Publication de linten

18
linten CAST is een lokaal architectuurcentrum dat op 1 juli 1995 werd opgericht om tegemoet te komen aan de sterk groeiende belangstelling voor architectuur en stedenbouw in Tilburg en omgeving. Doelstelling van CAST is de belangstelling voor, en het denken over architectuur, stedenbouw en landschap in de regio Midden-Brabant blijvend te stimuleren. Het centrum organiseert debatten, lezingen, symposia, workshops, excursies en tentoonstellingen en verzorgt regelmatig publicaties. CAST richt zich daarbij zowel op beroepsgroepen die zijn betrokken bij architectuur en stedenbouw, als op het brede publiek. Inspiratie voor visie over de toekomst van een belangwekkend stelsel van afzonderlijke stadsstraten omslag Linten 06-06-2007 17:37 Pagina 1

description

Publication of the workshop organised by CAST

Transcript of Publication de linten

Page 1: Publication de linten

linten

CAST is een lokaal architectuurcentrum dat op 1 juli 1995 werd opgericht om tegemoet te komen aan de sterkgroeiende belangstelling voor architectuur en stedenbouw in Tilburg en omgeving. Doelstelling van CAST is debelangstelling voor, en het denken over architectuur, stedenbouw en landschap in de regio Midden-Brabant blijvend te stimuleren. Het centrum organiseert debatten, lezingen, symposia, workshops,excursies en tentoonstellingen en verzorgt regelmatig publicaties. CAST richt zich daarbij zowel op beroepsgroependie zijn betrokken bij architectuur en stedenbouw, als op het brede publiek.

Inspiratie voor visie over de toekomst van een

belangwekkend stelsel van afzonderlijke stadsstraten

omslag Linten 06-06-2007 17:37 Pagina 1

Page 2: Publication de linten

1 Tilburgse linten

Tilburgse lintenInspiratie voor visie over de toekomst van een belangwekkend stelsel van afzonderlijke stadsstraten

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 1

Page 3: Publication de linten

3 Tilburgse lintenTilburgse linten 2

* In oktober en november 2005 stond een van de meest bijzondere Tilburgse straten in het middelpunt van belangstelling. Met de architectuur van het verleden, het heden en de toekomst als uitgangspunt werden diverse facetten van deze straat getoond. Deze manifestatie was een initiatief van Stichting Straat (Berry van Oudheusden en Peter van Hoogmoed).

** Het slotdebat op ‘Slotdocument - Korvelseweg als beleving’, DVD, productie CAST en Stichting Kino, videoregistratie: Stichting Kino en I Vision

Inleiding

Tijdens het slotdebat van de manifestatie ‘Korvelseweg, architectuur als beleving’, op zon-dagmiddag 6 november 2005*, werd duidelijk dat er behoefte bestaat aan het ontwikkelenvan een visie over de ruimtelijke verschijningsvorm van een aantal typisch Tilburgse straten:de linten. De panelleden van dat debat, te weten Els Aarts (toenmalig Wethouder RuimtelijkeOrdening), Jan Doms (kunstenaar en bewoner Korvelseweg), Peerke Hessels (winkelierKorvelseweg) en ondergetekende, alsmede het geïnteresseerde publiek, gaven unaniem aandat het de hoogste tijd is gezamenlijk ideeën te generen die kunnen leiden tot het formule-ren van een ‘Linten-visie’. Want visie, zo concludeerde discussieleider Ward Deckers afslui-tend, op de toekomstige stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen in karakte-ristieke straten als de Korvelseweg, Goirkestraat, Koestraat en Enschotsestraat, werd nodegemist!**Dit idee is op verzoek van de gemeente Tilburg verder uitgewerkt door CAST, Centrum voorArchitectuur en Stedebouw Tilburg. Dit heeft geresulteerd in een meerdaagse workshopwaarvoor architecten, stedenbouwkundigen, studenten, opdrachtgevers (projectontwikke-laars, vertegenwoordigers woningcorporaties), middenstanders (winkeliers), bewoners enbetrokkenen zijn uitgenodigd om in multidisciplinaire werkgroepen aan de slag te gaan. Doelvan de workshop was om op basis van analyses van de huidige situatie, ruimtelijke wensbeel-den op te roepen die ambities verbeelden. Met andere woorden: verbeeldingskracht in tezetten en gedachten visualiseren als ‘input’ voor een visie en voor een toekomstig beleid(regie, regelgeving, kader, bestemmingsplan en sturing) met betrekking tot de Tilburgse linten.Op 30 november 2006 vond een eerste informatieve bijeenkomst plaats in cultureel centrumDe Poorten onder leiding van prof. ir. Jan Westra, architect en decaan van de afdeling bouw-kunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Twee maanden later, op 1 februari 2007,werden de eerste analyses en voorlopige resultaten gepresenteerd door vijf deelnemendewerkgroepen. Weer een krappe twee maanden later, op 29 maart, toonden de werkgroepende eindresultaten. Dit verslag is de weergave van deze gehele workshopperiode. Hierbij is in de eerste plaatsgepoogd recht te doen aan de enorme inzet van allen die (belangeloos!) bijdragen aan deworkshop hebben geleverd.In de tweede plaats is dit verslag uitdrukkelijk bedoeld als blader- en kijkdocument, alsnaslagwerk of voorbeeldboek voor allen die inspiratie willen opdoen bij het formuleren vanvisie over de linten van Tilburg.

Gabriël Verheggen

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Startbijeenkomst Linten van Tilburg, 30.11.2006 5

Resultaten van de werkgroepen : 6

Werkgroep AS Architecten 7

Werkgroep Architectenburo JMW 13

Werkgroep Van Asten - Doomen 17

Werkgroep Architectenwerkgroep 21

Werkgroep Luijten| smeulders| architecten 25

Conclusies 29

Colofon 31

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 2

Page 4: Publication de linten

5 Tilburgse lintenTilburgse linten 4

Startbijeenkomst ‘Linten van Tilburg’

Voor de startbijeenkomst op 30 november 2006 ontvingen de werkgroepleden een briefingin de vorm van vier presentaties door achtereenvolgens:Sjoerd Cusveller, stedenbouwkundige o.m. afgestudeerd op de karakteristiek van deTilburgse linten; Louis Houët, stedenbouwkundige en programmamanager stedelijke inrich-ting gemeente Tilburg; Johan Dunnewijk, directeur-bestuurder woningcorporatieWonenBreburg te Tilburg, en Paul van der Grinten, architect en voorzitter van de Tilburgsewelstandscommissie

Deze vier sprekers gaven ieder hun visie op de Tilburgse linten en sloten hun verhaal af meteen aantal (doel)stellingen of vragen die zij de werkgroepleden van de workshop als ‘input’wilden meegeven.

Stellingen van Sjoerd Cusveller1 De linten van Tilburg zijn de identiteitsdragers van de (Oude) stad2 De linten van Tilburg zijn ankerplaatsen van geschiedenis en gebeurtenissen, van herin-

nering en verwachting3 De linten van Tilburg bieden ruimte aan een levende geschiedenis4 De betekenis van de Linten van Tilburg is de waarde die gebruikers er aan hechten5 Continuïteit is belangrijker dan architectonisch beeld6 Relatie met achterland is belangrijker dan architectonisch beeld7 Programmatische diversiteit is belangrijker dan architectonisch beeld

Stellingen van Louis Houët1 Ook anno 2006 vormen de Tilburgse linten nog de dragende structuur van de Oude

Stad, zowel functioneel als ruimtelijk;2 De Tilburgse lintenstructuur is uniek in Nederland en dient met alle middelen te worden

gerespecteerd;3 Deze cultuurhistorisch belangrijke structuur moet in functioneren en verschijningsvorm

contrasteren met de verschillende tussengebieden;4 Voor het waarborgen van deze contrasten kunnen stedenbouwkundige regelgeving en

welstandscriteria worden ingezet;5 De huidige instrumenten op deze gebieden zijn gegeven de volkshuisvestings-, verkeers-

en milieuaspecten en de geboekte resultaten niet meer / nog steeds valide;6 Essentieel voor lintbebouwing is de eigen vernieuwingskracht.

Bij deze stellingen formuleerde Houët tevens de volgende vragen:a Worden deze stellingen gedeeld?b In hoeverre biedt een verdere hiërarchie een oplossing?d Welke stedenbouwkundige instrumenten zouden voorts kunnen worden ingezet?e Welke architectonische instrumenten, vertaald naar stedenbouwkundige en welstandelijke

termen zouden voorts kunnen worden ingezet?

1910

2006

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 4

Page 5: Publication de linten

7 Tilburgse lintenTilburgse linten 6

De Linten - werkgroep AS Architecten (AS)

Camiel van Stegeren (AS architecten)Toon Tjin-A-Sie (AS architecten)Dennis Koenen (AS architecten/student AAS 4e jaars)Elke Miedema (student Avans, architectuur 4e jaars)Maartje van Bavel (student Avans, architectuur 4e jaars)Rob Grim (student Avans, architectuur 4e jaars)Bas Mol (student Avans, stedebouw 3e jaars)Juliëtte Boogers (Boogers & van de Ven Architectuur/Beeldende Kunst)Jurgen Arts (junior ontwikkelingsmanager Cofier)Dirk van Alphen (Ruimtelijke Ordening gemeente Tilburg)Rob van der Westen (ontwikkelingsmanager TBV Wonen)

karakteristieken en kenmerken van maatgevende lintenOp basis van drie verschillende standpunten (Tilburgse bouwverordening, historisch opbouwen hedendaags functioneren) heeft de werkgroep AS een analyse gemaakt van de Tilburgsestraten die als lint beschouwd kunnen worden. Vervolgens zijn vier straten als maatgevendelinten ten behoeve van verder onderzoek vastgesteld. Deze vier straten bezitten volgens dewerkgroep de volgende specifieke karakteristieken of kenmerken:

Korvelseweg > ‘druk’ lintKoestraat > ‘stil’ lintGoirkestraat > cultuurhistorisch lintBroekhovenseweg > ontwikkelingen achterland

Per straat zijn tijdens de onderzoeksfase die volgde de volgende hoofd- en deelonderwerpendoor de werkgroep geanalyseerd:

Beeld: bouwtijd, bouwkundige kwaliteit, aantal bouwlagen, straatbreedte, soort bebouwing, gevelbeeld, reclame, uitstekende toevoegingen, groen, zijstraten/doorbrekingen en zichtlijnen.

Verkeer: ontsluiting autoverkeer (met een onderverdeling op straat-, wijk- en stadsniveau), straatprofiel, verkeerstype, verkeersrichtingen, parkeer-plaatsen.

Economie: bebouwingstypologieën, leegstand vastgoed en mutatie, ontwikke-lingsplannen (straat- en wijkniveau), prijsvorming vastgoed, te koop aangeboden vastgoed, demografische ontwikkelingen, sociale veilig-heid, toegankelijkheid, bereikbaarheid, inrichting openbare ruimten.

Functies: woonfuncties (grondgebonden, bovenwoning in combinatie met anderefunctie, appartement in combinatie met andere functie), commerciële functies (winkel, horeca, kantoor, bedrijf/industrie), maatschappelijke functies (cultuur, religie, maatschappelijk, sport, onderwijs en zorg.)

(Doel)stellingen en opgaven van Johan Dunnewijk1 Breng de sterktes en zwaktes, alsook de kansen en bedreigingen van (het huidige functi-

oneren van) de historische linten objectief en samenhangend in beeld. Betrek de huidige gebruikers van de linten en de bewoners van de aansluitende woonbuurten - of de hen vertegenwoordigende organen - hier nadrukkelijk bij.

2 Ontwikkel op basis hiervan modellen / scenario’s die:- een duurzame ontwikkeling van de historische linten mogelijk maken: met andere

woorden geef de linten een nieuwe betekenis en daarmee een nieuwe waarde;- of, waar dit gebruikstechnisch en of economisch niet mogelijk blijkt: opper alternatieven.Betrek daarbij ook de ontsluitingsopgaven voor de ‘achter- en tussengelegen’ woon-gebieden en de behoefte aan voorzieningen van de daar woonachtige mensen.

3 Formuleer op basis van (1) en (2) een beleidsmatig kader dat ter stimulering en sturing van de gewenste ontwikkelingsrichting dienst kan doen. In feite betreft het hier een advies of als u wilt een programma van eisen voor het gemeentebestuur.

Stellingen van Paul van der Grinten1 Is het wel zo hard nodig die hoge gebouwen aan de linten?2 De lelijkheid van die gebouwen ligt voornamelijk aan de omvang. De gebouwen zijn

gewoon te groot, te hoog te lang en te breed - in hun omgeving.3 Welstandszorg helpt wel, maar slechts marginaal. Het kost veel kruim en levert niet veel op.4 Het is gek dat in Tilburg geen extern advies over stedenbouw bestaat.5 De verdiepingshoogte van de begane grond moet naar 3,5 m.

Resultaten van de werkgroepen

De vijf werkgroepen zijn gedurende het najaar van 2006 en voorjaar van 2007 diverse malenbij elkaar geweest om de opgave te formuleren, het nodige te onderzoeken en te analyserenen in gezamenlijkheid te zoeken naar oplossingsrichtingen. In dit hoofdstuk wordt dit procesbeschreven en geïllustreerd. De volgorde van de presentatie is willekeurig.

Dankzij de gastvrijheid van de betrokken architectenbureaus hebben de bijeenkomsten vande workshops in geschikte ruimtes kunnen plaatsvinden. Daar ontlenen de werkgroepen hunnamen aan. De eindresultaten zijn echter het product van alle deelnemers en niet onder ver-antwoordelijkheid van de architectenbureaus gerealiseerd.

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 6

Page 6: Publication de linten

9 Tilburgse lintenTilburgse linten 8

AnalyseHet toetsen van bovenstaande elementen levert per onderzocht lint de volgende analysesvan zwaktes en kwaliteiten in de huidige situatie op. De gewenste ontwikkelingsstrategie diedeze werkgroep vervolgens per lint voorstelt is er op gericht om juist de aanwezige kwalitei-ten van de afzonderlijke linten te versterken en als potenties te ontwikkelen en te benadruk-ken. Daarbij dient nog te worden opgemerkt dat van een verdere analyse van deBroekhovenseweg, en met name het betrekken van de omliggende gebieden van dit lint,‘het achterland’ zoals Piushaven, om praktische redenen in het vervolgonderzoek, is afgezien.

Korvelseweg, huidige situatiekarakteristiek ‘DRUK LINT’, met als kenmerken:Lint superieur t.o.v. zijstratenHoofdontsluiting van en naar centrumOpenbaar groen aanwezig maar niet dominantBevoorrading winkels voornamelijk aan voorzijde Relatief veel commerciële ruimten aanwezig

Korvelseweg, toekomstvisieDrive-in winkelstraatSpeciaalzaken in plint (middenstand)Aanpassing parkeerbeleid (gebruik achterterreinen)Handhaven doorgaand verkeer Herinrichten voetgangersgebied Intensivering ruimtegebruik aan KorvelsewegZijstraten ondergeschikt aan Korvelseweg

Koestraat, huidige situatie Karakteristiek ‘STIL LINT’ met als kenmerken:Geen hoofdverbindingsweg Voornamelijk bestemmingverkeer Zijstraten niet ondergeschikt aan lint (op sommige kruisingen lijkt Koestraat zelfs onderge-schikt aan de zijstraat)Transformatie van diversiteit naar mono-functionaliteit (wonen) Lijkt versteend gebied door weinig tot geen openbaar groen

Koestraat, toekomstvisie - onderscheid tussen kop en straatUit de analyse van werkgroep AS komt naar voren dat de zogenoemde ‘kop’ van deKoestraat (aan de zijde van het NS-plein) een andere ontwikkeling behoeft dan de Koestraatzelf. Het wijkoverstijgende karakter van de kop van de Koestraat - door de aanwezige ‘sub-centrumfuncties’ als horeca - dient in de toekomst op deze plek volgens de werkgroepgehandhaafd en verder benadrukt te worden. Dit houdt onder meer in dat boven de horeca-voorzieningen in de plint, appartementen worden toegevoegd alsmede parkeerfunctiesgerealiseerd op eigen terrein.

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 8

Page 7: Publication de linten

11 Tilburgse lintenTilburgse linten 10

Koestraat, toekomstvisieVoor de verder ontwikkelingen van het overige deel van de Koestraat staat deze werkgroepeen visie voor die leidt naar (overgang) een straat met een 100% woonfunctie. Gepleit wordtvoor het realiseren van hogere accenten op de kruisingen met de gelijkwaardige zijstraten(verbijzonderde hoekoplossingen van bijvoorbeeld appartementengebouwen).

Deze visie puntsgewijs:100% wonenAppartementen op kruispunten Parkeren in binnengebied Voetgangersgebied/fietspad Auto ‘te gast’ Bestemmingverkeer Zijstraten aan Koestraat gelijkwaardig Woonerf

Goirkestraat, huidige situatieKarakteristiek ‘CULTUURHISTORISCH LINT’ met als kenmerken:Multifunctionele straatOntsluitingsroute voor omliggende wijkenVoldoende openbaar groen en parkeervoorzieningenZijstraten ondergeschikt aan lintHoog aandeel vooroorlogse bebouwing

Goirkestraat, toekomstvisieGrote diversiteit aan functies Achterterreinen toegankelijk maken (transparantie)Vergroten van de gebruiksmogelijkheden door de straat als het ware te verdiepenVrij parkerenDoorgaand verkeerCreëren van lucht rond bouwblok (geen dichte straatwanden)Zijstraten ondergeschikt aan Goirkestraat

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 10

Page 8: Publication de linten

13 Tilburgse lintenTilburgse linten 12

ConclusieDoor de drukke Korvelseweg, de rustige Koestraat en de cultuurhistorisch interessanteGoirkestraat te analyseren komt werkgroep AS tot de conclusie dat er niet een uniforme ofgenerieke ontwikkelingsoplossing is voor de linten. Per lint zijn - onafhankelijk van elkaar -verschillende maatregelen te bedenken en noodzakelijk. Hierbij dient te worden uitgegaanvan de aanwezige sterke en zwakke punten van elk lint afzonderlijk. Bij het vaststellen vandeze punten is ook onderzoek naar de kwaliteiten en de identiteit van het lint ten opzichtevan de achterliggende en omliggende gebieden noodzakelijk. De gewenste ontwikkelings-richting wordt vervolgens door deze werkgroep gevonden in het zoeken naar extremen(extrapolatie).

De Linten - werkgroep Architectenburo JMW (JMW)

Kees van Beijsterveldt (Luijten|smeulders|architecten)Jürgen van Erk (student Avans, 4e jaars)Bas van der Horst (student Avans, 4e jaars)Ralf van Kollenburg (projectontwikkelaar, Komar Vastgoed)Rick de Lange (student Avans, 4e jaars)Rob van Putten (voorz. St. tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed)Jeroen Wouters (Architectenburo JMW)Jeroen Wijers (Van Oers Wijers Architecten)

Diversiteit is een belangrijk goedHet onderzoek van de Tilburgse linten door werkgroep JMW werd verricht op basis van eenanalyse van: bebouwing, functie en verkeerstromen. Hierbij werden de vragen aan de ordegesteld: ‘Wat is aanwezig?’, ‘Wat is wenselijk?’ en ‘Wat is realistisch?’

De eerste en voorlopige conclusie naar aanleiding van een verkennende analyse van de lin-ten van Tilburg luidt: ‘Diversiteit is een belangrijk goed!’. Daarbij vormen volgens deze werk-groep ‘het vergroten van de schaal van projectontwikkeling’ én ‘het opstellen van éénduidi-ge regels’ (ernstige) bedreigingen voor die diversiteit. Deze ontwikkelingen moeten dan ookin deze visie zoveel mogelijk worden tegengegaan en als een onwenselijke ontwikkeling wor-den aangemerkt.Daarentegen worden op basis van de eerste analyses als mogelijkheden (en als wenselijkeontwikkelingen) voor de linten genoemd:- Het behouden van diversiteit en op kleine schaal toepassen- Geen éénduidige regels opstellen- Het behouden van (aanwezige) verkeersstructuur

Daarentegen worden als mogelijkheden (en als wenselijke ontwikkelingen) aangemerkt:- Het behouden van diversiteit en op kleine schaal toepassen- Geen éénduidige regels opstellen- Het behouden van (aanwezige) verkeersstructuur

CasestudyTen behoeve van de workshop heeft werkgroep JMW na het verkennende onderzoek een‘locatie en objectgerichte’ casestudy verricht op een realistische locatie met een bestaandeproblematiek. Bij de analyse en het uitwerken van de visie is gekeken en rekening gehoudenmet stedenbouwkundige- en maatschappelijke consequenties, de functionele voorwaardenen de haalbaarheid van een ontwikkeling. Achterliggende idee hierbij - zo verantwoorde dewerkgroep - is dat deze casestudy ‘inzicht geeft in wat mogelijkheden zijn om positieveaspecten van de linten te benadrukken’.

Verder kijkenHet onderzoek van de werkgroep JMW richtte zich op de (relatief kleinschalige) hoeklocatieMolenstraat/Bisschop Sonniusstraat. Uitgaande van het vingerende bestemmingsplan is hierde realisatie van een hoekbebouwing (haak) met een beperkt woonvolume mogelijk. Aan deMolenstraat is hierbij slechts een hoogte van vijftien meter toegestaan en aan de Bisschop

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 12

Page 9: Publication de linten

15 Tilburgse lintenTilburgse linten 14

Sonniusstraat een hoogte van maximaal tien meter. Aangezien de werkgroep van mening isdat eenduidige regelgeving voor de diverse linten een bedreiging vormt voor diversiteit, zijnrandvoorwaarden als bestemmingplannen, bouwhoogten enzovoort vervolgens bij de case-study buiten beschouwing gelaten. Daarentegen is bij de casestudy gepoogd ‘verder te kij-ken’ en zijn er drie scenario’s onderzocht aan de hand van morfologische studies en variatiesin toe te voegen programma’s. Daarbij werd, eveneens door de bestaande regelgeving bui-ten beschouwing te laten, het onder meer mogelijk de gehele kavel als potentiële bouw-locatie aan te merken.

Scenario’sEen eerste scenario dat hier op basis van met name variatie in morfologie is uitgewerkt, ishet zogenoemde ‘Stadsblok 1’. Hierbij zijn woningen (appartementen) boven een plint vancommerciële functies (winkels) aan de beide straatzijden geprojecteerd. De hoek wordt ver-bijzonderd door hier, in plaats van drie bouwlagen, een toren van 7 bouwlagen te ontwikke-len. Aan dit programma zijn ook kantoren toegevoegd. Deze zijn gesitueerd in twee bouw-lagen om een binnenhof op het achterterrein. Doorgangen in beide straatwanden ontsluitenhet binnenhof. De diversiteit wordt hier gerealiseerd in de morfologie.

‘Stadsblok 2’, het tweede scenario van werkgroep JMW, is op basis van het toevoegen vanmeer programma tot stand gekomen. Het blok is rond een binnenhof gerangschikt, met: parkeren op niveau -3, kantoren op niveau -2 en -1 , commerciële ruimte op begane gronden gedeeltelijk op niveau 1. Woonfuncties zijn te vinden op de niveau 1 tot en met 5. De diversiteit wordt hier gerealiseerd in de mix van programma.

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 14

Page 10: Publication de linten

Het derde scenario dat ten slotte is uitgewerkt heeft als ondertitel ‘variatie in morfologie enprogramma’ en wordt ‘Stadslamel’ genoemd. Boven een laag parkeren (niveau -1) zijn overhet geheel commerciële ruimten gesitueerd. De lagen 1 tot en met 4 zijn gedifferentieerd:wonen, tuinen, kantoren en overige commerciële ruimten en levert een gevarieerde plastiekals model op. De diversiteit van dit scenario is zowel te vinden in morfologie als in program-matische zin.

ConclusieDoor uit te gaan van de gebruikers van de stad en een benadering vanuit morfologische enprogrammatische diversiteit, is een willekeurige bouwlocatie door werkgroep JMW uitge-werkt. Met deze studie wil de werkgroep aantonen dat diversiteit in verschijningsvorm alsook in gebruik, haalbaar is binnen de contouren van de linten. In de lijn van deze zienswijze -en de eerder geformuleerde conclusie dat het opstellen van éénduidige regels een bedrei-ging vormt voor diversiteit - dient er bijvoorbeeld geen minimale of maximale maat van dekavel voor een dergelijke oplossing gegeven te worden. Hetzelfde geldt voor het stellen vaneen grens voor de frequentie waarin deze oplossing aan een linten wordt toegepast: hier-voor dient ook in principe geen beperking te gelden. De werkgroep benadrukt dat het bij degenoemde scenario’s niet gaat om een strategie. De werkgroep beklemtoont dat bij eventu-ele ontwikkelingen het juist onontbeerlijk is om per locatie te onderzoeken wat mogelijk is.

17 Tilburgse lintenTilburgse linten 16

De linten van Tilburg Werkgroep Van Asten Doomen Architecten (vA-D)

Frans Bedaux (Bedaux Bouwadvies)Willy Crox (Crox & Roefs Architecten)Frank Doomen (Van Asten Doomen Architecten)Daan Hosli (projectontwikkelaar,Aannemersbedrijf Van de Ven BV)Bartton Langens (projectontwikkelaar, LeClercq Planontwikkeling)Bob van den Meiracker (student Avans, architectuur 4e jaars) Bram van de Sanden (student FAAS, architectuur 3e jaars)Chris Tuerlings (burgerlid welstandscommissie)Ferry Vermeer (student Avans, architectuur 4e jaars)Tom Wolters (student Avans, architectuur 4e jaars)Menno van der Woude (architectenburo JMW)Paul Kurstjens (stedebouwkundige Gemeente Tilburg)

Wildgroei als kwaliteit of als probleem?Uitgangspunt voor de analyse van de Tilburgse linten door werkgroep vA-D is de door henzelfgeformuleerde probleem/vraagstelling ‘Moet wildgroei gezien worden als kwaliteit of alsprobleem?’ Voor het beantwoorden van deze vraag (en de bij de startbijeenkomst implicietgestelde vraag: ‘Moet er iets veranderen aan de regelgeving m.b.t. de bebouwing in de lin-ten?’) is allereerst een analyse opgesteld van de linten op basis van de ‘eigenschappen’ vandeze straten t.a.v.: verkeer, programma, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorische waarde eneigendomsverhoudingen en/of verloop.

Dit onderzoek heeft geresulteerd in de keuze voor drie typische linten met specifieke ken-merken:Molenstraat, met als kenmerk: “woon functie”Enschotsestraat, met als kenmerk: “schaalsprong”Korvelseweg, met als kenmerk: “gedifferentieerde functies”

Vijf scenario’sVoor de verdere analyse en uitwerking is vervolgens een opzet gemaakt om “vijf scenario’sop de specifieke eigenschappen van deze drie linten los te laten om zo een toekomstbeeldte schetsen.”Deze vijf scenario’s waren:1 Hoe ziet het lint er in de toekomst uit als we niet ingrijpen?2 Hoe ziet het lint er in de toekomst uit als we alle regelgeving loslaten?3 Hoe ziet het lint er in de toekomst uit als we de verkeersstructuur centraal stellen?4 Welk effect ontstaat wanneer de particulier meer mogelijkheden krijgt? (perceelsgewijs

ontwikkelen, renovaties, verbeteringen, kortom: de ontwikkelsnelheid eruit halen)5 Hoe ontwikkelt een lint zich wanneer er één verantwoordelijke voor wordt aangewezen?

(voorbeeld: per lint wordt een andere supervisor aangewezen met vergaande bevoegd-heden)

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:58 Pagina 16

Page 11: Publication de linten

19 Tilburgse lintenTilburgse linten 18

Uitwerking toekomstbeeldenBij de verdere uitwerking van de toekomstbeelden van de drie gekozen straten volgens descenario’s bleek echter dat deze methode arbitrair werd gevonden alsook dat op die wijzede specifieke kenmerken van de straten niet zouden worden (door)ontwikkeld. En dat werdjuist steeds meer als kenmerkend voor de linten beschouwd: diversiteit per lint afzonderlijkontwikkelen. Om die kwaliteit ook voor de toekomst veilig te stellen (het gevaar – zo signa-leerde de werkgroep – is namelijk dat alle linten op den duur door eenzijdige ontwikkelingenop elkaar gaan lijken!) is voor de drie genoemde straten gezocht naar dát karakter dat somsniet eens meer herkenbaar is, maar waardoor het zich onderscheid.

ExtrapolatieVoor de verdere uitwerking van het toekomstbeeld van de drie geselecteerde linten heeftdeze werkgroep ‘basaal’ de benoemde kwaliteiten beschouwd en versterkt. Hierdoor is vol-gens de werkgroep met de tunnelvisie gebroken aangezien tot op heden alle linten steedsgezamenlijk worden beschouwd en ‘over één kam worden geschoren’.De Molenstraat, met als huidige karakteristiek ‘woonfunctie’, wordt in de visie van de werk-groep getransformeerd tot een zogenoemd ‘verdampt lint’: een echte wijkstraat in eenwoongebied. De straat krijgt een spilfunctie als groene boulevard in een direct daarop aan-sluitende woonwijk. Hiervoor dient onder meer de woonkwaliteit van het gebied ten noor-den van de Molenstraat ook tot stand te worden gebracht in het woongebied ten zuiden vandit lint. Doorsteken vanuit de Molenstraat en poortgebouwen in combinatie met verkeers-remmende maatregelen maar ook zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte (parkjes)moeten het effect dat de Molenstraat wordt teruggegeven aan de bewoner en de wijk ver-sterken.

De Enschotsestraat dient voor deze werkgroep een lint te worden met twee gezichten ofbeter, twee (nog) meer verschillende rooilijnen. In de ontwikkelingsvisie van dit lint, met alstitel ‘een schitterend contrast’, heeft de noordelijke rooilijn een ‘zacht’ en gedifferentieerdkarakter dat aansluit bij de bijbehorende kleinschaligheid van de bouwblokjes in de achterlig-gende vier wijkjes. Deze wijkjes dringen vanaf het lint diep door tot in het achterliggendgebied. De unieke karakters die deze wijkjes kenmerken, blijven in de visie van de werk-groep vA-D behouden.De zuidelijk rooilijn van de Enschotsestraat daarentegen is hard. Dat effect dient in de toe-komst veel verder versterkt te worden met de realisatie van een of meer grootstedelijkgebaren (‘superblocks’) die tot op heden niet in Tilburg te vinden zijn. Het contrast dat daar-door in dit lint ontstaat is 2-ledig. Enerzijds onderscheiden de beide “straatzijden (rooilijnen)zich van elkaar door de introductie van de schaalsprongen, anderzijds loopt de bebouwings-intensiteit (wonen) op naar mate men vanaf de Ringbaan het stadshart nadert.

Voor de Korvelseweg wordt de lintstructuur in bebouwingsvisie van deze werkgroep - die alstitel heeft gekregen: ‘Van alle markten thuis’ - benadrukt door het toevoegen van kleinschali-ge winkelfuncties (referentie: bazaar). Uitgangspunten hierbij zijn onder meer: particulieren,kleine korrel, geen parkeernorm, ontwikkelingen stimuleren i.p.v. reguleren. Daarbij krijgt indeze visie het lint en het achterliggende gebied meer relatie met elkaar door de kwaliteitvan de openbare ruimte tussen lint en achtergebied te vergroten. Dit wordt bewerkstelligddoor het realiseren van (1) visuele en nieuwe verbindingen, (2) insteken en (3) openbaargroen. Als visueel begin- en eindpunt van de straat zijn triomfbogen geprojecteerd. Tussen

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 18

Page 12: Publication de linten

21 Tilburgse lintenTilburgse linten 20

deze bogen manifesteert zich de Korvelseweg als multi-culuturele smeltkroes. Het resultaatvan een dynamische, wild gegroeide ontwikkeling. De aanwezige openbare ruimten zijn ineen nieuwe context geplaatst en bieden ruimte voor ontmoeting en activiteiten die aanslui-ten bij het nieuwe karakter van de straat. In deze visie is een vergrootglas gelegd op de hui-dige ontwikkeling ten aanzien van gebruik en functies (onder meer kleinschalige en uitheem-se bedrijvigheid als buitenlandse winkeltjes).

ConclusieWerkgroep vA-D is bij de uitwerking van de analyse niet uitgegaan van de uniforme kwalitei-ten van de linten en de aangrenzende gebieden. Deze werkgroep heeft voor het formulerenvan een ontwikkelings- en bebouwingsvisie gekozen voor het uitvergroten van afzonderlijkekwaliteiten en/of karakteristieken van drie onderzochte linten.In de optiek van deze werkgroep wordt, tot slot, de door hen zelf geformuleerde probleem-stelling ‘Wildgroei als kwaliteit of als probleem?’ beantwoord met ‘de antwoorden zijn evendivers als de linten door burgers worden waargenomen’. Met andere woorden: voor dezewerkgroep is wildgroei aan de Korvelseweg een kwaliteit terwijl dat niet zo geldt in deMolenstraat. Daar zijn immers regels nodig.Met de slot conclusie ‘Uniciteit vormt de context (=inspiratie) voor ontwerpers’ wordt nog-maals onderstreept dat het niet (meer) mogelijk is middels generieke geldende regelgevingtot specifieke oplossingen voor de afzonderlijke linten te komen.

Lintbebouwing Tilburg Werkgroep Architectenwerkgroep (Awg)

Leo van Beek (L.A. van Beek Architecten)Arno Kolen (Van de Hout & Kolen Architecten)Jeroen Semeijn (Architectenwerkgroep)Walter van der Hamsvoord (Architectenwerkgroep)Ton van der Hagen / Theo van Esch (Architectenwerkgroep)Rens Heestermans (Architectenwerkgroep)Kees Verbraak (projectontwikkelaar, Le Clercq Planontwikkeling)Toine van Gastel (Van Gastel Optiek)Martijn de Bokx (student Avans, 3e jaars)Paul Verstraelen (student Avans, 2e jaars)Ronnie van de Geer (student Avans, 4e jaars)Joey Duis von Damm (student Avans, 4e jaars)Leendert van Grinsven (student Avans, 4e jaars)

Analyse van huidige situatieDe Werkgroep Awg beschrijft ten behoeve van de eerste analyse de historische context vande linten. Daarbij formuleert de werkgroep de huidige situatie zoals deze door de gemeente-lijke dienst zou worden ervaren.Historische situatie:- Lintbebouwing aan de wieg van ontstaan Tilburg- Verbindingen als basis van ontstaan van de stad- Linten verbinden de diverse kernen van de stadHuidige situatie: In de optiek van de werkgroep staan de actuele ontwikkelingen voor de gemeente opgespannen voet met het historisch belang van de Linten. Daarom heeft de gemeente Tilburgvolgens de werkgroep behoefte aan beleid ten behoeve van sturing van actuele ontwikkelin-gen en wensen. Dit wordt gemotiveerd doordat in deze visie de Linten door recent gereali-seerde bebouwing hun oorspronkelijke karakter zou lijken te verliezen. Met name doornieuwbouw van appartementen, veronderstelt de gemeente, dat de woningmarkt uit even-wicht raakt en dat er a-typische beelden ontstaan. Schijnbaar functioneren de aanwezigestuurmechanismen niet voldoende of grijpen ze in op deelaspecten (zoals daar zijn:Bestemmingsplan, Welstandsnota, Monumentenverordening, Huisvestingsnota,Verkeerscirculatieplan, Beleid winkelspreiding, Horecaverordening).

Analyse “DE” lintenEssentieel voor de werkgroep is ten behoeve van de eerste analyses te bepalen of er daad-werkelijk gesproken kan worden van DE linten? En of er dus ook wel gesproken kan wordenvan behoefte aan een integrale visie?Voor dit verkennende onderzoek is gekeken naar:- relatie tussen verkeer en winkelkansen- relatie tussen bestemmingplan en woonvorm / ontwikkelkansen

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 20

Page 13: Publication de linten

23 Tilburgse lintenTilburgse linten 22

HasseltstraatFunctie: 1 Buurt ontsluitingweg richting de Veldhovenring;2 Bij het inrijden van de straat bevinden zich een aantal voorzieningen. Hierbij wordt er op

de eerste verdieping gewoond;3 Aanwezig: winkels die de linten typeren zoals een bakker, slager en een “friettent”;4 Straat loopt voor het autoverkeer dood.Conclusie: Ontoegankelijk, dit lint loopt letterlijk en figuurlijk dood!

GoirkestraatFunctie: 1 Buurt ontsluitingsweg richting Ringbaan Noord;2 De gebouwen van de voorzieningen en bedrijven worden tevens bewoond;3 Enkele winkels voor de primaire behoeften.4 Diverse culturele voorzieningen Conclusie: Woonfuncties met culturele voorzieningen. Het straatbeeld is groen, afwisselend.

KoestraatFunctie: 1 Hoofdzakelijk wonen;2 Plaatselijk hier en daar een café/restaurant;3 Veel fietsverkeer;Conclusie functie: Ontsluitingsfunctie voor fietsers vanuit centrum; Een eentonige straat metweinig kleurverschil en straalt geen leven uit.

KorvelsewegFunctie: 1 Ontsluitingsweg van het centrum;2 Functiemenging van wonen en bedrijvigheid;3 Bij bedrijfspanden wordt boven gewoond;4 Primaire en secundaire voorzieningen.Conclusie functie: De functie van het oude lint is het voorzien van de omliggende buurtenmaar ook geld ook als ontsluiting van deze buurten. (Dynamisch maar ook statisch) Het heefteen onoverzichtelijk, levendig straatbeeld

Verder onderzoekDe getrokken conclusie van het verkennende onderzoek luidt: Er zijn veel verschillen tussende linten - er is sprake van een groet mate van diversiteit in alles. Voor het vervolgonderzoekgaat de werkgroep Architectenwerkgroep uit van een volgende aanpak en vragen:- Uitproberen van een ontwikkelingsstrategie per type lint- Benoemen van relatie tussen: A.- verkeer, B. - ontwikkelingskansen woningbouw, en

C.- ontwikkelingskansen voorzieningen- Hoe liberaal kan de omgang met de verschillende linten zijn?- Zijn er per type lint spelregels te benoemen? (lengte / hoogte / breedte bebouwing;

toepassen balkons v.s. gewenste stedelijkheid; wenselijke maaiveld inrichting; straat-profielen).

Op grond van dit vervolgonderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan ten behoe-ve van toekomstige ontwikkelingen.

Linten als hoofdroutesMolenstraat, Koestraat en Besterdring- oorspronkelijke routes herstellen- hiërarchie in stratenpatroon- exclusiviteit aan linten toekennen - tweerichtingen verkeer- eenduidige straatinrichting voor alle linten- parkeren in de straat

Pleinen als ankers- commerciële activiteit- hogere (woon)bebouwing

secundaire straten - ondersteunend voor de hoofdroute- ontsluiting voor de wijk- rondgang op wijkniveau mogelijk

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 22

Page 14: Publication de linten

25 Tilburgse lintenTilburgse linten 24

informele paden- toegankelijkhedid achtergebieden- inrichting binnenterreinen- korte wandelroutes

Ontwikkeling- overlaten aan de vrije markt- niet reguleren- bebouwingsmogelijkheden vrij per thema

Pleinen als ankers

ConclusieDe werkgroep besluit met de stelling: Wij zijn niet behoudend – Het enige wat behoudenmoet blijven is het Liberalisme op de Linten.Concluderend pleit deze groep ervoor om veel meer vanuit stimuleren te denken dan vanuitreguleren. Neem het voorbeeld van de appartementen. Volgens deze werkgroep reguleertdat zichzelf vanuit de markt. De werkgroep Architectenwerkgroep adviseert de gemeente teinvesteren in de pleinen en de linten zelf, incl. inrichting straatprofiel: ‘zorg dat de openbareruimte kwalitatief goed is en de rest volgt vanzelf’. Daarbij stelt deze groep ook voor de ont-wikkeling door middel van het benoemen en bepalen van thema’s in gang te zetten. Voor hetoverige is het enige wat behouden moet blijven van de linten is het liberalisme; zo zijn zeook ontstaan.

De linten open voor publiek Werkgroep Luijten-Smeulders Architecten (L-S)

Jan Bogers (Heemkundekring)Maurits Cobben (Luijten|smeulders|architecten)Peter van Dinter (Van Dinter Architectuur )Monique Groenen (Luijten|smeulders|architecten)Martijn Honselaar (architect Ontwerplab)Joost op ‘t Hoog (beleidsmedewerker Monumenten, gemeente Tilburg)Rob Keijzer (projectontwikkelaar Van der Weegen)Michiel van Loon (student Avans, architectuur 4e jaars)Ad Smeulders (Luijten|smeulders|architecten)Rik Thijs (student Avans, architectuur 4e jaars)

Lint = “collective”Uitgangspunt voor de analyse van deze werkgroep is de stelling dat een lint, een zogenoem-de ‘collectieve ruimte’ vertegenwoordigd. ‘Collectief’ heeft hier de betekenis van zowelsamenbrengend, verzamelend en verenigend (als bijvoeglijk naamwoord) als in de betekenisvan collectief (als zelfstandig naamwoord). Ook in de visie van Werkgroep L-S bezitten deTilburgse linten universele kenmerken die erg waardevol zijn voor de stad: belangrijke ver-keersaders, ‘vertellen ontstaansgeschiedenis’, diversiteit van bebouwing en functie en hetbedienen van omliggende wijken. De linten fungeren als geheel, als structuur in plaats vanop zichzelf staande elementen

Worden de linten van Tilburg, aldus de L-S groep, geanalyseerd dan is er in principe sprake(historische context) van een enorme dynamiek en absorptievermogen (spons). De linten vanTilburg worden gekarakteriseerd door diversiteit in bebouwing, schaal en programma. Dekracht daarbij is dat er een koppeling is tussen het lint en de achtergebieden. In deze visiezijn de linten weliswaar verschillend, maar de kansen voor ontwikkeling van het achtergebiedzijn bij alle linten groot. Dit is een belangrijke reden om de linten te koesteren.

Problematiek: homogenisering en afsluitingIn de huidige ontwikkeling van de linten is volgens deze werkgroep sprake van homogenise-ring en afsluiting. Door het verdwijnen van programma’s, het uitbannen van ongewenste pro-gramma’s en/of de concentratie van programma’s in bijvoorbeeld het centrum, verdwijntdiversiteit van het lint. Maar daarnaast verdwijnt tevens het onderscheid van het lint met hetachtergebied. Ook door architectonische en stedenbouwkundige ingrepen worden lintensteeds meer gelijk aan achtergebieden. Behalve homogenisering ontstaat er afsluiting.Verdichting van het lint en een programma van hoofdzakelijk individuele woningen trekt eenhechte verdedigingslinie van privaat eigendom rondom de achtergebieden; de toegankelijk-heid wordt nihil en de openbaarheid uitgebannen.Het resultaat van deze ontwikkeling is dat door een vergelijkbaar programma en door eenvergelijkbare architectuur van lint en van achtergebieden, het lint als het ware oplost. Het lintwordt daardoor niet meer als lint ervaren. De lintbebouwing vormt enkel nog een hardegrens tussen straat en achtergebied; het lint is enkel nog straat zonder dynamiek, netjesingedeeld in verschillende vervoerssystemen.

Impulsen initiëren

Toekennen thema’s ontwikkeling

problematiek

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 24

Page 15: Publication de linten

27 Tilburgse lintenTilburgse linten 26

Medicijn: infiltratie en herprogrammering (strategie)Volgens deze werkgroep kan door middel van de introductie van de collectieve ruimte deharde verdediginglinie doorbroken worden om door te dringen tot in de achtergebieden.Het gevolg is een hernieuwde ervaring van het lint als aaneenschakeling van ontmoetings-plekken van ‘lichte gemeenschappen’.Programma’s vestigen zich opnieuw aan het lint, aan de randen van de collectieve ruimten enin het verlengde van ontmoetingsplaatsen, het lint hervindt haar kenmerkende dynamiek endiversiteit. Met andere woorden: de voorgestelde strategie is investeer in publieke ruimte.

BeleidHet voorgestelde beleid dat de werkgroep daarbij aangeeft is als volgt:- Stimuleer diversiteit- Prik de linten door- Kies voor diep (in plaats van hoog en breed bouwen)- Stimuleer ontmoetingsplekken

UitvoeringAan de hand van verscheidene typen ‘openbare ruimten’ wordt vervolgens inzichtelijkgemaakt wat de visie van de werkgroep is t.a.v. de verschijningsvormen van publieke ruimteDeze worden onderverdeeld in: voorruimte (parkeerplaatsen voor woningen), binnenruimte(openbaar atrium), hofruimte (openbare ruimte binnen halfgesloten bouwblok), overdekteruimten (overdekte marktplaats, bibliotheek), dakruimte (toegankelijk gebied bovenopgebouwen) en objectruimte (ruimte rondom kunst in openbare ruimte of kiosken op pleinen)

Testcase: HasseltstraatVanwege de voorspellende waarde dat wanneer het huidige beleid wordt voortgezet dit lintzeker ten onder gaat is de Hasseltstraat als testcase gekozen. Er wordt aangetoond dat depotentieel aanwezige openbare ruimte ontoegankelijk is maar dat door een actief beleid tevoeren m.b.t. diversiteit, doorprikken van linten, uitnutten van diepte en creëren van ont-moetingsplekken, deze wel tot het publiek domein gerekend kunnen gaan worden.

infiltratie herprogrammering

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 26

Page 16: Publication de linten

29 Tilburgse lintenTilburgse linten 28

Hasseltstraat

ConclusieNa een analyse van verschillen en overeenkomsten, kwam deze werkgroep tot een tweeledi-ge probleemstelling: de homogenisering in typologie en bebouwing van de linten en afslui-ting van de linten met de achterliggende wijken. De oplossing ligt volgens deze groep in hetinvesteren en vergroten van de publieke ruimte. Zij ontwikkelden als recept zes typologieënvan openbare ruimte die aan alle linten toepasbaar zijn en waarmee gevarieerd kan worden.

Conclusies

De conclusies en de toekomstvisies die de vijf werkgroepen formuleren naar aanleiding vanhet door hen verrichtte onderzoek naar de Tilburgse linten, zijn niet eensluidend.Desondanks zijn er wel een aantal opvallende overeenkomsten aan te merken.

AlgemeenAlle werkgroepen benoemen impliciet of expliciet de waardevolle betekenis van de Tilburgselinten en beschouwen deze straten als geheel als een belangrijke en herkenbare structuurvan de stad. Daarbij worden diversiteit en dynamiek als de belangrijkste kenmerken van delinten aangemerkt. De diversiteit in bijvoorbeeld functie en bebouwing, zo wordt gesteld, isvooral en met name zichtbaar in de huidige verschijningsvorm van de afzonderlijke linten zelfen verschaffen elk lint afzonderlijk een eigen identiteit. Een identiteit die voor de toekomsti-ge ontwikkelingen wezenlijk is en die om specifieke in plaats van generieke oplossingen enmaatregelen vraagt.Daarnaast wordt opgemerkt dat voor de toekomstige ontwikkelingen van de linten hetbetrekken van het achterland wezenlijk is. Hiervoor worden verscheidene voorstellengedaan. Deze variëren van het ‘doorprikken’ van linten en daarbij het creëren van publiekeruimten tot het laten ‘oplossen’ van het lint en deze als ruggengraat van een wijk te transfor-meren.

ExtrapolatieBij de analyses en toekomstvisies van de werkgroepen AS en Van Asten Doomen valt op datzij, uitgaande van de aanwezige kenmerken (kwaliteiten) van de Korvelseweg, Koestraat enGoirkestraat respectievelijk Molenstraat, Enschotsestraat en Korvelseweg, ervoor kiezendeze heel nadrukkelijk voort te zetten en uit te vergroten. Door extrapolatie (wonen, kleinewinkels, cultuur, contrast hard-zacht) dienen deze linten zich in de toekomst meer te onder-scheiden. Enigszins vergelijkbaar is ook de methode van ontwikkeling die de werkgroepArchitectenwerkgroep voorstaat waarbij vanuit thema’s rond de pleinen wordt gedacht omde linten verder te laten ontwikkelen.

Openbare ruimteZowel werkgroep Awg als werkgroep Luijten-Smeulders zien eenvormigheid als een bedrei-ging van de linten en beide werkgroepen zetten het ontwikkelen van de openbare ruimte inals oplossing. Door Awg wordt ervoor gepleit vooral de pleinen (ankers) tussen de linten aante pakken. Dit is een voorwaarde voor het tussenliggende lint om zich als vanzelf te ontwik-kelen. Bij de werkgroep Luijten-Smeulders wordt het vergroten en creëren van openbaargebied met name ingezet direct achter het lint om zo transparantie naar het achterland tebewerkstelligen.

RegelgevingAlle werkgroepen pleiten ervoor de regelgeving ten aanzien van het ontwikkelen van de lin-ten te beperken en/of specifieker te maken. Werkgroep JMW ziet in eenduidige regelgevingeen bedreiging voor de diversiteit. Oplossingen zoals de door deze groep uitgewerkte ‘loca-tie- en objectstudie’ kunnen dan ook slechts bij verruiming van de regelgeving. Vergelijkbareconclusies worden ook getrokken door de werkgroepen Van Asten Doomen, AS en Luijten-Smeulders. Het meest uitgesproken ten aanzien van het terugdringen van de regelgeving is

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 28

Page 17: Publication de linten

31 Tilburgse lintenTilburgse linten 30

de werkgroep Awg. Door deze groep wordt de stelling verdedigt dat veel vanuit de marktdient te worden gereguleerd. De gemeente moet daarbij vooral een stimulerende rol spelenen niet een regulerende. De linten zijn namelijk krachtig genoeg om het liberalisme - vanwaaruit de linten ook zijn ontstaan - ook in de toekomst aan te kunnen.

Tot slotDoor het onderzoek en de analyses van de vijf werkgroepen is weer eens helder en inzichte-lijk geworden dat de Tilburgse linten een bijzonder fenomeen is. Zowel als structuur is hetstelsel van linten uniek, maar ook - en eigenlijk nog meer - wanneer elk van deze stadsstra-ten afzonderlijk beschouwd. Doordat elk lint zich de afgelopen decennia op een eigen wijzeheeft ontwikkeld lijkt het noodzakelijk om hier voor de toekomst terdege rekening mee tehouden. Onderzoek naar de kwaliteiten van ieder specifiek lint en te ontwikkelen locatieslijkt dan ook gepast en noodzakelijk om de vitaliteit, dynamiek en diversiteit van elke straatte kunnen waarborgen.

Colofon

samenstelling Gabriel Verheggen , de werkgroepen

teksten Gabriël Verheggen vormgeving Jac de Kokeindredactie Vernon Daal en

José van de Pasdrukwerk Drukkerij Groelsuitgever CAST

speciale dank aan:alle deelnemers aan de workshop, LuijtenSmeulders Architecten, Architectenwerkgroep,Architectenburo JMW, AS Architecten, Van AstenDoomen Architecten, Jan Westra, Sjoerd Cusveller,Johan Dunnewijk, Louis Houët en Paul van derGrinten en Avans Hogeschool (Gie Steenput)

Deze publicatie werd mede mogelijk gemaaktdoor het Stimuleringsfonds voor Architectuur

CAST, Tilburg 2007

ISBN/EAN: 978-90-805807-3-2

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 30

Page 18: Publication de linten

Tilburgse linten 32

OPMAAK LINTEN2 06-06-2007 10:59 Pagina 32