Programma thema differentiatie

19
Programma thema differentiatie 13h50-14h30 Inleiding differentiatie 14h30-16h15 Verdiepende activiteit equity & inclusion 16h15-16h45 Inleiding Rotterdam, onderwijs in grootstedelijke context 16h45-18h00 Verdiepende activiteit equity & inclusion 18h00-19h00 Pauze 19h00-20h00 Onderwijs in Soedan (Marloes Wesselingh) 20h00-21h00 Toelichting rubrics LA 4, productbespreking en integratiefase

description

Programma thema differentiatie. 13h50-14h30 Inleiding differentiatie 14h30-16h15 Verdiepende activiteit equity & inclusion 16h15-16h45 Inleiding Rotterdam, onderwijs in grootstedelijke context 16h45-18h00 Verdiepende activiteit equity & inclusion 18h00-19h00Pauze - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Programma thema differentiatie

Page 1: Programma thema differentiatie

Programma thema differentiatie

13h50-14h30 Inleiding differentiatie

14h30-16h15 Verdiepende activiteit equity & inclusion

16h15-16h45 Inleiding Rotterdam, onderwijs in grootstedelijke context

16h45-18h00 Verdiepende activiteit equity & inclusion

18h00-19h00 Pauze

19h00-20h00 Onderwijs in Soedan (Marloes Wesselingh)

20h00-21h00 Toelichting rubrics LA 4, productbespreking en integratiefase

Page 2: Programma thema differentiatie

No More Failures: Ten Steps to Equity in Education

EguityGelijkheid, gelijke onderwijskansen voor iedereen.

FairnessPersoonlijke en sociale omstandigheden (gender, sociaal-economische achtergrond en etniciteit mogen de schoolloopbaan niet belemmeren.

.InclusionIedereen moet een minimumniveau van kennis en vaardigheden (lezen,schrijven & rekenen) behalen.

Page 3: Programma thema differentiatie

Sociale ongelijkheid in het onderwijs

Impact van de sociaal- economische status (SES) op onderwijskansen.

Onderwijs geen hefboom die sociale ongelijkheid helpt opheffen, maar een slagboom die ll. Met een lage SES de toegang ontzegt tot betere jobs en meer invloedrijke posities.

SES nog steeds beste voorspeller van schoolloopbanen.

Valcke, 2010, p.54

1

Page 4: Programma thema differentiatie

Cultureel kapitaal & hulpbronnen

Cultureel kapitaal (Bourdieu en Passeron, 1970): Zoals taalgebruik, taalvaardigheid, sociale vaardigheden, consumptiepatronen, vrijetijdsbesteding, waardesysteem, levensstijl, aspiraties.

PISA indicatoren voor SES: Het beroep van de ouders Het onderwijsniveau van de ouders De educatieve media waarover ll. thuis

beschikken Het aantal boeken dat in huis aanwezig is.

Page 5: Programma thema differentiatie

Leerling

Tijd

Geld

Talent

Gezondheid

Motivatie

School

Gezin en familie

Vrienden

Sociale resources Basale resources Persoonlijke resources

Uit: Terwel, J., Rodrigues, G.R & van de Koot-Dees, D. (2011).

Hulpbronnen of resources

Page 6: Programma thema differentiatie

Grote verschillen in hulpbronnen, deze nemen toe gedurende schoolloopbanen

Persoonlijke resources van ll. op 10-12 jarige leeftijd van grote invloed op verder verloop schoolloopbaan.

Talent lijkt doorslaggevend, motivatie en inzet compenserende werking.

Gezondheid/ziekte kan cruciale rol spelen.

Page 7: Programma thema differentiatie

Sociale resources van continue belang.Betekenis vooral zichtbaar op breukvlakken schoolloopbaan.

Op die breukvlakken maken ouders en leraren het verschil.

Keuze van vrienden belangrijk voor werk-houding, planning en discipline.

Serendipiteit: toevallige gebeurtenissen.Hoog opgeleide ouders handelen vanuit inzicht, zien kansen

Page 8: Programma thema differentiatie

Equity and inclusion

Aantal factoren in het onderwijs die een rol spelen bij equity & inclusion:

Wijze van differentiëren Vroege selectie (early tracking) Onderwijsstelsels Vrije schoolkeuze Kwaliteit leraren

Page 9: Programma thema differentiatie

Differentiatie in het onderwijsDe manier waarop een leraar omgaat met verschillen tussen ll. in de klas.

Convergente en divergente differentiatie

Page 10: Programma thema differentiatie

Convergente differentiatie Minimumdoelen voor de gehele groep.

Risicokinderen krijgen groepsinstructie en verlengde instructie.

Vergroten leertijd en het geven van instructie verhogen leerprestaties van ll.

Heterogeen groeperen van ll. heeft eenpositieve invloed op de leerprestaties van de gemiddelde en zwakke ll.

Leraar centrale rol

Page 11: Programma thema differentiatie

Divergente differentiatie Aansluiten bij individuele leerbehoeftes en niveaus van ll. in de groep (werken in

meerdere niveaus of individueel onderwijs)

Leraar begeleider leerprocessen.

Instructietijd drastisch lager.

De verschillen tussen ll. worden steeds groter, waardoor er meer gedifferentieerd moet worden.

Page 12: Programma thema differentiatie

Divergente differentiatie vervolg

Risico Matteuseffect: ll. die goed kunnen leren worden nog beter omdat zij in groepen zitten waaraan zij zich op kunnen trekken.

Dit geldt niet voor risico ll.,hun achterstand wordt daardoor relatief groter.

Het werken in groepen met hetzelfde niveau heeft nadelige gevolgen voor de zwakke ll.

Ook voor gemiddelde kinderen leidt het werken in niveaugroepen niet tot betere prestaties.

Kleine groep hoger begaafde kinderen profiteert van andere sterke ll. in hun niveaugroep, zij worden niet opgehouden door gemiddelde en zwakke ll.

Page 13: Programma thema differentiatie

Vroege selectie (early tracking)

Vroege selectie heeft negatieve gevolgen voor ll. met een lagere sociaal- economische achtergrond (SES).

In lage stroom geen mogelijkheid zich op te trekken aan beter presterende ll. (zg. peereffecten).

Selection bias

Page 14: Programma thema differentiatie

Horizontale (comprehensive) onderwijsstelsels

Langer gemeenschappelijk onderwijs (tot 16 jaar)

Heterogene groepen, groepsindeling gebaseerd op leeftijd

Gemeenschappelijk curriculum Aandacht voor theoretische en

beroepsgerelateerde vorming Differentiatie (setting en streaming) Keuzevakken en vakken op verschillend

niveau (met toenemen leeftijd) Vooral Scandinavië (Finland!)

Page 15: Programma thema differentiatie

Wat vraagt comprehensive education van leraren?Kunnen omgaan met groeiende diversiteit in sociaal-culturele achtergronden van ll. uiteenlopende sociaal-emotionele problematiek. zorgleerlingen, vooral gedragsproblemen en

diagnosticeren onderwijsbehoeften. goed kunnen inspelen op taalachterstanden voldoende uitdaging bieden aan cognitief

getalenteerde kinderen

Page 16: Programma thema differentiatie

Verticale (duale) onderwijsstelsels

Vroege selectie op basis leerprestaties (leeftijd 10 jaar)

Oriëntatiefase, daarna definitief naar niveau in gescheiden schooltypen

Verschillende varianten duale stelsel

Duitsland en Oostenrijk

Page 17: Programma thema differentiatie

Hybride onderwijsstelsels Tussenvorm, met elementen verticale en

horizontale systemen.

Vroege selectie (12 jaar) op basis leerprestaties.

Naast categorale scholen ook brede scholengemeenschappen waarin ll. van verschillende begaafdheidsniveaus zijnondergebracht.

Page 18: Programma thema differentiatie

Vrije schoolkeuze

Nederland kent in de Grondwet verankerde (artikel 23) Vrijheid van inrichting Vrijheid van schoolkeuze

Vrije schoolkeuze bevordert Segregatie & Ongelijkheid in onderwijskansen

Page 19: Programma thema differentiatie

Onderwijs: vrije keus klinkt goed maar werkt slecht (Bowen Paulle, 2011)

Onderwijssegregatie

Niet kleur, maar sociale klasse de beste voorspeller voor:

Individuele schoolprestaties van kinderen Segregatie- effecten. De impact van de

sociale samenstelling van een school op de prestaties van leerlingen.