RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns...

48
WORKING PAPER Darco Jansen, Robert Schuwer, Hannelore Dekeyser RdMC-applicatieprofiel Een poldermodel voor omgaan met metadata

Transcript of RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns...

Page 1: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

WORKING PAPER

Darco Jansen, Robert Schuwer, Hannelore Dekeyser

RdMC-applicatieprofiel

Een poldermodel voor omgaan met metadata

Page 2: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

2

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de financiële ondersteuning van het ministerie van

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het programma Zij-instroom van de Open Universiteit

Nederland.

© Copyright Darco Jansen, Robert Schuwer, Hannelore Dekeyser, 2005

All right reserved. No part of this publication may reproduced, stored, in a retrieval system, or

transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise,

without the prior permission of the publishers.

Printed in The Netherlands.

Page 3: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 3

Ruud de Moor Centrum

De Open Universiteit Nederland ontwikkelt en verzorgt open hoger afstandsonderwijs en is tevens een

partner voor lerarenopleidingen en onderwijsinstellingen voor de professionalisering van

onderwijsgevenden. Bij deze professionalisering gaat het om de bestrijding van de tekorten aan leraren

door middel van:

- flexibilisering van opleiding en nascholing door afstandsonderwijs;

- competentiegericht onderwijs en leren op de werkplek.

Binnen de Open Universiteit Nederland is de expertise met betrekking tot deze professionalisering

samengebracht in het Ruud de Moor Centrum.

Dit centrum vervult taken in het kader van ontwikkeling, vernieuwing, verspreiding, praktijkgericht

onderzoek en evaluatie van de professionaliseringsactiviteiten ten behoeve van onderwijsgevenden.

Deze taken worden veelal uitgevoerd in nauwe samenwerking met scholen voor primair en voortgezet

onderwijs, lerarenopleidingen en andere afdelingen en organisatieonderdelen van de Open Universiteit

Nederland.

Het RdMC geeft, naast andere publicaties, working papers uit, met voorlopige onderzoeksresultaten

(bijvoorbeeld van pilots), interessante best practices, beschrijvingen van innovaties, beschrijvingen van

implementaties, evaluatiegegevens, exploitatiebevindingen, weergaven van discussies en

overwegingen, voorlopige stellingnames, rapportages van voorstudies, prototypen en voorlopige

ontwerpen, haalbaarheidsstudies, analyses, praktische documenten en dergelijke. Deze working papers

zijn gericht op zij-instromers en hun school, opleiders en begeleiders (in lerarenopleidingen en in

scholen) en beleidsmakers, media en alle anderen die op basis van belangstelling en/of professionele

activiteiten betrokken zijn bij de innovatie van trajecten die bijdragen aan de professionalisering van

onderwijsgevenden.

Page 4: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

4

Page 5: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 5

Inhoudsopgave

Vooraf 7

1. Inleiding 9

2. Begrippenkader 11

3. Standaarden en applicatieprofielen 13

3.1. Metadata, standaarden en applicatieprofielen 13

3.2. Het belang van standaarden voor het RdMC 16

3.3. Doelen voor metadatering 18

4. Het RdMC-applicatieprofiel 21

4.1. Uitgangspunten bij het applicatieprofiel 21

4.2. Het proces om te komen tot een RdMC-applicatieprofiel 21

4.2.1. Invloed van auteurs op applicatieprofiel 22

4.2.2. Invloed van eindgebruikers op applicatieprofiel 24

4.3. Het RdMC-applicatieprofiel 25

4.3.1. Verplicht in te vullen metadata-elementen 26

4.3.2. Verplicht in te vullen metadata-elementen, automatisch door systeem te

achterhalen

26

4.3.3. Optioneel in te vullen metadata-elementen 27

4.4. Projectspecifieke applicatieprofielen 28

5. Schets van een zoekapplicatie in een toekomstig RdMC-portaal 31

6. Conclusie 33

7. Dankzegging 35

Literatuur 37

Bijlage 1. Selectie uit waardenlijsten voor metadata-elementen 39

Colofon 47

Page 6: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

6

Page 7: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 7

Vooraf

In 2004 begonnen wij vanuit het project Virtuele Werk- en Leeromgeving (VWL) van het Ruud de

Moorcentrum (RdMC) met het uitwerken van de eerste ideeën voor metadatering van producten.

Literatuurstudies en eigen ervaringen leerden ons dat, wilden wij de doelstellingen voor deze exercitie

behalen, een innige samenwerking met de medewerkers van projecten binnen het RdMC noodzakelijk

was. Niet alleen bezitten zij de inhoudelijke kennis over de producten (onontbeerlijk om de juiste set van

metadata-elementen te kunnen bepalen), maar ook ontstond zo draagvlak voor het idee producten te

gaan metadateren. De exercitie moest uiteindelijk leiden tot een afspraak over te gebruiken metadata-

elementen, het RdMC-applicatieprofiel, die door de gehele organisatie moest worden gedragen. Dit

resultaat is uiteindelijk tot stand gekomen door veel overleg en sluiten van compromissen. In die zin kan

het RdMC-applicatieprofiel dan ook worden beschouwd als een exponent van het Nederlandse

poldermodel. De praktijk moet nu uitwijzen of deze werkwijze tot een werkbaar resultaat heeft geleid.

Page 8: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

8

Page 9: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 9

1 Inleiding

Het Ruud de Moor Centrum, afgekort RdMC, is onderdeel van de Open Universiteit Nederland. In

opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt het RdMC aan de

professionalisering van onderwijsgevenden, met name gericht op zij-instromers, beginnende leraren en

hun begeleiders. Het RdMC richt zich daarbij op

− flexibilisering van opleiding en nascholing door afstandsonderwijs

− competentiegericht onderwijs en leren op de werkplek

Het RdMC werkt op dit moment (augustus 2005) aan ruim vijfentwintig projecten, waarbij diverse

disciplines en het onderwijsveld nauw zijn betrokken. In deze projecten worden producten ontwikkeld

zoals kennisbanken, communities of practice voor begeleiden op afstand en assessmentinstrumenten.

De materialen die in een project ontwikkeld zijn, kunnen door andere RdMC-projecten worden

hergebruikt. Zo kan bijvoorbeeld eenzelfde video door diverse projecten worden ingezet in hun

producten. Maar ook binnen een project kunnen materialen op meerdere manieren worden ingezet

(bijvoorbeeld bij het creëren van varianten voor verschillende doelgroepen.)

Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen eigen

lerarenopleiding gaat beginnen (en daarom ook geen eigen ELO heeft). Het materiaal dat in RdMC-

projecten wordt ontwikkeld, ondersteunt de zij-instromer en beginnende docenten, maar ook hun

coaches en begeleiders in het kader van de werkplekleren. Dit betekent dat uitlevering van het materiaal

just-in-time, just-for-me, just-enough via een webgebaseerde omgeving plaats moet vinden.

De hierboven genoemde karakteristieken van de interne projectorganisatie van het RdMC en de

diversiteit van de gebruikersgroep stelt hoge eisen aan de terugzoekbaarheid van materialen en de

flexibele uitlevering ervan. Om aan deze eisen te kunnen voldoen is metadatering van producten van

groot belang. Metadata beschrijven eigenschappen van producten, die bij het zoeken naar producten en

bij het flexibel samenstellen van producten uit deelproducten gebruikt worden.

Door afspraken te maken over de metadata (Welke eigenschappen worden minimaal beschreven? Hoe

beschrijven we die eigenschappen? Welk vocabulaire wordt hierbij gehanteerd?) worden de beschreven

producten beter uitwisselbaar.

In deze paper wordt aangegeven welke aanpak het RdMC heeft gevolgd bij het opstellen van afspraken

rond de metadata voor de producten van het RdMC en tot welk resultaat dit heeft geleid. De opbouw van

deze paper is als volgt. Allereerst worden begrippen die in deze paper worden gebruikt omschreven.

Vervolgens wordt stilgestaan bij standaarden voor metadata en het gebruik van applicatieprofielen van

metadata-elementen. Daarna beschrijven we het proces dat door ons is gevolgd om de set van

metadata-elementen te kunnen bepalen. Vervolgens wordt het resultaat, het RdMC-applicatieprofiel,

gepresenteerd. Tenslotte wordt als voorbeeld van een toepassing een schets gegeven van een

(zoek)applicatie waar metadata-elementen worden gebruikt om producten terug te zoeken.

Page 10: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

10

Page 11: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 11

2 Begrippenkader

In dit hoofdstuk zullen we enkele begrippen die in deze paper worden gebruikt nader omschrijven en

verduidelijken. Het doel hiervan is het taalgebruik in deze paper te introduceren en daarmee een

eenduidig beeld te creëren van het onderwerp metadateren.

Metadata

Metadata beschrijven andere gegevens: het is informatie over de informatie. Iedereen die wel eens een

boek in de bibliotheek aan de hand van de catalogus heeft opgezocht, heeft met metadata gewerkt.

Door daar te zoeken op auteur van het boek, titel van het boek of het genre van het boek kan worden

achterhaald of het gewenste boek aanwezig is en, indien aanwezig, waar het te vinden is.

Metadata-element en metadata-elementwaarde

De beschrijving van informatie (bijvoorbeeld de beschrijving van een bibliotheekboek) bestaat uit allerlei

“brokjes” gegevens. Ieder “brokje” wordt een metadata-element genoemd. Wanneer een concreet

product met behulp van metadata-elementen moet worden beschreven, krijgen de metadata-elementen

een waarde, de metadata-elementwaarde. Bij het hierboven gegeven voorbeeld van een

boekbeschrijving zijn de volgende metadata-elementen genoemd:

− auteur

− titel

− genre

Een concreet boek kan worden beschreven door ieder van die metadata-elementen een metadata-

elementwaarde te geven:

Metadata-element Metadata-elementwaarde

auteur Geert Mak

titel De eeuw van mijn vader

genre Historisch

Metadateren

Om een product te kunnen beschrijven met metadata moeten er twee activiteiten plaatsvinden:

1. Er moet worden bepaald welke metadata-elementen gebruikt gaan worden om een product te

beschrijven

2. Voor een concreet product moeten metadata-elementwaarden worden toegekend aan de

metadata-elementen.

Page 12: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

12

De tweede activiteit wordt metadateren genoemd. De eerste activiteit omvat onder andere het

definiëren van de doelen van metadatering, bepalen welke metadata-elementen nodig zijn om de

doelen te kunnen behalen en bepalen welke metadata-elementwaarden een metadata-element kan

krijgen. Deze paper beschrijft de wijze waarop de eerste activiteit binnen het RdMC heeft

plaatsgevonden en tot welk resultaat dit heeft geleid.

Product

Reeds meerdere malen is gesproken over producten die moeten worden gemetadateerd. In deze paper

wordt onder product verstaan alles wat door het RdMC wordt geproduceerd. Er is een grote variëteit aan

producten: kennisbanken, assessmentinstrumenten, video’s, handleidingen, afbeeldingen etc. Producten

kunnen zijn samengesteld uit andere producten. Zo maken video’s deel uit van kennisbanken en kan een

afbeelding opgenomen zijn in een handleiding.

In de context van deze paper is het van belang te weten welke producten gemetadateerd moeten

worden, met name tot op welk detailniveau. Moeten bijvoorbeeld in een document alle alinea’s worden

gemetadateerd of is het voldoende alleen het gehele document te metadateren? Moet een kennisbank

worden gemetadateerd of alleen de kennisbronnen die deel uitmaken van die kennisbank? In paragraaf

3.3 zal aan deze vraag aandacht worden geschonken.

Applicatieprofiel

Een applicatieprofiel is een beschrijving van welke metadata-elementen moeten worden gebruikt om

een product te metadateren en per metadata-element welke waarden het kan aannemen. Eventuele

regels die relaties tussen metadata-elementen beschrijven behoren ook tot een applicatieprofiel. Een

applicatieprofiel is het resultaat van de eerste activiteit die bij het begrip “metadateren” staat

omschreven.

Bij het RdMC bestaan diverse applicatieprofielen die alle aan elkaar gerelateerd zijn. In deze paper zal

worden beschreven welke applicatieprofielen er bestaan en op welke wijze die applicatieprofielen aan

elkaar gerelateerd zijn.

Page 13: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 13

3 Standaarden en applicatieprofielen

3.1 Metadata, standaarden en applicatieprofielen

Sinds een aantal jaren, met de groei van internet, is een luxeprobleem ontstaan. Door de losse structuur

van internet en de miljarden pagina's met informatie, verloopt het zoeken naar de juiste informatie zeer

moeizaam. Dit probleem is inmiddels veelbesproken en veel onderzocht (zie bv. Buller 2003, Surf 2001).

Zoekmachines zijn onmisbaar geworden, maar het vinden van de juiste informatie blijft een probleem. Bij

de meeste zoekmachines wordt via een full-text search gezocht naar gewenste materialen. De

zoekmachine gebruikt bij het presenteren van verwijzingen naar webpagina’s een algoritme om, op basis

van de ingegeven zoekwoorden, te bepalen welke webpagina’s het meest waarschijnlijk het best

passend zijn. Deze pagina’s worden dan als eerste gepresenteerd in de lijst met zoekresultaten. In

dergelijke algoritmes wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van het type tekst waarin zoekwoorden

worden gevonden (een zoekwoord in een URL heeft een hoger gewicht dan een zoekwoord in een titel

van een document) of de nabijheid van gevonden zoekwoorden (hoe kleiner de afstand tussen de

gevonden zoekwoorden in een tekst is, hoe hoger het gewicht van het document in de lijst van

zoekresultaten).

Een bezwaar bij dergelijke generieke zoekmethoden en zoekmachines is dat geen rekening wordt

gehouden met overeenkomsten in inhoud en taalgebruik voor producten die inhoudelijk aan elkaar

gerelateerd zijn. In het RdMC komen dergelijke inhoudelijk gerelateerde producten echter veelvuldig

voor. Door ook de structuur en de inhoud van deze producten te typeren en vast te leggen door middel

van metadata-elementen kan veel gerichter worden gezocht naar passende producten. Dit levert een

resultatenlijst op die een grotere kans biedt om nauwer aan te sluiten bij de zoekvraag van de gebruiker

dan in het eerder geschetste generieke zoekproces.

Voorbeeld

Veel producten binnen het RdMC hebben als doel een bepaalde functie te vervullen in een bepaalde

didactische context. Zo kan een video met bijbehorende opdrachten bedoeld zijn om als casus gebruikt

te worden in een natuurkundeles. Met een generieke zoekmachine en full-text search zal het lastig

worden een dergelijk product terug te vinden. Er wordt bij deze zoekmethode namelijk van uitgegaan

dat de woorden “natuurkunde” en “casus” daadwerkelijk genoemd worden in de inhoud van het product.

Met de metadata-elementen “Didactische functie” en “Vakgebied” kan de video met bijbehorende

opdrachten worden gemetadateerd met de metadata-elementwaarden resp. “Casus” en “Natuurkunde”.

Wanneer de gebruiker de mogelijkheid heeft om te kunnen zoeken door voor de genoemde metadata-

elementen de bijbehorende metadata-elementwaarden in te vullen zal hij de betreffende video met

opdrachten wel terugvinden.

Page 14: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

14

Verzamelingen van metadata-elementen worden al veel gebruikt om informatie beter terugzoekbaar te

maken. Voorbeelden zijn te vinden op http://www.autotrack.nl en http://www.funda.nl. Bij de

eerstgenoemde site kunnen occasions worden gevonden. Metadata-elementen die daar worden

gebruikt zijn o.a. “Merk” (met metadata-elementwaarden o.a. Alfa Romeo, Volkswagen, Volvo,…) en

“Brandstof” (met metadata-elementwaarden o.a. Benzine, Diesel, LPG). Bij de laatstgenoemde site kan

informatie over woningen die te koop staan worden gevonden. Metadata-elementen die daar worden

gebruikt zijn o.a. “Plaats” (met metadata-elementwaarden o.a. Amsterdam, Venlo), “Soort object” (met

metadata-elementwaarden o.a. Appartement, Woonhuis) en “Ligging” (met metadata-elementwaarden

o.a. Aan bosrand, In centrum).

Essentieel bij deze beide voorbeelden is, dat de verzameling producten die gemetadateerd moeten

worden gelijksoortig is. Die gelijksoortigheid kan dan worden vastgelegd in metadata-elementen. Zo zijn

alle auto’s van een bepaald merk en gebruiken ze een bepaalde brandstof. Huizen liggen alle in een

plaats, zijn van een bepaald soort en hebben een te beschrijven ligging. Om ook voor het RdMC

metadata-elementen te kunnen bepalen om de producten mee te kunnen metadateren is het daarom

nodig de gelijksoortigheid tussen de producten vast te stellen.

Voor onderwijsmateriaal in het algemeen zijn verzamelingen van metadata-elementen samengebracht in

standaarden. Voorbeelden van in het onderwijsveld gebruikte standaarden zijn Dublin Core (Anonymus,

2003), SCORM (Sharable Content Object Reference Model, zie ref.) en IMS (zie ref.). en LOM (Sloep et al,

2004). Verderop zullen we zien dat aansluiten bij dergelijke standaarden belangrijk is voor het RdMC. Om

een beeld te schetsen van een dergelijke standaard beschrijven we kort enkele kenmerken van LOM.

Ongeveer 10 jaar geleden is begonnen met de ontwikkeling de ‘Learning Object Metadata’-specificatie

(LOM). Deze specificatie is inmiddels een IEEE-standaard, waarvan een Nederlandse versie bestaat die

onder auspiciën van de NEN tot stand is gekomen. De LOM is een uitgebreide standaard die de

beschrijving van objectieve en subjectieve metadata-elementen toestaat. Objectieve metadata-

elementen zijn productkarakteristieken die los staan van de gebruiker. Een identificatiecode, de

bestandsgrootte, het bestandsformaat en auteursrechten zijn voorbeelden. Andere metadata-elementen

zijn subjectief in de zin dat ze worden toegekend met het oog op een bepaald gebruik, in de toekomst of

in het verleden. Voorbeelden zijn de titel, sleutelwoorden, de gebruiksmogelijkheden en de waardering

van gebruikers.

De uitgebreidheid van LOM heeft als voordeel dat genuanceerde beschrijvingen van producten gegeven

kunnen worden. Het nadeel is dat door deze genuanceerdheid het metadateren ook veel tijd kost. Mede

om deze reden is de LOM niet zonder meer geschikt om voor metadateren te worden ingezet. Tevens

kan men, gek genoeg, een product metadateren door geen enkel metadata-element een waarde te

geven, en toch in overeenstemming met de LOM-specificatie handelen (LOM compliant zijn). Geen enkel

metadata-element binnen de LOM-standaard is namelijk verplicht. Deze grote vrijheid heeft als keerzijde

natuurlijk dat twee verschillende gemetadateerde producten LOM-compliant kunnen zijn zonder

Page 15: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 15

gemeenschappelijke velden te hebben. Dat is niet handig voor bijvoorbeeld zoekmachines, omdat niet

duidelijk is op welke velden wel en op welke niet gezocht kan worden.

Om dit soort onhandigheden te vermijden, gaat men er binnen gebruikersgemeenschappen toe over

applicatieprofielen te specificeren. In applicatieprofielen wordt dan vastgelegd welke metadata-

elementen uit een bepaalde standaard (zoals de LOM) verplicht zijn. Tevens worden voor metadata-

elementen waardenlijsten gespecificeerd.

In Nederland zijn inmiddels twee applicatieprofielen in gebruik, van de Stichting Kennisnet en van de

Digitale Universiteit (Benneker et al, 2004). Beide applicatieprofielen vertonen een grote mate van

overlap. Daarnaast heeft European Schoolnet een applicatieprofiel ontwikkeld voor het Europese

voortgezet onderwijs, dat op onderdelen weer van deze beide afwijkt (het belangrijkste verschil is dat er

een veld is toegevoegd).

Een applicatieprofiel zal evolueren in de tijd. Er kunnen nieuwe metadata-elementen aan worden

toegevoegd, metadata-elementwaarden kunnen worden aangepast etc. Er zal daarom een

beheerorganisatie moeten zijn voor onderhoud van een applicatieprofiel. Wanneer dat beheer gebeurt

door een publiek orgaan kan iedereen in principe meepraten en meebeslissen over hoe het

appplicatieprofiel er het best uit kan zien (zie Rietveld en Sloep, 2003). De Stichting Kennisnet gaat haar

profiel in beheer geven aan een onafhankelijke vereniging waarvan iedereen die dat wenst lid kan

worden. Het profiel van de Digitale Universiteit wordt beheerd door de leden van de Digitale Universiteit,

een minder open constructie.

Het gebruik van standaarden is altijd verbonden aan strijd en macht. Soms trekken ict- bedrijven met een

groot marktaandeel zich niets aan van gemeenschappelijke afspraken tussen gebruikers. Zo hebben ook

ontwikkelaars van ict-systemen veel te winnen en te verliezen bij het adopteren van standaarden. Welke

standaarden worden gehanteerd (SCORM of de IEEE- of IMS-specificaties)? In het onderwijsveld is niet

iedereen tevreden met de SCORM standaard (Sloep, 2005). Redenen zijn o.a. dat SCORM de

onderwijskundige innovaties van de afgelopen decennia niet ondersteunt en dat het SCORM-

referentiemodel geen open standaard is (je kunt als buitenstaander geen lid worden van ADL, de club die

de SCORM-standaard beheert). Aan de andere kant is de implementatie van standaarden in ict-systemen

voor onderwijsland vaak alleen beperkt tot SCORM en moeten we met de beperkingen ervan leven.

Dat gemeenschappelijke afspraken in een specificatie tot verwarring, machtsstrijd en emoties kan leiden

wordt nader geïllustreerd in box 1

Page 16: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

16

Box 1: Emoties rond specificaties en standaarden

Op donderdag 6 januari 2000 kregen Dave Stephens en mede eigenaar Mandy Reilly van Mandy’s Chop

Shop uit Leigh een officiële waarschuwing van de Southend-on-Sea Trading Standards Department

omdat zij de Wreight and Measure Act overtraden. Dit omdat zij hun vleeswaren nog steeds in Imperial

Weights and Measures aanboden, terwijl bij wet per 1 januari 2000 het metrische stelsel verplicht was

gesteld. De pers meldt dat Mandy zo ‘upset’ was dat zij de rest van de dag niet meer in staat was om te

werken. Dave liet het op een rechtzaak aankomen en werd één van de metric martyrs. De

Angelsaksische pers en het gehele Britse volk stond 100% achter hem en zijn rechtzaak werd in meer

dan twaalf landen rechtstreeks uitgezonden.

Na de renaissance drongen natuurwetenschappers aan op een standaardstelsel van eenheden,

gebaseerd op universele natuurconstanten. Het Britse sentiment over de metrische zaak wordt

veroorzaakt door het feit dat het metrische stelsel uit Frankrijk afkomstig is. De Britten kregen het gevoel

dat de veldslagen met Jeanne d’ Arc voor niets waren geweest.

Lengtematen waren vóór 1800 afgeleid van afmetingen van delen van het menselijke lichaam. Zo was

Henry I de grondlegger van de Imperial Inch en hij verordonneerde dat een yard de afstand was tussen

zijn duim en de punt van zijn neus bij een volledig gestrekte arm. In 1 yard gingen 12 inches en 3 feet.

Het definiëren van standaardmaten aan de hand van afmetingen van mannelijke lichaamsdelen is een

linke boel en daarom voerde Elizabeth bij wet de yardstick in die was gedefinieerd als de lengte van een

stok die ergens goed werd bewaard. In de negentiende eeuw zagen ook de Engelse wetenschappers in

dat het Franse basisidee om standaarden te baseren op universele natuurconstanten hout snijdt, maar

zij verzetten zich er desondanks heftig tegen. Sir John Hirschel wees er in 1869 in een ingezonden stuk in

de Times fijntjes op dat de geometrische inch die hij definieerde als het vijftig miljoenste deel van de

aardas, maar 1 promille afwijkt van de imperial inch. De auteurs van De Steenen Spreken betoogden dat

deze geometrische inch tevens gelijk is aan de piramide-inch (PI), die is gedefinieerd als het 36524ste deel

van de basisomtrek van de grote piramide van Gizeh. Dit zagen zij als het onomstotelijk bewijs dat de

oude Egyptische cultuur in feite Brits was en dat de Britse inch die maar 1 promille afwijkt van PI, een

universele eenheid is. Immers 36525 is het aantal dagen in een eeuw.

3.2 Het belang van standaarden voor het RdMC

Zoals al in de inleiding vermeld, zullen de producten van het RdMC veelal in tweede lijn d.w.z via de

lerarenopleidingen en (opleidings)scholen worden aangeboden.

De RdMC-werkzaamheden zijn daarbij niet uitsluitend ondersteunend voor zij-instromers maar ook voor

andere starters in het beroep (lio’s, andere docenten in opleiding). De ondersteuning van deze doelgroep

is niet alleen rechtstreeks maar ook faciliterend naar de lerarenopleiding en (opleidings-) scholen die

primair voor hun opleiding verantwoordelijk zijn. Evenzo zal het RdMC-materiaal zijn weg moeten

kunnen vinden naar reguliere studenten van de lerarenopleidingen en zelfs naar de zittende

leerkrachten.

Page 17: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 17

Binnen het RdMC wordt gebruik gemaakt van verschillende systemen. Het betreft hier wat in de

wandelgangen de ‘achterkant van een ELO’ wordt genoemd. Centraal daarbij staat een (learning)content

management systeem ((L)CMS) dat gericht is op het beheer en onderhoud van producten. Daarnaast

biedt een goede (L)CMS voldoende mogelijkheden om uitwisseling tussen een auteursomgeving (voor

het maken) en het (L)CMS en tussen (L)CMS en diverse afspeel- en uitleveromgevingen mogelijk te

maken. De volgende figuur geeft schematisch de achterkant van een ELO weer.

Centraal staat een repository met producten. Hiervoor zijn opslag- en beheersfuncties nodig. Deze

worden geleverd door een (L)CMS. Uiteindelijk zullen de producten worden uitgeleverd in diverse

formaten (op papier, als website, naar een ELO).

Om een dergelijke uitlevering mogelijk te maken zullen producten van het RdMC wat betreft

metadatering moeten voldoen aan standaarden uit het onderwijsveld, zoals LOM. Dit zullen we nader

toelichten. Als je digitaal materiaal wil uitwisselen met ander elektronische omgevingen, of zou willen

hergebruiken in andere contexten, dan moeten diverse ict-middelen in staat zijn dat materiaal ‘in te

lezen’ en/of 'af te spelen'. Dit wordt interoperabiliteit (soms ook portabiliteit) van systemen genoemd.

De gegevens die voor een dergelijke interoperabiliteit benodigd zijn worden geregistreerd in metadata-

elementen uit een dergelijke standaard. Wanneer de ict-middelen deze standaard ondersteunen zijn ze

in staat de benodigde gegevens voor inlezen of afspelen uit de gemetadateerde producten af te lezen.

Het RdMC heeft bij de implementatie van deze architectuur niet voor een geïntegreerde

systeembenadering gekozen, maar voor een benadering van assemblage van componenten waarbij

functionele eisen leidend zijn. Het idee achter deze uitwisselbare ‘functionele componenten’ is dat

Page 18: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

18

wanneer deze componenten onderling – en als geheel met de buitenwereld – communiceren volgens

(open) standaarden, hun instanties in de vorm van specifieke (software)producten uitwisselbaar zijn: de

gebruikte technologie doet er dan in principe niet meer toe. Een dergelijke benadering heeft het

voordeel dat vendor lock-in wordt voorkomen; dat dergelijke systemen in principe schaalbaar en

eenvoudig uitbreidbaar zijn; en dat ze een zekere ‘toekomstvastheid’ hebben omdat het ‘cement’ dat ze

bijeen houdt bestaat uit open standaarden. Deze benadering sluit aan bij de wijze waarop de ELO van de

Open Universiteit Nederland (Studienet) indertijd is samengesteld en bij de mogelijkheden van

beschikbare ELO’s die gebaseerd zijn op componentenbouw. Daarnaast sluit deze

assemblagebenadering goed aan bij een op implementatie gerichte onderwijsinnovatie en bij een

technologische vernieuwing waarbij het marktaanbod leidend is. In een apart RdMC working paper

zullen de organisatorische setting en bijhorende consequenties voor de ict nader worden toegelicht.

3.3 Doelen voor metadatering

In het voorgaande zijn reeds enkele redenen genoemd waarom het voor het RdMC nodig is producten te

metadateren. Door haar producten te metadateren moeten de volgende doelstellingen worden

gerealiseerd:

1. Terugzoekbaarheid van (half)producten verhogen om herbruikbaarheid van producten te

bevorderen (metadatering voor auteurs)

2. Terugzoekbaarheid van eindproducten verhogen voor gebruikers van de producten

(metadatering voor gebruikers).

3. Uitwisselbaarheid van producten naar diverse platforms mogelijk maken

4. Realiseerbaarheid van maatwerk naar onze (eind)gebruikers.

Het laatste doel heeft een toelichting nodig. Voor projecten maar vooral ook voor eindgebruikers is

maatwerk een vereiste. Maatwerk heeft te maken met de context waarin materiaal gebruikt wordt en met

de persoonlijke en omgevingskenmerken. M.b.t context moet men denken aan maatwerk naar de bij de

eindgebruiker gewenste ict-omgevingen zoals N@tschool, Blackboard en Firstclass of een andere

gewenste uitleveromgeving zoals cd-rom of dvd. Maar maatwerk is meer. De producten van het RdMC

vertonen een grote diversiteit in functionaliteit en in doelgroepen. De informatie die in deze producten

vervat zit, wordt op diverse manieren bekeken, geraadpleegd, doorzocht en/of gepresenteerd aan de

gebruikers. Hierbij is het van belang dat de eindgebruiker die informatie krijgt aangeboden die nodig of

gewenst is, gepresenteerd op de meest geschikte wijze, op het juiste moment en via het gewenste

medium. Door producten te metadateren met metadata-elementen die die gebruiksmogelijkheden

beschrijven wordt maatwerk mogelijk. Metadata hebben dan tenminste drie functies:

1. een object liefst uniek te identificeren;

2. de voorziene gebruiksmogelijkheden van een object te omschrijven, zo mogelijk aangevuld met

feitelijke gebruikservaringen in relevante contexten;

3. de beperkingen aan het gebruik van een object in technische, juridische en andersoortige zin te

omschrijven.

Page 19: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 19

Bij het RdMC zullen de afspraken over te gebruiken metadata-elementen en metadata-elementwaarden

worden vastgelegd in applicatieprofielen. Naast metadatering en het opstellen van applicatieprofielen

zijn voor het realiserenn n de doelen ook afspraken nodig over technische interfaces en opslagformaten.

Deze afspraken zijn gerealiseerd door de systeemarchitectuur en valt verder buiten de scope van deze

paper.

De doelen van metadatering geven ook een aanknopingpunt bij het bepalen van de vraag tot op welk

detailniveau een product moet worden gemetadateerd. Wanneer het te voorzien is dat een product of

een deel van een product:

1. zodanig is dat het voor een eindgebruiker nuttig kan zijn om het als zoekresultaat te vinden, of

2. zodanig is dat mag worden verwacht dat het door andere projecten kan worden hergebruikt, of

3. een zodanige inhoud heeft dat metadatering nodig is om maatwerk te kunnen realiseren,

dan is metadatering van dat product of deel van het product noodzakelijk. Hierbij past de kanttekening

dat het voor degene die een product metadateert niet altijd kan worden voorzien of het product voor

een ander van nut kan zijn. Zo zou het kunnen voorkomen dat een product bestaat uit een tekstuele

casusbeschrijving en een geluidsfile, bedoeld als opdracht bij een assessmentinstrument. Dit product

wordt als geheel gemetadateerd. De geluidsfile zou echter in een hele andere context (bijvoorbeeld bij

een natuurkundeles over geluid) van nut kunnen zijn. Wanneer de geluidsfile gemetadateerd zou

worden met metadata-elementen die die context beschrijven, wordt het ook als zodanig gevonden door

iemand die op zoek is naar producten voor die context. Van de metadateerder mag echter niet worden

verwacht dat een dergelijk gebruik voorzien wordt bij het metadateren.

Een illustratie van punt 3 van hierboven wordt gegeven door het volgende voorbeeld.

Voorbeeld: metadatering voor inhoudelijk maatwerk

Een tekstdocument bestaat uit diverse alinea’s. Eén alinea in dat document kent echter twee versies:

eentje voor het primair onderwijs, eentje voor het voortgezet onderwijs. Door beide versies van die

alinea te metadateren met het metadata-element “Schooltype” (met respectievelijk waarden “Primair

onderwijs” en “Voortgezet onderwijs”) kan de juiste versie van de alinea worden bepaald wanneer het

document wordt uitgeleverd naar een gebruiker toe. De versie voor voortgezet onderwijs wordt dan niet

getoond aan iemand uit het primair onderwijs en v.v.

Als vuistregel wordt binnen het RdMC ook gehanteerd dat producten of delen van producten die

kostbaar zijn om te produceren, gemetadateerd moeten worden. Dit geldt met name voor video’s en

geluidsfiles. Bij video’s is een andere reden voor metadatering ook de juridische gegevens (voortvloeiend

uit de privacy-wetgeving) die middels metadata-elementen moeten worden vastgelegd, zodat voor een

gebruiker duidelijk wordt wat wel en wat niet is toegestaan bij hergebruik van de video.

Page 20: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

20

Page 21: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 21

4 Het RdMC-applicatieprofiel

Zoals in hoofdstuk 3 al is aangegeven is het voor het RdMC van belang om bij de keuze van metadata-

elementen aan te sluiten bij standaarden die in het onderwijsveld reeds aanwezig zijn. Om echter ook de

voordelen van een uniform taalgebruik te realiseren en de nadelen van een standaard als LOM (zonder

verplichte metadata-elementen) te vermijden is ervoor gekozen een applicatieprofiel te ontwikkelen dat

bij het metadateren door het RdMC gebruikt zal gaan worden. In dit hoofdstuk wordt nader op dit

applicatieprofiel ingegaan. Hierbij zal aandacht worden geschonken aan de uitgangspunten bij de keuze

van metadata-elementen, het proces dat heeft plaatsgevonden om tot het applicatieprofiel te komen en

de presentatie van het uiteindelijke applicatieprofiel.

4.1 Uitgangspunten bij het applicatieprofiel

Voor het applicatieprofiel van het RdMC is een viertal categorieën van metadata-elementen

onderscheiden (Dekeyser, 2004)1:

− Wat is het product? Alle metadata-elementen die een beeld geven van de inhoud van het

product vallen in deze categorie

− Waartoe dient het product? Alle metadata-elementen die een beeld geven van de doelen van

het product vallen in deze categorie

− Voor wie is het product bestemd? Alle metadata-elementen die een beeld geven van de

doelgroep van het product vallen in deze categorie

− Hoe kan/moet het product (technisch) worden gebruikt? Alle metadata-elementen die een

beeld geven van het gebruik van het product dan wel van de life cycle van het product vallen in

deze categorie. De waarden van een aantal van de metadata-elementen uit deze categorie

kunnen automatisch worden gegenereerd (eventueel zelfs onzichtbaar voor de

gebruiker/metadateerder), mits het product digitaal beschikbaar is.

Het RdMC-applicatieprofiel beschrijft een minimale verzameling metadata-elementen voor die

producteigenschappen waar alle projecten mee te maken krijgen. Projecten kunnen voor het

metadateren van hun producten ervoor kiezen afwijkingen aan te brengen aan het RdMC

applicatieprofiel. Dit wordt nader beschreven in paragraaf 4.4.

4.2 Het proces om te komen tot een RdMC-applicatieprofiel

Met betrekking tot metadatering hanteren we de gebruikers (projectmedewerkers en eindgebruikers) als

uitgangspunt. Hun wensen en ordeningprincipes en de (“intuitieve”) zoekstrategieën van gebruikers zijn

1 Het LOMnl-Basisschema classificeert de metadata-elementen in negen categorieën: Algemeen, Levenscyclus, Metametadata, Technisch, Educatief, Rechten, Relatie, Annotatie en Classificatie. In het genoemde IFIP artikel onderscheiden we vier categorieën:

Gebruikerskarakteristieken, Domeinvariabelen, Auteursvariabelen, Instructievariabelen.

Page 22: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

22

leidend bij het bepalen van de metadata-elementen. Dit sluit aan bij de internationale trend dat

gebruikersgroepen steeds belangrijker worden bij de ontwikkeling van standaarden2.

Onze taak was om die set van metadata-elementen te bepalen waarmee enerzijds een

productbeschrijving kan worden gemaakt waardoor maatwerk en terugzoekbaarheid gerealiseerd wordt

en anderzijds de administratieve last van het metadateren zo klein mogelijk te houden.

Door mee te werken in RdMC-projecten en de producten die daarin ontwikkeld zijn te analyseren is een

eerste verzameling van metadata-elementen verkregen. Deze verzameling van metadata-elementen is

gepresenteerd tijdens een workshop voor projectleiders van het RdMC. De daar gegeven opmerkingen

en aanvullingen hebben geleid tot een eerste versie van het RdMC-applicatieprofiel (zie paragraaf 4.3).

Deze versie is geaccordeerd tijdens een projectleidersoverleg. Binnenkort zal gestart worden met enkele

pilots om aan de hand van het RdMC-applicatieprofiel en projectspecifieke applicatieprofielen producten

te metadateren. Door veldtesten moet duidelijk worden of zoeken met behulp van de metadata-

elementen door gebruikers als een meerwaarde wordt ervaren. Deze ervaringen zullen mogelijk leiden

tot aanpassingen in de applicatieprofielen.

In de volgende paragrafen beschrijven we meer in detail wat achtergronden bij de aanpak die we

hebben gevolgd. Steeds moet daarbij voor ogen worden gehouden, dat alle gepresenteerde resultaten

afkomstig zijn van en gevalideerd zijn door de RdMC-medewerkers die bij de projecten betrokken zijn.

4.2.1 Invloed van auteurs op applicatieprofiel

De in paragraaf 3.3 beschreven diversiteit binnen de projecten in visies, perspectieven en invalshoeken

vergroot de rijkdom en de veelzijdigheid van het totaalprogramma van het RdMC. De verschillen tussen

de projecten zijn stimulerend en zetten de projecten aan om kritisch na te denken over eigen

perspectieven en terminologie, en om deze te expliciteren, corrigeren en aan te vullen. Het is met andere

woorden van belang dat divergentie in perspectieven een kans krijgt en dat een poging tot afstemming

niet begrenzend of beknellend werkt.

Een grote diversiteit aan perspectieven, labels, terminologie en indelingen heeft echter ook een

keerzijde. Het bemoeilijkt de communicatie binnen en tussen de projecten, belemmert dat de resultaten

van een project door een ander project eenvoudig kunnen worden ingezet, en maakt het weinig

waarschijnlijk dat de eindgebruiker uiteindelijk het gevoel heeft in een consistente omgeving terecht te

komen. Vandaar dat afstemming van terminologie tussen de projecten wel noodzakelijk is. Door een

2 Als men kijkt naar de IMS Contributing Members, de personen die momenteel werken aan nieuwe standaarden binnen, zowel IMS als IEEE, dan ziet men dat er steeds meer gebruikers en gebruikersgroepen deelnemen aan de discussies in plaats van bedrijven. Binnen de Europese Commissie wordt ook gewerkt aan een sterke lobby vanuit Europa en gebruikers voor de ontwikkeling van standaarden. Dit blijkt met name uit de onderwerpen waarmee de goedgekeurde projecten van het zesde kader zich bezig houden. Voor meer informatie over projecten en visie van EC over standaarden zie: http://www.cordis.lu/ist/directorate_e/telearn/pm2004_home.htm

Page 23: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 23

applicatieprofiel te ontwerpen waarin de terminologie door middel van metadata-elementen wordt

vastgelegd wordt een dergelijke afstemming gerealiseerd.

De ordeningsprincipes van de projecten vormden het vertrekpunt bij het bepalen van de metadata-

elementen. Veelal waren de documenten waar het product uit bestond in mappen geordend. Deze

mappen zijn te beschouwen als de weergave van een dimensie in de ordening. De dimensie is dan een

mogelijk metadata-element, de mapnamen zijn dan metadata-elementwaarden.

Vaak spelen echter bij de ordening meerdere dimensies. Dit wordt bijvoorbeeld zichtbaar doordat

binnen mappen gelijkvormige (boom)substructuren bestaan. Ieder niveau in de boom is dan te

karakteriseren met een metadata-element. De mapnamen op eenzelfde niveau zijn dan bijbehorende

metadata-elementwaarden. Figuur 1 illustreert dit.

Video

Primair onderwijs

Opleiders

Zij-instromers

Audio

Primair onderwijs

Opleiders

Zij-instromers

HAVO-VWO

Opleiders

Zij-instromersVMBO

Opleiders

Zij-instromers

........

Figuur 1 Voorbeeld ordening in een boom en metadata

De boom uit deze figuur kent 3 niveaus. Ieder van de niveaus is te karakteriseren met een metadata-

element:

1. Niveau 1: Metadata-element: Soort product (met waarden Video, Audio,..)

2. Niveau 2: Metadata-element: Schooltype (met waarden Primair onderwijs, HAVO-VWO, VMBO)

3. Niveau 3: Metadata-element: Doelgroep (met waarden Opleiders, Zij-instromers)

Page 24: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

24

De producten uit de tak waar de pijl naar wijst kunnen derhalve als volgt worden gemetadateerd:

− Soort product: Video

− Schooltype: HAVO-VWO

− Doelgroep: Opleiders

Door analyse van de ordeningsprincipes die in projecten worden gebruikt kunnen metadata-elementen

worden achterhaald.

Daarnaast hadden projecten hun doelgroep beschreven door middel van kenmerken. Deze kenmerken

waren niet altijd systematisch te ordenen in de boom (bijvoorbeeld omdat niet ieder product door dat

kenmerk beschreven kon worden). Een voorbeeld daarvan is in figuur 1 gegeven. De dik gestreepte

producten kunnen bijvoorbeeld worden gemetadateerd met het metadata-element Competentie met

waarde Interpersoonlijk.

Van belang bij deze projectanalyses was het ontdekken van synoniemen en homoniemen van metadata-

elementen en hun waarden tussen de afzonderlijke projecten. Uiteindelijk werd gestreefd naar eenheid

in terminologie voor de eindgebruiker. De eenheid in terminologie werd zoveel mogelijk vastgelegd in

tussenvoorstellen voor applicatieprofielen, waarin de metadata-elementen werden gedefinieerd en de

bijbehorende metadata-elementwaarden in waardenlijsten werden beschreven.

Aan projecten wordt wel toegestaan qua terminologie af te wijken van het generieke RdMC-

applicatieprofiel. Het is echter voor alle betrokkenen dan wel duidelijk dat er sprake is van verschil in

terminologie. Hierdoor wordt spraakverwarring tussen de projecten en daardoor het niet of moelijk

kunnen vinden van elkaars producten voor een groot deel voorkomen. Zie over projectspecifieke

applicatieprofielen verder paragraaf 4.4.

4.2.2 Invloed van eindgebruikers op applicatieprofiel

In het RdMC wordt in deelprojecten aan producten en services gewerkt voor zij-instromers, begeleiders,

opleiders en andere actoren in het onderwijsveld. Deze verschillende doelgroepen vertonen op zich weer

een grote diversiteit in achtergrond, aanpak, werkwijze, eerder verworven competenties en

onderwijsopvatting. Uiteindelijk is het niet alleen de bedoeling dat de producten en informatiegegevens

door verschillende gebruikers op verschillende manieren kunnen worden benaderd, maar ook dat

eenzelfde gebruiker de producten op verschillende manieren kan gebruiken. Er is m.a.w. sprake van een

grote variatie aan gebruikers en aan verwachtingen die deze gebruikers hebben t.a.v. de ondersteuning

die hen wordt geboden.

Page 25: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 25

De bestaande standaarden voor metadata bevatten geen of nauwelijks metadata-elementen die de

gebruiks- en gebruikerskenmerken beschrijven. Binnen het RdMC zijn als eerste voorzet in het

applicatieprofiel de volgende set van metadata-elementen geïdentificeerd voor het beschrijven van de

gebruiks- en gebruikerskenmerken:

− Beoogde eindgebruiker

− Schooltype

− Vakleergebied

Karakteristieken van eindgebruikers die mogelijk ook van belang kunnen zijn om door middel van

metadata-elementen vast te leggen en daarmee maatwerk van hogere kwaliteit te kunnen realiseren zijn:

− Persoonlijk

o aanwezige kennis en expertise

o leerstijl

o stijl als docent

o communicatiestijl

− Context

o de eigen ict-omgeving

o onderwijsvisie

o culturele aspecten

o regio

Een aantal producten die binnen het RdMC zijn ontwikkeld, worden als pilot uitgezet in het

onderwijsveld. Eén van de doelen van deze pilots is te achterhalen welke gebruiks- en

gebruikerskarakteristieken van belang zijn om vast te leggen in metadata-elementen. De resultaten van

deze pilots zullen hier ongetwijfeld meer inzicht in geven en leiden tot aanpassingen aan het

applicatieprofiel. In die zin is het applicatieprofiel dynamisch van aard.

4.3 Het RdMC-applicatieprofiel

In deze paragraaf wordt het “minimaal” RdMC-applicatieprofiel beschreven. “Minimaal” moet hier

worden opgevat als de kleinste set van metadata-elementen waarover gezamenlijke afspraken bestaan

bij het metadateren van RdMC-producten.

De set wordt gesplitst in een aantal subsets: de verplicht in te vullen metadata-elementen, de metadata-

elementen die automatisch door een systeem te bepalen zijn en de optioneel in te vullen elementen. Van

ieder metadata-element wordt de naam en de definitie gegeven.

Page 26: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

26

4.3.1 Verplicht in te vullen metadata-elementen

In de onderstaande tabel staan de metadata-elementen die verplicht ingevuld zouden moeten worden,

ongeacht het project en het te metadateren product.

Categorie Element Omschrijving

Waartoe Didactische functie Didactische functie van het product

Wat Titel Titel van product

Hoe Producttype Type van het product (in de technische en niet de didactische

betekenis)

Beoogde eindgebruiker

(1)

Gebruiker(s) voor wie het product bedoeld is

Schooltype (1) Schooltype waarvoor het product geschikt is

Wie

Vakleergebied (1) Vakleergebied waarvoor het product bestemd is

(1): tenminste één van de 3 elementen is verplicht in te vullen. Ieder project kan bepalen welke van de

genoemde elementen dat zijn.

4.3.2 Verplicht in te vullen metadata-elementen, automatisch door systeem te achterhalen

Wanneer het te metadateren product digitaal beschikbaar is, zijn de onderstaande metadata-elementen

in een aantal gevallen automatisch te bepalen door een onderliggend ict-systeem. In een apart RdMC-

working paper wordt hier nader op ingegaan. Het invullen van die elementen is in die situatie verplicht,

maar gebeurt niet door de metadateerder. Wanneer een genoemd element niet automatisch te bepalen

is, is het invullen ervan door de metadateerder optioneel (voor die producten waar het zinnig is een

waarde te geven aan zo’n element).

Element Omschrijving

Datum creatie Datum van creatie van het product

Datum laatste

wijziging

Datum van laatste wijziging aan het product

Bestandsformaat De technische datatypen van (alle componenten van) dit product.

Bestandsgrootte De bestandsgrootte van het digitale leerobject in bytes

Technische vereiste De technische faciliteiten die nodig zijn om dit leerobject te gebruiken.

Als er meerdere technische vereisten zijn, dan zijn ze allemaal noodzakelijk, dat

wil zeggen dat de logische connector EN (AND) is.

Afspeelduur Tijd die het kost om een aaneengesloten (leer)object af te spelen op de bedoelde

snelheid ervan.

Page 27: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 27

4.3.3 Optioneel in te vullen metadata-elementen

In de onderstaande tabel staan de metadata-elementen waarvan het invullen optioneel is. Projecten

kunnen (onderling) overigens besluiten het invullen van één of meer van deze elementen verplicht te

maken bij metadatering van hun producten. Ook kunnen regels geformuleerd worden waarbij het al dan

niet optioneel invullen van een van deze elementen afhankelijk wordt gemaakt van de waarde(n) van

een of meer andere metadata-elementen. In de volgende paragraaf wordt dit laatste nader uitgewerkt.

Element Omschrijving

Didactisch

scenario

Onderwijsleersituatie waar het product cf. de keuze bij didactische functie wordt

gebruikt

Aggregatieniveau Niveau van het product

Beroepssituatie Kenmerkende beroepssituatie waarvoor het product geschikt is

Competentie Competenties die met het product samenhangen

Schooltype Schooltype waarvoor het product geschikt is

Vakleergebied Vakleergebied waarvoor het product bestemd is

Onderwerp Inhoudelijk onderwerp van het product

Omschrijving Omschrijving van product

Versie Versie van het product

Status Status van het product

Rol en naam Omschrijving van de rol en de naam van degene die de rol heeft ingvuld bij het

product. Bijvoorbeeld: Rol: auteur; Naam: Johan Cruyff

Benodigde tijd Tijd die het bij benadering of gewoonlijk van de beoogde gebruikersgroep vergt

om met of aan dit product te werken.

Rechten In deze categorie worden de auteursrechten van dit leerobject beschreven en de

voorwaarden waaronder men het mag gebruiken.

Sleutelwoorden Karakterisering van de inhoud van het product

4.3.4 Afhankelijkheden

De lijsten van metadata-elementen zijn veelal niet onafhankelijk van elkaar. Tussen elementen kunnen

afhankelijkheden bestaan. Deze afhankelijkheden hebben hun invloed op de koppeling en invulling van

metadata-elementen aan een concreet product.

Er zijn verschillende soorten afhankelijkheden tussen de metadata-elementen uit de groslijst. Ieder soort

afhankelijkheid heeft haar invloed op de labeling van producten.

Page 28: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

28

Type 1: Het al dan niet toewijzen van een metadata-element aan een product is afhankelijk van de

waarde van één of meer andere metadata-elementen. Een voorbeeld van zo’n afhankelijkheid is die

tussen Didactische functie en Bestandsformaat. Voor een kennisbank (Didactische functie is bv. “just-in-

time ondersteuning voor de werkplek”) zal Bestandsformaat niet als metadata-element voorkomen.

Type 2: Eigenschappen van metadata-elementen zijn afhankelijk van de waarde van één of meer andere

metadata-elementen. Een voorbeeld van deze afhankelijkheid is die tussen Producttype en Afspeelduur.

Voor een video (Producttype is “Video”) is Afspeelduur verplicht in te vullen (“Verplicht invullen” is een

eigenschap van een metadata-element). Naast de nu gekozen insteek waarbij een beperkte set van

metadata-elementen verplicht wordt gesteld en ieder project de mogelijkheid heeft daarnaast andere

metadata-elementen uit de lijst van paragraaf 4.3.3 verplicht te stellen, kunnen ook projectoverstijgende

afspraken worden gemaakt over het verplicht invullen van één of meer metadata-elementen, afhankelijk

van de waarden van andere metadata-elementen. Dergelijke afspraken zijn voorbeelden van

afhankelijkheden van type 2.

Type 3: Te kiezen waarden van metadata-elementen zijn afhankelijk van de waarde van één of meer

andere metadata-elementen. Een voorbeeld van deze afhankelijkheid is die tussen Schooltype en

Vakleergebied. De waarden voor Vakleergebied hangen af van de waarde voor Schooltype. Zie bijlage 1

voor een overzicht van waardenlijsten voor metadata-elementen uit het RdMC-applicatieprofiel.

In de praktijk zal dit betekenen dat bij metadatering van een product de lijst van metadata-elementen

die een waarde moeten krijgen voor dat product dynamisch zal worden opgebouwd, evenals de te

kiezen waardenlijsten voor afzonderlijke metadata-elementen.

4.4 Projectspecifieke applicatieprofielen

Het RdMC-applicatieprofiel beschrijft de metadata-elementen die niet projectspecifiek zijn. Aan

projecten wordt toegestaan af te wijken van dit profiel. Er ontstaat dan vanuit het RdMC-applicatieprofiel

een projectspecifiek applicatieprofiel. Bij een projectspecifiek applicatieprofiel wordt het RdMC-

applicatieprofiel voor een project op maat toegesneden. Hierdoor:

− heeft een project de mogelijkheid om eigen terminologie te gebruiken

− kan de hoeveelheid werk bij het metadateren worden ingeperkt door de lijst van in te vullen

metadata-elementen te reduceren

− kan een project de lijst van metadata-elementen uitbreiden met projectspecifieke metadata-

elementen (die niet gemeenschappelijk zijn met andere projecten)

− kunnen auteurs in een project sneller (deel)resultaten terugvinden

− wordt het mogelijk dezelfde (deel)resultaat in een andere setting/presentatie te hergebruiken

(bv voor maatwerk naar doelgroepkenmerken)

− kan door een contentmanagementsysteem het beheer van (deel)resultaten effectiever verlopen

Page 29: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 29

In een projectspecifiek applicatieprofiel kunnen de volgende afwijkingen t.o.v. het RdMC-

applicatieprofiel optreden:

− Het niet meenemen van op RdMC-niveau optionele metadata-elementen

− Toevoegen van metadata-elementen

− Toevoegen van waarden aan de waardenverzameling van een metadata-element

− Het niet meenemen van waarden uit de waardenverzameling van een metadata-element

− Hernoemen van metadata-elementen (“dialecten”)

− Optionele metadata-elementen verplicht invulbaar maken

Een voorbeeld van een afwijkend applicatieprofiel levert het project Kennisbank scheikunde. In dit

project worden producten (kennisbronnen) ontwikkeld die door zij-instromers en beginnende leraren

scheikunde kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld bij een lesvoorbereiding. Hierbij worden drie typen

kennisbronnen onderscheiden. De kennisbronnen worden daartoe als volgt gemetadateerd:

− Metadata-element: Type kennisbron met metadata-elementwaarden Just-In-Time

vakinhoud, Vakdidactiek en Misconcepties

Metadata-elementen die in een projectspecifiek profiel voorkomen, maar afwijken van die uit het RdMC-

applicatieprofiel kunnen niet worden gebruikt in zoekapplicaties die projectonafhankelijk zoekt in de

repository van RdMC-producten. Veel RdMC-producten kennen echter ook hun eigen zoekfunctie,

specifiek toegesneden op de functies en eigenschappen van het product. Bij die zoekfunctie kunnen de

projectspecifieke metadata-elementen wel worden gebruikt. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op

ingegaan.

Page 30: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

30

Page 31: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 31

5 Schets van een zoekapplicatie in een toekomstig RdMC-portaal

Om de toepassing van metadata-elementen te illustreren geven we in dit hoofdstuk een schets van een

zoekapplicatie, zoals die in een toekomstig portaal van het RdMC kan worden geïmplementeerd. Met

deze zoekapplicatie kan een eindgebruiker zoeken naar producten door het selecteren van een aantal

zoekwaarden bij een set van metadata-elementen. Ter wille van de eenvoud worden niet alle metadata-

elementen in dit voorbeeld gepresenteerd, maar slechts een selectie.

Bob-Jan van ‘t Hek

Didactische functie:

Beroepssituatie:

Competentie:

Kennisbron Schooltype:

Vakleergebied:

Voortgezet onderwijs

Natuurkunde

Onderwerp: Eenparig versnelde beweging

Beschrijving van misconcepties die bij de leerling over het begrip .... meer

Java applet. Door instellen van parameters kunnen beginsituaties voor een raket lancering .... meer

Video-opname van een proef waarbij een steen vanaf de Domtoren wordt geworpen en waarbij het beeld iedere .... meer

Omschrijving

VMBO

VWO

HAVOVWO

Geschikt voor

Misconcepties

Simulatie raketlancering

Vrije val

Titel

Beschrijving van misconcepties die bij de leerling over het begrip .... meer

Java applet. Door instellen van parameters kunnen beginsituaties voor een raket lancering .... meer

Video-opname van een proef waarbij een steen vanaf de Domtoren wordt geworpen en waarbij het beeld iedere .... meer

Omschrijving

VMBO

VWO

HAVOVWO

Geschikt voor

Misconcepties

Simulatie raketlancering

Vrije val

Titel

Geef uw zoekwaarden in

Resultaten van uw zoekactie

Zoek

Figuur 2 Voorbeeld zoekapplicatie

In figuur 2 is de situatie geschetst waarbij de gebruiker (Bob-Jan van ’t Hek) de volgende metadata-

elementen gebruikt voor een zoekactie:

− Didactische functie met waarde Kennisbron

− Schooltype met waarde Voortgezet onderwijs

− Vakleergebied met waarde Natuurkunde

− Onderwerp met waarde Eenparig versnelde beweging

Het resultaat bestaat uit een drietal verwijzingen naar producten waarbij de bovengenoemde

combinaties van metadata-elementen en waarde geregistreerd zijn.

Page 32: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

32

Omdat bij de metadata-elementen ook gebruiks- en gebruikerskarakteristieken worden geregistreerd,

kan hiervan gebruik worden gemaakt om het zoeken voor een eindgebruiker te vereenvoudigen. Dit kan

worden geïmplementeerd door gebruikers een gebruikersprofiel in te laten vullen. Daarin geeft een

gebruiker aan een aantal metadata-elementen een waarde. Bij zoekacties worden deze ingevulde

waarden gebruikt om de zoekresultaten te kunnen verfijnen en daarmee een meer op de gebruiker

toegesneden resultaat te verkrijgen. Dit wordt geschetst in de volgende figuur.

Bob-Jan van ‘t HekMijn profiel: VWO, Natuurkunde

Didactische functie:

Beroepssituatie:

Competentie:

Kennisbron Schooltype:

Vakleergebied:

VWO

Natuurkunde

Onderwerp: Eenparig versnelde beweging

Java applet. Door instellen van parameters kunnen beginsituaties voor een raket lancering .... meer

Video-opname van een proef waarbij een steen vanaf de Domtoren wordt geworpen en waarbij het beeld iedere .... meer

Omschrijving

VWO

HAVOVWO

Geschikt voor

Simulatie raketlancering

Vrije val

Titel

Java applet. Door instellen van parameters kunnen beginsituaties voor een raket lancering .... meer

Video-opname van een proef waarbij een steen vanaf de Domtoren wordt geworpen en waarbij het beeld iedere .... meer

Omschrijving

VWO

HAVOVWO

Geschikt voor

Simulatie raketlancering

Vrije val

Titel

Geef uw zoekwaarden in

Resultaten van uw zoekactie

Zoek

Figuur 3 Voorbeeld zoekapplicatie met gebruikersprofiel

In de situatie van figuur 3 bestaat het gebruikersprofiel uit een tweetal metadata-elementen:

− Schooltype met waarde VWO

− Vakleergebied met waarde Natuurkunde

De keuzelijsten bij deze twee metadata-elementen zijn hierdoor in het zoekvenster disabled en de

waarden uit het gebruikersprofiel zijn automatisch ingevuld in het zoekvenster. Het zoekresultaat is

hiermee meer toegesneden op de situatie van de gebruiker dan in de situatie zoals geschetst in figuur 2

(de kennisbron geschikt voor VMBO wordt niet meer getoond).

Page 33: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 33

6 Conclusie

Door de werkwijze bij het RdMC, georganiseerd in projecten, en de diversiteit aan eindgebruikers van de

door het RdMC ontwikkelde producten is terugzoekbaarheid van producten en maatwerk uitlevering van

producten een belangrijke vereiste. Metadateren van producten is een manier om aan deze vereiste te

voldoen. Hoewel bestaande standaarden een belangrijke inspiratiebron vormen bij het formuleren van

sets van metadata, hebben de projecten en de karakteristieken van eindgebruikers een veel grotere

input. Uiteindelijk is een aantal profielen gedefinieerd waarin de metadata-elementen staan beschreven.

Eén RdMC-applicatieprofiel schrijft voor alle projecten een set van metadata-elementen voor. Daarnaast

hebben diverse projecten het RdMC-applicatieprofiel aangepast aan hun specifieke context en daarmee

een projectspecifiek profiel gedefinieerd. Momenteel loopt een aantal pilots om gebruiks- en

gebruikerskenmerken die mogelijk van belang zijn om te registreren en de validiteit van de

applicatieprofielen te toetsen. Dat zal hoogstwaarschijnlijk leiden tot aanpassingen aan het RdMC-

applicatieprofiel in de toekomst.

Page 34: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

34

Page 35: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 35

7 Dankzegging

De auteurs van dit artikel willen dank uitbrengen aan de medewerkers van het RdMC en alle extern

betrokkenen voor de vele discussies en aanbevelingen die gedaan zijn tijdens het proces dat heeft geleid

tot het opstellen van het RdMC-applicatieprofiel.

Page 36: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

36

Page 37: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 37

Literatuur

Anonymus (2003) The Dublin Core Metadata Element Set.

Online beschikbaar: http://www.niso.org/international/SC4/n515.pdf .

Voor Dublin Core documenten zie : http://dublincore.org

Benneker, F., Delchot, B., Ham, R., Pannekeet, K., Schoonenboom, J., Strijker, A. (2004), Werken met

metadata in DU-projecten. Utrecht, Digitale Universiteit

Buller, V. (2003), Trendrapportage Zoektechnologieën, AGI-IBS-2003-33, Rijkswaterstaat

Online beschikbaar http://www.wadi.nl/trendrapportagezoektechnologieen.pdf

Dekeyser, H., Rijn H. F. van en Jansen, D., (2004) , Teacher Training on the Job: a Generic Metadata

Modelling Approach for Personalised Learning and Learner Support, in: "Information and Communication

Technology and Real-life learning, New education for the knowledge society". Springer Science, Business

Media. In preparation.

IMS omvat vele afspraken m.b.t. metadata. Voorbeelden zijn:

- IMS Learning Resource Metadata Information Model:

http://www.imsproject.org/metadata/imsmdv1p2p1/imsmd_infov1p2p1.html

- IMS Learning Resource Metadata Best Practice and Implementation Guide:

http://www.imsproject.org/metadata/imsmdv1p2p1/imsmd_bestv1p2p1.html

- voor het uitwisselen van leerobjecten tussen systemen: IMS Content Packaging op

http://www.imsglobal.org/content/packaging/index.html

- voor het structureren van meerkeuzevragen: IMS Question and Test Interoperability op

http://www.imsglobal.org/question/index.html

- voor de toegankelijkheid door gehandicapten: IMS AccesForAll Metadata op

http://www.imsglobal.org/accessibility/index.html

- voor het aanleggen van digitale portfolio's: IMS ePortfolio op

http://www.imsglobal.org/ep/index.html

- voor het opslaan van studentgegevens: IMS LIP op

http://www.imsglobal.org/accessibility/index.html

Rietveld, J., Sloep, P. B. (2003), Leertechnologieën en standaardisatie. Nen.

Online beschikbaar: http://www.ou.nl/open/psl/Publicaties/publicatiesbody.html#LTS

Page 38: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

38

SCORM: http://www.adlnet.org

Sloep, P.B., Benneker, F. Gorissen, P. (2004), Conceptnorm voor leerobject-metadata, Nederlandse vertaling

van de Draft Standard for Learning Object Metadata, IEEE P1484.21/D6.4, NEN, Delft.

Online beschikbaar: http://www.nen.nl/nl/act/spec/leertech/

Sloep, P.B. (2005): Edusite Column: http://www.edusite.nl/edusite/columns/14078

SURFnet Bulletin (2001) Van chaos naar structuur met metadata

Online beschikbaar: http://www.surfnet.nl/publicaties/bulletin/01-1/h3.html

Page 39: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 39

Bijlage 1 Selectie uit waardenlijsten voor metadata-elementen In deze bijlage worden van een aantal metadata-elementen uit het RdMC-applicatieprofiel de

waardenlijsten gegeven. Van sommige waardenlijsten wordt slechts een deel gepresenteerd vanwege de

lengte ervan.

Didactische functie

− oefening

− simulatie

− vragenlijst

− diagram

− figuur

− grafiek

− register

− diaplaatje

− tabel

− leestekst

− examen

− experiment

− probleemstelling

− zelfbeoordeling

− voordracht

− ….

Didactisch scenario

− Probleemgestuurd

− taak (cognitieve operatie, ‘doe dit zo’)

− gesitueerde taak (mét context aanduiding)

− opdracht (‘doe dit’)

− probleem (‘dit is het probleem’)

− situaties (probleem zelf ontdekken)

Page 40: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

40

of

− simulatie (met rolinleving)

− casesgericht

− probleemgestuurd

− genetwerkt projectwerk (zelf of voor-geformuleerd)

− authentieke opdracht

− authentieke werk/bedrijfs/schoolproces

− stage

− werk

of

− probleemgestuurd onderwijs (PGO)

− project onderwijs

− ervaringsgericht onderwijs (EGO)

− ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO)

− natuurlijk leren

− competentiegericht leren

− adaptief onderwijs

− samenwerkend leren

− effectief leren

Beoogde eindgebruiker

− Schooldirectie

− Schoolmanagement

− Schoolleiders

− Opleiders op school

− Coaches en mentoren

− Opleiders op de lerarenopleiding

− Aanstaande en beginnende docenten

− Leraren in opleiding/zij-instromers

Page 41: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 41

Aggregatieniveau

− Asset

− Object

− Leerobject

− Cursus

− ….

Beroepssituatie

Omgaan met een groep

leiding geven aan groepsprocessen

begeleiden (kleine) groepen

orde handhaven, werkklimaat realiseren

Uitvoeren van lessen, leerproces

leerproces voorbereiden incl. lokaal, middelen en tijdsplanning

start van een les, proces incl. doelstellingen

introductie

uitvoering

directe instructie

specifiek vak en vakdidactisch handelen

verschillende werkvormen hanteren

hanteren van onderwijsmethoden, gebruik schoolboeken

werken met (integrale) opdrachten, cases

begeleiden van leerproces

evalueren van leerproces

toetsen van leerproces, cijfers geven en feedback

werken met nieuwe media (video/dvd/cd-rom/ict)

huiswerk opdrachten geven en controleren…

Opvoeden op school

opstellen en handhaven van schoolregels

toezicht in de gangen en de pauzes

participatie buitenschoolse activiteiten

Page 42: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

42

creëren en handhaven van veilige (leer)omgeving

Hanteren van onverwachte situaties

situaties met en tussen leerlingen

didactische situaties

situaties in school

situaties met externen

Gesprekken met leerlingen

begeleidingsgesprek voeren

disciplinegesprek voeren

hulpgesprek voeren

slecht nieuwsgesprek voeren

advies gesprekken voeren (school- en beroespkeuze)

groepsgesprekken met leerlingen voeren

Omgaan met verschillen

omgaan met verschillen in cultuur, sekse, waarden en normen

omgaan met verschillen in taal, leerstijl, motivatie en tempo

omgaan met leermoeilijkheden, leerstoornissen en achterstanden

Samenwerken met collega’s en werken in een organisatie

participeren in overlegvormen

samenwerken in taakgerichte teams

een bijdrage leveren aan de organisatie

een bijdrage leveren aan de schoolontwikkeling

zorg structuur binnen school vormgeven en uitvoeren.

evenementen (excursies, open dag e.d.) organiseren en uitvoeren

Contacten met ouders en instanties

gesprekken met ouders

contacten met instanties en personen buiten de school

informatieavonden

Onderzoek en ontwikkeling van eigen opvattingen en competenties

reflecteren op eigen handelen en vastleggen

communiceren hierover b.v. intervisie, collegiale consultatie

methodisch werken, eigen werkconcept hanteren incl. scholing

Page 43: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 43

beroepshouding expliciteren (eigen visie, opvattingen etc.)

Competentie

− Interpersoonlijk

− Pedagogisch

− Didactisch

− Organisatorisch

− Samenwerken collega’s

− Samenwerken omgeving

− Reflectie

Schooltype

− Pre primair onderwijs

− Primair onderwijs

− Voortgezet onderwijs

o HAVO

o VWO

o Voorbereidend beroepsonderwijs

• VMBO

• Lwoo (leerwegondersteunend onderwijs)

o Praktijkonderwijs

− BVE

− Hoger onderwijs

− Speciaal onderwijs

Deze waardenlijst bevat meer niveaus met een fijnere onderverdeling.

Vakleergebied (Onderwijsaanbod)

Voor een aantal schooltypen wordt hier de waardenlijst gegeven.

Page 44: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

44

In Primair onderwijs:

− Nederlandse taal

− Engelse taal

− Aardrijkskunde

− Geschiedenis

− Natuur (biologie)

− Maatschappelijke verhoudingen (incl. staatsinrichting)

− Geestelijke stromingen

− Rekenen en wiskunde

− Expressieactiviteiten

o Bevordering van taalgebruik

o Tekenen

o Muziek

o Handvaardigheid

o Spel en beweging

− Bevordering van sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer

− Bevordering van gezond gedrag

− Zintuiglijke en lichamelijke oefening

In Voortgezet onderwijs

VMBO

− Nederlands

− Engels

− Maatschappijleer

− Kunstvakken

− Lichamelijke opvoeding

− Frans

− Duits

− Geschiedenis en staatsinrichting

− Aardrijkskunde

− Wiskunde

Page 45: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 45

− Natuurkunde

− Scheikunde

− Biologie

− Economie

− Verzorging

− Informatiekunde

− Techniek

Producttype

− Document

− Afbeelding

− Video

− Geluidsfragment

− Animatie

− ….

Bestandsformaat

MIME-typen gebaseerd op IANA-registratie (zie RFC2048:1996) of “nietdigitaal”

“video/mpeg”,

“application/x-toolbook”,

“text/html/”

Page 46: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

46

Page 47: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel voor omgaan met metadata 47

Colofon

Uitgave

Open Universiteit Nederland

Ruud de Moor Centrum voor professionalisering van onderwijsgevenden

2005

Bezoekadres

Valkenburgerweg 177

6419 AT Heerlen

Gebouw Athabasca

Postadres

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

Tekst

Darco Jansen, Robert Schuwer, Hannelore Dekeyser

De working paper reeks staat onder redactie van

Prof. dr. P.J. Stijnen

Oplage

150 exemplaren

Omslag

Vivian Rompelberg

De working papers kunnen worden besteld bij:

Open Universiteit Nederland

secretariaat Ruud de Moor Centrum

Postbus 2960

6401 DL Heerlen

Tel. 045-576 2961

Fax. 045-576 2782

E-mail: [email protected]

Ook de volgende site kan geraadpleegd worden:

www.ou.nl/rdmc

Page 48: RdMC-applicatieprofiel, een poldermodel in metadata - ou.nl · Het RdMC heeft een tweedelijns functie naar lerarenopleiding en scholen waarbij het RdMC geen ... een schets gegeven

OUN

48