Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf ·...

50
5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling van PKB’s Juni 2006 Opdrachtnemer: Nethur, Nexpri, CGI-Alterra, Stichting Recreatie Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)

Transcript of Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf ·...

Page 1: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

5

Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling van PKB’s Juni 2006 Opdrachtnemer: Nethur, Nexpri, CGI-Alterra, Stichting Recreatie

Praktijkrichtlijn Nationale Plannen

2006 (PRNP2006)

Page 2: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling
Page 3: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

1

INHOUDSOPGAVE

LEESWIJZER ..........................................................................................................3

EEN WAARSCHUWING VOORAF .............................................................................4

1 INLEIDING ....................................................................................................5

1.1 AANLEIDING .................................................................................................. 5 1.2 AFSTEMMING MET HET AANVULLINGSVOORSTEL EN ANDERE PROJECTEN ............................. 5 1.3 STATUS EN AFBAKENING..................................................................................... 6 1.4 OVERIGE INFORMATIE ....................................................................................... 6

2 UITGANGSPUNTEN ........................................................................................7

2.1 INLEIDING..................................................................................................... 7 2.2 AANSLUITEN BIJ BESTAANDE NORMEN EN STANDAARDEN............................................... 7 2.3 SYSTEMATIEK IMRO ........................................................................................ 7 2.4 EEN VOLLEDIGE GEGEVENSSET ............................................................................. 9 2.5 WELKE PKB’S?............................................................................................... 9 2.6 DE PKB-TEKST VORMT DE BASIS ........................................................................... 9 2.7 PRESENTATIE WORDT NIET UITGEWISSELD............................................................. 10

3 DE PLANOBJECTEN ......................................................................................11

3.1 DE OBJECTEN ............................................................................................... 11 3.2 DE KENMERKEN VAN OBJECTEN ........................................................................... 13 3.2.1 Plangebied ................................................................................................................... 14 3.2.2 Planobjecten ................................................................................................................ 16

4 STAPPENPLAN CODEREN RUIMTELIJK PLAN ...............................................21

4.1 INLEIDING................................................................................................... 21 4.2 SAMENSTELLEN OBJECTENLIJST .......................................................................... 23 4.3 SAMENSTELLEN STRUCTUURBOOM........................................................................ 25 4.4 CODEREN VAN OBJECTEN.................................................................................. 26

5 METADATA EN GELEIDEFORMULIER............................................................28

5.1 METADATA .................................................................................................. 28 5.2 GELEIDEFORMULIER ....................................................................................... 28 5.3 BESTANDNAAMCONVENTIES............................................................................... 29

BIJLAGE 1. ATTRIBUUT EN ASSOCIATIES............................................................30

BIJLAGE 2. IMRO TABELLEN................................................................................32

Beleidsbeslissing ....................................................................................................................... 32 Beleidssector ............................................................................................................................ 32 Functie 33 Functieniveau ........................................................................................................................... 38 HardheidBegrenzing .................................................................................................................. 38 Niveau 38

Page 4: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

2

Overheden ............................................................................................................................... 39 Planstatus ................................................................................................................................ 39 RuimtelijkPlan........................................................................................................................... 40 RuimtelijkPlanobject .................................................................................................................. 41 Status 42

BIJLAGE 3. BELEIDSDOELEN ...............................................................................43

BIJLAGE 4. AANZET RICHTLIJN PRESENTATIE NATIONALE RUIMTELIJKE PLANNEN ..................................................................................................44

BIJLAGE 5. UML-KLASSEDIAGRAM VAN EEN RUIMTELIJKPLAN UIT IMRO2006..46

BIJLAGE 6. UML-KLASSEDIAGRAM VAN EEN NATIONAALPLAN UIT IMRO2006...47

LITERATUUR........................................................................................................48

Page 5: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

3

LEESWIJZER

Deze praktijkrichtlijn is bedoeld als een handleiding voor de medewerkers van de ministe-ries die nationale ruimtelijke plannen gaan coderen volgens IMRO2006. Hoofdstuk 1 en 2 geven achtergrondinformatie en uitgangspunten voor deze praktijkricht-lijn. Voor het gebruik van deze praktijkrichtlijn kunt u deze hoofdstukken in principe over-slaan. Leest u ze door indien u in deze informatie geïnteresseerd bent. Hoofdstuk 3 en 4 vormen de kern van de praktijkrichtlijn. Hoofdstuk 3 beschrijft welke objecten onderscheiden worden, welke attributen en domeinen gebruikt mogen worden en hoe vaak. Hoofdstuk 4 legt aan de hand van een stappenplan uit hoe u een ruimtelijk plan moet coderen. Dit stappenplan biedt een handvat voor het digitaliseerproces en helpt u bij het herkennen, definiëren en coderen van de objecten in een PKB. In hoofd-stuk 5 worden de Metadata het geleideformulier en de bestandsnaamconventies beschre-ven die van toepassing zijn op een digitaal (GML) uitwisselingsbestand van een PKB.

Page 6: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

4

EEN WAARSCHUWING VOORAF

In PKB’s worden de hoofdlijnen en voornaamste beslissingen van de rijksoverheid over de toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd. PKB’s maken vaak deel uit van nota’s waarin ook analyses, verkenningen en toelichtingen voorkomen. Omdat be-windslieden in PKB’s een politieke visie op (een aspect van) de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland willen uitdragen, kennen PKB’s geen eenduidige structuur. Bovendien is de tekst (het beleid) veel minder in detail uitgewerkt en is de verwijzing naar de kaart (geografie) in veel gevallen indicatief. Wanneer een thematische invalshoek voor het beleid wordt gehanteerd, zijn beleidsuitspraken niet altijd gemakkelijk aan ruim-telijke eenheden te koppelen. Voorbeelden hiervan zijn uitspraken over milieu of externe veiligheid in de Nota Ruimte. Bij eventuele analyses waarbij gebruik wordt gemaakt van een digitale PKB, moet hier-mee rekening worden gehouden. Uit de uitkomst op de vraag ‘In welke gebieden wordt de natuur beschermd?’ mag niet de conclusie getrokken worden dat in alle andere gebie-den de natuur vogelvrij is verklaard. De analyses geven alleen een eerste indruk. Voor meer detail en nauwkeurigheid zal steeds de plantekst moeten worden geraadpleegd.

Page 7: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

5

1 INLEIDING

1.1 AANLEIDING

In 2003 is het project “DURP-Rijk” van start gegaan teneinde de ruimtelijke plannen van het Rijk digitaal uitwisselbaar te maken conform het Informatiemodel Ruimtelijke Orde-ning (IMRO). Het project Digitaal Uitwisselbare Ruimtelijke Plannen (DURP) van het ministerie van VROM bevordert het opstellen en uitwisselen van digitale ruimtelijke plannen sterk. De doelstelling is dat in 2007 70% van de nieuwe ruimtelijke plannen digitaal en uitwissel-baar is. De plannen moeten daarvoor worden voorzien van IMRO codes. Hiermee is al ervaring opgedaan met het digitaal uitwisselbaar maken van bestemmingsplannen. In dit kader is het van belang dat ook de ruimtelijke plannen van het Rijk conform het IMRO gecodeerd worden opgesteld. Het “DURP-Rijk” onderzoek heeft uitgewezen dat het IMRO een bruikbare standaard is voor het uitwisselen van de nationale ruimtelijke plannen, maar dat deze standaard een aantal aanvullingen behoeft. Deze aanvullingen zijn tijdens het “DURP-Rijk” project ge-daan. In IMRO2006 zijn deze aanvullingen verwerkt. Deze praktijkrichtlijn beschrijft hoe IMRO2006 moet worden toegepast op de ruimtelijke plannen van het Rijk.

1.2 AFSTEMMING MET HET AANVULLINGSVOORSTEL EN ANDERE PROJECTEN

Niet alleen het Rijk maar ook de provincies en de gemeenten zijn druk bezig (geweest) met een praktijkrichtlijn voor ruimtelijke plannen. Waar mogelijk is aangesloten bij de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen, die in 2003 is verschenen [4]., en inmiddels is ge-actualiseerd ( zie deel 2 van dit pakket standaarden). Ongeveer gelijktijdig met het project “DURP-Rijk” is het project “IMRO voor provincies” gestart, gericht op het digitaal uitwisselbaar maken van de provinciale ruimtelijke plan-nen. Tussen beide projecten heeft uitvoerig afstemming plaatsgevonden om te voorko-men dat op nationaal en provinciaal niveau verschillende ‘dialecten’ van IMRO zouden ontstaan. In juli 2004 is vanuit deze projecten een gezamenlijk aanvullingsvoorstel IMRO [2] ingediend bij de beheergroep IMRO. In maart 2005 is een eerste versie van deze praktijkrichtlijn ingediend, waarbij is uitgegaan van IMRO2003 en alle voorgestelde aan-vullingen en wijzigingen, zoals vastgelegd in het aanvullingsvoorstel IMRO. De beheer-groep heeft deze documenten behandeld en van commentaar voorzien. Inmiddels zijn deze documenten gebruikt voor het opstellen van IMRO2006 dat gebaseerd is op het Ba-sismodel Geo-informatie. De onderhavige Praktijkrichtlijn Nationale Plannen (PRNP2006) is een aanpassing van de eerste versie (maart 2005) en geactualiseerd voor het coderen van nationale plannen volgens IMRO2006.

Page 8: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

6

1.3 STATUS EN AFBAKENING

Dit document vormt de Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006). Wijzigingen kunnen nodig zijn als gevolg van ervaringen met het coderen van bijvoorbeeld de PKB Waddenzee, de Nota Ruimte deel 4 en/of andere nationale ruimtelijke plannen. Deze praktijkrichtlijn geeft nog geen richtlijn voor het structureren van PKB teksten. Voor het coderen van De Nota Ruimte deel 3 is een structuurboom opgesteld. Deze is niet uit-gewerkt tot een richtlijn voor PKB teksten. Voor het uitwisselen van de presentatie dient nog een cartografisch model te worden ontwikkeld, vergelijkbaar met ‘Op de digitale leest’ voor bestemmingsplannen.

1.4 OVERIGE INFORMATIE

Voor meer informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst in deze praktijkrichtlijn en de volgende websites: Websites • http://www.vrom.nl/durp • http://www.ravi.nl

Page 9: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

7

2 UITGANGSPUNTEN

2.1 INLEIDING

Bij het formuleren van deze praktijkrichtlijn voor nationale ruimtelijke plannen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Aansluiten bij bestaande normen en standaarden; • De systematiek van IMRO2006 is leidend; • De gegevensset dient volledig te zijn; • Coderen vindt plaats voor alle soorten bestaande PKB’s; • De PKB-tekst vormt de basis; • De presentatie van de informatie (de visualisatie) wordt (nog) niet in de uitwisseling

meegenomen. In de volgende paragrafen worden deze uitgangspunten nader toegelicht.

2.2 AANSLUITEN BIJ BESTAANDE NORMEN EN STANDAARDEN

Er is aangesloten bij bestaande normen en standaarden. Om een goede communicatie binnen de ruimtelijke ordening, maar ook met andere beleidsvelden mogelijk te maken, is uitgegaan van het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO). De aanvullingen die dit heeft opgeleverd op IMRO2003 zijn inmiddels verwerkt in IMRO2006. De onderhavige versie van de praktijkrichtlijn is op IMRO2006 gebaseerd. IMRO2006 is de actuele standaard voor de beschrijving en codering van uit te wisselen gegevens op het terrein van de ruimtelijke ordening. Deze classificatie van objecten is gebaseerd op het Basismodel Geo-Informatie (NEN 3610, 2005), welke een geactualiseer-de versie is van het voormalige Terreinmodel Vastgoed (NEN 3610; 1995). Het Basismodel Geo-Informatie geeft termen, definities en algemene regels voor de clas-sificatie en de codering van de aan het aardoppervlak gerelateerde ruimtelijke objecten. IMRO2006 gebruikt hieruit de geo-objectklasse PlanologischGebied en een groot deel van de attributen uit NEN 3610 om alle objecten die in ruimtelijke plannen voorkomen te co-deren. De feitelijke uitwisseling geschiedt door gebruik te maken van GML. Hiermee wordt de vorige uitwisselstandaard, NEN 1878, verlaten. De internationale standaard GML biedt de mogelijkheid om inhoudelijke en ook modelinformatie vast te leggen en uit te wisselen. Hierdoor komen extra mogelijkheden voor controle van uitgewisselde bestanden beschik-baar.

2.3 SYSTEMATIEK IMRO

IMRO onderscheidt objecten en beschrijvende eigenschappen daarvan: kenmerken (attri-buten). Objecten met gelijke eigenschappen worden gegroepeerd in een objectklasse

Page 10: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

8

(klasse). In deze praktijkrichtlijn worden de begrippen object, objectklasse en attribuut gebruikt. Voor de ruimtelijke plannen van het Rijk wordt gewerkt met 1 geo-objectklasse Planolo-gischGebied, waaraan IMRO attributen gekoppeld kunnen worden. De volgende tabel beschrijft als voorbeeld een aantal IMRO attributen. Attribuut waarde / domein * ** opmerking identificatie volgnummer X X

geometrie vlak, lijn, punt

locatieNaam naam van de locatie X

locatieOmschrijving nadere omschrijving van de locatie

X Indien een locatie geen naam heeft kan hier doormiddel van een omschrijving de locatie getypeerd worden.

naam naam plan X X

typePlan ruimtelijkPlan X X

planstatusInfo: planstatus datum

Planstatus datum

x x x

x x x

format: jjjj-mm-dd

beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid: overheid naam

overheden naam overheid

X samengesteld attribuut

verwijzingNaarTekst (hyper)link naar plantekst

X zoals een link naar een html-document: plantekst.htm#sub

verwijzingNorm IMRO-versie X X

verwijzingNorm Praktijkrichtlijnversie X X

*) X = verplicht (alleen indien van toepassing op het desbetreffende object). **) X = ten hoogste één keer De systematiek van IMRO brengt met zich mee dat bij sommige attributen een vrij in te vullen waarde opgenomen kan worden en bij andere attributen een waarde uit een do-meinlijst gekozen moet worden. Deze domeinlijsten zijn in de bovenstaande tabel cursief weergegeven. Bovendien zijn sommige attributen verplicht en andere optioneel; en mo-gen sommige attributen maximaal één keer gebruikt worden bij een object, en andere attributen vaker. Bijlage [1] geeft een volledig overzicht van de attributen die van belang zijn voor deze praktijkrichtlijn. Bijlage [2] geeft een volledig overzicht van de voor deze praktijkrichtlijn relevante IMRO tabellen en domeinwaarden. Bijlage [3] geeft een voorlopig domein voor het attribuut ‘Beleidsdoel’.

Page 11: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

9

2.4 EEN VOLLEDIGE GEGEVENSSET

Alle beleidsuitspraken uit de beleidstekst, al dan niet weergegeven op de begeleidende en toelichtende PKB-kaarten, moeten als relevant worden beschouwd voor de digitale uitwis-seling van PKB’s. In PKB’s worden verschillende soorten beleidsuitspraken gedaan. Een belangrijk onder-scheid is dat naar: • Generieke beleidsuitspraken met een algemeen karakter en geldend voor het gehele

plangebied, zoals de uitspraken over de basiskwaliteit van het Nederlandse landschap • Specifieke beleidsuitspraken betrekking hebbend op ruimtelijke eenheden, zoals de

nationale landschappen, ecologische hoofdstructuur of Schiphol Deze beleidsuitspraken worden ‘vertaald’ naar objecten en van IMRO codes voorzien. De generieke uitspraken krijgen een verwijzing naar het plangebied van de PKB, de specifie-ke beleidsuitspraken een verwijzing naar objecten binnen dit plangebied. In paragraaf 3.1 wordt dit nader uitgewerkt. De toelichtende teksten worden niet vertaald naar objecten en ook niet voorzien van IMRO codes. Op basis van de gegevensset kan te allen tijde en op ieder systeem de inhoud van de PKB worden gereconstrueerd.

2.5 WELKE PKB’S?

Deze praktijkrichtlijn is opgesteld voor het coderen van PKB’s met de status ‘kabinets-standpunt’ of ‘vastgesteld beleid’. Alleen hier is tot op heden ervaring mee opgedaan. De richtlijn kan weliswaar gebruikt worden voor het coderen tijdens eerdere fasen van het planvormingsproces, maar is (nog) niet gericht op het ondersteunen van een digitaal ontwerpproces. De praktijkrichtlijn is voorts bedoeld voor de codering van alle typen PKB’s: • Integrale beslissingen, zoals de Nota Ruimte en de PKB Ruimte voor de rivier • Sectorale beslissingen, zoals het Nationaal Verkeer- en Vervoerplan, het Tweede Stru-

tuurschema Electriciteitsvoorziening en het Structuurschema Militaire Terreinen 2 • Project-beslissingen, zoals de Nota Waddenzee, de PKB Betuweroute en de PKB Schip-

hol en omgeving

2.6 DE PKB-TEKST VORMT DE BASIS

In tegenstelling tot bestemmingsplannen zijn PKB’s in het algemeen weinig kaartgericht. De Wet en het Besluit Ruimtelijke ordening stellen nauwelijks eisen aan de vorm waarin een PKB moet zijn neergelegd. In de praktijk wordt vooral gewerkt vanuit de beleidstekst en worden kaarten ter verduidelijking toegevoegd. Daarom vormt de beleidstekst de lei-draad voor het structureren en coderen van de PKB.

Page 12: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

10

2.7 PRESENTATIE WORDT NIET UITGEWISSELD

Met IMRO wordt de inhoud (representatie van de werkelijkheid) uitgewisseld; het gaat niet om de uiteindelijke vormgeving op papier of beeldscherm (visualisatie). Met andere woorden, bij de uitwisseling van nationale ruimtelijke plannen wordt de vormgeving van de kaart (kleuren, lettertypen e.d.) niet meegezonden. De ontvanger van het bestand bouwt zelf vanuit dit bestand de door hem gewenste kaart op. Deze kaart kan dus een andere presentatie zijn van dezelfde gegevens. Voor een eenvormige presentatie is een richtlijn noodzakelijk, vergelijkbaar met ‘Op de digitale leest’ voor bestemmingsplannen. Daartoe zou nog een cartografisch model ont-wikkeld moeten worden. Bijlage [4] geeft een aanzet voor enkele richtlijnen voor de pre-sentatie van nationale ruimtelijke plannen.

Page 13: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

11

3 DE PLANOBJECTEN

3.1 DE OBJECTEN

IMRO is een object georiënteerd model. Dat wil zeggen dat alle informatie behorend bij een object gemodelleerd is rond dat object. Het object vormt de eenheid van informatie. Voor ruimtelijke plannen betekent dit dat beleidsinformatie wordt gemodelleerd met be-hulp van gedefinieerde ruimtelijke objecten. Deze objecten representeren de ruimtelijke eenheden waar de beleidsinformatie betrekking op heeft. De objecten geven toegang tot alle beleidsinformatie die specifiek voor dat object van belang is. Een PKB kent een plangebied. Het plangebied wordt zo gecodeerd dat het gebied waarop het plan betrekking heeft uitgewisseld kan worden. Aan het plangebied worden tevens de generieke beleidsuitspraken (zie 2.4) gekoppeld welke betrekking hebben op het hele plangebied. Ter onderscheiding van het plangebied van een PKB met andere plangebie-den van andere plannen is de klasse NationaalPlangebied gecreëerd. De specifieke beleidsuitspraken hebben betrekking op ruimtelijke eenheden binnen het plangebied. Deze ruimtelijke eenheden kunnen een gebied, een verbinding of een com-plex zijn. Gebied, verbinding en complex worden voorzien van attributen die de juridische inhoud van de PKB representeren. Aan deze objecten worden o.a. verwijzingen toegekend naar de specifieke beleidsuitspraken in de PKB. Ook bij deze objecten is voorvoegsel ‘Na-tionaal’ toegevoegd. Met figuur 1 wordt beknopt de kern van deze benadering uitgelegd. Paragraaf 3.2 gaat in detail in op het toekennen van attributen en domeinwaarden aan de objecten. NationaalPlangebied Het NationaalPlangebied is het gebied waar het nationale plan betrekking op heeft. NationaalGebied De meeste beleidsuitspraken in PKB’s hebben betrekking op gebieden. Gebieden op nati-onaal niveau worden in het model aangeduid met de klasse NationaalGebied. De definitie van NationaalGebied is ‘Een gebied waarop één of meerdere nationale beleidsuitspraken betrekking hebben’. NationaalVerbinding Verbindingen leggen een relatie tussen gebieden. Verbindingen op nationaal niveau wor-den met de klasse NationaalVerbinding aangeduid. De definitie van NationaalVerbinding is ‘Een verbinding legt een relatie tussen ge-bieden, die aangeeft dat tussen deze gebieden verkeer van personen, organismen, goe-deren en/of informatie mogelijk is. Op een NationaalVerbinding hebben één of meerdere beleidsuitspraken betrekking.’

Page 14: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

12

NationaalComplex In PKB’s worden beleidsuitspraken gedaan die betrekking hebben op een samenstelling van beleidsgebieden en/of verbindingen met een functionele relatie. Voorbeelden hiervan zijn de ‘nationale stedelijke netwerken’ en de ‘ecologische hoofdstructuur’. Naast de al-gemene beleidsuitspraken voor het geheel, worden afzonderlijke en meer specifieke be-leidsuitspraken gedaan voor de samenstellende beleidsgebieden en/of verbindingen. Zoals bijvoorbeeld voor de ‘bundelingsgebieden’ en ‘regionale parken’ die deel uitmaken van de ‘nationale stedelijke netwerken’, of de ‘kerngebieden’ en ‘robuuste verbindingen’ van de ecologische hoofdstructuur. Deze samengestelde objecten worden complexen genoemd. Complexen op nationaal ni-veau behoren tot de klasse NationaalComplex. De definitie van NationaalComplex is ‘Een samenstelling van beleidsgebieden en of verbindingen, waarop één of meerdere nationale beleidsuitspraken betrekking hebben. Op het niveau van de samenstellende delen (gebieden, verbindingen en/of andere com-plexen) moeten verschillende specifieke beleidsuitspraken gedaan worden.‘ Overigens kan een complex zelf ook onderdeel zijn van een ander complex. Een complex is dus een samengesteld object, maar kan ook een samenstellend object zijn.

Page 15: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

13

a. (Categorie van) beleidsgebied(en) b. (Categorie van) verbinding(en)

c. Complex van beleidsgebieden

d. Complex van verbindingen

e. Complex van beleidsgebieden en verbin-dingen

f. Complex met complex

figuur 1. De bouwblokken van een digitaal uitwisselbare PKB

3.2 DE KENMERKEN VAN OBJECTEN

Van elk object wordt een aantal kenmerken vastgelegd, zoals identificerende kenmerken, beschrijvende kenmerken, geometrische kenmerken, temporele kenmerken en meta-gegevens. Wanneer de beleidsuitspraken over de nationale landschappen digitaal worden gemodelleerd, dan worden bijvoorbeeld: de ligging van de landschappen vastgelegd; de hardheid van hun begrenzing aangegeven; de functie en het beleidsdoel gecodeerd; en een verwijzing opgenomen naar de beleidsuitspraken in de PKB. Al deze kenmerken staan bovendien in relatie met elkaar. Een object integreert en ontsluit dus alle PKB-informatie die opgenomen zit in een beleidsuitspraak en voor dat object van belang is. Voor de objecten uit de objectklasse Plangebied worden andere IMRO attributen en codes gehanteerd dan voor de objecten uit de objectklassen NationaalGebied, NationaalVerbin-ding en NationaalComplex. Welke attributen en codes worden gebruikt wordt in de vol-

beleidCategorie vangebieden

Gebieden

beleid

Gebiedbeleid

Verbindingen

Verbinding Categorie vanverbindingen

beleid

BeleidComplex

Gebieden

beleid b

beleid c

beleid a

BeleidComplex

Verbindingen

beleid e

beleid d

beleid f

BeleidComplex

Gebieden enverbindingen

beleid a beleid b

beleid c

beleid e

beleid d beleid f

BeleidComplex

ComplexBeleid

Gebied

Verbinding

Page 16: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

14

gende paragrafen uiteengezet. Daarbij wordt aangegeven of een attribuut verplicht of optioneel is en hoe vaak een attribuut aan een object gekoppeld mag worden. Bijlage [1] geeft een korte definitie van elk attribuut. Bijlage [2] geeft een volledig over-zicht van de voor deze praktijkrichtlijn relevante IMRO tabellen en domeinwaarden. Bijla-ge [3] geeft een voorlopig domein voor het attribuut ‘Beleidsdoel’.

3.2.1 Plangebied

Het plangebied is het gebied waarop het plan betrekking heeft. Wanneer het plangebied de vorm heeft van meerdere niet aan elkaar grenzende vlakken, dan wordt dit ook gezien als één plangebied. Het plangebied wordt volgens de onderstaande tabel gecodeerd: Attribuut waarde / domein * ** opmerking identificatie volgnummer X X

geometrie vlak, lijn, punt

locatieNaam naam van de locatie X

locatieOmschrijving nadere omschrijving van de locatie

X Indien een locatie geen naam heeft kan hier doormiddel van een omschrijving de locatie getypeerd worden.

naam naam plan X X

typePlan ruimtelijkPlan X X

planstatusInfo: planstatus datum

Planstatus datum

x x x

x x x

format: jjjj-mm-dd

beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid: overheid naam

overheden naam overheid

X samengesteld attribuut

verwijzingNaarTekst (hyper)link naar plantekst

X zoals een link naar een html-document: plantekst.htm#sub

verwijzingNorm IMRO-versie X X

verwijzingNorm Praktijkrichtlijnversie X X

*) X = verplicht (alleen indien van toepassing op het desbetreffende object). **) X = ten hoogste één keer

Toelichting per attribuut1

identificatie verplicht

Om op landelijk niveau onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende plangebie-den, moeten deze worden voorzien van een unieke identificatie. Deze identificatie bestaat uit het voorvoegsel ‘NL.IMRO.’ gevolgd door de naam of code waarmee het plangebied wordt aangeduid, plus aansluitend een uniek plannummer, door het betreffende ministe-rie te bepalen. Het plannummer heeft een maximale lengte van 23 posities en mag ook bestaan uit letters. Het laatste teken is altijd een koppelteken, ascii 45 (-).

1 Voor definities van attributen: zie bijlage 1.

Page 17: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

15

locatieNaam optioneel

Indien de PKB betrekking heeft op een specifiek deel van Nederland, kan met dit attribuut het plangebied nader worden aangeduid. Als waarde wordt een topografische naam inge-vuld. Het attribuut kan meerdere keren worden opgenomen. Een voorbeeld is de Nota Waddenzee waarbij in het waardenveld, als waarde ‘waddengebied’ ingevuld kan worden.

locatieOmschrijving optioneel

Indien een locatie geen topografische naam heeft kan hier doormiddel van een omschrij-ving de locatie getypeerd worden.

naam verplicht

Als waarde voor het attribuut naam wordt de naam van de PKB meegegeven.

typePlan verplicht

Met de waarde van dit attribuut wordt aangegeven dat het plan een PKB betreft.

planstatus verplicht

De waarde van dit attribuut geeft de planstatus en de proceduredatum weer. Indien de datum niet precies bekend is wordt voor de dag en/of de maand de waarde 99 ingevuld (bijvoorbeeld: april 2003 wordt dan 2003-04-99)

beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid verplicht

Bij dit samengestelde attribuut legt het attribuut Overheid vast welke type overheid be-leidsmatig verantwoordelijk is voor het opgestelde beleidsplan. In het attribuut Naam wordt de naam van het verantwoordelijke ministerie opgenomen. Dit attribuut kan meer-dere keren worden opgenomen. Bijvoorbeeld voor de Nota Ruimte: • overheid: nationale overheid; naam: Ministerie van VROM • overheid: nationale overheid; naam: Ministerie van LNV • overheid: nationale overheid; naam: Ministerie van VenW • overheid: nationale overheid; naam: Ministerie van EZ

verwijzingNaarTekst verplicht

Dit attribuut is bedoeld om (hyper)links naar de PKB-tekst op te kunnen nemen. De link kan elke vorm aannemen die opsteller, al dan niet na overleg met ontvanger, wenselijk acht. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een link naar een *.doc of *.pdf bestand, of aan een hyperlink. Voor deze links geldt dat geen elementen van een directorystruc-tuur mogen worden opgenomen. Wel kan, bij een hyperlink, een nadere precisering naar de plaats binnen het document worden opgenomen. De hyperlink krijgt daardoor de vol-gende vorm: naam.htm#subnaam. Deze attribuutcode mag meerdere keren worden opgenomen.

verwijzingNorm verplicht

Met de waarde van dit attribuut wordt de naam van de gehanteerde norm of standaard en de naam van de gehanteerde praktijkrichtlijn weergegeven.

Page 18: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

16

Bijvoorbeeld: • Informatiemodel voor de ruimtelijke ordening 2006 (IMRO2006) • Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)

3.2.2 Planobjecten

Planobjecten (gebieden, verbindingen of complexen) liggen binnen het plangebied en zijn de objecten waaruit een plan ruimtelijk is opgebouwd. De functie is een bijzonder kenmerk van een planobject. In PKB beleidsuitspraken worden aan ruimtelijke eenheden vaak meerdere functies toegekend en wordt (soms) ook aange-geven welk doel het Rijk met die betreffende functies voor ogen heeft, zoals ontwikkelen, behouden, versterken, beschermen e.d. Daarbij wordt ook regelmatig onderscheid ge-maakt in hoofdfuncties en ondergeschikte functies. Het beleidsdoel en het functieniveau zijn dus in de eerste plaats eigenschappen van de bestemmingsfunctie en moeten dáárbij worden vastgelegd. De functie van een planobject is daarom een samengesteld attribuut. De planobjecten NationaalGebied, NationaalVerbinding en NationaalComplex kennen alle-maal nagenoeg dezelfde set aan attributen. Ze worden dan ook in één tabel beschreven.

Page 19: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

17

Attribuut waarde / domein * ** opmerking identificatie volgnummer X X

geometrie vlak, lijn, punt

naam naam van het planob-ject

X

locatieNaam naam van de locatie X

locatieOmschrijving nadere omschrijving van de locatie

X Indien een locatie geen naam heeft kan hier doormiddel van een omschrijving de locatie getypeerd worden.

typePlanobject ruimtelijkPlanobject X X

functieInfo: bestemmingsfunctie functieniveau beleidsdoel

Functie FunctieNiveau Beleidsdoel

X X

X X

Functieniveau alleen invullen als het meerdere, niet-gelijkwaardige functies betreft. Voor de lijst met beleidsdoelen zie bijlage 3.

beleidssector beleidssector

typeBeleidsbeslissing beleidsbeslissing

statusEnBestuurlijkeDoorwerking: status bestuurlijke doorwerking

status overheden

samengesteld attribuut.

geoNauwkeurigheidInfo: hardheidBegrenzing geometrischeNauwkeurigheid

HardheidBegrenzing tolerantie in meters

X X

X X X

Tolerantie alleen invullen als bij hardheidBegrenzing ´exact´ is ingevuld.

plangebied identificatie van een plangebied

X X

categorieGebieden identificatiecode van een categorie (groep) van gebieden

alleen voor een gebied

categorieVerbindingen identificatiecode van een categorie (groep) van verbindingen

alleen voor een verbinding

complex identificatiecode van een complex

planobject identificatiecode van een samenstellend planobject

alleen voor een complex

relatiePlanobject identificatiecode van het planobject

wordt gebruikt om een relatie tussen planobjecten aan te geven

gebruikteOndergrond naam van de kaart

verwijzingNaarExternPlan naam, aanduiding extern plan

verwijzingNaarKaart naam van de kaart

verwijzingNaarTekst verwijzing naar boekwerk / tekst

*) X = verplicht (alleen indien van toepassing op het desbetreffende object). **) X = ten hoogste één keer

Page 20: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

18

Toelichting per attribuut voor het planobject2

Identificatie verplicht

Alle objecten in een plan krijgen een eigen volgnummer. De lengte van het volgnummer is maximaal 32 tekens. Indien gebruik wordt gemaakt van een invoerapplicatie zal het volgnummer automatisch worden toegekend aan het object.

typePlanobject verplicht

Voor een nationaal plan gelden NationaalGebied, NationaalVerbinding en NationaalCom-plex als mogelijke planobjecten.

statusEnBestuurlijkeDoorwerking verplicht

Met het attribuut ‘status’ kan de status (bijvoorbeeld: planvorming, nog te realiseren, bestaand) van het planobject worden gecodeerd. Dit attribuut wordt alleen gebruikt voor planobjecten binnen het plan en niet voor planobjecten uit andere plannen waarnaar eventueel verwezen wordt. Indien als status ‘planvorming: nader uit te werken’ wordt gekozen, dan dient door mid-del van het attribuut ‘BestuurlijkeDoorwerking’ te worden aangegeven welke overheid (of overheden) dit moet(en) uitwerken. De domeinwaarden voor het attribuut ‘Bestuurlijke-Doorwerking’ zijn opgenomen in het domein Overheden. Als een andere waarde voor sta-tus wordt gekozen, moet het attribuut ‘BestuurlijkeDoorwerking’ worden overgeslagen.

typeBeleidsbeslissing verplicht

Met dit attribuut kan worden aangegeven of het een concrete beleidsbeslissing betreft.

hardheidBegrenzing verplicht

Met het attribuut ‘harheidbegrenzing’ kan de nauwkeurigheid van de begrenzing van een object worden aangegeven. Indien voor het attribuut ‘harheidbegrenzing’ de waarde ‘exact’ gekozen wordt dan dient de geometrische nauwkeurigheid in meters te worden aangegeven. Bij de waarde ‘indicatief’ mag geen tolerantie worden aangegeven.

verwijzingNaarTekst verplicht

Dit attribuut is bedoeld om (hyper)links naar de plantekst op te kunnen nemen. De link kan elke vorm aannemen die opsteller, al dan niet na overleg met ontvanger, wenselijk acht. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een link naar een *.doc of *.pdf bestand, of aan een hyperlink. Voor deze links geldt dat geen elementen van een directorystruc-tuur mogen worden opgenomen. Wel kan, bij een hyperlink, een nadere specificering naar de plaats binnen het document worden opgenomen. De hyperlink krijgt daardoor de volgende vorm: naam.htm#subnaam. Het attribuut mag meerdere keren worden opge-nomen.

2 Voor definities van de attributen: zie bijlage 1.

Page 21: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

19

plangebied verplicht

Om te kunnen bepalen tot welk plan een object behoort, moet een verwijzing naar het plangebied worden opgenomen. Als waarde wordt de identificatie van het plangebied aangegeven.

categorieGebieden verplicht

Indien een gebied onderdeel is van een categorie van gebieden dan wordt met dit attri-buut de identificatiecode van de categorie van gebieden bij het planobject opgenomen. categorieVerbindingen verplicht Indien een verbinding onderdeel is van een categorie van verbindingen dan wordt met dit attribuut de identificatiecode van de categorie van verbindingen bij het planobject opge-nomen.

complex optioneel

Met dit attribuut wordt vastgelegd tot welk complex een planobject behoort. Dit attribuut mag gebruikt worden bij een gebied, verbinding én complex.

planobject verplicht voor complex

Met dit attribuut wordt vastgelegd uit welke planobjecten een complex bestaat. Dit attri-buut mag alleen gebruikt worden bij een complex.

relatiePlanobject optioneel

Dit attribuut verwijst naar een planobject waarmee het onderhavige planobject een relatie heeft. Hier is geen sprake van een complex. Een voorbeeld uit de Nota Ruimte is de nau-we relatie die het economisch kerngebied Venlo heeft met het nationaal stedelijk netwerk Brabantstad, hoewel Venlo geen onderdeel uitmaakt van Brabantstad.

gebruikteOndergrond optioneel

Om te kunnen bepalen op welke ondergrond het object is gemaakt, wordt bij dit attribuut de bestandsnaam van de betreffende ondergrond opgenomen.

verwijzingNaarKaart optioneel

Om kaarten te kunnen reproduceren, is een verwijzing van het object naar de kaart nood-zakelijk. Als waarde wordt een nummer of naam van de betreffende kaart opgenomen. De lengte van dit nummer of deze tekst is vrij. Indien een object op meerdere kaarten voor-komt, dan moet het attribuut meerdere keren worden opgenomen.

verwijzingNaarExternPlan optioneel

Dit attribuut verwijst naar een ander plan/nota waarin het planobject is uitgewerkt.

locatieNaam optioneel

Indien de PKB betrekking heeft op een specifiek deel van Nederland, kan met dit attribuut het plangebied nader worden aangeduid. Als waarde wordt een topografische naam inge-vuld. Het attribuut kan meerdere keren worden opgenomen. Een voorbeeld is de Nota Waddenzee waarbij in het waardengebied, als waarde ‘waddengebied’ ingevuld kan wor-den.

Page 22: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

20

locatieOmschrijving optioneel

Indien een locatie geen topografische naam heeft kan hier doormiddel van een omschrij-ving de locatie getypeerd worden.

beleidssector optioneel

Met dit attribuut wordt het beleidsterrein of de beleidsterreinen waarop het object be-trekking heeft, vertaald. In het geval van meerdere beleidsterreinen kan dit attribuut meerdere keren worden opgenomen.

Toelichting per attribuut voor het functie-element3

bestemmingsfunctie verplicht

Met dit attribuut kan de functie of één van de functies die door het planobject wordt of worden toegekend, worden gecodeerd. Hierbij kan worden gekozen uit een limitatieve lijst met functies.

functieniveau optioneel

Indien er meerdere functies van toepassing zijn en één of meerdere functies zijn onder-geschikt aan een andere functie, dan kan dit met dit attribuut worden aangegeven. Als slechts één functie van toepassing is of functies gelijkwaardig zijn, dan hoeft dit attribuut niet te worden ingevuld.

beleidsdoel optioneel

Met dit attribuut kan/kunnen het doel of de doelen (bijvoorbeeld ontwikkelen, behouden, beperken e.d.) die het rijk met de betreffende functie voor ogen heeft, worden vertaald. In het geval van meerdere doelen per functie (bijvoorbeeld ontwikkelen en behouden) moet dit attribuut meerdere keren worden opgenomen. Bijlage [3] definieert een (voorlo-pig) domein voor het attribuut ‘Beleidsdoel’.

3 Voor definities van de attributen: zie bijlage 1.

Page 23: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

21

4 STAPPENPLAN CODEREN RUIMTELIJK PLAN

4.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk wordt een stappenplan voor de codering van een PKB uitgewerkt. In een PKB kan een hiërarchie bestaan in de beleidsbeslissingen. Om deze hiërarchie ook in de digitaal uitwisselbare PKB te kunnen aanbrengen, worden de geïdentificeerde objecten eerst in een structuurboom voor de PKB geplaatst. De structuur van de PKB blijft daarmee gehandhaafd. Vervolgens worden de objecten gecodeerd. Het coderen vindt daarom plaats in drie fasen: 1. het samenstellen van een objectenlijst 2. het samenstellen van de structuurboom 3. het coderen van de objecten Voor het coderen van de objecten wordt gebruik gemaakt van de attributen en domeinen uit paragraaf 3.2 en de bijlagen [1], [2] en [3]. Onderstaand schema illustreert het stappenplan in hoofdlijnen. In de volgende paragrafen zijn de afzonderlijke stappen in detail beschreven.

Page 24: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

22

figuur 2. Schema stappenplan voor het coderen van één PKB

Page 25: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

23

4.2 SAMENSTELLEN OBJECTENLIJST

Stap 0. Maak een objectenlijst aan Maak een objectenlijst aan (bijvoorbeeld in Excel of een ander spreadsheetprogramma), waarin de te coderen objecten zullen worden opgenomen. Dit is handig voor het krijgen van overzicht van de objecten die in het plan voorkomen. Aan de hand van deze lijst wordt later de structuurboom samengesteld. Stap 1. Bepaal het plangebied Bepaal het plangebied. Iedere PKB heeft betrekking op een bepaald gebied: het plange-bied. Meestal heeft een PKB betrekking op een aaneengesloten plangebied. Maar ook als het plangebied de vorm heeft van meerdere gescheiden ruimtelijke eenheden wordt dit gezien als één plangebied en dus niet als een serie verschillende plangebieden. Het plangebied is de ‘hoofdingang’ van de samen te stellen structuurboom en wordt daar-om op de eerste rij in de spreadsheet gezet. Het plangebied van de PKB (voor de Nota Ruimte is dat ‘Nederland’) wordt in het digitaliseerproces maar één keer gecodeerd.

voorbeeld

Stap 2. Identificeer Planobjecten en vul objectenlijst Identificeer alle planobjecten. Het identificeren van de Planobjecten is gebaseerd op het onderscheiden van de kernbegrippen in de beleidsuitspraken. Het achterhalen van deze kernbegrippen vindt plaats aan de hand van een aantal acties en keuzen. Deze zijn sche-matisch weergegeven in figuur 4.

Acties en keuzen

A. Identificeren van een (volgende) beleidsuitspraak: in een PKB worden de beleidsbe-slissingen herkenbaar aangegeven, in de Nota Ruimte zijn ze bijvoorbeeld geel ge-markeerd. Zijn alle beleidsuitspraken geïdentificeerd? • JA: het identificeren is klaar. Ga naar stap 4. • NEE: ga naar B.

B. Markeer de kernbegrippen in de beleidsuitspraak. Ga naar C.

Page 26: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

24

C. Hebben de kernbegrippen betrekking op aan één (ruimtelijke) eenheid? Het heeft de voorkeur om zo groot mogelijke tekstblokken onder één (ruimtelijke) eenheid te scharen. • JA: Ga naar D. • Nee: Kan de beleidsuitspraak (verder) onderverdeeld worden naar groepen van

overeenkomende kernbegrippen? o JA: de beleidsuitspraak wordt onderverdeeld naar groepen van overeenkom-

stige kernbegrippen. Herhaal deze stap C. o NEE: relateer de beleidsuitspraak aan het plangebied

D. Benoem de (ruimtelijke) eenheid: elke (ruimtelijke) eenheid krijgt een naam. Dit is ook de naamgeving voor het Planobject. In sommige gevallen wordt de naam voor een Planobject in de titel, paragraaf of subparagraaf al gegeven (bijvoorbeeld in Nota Ruimte par. 2.2.5.2 Luchthaven Schiphol). Plaats de naam van het planobject op de volgende regel in de spreadsheet. Herhaal stap 3.

figuur 3. Schema stappenplan voor het identificeren van Planobjecten (stap 3)

Identificeer (volgende)beleidsuitspraak (A)

Markeer kernbegrippenin beleidsuitspraak (B)

Benoemen kernbegrippenéén (ruimtelijke)

beleidseenheid? (C)

Benoem de (ruimtelijke)eenheid (D)

Kan de beleidsuitspraak worden onderverdeeld?

Beleidsuitspraak relaterenaan plangebied-Planobject

ja nee ja

nee

Page 27: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

25

voorbeeld

4.3 SAMENSTELLEN STRUCTUURBOOM

Stap 3. Stel de structuurboom samen Elk planobject krijgt een plaats in de hiërarchische structuurboom voor de PKB. Bovenaan komt het plangebied. Plaats vervolgens alle objecten uit de objectenlijst op de juiste plaats in de structuurboom. De inhoudsopgave van het plan kan hierbij een goede onder-steuning bieden.

In onderstaand voorbeeld is een objectenlijst opgenomen die vervolgens is omgezet in een structuurboom.

Page 28: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

26

4.4 CODEREN VAN OBJECTEN

Stap 4. Codeer het plangebied Het plangebied hoeft maar één keer gecodeerd te worden. Codeer het plangebied aan de hand van paragraaf 3.2.1 en vervolg daarna met stap 5. Stap 5. Selecteer volgende Planobject Alleen de Planobjecten uit de structuurboom worden gecodeerd. Dit zijn namelijk de ob-jecten gebaseerd op de beleidsbeslissingen in de PKB. Het heeft de voorkeur om de ‘on-derste’ Planobjecten uit de structuurboom als eerste te coderen en van daaruit naar ‘bo-ven’ te werken. Dit heeft als voordeel dat wanneer een Planobject een complex is de samenstellende objecten reeds gecodeerd en beschikbaar zijn voor het coderen van het complex.

Keuze:

Zijn alle Planobjecten gecodeerd? • JA: het coderen kan worden beëindigd. • NEE: selecteer het volgende Planobject en ga naar stap 6. Stap 6. Codeer Planobject De Planobjecten moeten vervolgens van IMRO-codes worden voorzien, waarbij de relaties en de koppelingen (naar tekst en eventueel kaartmateriaal) worden meegenomen. Omdat Planobjecten een locatieaanduiding hebben en op kaart kunnen worden weergegeven, wordt voor het coderen eerst een aantal geografische karakteristieken en geometrische kenmerken van de objecten vastgelegd. (zie ook figuur 5.)

Acties en keuzen

A. Bepaal het type locatieaanduiding van het Planobject. Leg de hardheid van de be-grenzing (indicatief of exact) vast. De nationale landschappen in de Nota Ruimte wor-den bijvoorbeeld met behulp van vlakken vastgelegd en de begrenzing van de natio-nale landschappen is indicatief; uitgezonderd die van het nationale landschap het Groene Hart. Hiervan is de begrenzing exact. Ga naar B.

B. Bepaal het type Planobject. Is het Planobject een gebied, een verbinding of een com-

plex? • Gebied: Ga naar C. • Verbinding: Ga naar C. • Complex: Ga naar D.

C. Bepaal de geografie en maak de koppeling met de geometrie. Wat betreft de geome-trie zijn er drie mogelijkheden: • i: De geometrie is in zijn geheel digitaal beschikbaar. In dit geval hoeft alleen de

koppeling gelegd te worden. Ga naar D.

Page 29: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

27

• ii: De geometrie is deels digitaal beschikbaar. In dit geval moet eerst de geometrie aangevuld of aangepast worden. Daarna kan de koppeling gelegd worden.

Ga naar D. • iii: De geometrie is niet digitaal beschikbaar. In dit geval moet eerst de geometrie

in zijn geheel gemaakt worden. Daarna kan de koppeling gelegd worden. Ga naar D.

D. Voorzie het object van IMRO-codes. Afhankelijk van het type object (zie B.) wordt het object gecodeerd aan de hand van paragraaf 3.2.2. In geval van een complex, codeer de verwijzing naar de samenstellende objecten.

figuur 4. Schema acties en keuzen voor het coderen van Planobjecten

Selecteer een(volgend) planobject

Codeer object:toekennen IMRO codes

Bepaal typelocatieaanduiding

Bepaal typeplanobject

Bepaal de geografie enkoppel met geometrie

IMROgecodeerdplanobject

Page 30: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

28

5 METADATA EN GELEIDEFORMULIER

5.1 METADATA

Metadata zijn gegevens over gegevens. Bepaalde metadata zijn in het GML bestand van de gegevensset opgenomen. De overige zijn begrepen in het geleideformulier. Onder-staande tabel geeft de gegevens weer die als metadata in het GML bestand in de klasse MetadataIMRObestand zijn opgenomen. De attribuutnamen zijn conform de Nederlandse metadatastandaard voor geografie. metadata attribuut omschrijving * ** toepassing

datasetTitel Naam van de dataset of dataset serie.

X X Dit komt overeen met de naam van het plan.

creatiedatum Datum waarop het bestand gemaakt is.

X X

bronbeheerder Partij die verantwoordelijkheid heeft geaccepteerd en zorg draagt voor het beheer van de data.

X X Naam van gemeente, provin-cie. ministerie.

naamApplicatieschema

Gebruikt applicatiesche-ma/informatiemodel.

X X In dit geval ‘IMRO2006’.

codeReferentiesysteem Alfanumerieke waarde die het gebruikte referentiesysteem van de dataset aan-geeft.

X X Hier wordt een code ingevuld afkomstig van de EPSG (Eu-ropean Petrol Survey Group): RD = 28992 RD/NAP = 7408 ETRS89 = 4937 WGS84 = 4326

toepassingsschaal

De beoogde schaal waarop het bestand waarheidsgetrouw gebruikt mag wor-den. Dit moet een positief numeriek getal zijn.

X X Bijvoorbeeld: 10000 voor een bestand dat op schaal 1 : 10.000 gebruikt moet wor-den.

* X = verplicht ** X = ten hoogste één keer.

5.2 GELEIDEFORMULIER

Het geleideformulier beschrijft de algemene informatie die hoort bij het pakket aan be-standen die samen het ruimtelijk plan omvatten. Op deze manier heeft de ontvanger een overzicht van alle informatie die verstuurd is. Het geleideformulier bevat hoofdzakelijk informatie die op basis van het uit te wisselen GML bestand van het ruimtelijk plan te genereren is. Het geleideformulier zal dan ook gegenereerd worden door de IMRO validator die op het web beschikbaar is.

Page 31: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

29

Het bestandsformaat van het geleideformulier is .pdf. Naast dit bestand in pdf kan er eventueel ook een bestand in XML meegestuurd worden. De naam van het geleideformulier is gelijk aan de identificatiecode van het ruimtelijk plan waar het formulier bij hoort voorafgegaan door de letter g. (g_[ID plan].pdf of g_[ID plan].xml). Het geleideformulier bevat o.a. de volgende gegevens: Naam van het plan: Planstatus: Datum (van toekennen planstatus): GML-file(s) behorend bij plan met IMRO codering: Plantekst en bijlagen (bestandsnamen van plantekst en bijlagen): Gebruikte praktijkrichtlijn: Versie IMRO: Gebruikte ondergrond: (het bestand moet geo-gerefereerd zijn)

Objectinformatie: (Voor elke in het bestand voorkomende geo-object klasse worden het aantal objecten – punt, lijn en vlak opgenomen)

5.3 BESTANDNAAMCONVENTIES

De volgende naamconventies moeten gehanteerd worden bij het benoemen van de be-standen die samen een ruimtelijk plan omvatten Bestand

Naamconventie

Plankaart [ID plan].gml

Beleidsdocument d_[ID plan].pdf

Beleidstekst

b_ [ID plan]_xxxx.htm enz. of b_[ID plan].pdf

Ondergrond o_[ID plan].dwg, .dxf, .dgn, .shp, .nen, .gml, .tif, .jpg (het bestand moet geo-gerefereerd zijn)

Plotfile p_[ID plan].tif of .pdf

Bijlagen db_ID_plan].pdf

Geleideformulier g_[ID plan].pdf of g_[ID plan].xml

Page 32: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

30

BIJLAGE 1. ATTRIBUUT EN ASSOCIATIES

Deze bijlage geeft een overzicht van de IMRO attributen, associaties en definities die van belang zijn voor deze praktijkrichtlijn. In onderstaande tabel is bij elk attribuut ook een verwijzing opgenomen naar de tabel waarin de domeinwaarden zijn opgenomen. Deze IMRO tabellen zijn opgenomen in bijlage [2]. De domeinwaarden voor het attribuut ‘be-leidsdoel’ is niet in een tabel verwerkt. Bijlage [3] bevat een domeintabel waar gebruik van gemaakt dient te worden. Attributen

Attribuut Definitie Domeinwaardenbeleidsdoel Het doel behorend bij de functie

beleidsmatigVerantwoordelijkeOverheid Overheid die beleidsmatig verantwoor-delijk is

overheden

beleidssector Beleidssector die een relatie (kan) heb-ben met de Ruimtelijke Ordening

beleidssector

bestemmingsfunctie Functie behorend bij een bestemming functie

bestuurlijkeDoorwerking Overheid die (mede) verantwoordelijk is voor de verdere uitwerking van het be-leid

overheden

functieniveau Niveau van een functie in relatie tot an-dere functie

functieniveau

gebruikteOndergrond Verwijzing naar de topografische onder-grond

geometrischeNauwkeurigheid Nauwkeurigheid in meters van de coör-dinaten behorende bij een locatie

hardheidBegrenzing Aanduiding van de hardheid van de be-grenzing

hardheidbegrenzing

identificatie Unieke identificatie voor een geo-object

locatieNaam Naam van een locatie

locatieOmschrijving Nadere omschrijving van een locatie

naam Naam van het object

planstatus Stadium waarin een plan of onderdeel daarvan verkeert

planstatus

typeBeleidsbeslissing Soort beleidsbeslissing beleidsbeslissing

typePlan Nadere aanduiding van het type plan ruimtelijkPlan

typePlanobject Nadere aanduiding van de verschillende objecten waaruit een plan opgebouwd is

ruimtelijkPlanObject

verwijzingNaarExternPlan Verwijzing naar een ander plan/nota waarin het object is uitgewerkt

verwijzingNaarKaart Verwijzing naar de bijbehorende kaart

verwijzingNorm Verwijzing naar de gebruike norm, richt-lijn

Page 33: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

31

Associaties

Associaties Definitie plangebied Verwijzing naar het plangebied waar het

object bij hoort. Opm. verwijzing naar identificatiecode

relatiePlanobject Verwijzing naar een planobject waar dit object een relatie mee heeft. Opm. verwijzing naar identificatiecode

complex Verwijzing naar het complex waar het planobject een onderdeel van is. Opm. verwijzing naar identificatiecode

planobject Verwijzing naar een planobject dat on-derdeel uitmaakt van een complex. Opm. verwijzing naar identificatiecode

categorieGebieden Verwijzing naar een categorie van ge-bieden. Opm. verwijzing naar identificatiecode

categorieVerbindingen Verwijzing naar een categorie van ver-bindingen Opm. verwijzing naar identificatiecode

Page 34: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

32

BIJLAGE 2. IMRO TABELLEN

Beleidsbeslissing

<< enumeration>>

Beleidsbeslissing

concrete beleidsbeslissing

essentiele beslissing

indicatieve uitspraak

toelichting

Beleidssector

<< enumeration>>

<<CodeList>>

Beleidssector

bevolking

cultuur

defensie

detailhandel

economie

energie

justitie

landbouw

landinrichting

landschap

milieu

natuur

onderwijs

recreatie

sociale zaken

sport

verkeer en vervoer

volksgezondheid

volkshuisvesting

waterstaat

welzijn

Page 35: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

33

Functie

<<enumeration>>

Functie

wonen

wonen; niet gestapeld

wonen; gestapeld

wonen; bijzondere woonvormen

wonen; bijzondere woonvormen; gemeenschappelijk wonen

wonen; bijzondere woonvormen; woonschipligplaats

wonen; bijzondere woonvormen; woonwagenstandplaats

wonen; bijzondere woonvormen; bedrijfs-, dienstwoning

wonen; erf/tuin bij wonen

verkeer

verkeer; gemengd verkeer

verkeer; voetgangers

verkeer; voetgangers; verbinding (voetpad)

verkeer; fietsers

verkeer; fietsers; verbinding (fietspad)

verkeer; fietsers; stallen overdekt

verkeer; fietsers; stallen openlucht

verkeer; langzaam gemotoriseerd verkeer

verkeer; langzaam gemotoriseerd verkeer; verbinding

verkeer; langzaam gemotoriseerd verkeer; stallen overdekt

verkeer; langzaam gemotoriseerd verkeer; stallen openlucht

verkeer; wegverkeer (snel)

verkeer; wegverkeer (snel); verbinding (weg)

verkeer; wegverkeer (snel); stallen (parkeren) overdekt

verkeer; wegverkeer (snel); stallen (parkeren) openlucht

verkeer; wegverkeer (snel); over-/ in-/ uitstappen

verkeer; busverkeer

verkeer; busverkeer; verbinding (busbaan)

verkeer; busverkeer; stallen overdekt

verkeer; busverkeer; stallen openlucht

verkeer; busverkeer; over-/ in-/uitstappen

Page 36: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

34

<<enumeration>>

Functie

verkeer; treinverkeer

verkeer; treinverkeer; verbinding (spoorbaan)

verkeer; treinverkeer; stallen overdekt

verkeer; treinverkeer; stallen openlucht

verkeer; treinverkeer; over-/ in-/uitstappen (+ overslag)

verkeer; tramverkeer

verkeer; tramverkeer; verbinding (trambaan)

verkeer; tramverkeer; stallen overdekt

verkeer; tramverkeer; stallen openlucht

verkeer; tramverkeer; over-/ in-/ uitstappen

verkeer; metroverkeer

verkeer; metroverkeer; verbinding (metrobaan)

verkeer; metroverkeer; stallen overdekt

verkeer; metroverkeer; stallen openlucht

verkeer; metroverkeer; over-/ in-/ uitstappen

verkeer; openbaar vervoer

verkeer; openbaar vervoer; verbinding

verkeerr; openbaar vervoer; stallen overdekt

verkeer; openbaar vervoer; stallen openlucht

verkeer; openbaar vervoer; over-/in-/uitstappen

verkeer; waterverkeer

verkeer; waterverkeer; verbinding

verkeer; waterverkeer; stallen overdekt (ligplaatsen)

verkeer; waterverkeer; stallen openlucht (ligplaatsen)

verkeer; waterverkeer; over-/ in-/uitstappen (+ overslag)

verkeer; luchtverkeer

verkeer; luchtverkeer; verbinding (start - landingsbaan)

verkeer; luchtverkeer; stallen overdekt

verkeer; luchtverkeer; stallen openlucht

verkeer; luchtverkeer; over-/ in-/uitstappen (+ overslag)

verkeer; ontsluiting

verkeer; verblijf (niet gebruikt voor planologisch gebied)

vervoer; goederenvervoer

vervoer; personenvervoer

Page 37: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

35

<<enumeration>>

Functie

groen en natuur

groen en natuur; groenvoorziening

groen en natuur; incidenteel groen

groen en natuur; structureel groen (park/plantsoen)

groen en natuur; bijzonder element (boom)

groen en natuur; natuur en landschap

groen en natuur; natuur en landschap; natuurlijke waarden

groen en natuur; natuur en landschap; landschappelijke waarden

groen en natuur; natuur en landschap; cultuurhistorische waarden (natuur en landschap)

groen en natuur; landgoed

groen en natuur; water (groen en natuur)

werken

werken; dienstverlening

werken; kantoorfunctie

werken; zakelijke dienstverlening

werken; persoonlijke/overige dienstverlening

werken; niet zijnde dienstverlening

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; grondgebonden

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; niet-grondgebonden

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; niet-grondgebonden; glastuinbouw

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; niet-grondgebonden; intensieve veeteelt

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; niet-grondgebonden; overige niet-grondgebonden

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; visserij

werken; niet zijnde dienstverlening; agrarische bedrijvigheid; jacht

werken; niet zijnde dienstverlening; winning delfstoffen

werken; niet zijnde dienstverlening; winning delfstoffen; oppervlakte

werken; niet zijnde dienstverlening; winning delfstoffen; diepte

werken; niet zijnde dienstverlening; industrie en nijverheid

werken; niet zijnde dienstverlening; groothandel

werken; niet zijnde dienstverlening; transport en opslag

voorzieningen

Page 38: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

36

<<enumeration>>

Functie

voorzieningen; medische voorzieningen

voorzieningen; maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen; overheidsvoorzieningen

voorzieningen; sociale voorzieningen

voorzieningen; levensbeschouwelijke voorzieningen

voorzieningen; begraaf- en crematievoorzieningen

voorzieningen; onderwijsvoorzieningen

voorzieningen; militaire voorzieningen

voorzieningen; detailhandel

voorzieningen; detailhandel; winkelvoorziening

voorzieningen; detailhandel; winkelvoorziening; voedings- en genotmiddelen (vgm)

voorzieningen; detailhandel; winkelvoorziening; duurzame en overige goederen (dog)

voorzieningen; detailhandel; winkelcentrum

voorzieningen; detailhandel; winkelcentrum; stadscentrum/hoofdwinkelcentrum

voorzieningen; detailhandel; winkelcentrum; stadsdeelcentrum

voorzieningen; detailhandel; winkelcentrum; wijkcentrum

voorzieningen; detailhandel; winkelcentrum; buurtcentrum

voorzieningen; detailhandel; GDV (Grootschalige Detailhandel Voorziening)

voorzieningen; detailhandel; PDV (Perifere Detailhandel Voorziening)

voorzieningen; detailhandel; productiegebonden detailhandel

voorzieningen; horeca

voorzieningen; horeca; logies

voorzieningen; horeca; maaltijd

voorzieningen; horeca; drank

voorzieningen; horeca; feest

voorzieningen; horeca; vergaderen

voorzieningen; horeca; erotiek

voorzieningen; horeca; softdrugs

voorzieningen; culturele voorzieningen

voorzieningen; sport voorzieningen

voorzieningen; sport voorzieningen; openlucht

voorzieningen; sport voorzieningen; overdekt

voorzieningen; nutsvoorzieningen

recreatie

Page 39: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

37

<<enumeration>>

Functie

recreatie; dagrecreatie

recreatie; dagrecreatie; recreatieplas/ - strand / - water

recreatie; dagrecreatie; attractiepark

recreatie; dagrecreatie; kinderboerderij

recreatie; dagrecreatie; speeltuin/ - terrein

recreatie; dagrecreatie; volkstuin

recreatie; verblijfsrecreatie

recreatie; verblijfsrecreatie; recreatief wonen/verblijf

recreatie; verblijfsrecreatie; kampeerterrein

recreatie; verblijfsrecreatie; groepsverblijf

recreatie; verblijfsrecreatie; jachthaven

technische infrastructuur

technische infrastructuur; kabel

technische infrastructuur; buis

technische infrastructuur; straalpad

waterhuishouding

waterhuishouding; waterkeren

waterhuishouding; kwantiteit (aan- en afvoer/opslag)

waterhuishouding; kwaliteit

waterhuishouding; waterzuivering

waterhuishouding; water (niet zijnde groen en natuur)

cultuurhistorie en archeologie

cultuurhistorie en archeologie; archeologische waarde

cultuurhistorie en archeologie; cultuurhistorische waarde (niet zijnde natuur en landschap)

cultuurhistorie en archeologie; cultuurhistorische waarde; stads-/dorpsgezicht

cultuurhistorie en archeologie; cultuurhistorische waarde; monumentaal object

cultuurhistorie en archeologie; cultuurhistorische waarde; karakteristiek object

zonering

zonering; milieuzonering

zonering; milieuzonering; bodemzonering

zonering; milieuzonering; geluidzonering

Page 40: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

38

<<enumeration>>

Functie

zonering; milieuzonering; luchtzonering

zonering; milieuzonering; stankzonering

zonering; milieuzonering; veiligheidszonering

zonering; beheerszonering

zonering; beheerszonering; waterwinning

zonering; beheerszonering; stiltegebied

zonering; beheerszonering; verkeer (uitstralingszone)

zonering; beheerszonering; communicatiebeheer

zonering; beheerszonering; vliegverkeer

zonering; beheerszonering; natuurzonering

zonering; beheerszonering; reconstructiezonering

Functieniveau

<< enumeration>>

Functieniveau

hoofdfunctie

ondergeschikte functie

HardheidBegrenzing

<< enumeration>>

HardheidBegrenzing

exact

indicatief

Niveau

<< enumeration>>

Niveau

internationaal

nationaal

provinciaal

stadsgewestelijk

regionaal

Page 41: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

39

<< enumeration>>

Niveau

lokaal

wijk

buurt

blok/cluster

kavel

Overheden

<< enumeration>>

Overheden

gemeentelijke overheid

gemeentelijke overheid; deelgemeente

regionale overheid

provinciale overheid

nationale overheid

overige overheden

overige overheden; waterschap

internationale structuren

Planstatus

<< enumeration>>

Planstatus

concept

voorontwerp

ontwerp

vastgesteld

voorlopige voorziening

goedgekeurd

goedkeuring onthouden

goedgekeurd; geheel goedgekeurd

goedgekeurd; goedgekeurd met uitzondering van onthoudingen

Awb bezwaar

vigerend

beroep afdeling bestuursrechtspraak

Page 42: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

40

<< enumeration>>

Planstatus

uitspraak afdeling bestuursrechtspraak

uitspraak afdeling bestuursrechtspraak: alsnog goedgekeurd

uitspraak afdeling bestuursrechtspraak: alsnog goedkeuring onthouden

kabinetsvoornemen

resultaten van inspraak bestuurlijk overleg en advies

kabinetsstandpunt

vastgesteld beleid

RuimtelijkPlan

<< enumeration>>

RuimtelijkPlan

gemeentelijk plan

gemeentelijk plan; bestemmingsplan artikel 10

gemeentelijk plan; uitwerkingsplan artikel 11

gemeentelijk plan; wijzigingsplan artikel 11

gemeentelijk plan; structuurplan

gemeentelijk plan; structuurschets

gemeentelijk plan; structuurvisie

gemeentelijk plan; artikel 19 plan

provinciaal plan

provinciaal plan; streekplan

provinciaal plan; omgevingsplan

provinciaal plan; uitwerking provinciaal plan

provinciaal plan; sectorplan

regionaal plan

regionaal plan; structuurplan/schets/visie

regionaal plan; omgevingsplan

regionaal plan; uitwerking regionaal plan

regionaal plan; sectorplan

nationaal plan

nationaal plan; nota

nationaal plan; structuurschema/schets

nationaal plan; PKB

nationaal plan; sectorplan

Page 43: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

41

<< enumeration>>

RuimtelijkPlan

nationaal plan; uitwerking nationaal plan

Euregionaal plan

Europees plan

RuimtelijkPlanobject

<< enumeration>>

RuimtelijkPlanobject

bestemmingsvlak

bestemmingsvlak; enkelbestemming

bestemmingsvlak; dubbelbestemming

aanduiding

aanduiding; bouwvlak

aanduiding; lettertekenaanduiding

aanduiding; maatvoering

aanduiding; figuur

aanduiding; gebiedsaanduiding

gebied

gebied; gemeentelijkGebied

gebied; provinciaalGebied

gebied; nationaalGebied

verbinding

verbinding; gemeentelijkVerbinding

verbinding; provinciaalVerbinding

verbinding; nationaalVerbinding

complex

complex; gemeentelijkComplex

complex; provinciaalComplex

complex; nationaalComplex

Page 44: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

42

Status

<< enumeration>>

Status

alternatief/in reserve

buiten bedrijf/buiten gebruik/gesloten

gerealiseerd/in bedrijf/in gebruik/operationeel

niet meer aanwezig

planrealisatie

planvorming

planvorming; in studie

planvorming; nader uit te werken

planvorming; vast te leggen

realisatie

realisatie; in uitvoering

realisatie; korte termijn

realisatie; lange termijn

realisatie; middellange termijn

realisatie; nog niet in uitvoering

Page 45: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

43

BIJLAGE 3. BELEIDSDOELEN

De lijst van mogelijke beleidsdoelen is niet uitputtend te maken en ook sterk tijdsgebon-den. Deze bijlage definieert daarom een lijst van voorlopige beleidsdoelen. Wanneer een periode van toepassing geresulteerd heeft in een stabiele lijst van beleidsdoelen wordt overwogen deze lijst als domeinwaarden in IMRO vast te leggen.

Doelomschrijving Ontwikkelen

Zoeken

Verbeteren

Versterken

Herstructureren

Behouden

Handhaven

Beschermen

Beheren

Stimuleren

Reserveren

Ontmoedigen

Beperken

Bevriezen

Inkrimpen

Slopen

Bundelen

Borgen

Transformeren

Aanbieden

Vasthouden

Benutten

Bergen

Vergroten

Verbieden

Page 46: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

44

BIJLAGE 4. AANZET RICHTLIJN PRESENTATIE NATIONALE RUIMTELIJKE PLANNEN

De weergave van objecten in de kaart kan worden gestandaardiseerd op een manier dat enerzijds een eigen grafische identiteit aan de symbolen gegeven kan worden, maar an-derzijds de overeenkomsten tussen de objecten in de verschillende PKB’s duidelijk wordt gemaakt. De grafische weergave van objecten dient zoveel mogelijk attribuutinformatie te bevat-ten. Via de vormgeving van de symbolen, waarvan de verklaring in de kaartlegenda is opgenomen, vindt automatisch identificatie plaats. Metadata zullen niet worden gevisuali-seerd, maar kunnen via aanklikken van symbolen opgeroepen worden. De beschrijvende informatie is in de uiteindelijke kaart eventueel oproepbaar via muis-over technieken. Het bewegen van de muis over een symbool resulteert in een tekstballon waarin de beschrijving kan voorkomen. Alternatief, met name bij uitgebreide beschrijven-de informatie, is de hyperlink. De sectorcode kan in symboolvormgeving verwerkt wor-den, bijvoorbeeld via verschillende kleuren of vormen. De locationele informatie is impli-ciet aanwezig door de plaatsing van het symbool in de kaart. De rechtscode (juridische status) kan in de symboolvormgeving verwerkt worden, bijvoorbeeld via verschillende tinten. Ook de statuscode (uitvoeringskenmerken) kan indien wenselijk in de vormgeving ver-werkt worden.

Hieronder volgt een aantal voorbeelden op basis van het schema met de typen van de entiteit planologisch concept.

Plangebied Hyperlinks in de kaart gekoppeld aan tekst (een geografische naam) of aan delen van de kaart (een rastervak of de omtrek van een geografische eenheid).

Gebieden en verbindingen Het gaat hier om entiteittypen die zich in de kaart vertalen naar punt, lijn en vlaksymbo-len. De figuur geeft een voorbeeld voor puntsymbolen. Objecten binnen een entiteitstype kunnen onderscheiden worden door vorm- en/of kleurverschillen. De exactheid/nauwkeurigheid kan weergegeven worden door met vage symbolen te wer-ken of de symbolen al dan niet een omlijning te geven. De juridische gradaties kunnen weergegeven worden door verschillende tinten van een kleur, waarbij de schaal van don-ker naar licht loopt voor concrete beleidsbeslissingen, beleidsregels en indicatieve uit-spraken. Kleur zou ook gebruikt kunnen worden om de aard van de uitvoeringsprocedures aan te geven.

Page 47: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

45

Complex Dit zijn samengestelde objecten die uit de hiervoor genoemde elementen zijn opgebouwd. Teksten kunnen als aanduiding gebruikt worden (zie figuur volgende pagina).

Geografische aanduiding Dit zal via symbolen en teksten op de kaart opgelost moeten worden. Overigens kunnen op teksten in de kaart dezelfde regels worden toegepast als in bovenstaande figuur voor een puntsymbool is uitgewerkt.

sstteeddeenn--

juridische

Status

(concreet;

beleidsregel;

Indicatie)

verschillende

objecten

nauwkeurig / vaag

Page 48: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

46

BIJ

LAG

E 5

. U

ML-

KLA

SS

ED

IAG

RA

M V

AN

EE

N R

UIM

TE

LIJK

PLA

N U

IT I

MR

O2

00

6

Page 49: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

47

B

IJLA

GE

6.

UM

L-K

LAS

SE

DIA

GR

AM

VA

N E

EN

NA

TIO

NA

ALP

LAN

UIT

IM

RO

20

06

Page 50: Praktijkrichtlijn Nationale Plannen 2006 (PRNP2006)ro-standaarden.geonovum.nl/2006/PRNP2006.pdf · 5 Een richtlijn voor de praktische toepassing van IMRO2006 voor de uitwisseling

48

LITERATUUR

[1] Informatiemodel Ruimtelijk Ordening (IMRO) 2006, Werkdocument: Beschrijving van het model (conceptversie 1.5). Ravi e.a., P.A.L.M. Janssen, december 2006.

[2] IMRO voor Nationale en Provinciale Ruimtelijke Plannen – Aanvullingsvoorstel IMRO. C. Wessels, J. Bulens, M. ’t Hart, L. Koopmans, R. van Oosterhoudt, 29 juni 2004.

[3] Rapportage Onderzoeksfase, Project IMRO voor Provinciale Ruimtelijke Plannen, M. ’t Hart, L. Koopmans en R. van Oosterhoudt, GEON/KPS, september 2003.

[4] Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen: de IMRO-gecodeerde bestemmingsplankaart, Sonsbeek Adviseurs bv/RBOI Rotterdam-Middelburg bv, juni 2003.

[5] IMRO in de Groene Ruimte, mogelijkheden en beperkingen 2003, Werkdocument Al-terra. Wies Vullings, Jandirk Bulens, Manon van Heusden.

[6] PKB’s digitaal? Verkenningen rond digitale uitwisselbaarheid van PKB inhouden. Minis-terie van VROM, juli 2003.