Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

14

description

Het cursusmateriaal 'Omgaan met geld' is gebaseerd op de Nibud-competenties. het materiaal is modulair van opzet zodat de inhoud kan worden afgestemd op de deelnemers.

Transcript of Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

Page 1: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015
Page 2: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

5

Een goed begin is het halve werk Welkom bij de cursus Omgaan met geld. We beginnen de cursus met opschrijven wat je met de cursus wilt bereiken. Naar welk doel wil je toewerken? Voorbeelden kunnen zijn: ik wil weten waaraan ik mijn geld uitgeef, ik wil niet meer elke maand geld tekortkomen, of ik wil mijn administratie ordenen. Ik wil het volgende met de cursus bereiken: ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ Misschien is het doel dat je wilt bereiken nog niet heel duidelijk, omdat je nog niet zo goed weet wat je precies wilt. Dat is niet erg. Maar het is gemakkelijker iets te bereiken als je precies weet wat je eigenlijk wilt bereiken. Daarom kijken we of je doel duidelijk genoeg is. Voorbeeld Een voorbeeld van een doel dat nog niet heel concreet is: Ik wil goed met geld omgaan. Wat betekent dat dan? Wil je meer geld overhouden, je schulden aflossen, meer leuke dingen kunnen doen? Als je dat opschrijft, wordt het gemakkelijker om straks plannen te maken om het doel te bereiken. Voorbeeld Een voorbeeld van een concreet doel is: Ik wil per maand 50 euro sparen om één keer per jaar op vakantie te kunnen gaan. Met een duidelijk doel ben je al een eind op weg, maar het moet ook wel haalbaar zijn. Als je bijvoorbeeld 100 euro per maand wilt gaan sparen, maar je komt elke maand 50 euro tekort, dan is dat doel nu nog niet haalbaar.

Page 3: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

6

Tijdens de cursus zul je zien dat het steeds duidelijker wordt wat je wilt en kunt bereiken en hoe je dit kunt doen. Een doel lijkt soms ver weg en daardoor onmogelijk. Daarom helpt het om tussendoelen te maken. Voorbeeld Je wilt orde scheppen in je administratie zodat je geen rekeningen meer over het hoofd ziet. Dan kun je tussendoelen maken, bijvoorbeeld: Over één week op (datum) heb ik alle papieren die door mijn huis verspreid liggen, bij elkaar verzameld. Over twee weken op (datum) heb ik alle post in een map geordend. Over drie weken op (datum) is de achterstand weggewerkt en ga ik vanaf dat moment één keer per week de post opruimen.

Page 4: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

25

Administratie op orde

Page 5: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

26

Voorbeeldhuishouden Jolanda en Bart hebben drie kinderen. Bart is internationaal vrachtwagenchauffeur en daardoor veel van huis. Jolanda werkt in een kledingwinkel en ze zorgt voor de kinderen.

Post opruimen Het is belangrijk dat je de post op tijd verwerkt. Dat is noodzakelijk om je geldzaken goed te kunnen regelen. Je weet dat de rekeningen op tijd worden betaald en je kunt alle belangrijke papieren gemakkelijk terugvinden. Je hebt in elk geval nodig:

! een ordner met tabbladen ! een mapje voor de rekeningafschriften van de bank of

internetbankieren, dan kun je daar alles terugvinden ! een pen en een perforator ! een vaste plaats in huis om de post en de administratie te

bewaren ! een map op je computer of je mailbox waar je digitale post

bewaart. Maak tabbladen voor bijvoorbeeld:

! salaris- of uitkeringsspecificaties ! kinderbijslag ! huur of hypotheek ! energie en water ! garantiebewijzen ! telefoon ! zorgverzekering ! verzekeringen ! belastingzaken ! pensioen.

Krijg je post, maak deze dan nog dezelfde dag open. Handel je de post niet meteen af, bewaar deze dan op een vaste plaats. Ga eens per week aan tafel zitten om je administratie te doen. Lees de brieven door, en beslis wat je met de post moet doen: weggooien, bewaren, betalen, nakijken of antwoord geven.

Page 6: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

57

Huiswerk

Los de Woordzoeker op

Op deze bladzijde staat een puzzel. Het is een zogenoemde Woordzoeker. Hieronder staat een rijtje woorden die allemaal te maken hebben met omgaan met geld. Die woorden zijn verstopt in de puzzel. Ze staan van links naar rechts en van rechts naar links, van boven naar beneden en van beneden naar boven, en diagonaal. Los de Woordzoeker op. arbeidskorting kinderbijslag schoolkosten bijzonderebijstand kortingskaart tegemoetkoming combinatiekorting kwijtscheldingheffingen zorgtoeslag heffingskorting ouderkorting huurtoeslag participatiefonds O C O M B I N A T I E K O R T I N G D V N P N A E T Y E F T A L M K E E R T Z B H M E R R E S U K P I T V W G G B F N A S L D P A R T I C I P A T I E F O N D S C P S C K W O E E S I R B J M H E D S L W E T S O S K P I A B O I T O E S N Q A I C H E E S I Z X F U N J S E F B U S E I W P A R P N K F P K S Z C T F R M Q I A N Q O T V D O L Y W P O H K I D M S D Q R D U T F E R H Y J D N E O N P I E I A W B D E J R T M F N B D L M G H E E R E T X E G R B I G U E F E D I S U R L R O E B R I Q I N D P Q U R I N K U M Q I S V I K S D J G C U H O E N G O R A J I J W O O Z T S S E G T F B G S R T N N I I E I R F L L K E C C E I H C T O Q H P D E D T L G A A O E U V J E H I E I F I A K J I R N G A I R R E S F O N S S A A A B E N G I E R E D T C T F O G L X H S O A T G D C N T E O Y I A I L L A I W S E Q T R R M Y R T E D U N N K Q G T T I L Y I T J C N C D W D E D G O S W R V U M I E D G F G Z O R G T O E S L A G P J R M L Y L S F M S E U C Z N T O E N T S M T E P E N S G O L O D J I E E K R A F C E N E Z N E M E E D F A C N R N R L S Q O O L B L L V Z Z M E H D H H I C R F

Page 7: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

75

Keuzes maken

Je kunt je geld aan een heleboel dingen uitgeven. Maar waarschijnlijk vind je niet alles even belangrijk. Zet daarom je uitgaven eens op volgorde van belangrijkheid. Bijvoorbeeld: kleding voor de kinderen op 1, huisdieren op 2, en de tuin op de laatste plek. Of: uitstapjes op 1, een goede fiets op 2 en supersnel internet als minst belangrijke uitgave. Wil je besparen? De tip is om dat te doen op de uitgaven die onderaan in je lijstje staan. Die zijn voor jou immers het minst belangrijk. Je houdt dan meer geld over voor de uitgaven bovenin je lijstje. Door dit soort keuzes te maken, kun je de dingen die je leuk vindt misschien tóch doen, ook al heb je niet zo veel geld als je zou willen. Heb je geen idee waar je geld blijft? Dan is het lastig om keuzes te maken. Om te kunnen besparen, moet je namelijk overzicht hebben. Schrijf een paar maanden lang op wat je uitgeeft. Dan weet je wél waar je geld heengaat. Je ontdekt dan ook of je veel impulsaankopen doet. Dat zijn uitgaven die je niet hebt gepland en waardoor je geld tekort komt voor je andere uitgaven. Inzicht in de manier waarop je je geld uitgeeft, leidt vaak meteen al tot besparingen. Bespaar niet op:

! gezond eten ! de inboedel- en aansprakelijkheidsverzekering ! sparen voor grote uitgaven: probeer regelmatig geld opzij te

zetten voor als er iets kapot gaat ! het onderhoud van het huis.

Opdracht Waarom kun je beter niet besparen op bovenstaande uitgaven? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Page 8: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

76

Kun je nog meer uitgaven bedenken waarop je beter niet kunt bezuinigen? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ Waarop zou je zelf kunnen bezuinigen? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Spaar het milieu en de portemonnee Energie kost vaak wel meer dan 100 euro per maand. Dat is een flink deel van de vaste lasten. Op de energierekening staat een bedrag voor vastrecht en een bedrag voor het verbruik. Op het vastrecht kun je niet besparen, maar op het verbruik wel. Hoeveel je kunt besparen op bijvoorbeeld verwarming, hangt af van de vraag of je in een ouder huis woont of in een nieuw, goed geïsoleerd huis. Daaraan kun je niet gemakkelijk iets doen.

Page 9: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

93

Verleidingen de baas

Page 10: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

94

Voorbeeldhuishouden Iris woont samen met Rachid. Ze hebben allebei een baan, maar komen niet elke maand uit met hun geld. Iris houdt van winkelen en van online shoppen. Elke maand koopt ze nieuwe schoenen en soms wel twee paar. Rachid vindt twee paar schoenen voor een heel jaar wel genoeg en snapt niet waarom zijn vriendin zo veel uitgeeft. Iris zegt dat ze er niets aan kan doen maar dat schoenen in de etalages ‘Koop mij’ naar haar roepen.

Valkuilen en verleidingen Iedereen koopt wel eens iets dat eigenlijk niet nodig was en dat wist je vaak al toen je het kocht. Toch heeft iets je verleid om het toch te kopen. Het is niet erg als dat eens een keer gebeurt, maar wel als het vaak is en je er eigenlijk geen geld voor hebt of dat je achteraf veel spijt krijgt. Een voorbeeld van een verleiding kan zijn dat je aanbiedingen niet kan weerstaan of dat je dol bent op chocola. De ene keer word je sneller verleid dan de andere keer. Je loopt dan het risico om (te) veel geld uit te geven. Voorbeelden van momenten waarop je sneller wordt verleid, kunnen zijn:

! Het is uitverkoop en je gaat met je vriendinnen de stad in. ! Je hebt een tegenvaller op je werk en je wilt een avond met je

vrienden de kroeg in. ! Je hebt trek en gaat naar de supermarkt om boodschappen te

doen. ! Je bent in de stad voor een boodschap, maar ziet dat het overal

OPRUIMING is. Opdracht Iris vindt dat ze er niets aan kan doen dat ze zo veel schoenen koopt omdat ze haar roepen. Rachid denkt daar heel anders over en vindt dat als je weet dat je al genoeg schoenen hebt, je dan dus geen nieuwe gaat kopen. Met wie ben jij het eens? ____________________________________________________________ Waarom? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Page 11: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

107

Opdracht In de huiswerkopdracht op bladzijde 110 staan een heleboel verzekeringen. Bekijk deze verzekeringen. Zijn er verzekeringen die je niet kent? Waarvoor denk je dat ze zijn? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ Maaikes trots is haar tuin. Ieder voorjaar koopt ze nieuwe plantjes bij het tuincentrum. In het tuincentrum zag ze laatst een heel mooie tuinbank. Veel te duur, maar ze zag zichzelf al helemaal zitten in het zonnetje. Herken je het verhaal van Maaike? Je staat in de winkel en je ziet opeens iets duurs wat je echt wilt hebben. Je kunt dan twee dingen doen: sparen of lenen.

Sparen Dure spullen zoals kleding of nieuwe meubels kun je niet zo maar van je maandinkomen betalen. Je moet ervoor sparen. Dat is misschien gemakkelijk gezegd, want sparen van een krap budget valt niet mee. Opdracht Bedenk welke spullen je direct wilt kunnen vervangen. Een voorbeeld is de wasmachine, want die heb je echt nodig. Welke spullen zijn nog meer onmisbaar voor je? Schrijf er drie op: ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Page 12: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

108

Deze spullen wil je meteen kunnen kopen als ze kapot gaan. De vraag is hoeveel je moet sparen. Zoek daarvoor uit wat de spullen die jij onmisbaar vindt, kosten. Een nieuwe wasmachine kost ongeveer 400 euro en een fiets 225 euro. Dat bedrag moet je bij elkaar sparen. Opdracht Wat zijn jouw drie tips om te kunnen sparen? ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Spaartips Zet je spaargeld op een aparte spaarrekening. Dan geef je het geld niet uit aan iets anders. Lukt het echt niet om te sparen? Misschien is er wel een goedkoper alternatief, zoals reparatie of een tweedehands aankoop. Maar bedenk dat je zelfs voor de goedkoopste mogelijkheid geld moet hebben. Open voor elk spaardoel een aparte spaarrekening. Bijvoorbeeld één voor de vervanging van (kapotte) spullen ('de bufferrekening'), één voor een concreet spaardoel, bijvoorbeeld de vakantie, en één voor 'later'. Krijg je eenmalig een extra bedrag, bijvoorbeeld een eindejaarsuitkering? Zet dit bedrag direct op je spaarrekening. Krijg je een salarisverhoging? Ga dit bedrag dan maandelijks automatisch sparen. Je mist dit bedrag niet en spaart ongemerkt. Spaar aan het begin van de maand. Als je het geld de hele maand op de rekening laat staan, dan is de verleiding groter om het uit te geven.

Lenen Wil je iets echt hebben, dan kun je het geld lenen. Je kunt dan meteen naar de winkel voor je aankoop. Tot zo ver het voordeel van lenen. Als je leent, moet je elke maand rente en aflossing betalen. Lenen kost je dus geld.

Page 13: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

133

Wisselende inkomsten

Page 14: Preview Nibud werkboek 'Omgaan met geld' 2015

134

Voorbeeldhuishouden Joes is 25 en heeft een hoveniersbedrijf. Hij werkt nu een jaar voor zichzelf. Joes heeft regelmatig opdrachten, maar verdient nog niet genoeg om helemaal te kunnen rondkomen. Daarom heeft hij af en toe een baantje via het uitzendbureau.

Inkomsten per vier weken Vooral uitzendbureaus betalen het salaris vaak uit per vier weken. Je hebt dan wel een vast inkomen, maar het is lastig om een gemiddelde maandbegroting te maken. Ook voor het betalen van de vaste lasten is dat lastig; die rekeningen komen immers vaak per maand. Voor een goed overzicht reken je het inkomen per vier weken om naar een maandbedrag. Dat gaat op de volgende manier: Een inkomen per vier weken houdt in dat je dertien keer per jaar geld krijgt. Als je dit bedrag vermenigvuldigt met dertien, en vervolgens deelt door twaalf, weet je wat je inkomen per maand is. Voorbeeld Het inkomen is 1.450 euro per vier weken. Dit bedrag vermenigvuldig je met dertien. Het jaarbedrag is dus 1.450 x 13 = 18.850 euro. Het jaarbedrag gedeeld door twaalf levert het maandbedrag op 18.850 : 12 = 1.570,83 euro. Joes heeft geen vast inkomen. Daarom is het voor hem lastig om een gemiddelde maandbegroting te maken. Hij kan op een andere manier nagaan of hij uitkomt met zijn inkomen. Hij moet uitrekenen hoeveel geld hij nodig heeft voor de uitgaven die moeten.

Uitgaven die moeten Er zijn veel uitgaven waar je niet onderuit kunt. Je zult altijd de huur moeten betalen, net als de energierekening. En ook aan voeding, kleding, scheerspullen en zeep, schoonmaakspullen en wc-papier, ben je sowieso geld kwijt. Een jas kopen kun je wel een paar maanden uitstellen. Maar er komt een tijd dat je echt een nieuwe nodig hebt.