Programmagids 2012-2013

32
Ateliers P/06 Colleges P/16 Laboratoria P/24 Rotterdamse Academie van Bouwkunst Jaarprogramma 2012/2013 Pleidooi voor optimisme Martin Aarts Samir Bantal Marina van den Bergen Els Bet Florian Boer Bas van Bolder- en Like Bijlsma Han Dijk Alijd van Doorn Thomas Durner Jan Duursma Job Floris Cor Geluk Jeroen Geurst Penne Hangel- broek Jan van Heemst Annemieke Hengst Heide Hinterthür Wouter Hilhorst Carolien Hoogland Rob Hootsmans Lada Hršak Henk Jan Imhoff Theo Kupers Jos Lafeber Chris van Langen Sander Lap Willemijn Lofvers Peter Lüthi Herman Meijer Ernie Mellegers Alenka Milward Klaas van der Molen Robert von der Nahmer Frits Palmboom Dirk Peters Stefan Prins Margreet Pruijt Nanne de Ru Olga Russel Jeroen Schipper Mariet Schoenmakers Lara Schrijver Margit Schuster Hank van Tilborg Hans Tomassen Aldo Trim Wouter Veldhuis Pieta Verhoeven Jeroen Visschers Yana Vlasova Jacob Voort- huis Robert Winkel Hielkje Zijlstra

description

Onderwijsaanbod Rotterdamse Academie van Bouwkunst voor studiejaar 2012-2013, masteropleidingen Architectuur en Stedenbouw

Transcript of Programmagids 2012-2013

Page 1: Programmagids 2012-2013

Ateliers P/06 Colleges P/16 Laboratoria P/24

RotterdamseAcademievanBouwkunst

Jaarprogramma 2012/2013

Pleidooivooroptimisme

Martin Aarts Samir Bantal Marina van den Bergen Els Bet Florian Boer Bas van Bolder-en Like Bijlsma Han Dijk Alijd van Doorn Thomas Durner Jan Duursma Job Floris Cor Geluk Jeroen Geurst Penne Hangel-broek Jan van Heemst Annemieke Hengst Heide Hinterthür Wouter Hilhorst Carolien Hoogland Rob Hootsmans Lada Hršak Henk Jan Imhoff Theo Kupers Jos Lafeber Chris van Langen Sander Lap Willemijn Lofvers Peter Lüthi Herman Meijer Ernie MellegersAlenka Milward Klaas van der Molen Robert von der Nahmer Frits Palmboom Dirk Peters Stefan Prins Margreet Pruijt Nanne de Ru Olga Russel Jeroen Schipper Mariet Schoenmakers Lara Schrijver Margit Schuster Hank van Tilborg Hans Tomassen Aldo Trim Wouter Veldhuis Pieta Verhoeven Jeroen Visschers Yana Vlasova Jacob Voort-huis Robert Winkel Hielkje Zijlstra

Page 2: Programmagids 2012-2013

Architecten en stedenbouwkundigen zijn van nature optimistisch. Of zouden dat moeten zijn. Het ontwerpen biedt immers, veel krachtiger dan andere vormen van handelen, de kans om perspectieven te schetsen. Als ontwerper verken je een breed palet aan toekomstige mogelijkheden en maak je ze inzichtelijk. Dat kan alleen maar vanuit een optimistische houding. Als je niet meer vertrouwt op de veranderkracht van het ontwerp, verdwijnt het vermogen tot ontwerpen.

Het optimisme van de architect en de stedenbouwkundige is echter geen ongebreidelde blijheid. Het is eerder een doelgerichte vrolijkheid. Het ziet af van de doelloosheid van het ongebreidelde. Het richt zich op een doel, op een punt op de horizon. Noem het een utopisch verlangen. Een verlangen naar het verbeteren van de werkelijkheid. Naar het repareren van wat kapot is. Een verlangen naar verandering, vanuit het besef dat het object van het utopische verlangen een ontwerpend onderzoek waard is.

vO

Or

wO

Or

D

2

rA

vB

3

Het onderwijsprogramma voor studiejaar 2012-2013 is een pleidooi voor optimisme. Met de geprogrammeerde ateliers, colleges en laboratoria zetten we bewust het optimisme van de ontwerper weer hoog op de agenda. Dat doen we, natuurlijk, door in die programmaonderdelen het ontwerpvakmanschap te vieren. Maar ook door het, explicieter dan voorheen, te verbreden tot een doelgericht en vrolijk vakmanschap. Dat vinden we niet alleen wenselijk, het is noodzakelijk.

vOOrwOOrD Pleidooivoor optimisme

Page 3: Programmagids 2012-2013

Het optimisme van de ontwerper ontbeert ook de naïviteit van de blijheid. Het ontbreekt de ontwerper aan de zekerheid van het geloof. Architectuur en stedenbouw zijn eerder te omschrijven als een vorm van vrolijk vakmanschap. Met een vrolijkheid die leeft van de continue onzekerheid die de werkelijkheid doorspoelt. Omdat ze steeds weer uitnodigt en dwingt tot het doorgronden van de mechanismen die haar veroorzaken. En omdat juist het ontwerp bij uitstek het middel is om dat te voltrekken en de onzekerheid tegemoet te treden. De vrolijkheid van de ontwerper is dan ook niet naïef, maar legt tastend verbindingen binnen de constellaties die door de onzekerheid worden getart. Licht van hart, maar zwaar van gewicht.

vanuit een dergelijk perspectief leggen we in het eerste jaar de nadruk op de vrolijke doelgerichtheid van het ontwerpvakmanschap. In dat jaar ontwikkel je het bewustzijn dat je als ontwerper iets voorstelt. Daarom stellen we vanaf dit studiejaar ook explicieter de verkennende en reflectieve kanten van het ontwerpoptimisme aan de orde. In het tweede en derde jaar wordt je blikveld enorm opgerekt. Je ontwerpvakmanschap-in-ontwikkeling gaat de confrontatie aan met de van onzekerheid verzadigde werkelijkheid die je als ontwerper tegemoet treedt. Tegelijkertijd wordt het expliciet ingebed in een netwerk van beroepsvaardigheden die je kunde van het ontwerpen helpen ontwikkelen tot een vrolijk vakmanschap. In dat dynamische spanningsveld kun je jouw eigen punt op de horizon definiëren. Om vervolgens te ontdekken dat alleen een optimistische houding, vervuld van een doelgerichte vrolijkheid, dat punt dichterbij brengt. En te beseffen dat het in verhouding staat tot andere punten op de horizon, waarmee het steeds opnieuw een optimistisch stemmend geheel vormt.

Chris van LangenDirecteur rotterdamse Academie van Bouwkunst

2

vO

Or

wO

Or

D

3

rA

vB

IktinosDe Iktinos-prijs is in 1969 ingesteld door architect Huig Maaskant, medeoprichter van de rotterdamse Academie van Bouwkunst. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt met het oogmerk de Academiestudent te prijzen die “… door kwaliteit en karakteristiek van het studieresultaat een (culturele) bijdrage heeft geleverd aan onderwijs, onderzoek en praktijk van architectuur of stedenbouw”. Het ging Maaskant daarbij uitdrukkelijk om tussentijdse studieresultaten en niet om afstudeerprojecten. Op voordracht van de docent(en) wordt uit elk atelier één project genomineerd voor de Iktinos-prijs. In deze programmagids zijn de nominaties uit studiejaar 2011-2012 opgenomen. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de jaaropening en de genomineerde projecten worden gepresenteerd op de Iktinos-tentoonstelling.

Page 4: Programmagids 2012-2013

‘KnotteD PAvILIon’ By PAsCALLe AsgARALIStudio 1.1 ‘Tectonics & Structure’Tutor: Maartje LammersThe design of Peckham’s ‘Knotted pavilion’ was primarily inspired by the DNA of coral, but also by the DNA of Peckham itself. Peck-ham is a disadvantaged urban area lacking public space of good quality. The aim was to create a public pavilion with attractive and sheltered public spaces where the residents of Peckham can meet. Coral is reflected in the structure, skin and appearance of the building. Rope was chosen as the building material, mimicking the features of coral. Using a traditional hand-knotting technique – macramé – the rope was knotted into a pavilion. A combination of components like polyester, fibreglass, and aramid fibre adds strength and stability to the once-soft knotted rope. The pavilion consists of three volumes, each with its own knot-ted pattern and function: open, semi-open and closed. The border between formal and informal spaces can be explored within and between these volumes.

‘CLAy PAvILIon’ By DAAn HensStudio 1.1 ‘Tectonics & Structure’Tutor: Boris ZeisserAlthough Peckham is a disadvantaged area in South-East London, the residents love their neighbourhood. A sentence from the book The Little Prince, “What makes the desert beautiful…is that some-where it hides a well,” explains Peckham’s potential. This phrase was used as a metaphor for the goal of the new pavilion, thereby creating the starting point for the design. What is this well like? And why does it make the desert beautiful?First of all, it’s a serene place. It radiates a certain calmness and se-renity. Secondly, it’s a place where people meet and socialise when they come to collect water. And finally, it’s a place of exposure. It reveals the hidden water below the surface. By utilising these ideas, different studies were created, resulting in a pavilion made out of clay blocks, scattered all over Peckham Square.

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

4

rA

vB

5

Page 5: Programmagids 2012-2013

‘tHInK BIg, ACt sMALL’ vAn suet CHAnAtelier 2.2 ‘Buurt’Docent: Han DijkIn de jaren 70 vormde het ontwerp voor een leef-bare binnenstad het antwoord op de anonieme wederopbouwstad. De architect Jan Verhoeven leverde hieraan een bijdrage met zijn ontwerp voor wooncomplex Heliport. Hij ontwierp open-bare ruimtes waarbinnen de sociale interactie een belangrijke rol speelt. Echter, dit stedelijk complex ligt nu geïsoleerd van de binnenstad en zijn de openbare ruimtes in onbruik geraakt en verwaarloosd.‘Think Big, Act Small’ brengt stedenbouw, ar-chitectuur en landschapsarchitectuur dichter bij elkaar om de oorspronkelijke plangedachte uit de jaren 70 nieuw leven in te blazen. Heliport en de binnenstad worden met elkaar verweven zodat het complex weer betekenis krijgt voor de stad. Het plan zet in op drie schaalniveaus: omgeving, complex en woning. Verschillende ruimtelijke verbindingen sluiten de commerciële en recrea-tieve lus in de binnenstad. Het stedelijk complex wordt geopend en betrokken bij de binnenstad door de openbare ruimtes bruikbaar te maken voor het omliggende gebied.

‘BouwweRK vAn De ARCHIteCtuuR’vAn ReMy JAnsenAtelier 2.4 ‘Bouwwerk van de Architectuur’Docent: Hans van der HeijdenDe gevel van het verzamelgebouw voor architec-tuurinstellingen in Rotterdam is gebaseerd op het “Stonehenge effect”’ van gestapelde natuursteen-blokken, die door hun imperfectie, ongelijkheid en verwering een heel basaal architectonisch effect creëren.Dit effect van natuursteen is uitgevoerd in een hedendaagse bouwmethode. De bekisting van de betonnen sandwichpanelen worden bij het storten van het buitenspouwblad net iets scheef gelegd en gebezemd. Dit geeft een schaduw effect, maar ook zullen de panelen hierdoor allemaal net anders gaan verweren. De verwering en ruwheid wordt nog eens versterkt door de panelen, als waterslag onder de bamboe kozijnen, schuin in te zagen.Door de schoon betonnen binnenzijde in te vul-len met bamboe, waarachter de bekabeling en stortgaten kunnen worden weg gewerkt, wordt het interieur en exterieur van dit publieke gebouw herkenbaar met elkaar verbonden.

4

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

5

rA

vB

Page 6: Programmagids 2012-2013

Positie in het vakBovenal gaat het volgens ons bij ontwerpen echter om het vinden van je eigen invalshoek, het vermogen om in het ontwerpproces unieke momenten te creëren waar alles bij elkaar komt in een unieke ruimtelijke configuratie. ontwerpvakmanschap staat voor een optimale balans tussen kennis en intuïtie. Dit kan niet zonder een overtuiging, mentaliteit of conceptuele inslag. Het bepalen van je eigen positie en het formuleren van je eigen agenda vormen dus een essentieel onderdeel van ons ontwerponderwijs. Daarom zijn de ateliers opgezet langs een lijn van toenemende schaalniveaus en complexiteit. van paviljoen tot hybride, stedelijk complex, van directe woonomgeving tot regionale vraagstukken, van eenduidige ontwerpopgave met een beperkte set van randvoorwaarden tot open ontwerpopgave gevoed door exploratief vooronderzoek. Zo word je steeds opnieuw uitgedaagd een stap verder te denken en je eigen positie in het vakgebied aan te scherpen.

een architect of stedenbouwkundige denkt niet alleen voorbij het heden, hij of zij kan de toekomstige leefomgeving ook ontwerpen. Daarom is ontwerpen de kern van onze opleiding tot architect of stedenbouwkundige. Dit betekent in eerste instantie het vakbekwaam toepassen van kennis op het gebied van bouwmethodiek, regelgeving, realisatie, typologieën, geschiedenis, programma, randvoorwaarden en de maatschappelijke context. Maar ontwerpen is meer. Het gaat in belangrijke mate om het op het juiste moment inzetten van vaardigheden. Denk aan het gebruik van analyse- en tekentechnieken, de keuze van het detailniveau en de representatievorm, het effectief gebruik van verschillende media (maquettes, fotografie, animaties etc.) en natuurlijk presentatietechnieken.

ONTwErpONDErwIJS Ateliers

ATE

LIE

rS

6

rA

vB

7

Page 7: Programmagids 2012-2013

Maatschappelijke realiteitDe maatschappij en onze leefomgeving veranderen op dit moment razendsnel. Zekerheden van tien jaar geleden zijn verdwenen en het is op dit moment nog niet duidelijk welke zekerheden daarvoor in de plaats komen. In de ateliers is er desondanks optimisme over de mogelijkheden en nieuwe uitdagingen die de toekomst ons biedt. De herontdekking van de stad als aantrekkelijke leefomgeving, hergebruik van gebouwen, transformatie en verdichting, duurzame architectonische en stedenbouwkundige structuren en de waterproblematiek in onze delta bieden meer dan voldoende uitdagingen om als ontwerper het brede spectrum van ons vakgebied te verkennen. Het atelieraanbod is daarom volledig gericht op deze opgaven die naast kennis van de maatschappelijke realiteit vooral veel vragen van het vakmanschap van de ontwerper.

verder weg en dichter bijHet brede spectrum van ons vakgebied komt ook terug in de geografische spreiding van de opgaven in ons atelieraanbod. In sommige ateliers blijven we dicht bij huis. Architectuurhoofdstad Rotterdam is en blijft een leerzame omgeving voor architectuur- en stedenbouwateliers. nieuw is de nadrukkelijke binding die we zoeken met de directe omgeving van de Academie: Heijplaat. Dit openluchtlaboratorium voor architectuur en stedenbouw vraagt om inspirerende ideeën en plannen die deze wonderlijke plek transformeren tot een nieuwe 'hotspot' in de stad. tegelijkertijd zoeken wij de inspiratie ook verder weg. Door bewust nieuwe samenwerkingsverbanden te ontwikkelen, is het gelukt om twee ateliers aan te bieden met een buitenlandse opgave. Inspiratie en kennisuitwisseling spelen in deze ateliers een belangrijke rol.

De docentenDe docenten zijn allemaal vakmensen die hun sporen in het vak hebben verdiend of breed erkend worden als aanstormend talent. stuk voor stuk nemen ze een duidelijke positie in. Daarnaast hebben ze allemaal een open, kritische en onderzoekende houding en worden ze gedreven door een gevoelde urgentie dat realisme en realiteit nadrukkelijk deel moeten uitmaken van een ontwerpopgave. wat ze bindt, is hun ervaring met het maken. Maar wat ze bovenal gemeen hebben, is hun passie voor het vak en het vermogen om dit op een inspirerende wijze over te brengen in het atelieronderwijs.

6

ATE

LIE

rS

7

rA

vB

Page 8: Programmagids 2012-2013

At 1.1 teKtonIeKvrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 1 / 9A|0SThema: tektoniek & structuurComplexiteit: laag9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur

De term ‘tektoniek’ beschrijft binnen de architec-tuur de samenhang tussen structuur, materiaal en ruimtelijke beleving. Er bestaan verschillende interpretaties en posities om hier invulling aan te geven. Die kunnen betrekking hebben op het ‘eerlijk’ tonen van de constructie of juist op het onzichtbaar maken ervan, waarbij de bekleding het proces van het maken viert. In dit atelier zal tektoniek als leidende thematiek fungeren. Het atelier is opgezet als een intense stoomcursus. In hoog tempo komen zoveel moge-lijk verschillende aspecten van het architectenvak aan bod, gerelateerd aan tektoniek. Naast het ontwikkelen van basale vaardigheden, worden ook verschillende architectuurhistorische en -theoretische overwegingen geanalyseerd en eigen gemaakt.Het atelier is opgedeeld in zes delen. De eerste vier delen betreffen kortlopende oefeningen die relatief los van elkaar staan. Deze zijn onderzoe-kend en verkennend van karakter en concentreren zich op aspecten als gebruik en dimensionering, idee en organisatie, constructie en grondvorm, bekleding en expressie. Onderzoek vindt plaats door middel van CAD-tekenen, handtekenen en maquettes. Het vijfde deel betreft een eigen ontwerp waarin de kennis uit de eerdere opgaven wordt ingezet. Uitgangspunt is dat hierbij een standpunt over de relatie tussen de constructie en de bekleding ingenomen wordt. Het zesde deel is geheel gericht op de wisselwerking tussen het maken en het ontwerpen: een deel van het eigen ontwerp wordt uitgewerkt in een model op ware grootte, in het beoogde materiaal. – Peter Lüthi (Lüthi & Niclaes) & Aldo Trim (Plane Sight architecture)

At 1.2 De neDeRLAnDse stADvrijdagmiddag (lezingen en tussenpresentaties op maandagavond)Categorie: Atlas / 0A|9SThema: occupatiepatronenComplexiteit: laag 9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

Wat is kenmerkend voor de ruimtelijke en functi-onele opbouw van de Nederlandse stad? Welke ruimtelijke opgaven spelen er? En wat zijn de belangrijkste basisvaardigheden die je als stedenbouwkundig ontwerper moet hebben om met deze opgaven om te kunnen gaan? De antwoorden op deze vragen komen aan de orde in dit inspirerende atelier dat bestaat uit vijf intensieve werkperioden. Tijdens de eerste peri-ode maak je kennis met de stad Breda en de drie ontwerplocaties: in de binnenstad, de stationsom-geving en in een buitenwijk. In deze analysefase worden begrippen als cultuurhistorie, identiteit, landschapstypen, stedelijke morfologie, openbare ruimte, gebouwtypologie, programma en ontslui-ting met behulp van verschillende analysetech-nieken nader verkend. Deze analyses vormen een inspirerende basis voor drie ontwerpopgaven die vervolgens in drie opeenvolgende, korte werkpe-rioden uitgewerkt worden. Het programma voor de ontwerpopgaven is voor de drie deelgebieden gelijk: 200 woningen en 6.000 m² nader te be-palen overig programma (bijvoorbeeld winkels, kantoren of maatschappelijke voorzieningen). Na elke ontwerpperiode vindt een tussenbeoordeling plaats. Gedurende de laatste periode van het ate-lier wordt er gereflecteerd op het eigen werk en wordt alles samengebracht in een samenhangend verhaal over de stad Breda. Het eindproduct is een atlas met verkavelingtypologieën en inrich-tingsmogelijkheden voor de openbare ruimte in de hedendaagse stad.– Martin Aarts (Stadsontwikkeling/GemeenteRotterdam) & Wouter Veldhuis (MUST)

At 1.3 woonCoMPLex: ReHABvrijdagmiddagCategorie: Middelgroot Woongebouw 1 / 9A|0SThema: transformatie & hergebruikComplexiteit: middel 9 ECTS

De start van het Nationaal Programma Herbe-stemming in 2010 toonde aan dat herbestemmen een breed gedragen ontwikkeling is geworden. Voor tal van architecten maakt het onderdeel uit van hun praktijk, met een breed spectrum aan methoden en werkwijzen tot gevolg. De gebouw-voorraad die rijp is voor herbestemming blijft groeien. Daaronder bevinden zich zowel jongere als oudere gebouwen, waardoor de ontwerpvraag ook in omvang zal blijven toenemen. Omdat de technische component steeds meer onder controle lijkt te zijn, is de tijd nu rijp om de culturele component verder uit te diepen. Met deze atelieropgave wordt de manier waarop kan worden herbestemd centraal gesteld. De transfor-matie van een middelgroot gebouw tot een woon-

Ateliers 1ste semester

ATE

LIE

rS

8

rA

vB

9

Page 9: Programmagids 2012-2013

gebouw vormt een complex onderwerp dat van-uit tal van perspectieven benaderd kan worden. De architectonische of culturele vraag zal voor deze opgave leidend zijn: met welke attitude wordt een gebouw getransformeerd? Deze vraag richt zich op de actuele waardering en omgang met bestaande gebouwen. In hoeverre blijft het oorspronkelijke karakter zichtbaar? Je zou kun-nen kiezen voor een totale make over, een intri-gerende mix van oud en nieuw of een subtiele update omwille van behoud. Deze uiteenlopende benaderingen zullen getest worden, waarbij zo-wel interieur en structuur als woningtypologieën en gevelexpressie aan bod komen. Er zullen in het licht daarvan diverse teksten behandeld worden die betrekking hebben op de onderwerpen ‘analo-gie’ en ‘contrast’.Daarnaast zal de technische en economische onderlegger een rol spelen. Immers, een draag-krachtig ontwikkelingsmodel moet de herbestem-ming haalbaar maken. Met een reality check worden de (on)mogelijkhe-den van het bestaande gebouw in kaart gebracht.– Penne Hangelbroek (Rapp+Rapp)

At 1.4 tHe new LIBRARyFriday AfternoonCategory: Large Public Building / 9A|0STheme: hybrid buildingComplexity: high9 ECTS

This design studio is English spoken

Great changes are afoot in the world of libra-ries. The book as a medium of information is under a great deal of pressure from the rapid digitalisation of information, a trend which will probably marginalise the medium of books in the foreseeable future. This will no doubt change the size of libraries as public storehouses of information. These developments also raise the question of what the role of a library is in society and what the role of a library building is in a city centre. As a result, libraries will have to reinvent themselves. Although the image of a library as a storehouse of information will remain a part of our collective memory, the building itself will have to transform itself into a dynamic institution offering instant access to up-to-the-minute in-formation, lectures, and the opportunity to come together with others.This studio focuses on the design of the new Central Library building in Rotterdam, to be located on the site of the current expressive buil-ding of Jaap Bakema on the Nieuwemarkt square near the Blaak metro station. Together with the

Market Hall of MVRDV, the multi-functional urban construction measuring 30,000 m2 will be the new architectural face of Rotterdam, and it will complete the urban transformation of the area. This project involves an integrated design process in which the focus is both the outward appearance and the relationship to the historical urban context as well as the internal organisation and the public’s experience of the space of the building.This studio will discuss a variety of topics, ran-ging from concept design and typological ima-ging of the library of the future to a more detailed spatial interpretation utilising maps, materialisa-tion, models and spatial impressions. The studio will cover both the performance of the building in the city and the experience of the interior; and as a result, both interior and exterior designs will be examined.– Dirk Peters (BARCODE architects)

At 1.5 KAnAALZone BRusseLvrijdagmiddagCategorie: Ensemble 1 / grensgebied stedenbouw - architectuur / 4A|5SThema: stedelijke structuren, programmering en publiek domeinComplexiteit: middel - hoog9 ECTS

Brussel is een gehavende stad, net als Rotterdam. Door de aanleg van grootschalige infrastructuur, de bestuurlijke fragmentatie, de ongecontroleerde projectontwikkeling en de grootschalige expansie van de Europese hoofdkwartieren is de stad in scherven uiteengevallen. De Kanaalzone, een bin-nenstedelijke periferie aan de westzijde van de binnenstad, is één van de oudste breuklijnen in de stad. Door haar industriële geschiedenis mist dit gebied een fijnmazig en levendig stedelijk weefsel. Aangezien het grondgebied van de Ka-naalzone onder zeven verschillende gemeenten valt, is het moeilijk om tot een integrale aanpak te komen. De nadruk binnen dit atelier ligt daarom op precieze kleinschalige interventies in de bebouwing en de openbare ruimte die als kataly-sator kunnen werken voor de ontwikkeling van het plangebied en het versterken van ruimtelijke, sociale en economische structuren in de stad.Het atelier start met het maken van een catalo-gus van binnenstedelijke kanaaltypologieën. De nadruk ligt op de vorm van het stedelijk weefsel met opeenvolgende openbare ruimten en de orga-nisatie van functies in de aanliggende bebouwing die het weefsel activeren. Iedere student kiest uit de catalogus een typologie en implanteert deze in de Kanaalzone. Op basis van een ontwerpend onderzoek naar de confrontatie tussen prototype

8

ATE

LIE

rS

9

rA

vB

Page 10: Programmagids 2012-2013

en werkelijkheid, kwalitatief onderzoek naar het gebruik van de Kanaalzone en gesprekken met betrokkenen in het gebied wordt een realistische ruimtelijke strategie geformuleerd. Deze wordt vervolgens uitgewerkt in een ruimtelijk ontwerp tot op het raakvlak van stedenbouw en archi-tectuur. Het ontwerp van de contramal van de bebouwing staat hierbij centraal, met extra aan-dacht voor de relatie tussen de openbare buiten-ruimte en de private of publieke interieurs. Het atelier wordt ondersteund door Architecture Workroom Brussels, onder leiding van Joachim Declerck. Zij hebben op dit moment de opdracht van het Brussels Gewest om de visievorming voor de Kanaalzone te begeleiden.– Mariet Schoenmakers (AM Concepts) & een docent vanuit Architecture Workroom Brussels

At 1.6 LefoRtovo MosCowFriday afternoonCategory: Spatial Strategies / 0A|9STheme: urban strategies and heritageComplexity: medium - high9 ECTS

This design studio is English spoken

The quality of living in Moscow is under a great deal of pressure as a result of the explosive urban development. Therefore, the city is exploring different pathways towards becoming an attrac-tive, just and healthy metropolis on a global scale with a quality equal to that of European cities. For example, the city sees opportunities to draw attention to the rivers with their adjacent parks and historically significant estates in order to promote a green, attractive living climate.Four kilometres from the Red Square, on the Yauza River, lies the historic Lefortovo Park, a remnant of the former palace gardens of Peter the Great. As is the case with so many historically significant country estates in the area, the park is now surrounded by the city. The river used to serve as irrigation for the parks, but nowadays it is heavily polluted, with major traffic arteries constricting it on either side. The objective of this studio is to develop a spatial strategy for intensifying the neighbourhoods surrounding Lefortovo Park. Through targeted interventions in the network of infrastructure, the water system and the green structure, it is possible to create conditions for urban condensation and improve-ments to the quality of life. The spatial strategy will be given concrete shape in a design for Le-fortovo Park and the surrounding area. As part of this, it is essential to strike a balance between the rich cultural and historical significance of this location, the current fragmented situation

and extreme dynamics, and the opportunities for development in the future.This studio is organised in collaboration with the Cultural Heritage Agency of the Nether-lands (RCE), the TU Delft (Architecture/RMIT) and the Amsterdam Academy of Architecture (Landscape Architecture). The studio includes an international workshop in Moscow hosted by the Moscow Architectural Institute (MARCHI). The RCE is offering support for the workshop and is one of the organisers.– Sander Lap (LAP Landscape & Urban Design), Hank van Tilborg (H+N+S Landschapsarchitecten) & Hielkje Zijlstra (TU Delft-RMIT)

ATE

LIE

rS

10

rA

vB

11

Page 11: Programmagids 2012-2013

At 2.1 gRoot steDeLIJK HuIsvrijdagmiddagCategorie: Klein Gebouw 2 / 9A|0S Thema: stedelijk wonenComplexiteit: laag9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichteeerstejaarsprogramma Architectuur

Het ontwerp van een woning behoort tot één van de meest precieze opgaven binnen de ar-chitectuur. Daarbij wordt een beroep gedaan op specifieke vaardigheden van de ontwerper, zoals inpassen in een bestaande omgeving en het samenstellen van een maatpak voor de bewoner. Grootschalige opgaven worden schaars, waar-door de kleinschalige particuliere of collectieve opgaven steeds belangrijker worden voor de toekomstige architect.In dit atelier wordt het grote, stedelijke huis cen-traal gesteld. De rijke historische en typologische ontwikkeling van de stadswoning wordt bestu-deerd om zo een architectonisch basisvocabulai-re te ontwikkelen dat is gebaseerd op een inter-pretatie van bestaande, historische coderingen en betekenissen van architectonische elementen. Het ontwerp van de woning vindt plaats op basis van een leidend ontwerpmotief. De functionele indeling van het woonprogramma wordt door-dacht tot op het kleinste schaalniveau. Construc-tieve en technische overwegingen spelen steeds een belangrijke rol tijdens het ontwerpproces, zodat er een sterke relatie gelegd wordt tussen bedenken en uitvoeren.Er wordt een samenhangende enscenering ver-wacht van enerzijds de gevel als expressie van de woonfunctie en zijn betekenis in de stedelijke context anderzijds. Daarbij zal de onderlinge samenhang tussen de indeling, de gevel en de constructie leidend zijn. De koppeling tussen tekening en model benadert de vertaling van idee naar uitvoering, ofwel, de samenhang tussen de betekenis van de vorm en de techniek.– Jeroen Schipper (JSA) & Theo Kupers (N2 architekten)

At 2.2 Intens Den HAAgvrijdagmiddagCategorie: Buurt / 0A|9S Thema: binnenstedelijk wonenComplexiteit: laag - middel9 ECTS

Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

Na decennia van uitbreiden, kiezen steeds meer

steden voor het versterken en intensiveren van bestaand stedelijk gebied. De rol van de binnenstad ondergaat daarbij een opvallende verandering. Tien jaar geleden was er nauwelijks aandacht voor wonen in de bin-nenstad. Inmiddels is iedereen het er over eens dat een substantieel inwoneraantal een absolute voorwaarde is voor een aantrekkelijke en vitale binnenstad. Dit geldt ook voor Den Haag. Met het Binnen-stadsplan 2010-2020 zoekt de stad een betere balans tussen wonen, winkelen en werken. De gewenste groei van 17.500 naar 20.000 bin-nenstadsbewoners heeft een grote ruimtelijke impact. Daarom heeft de gemeente Den Haag de Rotterdamse Academie van Bouwkunst gevraagd de ruimtelijke mogelijkheden en gevolgen van deze intensiveringopgave nader te onderzoeken in dit ontwerpatelier.De eerste stap van het atelier is een analyse van Haagse buurten die zijn vernieuwd in de afgelopen zestig jaar. Zo wordt een kennisbank opgebouwd met prototypische binnenstedelijke Haagse buurten. In de tweede stap formuleert iedere student een visie op het eigentijdse wo-nen in de Haagse binnenstad. Deze visie wordt uitgewerkt in een strategische uitvoeringsagenda. Gedurende de derde en laatste stap wordt deze uitvoeringsagenda geconcretiseerd in een steden-bouwkundig ontwerp voor een interventie in de Haagse binnenstad. De resultaten van het atelier worden na afronding gepresenteerd aan de Ge-meente Den Haag. – Han Dijk (Posad)

At 2.3 seeK & ARtICuLAteFriday afternoonCategory: Medium-Sized Public Building / 9A|0STheme: observation & fascinationComplexity: medium9 ECTS

This design studo is English spoken

“To express is to drive. And when you want to give something presence, you have to consult nature. And there is where Design comes in. And if you think of Brick, for instance, and you say to Brick, "What do you want, Brick?" And Brick says to you, "I like an Arch." And if you say to Brick, "Look, arches are expensive, and I can use a con-crete lintel over you. What do you think of that?" "Brick?" Brick says:"... I like an Arch"” - Louis I. Kahn. Translating a thought into a form demands a mir-ror or background, a particular stance or position. This is necessary whether the decisions to be made are large or small, whether they

Ateliers 2de semester

10

ATE

LIE

rS

11

rA

vB

Page 12: Programmagids 2012-2013

involve practical or theoretical issues, whether the issue at hand is the planning principle, the indoor climate, a window jamb or a steel joint. This studio focuses on the synthesis of the cultu-ral approach and the pragmatic approach on the part of the designer.Through a series of short exercises, participants will be asked to develop and clarify their own fascinations and motives and to put them into words. The studio involves observation, reading, writing, and discussions, and the participants will be expected to transform their thoughts and in-sights into a design. These spatial and non-spatial notes will be collected in a design log that will be part of the final product.The focus will be the design of an exhibition space such as a museum or art gallery. The key feature of this type of building is that it is basically an empty space where an unspecified collection will be housed. Yet at the same time this space is coded and culturally significant. The thesis is that the interior is generic and subser-vient to its function and that it creates an exclu-sive domain for art. The planning principle, the exterior, the light and the routing are the domain of the architect.– Job Floris (Monadnock) & Henk Jan Imhoff (Bovenbouw)

At 2.4 geReCHtsgeBouwvrijdagmiddagCategorie: Groot Publiek Gebouw / 9A|0SThema: institutioneel gebouw Complexiteit: Hoog 9 ECTS

De Nederlandse rechterlijke macht vormt een bijzonder instituut. Het opereert zorgvuldig en onafhankelijk. Maatschappelijke en politieke tendensen worden nauwkeurig tegen het licht gehouden en vanuit verschillende perspectieven bekeken alvorens ze toegelaten worden als onder-deel van een juridische argumentatie. Dit vereist kennis, autonomie en afstand. Desalniettemin lijkt de rechterlijke macht de laatste jaren fre-quenter onderdeel te worden van het maatschap-pelijk debat, waardoor de gewenste autonomie onder druk komt te staan.Aan deze ontwikkeling kunnen architecten vanuit hun discipline niet veel veranderen. Wel verkeren ze in de positie om, in overeenstemming met de tijdgeest, uitdrukking te geven aan de rol van een rechtbank in deze maatschappij. Met het ont-werp van een rechtbank wordt in dit atelier het institutionele gebouw centraal gesteld. Er wordt ingegaan op de specifieke organisatie van een gerechtsgebouw en dan met name op de inter-actie tussen de publieke en de besloten ruimten.

Naast organisatorische vraagstukken, komt ook de hedendaagse interpretatie van representatie en monumentaliteit aan de orde: de toegankelijk-heid of mate van transparantie, de expressie en leesbaarheid van het gebouw. Analyse en studie van institutionele precedenten zullen leiden tot een stellingname die dient als drager van het ontwerp. Binnen de opgave zal het constructiesysteem, of de draagstructuur, een dominante rol toegewezen krijgen. Direct bij aanvang van het atelier wordt een constructieprincipe gekozen dat een leidend motief vormt voor de gehele opgave. De opgave betreft een compleet gebouwontwerp, waarvan zowel de afstemming met de context als de sa-menhang tussen exterieur en interieur worden ontwikkeld. Tijdens dit atelier wordt je expliciet uitgedaagd om je eigen positie in het vakgebied aan te scherpen.– Rob Hootsmans (Hootsmans architectuurbureau)

At 2.5 tHuIs oP HeIJPLAAtvrijdagmiddagCategorie: Ensemble 2 /Grensgebied architectuur - stedenbouw / 5A|4SThema: collectiviteit, openbare ruimte & typologie Complexiteit: middel9 ECTS

De wijk Heijplaat vormt de achtertuin van de Rot-terdamse Academie van Bouwkunst en is opgezet volgens de tuinstadgedachte. Het vormt een dank-baar voorbeeld van een gaaf ensemble met proble-matische uitbreidingen. Er lopen momenteel ver-schillende initiatieven die er op duiden dat de wijk onderhevig is aan een transformatieproces. Een goed moment om na te denken over de bestaande kwaliteiten en toekomstige ontwikkelingen. Van oudsher kent de wijk een grote mate van collectiviteit die mede veroorzaakt is door zijn geïsoleerde ligging. Het idee om een ‘thuis’ te maken is op verschillende schaalniveaus terug te lezen in de uitleg van het oude deel. Zowel in een aantal specifieke architectonische elementen als in de typologie van de openbare ruimte. De actuele ontwikkelingen maken dat het opnieuw relevant is om de vraag te stellen op welke wijze een ontwer-per invloed kan uitoefenen op de publieke ruimte, collectiviteit, samenhang en de notie van ‘thuis’. Dat vormt dan ook de centrale vraag tijdens dit atelier: “Wat maakt een thuis?“ De opgave is om op ensembleniveau een verbete-ring in de wijk door te voeren waarbij woningen worden toegevoegd: een reparatie, een voortzet-ting van het bestaande of een uitbreiding die is gebaseerd op een lossere interpretatie. Als onder-deel van deze verbeteringsopgave dient er nog een tweede probleem opgelost te worden: een deel van A

TELI

Er

S

12

rA

vB

13

Page 13: Programmagids 2012-2013

de wijk dreigt te overstromen bij hoge waterstan-den. De vraag is hoe je in een dergelijke context duurzame architectonische en stedenbouwkundige structuren kunt realiseren.De methode die tijdens deze studio wordt gevolgd, start bij het kleinste schaalniveau van het interi-eur van de woning, waarna stapsgewijs wordt uitgezoomd naar de woningtypologie, de straat, het ensemble, de buurt en de stedenbouwkundige uitleg van de gehele wijk Heijplaat. Zo worden alle schaalniveaus aangeraakt. – Jeroen Geurst (Geurst & Schulze)

At 2.6 weeRBAAR RIJnMonDvrijdagmiddagCategorie: Regio / 0A|9SThema: waterveiligheid & leefkwaliteit in een dichtbevolkte deltaComplexiteit: hoog9 ECTS

Nederland ligt aan en in de best beveiligde delta ter wereld. Maar hoe zorgen we ervoor dat we nu en in de toekomst veilig blijven tegen hoog water en dat we voldoende zoet water hebben? En hoe kunnen we er voor zorgen dat Nederland daarbij ook een aantrekkelijk land blijft om te wonen, te werken en te investeren? In opdracht van het Del-ta-Atelier verkent de Rotterdamse Academie van Bouwkunst in dit atelier de ruimtelijke consequen-ties van de kansrijke strategieën die op dit moment door de Rijksoverheid worden ontwikkeld voor de Rijnmond-Drechtsteden. Deze regio is dichtbe-volkt en heeft een enorme economische betekenis voor Nederland. Maar door de klimaatverandering en bodemdaling neemt de kans op overstromingen toe en verzilten de bodem en het rivierwater.Dit atelier draait om het vertalen van grootscha-lige strategieën voor een onzekere lange termijn naar concrete ruimtelijke interventies voor de korte termijn. Het atelier start met een analyse van de belangrijkste kansrijke Deltastrategieën en hun onderlinge samenhang. Na een confrontatie met de actuele plannen voor grootschalige infrastruc-tuur en de te verwachten economische en demo-grafische ontwikkelingen wordt een opgavenkaart gemaakt met de locaties waar de belangrijkste ruimtelijke vraagstukken landen. Iedere student kiest een locatie om de ruimtelijke uitwerking van de geselecteerde strategieën te ontwerpen. De beoogde kwaliteit van deze uitwerking moet aan-getoond worden met behulp van een gedetailleerd stedenbouwkundig ontwerp met een realisatiestra-tegie. Het atelier wordt afgerond met een helder getekend en geschreven betoog met conclusies en aanbevelingen voor het vervolgtraject van het onderzoeksprogramma van het Delta-Atelier.

Via het Delta-Atelier is er toegang tot een net-werk van toonaangevende experts op het gebied van waterveiligheid en waterkwaliteit. De resul-taten van het atelier zullen tijdens een miniconfe-rentie gepresenteerd worden aan de brede kring van adviseurs van het Delta-Atelier en worden gebundeld in een compacte publicatie.– Florian Boer (de Urbanisten)

12

ATE

LIE

rS

13

rA

vB

Page 14: Programmagids 2012-2013

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

14

rA

vB

15

Page 15: Programmagids 2012-2013

‘wAteR MoDeRAtoR’ vAn stePHAn BoonAtelier 1.6 ‘resilient Feijenoord’Docenten: Duzan Doepel & Jeroen de WilligenHet planconcept combineert drie kansrijke strategieën in één aaneengesloten waterlijn: overstromingsrisico, regenwateroverlast en drinkwaterverbruik. Het verbindt niet alleen de technische stromen, maar gebruikt de dyna-miek van het water als aanleiding voor nieuwe, bijzondere openbare ruimtes. Interessant is dat niet enkel het fysieke aspect van water speelt, maar aanverwante programma’s in de stroom kunnen meevaren. Hoewel het concept van de waterlijn op verschillende plaatsen in Feijenoord geïntroduceerd wordt, is de uit-werking ervan op de meest urgente plek gericht. De oude spoorstrip waar vroeger nog treinen reden, is niet alleen een fysieke scheur in Feijenoord, en een gebied met grote wateroverlast, het is ook de scheiding tussen twee sociaal-economische werelden. Het ontwerp voor de strip zet in op het hechten van deze twee werelden. De ingrediënten zijn: drie ruimtelijke entiteiten (helofytenpark, waterplein en stadslandbouwtuin), de waterlijn, verbindende routes (inclusie trambaan als vluchtroute) en het toekomstige programma.

‘gouDse AutHentICIteIt’ vAn CHRIstIAn RoMMeLseAtelier 1.2 ‘Atlas van GoudaDocenten: Martin Aarts, Orri Steinarsson & Sander LapGouda wordt door de negatieve media-aandacht momen-teel vooral geassocieerd met Marokkanen, overlast, onvei-ligheid en geweld. Fietsend tussen de Goudse grachten, poldersloten en historische lintbebouwing, herkennen we echter een totaal ander Gouda. Aan de hand van drie stedenbouwkundige studies voor

200 woningen is gezocht naar de lokale Goudse authen-ticiteit. Typisch Goudse typologieën en plekken zijn het startpunt voor een blik op de variëteit aan Goudse ver-dichtings- en uitbreidingsmogelijkheden. De rijkdom van de Goudse authenticiteit wordt zichtbaar in de drie studies: (1) Het Gouds boerenerf als bouwsteen voor een palet aan woonkwaliteiten, (2) Wonen aan de Burgvlietkade en het Reeuwijkse Verlaat en (3) De Jan Verwolle Wetering als verdichtingstrategie.

‘InteRACtIef | fReInet stADssCHooLvAn JuRgen ten HoeveAtelier 1.3 ‘School’Docenten: Theo Kupers & Jeroen SchipperHet onderwijsconcept voor dit brede schoolgebouw is Freinet, een onderwijsvorm waarin de omgeving een be-langrijke rol speelt. Het kind leert niet alleen op school, maar ook zijn individuele ervaringen buiten school zijn een verrijking voor het kind en voor de groep.Het programma voor de brede school bestaat uit een basisschool met aanverwante kantoorfuncties, een kin-derdagverblijf, een BSO en een peuterspeelzaal. Het programma is verdeeld in clusters en gericht naar de context. Door een stedenbouwkundige benadering van het plaatsen van de individuele gebouwen, namelijk door deze als massa's op te vatten, worden er door de verdeling van de gebouwen plekken gedefinieerd. Op deze pleinen en straten kunnen ontmoetingen plaats vinden en ervaringen gedeeld worden. De transparante gebouwen maken inter-actie tussen gebouw en omgeving mogelijk.De gebouwen zelf zijn zo flexibel mogelijk gemaakt om de behoefte aan ruimte optimaal te vervullen. Met behulp van vouwwanden kunnen klassen gemaakt of gekoppeld worden. Door deze flexibiliteit is een kind niet meer ge-bonden aan zijn eigen klas.

14

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

15

rA

vB

Page 16: Programmagids 2012-2013

Lange lijnenJe eigen koers bepalen binnen je vak, dat leer je op de Academie. Dat doe je door keuzes te maken in de ontwerpateliers en in je beroepspraktijk. Dat vak is echter niet nieuw; het kent een lange traditie. Het vakdebat omspant decennia, kent doorlopende thematische lijnen, maar ook een verbroken traditie en een verzwegen discours. Als ontwerper kun je op de schouders van je voorgangers staan. kennis van de geschiedenis en de theorie van je eigen vak stellen je in staat om te reflecteren op je eigen positie binnen het vak, kleur te bekennen en je koers uit te zetten. Dat kritisch, historisch en theoretisch bewustzijn ontwikkel je binnen de reeksen Architectuur- en/of Stedenbouwgeschiedenis en Architectuur- en Stedenbouwtheorie, aangevuld met de bredere culturele inbedding die de reeks ‘kunstgeschiedenis’ biedt.

Andere territoriaAls architect of stedenbouwkundige ben je niet de enige die ingrijpt in de gebouwde omgeving. Architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, ruimtelijke ordening en planologie delen werkgebieden en agenda’s, maar zijn verzelfstandigde disciplines.

vakmanschap vormt het fundament onder de ontwerparbeid. vakmanschap betekent het passend inzetten van het juiste ontwerpinstrumentarium binnen de juiste opgave. ontwerpvaardigheden zijn daarbij onontbeerlijk. Daarnaast gaat het echter ook om kennis: kennis van de eigen discipline, de aangrenzende disciplines én de wereld waarin het ontwerpend handelen plaatsvindt.

THEOrIEONDErwIJS CollegesC

OLL

EG

ES

16

rA

vB

17

Page 17: Programmagids 2012-2013

Middels het theorieonderwijs neem je kennis van de werkzaamheden van anderen, waarmee je je als architect of stedenbouwkundige bewust wordt van de complexiteit van het werken aan de gebouwde omgeving en de noodzaak tot dialoog met andere disciplines. Colleges gericht op deze disciplines worden afwisselend eens per twee jaar aangeboden in de reeksen ‘Landschapsarchitectuur’ en ‘ruimtelijke Ordening’, alsmede in de geschiedenis- en theoriereeksen van de disciplines architectuur en stedenbouw.

In de wereldwerkend in de beroepspraktijk sta je als ontwerper met beide benen in de werkelijkheid. Binnen de ateliers maak je kennis met die aspecten van de werkelijkheid die je wellicht binnen jouw specifieke praktijk niet tegenkomt. Het atelieronderwijs leert je de wereld kennen. Je verkent de grenzen van het ontwerpinstrumentarium in wisselende sociale, culturele, economische en/of politieke condities en ontdekt hoe het ontwerpend handelen deze condities kan veranderen. Binnen de collegereeksen ‘Ontwerp & Sociologie’, ‘Ontwerp & Economie’, ‘Ontwerp & politiek’ en ‘Ontwerp & Cultuur’ beschouw je hoe anderen kennis gemaakt hebben met de wereld. Deze reeksen worden eens per twee jaar afwisselend aangeboden. Het zijn telkens ontmoetingen van het ontwerp en het ontwerpen met andere maatschappelijke krachten en tendensen. Centraal staan de verschillende omgangsvormen met de werkelijkheid.

Het vak vooropverweven door alle hierboven genoemde colleges is het vak zelf. Je wordt immers opgeleid tot architect of stedenbouwkundige. De belichting van het vak is echter telkens anders. In ‘kansen van Juridische en wettelijke kaders’ wordt de productieve omgang met regelgeving tijdens planconceptie, ontwerp en uitvoering als doel belicht, in ‘Contemporary Designs & Strategies’ juist de meest actuele werken in het vaak verblindend licht van het heden. Zelfs in een reeks zoals ‘Ontwerp & Filosofie’ ademt het vak. Het gaat immers niet om het opleiden van filosofen, maar van architecten en stedenbouwkundigen die verschillende methoden van denken kunnen hanteren om te reflecteren op hun ontwerpen en in staat zijn beslissingen te nemen en te onderbouwen binnen het ontwerpproces

16

CO

LLE

GE

S

17

rA

vB

Page 18: Programmagids 2012-2013

ARCHIteCtuuR- en steDenBouwgesCHIeDenIsDonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: verdiepend paper 3 ECTS / Deze collegereeks duurt één semester

Deze collegereeks maakt deel uit van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

In deze collegereeks staat het historisch overzicht van de architectuur en stedenbouw vanaf grofweg 1750 tot de eerste helft van de 20ste eeuw centraal. De veertien colleges bieden inzicht in de Wes-terse architectuur- en stedenbouwgeschiedenis en haar context door gebruik te maken van een chronologisch-thematisch raamwerk. Deze brede-re cultuurhistorische aanpak is gericht op revolu-tionaire ontwikkelngen, langer lopende tendensen en tradities binnen zowel het architectuurdebat als het leven in een snel ontwikkelend (modern) stedelijk landschap. Ontwikkelingen in het ste-denbouwkundig en architectonisch ontwerpen, en hun historische interactie, zullen verkend worden binnen de context van hun gedeelde theoretische en culturele achtergrond. Deze collegereeks bedient zich van een thematische aanpak en be-schouwt de verbintenis tussen traditie enerzijds en modernisme anderzijds. – Ernie Mellegers

ConteMPoRARy DesIgns & stRAtegIesThursday eveningCategory: Profession-related Format: formal lecture & debate Examination: practice-related task 1 ECTS

This lecture series is English spoken and can also be assessed for 2 ECTS

Rather than merely showcasing the most recent ar-chitectural and urban design projects, this lecture series discusses the methods of producing archi-tecture and urban design. There are two different trends to be identified. One trend focuses on the ability of the designer to organise the creation in a very literal sense, as typified by the idea of master-ing design craftsmanship. The other trend focuses on the creation of one’s own work. This implies an understanding of reality and the ability to generate design commissions from unseen opportunities or to develop new spatial strategies for organising reality. The framework of this series is shaped by Samir Bantal’s work as editor of the Yearbook of Architecture in the Netherlands, which celebrates its 25th anniversary this year.– Samir Bantal

LAnDsCHAPsARCHIteCtuuRDonderdagavondCategorie: Discipline-overschrijdend werkvorm: hoor- en discussie-college metgastsprekers Toetsvorm: voorbereiden en verslag leggen van afsluitend debat 1 ECTS

Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘ruimtelijke Ordening’

Deze spoedcursus landschapsarchitectuur voor stedenbouwkundigen en architecten is opge-bouwd rond de meest fundamentele onderdelen van het vakgebied: de tuin, de straat, het plein, het park en het landschap. Ze worden belicht vanuit de historie en de verschillende ontwerp- tradities, maar ook vanuit de praktische feitelijk-heden die voor stedenbouwkundigen en archi-tecten onontbeerlijk zijn bij het ontwerpen. De opgedane kennis wordt tenslotte ingezet bij de voorbereiding van het afsluitende debat met 3 bekende Nederlandse landschapsarchitecten.– Cor Geluk

KunstgesCHIeDenIsDonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend werkvorm: hoor- en discussiecollegeToetsvorm: reflectief paper1 ECTS

Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Gebouweconomie & projectaanpak’

Het werk van architecten en stedenbouwkundigen staat van oudsher in de brede kunst- en cultuur-historische context waaraan onze hedendaagse westersheid schatplichtig is. Het is daarom be-langrijk om studenten ook opmerkzaam te maken op ontwikkelingen in de beeldende kunst. Het inleidende college kunstgeschiedenis zoomt in op markante stromingen in de twintigste eeuw. Het stelt zich aan de hand van enkele ‘grote kunst-praktijken’ ten doel een exemplarisch overzicht te geven van de moderne kunst. Naast de oude media wordt nadrukkelijk aandacht geschonken aan allerlei nieuwe media. Bij dit alles klinkt de vraag naar de vermeende autonomie van al deze moderne kunst als basso continuo.– n.t.b.

Colleges 1ste kwartaal

CO

LLE

GE

S

18

rA

vB

19

Page 19: Programmagids 2012-2013

ARCHIteCtuuR- en steDenBouwgesCHIeDenIsDonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: verdiepend paper 3 ECTS / Deze collegereeks duurt één semester

Deze collegereeks maakt deel uit van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Vervolg van het eerste kwartaal.– Ernie Mellegers

HIstoRy of ARCHIteCtuReThursday eveningCategory: History & Theory Format: formal lectureExamination: take home exam2 ECTS

This lecture series is given in English/prior to starting their graduation project, students in architecture should have completed thislecture series

Contemporary architectural discourse is marked by questions about the condition of knowledge and expertise within architecture. Is architecture a craft, an art, or a scientific discipline? What does architectural knowledge consist of, and by what means is it passed on? These questions stem from a recent past in which architectural knowledge has received less attention than the adjacent disciplines.During this lecture series we will reflect on the treatises and manifestos of the 19th century in particular, such as those of Eugène Viollet-le-Duc and John Ruskin. Their works can best be understood as an integration of text and image, of theory and drawing. The content of the treatises will be analysed on the basis of its subject matter and form and in the light of the contemporary demand for expertise.– Lara Schrijver

De KAnsen vAn JuRIDIsCHe en wetteLIJKe KADeRsDonderdagavondCategorie: Disciplinegebondenwerkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekersToetsvorm: praktijkopdracht1 ECTS

Dit college kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘planeconomie’

Wetten en regelgeving bepalen de kaders waar-binnen architectuur en stedenbouw tot stand kunnen komen. Het succesvol uitoefenen van het beroep veronderstelt dan ook kennis van deze ka-ders. Die kennis wordt in deze reeks aangeboord, waarbij de focus ligt op kansen die juridische en wettelijke kaders bieden om ze als ontwerpin-strument te hanteren.– Robert Winkel

ontweRP & soCIoLogIe DonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdendwerkvorm: werkcollege met gastsprekersToetsvorm: praktijkopdrachten1 ECTS

Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Economie’

Hoe gaan mensen jouw ontwerp beleven en ge-bruiken? Wat wil ik bereiken met mijn ontwerp? Wat is bereikbaar met ontwerpen? Dit zijn de vragen waarop je met deze reeks – met ondertitel ‘Ontwerp & Maatschappij: anders kijken, anders ontwerpen’ - meer grip krijgt. Gastsprekers tonen voorbeelden – uit hun eigen praktijk – van ont-werpstrategieën met maatschappelijke ambities. Tussen de colleges door maak je kleine opdrach-ten waarmee we toewerken naar een bundeling van jullie bevindingen. De reeks put uit discipli-nes zoals sociale psychologie en omgevingspsy-chologie en uit nieuwe wetenschappelijke bena-derwijzen zoals actie-onderzoek.– Carolien Hoogland

Colleges2de kwartaal

18

CO

LLE

GE

S

19

rA

vB

Page 20: Programmagids 2012-2013

tyPoLogIe & MoRfoLogIeDonderdagavondCategorie: Disciplinegebondenwerkvorm: hoorcollegeToetsvorm: praktijkopdrachten3 ECTS / Deze collegereeks duurt één semester

Deze collegereeks maakt deel uit van het de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Typologie en morfologie zijn twee van de mythi-sche begrippen uit het vocabulaire van de archi-tectuur en stedenbouw. Beide concepten staan open voor een pragmatische én theoretische of ideologische interpretatie. Zodoende maken ze onderdeel uit van de dagelijkse (ontwerp)prak-tijk als ook van het polemisch slagveld. Zeker, deze dualiteit leidde tot zowel mythologisering als verwarring, in het bijzonder gedurende de twintigste eeuw. Deze collegereeks verkent de oorsprong, invloed en huidige betekenis van de begrippen typologie en morfologie (in verschil-lende vermommingen) binnen hun historische en hedendaagse context. Op deze manier wordt het ideologisch discours van de architectuur en stedenbouw gedurende de laatste 200 jaar doorkruist. Desalniettemin richt deze reeks zich zeer sterk op het (historisch en hedendaags) gebruik van type en morfologie in hun meer ‘alledaagse’ ontwerpcontext. Oftewel: Wat is de betekenis van typologie en morfologie als concept en welke rol spelen ze – in verleden en heden?– Ernie Mellegers

ARCHIteCtuuRtHeoRIeDonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie werkvorm: werkcollegeToetsvorm: close reading & debat2 ECTS

Deze collegereeks moet met een voldoendeafgerond zijn voordat studenten architectuuraan hun afstudeerproject kunnen beginnen

Architectuurtheorie is een slordig gedefinieerde academische discipline. Sommigen beschouwen het als een specialisatie binnen de architectuur-geschiedenis. Anderen zien het als leverancier van een maatschappijkritisch instrumentarium of als filosofisch perspectief op de architectuur van vandaag. Deze reeks interpreteert theorie als middel om zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en het maatschappelijk krachtenveld waarin architectuur tot stand komt. We beschou-wen verschillende stellingnamen over de rol van

theorie voor de contemporaine vakuitoefening en voorbij het 'post critical' debat zoeken we naar productieve uitwegen.– Jeroen Visschers

steDenBouwtHeoRIeDonderdagavondCategorie: Geschiedenis & Theorie werkvorm: werkcollege Toetsvorm: teksten lezen, interpreteren en presenteren & debat 2 ECTS

Deze collegereeks moet met een voldoende afge-rond zijn voordat studenten stedenbouw aan hun afstudeerproject kunnen beginnen / Deze colle-gereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alter-neert met de reeks ‘Stedenbouwgeschiedenis’

In deze collegereeks worden stedenbouwkundige theorieën, stellingen en opvattingen verkend van-uit de contemporaine praktijk van de stedenbouw en de actuele stedenbouwkundige opgaven. Een dergelijke verkenning van het theoretisch corpus van de stedenbouw levert niet alleen inzichten in de stedenbouw als discipline op, maar ook een enorme hoeveelheid ingrediënten waarmee de actualiteit van de stedenbouw begrepen en ver-der gebracht kan worden.– Chris van Langen

ReseARCH By DesIgnThursday eveningCategory: Profession-related Format: tutorial Examination: profession-related task1 ECTS

This lecture is English spoken and can also be assessed for 2 ECTS

In this lecture series we will analyse various me-thods and techniques of design-based research. Design-based research is one of the most impor-tant types of research in architectural or urban design practice. Design-based research is a form of future-based, exploratory and combinatory research which utilises the capacity to design spatially as a research instrument. It allows ques-tions relating to potential future realities to be formulated in a meaningful way.– Aglaée Degros

Colleges3de kwartaal

CO

LLE

GE

S

20

rA

vB

21

Page 21: Programmagids 2012-2013

Colleges4de kwartaal

tyPoLogIe & MoRfoLogIeDonderdagavondCategorie: Disciplinegebondenwerkvorm: hoorcollegeToetsvorm: praktijkopdrachten3 ECTS / Deze collegereeks duurt één semester

Deze collegereeks maakt deel uit van het de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Vervolg van het derde kwartaal.– Ernie Mellegers

DesIgn & sustAInABILIty Thursday eveningCategory: Profession related Format: capita selecta Examination: practice related task & presentation 1 ECTS

This lecture is English spoken and can also be assessed for 2 ECTS

The lecture series on sustainable architecture and urban design focuses on the development of a sustainable-built environment related to generic design principles and concepts, illustrated by contemporary projects and designs. Rather than being approached as a problem, sustainability is seen as a source of inspiration for innovations in architecture and urban design. Sustainability isn’t discussed as a green ‘extra,’ but as a fundamental part of the disciplines upon which design decisions should be based.– Jeroen Visschers

ontweRP & fILosofIeDonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend werkvorm: hoor- en discussiecollegeToetsvorm: presentatie1 ECTS

Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Beroep & Ondernemerschap’

Filosofie als traditie van het denken, en het on-dervragen van dit denken, kan een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van zelf-standig opererende en dus denkende architecten en stedenbouwkundigen. Met de genoemde traditie als achtergrond, stelt dit college vooral methoden van ‘manieren van denken’ centraal.

Het primaire doel is niet het je eigen maken van de geschiedenis van de filosofie, maar het stimu-leren van je kritische en cognitieve vermogens als ontwerper. De reeks biedt je instrumenten om te reflecteren op je eigen werk en vanuit scherpere redenerin-gen beslissingen te nemen of oordelen te vellen.– Jacob Voorthuis

ontweRP & PoLItIeKDonderdagavondCategorie: Disciplineoverschrijdend werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekersToetsvorm: reflectief paper1 ECTS

Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Cultuur’

Architectuur en stedenbouw zijn altijd een synthese van sociale, culturele, economische en politieke componenten. In sommige maatschap-pelijke constellaties of staatsvormen domineert de politieke component. Zo is er stalinistische, nazistische, fascistische, maar ook socialistische en anarchistische architectuur of stedenbouw. In deze reeks wordt onderzocht hoe politiek en ontwerp innig verbonden kunnen zijn met het oog op een welgevormde maatschappij.– Herman Meijer

20

CO

LLE

GE

S

21

rA

vB

Page 22: Programmagids 2012-2013

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

22

rA

vB

23

Page 23: Programmagids 2012-2013

‘fAçADe’ vAn MAARten De HAAsAtelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’Docenten: Alexander Pols & Haiko FlachHet gereedschap van de schrijver is de laatste eeuw sterk veranderd. Waar het begon vanuit het “monnikenwerk”, het vloeiende handwerk, eindigde het via de drukmachines in de gekaderde digitale wereld. Deze evolutie vormt de leidraad voor het ontwerp van het woonhuis voor een schrijver. Vanuit de context vormt het uitgelijnde en gepixelde straatbeeld het ontwerpraster voor zowel het horizontale als het verticale vlak.De schrijver volgt in zijn atelier aan huis een gesloten dagcyclus. Samen met medebewoners ontstaan er verschillende cycli die in een aantal ruimten samenvallen. Door het organisatieschema te moduleren ontstaat er een tweedeling binnen het gebouw. Naast het pixelraster vormt een circulatiebreuk samen met een woon- of leefbreuk de basis van de plattegronden.

‘Het geBoRgen HuIs’ vAn PAsCALLe AsgARALIAtelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’Docenten: Theo Kupers & Jeroen SchipperHet grootstedelijk karakter van de locatie is leidend voor het ontwerp van het woonhuis bestemd voor een schrijver en zijn gezin. Opvallend zijn de vier vrije gevels, grenzend aan verschillende functies: stadspark, kinderboerderij, zijstraat en naastgelegen woningen. Het huis lijkt te ba-lanceren op de grens van publieke verblijfsgebieden en de private sferen van de woonfunctie.

Aansluiting, overgang en begrenzing van de woning op de locatie zijn belangrijke parameters. Een privacy façade creëert afstand tot de omgeving. Tussen de privacy façade en de woning bevindt zich de bufferzone.

De bufferzone verzacht de overgang van openbaar naar privaat. Er ontstaat gelaagdheid in de woning, waarbij buiten naar binnen wordt getrokken. De privacy façade bestaat uit beweegbare panelen die geopend of gesloten kunnen worden. De woning krijgt hierdoor meerdere ge-zichten. Indeling van functies, gebaseerd op karakteristie-ken van de omgeving, in combinatie met de bufferzonee, zorgen ervoor dat de bewoner de ruimte op verschillende manieren kan beleven.

‘CHARLoIs veRvLoCHten’ vAn stePHAn BoonAtelier 2.5 ‘Thuis’Docenten: Floris Cornelisse & Philomene van der Vliet Charlois wordt gekenmerkt door achterstallig onderhoud, verwaarloosde openbare ruimtes, eenzijdigheid en non-places, terwijl nog steeds de karakteristieke entiteiten van de oorspronkelijke wijk aanwezig zijn: het oude dorp met de kerk, de lintbebouwingen aan de kade en de singel met de bijzondere boomgroepen. Het plan bestaat uit twee hoofdingrediënten: op structuurniveau de wijk weer hechten aan zijn context en herkenbare openbare plekken creëren die wijk en omgeving dienen. De eerder genoemde entiteiten worden opnieuw verbonden met de wijk. Kade en singel ontmoeten elkaar weer en nieuwe groene verbindingen verweven beide karakteristieke structuren. Perforaties, hoogteverschillen en boomaanplant zorgen voor een afwissend beeld van oude en nieuwe bebouwing, verre en korte perspectieven en strenge en kleurrijke contrasten. Samen met het nieuwe plein aan de singel, waar de oude school als uitgesproken element zijn herwonnen positie inneemt, zijn het de nieuwe openbare ruimtes die Charlois weer een thuishaven maken, een stap vooruit zonder het oude uit het oog te verliezen.

22

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

23

rA

vB

Page 24: Programmagids 2012-2013

AlgemeenHet laboratoriumprogramma richt zich op het aanleren en ontwikkelen van dat brede scala aan vaardigheden, technieken en praktische kennis. Het programma is gestructureerd rond drie pijlers: onderzoeken, communiceren en reflecteren. Met de inhoud van de laboratoria die deel uitmaken van de eerstejaarsprogramma’s Architectuur en Stedenbouw wordt de basis gelegd voor een gerichte verdieping middels het vrije, horizontale programma tijdens het tweede en derde studiejaar. De communicatie- en reflectielaboratoria worden zoveel mogelijk aan het actuele atelierproject gekoppeld. Dat betekent dat een aspect of fase uit het ontwerpproces verder uitgediept wordt in het laboratorium.

Laboratoria bieden je gereedschappen die je helpen om je ontwerpideeën verder te ontwikkelen, te communiceren en erop te reflecteren. en ze gaan over het plezier van het maken. Daarbij draait het niet alleen om wat je ontwerpt, maar ook om hoe je ontwerpt. ontwerpen is meer dan het hebben van inspiratie of het krijgen van een ingeving. ontwerpen is een zoektocht die zich maar moeilijk in een eenduidige, geformaliseerde handeling laat persen. Het is een proces van uitproberen en experimenteren, van veel vallen en opstaan. om dit proces goed te kunnen doorlopen, moet je beschikken over een breed palet aan vaardigheden. De beheersing van die vaardigheden vereist veel oefening. oefening in de continue wisselwerking tussen denken en doen. Aan het één heb je maar weinig zonder het andere.

vAArDIGHEDENONDErwIJS Laboratoria

LAB

Or

ATO

rIA

24

rA

vB

25

Page 25: Programmagids 2012-2013

CommunicatielaboratoriaOntwerpen gaat niet alleen over het ontwikkelen van ideeën en ruimtelijke concepten, maar ook om het kunnen overbrengen ervan. Daarom zijn communicatie- en presentatietechnieken een heel belangrijk onderdeel van het laboratoriumprogramma. Een tekening of maquette maakt ontwerpen of ideeën zichtbaar en inzichtelijk voor jezelf en anderen: het zijn middelen voor exploratie én communicatie. Tijdens het ontwerpproces en bij de planpresentatie is het belangrijk om ideeën en concepten met behulp van tekeningen, maquettes en een goed opgebouwd verhaal te kunnen communiceren om discussie en reflectie te stimuleren. Alleen als anderen begrijpen waar het over gaat, kunnen ze enthousiast worden over en reageren op een project. Er zijn verschillende technieken die je bewust kunt inzetten om jouw ideeën zo goed mogelijk te communiceren. Deze leer en oefen je in de communicatielaboratoria.

OnderzoekslaboratoriaOntwerpen is onderzoeken. Er zijn meerdere strategieën en methoden om tot een goed ontwerp te komen. welke aanpak voor welk probleem het beste werkt, verschilt per situatie, ontwerpprobleem en individu. Over de verschillende manieren van aanpak, het onderzoeken hoe je aan belangrijke informatie komt, het filteren van deze informatie, het ordenen en het inzetten ervan in je ontwerpproces gaat dit onderdeel van het laboratoriumprogramma.

De onderzoeksmethoden en -technieken die binnen de onderzoekslaboratoria aan de orde worden gesteld, zorgen voor een verbreding van het referentiekader en het spectrum aan instrumenten die je bij het oplossen van ontwerpproblemen ter beschikking staan.

reflectielaboratoriaBij het ontwerpen gaat het niet alleen om het kunnen toepassen van kennis en vaardigheden, maar ook om de reflectie op het ontwerpen zelf. Het gaat erom inzicht te krijgen in het samenspel van weten wat je doet en weten hoe je het doet. De reflectielaboratoria ondersteunen je daarin en dagen je uit om bewuster van je eigen handelen te worden en daarop te sturen. Enerzijds ontwikkel je in de reflectielaboratoria de vaardigheid om te reflecteren op je eigen ontwerpen en je eigen ontwikkeling en positie in het vak. Anderzijds leer je er hoe je jouw ontwerpvakmanschap kunt inbedden in een breder palet aan beroepsvaardigheden en van daaruit kunt reflecteren op het ontwerpen in de context van het beroep van architect of stedenbouwkundige.

24

LAB

Or

ATO

rIA

25

rA

vB

Page 26: Programmagids 2012-2013

MAteRIAAL & RuIMtevrijdagochtendCategorie: Onderzoek (Ruimtestudie) / 9 weken Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie 2 ECTS

Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Stedenbouw

Hoe krijg je als ontwerper greep op de architec-tonische en stedenbouwkundige dimensie van ruimte? Hoe kun je werken met programma, stra-tegie en vorm, maar ook met licht, materiaal en kleur? Hoe betrek je de ruimtelijke omgeving in de compositie van het ontwerp? Hoe maak je een ruimtebeeld inzichtelijk, hoe kun je het typeren en bewerken en het laten zien en ermee ontwerpen in maquettes, schetsen en collages? Hoe kunnen materiaal, compositie, kleur en sfeer al in het eer-ste concept van een plan een rol spelen? Hoe wer-ken deze ontwerpaspecten door de verschillende schaalniveaus van de stedelijke ruimte? Deze vra-gen onderzoek je in dit laboratorium. De uitkomst van dat onderzoek pas je vervolgens toe in een kleine ontwerpoefening voor een eenvoudig vo-lume op een grootstedelijke locatie in Rotterdam. – Heide Hinterthür & Els Bet

tyPoLogIsCH onDeRZoeKvrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 9 weken Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie 2 ECTS

Om goed te kunnen ontwerpen is kennis van historische en actuele ontwerpoplossingen onontbeerlijk. Een typologie is een generiek ontwerpschema dat ingezet kan worden om een specifiek ruimtelijk ontwerpvraagstuk ’op te lossen‘. De geschiedenis van de architectuur en stedenbouw kan ook omschreven worden als een verzameling van typologieën, gecategoriseerd naar gebruik, vorm en functie. Het analyseren van een specifiek deel van deze typologieën staat in dit laboratorium centraal. – Like Bijlsma

JouRnALIstIC ReseARCHFriday morningCategory: Research/seven weeks Input: task given by tutor Examination: presentation and practice-related assignment1 ECTS

This laboratory is English spoken

In this laboratory the student will be trained to work on a specific research task by collecting the relevant data, interpreting it visually and translating it into a conclusive vision of the task. The laboratory will start with an introduction to research in architecture and urban design in the past and the present. Topics such as formulating the research questions, collecting information and data, visualising data and trends, and con-structing and editing a story line in relation to the original research questions will also come up for discussion.– Nanne de Ru & Stefan Prins

vIsuALIsAtIe – IDeenoteRenD vrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTS

Basiskennis van Adobeprogramma’s is vereist

Tekenen is de verbeelding van de manier waarop over architectuur of stedenbouw wordt gedacht. Ontwerpen is denkend tekenen en tekenend denken. Al schetsend kun je je gedachten ordenen, je ideeën noteren en concepten verder ontwikkelen en leer je vorm te geven aan een niet tastbaar idee. Bovendien helpt tekenen de waarneming te scherpen en gevoel voor vorm en verhoudingen te ontwikkelen.– Klaas van der Molen

ontweRPPRoCes vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: atelierprojectenToetsvorm: praktijkwerkstuk1 ECTS

Studenten moeten minimaal 2 ateliers gevolgd hebben om deel te kunnen nemen

Ontwerpen, hoe doe je dat eigenlijk? Bij het ont-werpproces komen veel verschillende aspecten bij elkaar en zijn er evenveel verschillende oplos-singen mogelijk. Het proces is heel erg afhanke-lijk van de persoonlijkheid, methodieken en stij-len van een ontwerper. Ondanks deze verschillen is er een aantal elementen dat altijd terug komt in een ontwerpproces. In dit laboratorium wordt naar deze elementen gekeken aan de hand van voorbeelden en van eigen projecten. Uiteindelijk gaat het erom om duidelijkheid te krijgen over hoe je je eigen ontwerpproces beter kunt sturen, met als doel een beter resultaat.– Jos Lafeber

Laboratoria1ste kwartaal

LAB

Or

ATO

rIA

26

rA

vB

27

Page 27: Programmagids 2012-2013

Laboratoria2de kwartaal

vIsuALIsAtIe – sCHetsenvrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTS

Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Steden-bouw

De vrije schets is een belangrijk medium om een ruimtelijk idee snel zichtbaar te maken en te kunnen uitleggen. Door goed te kijken, te regis-treren en het geziene te vertalen in een tekening, train je het waarnemingsvermogen en ontwikkelt zich de beeldvorming. Zo wordt schetsen een middel voor het systematisch analyseren van de structurering van ruimtes, volumes en elemen-ten, maar tevens voor het communiceren van ontwerp ideeën. Daarmee is het schetsen ook een autonoom medium dat het resultaat kan zijn van een zeer persoonlijke ontwikkeling van het waar-nemend, voorstellend en vormgevend vermogen. – Yana Vlasova & Frits Palmboom

ARguMenteRen & sCHRIJvenvrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: een atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk1 ECTS

Dit laboratorium moet met een voldoende afge-rond zijn voordat studenten aan hun afstudeerpro-ject kunnen beginnen

Hoewel schrijven door veel ontwerpers lastig wordt bevonden, is het voor een groot deel een techniek die door iedereen geleerd kan worden. En dat is precies de kern van dit laboratorium. Want graag of niet, zo nu en dan zal je moeten schrijven: een essay, een projectomschrijving, een toelichting bij een prijsvraag of een boze brief aan de aannemer. Schrijven helpt ook bij het formuleren van een concept en om het concept consequent te vertalen in een ruimtelijk ontwerp. Daarnaast helpt de beheersing van het schrijven je om je in het vakgebied te kunnen positioneren. – Marina van den Bergen

BeRoePsvAARDIgHeDenvrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: de beroepspraktijkToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTSIn dit laboratorium komen aspecten aan de orde die bij het organiseren van een eigen praktijk van belang zijn en zinvol en efficiënt met elkaar in verband gebracht moeten worden. Dit laboratori-um richt zich op het verkrijgen van inzicht in het handelen als ontwerpende ondernemer. Alumni die hun eigen praktijk gestart zijn, geven inzicht in zaken als projectmanagement, het verwerven van opdrachten, bedrijfsvoering en het verken-nen van en sturen op de context van regelgeving, partijen en beleid waarin het ontwerp is ingebed. Je doet een aantal kleine oefeningen en je krijgt feedback op je optreden als opdrachtnemer.– Hans Tomassen, Alijd van Doorn & alumni

vIsuALIsAtIon – DIAgRAMs Friday morningCategory: Communication / seven weeksInput: current design studioExamination: presentation and practice-related assignment1 ECTS

This laboratory is English spoken

A good diagram or chart makes complex proces-ses or large quantities of data comprehensible. It is a powerful means of communicating informa-tion, data and knowledge to others. It not only helps to communicate your idea or project, but it also forces you to think about the message you want to convey and how to convey it.– Lada Hršak

ZeLfMAnAgeMentvrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 weken Input: studie, werk en levenToetsvorm: praktijkwerkstuk1 ECTS

De combinatie van werken en studeren vraagt veel van je als student. Tijdens dit laboratorium staan de professionele vaardigheden centraal die nodig zijn om het creatieve ontwerpproces te managen en je tijd effectief te gebruiken. Ver-der komt de ontwikkeling van zelfkennis en het scheppen van de condities om effectief te werken in praktijk en studie aan bod.– Margreet Pruijt

26

LAB

Or

ATO

rIA

27

rA

vB

Page 28: Programmagids 2012-2013

ontweRPAnALysevrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 7 wekenToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTS

Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Steden-bouw

Ontwerpanalyse is het uitdiepen van plananalyse in relatie tot diverse ontwerpopvattingen. Het ge-heel wordt in historisch perspectief geplaatst op het gebied van architectuur, stedenbouw en land-schapsarchitectuur. Daarbij wordt geprobeerd de factoren te definiëren die op de keuzes van de ontwerper van invloed zijn. Deze worden vervol-gens gerelateerd aan het resultaat. De analysete-kening wordt daarbij ingezet als een manier om inzicht in het proces van ontwerpen te krijgen. – Robert von der Nahmer

stuDy of foRMFriday morningCategory: Research/seven weeksExamination: presentation and practice-related assignment1 ECTS

This laboratory is English spoken

Form is often discussed in terms of its programme, the rational framework of a design. The means by which form manifests itself in a certain context depends on multiple, often personal, circumstances. This laboratory deals with the discussion of and reflection on the relationship between form and meaning while examining the grammar of form as a basis for design. The ultimate goal is to invent one’s own grammar of form as part of a much wider spectrum of the design vocabulary.– Bas van Bolderen

ontweRPenD onDeRZoeK vrijdagochtendCategorie: Onderzoek / 9 wekenToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie2 ECTS

Dit laboratorium moet met een voldoende afge-rond zijn voordat studenten aan hun afstudeerpro-ject kunnen beginnen

In dit laboratorium leer je hoe je ontwerpend onderzoek kan inzetten voor het onderbouwen van je eigen vermoedens en bevindingen ten

behoeve van een concept of aanpak van een ont-werpopgave.

Met een onderzoekende blik ga je de straat op, op zoek naar een vertaling van verwachtingen op basis van de werkelijkheid. Je leert relevante informatie te destilleren, daaraan conclusies te verbinden en deze te gebruiken bij het definiëren van de randvoorwaarden voor je ontwerpopgave.– Willemijn Lofvers

fILMIsCH RePResenteRenvrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenToetsvorm: presentatie en praktijkwerkstuk1 ECTS

Dit laboratorium wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Fotografisch representeren’

Met het medium film als gereedschap is het mo-gelijk een opdrachtsituatie te onderzoeken, vast te leggen, te communiceren en te presenteren. Dit laboratorium gaat over kijken en documenteren, over de mogelijkheden van verschillende filmi-sche methoden om - zowel met als zonder voor-ingenomenheid - naar de hedendaagse stedelijke werkelijkheid te kijken en die te documenteren. Met als doel de eigen blik te verscherpen en in-zetbaar te maken voor je ontwerp. – Olga Russel

PoRtfoLIo vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 14 weken / Dit laboratorium loopt over 2 kwartalenInput: atelierprojecten en projecten uit de beroeps-praktijkToetsvorm: portfolio & presentatie2 ECTS

Om deel te kunnen nemen moet je minimaal 3 afgeronde atelierprojecten en 2 projecten uit de beroepspraktijk hebben en is basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s vereist

Een goed portfolio geeft een duidelijk beeld van jouw professionele vaardigheden als ontwerper. Dit laboratorium biedt ondersteuning bij het or-denen van en reflecteren op je verschillende pro-jecten. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd over jouw positie binnen het vak. Welke beelden binnen het werk illustreren relevante thema’s en opvattingen het best en hoe kan het project op de meest adequate manier in tekst en beeld worden weergegeven? – Thomas Durner

Laboratoria3de kwartaal

LAB

Or

ATO

rIA

28

rA

vB

29

Page 29: Programmagids 2012-2013

PResenteRen vrijdagochtend en een zaterdagCategorie: Communicatie / 7 weken Input: het actuele atelierprojectToetsvorm: presentatie van het atelier1 ECTS

Dit laboratorium is onderdeel van de verplichte eerstejaarsprogramma’s Architectuur & Steden-bouw

Overtuigend je eigen werk kunnen presenteren is van cruciaal belang voor een ontwerper: het ontwerp staat of valt met een goede presentatie. Maar hoe kan een overtuigende eigen stijl van presenteren ontwikkeld worden ondanks alle per-soonlijke struikelblokken die ondermijnend kun-nen werken? In dit laboratorium komen aspecten als lichaamshouding, lichaamstaal, concentratie en ontspanning, adem en stem aan de orde, maar ook algemeen geldige principes van communi-catie en presentatie. Hierbij komen ook verschil-lende manieren aan bod waarop een ontwerp op een levendige en overtuigende manier mondeling kan worden gepresenteerd.– Annemieke Hengst & Pieta Verhoeven

vIsuALIsAtIon – eDItIng Friday morningCategory: Communication/7 weeksInput: current design studioExamination: practice-related assignment & presentation1 ECTS

This laboratory is English spoken/Elementary knowledge of Adobe software is necessary

Visualisation can be seen as “the art of storytell-ing” – while not relying on words, but on images. Which images can be used best to translate your design ideas into a two-dimensional presentation that communicates the project clearly? How do the main idea and the design’s strengths become clear to the viewer? These questions are at the core of this laboratory. To answer them, it is necessary to unravel and understand the idea behind your de-sign to such a degree that the visualisation can help to structure the thinking on your design project. – Like Bijlsma

MAquette – PResentAtIe vrijdagochtendCategorie: Communicatie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTS

Dit laboratorium richt zich op het maken van een presentatiemaquette voor het atelierproject dat parallel gevolgd wordt. Een goede presenta-tiemaquette is één van de meest krachtige mid-delen om het ontwerp te communiceren. Om het ruimtelijke idee en concept van het ontwerp zo optimaal mogelijk duidelijk te maken, zijn keuzes voor schaal, materiaal en uitvoering van groot belang. Het laboratorium ondersteunt je bij het vinden van de best mogelijke manier om je ont-werp om te zetten in een maquette.– Wouter Hilhorst

ontweRPMAnAgeMent vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 7 wekenInput: het actuele atelierprojectToetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie1 ECTS

Het ontwerpproces kent, naast de ontwerper zelf, steeds meer spelers en disciplines die een belang-rijke rol spelen. Om jezelf staande te kunnen hou-den in deze veranderende beroepspraktijk, moet je als ontwerper niet alleen het creatieve aspect beheersen, maar ook de leiding kunnen nemen over complexe ontwerpprocessen. Ontwerpen betekent dus ook sturen. Ontwerpmanagement staat niet voor het indammen van mogelijkheden en het beperken van risico’s, maar voor het toe-passen van strategieën en middelen die leiden tot soepelere processen en betere ontwerpresultaten. In dit laboratorium worden de mogelijkheden van ontwerpmanagement aan de hand van literatuur en concrete cases onderzocht en wordt een kader geschetst waaruit projecten benaderd kunnen worden. Het credo is: “You can be as creative about the process as you are taught to be about the product.”– Alijd van Doorn

PoRtfoLIo vrijdagochtendCategorie: Reflectie / 14 weken / Dit laboratorium loopt over 2 kwartalenInput: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijkToetsvorm: portfolio & presentatie2 ECTS

Om deel te kunnen nemen moet je minimaal 3 afgeronde atelierprojecten en 2 projecten uit de beroepspraktijk hebben en is basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s vereist

Vervolg van het derde kwartaal. – Thomas Durner

Laboratoria4de kwartaal

28

LAB

Or

ATO

rIA

29

rA

vB

Page 30: Programmagids 2012-2013

‘Zeven In één’ vAn JoHn nIeuwenHuIZeAtelier 1.5 ‘Streetwise’Docenten: Job Floris & Peter van de HelmDe straat-met-zeven-namen is één van de weinige assen van noord naar zuid in het centrum van Rotterdam. Maar ze wordt niet als zodanig erva-ren. Tegelijkertijd is het een straat waar weinig gewoond wordt; een typisch probleem voor de binnenstad van Rotterdam. Daarnaast bevindt zich langs de straat een groot aantal gebouwen dat zich onttrekt aan de straat, omdat de gebou-wen geen adres aan de straat hebben of er geen functionele relatie mee aangaan. Tenslotte zijn er een aantal gebieden in de as met rafelige, ondefinieerbare randen.Deze constateringen gelden in het bijzonder aan het Haagseveer, in de omgeving van de Witte Keizer en aan de Glashaven. Met het ontwerp wordt aangetoond dat de straat in deze gebieden met behulp van fijnmazige interventies, die zich richten op de opheffing van de geconstateerde problemen, kan worden gecomplementeerd. Een belangrijk onderdeel van de strategie vormt de toevoeging van een mix van woon- en werkpro-gramma’s aan de straat.

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

30

rA

vB

31

Page 31: Programmagids 2012-2013

‘DoRP In De HuID vAn een KAntooRgeBouw’ vAn JARno sCHeLLenBeRgAtelier 1.4 ‘rehab’Docent: Penne HangelbroekDe opgave het karakter van een gebouw te behouden en het gebouw tegelijkertijd te transformeren naar koopwoningen bevat een stevige tegenstrijdigheid. Zodra de woningen verkocht zijn, ligt het lot van het gebouw in handen van alleen maar particulieren eigenaren. 150 individuele eigenaren die in de praktijk vaak lastig te organiseren zijn. Door een 'sociaal' gebouw te ontwerpen wordt getracht een sociale samenhang tussen de bewoners te creëren. De verkeersruimte is een straat waar meerdere woonlagen aan worden ontsloten. Vanaf de straat zijn de buitenruimtes bereikbaar die toegang bieden tot het uitzicht. De hoeveelheid daglicht definieert hierbij het verschil tussen verblijf en verkeer. Tevens werkt het licht als een uitnodigende factor voor de bezoekers en bewoners om de sociale barrières te verkleinen.

‘PAssAges, In Between tHe woRLDs’ By MAttIe Le voyeRStudio 2.3 ‘Sustainable residential Building’Tutor: Serge SchoemakerThe word « passage » indicates both the architectural object and the action of going through a place to reach one point from another. It blurs the limits between the worlds, physical and spiritual, and marks a step in your evolution. In the residential project, the passage operates on two different scales.On a urban scale, the object’s passages act as a filter between the busy tram-garage and the calm canal.

The passages are the naves of a modern church without religion, a sacred meeting place.Super-social, contemplative or mysterious, the lateral apses create pressure or depression influences on the trajectories. On a smaller scale, the passage articulates around series of connectors. Sometimes rock, sponge or draft, they define the degree of publicity of the space. The combination of the French passage and the Dutch canal house creates the Dutch communal dwellings, grouped around the gardens. This new typology is a way to confront heritage and futuristic wishes.

30

IkTI

NO

SN

OM

INA

TIE

S

31

rA

vB

Page 32: Programmagids 2012-2013

Martin Aarts Samir Bantal Marina van den Bergen Els Bet Florian Boer Bas van Bolder-en Like Bijlsma Han Dijk Alijd van Doorn Thomas Durner Jan Duursma Job Floris Cor Geluk Jeroen Geurst Penne Hangel-broek Jan van Heemst Annemieke Hengst Heide Hinterthür Wouter Hilhorst Carolien Hoogland Rob Hootsmans Lada Hršak Henk Jan Imhoff Theo Kupers Jos Lafeber Chris van Langen Sander Lap Willemijn Lofvers Peter Lüthi Herman Meijer Ernie MellegersAlenka Milward Klaas van der Molen Robert von der Nahmer Frits Palmboom Dirk Peters Stefan Prins Margreet Pruijt Nanne de Ru Olga Russel Jeroen Schipper Mariet Schoenmakers Lara Schrijver Margit Schuster Hank van Tilborg Hans Tomassen Aldo Trim Wouter Veldhuis Pieta Verhoeven Jeroen Visschers Yana Vlasova Jacob Voort-huis Robert Winkel Hielkje Zijlstra

Rotterdamse Academie van BouwkunstDirectiekade 233089 JB RotterdamThe Netherlands

Drukwerk: Tripiti, Rotterdam, oplage: 850 ex.

RotterdamseAcademievanBouwkunst