Regenspelen fiches

REGENSPELENDeze regenspelen werden uitgewerkt door verbond Mechelen.Tekeningen: Kristof Van Genechten.

2

REGENSPELEN

Categorie Inleefspel

Titel Tikkertje onweer

Speluitleg De tikker is de donder, de an-deren zijn bliksems. Wanneer donder en bliksem elkaar ra-ken, zorgt dat voor een enorme knal: de twee roepen heel hard en vallen op de grond met de benen in de lucht, een koprol is zeker toegelaten. De donder staat recht en gaat achter de andere bliksems aan. Die kun-nen de getroffen bliksem weer recht helpen door hem of haar een likje te geven: de getroffen bliksem moet even natgere-gend worden om af te koelen.

Groepsindeling Individueel

Duur 5 à 10 min

Soort regen Het regent pijpenstelen

Plaats Grasplein

Materiaal Niets

REGENSPELEN

3


Titel Levende sjoelbak

Speluitleg Eén ploeg staat op het terrein en vormt de levende poortjes van een sjoelbak. Elk poortje is een aantal punten waard (hoe verder weg, hoe meer pun-ten). De spelers van de andere ploeg lopen om beurten aan en schuiven op hun buik of rug door de modder. Wie onder een poortje doorschuift (minstens tot aan zijn of haar middel), krijgt de punten.

Groepsindeling 2 ploegen

Duur 10 min

Soort regen Het regent oude wijven

Plaats Buiten

Materiaal Modder

REGENSPELEN

4


Titel Regen

Speluitleg Ga allemaal achter elkaar staan en begin te wandelen. De eer-ste roept REGEN en telt tot tien. De anderen lopen ondertussen weg, tot die eerste aan tien zit en ‘stop!’ roept. Hij of zij mag nu twee stappen doen én één sprong. Je moet proberen in een plas te springen en zo ie-mand nat te maken. Dan moet die vooraan lopen.

Groepsindeling Allen samen

Duur 30 min


Plaats Buiten

Materiaal Geen materiaal

REGENSPELEN

5


Titel Pictionary

Speluitleg We spelen Pictionary, maar in plaats van iets te tekenen moet je met een aantal mensen een scène uit een film uitbeelden, zonder woorden. De anderen moeten zo snel mogelijk raden over welke film het gaat.

Groepsindeling Kan individueel of in verschil-lende ploegen

Duur 5 tot 60 min


Plaats Senior, lokaal, onder afdak

Materiaal Kaartjes met filmscènes op.

REGENSPELEN

6


Titel Alle katten lopen los

Speluitleg Iedereen staat per drie verspreid over het veld. Per groepje zijn er twee personen ‘afdak’ (houden beide handen van elkaar vast en vormen een afdak). De derde is een kat, die kan niet tegen de regen en staat dus onder het afdak. In het midden van het veld staat een eenzame kat die bescherming zoekt onder het afdak. De eenzame kat roept: “Alle katten lopen los.” De afdakperso-nen doen hun armen naar beneden en de katten zoeken bescherming onder een ander, opnieuw gevormd afdak, terwijl ze luid janken. De eenzame kat probeert ook bescherming te zoeken onder een afdak. Wie geen afdak vindt, is de nieuwe eenzame kat. Na elk ‘geroep’ kan er gewisseld worden, zodat de afdaken ook kat worden.

Groepsindeling Groepjes van drie

Duur 15 min

Soort regen Het is hondenweer

Plaats Waar er voldoende ruimte is om te lopen

Materiaal Geen

REGENSPELEN

7


Titel Verslaggever

Speluitleg Eén speler is de nieuwsver-slaggever ter plaatse. Hij of zij verlaat het lokaal even terwijl de anderen afspreken welke ramp er gebeurd is, bv. Enge-land is tegen België gebotst. De reporter komt weer binnen, de andere spelers ‘zitten in de studio’ en stellen vragen. De reporter moet antwoorden op de vragen en zo proberen te achterhalen welke ramp er gebeurd is.

Groepsindeling Eén tegen allen

Duur 10 min

Soort regen Het regent binnen

Plaats Binnen

Materiaal Niets

REGENSPELEN

8

Categorie Hevig spel

Titel Levende zonnewijzer

Speluitleg Het (baseball)veld is een zon-newijzer. Eén speler is de zon, die loopt “zonzonzonzonzon”-roepend de uren langs. Wan-neer de zon door de wolken (veldspelers) neergehaald wordt, is het aan de volgende. De eerste zon mag weer mee-lopen. Spreek af wanneer de ploegen wisselen.

Groepsindeling Twee ploegen: één in het veld en één die klaar slaat om de zon het veld in te sturen

Duur 20 à 30 min


Plaats Groot grasveld

Materiaal Kegels voor de honken

REGENSPELEN

9


Titel De modderstroom

Speluitleg De groep verdeelt zich in twee ploegen. Eén ploeg zet zich in twee rijen tegenover elkaar zo-dat er tussen hen een gang van ongeveer 3 meter breed ont-staat. De andere ploeg moet om beurten door die gang lopen, terwijl de tegenpartij hen bekogelt met modder. De ploeg die op het einde het grootste aantal spelers heeft die niet geraakt zijn, heeft gewonnen.

Groepsindeling Twee ploegen

Duur 10 min

Soort regen Het regent buiten

Plaats Buiten

Materiaal Modder

REGENSPELEN

10


Titel Tikkertje in de plas

Speluitleg Als je in een plas staat, kun je niet getikt worden.


Duur 5 min

Soort regen Het regent muggenpis

Plaats Grasplein of zandvlakte

Materiaal Niets

REGENSPELEN

11


Titel Tikkertje onder de benen

Speluitleg Baken een terrein af en duid een tikker aan.Wie getikt wordt, moet blijven staan met gespreide benen. Je kunt pas weer meespelen als een andere deelnemer tussen je benen door gekropen is.


Duur 15 min


Plaats

Materiaal Niets

REGENSPELEN

12


Titel Slijkrugby

Speluitleg Rugby op een nat, drassig terrein. Je kunt eventueel een natte dweil gebruiken als bal.

Groepsindeling Twee ploegen tegen elkaar

Duur 30 - 45 min


Plaats Buiten

Materiaal Bal of dweil

REGENSPELEN

13


Titel Wimpelsteken

Speluitleg Wimpel steken = tegenoverge-stelde van wimpel trekken.Iedereen krijgt een wimpel. Het is de bedoeling om die zo snel mogelijk tussen de broeks- of rokrand te steken van een andere speler.Als iedereen een wimpel heeft hangen, kan het omgekeerde spel gespeeld worden: probeer zoveel mogelijk wimpels van anderen uit te trekken.


Duur 15 min

Soort regen Het hagelt

Plaats Open lucht tot seniortent

Materiaal Een wimpel per deelnemer

REGENSPELEN

14


Titel Indoor baseball, zoek de euro

Speluitleg De ene ploeg verstopt de euro ergens binnen een afgebakend terrein terwijl de anderen erbuiten wachten. Wanneer ze terugkomen, mag de verstop-ploeg (afwisselend) toertjes lopen, tot de euro gevonden wordt. Dan wisselen de ploe-gen. De winnaar is diegene die de meeste toeren kan lopen.


Duur 20 min


Plaats Binnen

Materiaal Euro (of ander muntstuk), kegels

REGENSPELEN

15

Categorie Rustig spel

Titel Het druppelalfabet

Speluitleg Iedereen ligt op hun rug op de grond met de ogen dicht. Iedereen moet om beurten, zonder een bepaalde volgorde af te spreken of aan te houden, een keertje ‘drup’ gezegd heb-ben.


Duur 5 min


Plaats Binnen

Materiaal Niets

REGENSPELEN

16


Titel Schuifpuzzel

Speluitleg Iedereen krijgt een nummer dat duidelijk zichtbaar is. Op de grond wordt een raster gete-kend dat bestaat uit een vakje meer dan het aantal spelers. Iedereen gaat lukraak op een vakje staan. Daarna is het de bedoeling dat de spelers per nummer gaan staan. Ze bewe-gen zich in het raster zoals de vakjes verschoven worden bij een schuifpuzzel.

Groepsindeling Eén ploeg

Duur 30 min

Soort regen Het regent niet

Plaats Binnen

Materiaal Balpen en eventueel papier/stickers, krijt

REGENSPELEN

17


Titel Waterdieren

Speluitleg Iedereen zit apart onder hun regenjas. Eén iemand verwij-dert zich even van de groep. Alle deelnemers krijgen een nummer. De ‘vrager’ komt weer dichterbij en zegt een nummer. Degene met dat nummer maakt het geluid van een waterdier. De vrager moet raden wie het is en welk dier er nagedaan werd. Raadt hij of zij juist, dan wordt degene die het dier nadeed de nieuwe ‘vrager’.


Duur 10 min


Plaats Grasplein of bos

Materiaal Per persoon een regenbache

REGENSPELEN

18


Titel Levende drie-op-een-rij

Speluitleg Teken met krijt een groot raster (6 rijen, 6 kolommen).Maak twee ploegen. Elke ploeg heeft een kleur. Elke deelnemer krijgt een wimpel van die kleur.De ploegen staan tegenover elkaar aan de rand van het raster. Om beurten zet een ploeg een pion (een deelnemer) op het raster. Elke pion mag maar 1 vakje (hori-zontaal of verticaal) opgeschoven worden, te beginnen van de rand van het raster.De ploeg die als eerste 3 op een rij heeft (horizontaal, verticaal of diagonaal), heeft gewonnen.

Noot: Afhankelijk van het aantal deelnemers maak je het speelveld groter of kleiner.


Duur 30 à 40 min


Plaats Grote zaal, plein

Materiaal Krijt, twee verschillende kleu-ren wimpels

REGENSPELEN

19


Titel Samen in een tentje

Speluitleg Neem een bache en maak een tentje. Je kruipt hier gezellig dicht bijeen in en je speelt vervolgens blackbox.


Duur Onbepaald


Plaats Buiten

Materiaal Grote regenbache

REGENSPELEN

20


Titel Verrassingspetanque

Speluitleg Iedereen kiest 2 (of meer) voorwerpen van zichzelf of uit de omgeving (bv. zakdoek en steen) zonder vooraf te weten wat ermee gaat gebeuren. Als iedereen de voorwerpen gekozen heeft, vertel je dat je petanque zult spelen. Gooi een voorwerp het terrein op, de spelers proberen daar om beurten zo dicht mogelijk bij te gooien met hun voorwerpen.


Duur 10 min



Materiaal Geen

REGENSPELEN

21


Titel Lagori

Speluitleg Verdeel de ploeg in twee teams: een gooiploeg en een veldploeg.De gooiploeg probeert van op een afstand de stenen omver te gooien met de bal. Iedereen in het team krijgt drie pogingen. Wie de stenen raakt, wordt het hoofddoel voor de veldploeg.

Als de stenen van elkaar vallen, komt de veldploeg in actie. Zij moeten met de bal ofwel het hoofddoel raken, ofwel twee andere spelers uit het gooiteam. Ze krijgen hiervoor tijd tot het gooiteam alle stenen weer op elkaar heeft kunnen stapelen.

Het punt gaat naar het gooiteam als ze alle stenen weer kunnen opstapelen en ‘lagori!’ roepen voor hun hoofddoel of twee anderen geraakt worden. Anders krijgt de veldploeg een punt.


Duur 30 min


Plaats Bos of tussen tenten

Materiaal Stapel 4 tot 7 (platte) stenen op elkaar (lichte stenen, ongeveer een handpalm groot), ten-nisbal

REGENSPELEN

22


Titel Platte Roger

Speluitleg Iemand ligt op de grond, de rest van de groep staat achter hem of haar. Iemand komt er bovenop liggen, de onderste moet raden wie het is. Bij een foute naam komt er nog iemand bij liggen. Zo gaat het door tot de tweede persoon geraden wordt.


Duur 30 min


Plaats Bos of tussen tenten

Materiaal Geen

REGENSPELEN

23

Categorie Kringspel

Titel De plasjestrek

Speluitleg De ploeg staat hand in hand rond een plas. De bedoeling is om elkaar in de plas te trekken. Degene die een voet in het wa-ter zet, moet de kring verlaten.

Groepsindeling Eén tegen allen

Duur 10 min


Plaats

Materiaal Niets

REGENSPELEN

24

Categorie Kringspel

Titel Ik sta in de plas

Speluitleg Iedereen staat in een fietsenbinnenband in een cirkel. Tussen de deelnemers is er telkens ongeveer 6 m. In het midden van de kring ligt ook een fietsband. Eén iemand uit de kring gaat in het midden staan, zodanig dat er één band vrijkomt in de cirkel. De persoon die rechts van de lege band staat, verplaatst zich naar de lege band en zegt: ”Ik sta.” De volgen-de gaat in de vrijgekomen band staan en zegt: ”In de plas.” De volgende schuift ook op en zegt: “En ik denk aan … (een naam van iemand die meespeelt).”Nu moet degene wiens naam genoemd is naar de lege band lopen. Degene die in het midden staat, moet proberen een lege plaats in te nemen. Degene rechts van de lege band moet dat ook probe-ren, en hier gaat het spel weer verder met ”Ik sta”. Wie zal het snelste zijn?


Duur 5 min


Plaats Seniortent

Materiaal Niets

REGENSPELEN

25

Categorie Kringspel

Titel Te land, ter zee en in de lucht

Speluitleg De deelnemers staan in een kring. Eén speler staat in het midden. Hij of zij gooit een bal naar iemand in de kring en zegt ondertussen ‘land’, ‘zee’ of ‘lucht’.De speler naar wie de bal ge-gooid is, zegt zo snel mogelijk een dier dat op het land, in de zee of in de lucht leeft. Elk dier mag maar één keer genoemd worden.Weet de speler geen dier of zegt hij of zij een dier dat al genoemd werd, dan moet hij of zij in het midden gaan staan.

Groepsindeling Allen samen in een cirkel

Duur 10 min


Plaats Buiten

Materiaal Bal

REGENSPELEN

26

Categorie Kringspel

Titel Kringkwissen

Speluitleg De deelnemers zitten in een kring, één iemand staat in het midden. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk de kring rond te geraken door juist te antwoorden op de vragen.Degene in het midden heeft een krant of tijdschrift waaruit hij of zij ‘waar/niet waar’-vra-gen uit stelt. Wie denkt dat het waar is, steekt de rechterhand op. Wie denkt dat het niet waar is, steekt de linkerhand op. Wie juist geraden heeft, mag een plaats opschuiven in de kring. Als daar nog iemand zit, mag je op de schoot van die persoon gaan zitten. Enkel wie boven-aan zit, mag doorschuiven.


Duur 15 min


Plaats Speelplein

Materiaal krant/tijdschrift

REGENSPELEN

27

Categorie Per twee

Titel Fluit het weer

Speluitleg De spelers staan twee aan twee met

hun rug tegen elkaar. De koppels

vormen samen een kring. Elk paar krijgt

van de spelbegeleid(st)er een woord

ingefluisterd.

In het midden van de kring ligt een

fluitje. De spelbegeleid(st)er roept een

woord. De twee spelers met dat woord

lopen in hun richting de kring rond en

komen de kring terug binnen langs de

plaats waar ze stonden. Ze proberen zo

snel mogelijk op het fluitje te blazen.

Diegene die verliest, wisselt van plaats

met de spelbegeleid(st)er en krijgt een

overzicht van de gebruikte woorden.

Woordenlijst: regendruppel, onweer,

bliksem, hagel, sneeuw, plas, donder,

wind, orkaan, stortbui, ...

Groepsindeling Allen samen in een cirkel

Duur 15 min

Soort regen Het regent niet

Plaats Binnen

Materiaal Fluitje

REGENSPELEN

28

Categorie Per twee

Titel Ladderklimmen

Speluitleg Iedereen gaat per twee staan. Alle koppels staan naast elkaar “op de onderste trede van de ladder”. Per twee spelen ze een klein duelspel-letje (blad-steen-schaar, duimwor-stelen, krokodilvechten, ...). De winnaar mag een trede hoger gaan staan, de verliezers blijven staan. Er worden nu nieuwe koppels gevormd, die opnieuw een duel-spelletje doen. Wanneer het aantal personen op een trede oneven is, wordt aan de hand van een eigen-schap bepaald wie niet meespeelt en dus sowieso moet blijven staan. Bv. kleinste schoenmaat blijft staan.Dat gaat zo verder tot iemand de bovenste trede gehaald heeft.


Duur 30 min



Materiaal Niets

Regenspelen fiches

Documents

Transcript of Regenspelen fiches