Publishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s ... · PDF fileveer 600 na Chr.,...

3

Click here to load reader

Transcript of Publishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s ... · PDF fileveer 600 na Chr.,...

Page 1: Publishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s ... · PDF fileveer 600 na Chr., toen indianen van de ... Bastiaan D. van der Velden, Ik lach met Grotius, en alle die prullen

BOEKBESPREKING

Bastiaan D. van der Velden, Ik lach met Grotius, en alle dieprullen van boeken. Een rechtsgeschiedenis van Curaçao, CaribPublishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s

Mr. K. Frielink *

In het persbericht dat bij de verschijning van ditboek is uitgegeven staat de verklaring van de titel:‘“Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boe-ken”, aldus reageerde WIC-directeur Jan Gales, nadathij voor de zoveelste maal blijk had gegeven van zijnafkeer van juridische procedures en wederomenkele tegenstanders had laten opsluiten zonderenige vorm van proces – een minachting voor hetrecht die typerend is voor het bestuur tijdens deperiode van de West Indische Compagnie.’Het recenseren van een rechtshistorisch boek isvoor een niet-historicus een hachelijke zaak. Hetblijft dan ook bij enkele persoonlijke observatiesvan een geïnteresseerde lezer. Aan het boek zelfwordt daarmee geen recht gedaan, maar dat is nueenmaal inherent aan een dergelijke exercitie.We weten niet wat we niet weten. Het ontbreekt onsaan het geestelijke vermogen, aan tijd en aan demogelijkheden om de wereld van vandaag volledigof zelfs maar voor een substantieel deel in ons op tenemen. Van de geschiedenis, waarvan slechts flar-den tot ons komen, weten we nog minder. Van derVelden stond dan ook voor een grote uitdaging toenhij aan zijn boek over de rechtsgeschiedenis vanCuraçao begon. In de subtitel wordt overigens nietover ‘de’ maar over ‘een’ rechtsgeschiedenis gespro-ken. Met de subtitel wil de schrijver waarschijnlijkaangeven dat het uiteindelijk toch ook de schrijverzelf is die door interpretatie, selectie en ordeningvan feiten en gegevens bepaalt hoe de door hembeschreven ‘geschiedenis’ eruit ziet.

* Mr. K. Frielink is advocaat en partner bij SpigthoffAdvocaten & Belastingadviseurs.

De rechtsgeschiedenis begint in dit boek bij onge-veer 600 na Chr., toen indianen van de stam van deCaquetíos of Caiquetíos zich op Curaçao vestigden.De Caquetíos maakten deel uit van de overkoepe-lende Arawak-taalgemeenschap. Bij de Arawakkenwas sprake van een multiculturele samenlevingwaarin verschillende stammen niet naast elkaar leef-den, maar juist samengingen om nieuwe eenhedente vormen waardoor interetnische conflicten kon-den worden opgelost. Helaas leren mensen maarweinig van de geschiedenis. Mede omdat er (grens-overschrijdend) handel werd gedreven moet, zowordt geconcludeerd, sprake zijn geweest van eenzekere organisatiegraad en moeten er rechtsge-woonten hebben bestaan.Van der Velden behandelt vervolgens de Spaanseperiode (1499-1634). Hij bespreekt kort maar helderde politieke, juridische, religieuze en bestuurlijkesituatie op het Europese continent alsmede de kolo-nisatie van gebieden elders in de wereld. Meldingwordt niet alleen gemaakt van Christoffel Columbusals ontdekkingsreiziger, maar evenzeer van hettirannieke bestuur dat hij over de nieuwe territoriavoerde en de misstanden waarvoor hij verantwoor-delijk was.De Spanjaarden namen Curaçao in 1499 in bezit,maar bliezen in 1634 de aftocht nadat de Hollanderskans hadden gezien met 180 matrozen en 250 sol-daten de Sint Annabaai binnen te varen en aldus debezetting van Curaçao over te nemen. De ongeveerdertig aanwezige Spanjaarden werden met eengroot deel van de indianen naar Venezuela overge-bracht. De eerste jaren deed Curaçao vooral alsmarinehaven dienst. De West-Indische Compagnie

46 Caribisch Juristenblad 2012 (2) 1

Dit artikel uit Caribisch Juristenblad is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Page 2: Publishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s ... · PDF fileveer 600 na Chr., toen indianen van de ... Bastiaan D. van der Velden, Ik lach met Grotius, en alle die prullen

Bastiaan D. van der Velden, Ik lach met Grotius, en alle die prullen van boeken. Een rechtsgeschiedenis van Curaçao, Carib Publishing 2011 (ISBN 978 90

8850 162 3), 368 pagina’s

(WIC), opgericht op 6 juni 1621, bestuurde Curaçao.De WIC was een publiek-private samenwerkingbedoeld om in ‘de West’ handelsposten op te zetten.De WIC stond onder gezag van de Staten-Generaalvan de Verenigde Provincies, kreeg de uitoefeningvan staatstaken toebedeeld en had de plicht totinformatieverstrekking aan de Staten-Generaal. Dedirecteur Curaçao van de WIC oefende het opperstegezag uit namens de WIC en de Staten-Generaal,inclusief politie en justitie. Hij was tevens verant-woordelijk voor Aruba en Bonaire. Bekende direc-teuren zijn Johan van Walbeeck en Peter Stuyvesant.Tijdens het directeurschap van laatstgenoemdewerd Curaçao ten dienste van de economie vanNieuw Nederland (het latere New York) gebruikt enmoesten voor die kolonie slaven en paarden wordenverworven.Van 1635 tot 1815 was op Curaçao niet sprake vaneen scheiding der machten. Onder leiding van dedirecteur werd het eiland bestuurd door een raad diezowel bestuur, rechtspraak en wetgeving tot taakhad, als beslissingen over oorlog, handel en finan-ciën. Er zaten onder de verschillende directeurennogal wat mensen die vooral bezig waren om oponwettige wijze hun eigen zakken te vullen of diezich als een tiran gedroegen. Minachtend gedrag vanofficieren tegenover de inheemse bevolking kwamook geregeld voor. In deze periode was sprake vanernstige tekortkomingen in de rechtspraak: ondui-delijkheid over het toepasselijk recht, het bijna ont-breken van appèlmogelijkheden, rechtspraak doorleken en de afwezigheid van advocaten (praktizijnsgeheten).Ten tijde van de oprichting van de WIC werd de sla-venhandel nog als immoreel beschouwd. Er waszelfs theologisch advies ingewonnen, waarin werdgeconcludeerd dat de WIC zich hiermee niet moestinlaten. In 1634 geeft de WIC echter het bevel om deslaven die zich bevonden op van de Spanjaardengekaapte schepen op Curaçao te verzamelen. Debedenkingen tegen slavernij verdwenen toen bleekdat er goed geld aan slavenhandel was te verdienen.Rond ongeveer 1660 was Curaçao uitgegroeid tothet centrum van slavenhandel voor de omliggendeSpaanse, Franse en Engelse koloniën. Kort daarna

nam de WIC de handel en het transport van slavenin eigen handen en sloot daartoe in 1662 een over-eenkomst (asiento genoemd) met een handelshuis inGenua. In 1778 kwam de slavenhandel die via Cura-çao liep tot stilstand, niet vanwege ethische bezwa-ren, maar mede door concurrentie van de Engelsenop Jamaica.Aan geschillenbeslechting binnen de eigen groepzijn twee hoofdstukken gewijd, één hoofdstuk gaatover de slaven en één over de Joden. Wat de slavenbetreft zijn er geen bronnen beschikbaar die duide-lijke aanwijzingen kunnen geven voor de wijze vaninterne geschillenbeslechting, maar aan de hand vanvoorbeelden in diverse andere landen krijgt men weleen beeld van de manier waarop die zou kunnenhebben plaatsgevonden. Bij de Joden bestaat de ver-plichting om geschillen binnen de eigen gemeen-schap intern te beslechten. Andere geschillen kun-nen aan de gewone rechter worden voorgelegd.Onder voorwaarden kregen Joodse immigranten opCuraçao toestemming van de WIC om onderlinghun rechtsgeschillen te regelen.Voor een (substantieel?) deel van de door Van derVelden geraadpleegde bronnen zal waarschijnlijkgelden dat die de geschiedenis vanuit het westerseperspectief bekijken. Je hoort nog wel eens de kri-tiek dat er geen of te weinig publicaties van ‘eigenbodem’ zijn. Het is moeilijk in te schatten hoe hetbeeld er dan uit zou zien. Degene die in de geschie-denis duikt en daar verslag van probeert te doen,kan immers op zijn best aan de hand van ‘brokjes’informatie over en uit het verleden een beeld trach-ten te schetsen, waarbij hij noodzakelijkerwijs uitmoet gaan van tal van veronderstellingen, waarnaanderen op basis van de ‘brokjes’ waarover zijbeschikken en de analyses die zij maken, datgeschetste beeld op hun beurt weer kunnen toetsen.Dit proces blijft zich herhalen. Het zou mooi zijn alshet boek van Van der Velden door historici van‘eigen bodem’ zou worden getoetst, zodat op ditvlak mogelijk een zinvol debat kan plaatsvinden.Van der Velden voelde zich gelukkig niet geremdwat betreft het aankaarten van allerlei wreedhedendie op Curaçao hebben plaatsgevonden, ook al heefthij dat in sterk gecomprimeerde vorm gedaan. Zijn

Caribisch Juristenblad 2012 (2) 1 47

Dit artikel uit Caribisch Juristenblad is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Page 3: Publishing 2011 (ISBN 978 90 8850 162 3), 368 pagina’s ... · PDF fileveer 600 na Chr., toen indianen van de ... Bastiaan D. van der Velden, Ik lach met Grotius, en alle die prullen

Mr. K. Frielink

beschrijving van het uitvoeren van de doodstraf diewas opgelegd aan Tula, die leiding had gegeven aaneen slavenopstand gericht tegen wreedheden en ophet verwerven van vrijheid, is kort, maar deson-danks bijzonder heftig.Naast allerlei andere onderwerpen wordt ook aan-dacht besteed aan Afro-Curaçaose rituelen, zoalsbrua. Brua-rituelen, het door middel van boven-natuurlijke krachten beïnvloeden van de loop derdingen, veelal met gebruikmaking van eenvoudigevoorwerpen (een lint, of een hagedis bijvoorbeeld),konden ook worden aangewend ter beslechting vangeschillen. Door een po of een fles rum voor je deurte plaatsen kon je de buurman of –vrouw met wie jeruzie had intimideren en een eind aan het gescheldmaken. Brua kon evenzeer worden ingezet bij hettrachten te beïnvloeden van de politie of een rechteren bij het handhaven van sociale normen. Bruaspeelde ook een rol bij de slavenopstand op Curaçaoin 1795. Door degenen die in verzet kwamen werdeen magisch drankje gedronken waarbij zij elkaartrouw tot in de dood beloofden.Ten slotte wordt opgemerkt dat kennelijk ook vroe-ger het openbaar belachelijk maken of uitscheldenvan iemand als instrument werd gebruikt om van de(sub)groep afwijkende gedragingen onder controlete houden. Je zou dit, zoals Van der Velden doet,kunnen omschrijven als sociale controle die werktals reguleringsmechanisme, maar het gebruik vandergelijke instrumenten kan ook ‘oneigenlijk’plaatsvinden, bijvoorbeeld om te trachten iemand inzijn democratische rechten en vrijheden te beknot-ten.

Het is een boeiend en veelzijdig boek geworden.Jammer is wel dat Van der Velden geregeld citeertuit Spaanstalige en Franstalige bronnen zonder dezevan een vertaling te voorzien. Een belangrijk deelvan de doelgroep van het boek is deze talen waar-schijnlijk niet machtig, maar zal met een beetjepuzzelen de strekking van de citaten doorgaans welweten te achterhalen.Of het boek aan wetenschappelijke rechtshistori-sche maatstaven voldoet, kan door een op dat vlakniet-geverseerde recensent niet worden beoordeeld.

Het boek is echter rijk aan feiten, uitvoerig gedocu-menteerd, helder geschreven en zonder meer eenaanwinst. Het boek maakt bovendien nog eens pijn-lijk duidelijk dat er geen reden is om met veel trotsterug te kijken op onze (‘vaderlandse’) geschiedenis.Tijdens het lezen waren er vele momenten waaropschaamte en onbegrip de boventoon voerden. Hetwordt dan ook hoog tijd dat we wel van de geschie-denis gaan leren!

48 Caribisch Juristenblad 2012 (2) 1

Dit artikel uit Caribisch Juristenblad is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker