REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up...

22
Zomerschool 2017 VERSLAG Samenwerking door crossovers met kunst en cultuur 19 t/m 23 juni 2017 – REFLECTIEVERSLAG Samenstelling Giep Hagoort en Erik Uitenbogaard C ARTESIUS MUSEUM VOOR STEDELIJKE DYNAMIEK EN VERNIEUWENDE SAMENWERKING C M A U DE SAMENWERKPLAATS Versie 04 - digitaal en print

Transcript of REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up...

Page 1: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Zomerschoo l 2017

VERSLAG

Samenwerking door crossovers metkunst en cultuur19 t/m 23 juni 2017 – R E F L E C T I E V E R S LA GSamenstelling G iep Hagoor t en E r i k U i tenbogaa rd

CARTESIUSMUSEUMVOOR STEDELIJKEDYNAMIEK ENVERNIEUWENDESAMENWERKING

CMAU

DE SAMENWERKPLAATS

Ve

rsie 0

4 - d

igita

al e

n p

rint

Page 2: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Cartesius Museum Utrecht

Zomerschoo l 2017

DE SAMENWERKPLAATSSamenwerking door crossovers metkunst en cultuur19 t/m 23 juni 2017Voor professionals in samenwerking

Deze Zomerschool is een samenwerking met ucooperate.eu, de Am-

sterdam School of Management (ASOM) en Via Traiectum met partici-

patie door Rabobank Utrecht, Economic Board Utrecht, Crossover

Creativity HKU, Schakelklassen HU, UU/USBO, SMart.be en SMart.nl -

cultureel en creatief ondernemerschap, Initiatievenfonds gemeente

Utrecht, Provincie Utrecht, Robot Love, Casco, SBP, SWK Creatieve

huisvesting, D66, De Werkspoorkathedraal, Hogeschool Zuyd Creative

Cities, Stichting Mijn wijk, jouw wijk e.a.

Kennis delen, ervaringen uitwisselen en werken aan innovatieve

concepten vanuit kunst, cultuur en creativiteit.

Een DIY/DIT programma.

Meer informatie: www.cartesiusmuseum.nlContact: [email protected] bel met Erik Uitenbogaard: 0615633552

De Samenwerkplaats is georganiseerd door het CartesiusMuseum en volgde op De Kracht van Doen (2014), conferentieCOOPERATE! (2014), ucooperate.eu (2015) boek Actieve Stedeling,Seminar Crossovers, boek Cooperate. The Creative Normal (2016).

SBP

Page 3: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Inhoudsopgave

1.Waarom de CAMU Zomerschool 2017 - DeSamenwerkplaats – 1

2.Plaatsbepaling en Perspectief: Initiatieven ennieuwe zoektochten - Dag 1 – 2

3.Crossovers en creativiteit: Loslaten énverbinden – Dag 2 – 5

4.Kennis delen in de driehoek Kunst, onroerendgoed en gemeentelijk beleid -Dag 3 – 7

5.Stad-Platteland 2.0,Dag 3, middag – rondetafel 1 – 9

6.Vluchtelingenwerk en samenwerkingDag 3, middag – rondetafel 2 – 10

7.Partnership for Food – Dag 4 – 11

8.Artistieke interventies en crossovers -Dag 5 – 14

9.Observaties op weg naar de toekomst vansamenwerking – 16

Epiloog – 18

Van de leestafel – 18

Colofon – 20

Boxen:Box 1 sQuare – 3Box 2 Casco Art Institute: Working for the

Commons – 4Box 3 Robot Lovers – 6Box 4 Hearing Gemeentelijk beleid en

samenwerking – 10Box 5 Food Safari’s – 13Box 6 Waldeckpark Maastricht – 15Box 7 Meer over artistieke interventies – 16Box 8 EBU seminar Slimme Steden – 17

1.Waarom de CAMU Zomer-school 2017 - De Samen-werkplaats

Het Cartesius Museum viert in 2017 zijn eerstelustrum. Vanaf de oprichting in 2012 hebben hetmuseum en zijn conservatoren zich ingezet omeen vernieuwende samenwerking te realiserenin de post-industriële, creatieve context van hetUtrechtse Werkspoorkwartier. De uitvalbasiswerd gevormd door de monumentaleWerkspoorkathedraal waar zo’n 50 jaar geledentreinen, wagons en spoorbruggen werdengebouwd. In 2014 kwam deWerkspoorkathedraal in handen van deUtrechtse vastgoed-ondernemer BobScherrenberg, die het gebouw als creatievehotspot verder uitbouwde. Het CartesiusMuseum vervolgde zijn weg als nomadischmuseum – naar een suggestie van conservatorHans Mommaas, thans directeur van hetPlanbureau voor de Leefomgeving – enontwikkelde nieuwe ervaringen en kennis overstedelijke dynamiek en vernieuwende samenwerking op verschillende plaatsen binnenen buiten Utrecht. De collectie is te vinden op dewebsite van het museumwww.cartesiusmuseum.org.

Een aantal verdiepende events over thema’s die desteden specifiek maar ook de samenleving als geheeltreffen, hebben ten grondslag gelegen aan het ideevan een meerdaagse Zomerschool over crossovers in2017. Thema’s als:• het vernieuwende ambacht;• het schoollokaal van de toekomst;• de input van creatief professionals bij innovatiepro-

cessen;• gebiedsontwikkeling richting een creatieve en duur-

zame samenleving;• Utrechts als verzameling zwermen.Concreet: een speciale vijfdaagse zomerschool in devorm van een Samenwerkplaats.Het Cartesius Museum meent dat op deze wijze kanworden bijgedragen aan de claim dat Utrecht de sa-menwerkingshoofdstad van Nederland kan zijn, als in-spirerend voorbeeld voor andere steden.

Met de partners Economic Board Utrecht, HKUUniversity of the Arts Utrecht, Provincie Utrecht,Rabobank Utrecht, SMart.be en SWK030 Creatievehuisvesting is het concept van de Samenwerkplaatsverder vormgegeven waarbij de partners eendag(deel) inhoudelijk en financieel voor hun rekeninghebben genomen door een zogenaamde adoptiecon-structie.

Voor de inhoudelijke fundering van de Zomerschoolzijn twee publicaties als leidraad genomen:• Actieve Stedeling, een zoektocht naar de stad

als samenwerkplaats, samengesteld door Erik Uitenbogaard en Rob Stolte (2015). Het boek is eenmomentopname van de transitie van het Werk-spoorkwartier waar creatieve bottom-up-initiatieveneen belangrijke bijdrage hebben geleverd, vanuit

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 1

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 4: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

burgers, bedrijven en ateliers, vaak met steun vanoverheden, fondsen en kennisinstellingen.

• Cooperate. The Creative Normal, geredigeerddoor Giep Hagoort (2016), met bijdragen van ze-ventien, voornamelijk Utrechtse schrijvers, die ver-slag doen van hun samenwerkingservaringen metals context onderzoek, onderwijs, beleid en praktijk.Het boek volgt op een succesvolle werkconferentieCooperate! die in 2014 in Utrecht is gehouden enwaar ruim 100 deelnemers hun eigen ervaringen eninzichten konden verdiepen. Het verslag is terug tevinden op de in 2015 gelanceerde websitewww.ucooperate.eu. Bij al deze activiteiten speeldehet Cartesius Museum een actieve, vaak initiërenderol.

In dit reflectieverslag kijken we terug op de voor onsbelangrijke momenten van de Zomerschool 2017. Ditdoen we om bij te dragen aan het vergroten van onsgezamenlijk professioneel handelingsrepertoire. Wathebben we geleerd en wat zijn belangrijke inzichtendie het toekomstig denken en doen van samenwer-kingspartners positief kunnen beïnvloeden? Dit be-treft het Cartesius Museum zelf, de adoptiepartners,de ondersteunende organisaties en last but not leastalle deelnemers aan de Zomerschool. Door deze opzetvan het reflectieverslag kunnen alle deelnemers kennisnemen van de resultaten ook als ze niet alle bijeen-komsten hebben bijgewoond. Een conceptversie vanhet verslag is voorgelegd aan de inleiders en actief be-trokkenen. Hun reacties zijn verwerkt in de definitieveversie.

Uit reacties bleek dat de De Samenwerkplaats als zo-merschool een groot succes is geweest. Enkele reac-ties uit de email: 'Ik heb de deelname als heelinspirerend ervaren, veel interessante mensen ont-moet en nieuwe inzichten opgedaan over cross-disci-plinaire samenwerking.' 'Ik vond het een feestje omiedereen te beluisteren, te bezien en te ontmoeten.''Dank voor jullie inspirerende bijeenkomst. Mooi omop deze manier de samenwerking in de stad te bevor-deren.' 'We hebben heel erg genoten en het wasgoed georganiseerd.' 'De uitwisseling was heel inspi-rerend!' 'Ik vond het fan-tas-tisch! Goed werk van ie-dereen en extra credits voor de (aan)stichters. Ik bengeïnspireerd en geactiveerd.'Dit succes delen we graag met de lezer en zeggen allebetrokkenen grote dank voor de genoten samenwerking.

On behalf of Cartesius Museum and the entirecrew, we do like to thank you for joining us onthis trip and we are looking forward to seeingyou on board again in the near future. Have anice stay!

Erik Uitenbogaard, hoofdconservatorGiep Hagoort, conservator cultureel ondernemerschap

Nota BeneDit reflectieverslag laat zich goed lezen in combinatie met dereader (63 bladzijden) die speciaal voor de zomerschool isuitgebracht. Deze reader is gratis te downloaden via de linkhttp://www.cartesiusmuseum.org/Zomerschool2017. Hierzijn ook de presentaties van de diverse sprekers te vindenevenals de aftermovie.

2.Plaatsbepaling en Perspectief: Initiatievenen nieuwe zoektochtenDag 1

(19 juni 2017)Lokatie: Werkspoorkathedraal,Adoptie: Cartesius Museum University, middag:SMart.be

Action Learning door bewoners, studenten endocentenIn een stedelijke dynamiek vervullen initiatieven eensleutelrol. Onbekende gebieden worden verkend enmet vertrouwde en/of nieuwe partners worden zoek-tochten opgezet. De literatuur is rijk aan checklists enfaseringsmodellen maar de concrete kennis omtrentdeze zoektochten is schaars.Een meerpartijen project, dat in de Utrechtse wijkOvervecht sociaal ondernemerschap stimuleert, laatzien dat dit soort partnerschappen van de betrokke-nen een eigen ondernemendheid, een toegespitstebottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheidverlangt. De universitaire studenten die aan het pro-ject meedoen zijn in de eerste plaats deelnemer in eenaction research setting waarbij de docent de titeldraagt van teachpreneur, bedacht door de betrokkendocent-onderzoeker Peter Linde.De zoektocht is hoe de wijk verrijkt kan worden metbedrijfjes op basis van sociaal ondernemerschap waar-bij de bewoners een actieve rol vervullen. De vernieu-wende uitdaging is hoe creatieve interventies hetveranderingsproces positief kunnen beïnvloeden. Inde nabije toekomst zullen kunststudenten van de HKUook deelnemen aan het project.Peter: We zijn naar Overvecht gegaan om gedurendeeen aantal jaren in de wijk samen met Overvechtersen andere lokale stakeholders het verschil te maken.Studenten zijn sociaal ondernemers in wording enontwikkelen en toetsen in die hoedanigheid prototy-pes van sociaal wijkondernemingen; wijkbewonerszijn mede eigenaar van het idee en ontwikkelen deuitkomsten door naar werkende wijkbedrijven. Actie-leren en Actie onderzoek zijn key in dit proces vanleren en ontwikkelen (zie voor concrete resultatenwww.learninglabovervecht.nl).Door deze ervaringen zal volgens Peter ook het klas-sieke onderwijssysteem veranderen. Het curriculummoet worden opengebroken om de action learningpraktijk op brede schaal mogelijk te maken. Bewo-ners, studenten en docenten maken zo deel uit vaneen breder transitieproces.Let wel: de positie van de gemeente is nog voorwerpvan onderzoek: van de rug toekeren (bureaucratisch,remmend werken, interne verdeeldheid, "wat schie-ten we ermee op") tot een faciliterend partnerschap(meedenkend, budget vrijmakend, kennis delend,mede-eigenaarschap). Hier moet de actieve dialoogmet beleidsambtenaren nog van de grond komen.

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 2

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 5: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Creatieve ondernemers ontwikkelen zich in eenzwermEen Zwolse onderwijsinstelling neemt in 2012 een ini-tiatief: het bestemmen van een gebouw voor de crea-tieve industrie waar creatief ondernemers samen metstudenten werken aan vernieuwende beroepspraktij-ken, als start-up of in een gevestigd bedrijf. De zoek-tocht wordt ingezet door de nieuwe CreatieveCoöperatie. Top-down wordt een BV gevormd en erkomt een stichting met een eigen directeur. De op-dracht: vorm een community van huurders/creatiefondernemers en studenten die met elkaar de nieuweorganisatie profiel en betekenis geven voor maat-schappelijke instellingen, bedrijven en overheden.Zo’n vijftig ondernemers vinden daar hun plek. Als jeniet wilt bijdragen aan de gezamenlijke ambitie, voelje al gauw dat je maar beter kunt vertrekken. Free ri-ders bedreigen namelijk deze ambitie. Kernmerkendvoor de creatieve gemeenschap is het intern werkenin zwermen. Nieuwe projecten, klussen aan het ge-bouw en huisevenementen zijn het product van dezezwermen. Je kunt je actief aansluiten, je bent somstrekker of je wilt gewoon meewerken. Uniek is de af-spraak om intern af te rekenen op een uniform tariefvan € 50,00 per uur, ongeacht ervaring of discipline.Extern geldt het tarief dat de creatief ondernemer zelfwenst te realiseren.Eefke Meijerink vertrekt als pionierend directeur vande coöperatie en reflecteert op haar ervaringen. Heteigenaarschap is een issue: van de community, van dewerkwijze en van het leiderschap. Naast het zo duide-lijk mogelijk aangeven van ieders rol is het ook vanbelang dat de leden van de community je weten tevinden voor een persoonlijk gesprek, voor bemidde-ling of voor het verkrijgen van een opdracht. Watgoed doordacht moet zijn, zijn de externe relaties. In-tern hebben de relaties een creatieve, informele stem-pel maar extern gaat het om duidelijke plannen,structuren, afspraken en soms hiërachie. Als directeurben je voordurend bezig om hier een balans in te vin-den.Het complete verhaal van Eefke Meijerink, opgete-kend door Giep Hagoort, is te vinden op de websitevan het Cartesius Museum via http://www.cartesius-museum.org/Sub/Zomerschool2017_Downloads.html

Zwolle is met zijn zwermen een unieke case, zowelwat de start betreft als de latere vormgeving. De les isdat de dynamiek van zo’n plek gevormd wordt door:• de collectieve ambitie;• de eigenheid van de individuele creatief ondernemer

(en studenten);• de interne infrastructuur;• de samenwerkcultuur;• de verschillende vormen van leiderschap.Permanent onderhoud - ook richting toekomst - isdaarbij een vanzelfsprekende opdracht voor alle be-trokkenen.

Box 1 – sQuaresQuare is een initiatief van het Practoraat Crea-tief Vakmanschap van het ROC van Amsterdam,MBO College Zuid. Vera de Jong, deelnemer aande Zomerschool en vanuit haar bedrijf UrbanConnectors projectmanager bij sQuare, heeft ge-vraagd deze pilot - die onder meer als partners

kennen de Gemeente Amsterdam, EconomicBoard Amsterdam en het Stimuleringsfonds voorde Creatieve Industrie – te presenteren aan haarmede-deelnemers. sQuare is ontstaan in Amster-dam. Kenmerkend is dat sQuare in een stedelijkecommunity functioneert.sQuare is een professionele leer-en werkomge-ving voor New Creatives (ondernemende crea-tieve makers, MBO). Via sQuare houden zijzichzelf continue up-to-date binnen de snel ver-anderende creatieve ZZP praktijk, waarin nieuwemanieren van werken, netwerken, professionali-seren en ondernemen centraal staan. sQuare zaleen plek zijn waar New Creatives door ‘peers’ enexperts uit diverse vakgebieden worden uitge-rust met actuele kennis van het creatieve werk-veld. Kwaliteit, leren door te doen enpeer-learning staan hierbij centraal. Bovendienvormt sQuare een netwerk waarbinnen op-drachtgevers worden gekoppeld aan een gese-lecteerde pool van nieuw creatief talent. Sindsjanuari 2017 werkt een groep van twintig profes-sionals aan de ontwikkeling van sQuare. Dezegroep bestaat uit onderwijsprofessionals, alumnivanuit creatieve mbo-opleidingen, ontwerpersgeselecteerd door het Stimuleringsfonds Crea-tieve Industrie en business strategen. In septem-ber 2017 gaat sQuare van start. De officiëlelancering vindt in maart 2018 plaats.www.square.amsterdam

Hoe collectief moet je zijn?Landelijk telt Nederland zo’n kleine 1 miljoen ZZP’ers.Voor de culturele dienstverlening inclusief ICT en sportgeldt een getal van ruim 110.000 ZZP’ers. Nederlandlijkt voorop te lopen met de flexibilisering van de arbeid.Wetgeving betreffende de regulering van flexwerkwacht op een definitieve aanpak. Centraal staat de on-dernemende zelfstandige, al dan niet gedwongen doorhet verlies van en/of gebrek aan regulier werk.En bedenk zegt Louis Volont, onderzoeker aan deUniversiteit van Antwerpen: 47% van de ZZP’erswordt niet betaald voor zijn of haar voorbereidendwerk en 72% van de zelfstandige kunstenaars wordtniet betaald voor een expositie. Kortom: is de crea-tieve ZZP’er vrij of vogelvrij? Even terzijde: weten wewaar het woord Freelancer vandaan komt? Louis: Inde Middeleeuwen verhuurde een vrije soldaat zichmet een eigen lans (speer) aan de landheer die hetmeest betaalde. De freelancer als huurling.In de biotoop van de freelancer, zoals Louis dezeschetst, gaat het om vier ontwikkelingsruimten:• Domestiek• Peers• Markt• Civiel.Uit zijn onderzoek komt naar voren dat vanwege hetneo-liberale denken de markt een dominante positieheeft gekregen ten opzichte van de andere ruimten.Om recht te doen aan de creativiteit van kunstenaarsen ontwerpers zal met name de vierde, civiele ruimtein betekenis en omvang moeten toenemen en demarkt als overheersende dominantie moeten vermin-deren.Vanouds kent de Nederlandse culturele sector de ‘ar-tiestenregeling’ die de optredende muzikant be-

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 3

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 6: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

schermd tegen sociale willekeur. Maar de in aantaltoenemende creatief freelancers ontvangen bij aan-vang nauwelijks een vergoeding en moeten genoegennemen met een laag tarief bij uitvoering. Wel genietdeze freelancer belastingfaciliteiten.

In België wordt vanuit het particuliere veld de positievan de creatief ondernemer stevig aangepakt. Anne-lies De Brabandere, projectverantwoordelijke bij SMartBelgië, legt uit. SMart is een Europese coöperatie(naast 8 Europese landen ook actief in Nederland) vanen voor mensen die op freelance basis werken ondereen loontrekkende statuut. Wij positioneren ons in desociale economie en zijn een alternatief voor individu-eel ondernemerschap. SMart heeft een platform ont-wikkeld dat freelancers op administratief vlakondersteunt zodat ze op een veilige manier kunnenfactureren. De werkomstandigheden vallen bij henvaak buiten het klassieke kader van de loontrekkende:facturatie aan verschillende klanten, variabele inkom-sten, projecten van korte tot (middel)lange duur, etc.Rekening houdend met die specifieke kenmerken vande arbeidsomstandigheden, heeft SMart verschillendetools uitgewerkt: de ‘contracten’ en de ‘activiteit’.Free lancers kunnen gebruik maken van onze dienstendoor vennoot te worden van de coöperatie door mid-del van de aankoop van een jaarlijks aandeel van 30euro. Daarnaast vragen wij een werkingskost van6,5% op het te factureren bedrag, exclusief btw. Opde dagen dat je aan het werkt bent, ben je verzekerdtegen arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijk-heid. De verzekering arbeidsongevallen breiden we uitnaar ongevallen in de privé-sfeer, zodat je ook gedektbent tijdens de voorbereiding van het werk, bij repeti-ties, op rustdagen op tournee, in je atelier, etc. SMartBusiness Mobility verzekert tijdens professionele op-drachten in het buitenland. Deze bijstand is 7 dagen24 uur beschikbaar. Door het loongarantiefonds benje als SMart vennoot zeker van uitbetaling van deprestatie binnen 7 werkdagen, je loon is dus altijd ge-garandeerd.

Annelies De Brabandere van SMart gaat in gesprekmet de deelnemers van de zomerschool en conclu-deert dat kennis vergaard moet worden van welkevormen de creatieven zelf al hebben uitgedacht (vaneen broodfonds tot aan een juridische coöperatie).Wat van belang is dat creatieven meer aandachtgeven van een collectieve aanpak en zich organiseren.Daar sluit onderzoeker Louis Volont nauw op aan. Hijbenadrukt de noodzaak om de praktijk van de com-mons (gemeenschappelijk gebruik, oorspronkelijk vangronden) op de voorgrond te plaatsen als het gaat omhet betrekken van creatieve collectiviteiten. Deze com-mons ontrekken zich aan de dominanties van demarkt en de overheid en leveren een eigen bijdrageaan de samenleving, rekening houdend met de soci-ale belangen van de betrokkenen.

De deelnemers komen tot het inzicht dat je drie rollenbij strategische samenwerking kan onderscheiden: 1.Ideeënmakers, 2. Verbinders, 3. Fixers. Alle drie de rol-len zijn van belang om tot een optimale samenwer-king te komen, soms zijn de rollen in één persoonverenigd. En er wordt een misverstand opgeruimd:cultureel of sociaal ondernemerschap zijn geen neo-li-

berale uitvindingen voor een eigen winstmaximalisa-tie. Het is het benadrukken van ondernemendheid enhet nemen van een eigen maatschappelijke verant-woordelijkheid binnen het culturele en/of sociale veld.

Met medewerking van:Annelies De Brabandere (SMart), Astrid Elburg (El-burgconsultancy.nl/ASOM), Eefke Meijerink (Crea-tieve Coöperatie Zwolle), Karel Janssen (CartesiusMuseum, conservator A2-innovatie), Louis Volont(Universiteit Antwerpen), Niek van der Meer(Casco), Nienke Binnendijk (SMart), Peter Linde(USBO/UU), Vera de Jong (Urban Connectors).

Box 2 – Casco Art Institute: Working for the CommonsHet samenwerkingsbegrip commons zal nog ver-schillende keren terugkomen tijdens de bijeen-komsten van de zomerschool. Zo ook bij deeerste expositiefase van het Utrechtse Casco datzich sinds kort een nieuwe naam heeft aangeme-ten: Casco Art Institute: Working for the Com-mons. De commons ziet Casco in zijn eerstetentoonstellingsfase als een waardensysteem opweg naar een meer duurzame en rechtvaardigewereld. Kunstenaars presenteren in een creatiefproces hun producten als uitnodiging aan de be-zoeker om samen verder te gaan. De tentoon-stellingsfase werd in het eigen pand (LangeNieuwstraat 7) uitgevoerd gedurende de zomers-chool.www.cascoprojects.org

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 4

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 7: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

3.Crossovers en creativiteit:Loslaten én verbindenDag 2

(20 juni 2017)Lokatie: HKU gebouw Oudenoord 700, UtrechtAdoptie: HKU University of the Arts Utrecht

Game-changersBinnen het Cartesius Museum raadplegen we graagde ideeën van Sir Ken Robinson, een van origine En-gelse expert op het gebied van creativiteit en woon-achtig in Los Angeles. Robinson heeft een missie:creativiteit als de grootste gave van menselijke intelli-gente tot ontwikkeling brengen, te beginnen met dekinderen in het onderwijs. Kunstenaars en ontwerpershebben een speciale verbeeldingskracht (1) maar datbetekent niet dat deze creativiteit andere mensen ont-beert als het gaat om een creatief proces (2) waarinverbeelding leidt tot het ontwikkelen van ideeën, eninnovatie (3) om nieuwe ideeën om te zetten in prak-tijk. In deze benadering kan iedereen creatief zijn.Voor het Cartesius Museum houdt dit brede, driede-lige concept in dat creatieve verbeeldingskracht – alsbron - voor creatief professionals het startpunt vormtvan verandering. Tegelijkertijd wordt ruimte gemaaktvoor creatieve processen en innovatie waaraan zoveelmogelijk mensen kunnen deelnemen. Deze verbre-ding is nodig om de huidige maatschappelijke com-plexiteiten, ook in een stad en regio, gezamenlijk tekunnen aanpakken.De zomerschool raakt hier een gevoelig punt: in hoe-verre kunnen kunstacademies zich transformeren totcreatieve laboratoria voor de samenleving van de toe-komst. Kan men zich met respect voor de autonomeartistieke waarde en de taal van de disciplines muziek,theater, beeldende kunst, literatuur een verscherptemaatschappelijke relevantie voorstellen, met begripvoor elkaars taal én gezamenlijk werkend aan nieuwetalen?

Thera Jonker, directeur HKU College, informeert debezoekers van de zomerschool over wereldwijde pro-cessen die inderdaad leiden tot een nieuwe insteekvoor het kunstonderwijs. Creativiteit – in de brede be-tekenis – is noodzakelijk om in de samenleving criticalthinking te stimuleren hetgeen nodig is om veerkrachtte ontwikkelen, te beginnen – ook hier - bij het onder-wijs. Een gedachte die steeds meer opgeld doet, ookin kringen van economische denktanks als de OESOdie haar in 2016 uitnodigde voor een internationalerondetafel.Met de nieuwe, in 2015 gestarte MA Crossover Crea-tivity heeft de HKU een voorloper wat de integratievan creativiteit en externe samenwerking betreft, ophet snijvlak van de verschillende werelden: creativiteit,technologie, sociaal-maatschappelijk en creativiteit.Neem het kunstonderwijs eind vorige eeuw: aandachtvoor het creërend en ambachtelijk vermogen, enruimte voor kritische reflectie. Het onderwijs had eensterk disciplinair profiel. De afgelopen jaren zien weechter een bredere ontwikkeling waarbij ook anderecompetenties van belang zijn:

• communicatie, inzicht en vaardigheden;• omgevingsgerichtheid, weten wat zich in de omge-

ving afspeelt, je realiseren dat er een wisselwerkingoptreedt tussen jou en de omgeving;

• ondernemerschap, het ontwikkelen van een onder-nemendheid;

• onderzoek, kunst veronderstelt een eigen onder-zoekspraktijk.

Er dienen zich ook nieuwe thema’s aan: mismatch tus-sen hoger onderwijs en arbeidsmarkt én creativiteit alssleutelcompetentie voor innovatie. Een nieuwe crea-tieve industrie dient zich aan als topsector en is vanbelang voor de economie. Dit alles heeft ook invloedop het onderzoek naar creativiteit: van psychologienaar sociologie en van individu naar team. Creativiteitis daarbij geen gegeven maar een te ontwikkelengrootheid. In het World Economic Forum 2016 staatin het lijstje van 2015 topskills Critical thinking op devierde, en Creativiteit op de tiende plaats. Voor hetlijstje voor 2020 ziet het Forum een tweede plaatsvoor Critical thinking. Creativiteit maakt een sprongvan de tiende naar de derde plaats.Na technologie met de hoogste notering (37.6%) quaaandeel met de meest innovatieve banen, scoren dekunsten een tweede plaats (36.5%). Business kom opde achtste plaats (27.6%) en Rechten sluit de rij metde twaalfde plaats (20.3%).Thera: met de MA Crossovers Creativity sluit de HKUnauw aan bij bovengenoemde trends waarmee zehaar onderwijs sterk toekomstgericht invult.

Tjaard Horlings (HKU docent) noemt de MA afgestu-deerden game-changers (via de rollen hipster, hackeren hustler) omdat ze met lef en ondernemendheid debestaande disciplines doorbreken en binnen die cross-overs waarde- en impactvolle verbindingen scheppen.De opleiding sluit nauw aan bij een veranderend eco-nomisch denken waarbij het scheppen van sociale enmaatschappelijke relevantie centraal staat (in de ge-bieden Future Health, Smart Living, Citcular Economy,Social Business, Cultural Innovation en Inclusive So-ciety). Het is een ontwerpdiscipline maar niet voorbe-houden aan studenten met een strikt kunstzinnigeachtergrond. Twee voorbeelden van afgestudeerden,respectievelijk Nanne Brouwer en Lotte Rensen,maken dit duidelijk. Via What Design Can Do wordtsamengewerkt met IKEA over de gevolgen van kli-maatverandering voor arme gemeenschappen waarbijNanne zelf van oorsprong een bouwkundige achter-grond heeft: ‘Ik ben op zoek naar eenheid in veelzij-digheid. Ik ben daarbij de verbinder’. Het tweedevoorbeeld betreft een ontwerp van een communica-tie-handleiding van/voor jonge kankerpatiënten, geïni-tieerd door Lotte, oud - HKU studente kunst eneconomie. Deze handleiding plaatst de directe com-municatie tussen patiënt en omgeving op de voor-grond. Voor het combineren van creativiteit enbusiness heeft Tjaard het Triple S&O Business Modelontwikkeld. De Why en What beginnen met een Stra-tegisch startpunt (S1) via een Strategische Analyse(S2) naar Strategiebepaling (S3). Na de verbinding vanculturele, sociale en economische waarden volgen deoperationele aspecten How: Marketing (01), Organisa-tie (02) en Financiën (03). De MA opleiding geeftdaarmee mede inzicht in drie hoofdvragen bij het ont-werpproces: Wie ben ik?, Wat kan ik?, Wie ken ik?

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 5

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 8: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

In dialoog met de deelnemers aan de zomerschoolkomen fundamentele vragen aan bod. Moet de aan-pak van de MA beperkt blijven tot de opleiding of issprake van een doorwerking van de MA naar alle an-dere opleidingen van de HKU? De opleiding is nogjong maar heeft inmiddels al binnen de HKU geleidtot een eerste plaats in de bekende Nationale Studen-ten Enquete (NSE). Zo’n positie doet direct nieuwsgie-righeid ontstaan bij de overige opleidingen. En hoeom te gaan met de academische vereisten die aan eenMA gesteld worden? Het wordt duidelijk dat niet on-middellijk een beoordelingskader vanuit het hoger on-derwijs voor handen is en dat het gevaar bestaat danterug te vallen op traditionele klassieke, disciplinairebenaderingen.In zo’n nieuwe studie is het ook zoeken naar de juisterelatie tussen docent en student. Voor een deel is hetsamen opwerken – zie ook de opmerkingen van PeterLinde op blz. 2 van dit verslag. Maar er komt een om-slagpunt in het ontwerpproces waarin de docent terugtreedt als coach en als beoordelaar moet optreden endaarbij een formele waardering moet uitspreken. Ditwordt niet altijd begrepen door de student.Crossover Creativity veronderstelt ook externe samen-werking en niet louter de beschikbaarheid van een or-ganisatie die behoefte heeft aan een aanpak door eenindividuele student. De volgende stap zou moeten zijn– zo valt te beluisteren - dat de crossovers inclusief departners meer als kennisobject zelf in het vizier komen.Hoe ontstaan crossovers, welke invloed hebben de sta-keholders op het proces, wat kunnen we leren van denieuwe beproefde methodieken rond innovatie en cre-ativiteit? De eigen discipline inderdaad durven loslatenen vervolgens de kracht zoeken in nieuwe verbindin-gen en oplossingen. Met het loslaten van de eigen dis-cipline wordt niet bedoeld dat de eigen disciplinaireverbeeldingskracht geen rol meer zou spelen. Met KenRobinson kan gezegd worden dat deze kracht de bronvormt van het creatieve proces.

Box 3. – Robot LoversEen crossover tussen HKU-kunstvakstudenten,de organisatie robotlove.nl en de robotica. Zesstudenten krijgen de vraag om onderzoek tedoen naar robots en creativiteit. De robots zijnafkomstig van het ASOM-Centrum voor VerlatenRobots. Gedurende een aantal weken zullen destudenten zich verdiepen in hun bestaan, hun ei-genschappen en hun mogelijkheden zich artis-tiek te uiten. Maar ook: imiteert de mens steedsmeer de robot? Tijdens de zomerschool presente-ren de studenten via een documentaire hun be-vindingen. Bijna alle studenten zijn persoonlijkeen emotionele relaties met de robots aangegaan.Ook zijn ze individueel bij zichzelf in poëtisch entheatraal opzicht te rade gegaan hoe zij zich ver-houden tot deze nieuwe mede-studenten. In eenunieke documentaire zien we onder meer hoe derobots autonoom tekeningen maken. Deze inge-lijste tekeningen konden worden bezichtigddoor de deelnemers aan de zomerschool.Tijdens robotlove.nl in 2017/2018/2019, een ma-nifestatie in Eindhoven, geïnitieerd door curatorIne Gevers (Hacking Habitat), zal de documen-taire vertoond worden.www.robotlove.nl

Partner Leiderschap: balanceren tussen strategieen inhoudStrategische partnerschappen kun je met behulp vanchecklisten vormgeven. Wat moeilijk te definiëren is,is PartnerLeadership zoals Nelly van der Geest enGiep Hagoort dat noemen in hun Leiderschap in deCultuur (LinC) lab. De aandachtsterreinen liggen opverschillende niveaus: van strategie naar operaties,van betrokkenheid (inhoud en impact) en transorgani-sationeel (tussen organisaties, tussen afdelingen). Bin-nen het strategisch partnerschap is het dan vanbelang om een lerende netwerkomgeving te schep-pen. Deze netwerken zijn nooit af maar verschillenper fase van initiatief, starten, ontwikkelen via produ-ceren naar exit. Fysieke trainingen verzorgd door Nelly(‘doe in duo’s de bewegingen na van mijn hand en letdaarbij op je partner en de omgeving’) maken deel uitvan het gemeenschappelijk leren, ook in dit actievedeel van de zomerschool.De deelnemers concentreren zich op interventiemoge-lijkheden van Hanke Drop, leider van het partner-schap over toegang van vluchtelingen tot het hogeronderwijs met daarboven een stuurgroep en daar-naast omgeven door teams en individuele deelne-mers. Concreet: de projectleider van het educatiefmeerpartijen partnerschap is sterk inhoudelijk ge-oriënteerd – inclusief een vernieuwende wijze vanleren die de deelnemers niet gewend zijn – maarmoet ook de strategische belangen van de stakehol-ders in de gaten houden. Als er een wijziging in aan-dacht voor de beoogde doelgroep en in aanpakplaatsvindt, mede veroorzaakt door een veranderendkrachtenveld in de omgeving, moet een interventieoverwogen worden om de cohesie van het project tebehouden. In de mindmap die de deelnemers makenworden suggesties gedaan die de projectleider latermet haar team kan overwegen. Enkele opties zijn: steldrie scenario’s op die een balans vormen tussen hetstrategisch belang (opbrengst voor de partners) en deinhoudelijke opbrengst voor de deelnemers; op welkemanier zal de situatie zich ontwikkelen als je als pro-jectleider géén interventie toepast (‘geen interventie isook een interventie’), nagaan of nog steeds de juistepartners deel uit maken van het partnerschap. Mis jeeen belangrijke partij?Ter afsluiting vullen de deelnemers een eigen interven-tiekaart in: wat zijn de sterke punten van hun eigensamenwerkingsverband, wat zijn de verbeterpunten,en welke interventie overweeg je tussen strategie eninhoud? De keuzes worden met elkaar doorgenomenen van commentaar voorzien. Bijvoorbeeld: het vor-men van een backoffice voor verschillende festivals,het voortbestaan van een bibliotheek garanderendoor een strategisch partnerschap, verhelderen van deinhoudelijke samenwerking tussen creatieven en eenuitgever, mogelijke samenwerking met het onderwijstesten door interviews.Een reactie van een deelnemer: ‘Het is heel belangrijkdat je niet in een tunnelvisie terechtkomt. Door de con-crete feedback van deelnemers en begeleiders HankeDrop, Nelly van der Geest en Giep Hagoort is mijn blikals leider verruimd.’

Het blijft noodzakelijk om plekken te creëren waar lei-ders van verschillende projectteams hun leiderschapop de snijtafel leggen. Overigens kan dit leiderschap

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 6

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 9: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

ook door het gehele team ingevuld worden met wis-selende ‘woordvoerders’. De situatie van strategischecrossovers is hybride en creatieve ontmoetingsplekkenwaar gezamenlijk getraind wordt, zijn onontbeerlijk.

Met medewerking van:Hanke Drop (HU), Lotte Rensen (HKU alumnus),Nanne Brouwer (HKU alumnus), Nelly van derGeest (HKU), Thera Jonker (HKU), Thijs van Lier(HKU), Tjaard Horlings (HKU)Studenten van de HKU-Robotgroep: Eva Vestdijk,Mark Kramer, Melanie Essink, Robbie Bekker,Sjoerd Martens en Thessa Torsing, m.m.v. Ine Ge-vers en Johanna Weggelaar (Robotlove)

4.Kennis delen in dedriehoek Kunst, onroerendgoed en gemeentelijkbeleid.Dag 3

(21 juni 2017)Lokatie: SWK030 LauwerechtAdoptie: Stichting Werkruimte Kunstenaars

Het speelveldEen algemeen probleem: kennis die zo versnipperd isdat creatieve kansen met betrekking tot stedelijke ge-biedsontwikkeling blijven liggen. Het speelveld betreftde driehoek kunst, vastgoed en gemeentelijk beleid.Als er ergens de noodzaak bestaat om crossovers tus-sen sectoren te vormen, dan is het in dit speelveld. Despelers – kunstenaarsinitiatieven, broedplaatsen, vast-goedondernemers, architecten, projectontwikkelaars,beleidsambtenaren en fondsen – kennen elkaar somspersoonlijk en over en weer wordt in sommige geval-len reeds samenwerking aangegaan, maar tot een ge-structureerde kennisuitwisseling komt het niet ofnauwelijks. En het is geen typisch Utrechts verschijn-sel. Bijvoorbeeld ook in Amsterdam (Pakhuis de Zwij-ger) en Den Haag (gemeente) worden gesprekkengevoerd om tot een verbetering van de situatie tekomen.Soms gaat dat gepaard met flinke stappen vooruit.Zoals in Groningen waar op het terrein van de toen-malige Suikerunie experimenteer-kavels door de ge-meente uitgereikt worden voor een periode van 15jaar. In Rotterdam is een particulier vastgoedfonds op-gericht dat ten behoeve van creatief professionalsvastgoed opkoopt en exploiteert en daarbij de maat-schappelijke inbedding van creatieve huisvesting sti-muleert.

Rol SWK030Voor Arna Notten, directeur SWK030 Creatieve huis-vesting, alle reden om de kennisdeling op scherp testellen. Ze neemt het initiatief om de driehoek zicht-baar te maken en partijen te enthousiasmeren geza-menlijk een kennisplatform te vormen.Voor SWK030 zijn deze inzet en het speelveld niet ge-heel nieuw. Al zo’n 50 jaar zet de stichting zich in

voor het realiseren van betaalbare huisvesting voorkunstenaars en heeft daarbij altijd scherp oog gehadvoor de plaats binnen het gemeentelijk beleid. De be-hoefte aan creatieve werkruimte is al die jaren mani-fest gebleken, maar de noodzaak tot samenwerkingin de driehoek is nu meer dan ooit urgent.Een recent uitgebracht advies (van Bureau Buiten,2017) geeft SWK030 de wind in de zeilen. Het adviesbepleit een samenwerking met gebiedspartijen, eensterkere positie voor de creatieven met hun huisves-tingsbehoeften en koerst aan op een duidelijke eco-nomische binding van de creatieve bedrijvigheid metstedelijke ontwikkelingen. Ook roept het adviesrap-port investeerders en verhuurders op zich te interesse-ren voor een steeds sterker worden creatieve industriemet haar behoefte aan kleinschalige werkruimten.Arna zelf ziet de urgentie vooral in de behoefte aansamenwerking tussen partijen binnen de genoemdedriehoek bij het uitbrengen van tenders door project-ontwikkelaars. Het belang om letterlijk ruimte te creë-ren voor creatieven vormt steeds meer een onderdeelvan de plannen. Hier valt nog meer winst te behalenals vanuit de driehoek kaders daartoe aangedragenworden. Een ander actueel punt vormen de nog bijnalege plekken in de stad (Merwedezone, Werkspoor-kwartier, Leidsche Rijn) waarvoor nu volop visies envoorstellen worden ontwikkeld door de gemeente,maar concrete samenwerkingen met creatieve partijennog uitblijven.Tenslotte – last but not least – de groeiende samen-werking vanuit SWK030 met enkele belangrijke spe-lers in de stad. Te weten: Paul Barendregt vanBedrijvencentrum Hooghiemstra dat zich geheel meteigen middelen sterk concentreert op het faciliterenvan de creatief ondernemers en onderlinge kruisbe-stuiving stimuleert. Paul ziet alom een versnipperingvan initiatieven waarbij de individuele initiatiefnemertegen een muur van beleid oploopt omdat deze crea-tief geen deel uitmaakt van een groter verband. Edo Wiersema, geograaf en initiatiefnemer van deStadstuin, realiseert vanuit een vastgoedstrategie metsucces een verzamel- en ontmoetingsplaats van crea-tieve bedrijvigheid. Edo houdt later in het gesprek eenpleidooi om de creatieve huisvesting ook vanuit hetperspectief van de strijd tegen leegstand te bekijken.Op dit gebied kunnen interessante partnerschappenontstaan waarbij ook de gemeente betrokken kanzijn.

Met een holistische brilDaartoe uitgenodigd beziet Matthijs Bierman, direc-teur Triodos Bank NL en bovenal generalist, het initia-tief van Arna met een holistische bril. Vanuit TriodosBank worden maatschappelijke activiteiten beoor-deeld vanuit een sociale, economische en culturelehoek. Zo’n zienswijze voorkomt dat financiële belan-gen de overhand krijgen. Geld is bij dit alles zeer be-langrijk maar is geen overheersende waarde. Hetkenniscentrum voor de driehoek kunst, vastgoed engemeentelijk beleid zal vanwege het belang voor destedelijke samenleving ook zo’n gezichtspunt kunnenontwikkelen. Daarmee is voorts de positie van de ge-meentelijke overheid gegeven: niet een eenzijdig be-nadrukken van economische motieven maar kijkennaar de culturele waarde van de combinatie cultuuren vastgoed.

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 7

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 10: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Vanuit zijn EBU-tijd herinnert hij zich de discussie overhet vestigen van bedrijven in de regio. Een boeiendcultureel leven vormde een belangrijke vestigingsfac-tor voor nieuwe bedrijven. In nauwe samenwerkingmet de betrokken partijen zal de gemeentelijke over-heid spelregels kunnen vaststellen. Bijvoorbeeld: re-gels over aanbestedingen kunnen ook gaan over deruimte die creatieve partijen moeten hebben in ge-biedsontwikkeling. Zo voorkom je dat een financieelbelang van een partij allesoverheersend wordt.Een vraag aan Matthijs: gaat het alleen maar ommarktpartijen en de overheid? Vanuit zijn Engelse er-varingen brengt hij het idee van de commons in. Ge-bieden die voor de gemeenschap zijn en niet aan eenspecifieke partij toebehoren. Het idee van de com-mons kan bijdragen aan wat hij wil noemen ‘the soulof the city’.(Opnieuw krijgen de commons zoals eerder tijdens deeerste dag van de zomerschool de nodige aandacht.)

VerkenningDe deelnemers aan de door SWK030 geadopteerdebijeenkomst van de Zomerschool verkennen met el-kaar de mogelijkheden van de kennisdriehoek. De driegroepen vertegenwoordigen de sectoren kunst, vast-goed en beleid.• De aanwezige kunstenaars realiseren zich terdege

dat het hen nog ontbreekt aan positieve beeldvor-ming en zichtbaarheid wat de potentie van hun cre-atieve werk betreft, voor bedrijven en voorgebiedsontwikkelaars. Cultuur is een harde factorbij het vestigingsbeleid, zoals Matthijs al aangaf. Opeen poster tekenen ze spontaan een vuist. De kun-stenaars beseffen ook dat het beeld veelvormig is:kunstenaars die net van de opleiding komen en eeneigen plek zoeken met lage huren of gebruikersver-goedingen, gevestigde kunstenaars die een groteroppervlakte nodig hebben om hun artistieke groeimogelijk te maken en kunstenaars die zich in collec-tieven verenigen en een publieke functie willen na-streven. De professionele kwaliteit van hun werkmoet daarbij niet in het geding zijn maar kwaliteitwordt ook bepaald door het gemeenschappelijkdebat daarover en de mate waarin de kunstenaarzich verhoudt tot de eigen (sociale) omgeving.

• De vastgoedhoek concludeert dat de relatie eigenaarschap en binding met de stad van groot be-lang is om de driehoek succesvol te laten zijn.Utrechtse eigenaren en ontwikkelaars moeten uit-drukkelijker bij de plannen betrokken worden. Eige-naren van vastgoed met een buitenlandsenationaliteit zijn veel moeilijker te bereiken en temotiveren vanuit een eigen stedelijk motief.

• Van de kant van de beleidshoek wordt gewaar-schuwd niet noodzakelijk het verlossende woordvan hen te verwachten. In nieuwe rollen als facilita-tor, regisseur of intermediair kan meer verwachtworden. Ook zal de beleidshoek ook intern actievermoeten samenwerken. De afdeling cultuur – in hetverleden vaak de afwezige – zal in de gebiedsont-wikkeling vanuit de eigen organisatie samen moe-ten optrekken met wijkregisseurs, stedelijkeplanners en vergunningenverleners.

De kracht van een collectiefMarion Jacobse, kunstenaar, directeur van SophiesKunstprojecten geldt in Utrecht als de expert als hetgaat om het creatief bestemmen van leegstand en tij-delijke verhuringen waarbij een creatieve verbindingwordt aangegaan met de sociale omgeving. Zij deelthet boek Eiland8 –De kracht van een Collectief uit aanalle deelnemers. Het boek is een verslag van een vijfja-rig verblijf (2011-2015) in de Utrechtse wijk Kanalen-eiland (2011-2015) waar tientallen leegkomendewoningen – hangende een sloopproces - een crea-tieve bestemming kregen en waarbij samengewerkt ismet kunstenaars, bewoners, bedrijven en woning-bouwcorporaties. Het verslag is bovenal een leerboek,of in de woorden van Marion: ‘hoe een risicovolstadsvernieuwingstraject een win-winsituatie wordtvoor gemeente, woningbouwcorporaties, de creatievesector en bewoners’.

VervolgArna en haar SWK-team verwerken de opbrengst vande bijeenkomst in een volgende stap. Op naar eenkennisplatform of kenniscentrum. Of naar een meerflexibel en eigentijds kennisevent rond social mediazoals bepleit door de jongere generatie onder de deel-nemers. Kennisplatform heeft vaak een statische asso-ciatie en dat is niet wat nu gaat bijdragen aan desamenwerking in de stad.Met partijen uit de driehoek zal daartoe het gesprekvoortgezet worden.*Er zullen ook kansen in Utrecht worden verkend: hetCAB gebouw aan de Cartesiusweg met als eigenaarNS, De Punt in het winkelcentrum Overvecht en deMerwedezone nabij het Jaarbeursterrein, om enkelevoorbeelden te noemen. De ambitie is ook een voor-beeld te zijn voor de overige grote steden in het land.Tenslotte de vraag of er een Utrecht Creative Boardmoet komen, zoals tijdens het gesprek door een deel-nemer is gesuggereerd. Zo’n board zou ervoor kun-nen zorgen dat daadwerkelijk de kennisdeling in dedriehoek kunst, vastgoed en beleid tot stand komt.Arna zegt huiverig te zijn voor het scheppen van nogmeer bestuurlijke structuren (naast EBU en UtrechtseDevelopment Board). Zij vindt het van belang dat ereen kruisbestuiving door activiteiten en vanuit con-crete plekken ontstaat, ingegeven door activistische,mondige kunstenaars en vertegenwoordigd doorkrachtige partijen als SWK030, Sophies, Hooghiems-tra en Stadstuin.* Op 3 oktober 2017 is er een vervolg op het Stads-kantoor.

Met medewerking van:Arna Notten (SWK030), Bas Pickkers (consultant),Edo Wiersema (De Stadstuin), David Langerak (Ge-meente Utrecht), Karin van der Looy (MakelpuntGemeente Utrecht), Marion Jacobse (Sophia Kunst-projecten), Matthijs Bierman (Triodos Bank NL, voor-malig lid EBU), Paul Barendregt (Hooghiemstra),Peter Westenberg (oud-wethouder Hoorn).

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 8

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 11: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

5.Stad-Platteland 2.0Dag 3, middagrondetafel 1

(21 juni 2017)Lokatie: Lokatie: Kantien, RavellaanAdoptie: Amsterdam School of Management(ASOM)

Crossovers stad en plattelandTien jaar geleden redigeerde John Huige in samen-werking met Giep Hagoort het boek Stad zoekt Boer(2006, uitgave ASOM) over een project dat de com-municatie tussen stad en platteland moet verbeteren.Een project dat met stedelingen en dorpelingen is uit-gevoerd, met steun van het toenmalige ministerie vanLNV en lokale boerenorganisaties. Het boek verscheenook in het Engels onder de titel Strong City. StrongCountryside (2008, uitgave LNV).Het resultaat? Een Stedelijke Agenda voor het Platte-land waarin opgenomen concrete acties onder meerrond regionaal voedsel, stadslandbouw, intercultureeltuinieren en nieuwe initiatieven op het gebied vanenergie en recreatie.Voor het Amsterdam Rural Forum May 2016, een ini-tiatief ten tijde van het Nederlandse EU voorzitter-schap, verzorgden Giep en John een workshop alsvervolg op Stad zoekt Boer.In een rapport dat zij nadien opstelden concludeerdenzij dat een nieuwe agenda Stad-Platteland 2.0 nood-zakelijk is. Globalisering, digitalisering, sterke groeivan de steden, krimp op het platteland geven de ur-gentie daartoe aan.Maar er treedt ook een actuele urgentie in de stad op:concepten als creatieve stad, compacte stad, ener-gieke stad en slimme stad kunnen niet verhullen datde stad vaak een optelsom is van gesloten (cultuur)ge-meenschappen en wijken zonder noemenswaardigeinteractie en integratie. Zou de sociale cohesie, zoalsaanwezig in de dorpen op het platteland, een leer-school zijn voor de stad? En zou het platteland niet denodige rust kunnen brengen voor het gestresste 24/7-leven in de stad? En hoe ziet een nieuwe agendaStad-Platteland 2.0 eruit?John Huige, consultant duurzaamheid en veerkracht,ASOM doet tijdens de rondetafel een voorzet. Aller-eerst moet het besef aanwezig zijn dat er radicale ver-anderingen nodig zijn. Overheden – ook van desteden - en bedrijven zitten nog steeds gevangen ineen neo-liberale groeieconomie ondanks lippendien-sten aan duurzaamheid. Korte termijngroei is geenoplossing maar verergert het probleem. Nieuwe regelszijn nodig om vooral op de lange termijn gericht tezijn. Dit betekent dat we ons tegelijkertijd moetenrichten op de grass roots én op het politieke proces.Regionalisering moet meer benadrukt worden als te-genhanger van de alom aanwezige globalisering. Devoordelen: circulair, transparant en geringe foot print.En actie is geboden ook vanwege het platteland: tegrote nadruk op intensieve landbouw, afname biodi-versiteit, krimp en geringere voorzieningen (internet).Een nieuwe balans stad-platteland vraagt volgensJohn om:

• Een nieuwe ruimtelijke ordening met oog voor dedaadkracht van de natuur;

• Andere bestuurlijke aanpak: een stedelijk beleid datverbonden is met beleid van het platteland (energie,recreatie, voedsel) waarbij het platteland betaaldwordt voor ecodiensten;

• Een cultuur van crossovers om samenwerkingsver-banden met bestaande en nieuwe stakeholders aante gaan;

• Creatieve dialogen met alle betrokkenen waarbijkunstenaars met hun interventies kunnen wordeningezet en waarbij burgerinitiatieven niet mogenontbreken.

Voor het starten van het tafelgesprek verzorgt BrendaVrieling (provincie Drenthe, tot voor kort betrokkenbij het Netwerk Platteland) de aftrap. Zij geeft aan dathet inkomen van de circa 50.000 boeren de laatstejaren niet is gegroeid, in tegenstelling tot de rest vanNederland. Ook vraagt de industrialisatie van de land-bouw hoge investeringen die zwaar drukken op de in-dividuele agrarische bedrijfsvoering. Niet elke boer ishet gegeven om over te schakelen op biologischvoedsel want het kost vijf jaar om een biologisch ge-accepteerde oogst te krijgen. Nederland is op wereld-schaal het tweede land dat agrarische productenuitvoert. Maar in de keten van productie via distributienaar consumptie profiteert vanwege lage prijzen deboer het minst. Brenda wil nu op zoek gaan naar ste-den die het goed doen en een actieve relatie invullenmet het platteland. De rol van de provincie is daarbijeen belangrijk gegeven. Deze kennis moet ons helpende relatie stad-platteland verder vorm te geven.En: we moeten een onderscheid maken tussen hetplatteland dat aansluit op de grenzen van de stad enwaar een goede communicatie mogelijk is en het ver-der weg gelegen platteland waar grond en boerde-rijen ook mogelijk in handen zijn van industriëleinvesteerders voor wie omzet en winstmogelijkhedenbelangrijker zijn dat een humane relatie stad-platte-land.De deelnemers aan de rondetafel zien veel heil in hetrealiseren van voedselketens die direct een relatie leg-gen tussen stad en het eigen platteland. Regioproduc-ten zijn daarbij een populair artikel , ook voor delokale restaurants.Een gemeenschappelijke conclusie luidt dat de ge-meenteraadsverkiezingen van 2018 aan actieve bur-gerinitiatieven de mogelijkheid verschaffen om derelatie met het platteland te verstevigen. In coalitieak-koorden kunnen bijvoorbeeld de verschillende sugges-ties van John een plek krijgen.

Met medewerking van:Brenda Vrieling (Provincie Drenthe), Esther Slegh(Platform31), John Huige (Duurzaamheid & Veer-kracht, ASOM), Peter Westenberg (oud-wethoudergemeente Hoorn).

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 9

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 12: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

6.Vluchtelingenwerk en samenwerkingDag 3, middag,rondetafel 2

(21 juni 2017)Lokatie: Kantien, RavellaanAdoptie: Stichting Mijn wijk, jouw wijk, metsteun van het Initiatievenfonds GemeenteUtrecht en Kantien/Socius

Samen met nieuwkomersMet name de komst van vluchtelingen uit Syrië in2015 heeft de gemeenten flink onder druk gezet. InUtrecht werden in zeer korte tijd 500 vluchtelingenopgevangen in een crisisopvang in de Jaarbeurshallen.Vervolgens zijn tijdelijke centra ingericht in afwachtingvan plaatsing in een AZC. Vanaf het prilste begin zijnprotesten tegen de komst én welkomstacties van ac-tieve vrijwilligers gelijk op gegaan. Uiteindelijk zijn denegatieve geluiden ingewisseld voor positieve ervarin-gen met ontmoetingen met de nieuwe buren.De Stichting Mijn wijk, jouw wijk heeft in deUtrechtse wijk Oog in Al/West de ontmoeting grootsgevierd. Op 3 september 2016 vond in Park Oog in Aleen gezamenlijke feest plaats met eten, muziek, sporten dans, waaraan 250 oude buren en 150 nieuweburen deelnamen. Krap een jaar later was de stichtingbenieuwd wat geleerd is van de samenwerking metgroepen vluchtelingen en van de samenwerking metdiverse vluchtelingenorganisaties. Een rondetafel inhet kader van de zomerschool was daarmee geboren.Onder leiding van Hellen Clemens (voorzitter stich-ting) en Rami Ramou, Syrisch vluchteling, wisseldenzo’n twintig deelnemers hun ervaringen uit, waaron-der zeven actieve vluchtelingen. Rami Ramou had aleerder zijn idee over samenwerking gepresenteerd inde vorm van een bijdrage aan het boek CooperateThe Creative Normal naar aanleiding van een seminarin 2016. De rondetafel is in zekere zin een voortzet-ting van dat seminar.Met steun van het Initiatievenfonds is door RamiRamou een voorbereidingsbijeenkomst gehouden meteen vijftal actieve vluchtelingen om een eigen stempelte kunnen drukken op het gesprek aan de tafel. Het re-sultaat is ingebracht en toegelicht tijdens de tafel. En-kele kernwoorden zijn: inclusief denken en handelenen oog hebben voor minder opgeleide vluchtelingen,overlap vermijden in activiteiten die het zelfde beogenmaar los van elkaar georganiseerd worden, begeleidinggeven aan groepen die op ondernemende wijze deel-nemen aan de Nederlandse samenleving. De rondetafelzelf leverde een waaier aan aanbevelingen op om deUtrechtse samenwerking te versterken. Kennismakingmet de actieve vluchtelingen maar ook tussen de orga-nisaties onderling was een belangrijk nevendoel.De belangrijkste aanbevelingen op een rij:• Een gezamenlijke inzet om vluchtelingen én Neder-

landers, die niet of nauwelijks aan het maatschap-pelijk leven deelnemen, stimuleren;

• Taal is prioriteit nummer 1. Maar als een vluchtelingzich moeilijk de taal eigen kan maken dreigt isole-ment. Andere activiteiten zoals sport(www.ladyfit.nl) of muziek kunnen dit isolementvoorkomen.

• Fysieke, kleinschalige plekken tussen privé en werk/-scholing creëren waar in alle rust ontmoetingen kun-nen plaatsvinden (zogenaamde Third Places). Eengrotere plek kan als centrale voorziening gelden;

• Initiatieven verduurzamen. Nieuwe activiteiten kop-pelen aan bestaande projecten, bijvoorbeeld voorstatushouders na het verkrijgen van een woning.Nooit ‘voor’ maar altijd ‘samen met’ actieve nieuweburen activiteiten opzetten en uitvoeren;

• Samenwerken op het gebied van (vervolg)opleidin-gen. Er is een grote behoefte bij de nieuwe burenaan informatie over opleidingen, toelatingseisen,opleidingsplaatsen, begeleiding, etc.

Op basis van de resultaten van de tafel zullen RamiRamou en de Stichting Mijn wijk, jouw wijk tezamenmet de deelnemers aan de rondetafel een manifestoover samenwerking verspreiden. Dit document zalworden toegevoegd aan de downloads van de Zo-merschool (www.cartesiusmuseum.org/Zomers-chool2017).

Met medewerking van:Amani Alnaeb, Ammar Alabaadi, Anna de Vries(fluistertolk), Carla van Rest (Ladyfit), Danielle Sau-ren (KF Hein fonds), Edriss Popal, Hanke Drop (HUSchakelklassen), Hellen Clemens (Mijn wijk, jouwwijk), Ingrid van Steenis (Vluchtelingenwerk NL),Joke van den Berg ( Mijn wijk, jouw wijk), KatinkaJesse (Welkom in Utrecht), Kim van Laar (EinsteinProject/Social Impact Factory), Lucia Argiolas, Moha-med Taha Hegazi, Pim Koot (Socius), Rami Ramou(Mijn wijk, jouw wijk), Sam Faoud Ahmad, TamerAlalloush (New Neighbours), Wael Alsaleh, WimGoedvolk (Wijkbureau Utrecht West).

Box 4 – Hearing Gemeentelijk beleid en samen-werkingHet collegeakkoord van 2014 kreeg de titel mee‘Utrecht maken we samen’, maar hoe staat hetmet die samenwerking? In hoeverre is het amb-telijk apparaat in staat tot samenwerkingrondom ideeën, behoeften en initiatieven vanbedrijven en burgers?Vragen die centraal stonden tijdens de hearing inde Raadszaal van het gemeentehuis onder lei-ding van D66-raadslid Jony Ferket. Verschillendeopmerkingen die gemaakt zijn accentueren debehoefte aan een proactieve gemeente:• nieuwe verbindingen maken de stad sterker;• vooruit kunnen lopen op processen (onder

meer m.b.t. vergunningen);• gezamenlijk (burgers, politiek en ambtenaren)

zoeken naar een wereldbeeld;• systematisch tijd vrij maken voor specifieke

taken/aandachtsgebieden;• wederzijds behoefte aan fysieke ontmoetingen.In de gedachtenwisseling is regelmatig aandachtbesteed aan ‘taal’ als minste die voor de nodigebelemmeringen kan zorgen maar nadrukkelijkernog is de constatering dat ingesleten patronenmoeizaam worden doorbroken. Illustratief iswellicht de uitnodigende vraag van een van deaanwezige ambtenaren aan burgers en onderne-mers ‘Hoe en waar kom je binnen? En waar loopje tegenaan?’ In deze uitnodiging is de (ingesle-ten) veronderstelling dat er eerst ergens naarbinnen moet worden gestapt om met elkaar in

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 10

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 13: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

contact te komen. De aanbeveling die in een vol-gend coalitieakkoord mag worden meegenomenluidt dan ook: stuur ambtenaren en politici – enhier wordt niet een enkeling bedoeld – een sub-stantieel deel van hun tijd de straat op om fysiekcontact te maken. Zo loopt het actieve bestuurvan de stad 'tegen de problemen aan’ en kan erproactief en in openheid gezamenlijk naar duur-zaam perspectief gezocht worden.

7.Partnership for FoodDag 4

(22 juni 2017)Lokatie: Rabobank Utrecht, BeneluxlaanAdoptie: Rabobank Utrecht

Lokale communitiesHet kwik komt deze donderdag in Utrecht boven de30 graden. Dit zou een regionale hittegolf kunnen be-tekenen maar de deelnemers gaan prompt aan deslag om gezamenlijk een beeld te vormen van lokalesamenwerking rond voedsel.Het startpunt van de Rabobankdag van de zomer-school luidt: In 2050 moeten ruim 9 miljard mensengevoed worden, en wel veilig en gezond. Hoe vertaalje zo’n opdracht naar het lokale niveau? En – voegtRabobank Utrecht daaraan toe – hoe vorm je op lokaalniveau een open community die een concrete bijdragelevert aan duurzame oplossingen waarbij onderne-mers, burgerinitiatieven, sociale organisaties, kennisin-stellingen en de gemeente actief betrokken zijn? Vangroot belang is het samen delen van kennis die ont-wikkeld en verzameld is door diverse onderzoekers enbeleidsmakers die in allerlei netwerken actief zijn.

De urgentie voor de vorming van lokale communitieswordt aangegeven door Vasco Kranenbeek, mana-ger business support Rabobank Utrecht. Kansen enUitdagingen zijn recent door de bank in beeld ge-bracht, Foot-Print dialoogsessies zijn gehouden en eris door Utrechtse projectteams en initiatiefgroepengepitcht. De bank heeft verder masterclasses voor (ho-reca) ondernemers gehouden en diverse pilots zijn invoorbereiding (bijvoorbeeld over gezonde voedingvoor de jeugd). Tijd om nu in Utrecht te werken aaneen open Food Print Community. Utrecht kent al veelinitiatieven en netwerken maar een open netwerkwaarin verschillende platforms en netwerken elkaarontmoeten en met elkaar samenwerken is er nog niet.En dat is wel van belang om zo veel mogelijk kennisen ervaring beschikbaar te laten komen voor alle be-trokkenen. Zo kan ook gewerkt worden aan nieuwesamenwerkingsvormen met als gemeenschappelijkdoel: het vergroten van welvaart en welzijn op het ge-bied van productie en consumptie van gezond enduurzaam voedsel in de eigen regio. De deelnemerskrijgen een informatieve brochure uitgereikt waarinmeerdere gegevens over het Foot-Print beleid van Ra-bobank Utrecht zijn opgenomen onder de titel Ban-king for Food (maart 2017).Jeen Nijboer (Rabobank Nederland) zet zijn gehoorop scherp:

• Iedere maand krijgt de wereld er vijf miljoen mon-den extra te voeden bij;

• Meer dan 800 miljoen mensen lijden permanenthonger;

• éénderde van het wereldwijd geproduceerde voed-sel wordt verspild;

• Crirca 1 op de 6 Amerikanen lijdt aan een voedsel-gerelateerde ziekte;

• Minder dan 5% van de NL-kinderen eet de dagelijksaanbevolen hoeveelheid groente en fruit.

De volgende uitdagingen heeft de coöperatieve bankgeformuleerd (programma Banking for Food):1. Duurzaam gebruik van grondstoffen;2. Beperk de voedselverspilling;3. Stimuleer vitaliteit;4. Streef houdbare rentabiliteit na;5. De ambitie: Nederland als gidsland.De Rabobank Foundation is een professionele ontwik-kelorganisatie die de zelfredzaamheid van kansarmemensen wereldwijd stimuleert, met name op het ge-bied van voedsel.

In de gemeente Utrecht met ruim 344.000 inwonershoudt Anne Marie Gout zich bezig met de voedsel-strategie voor de stad. De opgave is: de gezondheidvan Utrechters bevorderen met een gezonde en duur-zame voedselomgeving, met speciale aandacht voormensen met gezondheidsachterstanden. Ze geeft eeninkijkje in de verschillende niveaus van beleid.De focus ligt op plantaardig voedsel, waarbij gezonden duurzaam voedsel integraal benaderd wordt meteen hoofdaccent (tot nu toe) op vaardigheden voorde jongsten en scholieren. Daarnaast:• (Peuter)moestuintjes stimuleren;• Gezonde ROC-kantines;• 44 waterputten in heel Utrecht.De gemeente sluit aan bij het Nationaal ProgrammaJong Leren Eten en neemt deel aan diverse nationaleen internationale netwerken.De gemeente is samen met Leeuwarden trekker vanhet themacluster Bewustwording, Gezondheid en So-ciale inclusiviteit binnen de City Deal ‘Voedsel op deStedelijke Agenda’ met accenten op:• gezonde voedselkeuze;• gezonde voedselomgeving;• versterken sociale inclusiviteit;• educatie/duurzaam voedselgedrag;• integratie voedsel en zorg.Actueel voor het Utrechts beleid is de opname van hetthema voedsel bij de ruimtelijke ontwikkelingsplannenvan de stad.

De Universiteit Utrecht (UU) brengt via het Future FoodUtrecht (FFU) project fundamenteel onderzoek samenop het gebied van gezondheid, gedrag en innovatievoor een toekomstige duurzame voedselproductie.Rene Kwant, adviseur van de Board FFU, geeft aandat alle zeven faculteiten van de UU betrokken zijn bijhet project:• Bètawetenschappen• Diergeneeskunde• Geesteswetenschappen• Geneeskunde (UMCU)• Geowetenschappen• Recht Economie Bestuur & Organisatie• Sociale Wetenschappen.

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 11

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 14: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

De eerste zin van de missie van de Universiteit luidt:De Universiteit Utrecht werkt aan een betere wereld.Om een bijdrage te leveren aan de wereldwijde voed-selproblematiek is het van belang om te kijken naarmulti-, inter- en transdisciplinaire samenwerking enoplossingen.Voor de universiteit is het van belang om communitybuilding centraal te stellen: door samenwerking tussenwetenschappers van verschillende disciplines te stimu-leren met o.a. interdisciplinaire Seed Money projecten,bij het deelnemen aan nationale en internationale net-werken en in het stimuleren van lokale en regionaleprojecten met externe stakeholders.Zo maakt UU/FFU deel uit van het FoodNexus Networkdat bestaat uit 45 bedrijven 27 universiteiten en ken-nisinstellingen die over heel Europa verspreid zijn.De UU is actief in het in juni 2017 opgerichte NL Sus-tainable Food Initiative met partners als Danone, Unile-ver, Ministerie van EZ, NWO, TNO en de universiteitenvan Wageningen en Eindhoven. Het netwerk richt zichop innovatie om een systeemsprong te maken in duur-zame voedselverwerking. De campus van Wageningenis gekozen als fysieke hub. Via het ABC Model (Acade-mia, Bedrijven, Creatief) worden, samen met ondermeer studenten, projecten opgezet om nieuwe pro-ducten te maken uit voedselafval. Een mooi voorbeelddaarvan is de nieuwe masteropleiding BioInspired In-novation die in september 2016 is gestart.UU neemt ook deel aan het project Zero FootprintCampus van kunstenaar Melle Smets (zie het reflectie-verslag van vrijdag, gh/eu).Moeten we in de regio echter niet voorop lopen?vraagt Rene zich hardop af: winstbejag en eigenbe-lang zijn niet langer de drijfveren voor de economie,maar het welzijn van de mens en zijn leefomgeving(Christian Felber, Ware Winst [2017]). Democratischebanken zouden niet gericht meer moeten zijn opwinst, maar op het stimuleren van duurzame investe-ringen in de regio. “Is een mooi iconisch gebouw vanhet het Utrechtse hoofdkantoor van de Rabobank metvertical farming een optie?”

Erik de Bakker, onderzoeker Wageningen Univerisityand Research – WUR, gaat met de deelnemers naarhet kennisveld Duurzaam eten en duurzaam onderne-men, als deel van de nieuwe economie.Nudging (op een vriendelijke, onopvallende maniergezond gedrag stimuleren) lijkt te werken. Van derValk verminderde het vlees en maakte de portiesgroente groter. De bezoekers reageerden positief.Omdat steeds meer mensen buiten de deur eten, kun-nen we derhalve veel meer experimenteren met por-tiegroottes. Een tweede inzet is het verbinden vanactiviteiten binnen en buiten de voedselsector, ookdoor agrarisch ondernemers. Onderscheid wordt daar-bij gemaakt tussen:1. Verbindingen vanuit het gangbare (Floriade

Almere).2. Verbindingen met het gangbare (Feed Design Lab).3. Verbindingen weg van het gangbare (‘Koop een Koe’).Bij het opzetten van een open community – het planvan Rabobank Utrecht - kun je rekening houden metdeze types van verbindingen die elk een eigen dyna-miek hebben.Tenslotte een advies: ‘Kijk verder dan de polen’. Het isniet effectief de vaak gehoorde tegenstelling ‘Ambach-

telijk-lokaal’ versus ‘High-tech grootschalig’ te hanterenmaar zoek regionaal het midden-gebied tussen dezepolen op, via communities en identiteiten, en ook viabedrijven die in het midden opereren. Het is van belangom daarbij de menselijke maat te bewaken. Erik deBakker is per 1 september 2017 werkzaam bij het Ra-thenau Instituut.

‘Hybrides zijn in de voedselorganisatie het nieuwenormaal’ houdt Jan-Willem van der Schans, onder-zoeker WUR, de deelnemers voor. En: ‘Vergeet het li-neaire 0-100 transitiedenken zoals de transitiekerkdeze ons voorhoudt!’. Immers de wereld is complexerdan dit lineaire model doet geloven. Jan-Willem zeteen aantal voorlopige conclusies rond de paradigma’sindustriële landbouw en regionale voedselvoorzienin-gen op een rij:• ‘Meer met minder’ is vanuit het agrarisch denken te

simpel: denk ook aan andere thema’s als opvolgingvan boeren, marktoriëntering bij alle partijen, (ge-brek aan) vertrouwen en beleving van consumenten;

• ‘Biologisch’ versus ‘gangbaar’ is qua productie enconsumptie ook te simpel: het op grote schaal bio-logisch produceren (Big Organic) is niet per definitieduurzaam;

• We kunnen ons eigenaar vinden van een manier vanconsumeren maar laten via ‘consumentisme’ dit ei-genaarschap varen;

• Verloopt innovatie in de voedselketen volgens een li-neair stappenplan of zien we vooral hybriditeit (hetsamengaan van ongebruikelijke combinaties voorbijgroot/klein, industrie/kleinschalig)?

Illustraties zijn: productieplekken in een flat (plant fac-tories), boerderijen in handen van lokale gemeen-schappen, regionale, alternatieve verkoopplekken inbestaande supermarkten waarin deze alternatievenopgenomen zijn in de mainstream voedseldistributie-ketens, de slow foodbeweging zoals gestart in Italië.Het traditionele transitiedenken neemt de mainstreamals een gegeven structuur en ziet vernieuwing vooralvia niches tot stand komen. Succesvolle innovaties zijndan vernieuwingen die opgenomen zijn in deze main-stream. Het hybride-denken ziet een vruchtbare veran-dering vooral in het oog hebben van positieveveranderingen waar deze ook plaatvinden en in hetcombineren van deze veranderingen met organisatiesdie een partner kunnen zijn in het nieuwe transitie-denken. Op deze wijze krijgen de nieuwe manierenwaarop innovatieve boerenbedrijven – groot en klein -werken de volle aandacht en kan een positieve sa-menwerking worden aangegaan met burgerinitiatie-ven en investeringsbedrijven die ook een duurzamevoedselvoorziening nastreven. Dit alles ondersteunddoor nieuwe internettechnologieën.

Gestimuleerd door de gepresenteerde kennis en in-zichten wisselen de deelnemers eigen ervaringen uit.Jelle van der Weijde, domeinmanager Gezond -EBU, geeft een aftrap. Hij benadrukt dat de opencommunity ook en vooral herkenbaar moet zijn voorde agrarische en horeca-ondernemers. Natuurlijk zijndiverse perspectieven daarbij in het geding. Bijvoor-beeld: het onderzoek en de grootschaligheid van deagro-industrie, daarnaast gezond voedsel voor deconsument, een gezonde leefomgeving vanuit eenoverheidsverantwoordelijkheid. Ook vraagt de schaal

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 12

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 15: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

waarop de open community moet functioneren omeen discussie. Het stedelijk is welhaast te beperkt enmoet men denken aan een regio-aanpak.Een bloemlezing van de eerste reacties die volgen:• Bij het centraal stellen van de ondernemers moeten

we bedenken dat ook burgers (klanten) producen-ten zijn, namelijk van data (‘slimme stad’). Dezedata zijn belangrijk voor de agrarische bedrijfsvoe-ring: gegevens die direct het produceren beïnvloe-den gezien de voorkeuren van de consument.

• Denk wel bij hybride vormen dat verschillende be-trokkenen (wetenschap/onderzoek, industrie/pro-ductie, overheden/integraal beleid,financiering/banking for food) het ook en vooralmoeten hebben van schaalvoordelen. Hoe belangrijkeen kleinschalig burgerinitiatief op het gebied vanvoedsel ook is, het kan niet leiden tot ontkenningvan deze schaalvoordelen.

• Voor de verandering in gedrag en het omgaan metnieuwe werkmethoden op het gebied van voedselkunnen studenten een belangrijke rol spelen. Zijkunnen als lid van de community komen tot nieuweanalyses die wellicht niet snel gezien worden in debestaande onderzoekspraktijken.

• Ook aandacht voor de bijdragen van de kunste-naar/ontwerper: verbeeldingskracht inzetten om in-novatie te realiseren en om een optimalecommunicatie op te zetten. Denk vooral aan nieuwematerialen uit afval voor de textiel, de inrichting vanmoestuinen, het opzetten van nieuwe voedselke-tens, het herontdekken van vergeten lokale am-bachten (bier brouwen).

Deze ervaringen, gecombineerd met de aangebodenkennis en inzichten leiden aan het eind van de dag toteen innovatiekaart om tot een open community tekomen. Daarin zijn de ervaringen vanuit de Food Safa-ri’s (zie box 5) ook verwerkt.De kernpunten zijn:• De gemeenschappelijke ervaring van de dag: het el-

kaar ontmoeten motiveert en levert ook nieuwecontacten op. Goed dat kennis uitgewisseld wordt;

• Het succes van de community is de balans tussen‘halen’ (‘wat is de opbrengst voor mij’) en ‘brengen’(‘wat kan ik inbrengen’). Een effectieve voedselcommunity levert nut én betekenis op;

• De community moet ruimte bieden voor een hybridestructuur waarin klein/groot, ambacht/technologie,burgers/ondernemers, start-ups/gevestigd, creativi-teit/wetenschap kunnen samengaan;

• De open community werkt samen met in aantal toe-nemende Living Labs (co-creatie 2.0), waarin kun-stenaars, studenten en bewoners betrokken zijn.

• Bij gevestigde organisaties op het gebied van voed-selproductie en -consumptie vindt momenteel eenverandering van mindset plaats met als kernwoor-den circulaire economie en interdisciplinaire samen-werking. De open lokale community kan eengezamenlijke innovatie-agenda opzetten om tot eennieuwe mindset voor duurzaam voedsel te komen.

• Utrecht of Midden Naderland mag best een grootverhaal neerzetten dat stimulerend is voor alle be-trokkenen. Bijvoorbeeld de ambitie als de meesttoonaangevende regio: Utrecht Healthy Living Area(UHLA).

De volgende stap zal zijn dat de Rabobank Utrecht

enkele partijen (UU, gemeente, EBU) zal uitnodigenom het perspectief van een open community verderinhoud en vorm te geven. Alle deelnemers willengraag betrokken worden bij het initiatief.

Nee een hittegolf is het deze dag niet geworden. Eenkoufrontje en een paar regendruppels verhinderdendit. Maar de weersverwachting omtrent het opzettenvan een open voedsel community is in ieder geval ge-heel in lijn van het weer van de afgelopen dagen:zonnig!

Met medewerking van:Anne Kloek (Geertje’s Hoeve), Anne Marie Gout(gemeente Utrecht), Annelize Lambers (Utrecht Na-tuurlijk), Erik de Bakker (WUR), Jan-Willem van derSchans (WUR), Jeen Nijboer (Rabobank), Jelle vander Weijde (EBU), Maarten van Deursen (UtrechtNatuurlijk), Martijn Rijkse (Rabobank Utrecht), RenéKwant (UU), Vasco Klarenbeek (Rabobank Utrecht)

Box 5 – Food Safari’s naar Steede Hoge Woerd,Leidsche Rijn en Geertje’s Hoeve, Haarzuilens.Hoe ziet de voedselpraktijk er op de werkvloeruit? De groep deelnemers splitst zich in tweegroepen en bezoeken respectievelijk de educa-tieve moes- en dierentuin van Stede Hoge Woerdin de vinexwijk Leidsche Rijn en onderdeel vande Stichting Utrecht Natuurlijk, en Geertje’sHoeve, een locatie die het ondernemerschap vanhet boerenleven dichterbij de burgers brengt.Juf Annelize Lambers neemt de groep van de zo-merschool mee naar stukjes moestuin waar klas6 zojuist groente plukt voor de zelf te makengroentesoep. Deze activiteit illustreert de missievan het educatief werk: de kinderen op een be-wuste maar aantrekkelijke manier dichterbij hetzaaien, onkruid wieden, oogsten en eten van ge-zond voedsel brengen. De tuin heeft ook anderedeelnemers: families die een moestuinplekje be-heren, deelnemers aan een moestuincursus envrijwilligers die helpen bij het onderhoud aan detuin. Binnen een groter verband gaat de tuin eensamenwerking aan met de scholen in de eigenomgeving. Deze scholen kunnen inschrijven voordiverse activiteiten en/of lesboxen voor eigenactiviteiten afnemen.In het nagesprek staat vooral de noodzaak vandit soort educatief werk centraal. De kinderennemen hun ervaringen mee naar huis en zelfseen eigen gekweekte krop sla kan thuis voor ge-sprekken leiden over gezond voedsel. Helaas:niet ieder kind van de basisschool komt op dezewijze in aanmerking met voedsel. Dat zou eenbelangrijk punt voor de open community kunnenzijn!De tweede groep wordt verwelkomd door boe-rin-ondernemer Anne Kloek. Een boerin vanbegin dertig die samen met haar man een gei-ten-boerderij runt aan de uiterste noordkant vanLeidsche Rijn. Wat opvalt is de onwaarschijnlijkeenergie – ondanks deze zeer warme dag – waar-mee zij ons het bedrijf laat zien. En even on-waarschijnlijk is het feit dat zij dit bedrijf inamper vier jaar heeft neergezet, compleet metrenovatie, verplaatsen, slopen en nieuwbouw

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 13

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 16: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

van meerdere gebouwen, de opbouw en huis-vesting van een veestapel van voornamelijkmelkgeiten maar ook varkens en kippen, de rea-lisatie van een kaasmakerij met kaasopslag, eenboerderij-winkel, een pannekoeken-restaurantmet buitenterras en met inmiddels 45 mensen indienst. Een economisch gezond bedrijf dat dage-lijks bezoekers verwelkomt die overigens tendele uit de directe omgeving komen.In het nagesprek gaat het over de gedrevenheidvan boer en boerin maar ook over hun missie omom mensen op een laagdrempelige wijze kenniste laten maken met agrarische dieren en eerlijkeechte producten waardoor ze zich verbinden metde natuur en het hedendaagse boerenleven. Hetopbouwen van terugkerende relaties heeft geenhoge prioriteit. Er wordt wel samengewerkt metbijvoorbeeld producenten van producten voor deboerderijwinkel of met Natuurmonumenten voorhergebruik van grond (maar die samenwerkingheeft in de regel een zakelijke of zelfs reglemen-taire grondslag). Een belangrijk dilemma bij hetfokken van geiten is dat de bokjes – statistischnu eenmaal zo’n 50% – geen melk produceren enderhalve tot ‘overschot’ behoren maar dat som-mige bezoekers dit verhaal moeilijk accepteren,laat staan dat zij over gaan tot consumptie vangeitenvlees.

8.Artistieke interventies encrossoversDag 5

(22 juni 2017)Lokatie: Provinciehuis, ArchimedeslaanAdoptie: Provincie Utrecht

De achterkant van artistieke interventiesWe zien de kunstenaar actief optreden - onverwachts,ontregelend wellicht, voor een kort moment of in eenlangdurig proces – altijd autonoom en op vernieuwinggericht. Deze voorkant bereikt het publiek en de op-drachtgever. De achterkant is het domein van de over-weging, het hoe, de organisatie, de relatie met andereactoren en ook van de onzekerheid over het effect.Die achterkant, die nauwelijks gekend wordt, staatcentraal op de bijeenkomst van de zomerschool, devijfde en afsluitende dag. Het is een voortzetting vanhet al enkele jaren geleden ingezette provinciaal be-leid om uitdrukkelijk kunstenaars in te schakelen bijtransities van belangrijke werkgebieden: cultureel erf-goed, regionale gebiedsontwikkeling en ook en vooralbij energie en duurzaamheid. Het gaat hier niet om desnelle artistieke impulsen om het denken en doen vlotte trekken maar om artistieke impulsen die een lang-lopende houdbaarheid hebben. Een belangrijk motiefvoor de provincie is volgens Brett Bannink, beleids-medewerker cultuur, om op creatieve manieren tekunnen omgaan met complexe processen die meer-dere beleidssectoren raken. Een aanpak die terug tevinden is in zogenaamde transitielabs die onder ande-ren door provinciaal strategisch adviseur en promotie-

onderzoeker Harm van den Heiligenberg zijn opge-zet. Deze labs richten zich op burgerinitiatieven ophet gebied van duurzaamheid en vullen met behulpvan interveniërende kunstenaars het ‘middengebied’tussen centrale strategieën en bottom-up projecten.

Harm van den Heiligenberg ziet een aantal proble-men dat een optimaal middengebied in de weg staat:financiering, gevestigde belangen, bestaande wet- enregelgeving en gebrek aan kennis. Door de transitie-labs wil men meer inzicht in deze problemen krijgenen welke oplossingsrichtingen geboden kunnen wor-den, mogelijkerwijs op weg naar een regionaal plat-form voor kennisdeling.Hij telde in de provincie Utrecht maar liefst meer dan120 stadslandbouw initiatieven en ruim 50 energieinitiatievenNaar zijn waarneming vallen de volgende kenmerkenop wat creatieve interventies door kunstenaars be-treft:• oorspronkelijk denken;• verbeeldingskracht;• vormgeving/design;• bottom-up empowerment;• onafhankelijk (rebels) optreden.Uit zijn onderzoek blijkt onder meer dat persoonlijkeleiderschap bij buurtinitiatieven (risico nemen, durvenfalen, de stap durven zetten) van belang is. Ook speeltdaarbij de behoefte aan experimenteerruimte in eenlerende omgeving.

Voor kunstenaar Melle Smets, samen met ontwerperCynthia Hathaway, bedenker van het Departementof Search dat actief is op het breukvlak kunst en we-tenschap, gaat het vooral om verbeeldingskracht omdoorbraken in transities te realiseren en – in dit geval– samenwerking met wetenschappers. In het UtrechtScience Park (USP) in de Uithof laat hij en de 12 mee-werkende kunstenaars zien hoe vanuit een artistiekepraktijk verbindingen kunnen worden aangegaan tus-sen kunstenaars en deze wetenschappers. Deze FootPrint Campus geldt niet als een eenrichtingsverkeer ophet terrein van duurzaamheid want ook wetenschap-pers kunnen kunstenaars een spiegel voorhouden.Centraal staat het woord experiment dat gemeen-schappelijk wordt uitgevoerd. Ook hier wordt hetwoord zoektochten gebruikt zoals dat ook tijdens deeerste dag van de zomerschool naar voren kwam.Weet waar je bent! Is voor Melle van groot belang bijhet starten van zijn projecten. Om zijn artistiekeideeën te kunnen integreren in de omgeving volgt hijde stappen van een Action Research Cycle: Opstellenvan een actieplan, betrokkenheid en draagvlak organi-seren, goed zien wat gebeurt en reflecteren op de re-sultaten, terugkoppeling naar het oorspronkelijke planen eventueel bijstellen, etc. In het proces waren erveel ontmoetingen met REsearch departementen het-geen hem bracht tot de oprichting van een Depart-ment of Search waarin de zoektochten centraal staan.De volgende stap was het onderzoek naar de niet ge-bruikte open ruimten van de Uithof. Met onder an-dere hoveniers, die reuze vruchten en groentenkweken, kregen de ruimten een eigen betekenis, ookop de momenten dat kunstenaars, studenten en me-dewerkers van deze producten soep kookten voor deverschillende restaurants. De verschillende interventies

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 14

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 17: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

leiden tot de Zero Footprint Campus, waarin kunst enwetenschap werken aan een betere toekomst. De in-stallatie Methode Kunstenaar in juni 2017 - met alstitel ‘Dit leidt tot niets’ - van de 12 kunstenaars is hetvoorlopige sluitstuk van deze interventie.

Bioloog en creatief onderzoeker Roland van Dieren-donck intervenieert in de vierhoek kunst, weten-schap, technologie en educatie. Zijn interventies alskunstenaar en onderzoeker plaatsen bestaande situa-ties, opvattingen en onderzoeksresultaten in onver-wachte daglichten en perspectieven, vaak met debiologie als vertrekpunt. Roland heeft onder meerprojecten verzorgt bij Waag Society, de HKU en stu-dium generale programma’s van universiteiten.Roland is momenteel artist in residence bij de MetaalKathedraal waar hij ook creatieve inspiratiesessiesgeeft – met accent op beeldvorming en conceptont-wikkeling - voor deelnemers aan duurzame (buurt)ini-tiatieven. De centrale vraag is hoe kunst kan helpenbij het maken van statements en hoe ze duurzametransities in de maatschappij kunnen aanwakkeren(Duic, 15/6/17).

Box 6 – Artistieke interventie in de openbareruimte: Een meter park te huurSimone Schuffelen is student aan de kunstacade-mie van Zuyd Hogeschool. Een multitalent ophet gebied van beeldende kunst en performance.Karel Janssen, conservartor A2-innovatie van hetCartesius Museum, introduceert het project Wal-deckpark. In dit park is ooit een bronzen beeldjegestolen en vormt nu de uitdaging voor aanko-mende kunstenaars om de plek op te vullen. Si-mone is de achtste student op rij om eenartistieke interventie in de openbare ruime terealiseren. Simone licht haar project tijdens devijfde dag van de zomerschool toe. Ze bekijkthet gedrag van de bezoekers in de openbareruimte en noteert hun gedragingen. Ze komt ophet idee om op de plek van het verdwenenbeeldje tijdelijk een m2 te verhuren aan de be-zoekers van het park. Van belang vindt ze hetspel dat zo met de bezoekers gespeeld wordt. Zodrukken de bezoekers een eigen stempel op delege plek. Ze neemt de rol van makelaars aan omin contact te komen met potentiële huurders. Opdeze wijze ontstaat een serieuze en professio-nele relatie met het publiek hetgeen zij vanuithaar positie ‘infiltreren in het alledaagse’ noemt.De plaatselijke pers besteedt ruim aandacht aanhaar interventie en de eerste meters worden alsnel verhuurd. De namen komen op een bord testaan en op de website kunnen de bezoekers in-vulling geven aan hun eigen meter. De betalingwordt per meter gevormd door een gift aan dekunstenaar van € 25,-.

In de middag maken de deelnemers een wandelinglangs installaties van de 12 kunstenaars van het Departe-ment of Search op de Uithof waar de USP gevestigd is.De deelnemers staan onder meer stil bij de installatievan kunstenaar Arne Hendrik. Hij heeft zich de ba-sale taal van celbiologen en economen eigen ge-

maakt. Beide wetenschappers gaan uit van groei.Groei te zien als een verlammend, diepmenselijk ver-langen. De celbiologen brengen minuscuul de groei inbeeld en proberen greep te krijgen op processen alskanker. Groei moet beperkt worden. Economen han-teren globale modellen om groei te analyseren envooral te stimuleren. Een groei die ook grote nega-tieve gevolgen kan hebben, bijvoorbeeld voor de na-tuur. Hoe is economische groei te zien in de vorm vaneen kankercel? Bezoekers staan voor zijn installatie opeen door hem in het gras aangelegde asfaltsplitsing:zo zet groei door in onze moderne wereld. Kijk naarde routes om de doorwerking van groei te doorgron-den. Even later bouwen de deelnemers op het terreinvan zijn installatie gezamenlijk aan een kunstwerk ge-vormd door grote plukken purschuim (een integralestof die onmiddellijk ontstaat na samenvoeging vantwee componenten).

Welk opvallend beeld ten opzichte van wat we alweten doemt op aan het einde van de vijfde en laat-ste dag van de zomerschool?We letten daarbij vooral op het centrale issue van sa-menwerking, gevoed door de opmerkingen van dedeelnemers tijdens of na de presentaties:• De betrokkenheid van kunstenaars wordt gevoed

door een zeer diverse kunstpraktijk van deze kunste-naars. De kunstenaars behouden hun individuele,artistieke insteek waar weten deze te combinerenmet een collectief doel. Dit is het geval als kunste-naars leiding geven aan een collectieve interventie.Bij individueel opererende kunstenaars gaat hetvooral om hun specifiek profiel dat de interventievoedt. Bij grootschalige processen zal de opdracht-gever zich bewust moeten zijn dat een collectievekunstorganisatie wordt opgetuigd hetgeen ook fi-nanciële gevolgen heeft;

• Wanneer de artistieke interventies gepaard gaat metomvattend research dan zal de samenwerking metonderzoekers en professionals van de stakeholdersuitdrukkelijk aan de orde moeten zijn. Met aandachtvoor een lerende omgeving en gezamenlijk leider-schap;

• Grootschalige interventies zijn sterk artistiek gedre-ven programma’s die in tijd en ruimte bestaandeverhoudingen overstijgen. De impact op de organi-saties die het programma mogelijk maken is grootomdat de bestaande verhoudingen aan het schuivenraken. Dergelijke, artistieke programma’s – bijvoor-beeld ontstaan in het USP – verlangen een diep-gaande evaluatie, mede vanwege hetmaatschappelijk belang van deze programma’s, quasamenwerking en qua impact.

Met medewerking van:Brett Bannink (provincie Utrecht), Ella Derksen (Em-bedded Art), Harm van den Heiligenberg (provincieUtrecht), Karel Janssen (conservator Cartesius Mu-seum), Melle Smets (Department of Search), PimRooymans (Go APE!), Roland van Dierendonck(kunstenaar/onderzoeker), Simone Schuffelen (ZuydHogeschool).

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 15

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 18: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Box 7 – Meer over artistieke interventiesArtistieke interventies doorbreken het gangbareen geven de mogelijkheid om creatief op eenander been te worden gezet.Voorafgaand aan de ochtendprogramma’s vande Zomerschool vond een ‘light’ versie van de ar-tistieke interventie plaats met een zogenaamde‘Impulskaart’. Op deze kaart stond een opdrachtwaaraan de deelnemers uitsluitend door samen-werking uitvoering mochten geven. Opdrachtenin de strekking van 'Vanuit het perspectief vaneen paprika vind ik het belangrijk dat het van-morgen gaat over…’ prikkelden de deelnemersom via ‘de rechter hersenhelft’ – associerend, im-proviserend, ruim denkend – met elkaar van ge-dachten te wisselen. Daarmee dienden deimpulskaarten een tweeledig doel: creatieve as-sociatie die de deelnemers ruimer openstelt voordeelname aan het programma en anderzijds omin ernst de inhoud van het programma van im-pulsen te voorzien. De moderator heeft vervol-gens tijdens het ochtendprogramma selectiefgebruik gemaakt van de ingevulde kaarten.De werkelijk onderbrekende artistieke interven-ties werden uitgevoerd door de professioneletheatermakers Thijs van Elten en Simon Haazen.Zij hadden voor hun interventie ieder een eigenbenadering, gekoppeld aan hun eigen professio-nele focus en methodiek. Soms is gekozen om bijde inleiding voorafgaand aan het inhoudelijkprogramma te wijzen op ‘de mogelijkheid’ dateen artistieke interventie zou plaatsvinden, maarook is dit soms niet vooraf aangekondigd. Op-merkelijk is dat bij een ‘waarschuwing vooraf’ dedeelnemers min of meer geconditioneerd de in-terventie accepteerden als een verassende on-derbreking, terwijl bij de onaangekondigdeinterventie sommige deelnemers met duidelijkongemak reageerden.Er is onvoldoende vergelijk om hieruit algemeneconclusies te kunnen trekken maar het lijkt ge-rechtvaardigd om vast te stellen dat de doelstel-ling – het gangbare doorbreken en demogelijkheid geven om creatief op een anderbeen te worden gezet – in alle gevallen heeft ge-werkt.

9.Observaties op weg naarde toekomst van samen-werking

We nemen afstand van de dynamiek van deze inalle opzichte succesvolle zomerschool De Samen-werkplaats.Aan het slot van dit reflectieverslag brengen weenkele ontwikkelingen samen die we formulerenin de vorm van observaties op weg naar de toe-komst. Het is een deel van het ‘halen’ door deadoptieorganisaties en deelnemers. En het ismede een reactie op hun ‘brengen’.

• Sluit de deuren van de collegezaal: co-creatievan kennis vindt in de commons plaatsUtrecht telt ruim 66.000 studenten die deelnemenaan het hoger onderwijs. Deze studenten volgen col-leges in tribunezalen met de docent als orator. Maar:de actuele kennis is te vinden op internet en nieuwekennis ligt op straat, in de buurten en wijken. Te zienals de nieuwe commons (vrij naar Louis Volont). Ac-tieve studentencollectieven zijn daar te vinden ommet hun teachpreneur (Peter Linde) via action learningwijzer te worden. MA studenten Crossover Creativityaan de HKU doorbreken (de eigen) grenzen en levereneen bijdrage aan de oplossing van urgente maat-schappelijke problemen. Gezamenlijke zoektochtenbetreffen experimenten met nieuwe functies en rol-len. Co-creatie van kennis bottom-up is het credo. Hetdominante handboek, het centrale curriculum en hetmassale tentamen kunnen naar het historisch archief.Heeft Utrecht de ambitie om in samenwerking met el-kaar de onderwijsvernieuwer van Nederland te zijn?En heel praktisch: er zijn voorbeelden voor handenzoals de Zomerschool heeft laten zien.

• Organisaties zonder een netwerk van externeallianties én afwezig in de ‘middle ground’ zul-len nauwelijks overlevenNiet de individuele organisatie vormt het denkkadervoor toekomstgericht management maar de partner-schappen die deze organisatie is aangegaan met an-dere organisaties. Daarbij krijgen deze netwerken enketens een hybride karakter (Jan-Willem van derSchans). Een hybriditeit die nieuwe samenwerkings-vormen mogelijk maakt. Bijvoorbeeld: een wereldspe-ler (Rabobank) die op lokaal niveau het bewustzijnversterkt omtrent het voeden van de 9 miljard mensenin 2050. En daartoe samenwerking zoekt met onge-lijksoortige organisaties (ondernemers, maatschappe-lijke initiatieven, universiteiten, buurtgroepen enlokale overheden). Een stedelijke maatschappelijke in-stelling (SWK030) die het kennisniveau van de sectorcreatieve huisvesting wil optimaliseren door een drie-hoek te vormen van kunst, vastgoed en gemeentelijkbeleid. Wie als projectontwikkelaar of eigenaar denktop eigen kracht tot maatschappelijke meerwaarde tekomen heeft het nakijken.Met een strategie om zich ook als ‘midden-organisa-tie’ (Erik de Bakker, Harm van den Heiligenberg) tekunnen ontwikkelen, gebruikmakend van de kansendie een nieuw, op diversiteit gebaseerd organisatiebe-wustzijn biedt.

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 16

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 19: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

• Het collectief organisatievermogen van de cre-atieven verkeert nog in een ontwikkelfaseOnze kennis omtrent artistieke interventies bevindtzich nog volop in de ontwikkelfase, voorbij de start-en pioniersfase maar nog niet toe aan een gevestigdeproductiefase. In de ontwikkelfase moeten we ookaandacht besteden aan het samenwerken in cross-overs. Om de eigen werkomstandigheden te verbete-ren (dag 1) maar vooral om de artistieke interventiesbinnen complexe situaties naar een hoger plan te til-len. Casco experimenteert met de commons en hetDepartement of Search formeert een groep kunste-naars voor een gezamenlijke zoektocht waarbij ookwetenschappers worden ingeschakeld.In andere situaties zoals besproken in de zomerschoolgaat het nog vaak om de individuele kunstpraktijkmet openingen naar samenwerkingspraktijken. Hetorganisatievermogen van de sector zal toenemen alsvanaf het begin de vraag naar coöperatieve vormenvan samenwerking (SMart) op tafel ligt en daadwerke-lijk opgepakt wordt. Zo kan naast verbeeldingskrachtgewerkt worden aan verbeeldingsmacht. Transitielabs(provincie Utrecht) moeten dit mogelijk maken.

• Gemeentelijk beleid openbreken in maart 2018In het stedelijk spel van samenwerken waartoe de zo-merschool wil bijdragen, staat het Utrechts gemeente-lijk beleid niet op afstand. Hoewel praktijken zijn tenoemen waar de samenwerkingsgedachte nog niet ofnauwelijks tot ontwikkeling is gekomen (afdeling Cul-tuur) zien we ook voorbeelden waar project- en be-leidsambtenaren een actieve rol spelen om totgezamenlijke successen te komen (wijkbureaus, ma-kelij, vluchtelingenwerk). Tijdens de hearing van dederde dag is gepleit om flinke stappen vooruit te zet-ten als het gaat om de gemeentelijke organisatie. Ge-meentelijk beleid kan worden opengebroken doorvrije ruimte voor ambtelijke medewerkers te schep-pen. Deze ruimte te gebruiken voor improvisatie enexperimenten hoe effectief kan worden samenge-werkt. De ambtelijke, verticale hiërarchie moet danplaatsmaken voor een horizontale netwerkstructuurdie dienstverlenend is aan de samenwerking van bur-gers, instellingen en bedrijven.In het coalitieakkoord na de gemeenteraadsverkiezin-gen van maart 2018 kunnen de betreffende partijenhierover afspraken maken. En dan tegelijkertijd af-spraken maken over een meer gecoördineerde sa-menwerking op het gebied van vluchtelingenwerk,creatieve huisvesting en de relatie stad-platteland(derde dag).

• Dezelfde taalTaal, is een terugkerend thema gebleken tijdens alledagen van de Zomerschool. Enkele uitspraken: 'dejuiste taal spreken', 'getuned zijn', 'woorden Vermi-celli', 'tovertermen'. Taal kan een barrière zijn wan-neer onderling vanuit verschillende sociale, cultureleof professionele achtergronden met elkaar gesprokenwordt. Onderlinge communicatie verwijst naar achter-gronden waarin we verschillen; geduld en begrip hier-voor zijn noodzakelijk en zeker bij samenwerking isverstaan én begrijpen een cruciale factor. ‘Elkaars taalkunnen spreken’ is daarom regelmatig te horen in dezoektocht naar fundamentele kwaliteiten voor succes-volle samenwerking.

Maar ook taal als ééndimensionaal gereedschap is ge-noemd. In tegenstelling tot de meer-dimensionalekracht van de beeld-taal die door kunstenaars en ont-werpers wordt gebruikt. Bij crossovers is beslist eenbelangrijke rol weggelegd voor de creatief professio-nals om bij te dragen aan overbrugging en begrijpen.Een sympathieke variant die tijdens de Zomerschooltevoorschijn kwam is de 'Chief Listening Officer(CLO)' die men op sommige plaatsen in de zorg zouhebben.

• Fysieke ontmoetingenDe overtreffende trap voor taal is de fysieke ontmoe-ting. Directe nabijheid, fysiek contact, is net als taaltijdens alle dagen van de Zomerschool genoemd,zowel expliciet als impliciet. Technologie stelt onsmakkelijk in staat om op afstand te communicerenmaar de bijzondere kwaliteiten van de fysieke ont-moeting met alle varianten van ook non-verbale com-municatie zijn van grote waarde bij succesvollesamenwerking. Juist vanwege de ‘meertalige’ cultu-rele, sociale en professionele achtergronden is fysieksamenkomen effectief om tot betere onderlinge af-stemming te komen.Tijdens de Zomerschool zijn veel varianten voorbijge-komen die aan de fysieke ontmoeting refereren, zoalsde waarde van ‘een netwerk’, ‘samen het individueleversterken’, ‘de achterliggende waarde van een res-taurant of koffieautomaat’, ‘speelruimte’, ‘platform’.Een aanbeveling die tijdens de Zomerschool naarvoren werd gebracht is om ontmoetingen vooral als‘evenement’ te blijven zien en zo weg te blijven vanhet voorspelbare en systematische. In de kern raaktdit de filosofie van De Samenwerkplaats waar bewustis gekozen voor een nomadisch ‘event' en waarbijvooraf rekening is gehouden met een wisselendegroep deelnemers.

Box 8 – EBU seminar De Simme Stad op orde?In een Slimme Stad worden data-gestuurde be-slissingen genomen. De technologische vernieu-wingen brengen een hoeveelheid data tezamendie bijdragen aan een optimale welvaart en wel-zijn in de stad. Een flexibele, resultaatgerichtemobiliteit, een doelgerichte en efficiënte be-stemming van publieke voorzieningen, het snelanticiperen op onveilige situaties, dit alles enook nog tegelijkertijd is mogelijk in de SlimmeStad. Maar er zijn hobbels die een realiseringvan het concept in de weg staan. Er is onvol-doende privacy-bescherming, het eigenaarschapvan de verzamelde data is niet duidelijk, is heteen top-down beleidsconcept of spelen burger-initiatieven ook een rol?Het EBU-seminar neemt samen met de Zomers-chool van het Cartesius Museum de handschoenop om een baanbrekend seminar te organiserenmet het oog op een effectief handelingsreper-toire voorbij de tegenstellingen die nu de boven-toon voeren. Zo'n Utrechts handelingsrepertoirebrengt een stedelijk 'privacy-statuut' voort datde burger beschermt tegen ondoorzichtig of on-eigenlijk gebruik van zijn data. Een statuut datgebaseerd is op een samenwerking tussen allebetrokken partijen. Ook wordt het eigenaar-

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 17

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 20: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

schap benoemd van de data: bij de stedelingzelf. En dit eigenaarschap houdt in dat de eigenaar zelf - samen met anderen - sturinggeeft aan het gebruik van de data. Deze stede-ling kan zijn data overdragen aan bijvoorbeeldeen onafhankelijke 'data board'. Dit handelings-repertoire is inclusief en veronderstelt dat per-manent gewerkt wordt aan de competenties diemensen eigen maken om volwaardig in deSlimme Stad te kunnen functioneren. De SlimmeStad is voorts een uitnodiging aan kunstenaarsen ontwerpers om hun verbeeldingskracht in tezetten om de samenwerking bij deze vraagstuk-ken tot hun recht te laten komen.

Het EBU-seminar moest tijdens de week van deZomerschool uitgesteld worden. Er is eennieuwe datum afgesproken:Woensdag 27 september 2017, locatie SensorLabCleverFranke, Plompetorengracht 4 Utrecht. In-loop 19.30 uur, start seminar 20.00. Einde 22.00,plus informele nazit.Inleiders: Marleen Stikker (Waag Society), HeerdJan Hoogeveen (EBU) en Gert Franke (Clever-Franke). (Deelname aan het seminar op uitnodi-ging. Belangstelling? Stuur een email [email protected])

Een beknopt verslag van het seminar zal wordenopgenomen in de downloads op de website vanhet Cartesius Museum(www.cartesiusmuseum.org/Zomerschool2017).

Epiloog

Naast de vele positieve reacties ontvingen weook een suggestie nu al de tweede editie van deZomerschool in 2018 te plannen. Dit zullen webespreken met de adoptieorganisaties. Wat hetCartesius Museum betreft liggen verschillendeopties nog volledig open waarbij we qua kenniseen stap verder willen doen ten opzichte van deeerste editie. Bijvoorbeeld: een centraal themaop het gebied van strategische allianties, verdie-ping ten opzichte van mogelijkheden van artis-tieke interventies, het aanboren van nieuwecrossovers op de werkgebieden als woning-bouw, leegstand, (culturele) diversiteit, ICT, zake-lijke dienstverlening, de kwaliteit vansamenwerking tussen de steden, etc. Van belangis daarbij dat elke optie voorzien wordt van eenvoortraject waarin analyse leidt tot specifiekethema’s.Intussen blijven de doekwanden van de nomadi-sche tenten van het Cartesius Museum opgerolden verwelkomen we elke uitnodiging om de be-tekenis van samenwerkplaatsen te verdiepen enverder uit te [email protected]

Van de leestafel

Cartesius Museum (2014) De Kracht van Doen (in-formatiemap open dag), Utrecht: CAMU

Cartesius Museum (2015) Evaluatierapportage Be-zorginnovatie, Utrecht: CAMU

Casco (2017). Casco Art Institute: Working for theCommons (tentoonstellingsgids), Utrecht: Casco

Stephen R. Covey (2014). Het 3e alternatief. Hetprincipe van creatieve samenwerking, Amster-dam/Antwerpen: Uitgeverij Business Contact

Tine De Moor (2013). De herontdekking van hetCollectief, in: Sampol, Gent: Sampol 2013/4

Yves L. Doz, Gary Hamel (1998). Alliance Advan-tage. The Art of Creating Value through Partne-ring. Boston: Harvard Business School Press.

Asrid Elburg (2016). It’s all about compassion (dia-logue), in: Cooperate. The Creative Normal,Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Nelly van der Geest (2014). Creatief partnerschap.Evenwicht tussen creativiteit en samenwerking,Amsterdam: IFTB

Nelly van der Geest (2016). Tussen innig verenigden verkeerd verbonden (essay), Utrecht: HKU

Ine Gevers (2016). Hacking Habitat. Art, techno-logy and Social Change (catalogus), Utrecht: Stich-ting Niet Normaal

Giep Hagoort (2012).Over de relatie Artistieke ver-beeldingskracht en Bedrijfsinnovatie (onderzoeks-verslag), Deventer/Utrecht: Kunstenlab/HKU

Giep Hagoort (2014). De stille revolutie. Di It Your-self als het nieuwe culturele paradigma, in:MMNieuws 2014/3

Giep Hagoort (2014), Veel plannen Weinig uitvoe-ring. Leerervaringen van creatieven uit hetUtrechtse Cartesiusgebied over de gemiste ur-gentie van U2018 (onderzoeksverslag), Utrecht:CAMU University/ASOM

Giep Hagoort (2015). Cooperate! (Compact verslagwerkconferentie 30 oktober 2014), Utrecht: SBP

Giep Hagoort (2016). Cooperate. The Creative Nor-mal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Giep Hagoort, Nelly van der Geest (2016). Strategicpartnerships on the dissecting table, in: Coope-rate. The Creative Normal, Delft/Utrecht:Eburon/ASOM

Giep Hagoort, Erik Uitebogaard (2017). De Samen-werkplaats. Samenwerking door crossovers metkunst en cultuur (reader zomerschool 2017),Utrecht: CAMU

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 18

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 21: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Harm van den Heiligenberg (2016). Imagine a betterfuture. About the contribution to sustainabilityby creative people in middle ground sessions, in:Cooperate. The Creative Normal, Delft/Utrecht: Ebu-ron/ASOM

John Huige (red.) (2006). Stad zoekt Boer. Interno-vatieprogramma Stad Platteland, Utrecht: ASOM

Marion Jacobse (2015). Eiland8. De Kracht van enCollectief, Utrecht: Sophies Kunstprojecten

Karel Janssen (2016). A journey of thousands milesbegins with a single step, in: Cooperate. The Crea-tive Normal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Vera de Jong (2016). Nodes of Creativity. Unloc-king the potential of creative SME’s by facilita-ting the soft infrastructure, in: Cooperate. TheCreative Normal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Vera de Jong, Paul van Amerom (2016). The connec-ted creative. How to educate future proof colla-borative creative entrepreneurs, in: Cooperate.The Creative Normal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Thera Jonker (2016). Collaboration on the biggerpicture, in: Cooperate. The Creative Normal,Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Edwin Kaats, Wilfried Opheij (2014). Leren samen-werken tussen organisaties. Allianties netwer-ken ketens partnerships, Deventer: Vakmedianet

Jeannette Nijkamp (2016). Counting on Creativity.The Creative Class as Antodote for Neighbour-hood Decline. The case of Rotterdam (PhD thesis),Rotterdam: Rotterdam University

Provincie Utrecht (2016). Alles is nu. Cultuur- enerfgoednota 2016-2019, Utrecht: Provincie Utrecht

Provincie Utrecht (2016). Crossovers. A policy ap-proach by the Province of Utrecht, in: Cooperate.The Creative Normal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Rabobank Utrecht (2017). Food-print Utrecht. Voe-dingspodium voor innovatie (verslag), Utrecht: Ra-bobank Utrecht

Ken Robinson (2013). Buiten de lijntjes. Herontdekje creativiteit, Houten/Antwerpen: Spectrum

SMart (2016). COOP (jaarverslag 2015, vooruitzichten2016), Brussel: SMart

SMart (zj). Een denkkader voor een coöperatie inwording. Brussel: SMart

Erik Spaans, Gemma van der Ploeg, Rolf Resink(2016). Hoe richt je een zwerm? Een eenvoudigeaanpak voor complexe vraagstukken, Culemborg:Van Duuren Media

sQuare (2017). sQuare (brochure), Amsterdam: Prac-toraat Creatief Vakmanschap, ROC van Amsterdam

Erik Uitenbogaard (2014). Doe het samen. Het Car-tesius Museum als samenwerkplaats voor DIY, in:MMNieuws 2014/3

Erik Uitenbogaard (2016). The city as workplace forcooperation. Cartesius Museum: a showcase forEconomy 3.0, in: Cooperate. The Creative Normal,Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Erik Uitenbogaard, Rob Stolte (2015). Actieve stede-ling. Een zoektocht naar de stad als samenwerk-plaats, Utrecht: CAMU

Lieke van der Westen, Karin Blokzijl, Ariette van denBerg (2017). Een bloeiende creatieve industrie ineen levendige stad. De meerwaarde van creativi-teit in gebiedsontwikkelingen in Utrecht, Utrecht:Bureau Buiten

Peter Westenberg, Cooperation on local level.How to stimulate cooperative ways of workingby the municipalities, in: Cooperate. The CreativeNormal, Delft/Utrecht: Eburon/ASOM

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 19

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE

Page 22: REFLECTIEVERSLAG - CARTESIUS MUSEUM...nen een eigen ondernemendheid, een toegespitste bottom-up aanpak en onderzoeksnieuwsgierigheid verlangt. De universitaire studenten die aan het

Colofon

Organisatie en publicatie: Cartesius MuseumCoördinatie, redactie en vormgeving: ErikUitenbogaard, hoofdconservatorConcept en eindredactie: Giep Hagoort, conservatorcultureel ondernemerschap, ASOMLogistiek: Constance Uitenbogaard, Via TraiectumOndersteuning: Gitte Geunes, Miranda Gosman,Annabella Rijksen en Lizzy Zonnenberg, studentenHKU KEAftermovie: Florien Bakker, Chris van Beek, Armandovan den Berg, Steyn Brand, Lars Douma, SamHeegstra, Kyselka Winata, studenten HKU

www.cartesiusmuseum.orgseptember 2017

Met dank aan:Alle deelnemers, adoptieorganisaties en het Initiatievenfonds van de Gemeente Utrecht.

Alle informatie zoals programma, reader, beeld-materiaal en audio-bestanden alsmede dit ver-slag zijn terug te vinden op onze website engroitendeels ook als download beschikbaar via:www.cartesiusmuseum.org/Zomerschool2017

De reader van de Zomerschool 2017 is digitaal enkosteloos beschikbaar via de website:http://www.cartesiusmuseum.org/Zomerschool2017

Actieve Stedeling, de stad als samenwerkplaatsis digitaal en kosteloos beschikbaar via de website:http://www.cartesiusmuseum.org

Cartesius Museum REFLECTIEVERSLAG Zomerschool 2017 - De Samenwerkplaats • 19–23 juni 2017

Pagina 20

CMAU

ZO

ME

RS

CH

OO

L R

EF

EL

EC

TIE