Rapport Werkkapitaal in Nederland

36
Working Capital u Werkkapitaal in Nederland Het verborgen werkkapitaal in BV Nederland

description

Er zitten miljarden euro’s vast in het werkkapitaal van ondernemend Nederland. Deze middelen zijn daardoor niet beschikbaar voor het fi nancieren van investeringen die kunnen bijdragen aan de groei van de Nederlandse economie. Dat is zonde, temeer daar veel middelen onnodig vastzitten in het werkkapitaal. Middelen die een extra stimulans kunnen betekenen voor de Nederlandse economie. Met dit rapport willen wij inzicht geven in de werkkapitaalsituatie van de diverse sectoren in Nederland.

Transcript of Rapport Werkkapitaal in Nederland

Page 1: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capitalu

Werkkapitaal in Nederland

Het verborgen werkkapitaal in BV Nederland

Page 2: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 2 / 35

Page 3: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 3 / 35

Werkkapitaal in Nederland

Het verborgen werkkapitaal in BV Nederland

ABN AMRO BankGroup Risk Management - Sector Research

ColofonDeze studie is uitgevoerd in opdracht van de afdeling Segment Management Corporate Clients van ABN AMRO Bank N.V. De publicatie is samengesteld door Group Risk Management - Sector Research.

AuteursABN AMRO Group Risk Management – Sector ResearchContactpersonen: u Casper Burgering ([email protected]) u Derk Graver ([email protected]).

DistributieABN AMRO Segment Management Corporate ClientsContactpersoon: u Pascal Spelier ([email protected])

DisclaimerDe in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO Sector Research vergaarde informatie, die op zorgvuldige wijze is verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden.

© ABN AMRO, September 2006Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is verkregen van ABN AMRO Bank.

Page 4: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 4 / 35

Page 5: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 5 / 35

Inhoudsopgave

Voorwoord door Wietze Reehoorn _____________________________________________________ 6

Inleiding _____________________________________________________________________________ 7

Hoofdstuk 1 Werkkapitaal __________________________________________________________________________ 8 u Defi nitie werkkapitaal u Defi nitie cash conversion cycle (CCC) u Werkkapitaal in de praktijk: terugverdienmatrix

Hoofdstuk 2 Werkkapitaalmanagement in Nederland _________________________________________________ 12 u Het werkkapitaal van BV Nederland u Resultaten enquête werkkapitaalmanagement

Hoofdstuk 3 Werkkapitaal in Nederlandse clusters ___________________________________________________ 19 u Agrifood business u Bouwnijverheid u Industrie u Transport u Diensten u Handel

Hoofdstuk 4 Eindbeschouwing ____________________________________________________________________ 26 u Werkkapitaal in BV Nederland u Management van de werkkapitaalpositie u Werkkapitaalratio’s verdeeld naar Nederlandse clusters

APPENDIX __________________________________________________________________________29

Page 6: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 6 / 35

Voorwoord

u Er zitten miljarden euro’s vast in het werkkapitaal van ondernemend Nederland. Deze middelen zijn daardoor niet beschikbaar voor het fi nancieren van investeringen die kunnen bijdragen aan de groei van de Nederlandse economie. Dat is zonde, temeer daar veel middelen onnodig vastzitten in het werkkapitaal. Middelen die een extra stimulans kunnen betekenen voor de Nederlandse economie.

Met dit rapport willen wij inzicht geven in de werkkapitaalsituatie van de diverse sectoren in Nederland. Zonder de conclusie van dit rapport direct te onthullen willen we toch alvast meegeven dat het management van ondernemend Nederland een beperkt inzicht blijkt te hebben in zijn werkkapitaalsituatie. Ter illustratie: 39% van de ondervraagde fi nancieel directeuren heeft geen inzicht in het aantal debiteurendagen van de eigen onderneming. Gebrek aan inzicht impliceert dat de ondernemingen vervolgens ook onvoldoende kunnen sturen op relevante werkkapitaalkengetallen.

Inzicht in de werkkapitaalsituatie (lees kengetallen) is één, maar inzicht in de bedrijfsprocessen is vele malen belangrijker. Immers, balansgrootheden als voorraden, debiteuren en crediteuren komen tot stand door respectievelijk het produc-tieproces, het verkoopproces en het inkoopproces. Zodra het management van een onderneming van mening is dat er teveel werkkapitaal vastzit in de onderneming zal er naar de achterliggende processen gekeken moeten worden om dat werkkapitaal vrij te maken.

Heeft de onderneming met haar leverancier een raamcontract en wordt er centraal besteld, of koopt iedere afdeling afzonderlijk in? Produceert de onderneming ‘just-in-time’ of ontbreekt het aan een goede afstemming tussen verkoop, inkoop en productie? Wordt een verkoper of vertegenwoordiger afgerekend op behaalde of op betaalde omzet? Maakt de onderneming gebruik van de geboden betalingskorting of betaalt zij haar crediteuren zo laat mogelijk? Het antwoord op deze vragen kan bepalend zijn voor de werkkapitaalsituatie van de onderneming.

Wij hopen dat u door het lezen van dit rapport meer inzicht krijgt in de werkkapitaalsituatie in Nederland. En als ondernemende lezer vergelijkt u wellicht uw eigen onderneming met andere ondernemingen in uw sector. Mocht u als ondernemer meer inzicht willen hebben in uw eigen werkkapitaalsituatie, dan kan ABN AMRO u daarbij helpen.

Wij wensen u veel leesplezier.

Wietze ReehoornDirectielid ABN AMRO Bank, verantwoordelijk voor de zakelijke markt

Page 7: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 7 / 35

Inleidingu Een autoliefhebber bestelt een nieuwe sportwagen bij een gerenommeerde autofabrikant. Afgesproken wordt dat de auto zes weken later wordt geleverd. Twee weken voor levering wordt in de fabriek begonnen met de assemblage. Daarvoor zijn een week eerder een dashboard, staal, rubber en overige onderdelen ingekocht. Nadat de auto van de band rolt, wordt de bolide naar Nederland vervoerd. Een paar dagen later wordt de auto overhandigd aan de nieuwe eigenaar. Op dat moment ontvangt de autofabrikant ook het geld van de afnemer.

Het totale bedrag van de inkoop (van dashboard, staal, rubber en overige onderdelen) dat drie weken eerder is opgegaan in het productieproces, minus de openstaande rekeningen van de leveranciers, vormt een belangerijk deel van het werk-kapitaal van de autofabrikant. Hoe korter de periode duurt tussen de inkoop van de onderdelen en de verkoop van de auto, des te sneller kan de fabrikant weer nieuwe onderdelen kopen en een nieuwe, winstgevende auto produceren.

Als echter de periode heel lang duurt, zit er dus letterlijk geld vast in het productieproces en heeft de onderneming geen cash beschikbaar. Nieuwe investeringen moeten worden uitgesteld en leveranciers kunnen niet meer worden betaald.Als deze periode maar lang genoeg duurt, kan de autofabrikant in directe liquiditeitsproblemen komen.

Dit rapport gaat over het werkkapitaal in Nederland. Is het Nederlandse bedrijfsleven zich ervan bewust dat werkkapi-taal een belangrijk fi nancieel sturingsinstrument is? Voor ABN AMRO is dit de aanleiding om de werkkapitaalsituatie in Nederland door te lichten. Waarom is sturing op werkkapitaal belangrijk? Hoeveel werkkapitaal zit vast in de BV Nederland? Hoe gaat het management van MKB-bedrijven en grootbedrijven om met hun werkkapitaal? En hoe is het gesteld in bepaalde clusters van de Nederlandse economie? Relevante vragen waarop wij in dit rapport uitvoerig ingaan.

In Nederland staat het aantal debiteurendagen op 42. Wettelijk gezien is 30 dagen de norm. Kennelijk hebben ondernemingen 12 dagen extra nodig om hun facturen te voldoen. De crediteuren worden na 41 dagen betaald en de voorraad ligt 43 dagen opgeslagen voordat die de gebruiker bereikt. Hieruit volgt dat het werkkapitaal van BV Nederland 44 dagen bedraagt, omgerekend is dit 125,2 miljard euro. Het werkkapitaal kan met 6,1 miljard euro worden gereduceerd.

De omvang van het werkkapitaal verschilt echter per bedrijf. Ook gaan ondernemingen verschillend om met hun werk-kapitaal. De ene onderneming voert een actief incassobeleid, terwijl de ander probeert de voorraad zo beperkt mogelijk te houden.

De omvang van het werkkapitaal kennen is één. Een actief werkkapitaalmanagement voeren is van een andere orde.Speciaal voor dit rapport initieerde ABN AMRO een enquête onder het fi nancieel management van Nederlandseondernemingen (zowel MKB-bedrijven als grootbedrijven). Hoeveel belang hechten zij aan werkkapitaalbeheer?Welke maatregelen nemen zij en welke maatregelen liggen nog in het verschiet? En wat doen ze uiteindelijk met de vrijgekomen middelen?

Allereerst wordt in hoofdstuk 1 uitgelegd wat werkkapitaal is en waarom grip op werkkapitaal belangrijk is. In hoofdstuk 2 wordt het totale werkkapitaal van alle ondernemingen in Nederland berekend. Tevens worden de resultaten gepre-senteerd van het onderzoek onder het fi nancieel management van Nederlandse ondernemingen. In hoofdstuk 3 wordt inzicht gegeven in het werkkapitaal van enkele toonaangevende sectoren van Nederland. Het rapport sluit af met enkele afrondende beschouwingen.

Page 8: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 8 / 35

1. Werkkapitaal

u In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten van het begrip werkkapitaal besproken. Wat zijn de grootheden die werk-kapitaal bepalen en waarom is inzicht in werkkapitaal van belang voor een onderneming? Daarnaast wordt werkkapitaal als analyse-instrument besproken: ondernemingen hanteren werkkapitaal om inzicht te krijgen in de fi nanciële stromen van de onderneming en om zodoende de knelpunten in de bedrijfsvoering te signaleren. Aan de hand van een terugver-dienmatrix aan het slot van dit hoofdstuk wordt het fi nancieel belang van bewust werken met werkkapitaal concreet gemaakt.

Defi nitie werkkapitaalu Het werkkapitaal zegt iets over de mate waarin een onderneming zijn vlottende activa kan gebruiken om zijn vlottende passiva af te lossen. Over het algemeen komt het erop neer dat ondernemingen met een positief werkkapitaal beter in staat zijn om aan de korte termijn verplichtingen te voldoen. Ook kan worden gesteld dat ondernemingen met voldoende werkkapitaal draagkrachtig genoeg zijn om te investeren in de verbetering van de effi ciency van de onderneming.Hierdoor heeft de onderneming de mogelijkheid om toekomstige groei van de onderneming te realiseren.

Figuur 1: formule werkkapitaal

Werkkapitaal:

Voorraad Debiteuren Crediteuren Werkkapitaal+ - =

Het werkkapitaal van een onderneming kan met de formule uit fi guur 1 worden berekend. Van deze formule gaat ABN AMRO in dit rapport uit. Het is de som van voorraden (inclusief onderhanden werk) en uitstaande debiteuren,verminderd met de uitstaande crediteuren. In dit verband wordt ook vaak gesproken over het verschil tussen vlottende activa en vlottende passiva. Vlottende activa wordt hier gedefi nieerd als bezittingen van de onderneming waarvoor geldt dat het vermogen dat er in is geïnvesteerd binnen één jaar vrijkomt1. Bij vlottende passiva hebben we het over de schulden van de onderneming op de korte termijn, waarbij een looptijd wordt gehanteerd van ten hoogste één jaar. Het verschil tussen vlottende activa en de vlottende passiva is het netto werkkapitaal. Over het algemeen wordt dit netto werkkapitaal opgevat als het bedrag aan kapitaal dat niet is geïnvesteerd in lang lopende activa (bijvoorbeeld gebouwen en machines), maar dat juist vast zit in de kort lopende activa (bijvoorbeeld voorraden).

Zowel voorraden als debiteuren leggen beslag op de fi nanciële middelen van een onderneming. Bij voorraden moet geld geïnvesteerd worden in de noodzakelijke inkopen voor het productieproces en tevens moet een ruimte beschikbaar zijn voor de opslag van de gereedgekomen goederen. Deze geïnvesteerde middelen zitten vast in de voorraden en kun-nen niet elders geïnvesteerd worden. In het geval van debiteuren worden goederen en/of diensten verkocht op krediet. De originele goederen en/of diensten zijn hierdoor niet meer in het bezit van de onderneming en staan om deze reden niet op de balans van de onderneming als bezittingen. Maar het geld dat de onderneming heeft vastzitten in deze post debiteuren, moet worden gefi nancierd, wat kosten met zich meebrengt. De crediteuren worden veelal gezien als een bron voor de fi nanciering van de onderneming, aangezien in veel gevallen goede afspraken mogelijk zijn wat betreft de betalingscondities.

1 Overige posten (waaronder kaspositie, bank- en giropositie, effecten etc.) worden buiten beschouwing gelaten in de analyse van ABN AMRO.

Page 9: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 9 / 35

In 2002 heeft de Europese Unie een richtlijn uitgevaardigd om de betalingsachterstanden van het bedrijfsleven terug te dringen. Vanaf augustus van dat jaar is een wettelijke rente vastgesteld die van toepassing is op leveringen tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen en overheidsinstanties. Deze rente vloeit voort uit een Europese richtlijn en bedraagt op dit moment 9,83%. Deze wettelijke rente is direct verschuldigd na het verstrijken van de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen. Deze wettelijke rente is niet van toepassing op overeenkomsten tussen het bedrijfsleven en consumenten.

De voorraden, debiteuren en crediteuren kunnen uitgedrukt worden in dagen. Bij voorraaddagen2 gaat het om het aantal dagen dat de half- en eindproducten van een onderneming in het magazijn blijven liggen, voordat die de uiteindelijke eindgebruiker bereikt. Sommige ondernemingen produceren echter geen fysieke eindproducten (zoals ondernemingen in de clusters zakelijke dienstverlening en bouwnijverheid). Bij deze ondernemingen wordt veelal de onderhanden werk-positie (orderportefeuille) tot de voorraad gerekend. Het aantal debiteurendagen3 geeft de tijd weer dat een factuur van een klant openstaat. Crediteurendagen4 hebben betrekking op het aantal dagen tussen het opboeken van de factuur van de leveranciers en het moment van de daadwerkelijke betaling.

Defi nitie cash conversion cycleu De cash conversion cycle (CCC), ook wel ‘asset conversion cycle’ genoemd, geeft inzicht in de manier waarop de onderneming omgaat met de cyclus van debiteuren, crediteuren en voorraden. In fi guur 2 is dit grafi sch weergegeven.

Figuur 2: de cash conversion cycle (CCC)

Als een onderneming zijn interne processen rondom debiteuren, crediteuren en voorraden niet op orde heeft, dan zal zich dat uiten in het werkkapitaal. Geld dat vastzit in voorraden of debiteuren kan niet worden ingezet om bijvoorbeeld de crediteuren af te lossen of worden gebruikt voor nieuwe investeringen. Crediteuren kunnen vervolgens op hun beurt weer kritisch de relatie herzien indien zij niet binnen de afgesproken termijn worden betaald. Dit kan tot gevolg hebben dat er verstoringen plaatsvinden in de noodzakelijke inkopen, wat vervolgens de voortgang van het productieproces in gevaar kan brengen. Hierdoor kan de onderneming uiteindelijk niet aan de marktvraag voldoen. Het is dus noodzakelijk dat met de hele cyclus van de cash conversion cycle effi ciënt wordt omgegaan, want gebrekkig fi nancieel management kan het voortbestaan van de onderneming in gevaar brengen.

Voorraad

DebiteurenCrediteuren

cash conversion cycle (CCC)

onde

rhan

den

wer

k

inko

pen

cash

verkopen

2 Voorraaddagen = voorraad / (kostprijs van de omzet/365)3 Debiteurendagen = debiteuren / (omzet/365)4 Crediteurendagen = crediteuren / (kostprijs van de omzet/365)

Page 10: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 10 / 35

Cash conversion cycle:

De cash conversion cycle is een dynamisch gegeven en kan het ene jaar een positief getal zijn en het volgende jaar kan het een negatief getal zijn. Dit getal geeft de wijziging aan van het werkkapitaal van het ene jaar (bijv. 2005) ten opzichte van het vorige jaar (bijv. 2004). Voor de berekening van de cash conversion cycle wordt gebruik gemaakt van de volgende formule:

Figuur 3: berekening van de cash conversion cycle (CCC)

Indien een onderneming een adequaat incassobeleid heeft gevoerd en/of haar voorraden heeft weten te verlagen en/of meer krediet heeft weten te verkrijgen van haar toeleveranciers, dan is de uitkomst van bovenstaande formule negatief. Het effect op de kasstroom, zoals gepresenteerd in het jaarverslag, is echter positief5. In dit rapport spreken wij van een positieve cash conversion cycle als de cycle een positief effect heeft op de kasstroom; er zijn dus kasmiddelen gege-nereerd. In dit rapport spreken wij van een negatieve cash conversion cycle als de cycle een negatief effect heeft op de kasstroom.

Waarom is het voor een onderneming belangrijk om inzicht te krijgen in het werkkapitaal? Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende factoren die van belang zijn. Door inzicht in het werkkapitaal en de cash conversion cycle kan de onderneming anticiperen op het ondernemingsrisico. Betalen mijn klanten op tijd en worden onze schuldeisers binnen de gestelde termijn betaald? Het kan zijn dat de onderneming met zijn afnemers en toeleveranciers in onderhandeling moet gaan om de leverings- en betalingscondities eens grondig te herzien.

Tabel 1: de relevantie van inzicht in werkkapitaal

- Ondernemingsrisico Wat is het betalingsgedrag van afnemers en hoe zijn de condities ten opzichte van leveranciers?

- Kasstromen Waar wordt geld gegenereerd en welk onderdeel van de CCC slokt geld op?

- Effi ency Wordt er binnen de organisatie effi ciënt gewerkt? Zijn de interne processen op orde?

- WaarschuwingsfunctieHoe kunnen bottlenecks in de CCC tijdig worden gesignaleerd?

- Financiering Welk gedeelte van de CCC kan extern gefi nancierd worden?

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Inzicht in de kasstromen van de onderneming geeft het fi nancieel management een beeld van de geldbewegingen binnen het bedrijf. Als de ondernemingsleiding weet waar het geld vast blijft zitten, dan kan zij daar concrete acties op ondernemen. Ook worden de (potentiële) problemen van het interne proces blootgelegd en kan de cash conversion cycle dienen als een waarschuwingsfunctie. Zodra er bijvoorbeeld verstoringen in de cash conversion cycle optreden, kan worden bekeken in hoeverre de interne processen effi ciënt zijn ingericht. Daar waar noodzakelijk moet door het fi nancieel management worden ingegrepen. Verder kan het als gevolg van eigenschappen van het productieproces van de onderneming zijn dat middelen (onbedoeld) voor langere duur vast zitten. De ondernemingsleiding zou zich in deze gevallen kunnen afvragen of het wenselijk is om middelen van externe partijen te betrekken om toch crediteuren te betalen en/of additionele investeringen te doen.

( Debiteuren 2005– Debiteuren 2004)

( Voorraden 2005 – Voorraden 2004)

( Crediteuren 2005 – Crediteuren 2004)

cash conversion cycle+ - =

5 Een verlaging van het aantal debiteuren heeft een toestroom van middelen tot gevolg. Een verlaging van de voorraad duidt op hogere omzetten (kasinstroom) zonder dat geld is besteed aan het vervangen van de voorraad (kasuitstroom). Een verlaging van de post- crediteuren heeft een kasuitstroom tot gevolg.

Page 11: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 11 / 35

Tot slot van dit hoofdstuk een matrix, waaruit blijkt dat het doelbewust beheren van het werkkapitaal van groot (fi nancieel) belang kan zijn voor een onderneming.

TERUGVERDIENMATRIX: Hoeveel werkkapitaal kan worden vrijgemaakt?

Omzet (in mln €) u

Debiteurendagen Ç2 5 10 25 50 75 100 150 200

1 0.01 0.01 0.03 0.07 0.14 0.21 0.27 0.41 0.55

5 0.03 0.07 0.14 0.34 0.68 1.03 1.37 2.05 2.74

10 0.05 0.14 0.27 0.68 1.37 2.05 2.74 4.11 5.48

15 0.08 0.21 0.41 1.03 2.05 3.08 4.11 6.16 8.22

20 0.11 0.27 0.55 1.37 2.74 4.11 5.48 8.22 10.96

25 0.14 0.34 0.68 1.71 3.42 5.14 6.85 10.27 13.70

30 0.16 0.41 0.82 2.05 4.11 6.16 8.22 12.33 16.44

35 0.19 0.48 0.96 2.40 4.79 7.19 9.59 14.38 19.18

40 0.22 0.55 1.10 2.74 5.48 8.22 10.96 16.44 21.92

45 0.25 0.62 1.23 3.08 6.16 9.25 12.33 18.49 24.66

50 0.27 0.68 1.37 3.42 6.85 10.27 13.70 20.55 27.40

Bron: ABN AMRO

Hoe moet bovenstaande matrix worden geïnterpreteerd?u Op de horizontale as staat de omzet in miljoenen euro’s weergegeven. Op de verticale as staan scenario’s van het aantal dagen waarmee het huidige niveau van debiteurendagen kan worden verminderd.

Stel dat een onderneming, met een omzet van 50 miljoen euro per jaar, het aantal debiteurendagen wil reduceren met 20 dagen. Uit de matrix blijkt dat deze reductie in debiteurendagen een bedrag van maximaal 2,74 miljoen euro kan opleveren voor de onderneming.

Page 12: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 12 / 35

2. Werkkapitaalmanagement in Nederlandu Hoe snel betalen Nederlandse ondernemingen hun leveranciers? En welke maatregelen neemt het Nederlandse bedrijfsleven om het werkkapitaal te beheersen? Dit zijn enkele vragen die in dit hoofdstuk worden beantwoord. Nadat in het vorige hoofdstuk het belang van inzicht in het werkkapitaal aan de orde is geweest, gaat dit hoofdstuk in op de vraag hoe het Nederlandse bedrijfsleven in de praktijk omgaat met het werkkapitaal.

ABN AMRO heeft een onderzoek uitgezet om te achterhalen op welke wijze CFO’s (Chief Financial Offi cers), of andere hoge fi nanciële functionarissen (verder in dit rapport benoemd als het ‘fi nancieel management’ of ‘fi nancieel managers’)van een onderneming het werkkapitaal van hun onderneming optimaliseren. Het onderzoek is uitgevoerd in mei van dit jaar in samenwerking met onderzoeksbureau MSI-ACI Europe BV en ABN AMRO Market Intelligence, afdeling Marktonderzoek. In totaal hebben 230 fi nancieel managers een enquête online ingevuld. De enquête is uitgezet onder het midden- en kleinbedrijf (MKB) en het grootbedrijf. Het MKB wordt gedefi nieerd als alle ondernemingen met een omzet tot 50 miljoen euro. Onder grootbedrijf zijn ondernemingen opgenomen met een omzet boven de 50 miljoen euro.De resultaten van dit onderzoek worden in dit hoofdstuk gepresenteerd. Voorafgaand aan de resultaten van het onder-zoek wordt inzicht gegeven in de totale omvang van het werkkapitaal van BV Nederland.

Het werkkapitaal van BV Nederlandu Het werkkapitaal van alle Nederlandse ondernemingen, door ons BV Nederland genoemd, bedraagt 125,2 miljard euro. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 2: Totale omvang werkkapitaal BV Nederland

in dagen in mld euro

a. Debiteuren 42 96,6

b. Voorraden 43 98,9

c. Crediteuren 41 70,3

Werkkapitaal (a+b-c) 44 125,2

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Een interessante vraag is natuurlijk of er middelen onnodig vast zitten in het werkkapitaal. Opvallend is het hoge aantal debiteurendagen van 42. De wettelijke betalingstermijn in Nederland bedraagt 30 dagen. Het Nederlandse bedrijfsleven heeft blijkbaar 12 dagen langer nodig om de rekeningen te betalen dan wel af te boeken. Dit betekent dat de post debiteuren eigenlijk 27,6 miljard euro te hoog is. Tevens geldt dat dit bedrag door het Nederlandse bedrijfsleven als debiteurenkrediet wordt gegeven aan andere ondernemingen en aan consumenten. Door de Europese Unie is bepaald dat ondernemingen na het verstrijken van de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen 9,83% in rekening mogen brengen bij hun zakelijke debiteuren. Voor consumenten is dit percentage vastgesteld op 4%. Ervan uitgaande dat de helft van de post debiteuren wordt veroorzaakt door het bedrijfsleven en de andere helft door consumenten, bedraagt de omvang van de rente van dit debiteurenkrediet ca 1,9 miljard euro6 . In deze berekening wordt er vanuit gegaan dat het Nederlandse bedrijfsleven de wettelijke rente ook daadwerkelijk in rekening brengt. De rentekosten van dit debiteurenkrediet zijn moeilijk vast te stellen omdat niet duidelijk is hoe hoog de fi nancieringskosten van het gegeven debiteurenkrediet zijn.

6 Overige posten (waaronder kaspositie, bank- en giropositie, overige debiteuren en overige crediteuren etc.) worden buiten beschouwing gelaten in de analyse van ABN AMRO.

Page 13: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 13 / 35

Alhoewel de post debiteuren hoog lijkt, is uit ervaring bekend dat het bewerkstelligen van een debiteurentermijn van 30 dagen in de praktijk niet voor iedere onderneming mogelijk is. Uit de praktijk blijkt dat het reduceren van de post debiteurenmet minimaal 10% in de meeste gevallen mogelijk is. Voor BV Nederland komt het aantal debiteurendagen dan uit op 38. Een reductie van het aantal debiteurendagen door BV Nederland heeft tot gevolg dat ook het aantal crediteurendagen daalt. Voor Nederland als geheel zijn immers de posten debiteuren en de posten crediteuren communicerende vaten. Het totale werkkapitaal van BV Nederland zal dan ook niet dalen met 9,6 miljard euro. Ervan uitgaande dat ongeveer de helft van de productie van het bedrijfsleven wordt geëxporteerd, is een reductie van het totale werkkapitaal van BV Nederland van ca 6,1 miljard euro7 mogelijk. Daarbij wordt overigens alleen nog maar uitgegaan van de werkkapitaal-component debiteuren. Er zit ongetwijfeld ook onnodig geld vast in voorraden.

Voor het berekenen van de voorraad-, debiteuren- en crediteurendagen is gebruik gemaakt van bedrijfseconomische gegevens uit de ABN AMRO Database8. Aan de hand van deze gegevens, plus de omzetgegevens en de kosten van de omzet van alle Nederlandse ondernemingen uit de Statistiek Financiën van Ondernemingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek, is het totale werkkapitaal berekend.

Zoals hierboven is beschreven, is het werkkapitaal van BV Nederland volgens berekeningen van ABN AMRO, op basis van de debiteurenpositie, ongeveer 6,1 miljard euro te hoog. De vraag is dan hoe het Nederlandse bedrijfsleven hier tegen aan kijkt. Staat werkkapitaalmanagement hoog op de agenda en welke maatregelen worden genomen? In de rest van dit hoofdstuk worden de resultaten getoond van het eerder genoemde, door ABN AMRO geïnitieerde, onderzoek onder het fi nancieel management van ondernemingen.

Resultaten enquête: Sterke focus voor optimalisatie werkkapitaal…Vooral in het grootbedrijf kan werkkapitaalmanagement zich op warme belangstelling verheugen. Bijna 80% van de respondenten uit het grootbedrijf geeft aan dat binnen hun onderneming op dit moment het werkkapitaalbeheer wordt geoptimaliseerd. Een ruime meerderheid van de respondenten, 55%, uit het grootbedrijf geeft zelfs aan dat de optimali-satie van het werkkapitaalbeheer een hoge prioriteit heeft.

In het MKB is de belangstelling minder overweldigend maar niettemin sterk aanwezig. Van de respondenten uit het MKB geeft ruim eenderde aan dat zij het werkkapitaalbeheer met hoge prioriteit optimaliseren. In 28% van de ondernemingen in het MKB wordt het werkkapitaalbeheer geoptimaliseerd maar wordt hier geen hoge prioriteit aan gegeven.

Figuur 4: In hoeverre is het fi nancieel management bezig om het werkkapitaal van de onderneming te optimaliseren?

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

34%

10%28%

28%

• Ja, hoge prioriteit• Ja, werken we aan, geen hoge prioriteit• Nee, dat is geen issue• Weet niet / geen opgave

• Ja, hoge prioriteit• Ja, werken we aan, geen hoge prioriteit• Nee, dat is geen issue• Weet niet / geen opgave

MKB Grootbedrijf

10%12%

23%

55%

7 De post debiteuren kan met 10% worden verlaagd tot ca 87 miljard euro. De post crediteuren kan met 5% worden verlaagd tot ca 67 milard euro. Het werkkapitaal bedraagt dan ca 119,1 miljard euro; 6,1 miljard euro lager.

8 In de ABN AMRO Database zijn bedrijven opgenomen uit alle clusters en sectoren van de Nederlandse economie. De fi nanciële gegevens van deze ondernemingen zijn aan de hand van door accountants opgestelde jaarrekeningen in de database verwerkt.

Page 14: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 14 / 35

…voornamelijk vanwege aandeelhouders en kosteneffi ciëntie…u De voornaamste reden om het werkkapitaalbeheer te optimaliseren is de focus van de directie, aandeelhouders en analisten. Als tweede reden wordt het verhogen van de effi ciency genoemd. Iets minder belangrijk, maar wel degelijk belangrijk als reden, zijn de stijgende fi nancieringskosten en de toegenomen debiteurentermijnen. De ondernemingen die een hoge prioriteit toekennen aan het optimaliseren van het werkkapitaal lijken zich bewuster te zijn van de argumenten om actie te ondernemen. De genoemde redenen tussen MKB en grootbedrijf zijn niet erg verschillend, al worden de toe-genomen debiteurendagen vaker als verklaring aangegeven in het MKB. In het grootbedrijf speelt bij de omzetkrachtigere ondernemingen juist de focus van de directie een grotere rol.

Tabel 3: Welke redenen spelen een rol bij de beslissing het werkkapitaal te optimaliseren (in %)?

Speelt een belangrijke rol

Speelt een beperkte rol

Speelt geen enkele rol

Weet niet / geen opgave

u De focus van directie, aandeelhouders en analisten 56,1 22,2 12,8 8,9u Verhogen effi ciency 53,9 33,3 8,3 4,4u Stijgende fi nancieringskosten 31,1 37,2 25,0 6,7u Toegenomen debiteurentermijn 30,6 44,4 18,4 6,7u Vermindering van verkopen 28,3 23,9 41,7 6,1u Noodzaak tot schuldenreductie 21,7 21,7 46,1 10,6u Minder fi nancieringsopties 12,2 30,6 45,6 11,7

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

…door beter incassobeleid.u Zowel in het MKB als in het grootbedrijf zijn maatregelen genomen om de incassoprocedures te verbeteren. De achter-liggende reden is vrij evident: blijkbaar willen ondernemingen dat hun afnemers sneller betalen. Ook hebben zowel het MKB als het grootbedrijf maatregelen getroffen om de interne processen rondom credit management te verbeteren. Opvallend is dat de twee andere bestanddelen van het werkkapitaal, crediteuren en voorraden, op veel minder aandacht kunnen rekenen.

Figuur 5: Wat zijn reeds genomen maatregelen om werkkapitaal te optimaliseren?

0 % 1 0 % 2 0 % 3 0 % 4 0 % 5 0 % 6 0 % 7 0 %

Verbeteren van interne processen credit managementVerbeteren/automatiseren van het innen van debiteuren

Verbeteren van ‘cashflow forecasting’Verbeteren/automatiseren van crediteurenbetalingen

Verlagen voorradenCentraliseren van ‘cashflow forecasting’

Heroverwegen en / of wijzigen van uw bankrelatiesCentraliseren van creditmanagement taken

OverigWeet niet / geen opgave

Verhogen voorraden

1 07

29

2121

1724

2131

3636

3634

3440

4041

5759

5753

Grootbedrijf MKBBron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

8 In de ABN AMRO Database zijn bedrijven opgenomen uit alle clusters en sectoren van de Nederlandse economie. De fi nanciële gegevens van deze ondernemingen zijn aan de hand van door accountants opgestelde jaarrekeningen in de database verwerkt.

.

Page 15: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 15 / 35

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

20%

15%18%

47%

• Ruim voldoende• Voldoende• Onvoldoende• Weet niet / geen opgave

• Ruim voldoende• Voldoende• Onvoldoende• Weet niet / geen opgave

MKB Grootbedrijf

12%23%

46%

19%

Voor de toekomst geldt dat globaal nog dezelfde maatregelen populair zijn.u Om het werkkapitaalbeheer verder te optimaliseren, verwacht het fi nancieel management van de ondernemingen ongeveer dezelfde maatregelen te zullen treffen. Hierbij wordt het verbeteren van de processen rondom creditmanage-ment het meest genoemd. Opvallend is dat het effi ciënter omgaan met de voorraad hier wel wordt genoemd terwijl de ondernemingen weinig maatregelen hebben ondernomen om de voorraaddagen te verlagen.

Tabel 4: Welke maatregelen om het werkkapitaal te optimaliseren zijn ondernemingen van plan te nemen (in %)?

Totaal MKB Grootbedrijf

u Verbeteren van interne processen rondom credit management 23,9 26,1 20,0u Verbeteren van 'cashfl ow forecasting' 16,7 17,4 15,4u Verbetering / automatisering van crediteurenbetalingen 16,1 15,7 16,9u Verlagen van voorraden 13,3 13,9 12,3u Centraliseren van creditmanagement taken 12,2 13,9 9,2u Heroverwegen en/of wijzigen bankrelaties 8,3 10,4 4,6u Niet van plan andere maatregelen te nemen 18,9 19,1 18,5u Anders 20,6 18,3 24,6u Weet niet / geen opgave 18,3 17,4 20,0

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

Ondernemers zijn van mening over voldoende fi nanciële informatie te beschikken om te sturen op werkkapitaal…u Het fi nancieel management is in het algemeen van mening dat het over voldoende fi nanciële informatie beschikt om het werkkapitaalbeheer te optimaliseren. Van hen geeft zelfs 20% aan over ruim voldoende gegevens te beschikken. Toch geeft 18% van de respondenten in het MKB aan onvoldoende gegevens te hebben. Verrassend genoeg bedraagt dit percentage in het grootbedrijf zelfs 23%.

Figuur 6: In hoeverre beschikt de onderneming over voldoende fi nanciële informatie om te sturen op werkkapitaal?

Page 16: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 16 / 35

...waarbij vooral op debiteurendagen wordt gestuurd…u Dat de fi nanciële toplaag van het Nederlandse bedrijfsleven vooral maatregelen heeft genomen om het aantal debiteu-rendagen te verlagen is niet verwonderlijk. Het aantal debiteurendagen wordt immers door het fi nancieel management, zowel in het MKB als in het grootbedrijf, als belangrijkste ratio gezien om het werkkapitaal mee te sturen. Op de tweede plaats staat het aantal crediteurendagen.

Figuur 7: Welke fi nanciële gegevens zijn voor de onderneming het meest belangrijk voor het sturen van werkkapitaal?

…die dan ook vaak deel uitmaken van de fi nanciële rapportage.u In de fi nanciële rapportages die de respondenten ter beschikking staan, zijn in het merendeel het aantal debi-teuren- en crediteurendagen en het netto werkkapitaal opgenomen. Dit betekent evenwel ook, dat bij ongeveer 40% van de ondernemingen deze gegevens geen onderdeel uitmaken van de standaard fi nanciële rapportage. Blijkbaar hebben de ondernemingen die de incasso hebben geoptimaliseerd, dat is ongeveer 60% van de respondenten, ook in de rapportages hier aandacht aan besteed. De overige kengetallen zijn bij nog niet de helft van de ondernemingen opgenomen in de standaardrapportage.

Tabel 5: Welke fi nanciële gegevens maken onderdeel uit van de standaard fi nanciële rapportage en staan direct ter beschikking voor het sturen van het werkkapitaal (in %)?

Ter beschikking Niet ter beschikking Weet niet / geen opgaveu Voorraaddagen 41,7 23,9 34,3u Debiteurendagen 60,9 15,7 23,5u Crediteurendagen 59,1 15,7 25,2u Werkkapitaaldagen 36,5 26,5 37,0u Quick ratio9 40,4 22,6 37,0u Current ratio10 49,6 20,4 30,0u Cash conversion cycle 31,7 28,3 40,0u Netto werkkapitaal 54,3 17,0 28,7u Netto werkkapitaal als % van de omzet 48,7 19,1 32,2u Netto werkkapitaal als % van het totale ver-

mogen48,3 19,6 32,2

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

0 % 5 % 1 0 % 1 5 % 2 0 % 2 5 % 3 0 % 3 5 % 4 0 % 4 5 %

Debiteurendagen

Crediteurendagen

Netto werkkapitaal

Netto werkkapitaal als % omzet

Werkkapitaaldagen

Quick ratio

Netto werkkapitaal als % totale vermogen

Current ratio

Cash conversion cycle

Voorraaddagen

Grootbedrijf MKB

42

36

30

21

22

15

19

13

19

10

18

4

14

12

14

12

55

55

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

9 Quick ratio = (vlottende activa - voorraden) / kort vreemd vermogen; geeft een indicatie of het bedrijf de middelen heeft om de crediteuren te betalen

10 Current ratio = vlottende activa / kort vreemd vermogen; de ratio geeft een indicatie van de fi nanciële toestand (liquiditeit)

Page 17: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 17 / 35

0 % 5 % 1 0 % 1 5 % 2 0 % 2 5 % 3 0 % 3 5 % 4 0 % 4 5 %

Inzicht in cash conversion cycle

Direct inzicht in bankstanden van alle vestigingen/landen

Liquiditeitenprognoses en of cash flow prognoses

Informatie over crediteurenpositie

Informatie over Liquiditeitenpositie en/of kaspositie

Informatie over debiteurenposities

Informatie over voorraadposities

Weet niet/geen opgave

Grootbedrijf MKB

169

12

7

77

1214

84

510

36

3739

2631

Geen van deze

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

5%

22%30%

26%

• Bijna allemaal• Een groot deel• Een klein deel• Niet of nauwelijks • Weet niet / geen opgave

• Bijna allemaal• Een groot deel• Een klein deel• Niet of nauwelijks • Weet niet / geen opgave

MKB Grootbedrijf

23%26%

29%3%

17% 19

De basisgegevens voor werkkapitaal zijn voldoende: overige gegevens zijn niet nodig.u Opvallend is dat het fi nancieel management niet echt informatie mist in de rapportages om goed te kunnen sturen op het werkkapitaal. Tweederde van de respondenten heeft immers aangegeven over voldoende informatie te beschikken (zie fi guur 6). Bij het grootbedrijf wil 16% meer informatie over de cash conversion cycle en bij het MKB mist bijna 14% van de respondenten de liquiditeitsprognoses en/of cash fl ow prognoses. Zoals in fi guur 8 valt te lezen, geven veel respondenten aan geen van de voorgestelde sturingsinformatie voor werkkapitaal nodig te hebben.

Figuur 8: Aan welke (fi nanciële) informatie ontbreekt het de onderneming om goed te kunnen sturen op werkkapitaal?

Afwenteling van het werkkapitaalprobleem komt veelvuldig voor.u Ongeveer de helft van het fi nancieel management uit het MKB en grootbedrijf denkt dat afnemers hun interne werk-kapitaalprobleem afwentelen op hun crediteur. Toch is 30% van het MKB en 26% van het grootbedrijf van mening dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Eén van de oplossingen van de afwenteling van het werkkapitaalproblemen is het aanscher-pen van het eigen incassobeleid. Bijna een kwart van de respondenten bij MBK en grootbedrijf weet niet of afwenteling plaatsvindt.

Figuur 9: Hoeveel % van uw afnemers wentelt hun werkkapitaalprobleem af op uw onderneming?

Page 18: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 18 / 35

En dan?u En wat gaat het fi nancieel management doen met de middelen die vrijkomen als het het werkkapitaalmanagement is geoptimaliseerd? Het merendeel van hen wil deze middelen aanwenden voor nieuwe investeringen. Een kwart wil deze middelen gebruiken om de onderneming te laten groeien en eenvijfde wil de schulden reduceren.

Tabel 6: Stel dat de onderneming met het optimaliseren van het werkkapitaal liquiditeiten vrijspeelt. Wat gaat de onderneming met deze liquiditeiten doen (in %)?

MKB Grootbedrijfu Uitkeren aan aandeelhouders (geheel of gedeeltelijk) 6,4 12,2u Schulden reduceren 20,5 24,3u Aanwenden voor investeringen 42,9 41,9u Aanwenden voor groei 26,3 32,4u Anders 3,2 2,7u Weet niet / geen opgave 28,2 21,6

Bron: MSI-ACI Europe, ABN AMRO

Eén ding staat vast: indien werkkapitaal onnodig vast zit in de onderneming, dan kan dat de groei van de onderneming belemmeren. Vastzittend werkkapitaal is immers een rem op de noodzakelijke investeringen voor de groei.

Page 19: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 19 / 35

3. Werkkapitaal in Nederlandse clusters

u In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het werkkapitaal binnen een aantal clusters van de Nederlandse economie. Binnen elk van deze clusters wordt tevens een aantal onderliggende sectoren besproken. Alle gegevens uit dit hoofd-stuk zijn afkomstig uit de ABN AMRO Bank Database en hebben zowel betrekking op het MKB als het grootbedrijf.

Achtereenvolgens komen de clusters Agrifood business, Bouwnijverheid, Industrie, Transport, Dienstverlening en Handel aan de orde. De clusters industrie en handel zijn opgesplitst in enkele subclusters. Onder de (sub)clusters vallen verschil-lende sectoren. In de appendix (vanaf pagina 29) staan de onderliggende tabellen met werkkapitaalratio’s van alle clusters en de sectoren die eronder vallen, inclusief een korte beschrijving. Per cluster wordt het aantal debiteuren-, crediteuren- en voorraaddagen weergegeven. Bij de beschrijving van de sectoren in het cluster wordt tevens ingegaan op de cash conversion cycle. Zoals in hoofdstuk 1 is beschreven is de cash conversion cycle positief als deze de kasstroom van een onderneming positief beïnvloedt. Een negatieve cash conversion cycle heeft een negatief effect op de kasstroom.

Agrifood businessu De Nederlandse Agrifood business maakt ongeveer 10% uit van de Nederlandse economie en vormt daarmee een belangrijk cluster. Exportactiviteiten hebben een belangrijk aandeel: ongeveer 70% wordt geëxporteerd. In nevenstaande fi guur staan de debiteurendagen, voor-raaddagen en crediteurendagen voor het cluster Agri-food business. De groene lijn geeft de dagen aan van het cluster, terwijl de grijze lijn het aantal dagen weergeeft voor alle clusters in de Nederlandse economie. Voor het hele cluster Agrifood business (zie fi guur 10) gelden 28 debiteurendagen, 40 crediteurendagen en 27 voorraad-dagen (groene cijfers).

Sectoren in het cluster Agrifood business u In de sector voedings- en genotsmiddelenindustrie zijn ongeveer 5.000 ondernemingen actief, waarvan 80% MKB-bedrijven. De debiteuren- en crediteurendagen in deze sector liggen op gelijk niveau: beide 38 dagen. Het aantal voorraaddagen in deze sector ligt op 42; 15 dagen meer dan de clustermediaan (27 dagen, zie fi guur 10). De sec-tor visserij noteert slechts 10 voorraaddagen, hetgeen verband houdt met de houdbaarheid van de producten. De debiteurendagen in de visserij zijn laag doordat het merendeel van de producten wordt aangeboden op de visaf-slag. Dit geldt eveneens voor de tuinbouw, waar het aantal debiteurendagen slechts op 4 staat. Daarentegen betaalt de tuinbouw zijn leveranciers laat: het aantal crediteurendagen staat op 42. Dit is nog altijd lager dan akkerbouw. In deze sector worden crediteuren pas na 54 dagen betaald. In dit cluster hebben de sectoren akkerbouw en bosbouw en de visserij een positieve cash conversion cycle (zie appendix). Kortom, de cyclus van voorraden, debiteuren en crediteuren genereert middelen. Klaarblijkelijk hebben de sectoren hun interne processen effi ciënter kunnen inrichten door het ver-lagen van voorraadposities en/of verlagen van de post debi-teuren en/of betere betalingscondities met crediteuren. In de voedings- en genotsmiddelenindustrie, slachterijen en de tuinbouw is de cash conversion cycle negatief, hetgeen duidt op minder effi ciënt gestuurde interne processen.

40

28

27

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

5040

3020

100

Totaal NL

Agrifood

Figuur 10: cluster Agrifood business

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen3 8

3 8

4 2

4 9

5 4

3 7

4

4 2

7 9

1 4

1 5

1 0

3 5

4 3

3 9

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0

Tuinbouw

Slachterijen en vleesverwerking

Voedings- en genotsmiddelen

Akkerbouw en bosbouw

Visserij, kweken van vis

Figuur 10a: sectoren in Agrifood business

Page 20: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 20 / 35

Bouwnijverheidu In de bouwnijverheid zijn overwegend MKB-bedrijven actief. Alleen in de grond-, weg- en waterbouw zijn het grote ondernemingen die de markt domineren. Tevens kent de bouwnijverheid jaarlijks een groot aantal starters.Kenmerkend voor startende ondernemingen is dat zij doorgaans meer dan gemiddeld kapitaal hebben vast-zitten in de voorraden. Daarentegen betalen zij credi-teuren vrij laat, pas na 56 dagen. Het aantal debiteuren-dagen staat op 52, het aantal crediteurendagen op 56 en de voorraaddagen op 22 (zie fi guur 11). De uitschie-ters naar boven ten opzichte van de mediaan voor alle Nederlandse clusters komen tot uitdrukking bij de debiteurendagen (+10 dagen) en de crediteurendagen (+15 dagen). De clustermediaan voor voorraaddagen ligt ver beneden de mediaan voor alle Nederlandse clusters (-21 dagen).

Sectoren in het cluster Bouwnijverheid u Het aantal voorraaddagen is relatief laag bij de aannemers (slechts 16 dagen, zie fi guur 11a), wat voornamelijk wordt veroorzaakt door de langlopende opdrachten die onderne-mers in de orderportefeuille hebben. Hierdoor zijn aan-nemers beter in staat om planningen te maken voor het gewenste voorraadniveau. Bij de gespecialiseerde aanne-mers liggen de voorraaddagen op een hoger niveau dan bij de gewone aannemers (respectievelijk 27 en 16 dagen). Dit komt door de doorgaans korte duur van de opdrachten bij gespe-cialiseerde aannemers, wat vraagt om het aanhouden van meer voorraad. De architectenbureaus hebben geen fysieke voorraad. De voorraad bestaat hier uit het onderhanden werk. Het aantal debiteuren- en crediteurendagen in deze sector ligt relatief hoog: met debiteuren en crediteuren worden door-gaans betalingsovereenkomsten afgesloten, gezien de aard van de (veelal) langlopende opdrachten. De sector winning van zand en grind heeft in dit cluster het minst aantal debi-teuren- en crediteurendagen (respectievelijk 41 en 47 da-gen), maar noteert juist het hoogste aantal voorraaddagen (43 dagen). De cash conversion cycle bij de aannemers is positief, terwijl de gespecialiseerde aannemers, de architec-ten en de ondernemingen in de winning van zand en grind een negatieve cash conversion cycle hebben (zie appendix). Aan-nemers hebben de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren zodanig ingericht dat hun cashpositie verbeterde.

56

52

22

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

3050

6040

2010

0

Totaal NL

Bouwnijverheid

Gespecialiseerde aannemers

Aannemers

Winning van zand, grind, e.d.

Architecten

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen4 6

5 4

1 6

5 6

5 9

2 7

6 0

6 7

9

4 1

4 7

4 3

0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 8 0

Figuur 11: cluster Bouwnijverheid

Figuur 11a: sectoren in Bouwnijverheid

Page 21: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 21 / 35

Figuur 12: cluster Industrie

Figuur 12a: sectoren in Kapitaalgoederen

Figuur 12b: sectoren in Chemische industrie

Industrieu Het cluster industrie bestaat uit drie subclusters: kapitaalgoederen, chemische industrie en de overige industrie. Uit fi guur 12 blijkt dat het cluster op alle drie de ratio’s hoog scoort: 52 debiteurendagen (ten opzichte van 42 dagen voor alle clusters in Nederland), 61 credi-teurendagen (ten opzichte van 41 dagen) en 74 voorraad-dagen (ten opzichte van 43 dagen). Het is een kapi-taalintensief cluster. Jaarlijks vinden er veel investe-ringen plaats die noodzakelijk zijn voor de continuïteit en groei van de ondernemingen. De meeste investeringen vinden plaats in de chemische industrie. Management van werkkapitaal is in dit cluster dus van groot belang. Immers, als een onderneming er in slaagt om het aantal debiteurendagen en voorraaddagen te reduceren, dan zal dit de cashpositie verbeteren, waardoor bijvoorbeeld nieuwe investeringen kunnen plaatsvinden.

Kapitaalgoederenu De sector vervaardiging van machines voor algemeen gebruik heeft 60 debiteurendagen (fi guur 12a), 8 dagen meer dan in dit cluster gebruikelijk is (zie fi guur 12). Bij de sectoren metaalbewerking en de vervaardiging van produc-ten van metaal blijven rekeningen van leveranciers langer dan gebruikelijk openstaan: metaalbewerking kent 78 crediteuren-dagen en de vervaardiging van producten van metaal 73 dagen. Bij de sector vervaardiging van machines voor al-gemeen gebruik liggen de debiteuren- en crediteurendagen op vrijwel gelijk niveau (60 respectievelijk 63 dagen). Wat betreft de voorraaddagen valt op dat de sector vervaardiging van machines (zowel algemeen gebruik als voor specifi eke sectoren) in de 90 dagen ligt. Dit wordt deels veroorzaakt door de grondstoffen en halffabrikaten die de ondernemingen moeten inkopen voor het productieproces. In alle sec-toren uit dit cluster is de cash conversion cycle negatief (zie appendix). Kortom, de cyclus van voorraden, debiteuren en crediteuren houdt middelen vast. De sectoren in dit clus-ter kunnen extra kasstromen realiseren, indien zij in staat zijn om het aantal debiteuren- en/of het aantal voorraaddagen te verlagen, en/of betere betalingscondities te krijgen van de leveranciers.

Chemische industrieu Opvallend is dat de sector rubber- en kunststofi ndustrie108 voorraaddagen heeft (zie fi guur 12b). Deze voorraad heeft zowel betrekking op de voorraad grondstoffen, de onderhanden werkpositie en de voorraad eindproducten. Het aantal crediteurendagen in de rubber- en kunststof-industrie is met 62 dagen hoog. De cash conversion cycle levert in de rubber- en kunststofi ndustrie en bij de vervaar-diging van chemische specialiteiten geld op (zie appendix).

61

52

74

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

8060

4020

0

Totaal NL

Industrie

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen5 4

7 8

6 7

6 0

6 3

9 3

4 9

6 8

9 4

5 2

6 4

6 6

5 4

7 3

6 8

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0

Vervaardiging van machines voor specifieke sectoren

Vervaardiging van producten van metaal

Metaalbewerking

Vervaardiging van machines e.d. voor algemeen gebruik

Vervaardiging van transportmiddelen over weg

Vervaardiging van producten van rubber en kunstof

Vervaardiging van chemische specialteiten

4 8

4 6

6 9

4 8

6 2

1 0 8

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen

Page 22: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 22 / 35

Overige industrieu Bij zowel debiteuren- als crediteurendagen schom-melen veel sectoren rond de 45 dagen. Uitzondering is echter de sector drukkerijen (grafi sche industrie), waar 98 crediteurendagen en 59 debiteurendagen staan genoteerd (zie fi guur 12c). In de sector vervaardiging van kleding ligt het aantal crediteurendagen een stuk lager op 38 dagen. Bij voorraaddagen zijn er grote verschillen waar te nemen tussen sectoren. De uitschieter naar boven is de kleding-industrie met 124 voorraaddagen. Door het toenemende aantal variaties in producten binnen deze sector, groeit de voorraad in de aanloop naar het nieuwe seizoen. De uit-schieters naar beneden zijn de drukkerijen en de meubel-industrie (respectievelijk 49 en 52 dagen). Drukkerijen hebben doorgaans lage voorraden, aangezien de eind-producten vrijwel direct worden afgenomen. De cash conversion cycle is in alle genoemde sectoren in de overige industrie negatief: de cyclus van voorraden, debiteuren en crediteuren genereert geen kasstromen (zie appendix).

Transportu In dit cluster zijn ongeveer 25.000 ondernemingen actief, waarvan naar schatting de helft uit MKB-bedrijven bestaat. De transportsector houdt over het algemeen geen fysieke voorraad aan. De clustermediaan staat derhalve op nul (zie fi guur 13). Het aantal debiteuren-dagen in dit cluster staat op 50, wat 8 dagen meer is dan de mediaan voor de gehele Nederlandse economie (42 dagen). De crediteurendagen staan op 58, terwijl de mediaan voor de gehele Nederlandse economie op 41 dagen staat dus 17 dagen meer.

Sectoren in het cluster Transport u De sectoren binnenvaart en goederenvervoer over land in dit cluster noteren slechts enkele voorraaddagen. De scheepvaart (in dit geval binnenvaart en zeevaart) kent ten opzichte van de clustermediaan aanzienlijk minder debiteurenen crediteurendagen. De clustermediaan voor debiteu-rendagen bedraagt 50 dagen en respectievelijk 32 en 35 dagen voor de zeevaart en de binnenvaart (zie fi guur 13a). Het aantal crediteurendagen voor de zeevaart bedraagt 29 dagen en voor de binnenvaart 38 dagen (zie fi guur 13a). Alleen in de sector dienstverlening ten behoeve van ver-voer is geld gegenereerd door de cash conversion cycle: debiteuren zijn sneller gaan betalen en/of halffabrikaten en producten zijn minder lang in voorraad en/of van leveran-ciers zijn betere betalingscondities bedongen. In de sectoren binnenvaart, goederenvervoer over land en zeevaart is de cash conversion cycle negatief (zie appendix).

Figuur 13a: sectoren in Transport

58

50

0

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

3050

6040

2010

0

Totaal NL

Transport

Goederenvervoer over land

Binnenvaart

Zeevaart

Dienstverlening t.b.v. vervoer

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen3 5

3 8

3

3 2

2 9

5 3

6 3

5 5

7 1

2

0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0 8 0

Figuur 12c: sectoren in overige industrie

Vervaardiging van papier en karton

Vervaardiging van meubels

Vervaardiging van kleding, textiel, leer en lederwaren

Vervaardiging van glas, aardewerk, e.d.

Houtindustrie

Drukkerijen en aanverwante activiteiten

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen5 9

9 8

4 9

4 7

5 8

7 4

5 5

5 5

9 5

4 2

3 8

1 2 4

4 6

4 5

5 2

4 6

5 4

8 0

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0 1 4 0

Figuur 13: cluster in Transport

Page 23: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 23 / 35

Dienstverleningu Dienstverlening is een belangrijke sector voor de Nederlandse economie. Naar schatting zijn er ongeveer 135.000, vooral kleinschalige, ondernemingen actief in deze sector. Dienstverlening staat bekend om haar arbeidsintensieve karakter. Verder is de dienstverlening een kweekvijver van nieuwe ondernemers. In dit cluster staan de debiteurendagen op 54 (12 dagen meer dan de mediaan voor de gehele Nederlandse economie) en bedraagt de betalingstermijn aan leveranciers 34 dagen (7 dagen minder dan de mediaan voor de gehele Nederlandse economie). De mediaan van het aantal voor-raaddagen is nul.

Sectoren in het cluster Dienstverlening u Het aantal debiteurendagen in de commerciële dienst-verlening ligt op 55. Bedrijven in de dienstverlening voeren over het algemeen geen strikt debiteurenbeleid. Opvallend is dat het aantal crediteurendagen in zowel de commerciële als de persoonlijke dienstverlening laag ligt. Accountancy-bureaus en consultancybedrijven boeken lopende projectenals onderhanden werk (voorraden). Veiligheidsdiensten, uitzendbureaus en ingenieursbureaus kennen doorgaans geen voorraad. Omdat er relatief veel bedrijven zonder voor-raad in de database van ABN AMRO zijn opgenomen, komt de mediaan van voorraaddagen op nul uit. Binnen het clus-ter dienstverlening worden de crediteuren sneller betaald dan dat de debiteuren worden geïnd, hetgeen deels het negatieve karakter van de cash conversion cycle verklaart (zie appendix).

Handelu Het aantal debiteurendagen in het cluster handelligt op 30 dagen, hetgeen 12 dagen minder is dan de mediaan voor de gehele Nederlandse economie (42 dagen, zie fi guur 15). Kenmerkend voor het clus-ter handel is dat doorgaans veel voorraad wordt aan-gehouden, aangezien het verhandelen van goederen de kernactiviteit is in dit cluster. Dit verklaart het hoge aantal voorraaddagen in dit cluster: 55 dagen ten opzichte van 43 voor de gehele Nederlandse economie. Verder valt op dat de crediteurendagen in dit cluster erg laag liggen: slechts 25 dagen. Het cluster handel bestaat uit drie subclusters: groothandel, detailhandel en overige han-del. Deze drie subclusters zullen in de hiernavolgende paragrafen worden behandeld.

Figuur 15: cluster Handel

25

30

55

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

3050

6040

2010

0

Totaal NL

Handel

Figuur 14: cluster in Dienstverlening

Figuur 14a: sectoren in Dienstverlening

34

54

0

41

42

43

D e b i t e u r e n d a g e n

C r e d i te u r e n d a g e nV o o r r a a d d a g e n

3050

6040

2010

0

Totaal NL

Dienstverlening

Commerciële dienstverlening

Persoonlijke dienstverlening

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen5 5

1 8

0

1 2

1 0

0

0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0

Page 24: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 24 / 35

Groothandelu Het subcluster groothandel telt ongeveer 60.000 onder-nemingen en bestaat uit voornamelijk MKB-bedrijven. In de groothandel voor luxe duurzame consumptiegoe-deren staat het aantal voorraaddagen op 121 (cluster-mediaan is 55, zie fi guur 15). De doorlooptijd van deze producten ligt aanzienlijk lager dan in de overige sectoren. Dit geldt eveneens voor de gewone duurzame consumptie-goederen, waar het aantal voorraaddagen op 87 staat. Bovendien geldt voor deze twee sectoren dat er extra voor-raad ontstaat zodra het met de economie slechter gaat. Bij de groothandel voor agrarische producten staat het aantal voor-raaddagen daarentegen op 6 dagen. Oorzaak hiervan is de houdbaarheid van de producten: snelle verhandeling van agra-rische producten is cruciaal. De groothandel voor machines en apparaten heeft een identiek aantal debiteuren- en crediteur-endagen: beide staan op 48 dagen. De crediteuren bij de groothandel voor agrarische producten worden binnen 10 dagen betaald. Dit komt doordat de groothandelaren in deze sector hun producten veelal bij de veilingen vandaan halen en daar moet de factuur op korte termijn worden voldaan. Het aantal debiteurendagen bij de groothandel voor computersen meubilair is 52 dagen en dit is 22 dagen meer dan de clustermediaan (30 dagen, zie fi guur 15). De cash conver-sion cycle is in slechts twee sectoren positief: groothandel in computers en meubilair en groothandel in luxe duurzame consumptiegoederen (zie appendix). Kortom, effi ciënter voorraad- en/of debiteurenbeheer dan wel betere betalings-condities van toeleveranciers hebben alleen in deze twee subsectoren zorggedragen voor een effi ciëntere cyclus van voorraden, debiteuren en crediteuren.

Detailhandelu In de detailhandel worden de producten aangeboden aan de eindgebruiker. Ongeveer 80.000 ondernemingen zijn in de detailhandel actief. Bijna alle ondernemingen in dit subcluster zijn MKB-bedrijven. In de detailhandel worden de gekochte goederen vrijwel direct contant betaald. Het aantal debiteurendagen ligt derhalve laag. Alleen de sectoren duurzame consumptiegoederen en luxe duurzame consumptiegoederen hebben te maken met een hoger aantal debiteurendagen. Wat betreft crediteurendagen is alleen bij de detailhandel in duurzame consumptiegoederen een uitschieter waar te nemen met 35 dagen. Het aantal voorraaddagen is hoog in de detailhandel, behalve bij de detailhandel in voedings- en genotsmiddelen. Bij de detail-handel in voedings- en genotsmiddelen ligt dit aantal dagen lager door de houdbaarheid van de producten. De sector luxe duurzame consumptiegoederen heeft 162 voorraad-dagen: luxe goederen blijven doorgaans langer in voorraad vanwege de hogere aanschafprijs en de aankoopbeslissing die hieraan vooraf gaat. De cash conversion cycle is alleen positief in de detailhandel van duurzame consumptiegoe-deren (zie appendix).

Voedings- en genotsmiddelen

Kleding, sport- en kampeerartikelen

Gebruiksartikelen

Luxe duurzame consumptiegoederen

Duurzame comsumptiegoederen

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen1 1

3 5

1 0 1

9

2 8

1 6 2

1

2 1

8 9

1

1 3

1 0 7

0

2 2

1 5

0 5 0 1 0 0 1 5 0 2 0 0

Figuur 15a: sectoren in Groothandel

Voedings- en genotsmiddelen

Machines en apparaten

Kleding, sport- en kampeerartikelen

Hout en bouwmatrialen

Grondstoffen en halffabrikaten

Gebruiksartikelen

Luxe duurzame consumptiegoederen

Duurzame consumptiegoederen

Computers en bedrijfsmeubilair

Agrarische producten en vee

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen

2 4

1 0

6

5 2

4 2

4 0

4 2

3 5

8 7

4 4

2 8

1 2 1

3 8

2 4

3 9

4 5

3 2

3 5

4 2

2 9

7 9

2 7

2 0

7 6

4 8

4 8

7 8

3 5

2 8

2 4

0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0 1 4 0

Figuur 15b: sectoren Detailhandel

Page 25: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 25 / 35

Figuur 15c: sectoren overige handel

Verhuur van en handel in onroerend goed

Distributie van farmaceutische producten

Distributie en reparatie van bedrijfsauto’s

Distributie en reparatie van auto’s, motorfietsen

Autoservicebedrijven

Voorraaddagen

Crediteurendagen

Debiteurendagen7

7

1 2

8

2 2

6 3

2 3

1 4

5 7

3 5

3 7

2 8

2 0

0

0

0 1 0 2 0 3 0 4 0 5 0 6 0 7 0

Overige handelu De voorraaddagen bij zowel de distributie en reparatie van auto’s en motorfi etsen als de distributie en reparatie van bedrijfsauto’s (respectievelijk 63 en 57 dagen) liggen hoog. Dit komt voornamelijk doordat de producten in deze sectoren een langere doorlooptijd kennen. Voor de eindgebruiker gaat hier een investeringsbeslissing aan vooraf die enige tijd in beslag kan nemen. Bij de verhuur en handel in onroerend goed staat het aantal voorraaddagen op nul. De portefeuille van onroerend goed objecten in beheer van een individueleonderneming in deze sector wordt doorgaans niet tot zijn voorraad gerekend. Het aantal crediteurendagen bij de distributie van farmaceutische producten ligt op 37 dagen. Ten opzichte van de clustermediaan (25 dagen, zie fi guur 15) is dit een groot verschil. Het aantal debiteurendagen in deze sector ligt eveneens hoog op 35 dagen. De autoservice-bedrijven presteren over de hele linie positief: een balans tussen de debiteuren- en de crediteurendagen, een beperkt aantal voorraaddagen van 12 resulteren in een positieve cash conversion cycle. Ook de sectoren distributie van farmaceu-tische producten en de verhuur van en handel in onroerend goed hebben een positieve cash conversion cycle: de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren heeft bijgedragen aan een positieve kasstroom (zie appendix).

Page 26: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 26 / 35

4. Eindbeschouwingu In Nederlandse ondernemingen zitten veel middelen vast in de debiteuren en voorraden en leggen zodoende beslag op het beschikbare kapitaal in een onderneming. Het is dus van belang dat Nederlandse ondernemingen gebruik maken van de informatie die beschikbaar is uit de fi nanciële verslaglegging en daar tevens naar handelen. Het verschil tussen de vlottende activa en vlottende passiva en inzicht in de cash conversion cycle geeft het management een beeld van het werkkapitaal.

Werkkapitaal in BV Nederlandu De debiteuren van het Nederlandse bedrijfsleven betalen na 42 dagen. Het Nederlandse bedrijfsleven betaalt daarentegenzijn toeleveranciers na 41 dagen. De voorraad ligt 43 dagen opgeslagen voordat het de gebruiker bereikt. Hieruit volgt dat het werkkapitaal van BV Nederland 44 dagen bedraagt, omgerekend komt dit overeen met 125,2 miljard euro. Door het aantal debiteuren- en crediteurendagen te verlagen met respectievelijk 10% en 5%, kan het werkkapitaal volgens ABN AMRO worden gereduceerd met 6,1 miljard euro. Er zit dus een aanzienlijk bedrag aan werkkapitaal vast in BV Nederland. Een onderneming die gaat sturen op werkkapitaal, kan op relatief eenvoudige wijze de kasstromen van de onderneming versnellen.

Managen van de werkkapitaalpositieu Optimalisatie van het werkkapitaal staat hoog op de agenda in het bedrijfsleven. In het grootbedrijf geeft 80% van de ondernemingen aan dat gepoogd wordt het werkkapitaal te optimaliseren. Een meerderheid van de grootbedrijven, 56%, geeft hier zelfs grote prioriteit aan. Bij MKB-bedrijven is de aandacht voor werkkapitaal minder aanwezig: ongeveer eenderde geeft er prioriteit aan. Toch is ook hier het besef aan het ontstaan dat werkkapitaalmanagement van groot belang is.

In onderstaande fi guur staan drie verbeteringsmogelijkheden voor optimalisatie van werkkapitaal, inclusief een aantal concrete acties.

Figuur 16: Verbetering van de werkkapitaalpositie van de onderneming

Verlagen van de post debiteuren

Verlagen/ optimaliseren van de voorraadpositie

Onderhandelen met crediteuren

a Betalingscondities en debi-teurenbeleid

a Credit check bij debiteuren

a Wijze van factureren (bv. elektronisch) en innen (bv. incasso)

a Verbetering van aftersales

a Verbeteren van de interne processen rondom debiteu-renbeheer (bv. automatise-ring, factuurbeleid)

a Verminder voorraad door overbodige, niet verkoop-bare voorraad van de hand te doen

a Verminderen van de voor-raadoppervlakte

a Flexibel productieproces en doorlooptijden

a Optimaliseren van de betalingscondities

a Leverancierskrediet (duur) versus betalingskorting (goedkoop)

a Elektronische verwerking van inkomende facturen

a Verbetering / automatisering van crediteurenbetaling

Page 27: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 27 / 35

u Verbetering van de werkkapitaalsituatie van de onderneming kan op drie manieren: 1) verlagen van de post debiteuren,2) verlagen van de voorraad, en 3) onderhandelen met crediteuren voor betere voorwaarden. Overkoepelend geldt: werkkapitaalmanagement is ‘just-in-time’ management van cash.

u Om te voorkomen dat nieuwe klanten wanbetalers worden, kan de onderneming de klant screenen op historisch betalingsgedrag. Via internet en offi ciële instanties is veel informatie beschikbaar. Ook bij bestaande klanten kan de kans op wanbetalers worden verkleind indien de onderneming zijn relatiebeheer effi ciënt inricht. Knelpunten kunnen zodoende vroegtijdiger worden gesignaleerd en het fi nancieel management heeft de gelegenheid om gepaste actie te ondernemen. Daarnaast is bijvoorbeeld automatisering van het debiteurenbeheer een manier om de effi ciency te verhogen. Tevens kan gedacht worden aan het uitbesteden van het debiteurenbeheer. Uit dit rapport blijkt dat zowel het grootbedrijf als het MKB reeds actie hebben ondernomen om het debiteurenbeheer te verbeteren (door bijvoorbeeld automatisering). Voor zowel grootbedrijven als voor MKB-bedrijven zijn debiteurendagen de belangrijkste ratio om werkkapitaal te sturen.

u Voorraad kan worden verminderd door overbodige producten van de hand te doen. Ook kan gedacht worden aan het verkleinen van de fysieke voorraadruimte: hoe minder ruimte beschikbaar, des te noodzakelijker een effi ciënte afstem-ming van vraag en aanbod. Flexibel inrichten van het productieproces is een andere optie waarbij op eenvoudige wijze geanticipeerd kan worden op pieken en dalen in de marktvraag.

u Bij de crediteuren moeten de onderhandelingsposities ingenomen worden. Bij een goede relatie tussen afnemer en leverancier kunnen gesprekken eindigen in gunstige betalingscondities voor de afnemer. Hierbij kan gedacht worden aan een verlaging van de inkoopprijs, kortingen, gunstiger leverancierskredieten en verbreding van de betalingster-mijnen. Ook hier kan automatisering voordelen opleveren. Tijdige signalering van betalingstermijnen is van groot belang. Zowel het grootbedrijf als het MKB hebben aangegeven dat de interne processen rondom credit management onlangs zijn verbeterd om het werkkapitaal te optimaliseren.

Werkkapitaalratio’s verdeeld naar Nederlandse clustersAfnemers van ondernemingen uit het cluster dienstverlening betalen na 54 dagen. Ook afnemers uit de sector kapitaal-goederen uit het cluster Industrie betalen na 54 dagen. Hiermee zijn beide uitschieters voor wat betreft het aantal debi-teurendagen betreft.

Tabel 7: werkkapitaalratio’s in de verschillende clusters

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen CCCu Agrifood business 28 40 27 -u Bouwnijverheid 52 56 22 -u Industrie, waaronder: 52 61 74 -u Kapitaalgoederen 54 66 70 -u Chemische industrie 49 46 69 -u Overige industrie 51 56 80 -u Transport 50 58 0 -u Dienstverlening 54 34 0 -u Handel, waaronder: 30 25 55 -u Groothandel 40 28 57 -u Detailhandel 1 23 77 -u Overige handel 12 24 43 -u Mediaan ABN AMRO Database11 42 41 43 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

11 Getoonde medianen in deze rij zijn berekend op basis van alle clusters in Nederland.

Page 28: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 28 / 35

u Bij het cluster dienstverlening gaat het veelal om langlopende projecten, waarbij de factuur na afronding van het project wordt voldaan. Detailhandel heeft het minste aantal dagen bij zowel debiteuren- als crediteurendagen. Bij de crediteu-rendagen is het subcluster kapitaalgoederen de uitschieter naar boven met 66 dagen. De overige industrie heeft het meeste aantal voorraaddagen, terwijl de clusters transport en dienstverlening geen voorraaddagen hebben.

De cash conversion cycle (CCC) kan het ene jaar een positief getal zijn en het volgende jaar kan het een negatief getal zijn. Dit getal geeft de wijziging aan van het werkkapitaal van het ene jaar (bijv. 2005) ten opzichte van het vorige jaar (bijv. 2004). Deze CCC is in alle genoemde clusters negatief. Echter, de cash conversion cycle is in sommige sectoren wel positief (zie ook appendix). In deze sectoren zijn ondernemingen in staat geweest om de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren ten opzichte van het voorgaande jaar effi ciënter in te richten. Het gaat achtereenvolgens om de volgende sectoren:

u vervaardiging van chemische specialiteiten,u vervaardiging van producten van rubber en kunststof,u dienstverlening ten behoeve van vervoer,u groothandel voor computers en bedrijfsmeubilair,u groothandel voor luxe duurzame consumptiegoederen,u autoservicebedrijven,u distributie van farmaceutische producten,u en verhuur van en handel in onroerend goed.

u Indien de cash conversion cycle negatief is, dan is de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren over het algemeen minder effi ciënt gaan presteren ten opzichte van het voorgaande jaar. Hierdoor heeft de cyclus geen bijdrage geleverd aan een betere cashpositie. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het fi nancieel management van ondernemingen. Door meer aandacht te schenken aan het managen van werkkapitaal is de onderneming in staat om besparingen te realiseren en op deze manier de cashpositie positief te beïnvloeden.

Page 29: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 29 / 35

APPENDIX

Tabellen bij hoofdstuk 3: clusters, subclusters en sectorenu Een tweetal clusters is opgesplitst in een aantal subclusters. Het betreft het cluster Industrie (met de subclusters kapitaalgoederen, chemische industrie en overige industrie) en het cluster Handel (met de subclusters groothandel, detailhandel en overige handel). Vervolgens hebben we per cluster (en subcluster) een aantal sectoren onderscheiden. De resultaten worden gepresenteerd in tabellen en zijn alle afkomstig uit de cliëntendatabase van ABN AMRO. Per cluster (en subcluster) is de mediaan12 berekend voor de debiteuren-, de crediteuren- en de voorraaddagen. Deze mediaan heeft betrekking op alle waarnemingen in het bewuste cluster in de ABN AMRO database. Vervolgens zijn binnen elk cluster/subcluster enkele sectoren centraal gesteld. De sectoren zijn een selectie van een breed databestand van ABN AMRO. Tevens is de ontwikkeling van de cash conversion cycle (CCC) per cluster, subcluster en sector opgenomen. In de tabel-len is de ontwikkeling van deze CCC opgenomen als een minteken dan wel een plusteken. Een plusteken betekent dat de cash conversion cycle een positief effect heeft gehad op de kasstroom (geld is vrij gekomen). Een minteken betekent dat de cash conversion cycle een negatief effect heeft gehad op de kasstroom (geld is vast gaan zitten). In dit laatste geval hebben ondernemingen de voorraden en debiteuren in mindere mate kunnen fi nancieren met ontvangen leveran-cierskrediet.

Agrifood businessu Het cluster Agrifood business bevat ondernemingen die actief zijn in de voedingsindustrie zoals bakkerijen maar ook diervoederbedrijven en ondernemingen die actief zijn in de akkerbouw. Daarnaast bevat het cluster ondernemingen die actief zijn in de tuinbouw zoals rozenkwekerijen en tevens zeevisserijen en palingkwekerijen, slach-terijen en vleesver-werkingsbedrijven.

Tabel 8: werkkapitaal cluster Agrifood Business

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Voedings- en

genotsmiddelen38 38 42 -

u Akkerbouw en bosbouw 49 54 37 +u Tuinbouw 4 42 79 -u Visserij, kweken van vis 14 15 10 +u Slachterijen en vleesver-

werking35 43 39 -

u Cluster mediaan 28 40 27 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Bouwnijverheidu De bouwnijverheid bestaat uit de burgerlijke- en utiliteitsbouw (aannemers B&U), grond-, weg- en waterbouw (GWW-sector), bouwinstallatiebedrijven en de afwerkers van gebouwen (zoals stukadoors en schilders e.d.). In de bouwnijverheid zijn ongeveer 75.000 ondernemingen actief, waarvan ongeveer 40% in de B&U-bouw.

12 De mediaan is de middelste waarneming van een reeks. In geval van een groot aantal waarnemingen is het doorgaans betrouwbaarder om de mediaan te verkiezen boven het gemiddelde, aangezien de mediaan minder gevoelig is voor uitschieters binnen een reeks en dus zodoende een realistischer beeld wordt geschetst.

Page 30: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 30 / 35

u Uit het cluster bouwnijverheid worden vier verschillende sectoren bekeken, te weten de aannemers en de gespeciali-seerde aannemers, de architecten en de sector met betrekking tot de winning van zand en grind. Met aannemers worden zowel de hoofd- als onderaannemers bedoeld. Gespecialiseerde aannemers zijn aannemers die zich hebben gespe-cialiseerd in een bepaald onderdeel van de bouw, veelal met een technisch deskundige achtergrond (zoals betonstaal-verwerking, dakbedekking, e.d.). Bij de winning van zand en grind, wordt het grind hoofdzakelijk gebruikt in de beton-industrie en het gebroken grind wordt veelal verwerkt in asfalt. Het gewonnen zand wordt doorgaans in de bouw gebruikt.

Tabel 9: werkkapitaal cluster Bouwnijverheid

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Aannemers 46 54 16 +u Gespecialiseerde

aannemers56 59 27 -

u Architecten 60 67 9 -u Winning van zand,

grind, e.d.41 47 43 -

u Cluster mediaan 52 56 22 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Industrieu Het cluster industrie is opgedeeld in drie verschillende subclusters: kapitaalgoederen, chemische industrie en overige industrie. In het subcluster kapitaalgoederen is de zware industrie vertegenwoordigd met daarin de sectoren metaal-bewerking en -verwerking, machineconstructie en de productie van transportmiddelen. Bij de chemische industrie hebben we drie specifi eke sectoren centraal gesteld: de basischemie, chemische specialiteiten en de vervaardiging van producten van rubber en kunststof. In de categorie ‘overige industrie’ komt een aantal sectoren aan de orde uit de grafi sche industrie en de hout- en meubelindustrie, maar ook uit de vervaardiging van duurzame consumptiegoederen en de vervaardiging van glas- en aardewerk.

Voor het cluster industrie als geheel staat het aantal debiteurendagen op 52. Het aantal crediteurendagen ligt op 61 en het aantal voorraaddagen is 74. De cash conversion cylce voor het cluster industrie als geheel is negatief, wat betekent dat de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren geld heeft vastgehouden.

Figuur 17: het aantal debiteurendagen, crediteurendagen en voorraaddagen (mediaan) voor het cluster industrie inclusief de subclusters

Debiteurendagen

5 4

4 9

5 1

4 6

4 8

5 0

5 2

5 4

5 6

K a p i t a a lg o e d e r e n C h e m is c h e in d u s t r ie O v e r ig e in d u s t r ie

De mediaan van het cluster industrie ligt op 52 (oranje lijn). In de fi guur zien we dat alleen het sub-cluster kapitaalgoederen hoger scoort (54).

Crediteurendagen

K a p i t a a l g o e d e r e n C h e m is c h e in d u s t r ie O v e r i g e in d u s t r ie

0

10

20

30

40

50

60

70

6 6 4 6 5 6

In het geval van crediteurendagen ligt de mediaan voor het gehele cluster op 61.

Page 31: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 31 / 35

Voorraaddagen

7 06 9

8 2

6 0

6 5

7 0

7 5

8 0

8 5

K a p i t a a lg o e d e r e n C h e m is c h e in d u s t r ie O v e r ig e in d u s t r ie

Voorraaddagen liggen voor industrie op 74. De subclusters kapitaalgoederen en chemische industrie zitten met hun voorraaddagen onder deze mediaan; de overige industrie zit op 82 dagen.

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Kapitaalgoederenu De kapitaalgoederenindustrie omvat ongeveer 4.500 ondernemingen. Het overgrote deel (95%) kan worden gerekend tot het midden- en kleinbedrijf; de overige 5% behoort tot het grootbedrijf. Kenmerkend voor deze sector is het hoge aantal voorraaddagen: halffabrikaten en producten blijven doorgaans lang in voorraad.

Tabel 10: werkkapitaal cluster Kapitaalgoederen

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Metaalbewerking 54 78 67 -u Vervaardiging van machines

e.d. voor algemeen gebruik60 63 93 -

u Vervaardiging van machines voor specifi eke sectoren

49 68 94 -

u Vervaardiging van transport-middelen over weg

52 64 66 -

u Vervaardiging van producten van metaal

54 73 68 -

u Cluster mediaan 54 66 70 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Chemische industrieu Binnen dit subcluster worden twee verschillende sectoren onderscheiden: vervaardiging chemische specialiteiten en producten van rubber en kunststof. In de rubber- en kunststofi ndustrie zijn zowel veel middelgrote als veel kleine ondernemingen actief. Afnemers van deze sector zijn voornamelijk industriële bedrijven.

Tabel 11: werkkapitaal cluster Chemische industrie

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Vervaardiging van

chemische specialiteiten48 46 69 +

u Vervaardiging van producten van rubber en kunststof

48 62 108 +

u Cluster mediaan 49 46 69 +

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Page 32: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 32 / 35

Overige industrieu In de overige industrie zijn zes sectoren onderscheiden: drukkerijen (grafi sche industrie), houtindustrie, vervaardiging van glas- en aardewerk en vervaardiging kleding, textiel, leer en lederwaren, meubelindustrie en de papierindustrie.

Tabel 12: werkkapitaal cluster Overige industrie

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Drukkerijen en aanverwante

activiteiten59 98 49 -

u Houtindustrie 47 58 74 -u Vervaardiging van glas-,

aardewerk, e.d.55 55 95 -

u Vervaardiging van kleding, textiel, leer en lederwaren

42 38 124 -

u Vervaardiging van meubels 46 45 52 -u Vervaardiging van papier en

karton46 54 80 -

Cluster mediaan 51 56 82 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Transportu Onder transport vallen verschillende vervoersmodaliteiten. De meest bekende vervoersmodaliteiten zijn wegtransport, scheepvaart, spoorwegen, luchttransport, maar in dit cluster is bijvoorbeeld ook de pijp- en kabeltransport opgenomen. Binnen deze vervoersmodaliteiten zijn vervolgens verschillende sectoren te onderscheiden. In dit rapport komen bij het cluster transport vier sectoren aan de orde, te weten binnenvaart, zeevaart, goederenvervoer over land en dienstverlening ten behoeve van vervoer (ook wel logistieke dienstverlening zoals opslag, overslag, verladers en expediteurs).

Tabel 13: werkkapitaal cluster Transport

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Binnenvaart 35 38 3 -u Zeevaart 32 29 0 -u Dienstverlening t.b.v. vervoer 53 63 0 +u Goederenvervoer over land 55 71 2 -

Cluster mediaan 50 58 0 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Page 33: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 33 / 35

Dienstenu Het cluster dienstverlening omvat zowel de commerciële dienstverlening (zoals accountancydiensten, consultancy-diensten, veiligheidsdiensten, architecten- en ingenieursbureaus, uitzendbureaus en rechtskundige dienstverlening), als de persoonlijke dienstverlening (zoals wasserijen, kappers, schoonheidssalons en uitvaartbedrijven). De commerciële dienstverlening levert voornamelijk diensten aan ondernemingen. De persoonlijke dienstverlening is voornamelijk gericht op de particuliere markt.

Tabel 14: werkkapitaal cluster Dienstverlening

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Commerciële dienstverlening 55 18 0 -u Persoonlijke dienstverlening 12 10 0 -

Cluster mediaan 54 34 0 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Handelu Het cluster handel is opgedeeld in drie subclusters: groothandel, detailhandel en overige handel. In totaal worden de resultaten van 20 verschillende sectoren uit deze drie subclusters getoond. Voor het cluster handel als geheel staat het aantal debiteurendagen op 30. Het aantal crediteurendagen ligt op 25 en het aantal voorraaddagen is 55. De cash conversion cycle voor het cluster handel als geheel is negatief, wat betekent dat de cyclus van debiteuren, voorraden en crediteuren geld heeft vastgehouden.

Figuur 18: het aantal debiteurendagen, crediteurendagen en voorraaddagen (mediaan) voor het cluster handel inclus-ief de subclusters

Debiteurendagen

4 0

1 1 20

1 0

2 0

3 0

4 0

5 0

G r o o t h a n d e l D e t a i lh a n d e l O v e r ig e h a n d e l

In de groothandel ligt het aantal debiteurendagen hoger dan de clustermediaan (30). In de detail-handel wordt doorgaans contant betaald, waar-door het aantal dagen op één ligt.

Crediteurendagen

2 8

2 32 4

0

5

1 0

1 5

2 0

2 5

3 0

G r o o t h a n d e l D e t a i lh a n d e l O v e r ig e h a n d e l

Alle subclusters hanteren ongeveer een zelfde aantal dagen om toeleveranciers te betalen. Alleen de groothandel ligt drie dagen boven de cluster-mediaan (25).

Voorraaddagen

5 7

7 7

4 3

0

2 0

4 0

6 0

8 0

1 0 0

G r o o t h a n d e l D e t a i lh a n d e l O v e r ig e h a n d e l

Opvallend is dat de detailhandel veel voorraad-dagen heeft: 22 dagen boven de clustermediaan (55). De groothandel en de overige handel hebben respectievelijk 57 en 43 dagen voorraad.

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Page 34: Rapport Werkkapitaal in Nederland

Working Capital

pagina 34 / 35

GroothandelIn dit subcluster zijn ondernemingen actief die goederen verhandelen. De goederen worden geleverd aan bedrijven en dit zijn niet de eindgebruikers van de producten: de groothandel is de schakel tussen de producerende en de verwer-kende bedrijven.

Tabel 15: werkkapitaal cluster Groothandel

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Agrarische producten en vee 24 10 6 -u Computers en bedrijfs-

meubilair52 42 40 +

u Duurzame consumptie-goederen

42 35 87 -

u Luxe duurzame consumptie-goederen

44 28 121 +

u Gebruiksartikelen 38 24 39 -u Grondstoffen en

halffabrikaten45 32 35 -

u Hout en bouwmaterialen 42 29 79 -u Kleding, sport- en kampeer-

artikelen27 20 76 -

u Machines en apparaten 48 48 78 -u Voedings- en genotsmid-

delen35 28 24 -

Cluster mediaan 40 28 57 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Detailhandelu Vijf verschillende sectoren worden in de detailhandel bekeken, waarvan vier sectoren uit de non-food en één sector uit de food.

Tabel 16: werkkapitaal cluster Detailhandel

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Duurzame consumptie-

goederen11 35 101 +

u Luxe duurzame consump-tiegoederen

9 28 162 -

u Gebruiksartikelen 1 21 89 -u Kleding, sport- en

kampeerartikelen1 13 107 -

u Voedings- en genots-middelen

0 22 15 -

Cluster mediaan 1 23 77 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Page 35: Rapport Werkkapitaal in Nederland

pagina 35 / 35

Overige handelu In dit subcluster worden vijf sectoren behandeld. Het betreft de autoservicebedrijven, ondernemingen die actief zijn in de distributie en reparatie van auto’s, motorfi etsen en bedrijfsauto’s, de distributie van farmaceutische producten en de verhuur van en handel in onroerend goed.

Tabel 17: werkkapitaal cluster Overig Handel

Debiteurendagen Crediteurendagen Voorraaddagen Cash conversion cycleu Autoservicebedrijven 7 7 12 +u Distributie en reparatie

van auto’s, motorfi etsen8 22 63 -

u Distributie en reparatie van bedrijfsauto’s

23 14 57 -

u Distributie van farmaceu-tische producten

35 37 28 +

u Verhuur van en handel in onroerend goed

20 0 0 +

Cluster mediaan 12 24 43 -

Bron: ABN AMRO – Sector Research

Page 36: Rapport Werkkapitaal in Nederland