Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus...

28
• TIEN JAAR SCEN: TERUGKIJKEN EN VOORUITZIEN • ELS BORST: ‘DE LAATSTEWILPIL? IK ZIE NIET WAT ER TEGEN IS’ Relevant NVVE • nummer 3 • augustus 2007 Bent u er beter van geworden? EXTRA FOTOBIJLAGE

Transcript of Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus...

Page 1: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

• TIEN JAAR SCEN: TERUGKIJKEN EN VOORUITZIEN

• ELS BORST: ‘DE LAATSTEWILPIL? IK ZIE NIET WAT ER TEGEN IS’

RelevantNVVE • nummer 3 • augustus 2007

Bent u er beter van geworden?

EXTRAFOTOBIJLAGE

Page 2: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

RUBRIEKEN 7 COMMENTAAR 15 KORT 16 RELEVANTE KWESTIES 19 BRIEVEN

21 BACK TO BASIC 22 IN BEELD 24 NVVE NIEUWS 26 HET BUREAU 26 DIENSTEN

4 De euthanasieconsulentSinds tien jaar is Bert van den Ende euthanasieconsulent in

het Albert Schweitzer ziekenhuis. ‘Als een patiënt bij ons over

euthanasie begint, raken mensen op de afdeling niet meteen

in de stress. Ze weten: daar hebben we iemand voor, die bel-

len we. Dat geeft rust op de afdeling.’

8 Vijf jaar euthanasiewetOp 1 april 2002 werd de euthanasiewet van kracht. Nederland

schreef er wereldgeschiedenis mee. Nu, vijf jaar later, is het tijd

om een eerste balans op te maken: wat heeft de wet de indivi-

duele burgers gebracht?

10 10 jaar SCENSteun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland bestaat tien

jaar. Een goed moment om terug te kijken op wat er is bereikt

en vooruit te zien naar de toekomst.

12 Auto-euthanasiePsychiater Boudewijn Chabot promoveerde onlangs op een

proefschrift over mensen die het levenseinde zelf in de hand

nemen. Dit door in overleg met naasten te stoppen met eten en

drinken of door het innemen van medicijnen. Verpleeghuisarts

Bert Keizer en schrijfster Karin Spaink houden het onderzoek

tegen het licht.

17 De euthanasiepraktijkMede dankzij de inzet en betrokkenheid van oud-minister Els

Borst kreeg Nederland als eerste land ter wereld een euthanasie-

wet. En nog steeds is ze sterk bij het onderwerp betrokken. ‘De

beschikbaarheid van de laatstewilpil moeten we gewoon regelen.’

FOTOKATERN Het Klaverblad in Eindhoven biedt onderdak aan mensen die

al langere tijd worstelen met een doodswens. Hier krijgen ze de

rust en de tijd om over hun wens na te denken, zodat ze uitein-

delijk weloverwogen kunnen kiezen voor het leven of niet.

Relevant volgde de bewoners.

Relevantis een uitgave van deNederlandse Verenigingvoor een Vrijwillig Levens-einde en verschijntviermaal per jaar

augustus 2007jaargang 32, nummer 3

RedactieadresRelevant, Postbus 753311070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90fax 020 - 420 72 16e-mail [email protected]

EindredactieMarleen Peters

BureauredactieRonald van Rheenen

RedactieHans van DamLeo EnthovenWalburg de JongAnja KrabbenMarleen SwenneFred Verbakel

FotografieCharlotte Bogaert

VormgevingKees Wagenaars, Breda

DrukHollandia Printing,Heerhugowaard

Oplage115.000

AbonnementRelevant is gratis voorleden. JaarabonnementNederland voor niet-leden € 10. Overige landenop aanvraag

Gesproken versieVoor mensen met eenleeshandicap is Relevantop cd-rom verkrijgbaar.Aanvragen via het bureauvan de NVVE

AdvertentiesAcquire Media, Leen WeijsMarconistraat 1c8013 PK Zwolle tel. 038 - 460 63 84, fax038 - 460 63 18, [email protected]

CopyrightNVVE, AmsterdamOvername van artikelen is toegestaan mits metbronvermelding en inoverleg met de redactie

ISSN 1381-2866

INHOUD

Relevant 3/2007

Page 3: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

VIJF JAAR LATERDe euthanasiewet functioneert nu vijf jaar. Tijdens het NVVE-sym-posium Vijf jaar euthanasiewet. Bent u er beter van geworden...?op 28 september maakt de NVVE een eerste balans op. In ditnummer van Relevant een voorzet. Centrale vragen zijn: functio-neert de wet zoals die is bedoeld? Waar kunnen mensen in dui-delijke euthanasiesituaties nou eigenlijk op rekenen? Wordt dereikwijdte van de wet voldoende gebruikt? Of worden de eisen juiststrenger? De antwoorden hebben veel te maken met het maat-schappelijk politieke klimaat van de laatste jaren. De wet is welis-waar met een royale meerderheid in achtereenvolgens de Tweedeen Eerste Kamer aangenomen, maar het liberale klimaat ten aan-zien van het zelfgewilde einde was ten tijde van het parlementairedebat al aan het kantelen. Steeds vaker is te horen ‘dat het tochook niet zomaar moet kunnen’. Naar de letter zal niemand dit be-twisten, maar er spreekt een grotere terughoudendheid uit dan ereerder was. Onder artsen was er een vergelijkbare ontwikkeling.De steun voor een regeling was en is groot, maar al tegen de tijddat de wet van kracht werd, waren ook de eerste geluiden te ho-ren dat de praktijk wél aan strenge eisen gebonden zou zijn. Deze kanteling kreeg de wind in de rug. Ten eerste van de HogeRaad die huisarts Sutorius eind 2002 veroordeelde op een crite-rium dat men ter plekke formuleerde, namelijk dat iemand ziekmoet zijn om voor hulp bij zelfdoding in aanmerking te komen. DeRaad veroordeelde de huisarts op een criterium dat ten tijde vanzijn hulp niet bestond. (Sutorius gaf hulp bij zelfdoding aan oudPvdA-senator Brongersma die niet ongeneeslijk ziek was, maarleed aan het leven.) De uitkomst: de praktijk werd verder beperkt,wat kennelijk belangrijker was dan rechtvaardigheid. En dan is er de al jarenlange roep om normen en waarden. De uit-straling hiervan reikt zeker ook tot in de vragen van leven en dood,zoals abortus en euthanasie. Het huidige zich christelijk-sociaalnoemende kabinet maakt er echt werk van. De euthanasiewetwordt weliswaar niet veranderd, maar via de achterdeur wordenbeperkingen aangebracht. Bijvoorbeeld door te stellen dat eerst al-le palliatieve mogelijkheden uitgeput moeten zijn om voor eutha-nasie in aanmerking te komen. Ook hier: wind in de rug voor res-trictie, die al gaande was. Huisarts Diemel zegt in dit nummer vanRelevant dat hij al in 2004 uit SCEN is gestapt, omdat er steedsmeer nadruk kwam te liggen op palliatie en je zo langzamerhandal zo goed als dood moet zijn om voor euthanasie in aanmerkingte komen. Kortom, er is alle reden om op het symposium kritischnaar de praktijk te kijken. Terugkijken is ook vooruitkijken. Hoe kunnen verworvenheden wor-den vastgehouden, tekorten worden aangepakt en uitholling vande praktijk worden voorkomen? Uit een onderzoek van psychiaterChabot blijkt dat een ongedacht aantal mensen, 4400, jaarlijks inoverleg met hun naasten het heft in eigen hand neemt en zelfmedicijnen bij elkaar sprokkelt of stopt met eten en drinken. Auto-euthanasie noemt hij dit. Hoe dit gewaardeerd moet worden, staatte bezien. In dit nummer meer hierover, maar het getal zegt ookiets over de beperkte toegankelijkheid tot “gewone” euthanasie.Zeker als ook wordt gekeken naar de mensen die los van hunnaasten het heft in eigen hand nemen. Eén conclusie is al wel dui-delijk: de hulp bij het zelfgewilde sterven is nog niet veilig gesteld.■

3

12

17

4

REDACTIONEEL

F

8

Page 4: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

4

R

Page 5: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

5

Bert van den Ende moet hartelijk lachen om de vraag:‘Is het een leuk baantje, euthanasieconsulent in eenziekenhuis?’ Zijn antwoord is serieus, zoals hij tijdenshet hele interview ingetogen, betrokken en ernstigpraat over zijn werk als euthanasieconsulent. Datlevert hem trouwens met gemiddeld 35 euthanasie-verzoeken per jaar geen dagtaak op; vier uur per weekheeft het College van Bestuur ervoor vastgelegd. Hetvormt wel een belangrijk onderdeel van zijn werk alsgeestelijk verzorger, waarvoor hij een ander visite-kaartje heeft. Van den Ende: ‘Leuk kan ik het niet noe-men. Het is zo ontzettend nódig. Om zo’n moeilijkevraag met zijn weerslag op alle betrokkenen op eengoede manier te begeleiden, dat geeft voldoening.Maar ook spanning, het vergt heel veel. Ik heb de ver-antwoordelijkheid om het proces goed te laten verlo-pen en te zorgen dat iedereen na de uitvoering zijn op-vang heeft. In een ziekenhuis loopt euthanasie andersdan in een thuissituatie. Hier kijken veel meer mensenmee. Een specialist en een verpleegkundige kunneneen andere opvatting hebben. We besteden ook aanhen aandacht.’

Nooit overhaastVan den Ende wordt er meteen bij betrokken als eenpatiënt het onderwerp euthanasie aan de orde stelt.Hij geeft de patiënt een in eigen beheer gemaakte eu-thanasiefolder. Daarin staat beknopt maar glashelderbeschreven wat euthanasie is, dat euthanasie be-spreekbaar én uitvoerbaar is in het ziekenhuis, welkede wettelijke bepalingen zijn en wanneer en hoe deeuthanasieconsulent in beeld komt. Daarnaast krijgtde patiënt van hem twee formulieren: een behandel-verbod en een euthanasieverzoek. ‘In een eerste infor-matief gesprek leg ik uit wat het verschil tussen dietwee is, ook juridisch. Met een behandelverbod geefteen patiënt aan wat hij wel en niet wil op medischgebied en daar moet een arts zich aan houden. Eeneuthanasieverzoek is, zoals de naam al zegt, eenverzoek. De beslissing is en blijft aan de arts, ook aldenken sommige mensen dat ze er recht op hebben.

Zo van: ik heb mijn handtekening gezet, klaar, het ge-beurt. Zo eenvoudig is het níet. We raden de patiëntaan om er samen met de familie over na te denken.Daar trekken we al gauw twee weken voor uit, we gaannooit overhaast te werk. Als die formulieren zijn inge-vuld en ondertekend volgen gesprekken met de artsover het vervolg. Het zwaartepunt ligt bij de gesprek-ken met de medisch specialist. Dan kunnen patiëntenaangeven wat ze als ondraaglijk lijden beschouwen.’

Moeilijke vraag‘We praten in Nederland niet gemakkelijk over de dood.Het is van belang dat mensen in een vroeg stadiumbespreken hoe ze hun leven willen afronden. Als zewilsonbekwaam zijn kan dat niet meer. In het zieken-huis zien we dat mensen er pas op het allerlaatsteogenblik over beginnen, als het gaat wringen. Danstaan we gezamenlijk onder zó’n grote druk. Soms wil de familie een versnelde procedure, dat kannatuurlijk niet. Als iemand in het ziekenhuis belandt,is dat in eerste instantie voor een behandeling. Dearts wil zijn patiënt beter maken, dat is zijn functie,daar is hij voor opgeleid. Als het dan gaat om afron-ding van het leven, moet de arts daar geleidelijk inmeegenomen worden. Onderschat niet hoe belastendeuthanasie voor artsen is, en trouwens ook voor ver-pleegkundigen. Hun eigen achtergronden en opvattin-gen gaan meetrillen. Het blijft altijd een heel moeilijkevraag. Sommigen hebben er slapeloze nachten vanen soms zijn specialisten niet in staat om de volgendedag spreekuur te houden.’

Bindende rolHet Albert Schweitzer ziekenhuis publiceert elk jaareen Jaarverslag euthanasieconsulent. Zo ook over2006. Het omschrijft zijn werkzaamheden: 1. het ver-helderen van de euthanasievraag; 2. het verstrekkenvan informatie aan patiënt, familie en alle andere be-trokkenen; 3. het regelen van multidisciplinair overleg,als ook het creëren van draagvlak; 4. het zorgen voorde zorgenden; 5. het regelen van organisatorische as-

Bij het afscheid geeft hij zijn visitekaartje. Dat vermeldt zwart op wit: Drs. H.C. van den Ende, euthanasie-

consulent. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En dat is het ook, al tien jaar lang, binnen het

Albert Schweitzer ziekenhuis met in totaal vier vestigingen in Dordrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.

Daarmee is dit ziekenhuis uniek, want geen van de andere ongeveer honderd ziekenhuizen in Nederland

kent zo’n functionaris. Door Leo Enthoven

EUTHANASIECONSULENT

‘EUTHANASIE BLIJFT ALTIJDEEN HEEL MOEILIJKE VRAAG’

Page 6: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

6

Relevant 3/2007

pecten rond de uitvoering; 5. het verlenen van nazorg.De euthanasieconsulent heeft vooral een bindende enbegeleidende rol, benadrukken Van den Ende en Edde Vogel die ziekenhuisapotheker is en voorzitter vande “klankbordgroep euthanasieconsulent” van het zie-kenhuis. De klankbordgroep kijkt op een afstandjenaar de gang van zaken en is praatpaal voor de tweeeuthanasieconsulenten die aan het ziekenhuis zijnverbonden. (Sinds augustus 2004 vervult ook geeste-lijk verzorger Martie Ottens de functie van euthanasie-consulent.)Het jaarverslag vermeldt dat van de 35 patiënten diein 2006 over euthanasie begonnen, er 26 géén schrif-telijk euthanasieverzoek hadden. Verreweg de meestevragen om euthanasie (29) kwamen van kankerpatiën-ten. Aanleidingen voor het verzoek waren (angst voor)aftakeling, pijn, ontluistering, ondraaglijk lijden, be-nauwdheid, angst om te stikken of ze waren uitbehan-deld, wilden een lijdensweg voorkomen of niet totaalafhankelijk worden. Bij sommige patiënten speeldeook een rol dat ze van nabij een naar stervensproceshadden meegemaakt. Uiteindelijk werden in 2006 slechts twee van de 35verzoeken gehonoreerd. Het betrof vrouwen van 36en 72 jaar. In beide gevallen was er sprake van uitbe-handelde kanker. Hun wens beantwoordde aan allezorgvuldigheidseisen die de wet stelt. Beide gevallenzijn intern uitvoerig geëvalueerd, ook met de families.

Niet gehonoreerdRedenen waarom een euthanasieverzoek niet werdgehonoreerd waren in de meeste gevallen dat de pa-tiënt niet aan de zorgvuldigheidscriteria voldeed (in 16gevallen), de patiënt af zag van zijn verzoek, overleedterwijl de procedure nog liep of de vraag nog niet ac-tueel was. Van de 33 patiënten wiens euthanasiever-zoek niet werd uitgevoerd, waren er in maart 2007(datum jaarverslag) nog dertien in leven. Twaalf over-leden er in het ziekenhuis, twee in een verpleeghuisen zes overleden er thuis, waarvan er twee alsnogeuthanasie kregen van hun huisarts.Het jaarverslag toont aan dat élk jaar de meesteeuthanasieverzoeken niet worden gehonoreerd. In deafgelopen zes jaar waren er 207 verzoeken om eutha-nasie. Daarvan werden er 22 gehonoreerd. Voor zoverbekend ontbreken vergelijkbare cijfers van andere zie-kenhuizen. Daardoor is niet vast te stellen of het hiereen gemiddelde betreft of dat de cijfers van het AlbertSchweitzer ziekenhuis afwijken.

BufferHet ziekenhuis maakt onderscheid tussen verzoeken“binnen afzienbare tijd” en “op langere termijn” om-dat een aantal verzoeken niet bedoeld is voor onmid-

dellijke uitvoering. Van den Ende: ‘We maken ook on-derscheid tussen mensen die al eerder over euthana-sie hebben gesproken en mensen die dat pas in eenerg laat stadium doen. In die laatste gevallen hebbenwe tijd nodig om goed in te schatten of de vraag seri-eus en gerechtvaardigd is.’ Zowel Van den Ende alsDe Vogel benadrukken hoe belangrijk het dan ook isom in een vroeg stadium – liefst als je nog gezondbent – met de (huis)arts te praten over euthanasieen om de zaken goed vast te leggen.Van den Ende: ‘Een enkele keer is het heel moeilijk inte schatten wat de persoon zelf eigenlijk wil, wat zijnmotief is. Soms komen heel andere elementen naarboven en zijn we blij dat we de euthanasie niet heb-ben doorgezet. In één geval bleek het huis al leegge-ruimd; was de familie wat voortvarend geweest. Ineen ander geval had de familie al van alles geregeldmaar waren wij blij dat overplaatsing naar een hospicede beste oplossing was. Soms is euthanasie een goe-de oplossing, andere keren is dat goede pijnbestrij-ding, palliatieve sedatie, versterven of terugkeer naarhuis om daar in rust te overlijden.’Eventuele druk van de familie speelt geen rol in hethele proces en mag de zorgvuldigheid niet in de wegstaan, benadrukt De Vogel. De consulent speelt danook een beetje de rol van buffer. De arts staat er nietalleen voor. Deze kan elke stap binnen het begelei-dingsteam, dat bestaat uit de specialist, de direct bijde patiënt betrokken verpleegkundige en de euthana-sieconsulent, aan de orde stellen.

VerbindingsmanWe gaan even terug in de tijd. Van den Ende: ‘Ruimtien jaar geleden merkte ik bij toeval dat tussen artsen verpleegkundigen niet gesproken werd over eutha-nasie, er werd meegedeeld: “Morgen vindt een eutha-nasie plaats.” Dat gaf commotie op de afdeling. Daarkwam ik bij toeval achter. Ik had daarvoor een aantaljaren in een ander ziekenhuis gewerkt met de anesthe-sist Piet Admiraal (die baanbrekend werk heeft gedaanvoor de euthanasiebeweging, red.). Ik heb alle partijenaan tafel gekregen voor een gesprek. Dat raakte be-kend in het ziekenhuis. Zo is het gaandeweg ontstaan.Na een incident in een ander ziekenhuis heeft de di-rectie van ons ziekenhuis bepaald dat ik voortaan bijalle euthanasievragen betrokken moest worden.’De Vogel vult aan dat dat besluit van de ziekenhuis-directie niet alleen een reactie was op incidenten.‘Er werken hier tweehonderd specialisten. Dan is hetgoed om in elk geval één iemand in het ziekenhuis tehebben die over alle kennis beschikt, de zorgvuldig-heidscriteria kent, adviezen geeft, ervaring opbouwt,als gesprekspartner kan dienen en een verbindings-man is tussen patiënt, familie, verpleging en arts.

‘Ik vind dat ik vanuit mijn geloof dicht bij de mens

moet zijn. Ik mag niet tegen hem zeggen: bij deze

cruciale vraag laat ik je alleen staan’

Page 7: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

7

CIJFERSAls je, zoals ik, vaak deelneemt aan discussies over(medische) beslissingen rondom het levenseindestaan steeds vragen naar de aantallen centraal. Inhet buitenland scoort de Nederlandse wet dan vaakeen onvoldoende. Meer nog dan hoe de besluitvor-ming plaats vindt en hoe zorgvuldig euthanasie enhulp bij zelfdoding worden toegepast, lijkt hoe vaakhet gebeurt de belangrijkste vraag. Nou is die weten-schap, sinds het eerste grootschalige onderzoeknaar de euthanasiepraktijk in 1991 verscheen, na-tuurlijk ook een van de belangrijke factoren geweestop basis waarvan een euthanasiewet zich hier konontwikkelen. Het levensbeëindigend handelen bleekimmers een qua aantallen hanteerbaar probleem: bijslechts 1,7 procent van alle sterfgevallen was ersprake van euthanasie of hulp bij zelfdoding. En diegetallen zijn sindsdien niet onrustbarend gestegen.Ook het aantal keren dat dokters actief het leven vaneen patiënt beëindigden zonder dat er een verzoekaan ten grondslag lag, oversteeg niet de 1 procent-grens en gaat zelfs naar beneden! Toch kun je ook anders naar diezelfde getallen kijken.En dat gebeurt vaak, en schijnbaar graag, in landenwaar men het niet zo ziet zitten met onze legaliseringvan euthanasie. Dan gebruiken ze bijvoorbeeld onzegetallen in combinatie met hun definities van wat al-lemaal onder euthanasie zou vallen om aan te tonendat in Nederland tienduizenden(!!) patiënten doordokters worden gedood zonder dat er daartoe eenverzoek was. Denk aan het stoppen van zinloosmedisch handelen (zoals indertijd gebeurde bij deAmerikaanse comapatiënte Terri Schiavo) wat nietsmet euthanasie te maken heeft, maar wel heel vaakzo wordt genoemd. Het blijft dan altijd lastig uit te leg-gen dat de getallen echt geruststellend zijn. En datde door ons in 1985 reeds overeengekomen definitievan euthanasie het gemakkelijker heeft gemaakteuthanasie in juridische en wettelijke termen te vat-ten, en wel zodanig dat transparantie ontstond enmaatschappelijke controle mogelijk werd. Helaas lijkt ook in Nederland het cijfervirus vat te krij-gen op de discussies. Sinds het laatste onderzoeknaar de euthanasiepraktijk spitst de discussie zichtoe op het gegeven dat het aantal euthanasiegevallenmet 1200 is gedaald en het aantal mensen dat pal-liatieve sedatie kreeg met 1200 is gestegen. Interes-santer dan deze cijfers is eigenlijk de vraag of dat eengoede of een foute ontwikkeling is. Maar nog belang-rijker is de vraag, die in onderzoek en met getallennog nooit is beantwoord, of alle overledenen hetsterfbed kregen dat ze wensten. Voor een antwoorddaarop is echt meer nodig dan cijfers alleen. Maar toch, zonder getallen waren we nooit zover ge-komen en zouden we ook niet verder kunnen. Decijfers tonen in elk geval aan dat legalisering vaneuthanasie niet leidt tot ontaarding. En dat is toch ze-ker een dikke voldoende waard!

COMMENTAARRob Jonquière, directeur NVVE

7

Tien jaar geleden was ook de huidige wet er nog niet.Het gaat met name om het ondersteunen van verple-ging en specialisten voor, tijdens en na het proces.De staf vroeg om verankering, om structuur.’

IngeburgerdTaak en functioneren, bevoegdheden, positie binnenhet ziekenhuis, relatie tot verpleging, tot artsen, totklankbordgroep, tot directie – alles is nauwkeurig enhelder vastgelegd in het Protocol Euthanasie van hetziekenhuis. De jongste versie dateert van 2004. Er ismenskracht beschikbaar, budget en tijd. In veel andereziekenhuizen hebben commissies ethiek een belangrij-ke rol bij euthanasiegevallen. Het Albert Schweitzer zie-kenhuis denkt dat een consulent met een naam, eentelefoonnummer, een eigen kantoor – en een visite-kaartje – voor alle betrokkenen minder afstandelijk isdan een commissie. De praktijk lijkt het gelijk van hetziekenhuis te bewijzen. Betrokkenen weten heel snelde euthanasieconsulent te benaderen. De naam is inhet ziekenhuis gaandeweg ingeburgerd. Bewust kiesthet ziekenhuis voor handhaving van de naam euthana-sieconsulent en deze niet te veranderen in bijvoor-beeld “consulent levenseinde”. De Vogel: ‘Dan komener zoveel moeilijke vraagstukken op zo iemand af, datis niet te behappen.’Van den Ende: ‘Elke grote zorginstelling zou eeneuthanasieconsulent moeten hebben. Uit onderzoek isgebleken dat in sommige ziekenhuizen maar wat wordtgedaan. De ene arts denkt er zus over, de ander zo.De ene specialist doet het zelf, de ander laat het aaneen arts-assistent over. Er moet één iemand zijn diealle ins en outs kent. Dat geeft structuur. Als eenpatiënt over euthanasie begint, raken mensen op deafdeling niet meteen in de stress. Ze weten: daarhebben we iemand voor, die bellen we en we zien welwaar dat op uitkomt. Dat geeft rust op de afdeling.’

GeloofAls rooms-katholiek geestelijk verzorger weet Van denEnde dat zijn werk als euthanasieconsulent op ge-spannen voet staat met het officiële standpunt van derooms-katholieke kerk. Heel veel gelovigen worstelenmet vragen rond het levenseinde. ‘Mijn werk is men-sen begeleiden bij het zoeken naar heldere antwoor-den op moeilijke vragen. Als mensen vragen om eutha-nasie moet je daar op ingaan, vind ik. Als je een per-soon tegenover je hebt die heel erg lijdt en die vraagt:“zou je mij willen helpen”, dan kan ik niet zeggen “datmag niet van mijn kerk”. Ik vind dat ik vanuit mijn ge-loof dicht bij die mens moet zijn. Ik mag niet tegenhem zeggen: bij deze cruciale vraag laat ik je alleenstaan. Dan ben je onbarmhartig bezig met mensendie met zó’n vraag worstelen. De mensheid heeft dooralle technische ontwikkelingen de grens van de over-gang tussen leven en dood opgeschoven. Dan hebbenwe een verantwoordelijkheid als mensen na allerleibehandelingen en kuren uiteindelijk toch bij die grensaankomen. Dan kun je de grens van menselijkheidoverschrijden. Dat vind ik echt voor sommige ernstigzieke mensen die ik hier tegenkom.’ ■

Page 8: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

Dertig jaar nadat huisarts Postma in 1972 haar half-zijdig verlamde moeder op haar uitdrukkelijk verzoekeen dodelijk middel gaf, nam het Nederlandse parle-ment een wet aan die artsen de mogelijkheid biedtom een euthanasieverzoek te honoreren. Daarmeewerd euthanasie voor artsen een recht: met een be-roep op de wet mogen zij onder voorwaarden aan eeneuthanasieverzoek voldoen. Patiënten daarentegenhebben geen rechten. Die mogen euthanasie vragen,maar moeten afwachten of hun dokter gebruik maaktvan zijn recht om het verzoek in te willigen. Dit is eenessentieel punt: de wetgever heeft een afspraakgemaakt met artsen, niet met patiënten. Artsenhebben in die afspraak een grote vrijheid. Zij mogen– als zij zich aan de zorgvuldigheidseisen houden –een euthanasieverzoek inwilligen, maar onder gelijkeomstandigheden ook weigeren.

Carte blancheDe weigering door artsen om euthanasie toe te pas-sen, is aan geen enkele voorwaarde gebonden. Eengerechtvaardigd verzoek kan zomaar worden afgewe-zen. Te vaak wordt hierbij eenzijdig gekeken naar ge-wetensbezwaren: artsen die vanuit meestal religieuzeovertuiging geen euthanasie willen toepassen. Maarveel vaker zijn er heel andere motieven voor artsenom euthanasie af te wijzen. Bijvoorbeeld omdat dearts meent dat de patiënt nog niet voldoende lijdt ofvindt dat hij er zelf nog niet aan toe is euthanasie toete passen of zelfs omdat hij de patiënt niet sympa-thiek genoeg vindt. Ja, veel artsen menen dat ze ietsvan sympathie moeten voelen voor een patiënt, watjammer is voor mensen die door het leven verzuurdzijn of behept zijn met een aanleg die hen “moeilijk”maakt, zij hebben het nakijken. Niemand weegt de motieven voor afwijzing. Artsenhebben bij weigering juridisch carte blanche, niemandlegt hen iets in de weg. Moreel gezien hebben ze dievrijheid niet, maar omdat er geen juridische basis is

om afwijzing aan te pakken, blijft de morele laakbaar-heid een papieren tijger, waar patiënten dus nietsmee opschieten Bij weigering verwijzen naar een an-dere arts getuigt volgens de wetgever van “goed hulp-verlenerschap”, maar in de praktijk gebeurt dat nau-welijks. Per saldo is de hulpvrager dus overgeleverdaan de hulpverlener. Waar elke wet willekeur beoogtte bestrijden – voor de wet is iedereen gelijk, is debekende slogan – pakt de praktijk hier andersom uit.Patiënten zijn afhankelijk van de bereidheid en somsvan de moed van artsen om de in het licht van de wetgerechtvaardigde(!) hulp te geven. Een verzoek weige-ren mag gewoon, terwijl er situaties zijn waarin weige-ring in het licht van de basisbeginselen van een huma-ne ethiek immoreel zou kunnen worden genoemd.

KopschuwHier komt bij dat artsen veelal wegblijven bij de gren-zen van de wet. Ze stemmen pas in met een eutha-nasieverzoek als dat duidelijk valt binnen de criteriadie de wet stelt. Sommigen maken zelfs hun eigenregels, bijvoorbeeld door te stellen dat de patiënt inde terminale fase moet zijn. Ook hier geldt: niemand,en zeker de wetgever niet, herinnert hen aan de ruim-te die de wet kent. Twee ontwikkelingen hebben ditgevoed. Kort na het in werking treden van de wetschrokken artsen van de zware rol die zij in de rege-ling hadden, in feite schrikken ze van wat ze zelf had-den bepleit, en werden velen van de weeromstuittegenstander. Ten tweede was daar de ongelukkigeuitspraak van de Hoge Raad in de zaak Brongersma,waarin stond dat iemand een “classificeerbare ziek-te” moet hebben om in aanmerking te komen vooreuthanasie, een ziekte volgens het boekje dus. Dehoogbejaarde oud PvdA-senator Brongersma, die leedaan enkele hinderlijke ouderdomskwalen en mentaalop was maar niet dodelijk ziek, kreeg van zijn huis-arts een dodelijk middel, waarvoor deze veroordeeldwerd. Voor de praktijk is het criterium van de Hoge

8

Vanaf 1 april 2002 is de euthanasiewet van kracht. Nederland heeft er wereldgeschiedenis mee geschreven.

Nu, vijf jaar later, is het tijd om een eerste balans op te maken: wat heeft de wet individuele burgers

gebracht? Is het zelfgewilde sterven toegankelijker geworden en krijgen patiënten gemakkelijker de

gevraagde hulp? Benutten artsen de ruimte die de wet biedt? En kan de wetgever nu tevreden achterover

leunen? Door Hans van Dam

EUTHANASIEWET

Relevant 3/2007

Page 9: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

9

Raad onwerkbaar, maar het kwaad is al geschied.Artsen bedenken zich wel: met euthanasie moet jeoppassen, voor je het weet sta je voor de strafrechter.En de vorige voorzitter van het College van procu-reurs-generaal, Joan de Wijkerslooth, wilde versterven(het niet kunstmatig toedienen van vocht en voedingin de stervensfase) en terminale sedatie (het in die-pe slaap brengen van stervende patiënten om niet opeen andere manier te bestrijden lijden te onderdruk-ken) gaan toetsen zoals euthanasie. Enige tijd latervervolgde het Openbaar Ministerie basisarts Venckendie bij een stervende patiënt met bescheiden hoe-veelheden morfine en dormicum (sterk slaapmiddel)verstikking voorkwam; het hoger beroep kwam erzelfs op aanwijzing van de toenmalige CDA-ministervan Justitie Donner persoonlijk. Dit alles maakt artsen kopschuw. Op papier staat jus-titie op afstand, in de praktijk zit zij op de rand vanhet bed. Gewone medische beslissingen, zoals stop-

pen met behandelen of het geven van sterke pijnstil-ling, maatregelen dus die het sterven leefbaar helpenhouden, staan in een verdacht licht.

BeperkingDit alles heeft, naast bedreiging van normale hulpwaar iedereen in het uur van zijn of haar dood opmoet kunnen rekenen, een uitstraling op de praktijkvan euthanasie. Uitstraling in de zin van beperking.Instanties zoals de NVVE, de Stichting Vrijwillig Levenen De Einder zijn bekend met mensen die euthanasiein situaties die royaal binnen de wet vallen, wordtgeweigerd. Nogmaals: die praktijk kent geen enkelecontrole, laat staan sanctie. Artsen geven aan datde hulp vóór de wet werd ingevoerd royaler was dan

na de wet, wat ernstig te denken geeft. De discussieover normen en waarden die christelijke politici vanafhet eerste uur hebben aangezwengeld, heeft – zonderdat het met zoveel woorden is gezegd – de praktijkvan euthanasie in bovengenoemde zin beïnvloed. Ditgeldt nog een aantal slagen sterker voor het huidigekabinet, waarin een parlementaire christelijke minder-heid de meerderheid heeft. Omstandig heeft dit kabi-net geuit dat het de bestaande wetgeving betreffendeeuthanasie niet zal veranderen. Maar daarmee is depraktijk niet veilig gesteld, want via allerlei maatrege-len en uitspraken kan deze wel degelijk aan oneigen-lijke banden worden gelegd. Dat gebeurt al, bijvoor-beeld in de uitspraak van dit kabinet dat om in aan-merking te komen voor euthanasie eerst alle palliatie-ve maatregelen gepasseerd moeten zijn, wat in fla-grante tegenspraak is met de letter en de bedoelingvan de euthanasiewet. Zo worden voorwaarden om-gebogen in de richting van nog verdere beperking.

Tij kerenHoe zal het tij keren? Door grondige analyse van deuitwerking van de wet, met bijzondere aandacht voorwaar deze de praktijk scheef trekt en dus mensenin de kou zet. Hieruit zou logischerwijs een initiatiefmoeten groeien om de wet aan te passen. Verder iseen passende regeling nodig voor wie nu nog buitenbeeld zijn, zoals mensen met (beginnende) dementie,psychiatrische aandoeningen en mensen die uitzicht-loos lijden aan levensmoeheid. Een commissie ondervoorzitterschap van Jos Dijkhuis, emeritus hoogleraarklinische psychologie en psychotherapie, adviseert omeuthanasie bij lijden aan het leven niet uit te sluiten.En het politieke klimaat? Daar is de eerste jarenniets van te verwachten. Maar er komt ook een post-Balkenende tijdperk. Het klimaat lijkt al te kantelen.De waardering die de ChristenUnie, en de toenmaligefractievoorzitter Rouvoet in het bijzonder, kreeg in deoppositiebanken wankelt. Steeds meer mensen vre-zen voor bevoogding die vrijheden beperkt en haaksstaat op wat mensen wensen. ■

Pete

r de

Wit

Artsen geven aan dat de hulp

vóór de wet werd ingevoerd

royaler was dan na de wet

Page 10: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

10

Het terugkijken en vooruitzien deed de KNMG afgelo-pen juni tijdens een symposium voor SCEN-artsen enandere direct betrokkenen. SCEN begon in 1997 inAmsterdam als SCEA en groeide in de jaren daarnauit tot een landelijk initiatief. Op dit moment zijn er600 SCEN-artsen. Jaarlijks geven zij zo’n 3000 for-mele consultaties en ongeveer duizend keer een tele-fonisch advies aan collega-artsen. Het SCEN-project werd tien jaar geleden opgezet doorde artsenorganisatie KNMG om meer deskundigheidte brengen in de besluitvorming rond euthanasie enom collega’s steun te bieden. Voor huisarts Co Diemelwas vooral het steun bieden aan collega’s een be-langrijk punt om in 2000, toen het project ook inArnhem en omgeving van start ging, SCEN-arts teworden. Diemel: ‘Het is prettig als iemand mee kijktbij zo iets moeilijks als euthanasie en het is goed datje er met een collega over kunt praten.’ Al ziet hijSCEN eigenlijk als een voortzetting van hoe zijn eigenhuisartsengroep al werkte: ‘Hier in Arnhem was het alde gewoonte om elke vraag om euthanasie – niet dathet nu zo heel vaak voor kwam – in alle vrijheid metelkaar te bespreken. Dat bood veiligheid. De collega-huisarts, iemand uit je eigen waarnemingsgroep,functioneerde feitelijk zoals de SCEN-arts nu.’ Diemelvindt het soms nog wel eens jammer dat zo’n sterkeband met de SCEN-arts ontbreekt. ‘Met iemand dieje kent en bij wie je je vertrouwd bij voelt, kun je veelbeter en opener praten.’ Maar hij begrijpt dat die bandook averechts kan werken omdat de raadpleging vaneen bevriende arts niet altijd de onafhankelijkheidwaarborgt. En dat laatste was één van de redenenwaarom de KNMG SCEN tien jaar geleden oprichtte.

VakkundigOp dit moment raadplegen huisartsen bij een verzoekom euthanasie in 74 procent van de gevallen eenSCEN-arts. Dat cijfer blijkt uit de onlangs verschenenEvaluatie Wet toetsing levensbeëindiging op verzoeken hulp bij zelfdoding. Volgens medisch sociologeMette Rurup, die onderzoek doet naar SCEN, bleekuit een eerdere evaluatie van de wet in 2001 al datartsen SCEN-artsen positiever beoordelen dan andereartsen die als tweede arts gevraagd worden bij eeneuthanasieverzoek. ‘SCEN-artsen zijn beter op dehoogte en vakkundiger in hun advies, zo wordt alge-meen geoordeeld.’

Tijdens het symposium rondom het tienjarig bestaan,concludeerde ook KNMG-voorzitter Peter Holland datde kwaliteit van SCEN-artsen over het algemeengoed is. Maar dit betekent volgens hem niet datSCEN niet voor verbetering vatbaar is. Om het pro-fessionele gehalte te verbeteren, zullen onder ande-re de opleiding van de SCEN-artsen en de inhoud enstructuur van de consulentenbijeenkomsten opnieuwworden beoordeeld en vastgesteld en komt er eenReglement Klachtcommissie.

Relevant 3/2007

STEUN EN CONSULTATIE BIJ EUTHANASIE IN NEDERLAND

Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland, kortweg SCEN, bestaat tien jaar. SCEN geeft (huis)artsen

de mogelijkheid om bij een ervaren collega informatie en advies in te winnen bij vragen rondom euthana-

sie en een tweede arts te vragen om als onafhankelijk consulent op te treden. Een goed moment om terug

te kijken op wat er de afgelopen jaren is bereikt en vooruit te blikken naar de toekomst. Door Anja Krabben

10 JAAR SCEN:TERUGKIJKEN EN VOORUITZIEN

Page 11: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

11

Rurup: ‘Waar ook over moet worden nagedacht is eenregelmatige toets van de SCEN-artsen. Je krijgt nuéén keer een opleiding tot SCEN-arts, maar daarnaword je nooit meer getoetst op wetskennis en anderekennis, die toch aan veranderingen onderhevig is.Ook is er geen controle op je aanwezigheid bij bijeen-komsten van de consulentengroep. Je wordt veronder-steld altijd aanwezig te zijn, maar vaak afwezig zijnheeft geen gevolgen.’ Rurup zou het ook goed vindenals er een nieuwe evaluatie van het SCEN-projectplaatsvindt. ‘Zeker met het oog op verdere introductievan SCEN in ziekenhuizen en verpleeghuizen.’ Wantnog niet alle medisch specialisten in ziekenhuizenkunnen nu gebruik maken van SCEN. Peter Hollandwees daar tijdens het symposium ook op: ‘Alle zieken-huizen zouden zich moeten aansluiten bij SCEN enminstens een medisch specialist in hun staf moetenhebben die is opgeleid tot SCEN-arts.’

Snoeien en controlerenHuisarts Diemel hoopt dat de KNMG blijft benadruk-ken dat de SCEN-arts een bescheiden rol heeft tenopzichte van die van de patiënt en de behandelendarts. ‘De functie van de SCEN-arts is zuiver en alleenom te testen en te kijken of er is voldaan aan dezorgvuldigheidscriteria die in de euthanasiewet zijnvastgelegd. De uiteindelijke beslissing voor wel ofgeen euthanasie ligt bij de arts en de patiënt. Ik hebechter het gevoel dat de taak van de SCEN-artsensteeds meer een controlerende is geworden. Maardaarvoor heb je al de toetsingcommissies euthana-sie. Het is niet aan de SCEN-arts om toestemming tegeven voor euthanasie, maar daar lijkt het wel steedsvaker op. De rol van de SCEN-arts is te dominant ge-worden.’NVVE-voorzitter Eugène Sutorius bracht dit punt ookaan de orde tijdens het symposium: ‘SCEN gaat nunog over Steun en Consultatie bij euthanasie. Of ishet Snoeien en Controleren?’ Moet de gewone doktereen beetje bang zijn voor de SCEN-arts?’ vroeg hij

zich af. ‘Het gevaar dreigt dat van de SCEN-arts eencontrolerend geneesheer wordt gemaakt: “Oh, daarkomt de SCEN-arts en ik moet het KEMA-keur verdie-nen. En ik ben al zo ver met mijn patiënt en de SCEN-arts zegt dat ik dit of dat gemist heb. Nou dan maarniet.” Zo gaat het wel eens. Zo gaat het vaker dan wijwillen. Terwijl het hem nu juist zit in de onafhankelijk-heid en vertrouwelijkheid van de relatie tussen artsen patiënt. Ook al geeft de SCEN-arts een ander ad-vies dan de arts zich voorgenomen had, dan nog mag

de arts euthanasie toepassen, zonder doodsbang tezijn dat wanneer hij afwijkt van de mening van deSCEN-arts, hij vervolgd zou kunnen worden.’Volgens Rurup komt het echter niet zo vaak voor dateen SCEN-arts zegt het niet eens te zijn met een ver-zoek om euthanasie. ‘Dat wil niet zeggen dat hetgeen goed idee zou zijn de niet-uitgevoerde euthana-sieverzoeken eens goed te bekijken. Die worden nudoor niemand gecontroleerd.’

Ontsnapping aan euthanasieDiemel is in 2004 uit SCEN gestapt omdat hij zich ersteeds minder in thuis voelde. ‘De gesprekken in detoetsgroep veranderden. De nadruk kwam steedsmeer op palliatie te liggen. Er is niets tegen goedepalliatieve zorg, maar het is geen vervanging voor eu-thanasie. Op een gegeven moment kreeg ik het ge-voel dat mijn collega-artsen meenden dat je eigenlijkal zo goed als dood moest zijn, zeg binnen twee we-ken moest overlijden, wilde je euthanasie kunnen krij-gen. De nadruk kwam steeds meer op lichamelijk lij-den te liggen, zoals pijn, misselijkheid en jeuk. “Watde patiënt ook heeft, er is altijd wel een mogelijkheidom zijn pijn te verlichten”, die gedachte heerste er.De criteria werden strenger toegepast. Alsof je geeneuthanasie zou kunnen vragen bij psychisch lijden.Angsten en zorgen die men kan hebben, verlies vanwaardigheid, vooral dat laatste veroorzaakt vaak meerlijden dan lichamelijke klachten.’Diemel vraagt zich af of het feit dat er de laatste ja-ren minder euthanasiegevallen zijn geweest een goe-de ontwikkeling is of gaat er daardoor juist iets fout?‘Palliatieve sedatie kan ook gaan functioneren alsontsnapping aan de euthanasie. En dat is niet de be-doeling. Ik ben bang dat veel artsen het makkelijkervinden te sederen.’Mette Rurup ziet ook een andere kant: ‘Ik heb daar-over op het symposium gesproken met een SCEN-arts. Hij zei nogal eens te merken dat artsen die wei-nig ervaring hebben met euthanasie de vraag van depatiënt niet altijd goed weten te interpreteren. Somsblijkt dat patiënten feitelijk niet om euthanasie vra-gen, maar om palliatieve sedatie. Als SCEN-artsvraagt hij dan ook altijd aan de patiënt: wat is vol-gens u euthanasie?’

LevenseindespecialistenNVVE-voorzitter Eugène Sutorius spiegelde de SCEN-artsen tijdens het symposium een mooie toekomstvoor: ‘Ik zou me kunnen voorstellen dat u over tienjaar zegt: wij zijn de levenseindespecialisten gewor-den. Specialisten die allerlei vormen van levensbeëin-diging, van overleg met de patiënt en de hulpvrager,onder de knie hebben. De patiënt staat centraal endeskundigheid van artsen aan het eind van zijn levenis het belangrijkste, of dit nu om palliatie, euthanasieof een andere vorm van levensbeïndiging gaat. U moet blijven bij wat u eigenlijk doet: steun en con-sultatie met een professionele en deskundige distan-tie. In de toekomst moet dat uitgebreid worden, zoudat veel breder moeten worden: het gaat over mensenhelpen sterven, wanneer het zover is.’ ■

Huisarts Co Diemel: ‘Het is

prettig als iemand mee kijkt bij

zo iets moeilijks als euthanasie

en het is goed dat je er met

een collega over kunt praten.’

Page 12: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

In het proefschrift Auto-euthanasie, verborgen ster-venswegen in gesprek met naasten komt psychiateren psychotherapeut Boudewijn Chabot op een onge-dacht hoog aantal van 4400 mensen die jaarlijks zelfeen eind aan hun leven maken door in overleg metnaasten te stoppen met eten en drinken of door hetinnemen van medicijnen die ze, soms met list en be-drog, zelf verzamelen. Ter vergelijking: in 2006 ontvin-gen de regionale toetsingscommissies ruim 1900meldingen van euthanasie, minder dan de helft vanhet aantal zelfdodingen in overleg met naasten.Verpleeghuisarts, filosoof en schrijver Bert Keizerkwalificeert het proefschrift als ‘bovengemiddeldgoed’. ‘Chabot heeft echt iets neergezet. Wij dachtendat zelfdodingen incidenteel voor komen. Hij komtmet een onvermoed hoog aantal. De methodologischeberekening daarvan gaat ver boven mijn alpinootje,maar lijkt me reëel. Die zal wel kloppen.’ Ook Karin Spaink, schrijfster en columniste, vindt hetaantal zelfdodingen dat Chabot becijfert veel hogerdan ze had gedacht. ‘Het verrast me maar de logicaer achter snap ik ook wel weer. Bij oude mensen wordtversterven vaak gezien als deel van het ziekteprocesen niet aangemerkt als zelfdoding. Chabot is vrij opti-mistisch over de gevolgen van niet eten en drinken.Wat ik erover lees, is bepaald niet prettig. Hij kijktvooral naar verpleeghuizen waar mensen een goedeverzorging krijgen. Als iemand het thuis doet, dandenk ik dat het ongemak en de pijn en de ellende tochwat groter zijn dan hij in zijn proefschrift afschildert.Versterven lijkt me bepaald geen ideale methode.’

Buiten schotBijna de helft van de overledenen uit het onderzoekvan Chabot heeft de arts nooit om euthanasie ge-vraagd. Redenen die Chabot kreeg waren bijvoorbeeld:mijn broer wilde er niet om vragen want als de artszou weten wat hij van plan was, zou hij proberen hette verhinderen. Of: zij had geen kanker en daaromwas haar wens toch niet bespreekbaar voor haar arts.Chabot schrijft ook over een hoogbejaarde vrouw dierespect toonde voor de grenzen van haar huisarts bijlevensbeëindigend handelen. Zij wilde hem niet meteuthanasie belasten. Bij deze huisarts leidde dit niettot een breuk in het contact maar tot een verdiepingin de gesprekken. Toen zij met het ten dode vasten

begon gaf hij haar enkele slaap- en kalmerende tablet-ten voor het geval zij daar behoefte aan zou hebben.Vervolgens kwam hij dagelijks langs.Met die belijdenissen van autonomie is Keizer heeltevreden. ‘Ik blijf ook liever buiten schot. Je moet tochvoortdurend een drempel over. Sommige patiëntenverdienen natuurlijk gewoon euthanasie of hulp bijzelfdoding, al is het mengen van een drankje en erbijblijven als meneer of mevrouw het drinkt net zo belas-tend als euthanasie. Natuurlijk zal ik nooit tegen ie-mand die voldoet aan de zorgvuldigheidseisen zeggen:ik heb toch liever dat u zelf iets verzint. Dat zou heellullig zijn want we hebben niet voor niets dertig jaarvoor euthanasie gevochten. Maar die andere gevallendie ik niet kan helpen krijg ik ook elke dag, want ikben een bekende dokter. Dus als ze een arts nietcontinu komen vragen om een pil of een drankje wan-neer ze weten dat ze niet voldoen aan de zorgvuldig-heidseisen, daar heb ik respect voor. Als er dan tochsprake is van een akelig einde? Dan zeg ik: sorry, ditis planeet aarde en sommige dingen zijn hier nietgoed geregeld. Denk maar aan dementie. Maar ikweet ook niet hoe het beter moet.’

Om de tuin leidenWat Keizer verbaast, is dat volgens het onderzoekveel kinderen bereid zijn om hun vader of moeder tehelpen. ‘Ik heb altijd gedacht dat je je kinderen daarnooit mee mocht belasten. Zij kunnen de vraag nietbeantwoorden of je leven nog de moeite waard is.Wel je vrouw, je vriend of je buurvrouw, maar niet jekinderen omdat het je kinderen zijn. Dat is blijkbaareen misvatting want er zijn kinderen die dat met toe-wijding doen. Ik schatte het helemaal verkeerd in. Datleer ik dan weer van zo’n proefschrift. Je hoeft je kin-deren daarbij niet per se buiten schot te houden.’ Chabot beschrijft ook mensen die in eenzaamheidsterven, die hun geliefden op het laatste momentwegsturen omdat ze problemen met politie en justitievrezen. Keizer: ‘Maar de aanloop tot de doding speeltzich toch in gezelschap af en dat is iets heel bijzon-ders, vind ik.’ Probleem is: hoe krijg je de middelen. Volgens het on-derzoek van Chabot praat ongeveer een op de drie dedodelijke medicijnen met smoesjes los van een artsof apotheek, vaak in een ander Europees land. Een

DE REGIE IN EIGEN HANDTot nu toe was de stilzwijgende veronderstelling dat hoogbejaarden en ernstig zieken vrijwel uitsluitend met

hulp van een arts hun levenseinde zonder pijn of verminking konden veroorzaken of bespoedigen. Niet zelden

blijken zij echter vandaag de dag in overleg met familie en vrienden zelf de verantwoordelijkheid te nemen

voor een waardig sterven. Dit gebeurt door te stoppen met eten en drinken of door het innemen van een over-

dosis medicijnen. Op 10 mei promoveerde psychiater Boudewijn Chabot op dit onderwerp. Verpleeghuisarts

Bert Keizer en schrijfster Karin Spaink houden het onderzoek tegen het licht. Door Fred Verbakel

12

AUTO-E U T H A N A S I E

Relevant 3/2007

Page 13: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

op de vijf personen krijgt de middelen voorgeschrevendoor de eigen arts die er van op de hoogte is dat zeworden opgespaard voor levensbeëindiging. Deze art-sen willen bij een goed invoelbare doodswens behulp-zaam zijn, zeker als ze de administratieve rompslompen justitiële problemen die samengaan met euthana-sie en hulp bij zelfdoding op deze manier kunnen ver-mijden. Keizer: ‘Deze manier vind ik heel acceptabel.Ik zou er geen moeite mee hebben als mensen meom de tuin leiden om aan de dodelijke middelen tekomen. Ik heb ook wel eens een voorschot gegevenop de totale dosis en gezegd dat ze bij andere artsende rest moesten halen. Het is jaren geleden. Eenbeetje stiekem leveren is psychologisch minder belas-tend. Als ik een terminale, demente patiënte palliatie-ve sedatie geef, zodat ze nog een dag of drie, vierleeft en daarna overlijdt dan voel ik me voldaan. Maarals de familie mij onder druk zet en zegt: je spuit haarnu dood, dan zou ik dat nooit doen. Toch is in beidegevallen het resultaat hetzelfde: een dode vrouw.’

OpgelichtSpaink, die multiple sclerose heeft en borstkankerheeft gehad, kan zich heel goed voorstellen dat men-sen zelf zorgen voor spullen voor zelfdoding. ‘Voor eendeel omdat je niet afhankelijk wilt zijn van het oordeelvan een arts. Je wilt zelf kunnen ingrijpen, zoals Drion

indertijd ook zei (hij pleitte voor een middel waarmeeoude mensen zelf een einde aan hun leven kunnenmaken als ze klaar met leven zijn, red.). Een anderbelangrijk argument is voor mij dat je de arts niet ineen dwangpositie wilt brengen.’ In het boek De dood in doordrukstrip tekende Spainkin 2001 haar ervaringen op met het verzamelen vandodelijke middelen. Was het voor haar moeilijk om demiddelen te vergaren? ‘Ik heb wel flink via internetmoeten zoeken. Ik ben uiteraard ook opgelicht: welbesteld en betaald maar niks gekregen. Nu heb ik vol-doende middelen in huis om drie keer dood te gaan.Ze zitten in de oorspronkelijke verpakking. Ik heb zelaten zien aan een deskundige die ik goed ken. En devervaldatum? Er is een vuistregel: als een medicijn vijfjaar over de uiterste datum is, moet je de dosis mettien procent verhogen. Dus met mijn voorraad kan iknog jaren vooruit.’

DoorzettingsvermogenIs Spaink het met Keizer eens dat mensen, als ze aande normen voldoen, recht hebben op euthanasie ofvindt ze dat ze in eerste instantie zelf verantwoordelijkzijn en zonder medische tussenkomst een einde aanhun leven zouden moeten maken. ‘Ik voel meer voorhet standpunt van Keizer. Dat ik nou zo slim ben ge-weest om een paar jaar geleden spullen te bestellen

13

Bert Keizer: ‘Ik zou er geen moeite mee hebben als mensen me

om de tuin leiden om aan de dodelijke middelen te komen’

Page 14: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

14

Relevant 3/2007

is leuk en aardig. Maar ten eerste hebben heel veelmensen die handigheid niet en ten tweede het is in-middels een stuk moeilijker geworden om diezelfdemiddelen te vinden. Dat vergt nu veel meer kennis endoorzettingsvermogen. Van iemand die toch al niet ineen goede conditie is, kun je dat haast niet verwach-ten. Wat ik lastig vind aan het proefschrift is dat hetde suggestie wekt alsof het vrij makkelijk is om viahet verzamelen van pillen zelf een eind aan je levente maken. Dat is het niet.’ Zou Karin Spaink zelf eerst een arts vragen om eutha-nasie of zou ze liever haar eigen middelen innemen?‘Het hangt erg van de situatie af. Als ik denk: ik hebhet wel gehad met het leven dan is het aan mij omer een eind aan te maken. Maar stel dat de kankerterugkomt en dat het ondanks chemo en bestralingverkeerd afloopt, dan ga ik niet met mijn eigen medi-

cijnen knoeien omdat ik dan al zoveel rommel binnenheb. Bij kanker en ook bij aids hebben artsen eengroot hart en denken ze ruim. Daar is een soort ge-bruiksregel voor euthanasie ontstaan. Bij andere ziek-tes, denk aan dementie en multiple sclerose, is eutha-nasie minder makkelijk te krijgen. Dan zijn ze een stukvoorzichtiger en behoudender en zul je zelf wat moe-ten verzinnen.’

Term auto-euthanasieChabot vermijdt in zijn proefschrift zoveel mogelijk hetwoord zelfdoding of suïcide. Hij heeft het over auto-euthanasie. Voor hem is het verschil dat bij suïcidebijna altijd (in ongeveer 90 procent van de gevallen)methoden worden gebruikt die voorafgaande aan hetsterven het lichaam verminken of pijnigen. Hij noemtophanging, (voor een trein) springen, verdrinking, hetgebruik van (landbouw)gif of een vuurwapen. Niet ver-minkende methoden die tot de dood leiden via eentussenfase van diepe slaap (met slaapmiddelen ofkoolmonoxide) worden gebruikt bij een klein deel vande geregistreerde zelfdodingen. Volgens Chabot is hetonderscheid dat bij auto-euthanasie iemand wel zelf-standig, zonder dat een arts een dodelijke handelingverricht, zijn of haar leven beëindigt maar na gesprek-ken met intimi of zorgverleners. Karin Spaink is tegen de term auto-euthanasie. ‘Dezeonnodig sjieke term suggereert dat je hier ook allerleiregels en procedures nodig zou hebben terwijl hetgaat om mensen die zelfstandig besluiten dat het ge-noeg is geweest. Die begripsverwarring is onhandigvoor de discussie en roept een raar soort scheidingop tussen vormen van zelfdoding die wel of niet ac-ceptabel zouden zijn. Ik zou liever zien dat hij zichdruk zou maken over mensen bij wie het verzoek omeuthanasie op onduidelijke gronden wordt afgewezenen die daarom naar deze wegen moeten grijpen.’

Zorgvuldige betoogtrantVoor Keizer had Chabot zijn proefschrift ook niet Auto-euthanasie hoeven noemen, maar hij is wat milder:‘Ach ja, auto-euthanasie. Het is een beetje een ge-wrongen term, zeker voor mij als hbs’er. Zeg het tochgewoon in je moerstaal, denk ik dan, maar goed.’ Door Chabots eerdere beschrijvingen van dorsten envasten en door z’n proefschrift is Keizer in de praktijk,zoals hij zelf zegt, een rustiger dokter geworden.‘Door Chabots zorgvuldige betoogtrant ontwikkel jemeer zelfvertrouwen. Op grond van feiten in plaatsvan gissingen. Hij komt heel overtuigend over. Zorgvoor goede palliatie om mondproblemen, doorliggenof hallucinaties te voorkomen of op te lossen. Dage-lijkse controle is nodig, anders gaat het niet. Het iszeer terecht dat Chabot cum laude promoveerde.’ ■

Boudewijn Chabot • Auto-euthanasie, verborgen stervens-wegen in gesprek met naasten • Uitgeverij Bert Bakker2007 • € 34,90 • ISBN 978 90 351 3161 3

Het boek van Karin Spaink De dood in doordrukstrip (Nijghen Van Ditmar, 2001) is niet meer leverbaar.

Karin Spaink: ‘Bij ziektes als

dementie en multiple sclerose

is euthanasie minder makkelijk

te krijgen en zul je zelf wat

moeten verzinnen’

Page 15: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

15

Artsen versnellen vaakstervensprocesIn 43 procent van alle sterfgeval-len in 2005 heeft de arts een me-dische beslissing genomen rondhet levenseinde van een patiënt.Gemiddeld werd hiermee het levenvan de patiënt met vier dagen be-kort. In 3 procent van de gevalleneindigde het leven meer dan eenmaand eerder. Dit blijkt uit cijfersvan het Centraal Bureau voor deStatistiek (CBS) die op 2 juli be-kend werden gemaakt. Vaak (in bij-na 60 procent van de gevallen)ging het hierbij om pijn- en symp-toombestrijding. In bijna 40 pro-cent van de gevallen besliste dearts om een patiënt niet te behan-delen of een behandeling te sta-ken, en in 5 procent van dezesterfgevallen was er sprake vaneuthanasie of hulp bij zelfdoding.Dit laatste cijfer is lager dan uiteerdere onderzoeken in 1995 en2001 naar voren kwam.

Belgische arts lokt debat uitmet illegale euthanasieDe Gentse arts Marc Cosyns, diebegin juli in de Belgische mediaverkondigde op een illegale maniereuthanasie toe te zullen passen bijeen van zijn patiënten, heeft uit-eindelijk toch afgezien van zijnvoornemen. Cosyns zei geen ad-vies van een tweede arts te zullenvragen en de euthanasie ook niette melden bij de federale controle-en evaluatiecommissie voor eutha-nasie. Cosyns wilde op deze ma-nier een debat uitlokken over deeuthanasiewet in België. Hij vindthet onzin dat voor het toedienenvan dodelijke barbituraten specialevoorwaarden en regels gelden, ter-wijl deze niet gelden voor anderevormen van medisch begeleid ster-ven, zoals het stoppen met behan-delen, versterven en palliatieve se-datie. ‘Ik wilde geenszins de wetovertreden als provocatie. Wel wil-de ik het debat aanwakkeren in deaanloop naar de volgende beleids-verklaring,’ zei hij tegen het pers-bureau Belga.

Californië wijst wetsvoorstelhup bij zelfdoding afEen wetsvoorstel dat hulp bij zelf-doding onder strenge voorwaarden

moest regelen in de Amerikaansestaat Californië is op 7 juni na eenelf uur durend debat door de As-sembly afgewezen. Het wetsvoor-stel was gebaseerd op de DeathWith Dignity Act in Oregon. Dezewet staat artsen onder strengevoorwaarden toe dodelijke midde-len te verstrekken aan terminalepatiënten. De katholiek Fabian Nu-nez die het wetsvoorstel indiende,heeft aangekondigd in 2008 op-nieuw een poging te zullen doenom het wetsvoorstel aangenomente krijgen.

Bewoners willen af van“House of Horrors”Bewoners van een flat in Zürich wil-len af van het “zelfmoordhotel” datis gevestigd in een flat op de vierdeverdieping van hun huizenblok. Inacht jaar tijd hebben honderdenmensen in een woning in de flateen einde aan hun leven gemaakt.De woning wordt gehuurd door Dig-nitas, een Zwitserse verenigingvoor hulp bij zelfdoding.‘We noemen het “House of Hor-rors”, zei Gloria Sonny (53) tegende Telegraph. Sinds zes jaar woontze in het huizenblok en leidt decampagne om Dignitas uit de wo-ning te krijgen. ‘Dit gebouw is be-doeld als een normale flat om in tewonen, maar op sommige dagen

lijkt het wel een mortuarium.’ Destoffelijke resten worden in eenplastic zak rechtop in de drie per-soons lift of via de trappen naarbeneden gebracht. Veel bewonerszeggen het echter het ergst te vin-den om de mensen op weg naarboven in de lift of in de smallegangen tegen te komen. Sonny:‘De blik in hun ogen achtervolgtje, vooral als ze nog jong zijn.’ De meeste mensen die in de flateen einde aan hun leven maken,komen uit Duitsland en Engeland.Dignitas is inmiddels op zoek naareen nieuwe woonruimte. Als ditniet lukt overweegt oprichterLudwig Minelli (75) een caravan tehuren die steeds verplaatst kanworden.

Jack Kevorkian vervroegdvrijgelatenJack Kevorkian, in Amerika bekendals “dr. Death”, is na acht jaar ge-vangenisstraf op 1 juni vervroegdvrijgelaten. Kevorkian werd in 1999veroordeeld tot een gevangenis-straf van 10 tot 25 jaar voormoord. Hij claimt meer dan 130zieken geholpen te hebben bij hunzelfdoding. De voormalig patholoogwerd vrijgelaten op voorwaarde dathij nooit meer hulp bij zelfdodingzal geven. Daarbij mag hij ook geenmedische zorg meer verlenen aaninvaliden en mensen ouder dan 62jaar en tijdens lezingen niet meerlaten zien hoe zijn “zelfdodingsma-chine” werkt. Kevorkian verklaarde tegen TheNew York Times dat hij voor zichzelfook geen rol meer ziet weggelegdals activist. ‘Ik doe het niet nogeens. Het is het ook niet waard,want als ik het nog eens zou doendan werkt het contraproductief. Hetis nu aan anderen. En als zij hetrecht niet willen, dan maar niet.’ Hijzegt gefrustreerd te zijn dat er tij-dens zijn gevangenschap van achtjaar in de Verenigde Staten geenenkele vooruitgang is geboekt alshet gaat om wetgeving over hulp bijzelfdoding bij terminale patiënten.Regisseuse Barbara Kopple is vanplan een film te maken over het le-ven van Kevorkian. Zij won al eer-der een oscar voor de documentai-res Harlan County, U.S.A. en Ame-rican Dream.

Door Marleen Peters KORT

Fabian Nunez

Page 16: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

STOPPEN MET ETENEN DRINKENIn Relevant van mei 2007 werd het proefschrift van Boudewijn Cha-bot besproken en ook in dit nummer is er aandacht voor. Chabotdeed tien jaar onderzoek naar de manieren waarop wilsbekwamemensen zelfstandig en op een humane manier een einde aan hunleven maken. Een van de methoden waarvoor mensen kiezen is testoppen met eten en drinken (versterven) in gesprek met tenmin-ste één naaste. Er wordt nogal eens verondersteld dat de NVVE versterven geen hu-mane dood vindt. In de uitgave Stoppen met eten en drinken geeftde NVVE haar standpunt als volgt weer: Stoppen met eten en drin-ken kan een aanvaardbare weg zijn voor zeer oude en/of zeer zie-ke mensen. Niet alle artsen weten dit en niet alle artsen weten hoezij zo een sterfbed moeten begeleiden. Andere artsen kennen demogelijkheid wel. Maar suggereren hem in de verkeerde situatie:als een soort alternatief voor euthanasie. Zij doen dat soms uit ge-makzucht, uit angst voor juridische gevolgen van euthanasie, uitonwetendheid of als een soort test om na te gaan of iemand welecht dood wil.

De NVVE ziet wel degelijk in dat in sommige situaties stoppen meteten en drinken een humane dood kan zijn. Maar daar is dan weleen aantal voorwaarden aan verbonden: het moet een vrijwilligekeuze van de patiënt zijn en het proces moet zorgvuldig worden be-geleid. De mensen die een dergelijk traject in willen gaan, zijn vaakernstig ziek. Bij ernstig zieke of zeer oude mensen is de conditieslecht en is er vaak sprake van falende orgaanfuncties. De stofwis-seling staat dan al op een laag pitje. Voor jonge, gezonde mensenkan stoppen met eten en drinken een langdurig sterfbed betekenenen lang niet altijd een milde dood. Daar wil de NVVE haar leden opwijzen.

Bij ernstig demente patiënten gebeurt het regelmatig dat deze opeen bepaald moment voedsel – en later vocht – weigeren. Aller-eerst zal de arts moeten nagaan of het weigeren van voedsel temaken heeft met pijn- of slikklachten die verholpen kunnen wor-den. Als dat niet het geval is, zal met de naasten besloten moetenworden of de weigering gerespecteerd moet worden of dat er kunst-matige voeding aan te pas moet komen.Het wordt echter voor iedereen duidelijker wanneer de dementepersoon in het bezit is van een behandelverbod. Het geven van son-devoeding is een medische handeling. Door middel van de schrif-telijke wilsverklaring kan deze behandeling verboden worden.Iedereen die nu al weet dat hij of zij in een dergelijke situatie nietbehandeld wenst te worden, doet er verstandig aan dat in een ver-klaring vast te leggen.

De NVVE geeft over dit onderwerp de brochure Stoppen met eten endrinken uit. Voor leden kost deze € 3,- niet-leden betalen € 4,-.

16

Walburg de Jong, voorlichter NVVERELEVANTE KWESTIES Walburg de Jong, voorlichter NVVE

Relevant 3/2007

Page 17: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

17

Eerst het persoonlijke. Ook omdat de politiek daar nietzonder kan. De dood en het lijden zijn voor Els Borstbepaald geen abstracties. Zij kent het van heel dichtbijen weet dus waar zij over praat. In 1988 stierf haarman aan uitgezaaide kanker. ‘Hij was geestelijk noghelder, maar lichamelijk totaal uitgewoond door deziekte van Kahler, een zeer pijnlijke vorm van botkan-ker. Het was verbazend dat hij zo nog kon leven. Vooreuthanasie was alles geregeld. Hij zou het kunnen krij-gen als hij dat aangaf. Om twaalf uur bellen, om halfeen zou het kunnen. Zo scherp, zo duidelijk waren deafspraken. Maar zover is het niet gekomen. Hij stierfthuis aan een acute hartstilstand.’Haar beide schoonouders zijn ook aan kanker overle-den. En dan waren er twee bekenden van haar vanver in de negentig, die leefden tegen wil en dank. ‘El-ke dag was voor hen even grijs en leeg als de vorige.Iedere avond hoopten zij de andere morgen niet meerwakker te worden. Tevergeefs. “Ik vind er niks meeraan”, zei een van hen. Die woorden zijn mij later in demond gelegd en me kwalijk genomen. Dood omdat jeer niks meer aan vindt? Dat kon niet. Maar ik citeerdeeen van hen. En let wel: mensen die het betreft doenniet zo heftig over de dood. Die is vanzelfsprekend ge-worden.’

OpenheidHaar betrokkenheid bij euthanasie dateert uit de jarentachtig. Het markeringspunt weet zij nog precies. ‘Datwas in 1983. Ik was medisch directeur van het Acade-misch Ziekenhuis Utrecht. Twee verpleegkundigen kwa-men hun beklag doen over euthanasie. Dat het gebeur-de vonden ze geen probleem, maar dat het zo geheim-zinnig ging en zij meestal niet in de besluitvorming wer-den betrokken vonden ze een kwalijke zaak. Terwijl zewel vaak lange gesprekken met patiënten hadden, kre-gen ze op het moment zelf pardoes de opdracht van

de arts om bijvoorbeeld een bepaald infuus klaar temaken. Ik heb dit in de medische staf besproken endaar herkende men deze praktijk. Zo’n vijf tot tien keerper jaar kwam euthanasie voor, schatten de artsen.Artsen en directie waren bereid om de praktijk open tebreken. Toen ben ik met de officier van justitie gaanpraten. Het was intussen 1984 en er verschenen richt-lijnen voor euthanasie van de artsenorganisatie KNMG.De officier kon niets garanderen. Maar wel zeggen datals artsen zich aan deze richtlijnen zouden houden, dekans op vervolging erg klein was, laat staan op veroor-deling. Dat was voor ons voldoende om de stap naaropenheid te durven zetten. Het is nooit tot vervolginggekomen.’

OnderzoekIn 1986 werd Els Borst vice-voorzitter van de Gezond-heidsraad. Daar hield zij zich bezig met medischeethiek in de breedste zin. Aansluitend op het Adviesinzake euthanasie uit 1982 verschenen diverse advie-zen over deelaspecten van euthanasie, zoals definitiesen zorgvuldigheidscriteria. ‘In die jaren begon ook hetpolitieke spel. Belangrijkste inzet was: we kunnenniets regelen zonder kennis van de praktijk. In 1991verscheen het eerste grootschalige onderzoek naar deeuthanasiepraktijk, begeleid door de commissie Rem-melink, waar ik ook in zat. De belangrijkste conclusieswaren dat euthanasie voor kwam, ongeveer 2300maal per jaar, ten tweede dat euthanasie meestalzorgvuldig gebeurde, ten derde dat de onzorgvuldigheidvaak procedurele kwesties betrof, bijvoorbeeld de con-sultatie, en ten slotte dat slechts in 18 procent van degevallen werd gemeld.’Een gegeven dat veel stof deed opwaaien waren deduizend gevallen waarin het leven werd beëindigd zon-der een verzoek van de patiënt. ‘In het buitenlandschreeuwde men moord en brand en sommige groe-

Van 1994-2002 was Els Borst minister van Volksgezondheid in de twee opeenvolgende paarse kabinetten.

Zij realiseerde een serie belangrijke wetten op medisch ethisch terrein, maar haar naam zal altijd verbon-

den blijven aan de eerste wettelijke regeling voor euthanasie in de wereld. Op 1 april 2002 ging deze van

kracht. Bijval en kritiek waren haar deel. Overal ter wereld, tot in het Vaticaan toe, legde zij de wet uit.

En nog doet zij dat. We kijken terug en vooruit met de oud-minister die, inmiddels 75 jaar, nog niets heeft

ingeboet aan denk- en daadkracht. Door Hans van Dam

Euthanasiewet in de praktijkSinds 2002 kent Nederland een euthanasiewet. Daarmee zou je verwachten dat de praktijk is veiliggesteld. Maar is dat ook zo?In Relevant blikken we terug en vooruit met mensen die sterk betrokken waren bij de totstandkoming van de wet. In deze serieverschenen eerder interviews met oud hoogleraar dogmatiek en ethiek Harry Kuitert, D66-politica Elide Wessel-Tuinstra, ethicaen Eerste Kamerlid Heleen Dupuis, wijlen psychiater Andries van Dantzig, activiste Klazien Sybrandy, anesthesist Piet Admiraal,zenuwarts J.H. van den Berg, wijlen prof. dr. Henk Leenen en voormalig offcier van justitie en oud-bestuurslid van de NVVEAdelbert Josephus Jitta.

‘DE LAATSTEWILPIL? IK ZIE WERKELIJKNIET WAT DAAR TEGEN IS’

Page 18: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

Relevant 3/2007

18

pen hier ook. Als commissiehebben we ons zorgvuldig in diesituaties verdiept en geprobeerdom die in een zo zuiver mogelijklicht te zetten. Dat waren vrijwelallemaal patiënten die eerdermet hun arts over euthanasiehadden gesproken maar bij wiehet nooit tot afspraken was ge-komen en tenminste even be-langrijk: al deze patiënten wa-ren stervende en in een zeerernstige lijdenssituatie. Alscommissie hebben we gezegddat hier “stervenshulp” is ver-leend. Het aantal is overigensintussen gehalveerd, waar-schijnlijk omdat artsen eutha-nasie nu beter kennen en uit-voeren.’

HuiverHet vervolg maakte Els Borst mee als minister, na-mens D66, een partij die zelfbeschikking – en eutha-nasie in het bijzonder – hoog op de agenda hadstaan. ‘In het eerste kabinet Kok gebeurde er weinig.Af en toe roerde ik het onderwerp wel aan in de mi-nisterraad, maar ik had sterk de indruk dat men ernog onvoldoende aan toe was. Veel over praten, dathelpt, heb ik gemerkt. Ook de beeldvorming in hetbuitenland zal een rol hebben gespeeld, hoewel weini-gen dat openlijk zullen zeggen, het is niet zo’n dapperargument. Die eerste periode gaf mij wel de kans omde palliatieve zorg een flinke injectie te geven, dienam een hoge vlucht en heeft doorgezet. Momenteelhebben we in Nederland zo’n 150 hospices. In hetbuitenland wordt hier soms nog op een absolute ma-nier over gelogen. Zo is er aan de Universiteit vanGroningen een Engelse hoogleraar die in het EngelseHogerhuis op hoge toon beweert dat er in Nederlandnauwelijks palliatieve zorg en hospicezorg is. Schan-dalig, ik vind dat de universiteit haar hierover op hetmatje moet roepen. In Kok II was er eensgezindheid over de wenselijkheiden de inhoud van een regeling. Eindelijk regelde depolitiek wat zo’n 85 procent van de bevolking al jaren-lang wilde. Het resultaat is bekend: na een debat datonder grote internationale belangstelling werd ge-voerd, nam een ruime meerderheid van het parlementhet wetsvoorstel aan. In de Tweede Kamer met 104stemmen voor en 40 tegen, in de Eerste Kamer wa-ren 46 leden voor en 28 tegen.’

Verhit debatEen belangrijk discussiepunt tijdens de behandelingvan het wetsvoorstel in de Tweede Kamer was of lij-den aan het leven een grond is voor euthanasie. Ditdebat was ingegeven door het proces tegen huisartsSutorius die in 1998 oud-senator Brongersma opdiens verzoek dodelijke middelen had gegeven. Bron-gersma had wel hinderlijke ouderdomskwalen, maarwas niet dodelijk ziek, hij was totaal op. Borst: ‘Als

dat proces niet was samengevallen met het debat inde Tweede Kamer, zou dit lijden waarschijnlijk gewoononder de wet zijn gevallen. Maar in het verhitte debatover die hulp, bleek het een brug te ver. Ik had er eenlans voor willen breken. Brongersma leed ondraaglijken uitzichtloos, maar minister van Justitie Korthalsvoorzag met zijn fijne politieke antenne problemen,mogelijk zelfs binnen de VVD. Daarom hebben we hiergeen hard punt van gemaakt.’Ook dementie was een punt van heftige discussie.‘Daar is wel enige ruimte voor gehouden’, zegt Borst.‘En je ziet al dat er meer en reëler zicht komt op heternstige lijden dat dementie en het vooruitzicht op de-mentie kan meebrengen. De enkele malen dat artsenaan dementerende mensen stervenshulp hebbengegeven, is door de toetsingscommissies euthanasieakkoord bevonden. Dat doet mij goed.’

De tijd is rijpPsychiatrische aandoeningen vallen gewoon onder dewet, benadrukt zij. ‘Maar kennelijk zijn psychiaters nogerg huiverig om psychiatrische ziekten als uitzichtlooste bestempelen. En een probleem is dat veel van dezepatiënten slechte en goede periodes kennen. Hoeweldat “goed” ook vaak zeer betrekkelijk is.’ Voor kinderen onder de twaalf jaar moet volgens ElsBorst snel een passende regeling komen. ‘Ook datwas in de huidige regeling helaas nog niet haalbaar.Maar de tijd is rijp. De commissie Hubben die nu delevensbeëindiging bij pasgeborenen toetst, zou haarterrein moeten verbreden naar alle kinderen tot twaalfjaar. Onder kinderartsen gaan gelukkig stemmen indeze richting op. De regeling in de wet, dus voor vol-wassenen, is daarbij leidraad. Dat illustreert dat bijalle tekortkomingen die er in regelgeving en de prak-tijk nog zijn, de wet ook een mijlpaal is, nationaal eninternationaal.’

LaatstewilpilTen slotte de laatstewilpil. ‘Ik zie werkelijk niet watdaar tegen is. Drion had absoluut een punt. Mensenkunnen lijden onder het te oud worden. Ik vind daaromdat we de beschikbaarheid van zo’n middel gewoon opeen nette manier moeten regelen. Bijvoorbeeld afspre-ken dat iemand het middel van de apotheker kan krij-gen als hij een verklaring van een arts heeft dat hijwilsbekwaam is en dat de arts het lijden niet kan ver-lichten. Natuurlijk zitten er nog wat praktische hakenen ogen aan. Zo moet bijvoorbeeld worden voorkomendat het middel niet in andere handen kan komen.Maar in D66 stijl: als we vinden dat het principieelkan, dan is het nog slechts zoeken naar een prakti-sche oplossing voor die haken en ogen. Onder oude-ren is er volop steun voor deze mogelijkheid. Als kerk-genootschappen eens anders over zelfbepaling rond-om de dood zouden spreken en zeggen dat het levenzeker een geschenk is maar dat er omstandighedenkunnen zijn waarin mensen dat niet meer als zodanigkunnen ervaren en het geschenk dan terug mogengeven, dan zou het met de laatstewilpil wellicht snel-ler geregeld zijn.’ ■

Page 19: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

19

In Nederland verstaan we onder euthanasie het le-vensbeëindigend handelen door een ander op verzoekvan een patiënt. Volgens de Wet toetsing levensbeëin-diging op verzoek en hulp bij zelfdoding die in 2002werd ingevoerd – in de volksmond de euthanasiewet –mag een arts (en alléén een arts) euthanasie toepas-sen mits deze voldoet aan de zorgvuldigheidseisendie in de wet worden genoemd en hij zijn handelenmeldt bij de gemeentelijk lijkschouwer. Ook hulp bijzelfdoding valt onder deze wet, met als enige verschildat bij euthanasie de arts het dodelijke middel toe-dient en bij hulp bij zelfdoding de arts het middel aande patiënt geeft, die het zelf inneemt.

Wanneer komt iemand voor euthanasie in aanmerking?Volgens de wet mag een arts euthanasie toepassenals er voldaan is aan zes zorgvuldigheidseisen: hetverzoek van de patiënt moet vrijwillig en weloverwo-gen zijn; de patiënt moet uitzichtloos en ondraaglijklijden; de patiënt moet worden voorgelicht over zijnsituatie en de vooruitzichten; er is geen redelijke an-dere oplossing voor de situatie waarin de patiënt zichbevindt; er is een tweede onafhankelijke arts geraad-pleegd; en de levensbeëindiging zorgvuldig wordt uit-gevoerd.

Wat is een schriftelijk euthanasieverzoek?In een euthanasieverzoek legt iemand vast onder wel-ke omstandigheden de arts wordt verzocht euthana-sie toe te passen. De opsteller vraagt de arts zijn le-ven te beëindigen als hij verkeert in een toestand diegeen redelijk uitzicht biedt op terugkeer naar eenwaardige levensstaat, als verdergaande ontluisteringis te voorzien en er sprake is van ondraaglijk en uit-zichtloos lijden.

Moet ik een euthanasieverzoek schriftelijk vastleggen?Nee, zolang iemand in staat is zijn wensen mondelingte uiten, is een schriftelijk verzoek in principe nietnodig. Toch is het aan te raden om een euthanasie-verzoek op te stellen, met name met het oog op situ-aties waarin u zelf niet meer kunt bepalen en/of ken-baar kunt maken wat uw wensen omtrent uw levens-einde zijn. Het schriftelijke euthanasieverzoek ver-vangt dan het actuele verzoek. Daarbij kan het docu-ment een goede basis vormen voor een gesprekwaarin u de behandelend arts vraagt of hij bereid is– indien een euthanasiewens in de toekomst actueel

wordt – aan uw wens te voldoen. Artsen vragen ookvaak om een schriftelijk verzoek omdat zij mede metdit document achteraf kunnen aantonen dat de pa-tiënt vrijwillig om euthanasie heeft verzocht.

Als ik een euthanasieverzoek heb opgesteld, zit ik erdan aan vast?Zolang iemand zelf zijn wil kan bepalen en uiten maghij altijd afwijken van wat schriftelijk is vastgelegd:het woord van de patiënt gaat voor de schriftelijkewilsverklaring.

Moet een patiënt in de stervensfase zijn om in aan-merking te komen voor euthanasie?Nee. Dat is een hardnekkig misverstand!

Ben je er met een schriftelijk euthanasieverzoek vanverzekerd dat euthanasie wordt toegepast? Levensbeëindigend handelen wordt niet gezien alsnormaal medisch handelen, daarom mag een artsweigeren een verzoek om euthanasie in te willigen.Euthanasie is geen plicht van de arts, noch het rechtvan de patiënt. De wet wil daarmee waarborgen dateen arts niet in strijd met zijn geweten hoeft te han-delen. De artsenorganisatie KNMG adviseert artsendie euthanasie principieel afwijzen patiënten door teverwijzen naar een collega die een verzoek om eutha-nasie mogelijk wel zal honoreren.

Op welk moment praat ik met mijn arts over mijneuthanasiewens?Euthanasie is het eindproduct van een proces waarpatiënt en arts samen naartoe groeien. Zowel de ver-zoeker als de arts heeft hier tijd en ruimte voor nodig.Het is daarom aan te raden om al in een vroeg stadi-um, ook als de euthanasiewens nog niet actueel is,met de arts over het euthanasieverzoek te praten.Niet in de laatste plaats om te weten te komen hoedeze tegenover euthanasie staat.

Kan een schriftelijk euthanasieverzoek verlopen?Nee, het euthanasieverzoek blijft geldig. Het is welaan te raden om eenmaal in de twee, drie jaar op-nieuw met de arts over uw euthanasiewens te praten,zodat voor de arts duidelijk is dat u er weloverwogenover hebt nagedacht en u weet dat de arts nog de-zelfde mening is toegedaan. ■

Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn in Nederland inmiddels bekende begrippen. Toch blijkt er bij patiën-

ten en artsen nog regelmatig onduidelijkheid te bestaan over wat euthanasie precies is, wat de status is van

een schriftelijk euthanasieverzoek en wanneer iemand voor euthanasie in aanmerking komt. We zetten daar-

om de belangrijkste punten nog een keer op een rij. Door Marleen Peters

WAT VERSTAAN WE ONDER EUTHANASIE?

BACK TO BASIC

Page 20: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

20

(Advertenties)

Relevant 3/2007

Na een overlijden moet er in korte tijd veelgeregeld worden. Dat gaat gemakkelijkerals u zelf al maatregelen heeft genomen.Veel mensen vinden het moeilijk of onaan-genaam om daar over na te denken. Tochis het belangrijk dat op tijd te doen, wanthet geeft veel rust als deze zaken van tevoren goed geregeld zijn.

U kunt de Stichting SteunfondsHumanisme benoemen als executeur-testamentair. Het Steunfonds heeft des-kundige mensen in dienst die uw laatstewens kunnen uitvoeren. Een jarenlangeervaring met deze vorm van dienstverle-ning staat borg voor zorgvuldigheid enintegriteit.

Het Steunfonds Humanisme is opgerichtdoor het Humanistisch Verbond. Het Humanistisch Verbond zet zich in voor eenhumane, tolerante samenleving.Vraag gerust meer informatie, telefonischvia nummer 020 521 90 36 of met behulp van de bon. U kunt ook kijken op: www.humanistischverbond.nl/steunfonds

Stuur de bon in een envelop zonder postzegel naar: Steunfonds Humanisme, Antwoordnummer 10938, 1000 RA Amsterdam

Als nalaten

u een zorg is

JA ik wil meer informatieover een executeur-testamentairvan het Steunfonds Humanisme

naam m/v

adres

pc/woonplaats

telefoon R

S T E U N F O N D S Humanisme

Stichting De Einder zoekt

COUNSELORS(bij voorkeur buiten de Randstad)

De councelors begeleiden mensen met

een doodswens, uitgaande van respect

voor de autonomie van de hulpvrager.

Voor nadere inlichtingen zie de website

www.deeinder.nl

U kunt zich ook opgeven als donateur van

De Einder door een bijdrage van tenminste

€ 10,- te storten op gironummer 5596402

ten name van Stichting De Einder, Son.

U ontvangt dan ook het kwartaalbulletin

Page 21: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

Keuren zelfdodingsmiddel doorapotheekEen middel voor een milde zelfdo-ding bestaat. Het is een sterkeslaapdrank die geheel op zichzelfalles teweeg brengt om mij kalm enzacht te laten overlijden. Er is dusgeen combinatie van middelen no-dig, laat staan dat er een plasticzak aan te pas moet komen. Hetmiddel, een sterk barbituraat, is inde gehele beschaafde wereld onder

de opiumwet ge-plaatst. Niet van-wege het gevaarvan een dodelijkeoverdosis, maaromdat het eenslaapmiddel isdat verschijnse-len van gewen-ning en versla-

ving teweeg brengt. Het mag nietmeer worden voorgeschreven. Gelukkig is niet de gehele wereldbeschaafd. Er zijn verre buitenlan-den waarvandaan het middel op in-ternet wordt aangeboden. De vraagrijst of deze aanbiedingen reëelzijn. Schrijfster Karin Spaink heeftdat jaren geleden voor één gevalhelemaal uitgezocht. In haar boekDe dood in doordrukstrip (2001)laat ze zien dat ze via een ingewik-kelde constructie uiteindelijk vanuitCyprus de middelen krijgt, terwijl zehet geld naar Gibraltar moest stu-ren. Ze ontvangt een keurig pakjedat er authentiek uitziet, met eenmerknaam, doordrukstrips en eenuiterste houdbaarheidsdatum enook bijsluiters. Het betreft een uit-zondering. Ze heeft er heel veelvoor moeten speuren. En vaakdraaide het op niets uit. Maar is het wel het juiste spul? Inde wereld van drugs – en dit is tocheigenlijk ook een drug – zijn veelmisstanden. Als het me lukt om hetgeleverd te krijgen, hoe weet ik danof er het juiste in zit en of het vol-doende is? Mij is wel de raad gege-ven om een klein beetje van hetslaapmiddel in de geschikte dose-ring in te nemen en te kijken of je erheerlijk op slaapt. Maar dat biedtgeen oplossing voor mij die elkenacht heerlijk slaapt. Was er daarom maar een apothe-ker die het voor mij wil keuren! Goe-de praktijk is dat apothekers steek-

monsters naar een regionaal of hetlandelijke laboratorium sturen. Eenmonster van zo’n barbituraat kandan op kwaliteit en kwantiteit wor-den onderzocht. Mijn vraag is: ge-beurt dit al ergens? Zo ja: geef meeen naam. Zo nee: wil dan een vande organisaties die streven naarsterven in waardigheid (en dat zouwat mij betreft de NVVE mogen zijn)contact opnemen met de organisa-tie van apothekers om dit in gang tezetten. Ik denk dat mijn voorstel ju-ridisch mag omdat keuring van ver-boden drugs ter waarborging vanveiligheid ook al gebeurt. Dus er iseen precedent. Reacties zijn wel-kom: [email protected] Benedictus, Rotterdam

Centraal administratiesysteem wilsverklaringenAangezien ik mijn meeste specialis-ten in het Spaarnse ziekenhuis inHoofddorp heb en ik daar ook altijdword opgenomen, had ik de directieschriftelijk gevraagd of er een cen-trale administratie is waar ik mijnwilsverklaringen kan deponeren,omdat het naar mijn mening geennut heeft er bij iedere arts een tedeponeren. In een antwoord permail schreef het ziekenhuis datzo’n systeem in het ziekenhuis nietbestaat. Later kreeg ik echter eenbrief waarin dezelfde juridisch me-dewerker schreef dat mijn vraagwas voorgelegd aan de medischestaf en dat er in het nieuwe zieken-huisinformatiesysteem, dat volgendjaar operationeel wordt, ruimte ge-creëerd zal worden om een dergelij-ke verklaring centraal vast te leg-gen. Misschien een goed idee omdaar in een volgende Relevant eenartikel aan te wijden? M.C.A. Glas, Uithoorn

Reclame Hartstichting (1) In Relevant nr. 2, 2007 heeft u inde rubriek NVVE nieuws naar mijnmening een bijzonder vreemd com-mentaar op de Hartstichting. Hetlijkt wel of u jaloers ben op de Hart-stichting. Waarom nu zo tendenti-eus reageren op de reclamecam-pagne van deze stichting over hart-

Op deze pagina hebben lezers de gelegenheid te reageren op artikelen uit Relevant en op elkaar.

De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten of niet te plaatsen.

stilstand? Uit ervaring kan ik u zeg-gen dat het zeer wel mogelijk is omheel goed uit een hartstilstand tekomen, zonder dat men in een rol-stoel terechtkomt. Mijn vrouw heeftin oktober 2006 een hartstilstandgehad. Zij was 63 jaar, wat u tochniet hoogbejaard kunt noemen. Zijneemt volkomen normaal weer deelaan het leven.Waar u de Hartstichting misleidenden ongenuanceerd noemt, denk ikdat u dit artikel beter niet had kun-nen plaatsen, of het moet bedoeldzijn om meer niet-reanimerenpen-ningen te kunnen verkopen.W.A.E. Lucas, Heerenveen

Reclame Hartstichting (2)Naar aanleiding van het stukje inRelevant nr. 2 over de tv-reclamevan de Hartstichting heb ik eene-mail gestuurd naar de Hartstich-ting waarin ik verwezen heb naar demijns inziens “vergeten” verwijzingnaar een niet-reanimerenverklaring,c.q. -penning. Volgens mij moetdaar eerst naar gekeken wordenvoordat je iemand gaat reanimeren.Maar de Hartstichting deelde mijmede dat lekendaar niet naarmogen zoeken,dit mag alleendoor een arts ge-beuren. Ik vinddat onzin. Lekenmogen toch ooknaar een adreszoeken om de fa-milie te waar-schuwen? Kande NVVE nietovergaan naareen klein em-bleempje dat duidelijk zichtbaar ge-dragen kan worden op de overjas ofiets dergelijks, zodat zoeken over-bodig wordt? Mijn niet-reanimerenverklaring zit inmijn portefeuille bij mijn paspoorten staat bij mijn huisarts geno-teerd, maar kennelijk kan dat in be-paalde gevallen niet voldoende zijn.Ik bestel hierbij maar meteen eenniet-reanimerenpenning die ik danmaar duidelijk ga dragen als de ver-klaring die ik altijd bij me heb nietvoldoende is.Elisabeth van Eijndhoven-Timmers, Etten Leur

BRIEVEN

21

Page 22: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

Relevant 3/2007

22

IN BEELD

De internationale euthanasie-praktijkIn juli 2006 organiseerde de Inter-national Academy of ComparativeLaw haar zeventiende congres inUtrecht. Een van de onderwerpenwas euthanasie. Euthanasie is we-reldwijd onderwerp van discussie.Hoewel slechts weinig landen eeneuthanasiewet hebben, kennenveel landen jurisprudentie die temaken heeft met euthanasie, hetrecht op leven en het recht opwaardig sterven. Voor dit congresleverden verschillende auteurs eenbijdrage waarin zij de stand van za-ken in hun land beschrijven en toe-lichten. In de bundel zijn rapporta-ges opgenomen over de situatie inBelgië, Kroatië, Finland, Duitsland,Griekenland, Iran, Israël, Italië, Ja-pan, Nederland, Polen, Spanje enAmerika. De bijdragen wordenvoorafgegaan door een algemene,samenvattende inleiding.Euthanasie is nauw verweven metnormen en waarden, cultureel ge-wortelde overtuigingen en religieu-ze opvattingen. In ieder land wor-den daardoor in het debat weer an-dere nuanceringen gelegd. Opval-lend is dat er in alle verslagen veelaandacht is voor de definiëring vaneuthanasie en daarmee samen-hangende begrippen. In de ver-schillende nationale rapportageskomen termen voor als actieve enpassieve euthanasie, directe en in-directe euthanasie, vrijwillige enonvrijwillige euthanasie. De discus-sie hierover is noodzakelijk, hetlegt de achterliggende opvattingen

ondraaglijk en uitzichtloos lijden enklaar met leven zijn, op hun verzoekin zeven dagen met behulp van Am-brozan aan hun einde geholpen. Het verhaal draait om het tienjarigbestaan van de kliniek. Het hoofd,dr. Wiese, zal een boek samenstel-len naar aanleiding van de beleve-nissen in de kliniek. We krijgen detekstvoorstellen voor het boek te le-zen. Wiese lanceert ook het planom ongewenste en overbodige per-sonen onder dwang te laten overlij-den. Dr. Cohen, een van de twaalfkliniekartsen, waarschuwt voor eennieuwe holocaust. Dankzij kliniek-arts Heemstra zal Wiese zijn extre-me ideeën niet kunnen uitvoeren.De reiskliniek is nogal een ingewik-keld boek geworden. De auteur vandit boek lijkt in 185 pagina’s zoveelmogelijk discussiepunten rond eu-thanasie te willen behandelen, watten koste gaat van het verhaal.

Joannes Voerman • De reiskliniek •Uitgeverij Lawine 2007 • € 15,75 •ISBN 978 90 76273 09 9

Ervaringen van een huisartsmet euthanasieGifmenger tegen wil en dank speeltin de jaren tachtig in Nederland.Over euthanasie wordt dan nogslechts in bedekte termen gespro-ken. Het gebeurde wel, maar nietaltijd even professioneel en handig.De huisarts die geen principiële be-zwaren had tegen euthanasie wasmeestal aangewezen op in het ge-heim bereide middeltjes van deapotheker. Soms maakte de huis-arts zijn eigen middel en meestalrapporteerde hij het overlijden alseen natuurlijke dood.

bloot en is nodig voor het formule-ren van nadere definities en vra-gen. Van groot belang voor de dis-cussie en voor vergelijkend onder-zoek is ook transparantie, aldus desamenstellers van de bundel: Dis-cussies over euthanasie zijn bete-kenisloos als we niet weten wat erin de dagelijkse praktijk werkelijkgebeurt. Om dat inzicht in de dage-lijkse gang van zaken te bereiken,zal het vertrouwen van de medicimoeten worden gewonnen. Dat isalleen maar mogelijk als er heldereregels zijn vastgesteld. De afzonderlijke bijdragen latenzien dat het debat in de verschil-lende landen op uiteenlopende wij-ze wordt gevoerd. Zo is euthanasiein Griekenland een druk bediscus-sieerd onderwerp onder medici enleken. Het onderwerp is echternooit doorgedrongen tot de poli-tiek. In Spanje is de situatie tegen-overgesteld: politici zetten hun eu-thanasiestandpunt zelfs in tijdensde verkiezingscampagne. Hier ishet vooral een sociaal en ideolo-gisch onderwerp. In Polen tenslottebenadert men euthanasie zo zake-lijk mogelijk, zonder er emoties ofideologie bij te betrekken, zodatmen zich kan concentreren op depersoon die euthanasie wenst.Hoe uiteenlopend de discussiesook zijn: er is nooit sprake van on-verschilligheid. Ieder land probeertop een eigen manier oplossingen tevinden. Een vergelijking van de situ-aties in de verschillende landen zalde discussie zeker verder helpen.

Marc Groenhuijsen en Floris vanLaanen • Euthanasia in Internationaland Comparative Perspective •Wolf Legal Publishers • € 40 •ISBN 978 90 5850 254 4

LevenseindekliniekJoannes Voerman schreef een fic-tief verhaal over een kliniek inNederland waar mensen terechtkunnen die hun leven willen beëin-digen. De kliniek is eigendom vaneen Duitse farmaceutische firmadie het middel Ambrozan produ-ceert. Van dit middel ontdekte menbij toeval dat gezonde proefperso-nen er bij een overdosis in een toe-stand van euforie aan overleden. Inde reiskliniek worden cliënten die

Door Marleen Swenne

Page 23: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

23

goede zaak. Dat staat buiten kijf.Iedereen is ervan overtuigd dat ditprecies is wat bij Louise past. Zeheeft haar leven dan misschienniet meer in de hand, maar haarsterven wel.

Corine Koole • Wat blijft is liefde •Uitgeverij Balans 2007 • € 16,50 •ISBN 978 90 50188 23 4

■ VERDER IN BEELDEsther Wit e.a. • De autonome mens.Nieuwe visies op gemeenschappelijk-heid • Wat betekent autonomie inonze samenleving; wie of wat ver-staat men onder de autonomemens? Artikelen van diverse au-teurs, geschreven vanuit verschil-lende invalshoeken. Met een bijdrage van NVVE-direc-teur Rob Jonquière over autonomieen euthanasie. Uitgeverij Boom 2007 • € 19,90 •ISBN 978 90 8506 399 5

Salvatore Niffoi • De legende vanRedenta Tiria • Magische verhalendie zich afspelen in het afgelegenfictieve dorpje Abacrasta, waar demannen de gewoonte hebben zich,geroepen door een stem, aan hunbroekriem te verhangen; de vrou-wen meestal door een touw. Deverteller is een voormalig ambte-naar van de burgerlijke stand diegefascineerd is door de vraagwaarom de mensen in zijn dorpmet zo’n groot gemak vrijwillig af-stand doen van het leven.De Arbeiderspers 2007 • € 17,95 •ISBN 978 90 2956 466 3

IN BEELD

Het knappe van dit boek is niet al-leen dat het bijzonder boeiend is,maar ook dat van Deldens emotiesen overwegingen van alle tijden zijn.Ook nu er een euthanasiewet is ener vele zaken beter geregeld zijn.

Roy van Delden • Gifmenger tegenwil en dank • Thoeris 2007 •€ 18,50 • ISBN 978 90 72219 26 8

Een verhaal over afscheid enafstand nemenIn 1996 kreeg journaliste MarionDerksen te horen dat ze kankerhad en nog maar een paar wekente leven had. Corine Koole, eennaaste vriendin van haar, doet inWat blijft is liefde verslag van haarlaatste maanden. Marion Derksen,in het boek Louise, is een zeerzelfbewuste vrouw die afscheidmoet nemen van alles wat haar totdan toe lief was. Haar werk, mooiekleren, ze doen er niet meer toe.Ook haar relatie is in haar ogen af-gelopen. Ze verlaat haar vriendmet wie ze tijdelijk in Amsterdamis en gaat alleen terug naar Rome,haar vaste woonplaats. Ze heefteen flesje met een dodelijk drank-je bij zich, gekregen van een Ne-derlandse arts, zodat ze zelf eeneinde aan haar leven kan makenwanneer zij vindt dat de tijd geko-men is. Corine Koole is een van devrienden die die laatste maandenin de nabijheid van haar vriendinwaren. Samen verzorgden ze haarvriendin tot de laatste dag. Ze ver-telt over de gebeurtenissen in eenwisselend perspectief; niet alleendat van haarzelf of dat van Louise,maar ook dat van Louise’s vriendFabio, die in Nederland achterbleef.Wat blijft is liefde is gebaseerd opware gebeurtenissen, maar Koolevult het verhaal aan met haar in-terpretatie van de gebeurtenissen.Het is inderdaad een verhaal overliefde, dood en vriendschap zoalsde subtitel aangeeft. Het is ookeen verhaal over afscheid en af-stand nemen. Koole schakelt tus-sen haar eigen gevoelens en debeweegredenen van Louise en datis jammer, want zo blijft het af entoe bij te afstandelijke observa-ties. Het feit dat Louise een flesjemet inhoud heeft waarmee zij zelfhaar leven kan beëindigen, is een

In Gifmenger tegen wil en dank be-schrijft Roy van Delden, pseudo-niem van Ger Ettes, hoe hij en zijncollega’s omgingen met verzoekenom euthanasie in de tijd dat ditnog wettelijk verboden was. Hetboek is niet puur autobiografisch,Ettes verwerkte ook ervaringenvan collega’s in de verhalen. Methet pseudoniem wil hij aangevendat het om een fictief verhaal gaat,al is het gebaseerd op ware erva-ringen.Een citaat uit het boek: Het wastweeënvijftig uur geleden dat ikmevrouw Goemans het drankjehad gegeven. Het werden er zes-tig. Zondagavond om acht uurstopte ze definitief met ademhalenen voelde ik ook geen polsslagmeer. We huilden. Tranen van ver-driet bij de dochter, mijn tranen wa-ren meer van blijdschap. Hier be-gon ik nooit meer aan, dacht ik.Euthanasie was iets te hoog ge-grepen voor mijn zenuwen.Gifmenger tegen wil en dank is di-rect en indringend geschreven. VanDelden is behalve huisarts ook eenmens met gevoelens, waarbij wan-hoop, onzekerheid en gewetens-nood vaak de overhand krijgen. In een interview in het NederlandsDagblad van 22 juni zegt Ettes: ‘Devijf gevallen die ik beschreven heb,daar heb ik van wakker gelegen. Demeeste andere keren ging het zovredig, dat ik er weinig last van hebgehad. Toch heb ik in alle gevallenhet gevoel gehad dat ik iets had ge-daan dat definitief is, iets dat ei-genlijk niet mag.’

Page 24: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

24

NVVENIEUWS Door Marleen Peters

Vergoeding lidmaatschap Veel zorgverzekeraars vergoe-den (deels) de kosten van hetlidmaatschap van een patiën-tenvereniging die is aangeslo-ten bij de Nederlandse Patiën-ten en Consumenten Federa-tie (NPCF). De NVVE is door deNPCF officieel als een patiën-tenvereniging aangemerkt,dus ook leden van de NVVEkunnen voor een vergoeding inaanmerking komen. Op dewebsite www.npcf.nl vindt ueen overzicht van welke zorg-verzekeraars en zorgkantorenhet lidmaatschap van een pa-tiëntenvereniging vergoeden.Daarbij staat ook vermeld hoede vergoeding eruitziet en on-der welke voorwaarden dezewordt gegeven.

Nieuwsbrief NVVELeden en andere geïnteres-seerden kunnen zich koste-loos abonneren op de nieuws-brief van de NVVE. Via denieuwsbrief wordt u op dehoogte gehouden van de laat-ste belangrijke ontwikkelingenop het gebied van onderwer-pen rond het levenseinde. Be-langrijke gebeurtenissen bin-nen en buiten de NVVE zullenin de nieuwsbrief worden aan-gekondigd. En we houden u opde hoogte van de (regio)bij-eenkomsten die de NVVE or-ganiseert en geven commen-taar op lopende zaken. Aan-melden via de wesite van deNVVE: www.nvve.nl.

Gezocht: vertaler RelevantVan Relevant wordt viermaalper jaar een Engelse summaryuitgegeven. De NVVE is opzoek naar een vrijwillig mede-werker die deze summery wilschrijven. Van de vrijwillig me-dewerker wordt verwacht datdeze goed is ingevoerd in dematerie rondom het vrijwilligelevenseinde en de Engelsetaal in woord en geschriftgoed beheerst.Voor meer info kunt u bellenmet Ronald van Rheenen, tel.020 - 530 49 72 of mailennaar [email protected].

Relevant 3/2007

SYMPOSIUM VIJF JAAR EUTHANASIEWETOp 1 april 2002 werd de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulpbij zelfdoding, kortweg de euthanasiewet, van kracht. Dit jaar staat het sym-posium van de NVVE in het teken van het vijfjarig bestaan van deze wet. DeNVVE zoekt in dit symposium de controverse op en stelt zich de vraag of wenu echt veel beter zijn geworden van deze wet.

Zijn we er beter van geworden nu we een euthanasiewet hebben? De eenzal deze vraag voluit met ‘ja’ beantwoorden, de ander zal er misschien vraag-tekens bij zetten. Ook tijdens het NVVE-symposium zullen de meningen ver-deeld zijn. De jurist zal anders naar de wet kijken dan de arts of verpleeg-kundige en de politicus anders dan de patiënt. Maar ook binnen deze groe-pen heersen verschillende opvattingen. Tijdens het symposium zullen tweepersonen uit iedere groep hun tegengestelde visie geven. De een is mis-schien tevreden, de ander vindt bijvoorbeeld dat palliatieve sedatie een pri-ma alternatief is voor euthanasie en weer een ander zal de wet niet ver ge-noeg vinden gaan.Professionals uit de politiek en verschillende beroepsgroepen zullen hunvisie geven op vijf jaar euthanasiewet. De deelnemers zijn: Martin Buijsen,filosoof en universitair hoofddocent gezondheidsrecht aan de Erasmus Uni-versiteit Rotterdam; verpleegkundige en publicist Hans van Dam; PeterHeintz, emeritus hoogleraar gynaecologische oncologie; Gerrit Kimsma,huisarts en filosoof; Anouchka van Miltenburg, Tweede Kamerlid voor deVVD; juriste Esther Pans; schrijfster en columnist Karin Spaink; en EsméWiegman-van Meppelen Scheppink, Tweede Kamerlid voor de ChrisenUnie.Om de controverses goed tot hun recht te laten komen, heeft de NVVE IngeDiepman gevraagd het symposium te leiden. Diepman was jarenlang eenvan de gezichten van het dagelijkse nieuwsprogramma B&W en presenteer-de onder andere de VARA-serie Het Zwarte Schaap. Voorafgaand aan de de-batten praat zij onder andere met Klazien Alberda, een van de oprichters vande NVVE.

Het symposium vindt plaats op vrijdag 28 september 2007 in congrescen-trum Regardz Eenhoorn te Amersfoort van 10.00 tot 16.00 uur. Ook ledenvan de NVVE zijn van harte uitgenodigd om het symposium bij te wonen. Zijkunnen tegen de gereduceerde prijs van € 95,- (incl. lunch) deelnemen aanhet symposium. Aanmelden via www.nvve.nl/symposium of bel naar deNVVE 020 - 530 49 77.

Page 25: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

25

NVVE NIEUWS

Wijziging gegevensZijn uw gegevens, zoals bekend bij de NVVE, gewijzigd?Geef deze wijzigingen dan s.v.p. door aan de NVVE. Dit kan telefonisch via 020 – 620 06 90, via de fax020 – 420 72 16 of per mail [email protected].

UITNODIGINGREGIOBIJEENKOMSTENHeeft u vragen over euthanasie, de wilsverklaringen,verenigingszaken of behoefte om eens een medewerkervan de NVVE of andere leden van gedachten te wisse-len? Hiervoor kunt u terecht op de regiobijeenkomstenvan de NVVE die achtmaal per jaar door het hele landworden gehouden.

De regiobijeenkomsten van de NVVE hebben de vormvan een “informatiemarkt”. Leden en introducés kun-nen er informatie inwinnen over onderwerpen als dewilsverklaringen, euthanasie, hulp bij zelfdoding, pal-liatieve sedatie, versterven, de laatstewilpil en vereni-gingszaken. Ook is er volop gelegenheid om van ge-dachten te wisselen met medewerkers van de NVVEen met andere aanwezige leden. Maar ook kunt u erterecht om uw ervaringen te vertellen en persoonlijkevragen te stellen. Gedurende de bijeenkomsten worden in een apartezaal lezingen gehouden met als thema “Wil en Wet”.Hierin komen de diverse keuzes aan de orde die ie-mand kan maken in de laatste fase van het leven (dewil) en de juridische aspecten daarvan (de wet).Afwisselend met de lezing wordt de NVVE-instructie-film Laten stikken getoond. De film is door de NVVEuitgebracht om als leidraad te dienen voor arts en pa-tiënt bij een gesprek over een (toekomstig) euthana-sieverzoek. Want zowel de arts als de patiënt vermijdtvaak liever een gesprek over de dood. Het euthana-sieverzoek wordt vaak aan de arts overhandigd “in dehoop dat het daarmee geregeld is” en artsen blijkensoms te praten in vage termen als “ik zal u te zijnertijd natuurlijk helpen” en spreken zich niet altijd uit ofzij daadwerkelijk euthanasie willen toepassen. De filmmaakt duidelijk dat arts en patiënt samen verant-woordelijk zijn voor goede communicatie.

De komende bijeenkomsten worden gehouden op:18 september Vergaderzalen bij SportCityGroenhovenpark 1 • 2803 PH Gouda23 oktoberGolden Tulip Resort ZutphenDe Stoven 37 • 7206 AZ Zutphen

De informatiemarkt is doorlopend geopend van 15.00tot 17.30 uur en van 19.30 tot 21.00 uur (de zaal is’s avonds open vanaf 19.00 uur). ’s Middags wordener regelmatig lezingen gehouden en ook de film wordtregelmatig vertoond. ‘s Avonds is de lezing om 19.30uur en wordt de film na afloop vertoond.Leden en introducés kunnen zich aanmelden voor deregiobijeenkomsten via mail [email protected], tele-fonisch via 020 – 620 06 90 of stuur een kaartje naarde NVVE, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam, o.v.vregiobijeenkomst.

LedenondersteuningsdienstDe NVVE is op zoek naar vrijwillige medewerkers voor de Ledenondersteuningsdienst (LOD) in

Groningen • Overijssel • West-FrieslandDe LOD bestaat uit vrijwilligers die informeren, advi-seren, ondersteunen en zo nodig bemiddelen bij vra-gen of problemen rondom het vrijwillig levenseinde.

Wij vragen:• relevante werkervaring, bij voorkeur vanuit het

maatschappelijk werk of de gezondheidszorg• zeer goede contactuele eigenschappen• flexibele beschikbaarheid• beschikking over een auto• bij voorkeur 35 jaar of ouderWij bieden:• training en begeleiding• deskundigheidsbevordering• reis- en onkostenvergoeding

Informatie: S. Postma en A. Peetoom, coördinatoren LOD,tel. 020 - 620 06 90.Uw sollicitatie met motivatie enCV kunt u richten aan: NVVE, t.a.v. S.C. Postma, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam.

BIJDRAGE PROCESKOSTEN

Artsen, verpleegkundigen en leden die naar demening van de NVVE ten onrechte door justitieworden vervolgd voor euthanasie, hulp bijzelfdoding of een andere beslissing rond hetlevenseinde of daarover zelf een proces willenbeginnen, kunnen een beroep doen op de NVVEvoor financiële ondersteuning.

U kunt daarbij helpendoor een bijdrage testorten op giro6335188 t.n.v.de NVVE te Amsterdam,o.v.v. Bijdrageproceskosten.

Page 26: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

HET BUREAU DE GEVOLMACHTIGDENDIENST

Wat houdt de Gevolmachtigdendienst in?‘De Gevolmachtigdendienst (GD) bestaat uit 38 vrijwillige me-dewerkers die verspreid over het land wonen. Zij kunnen opmedisch gebied optreden als vertegenwoordiger voor drie totvier volmachtgevers als deze daar zelf niet meer toe in staatzijn. In de praktijk houdt dit in dat de gevolmachtigde zichnaar beste vermogen inzet om te zorgen dat een behandel-verbod wordt nageleefd en dat een euthanasieverzoek gemo-tiveerd door de arts zal worden beoordeeld. In uitzonderlijkegevallen kan de gevolmachtigde de volmachtgever ook bege-leiden bij gesprekken over het levenseinde met de arts.’

Kunnen alle leden een beroep doen op de dienst?‘Nee, zoals gezegd is de dienst uitsluitend bedoeld voor ledendie het absoluut niet lukt in eigen kring een gevolmachtigdete vinden. Dus geen familie, vrienden of kennissen hebbendie hen op medisch gebied kunnen of willen vertegenwoordi-gen als ze daar zelf niet meer toe in staat zijn.’

Gezien de bezetting van de GD komen dus maximaal 120 ledenin aanmerking voor een gevolmachtigde. Is dat niet weinig?

‘Het aantal vrijwillige medewerkers blijkt tot nu toe voldoendete zijn om aan de vraag te voldoen. Er staat op dit momentslechts een enkel lid “in de wacht”. We hanteren wel eenstrenge selectieprocedure: je moet eerst echt alle mogelijkhe-den hebben onderzocht om in je eigen omgeving een gevol-machtigde te vinden.’

Stel je bent gevolmachtigde maar de kinderen zijn er tegen dateen behandeling wordt gestopt, wat dan?

‘In Nederland is de vertegenwoordiging geregeld in de Wetop de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. Op gronddaarvan gaat de schriftelijk gevolmachtigde, als er geen men-tor of curator is aangesteld, voor een eventuele partner,ouders, kinderen en broers en zussen. De arts zal bij medi-sche beslissingen altijd overleggen met de wettelijk verte-genwoordiger, in dit geval de gevolmachtigde dus.’

Het is nogal wat om een zaak “van leven en dood” in handen tegeven van eigenlijk toch een vreemde.

‘Natuurlijk doe je, als die mogelijkheid er is, liever een beroepop iemand uit je directe omgeving. De dienst blijkt echter inde praktijk goed te werken voor de betrokkenen. Belangrijkdaarbij is ten eerste de match die wordt gemaakt. De gevol-machtigde en de volmachtgever hebben dan ook eerst eenoriënterend gesprek om te kijken of het überhaupt klikt. Alsdat zo is, dan zien ze elkaar minstens eenmaal per jaar en zehebben tussendoor regelmatig telefonisch contact. De erva-ring leert dat de gesprekken die dan gevoerd worden direct albehoorlijk diep gaan.’

Zijn er nog kosten aan verbonden?‘Ja, we vragen een bijdrage van € 30,- per jaar. Maar leden diehet financieel moeilijk hebben, kunnen reductie krijgen zodatiedereen in aanmerking kan komen voor deze dienst.’

DE NVVE TELT ZESTIEN

DIENSTEN EN COMMISSIES MET

MEER DAN HONDERDVIJFTIG

(VRIJWILLIGE) MEDEWERKERS

DIE ZICH INZETTEN VOOR DE

VERENIGING. WIE ZIJN DIE

MENSEN EIGENLIJK EN WAT

DOEN ZE PRECIES VOOR U?

Door Marleen Peters

26

POSTNVVE, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam

TELEFOON De NVVE is telefonisch bereikbaar op werkdagen

van 9.00 - 17.00 uur 020 - 620 06 90 (leden),

0900 - 606 06 06 (niet-leden, € 0,20 p.m.)

INTERNETInformatie over de NVVE en euthanasie in het

algemeen is te vinden op de NVVE-site www.nvve.nl

e-mail [email protected]

LEDENSERVICE■ Wilsverklaringen De NVVE geeft verschillende

wilsverklaringen uit waarin u kunt aangeven

wat uw wensen zijn omtrent uw levenseinde.

€ 9,- voor het hele pakket in viervoud:

❚ Euthanasieverzoek Hierin omschrijft u onder

welke omstandigheden u zou willen dat de

arts euthanasie toepast.

❚ Behandelverbod Wanneer u uw wil niet meer

kenbaar kunt maken, gelden de in deze verklaring

opgenomen wensen ten aanzien van wel of niet

behandelen. Aan het behandelverbod is de Bijzon-

dere clausule ‘Voltooid leven’ toegevoegd.

❚ Volmacht Voor situaties waarin u zelf niet meer

kunt beslissen, kunt u schriftelijk iemand aan-

wijzen die namens u optreedt.

■ Niet-reanimerenpenning De penning is een

beperkt behandelverbod waarmee u aangeeft

te allen tijde niet gereanimeerd te willen worden.

€ 42,50

■ Ledenondersteuningsdienst Leden van de NVVE

kunnen in een persoonlijk contact informatie en

ondersteuning krijgen bij vragen en problemen

rond het vrijwillig levenseinde.

■ Gevolmachtigdendienst Voor leden die in eigen

kring geen gevolmachtigde kunnen vinden,

bestaat (onder voorwaarden) de mogelijkheid

dat een vrijwillige medewerker van de Gevol-

machtigdendienst als zodanig optreedt.

■ Kwartaalblad Relevant is een voorlichtend en opi-

niërend tijdschrift dat viermaal per jaar verschijnt.

Gratis voor leden. Jaarabonnement Nederland

voor niet-leden € 10,- (overige landen op aan-

vraag). Voor visueel gehandicapten is Relevant

op cd-rom verkrijgbaar.

DIENSTEN

Relevant 3/2007

Page 27: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

AANVRAAG LIDMAATSCHAP/WILSVERKLARINGEN

❍ Graag ontvang ik informatie over het lidmaatschap van de NVVE.❍ Ik ben al lid. Stuur mij het aanvraagformulier voor de wilsverklaringen.

(aankruisen wat voor u van toepassing is)

NAAM

ADRES

POSTCODE WOONPLAATS

LIDMAATSCHAPSNUMMER

DATUM

Houdt u rekening met een levertijd van ongeveer twee weken. Stuur deze bon (of een kopie) in eengefrankeerde envelop naar:

NVVE POSTBUS 75331 1070 AH AMSTERDAM

heeft met beslissingen rond het levenseinde.

€ 2,- leden, € 3,- niet-leden

❚ In gesprek met de arts Geheugensteun voor wie

een gesprek wil aangaan met de huisarts over

euthanasie. € 3,25 leden, € 4,25 niet-leden

❚ Het Schotse Boekje over methoden van zelfdo-ding Over middelen en methoden die gebruikt

kunnen worden ter bespoediging van het levens-

einde. Minimaal drie maanden lidmaatschap ver-

eist. € 4,-

❚ Stoppen met eten en drinken Info over verster-

ven, de keuze voor de dood door te stoppen met

eten en drinken. € 3,- leden, € 4,- niet-leden

❚ Verpleegkundigen en euthanasie Info over het

niet instellen/weigeren van een behandeling,

euthanasie, hulp bij zelfdoding, “klaar met leven”,

versterving en palliatieve sedatie, toegesneden

op de taak die de verpleegkundige daarbij heeft.

€ 3,-

❚ Christelijk geloof en euthanasie In discussies

lijkt het soms alsof het christelijk geloof euthana-

sie volledig uitsluit. Toch is de bijbel daar niet zo

eenduidig over. € 3,75 leden, € 4,75 niet-leden

❚ Levensbeschouwing en euthanasie Bijdragen

over islam, boeddhisme, hindoeïsme, jodendom,

christendom en humanisme in relatie tot eutha-

nasie. € 5,- leden, € 6,- niet-leden

❚ Geannoteerde bibliografie Bespreekt boeken,

rapporten en andere uitgaven over euthanasie,

ethiek, gezondheidsrecht en hulp bij zelfdoding.

€ 3,50 leden, € 4,50 niet-leden

Het documentatiepakket en brochures kunnenworden besteld via www.nvve.nl of telefonisch 020 - 620 06 90.

SCHENKINGENU kunt de NVVE op veel

manieren steunen.

Bijvoorbeeld door middel

van een schenking, perio-

dieke uitkering of legaat.

Voor meer informatie kunt

u contact opnemen met

directeur Rob Jonquière,

tel. 020 - 531 59 16.

Bestuur NVVE:

prof. mr. E.Ph.R. Sutorius

(voorzitter)

drs. A. Baars-Veldhuis

(vice-voorzitter)

mr. A.V. van Nierop

(secretaris)

ir. W. Beekman

(penningmeester)

drs. J. Huisman

prof. dr. C. Jonker

F.A. Visscher

Directeur:

Rob Jonquière

LIDMAATSCHAPIedereen vanaf 16 jaar kan lid worden van deNVVE. De minimumcontributie bedraagt € 15,-per jaar. Een “lidmaatschap voor het leven”behoort tot de mogelijkheden.

OVERIGE DIENSTEN■ Bijdrage proceskosten Artsen, verpleegkundigen

en leden die naar de mening van de NVVE ten

onrechte door justitie worden vervolgd voor eutha-

nasie, hulp bij zelfdoding of een andere beslissing

rond het levenseinde of daarover zelf een proces

willen beginnen, kunnen een beroep doen op de

NVVE voor financiële ondersteuning.

U kunt daarbij helpen door een bijdrage te storten

op giro 6335188 t.n.v. de NVVE te Amsterdam,

o.v.v. “bijdrage proceskosten”.

■ Sprekerskader Het Sprekerskader van de NVVE

verzorgt door het hele land lezingen over keuzes

rond het levenseinde. Enkelen zijn gespeciali-

seerd op het gebied van de laatstewilpil.

Info K. Scheirlinck, tel. 020 - 530 49 77, e-mail

[email protected]. Aanvragen minstens vier

weken van te voren. Vergoeding in overleg.

■ Presentatiedienst Op beurzen, symposia en stu-

diedagen kan op verzoek een NVVE-stand worden

ingericht. Info K. Scheirlinck, tel. 020 - 530 49 77,

e-mail [email protected]. Aanvragen minstens

vier weken van te voren.

■ Bijsluiter Europees Medisch Paspoort (EMP) In het EMP is geen ruimte gelaten voor wensen

omtrent het levenseinde. De NVVE geeft bijlagen

uit – opgesteld in elf talen – die kunnen worden

toegevoegd aan het EMP.

Te downloaden via www.nvve.nl/emp.

DOCUMENTATIE■ Documentatiepakket Een uitgebreid naslagwerk

voor scholieren, studenten en andere geïnteres-

seerden, incl. de brochure Het laatste stuk. € 6,-

■ Brochures❚ Hulp bij zelfdoding Bundeling van de lezingen

en verslagen van het mini-symposium en de

workshop die werden gehouden tijdens het sym-

posium Hulp bij zelfdoding; Zwitserland in de

polder…? € 6,- leden, € 7,- niet-leden

❚ Lijden aan het leven Bundeling van de lezingen

die werden gehouden tijdens het NVVE-symposium

Lijden aan het leven. Mogen we daar een eind

aan maken…? € 5,25 leden, € 6,25 niet-leden

❚ Dementie en euthanasie Bundeling van de lezin-

gen die werden gehouden tijdens het NVVE-sym-

posium Dementie en euthanasie; er mag meer

dan je denkt… € 5,- leden, € 6,- niet-leden

❚ Wil en wet Geeft een overzicht van de keuzes

die u kunt maken rond uw levenseinde.

€ 5,- leden, € 6,- niet-leden

❚ Het laatste stuk Aan de hand van cira tweehon-

derd vragen en antwoorden geeft deze brochure

een uitgebreid beeld van alles wat te maken

Page 28: Relevant 2 2006 03 - NVVE · 2014. 4. 28. · jaargang 32, nummer 3 Redactieadres Relevant, Postbus 75331 1070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90 fax 020 - 420 72 16 e-mail relevant@nvve.nl

(Advertentie)

vrijdag 28 september 2007Congrescentrum Regardz Eenhoorn, Amersfoort

Op 1 april 2002 werd de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding vankracht. Het symposium van de NVVE, Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseindestaat daarom dit jaar in het teken van het vijfjarige bestaan van deze wet. De NVVE zoekt inhaar symposium de controverse en stelt zich de vraag of we nu echt veel beter zijn gewordenvan deze wet.

De meningen zullen verdeeld zijn. De jurist zal anders naar de wet kijken dan de arts of deverpleegkundige en de politicus anders dan de patiënt. Maar ook binnen deze (beroeps)groe-pen heersen verschillende opvattingen. Daarom zullen tijdens het symposium twee personenuit iedere groep hun tegengestelde visie geven.

Dagvoorzitter: Inge Diepman

10.00 uur Welkom en opening door Rob Jonquière, directeur NVVE

• Inge Diepman praat onder andere met Klazien Alberda, mede-oprichter NVVE

De controversesJuristen

• mr. dr. M.A.J.M. Buijsen, hoofddocent gezondheidsrecht versusmr. dr. E. Pans, advocaat

Politici• drs. E.E. Wiegman-van Meppelen Scheppink, CU versus A. van Miltenburg, VVD

Verpleegkundigen• H. van Dam, verpleegkundige en publicist versus nog niet bekend

Artsen• drs. G.K. Kimsma, huisarts en filosoof versus

prof. dr. A.P.M. Heintz, emeritus hoogleraar gynaecologische oncologie

Patiënten• K. Spaink, schrijfster en columnist versus nog niet bekend

16.00 uur Afsluiting en een drankje

Inschrijving: € 145 / in opleiding en leden € 95

Aanmelden via www.nvve.nl/symposium of bel naar de NVVE 020 – 530 49 77.Het symposium is bedoeld voor iedereen die beroepsmatig is geïnteresseerd.Voor huisartsen wordt accreditatie aangevraagd.