Van hoger hand naar verstedelijkt land •Groep PLP 5 •Susanne Essers •Bram van ’t Hullenaar...
-
Upload
johannes-beckers -
Category
Documents
-
view
216 -
download
0
Transcript of Van hoger hand naar verstedelijkt land •Groep PLP 5 •Susanne Essers •Bram van ’t Hullenaar...
Van hoger hand naar verstedelijkt landVan hoger hand naar verstedelijkt land
• Groep PLP 5• Susanne Essers
• Bram van ’t Hullenaar
• Bastiaan Kok
• Willem Leenders
• Remco Lenssinck
• Mark Spanjers
• Tanguy Vanloqueren
Opzet presentatieOpzet presentatie
• Inleiding• Eerste doel- en vraagstelling• Huidige situatie• Huidige plannen• Visie• Tweede doel- en vraagstelling
• Actoren• Planningssysteem• Wat ging er mis in Gelderland?• Wat ging er mis in Limburg?• Conclusies• Aanbevelingen
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Doel -en vraagstellingDoel -en vraagstelling
Doelstelling:• Het analyseren van de verstedelijking in het gebied Nijmegen-Mook ten
einde inzicht te krijgen in de huidige ruimtelijke problematiek.
Vraagstelling:• Wat is, vanuit de historische ontwikkeling, de huidige situatie en vanuit
de mogelijke toekomstige ontwikkelingen gezien, het probleem dat zich voordoet voor het gebied Nijmegen-Mook?
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
1. Hoe is de ruimtelijke invulling van het gebied Nijmegen-Mook, gezien vanuit de historische ontwikkeling, tot stand gekomen?
2. wat is de ruimtelijke invulling van dit gebied op dit moment, met andere woorden wat is de feitelijke situatie?
3. Hoe ziet het huidige plan met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van dit gebied eruit?
Deelvragen:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
4. Hoe is het verstedelijkingsvraagstuk in het gebied te omschrijven vanuit de volgende invalshoeken?
• het aanééngroeien van de dorpen malden, Molenhoek en Mook en het verlies van hun identiteit hierbij?
• het verlies van landschappelijke-, natuur- en ecologische waarden?• het algemene beleid op het gebied verstedelijking vanuit het rijk?• het creëren van een maatschappelijk duurzame ontwikkeling?• de schaarste aan ruimte zoals die in het gebied Nijmegen-Mook is?• de duurzaamheid?
5. Wat is het standpunt ten aanzien van de verstedelijking van het gebied tussen Nijmegen en Mook. En met welke argumentatie?
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Gebiedsafbakening:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Conclusies huidige situatieConclusies huidige situatie
• De kernen Malden, Molenhoek en Mook dreigen aan elkaar te groeien (langs de rijksweg). Mook en Molenhoek zijn reeds aan elkaar vastgegroeid.
• Deze kernen verliezen hierdoor hun eigen identiteit.• Het landschap is sterk versnipperd geraakt.• De natuur- en landschappelijke waarden zijn geminimaliseerd.• De ruimte is schaars (Maas-Waalkanaal, stuwwallencomplex).• Er komen veel verschillende functies in het gebied voor• De druk op het open- en landschappelijk waardevolle gebieden wordt
groot.
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Maximaal landschappelijk/ ecologisch model• Maximale ruimte voor ecologische en natuurwaarden• Open ruimte dient zo groot mogelijk te blijven• Uitbreidingslocaties voor woningbouw zijn uitgesloten
Verstedelijkingmodel• Maximale verstedelijking van het gebied• Beide gemeenten realiseren in het centrale gedeelte van het gebied een
maximale hoeveelheid woningbouw
Afstemmingsmodel• Afstemming tussen twee voorgaande modellen
Drie modellen ontwikkelingsvisie gemeenten Heumen en Mook en Middelaar:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Maximaal landschappelijk/ ecologisch model• Maximale ruimte voor ecologische en natuurwaarden• Open ruimte dient zo groot mogelijk te blijven• Uitbreidingslocaties voor woningbouw zijn uitgesloten
Verstedelijkingmodel• Maximale verstedelijking van het gebied• Beide gemeenten realiseren in het centrale gedeelte van het gebied een
maximale hoeveelheid woningbouw
Afstemmingsmodel• Afstemming tussen twee voorgaande modellen
Drie modellen ontwikkelingsvisie gemeenten Heumen Drie modellen ontwikkelingsvisie gemeenten Heumen en Mook en Middelaar:en Mook en Middelaar:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
• voorzien lokale woningbehoefte op lange termijn• woningbouw uitbreiding leidt tot vergroting draagkracht voorzieningen• uitbreiding bedrijvigheid levert economische voordelen beide gemeenten• verschillende dagrecreatieve voorzieningen kan zorgen voor diversificatie aan
werkgelegenheid
Belangrijkste argumenten voor uitbreiding woningbouw Belangrijkste argumenten voor uitbreiding woningbouw en bedrijvigheid:en bedrijvigheid:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
• natuur en landschappelijke waarden gaan grotendeels verloren• de ruimtelijke scheiding tussen Malden en Molenhoek verdwijnt, waardoor
verlies identiteit en kleinschaligheid kernen • zichtlijnen verdwijnen• urbane zone ten zuiden van Nijmegen wordt uitgebreid• de overgang tussen nieuwbouw en bedrijvigheid kan problemen opleveren
i.v.m. milieuoverwegingen
Negatieve gevolgen voor sociale en ecologische Negatieve gevolgen voor sociale en ecologische waarden:waarden:
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Geconcentreerd bouwen:• opvang in Vinex locaties (Waalsprong ???)• doel is o.a. het sparen van natuur en landschap
De Ecologische HoofdStructuur:• gering potentieel bouwgebied• bouwen levert veel belangenconflicten op
Beleid rijk en provincieBeleid rijk en provincie
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
• Toekomstbeeld Malden en Mook worden wijken van Nijmegen, verliezen eigen identiteit. Verlies hoogwaardige natuur- ecologische- en landschappelijke waarden.
• Moet er wel gebouwd worden? Waalsprong?• Stedenbouwkundig: door aanééngroeien dorpen verdwijnen zichtlijnen• Duurzaamheid economisch gezien voordelen, ecologisch en sociaal nadelen
zoals verslechterde woonomgeving en slechte verbindingen met groen• Economisch voordeel te halen uit (dag)toerisme• Rijksbeleid: geconcentreerd bouwen in Vinexlocaties (Waalsprong) en EHS.
Waarom geen verdere verstedelijking toelatenWaarom geen verdere verstedelijking toelaten
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Doelstelling: • Het analyseren van de verticale coördinatie van het rijksbeleid naar lagere
overheden, het in kaart brengen van horizontale coördinatie binnen de verschillende planniveaus en het analyseren van de invloed van marktpartijen en belangengroepen op het beleid van de verschillende overheden, ten einde inzicht te krijgen in, welke coördinatiemechanismen en beleid van welke actoren hebben op welke manier het gebied tussen Nijmegen en Mook laten verstedelijken.
Vraagstelling:• Welke coördinatiemechanismen en beleid van welke actoren hebben op
welke manier, het gebied tussen Nijmegen en Mook laten verstedelijken? Op basis van welke argumentatie? En welke aanbevelingen kunnen er aan de verschillende actoren gedaan worden?
Tweede doel- en vraagstellingTweede doel- en vraagstelling
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
1. Welke actoren hebben invloed op de planvorming in het gebied tussen Nijmegen en Mook? En hoe zijn deze actoren in de theorie van Chapin onder te verdelen?
• Belangengroepen • Marktpartijen • Overheden
2. Wat is de invloed van marktpartijen en belangengroepen op de planvorming geweest?
• Wat zijn de belangen van de verschillende belangengroepen en marktpartijen? En hoe is de verhouding van deze belangen ten opzichte van elkaar? (cognitieve aspecten van van der Cammen)
• Welke visie (doelstelling) hebben zij met betrekking tot de probleemsituatie? (cognitieve aspecten)
• Hoe proberen de belangengroepen en de marktpartijen de planvorming te beïnvloeden en hun doelstellingen te kunnen realiseren? (actieaspecten)
• Volgen de belangengroeperingen en de marktpartijen het bestuurlijk-juridisch kader, zoals de WRO en BRO die voorschrijven? (institutionele aspecten)
OnderzoeksvragenOnderzoeksvragen
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
3. Wat zijn de te onderscheiden actoren in het Nederlandse planningssysteem en hoe vindt de horizontale en verticale coördinatie tussen de verschillende actoren hierin plaats?
• Hoe beschrijven De Gier, Van Zundert e.a. het Nederlandse planningssysteem?
• Wat zijn de taken van de verschillende overheden? (cognitieve aspecten)• Welk overheidsbeleid geldt als toetsingskader voor deze actoren?
(institutionele aspecten)• Wat zijn de mogelijkheden voor deze overheden om te kunnen interveniëren
binnen de te volgen procedures? (actieaspecten)
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
4. Welke coördinatiemechanismen en welk beleid zouden op welke manier, met betrekking tot het bereiken van een duurzame ontwikkeling, kunnen falen?
• De gevolgde procedure voor de goedkeuring van een bestemmingsplan.• De mate van flexibiliteit van het beleid.• De interpretatie van het streekplan.• De toetsing van bestemmingsplannen.• De communicatie tussen de verschillende overheden• De doorwerking van inhoudelijk beleid van hogere overheden naar lagere
overheden.
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
5. Welke plannen hebben mede gezorgd voor de verstedelijking in het gebied tussen Nijmegen en Mook? En wat is de inhoud van deze plannen?
• Jachthuis III 1990• Hoogenhof 1993• Maasveld 1990• Maasveld-Maasstaete 1996
6. Welke coördinatiemechanismen en het beleid van welke actoren hebben op welke manier gefaald, binnen de horizontale en/of verticale coördinatie, in het bereiken van een duurzame ontwikkeling van het gebied tussen Nijmegen en Mook?
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
De actorenDe actoren
Drie soorten actoren bij ruimtelijke planning:• marktpartijen• belangengroeperingen• overheid planningsstelsel
• (Chapin, 1995)
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
MarktpartijenMarktpartijen
Gemeenten hebben dus twee rollen:• enerzijds opkomen voor belangen burgers,
• anderzijds verdienen aan gronduitgifte
Standpunten gemeenten:
Heumen rond 1990: alle gronden die eventueel voor woningbouw in aanmerking komen moeten met alle macht volgebouwd worden
Mook en Middelaar: verdiensten uit de gronduitgiften kunnen worden gebruikt voor het bekostigen van alle voorzieningen
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
BelangengroepenBelangengroepen
Bos en Kuil:
Doelstelling:
Het gebied tussen Malden en Molenhoek beschermen tegen voortgaande verstedelijking, om het gebied met natuur en landschappelijke waarden open te houden
Bovendien:• Regionale woningopvang kan in De Waalsprong • Huidige infrastructuur al zwaar belast
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Das en Boom:
Doelstelling:
Het leefgebied van verschillende diersoorten bewaken, behouden en versterken, om het bestaan van de dieren te waarborgen
Bovendien:• Meer verstedelijking tussen Malden en Molenhoek leidt tot uitsterven van
de dieren die daar nog leven.• Bovendien komen nieuwe woningen in De Waalsprong.
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
OverheidOverheid
De coördinatie tussen overheden vloeit voort uit de afstemming tussen deze actoren.
De afstemming en coördinatie vindt weerslag in het Nederlandse ruimtelijke beleidsstelsel.
In dit ruimtelijke planningssysteem onderscheid in:• verticale coördinatie• horizontale coördinatie
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Verticale coördinatie:
Procedures en wetten om beleid van lagere niveaus aan
te passen aan beleid van hogere hand, zodat gemeentelijk
beleid het hogere beleid weerspiegeld.
Hogere niveaus bepalen echter niet in detail inhoud van
beleid van lagere niveaus.
Gevolgen: Beleidsvrijheid & interpretatieverschillen
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Horizontale coördinatie:
Op iedere bestuurslaag vindt overleg plaats tussen en wordt rekening gehouden met de verschillende ruimtelijk relevante overheidssectoren
• Horizontale coördinatie verloopt volgens tweesporigheid
• Machtspolitiek & Emancipatie andere beleidsterreinen
• Afname integratiefunctie streekplan
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Vergelijking Rijksbeleid met Provinciaal beleidVergelijking Rijksbeleid met Provinciaal beleid
Verstedelijkingsbeleid:
Rijk: * geconcentreerd bouwen / Vinex
Provincie: * Komt terug in streekplannen van Limburg en Gelderland
* Vinex-beleid komt niet terug in streekplannen van 1996
Beleid voor landelijk gebied:
Rijk: * EHS
Provincie: * Komt niet naar voren in deze benaming, geven wel eigen invulling
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Bestemmingsplannen die verdere verstedelijking van Bestemmingsplannen die verdere verstedelijking van Heumen mogelijk maakten:Heumen mogelijk maakten:
Bestemmingsplan Jachthuis III (1979 / 1990)• Doel: woningbouw in Malden & sluipverkeer• nieuwe capaciteit: 230 woningen op voorm. grasland• uitbreiding richting Nijmegen / De Elshof
Bestemmingsplan Hoogenhof (1979 / 1993)• Doel: woningbouw voor regionale behoefte in Malden & uitbreiding
centrumvoorzieningen• nieuwe capaciteit voor 898 woningen• uitbreiding richting Molenhoek / De Sluisweg
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Falen van de coördinatiemechanismen Gemeente Falen van de coördinatiemechanismen Gemeente HeumenHeumen
Potentiële fouten in: – verticale coördinatie – horizontale coördinatie
Op de aspecten: procedure flexibiliteit toetsing interpretatie communicatie
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Verticale coördinatie
Procedureel• Heumen wilde woningen bouwen voor regio en moest dit van GS• Rijk wilde woningbouw op grote locatie bij Nijmegen: Waalsprong
Flexibiliteit• Heumen wilde alle gronden die voor woningbouw in aanmerking kwamen
volbouwen• Streekplan en Rijksbeleid waren te flexibel om dit te verhinderen• veel streekplanherzieningen m.b.t. woningbouwcontingenten• in streekplanuitvoering werden hogere contingenten afgesproken
Toetsing• slecht inzicht totale omvang bestemmingsplannen bij IRO en GS: ieder
klein plan werd snel goedgekeurd / geaccepteerd• IRO had te weinig personeel om kleine plannen te controleren
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Interpretatie• tot 1990 dacht Heumen dat streekplan niet toetsingskader was bp• GS gaf Heumen regionale bouwtaak, terwijl toekenning van taak in
streekplan ontbreekt• Rijksbeleid globaal: GS weken uit naar ‘ex-bouwtaak gemeenten’• Door flexibeler streekplan kon Heumen verder bouwen
Communicatie• in het algemeen goed: na ‘89 meer overeenstemming provinciaal en
gemeentelijk beleid• GS heeft nooit aangedrongen op stringenter bp buitengebied:
– geen wettelijke sancties tegen gemeenten bij weigering opdracht– geen interesse GS
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Horizontale coördinatie
Procedure• aanwijzingsprocedure voor Jachthuis III nooit doorgezet
Flexibiliteit
Onvoldoende aandacht voor ander ruimtelijk relevant beleid in streekplan: EHS indicatief in provinciaal Begrenzingen- en Beheersplan, maar niet in streekplan vermeld
Toetsing• Slechte coördinatie Inspecties RO en LNV: Wie letten op EHS?
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
(vervolg Toetsing)• Prioriteit GS en Rijk lagen bij opvang regionale woningbehoefte• Onvoldoende aandacht voor ander ruimtelijk relevant beleid:
– EHS in provinciaal Begrenzingen- en Beheersplan (wel indicatief)– IRO streeft ruimtelijke kwaliteit na, maar weinig aandacht voor EHS
en cultuurhistorische waarden– Gemeenteraad stemde in met bp ondanks Landschapsbeleidsplan
• Toetsers GS lieten meer woningbouw toe dan beleidsmakers
Interpretatie• Beleidstoetsers GS interpreteerden streekplan te ruim
Communicatie
Slechte communicatie tussen beleidsmakers en beleidstoetsers GS
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Bestemmingsplannen die verdere verstedelijking van Mook Bestemmingsplannen die verdere verstedelijking van Mook mogelijk maaktenmogelijk maakten
Bestemmingsplan Maasveld 1990• groot uitbreidingsgebied in Mook• 120 woningen vastgesteld in 1991 doel is verdere ontwikkeling van Maasveld ter opvang van de
toekomstige woningbouwbehoefte
Bestemmingsplan Maasveld-Maasstaete 1997• onderdeel van Maasveld 1990, schippersschool met opstallen• inbreidingsgebied• 110 woningen, waarvan 55 voor regionale woningbouwbehoefte
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Conclusies Mook: falen van de coördinatiemechanismen Conclusies Mook: falen van de coördinatiemechanismen (verticaal en horizontaal):(verticaal en horizontaal):
Procedure:
verticaal:• goed verlopen, volgens WRO
horizontaal:• goed verlopen
Flexibiliteit:
verticaal: • streekplan is flexibel m.b.t. overhevelingpercentage,
uitbreidingsgebieden toewijzen, bovenlokale woningbehoefte die in de bestemmingsplannen tot uitdrukking moeten komen
horizontaal: • plantoetsers op de provincie beslissen in hoeverre de flexibiliteit van het
streekplan toegepast kan worden op bestemmingsplan
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Toetsing:
verticaal: • toetsing van bestemmingsplan via richtcijfers, taakstelling, omgeving,
aard van het gebied, uitwerkingsverplichting• provincie heeft goedkeuring verleend voor bouwen voor bovenlokale
woningbehoefte• taakstelling van de steden was ontoereikend, waardoor landelijke
gemeenten woningbouw moesten opvangen• geen rekening gehouden met Vinexbeleid (Waalsprong)• ‘bouwen voor eigen bevolking’ is geen eenduidig begrip
horizontaal: • toetsers en beleidsmakers gescheiden, kan problemen opleveren• toetsers geven door aan PPC en GS indien een plan niet deugt• toetsing aan ander relevant sectorbeleid
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Interpretatie:
verticaal:• streekplan geen goed instrument om verstedelijking af te wijzen;
uitbreiding mag nog steeds, ook al is het onwenselijk• Provinciaal Omgevingsplan Limburg wordt ontwikkeld om dit te
verbeteren• overleg met gemeenten over interpretatie van streekplannen;
onderhandelen kan voorkomen• eigen interpretatie van begrippen
horizontaal:• beleid en uitvoering zijn gescheiden, waardoor het kan voorkomen dat
beleid en begrippen anders worden geïnterpreteerd bij de provincie• gemeente heeft dubbele functie, waardoor zaken anders geïnterpreteerd
kunnen worden
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Communicatie:
verticaal:• schriftelijke communicatie verloopt goed• overleg tussen gemeente en provincie bij ontwerpplan
horizontaal:• provincie nauwelijks overleg met gemeente Nijmegen en KAN door
provincie• op provincie beleid en uitvoering gescheiden• coördinatie met ander ruimtelijk relevant beleid is slecht bij de
provincie• Mook heeft overleg met gemeente Heumen en Nijmegen, maar houdt
desondanks geen rekening met Waalsprong
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
ConclusiesConclusies
Verticale en horizontale coördinatie:
Rijk:
verticaal: • slechte doorwerking EHS en Vinex-beleid• geen eenduidigheid in begrippen• geen instrumenten ontwikkeld om onwenselijke verstedelijking af te
wijzen
horizontaal:• beleid en uitvoering/toetsing gescheiden• tekort aan medewerkers op IRO
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Provincie Gelderland:
verticaal:• flexibel steekplan• de gemeente Heumen niet ingelicht dat streekplan juridisch
toetsingskader is• gemeente Nijmegen haalde Vinex-beleid niet; bouwen in Heumen
toegestaan
horizontaal:• weinig rekening houden met ander planologisch relevant beleid
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Provincie Limburg:
verticaal:• schriftelijke communicatie is goed• veel vooroverleg over interpretatie streekplan• toetsen van bestemmingsplan aan provinciebeleid• streekplan te flexibel • geen overleg met gemeente Nijmegen en KAN• geen eenduidigheid over 'bouwen voor eigen bevolking'
Horizontaal:• beleid en uitvoering gescheiden• coördinatie met ander relevant planologisch beleid slecht• nauwelijks overleg met provincie Gelderland
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Gemeente Heumen:
verticaal:• provinciaal beleid was onduidelijk• geen kennis dat streekplan toetsingskader is• onduidelijk waar Vinex-locatie zou komen; woningbouw toegelaten
horizontaal:• overleg met gemeente Nijmegen en Mook, werken echter los van elkaar• afstemming met eigen Landschapsbeleidsplan niet gelukt• geen rekening gehouden met Waalsprong• conflict door dubbele functie van gemeente; marktpartij en overheid
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Gemeente Mook en Middelaar:
verticaal:• overleg met provincie bij ontwerpen van bestemmingsplan• overleg met provincie over interpretatie streekplan• geen eenduidigheid over 'bouwen voor eigen bevolking'
horizontaal:• overleg met Heumen en Nijmegen en KAN, wel apart werken van elkaar• geen rekening gehouden met Waalsprong• conflict door dubbele functie van gemeente; marktpartij en overheid
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Inspectie R.O. oost:
verticaal:• teveel vrijheid gegeven aan gemeenten bij uitbreiding• goed overleg met PPC• provincie niet aangegeven dat ze de gemeente teveel vrijheid geven en
streekplan niet laten uitwerken
horizontaal:• te weinig medewerkers• beleid en uitvoering gescheiden
Inspectie R.O. zuid:
verticaal: • te weinig mogelijkheden om onwenselijke verstedelijking af te keuren• overleg met provincie
horizontaal:• beleid en uitvoering gescheiden
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
AanbevelingenAanbevelingenRijk o.a.:• beter letten op de kwalitatieve kant van de woningmarkt • Vinexbeleid en EHS beter laten doorwerken in streekplannen• beter letten op de procedurele gang van zaken • meer communicatie tussen overheden van andere provincies • de afdelingen beleid en uitvoering samenvoegen• bepaalde begrippen beter verduidelijken• een groter instrumentarium geven aan IRO: meer macht
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Provincie Gelderland o.a.:• gemeentes eerder en "harder" op de vingers tikken • de streekplannen in de toekomst meer gebiedsgericht opstellen• betere controle op gemeente• meer juridische macht • zorgen dat steden hun Vinexbeleid halen• meer rekening houden met ander planologisch relevant beleid
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Provincie Limburg o.a.:• strakker streekplan• de communicatie tussen overheden van andere provincies en KAN toenemen
en kunnen de afdelingen beleid en uitvoering samenvoegen• het dorp Mook in relatie tot Nijmegen en omgeving plaatsen • de richtcijfers bekijken in relatie tot het begrip eigen bevolking en regionale
woningbehoefte • het streekplan aanpassen, om niet-wenselijke verstedelijking te stoppen• zorgen dat steden hun taakstelling halen
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Gemeente Heumen o.a.:
• beter verdiepen in het juridische ruimtelijke ordeningssysteem• aantonen dat gemeente bouwt voor de "eigen bevolking" en dit begrip moet
duidelijk worden gedefinieerd • rekening houden met Waalsprong• meer rekening houden met Landschapsbeleidsplan• de gemeente moet geen marktpartij worden maar ook investeren in de
leefomgeving
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Gemeente Mook en Middelaar o.a.:• meer communicatie tussen overheden van andere gemeentes en provincies • meer in relatie tot Nijmegen en omgeving plaatsen• beargumenteerde bestemmingsplannen geven, met duidelijke noodzaak
woningnood, i.p.v. woningbehoefte. • rekening houden met Waalsprong• geen marktpartij worden, maar ook investeren in de leefomgeving, met
daarbij ook open gebieden en behoud van groen.
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Inspectie Ruimtelijke Ordening Oost o.a.:• meer communiceren met de andere IRO’s• de communicatie met de provincies en de gemeentes beter• betere controle uitvoeren op de provinciale en gemeentelijke plannen• meer macht en middelen krijgt• elk ingediend plan moet zorgvuldig worden getoetst aan het Rijksbeleid
Inspectie Ruimtelijke Ordening Zuid o.a.:• letten op de kwalitatieve kant van de woningmarkt • meer communiceren met andere overheden • bijdrage leveren aan het plaatsen van Mook in relatie tot Nijmegen en
omgeving • richtcijfers bekijken in relatie tot het begrip eigen bevolking en regionale
woningbehoefte• een groter instrumentarium krijgen, om toch meer 'macht' te verwerven
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000
Wij danken u voor uw aandachtWij danken u voor uw aandacht
Planologisch LeerProject ‘Van hoger hand naar verstedelijkt hand’ - Katholieke Universiteit Nijmegen, juni 2000