ham. , ondanks haar licking en zonder op haarvragen acht te slaan, voor hen nitgaan , terwijl zyRheime., die ouder het varen was ingeslapen en thandswader vermoeid en verbijsterd seheen , mar binnen hiel-pen. Then deden zy beiden lungs een geheimen trap ,die van den waterpoortgang in den hoektoren bracht ,naur boven klimmen, en, een valluik openende, voerdenzv haa.r in een vrij nette en hichtige kamer. Zy plaatstenRheime op een rustbed , en verwijderden zich weder ,zouder een woord te spreken , door het valluik dat zyzorgvuldig aehter zich sloten , Ada niet weinig bezorgden bevreesd voor de toekoinst achterlatende.

Page 343: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

336 BRINIO.

Alvorens echter aan de nieuwsgierigheid onzer lezers aan-gaande hetgeen verder te dozer plaatse met haar voorviel ,behoorlijk te kunnen voldoen, moeten wy verslag gevenvan hetgeen dien dag op den Brittenburg had plaats gehad.

Markman was aldaar tegen den middag aangekomenen had er weldra Hymer en de overige aanzienlijkeKaniuefaten , die op de nachtvergadering in het boschgeweest waren, byeengevonden , alien hoogst verlangendte weten , in hoe verve de dag van heden tot bevestigingof tot vernietiging van het verbond zoude strekken.Hun ongeduld werd niet lang op de proef gesteld; wantweldra werd hun een boodschap gebracht , dat Massa inzijn rechterstoel gezeten en hen wachtende was.

Het was in het voorportaal van het Pr aetor ium aanden Brittenburg , dat het plechtig verhoor zoude plantshebben. De zetel van Massa was op een vierkanten ,tegen den muur geplaatsten steen als op een voetstuk ,nedergezet en de helft hooger dan die der byzitters ,die , tien in getal en nit de oudste Hoplieden derkohorten gekozen , te zijner rechter- en linkerhand warengezeten. lets lager nog rat de schrijver voor zijn tafel:en achterwaarts bewoog rich een niet onaanzienlijk getalpedellen, boden en gerechtsdienaars , op wier gezicht eenebuitengewone drokte te lezen was. Maar, , wat geschiktwas orn meerderen indruk te verwekken , was de ttn-wezigheid eener kohorte, die, geheel gewapend op hetplein voor het kasteel stood gesehaard en die, zoodra deKaninefaten waren aangekomen en een weinig zijwaartsvan de rechtbank op de hun aangewezen zitbauken haddenplaats genomen , rich aan de vleugels uitbreidde en eenhoefijzer vormde , waarvan de twee uiteinden , tegeu hetgebouw aansluitende , alles wat daar binnen was oinvat-teden en alien nit- of ingaug beletteden.

Page 344: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BiiI N30. 337

Dit schouwspel en de gebruikte voorzorgen lieten nietna, by de Kaninefaten eenig kwaad vermoeden te ver-wekken en hen te doen vreezen, dat zy in een valstrikgeraakt waren. Menige onrustige blik werd onder hengewisseld; — maar het was nu eenmaal zoo verregekomen, en er was aan Been terugkeeren te denken.leder besloot dus, mood te houden, en zoo bedaardmogelijk het uiterste af te wachten.

Na eenige oogenblikken van gespannen verwachting,gedurende welke de plechtigste stilte werd in acht ge-nomen , ging een deur in het kasteel open, , en zag menAquilius en Coponius verschijnen, wapenloos en doorgerechtsdienaars gevolgd, die hun een zetel aanwezentegenover de Kaninefaten. Markman en Hymer warenniet weinig verbaasd, dat zy hen, met wie zy tweedagen te voren op Matilo aan Massaas tafel gespijsdhanden, hier als gevangenen zagen behandelen ; maarde eenige oplossing, welke zy er aan wisten te geven,was, dat de voren van rechtspleging misscbien mede-bracht, dat zy, als getuigen, wapenloos en bewaaktmoesten verschijnen.

Niet lang echter konden zy hierover nadenken ; wantde komst van Vegetus, die op een wenk van Massawerd voorgebracht, nam weldra hun geheele aandachtin. De beschuldigde was tusschen twee krijgsknechtengeplaatst , en stood, met de handen op den rug ge-bonden, in een deemoedige bonding, maar met eenvrijmoedig gelaat en een glimlach op de lippen, diegenoegzaam te kennen gaf, dat by voor de gevolgenweinig beducht was.

Massa, door een gerechtsbode stilte hebbende dceng:ebieden • vroeg aan den gevangene zijn naam, ouderdomen woonplaats af, en gaf heni vervolgens te kennen,

Page 345: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

338 BRINY°.

dat by beschuldigd was van medeplichtigheid aan schen-digen roof, gepleegd jegens de zuster van Brinio, eenvrijgeboren maagd nit de landstreek der Kaninefaten.

De spijsverzorger luisterde met aandacht toe, hief,zoodra Massa g.eeindigd had met spreken, het hoofdop, en vroeg met een heldere stein:

Wie zijn tnijn beschuldigers?" 1)e schrijver rees op, en een rol opnemende, las he

overluld: n Brinio, de zoon van Werner, is de hoofd-beschuldiger. Brinio, zoos van Werner, kont voor deRechtbank!" —

Maar nietnand antwoordde noch trad op deze inda-ging voor.

u WeInn! waar is Brinio?" vroeg Massa, met eendonker gelaat om zich heen ziende: u waarom komt byDiet, om zijn beschuldiging stattnde te houden?"

*Er ontstond een diepe stilte. Markman peinsde ecnoogenblik, of by voor zijn afwezigen vriend zou spreken,en rees half van zijn zetel op. Hy bedacht zich echteren ging weer zitten, toen de schrijver, voortgaandeop bevel van Massa, de names oplas van LuciusAquilius Thuscus en Titus Coponius Tarpa.

Belden stonden op, en de Primipilus trad, daartoeuitgenoodigd, voor den reehterstoel.

,, Leg uw verklaring af," zeide Massa : 11 waar V an

beschuldigt gy dezen man?"1k vveet niet," antwoordde lquilitts, den Bevelheb-

ber scherp aanziende: n in hoeverre mijne getuigenis vangewicht is: ik word zelf van misdaad beticht , en dieudewel gezuiverd te zijn van den blaam, die op my rust,alvorens ik anderen aanklage."

u Uwe zaak zal nader voorkomen ," zeide Massa :intusschen, zoo 72„, weigert , getuigenis af te leggen ,

Page 346: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 339

ik kan er u niet toe dwingen; maar dun vervalt ookde geheele aanklacht tegen dezen man."

n In dat geval zal ik spreken ," zeide Aquilius: enterstond aanvangende, gaf hy ken naauwkeurig verslagvan het gebeurde by Niger Pullus: waarna Coponius,opgetreden zijnde, bet in al zijn omstandigheden beves-tigde.

1)e Rechters, deze verklaringen hebbende aangehoord,pleegden gedurende eenige oogenblikken onderling raad;waarna Liffio, die mede onder hen gezeten was, aanMassa vroeg, waarom de Batavier Daginus zich nietonder de getuigen beyond.

Wy hebben hem laten opsporen ," antwoordde Massa:doch by is nergens te vinden."

En de geroofde maagd zelve?" vroeg een anderHopman : haar getuigenis ware ten deze beslissend."—

n Zy is krankzinnig," zeide Massa, halfluid, en deschouders ophalende: ik heb echter om haar gezonden,zoo het noodig zijn mocht, ook haar te ondervragen.En thands , Vegetus! vervolgde hy met luider stem:

wat hebt gy tegen de beschuldiging in te brengen ?"—,,Het zou my niet bezwaarlijk vallen, edele Rechters!"

zeide Vegetus met een buiging, rt wat de zaak zelvebetreft, alien blaam van my of te werpen en aan tetoonen, dat ik my slechts by toeval by dien zooge-naa,mden maagderoof heb bevonden. De betichting isoverigens belachelijk genoeg; want ik vraag het aanieder verstandig mensch, hier aanwezig: wat 7.0u ik,die bekend sta als een vroom en eerlijk spijsverzorger,my met een krankzinnig wijf, als de zuster van Briniogezegd worth te zijn, gaan belasten? Ware het nogeen os, of een sehaap, dat men my beschuldigde tehebben ontvreemd, ik zott het kunnen verklaren ; maar

Page 347: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

340 uur N I0.

men zal toch niet beweren , dat ik het vleeseh vanRheiine , zoo zy nog vleesch aan 't lijf heeft, heb willenverkoopen."

De jongere Hopliedep konden zich niet onthoudenover deze grof heid to lachen, welke door -Aquilius ende Kaninefaten met verontwaardiging werd aangehoord;terwijl Coponius binnensmonds mompelde: n by zoo erniet te goed toe zijn , by Pollux!" —

n ik moet intusschen vragen ," vervolgde Vegetus ,toen Massa op nieuw stilte had doen gebieden, n op wiergetuigenis ik hier veroordeeld zoude worden ? De aan-klager zelf is niet aanwezig, en wat de beide Hopliedenbetreft , zoo vraag ik slechts, hoe men kan afgaan opde gezegden van de zoodanigen , die met verraders envyanden des vaderlands heulen om ons alien in 't ver-derf te storten ?" --

Men kan lichtelijk beseffen , dat doze woorden vanVegetus geene kleine opschudding to weeg brachten.Aller oogen waren op Aquilius en Coponius gevestigd ,waarvan de eerste zich vergenoegde met den spijsver-zorger een verachtelijken blik toe te werpen , terwijlCoponius hem een krachtigen vloek naar het hoofdzond. Massa nam weder het woord op :

Hetgeen doze man zegt ," zeide by , zich tot deBeaters wendende verdient gewis in aanmerking teworden genomen : to 'neer, , wanneer wy het in verbandbeschouwen met den wensch , door Aquilius Thuscuszelven te kennen gegeven, om zich eerst te zuiverenvan de zware beschuldiging, (lie op hem rust. Oordeeltgy niet met my , dat wy de zaak van dezen man moe-ten schorsen , tot wy meerder Licht omtrent de schuldof onschuld Bier Hoplieden bekomen hebben ?"

De Byzitters , zelfs Liffio, die niets liever verlangde,

Page 348: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 341

clan dat de zaak van Aquilius tot effenheid gebrachtwerd , vielen het voorstel van Massa eenparig toe ,waarop doze vervolgde :

Schrijver !" zeide by : lees de namen op van hen ,die wegens de misdaad van gekwetste majesteit wordenaangeklaagd."

De sehrijver rees op; maar niet goring was de ver-wondering der aanwezigen, toen by op de namen derbeide Hoplieden , die liet volgen van 13rinio, Markman,Hymer en al de aanwezige hoofden der Kaninefaten,die nu eerst gewaar werden, in welken strik hun deschijnbare toegevendheid van Massa gelokt had. Meerdan een onder hen rees op en sloeg de hand aan zijnPriem; maar reeds hadden, op een wenk van Massa,gewapende gerechtsdienaars de beklaagden orneingeld :zoodat deze het nuttelooze van alien wederstand inzagen.

fl By "Wodan I" zeide Hymer halfluid tot zijn vrienden :B zoo gy my geloofd hadt , ivy zouden hier thands nietals aangeklaagden, maar als overwinnaars staan."

Wie is het, die ons beschuldigt?" vroeg Markman,bedaard en ernstig.

,, Dat ben ik," zeide Vulpes, voorwaarts tredende.1k vermoedde het," hernam Markman : de be-

schuldiger is der aanklacht waardig." „ Pat men zwijge ," zeide Massa: ,t en luistere naar

de aanklacht. Icilius Vulpes! waarvan beticht gy dezelieden?"

Ik beschuldig hen," zeide Vulpes, y in de laatstemaanden , op onderscheidene byeenkomsten, en nu nogonlangs , drie nachten geleden , in een gewijde plaats ,to hebben samengezworen, en zich verbonden, het Ito-deinsche bestuur omverre to werpen en ons alien muhals to brengen." --

Page 349: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

342 BRINIO.

IV at is hierop uw antwoord?" vroeg Massa aan deKaninefaten.

Geen onzer," zeide Markman : n zal die byeenkomstontkennen : wy hehben ons beklaagd over de gewelde-naryen , die hier op naam van den Cezar gepleegdworden : wy hebben beraadslaagd , wat daartegen teverrichten ware; maar ooze komst op Matilo en hetmet u gevoerde gesprek bewijzen genoeg, dat de uitslagonzer raadpleging vredelievend is geweest." -

,, 7,y bewijzen alleen ," zeide Vulpe.s , dat gy doorfraaie woorden den Bevelhebber hebt zoeken in slaapto wiegen, om ons to zekerder te overvallen. Maaruw geheime bedoelingen zullen genoeg blijken. Ik ver-zoek dat mijn getuigeu gehoord worden." —

Pe schrijver las hunne narnen op: de. eerste die op-trail was Vegetus.

,, Kan zijne getuigenis hier geldig zijn," vroeg Litho:If daar hy–zelf zich mede op een aanklacht meet verant-woorden?"

Gy zult daar het gewicht aan hechten dat gy ver-kiest," zeide Massa: maar daar wy den Primipilustegen hem gehoord hebben , kunnen wy wederkeerighem tegen deze beschuldigden hooren. Ontboeit dienman , opdat hy onbelemmerd moge spreken. — Leguw verklaring of , Vegetus!" --

De getuigenis van den spijsverzorger kwam hoofdza-kelijk daarop ceder, dat hy, op den dag der ontvoe-ring van Rheime , zich tegen den avond aan de brugby Albiniana bevindende, door tie krijgsknechten aldaaroplettend was gemaakt op het aantal van edele Kani-nefaten , die het bosch waren ingegaan , zoo het heette,our den Goden te oft'eren : dat hy , door nieuwsgierig-heid gedreven , naar de gewijde plaats was geslopen,

Page 350: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

o. 343

en, in een pollen boom verborgen , dezelfde personen,die thands voor de Rechthank stonden , had byeen zienkomen en zich, na herhaalde plechtigheden , met cedehooren verbinden om al de Romeinen om te brengen.De looze spijsverzorger, die werkelijk de nachtelijkevergadering bespied had , doch op te verren afstand omalles te hooren, wist, door waar en valsch ondereen temengen , aan zijn verhaal een kleur van geloofbaarheid tegeven, welke den minst bevooroordeelde misleiden moest.

Na Vegetus traden drie zwervende kooplieden en eenpaar krijgsknechten op: ellendelingen , die zich, in dieeeuw van onrecht en boosheid, de kost verwierven methet afleggen van valsche verklaringen knapen , die vooreen penning hun ouders aan de gall; zouden gepraathebben en thands van Vulpes hun rol hadden opgekre-gen. Deze getuigden , de een, dat Hymer zijn visschershad doen wapenen, een ander, , dat men tooverdrankenbereid had om aan de Romeinen in te geven: een derde,dat men de putten op den Brittenburg had willen ver-giftigen, en zoo voort.

I! Gy ziet het," zeide Hymer tegen Markman: I/ hetis een opgemaakt spel , en wy zullen deze plaats nietverlaten, dan om ter dood te gaan."

lk ben benieuwd, te weten, wanneer de beurt aanons zal komen," zeide Coponius tot zijn vriend.

Het duurde niet lang, of zijn nieuwsgierigheid werdbevredigd. Na den afloop van het getuigenverhoor,waarby de K.aninefaten meerendeels slechts een verach-telijk stilzwijgen hadden bewaard, somde Vulpes depunten van beschuldiging tegen hen op, en verklaardetoen, dat het hem niet moeilijk zoti vallen, te bewijzen,dat ook de beide aangeklaagde Hoplieden aan hetvoorgenomene verraad medeplichtig waren. Aquilius,

Page 351: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

344 BRINIO.

zeide hy, was blijkbaar afgezonden door hen, die departy van Vespazianus of eenigen anderen opgeworpenCezar waren toegedaan, en wier doel het was, dentegenwoordigen staat van zaken omver te werpen. 1)itbleek daaruit, dat hy zich, van den beginne af, opalle wijzen tegen den Bevelhebber had verzet, en deonderhoorigen van de hem verschuldigde gehoorzaamheidhad willen aftrekken. Driemalen was hy aan de hoevevan Brinio geweest, dien allergevaarlijksten vyand derRomeinen, wiens snood opzet eindelijk genoeg geblekenwas, daar hy den dag te voren drie gerechtsbodendoodelijk gewond had. Nog had de beschuldigde metde eedgenooten samengespannen en hun berichten toege-zonden, door middel van een Batavischen Priester, diemet hem gekomen en thands voortvinchtig was. Vanden zoogenaamden roof van Rheime had by niet dadelijk,gelijk zijn plicht was geweest, aan den Bevelhebberkennis gegeven, maar daaruit een voorwendsel ontleend,om ook Massa zelf in verdenking te brengen, als of bydien roof had laten plegen. Eindelijk was het boozeopzet des beschuldigden daaruit gebleken, dat by inplants van de werving opentlijk by te wonen, waartoezijn betrekking hem het recht gaf, de handelingen vanhem, Vulpes, op een lage wijze bespied had en toen metMarkman de gemoederen tegen hem en den Bevelhebberhad zoeken op te ruien. Wat Coponius betrof, dezehad in byna al de handelingen van den Primipilus ge-deeld en verdiende alzoo dezelfde straf te ondergaan.

By Kastor! dat is een groote schelm!" zeide Copo-nius, nadat hy de redevoering van Vulpes gehoord had:

by heeft het ware en het valsche zoo behendigdooreengehaspeld, dat het even moeilijk zou zijn, dievan een te schiften, als de bittere kruiden, die een

Page 352: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0. 345

lompe kok onder het goede moes heeft gemengd om ereen soep van to koken." —

Breng uw getuigen voor!" zeide Aquilius : ll ik zaldaarna antwoorden."

Pit had indedaad plaats, en Aquilius hoorde metgeene geringe verontwaardiging een deel lieden, die hyzich niet herinnerde ooit gezien te hebben, door devreemdste aantijgingen gewicht byzetten aan de beschul-diging. Na den afloop van dat rerhoor verzocht hy hetwoord: en zijn verdediging bestond in een waar enonopgesmukt verhaal van hetgeen hy verrieht had sedertzijn vertrek uit het lever. Hy herstelde de daadzaken,toonde aan, wat vervalscht, vergroot, of in een ver-keerd daglicht was voorgesteld, en besloot met te zeggen,dat by van het vonnis, hetwelk door een valschen spelermocht worden uitgesproken, zich op den Cezar beriep.

a Gy hoort hem," riep de Bevelhebber, bleek vantoorn. Zelfs hier, in uw alle y byzijn, poogt die on-beschaamde eerroover mijn goeden naam in verdenkingte brengen. Maar aan zijn verzoek zal voldaan worden.Zoo ik hem vonniste, zoil men indedaad gelooven, datik door haat of partydigheid gedreven wend. Hy zalnaar den Cezar gaan, hy en zijn medehelper." —

En wy allen ," zeide Markman , voorwaarts tre-dende : u ik eisch dit als Romeinsch burger, voor myen voor mijn vrienden , wier zaak van de mijne onaf-scheidbaar is."

,, Het zal geschieden zeide Massa , met het hoofdknikkende, terwijl de byzittende Hoplieden hem aanza-gen , niet zonder eenige verwondering over zijn toegeef-lijkheid. Maar zy onderstelden , dat hy , in een zoogewichtig geval , de verantwoordelijkheid van een eind-vonnis niet op zich wilde laden.

Page 353: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

346 B 11 1 0 .

De beschuldigden werden nu op last van Massa ge-boeid , nitgezonderd Markman en de Hoplieden , diemen , als Romeinsche burgers , van ketenen vrijliet.Nadat zy weggevoerd waren , nam de Bevelhebber hetgevoelen der Byzitters in , hoe men zofl handelen metVegetus , tegen wien de aanklacht , by mangel aan be-schuldigers , vervallen was : de meesten gaven hunnemeening te keunen, dat by alsnu onder borgtocht konontslagen worden : en Massa, zich met dit gevoelenvereenigende , deed dienaangaande zijn uitspraak ver-staan ; — waarna de zitting werd opgeheven.

Dan het wordt tijd , dat wy veruemen , wat er vanBrinio , dien wy to lang nit het oog verloren hebben ,geworden was.

Brinio was , gelijk wy bereids verhaald hebben , toenby de gewapenden van Massa ontvluchtte , den Rijnovergezwommen en landwaart ingegaan. Lang bleefreeht voor zich uitloopen , zonder zelf te bedenken ,waarheen hy zijn schreden richtte, toen eindelijk hetafgematte lichaam naar rust begon te verlangen. Menzal zich herinneren , dat hy de beide verloopen nachtenslapeloos had doorgebracht , en ofschoon , gedurende demerkwaardige gebeurtenissen , welke de twee laatste da-gen gekenmerkt hadden , de staat van spanning, waarinzijn geest verkeerde, zijn krachten had opgehouden ,thands begon de natunr haar rechten te hernemen hybleef staan en , zich achter eenige struiken werpende,welke hier langs den weg groeiden , lei by het hoofd

Page 354: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It I IC 1 (). 3 4.

op bet groene mosch neder en vigil byna dadelijk ineen diepen slaap.

Het was eerst laat op den volgenden morgen, toende heete stralen der brandende middagzon hem op betvoorhoofd vieien , dat by uit zijn sluimering ontwaakte.Hy hief het hoofd op, wreef zich de oogen uit en zag-om zich heen : in den beginne scheen hem alles eendroom te zijn ; maar weldra keerde het verschrikkelijkebewustzijn van ziju toestand voor zijn geest. terug.Diepe neersiachtigheid overviel hem : hy verborg zich.bet gelaat weder in het gras en snikte overluid.

Neen !" zeide by eindelijk tot zich–zelven : n ik wilniet near Markman gaan en hem tot overlast strekkcn!ik wil hier blijven en den dood afwachteu. 0 Werner!Werner ! dat uw edele stain this schandelijk met my togronde meet gaan !" --

Hy bleef echter niet lang in doze houding , waar eontoevalligheid hem uit deed oprijzen. De gesehiedeniszoowel als de ondervinding leveren menigvuldige bewij-zen , dat somtijds schijnbaar nietige voorvallen op denwil des menschen een invloed uitoefenen, welken degewichtigste gebeurtenissen niet zouden hebben te weeggebracht : en dat iemand, Wien noch dwang van hoogermaeht noch overreding van menschen van zijn besluithebben doen afzien , door een beuzelachtige , oithereken-bare omstandigheid daarvan werd afgebracht. Zoo ginghet thands met Brinio. Hy had vastgesteld, te stervenen na al. hetgene by verloren had vreesde hy den doodniet; maar een heirleger van mieren, dat gedurende zijnslaap over zijne leden gekropen was, begon hem aanpals en schouderen te steken; en tegen de onaangenamegewaarwording , hierdoor veroorzaakt , was hy niet be-

stand. Hy Tees op , en poogde zich van die lastige30

Page 355: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

31.8 BRINTO.

hasten te ontslaan ; maar het was vergeefsche moeitc:hy deed eenige schreden: een breede waterplas vertoondezich aan zijn oog: by stapte derwaart, en , zich in hetkille nat badende, verdronk by zijn tergende vyanden.Op het droop gekeerd, was het hem of by een andermensch geworden was : de invloed van het koude waterhad op zijn gestel heilzaam gewerkt; by voelde zichverfrischt: zijn weemoed was geweken : nienwe levens-zucht doorliep zijn aderen : hy verlangde Ada, Rheime,Markman, terug te zien : en , zijn te voren gevormdbesluit vergetende, trad hy verder.

Hy vermeed echter de gebruikelijke paden en koos deminst bezochte; niet slechts uit vrees voor de krijgs-lieden, die by veronderstelde, dat Massa hem zoft kun-nen nazenden ; maar ook oindat by zich schaainde eenlandgenoot to ontmoeten , en gevaar to loopen , dat deminste arbeider hem met den vinger na mocht wijzenen zeggen : u daar gaat Brinio, die de voornaamste wasonder alien, en nu geen plek gronds meer bezit, grootgenoeg om zijn hoofd op neder te leggen."

11 Wanneer men den afstand in aanmerking neemt, diede hoeve van Brinio van Markman 4 woning scheidde,zal het geene verwondering baron, dat de nacht reedsten halve voorby was, eer de jongeling het doel vanzijn wandeling bereikte, en het huis van zijnen vriendin het stille maanlicht zag prijken. Hy stond eenigeoogenblikken stil : het hart klopte hem hevig in dehorst op de gedachte, dat hy weldra zijn dierbaarste

panden terug zoo zien: en toch , het was of een voor-gevoel hem waarschuwde niet verder te gaan. Hy tradnaderby; alles was stil als het graf : goon hof- noshhuishond, die zijn nadering met laid geblaf vermeldde :geen toorts , die, vriendelijk nit de huisramen schij-

Page 356: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

IT R 1 N T 0. 349

nende, den moeden wandelaar aankoncligde, dat hy hier,een gastvrij onthaal zou vinden : geen levend schepsel ,dat rich dear binnen bewoog. Hy trad de heining bin-nen. Hy riep: geen stern gaf antwoord aan de zijne:hy stootte de Imisdeur open en stapte de woning in: —alles was leclig en verlaten. — Eene huivering doorliepzijne aderen. Wear was zijn zuster, waar Markman,waar de gandsche stoet gebleven, die niet meer dan eendag geleden zijn hoeve verlaten had? hy liep wadernear buiten en de heining uit: hy zag rond , wrongrich de handen in pijnlijke onzekerheid. en vroeg einde-lijk, onwillekeurig, met hide stem: g waar moet ik henzoeken ?" —

Niet hier ," antwoordde een zware stem , die vanden hemel scheen te komen.

Brinio zag verbaasd orn rich heen. Boven op hetglanzende duin vertoonde rich, als een sombere schaduwtegen de heldere lucht , een gedaante , die hem wenkte,tot hear te komen.

Brinio rilde; waar by gehoorreamde: by klonterdetegen het grille rand op en stond weldra naast denonbekende.

a 1k wachtte zeide dere, in wien hy thands eerstden Batavier Daginus herkende: gy hebt lang getoefd,Brinio!" —

Gy hier !" vroeg dere, verbaasd : en waar is Mark-man? waar zijn mijn zusters?"

a Wear Rymer, wear Wolfert , wear al de voornaam-sten uws Yolks zijn: — in de handen der Romeinen." —

„ In de macht der Romeinen!" a Massa is eindelijk nit zijn sleep ontwaakt : zijn

fluitjen heeft vrede gespeeld en de argelooze vogelshebben rich laten knippen."

3f)*

Page 357: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

350 B N I 0.

n Hoe ! -- En wie bracht rr die tijding?"Een van Markmans bloedvrienden , die hem naar

den Brittenburg vergezeld had , heeft de tijding hiergebracht.. Morgen avond voert een galei Markman ende overigen naar Germanje."

En mijn zusters ? " n Zy zijn geroofd , met list van hier gehaald — waar-

schijnlijk in 't bezit van Massa." -

y In 't bezit van Massa! — By den wilden Wodan! —wraak wraak op den schendigen roover ! — maar watspree': ik van wraak ? Hoe zal ik den booswicht inzijn hol bestoken ?"

e Door te handelen ," zeide Paginus , n en wel. terstond.Het oogenblik is gekomen. Wapen uw landgenooten.Hun ontbreekt slechts een opperhoofd : en wien zoudenzy liever volgen dan den zoon van Werner ?"

Zullen zy willen gehoorzamen aan iemand , die zijneigendom niet heeft weten te bewaren ? — Het is uwellicht onbekend : -- Massa heeft my alles afgewonnenwat ik bezat."

n Ja , met den valschen teerling ," n zeide Daginus :en gy zult het met het gerechte zwaard herwinnen. —

Brinio ! uw zusters, de edelsten uwer landgenooten zijn inde macht des geweldenaars : en zoudt gy nog weifelen

Weifelen ! neen, by Thor !" sprak Brinio , zijn prieinuithalende : n hoor mijn eed , Batavier ! dezen ring, dien

mijn vader, , toen ik een jongeling werd , my om denhats liet smeden, zal ik niet eer afleggen, voor de boon,

my aangedaan , in het bloed des geweldenaars gewrokenis : en dit hair zal door het mes niet eer worden aan-geraakt, voor de laatste Romein uit deze landstreekverjaagd is. — En waar zijn nu vrienden ? waarmijn gezellen ? waar de aanhangers van Markman ? "

Page 358: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 351

Zy zullen weldra hier zijn ," antwoordde Daginus :toen ik , uit de landpalen der Friezen gekeerd, de

noodlottige tijdingen hoorde, die ik u mededeelde, hebik, in afwachting uwer komst , gehandeld, gelijk ik be-greep, dat gy doen zoudt. Jongelingen en maagden,ouden van dagen en onnoozele kinderen , alien heb ikuitgezonden om wrekers op te sporen , en deze plekals verzamelplaats aangewezen. 1k heb naar de volgersvan Hymer, naar de' visschers vim de zeekust, naar deWestfriezen gestuurd naar alien, wien in dezen omtrekde Romeinsche naam hatelijk is. Eer de stralen derrijzende zon deze kruinen beschijnen , zult gy hen zienopdagen, en , zoo ik my voorstel, niet zonder wapenen."

Luister !" zeide Brinio : rr my dunkt ik hoor reedshet gerucht der aanrukkende bende. Hunne voetstappenherklinken door het eenzame dal gelijk het gernischeerier murrnelende beek in de verte."

En weldra kwam, van achter eerte der bosschaadjeuin de valei aan hunne voeten een gewapende drom tevoorschijn, die zich als een reusachtige, zwarte slangover de in het rnaanlieht uitgespreide vlakte slingerde ,tot by aan den voet des Blinkerts stand hield. Toenvertoonde rich op de toppen der duinen een tweedebende, die van de zeekust aanrukte,, eu een derde, dieuit het bosch te voorschijn kwam : deze werden- doorweer gevolgd, en , gelijk Daginus vooispeld had , de sche-mering was naauwlijks doorgebroken, of een duizendtalstrijdbare manners stond aan den voet der hoogte byeen.

Toen steeg Daginus van den hoogen Blinkert af, enBrinio, die reeds lang beneden was om elke bende teverwelkomen, tot zich roepende, nam by hem met zichop een kleine verhevenheid, door een oude linde beseha-duwd. G-ermanen! landgenooten!" riep hy, zich wen-

Page 359: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

352 BR INTO.

dende tot de hem omringende seharen : toen ik aande heilige Velleda , die in het land der Brukteren denwil der Goden van haar hoogen toren verkondigt , devraag deed, wie de inwoners dezer landen uit de machtder Romeinen verlossen zou , gaf zy my ten antwoord :Brinio, de zoon van Werner, zal dit doen. DeGoden zijn met hem, Germanen ! en zy hebben dit nureeds getoond. Want van al de hoofden uws yolks isby alleen van de dwingelandy van Massa gespaardgebleven. — Hy zal u ten strijde voeren, Kaninefaten !en met hem zal de zege zijn. — Brengt een schild hieren huldigt hem als uwen aanvoerder." —

Een daverend vreugdgejuieh beantwoordde deze toe-spraak des Bataviers. Vier der kloekste Kaninefatentraden nader, , een breed en eierlijk geverfd schild inhun midden dragende, waar zy Brinio lieten opstappen.Toen hieven zy den jongeling boven hunne schoudersouthoog: en alien, de wapenen zwaaiende, begroettenhem als hun vorst en legerhoofd en zwoeren hem ge-hoorzaamheid en trouw.

En thands!" zeide Daginus , toen Brinio, een hemaangebracht ros bestegen hebbende, aan 't hoofd derzijnen optrok, thands is mijne ml hier uitgespeeld.Ga! — toon u den roem uwer voorvaderen waardig,en wees verzekerd , dat de krijgsklaroen, die op hetvernielde Matilo zal klinken, van de hoogten te Novio-magum zal beantwoord worden. — Vaarwel I " --

En , Brinio met warmte de hand drukkende , scheiddede Batavier zich of van de bende , die, zich in hoogenverdeelende , langs bedekt.e wegen zuidwaart trok.

Pijnigend en treurig was intusschen de toestand ,waarin Ada zich in haar afgezonderd verblijf op Matilobeyond. In de eerste oogenblikken had zy zich wel

Page 360: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 353

den tijd niet gegund, daarover volkomen na te denken;dewijl de zorg voor Rheime haar geheel vervulde. Maartoen de staat van bewusteloosheid, waarin deze verkeer-de , langzamerhand in een kalme sluimering was over-gegaan en haar -geen bezorgdheid meer baarde , begonde ongelukkige maagd al het droevige te gevoelen vanden omkeer, die in haar lot had plaats gehad. Zy ,voor weinige men nog, vermogend en geeerd , omringdvan' talrijke en wakkere beschermers , van vrolijke , ge-tronwe vriendinnen , vrij en zorgeloos als het yogeltjenin de lucht, zag zich thands arm en ellendig, van haarbetrekkingen afgescheurd , onbewust van het lot, dathaar broeder , dat haar bruidegom getroffen had, in demacht van vreemden , tot slaverny , misschien tot ergerlot veroordeeld; want , zy kon er niet meer aan twijfe-len, zy be yond zich in de macht van Massa, en eenvroeger aanslag op haar vrijheid had haar geleerd, wetvan dezen te duchten viel : en nu helaas! zouden demaatregelen van den booswicht wel genomen zijn om tebeletten , dat niet weder een Aquilius zich opdeed terharer verlossing; uu dacht zy aan dien jongeling , dienschoonen, edelen Romein , die zoo wakker, zoo goed ,zoo beminnelijk was, en het was of een straal vanhoop door de duistere nacht der twijfehnoedigheid been-brak. Had hy zich niet den dag te voren mar dehoeve gespoed om Brinioos ondergang, ware het moge-lijk , te verhoeden ? Zou hy niet over haar lot onge-rust zijn? nitvorschen , waar zy gebleven ware, en zoomogelijk haar , gelijk eenmaal Rheime, ten redder ver-strekken ? — Maar dan weder schaamde zv zich denhaar onwaardigen wensch , om van hem , den Romein ,bystand te erlangen , en veroordeelde zy zich zelve,dat de plechtige gelofte , die haar tot de bruin des

Page 361: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

354 BRINIO.

waardigen Markmans gemaakt had , haar niet sneer duneen drown toescheen. — En zoil hy dan niet voor haarwaken , hy, de edele , glom geachte Kaninefaat ? — Ach!weinig dacht zy , dat diezelfde Markman , zoowel alsAquilius , op (lit tijdstip in den kerker zuchtte en on-machtig was haar eenige hulp te bieden.

Nog lang bleef zy , naast de rustbank gezeten , waar-op Rheime lag uitgestrekt , in diepe gepeinzen verzonken.Eindelijk tees zy op en begon meer opzettelijk hearverblijf te beschouwen , hetwelk de maan , die haarLicht door het getraliede venster zond , thands , of hetdag ware , verliehtte. Behalve den toegang door hetvalluik , was er nog eene deur, , die van - buiten scheengesloten te zijn. Eenige meubelen , weinig in getal,doch zindelijk en net, stonden tegen den wand, en ineen hoek , achter een gordijn , een aanrechttafel , welvoorzien van flesschen , reukwerken en die verdere benoo-digdheden , welke een jonge schoone aan haar kleedtafelbehoeven mocht.

Langzamerhand begon Ada meer en meer vermoeidheidte gevoelen. Zy zette zich weder naast Rheime , boog hethoofd over de rustbank heen , en viel, niettegenstaandehaar begeerte om by de zieke te blijven , in een diepenslaap neder , waaruit zy niet dan in den morgen ontwaakte.

De volgende (lag liep ten einde , zonder dat de een-zaamheid van het stille vertrek anders gestoord werddan door de komst van Epafus , die het noodige etenboven bracht, maar zich anders stil en bescheiden ge-droeg. Rheime scheen door haar slaap verkwikt, dochbleef nog stil en afgemat , met het hoofd tegen denmuur geleund en het opgegraven voorwerp zorgvuldigbedekt houdende , zonder antwoord te geven op de vra-gen , die haar door Ada gedaau werden.

Page 362: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN o. 3u5

Toen de nacht weder gekomen was, zette Ada zichvoor het raam, en zag neder, gelijk zy reeds meermalengedaan had, in de stifle wateren der rivier, welkeden voet van de burcht bespoelde en waarin zich demaan spiegelde, die weder helder aan den hemel stood.Terwijl zy in deze beschouwing verzonken was, hoordezy van verre een geluid, als dat van een verwijderdeuwaterval , hetwelk allengs sterker werd, tot het einde-lijk duidelijk den eentoonigen, geregelden slag deedonderscheiden , door het ploffen van roeispanen in hetwater voortgebracht. En nu vertoonde rich weldra eengroot vaartuig, dat met gezwollen zeil en kracht vanriemen tegen den stroom kwam opvaren. Elk nieuwvoorwerp wekt belang, wanneer men, gelijk Ada, zichin een staat van gevangenschap bevindt. Zy klemde zichvast [Ian de ijzeren bouten van het vensterraam en wenddealle pogingen aan om te ontdekken, wie zich in hetvaartuig bevonden. Daar gleed het, statig als een blankezwaan tusschen de bruggehoofden door en het slot voorby;doch niemand liet zich zien aan boord, buiten de roeiers,den stuurman aan het roer, en de schildwacht, die ophet dek been en weder wandelde: -- en toch was hetAda, alsof met dat vaartuig haar laatste hoop zich ver-wijderde. Was het een geheim voorgevoel, of was heteen natuurlijke gevolgtrekking, opgemaakt nit hetgeenhaar zelve was overkomen, die by haar het vermoedenrijzen deed, dat zich in dat schip de slachtoffers vanMassaas list bevonden?

Terwijl zy hierover nadacht, hoorde zy hare zustereene lichte beweging waken. Zy wendde zich om enzag, dat Rheime recht overeind gezeten was en haaraanstaarde met vriendelijke oogen, waaruit alle uitdruk-king van zinsverbijstering geweken was, om plaats te

:31

Page 363: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

356 BRINIO.

waken voor den kalmen , vermoeiden blik van iemand ,die uit een zware ziekte is opgekomen.

Ik voel my wel ," zeide Rheime, met haar klammehand die van haar zuster drukkende: maar zeg mytoch , waar zijn wy ?"

Bekommer u daar niet over ," antwoordde Ada, dieom Rheimes wille byna liever gewenscht had, dat zyin haar staat van gevoelloosheid en waanzin verblevenware, dan dat zy haar bewustzijn alleen herkrijgen zoftout te vernemen in Welk een treurigen toestand zy zichbevonden: tracht wat te rusten, het zal u goed doen. —Wilt gy niet wat drinken ?"

n J a!" zeide Rheime , met graagte : n ik ben zeerdorstig." --

Ada begaf zich naar de aanrechttafel en nam eerieder aldaar staande flesschen , de eenige die nog gevuldwas. Het was een purperkleurige drank, die haar doorEpafus zeer was aanbevolen geweest, doch wear zy nogniet van geproefd had: niet uit eenig kwaad vermoeden,maar omdat zy niet gewoon was , iets anders als haargerstedrank of zuiver water te gebruiken. Zy schonkhet vocht in een kristallen beker : het verspreidde eeuaangenamen, bedwehnenden geur. Nu bood zy den bekerRheime aan; maar naauwlijks had deze den drank ge-roken, of hear gelaat nam een uitdrukking van ontzettingaan en zy wees de haar aangewezen lafenis af.

Neen ! niet die drank !" riep zy uit : niet die : —ik he.b hem nogmaals gedronken — en van dat oogenblikwas ik verloren ! — Wacht u, daarvan te drinken —nw toestand zou den mijnen gelijk worden. Weg met(lien drank -- bet is vergif." —

Vergif !" zeide Ada, verbleekende : en nu herinnerdezy zich, dat Rheime meermalen van een hatelijken drank

Page 364: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 357

gesproken had, ja zelfs nog weinige dagen geleden, toenzy Coponius den beker uit de hand gestooten had : zyschreef dus ook dezen inval van haar zuster, gelijk toen,aan een vlaag van zinneloosheid toe: — daarby, , dedrank was zoo geurig en verleidelijk , dat zy den trekschier niet weerstaan kon van hem aan den mond tobrengen; doch Rheime, haar beweging voorkomende, stietden beker om en spilde het vocht over den vloer uit.

Drink niet, Ada!" zeide Rheime : het is het ver-derf ! — ik heb dien drank meermalen gedronken —en wel — neen ik bedrieg my niet — in dit vertrek. —Wee my ! — nu zie ik waar ik my bevinde."

n Hoe! gy zijt hier meer gevveest?" vroeg Ada, ver-baasd.

Ada !" vervolgde haar zuster : n ik weet wat ik zeg —ik heb bange en benaauwde droomen gehad; — maar ikben weder ontwaakt — ziedaar! — daar is het luik ,waardoor ik hier heen gevoerd werd — en daar de deur,waar by door binnen kwam. — 0 ! ik herinner my nualles duidelijk." —

n Hy ?... wien bedoelt gy ?" vroeg Ada.Wien? — den ellendeling, den verderver mijner eer! —

boor Ada! — eons was ik jong en schoon als gy: —en de zonen der Kaninefaten drongen zich om my heenmet hun groote knevelbaarden en mantels van konijne-vellen : — ook Markman van den Blinkert met zijnstrengen oogopslag; — maar de Romein had my vanzijn tooverdrank doen drinken — en van dat oogenblikzag ik liever de zwarte lokken des Romeins en zijnewitte toga, dan de knevelbaarden en de konijnevellen."—

Hoe!" zeide Ada : gy hebt waarlijk dien Massa ,(lien vreemdeling, lief gehad?"

'Lie!" vervolgde Rheime, toen ik mijn schande31*

Page 365: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

358 B It I N I O.

met langer verbergen kon, en men my als verloofdenaar de hoeve van Markman bracht, toen roofde my debooswicht op den weg en voerde my naar deze plaats,waar ik voor de waereld verborgen bleef. Ik sehonkhet licht aan een knaapjen ; — maar de Iiefde desellendelings was uitgebluscht. — Hy deed my, in hetholle der nacht, met mijn zuigeling een vaartuig be-stijgen, dat my ver van hier, naar de overzeeschemarkten moest brengen. — Doch aan de haven ontsnapteik : ik liep zeer lang: het was winter en het ijsbedekte de velden : mijn kind was koud en ik kon hetniet verwarmen : — eindelijk voelde ik, dat zijn hartjenniet meer sloeg : — toen zag ik een duinroos bloeien —daaronder begroef ik mijn kind."

Wee my !" zeide Ada: n bet was dan om tiw kindte zoeken , dat gy zoo gedurig alle duinrozen placht teondergraven!" —

Sedert dat oogenblik had ik alles vergeten : — maargisteren is het my weder voor den geest gekomen, helderals het maanlicht, dat daar op den vloer schijnt. —Witt is er dan gebeurd, dat ik dit alles zoo goedweet? Wee! wee! — Ik herinner het my !" —

En, met een sidderende hand haar mantel opeurol-lende, ontdekte zy het voorwerp, dat zy daarin verborgenhield. — Ada gaf een gil: — het was bet geraamtevan een kind. —

Toen Ada de oogen, die zy van schrik gesloten had ,weder opende, zag zy dat itheime haar bewustzijn opnieuw verloren had. Wellicht had dit schouwspel ook ophaar een onverwachten indruk te weeg gebracht : langbleef de ongelukkige in dien toestand: en toen zy tegenden morgen de oogen weder opende, scheen haar geestop nieuw tot de vroegere mijmeryen te zijn vervallen.

Page 366: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN10. 359

n 0 Rheime! lieve zuster!" zeide Ada : n spreek slechtseen woord! — zeg my toch, zijn wy waarlijk in hetgeweld van Massa? en is hy de ellendeling, die..." —

Stil! spreek zijn naam niet uit ," zeide Rheime:gy zoudt ellendig en verachtelijk worden gelijk ik. Er

zoft misschien ook bloed aan uwe handen kleven : —en de kwade geesten zouden zich meester van u makenen u in hunne dansen rondvoeren : en men zoil uin een poet smooren, gelijk men my gedaan heeft : —en daarvoor zijt gy te goed, Ada!"

Ada zuchtte; want zy bemerkte dat de zinnen vanhaar zuster weder aan het dwalen waren geraakt.

rt En toch," vervolgde Rheime, na eenigen tijd zwij-gens : u ik was toch zoo geheel schuldig niet : — hetwas die gifdrank : — kon ik het helpen dat ik hemlief kreeg? het smaakte zoo geurig en ik wist niet, datbet dien brandenden gloed in mijn binnenste ontstekenzoude. 0 Ada! laat u toch door my waarsehuwen, enproef den noodlottigen beker niet." —

Ik zal er my voor wachten," zeide Ada: rr datbeloof ik u, indien gy dan bedaard wilt zijn." -

y Ja, doe dat, If zeide Rheime : n en dan znllen debooze geesten geen macht over u hebben; want hy zalkomen; — maar wy zullen hem afwachten en hem wij-zen , dat de kruik nog vol is, en dan zal hy onnoozelvoor zich zien — ha! ha!" en met–een berstte zy uitin een schrikverwekkend lachen, dat niet eer ophield,voor het door een tranenvloed vervangen werd.

Deze uitbersting scheen haar goed te doen en luchtte geven. Zy was wederom bedaard, en bleef, als ingedachten verzonken, overeind zitten, totdat zy eindelijkde hand van Ada angstig , kneep, en den vinger op denmond leggende, haar toefluisterde:

Page 367: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

360 BR1NIO.

Stil! hoort gy niets?" Ada luisterde: zy meende indedaad voetstappen te

hooren , die langzamerhand uaderden : — op eens gingin het naaste vertrek eene deur open.

Daar komt by," zeide Rheime.rr Wie?" vroeg Ada, met eene gesmoorde stem, en

hevig ontsteld.rr De verderver ! — door die deur plach hy te ko-

men. — Voort! voort ! achter die gordijn. — Laat myalleen met hem: — ik vrees hem niet meer."

Ada zag haar zuster een wijl besluiteloos aan ; maar,toen zy werkelijk den grendel' van de kamerdeur hoordewegschuiven, aarzelde zy niet meer, en alleen aan haarangst gehoor gevende, snelde zy achter de gordijn, dievoor de aanrechttafel geschoven was.

Het was werkelijk Massa , die , na de inscheping derbesehuldigden op de burcht teruggekeerd, vol begeertewas om de schoone te zien, die nu eindelijk in zijnmacht was geraakt. Hy trad binnen, doch hleef op dendorpel staan, toen by zijn gevangene op bet bed zagneergezegen, het hoofd omsluierd en schijnbaar in diepenslaap.

1k kon op geen gelukkiger tijdstip komen," dachtby by zich zelven : n dat spaart lange verklaringen."

En, zoetjens naderende , trad hy naar de rustbanktoe; doch naauwlijks had hy slechts even den tip vanden mantel aangeraakt , die haar, welke by als zijnwissen prooi beschouwde, hield bedekt, of Rheime reeslangzaam overeind, en hy trad terug, als of een slangvan uit het bed naar hem ware toegeschoten.

a By de onsterfelijke Goden !" riep by : n wie hebbenwy hier?" Rheime antwoordde niet ; maar bleef metholle oogen op hem staren.

Page 368: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI 0. 361

Wie zijt gy ?" herhaalde Massa stampvoetende: n enwie heeft u bier gebracht?"

Kent gy my niet meer, Baebius Massa?" vroegRheime, overeind gaande zitten: rr er was toch een tijd,toen gy zwoert, dat geen eeuw in staat zou zijn, hetbeeld van Rheime uit uw geheugenis te wisschen."

11 Rheime!" herhaalde Massa, terwijl hem, by hetaanschouwen der verandering in haar to weeg gebracht,een kille huivering door de leden voer: — by deGoden!" vervolgde by , zich herstellende: n die ezelshebben weer de verkeerde medegenomen."

Zoo gy my niet herkent, herkent gy dan ook uwkind niet?" vroeg Rheime ; en te gelijk rolde het ge-raamte, hetwelk Ada weder met een sluier bedekt had,van het ledikant of voor de voeten van Massa.

e Pat gaat te ver!" riep deze, het gelaat met walgingafwendende: n Epafus! ellendeling! domste aller slaven !Epafus! wie hebt gy hier gebraeht?"

Het luik sprung na een korte wijl open en Epafuskwam voor den dag.

rr Hoe komen deze... hoe komt die waanzinnige hier?"vroeg Massa, wien de toorn het spreken byna belette.

Epafus haalde de schouders op, terwijl by de oogenbeurtelings van Massa op Rheime gaan liet.

Wat beduidt dit?" hernam Massa: en, uit de wenkenvan den slaaf beseffende, dat deze begeerde hem alleento spreken, trok by hem met zich in de naaste kamer.

11 Mijnheer!" zeide de slaaf : rr ik heb de bevelen ge-volgd, die gy my gegeven hebt. Men heeft twee vrouwenbier gebracht: — en daar ik niet wist, welke gy be-doeldet, heb ik beiden in het kamertjen gehuisvest."

Twee!" .herhaalde Massa : n en waar is dal, deandere?" —

Page 369: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

362

Met drift trad by weder binnen; maar een oogenblikkan dikwijls veel beslissen. Met een naauwlijks hoorbarestem had Rheime , aan wie de omstandigheden als doortooverkracht haar tegenwoordigheid van geest hergevenhadden , haar zuster geroepen , en met den vinger hetvalluik getoond , dat open gebleven was , en waar Adazich in nederstortte.

Waar is zy?" riepen beiden, Massa en Epafus, vruch-teloos achter de gordijn zoekende.

Wacht!" zeide de slaaf : ik boor haar !" — enmet-een snelde hy naar beneden, Ada achterna. Massawilde hem volgen ; doch eer hy een voet op den traphad gezet , was Rheime de rustbank afgesprongen en ,hem van achteren aangrijpende , sloeg zy hem de armenom den hals en de tanden in het vel. Vergeefs warenzijn pogingen om zich los te rukken: zy klemde zich aanhem vast gelijk de wolf, die een buffel heeft besprongen.Eindelijk zich, wat het ook kosten mocht , van haarwenschende te ontslaan, zocht hy naar den dolk , die inzijn gordel stak ; — maar zy was zijn beweging woo).-gekomen , en , het staal uit de schede rukkende , stakzy het hem door den hals heen. Woedende van pijnwendde hy zich om, greep haar het hoofd tusschen debeide handen en stortte toen met haar op den vloerneder.

Intusschen was Ada naar beneden gesneld en hoareerste beweging was, om de waterpoort te zoeken , waar-door . zy op de burcht gekomen was , en zich in denvloed te werpen ; doch eer zy den grendel weggeschovenen de eene deur van het poortjen geopend had, werdzy door Epafus, die haar gevolgd was, van achterenaangegrepen.

Het was echter geene zwakke , hoofsche juffer nit

Page 370: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BR.INIO. 363

Rome, die hy voor had ; maar — ik mag het niet ont-veinzen , al zoti de heldin van deze geschiedenis er doorafvallen in de oogen van hen die in soortgelijke verhalenslechts tengere , aetherische wezens verlangen eensterke , frissche dochter uit het land der Kaninefaten :en zoo hy daar nog aan twijfelen inocht , het werdhem weldra bewezen door een paar duchtige oorvegen ,die zy hem met de blanke vuist toediende , en welkehem de sterren op helderen dag deden zien. Hy lietechter niet los en riep om hulp , terwijl Ada van haarkant hetzelfde deed. Op het geschreeuw kwam iemandvan het voorplein of toegeloopen.

,r Help my toch , Vegetus ! " zeide de slaaf van Massa :rr zy is my alleen te sterk."

rr Oho ! is het duifjen eindelijk in den knip?" vroegVegetus, die joist van den Brittenburg was aangekomen :n wacht ! ik zal u helpen : hebben wy de rechtetoch voor."

En beiden , met vereenigde krachten Ada omvattende ,maakten zich gereed haar weder den trap op te slepen ,toen de half ontsloten waterpoort werd opengestooten.Een man , met een knods gewapend , sprong uit eenschuitjen , dat aan den steiger lag en met Romeinschesoldaten hemand was, naar binnen : een oogenblik stond hystil, toen hy de worsteling zag; maar in het volgende washy toegesprongen: zijn knods verbrijzelde den schedel vanVegetus: Epafus deinsde verschrikt terug , en Ada, zonderte weten hoe , beyond zich in de armen van — Aquilius.

XVII.

l/ IV at beduidt dit misbaar ?" — riep de stein van

Page 371: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

364 BRINIO.

Vulpes, die op dit oogenblik van bet voorplein af kwam.n Hoe ! die verrader hier ! — Grijpt en knevelt hem ,krijgsknechten ! Hoe is hy losgekomen , by Jupiter ?"—

Maar de soldaten , die met Aquilius uit het schuitjengekomen waren , en tot wie Vulpes het woord voerde ,schenen geen voornemen te hebben, zijn last te vol-brengen ; maar traden met Aquilius en Ada het pleinop : en weldra zag Vulpes, dat hy zich misrekend had;want dat het de speerdragers en ruiters van Aquiliuswaren , die dezen omringden en zich thands eerder totzijne hescherming dan tot zijn gevangenneming sehenengereed te houden. Ter zelfder tijd kwamen ook Liffio ,Velius en anderen op het gerucht toegeschoten.

Zwijg Vulpes ! " riep Aquilius : n het is hier geentijd tot nuttelooze redenen. Hoplieden ! zorgt dat al detoegangen gesloten worden en laat zich alles wapenen.Waar is de Overste ?" —

My dunkt, men had de toegangen wel mogen sluiten,alvorens gy die hadt opengevonden ," zeide Vulpes: n maargelieft gy ons te verklaren , wat dit alles te beteekenenheeft ?"

n Wat is er toch gebeurd , Primipilus? " vroeg Litho.n Volgt my naar den Bevelhebber ," zeide Aquilius

of roept hem hier : zijn geweldenaryen hebben Naarvruchten gedragen , en de geheele landstreek is in op-stand." --

n Gevloekte muiter!" riep Vulpes n dat is uw werk ! —en zult gy , krijgsknechten , de zijde van het oproersterken ? "

De Primipilus is geen verrader," zeide Rufus, bui-ten het gelid tredende : wat hy beveelt , dat zullenwy volbrengen : en waar hy gaat , daar zullen wy vol.gen." —

Page 372: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

IS RINI O. 365

Naar den Bevelhebber !" voer Aquilius voort : //boortgy my niet? Het geldt hier aller leven."

Ja ! naar inijn zuster ! naar de arme Rheime !" riepAda , die gedurende deze opschudding , na zich uit dearmen van Aquilius losgemaakt te hebben , schier spra-keloos om zich heen had gezien.

e By alle Goden !" schreeuwde Epafus , die doodsbleekden trap kwam afsnellen : — de Overste sterft."

Op deze tijding snelden Aquilius , Vulpes , LiffioAda , en een aantal anderen meer , den geheimen trapop. Een schrikkelijk schouwspel vertoonde zich hier aanhunne ,00gen Massa lag op den vloer uitgestrekt , ter-wijl een dolk hem dwars door den hals stak en hetbloed , dat uit de wond vloeide , zich vermengde metdat van Rheime , wier lichaam over het kindergeraamteheen was geworpen. Men beurde beiden op : Rheimewas niet meer : 't zij dat de val haar van 't leven be-roofd had , 't zij dat zy haar laatste krachten in deworsteling verspild had. Massa ademde nog ; maar wasbuiten staat geluid te geven. Met moeite haalde menhet moordtuig uit de wonde en leide hem toen in zijnvertrek op het rustbed neer. Ada was ondertusschenop het lijk van haar zuster gestort en bedekte het metkussen en tranen.

Voorwaar !" zeide Litho: ik zag in mijn levengeen vreemder gebeurtenis; zelfs niet toen ik in Galliendiende , en Bologast , de koning der Remen, door zijnvrouw werd vermoord , omdat . . ." -

II Ten verderve met uwe Gallische geschiedenissen Ibromde Vulpes : en denk liever, goeden raad te geven,wat er in deze omstandigheden gedaan moet worden."--

Vulpes heeft dezen keer recht," zeide Aquilius : 0 zoowy ons niet terstond te weer stellen, is de burcht verloren."

Page 373: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

366 BRINI O.

s Maar verklaar dan toch , wat er gesehied is ,"zeide Vulpes : ll want wy weten nog niet, of wy u alsvriend of vijand beschouwen moeten." —

Aquilius voldeed aan het verlangen van Vulpes ; daarhy echter geen verder bericht kon geven , dan van het-geen hy zelf gezien had, achten wy ons verplicht ,eenigzins vollediger te verhalen wat hem en zijn inede-gevangenen was overkomen.

Het vaartuig , dat ken van den Brittenburg naar hethoofdkwartier moest voeren , was , gelijk wij vermeldhebben , Matilo in de nacht voorby gezeild en beyondzich tegen het aanbreken van den dag aan de schipbrugby Albiniana. Hier lag , gelijk men zich herinnerenzal , een kleine schans waarin een tiental krijgsknech-ten bezetting hield, wier taak het was te zorgen , dataan de brug geen schade werd toegebracht en er geenverdachte schepen doortrokken , alsmede om de brugbehoorlijk voor de voorbytrekkende vaartuigen te openenen weder te sluiten.

Die luie varkens slapen nog ," zeide de whipperder galei tegen zijn stuurman : de brug is nog geslo-ten."

My dunkt , zy moeten ons toch hebben zien aanko-men ," zeide de Onderhopman , die het bevel aan boordvoerde , en zoo even op het dek gekomen was: H he !he ! veerwacht ! open de brug!" —•

Twee of drie krijgsknechten vertoonden zich op ditgeroep aan den ingang der schans: en , na een vij1het naderende vaartuig bekeken te hebben , begaven zyzich met loome schreden naar het midden van de brug,waar zy de kettingen losmaakten , die het middelstuksloten.

1/ By Jupiter !" zeide de Hoofdman : zy haasten

Page 374: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINTO. 367

zich niet zy verdienden , dat ik hun mijn knuppeldeed voelen."

De galei was intusschen vooruit gegaan, en haar voor-steven tusschen de bruggehoofden ingeraakt.

if By Kastor I Hoprnan I " riep de schipper : ikgeloof, dat gy eer uw zwaard dan uw knuppel zultnoodig hebben." —

Verraad!" riep de Hopman, die op dit oogenblikop het dek nederstortte. Ben priem , door een dergewaande krijgsknechten met kracht geworpen , hadhem doodelijk in het hart getroffen.

Aan boord !" riep by , die de wond had toege-bracht , en sprong op de galei over.

Het was Brinio zelf. De bezetting der schans wasin de nacht door hem en een gedeelte der zijnen over-rompeld geworden, die er nu de komst van het vaartuigin hadden afgewacht; terwijl andere benden op zijnlast de toegangen bezet hielden , om to verhinderendat men op Matilo of aan den Brittenburg kennis vanden aanslag bekwam.

Van alle kanten schoten nu Kaninefaten toe , die alsnit den grond kwamen opdagen en , de knodsen enbijlen zwaaiende , op het schip sprongen , dit met ket-tingen om de hindten der schipbrug bevestigende , teneinde het noch her– noch derwaart zofi wegkomen.De krijgsknechten en roeiers snelden op het dek , maarboden vruchteloozen tegenweer ; want ook de gevangenenwaren op het gerucht toegeschoten en belemmerden ,zooveel hunne boeien zulks toelieten , de verdedigingder Romeinen. Aquilius en Coponius , die , als gezegdis , van boeien waren bevrijd gebleven , geraakten byde algemeene opschudding mede op het dek; dockvonden zich nu aan het dubbel gevaar blootgesteld om

Page 375: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

36 8 13 13 I 1C T .

door de Romeinen als verraders, of door de Kaninefatenals Romeinen te worden nedergehouwen. Eindelijk werdCoponius in het heetste van den strijd Brinio gewaar, ,die alles om zich heen deed vallen , en wendde zichderwaart heen om zich in de schuts van dien gevrees-den aanvoerder te stellen ; maar , toen hy diens mantelaangreep , misduidde eon der Kaninefaten zijn beweging ,en gaf hem zulk een geweldigen slag met zijn bijl inhet hoofd , (tat de arme Centurio op het dek stortte ,waar hy weldra door de v echtend en ellendig vertraptwerd. Aquilius ware insgelijks aan de niets ontziendewoede der aanvallers opgeofferd geworden, zoo hy niet,een op hem gemunten slag willende ontwijken , bygeluk gestruikeld en over boord gestort ware. In hetwater spartelende , greep hy een van de brug hangendtou w en kroop in een der schuiten waarop de brugrustte , terwijl hy , door de planken verborgen , hetMade van het gevecht bleef afwachten. Niet langduurde het, of de luide zegekreet der Kaninefatenverkondigde hem, dat alles over was: hy hoorde deboeien der gevangenen verbreken en vervolgens de overboord geworpen lij ken in 't water ploffen. Kort daarnaverwijderde zich de bende : en na eenige oogenblikkengetoefd te hebben , waagde hy het , het hoofd buitente steken , by zag den geheelen drom langs den heir w egverspreid en de aanvoerders in een ernstig gesprek ge-wikkeld , waaruit by opmaakte , dat zy nog versterkingwachtende waren. Met behoedzaamheid kroop by nu uitde schuit , vischte ter zijner verdediging een drij vendeknods uit het water , sloop naar den rechter oever ennam , achter struiken en heuvels om, den weg naarMatilo. Op eenigen afstand van de burcht gekomen ,ontdekte hy een hoop krijgslieden , die , by elkander

Page 376: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 369

gezeten , onderling schenen rand te plegen. Weldraherkende by ziju ruiters en speerdragers, die met Se-leukus en Demas een schuit hadden weten te bekomenen hier heengeroeid waren om ongehinderd at' te spre-ken , wat hun, in deze omstandigheden , nu men hunneHoplieden had vastgezet, te doen stond. De komst vanAquilius maakte alle verdere beraadslagingen overbodig:en de Primipilus, zich met hen in hunne schuit be-geven hebbende , was , gelijk wy gezien hebben , ophet gunstigste tijdstip binnen Matilo teruggekeerd.

Gy ziet," zeide hy tegen' de Hoplieden, nadat hyhen met den staat der zaken had bekend gemaakt,

welke onweerswolk ons boven 't hoofd hangt. Aanu, die beter dan ik de verdedigingsmiddelen kunt be-oordeelen, welke deze burcht oplevert, zy het nemender noodige maatregelen verbleven." —

Laat de bezetting uittrekken," wide Vulpes :gy zult dien saamgeraapten hoop zien verstuiven alskaf voor den wind." —

Dat zal met mijne toestemming niet gebeuren ,"zeide tiffio: n en ik dien het bevel wel op my tenemen, daar de Primipilus, die hooger in rang is,dit weigert. 1k breng mijn yolk niet ter slachtbankzonder noodzakelijkheid. Deze wallen zijn stevig enkunnen den eersten stoot verduren. Gy, Mela! haastu naar den Brittenburg, beef er kennis van het ge-beurde en vraag om versterking. Zorg vooral, dat men degemeenschap tusschen beide plaatsen open houde, en datde wegen zoowel als de stroomen worden bezet. Ga." —

Velius Mela vertrok. Nu wierp Vulpes een scharn-peren blik op Ada, en zeide :

Wy hebben by geluk een gijzelares in handen enkunnen onze bespringers, zoodra zy zich vertoonen,

Page 377: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

370 B R. I N I O.

te kennen geven, dat de eerste poging tot aanval hetsein tot haar dood zal zijn." —

Hat verhoeden de Goden!" zeide Aquilins, met drift:zy is op een schandelijke wijze geroofd geworden en

moet aan de haren worden teruggegeven. Stel u gerust,Ada!" vervolgde hy, zich tot de sidderende maagd wen-dende , die zich angstvol aan hem vastklemde: n ver-trouw op my : zoo lang ik hier blijf, zal niemanddeeren. Gy zult uw broeder wederzien."

Haarover nader ," zeide Liffio: maar, by Herkules!last ons den kostbaren tijd met Been twisten verbeuze-len. Naar beneden ! En alles iii staat gesteld , om debelegeraars af te wachten." --

Met deze woorden snelde hy de trappen af. Vulpesvolgde hem. Aquilius droeg aan Seleukus en Demas dezorg voor Ada en voor het lijk van Rheime op ; waar-na hy zich mede naar Liffio begaf , die reeds bevel hadgegeven , de bruggen af te broken , de poorten to ver-sperren en de wallen met gewapenden te voorzien.Naauwlijks echter was dit geschied, toen de torenwach-ters aankondigden, dat zich een stofwolk aan de zijdevan den Brittenburg vertoonde.

Zouden het de manschappen reeds zijn , die zytoezenden ?" vroeg Liffio , dat komt my onmogelijkvoor. Bunt gy de veldteekenen onderscheiden, Caepio?"—

Eer de wachter antwoord geven kon, meldde eenander, dat een tweede stofwolk op de heirbaan aan dezijde van Albiniana oprees : en byna te gelijker tijdriep een derde, dat men een menigte vaartuigen langsden noordelijken Rijnarm in aantocht zag.

n Dan moeten wy ons gereed houden ," zeide Litho :„zoo slechts de kohorte van den Brittenburg in de voor-baat is, voed ik nog geene vrees." —

Page 378: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

KR TNT 0. 371

Maar weldra bleek het , dat de bende , welke vandie zijde aantrok, evenzeer als de anderen uit Kanine-faten bestond. Brinio had wijselijk , toen hy met eendeel der zijnen de schans Albiniana ging vermeesteren,de overigen tusschen de legerplaats en de vesting in ge-zonden om de gemeenschap of te snijden , en kwainthands van Albiniana aangerukt , in de hoop , dat menbinnen Matilo nog niet op zijn aanslag verdachtwezen en dat by de bunk by verrassing zoit kunnenvermeesteren. Toen hy echter , by zijn nadering , dewallen bemand, en de gewapende bezetting gereed zag,den aanval te keer te gaan , veranderde by van besluiten oordeelde, met overleg van Markman en de overigeaanvoerders , beter , geen tijd te verspillen met de sterkevesting te belegeren ; maar dadelijk op den Brittenburgaan te rukken , daar zijne mtteht nu toch merkelijkaangegroeid en hy de Friesche hulpbenden wachtendewas: met recht besluitende , dat by , nit de kohortenverwonnen te hebben , Matilo zonder moeite tot de over-gaaf zoude dwingen. Neat hem nog in deze handelwijsversterkte , was de meening , waarin by verkeerde , datMassa , gelijk ook zijn zusters , zich nog op den Brit-tenburg bevonden. Hy trok dan met zijne heirmachtMatilo voorby ; alleen genoeg manschappen achterlatendeom de vesting ingesloten te houden , en te beletten ,dat niemand die kon verlaten of binnenkomen ; terwijlook de stroomen met gewapende vaartuigen bleven bezet.

De Hoplieden , welke deze bewegingen naauwkeurighadden gade gesiagen, beraamden nu ondcrling , wathun in deze mnstandigheden te doen stolid. De machtder bezetting was gering ; want de Centurie was verrevan voltallig te zijn en bestond sleehts nit zestig man:van deze was een tiental , dat de bezetting van Albini-

32

Page 379: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

ana uitmaakte , aldaar gesneuveld of vermist , en een igenwegens ziekte op den Brittenburg achtergelaten. Demiters en speerdragers van Aquilius voerden het gelalweder op tot ongeveer zeventig ; terwijl overigens deslaven , en andere, aan de burcht woonachtige personenvan wapens voorzien konden worden. Doch met dat albleef deze macht te gering , om een beleg , zonder hoopop ontzet , te kunnen verduren. De leeftocht was, tengevolge van Massaas schandelijke spaarzaamheid , verrevan toereikende : ja zoo schraal , dat Dem as tegen Se-leuk zeide , het ware in deze omstandigheden als eengeluk te beschou wen , dat Coponius gesneuveld was,die , ware by thands op Matilo , den geheelen voorraadwel alleen voor zijn middagmaal zou kunnen orberen.

Twee wijzen van handel en schenen zich in dit tijds-gew richt aan te bieden ; de eerie, om, zonder te dralen ,met de gandsche bezetting u ittetrekken , zich door debelegeraars been te slaan , en d wars door het veld opde burcht van Corbulo (die eenigzins znidelijker gelegenwas, waar later het Forum Hadriani gebouwd werd)aan te trekken , en aldaar de bezetting te versterken ,of met deze tangs de zuidelijke heirbaan af te trek-ken : — de andere, om af te wachten , wat de uitslagzoit zijn van Brinioos onderneming tegen den Britten-burg ; want , werd by aldaar teruggeslagen , dan warewelliclit de opstand uit , en men zoei zich te laatbeklagen , Matilo zonder flood zakelijkheid te hebben ver-laten. Ter versterking vari (lit laatste gevoelen kwamnog, dat men den zieltogenden Massa by een u it valniet mede kon voeren , terwijl de menschelijkheid verboodhem aan de wraakzucht der Kan inefaten ten proof telaten.

Men besloot dus , geduld te oefenen , en inmiddels

Page 380: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

Lt I IC l O. 373

aan den aamoerder der om de burcht verspreide bendenof te doen vragen, wat zijn oogmerk ware. De drieHoplieden, zich te (lien einde boven de poort aan hetbruggehoofd begeven hebbende, deden de trompet blazen,ten teeken, dat zy een mondgesprek verlangden. Deaan de overzijde in de weide gelegen Kaninefaten kwa-men op dit geluid naderby ; en, na eenig been en wederloopen, vertoonde zich Hymer op de heirbaan , moeilijkvoorthompelende , en door een knaap ondersteund.. Bywas by Albiniana gewond en daarom niet mede uaarden Brittenburg getrolken ; maar als Bevelhebber overde belegeraars aehtergebleven.

Wat is ow doel?" riep Litho hem toe, zoodra byzich aan de poort ter overzijde vertoonde: n en watmaakt u zoo stout, met gewapende benden deze burchtte omcingelen?"

Voert gy het bevel bier?" vroeg Hymer, op zijnebeurt: a ik kan met geen ondergeschikte Officierenspreken."

n De Overste Massa is ziek ," antwoordde Litho, hetonnoodig oordeelende, deze omstandigheid te verzwijgen:

nog eels, wat verlangt gy?"Dit is vrij klaar ," antwoordde Hymer, met een

norschen UHL s dat gy dit slot ontruimt , de zustersvan Brinio , byaldien zy zielt bier bevinden, in mijneharden stelt, en ons Massa overlevert, opdat wy overhem recht spreken, gelijk by het over ons heeft gedaan."

II De zusters van Brinio ," zeide Litho , a zullen uteruggegeven worden, zoodra gy de wapens nederlegt.Wat den Overste Massa betreft , by zal , eer het jaareen dag ()ifer is , voor den rechterstoel van Minosverschijnen , en het zon dus overbodig zijn, hem voorden uwen te brengen: — en om de vesting te ontrui-

32*

Page 381: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

374 B It I N 1 0.

men, geloof my, ik heb te lang in Gallien en eldersgeoorloogd om den my toevertrouwden post op de eersteaanmaning te verlaten. Hebt gy anders Beene bood-schap, zoo weten wy genoeg : maar draag zorg , deburcht niet te naby te komen, of onze pijlen zouden uonvriendelijk begroeten."

„ Het zij zoo !" zeide Hymen eet dan uw lijkmaalnog heden; want den dag van morgen zult gy nietbeleven."

Hit gezegd hebbende , draaide by Liffio den rug toeen keerde, zonder om te zien , naar zijn vaartuigen

terug.Hadden wy slechts iemand , die ons bericht kon

brengen, hoe de zaken aan den Brittenburg gaan ,"zeide Liffio , toen by zich weder op het binnenplein

beyond : n maar wie zal die boodschap op zich nemen;daar de goede Mela waarschijnlijk reeds het slachtofferzijner bereidvaardigheid geworden is ? "

Bestaat er ," vroeg Aquilius, Been geheime nit-tocht: gelijk ik wel gehoord heb, dat de meeste vestin-gen in deze streken bezitten?" —

n Men heeft my eens verhaald," antwoordde Liffio,dat in vroeger tijden het voornemen was opgevat,

Matilo door een onderaardsche gemeenschap met denBrittenburg te verbinden, doch dat men het werk omde moeilijkheden gestaakt had. Missehien zal Vulpeser iets meer van weten."

Praatjens!" zeide deze : ik heb nooit van ietsdergelijks gehoord."

n Wacht!" zeide daar is Thusnelda: zy iseen Batavische , en zal by de Kaninefaten niet verdacht.zijn. Zoo wy haar eens op kondschap uitzonden?"

„ Zy moge den Kaninefaten niet verdacht zijn," zeide

Page 382: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BBI N10. 375

Aquilius , rr zy is my verdacht: ik heb haar mistrouwdsedert het oogenblik , toen my gebleken is , dat zy metDaginus heulde."

Zy is ons altijd getrouw geweest ," zeide Liffio:rr en is zy het niet langer, welnu, dan is het altijdeen middel am ons van haar te ontslaan. Waar is zy?"

Zy verzorgt den Overste," zeide Vulpes: ik zalhaar gaan waarschuwen." —

Met deze woorden keerde by zich om , en, zijne eigenplanner in stilte herkaauwende , begaf by zich naar dekamer van Massa. De beklagenswaardige Overste lagop zijn rustbed , bewaakt door de zoetelaarster, die ,naast hem gezeten , hem verpleegde met die zorgvuldig-heid, welke het der vrouwen alleen gegeven is aan dendag te leggen. Massa was wel nit de flaauwte, doorhet bloedverlies veroorzaakt , weder bvgekomen; maarhy was nog altijd sprakeloos en byna onmaehtig zichte roeren : sehoon in het voile bewustzijn van zijnhopeloozen toestand. fly herkende Vulpes en zond hemeen blik toe , als om hem te danken, dat hy naar hemkwam omzien.

II Dank maar niet te spoedig, Overste!" bromde Vulpesby zich–zelven , terwijl hy hem met een honenden Inchaanzag : rr Thusnelda!" zeide by vervolgens, overlaid :

Centurio wenscht u te spreken." —rt En wie zal dan den gekwetste verzorgen?" vroeg

Thusnelda, een medelijdenden blik op Massa slaande.II Pat zal ik doen ," zeide Vulpes, haar by den arm

nemende : rr geen praatjens meer en seheer u weg." Thusnelda schudde bet hoofd, en vertrok. Vulpes, zich

nu met den lijder alleen bevindeade, zag dezen scherpin de oogen en zeide toen :

1k heb n al dikwijls gevraagd, wanneer wy afrekening

Page 383: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

376 BRINI O.

zouden houden; maar nimmer schikte het u: thands kotnthet my best gelegen." ' De stervende zag hem aan met een smeekenden blik ,

die het verstokte hart van den booswieht eehter nietvermurwde.

Ik zal bet wel overnemen zonder bet to tellen ,"vervolgde -Vulpes , de ketting, die om Massaas hats vastzat , losmakende , en er den sleutel der geldkist afnemende:

, wend uwe oogen maar niet daarheen: gy hebtimmers de schatten dezer aarde niet meer van doen; —maar ik kan die nog best gebruiken." — En met-eenden sleutel in de kist stekende, sloeg hy het deksel openen deed toen de geldzakken een voor een in een grooterenzak oveygaan, dien by van onder zijn kleed haalde : meteen schamperen blik zak voor zak aan Massa vertoonende,die zich in machtelooze woede op zijn leger wentelde.

Zie zoo!" zeide by toen : n nu hebt gy met m y af-gerekend. Wet er nog ontbreekt, laat ik aan de Kani-nefaten over, die deze burcht berennen , en u. welhaast,nog minder vriendelijk dan ik, zullen begroeten." —

Toen , zijn vracht op den schouder nemende , daaldeby den geheimen trap in het hoekkamertjen of , trad ineen hok , naast den zijgang, versehoof eenige kisten eneaten, die aldaar in het donke y op–een gepakt stonden,en voelde toen fangs den vochtigen muur.

Hier is de pleats ," zeide hy einde]ijk en , metkracht op eett verroesten knop drukkende, deed hy eenin "t muurwerk verborgen deur op Naar scharnieren draaien.Een koude , vochtige damp woei hem in 't gemoet.

Liffio was wel onderricht geweest in hetgeen hy ver-haald had, hetreffende 'den voorgenomen onderaardschenweg tussehen Matilo en den Brittenburg : men was dieneenmaal van de vesting of begonnen ; maar had dien

Page 384: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

'IRIS' 0. 377

om der kosten wille gestaakt. Echter was er nog eongang overgebleven , rang genoeg om de bewoners vanMatilo ongemerkt buiten de bureht -te brengen. Het ge-heim van dien gang was den Stedehouders alleen bekend ,of diengenen , wien zy het vertrouwden. Zoo vermoeddethands niemand het Gestaan daarvan , buiten Vulpes ,wien Massa het had ontdekt. De booswicht verborg nuzijn roof aan den ingang, en , de deur wederom sliii-tende, begaf by zich weder naar zijn krijgsmakkers.

Thusnelda had intussehen den last , then Litho haaropdroeg , bereidwillig aangenomen. Zonder aarzelen ,maakte zy een bundel van haar goederen , sprong in degraeht, zwom naar de overzijde, en liep den weg opnaar den Brittenburg. Wel hielden de waakzame Ka-ninefaten haar staande; maar hear voorgeven, dat zyde bureht was uitgejaagd en nu naar den Brittenburgging om te plonderen, stelde de lichtgeloovige wachterste vrede, die haar ongestoord bar weg lieten vervol gen.

Toen zy vertrokken was, begat' zich Aquilius naarAda. Hy vond hear naast het lijk van Ilheime neerge-zeten. De oude Brenda was by hear, en beiden zongen ,near 's lands gebruik, den lijkzang over de ontslapene.

Edele zuster van Brinio!" zeide by: 11 indieu ikbier het bevel voerde, reeds waart gy in vrijheid enmet uw broeder vereenigd; — maar het behoud der ge-heele bezetting hangt er wellicht van of , dat gy it nogeen korte gevangensehap getroost."

Ik onderwerp my aan den wil des Alvaders," wideAda, n want ik weet, dat ik, wear gy zijt, niets tovreezen heb; — maar de ongelukkige , die al (lit Icedveroorzaakt heeft, leeft by nog?"

a Hy leeft," zeide Aquilius: inner verwacht elkoogenblik den dood." —

Page 385: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

37S BRIN 0.

n En wie verpleegt hem?" —Dit is my onbewust. Tot. nu toe heeft Thusnelda

dit gedaan; maar zy is ver van bier. Zoo gy de oudeBrenda missen kondet? ..."

1k zal zelve gaan," zeide Ada, met waardigheid:n nu Massa stervende is, is by mijn vijaud niet meer.Brenda! bewaak mijns zusters lijk."

En, met-een oprijzende, verzocht zy Aquilius Naar tegeleiden en begaf zich met hem naar de sponde van denOverste. Hier gekomen zette zy zich naast den stervendsneer, en zijn wond met zorgvuldigheid onderzoeht heb-bende , gaf zy aau Seleukus last, een drank te bereiden,die den Overste wel niet herstellen kon, (want dit wasbuiten het bereik der geneeskunde ,) maar hem in zijnlaatste oogenblikken cenige lafenis toebrengen.

Het angstig verlangen der bezetting, om ie.ts nadersaangaande den uitslag van Brinioos onderneming te we-ten, was intusschen al hooger en hooger geklommen.Men kon van de bovenste tinnen wel den Brittenhurgzelf onderscheiden; maar de lagere gebouwen werdendoor duinen en geboomte aan het gezicht onttrokken.Einclelijk ontdekte men een damp , die eerst als eendunne kolom naar boven steep; maar kort daarna indikte en uitgebreid toenail): weldra vertoonden zich tal-rijke rookwolken; en ten laatste kondigde een dikkesmook , en nu en dan het flikkeren van vlammen , datde legerplaats in brand stond.

„Nog Beef ik alle hoop niet verloren," zeide Aqui-lius: de Kaninefaten molten de legerplaats in brandgestoken hebben ; zoolang de kohorten nog strijden, ofzich in de burcht verschansen kunnen, heeft het oproernog niet gezegevierd; slechts dit bejammer ik, datdit zoo werkeloos moeten aanschouwen."

Page 386: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINIO. 379

Beklaag u daar niet over," zeide Litho: er zalons nog gelegenheid genoeg gegeven worden out te-strijden. Kwam nu maar Thusnelda terug, dan wistenwy wat wy te hopen of te vreezen hebben."

Zy zal wel wegblijven," zeide n en zichmet de plundering vermaken." —

Maar niet lang duurde bet , of men zag boodschap-pers van den kant van den Brittenbnrg aansnellen: enblijde juichkreten, door de Kaninefaten itangeheven, Ver-

kondigden aan de bezetting, dat alle uitzicht op ontzetgedaan was.

De schaal daalt !mar de zijde der muitelingen ,"daeht Vulpes: het wordt tijd, dat ik my met hetmijne nit het gedrang helpe. Hier dient wat gewaagd ,om alles te behouden."

Aldus peinzende begaf by zich weder naar den bedek-ten gang, en, den zwaren zak achter zich naslepende,liep by behoedzaain en met gedurig struikelen voor zichnit. Wel een half uur verliep er , eer hy den over-welfden weg ten einde was, hoewel zich deze slechtseen vijftigtal roeden buiten den omtrek der vestinguitstrekte, alwaar hy in een oud kapelletjen nitkwam,aan Neptunus toegewijd. Met moeite wentelde Vulpesden steen af, die den ingang sloot, verborg toen zijnzak en trad naar buiten. De avond begon reeds tevallen en niernand beyond zich op dit oogenblik in denabyheid, zoo dat Vulpes ongemerkt voorttrad, zichrichtende naar de brandende toortsen en smeerpotten, opde schuiten ontstoken. Naauwlijks echter was hy diegenaderd, of hy werd ontdekt en aangegrepen ; waarophy in gebroken Germaanseh te kennen gaf, dat menhem tot Hymer zoude voeren. Dit scheen ook hetvoornemen zijner geleiders te zijn, die hem dadelijk

33

Page 387: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

:380 a R, I N I 0.

vrij onzacht Haar een der vaartuigen sleepten, waar hyden, man, dien hy zocht, op het dek gezeten zag,omringd van eenigen zijner gezellen , bezig als by, zichmet gerstebier te laves.

Icilius Vulpes!" zeide Hymer, verbaasd, toes byden gevangene herkende: voorwaar! nu zijn de rollenveranderd, en ik 'zal een korter vonnis vellen danMassa gisteren deed."

„ Luister!" zeide Vulpes : n gy kent my genoeg,te weten, dat ik my niet aan uwe genade zoude over-geven , indien ik het daar binnen kon uithouden. Gyziet, ik kom vrijwillig hier, en gy kunt my doenwurgen of verdrinken ; — maar zon bet niet wijzer van

gehandeld zijn, dat gy my het leven gaaft? — Sanmijn dood wins gy niets: en, spaart gy my, ik kanterstond Matilo in awe handen stellen." --

Gy riep Tipper nit! n voorwaar! dat ware heer-lijk," fluisterde hy in de landtaal den zijnen toe, n zoowy de vesting konden bemachtigen, 'eer die trotscheBrinio is teruggekeerd, die al de eer voor zich wil be-waren: — en wat zijn uwe voorwaarden, Centurio?"—

ll Vrije aftocht voor my en eenig goed, dat ik bymy heb," antwoordde Vulpes.

Ik beloof u die," zeide Hymer en gy weet , datwy Marezaten ons woord nimmer breken. Maar weet

dit : ow hoofd staat my borg voor het welslagen onzerouderneming: en ik laat u niet gaan, eer de burcht inonze macht is."

,, Ik ben to vrede ," zeide Vulpes koel weg : n ikweet , dat gy , het ga hoe het ga , uw woord zult hou-den. Poe tut slechts uw yolk oproepen en laat dooreon deel hi-inner een valschen aanval op de Westerpoortdoen om de aandacht der belegerden at te trekken , ter-

Page 388: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

B It O. 3S1

wijl ik u met de overigen binnen de burcht breng." De noodige bevelen waren spoedig gegeven en alle

voorbereidende maatregelen genomen ; zoodra de nachtgeheel gevallen was , begaf zich Vulpes met Hymer eneen honderdtal uitgelezen manner naar de kapel vanNeptunus. Maar men oordeele over zijne verslagenheid,then by den zak , dien by achter het outer verborgenhad , aldaar niet terugvond.

Wat zoekt gy ?" vroeg Hymer , zijn verlegenheidbespeurende : maak spoed ! of bedriegt gy ons ?"

Ik ben een bedorven man , by Jupiter !" zeideVulpes : n men heeft my mijn eigendom ontroofd , datik hier had nedergelegd , en gy hebt my beloofd. ."

Vrijen aftocht met hetgeen gy by u hebt ," vielHymer in , u of een duiin koud staal. — Maar talmniet langer , of by Wodan ! bet gaat er door."

Wee my ellendige !" zuchtte Vulpes , en stootteden steen omver, die den ingang bedekte.

Verrader !" fluisterde op dit oogenblik een stemachter hem: en een Witte gedaante , die zich van een derkolommen scheen los te maken, verdween achter de struiken.

I/ Vooruit !" bromde Hymer , die deze verschijningniet scheen op te merken , en sleurde Vulpes met zichden bedekten gang binnen , door de zijnen gevolgd.

Op het groote plein van de burcht stonden Liffio enAquilius met hunne bende vergaderd. Zv hadden inhaast nit eenige balken een houten vlot doen vervaar-digen, thands hun eenige toevlucht om een wissen doodte ontkomen. Nog raadpleegden zy, hoe zy met Massaen met het lijk van Rheime zouden handelen , toenAda in hun midden verscheen.

Itomeinen !" zeide zy : de Goden zijn rechtvaar-dig. Massa is geweest." —

33*

Page 389: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

382 BRINIO.

u Is hy waarlijk dood?" vroeg Liffio : voorwaardes te beter : dat ontslaat ons van een groote verlegen-heid."

a In zijn stervensuur was ziju blip rouwvol op mygeslagen," zeide Ada: shy wenkte my , dat hy schrijvenwilde : en zie hier wat ziju zwakke hand op het waschgegriffeld heeft."

Liffio nam het wasschen tafeltje uit Adaas handenaan en las :

Ada zij mijn erfgenaam. — In het hok by de wa-terpoort is de ingang tot den bedekten weg. Vluchtdaaruit."

s Nu!" zeide Liffio : s de vrek heeft zich stervendegebeterd. Maar ik denk dat Brinio wel zonder zijntoestemming terug zofi nemen wat hem afgewonnenwerd. — Intusschen , haasten wy ons, dien bedektenweg te •oeken." —

Aquilius was reeds derwaart gesneld en vond terstondde deur , die Vulpes niet gesloten had. Maar nietweinig was hy verbaasd , toen by, in den gang ziende,van verre het licht eener toorts zag tlikkeren. Hy be-greep terstond dat hier verraad achter school , en terugtredende , gaf hy bevel, dat men den ingang zofi stop-pen en versperren met al wat men geschiktst kon vinden.

Wy zijn verraden ," zeide hy tegen Liffio, die medeaangekomen was, terwijl men hieraan bezig was.

u Dat is het werk van Vulpes," zeide een stein achterhem. Pe Hoplieden keerden zich om en zagen Thusnelda,wie het water langs de kleeren droop, terwijl zy hijgendeen buidel , dien zy by zich droeg, op den grond wierp.

Ik heb den schurk gezien," vervolgde zy, met eenonbegrijpelijke radheid sprekende: a reeds toen ik, terug-gekeerd , in de kapel van Neptunus zat te overpeinzen ,

Page 390: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BaINIO. 3S3

hoe ik best bier binnen zoude komen ontdekte ik denzak, dien by medegenomen had, en die my wel bekendis. De Goden weten, hoeveel geld er in zat. Maar byzal er niet veel genoegen van hebben; want ik heb zaken al in den stroom geworpen, en then afgewacht, water gebeuren zoo. Hy is met Hymer en de zijnen inden gang getrokken maar welke wacht houdt gytoch? want ik ben de gracht doorgezwommen en heb depoort beklommen, zonder dat iemand my tegengehoudenheeft."

u Naar de wallen!" zeide Liffio : ,, en men sla elkebeweging des vyands gade. — Hoe staat het met denBrittenburg , Thusnelda ? "

u De Brittenburg is een hoop asch en pul p . De Kani-nefaten, die in de barak waren opgesloten, hebben zelveden brand gesticht. Lugdunum is in opstand. Friezenen Kaninefaten stroomden by duizenden de legerplaatsbinnen : krijgslieden , kramers , arbeidslieden , zoetelaars,alles is vermoord. De wijven uit den omtrek rapen

Ik heb hier den mijnen." En haven buidel uitschuddende, vertoonde zy niet een

zegepralenden blik aan de Hoplieden den Adelaar vanhet Legioen.

If•Thusnelda! heerlijke maagd! puik van alle zoetelaar-sters!" riep Liffio: hoe is dat geschied?"

,, Waar twee honden om een been vecht:n," zeideThusnelda , loopt de derde er mede voort. TweeKaninefaten , die den Adelaarsdrager geveld badden ,vochten om den gouden vogel, die naast hen in 't graslag. Ik sloop tussehen lien in en bier is by." —

Groot zal uw loon zijn voor deze dienst , voortref-felijke Thusnelda!" zeide Aquilius: a geef my den Adelaar.Ik heb dien van mijn Legioen altijd trouw bewaard

Page 391: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

384

en zal ook dezen weten te besehermen. Gy , Rufus!sleek hem op de lans en lief hem in de hoogte."

Rufus volbracht het hem gegeven bevel, en de reedswanhopige krijgsknechten voelden op het gezicht van hetzoo wonderdadig bewaarde veldteeken hun moed herleven.Maar naauwlijks had hun juichkreet den gouden vogelbegroet, of een ontzettend gedruisch deed zich buiten devesting hooren, en een der wachters kwam aan Liffioboodschappen, dat de Kaninefaten zich gereed maaktende gracht aan de Westerpoort over te trekken.

Dan is het tijdstip daar," zeide Demas : I/ er isaan dien kant byna geen vyand te bespeuren , zyliepen alien naar de Westzijde waar de storm plaatsheeft." —

Inmiddels had Aquilins het lijk van Rheime doesbuiten dragen, en midden op het plein plaatsen.

n Ada !" zeide by , ,, wy verlaten deze burcht. Gyschroomt niet, alleen met de dooden , uwe landgenoo-ten of te wachten?"

11 Gy gaat ?" vroeg Ada: en, hem de hand toerei-kende: If de Goden mogen u geleiden en beschermen,"zeide zy.

En het lijk van Massa? zullen ivy dat met ons'wino]?" vroeg Liffio , terwijl by de huisgoden byeen-zamelde, die de slaven aanbrachten.

Het zotl ons slechts tot last strekken ," zeide Aqui-lius: rr maar ik zal hem , met uw goedvinden, eenbrandstapel aanrichten , gelijk geen vorst buiten Sarda-napalus ooit gehad heeft." —

't Is wel !" zeide Liffio : ll haast a dan ; want ikhoor het krijgsrumoer naderen: en weldra zullen onzebespringers hier zijn."

deelde haastig zijn bevelen 'tit, terwijl

Page 392: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13 RINI (). :.1S5

Liffio de poort, die op de brug uitkwam, liet ontsper-ren en opensluiten.

Zy komen!" riepen op eenmaal de waehters , ver-schrikt aansnellende: zy zijn de gracht reeds doorge-waad en beklimmen de wallen."

Zy komen to laat," riep Aquilius. Ada! vaarwelvoor het laatst! I)emas! volbreng mijn last!"

u Is al ons yolk hier ? Te water met het vlot!"riep Liffio.

En te gelijker tijd staken Demons en Seleukus methunne toortsen eenige brandbare stoffen aan , in het opzich zelf staande hoofdgebouw byeengebracht; terwijlde krijgskneehten het vlot te water braehten. In be-hoorlijke orde trok nu de bezetting den Rijn over enklom aan de andere zijde tegen het bruggehoofd op enzoo op de heirbaan. Aquilius met zijn speerdragerswaren de laatsten. Nog was by niet buiten, toen deKaninefaten, verwonderd, Been vyand aan te treffen,de vesting aan de Westzijde kwamen binnen stormen.Maar zij verspreidden zich, om plants to maken voorBrinio en Markman , die, zoo even van den Britten-burg aangekomen, hen voorby snelden. Met ontzettinghielden beiden op het burchtplein stand , toen zy niemandmeer bespeurden dan Ada, met de oude Brenda naasthet lijk van haar zuster gezeten.

n By den wilden Wodan!" riep Brinio u Ada! watis dit? — Wie heeft Rheime vermoord Waar isMassa? Is de doemling ontkomen?" --

Brinio zeide Ada: ik zal u toonen , waar Massazich bevindt; waar, by Hertha ! Beef last, dat mende bezetting, die my besehermd heeft, niet vervolge.Gy zijt to edel, um tegen een vluchtenden vyand te woe-den." --

Page 393: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

386 B It N I O.

Waar is Massa?" herhaalde Brinio, zijn biji schud-dende , die rood was van Romeinsch bloed.

Toef een oogenblik ," zeide Ada , hem op bet hoofd-gebouw wijzende : gy zult zien , dat uw recht totwraakneming heeft opgehouden."

Brinio volgde met zijne oogen de richting van Adaashand : en op eens herstten de vlammen uit alle ramenen hoorde men de zolderingen kraken en de wandervaneen splijten. Op ditzelfde oogenblik kwam Hymer,wien het eindelijk met de zijnen gelukt was, de be-letselen uit den weg te ruimen , die .voor den inganf,der onderaardsche gaanclery opgetast waren , met Vnlpesaan de hand voor den dag. Maar beter ware het voordezen . laatste geweest , in den overwelfden gang tezijn gebleven ; want naauwiijks had by een stap buitengedaan , toen een gedeelte van het hoofdgebouw instortteen een neervallende balk hem de beide beenen verplette.Hymer, ter naauwcrnood aan hetzelfde lot ontkomen,haastte zich het plein le bereiken ; maar wie schildertzijn spijt en verbazing , toen by zag dat zijn krijgslistvruchteloos geweest was , en dat by nog no Briniobinnen de vesting gekomen was.

Intusschen had de kleine bende die Liffio aauvoerde,haar weg onverlet dwars over het veld genomen.Zoodra zy buiten het gezicht der vesting gekomen was,trad Liffio naar Aquilius toe.

Primipilusi " zeide by : y zoo lang wy ons binnenMatilo bevonden , heb ik my bet bevel getroost. Thandseischt mijn dienstplicht , dat ik het weder in uwehanden stel. Ik heb te lang in Gallien en elders ge-diend om niet te weten, wat mijnen meerderen toekomt."

Ik volg uw begeerte in , brave grijzaart! " zeideAquilius : //want de verantwoording , die gy op my laadt,

Page 394: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

It 11 T NI O. is7

is zwaar en zy vereert my. Mogen de Goden toygunstig blijven , gelijk zy het u geweest zijn."

Op den Zuidelijken heirweg gekomen , vonden zyde bezetting van Corbuloos burg, die, op het geruchtvan den opstand , de schans in brand gestoken en ver-laten had, en zich mu by de bende van Aquilius aan-sloot , die den tocht Oostwaart bleef voortzetten. Geeneandere dan droevige geruchten deden onder weg zichhooren. Ook in het eilaud der Batavieren was hetoproer uitgebersten , en gedurig kwamen nieuwe vluchte-lingen uit de Romeinsche sterkten zich by Aquilius voe-gen : zoodat by zich aan het hoofd van een aanzienlijkeschaar beyond, toen hy, , na een vermoeienden tocht,eindelijk de hoogten , waarop Noviumagnm gcbonwd was,zich aan de overzijde van den Waal zag verheffen.

Hier naderde hem Thusnelda, the gedurende de reisonuitputbaar was geweest in het uitdenken van allerleimiddelen , on] de krijgsknechten van spijs en verkwik-king te voorzien. Primipilus ! " zeide zy : ik hoop ,dat gy over my te vrede zijt geweest."

Dat ben ik ," zeide deze : en de Goden vergevenbet my, zoo ik u eens mistrouwd heb. Wacht nu slechtstot wy te Noviomagum zijn : daar volt gy naar ver-dienste beloond worden."

„ 1k eisch geen loon ," , zeide de zoetelaarster : watik gedaan heb , deed ik uit liefde voor de kohorte , dieik zoo lang gediend heb. Maar nu ik my van mijnplicht ten einde gekweten en u in veiligheid gebrachtheb , moet ik u verlaten. Ik ben een Batavische vrouw :en nu de oorlog onvermijdelijk is, herneemt mijn landzijn recht op my . Vaarwel ! en zoo eenmaal de vredehersteld is , en de kohorte terugkeert , dan kunt gy overThusnelda , als vroeger, , heschikken."

Page 395: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

3S8 BRINIO.

De Hoplieden zagen elkander verbaasd aan ; maar zybegrepen, dat het besluit der zoetelaarster onverzettelijkwas.

Vaartwel , kinderen !" zeide Thusnelda, terwijl zyal de krijgsknechten een voor een aan haat hart drukteen kuste, dat het klapte: denkt somtijds aan uwgetrouw moedertjen: en de Goden mogen u naar eenander land sturen; want het zofi my hard vallen, mijnlandgenooten tegen u to zien strijden."

En zy verwijderde zich, met betraande oogen en ge-stadig omziende, tot het geboomte de krijgsknechtenaan hare oogen onttrok.

XVIII.

Lanes de wallen van Noviomagum , op eene met geu-rige lindeboomen beplante hoogte, welks voet de Waalbespoelde, en vanwaar men het uitzieht had over dekronkelingen der rivier en de lage gronden aan deoverzijde, terwijl de gezichteinder door het blaauwe ge-bergte besloten werd, wandelden twee personen op enneder, blijkbaar in een helangrijk onderhoud gewikkeld.De oudste van hen was de grenzen reeds genaderd,

elke den mannelijken leeftijd van den ouderdom schei-den; ofschoon zijn vaste stap, de gespierdheid zijnerbewegingen en de levendigheid van zijn oogopslag ge-uoegzaam aanduiddeu , dat de klimmende jaren op zijnlichaams– en zielsvermogens nog Been nadeeligen invloedhadden uitgeoefend. Zijn door de zon verbrande , entot leder verkleurde en verharde huid, getuigde vanlame diensteu , en een zware wond , (lie hem van het

Page 396: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. ZiS9

rechter oog beroofd en een lidteeken had achtergelaten,dat over wang en voorhoofd heenliep, gaf aan zijngelaatstrekken eene woeste en ontzachverwekkende uit-drukking. Zijn medgezel leverde een• volkomen tegen-beeld van hem op : by was nog in (len bloei clerjongelingsjaren : zijn. Vel was blank als vcrsche roomde kleur der frissche rozen lag op wang en lippenverspreid , en zijn heldere blaauwe oogen ademdenzachtumedige welwillendheid. Slechts in 6611 opzichtheerschte tusschen doze beide personal eeuige gelijkenis:en deze bestond in de goudgeele hairen , die , metzwier opgebonden en met glanzende linten vastgestrikt ,hen deden kennen als zonen van Germanje en wel dezoodanigen , die onder de hunnen cone aanzienlijkeplaits bekleedden. Zy gingen naast elkander ; maar dejongste bleef altijd , met den eerbied , aan meerderejaren of hoogeren r4ng verschuldigd , zooveel terug alsgevoegelijk geschieden kon zonder den oudste te dwin-gen, het hoofd om te wenden, wanneer by tot hem sprak.

Alles gaat voorspoedig, Victor!" zeide de voor-naamste van de twee: n het eiland heeft de wapenenopgevat, en zoo ik het gerucht gelooven mag, danzijn de Kaninefaten in . vollen opstand. Eindelijk danzal ik mijn Vaderland vrij zien en de zonen van Neder-Germanje zullen niet langer van de grillen der Romein-sche dwingelanden afhankelijk zijn. Tweemalen reedsheeft een Eenoog (1) den Staat op zijne grondvestendoen schudden: wy zullen zien, of de derde even voor-spoedig< wezen zal. — Maar laat ons niets verzuimen :het oogenhlik is gewichtig. Hebt gy de Oversten derkohorten en de Hoplieden doen ontbieden?" —

(I) Hannibal en Sertorius, die beiden slechts tleu oog hadden.

Page 397: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

390 BRINTO.

,, Zy zullen zich dadelijk op de oefeningsplaats be-vinden ," antwoordde Victor.

En zijn de nieuwe kohorteheelden gereed?"Acht zijn my reeds geleverd : de overigen ontfang

ik morgen. Ik heb er een medegebraeht , opdat gyover het maaksel rnocht oordeelen." En met-een haaldeby een gegoten keizersbeeldtjen voor den dag , besterndom als veldteeken . op een Tans te worden gedragen.

h Goede Vespaziaan !" zeide de oudste, de beeltenisin handen nemende en met een glimlach besehouwende :

weinig denkt gy , hoezeer uwe verheffing mijn doelin de hand werkt. Doch ik geef u de eer, aan (lenTiber over uwe slaven te heerschen ; mits ik aan denRijn de aanvoerder blijve van eon vrij yolk ... en gyha my , mijn neef ..." vervolgde hy , Victor met wel-gevallen aanziende : c sedert het noodlot my geene zonengeschonken beeft. — Hebt gy niets van Briganticusvernomen ?"

o Hy blijft halsstarrig weigeren, uw voorslagen aanto semen , en in onze ontwerpen te deelen. Zijne zielhangt aan Rome, en, schoon onze bloedverwant, ikvrees maar al te ' zeer, , dat hy zonder blozen u en uwaanslag aan zijn vrienden verraden zal."

Pat hy ons vrij verkoope, hy zal nu te laat komen.Maar ik zie Labeo, hy komt ons zeker melden, dat deOversten byeen zijn."

Pat is mijn boodschap," zeide Labeo, tot hen nadertredende : maar ik heb er nog eene. Zoo even is eenkrijgsbende aan de overzijde der rivier aangekomen —vluchtelingen uit het eiland, naar ik vermoede. Ik heb erbeen gezonden , mu de aanvoerders herwaart te ontbieden."

Gy hebt witl gedaan," zeide de Ekoog: en nunaar bet plein."

Page 398: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BEANIO. a 91

Op de niet ver van daar gelegene oefenin gsplaatsstonden de Batavische kohorten in de wapenen , en in hetmidden de Oversten en Hoplieden in een kring. Naauw-lijks zagen die dapperen hunnen aanvoerder, , die zich,zoo men zeide wegens ongesteldheid , sedert ettelijke da-gen niet in het openbaar had vertoond , met Labe() enVictor naderen , of een blij gejuich begroette hem, envan alle kanten galmden de luid herhaalde kreten van :

leve de Eenoog ! leve Civilis ! " --Civilis dankte met de hand de vereenigde scharen

voor deze blijken hunner toegenegenheid : en toes,stilte geboden hebbende , deelde by aan de Overstenen Hoplieden de tijding mede , hem zoo even aange-bracht , dat byna geheel Italien zich voor Vespazianushad verklaard , dat de Legioenen in de wingewestendit voorbeeld volgden , dat , van elk verachten verlaten , vruchteloos de schaduw van een voorby-gegaan gezach zocht te verdedigen , en dat by derhalvevoorstelde , dezen aftezweren , en den uieuwen Cezarhulde en gehoorzaamheid te belooven.

De Aanvoerders , meest alien te voren gewaarselmwd,beantwoordden deze rede met een algemeen gejuich vantoestemrning ; hetwelk vervolgens herhaald werd door dekrijgsknechten , wien het vrij onverschillig was, vanwien zy soldy ontfingen. Terstond , op een wenk vanCivilis, verclwenen de af beeldingen des vervailen Cezarsvan de standerts en werden die van Vespazianus daar-op geplaatst ; waarna de Bevelhebber last gaf , de Pries-ters te ontbieden , ten einde den nieuwen eed met degebruikelijke plechtigheden te doen afleggen.

Intusschen kwam een bode aan Civilis bericht bren-gen , dat de Romeinsche Hoplieden van de overzijdewaren aangekomen , en hem aan het Pr a e to rium

Page 399: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

392 -11 RINI O.

wachtten. Nieuwsgierig te vernemen , welke tijding zymede brachten , begaf hy zich terstond met de voor-naamsten zijner krijgsoversten derwaart en zich naarde gehoorzaal begevende, gaf hy last dat men henzou binnen leiden. Zy verschenen weldra , met Aquiliusaan 't hoofd, die, na Civilis gegroet te hebben, beschei-den wachtte , dat hem het woord verleend werd.

Civilis maakte een beweoino . van verwondering , toenhby den Primipilus zag : by herstelde zich echter , envroeg wat de aanleiding was hunner komst.

/c Die is, helaas I treurig genoeg ," antwoordde Aqui-lius : en , het woord opvattende , gaf hy een beknoptverslag van het voorgevallene.

Aquilius had zich in zijn verhaal van eigen lof ont-houden ; maar hy mocht toch billijk hopen , dat zijngedrag , en vooral het behouden des Adelaars , door denBevelhebber zoa gepiezen worden. Hoe groot was dusniet zijn verwondering, toen deze, na alles bedaard tehebben aangehoord , hem op een onverschilligen toontoevoegde :

Gy hebt verkeerd gehandeld , de sterkten te, verla-ten , die gy hadt kunnen verdedigen. Ga naar Castravete ra , maak daar uw benden voltallig en keen te-rug oin de plaatsen weer te bezetten , waar gy dwaas-lijk nit gevlucht zijt. Die muitende hoop zal wederuiteen ziju gegaan : zoo niet , dan zal ik hem met mijnekohorten wel tot reden brengen." —

Aquilins hoorde deze rede met verbazing aan ; dan ,niet alleen hetgeen Civilis zeide trof hem diep ; maarook het stemgeluid kwarn hem , die Civilis toch nooitmet kennis gezien had, niet onbekend voor. Hy be-schouwde hem met meerdere oplettendheid , en weldrawas alle twijfel uit zijn gemoed geweken. De uitdruk-

Page 400: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13 R. 1 N 0 . 393

king van dat vlammend oog , eenmaal gezien , was voorde tweede reis niet te miskennen. Hy zweeg echtergedurende eenige oogenblikken; want de verrassing hieldzijn tong geboeid. Liflio , meer ongeduldig , nam hetwoord op :

Overste!" zeide by: ik heb jaren lang in Galliengediend : en nooit heeft iemand den ouden Liffio vanlafhartigheid beschuldigd. Ook de Primipilus en al dezeHoplieden hebben zich naar hun plicht gedragen en zijnslechts voor de overmacht geweken. Gy telt den opstandte licht. Vat willen eenige honderdtallen tegen zooveleduizenden nitriehten?"

Zwijg!" zeide Civilis : 11 er heeft verraad plaats ge-had : -- of denkt gy , dat ik niet onderricht ben , hoede Primipilus naar wegens gekwetste majesteit heeft terecht gestaan? Hoe komt by thands in vrijheid en uwaanvoerder ?"

Civilis !" zeide Aquilius, een stag voorwaart doende,en den Overste scherp in .t gezicht ziende: ik zaljegens n mijn gedrag niet verdedigen. Gy weet beterdan iemand, wie onzer de zaak van Rome verradenheeft."

De ziel van Civilis was grootmoedig en wist den cooedop prijs te stellen, dies de jongeling in zulke bachelijkeomstandigheden ontwikkelde.

Gy hebt gelijk ," zeide by , na een oogenblik zwij-gens : n en ik weet , dat gy een getrouw burger vanRome zijt: het staat aan u, hiervan een nieuw bewijste leveren. De Senaat heeft Vitellius van zijn waardig-beid vervallen verklaard, en ik hint heden mijne kohortenden eed afleggen aan Vespazianus. Zijt gy bereid, benevensons, den nieuwen Cezar hulde te zweeren?" -

,, Slechts dan , wanneer Flaccus zulks beveelt," ant-

Page 401: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

394 B It I N I O.

woordde Aquilius by heeft my afgezonden en tot hemmoet ik wederkeeren."

„ En gy ?" vroeg Civilis aan de overigen.Wy volgen den Primipilus ," antwoordde Liffio, uit

alter naam : hy is voor het oogenblik onze aanvoerder."—ll Maar ," zeide Labe° , met drift If zoo gy weigert ,

den eed te doen , zijt gy aanhangers van Vitellius , enmoeten wy u als zoodanig in boeien doen slaan." --

„ Het zij zoo !" zeide Aquilius : f/ de macht berust byu : het zal niet de eerste reize zijn , dat zy over hetrecht heeft gezegevierd."

Stilte !" zeide Civilis, op een gebiedenden toon : enhoor my aan : ik sta, u toe , met uwe bende naar denVeldheer te trekken. Boodschap hem uit mijn naam ,dat ik, volgens zijn verlangen , den eed aan Vespazianusheb later zweeren , en (tat ik met mijne kohorten denopstand dempen zal."

Civilis !" zeide Aquilius ik wil u niet misleiden :indien ik tot den Veldheer keer, , zal ik hem melden ,dat gy den opstand niet dempen zult, en tevens —wie dien heeft aangestookt."

Thuscus !" riep Civilis uit, terwiji de toorn in zijnoog brandde : maar neen !" hernam by : gy zijt eenedel jongeling. Ik zend u zonder voorwaarden weg.

Meld, den Veldheer, wat u goeddunkt. Labeo ! gy zultzorgen , dat zijn bende gespijsd worde en leeftocht voorde reis bekome." —

Ik zie het ," zeide by , toen by zich met Victoralleen beyond : If de tijd van veinzen is voorby : betzwaard is uitgetogen en de schede kan weggeworpenworden."

Wy hebben ons verhaal hiermede tot het punt

Page 402: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

Iitil N 0. 395

gebracht, waar de oorlog tusschen de Batavieren ende Romeinen een aanvang neemt , en de taak des ge-schiedschrijvers aanvangt. Wie de wisselvalligheden ,Welke den krijg kenmerkten , begeert te leeren kennen ,kan die by Tacitus, of, zoo by geen Latijn verstaat ,by Saint-Simon (1) of by Wagenaar vinden. Voor henMiter, die er belang in mochten stellen, eenige naderebyzonderheden te weten mntrent de hoofdpersonen vanonze vertelling, mogen de navolgende bladzijden dienen.

Ruim een jaar was er verloopen, sedert de door onsvermelde gebeurtenissen hadden plaats gehad. De krijgs-kans, na Civilis by uitstek te hebben begunstigd, hadhem de rug toegewend , sedert Rome het bestuur vanden veldtocht aan Petilius Cerialis had opgedragen : niet,(tat deze Veldheer zijn voorganger in beleid en ervarerisovertrof ; maar omdat de blinde fortuin hem tot haartroetelkind scheen te hebben verkoren : daar zelfs deherhaalde misslagen en verzuimen, door hem begaan , byde nitkomst tot den voorspoed zijner wapenen mede-werkten. Civilis daarentegen was door de meesten zijnerbondgenooten allengs verlaten geworden : en wankelendwas de trouw van hen, die nog overbleven. Ja zelfssedert het tooneel van den krijg, vroeger in Gallienof Germanje, naar het eiland der Batavieren verplaatstwas, en deze laatsten hunne akkers en vlekken zagen ver-nielen, terwij1 alleen die van hun aanvoerder (door eenniet ongewone krijgslist van Cerialis) gespaard bleven ,ontbrak het niet aan de zoodanigen onder hen, dietegen Civilis morden , en hem van verraad beschuldigden.Velleda, de waarzegster der Brukteren, die, van haar

(1) Histoire de la guerre des Bataves et des Romanis,

in folio, Amsterdam, 1770.

34

Page 403: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

390- noINT 0.

geheimzinnigen toren, den moed der Germaansche stain-men had aangevuurd, ja, byna zooveel als Civilis, deziel van den oorlog was geweest , had zich, zoo menzeide, door Cerialis laten omkoopen : althands haar orakel-stem zweeg, en de krachtige aansporing, waarmede zyvroeger de Germanen tot den krijg opwekte, deed zichniet longer hooren. Het Romeinsche Rijk was bevredigd.Met vaste hand hield Vespazianus de teugels van hetbewind, en nieuwe Legioenen stonden gereed, om, warehet noodig , de macht van Cerialis te sterken. In dezenhachelijken toestand achtte Civilis het raadzaam, voorde omstandigheden te zwichten en het zwaard neder teleggen, zoo lang by dit nog voor zich en de zijnenmet eere doen kon , een voordeeligen vrede boven eenschandelijke nederlaag verkiezende. Hy liet uit thenhoofde den Romeinschen Veldheer tot een mondgespreknitnoodigen, hetwelk, met gepaste voorzorgen gehouden,een vredelievenden uitslag had. Een verdrag, werd ge-sloten. Civilis zelf, vergezeld van eenigen zijner vow.-naamste legerhoofden, begaf zich naar het kamp desVeldheers, om over de voorwaarden te handelen, waaropde vrede gesloten en het verbond hernieuwd zoudenivorden: en Cerialis zond van zijn kant den Bevelhebberof Legaat van het tiende Legioen met twee Oversten vanminderen rang als gijzelaars, in het leger der Batavieren.Aan Claudius Victor, den zusterszoon van Civilis, vanWien wy reeds gesproken hebben, was de taak opgedra-gen, deze krijgsbevelhebbers te ontfangen en behoorlijkte verzorgen : by geleidde hen dan ook beleefdelijk naarzijn tent; maar naauwlijks had hy den Legaat aan-dachtig beschouwd, of hy deed een stag terns: en riepmet eenige verbazing uit:

/t Bedrieg ik my ? of zijt gy niet dezelfde, the een

Page 404: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

13 Et N 1 0. 397

jaar geleden , met den Adelaar te Noviomagum aan-kwaanat ?"

Gy ziet wel ," antwoordde Aquilius : If ik ben ver-wonderd , dat gy my nog herkent."

Verwonder u des niet ," zeide Victor : ,, dapperelieden worden zoo licht niet vergeten maar gy zijtvoorspoedig geweest en vrij wat in waardigheid geklom-men in zoo korten tijd."

Fortuin , die my ling den nek toedraaide , is myeindelijk gunstig geweest," zeide Aquilius : toen ikby Flaccus aankwam , en hem al het gebeurde had me-degedeeld , zonder hem te verzwijgen , dat ik uw oom ,die my , onder den valschen naam van Daginus , naarde landstreek der Kaninefaten vergezeld had, voor denhoofdbewerker van den opstand hield , zond hy my teroverbrenging dier tijdingen naar Domitiaan , die, inzijns waders afwezigheid , de zaken in Italien bestuurde.Deze scheen behagen in my te vinden : hy droeg mygewichtige bedieningen op, zorgde dat mijne onderNero verbeurd verklaarde goederen my teruggegevenwerden, verhief my tot Bevelhebber der ruitery en ver-trouwde my eindelijk de eervolle taak om het tiendeLegioen uit Spanje naar Cerialis te geleiden."

Ik ben verheugd , dat de fortuin u zoo wel behan-deld heeft ," zeide Victor: 11 en ofschoon men haarblind afschildert , heeft zy ten uwen opzichte een bewijsgeleverd , dat zy rechtvaardig zijn kan. Gy hadt ook-lang genoeg , hoewel een Patricier, , u met een lagenrang by het voetvolk vergenoegd. Geloof my : ik ver-heug my in uwe bevordering ; want wy hebben veelvan u gehoord en nog achten de Kaninefaten u hoog : —er is er hier in het leger the u met genoegen zullen• ien. —

:34*

Page 405: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

39S B It I N TO.

Hier werd zijne rede afgebroken door een- driftig ge-sprek , dat in het binnenvertrek der tent gevoerd werd,en men hoorde een forsche stem het navolgende opknorrigen toon uitbulderen:

By de onsterfelijke Goden ! o allerdomste van allekoks , die ooit een soep gekookt hebben , wilt gy hetbeter weten dan ik ? Denkt gy edele Romeinen , Bevel-hebbers van Legioenen en kohorten , op uw vervloektemeelpap to onthalen ? Zijn wy dan niet in November ?en is er geen vleesch en wildbraad in overvloed? Pasop ! de vrede wordt geteekend en eone der voorwaardenzal ziju , dat men u aan uw eigen braadspit steke."

Pat ons de goede Goden bewaren !" riep Aquiliusuit : 0 indien mijn acme vriend Coponins Tarpa niet inhet rijk der schimmen dwaalde • zou ik zweeren , dat ikzijne stein hoorde." —

Maar zijn verbazing vermeerderde , Coen by werkelijkCoponius Tampa als een vette Bans nit het achterver-trek zag aanwaggelen.

u Tarpa !" herhaalde by : n zijt gy het waarlijk ? ofis het uw geest ?" —

By Herkules !" riep Coponius niet minder ontzet :zie ik dear Thuscns niet in eigen persoon ,

Na zooveel ongevals , na zooveel wisselingen (*)9" —

ir Het is ongelooflijk !" hernain Aquilius If heb ikniet gezien , dat een bijl u. den schedel van—een spieden voor mijn voeten wierp ?"

De slag was zeker goed gemeend ," zeide Coponius :maar gy ziet , ik leef loch nog. — En gy , by Kas-

tor ! hoe komt gy hier ?" —

(*) Post varies cases, post tot discrimina rerum.

Page 406: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

399

Gij spreekt tot den Legaat van bet tiende Legioen,"zeide Victor.

Indedaad zeide Coponius : ik hoor vreemde ta-ken. Nu , dan zal uw iuvloed ook my , armen Kidder ,Ali 11 voorthelpen. — By Jupiter! ik dacht niet , Victor!toen ik uw kok , dies botmuil , de huid vol schold ,dat ik bezig was de belangen van mijn vriend Thuscuste behartigen."

En de uwe ook , Tarpa !" zeide Victor : n want ikvlei my , dat (le Oversten ook u aan bet mail zullendulden."

En by zal er eer aan doen ook ," zeide Aquilius :,, of by moet machtig veranderd zijn."

,, Pat zal ik ," zeide Coponius : a ik verzeker it , dereis en de koude hebben my honger gegeven. Novem-ber stelt zich bar genoeg in." —

n Maar verhaal my toch ," zeide Aquilius , ,, doorwelk wonder gy aan den dood ontrukt zijt en bierals een verschijning komt opdagen."

„ lie ik er nit als eene verschijning ?" vroeg Copo--nius , terwijl by op zijn buik sloeg : maar luister :toen ik onder den slag van dien onbeleefden Kaninefaatbewusteloos nehzeeg , dacht ik niet anders of . ."

Gy dacht niet , zoo gy bewusteloos waart ," vielAquilius in.

Ik zie," zeide Coponius , dat uw oude gewoonte,om de menschen in de rede te vallen, er sedert uwebevordering niet op gebeterd is ; (loch dat daargelaten.Men smeet my met de lijken in de rivier en daar lagik, de Goden weten hoe lang. Met den avond kwamik weer by en vond my half in 't water en half opden oever liggen , flaauw van 't bloedverlies , en, naarik nieen , ook van den honger ; want gy herinnert u ,

Page 407: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

400 It E. I N 0.

welk een slechten maaltijd wy aan den Brittenburggedaan hadden. Op handen en voeten kroop ik op hetdrooge en verbond mijn hoofd zoo goed ik kon. Toenstrompelde ik voort , tot dat ik op een bende Kaninefa-ten stuitte en mijn laatste uur gekomen dacht. Geluk-kig was er een van Brinioos maagschap by , die myherkende. Men voerde my naar Matilo , waar de boeldeerlijk in 't honderd lag en voorts naar de hoeve vanMaximus , of Markman , gelijk hy daar in 't land ge-

noemd werd daar kreeg ik koorts op koorts en flaauwteop flaattwte. Zes maanden lang bleef ik ziek en moestmy met slappe kruiden geneeren ; maar ik moet zeggen,Ada paste my zoo trouw op, of ik haar broeder ge-weest ware. lk was er zoo over getroffen , dat ikhaar , na mijne herstelling , hart en hand heb aangebo-den ; maar zy verzocht my vriendelijk , dat onderwerpniet meer aan te roeren."' —•

Wat verhaalt gy toch?" vroeg Aquilius : n Ada isimmers de gade van den edelen Maximus."

,, Geweest, Neve vriend! — ja, aan lien echtgenootheeft zy weinig vreugde beleefd. Hy is, na de innemingvan den Brittenburg, naar Civilis getrokken en zijnlieve vrouw heeft hem nooit teruggezien , daar hy ophet veld van Mars gesneuveld is. 1k meende, datik, ofschoon een Romeinsch Bidder geboren, mijnburgerrecht niet verliezen zoil, door de weduwe eensRomeinschen burgers te trouwen en schroomde daaromniet, mijn voorstel te, doen. Toen zy het afsloeg, begonhet leven op de eenzame hoeve my te verveelen enwenschte ik mijn landgenooten terug te zien. Ik werdwel niet als een gevangen man behandeld; doch hadmijn woord gegeven , niet te zullen ontsnappen. Ein-delijk kwam de tijding, dat er een verdrag op handen

Page 408: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRINI o. 401

was, en Brinio zofr herwaart rijzen om er het zijne toete doen. Hy stelde my voor, hem te vergezellen engisteren–avond kwarnen wy hier. Brinio trok met Civilisnaar den Veldheer, en ik bleef by Victor, van wienik vernam, dat by heden drie Bevelhebbers als gijzelaarsverwachtte, waarop ik hem beloofde , een oog op betmaal te zulken houden en te zorgen , dat het zulkengasten waardig ware: — gelijk ik ook getronw gedaaitheb ; maar die lompe kok had byna alles verbruid. —Zie daar rnijn verhaal : wilt gy nicer weten, zoo onder-vraag my."

Gy zegt, Brinioniet by het leger?"

Sedert lang nietYen en heeft alleenvreeind geweld te verdedigen. — Maar dat heeft by ooktrouw gedaan ; want by heeft de Romeinsche vloot, toendie een landing wilde wagen, gedncht geknaauwd."

„ En Hymer ?"0! die? by wilde den boas spelen, gelijk Labeo

by Civilis; maar hy is even als deze naar Frieslandgestuurd om wat te bekoelen ; en 't is gelukt ook; wantby is er van verdriet en nijdigheid gestorven. — Maarzeg gy my nu, wat is er van den onden Liffio ge-worden?"

11 Die goede man ," antwoordde Aquilius, n is, naarik boor, voor Trier gesneuveld: en zijn eenvoudige graf-zerk meldt den voorbyganger, dat hy jaren lang inGallien en elders geoorloogd .heeft." -

n Dan is hy ," zeide Coponius, eerlijker aan zijneind gekomen dan Vulpes , die , naar my verhaald is ,op hoiden beenen en zonder een penning by zich , naarBrittanje getrokken en daar wegens diefstal gehangen

is met n gekomen : was by don

[neer : hy is zich–zelf gelijk geble-,c,revochten oin zijn landstreek tegen

Page 409: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

402 BRINT O.

Niet lang daarna werd het maal opgebracht : en nogzaten de dischgenooten vrolijk byeen , toen Brinio zelfmet een haastigen tred de tent kwam binnengeloopen.

a Ik kom van CiviliS ," zeide hy, na de Bevelhebbersininzaam gegroet te hebben , en heb u den uitslag on-zer onderhandelingen in persoon willen mededeelen.De vrede is gesloten en het verbond ' op den oudenvoet hersteld , gelijk het met Cezar was aangegaan. Delichtingen zullen voortaan buiten bemoeienis der Romei-nen pleats hebben. WTij herbouwen de vernielde sterk-ten : en de Stedehouders des Cezars zijn gehouden ,voortaan hun rechtsgebied te bewonen."

Pean !" riep Coponius : daar moet de drink-oorn op gevuld worden : gy zult zien , Thuscus ! dat

ik hem heb leeren hanteeren." --a Hoor meer ," vervolgde Brinio : fr de Stedehouder

van onze landstreek is alreeds door Cerialis benoemd :ik zelf heb hem den man opgegeven , dien ik wist , datmijn Kaninefaten boron alien welkom zoude zijn : enhy, wien daze betrekking wordt opgedragen , bekointtevens het bevel over de twee Legioenen aan denNederrijn."

En wie is hy ? " vroegen alien; a wie is de geluk-kige , die zulk een eervollen rang bekleeden moet?"

Raadt gy het niet ?" vroeg Brinio : If lang my denbeker, , Tarpa ! 1k drink u heil , Aquilius Thuscus ,Stedehouder in het land der Kaninefaten ! " —

Geene zes maanden waren verloopen , toen de burchtMatilo , nu herbouwd en verfraaid , getuige was vaneen belangrijke plechtigheid. De zuster van den edelenBrinio, de maagdelijke weduwe van den braven Mark-man , word door 'hare magen als bruid in de armen van

Page 410: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

BRIN1 O. 403

den gelukkigen Aquilius gevoerd. Romeinsche weeldeen Germaansche overvloed vereenigden zich om dezenecht te vieren : en niets ontbrak aan het plechtige gast-maal , dank zij de zorgen van Coponius, die, door debemoejingen zijns vriends , in staat gesteld zijnde zijnRidderlijke waardigheid te doen gelden, onlangs tot Be-velhebber der ruitery was aangesteld geworden. Hethuwelijk met een dochter uit het land der Kaninefatenverminderde het aanzien des Stedehouders niet, (daartoch, gelijk Coponius had aangemerkt , de weduwe eensRomeinschen burgers als Romeinsche vrouw beschouwdkon worden) en versterkte daarentegen de banden, welkede nu bevredigdc volkeren aan elkander heehtten endie sedert nimmer meer verbroken werden.

Men zegt, dat , op den dag der echtverbintenis, tweeouievaars, wier gemis na den driesten speerworp vanRufas op Brinioos hoeve betreurd werd, op de hoogstetinne van Matilo hun verblijf hebben gekozen: en aanhunne tegenwoordigheid werd door de landzaten hetgeluk toegeschreven , hetgeen de echteiingen gedurendehun lane gerekten levensloop to samen hebben gesmaakt.

Page 411: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AA NTEEK ENTNGEN.

Bladz. 51. Het is moeilijk, dat een tytel iederecn te vrede stelle:en velen zullen wellicht van oordeel zijn, dat ik kwalijk gehandeldheb, den naam van Brinio by voorkeur te plaatsen aan het hoofd vaneen verlaaal, waarin by wel een voorname, mane toch niet den hoofdrolspeelt. 1k zal my bier alleen verdedigen met te zeggen , dat ik alstytel zoi verkozen hebben: de Kaninelaten; hetwelk ik nagelaten heb,omdat wy reeds eene schets onder dien tytel in het enkelvond bezittenvan wijlen den voortreffelijken DROST, die, zoo by geleefd had, mijnarbeid onnoodig had gemaakt. Dit meesterstuk van still en verhaaltrant,te vinden in zijn Sehetsen en Verhalen, Amsterdam bij Beijerinck,1835, beveel ik elk ter lezing aan. Het kan tot een overgang strek-ken tussehen de twee veyhalen , in dit deel vervat.

Blade. 53. Regel 3 Zie over dezen heirweg de uitmuntendeverhandeling van wijlen den Heer N. WESTENDORP, te vinden inden Vriend des Vaderlands, XI, n°. 9-10.

Blade. 56. Reg. 17. Retie: de Vliet: — witarschibilijk Utreeld.

Blade. 65. Reg. 5. • Hygiein , de Godin der gezondheid.

Blade. 65. 1k acht het overtollig, nanteekeningen te voegen byhetgeen ik hier, en wijders in den loop van dit verhaal, omtrentzeden en gebrniken der Kaninefaten heb te bock gesteld. Het week

Page 412: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AANTEEKENINGEN. 405

van Tacitus over de zeden der Gernianeu, de ifvondstonden van Van

Wijn , de Vaderlandyeke Historie van Wagenaar, en dergelijke wer-

ken , welke my daartoe de bouwstoffen geleverd hebben , zijn in ieders

handen of behooren het te zijn. Wie dus verlangt te weten , wat ikin rnijne beschrijvingen van hen ontleend heb en wat ik genoodzaakt

ben geweest , nit eigen brein, aantevullen. Moge het door de ver-

gelijking van mijn werk met die der zoo evengenoemde schrijvers

opmaken : zy, die mijn verhaal alleen beschouwen als een roman,

ter uitspanning nedergeschreven, zullen wel die moeite niet nernen ;doe' voor de zoodanigen zijn ook alle aanteekeningen overbodig.

Blade. 87. Reg. 15 en volg. De reeepten, welke Coponius Trier en

elders aan Ada geelt, heb ik grootendeels ontleend aan de beschrijving

van bet gastmaal van Trimalchio , te vinden by Petronins, wiens

tafereel joist goon gunstig denkbeeld oplevert van de Romeinsehe zedenin zijn tijd.

Blade. 108. Reg. 11.

Naeria se.r egatleis , septenz Justina /Jibed ler,

Quinque Lyeas. Lgde queituor, Ida tribes.

MAILTIALIS "epigr.

Blade. 140. Reg. 23. De rechte ligging van Niger Putties. is even

onbckend als die van Ribiniana, Naito en de meeste der in dit

verhaal genoemde plaatsen. Men besehouwe dos ook het bygevoegde

kaartjen meer als bestemd om aan den lezer de tochten en wandelin-

gen tier handelende personen, door eon, sedert geheel veranderde ,

landstreek , te doen volgen , dan als een voorstelling van den waren

toenmaligen toestaud dier landstreek , waaromtrent ik my zelfs ternaauwernood gissingen mit durven veroorloven.

Blade. 150. Reg. 22. Ten einde men zich de verwondering van

Massa (dat cen Patricier als Aquilius slechts den rang van Pritnipihrs

bekleedde ,) en zijne vraag op Blade. 160 , reg. 24 verklare , moet

den lezer verzoeken , in 't oog te houden , dat de Patrieii , cells de

andere fatsoenlijke Romeincn in 't algemeen , het Centurionaat verre

beneden zich zouden geiicht bebben. Hun census equester gal buneen plaats onder de equites (ridders of ruiters) of deed hen by het

voetvolk den rang van tribumrs nrilifrrnr bekleeden. nit bewijst bet

Page 413: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

40 6 .9,ASTEEKENINGEN.

voorbeeld van Scipio ; zelfs dat van Horatins ; hoewel deze de zooneens vrijgelatenen was ; maar by had een beschaafde opvoeding ont-fangen en zijn vader was niet onbemiddeld. In tijden echter vanwoeling en tweespalt , en onder de regering van dwingelanden alsCaligula en Nero , teen al de banden der rnaatschappij verbroken ende voorvaderlijke instellingen veracht en omgekeerd werden , had hetechter meermalen plaats , dat jongelingen van een goede , zelfs vaneen edele geboorte , van him eigendom en aanzien beroofd , dencensus equester niet bezaten en, wildeu zy zich in de krijgsdienstbegeven , een geringen rang voor lief moesten semen.

Dat Aquilius overigens Primipilus ware, kon ook bovendien ourzijn jonge jaren verwondering wekken. De Primipilus toch was nietslechts de eerste , maar ook de oudste der Centurionen , die, van traptot trap opgeklernmen , dien rang dikwijls eerst met zijn zestigstejaar bereikte.

Duni locupletenz argent tibi se.r«gesiians (man,

Afferatzegt JUVENALIS. Ook deze zwarigheid heldert Aquilius op, door hetvermelden der vriendsehap , welke Hordeonins hem toedroeg en doorhet afsterven van oudere Hoplieden.

Het Primipilaat blijkt wijders nit de aangehruilde plants van Jove-

nalis , een goed baantjen te zijn geweest. Varnlaar , dat Aquilius in

ntijn verhaal geert geldgebrek schijnt te. hebben

Bladz. 235. Reg. 15. Het volkrijke Luadannia , waarvan bier terplaatse en elders wordt gewach gemaakt , moet door niemand metLeyden werden verward , maar was stellig nader aan zee gelegen , en

de echte plants wear het zich beyond , is niet weer te bepalen.Overigens is die seam van _Leyden, Leydnin , Lugduzzun z, 't Welk

alley laay drain beteekent , aan verschillende plaatsen gegeven geweest.

Bladz. 230. Reg. 30. Dc schandelijke wijze , waarop door de Ro-meinsche wervers in deze landen gehandeld wend , wordt door TACITUS

Hieol. lib. IV. aldus verhaald : Jesse Batavorunt juventzzs

ad delectum vocabatur; pew suapte natura graven onerabant nanistri

avaritia ae luxu, seizes ant invalidos conquirendo, quos 'yeti° di--

znitterent rursus inpubes , sed .fauna conspieui (et est perique

procera pueritia) ad struprunz trahebantur. Men ziet , dat ik nitwelvocglijkheid de gepleegde schanddaden nog verzacht heb.

Page 414: ROMANTISCHE WERKEN - dbnl · gere schrijvers my geleerd heeft: en faal ik , de schuld zal niet by my, maar by hen gelegen zijn. 1k zal wijders de reeks mijner verhalen zoodanig pogen

AANTEEKENINGEN. 407

Blade. 322. .Reg. 11. Deze , gelijk de vroeger voorkomende regelsvan Horatius zijn aan de ,voortreffelijke vertaling van P. van Win-ter, N S.z. ontleend.

Blade. 356. Reg. 17. Het bereiden van zoogeriaamde liefdedranken(philtre) was in die eenw onder de Romeinen een zeer gewone zaak,waarop meermalen door de schrijvers van dien tijd gedoeld wordt.Oak heden sehijnt men bet geheim , daarvan te Rome nog niet verge-ten te zijn : althands men vindt aldaar nag lieden, die ze aan delichtgeloovigen tegen hoogen prijs verkoopen. Gelukkig , indien zyeven onsehadelijk zijn als het philtre in bet Zangspel van AUBNIlt ,

hetwelk dien canto draagt.

Blade. 395. Reg. 15. TAcrrus zegt van hem Lib. V. cap. 21:&kilns , sed eventa darns. Aderat .fortnna , diem nbi axlesdefilisses

Blade. 396. Reg. 15. Dc plants wear , en de wijze hoe dit mond-gesprek tussehen de beide Veldheeren gehouden werd, zijn moeilijk tobepalen. Scinditur Nabaliae flarnisaic pony , zegt TACITUS. Sommigenhebben dit willen vertalen met : de brust over de rivier word/ te

Nabalia gebroken ; — my komt echter de gewone vertaling , debang over den vloed Nabalia , verkieslijker voor. Of nu, door ditNabalia , naanwe 71raal of nark Waal, of iets tinders verstaan moot:worden , zal wel altijd onzeker blijven.

Blade. 400. Reg. 20. Het huwelijk tussehen eon :Romein en eenvrouw nit een vreernd land werd schandelijk geoordeeld, ja kon denman zijn burgerrecht doen verliezen.

Milesne Grassi conjege harbam

Ter pis maritas riait

zegt Ho:KATI-vs.