Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

5
RE-STORE 1/5 1. PROLOOG Het gaat slecht met de winkelstrips in de naoorlogse woonwijken in Nederland en daar zijn twee samenhangende oorzaken voor en als gevolg ervan wordt hun behoud een belangrijk economisch, sociaal en architectonisch probleem. (Soeterbeek, 2005) 1.1 Demografische veranderingen en de daardoor verschoven vragen en gewoontes van gebruikers Een verandering in bevolkingssamenstelling omvat niet alleen het complexe verschijnsel van immigratie, waardoor mensen volledig nieuwe en andere producten zoeken, maar ook het eenvoudige proces van veroudering van de bevolking, waardoor er nieuwe gewoontes en behoeftes, nieuwe manieren om zaken te kopen ontstaan. Technische verbeteringen hebben geleid tot veel langere houdbaarheid van bederfelijke goederen (vooral voedsel, maar ook geneesmiddelen) en de mogelijkheid voor de gebruiker om voor veel langere tijd voorraad aan te leggen. Vandaar dat consumenten liever groot inkopen (wekelijks of maandelijks) in plaats van afzonderlijke aankopen te doen (dagelijks). Aangezien de winkelstrips bedoeld waren de dagelijkse behoeften (vaak voedsel-gerelateerd) van de buurt tegemoet te komen, zien we hoe die verschuiving in de gewoontes van consumenten heeft geleid tot de verdwijning van die lokale winkels. Over het algemeen genomen is duidelijk geworden dat de winkelstrips niet opgewassen zijn tegen de veranderingen en nieuwe uitdagingen van de detailhandel. 1.2 Concurrentie door winkels in historische stadscentra en grote malls Het winkelhart van historische steden en grote malls moeten het hebben van een goede locatie, herkenbaarheid, toegankelijkheid en bijkomende aantrekkelijkheden (recreatieve faciliteiten). De kracht van het historische winkelhart zit in de nabijheid en de aanvullende karakters van de winkels, het kwaliteitsniveau en de aantrekkelijke omgeving. Het eigene van de plek wordt uitgedrukt door de herkenbaarheid ervan. Het andere uiterste zijn de grote malls, zij moeten het hebben van gemak en prijs (ze hebben grote voorraden) en locatie (makkelijk per auto te bereiken en vaak langs de snelwegen). Hun herkenbaarheid bestaat uit hun grote omvang en zichtbaarheid in het landschap en langs de snelwegen. Verder kan de winkelervaring er niet door slecht weer of onveiligheid worden beïnvloed. 1.2.1 De kwaliteit van de winkelervaring Al deze factoren beïnvloeden de kwaliteit van de winkelervaring. Dat het winkelen in de winkelcentra minder aantrekkelijk is geworden komt deels door de fysieke context. Die kan niet concurreren tegen de verleidelijke en opwindende ervaring van een historisch stadscentrum. Maar voor een deel komt het ook door het tekortschietend aanbod, de keuze aan producten, de enorme verscheidenheid die een moderne mall kan bieden. Het is dus een kwestie van aantrekkelijkheid (van de winkels en de omgeving) en schaal (omvang van de winkel, variëteit van producten en prijsklassen). 1.2.2 Consumenten-verzamel-gebieden Omdat ze er slecht in slagen klanten te trekken, zijn winkelstrips ook geen plaatsen waar buurtbewoners samenkomen, terwijl ze bedoeld waren voor de buurt. Het zou kunnen zijn dat het aantrekkelijker maken van de winkel- ervaring door het herontwerpen van de gebouwde omgeving, door uitbreiding met herkenningspunten en evenementen, ervoor zorgt dat er ook mensen van buiten de buurt op af komen. 1.3 Behoud van functie en karakter De neerwaartse spiraal waarin deze winkelcentra terecht zijn gekomen is verweven met neerwaartse spiraal waarin de buurten in sociale termen en wat leefbaarheid betreft terecht gekomen zijn. Hoe slechter het met deze winkels gaat, hoe slechter dat voor de buurt is, zowel in fysieke zin, als sociaal, bijvoorbeeld door toenemende segregatie, misdaad en uiteindelijk het verlies van leefbaarheid en waarde van onroerend goed. Sommige bouwwerken hebben bovendien een historische waarde, omdat ze voorbeelden zijn van modernisme, wederopbouw-architectuur en haar invloed op de maatschappij. In enkele gevallen (bijvoorbeeld het Dr. Struykenplein in Breda en de Houtweg in Emmen) zijn de gebouwen al hergebruikt of gesloopt, maar zelfs als er sommige architectonische eigenschappen verloren gaan, moeten we de essentie van de context en de rol van winkelcentra behouden (Wagenaar, 2011) 2. PROGRAMMA Als we de winkelstrips en hun leidende rol in het buurtleven willen redden, zullen we de huidige zwakheden moeten aanpakken en luisteren naar economische principes, eisen van haalbaarheid en duurzaamheid. Mocht dat lukken, dan kunnen die oude winkels een nieuw leven en hernieuwde sociale betekenis krijgen (Raatgever, 2014). 2.1 Omgaan met de beeldvorming van de winkels, hun herkenbaarheid en aantrekkelijkheid. De winkelstrips dienen niet alleen aantrekkelijke winkels in een georganiseerd geheel te bieden, maar ook een herkenbare en aantrekkelijke stedelijke context. Openbare ruimtes en de gebieden tegenover en rond de winkelcentra zullen moeten worden herontworpen om klanten te trekken en te verwelkomen: meer groen en voorzieningen, beschutting tegen slecht weer. De winkelstrips bieden niet het gevoel van veiligheid en gezelligheid, dat historische stadscentra of grote malls kunnen bieden: dat wordt bepaald door de schaal en relatie tussen open en gesloten ruimtes in de bebouwing, beschutting, dichtheid aan mensen, straatmeubiliar, groen, en de kwaliteit van het natuurlijke en kunstmatige licht. Om het gewenste effect te bereiken, zal het soms, naast het verbouwen van bestaande gebouwen, noodzakelijk zijn om nieuwe structuren toe te voegen, zoals luifels of afsluitende elementen die kunnen worden voorgefabriceerd en aangepast aan locale omstandigheden. 2.2 Het maximaliseren van winkeloppervlak, binnen en buiten Aan de ene kant moeten de winkels zoveel mogelijk beschikbare ruimte gebruiken in de gebouwen waar ze Re-Store HERONTWIKKELING VAN NAOORLOGSE WINKELSTRIPS IN NEDERLAND

description

Analysis about the downfall of retail strips in the Netherlands and proposal about their uplifting and preservation as an important economic, social and architectural issue.

Transcript of Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

Page 1: Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

RE-STORE 1/5

1. PROLOOGHet gaat slecht met de winkelstrips in de naoorlogse woonwijken in Nederland en daar zijn twee samenhangende oorzaken voor en als gevolg ervan wordt hun behoud een belangrijk economisch, sociaal en architectonisch probleem. (Soeterbeek, 2005)

1.1 Demografische veranderingen en de daardoor verschoven vragen en gewoontes van gebruikers

Een verandering in bevolkingssamenstelling omvat niet alleen het complexe verschijnsel van immigratie, waardoor mensen volledig nieuwe en andere producten zoeken, maar ook het eenvoudige proces van veroudering van de bevolking, waardoor er nieuwe gewoontes en behoeftes, nieuwe manieren om zaken te kopen ontstaan. Technische verbeteringen hebben geleid tot veel langere houdbaarheid van bederfelijke goederen (vooral voedsel, maar ook geneesmiddelen) en de mogelijkheid voor de gebruiker om voor veel langere tijd voorraad aan te leggen. Vandaar dat consumenten liever groot inkopen (wekelijks of maandelijks) in plaats van afzonderlijke aankopen te doen (dagelijks). Aangezien de winkelstrips bedoeld waren de dagelijkse behoeften (vaak voedsel-gerelateerd) van de buurt tegemoet te komen, zien we hoe die verschuiving in de gewoontes van consumenten heeft geleid tot de verdwijning van die lokale winkels. Over het algemeen genomen is duidelijk geworden dat de winkelstrips niet opgewassen zijn tegen de veranderingen en nieuwe uitdagingen van de detailhandel.

1.2 Concurrentie door winkels in historische stadscentra en grote malls

Het winkelhart van historische steden en grote malls moeten het hebben van een goede locatie, herkenbaarheid, toegankelijkheid en bijkomende aantrekkelijkheden (recreatieve faciliteiten). De kracht van het historische winkelhart zit in de nabijheid en de aanvullende karakters van de winkels, het kwaliteitsniveau en de aantrekkelijke omgeving. Het eigene van de plek wordt uitgedrukt door de herkenbaarheid ervan. Het andere uiterste zijn de grote malls, zij moeten het hebben van gemak en prijs (ze hebben grote voorraden) en locatie (makkelijk per auto te bereiken en vaak langs de snelwegen). Hun herkenbaarheid bestaat uit hun grote omvang en zichtbaarheid in het landschap en langs de snelwegen. Verder kan de winkelervaring er niet door slecht weer of onveiligheid worden beïnvloed.

1.2.1 De kwaliteit van de winkelervaringAl deze factoren beïnvloeden de kwaliteit van de winkelervaring. Dat het winkelen in de winkelcentra minder aantrekkelijk is geworden komt deels door de fysieke context. Die kan niet concurreren tegen de verleidelijke en opwindende ervaring van een historisch stadscentrum. Maar voor een deel komt het ook door het tekortschietend aanbod, de keuze aan producten, de enorme verscheidenheid die een moderne mall kan bieden. Het is dus een kwestie van aantrekkelijkheid (van de winkels en de omgeving) en schaal (omvang van de winkel, variëteit van producten en prijsklassen).

1.2.2 Consumenten-verzamel-gebiedenOmdat ze er slecht in slagen klanten te trekken, zijn winkelstrips ook geen plaatsen waar buurtbewoners samenkomen, terwijl ze bedoeld waren voor de buurt. Het zou kunnen zijn dat het aantrekkelijker maken van de winkel-ervaring door het herontwerpen van de gebouwde omgeving, door uitbreiding met herkenningspunten en evenementen, ervoor zorgt dat er ook mensen van buiten de buurt op af komen.

1.3 Behoud van functie en karakterDe neerwaartse spiraal waarin deze winkelcentra terecht zijn gekomen is verweven met neerwaartse spiraal waarin de buurten in sociale termen en wat leefbaarheid betreft terecht gekomen zijn. Hoe slechter het met deze winkels gaat, hoe slechter dat voor de buurt is, zowel in fysieke zin, als sociaal, bijvoorbeeld door toenemende segregatie, misdaad en uiteindelijk het verlies van leefbaarheid en waarde van onroerend goed. Sommige bouwwerken hebben bovendien een historische waarde, omdat ze voorbeelden zijn van modernisme, wederopbouw-architectuur en haar invloed op de maatschappij. In enkele gevallen (bijvoorbeeld het Dr. Struykenplein in Breda en de Houtweg in Emmen) zijn de gebouwen al hergebruikt of gesloopt, maar zelfs als er sommige architectonische eigenschappen verloren gaan, moeten we de essentie van de context en de rol van winkelcentra behouden (Wagenaar, 2011)

2. PROGRAMMAAls we de winkelstrips en hun leidende rol in het buurtleven willen redden, zullen we de huidige zwakheden moeten aanpakken en luisteren naar economische principes, eisen van haalbaarheid en duurzaamheid. Mocht dat lukken, dan kunnen die oude winkels een nieuw leven en hernieuwde sociale betekenis krijgen (Raatgever, 2014).

2.1 Omgaan met de beeldvorming van de winkels, hun herkenbaarheid en aantrekkelijkheid.

De winkelstrips dienen niet alleen aantrekkelijke winkels in een georganiseerd geheel te bieden, maar ook een herkenbare en aantrekkelijke stedelijke context. Openbare ruimtes en de gebieden tegenover en rond de winkelcentra zullen moeten worden herontworpen om klanten te trekken en te verwelkomen: meer groen en voorzieningen, beschutting tegen slecht weer. De winkelstrips bieden niet het gevoel van veiligheid en gezelligheid, dat historische stadscentra of grote malls kunnen bieden: dat wordt bepaald door de schaal en relatie tussen open en gesloten ruimtes in de bebouwing, beschutting, dichtheid aan mensen, straatmeubiliar, groen, en de kwaliteit van het natuurlijke en kunstmatige licht. Om het gewenste effect te bereiken, zal het soms, naast het verbouwen van bestaande gebouwen, noodzakelijk zijn om nieuwe structuren toe te voegen, zoals luifels of afsluitende elementen die kunnen worden voorgefabriceerd en aangepast aan locale omstandigheden.

2.2 Het maximaliseren van winkeloppervlak, binnen en buitenAan de ene kant moeten de winkels zoveel mogelijk beschikbare ruimte gebruiken in de gebouwen waar ze

Re-StoreHERONTWIKKELING VAN NAOORLOGSE WINKELSTRIPS IN NEDERLAND

Page 2: Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

RE-STORE 2/5

gevestigd zijn, dus ook de verdiepingen boven de winkels, die ooit bedoeld zijn als woonruimte, maar meestal leeg staan. Aan de andere kant, zullen de gebieden buiten de winkels betrokken moeten worden bij de winkelervaring om die te versterken. Dat onderstreept opnieuw de noodzaak om de openbare ruimte te vernieuwen. Meer winkeloppervlak trekt een ander type bedrijven aan, maar het zorgt ook voor meer opslagruimte (wat meer voorraad en groter assortiment mogelijk maakt), wat de prijzen drukt en concurrentiepositie verbetert.

2.3 Zorg dat de winkels in een winkelcentrum elkaar aanvullen

De afzonderlijke winkels zouden niet met elkaar moeten concurreren, maar samenwerken om de klanten de beste en meest complete winkelervaring te bieden. Winkelstrips vereisen een samenhangend programma en een gemeenschappelijk design en communicatiebeleid. Een winkelstrip zou een thema moeten hebben dat het onderscheidt van andere, maar ook van de grote malls en de winkels in het historische stadshart.

2.4 Naast nieuwe producten en diensten ook nieuwe functies toevoegen

De woonwijken om de winkelstrips heen zijn uiteindelijk slaapsteden: een betere mix van functies zou meer leven in de buurt kunnen brengen. Bij nieuwe functies valt te denken aan culturele en kunst-ruimtes, buurthuizen, plaatsen voor tijdelijke evenementen. Ze zouden kunnen worden gehuisvest in leegstaande gebouwen, vaak in de appartementen boven de winkels, en deels ook als inbreuk op de winkelrij en de openbare ruimte.

3. PROCESWe hebben 24 locaties onderzocht en de morfologische eigenschappen bestudeerd om beter te begrijpen hoe ze in elkaar zitten. Op basis van de gegevens en onze analyse konden we een typologie opstellen en 4 groepen onderscheiden voor wat betreft winkeloppervlak en 4 groepen van morfologische samenstelling (zie tabel 1).

De onderverdeling naar winkeloppervlak geeft informatie over het karakter van de winkels, maar ook over hun kwetsbaarheid: winkelstrips met minder oppervlak hebben het meeste hulp nodig, omdat ze bestaan uit lokale en onafhankelijke eigenaren. De onderverdeling in morfologische samenstelling geeft informatie over de omgeving en ondersteunt de ruimtelijke eigenschappen van het voorstel. De analyse onderstreept het feit dat we heel verschillende gevallen aanpakken, van piepkleine winkelstrips met lokale winkels, tot complexe en grote centra waar ketens en supermarkten zitten. Hoewel de winkelstrips het overal moeilijk hebben horen ze bij heel verschillende stedelijke en historische contexten, en daarom is het nodig verschillende en op maat gemaakte oplossingen te bieden die een aantal principes en concepten gemeen hebben.

3.1 De gegevens integrerenOm iets te hebben aan de verzamelde gegevens hebben we een matrix gebouwd van de vier types winkel oppervlakte en de 4 morfologische types; wat resulteert in 16 verschillende combinaties (cellen). We stopten ieder geval in de corresponderende cel en besloten om voor 4 combinaties een analyse te maken voor een goede aanpak. We kozen 4 combinaties om zo in ieder geval alle 4 winkeloppervlakte-types en alle 4 morfologische types mee te kunnen nemen (zie tabel 2).

4. VOORSTELWe stellen 4 benaderingen voor om in te grijpen (zie tabel 3). Die interventies kunnen los gezien worden, als individuele acties, maar ook met elkaar gecombineerd worden. Ze kunnen in chronologische volgorde worden uitgevoerd, maar ook als een cyclische ingreep. Het voordeel op stapsgewijs te werk te gaan is dat je markten en buurten kunt uitproberen voordat een definitieve oplossing gekozen wordt.

4.1 Opknappen van openbare ruimteVerbeteren en opknappen van de openbare ruimte rond en bij de winkelstrips moet gebeuren door betaalbare en snelle ingrepen die gebruik maken van bestrating, beplanting, straatmeubilair, verlichting, kleuren en grafisch ontwerp.

4.2 Follies - Space InvadersHet toevoegen van tijdelijke elementen, structuren en paviljoens (space invaders of follies) aan het winkelcentrum, om zo aandacht te trekken, sociaal contact te stimuleren, de winkelervaring te verbeteren en nieuwe producten en winkels uit te proberen (Jodidio, 2011).

4.3 Luifels / overkappingenHet toevoegen van beschutting tegen licht (luifels / overkappingen) om de winkelgedeelten bescherming tegen slecht weer te geven, maar ook extra karakter, samenhang en eenheid.

4.4 Herkenningspunten (landmarks)Het bouwen van permanente nieuwe bouwwerken (herkenningspunten) die alle vorige elementen combineren om de omgeving een nieuw en herkenbaar karakter te geven en de winkelervaring nieuw en herkenbaar te maken.

4.5 VoorbeeldenDe laatste decennia zijn veel gezichtsloze commerciële gebieden en anonieme en gemankeerde openbare ruimtes in Europese steden verwaarloosd en failliet gegaan. Meestal is de oplossing die gebieden weer tot leven te wekken stedenbouwkundige ingrepen en het opknappen van de openbare ruimte, door nieuwe gebouwen toe te voegen die meestal opvallend inventief en esthetisch zijn. Soms hebben die stedelijke interventies een tijdelijke en artistieke benadering, soms zijn ze duurzamer en belangrijker.

Er zijn veel recente voorbeelden van hoe tijdelijke en permanente overkapping, bijvoorbeeld, waarin er een ingrijpende opleving van handel en sociaal leven plaatsvond, of het nu was door een artistieke installatie of een visueel aansprekend gebouw. De installatie Umbrella Sky in Agueda, Portugal (2012) of een vergelijkbare installatie langs de Cheonggyecheon Rivier of de Mecenatpolis Mall in Seoul, Zuid Korea (2014) hebben voetgangers en winkelgebieden tijdelijk veranderd in boeiende visuele ervaringen (Lerner, 2014). De Metropole Parasol overkapping in Sevilla, Spanje (2011) door architect Jürgen Mayer-Hermann heeft een hele zieltogende buurt nieuw leven ingeblazen, door er een nieuwe identiteit aan te geven. Winkelend publiek en bedrijven kwamen terug, zodat er een ruimte ontstond die mensen aanpasten aan hun verlangens. Dit zijn maar een paar van de vele voorbeelden hoe visueel opvallende gebouwen (tijdelijk of permanent) economische en sociale verhoudingen kunnen bevorderen in noodlijdende stedelijke gebieden.

5. VOORUITBLIKWe zien onze voorstellen als uitvoerbaar en duurzaam, steeds een uitdrukking van onze principes. Deze begrippen moeten

Page 3: Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

RE-STORE 3/5

nog verder bestudeerd worden en er moet onderzoek gedaan worden naar de betrokken partijen uit de publieke, private en maatschappelijke sfeer. We beperken ons er nu toe om de contouren van bouwkundige elementen en onze ideeën te schetsen in plaats van precieze en definitieve ontwerpen te leveren.

5.1 Opknappen van openbare ruimteVeel winkelstrips liggen recht tegenover de weg zonder veel publieke ruimte of plaats voor voetgangers. In zulke gevallen is het moeilijk, zelfs onmogelijk om massieve gebouwen toe te voegen zonder de modernistische opzet radicaal te veranderen. De culturele identiteit van een locatie en gemeenschap behouden en herstellen, na jaren van verwaarlozing, doe je snel, betaalbaar en met respect door de openbare ruimte op te knappen, meer groen toe te voegen, zo pak je de problemen aan.

5.2 Follies - Space InvadersDe follies - space invaders, vernuftige kleine paviljoens, moeten licht genoeg zijn om te verplaatsen en eenvoudig te bouwen en af te breken zijn; gebruikmakend van licht materiaal, zoals hout, aluminium en koolstofvezels voor de hoofdstructuur en textiel, vezel-cement en plastic voor de bekleding. Op basis van vergelijkbare principes en prefab onderdelen, kunnen ze worden gecombineerd of aangepast op allerlei manieren om steeds een uniek effect te bereiken. Bij wijze van netwerk, stellen we voor er 24 te maken en ze van maand tot maand te laten reizen naar een andere bestemming in groepjes van 12: twee winkelcentra tegelijk die ze op bezoek krijgen; daar kun je een evenement van maken. De follies (verplaatsbare pop-up winkels en cafés) kunnen nuttig zijn om de markt te testen voor nieuwe concepten, evenementen, sociale gebeurtenissen, winkels en producten (zie de recente voorbeelden als het Smith Pavilion door Studio Weave in 2014, de Endesa World Fab Condenser door Mergen-Lab in 2014 en de Popped Out Shop door Pencil Office in 2010).

5.3 Luifels / overkappingenEen overkapping kan karakter geven aan een openbare ruimte zonder die af te sluiten (zie het recente voorbeeld van het Marseille Vieux Port Pavilion in 2014, de Ghent Market Hall in 2012 en de Sandnes Lantern Pavilion in 2010). Het is een betaalbare en suggestieve manier om beschutting te bieden en de winkelervaring bijzonder te maken. Overkappingen moeten verplaatsbaar en makkelijk af te breken zijn, maar

niet per se tijdelijk. Ze kunnen vooral hout en staal gebruiken als hun structurele materiaal en textiel, glas en doorzichtig herbruikbare polymeren als hun lichtdoorlatende bekleding.

5.4 Herkenningspunt (landmark)Deze permanente gebouwen moeten de aandacht vangen van de klanten door hun vindingrijkheid en kwaliteit. Ze moeten de concepten en ideeën uitdrukken en samenvoegen die horen bij de andere interventies, en gebruik maken van dezelfde elementen, maar dan in een permanente setting. Hun ambitie is het om maximaal te profiteren van het winkeloppervlak en unieke en uitdagende openbare ruimte te scheppen. Het type gebouwen dat zoiets kan veroorzaken zijn evocatief in het gebruik dat ze maken van de ruimte en de omgeving, door een mix van private ruimte, publieke omgeving, zaken-doen en sociaal-contact, zodat de gebouwen een landschap worden.

5.5 Deelnemers en stakeholdersHet proces dat leidt tot het redden van winkelcentra omvat noodzakelijkerwijs de overheid, markt betrokken partijen en maatschappelijke organisaties: ze zullen moeten samenwerken aan een gemeenschappelijke visie, in een netwerk-aanpak en met duidelijke doelen. Terwijl de overheids- en maatschappelijke deelnemers dezelfde zouden kunnen zijn in ieder geval, zullen de private deelnemers, afhankelijk van de omvang en de karakteristieken aan iedere locatie, kunnen variëren van grote project ontwikkelaars, grote detailhandelketens en merken uit de top van de markt, tot aan zelfstandige eigenaren. Het zou een collectief leerproces moeten zijn waarin gegevens gedeeld worden, samenwerking wordt aangemoedigd en oplossingen worden uitgetest (experimenteren, leren en aanpassen door design). De overheid, samen met de private sector zou een nieuwe analyse van de gegevens moeten uitvoeren, komen tot maatregelen die markt stimuleren en reguleren en bedrijven laten bloeien, terwijl het maatschappelijk veld feedback en ideeën voor vernieuwing levert (Hofmann, 2015). Ontwerp zou zowel een instrument voor regulering als voor de realisering van oplossingen moeten zijn, ten dienste van alle betrokkenen.

ReferentiesHofmann S., Architecture is Participation, Jovis, 2015, ISBN 978-3868593471Jodidio P., Temporary Architecture Now!, Taschen, 2011, ISBN 978-3836523288Lerner J., Urban Acupuncture, Island Press, 2014, ISBN 978-1610915830Raatgever A., Winkelgebied van de Toekomst, Platform 31, 2014Soeterboek R., Een tweede toekomst voor winkelstrips, HBD, 2005, ISBN 90-6946-587-6Wagenaar C., Town Planning in the Netherlands, 010, 2011, ISBN 978-90-6450-682-6

Umbrella Sky (2012)door Sextafeira Produções

Popped Out Shop (2010)door Pencil Office

Smith Pavilion (2014)door Studio Weave

Ghent Market Hall (2012)door Robbrecht & Daem Architecten

Endesa World Fab Condenser (2014)door Margen-Lab

Sandnes Lantern Pavilion (2010)door AWP

Metropole Parasol (2012)door Jürgen Mayer-Hermann

Marseille Vieux Port Pavilion (2014)door Foster & Partners

Page 4: Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

RE-STORE 4/5TABEL 1

Amsterdam

GroningenHengelo

Den Bosch Leidschendam-Voorburg

Maastr icht Nagele Utrecht

Den HaagApeldoorn

Breda

Emmen

3600

4

3-A 2-C8,5

38 1400

3

14,5

36

gebouwlengte: variabel

Winkeloppervlak (m2)

12001201 - 24002401 - 4800> 4800

Legenda:

Morfologischtype

ABCD

Frequentie

6765

Frequentie

10473

Categorie & frequentie:

winkeloppervlak (m2)

afstand t.o.v tegenoverliggend gebouw

aantal bouwlaag

parkeergebouw / grote parkeerfaciliteit aanwezig

openbare ruimte voor het gebouw:

buffer, parkeren (m)

categorie. Zie categorie matrix op de volgende pagina voor verdere uitleg

plein of grote openbare ruimte aanwezig

4-A

7500

5

13,5

45

3-A

4000

4

12,5

47

2-A

2200

3

15

45

680

2

1-A 1-C4,5

14480

3

15

180

3-B

4600

2

17,5

17,5

4-A

5600

4

17,5

34

3-C

4200

7

11,5

24 1280

4

2-A

2-A

17,5

30

1390

3

2-A8,5

171800

5

16

90

1-B

730

2

8

8

1-B

810

2

4

4

1-C

630

5

54

64

5100

3

4-B

3-C

20

10

1450

15

90

130

2-C

1300

3

5,5

77

3-D

3800

19

1,5

14 5600

13

4-D5,5

50

4-D

10800

13

10,5

40

1-C

1050

2

27,5

28

3-A

3800

3

15

160

Page 5: Re-Store: Herontwikkeling Van Naoorlogse Winkelstrips in Nederland

RE-STORE 5/5

IDEE 1: OPKNAPPEN VAN OPENBARE RUIMTE

TABEL 2 CATEGORIE MATRIX

TABEL 3

IDEE 2: FOLLIES - SPACE INVADERS

IDEE 4: HERKENNINGSPUNT / LANDMARKIDEE 3: LUIFELS / OVERKAPPINGEN

Winkeloppervlak (m2)

Morfologisch type AEenvoudige langwerpige retail-blokken aan de straat

Morfologisch type BEenvoudige retailblokken die een voetgangersgebied omsluiten

Morfologisch type CEenvoudige retailblokken tegen-over een plein / openbare ruimte

Morfologisch type DComplexe retailblokken met enorme winkels en parkeervoor-zieningen

1 ≤ 1200 Schubertstraat NoorderwinkelsZuiderwinkels

HaverkampJoseph HaydlaanHerderplein

2 1201 - 2400 Pieter Calandlaan IIBurgemeester SweenslaanTerra CottapleinHändelstraat

Burgemeester de Vlugtlaan IIDr. StruykenpleinNolensplein

3 2401 - 4800 Burgemeester de Vlugtlaan IPieter Calandlaan IVan Lenneplaan

Vondelstraat Dillenburgsingel Houtweg

4 > 4801 Burgemeester de Vlugtlaan IIIPetterlaarseweg

Mercatorplein StatenwegHet Kleine Loo

Voorbeeld: Apeldoorn - MercatorpleinWinkeloppervlak 4Morfologisch type B

Voorbeeld: Emmen - HoutwegWinkeloppervlak 3Morfologisch type D

Voorbeeld: Amsterdam - Pieter Calandlaan IIWinkeloppervlak 2Morfologisch type A

Voorbeeld: Den Haag - HaverkampWinkeloppervlak 1Morfologisch type C

Superkilen (2012)door BIG

World Design Capital Pavilion (2012) door Aalto University Wood Program

Mariahilferstraße (2014)door Bureau B+B

Florianopolis Market Canopy (2016) door WK Arquitetura

Paleys upon Pilers (2012)door Studio Weave

WKCD Arts Pavilion (2014)door XML

Re-creation in Venice (2014)door Oopeaa

Praça de Lisboa (2013)door Balonas & Menano Arquitectos