programmaboekje 1047 - Brahms

12
Programma BRAHMS’ prijs €1,50 Vrienden NNO gratis dirigent michel Tabachnik Mezzosopraan cora burggraaf DERDE

description

programmaboekje 1047 - Brahms

Transcript of programmaboekje 1047 - Brahms

Page 1: programmaboekje 1047 - Brahms

Programma

Brahms’

pri j s €1,50

Vrienden NNO grat is

di r ig ent michel Tabachnik

M e z zosopr a an cor a burggr a af

derde

Page 2: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 2

brahms’ DerDe

donderdag 25 november | 20.15 uur *Groningen | De Oosterpoort | sponsor:

vrijdag 26 november | 20.15 uur *Leeuwarden | De Harmonie

zaterdag 27 november | 20.00 uur Emden | Neues Theater Emden

Dirigent Michel TabachnikMezzosopraan Cora Burggraaf

Dvorák De Woudduif, opus 110Berio Folk Songs

Pauze

Brahms Derde symfonie in F gr.t., opus 90

* Gratis inleiding één uur voor aanvang concert. In Groningen om 19.00 uur.

heT noorD neDerlanDs orkesT

Het Noord Nederlands Orkest (NNO) heeft wortels in het jaar 1862, toen het Orchest der Vereeniging De Harmonie werd opgericht als onderdeel van sociëteit De Harmonie. In 1926 ging het orkest zelfstandig verder als Groninger Orchest Vereeniging. In 2012 viert het NNO het 150-jarig bestaan van een orkest met Groningen als standplaats. Het NNO kan dus als het oudste nog bestaande symfonieorkest van Nederland gezien worden. Het NNO is tevens het grootste regionale symfonieorkest in Nederland, waarvan Michel Tabachnik sinds 2005 chef-dirigent is. Het orkest verzorgt zo’n 140 concerten per seizoen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, maar ook op belangrijke podia in de rest van Nederland, waaronder het Concertgebouw in Amsterdam en de Doelen in Rotterdam. Het NNO treedt ook regelmatig op in het buitenland, zoals in 2007 in Salle Pleyel en Cité de la Musique in Parijs en in 2009 in Perugia, Italië, tijdens het 64e Festival Sagra Musicale Umbra. Het NNO is geregeld te beluisteren tijdens radio-uitzendingen en heeft afgelopen jaren diverse CD’s op gerenommeerde labels uitgebracht. De programmering van het orkest onderscheidt zich door durf en originaliteit. In elk seizoen zijn cross-overs te vinden met andere muziekstijlen - zoals jazz en popmuziek - naast bijzonder samengestelde programma’s van barok tot 21e-eeuws. Daarnaast organiseert het NNO samen met diverse partners elk jaar een festival rondom een prominente hedendaagse componist. Kijk voor de meest actuele informatie over onze concerten op www.nno.nu.

Page 3: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M ’ s d e r d e | n n o3

In de afgelopen seizoenen dirigeerde hij er de Prague Philharmonia en de Brussels Philharmonic. Sinds september 2005 is Michel Tabachnik chef-dirigent van het NNO. Hij heeft grote affiniteit met jonge musici en dirigeerde verschillende internationale jeugdorkesten. Hij was artistiek directeur van L’Orchestre des Jeunes du Québec en l’Orchestre des Jeunes de la Méditerranée. Ook gaf hij vele masterclasses in onder andere Hilversum (NOS), Lissabon (the Gulbenkian Foundation) en de conservatoria van Parijs, Stockholm en Kopenhagen. Michel Tabachnik is bovendien een gerespecteerd componist.Daarnaast is hij met ingang van seizoen 2008-2009 chef-dirigent / artistiek directeur van het Brussels Philharmonic.

Michel Tabachnik studeerde piano, compositie en orkestdirectie in Genève en werd gecoacht door grote dirigenten als Igor Markevitsj, Herbert von Karajan en Pierre Boulez. Vier jaar lang was hij assistent-dirigent van Boulez. Michel Tabachnik was chef-dirigent van het orkest van de Gulbenkian Foundation in Lissabon, het Orchestre Philharmonique de Lorraine en het Ensemble InterContemporain in Parijs. Het CV van Tabachnik toont verder engagementen bij de Berliner Philharmoniker, het Filharmonisch Orkest van St. Petersburg, het Koninklijk Concertgebouworkest en het Orchestre de Paris. Hij was gastdirigent bij de Canadese Opera Company in Toronto alwaar hij Lohengrin, Butterfly, Carmen en Rake’s Progress dirigeerde. Michel Tabachnik is regelmatig te gast in ‘Cité de la Musique’ en ‘Salle Pleyel’ te Parijs.

michel Tabachnikdir igent

Page 4: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 4

Bordeaux in Tamerlano met Emmanuelle Haïm. Ze maakte haar debuuts in de Royal Opera House in Londen als Bella in Tippetts Midsummer Marriage, bij de Nederlandse Opera als Zerlina in Mozarts Don Giovanni, bij de Welsh National Opera als Hänsel in Humperdinks Hänsel und Gretel en bij de Bayerische Staatsoper in München in de rol van Eva in de wereldpremière van Peter Eötvös opera Die Tragödie des Teufels. In 2008 maakte Burggraaf haar Salzburg Festival debuut als Stéphano in Gounods Romeo et Juliette. Binnenkort zal Cora Burggraaf terugkeren bij de Nederlandse Opera als Stéphano, Zerlina en haar debuut als Idamantes. Ze zal terugkeren bij de Welsh National Opera als Cherubino in Mozarts Le nozze di Figaro en haar debuut maken in La Scala in Milaan als Stéphano.

De Nederlandse Cora Burggraaf studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, de Royal College of Music en de National Opera Studio; beide in Londen. Momenteel studeert ze bij Margreet Honig. Recentelijk was zij te horen met onder meer het Rotterdam Philharmonisch Orkest, het Radio Kamer Orkest, Combattimento Consort en Ensemble Matheus. Zij geeft vele liedrecitals door heel Europa, onder meer in het Concertgebouw Amsterdam, de Frick Collection in New York en in de Wigmore Hall in Londen. Burggraaf was in seizoen 2009-2010 ECHO Rising Stars Artist.Op het operatoneel was ze te horen bij de Londen Händel Society, de San Fransisco Opera, de Classical Opera Company in Londen, de Garsington Opera in Oxford, de Academy van het Festival d’ Aix-en-Provence en in

cora burggra afMe z zosopr a an

s t e u n h e t o r k e s tw o r d v r i e n d v a n h e t n n om e e r in fo ve rkri jgba ar bi j de vrie n de n balie e n op www.nno.nu

Page 5: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M ’ s d e r d e | n n o5

antonin Dvorák (1841 - 1904)

De Woudduif, opus 110 (1896)Andante, Marcia funebreAllegro - lentoMolto vivaceAndanteEpiloog

In Wenen (maart 1896) - na een bezoek aan Engeland - ontmoet Dvorák zijn collega Grieg. Grieg was in Wenen voor een pianorecital en voor een concert hedendaagse muziek van het Boheems strijkkwartet. Op het programma stonden werken van Dvorák, Brahms en Bruckner. Grieg en Dvorák werden ontvangen door hun vriend Brahms en deze probeerde wederom Dvorák over te halen om aan het conservatorium van Wenen compositieleraar te worden. Opnieuw meldt Dvorák dat hij het zich niet kan veroorloven om in Wenen te gaan wonen met zijn familie omdat dit te hoge kosten met zich meebrengt. Brahms oppert dan dat hij zijn hele vermogen aan zijn vriend en gerespecteerde collega wil schenken, daar hij niet weet wat hij er mee moet doen wanneer hij zou komen te overlijden. Dvorák is diep geroerd maar kan het aanbod niet aannemen. Brahms overlijdt kort hierna in april 1897. Tijdens deze woelige periode (1896 en 1897) legt Dvorák zich toe op het componeren van vijf symfonische gedichten, een muzikale vorm waarmee Richard Strauss de wereld enkele jaren eerder had geëlektrificeerd. Helaas bezat Dvorák niet het psychologische inzicht zoals Strauss dat had. Zodoende kwamen de karakters minder krachtig, scherp en helder tot uiting dan bij zijn meerdere, Richard Strauss. Hoe dan ook, ook hier kunnen we spreken van muzikale juweeltjes ondanks het feit dat de muziek het verhaal niet altijd even helder verklankt. Vier van de vijf symfonische gedichten die hij allen

in 1896 componeerde waren geïnspireerd op teksten van de bekende Tsjechische dichter K.J. Erben.

De onderstaande tekst schreef Dvorák bij zijn symfonisch gedicht:

Andante, marcia funebreHuilend en jammerend volgt een jonge weduwe de doodskist

Allegro - LentoZe treft een knappe jonge man die haar ervan probeert te overtuigen om het verdriet van zich af te zetten en hem te trouwen.

Molto vivaceDe jonge vrouw stopt met treuren en viert met de mooie jonge man een groots huwelijksfeest.

AndanteOndertussen is het graf van haar eerste man die zij vergiftigd had, begroeid met gras. Aan het hoofdeinde groeit een jonge eik. In één van de takken van de eik zingt een woudduif zijn klagende lied. Dit droevige lied raakt het hart van de verraderlijke vrouw die hierdoor bezwijkt van berouw. Zoekend naar de dood stort ze zich in het nabij gelegen water.

Epiloog

Marcel Mandos

Page 6: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 6

schreeuwen of mompelen. Daarbij werd hij enorm geïnspireerd door de legendarische, buitengewoon expressieve en veelzijdige stemtechniek van zijn toenmalige echtgenote, de zangeres Cathy Berberian.Met Folk Songs - het werk groeide na de première uit tot cultmuziek in de hippie-beweging - wilde Berio een droom verwerkelijken ‘waarvan ik weet dat die niet realiseerbaar is: ik wil een eenheid scheppen tussen volksmuziek en de muziek van onze tijd’. De meeste liederen in de cyclus zijn gebaseerd op traditionele, eeuwenoude deuntjes uit Zuid- en Oost-Europa; de eerste twee zijn vroeg-twintigste eeuwse Amerikaanse liederen, terwijl ‘La donna ideale’ en ‘Ballo’ door Berio nieuw gecomponeerd werden op oud-Italiaanse teksten. Maar in alle liederen is Berio’s aandeel aanzienlijk. In de eerste plaats in de instrumentatie en de soms uitgesproken moderne harmonisering. Daarnaast zou geen andere componist (of arrangeur) aan één zangeres een liederen-cyclus toevertrouwen die zoveel verschillende zangtechnieken verlangt: de Siciliaanse of Sardijnse zang vraagt om een totaal andere

Halverwege de jaren 1960 verbaasde Luciano Berio vriend en vijand met zijn Folk Songs. Berio was toen voor vele (conservatieve) concertgangers één van die griezelige avantgardisten die muziek degradeerden tot ooronvriendelijke geluidmakerij - en kijk, uit dezelfde pen bleken deze warmbloedige, innemende hercomposities van traditionele volksliederen te vloeien. Maar de hardcore avantgarde-liefhebbers vonden het juist een laffe terugval in de traditie. (Vergelijk het met wat stedenbouwers op dat moment overal in Europa deden: vernieuwing was troef, behoudzucht uit den boze, en ‘retro-gedoe’ was geen serieuze optie.)Berio zelf meende altijd dat vernieuwing en traditie elkaar niet uitsloten. Naast zijn experimentele werken - vooral voor elektronica en voor solo-instrumenten - maakte hij bewerkingen van Beatles-songs, schreef hij kolderieke muziektheaterwerken en complementeerde hij onvoltooide werken van Schubert, Puccini en Mahler. In zijn eigen composities was de menselijke stem zijn favoriete ijkpunt; zelfs instrumentale stukken modelleerde hij veelal naar de manier waarop mensen zingen, spreken,

luciano berio (1925 - 2003)

Folk Songs (1964)Black is the color (VS)I wonder as I wander (VS)Loosin yelav (Armenië)Rossignolet du bois (Frankrijk)A la femminisca (Sicilië)La donna ideale (Italië)Ballo (Italië)Motettu di Tristura (Sardinië)Molorous qu’o un fenno (Auvergne, Frankrijk)Lo fiolaire (Auvergne, Frankrijk)Azerbeidjaans Liefdeslied (Azerbeidjan)

Page 7: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M ’ s d e r d e | n n o7

stembehandeling dan, bijvoorbeeld, de Armeense of Azerbeidjaanse liederen - maar zijn partner Berberian, met haar wendbare stemtechniek, wist er raad mee. Met haar Armeense herkomst was het derde lied - Loosin yelav, uit Armenië - een schot voor open doel, maar voor het Azerbeidjaans Liefdeslied moest ze de tekst (niet gedocumenteerd, en in een haar onbekende taal) fonetisch uitschrijven op basis van een oude 78-toerenplaat. Na Berberians overlijden, tijdens een herdenkingsconcert, draafden verscheidene zangers op om Folk Songs te laten klinken zoals Berio bedoeld had.

1. black is the colorBlack is the colorOf my true love’s hair,His lips are something rosy fair,the sweetest smileAnd the kindest hands;I love the grass whereon he stands.

I love my love and well he knows,I love the grass whereon he goes;If he no more on earth will be,’Twill surely be the end of me. Black is the color, etc.

Overigens is er nog een ander (en intiemer) verbindingsstreepje tussen het traditionele materiaal en de componist: de tekst. Berio koos opvallend veel liederen die de onhoudbaarheid van liefde bezingen, en had daar alle reden toe. Zijn huwelijk met Berberian zieltoogde en zou spoedig ontbonden worden. ‘A la femminisca’ vertolkt wat een man van zijn vrouw verwacht, ‘Ballo’ portetteert de minnaar als een dwaas, in Motettu de tristura zingt een nachtegaal over de dood en ‘Malurous qu’o uno fenno’ onthult: ‘Ongelukkig is een man mét een vrouw, ongelukkig zonder… Gelukkig is de vrouw die haar man heeft en zonder hem nog gelukkiger.’

Michiel Cleij

Liedteksten Folk Songs

Page 8: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 8

2. i wonder as i wander I wonder as I wander out under the skyHow Jesus our Savior did come for to dieFor poor ordn’ry people like you and like I,I wonder as I wander out under the sky.

When Mary birthed Jesus ’twas in a cow stallWith wise men and farmers and shepherds and all,But high from the Heavens a star’s light did fall,The promise of ages it then did recall.

If Jesus had wanted of any wee thing,A star in the sky or a bird on the wing,Or all of God’s angels in Heav’n for to sing,He surely could have had it ’cause he was the king.

3. loosin yelav Loosin yelav ensareetz Saree partzòr gadareetz Shegleeg megleeg yeresov Pòrvetz dedneen loosni dzov. Jan a loosin Jan ko loosin Ja ko gòlor sheg yereseen.

Xavarn arten tchòkatzav Oo el kedneen tchòkatzavLoosni loosov halatzvadz Moot amberi metch mònadz.

Jan a loosin, etc.

3. The moon has risenThe moon has risen over the hill,over the top of the hill,its red rosy facecasting radiant light on the ground. O dear moonwith your dear lightand your dear, round, rosy face! Before, the darkness layspread upon the earth;moonlight has now chased itinto the dark clouds.

O dear moon, etc.

Page 9: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M ’ s d e r d e | n n o9

4. rossignolet du bois Rossignolet du bois, Rossignolet sauvage, Apprends-moi ton langage, Apprends-moi-z à parler, Apprends-moi la manière Comment il faut aimer.

Comment il faut aimer Je m’en vais vous le dire, Faut chanter des aubadesDeux heures après minuit, Faut lui chanter: “La belle, C’est pour vous réjouir.”

On m’avait dit, la belle Que vous avez des pommes, Des pommes de renettes Qui sont dans vot’ jardin. Permettez-moi, la belle, Que j’y mette la main.

Non, je ne permettrai pas Que vous touchiez mes pommes, Prenez d’abord la lune Et le soleil en main, Puis vous aurez les pommesQui sont dans mon jardin.

5. a la femminisca E Signuruzzu miù faciti bon tempu Ha iu l’amanti miu’mmezzu lu mari L’arvuli d’oru e li ntinni d’argentu La Marunnuzza mi l’av’aiutari, Chi pozzanu arrivòri ’nsarvamentu. E comu arriva ’na littra Ma fari ci ha mittiri du duci paroli Comu ti l’ha passatu mari, mari.

4. little nightingaleLittle nightingale of the woods,little wild nightingale,teach me your secret language,teach me how to speak like you,show me the wayto love aright.

The way to love arightI can tell you straight away,you must sing serenadestwo hours after midnight,you must sing to her, “My pretty one.This is for your delight.”

They told me, my pretty one,that you have some apples,some rennet apples,growing in your garden.Allow me, my pretty one,to touch them.

No, I shall not allow youto touch my apples.First, hold the moonand the sun in your hands,then you may have the applesthat grow in my garden.

5. may the lord send fine weather,May the Lord send fine weather, for my sweetheart is at sea;his mast is of gold, his sails of silver,May Our Lady give me her help,so that they get back safely.And if a letter arrives,may there be two sweet words written,telling me how it goes with you at sea.

Page 10: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 10

6. la donna idealeL’omo chi mojer vor piar, De quatro cosse de’e spiar La primiera è com’el è naa, L’altra è se l’è ben accostumaa, L’altra è como el è forma, La quarta è de quanto el è dotaa. Se queste cosse ghe comprendi, A lo nome die Dio la prendi.

7. balloLa la la la la la . . . Amor fa disviare li più saggiE chi più l’ama meno ha in sé misura. Più folle è quello che più s’innamura. La la la la la la . . . Amor non cura di fare suoi dannaggi. Co li suoi raggi mette tal calura Che non può raffreddare per freddura.

8. motettu de tristuraTristu passirillanti Comenti massimbilas.Tristu passirillanti E puita mi consillas A prangi po s’amanti.

Tristu passirillanti Cand’ happess interrada tristu passirillanti faimi custa cantada cand’ happess interrada.

6. The ideal womanWhen a man has a mind to take a wife,there are four things he should check:the first is her family,the second her manners,the third is her figure,the fourth her dowry.If she passes muster on these,then, in God’s name, let him marry her!

7. DanceLa la la la la la . . .Love makes even the wisest mad,And he who loves most has least judgment.The greater lover is the greater fool.

La la la la la la . . .Love is careless of the harm he does.His darts cause such a feverthat not even coldness can cool it.

8. song of sadnessSorrowful nightingalehow like me you are!Sorrowful nightingaleconsole me if you canas I weep for my lover. Sorrowful nightingalewhen I am buried,sorrowful nightingalesing this songwhen I am buried.

Page 11: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M ’ s d e r d e | n n o11

9. malurous qu’o uno fenno, Malurous qu’o uno fenno, maluros qué n’o cat! Qué n’o cat n’en bou uno, qué n’o uno n’en bou pas! Tradèra ladèrida rèro, etc.

Urouzo lo fenno Qu’o l’omé qué li cau! Urouz inquéro maito O quélo qué n’o cat!!Tradèra ladèrida rèro, etc.

10. lo fiolaireTon qu’èrè pitchounèlo Gordavè loui moutons,Lirou lirou lirou . . . Lirou la diri tou tou la lara.

Obio ’no counoulhètoE n’ai près un postrou. Lirou lirou, etc.

Per fa lo biroudèto mè domond’ un poutouLirou lirou, etc.E ièu soui pas ingrato: en lièt d’un nin fau dous! Lirou lirou, etc.

11. azerbaijan love song[Transcription defies translation]

Texts: Universal Edition (London) Ltd.

9. Wretched is heWretched is he who has a wife,wretched is he who has not!He who has not, desires one,he who has one, doesn’t!Tralala, tralala, etc.

Happy the womanwho has the man she wants!Happier still is shewho has no man at all!Tralala, tralala, etc.

10. The spinnerWhen I was a little girlI tended the sheep,Lirou lirou lirou . . .Lirou la diri tou tou la lara.

I had a little staffand I called a shepherd to me.Lirou lirou, etc. For looking after my sheephe asked me for a kiss.Lirou lirou, etc. And I, not one to be mean,gave him two instead of one.Lirou lirou, etc.

11. azerbaijan love song[Transcription defies translation]

Page 12: programmaboekje 1047 - Brahms

B r a h M s ’ d e r d e | n n o 12

Het karakter van de symfonie valt moeilijk in één woord te kenschetsen; van de vier symfonieën weerspiegelt deze het meest de complexe persoonlijkheid van de componist. De toon soort nodigt weinig uit tot emotionele uitbarstingen of groot-se klankeffecten en zowel het eerste als het laatste deel eindigen niet triomfaal, maar beschouwend en sereen. De middendelen doen door de ongecompliceerde vorm en de een voud in melodie eerder aan Intermezzi denken dan aan delen uit een symfonie. Wat Brahms over zijn Vierde schreef (“een paar entr’actes (…) - die men tesamen een symfonie pleegt te noemen”), lijkt hier meer van toepassing. Maar er zijn vele momenten van warmte en expressie, vooral in de finale, het zwaartepunt van de compositie. De mineur/majeur tegenstelling die het geheel bepaalt, komt ook in dit laatste deel terug. Dit begint in de toonsoort f mineur, talrijke korte motieven worden van het hoofdthema afgeleid en door Brahms meesterlijk uitgewerkt en na een felbewogen climax volgt een kalmerende afsluiting - als een stralende zonsondergang na een stormach tige dag.

Archief NNO

Johannes Brahms deed over het algemeen weinig uitlatingen over composities waaraan hij werkte. Bij de Derde symfonie was hij bijzonder zwijgzaam. Over de ontstaansgeschiedenis is weinig meer met zekerheid bekend dan plaats en tijd van componeren: in de zomer van 1883, bij mevrouw von Dewitz, Geisbergstrasse 19, Wiesbaden. Brahms was oorspronkelijk van plan geweest om, evenals het jaar daarvoor, de zomermaanden in Bad Ischl door te brengen.Tijdens een uitstapje naar de Rijn kreeg hij plotseling inspiratie voor een symfonie en hij besloot in Wiesbaden een kamer te huren. Mogelijk is er een connectie met zangeres Hermine Spies die daar woonde en die hij niet alleen om haar zangkunst bewonderde. Na enkele voorbereidende schetsen werd het hele werk zonder onderbreking voltooid en op 2 december 1883 verzorgde Hans Richter de première. Het werd, ondanks een groep militante Wagnerianen in de zaal, een bijzonder succes. De componist werd met een naar Weense begrippen ongekend enthousiasme gehuldigd. Hans Richter, die de eerste uitvoering had gegeven, noemde deze Derde symfonie, de Eroïca van Brahms - die overigens zelf sprak van zijn “helaas al te beroemde”.

Johannes brahms (1833 - 1897)

Derde symfonie in F gr.t. opus 90 (1883)Allegro con brioAndantePoco allegrettoAllegro - un pocoSostenuto