problemen op te lossen. Visitekaartje voor hangjongere · Visitekaartje Academies leiden op tot...

1
4 CULTUREEL SUPPLEMENT NRC HANDELSBLAD 4 V R I J DAG 2 6 N OV E M B E R 2 010 Visitekaartje Academies leiden op tot artistieke persoonlijkheidmaar kunstenaars zoeken ook naar maatschappelijke relevantie. De No Academy koppelt kunstenaars aan instanties om samen problemen op te lossen. CLAUDIA KAMMER A angeboden: een dag gratis hulp. Kunstenaar Domeni- que Himmelsbach de Vries hing begin dit jaar briefjes op in supermarkten en op lantaarnpalen in Amster- dam waarop hij gratis zijn diensten aanbood. Op You- Tube plaatste hij een filmpje waarop hij toe- lichtte wat hij allemaal kan: Ik ben goed in oplossingsgericht denken, neem initiatief, ben kritisch, ben goed in organiseren, posters ontwerpen, video editen, kan fietsen repare- ren, klussen, glas snijden, glas zetten, lassen, met de naaimachine overweg, zeefdrukken, fotograferen, ben maatschappelijk geënga- geerd, ik kook vegetarisch of veganistisch, voor één of voor duizend mensen en ik draai New Wave op uw partij. Wilt u een dag gratis hulp? Ik help u graag.Himmelsbach de Vries, in 2009 afgestu- deerd aan de Christelijke Academie voor Beeldende Kunsten in Kampen, was dit jaar één van de studenten aan de No Academy, een opleiding waar pas afgestudeerde studenten van kunstopleidingen zich bezighouden met maatschappelijke problemen. Geen kunstop- leiding in ouderwetse zin (vandaar de naam: No Academy), maar een laboratorium waar de beginnende kunstenaars grootstedelijke vraagstukken onderzoeken. Woningbouw- corporatie Ymere bijvoorbeeld wilde hulp van de No Academy om in de Transvaalbuurt in contact te komen met hangjongeren. Het stadsdeel Amsterdam-West wenste overge- wicht onder kinderen aan te pakken. Het multiculturele platform Forum was be- nieuwd of het streven naar gemengde wijken niet ongewild leidt tot afbraak van sociale netwerken. Sommige studenten van de No Academy haakten aan bij één specifiek vraagstuk. Him- melsbach de Vries besloot verschillende vraagstukken tegelijk te benaderen. Hij wil- de dieper in contact met de samenleving ko- men. Door het aanpakken van praktische, da- gelijkse problemen onderzocht hij hoe bur- gers naar hun omgeving, de stad, kijken. Zijn aanbod van een dag gratis hulp leverde, voor- al na een artikel over hem in het Amsterdams Stadsblad, tientallen zeer diverse reacties op. De een wilde hulp bij het maken van een zo- merjurk, de ander wilde met hem brainstor- men over het opzetten van een praktijk voor sportmassage, de volgende kon wel wat hulp gebruiken bij het restaureren van een glas-in- lood-raam. Een vrouw die nooit had leren ko- ken maar wel een dure keuken had laten bou- wen in haar huis, wilde al haar vrienden ont- vangen als in een Bertolli-reclame. Ik heb een begin met haar gemaakt door samen een groentetaart te bakken, zegt de kunstenaar. Ik kreeg zoveel verzoeken om hulp dat ik op het laatst bijna opgebrand raakte.Himmelsbach constateerde dat het ver- trouwelijke contact waar zoveel instanties naar op zoek zijn mogelijk wordt door het ontbreken van eigenbelang of een verborgen agenda. Instanties die in contact willen tre- den met burgers, raadt hij aan een gemeen- schappelijk doel te zoeken dat buiten hun ei- gen belang staat. Voor woningbouwcorpo- ratie Ymere ontwikkelt hij nu zulke projec- ten om groepen bij elkaar te brengen. De kunstenaar zegt dat de No Academy hem meer bewust heeft gemaakt van zijn po- sitie als kunstenaar binnen de maatschappij. Eerder voelde ik mij een visueel commenta- tor op afstand van de wereld.In een verant- woording voor het Fonds BKVB, dat hem en de andere studenten van de No Academy een jaar lang ondersteunde, schrijft hij: De mo- gelijkheid om mij een volledig jaar lang op mijn creatieve relatie met de wereld te stor- ten heeft mij verrijkt. Ik ben hoopvoller aan- gezien mijn radicale gedachtengoed een luis- terend oor en ingang heeft gevonden bij in- stituten en instanties. Waar ik eerder het ge- voel had lijnrecht tegenover hun ideeën te staan, voel ik me nu zelf een partner met een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor sociale vraagstukken.De No Academy is een iniatief van foto- graaf Paul Gofferjé, designhistorica Kirsten Algera en beeldend kunstenaar Ruud Lanfer- meijer. Zij gaven onder meer les aan de Hoge- school voor de Kunsten in Utrecht en kreeg daar telkens van studenten dezelfde vraag te horen: Wat kan een afgestudeerde kunste- naar nou echt betekenen voor de samenle- ving?Op de kunstopleidingen is vooral veel aandacht voor het ontwikkelen van de crea- tieve persoonlijkheid, zegt hij. Maar studen- ten leren er te weinig welke rol zij als kunste- naar kunnen spelen in de maatschappij. In 2008 richtten zij samen de stichting No Academy op. Geschikte kandidaten voor de studie worden gescout door contacten aan de kunstopleidingen in heel Nederland. Zakelij- ke partners leveren vraagstukken aan en be- talen elk een bijdrage van 5.000 euro. Een gebouw heeft de No Academy niet. We hebben het bewust klein gehouden, zegt Gofferjé. Meer dan zes studenten kun- nen we niet begeleiden.Na een pilot in 2008 ging in 2009 het eerste officiële praktijkleer- jaar van start. De studenten ontvingen een projectbijdrage voor een jaar van het Fonds BKVB, waarmee zij in hun levensonderhoud konden voorzien. De studenten worden één op één begeleid door kunstenaars die al langer bedreven zijn in critical social design. Gijs Müller was de begeleider van Domenique Himmelsbach de Vries. Ik werkte met hem volgens het mees- ter-gezel-model , vertelt Müller. We spra- ken elke week af en dan luisterde ik naar zijn ideeën. Hij is een heel geëngageerde jongen maar had in het begin veel weerbarstigheid tegen de systematiek van de maatschappij. Hij is afgestudeerd als autonoom kunstenaar, dat zijn wat meer de outsiders onder de kun- stenaars. Ze zijn minder gericht op commu- nicatietrajecten dan bijvoorbeeld vormge- vers, die gewend zijn om samen te werken met opdrachtgevers. Wat ik heb geprobeerd, is hem meer te richten op wat de zakelijke partners van de No Academy aan zijn ideeën zouden kunnen hebben. Wat Domenique scherp zag, is dat de partners de verschillen tussen groepen mensen vaak wel goed kun- nen betitelen, maar moeite hebben om de overeenkomsten te zien. Dat is een inzicht waarmee je mooie strategieën kunt ontwik- kelen.Müller vindt het prijzenswaardig hoe de zakelijke partners van de No Academy de stu- denten de ruimte en het vertrouwen geven om met vastgelopen maatschappelijke vraag- stukken aan de slag te gaan. Ze zouden ook een gewoon adviesbureau kunnen inhuren, dan weten ze precies wat ze eruit krijgen: een mooi rapport met een beleidsstrategie. Bij de No Academy krijgen ze dat niet, de uitkom- sten zijn ongewis.Dat zon samenwerking met een zakelijke partner niet altijd gladjes verloopt, onder- vond grafisch ontwerpster Jurga Zelvyté, ex- student van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Zij haakte in op de vraag van wo- ningcorporatie Ymere, die zocht naar een manier om in de Transvaalbuurt in Amster- dam-Oost in contact te komen met hangjon- geren. Ik ben begonnen met te onderzoeken waar de grens ligt tussen privéruimte en openbare ruimte, vertelt zij. Aan hangjon- geren, die zich een privéruimte toe-eigenen in de openbare ruimte, ergeren mensen zich. Maar als mensen met een klapstoel voor de deur gaan zitten, in het zonnetje, zegt nie- mand er iets van.Ze ontdekte dat ongeschreven regels hier belangrijker zijn dan geschreven regels. De eerste keer dat ik er zelf tegenaan liep, was toen ik een visitekaartje voor hangjongeren ontwierp. Ik dacht dat Ymere die kaartjes zou kunnen afgeven aan buurtbewoners die kla- gen over hangjongeren. Maar de woning- bouwcorporatie reageerde negatief. Het ging ze te ver. Terwijl nergens staat dat het niet mag of kan. Daar gelden dus kennelijk ook ongeschreven regels.Ze ging in gesprek met buurtbewoners om erachter te komen welke ongeschreven regels die in hun hoofd hadden en maakte een Boek Domenique Himmelsbach de Vries hing deze poster op in verschil- lende steden. Hij probeert zonder verborgen agendain contact te ko- men met mensen en raadt de zake- lijke partners van de No Academy aan dat ook te doen. Sjim Hendrix, alias De Dikke Man, verzon met zijn fictieve merk Obesibar oplossingen in de strijd te- gen obesitas. Foto Paul Gofferjé Kunstenaars zetten zich op de No Academy in voor de maatschappij Ik kreeg zoveel hulpverzoeken dat ik bijna opgebrand raakte.van Ongeschreven Regels. Daarbij stuitte ze op vreemde ideeën. Ik sprak met een vrouw in de Transvaalbuurt, die al 30 jaar in Neder- land woont. Zij dacht serieus dat in Neder- land vrouwen op straat altijd langs de kant van de muur moeten lopen en mannen aan de buitenkant.Ymere kijkt met gemengde gevoelens te- rug op de samenwerking, zegt Ellen Ros, die bij de woningbouwcorporatie verantwoorde- lijk is voor het contact met de No Academy. Aan de ene kant vinden wij het beslist een toegevoegde waarde hebben als kunstenaars met hun bijzondere blik kijken naar de pro- blemen die wij in wijken proberen aan te pak- ken. Aan de andere kant moeten we streng zijn: de ideeën die de kunstenaars aandragen moeten wel uitvoerbaar zijn en niet averechts werken. Jurga Zelvyté heeft een methode die ontregelend is. Ze stelt het gebruik van de CULTUREEL SUPPLEMENT NRC HANDELSBLAD 5 V R I J DAG 2 6 N OV E M B E R 2 010 5 Gouda kampte in 2009 met rellen- de jongeren. Buschauffeurs wilden niet meer door de wijk Oosterwei rij- den. No Academy-student Tabo Goudswaard ontwierp een 'Monu- ment voor de opgeheven bushalte. Maria Barnas Duidelijkheid voor hangjongere Jurga Zelvyté ontwierp een visi- tekaartje voor hangjongeren, dat woningbouwcorporatie Ymere aan klagende bewoners kon geven. De opdrachtgever vond dat te ver gaan. openbare ruimte ter discussie. Haar doel is om het gesprek tussen bewoners op gang te bren- gen. Sommige ideeën vinden wij heel aardig, maar ze zijn nog niet ver genoeg uitgewerkt om ze ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken in de wijken.Het project van Jurga Zelvyté sloeg wel aan bij andere partners van de No Academy. Voor multicultureel instituut Forum werkt zij nu het Boek van Ongeschreven Regels, dat nog maar een concept was, verder uit. En bij het stadsdeel Am- sterdam-West gaf ze in augustus een workshop ongeschreven regelsaan de afdeling Parkeer- beheer. Ik hield het heel simpel, zegt ze. Ik ging met de medewerkers van Parkeerbeheer in een lift staan, stapte zelf weer uit en maakte een foto van de lift. Moet je eens kijken. Je ziet hoe- veel afstand de medewerkers van elkaar hou- den. En dat niemand elkaar in de lift aankijkt. Dat zijn ook ongeschreven regels. Ik liet ze die foto zien en toen begrepen ze meteen wat ik be- doelde.Woningcorporatie Ymere was meer gechar- meerd van de aanpak van Domenique Him- melsbach de Vries. Hij is het vleesgeworden voorbeeld van goed burgerschap, zegt Ellen Ros. De woningbouwcorporatie nodigde hem uit voor een gesprek. Hij wilde eerst een diepe put gaan graven op een braakliggend terrein, een omgekeerde Toren van Babel, samen met hangjongeren, medewerkers van Ymere en wijkbewoners. Door zoiets simpels te doen zouden die groepen samen hun gemeenschap- pelijke taal terug kunnen vinden, zegt de kun- stenaar. Maar we konden geen geschikt braak- liggend terrein vinden.Toen dat niet door- ging, verzon hij onmiddellijk iets nieuws: een Monument voor Prima Mensen. Mensen die zich- zelf prima vinden, kunnen hun naam in steen gieten en dan maak ik daar een monument van , legt hij uit. In dat monument zijn dan al die mensen verbonden.Ymere heeft hem inge- huurd om dit plan in februari in de Slachthuis- wijk in Haarlem uit te voeren. Hoe meer partijen iets aan de uitkomsten van de No Academy hebben, hoe beter. De zakelijke partners mogen de oplossingen van alle studen- ten gebruiken. Onze studenten komen goed terecht , zegt Paul Gofferjé met trots. Ook de meeste andere studenten van de No Academy zijn aan de slag bij één van de partners. Mogelijk leidt dat dan weer tot nieuwe opdrachten.De financiering van de No Academy is wel een probleem. Vorig jaar gaven de Mondriaan Stich- ting en het Fonds BKVB een flinke bijdrage, waardoor de studenten zich volledig op hun projecten konden richten en geen bijbaan hoef- den te zoeken. Het is nog de vraag of die subsi- die er dit jaar ook komt. De studenten zagen hun eerste subsidieaanvraag afgewezen en pro- beren het opnieuw. De startdatum voor het tweede studiejaar is daarom vooruitgeschoven naar 15 januari. Wel heeft de stichting Doen een subsidie toegekend waarvan in elk geval de kunstenaars kunnen worden betaald die de stu- denten één op één begeleiden. De zakelijke partners betalen dit jaar nog hetzelfde bedrag als vorig jaar, maar dat zal in de toekomst wel omhoog moeten, zegt Gofferjé. Ook woning- bouwcorporatie Ymere doet weer mee en pro- beert zelfs een ruimte te vinden waar de studen- ten tijdelijke studios kunnen inrichten. De nieuwe studenten willen het liefst nu met- een beginnen. Om de tijd tot januari te over- bruggen, deden ze de afgelopen maanden een pilotproject. Eén van de studenten van dit nieu- we jaar, fotograaf Hugo Schuitemaker, afgestu- deerd aan de Koninklijke Academie van Beel- dende Kunsten in Den Haag, werd door Rijks- waterstaat gevraagd om als dwarskijker en kritische aanjagerte fungeren bij het ontwer- pen van toekomstscenarios voor het IJsselmeer. Bij Rijkswaterstaat zijn ze ultiem geïnteres- seerd in out-of-the-box-denken, vertelt hij. Ik kijk er naar uit om straks ook bij andere organi- saties te mogen meedenken over maatschappe- lijke vraagstukken. Ik ben een idealist, maar wel iemand die zijn idealen praktisch wil uitvoe- ren.De studenten, projecten en resultaten van het leerjaar 2009-2010 van de No Academy staan in de publicatie Nieuwe Relatiesen op www.noacademy.org. Domenique Himmels- bach de Vries exposeert vanaf komende zon- dag t/m 19 dec. in Moira, Utrecht. W e fietsten over de Jacob van Len- nepkade naar huis. Het was koud en de maan stond enorm en rond aan de hemel. Mijn zoon van drie wilde weten wat er met de maan gebeurt als de zon gaat schijnen. De maan is er nog steeds als de zon opkomt. Je kunt hem alleen niet meer zien, zei ik om maar niet te hoeven beginnen over waar de maan zich dan precies bevindt. Hemellichamen gedragen zich in mijn hoofd als landen op de aardbol. Als straten in mijn eigen stad. Als spullen op mijn bureau. Ze willen geen vaste plaats aannemen, hoe hard ik ook mijn best doe. Gisteren lag mijn paspoort nog op mijn bureau. Ik weet het zeker. Mijn sleutels hingen aan het haakje bij de deur. Nu zijn ze onvindbaar. Wie heeft mijn telefoon gepakt? En wie heeft de schaar in de ijskast gelegd? Ik en mijn eigendommen hebben geen natuurlijke relatie tot elkaar. Er is geen zwaartekracht die ons aan hetzelfde oppervlak bindt. De objec- ten in mijn huis en vooral de meest belangrijke zweven, zodra ik even niet oplet, in het luchtledige, om zo- dra ik opkijk op een willekeurige plek terecht te komen. Ik heb mijn te- lefoon eens teruggevonden in de broodtrommel. Mijn paspoort in de groentela. Om maar iets te noemen. Hoe is het mogelijk dat diepte is weer te geven in het platte vlak, vraag ik me af terwijl ik kijk naar een zwar- te schijf uit Sellers Atlas Coelestis uit 1680, die de zon voorstelt. Korte vlammetjes omzomen de zon. De vlammen zouden ook grassprieten kunnen zijn. Donkere wolken komen eruit tevoorschijn, als van explode- rende bommen uit een stripverhaal. Ik begrijp deze kaartenmaker wel. Hij moest raden naar waar de zon uit bestaat. Vuur, weet ik, maar de rest zou ik moeten opzoeken. Wat dat betreft verschil ik met mijn gebrekkige kennis en vertrou- wen op Wikipedia, atlassen en Goog- le in wezen niet veel van de specula- tieve kaartenmaker die behalve wui- vend gras ook bergen, water, vulka- nen en wolken op de zon veronder- stelde. Er werd eind zeventiende eeuw niet uitgesloten dat de zon be- woond was. Zal ik deze kaart wel of niet aan mijn zoon laten zien? Zijn verbeel- ding zal erdoor worden gevoed. Maar duidelijkheid zal hij niet krijgen. Na enige aarzeling neem ik hem mee naar een pas geopende tentoonstel- lingszaal aan het Rokin in Amster- dam, in een statig gebouw van Tom- my Hilfiger waar Center of the Universe, Follow Me van Alon Levin is te zien. De zaal is zwart en wit geschilderd. Aan het met ornamenten versierde plafond hangen vier kabels die de enorme sculptuur van Levin boven de grond doen zweven. Het centrum van het heelal’– het zijn maar woor- den, maar ze doen me kortstondig geloven dat ik er sta. Dat deze zaal het punt is waar de rest van het uni- versum zich omheen moet zien te schikken. We overleggen waar het beeld ons aan doet denken. Een satel- liet met molenwieken. Een ontplofte radio. Een ruimtestation. Wij staan in het midden van het heelal, zeg ik terwijl ik me tegelij- kertijd afvraag of hij dat woord kent. Hij knikt. Dat wist hij al lang. Maar mama. Waar is de maan als de zon gaat schijnen?29 november verschijnt Fantas- tisch van Maria Barnas, een ver- zameling van haar columns in deze krant. De presentatie in Spui 25, Amsterdam is uitverkocht.

Transcript of problemen op te lossen. Visitekaartje voor hangjongere · Visitekaartje Academies leiden op tot...

Page 1: problemen op te lossen. Visitekaartje voor hangjongere · Visitekaartje Academies leiden op tot ‘artistiek e persoonlijkheid’ maar kunstenaars zoeken ook naar maatschappelijke

4 C U LT U R E E L S U P P L E M E N T N R C H A N D E L S B L A D

4V R I J D A G 2 6 N OV E M B E R 2 010

Visitekaar tje

Academies leiden op tot ‘artistiek eper soonlijkheid’ maar kunstenaars zoeken ooknaar maatschappelijke relevantie. De No Academykoppelt kunstenaars aan instanties om samenproblemen op te lossen.

CLAUDIA KAMMER

Aangeboden: een dag gratishulp. Kunstenaar Domeni-que Himmelsbach de Vrieshing begin dit jaar briefjesop in supermarkten en oplantaarnpalen in Amster-dam waarop hij gratis zijndiensten aanbood. Op You-

Tube plaatste hij een filmpje waarop hij toe-lichtte wat hij allemaal kan: „Ik ben goed inoplossingsgericht denken, neem initiatief,ben kritisch, ben goed in organiseren, postersontwerpen, video editen, kan fietsen repare-ren, klussen, glas snijden, glas zetten, lassen,met de naaimachine overweg, zeefdrukken,fotograferen, ben maatschappelijk geënga-geerd, ik kook vegetarisch of veganistisch,voor één of voor duizend mensen en ik draaiNew Wave op uw partij. Wilt u een dag gratishulp? Ik help u graag.”

Himmelsbach de Vries, in 2009 afgestu-deerd aan de Christelijke Academie voorBeeldende Kunsten in Kampen, was dit jaaréén van de studenten aan de No Academy, eenopleiding waar pas afgestudeerde studentenvan kunstopleidingen zich bezighouden metmaatschappelijke problemen. Geen kunstop-leiding in ouderwetse zin (vandaar de naam:‘No Academy’), maar een laboratorium waarde beginnende kunstenaars grootstedelijkevraagstukken onderzoeken. Wo n i n g b o u w -corporatie Ymere bijvoorbeeld wilde hulpvan de No Academy om in de Transvaalbuurtin contact te komen met hangjongeren. Hetstadsdeel Amsterdam-West wenste overge-wicht onder kinderen aan te pakken. Hetmulticulturele platform Forum was be-nieuwd of het streven naar gemengde wijkenniet ongewild leidt tot afbraak van socialenetwerken.

Sommige studenten van de No Academyhaakten aan bij één specifiek vraagstuk. Him-melsbach de Vries besloot verschillendevraagstukken tegelijk te benaderen. Hij wil-de dieper in contact met de samenleving ko-men. Door het aanpakken van praktische, da-gelijkse problemen onderzocht hij hoe bur-gers naar hun omgeving, de stad, kijken. Zijn

aanbod van een dag gratis hulp leverde, voor-al na een artikel over hem in het AmsterdamsStadsblad, tientallen zeer diverse reacties op.De een wilde hulp bij het maken van een zo-merjurk, de ander wilde met hem brainstor-men over het opzetten van een praktijk voorsportmassage, de volgende kon wel wat hulpgebruiken bij het restaureren van een glas-in-lood-raam. Een vrouw die nooit had leren ko-ken maar wel een dure keuken had laten bou-wen in haar huis, wilde al haar vrienden ont-vangen als in een Bertolli-reclame. „Ik hebeen begin met haar gemaakt door samen eengroentetaart te bakken”, zegt de kunstenaar.„Ik kreeg zoveel verzoeken om hulp dat ik ophet laatst bijna opgebrand raakte.”

Himmelsbach constateerde dat het ver-trouwelijke contact waar zoveel instantiesnaar op zoek zijn mogelijk wordt door hetontbreken van eigenbelang of een verborgenagenda. Instanties die in contact willen tre-den met burgers, raadt hij aan „een gemeen-schappelijk doel te zoeken dat buiten hun ei-gen belang staat”. Voor woningbouwcorpo-ratie Ymere ontwikkelt hij nu zulke projec-ten om groepen bij elkaar te brengen.

De kunstenaar zegt dat de No Academyhem meer bewust heeft gemaakt van zijn po-sitie als kunstenaar binnen de maatschappij.„Eerder voelde ik mij een visueel commenta-tor op afstand van de wereld.” In een verant-woording voor het Fonds BKVB, dat hem ende andere studenten van de No Academy eenjaar lang ondersteunde, schrijft hij: „De mo-gelijkheid om mij een volledig jaar lang opmijn creatieve relatie met de wereld te stor-ten heeft mij verrijkt. Ik ben hoopvoller aan-gezien mijn radicale gedachtengoed een luis-terend oor en ingang heeft gevonden bij in-stituten en instanties. Waar ik eerder het ge-voel had lijnrecht tegenover hun ideeën testaan, voel ik me nu zelf een partner met eengemeenschappelijke verantwoordelijkheidvoor sociale vraagstukken.”

De No Academy is een iniatief van foto-graaf Paul Gofferjé, designhistorica KirstenAlgera en beeldend kunstenaar Ruud Lanfer-meijer. Zij gaven onder meer les aan de Hoge-

school voor de Kunsten in Utrecht en kreegdaar telkens van studenten dezelfde vraag tehoren: „Wat kan een afgestudeerde kunste-naar nou echt betekenen voor de samenle-ving?” Op de kunstopleidingen is vooral veelaandacht voor het ontwikkelen van de crea-tieve persoonlijkheid, zegt hij. Maar studen-ten leren er te weinig welke rol zij als kunste-naar kunnen spelen in de maatschappij.

In 2008 richtten zij samen de stichting NoAcademy op. Geschikte kandidaten voor destudie worden gescout door contacten aan dekunstopleidingen in heel Nederland. Zakelij-ke partners leveren vraagstukken aan en be-talen elk een bijdrage van 5.000 euro.

Een gebouw heeft de No Academy niet.„We hebben het bewust klein gehouden”,zegt Gofferjé. „Meer dan zes studenten kun-nen we niet begeleiden.” Na een pilot in 2008ging in 2009 het eerste officiële praktijkleer-jaar van start. De studenten ontvingen eenprojectbijdrage voor een jaar van het FondsBKVB, waarmee zij in hun levensonderhoudkonden voorzien.

De studenten worden één op één begeleiddoor kunstenaars die al langer bedreven zijnin ‘critical social design’. Gijs Müller was debegeleider van Domenique Himmelsbach deVries. „Ik werkte met hem volgens het mees-t e r- g e z e l - m o d e l ”, vertelt Müller. „We spra-ken elke week af en dan luisterde ik naar zijnideeën. Hij is een heel geëngageerde jongenmaar had in het begin veel weerbarstigheidtegen de systematiek van de maatschappij.Hij is afgestudeerd als autonoom kunstenaar,dat zijn wat meer de outsiders onder de kun-stenaars. Ze zijn minder gericht op commu-nicatietrajecten dan bijvoorbeeld vormge-vers, die gewend zijn om samen te werkenmet opdrachtgevers. Wat ik heb geprobeerd,is hem meer te richten op wat de zakelijkepartners van de No Academy aan zijn ideeënzouden kunnen hebben. Wat Domeniquescherp zag, is dat de partners de verschillentussen groepen mensen vaak wel goed kun-nen betitelen, maar moeite hebben om deovereenkomsten te zien. Dat is een inzichtwaarmee je mooie strategieën kunt ontwik-kelen.”

Müller vindt het prijzenswaardig hoe dezakelijke partners van de No Academy de stu-denten de ruimte en het vertrouwen gevenom met vastgelopen maatschappelijke vraag-stukken aan de slag te gaan. „Ze zouden ookeen gewoon adviesbureau kunnen inhuren,dan weten ze precies wat ze eruit krijgen: eenmooi rapport met een beleidsstrategie. Bij deNo Academy krijgen ze dat niet, de uitkom-sten zijn ongewis.”

Dat zo’n samenwerking met een zakelijkepartner niet altijd gladjes verloopt, onder-vond grafisch ontwerpster Jurga Zelvyté, ex-student van de Hogeschool voor de Kunstenin Utrecht. Zij haakte in op de vraag van wo-ningcorporatie Ymere, die zocht naar eenmanier om in de Transvaalbuurt in Amster-

dam-Oost in contact te komen met hangjon-geren. „Ik ben begonnen met te onderzoekenwaar de grens ligt tussen privéruimte enopenbare ruimte”, vertelt zij. „Aan hangjon-geren, die zich een privéruimte toe-eigenenin de openbare ruimte, ergeren mensen zich.Maar als mensen met een klapstoel voor dedeur gaan zitten, in het zonnetje, zegt nie-mand er iets van.”

Ze ontdekte dat ongeschreven regels hierbelangrijker zijn dan geschreven regels. „Deeerste keer dat ik er zelf tegenaan liep, wastoen ik een visitekaartje voor hangjongerenontwierp. Ik dacht dat Ymere die kaartjes zoukunnen afgeven aan buurtbewoners die kla-gen over hangjongeren. Maar de woning-bouwcorporatie reageerde negatief. Het gingze te ver. Terwijl nergens staat dat het nietmag of kan. Daar gelden dus kennelijk ookongeschreven regels.”

Ze ging in gesprek met buurtbewoners omerachter te komen welke ongeschreven regelsdie in hun hoofd hadden en maakte een B oek

Domenique Himmelsbach deVries hing deze poster op in verschil-lende steden. Hij probeert ‘zo n d e rverborgen agenda’ in contact te ko-men met mensen en raadt de zake-lijke partners van de No Academyaan dat ook te doen.

Sjim Hendrix, alias ‘De DikkeMan’, verzon met zijn fictieve merkObesibar oplossingen in de strijd te-gen obesitas. Foto Paul Gofferjé

Kunstenaars zetten zich op de No Academy in voor de maatschappij

‘Ik kreeg zoveelhulpverzoek endat ik bijnaopgebrand raakte.’

van Ongeschreven Regels. Daarbij stuitte ze opvreemde ideeën. „Ik sprak met een vrouw inde Transvaalbuurt, die al 30 jaar in Neder-land woont. Zij dacht serieus dat in Neder-land vrouwen op straat altijd langs de kantvan de muur moeten lopen en mannen aan debuitenkant.”

Ymere kijkt met gemengde gevoelens te-rug op de samenwerking, zegt Ellen Ros, diebij de woningbouwcorporatie verantwoorde-lijk is voor het contact met de No Academy.„Aan de ene kant vinden wij het beslist eentoegevoegde waarde hebben als kunstenaarsmet hun bijzondere blik kijken naar de pro-blemen die wij in wijken proberen aan te pak-ken. Aan de andere kant moeten we strengzijn: de ideeën die de kunstenaars aandragenmoeten wel uitvoerbaar zijn en niet averechtswerken. Jurga Zelvyté heeft een methode dieontregelend is. Ze stelt het gebruik van de

C U LT U R E E L S U P P L E M E N T N R C H A N D E L S B L A D 5V R I J D A G 2 6 N OV E M B E R 2 010 5

Gouda kampte in 2009 met rellen-de jongeren. Buschauffeurs wildenniet meer door de wijk Oosterwei rij-den. No Academy-student TaboGoudswaard ontwierp een 'Monu-ment voor de opgeheven bushalte’.

Maria Barnas

Duidelijkheid

vo o r hangjongere

Jurga Zelvyté ontwierp een visi-tekaartje voor hangjongeren, datwoningbouwcorporatie Ymere aanklagende bewoners kon geven. Deopdrachtgever vond dat te ver gaan.

openbare ruimte ter discussie. Haar doel is omhet gesprek tussen bewoners op gang te bren-gen. Sommige ideeën vinden wij heel aardig,maar ze zijn nog niet ver genoeg uitgewerkt omze ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken inde wijken.”

Het project van Jurga Zelvyté sloeg wel aanbij andere partners van de No Academy. Voormulticultureel instituut Forum werkt zij nu hetBoek van Ongeschreven Regels, dat nog maar eenconcept was, verder uit. En bij het stadsdeel Am-sterdam-West gaf ze in augustus een workshop‘ongeschreven regels’ aan de afdeling Parkeer-beheer. „Ik hield het heel simpel”, zegt ze. „Ikging met de medewerkers van Parkeerbeheer ineen lift staan, stapte zelf weer uit en maakte eenfoto van de lift. Moet je eens kijken. Je ziet hoe-veel afstand de medewerkers van elkaar hou-den. En dat niemand elkaar in de lift aankijkt.Dat zijn ook ongeschreven regels. Ik liet ze die

foto zien en toen begrepen ze meteen wat ik be-doelde.”

Woningcorporatie Ymere was meer gechar-meerd van de aanpak van Domenique Him-melsbach de Vries. „Hij is het vleesgewordenvoorbeeld van goed burgerschap”, zegt EllenRos. De woningbouwcorporatie nodigde hemuit voor een gesprek. Hij wilde eerst een diepeput gaan graven op een braakliggend terrein,„een omgekeerde Toren van Babel”, samen methangjongeren, medewerkers van Ymere enwijkbewoners. „Door zoiets simpels te doenzouden die groepen samen hun gemeenschap-pelijke taal terug kunnen vinden”, zegt de kun-stenaar. „Maar we konden geen geschikt braak-liggend terrein vinden.” Toen dat niet door-ging, verzon hij onmiddellijk iets nieuws: eenMonument voor Prima Mensen. „Mensen die zich-zelf prima vinden, kunnen hun naam in steengieten en dan maak ik daar een monument

va n ”, legt hij uit. „In dat monument zijn dan aldie mensen verbonden.” Ymere heeft hem inge-huurd om dit plan in februari in de Slachthuis-wijk in Haarlem uit te voeren.

Hoe meer partijen iets aan de uitkomsten vande No Academy hebben, hoe beter. De zakelijkepartners mogen de oplossingen van alle studen-ten gebruiken. „Onze studenten komen goedt e r e ch t ”, zegt Paul Gofferjé met trots. „Ook demeeste andere studenten van de No Academyzijn aan de slag bij één van de partners. Mogelijkleidt dat dan weer tot nieuwe opdrachten.”

De financiering van de No Academy is wel eenprobleem. Vorig jaar gaven de Mondriaan Stich-ting en het Fonds BKVB een flinke bijdrage,waardoor de studenten zich volledig op hunprojecten konden richten en geen bijbaan hoef-den te zoeken. Het is nog de vraag of die subsi-die er dit jaar ook komt. De studenten zagenhun eerste subsidieaanvraag afgewezen en pro-beren het opnieuw. De startdatum voor hettweede studiejaar is daarom vooruitgeschovennaar 15 januari. Wel heeft de stichting Doen eensubsidie toegekend waarvan in elk geval dekunstenaars kunnen worden betaald die de stu-denten één op één begeleiden. De zakelijkepartners betalen dit jaar nog hetzelfde bedragals vorig jaar, maar dat zal in de toekomst welomhoog moeten, zegt Gofferjé. Ook woning-bouwcorporatie Ymere doet weer mee en pro-beert zelfs een ruimte te vinden waar de studen-ten tijdelijke studio’s kunnen inrichten.

De nieuwe studenten willen het liefst nu met-een beginnen. Om de tijd tot januari te over-bruggen, deden ze de afgelopen maanden eenpilotproject. Eén van de studenten van dit nieu-we jaar, fotograaf Hugo Schuitemaker, afgestu-deerd aan de Koninklijke Academie van Beel-dende Kunsten in Den Haag, werd door Rijks-waterstaat gevraagd om als ‘d wa r s k ij k e r ’ en‘kritische aanjager’ te fungeren bij het ontwer-pen van toekomstscenario’s voor het IJsselmeer.„Bij Rijkswaterstaat zijn ze ultiem geïnteres-seerd in out-of-the-box-denken”, vertelt hij. „Ikkijk er naar uit om straks ook bij andere organi-saties te mogen meedenken over maatschappe-lijke vraagstukken. Ik ben een idealist, maar weliemand die zijn idealen praktisch wil uitvoe-ren.”

De studenten, projecten en resultaten van hetleerjaar 2009-2010 van de No Academy staanin de publicatie ‘Nieuwe Relaties’ en opwww.noacademy.org. Domenique Himmels-bach de Vries exposeert vanaf komende zon-dag t/m 19 dec. in Moira, Utrecht.

We fietsten over deJacob van Len-nepkade naarhuis. Het waskoud en de maanstond enorm en

rond aan de hemel. Mijn zoon vandrie wilde weten wat er met de maangebeurt als de zon gaat schijnen.

„De maan is er nog steeds als dezon opkomt. Je kunt hem alleen nietmeer zien”, zei ik om maar niet tehoeven beginnen over waar de maanzich dan precies bevindt.

Hemellichamen gedragen zich inmijn hoofd als landen op de aardbol.Als straten in mijn eigen stad. Alsspullen op mijn bureau. Ze willengeen vaste plaats aannemen, hoehard ik ook mijn best doe.

Gisteren lag mijn paspoort nog opmijn bureau. Ik weet het zeker. Mijnsleutels hingen aan het haakje bij dedeur. Nu zijn ze onvindbaar. Wieheeft mijn telefoon gepakt? En wieheeft de schaar in de ijskast gelegd?

Ik en mijn eigendommen hebbengeen natuurlijke relatie tot elkaar. Eris geen zwaartekracht die ons aanhetzelfde oppervlak bindt. De objec-ten in mijn huis – en vooral de meestbelangrijke – zweven, zodra ik evenniet oplet, in het luchtledige, om zo-dra ik opkijk op een willekeurigeplek terecht te komen. Ik heb mijn te-lefoon eens teruggevonden in debroodtrommel. Mijn paspoort in degroentela. Om maar iets te noemen.

Hoe is het mogelijk dat diepte isweer te geven in het platte vlak, vraagik me af terwijl ik kijk naar een zwar-te schijf uit Sellers Atlas Coelestis uit1680, die de zon voorstelt. Kortevlammetjes omzomen de zon. Devlammen zouden ook grassprietenkunnen zijn. Donkere wolken komeneruit tevoorschijn, als van explode-rende bommen uit een stripverhaal.Ik begrijp deze kaartenmaker wel.Hij moest raden naar waar de zon uitbestaat. Vuur, weet ik, maar de restzou ik moeten opzoeken.

Wat dat betreft verschil ik metmijn gebrekkige kennis en vertrou-wen op Wikipedia, atlassen en Goog-le in wezen niet veel van de specula-tieve kaartenmaker die behalve wui-vend gras ook bergen, water, vulka-nen en wolken op de zon veronder-stelde. Er werd eind zeventiendeeeuw niet uitgesloten dat de zon be-woond was.

Zal ik deze kaart wel of niet aanmijn zoon laten zien? Zijn verbeel-ding zal erdoor worden gevoed. Maarduidelijkheid zal hij niet krijgen. Naenige aarzeling neem ik hem meenaar een pas geopende tentoonstel-lingszaal aan het Rokin in Amster-dam, in een statig gebouw van Tom-my Hilfiger waar Center of the Universe,Follow Me van Alon Levin is te zien.

De zaal is zwart en wit geschilderd.Aan het met ornamenten versierdeplafond hangen vier kabels die deenorme sculptuur van Levin bovende grond doen zweven. ‘Het centrumvan het heelal’ – het zijn maar woor-den, maar ze doen me kortstondiggeloven dat ik er sta. Dat deze zaalhet punt is waar de rest van het uni-versum zich omheen moet zien teschikken. We overleggen waar hetbeeld ons aan doet denken. Een satel-liet met molenwieken. Een ontplofteradio. Een ruimtestation.

„Wij staan in het midden van hetheelal”, zeg ik terwijl ik me tegelij-kertijd afvraag of hij dat woord kent.

Hij knikt. Dat wist hij al lang.„Maar mama. Waar is de maan als

de zon gaat schijnen?”

› 29 november verschijnt Fa n t a s -t i s ch van Maria Barnas, een ver-zameling van haar columns indeze krant. De presentatie in Spui25, Amsterdam is uitverkocht.