Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H....

28
Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! Een praktijkonderzoek naar de vermindering van de afleiding van de mobiele telefoon. Tim de Groot P99900437 Koning Willem 1 College Afdeling Lifestyle

Transcript of Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H....

Page 1: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

Praktijkonderzoek

Mobiele telefoons wat nu?!

Een praktijkonderzoek naar de vermindering van de afleiding van de mobiele telefoon.

Tim de Groot P99900437 Koning Willem 1 College Afdeling Lifestyle

Page 2: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

2

Mobiele telefoons wat nu?!

Een praktijkonderzoek naar de vermindering van de afleiding van de mobiele telefoon.

Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door T.C.H. de Groot, docent binnen de afdeling Lifestyle van het Koning Willem I College. 2016, 's-Hertogenbosch

Page 3: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

3

Inhoudsopgave

Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 4

Inleiding ................................................................................................................................................... 5

1 Aanleiding & onderzoeksvraag ........................................................................................................ 6

1.1 Aanleiding ................................................................................................................................ 6

1.2 Onderzoeksvraag ..................................................................................................................... 7

2 Theoretisch kader ............................................................................................................................ 8

2.1 Het nieuwe leren ..................................................................................................................... 8

2.2 Van E-learning naar M-learning .............................................................................................. 9

3 Methode ........................................................................................................................................ 12

3.1 Interventie ............................................................................................................................. 12

3.2 Onderzoeksgroep .................................................................................................................. 13

3.3 Context .................................................................................................................................. 13

4 Resultaten ..................................................................................................................................... 14

4.1 Voormeting ............................................................................................................................ 14

4.2 Nameting ............................................................................................................................... 15

5 Conclusie ....................................................................................................................................... 19

6 Discussie en aanbeveling ............................................................................................................... 19

7 Literatuurlijst ................................................................................................................................. 21

8 Bijlagen .......................................................................................................................................... 22

8.1 Interview Patrick Koning ....................................................................................................... 22

8.2 Onderzoeksgroep .................................................................................................................. 25

8.3 Enquête-vragenlijst voormeting incl. resultaten. .................................................................. 26

8.4 Enquête-vragenlijst nameting incl. resultaten. ..................................................................... 27

Page 4: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

4

Voorwoord

’s-Hertogenbosch, 29-05-2016

Hier voor u ligt mijn praktijkonderzoek. Dit praktijkonderzoek moet een bijdrage leveren aan de

afronding van het BCL-traject. Uit het onderzoek moet naar voren komen of de afleiding van de

mobiele telefoon verminderd kan worden door deze op functionele wijze te implementeren tijdens

de les in plaats van de laptop. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat ik, mijn collega’s en de

studenten dagelijks tegen het afleidend element van de telefoon aanlopen. Het onderzoek heeft mij

als docent mij een duidelijker inzicht gegeven in toepasbare werkvormen en de leerstijlen van de

studenten.

Het onderzoek is tot stand gekomen met de intensieve begeleiding van mevr. Romy Keulen-

Tummers. Zonder haar had ik het onderzoek niet binnen de gestelde kaders kunnen afronden.

Daarnaast wil ik graag mijn vrouw Sacha en medecursisten bedanken voor hun kritische blik en

waardevolle suggesties.

Tim de Groot Docent afdeling Lifestyle / Interieur

[email protected] | Lifestyle Koning Willem I College | 073 - 62 49 624 Postbus 122 | 5201 AC | 's-Hertogenbosch | Campus Vlijmenseweg

Page 5: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

5

Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word ik voortdurend geconfronteerd met de

studenten en de mobiele telefoon. De telefoon heeft een grote aantrekkingskracht op de studenten

en ze worden hierdoor vaak afgeleid van de les. Het lijkt mij dan ook interessant om te onderzoeken

of ik de mobiele telefoon niet vaker kon inzetten en wat het effect hiervan kon zijn. Dit onderzoek

gaat in op de afleidende werking van de mobiele telefoon op de studenten en hoe we deze

afleidende werking kunnen ondervangen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanpassen van de

werkvormen in combinatie met de mobiele telefoon. Het doel is om met dit onderzoek aan te tonen

dat docenten geen angst hoeven te hebben voor de mobiele telefoon. Door het juist inzetten van de

telefoon kan dit een verrijking zijn voor docenten en studenten.

In hoofdstuk 1 komt de aanleiding en onderzoeksvraag aan bod. Om tot een antwoord te komen op

de onderzoeksvraag wordt er in hoofdstuk 2 verdieping gegeven aan het onderwerp en worden voor

het onderzoek belangrijke feiten beschreven. In hoofdstuk 3 is de interventie uiteengezet en word

weergegeven in welke context en onder welke doelgroep het onderzoek is uitgevoerd. In hoofdstuk 4

worden de resultaten belicht welke leiden tot de conclusie in hoofdstuk 5. Ter afsluiting van het

onderzoek worden in hoofdstuk 6 aanbevelingen gedaan en de betrouwbaarheid van het onderzoek

aan de tand gevoeld.

Page 6: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

6

1 Aanleiding & onderzoeksvraag

1.1 Aanleiding If you allow laptops in the classroom without a plan for how you'll use them, you can potentially invite

disaster. (Perry Samson, 2010)

In september 2015 ben ik een nieuwe uitdaging aangegaan als docent binnen het MBO. Als

beginnend docent voelde ik mezelf al snel als een vis in het water voor de klas. Ik bereidde dagelijks

mijn lessen voor, maar nog geen weet van timemanagement en klassenmanagement in een klas. Dit

resulteerde in lange frontale lessen. Ik merkte dat de studenten na 15 minuten in mindere mate

geboeid werden door mijn verhaal. De mobiele telefoons op tafel hadden daar en tegen des te meer

aantrekkingskracht op hen. Ik merkte dat ik de neiging had om de telefoons te verbannen uit mijn les

aangezien ze hierdoor werden afgeleid en stukken van de lesstof misten.

Na dit besef ben ik met collega’s in gesprek gegaan over hoe zij omgaan met de telefoon in de les.

Een tweetal collega’s hadden een aantal interessante standpunten: “Telefoons kunnen ook rust

brengen in je les”, doordat je studenten de gelegenheid geeft om even alle berichten, posts en

mailtjes te laten lezen wordt de onrust dat ze iets “missen “ weggenomen en kunnen zij zich weer

beter focussen op de les. “Telefoons kunnen ook het plezier verhogen”, door ze in te zetten voor

spelletjes zoals kahoot wordt de telefoon een instrument wat het gevoel van plezier bij ze oproept.

Naar aanleiding van deze verhelderende gesprekken ben ik bij mezelf te rade gegaan en heb ik de

situatie in mijn lessen nog eens goed bekeken.

Gedurende de lessen werken de studenten hoofdzakelijk met de laptop. Ze gebruiken deze voor

meerdere doeleinden. De laptop bevat een rekenmachine, ze kunnen onderling berekeningen - en

uitwerkingen uitwisselen, ze hebben geen last van onleesbaar handschrift, ze zijn slechts een aantal

tikken verwijderd van onnoemelijk veel informatie en alles blijft bij elkaar op de harde schijf staan.

Het valt me dan toch op dat de studenten tijdens mijn uitleg niet afgeleid worden door de laptop

maar juist door de mobiele telefoon. De laptop geeft ruimte tot afleiding maar wordt hoofdzakelijk

gebruikt als lesmiddel in tegenstelling tot de mobiele telefoon.

Het constant wisselen tussen de devices zorgt bij mij voor afleiding, irritatie en bij de studenten voor

concentratieverlies aangezien de studenten op de meest “spastische” manieren proberen te

verbergen dat ze met de mobiele telefoon in de weer zijn. Ze hoeven dit niet te doen wanneer ik

weet dat deze wordt gebruikt voor lesdoeleinden. De mogelijkheid om de telefoon te gebruiken voor

lesdoeleinden is voor mij de aanleiding geweest voor dit onderzoek. Wanneer de lessen zijn ingericht

op gebruik van één device, in dit geval de mobiele telefoon, denk ik dat dit de afleidende factoren die

ik nu ervaar kan beperken en de concentratie van de studenten kan verhogen.

Page 7: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

7

1.2 Onderzoeksvraag Een onderzoekende houding kan bijdragen aan de professionele ontwikkeling van de leraar, maar

ook aan de kwaliteit van de school als geheel (Camp & Aben, 2013). Het toepassen van nieuwe

werkvormen in mijn lessen, het interviewen van toonaangevende mensen en de inzichten van

studenten kunnen mij veel leren. Van de bevindingen die hieruit voortvloeien, kunnen mijn collega’s

en ik veel profijt hebben in de toekomst. Met dit doel voor ogen heb ik de onderstaande hoofdvraag

geformuleerd:

“Is de mobiele telefoon geen afleidend element meer als ik deze functioneel inzet tijdens de les in

plaats van de laptop?”

Deze hoofdvraag zal aan de hand van het onderzoek beantwoordt worden, door middel van een

literatuuronderzoek, een interview en een interventie in de praktijk. In het onderzoek belicht ik de

ervaringen van de studenten omdat deze de basis vormen voor het inzetten van de mobiele telefoon.

Wanneer het de studenten niks “ brengt” heeft het ook geen toekomst in het onderwijs.

Page 8: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

8

2 Theoretisch kader

2.1 Het nieuwe leren Behaviorisme, cognitivisme en constructivisme ontwikkeld in een tijd wanneer het leren nog niet

onderhevig was aan de technologische ontwikkelingen zoals daar nu sprake van is. De afgelopen

jaren hebben de technologische ontwikkelingen onze manier van leven, communiceren en hoe we

leren beïnvloed.

“learning must be a way of being – an ongoing set of attitudes and actions by individuals and groups

that they employ to try to keep abreast of the surprising, novel, messy, obtrusive, recurring events…”

(George Siemens, 2005)

Deze technologische ontwikkelingen hebben er bij gedragen dat er in Nederland rond 1999 het

nieuwe leren is ingevoerd. Het nieuwe leren verwijst naar vormen die worden gekenmerkt door een

of meer van de volgende uitgangspunten (Veen & Jacobs, 2004):

a) er is aandacht voor zelfregulatie en metacognitie;

b) er is ruimte voor zelfverantwoordelijk leren;

c) leren vindt plaats in een authentieke leeromgeving;

d) leren wordt beschouwd als een sociale activiteit;

e) leren vindt plaats met behulp van ICT;

f) er wordt gebruik gemaakt van nieuwe beoordelingsmethodieken, die passen bij een of meer

van de hiervoor genoemde uitgangspunten.

Het nieuwe leren is gebaseerd op de theorie van het (sociaal) constructivisme. Het constructivisme

gaat er van uit dat mensen zelf betekenis geven aan hun omgeving en dat sociale processen hier een

zeer grote rol in spelen. Er wordt van uit gegaan dat de student grotendeels zelf zijn kennis en

vaardigheden verwerft. De docent speelt dus in mindere mate een rol in de directe overdracht van

kennis op de studenten. De studenten leren door nieuwe informatie te verbinden aan wat ze al

weten. De student dient dus een actieve rol aan te nemen in verwerken van informatie en het

verwerven van kennis en vaardigheden.

Jean Piaget wordt gezien als grondlegger van de constructivistische leertheorie welke vervolgens

verder is uitgewerkt door Lev Vygotsky. Ervaringen en informatie worden door de mens omgezet in

kennis vanuit eigen referentiekader maar juist ook door spiegeling aan opvattingen van de omgeving.

Niet aangeboren of innerlijke factoren bepalen wie je bent, maar de maatschappelijke realiteit, de

sociale context waarin je opgroeit en leert. Dit is samen te vatten als; door omgang met andere leer

je.

Page 9: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

9

In het nieuwe leren vertaalt dit zich vooral dat het opnemen van kennis wordt gezien als een actief

proces. De studenten moeten zelf actief gaan zoeken naar kennis. Het zoeken naar deze kennis dient

het liefst plaats te vinden op authentieke locaties en met behulp van ICT. Doordat de manier waarop

de kennis vergaart wordt belangrijker is dan alleen maar het opnemen van kennis, geeft deze ruimte

voor verschillende werkvormen en is het belangrijk dat er hierbij een duidelijke link wordt gelegd

met de dagelijkse praktijk. De docent heeft hier een begeleidende rol in.

2.2 Van E-learning naar M-learning “Het bedrijfsleven maakt meer en meer gebruik van ICT om onderlinge samenwerking te verbeteren

en om het leren op efficiënte en effectieve wijze vorm te geven. Bedrijven verwachten dat mbo-

instellingen daarin meegaan. Wil het mbo een rol van betekenis blijven spelen in deze samenwerking,

dan moeten instellingen aan de slag. Zij moeten de mogelijkheden van samenwerking en het leren

met behulp van ICT versterken, onderzoeken en benutten (Ottenheijm, S., Rubens, W., &

Vorstenbosch, 2011)”

Uit bovengenoemd citaat kunnen we afleiden dat het onderwijs mee moet gaan in de technologische

ontwikkelingen en hierop moeten inspelen willen zij de aansluiting blijven houden met de praktijk dit

is dan ook de verwachting van het bedrijfsleven.

“E-learning what’s in a name.” (W Rubens - 2003)

Studenten gebruiken dagelijks diverse technologieën die in verbinding staan met het internet.

Wanneer wij deze technologie integreren binnen ons onderwijs dan is er sprake van E-Learning. E-

Learning is een verzamelnaam voor het leren met ICT in verbinding met het internet (afkorting van

informatie- en communicatietechnologie.

In het verleden werd er ook wel gesproken over webbased leren, online leren. Elliot Masie, auteur

van Learning TRENDS een internet nieuwsbrief die gelezen wordt door meer dan 57.000 business

executives wereldwijd, heeft het volgende over E-learning gezegd:

“As we looked over recent press releases and the Special Sponsor Showcases at TechLearn '99, the

term e-learning seems to be catching on. Developers and vendors are continually struggling with the

challenge of what to call the process of combining learning and technology. e-learning, as an

extension of e-business and ecommerce, seems to be the latest term to wind up on business plans and

presentations.(…) This one may stick for a while” (Masie, 1999)

Wat Elliot Masie hiermee wilde zeggen was dat er nog geen duidelijke betekenis aan e-learning was

toe te schrijven doordat de ontwikkelingen zich in sneltreinvaart opvolgde. In 2003 was er nog geen

consensus bereikt over de term “e-learning” (W Rubens, 2003).

Als opvolger van “E-learning” ontstond al snel de term “M-learning”. “M-learning” is een

verzamelnaam voor het leren via mobiele technologie (Filius & Kresin, 2010). Met mobiele

technologie wordt bedoeld dat de apparaten allemaal te verplaatsen zijn. Tegenwoordig hebben

steeds meer studenten de beschikking over een laptop en/of mobiele telefoon i.c.m. toegang tot het

internet binnen het onderwijs. M-learning geeft de student de mogelijkheid om op elke plek (er dient

dan wel een internetconnectie tot stand gebracht kunnen worden) toegang te zoeken tot diverse

Page 10: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

10

bronnen. Bronnen zijn dus op elk gewenst moment beschikbaar. Hierdoor is de student minder

plaats afhankelijk bij het leren. De student heeft ook de mogelijkheid om op een snelle en efficiënte

manier met elkaar te communiceren. Wanneer de devices de mogelijkheid hebben om verbinding te

maken met het GPS-systeem, ontstaat de mogelijkheid tot locatie gebonden onderwijs. Locatie

gebonden onderwijs kan de studenten helpen om een betere verbinding tussen de leerstof en de

praktijkomgeving te maken.

Patrick Koning is senior leraar/trainer/ontwikkelaar bij het Koning Willem I College en auteur van het

boek #mediawijsheid in de klas samen aan de slag. Hij geldt binnen onderwijsland als specialist op

het gebied van ICT in de klas. Hij is dagelijks bezig om leren en doceren te ontrafelen in pedagogiek,

didactiek en technologie. Hij geeft les aan de ICT-Academie, adviseert, verzorgt trainingen voor

de Academie voor Teaching & Learning en is college breed verantwoordelijk voor de ontwikkeling en

de implementatie van het vak Mediawijsheid. Zijn ervaringen deelt hij regelmatig via Twitter

(@pjkoning) en op zijn edublog: lerenontrafeld.nl.

In een interview (zie bijlage 9.1) met hem geeft hij aan dat op dit moment binnen onze school de

laptops en mobiele telefoons worden ingezet om instructie video’s, verdiepende video’s te bekijken

en om te participeren in spelletjes en quizzen. Wanneer deze worden ingezet bieden deze dan

verrijking of juist afleiding? Dhr. Koning is van mening dat ondanks de uitkomst, of ze de lessen

verrijken of juist zorgen voor afleiding, er toekomst is voor het gebruik van de mobiele telefoon in de

lessen binnen de school. Dit wordt ondersteund door Kennisnet in de vier in balans-monitor 2015.

Afbeelding 1a: Devices in gebruik (Kennisnet (2015). Vier in balans-monitor 2015)

Afbeelding 1b: Beschikbaarheid van wifi opschool, volgens managers (Kennisnet (2015). Vier in balans-monitor 2015)

Page 11: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

11

Afbeelding 1c: Studenten met een persoonlijk device (Kennisnet (2015). Vier in balans-monitor 2015)

Bovenstaande afbeeldingen geven in eerste instantie weer welke devices allemaal gebruikt worden

binnen het onderwijs (afbeelding 1a). Hierin wordt een onderscheid gemaakt of de devices door

school worden aangeleverd of daadwerkelijk van de student zelf zijn (afbeelding 1c). De diverse in

gebruik zijnde devices hebben niet allemaal de mogelijkheid om zelfstandig connectie te maken met

het internet. Dit is belangrijk omdat (online)inzetbaarheid van deze devices dus niet vanzelfsprekend

is. Hiervoor is het belangrijk dat er voor de mobiele devices een wifi-netwerk beschikbaar is

(afbeelding 1b).

Page 12: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

12

3 Methode De opdracht ter afronding van de opleiding “Beroepscomponent Leerkracht” was om een praktijk

onderzoek uit te voeren.

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden heb ik gebruik gemaakt van een aantal methoden. In

eerste instantie ben ik literatuur gaan bestuderen om het theoretisch kader van mijn onderzoek

beter te kunnen begrijpen en af te kunnen bakenen.

Als voormeting heb ik een enquête afgenomen bij de studenten over de huidige ervaringen met de

laptop en mobiele telefoon in de lessen branchegericht rekenen. Het betreft hier een apart

opgestelde vragenlijst voor de voormeting.

Aan het einde van deze lessen zal er als nameting een enquête worden ingezet. De enquête zal

gericht zijn op de ervaringen van de studenten over de (effectieve) inzet van de mobiele telefoon in

de lessen branchegericht rekenen. Het betreft hier een apart opgestelde vragenlijst voor de

nameting. Om het effect van de interventie te bepalen en de onderzoeksvraag te kunnen

beantwoorden zijn er een viertal vragen hetzelfde als in de vragenlijst van de voormeting. Als

toevoeging op de nameting vind ik het belangrijk om de concrete mening van studenten te krijgen.

Hierover zijn een aantal vragen opgenomen onder de categorie les.

3.1 Interventie Na het verzamelen en inventariseren van deze gegevens ben ik overgegaan tot de interventie. Als

interventie heb ik gekozen voor een lesopzet waarbij enkel en alleen de mobiele telefoon wordt

gebruikt. Deze zal gedurende de gehele les de laptop vervangen. Dit houdt in dat studenten

gedurende deze lessen geen laptop mogen gebruiken en de opdrachten enkel en alleen mogen

uitvoeren met de telefoon i.c.m. de rekenmachine, pen en papier.

Page 13: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

13

3.2 Onderzoeksgroep De interventie heb ik uitgevoerd bij 34 studenten (8,8% man, 91,2% vrouw) variërend tussen de 17

jaar en 22 jaar (zie bijlage 9.2). De studenten maken allen deel uit van de 3-jarige BOL-opleiding

Interieuradviseur niveau 4 van het Koning Willem I College te ’s-Hertogenbosch. De studenten zijn

verdeeld over twee 2ejaarsklassen, UO2A4I en UO2B4I. Beide klassen krijgen twee uur per week les

van mij en ik ondersteun ze twee uur per week als projectbegeleider. Uit eigen navraag bij deze

studenten is gebleken dat 100% beschikt over een persoonlijk device welke toegang biedt tot het

internet (figuur 2a en figuur 2b).

Figuur 1a: Beschikbaarheid van persoonlijk device bij studenten van klassen UO2A4I en UO2B4I

Figuur 1b: Toegang tot het internet van persoonlijk device bij studenten van klassen UO2A4I en UO2B4I

3.3 Context Het Koning Willem I College is een ROC in 's-Hertogenbosch. Het college biedt aan ongeveer 12.000

studenten onderdak en aan 1200 werknemers. Verbonden aan het college is School voor de

Toekomst, ontmoetingscentrum en trainingscentrum voor medewerkers van het college. Daarnaast

fungeert School voor de Toekomst als een laboratorium voor onderwijsinnovatie. Aan alle voltijd

studenten wordt de les mediawijsheid aangeboden. Het college vindt het dan ook belangrijk dat de

docenten ook mediawijzer worden. Het college biedt dan ook diverse mogelijkheden aan docenten

om zichzelf als docent op dit gebied te ontwikkelen. Er zijn MediawijsheidCafés en ‘Time for Tools’-

trainingen om het gebruik van media in de klas te stimuleren. En in het scholingsbeleid is vanaf 2015

een verplichte training ‘mediawijsheid’ opgenomen voor alle leraren. De laatste jaren is er flink

geïnvesteerd in de uitbreiding van het Wifi-netwerk. Aangezien er op dit moment dagelijks ongeveer

13.000 devices gecontroleerd toegang hebben tot het netwerk.

Page 14: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

14

Zelf ben ik binnen het college werkzaam binnen de afdeling Lifestyle. Binnen deze afdeling zijn de

volgende opleidingen ondergebracht:

- Niveau 2 - Middelbaar Vakonderwijs

- kapper (bbl) (Niveau 2)

- Niveau 3 - Middelbaar Vakonderwijs

- allround kapper (bbl) (Niveau 3)

- allround kapper (bol) (Niveau 3)

- Niveau 4 - Middelbaar Beroepsonderwijs

- interieuradviseur (bol) (Niveau 4)

- junior stylist / fashion & design bol mhbo (Niveau 4)

- junior stylist / fashion & design (bol) (Niveau 4)

Ik verzorg binnen de opleiding interieuradviseur (bol) (Niveau 4) de lessen branchegericht rekenen,

logistiek, marketing en ondernemingsplan.

4 Resultaten Voor het afnemen van de enquêtevragen is er gekozen voor een lineaire schaal waar 1 staat voor

“nooit” en 5 voor “altijd”. De resultaten zijn terug te vinden achter de gestelde vragen. Om de

resultaten te kunnen analyseren is er voor gekozen om deze zowel procentueel als numeriek te

verwerken en te verdelen in de categorieën gebruik en afleiding in de voormeting. Dit geld ook voor

de nameting, hier is wel een extra categorie les aan toegevoegd.

De volledige enquêtevragen i.c.m. de resultaten zijn terug te vinden in bijlage 8.3 3n bijlage 8.4.

4.1 Voormeting

Figuur 2a: Overzicht voormeting categorie gebruik i.c.m. resultaten.

Gebruik Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

1 Laptop gebruik tijdens lessen branchegericht rekenen 4 11,8% 6 17,6% 16 47,1% 6 17,6% 2 5,9%

2 Tijdens de les contact met anderen via laptop? 7 20,6% 11 32,4% 6 17,6% 8 23,5% 2 5,9%

3 Muziek luisteren op je laptop tijdens het zelfstandig werken? 0 0,0% 1 2,9% 8 23,5% 11 32,4% 14 41,2%

4 Bekijk je jouw e-mail via de laptop tijdens de les? 3 8,8% 3 8,8% 11 32,4% 10 29,4% 7 20,6%

5 Gebruik laptop om andere diensten te bekijken in de les? 3 8,8% 6 17,6% 13 38,2% 7 20,6% 5 14,7%

6 Telefoon aan tijdens de les? 0 0,0% 0 0,0% 3 8,8% 2 5,9% 29 85,3%

7 Tijdens de les contact met anderen via telefoon? 1 2,9% 2 5,9% 8 23,5% 11 32,4% 12 35,3%

8 Spelletjes spelen op je mobiele telefoon tijdens de les? 16 47,1% 10 29,4% 6 17,6% 0 0,0% 2 5,9%

9 Kijken wie het is op telefoon? 1 2,9% 5 14,7% 12 35,3% 9 26,5% 7 20,6%

10 Opzoeken aanvulling lesstof met telefoon? 2 5,9% 4 11,8% 10 29,4% 11 32,4% 7 20,6%

11 Telefoon inzetten in de les door de docent? 1 2,9% 4 11,8% 19 55,9% 6 17,6% 4 11,8%

12 Notitie maken in telefoon in de les? 4 11,8% 3 8,8% 10 29,4% 7 20,6% 10 29,4%

13 Gebruik telefoon om andere diensten te bekijken in de les? 6 17,6% 3 8,8% 13 38,2% 9 26,5% 3 8,8%

14 Duidelijke regels voor telefoon in de les? 2 5,9% 7 20,6% 20 58,8% 3 8,8% 2 5,9%

Page 15: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

15

Als eerste heb ik naar de categorie gebruik gekeken. Na het bekijken van de uitkomsten zijn er een

aantal die opvallend te noemen zijn. Zo hebben alle vierendertig (100%) studenten de telefoon aan

staan tijdens de les. Zeven (20,6%) studenten heeft nooit contact met anderen via de laptop tijdens

de les. Dit in tegenstelling tot de mobiele telefoon waar slechts één (2,9%) student aangeeft dat

hij/zij nooit contact heeft met anderen tijdens de les. Drie (8,8%) studenten geven aan dat ze tijdens

de les nooit andere diensten bekijken op de laptop. Op de mobiele telefoon zijn dit er zes (17,6%).

Tweeëndertig (97,1%) studenten kunnen zich niet beheersen wanneer de telefoon trilt en bekijken

dan ook wie het is. Dertig (88,2%) gebruiken de telefoon om notities te maken. Eén (2,9%) student

geeft aan dat de docent hem of haar nooit iets laat opzoeken aan de hand van de mobiele telefoon

en twee (5,9%) studenten geven dan ook aan dat ze mobiele telefoon gebruiken om informatie op te

zoeken ter aanvulling van de lesstof.

Figuur 2b: Overzicht voormeting categorie afleiding i.c.m. resultaten.

Afleiding Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

15 Leiden de programma’s op laptop wel eens af in de les? 6 17,6% 11 32,4% 14 41,2% 2 5,9% 1 2,9%

16 Spelletjes spelen op laptop tijdens zelfstandig werken? 18 52,9% 6 17,6% 6 17,6% 3 8,8% 1 2,9%

17 Opdrachten niet af door laptop? 12 35,3% 12 35,3% 8 23,5% 2 5,9% 0 0,0%

18 Gevoel laptop afleider of verrijking in de les? 3 8,8% 3 8,8% 12 35,3% 10 29,4% 6 17,6%

19 Telefoon een afleiding in de les? 3 8,8% 4 11,8% 16 47,1% 8 23,5% 3 8,8%

20 Schoolprestaties slechter door telefoon? 3 8,8% 8 23,5% 9 26,5% 7 20,6% 7 20,6%

21 Opdrachten niet af door telefoon? 19 55,9% 9 26,5% 5 14,7% 1 2,9% 0 0,0%

22 Missen uitleg door telefoon? 9 26,5% 14 41,2% 1 2,9% 10 29,4% 0 0,0%

23 Klasgenoten afgeleid door mobiele telefoon? 1 2,9% 4 11,8% 14 41,2% 9 26,5% 6 17,6%

Zes (17,6%) studenten geven aan dat ze nooit worden afgeleid door andere programma’s op de

laptop in de les. Zestien (47,1%) studenten geven aan de ze weleens spelletjes spelen op de laptop

tijdens het zelfstandig werken. Drie (8,8%) geven aan dat ze nooit afleiding ondervinden van de

mobiele telefoon tijdens de les maar het drieëndertig (97,1%) studenten storen zich wel aan een

klasgenoot die afgeleid wordt door hun mobiele telefoon. Vijftien (44,1%) studenten geven aan dat

ze niet altijd de opdracht(en) afhebben vanwege hun mobiele telefoon.

4.2 Nameting Voor het afnemen van de enquêtevragen is er gekozen voor een lineaire schaal waar 1 staat voor

“nooit” en 5 voor “altijd”. De resultaten zijn terug te vinden achter de gestelde vragen. Om de

resultaten te kunnen analyseren is er voor gekozen om deze procentueel als numeriek te verwerken

en te verdelen in de categorieën gebruik, afleiding en les (zie bijlage 9.4).

Figuur 2c: Overzicht nameting categorie gebruik i.c.m. resultaten.

Gebruik Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

24 Alle opdrachten kunnen maken met telefoon? 0 0,0% 9 26,5% 12 35,3% 3 8,8% 10 29,4%

25 Gebruik telefoon om andere diensten te bekijken in de les? 1 2,9% 7 20,6% 11 32,4% 10 29,4% 5 14,7%

26 Tijdens de les contact met anderen via telefoon? 2 5,9% 6 17,6% 8 23,5% 9 26,5% 9 26,5%

27 Wil je vaker lessen met het gebruik van de mobiele telefoon? 1 2,9% 4 11,8% 14 41,2% 8 23,5% 7 20,6%

Page 16: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

16

Drieëndertig (97,1%) studenten geven aan dat ze andere diensten hebben bekeken op de telefoon

gedurende de les. Tweeëndertig (94,1%) studenten geven aan dat ze contact hebben gehad met

anderen via de mobiele telefoon tijdens de les. Eén (2,9%) student geeft aan dat hij/zij liever geen

lessen meer wil met enkel de inzet van de mobiele telefoon.

Figuur 2d: Overzicht nameting categorie afleiding i.c.m. resultaten.

Afleiding Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

28 Missen uitleg door telefoon? 9 26,5% 10 29,4% 11 32,4% 4 11,8% 0 0,0%

29 Telefoon afleiding in de les? 4 11,8% 9 26,5% 16 47,1% 4 11,8% 1 2,9%

30 Opdrachten niet af door telefoon? 10 29,4% 6 17,6% 16 47,1% 2 5,9% 0 0,0%

31 Betere concentratie door inzet telefoon? 4 11,8% 7 20,6% 16 47,1% 5 14,7% 1 2,9%

Negen (26,5%) studenten hebben de docent volledig kunnen volgen zonder dat ze daarbij waren

afgeleid door de mobiele telefoon. Vier (11,8%)studenten geven aan dat ze geen afleiding hebben

onder vonden van de mobiele telefoon in de les. Dertig (88,2%) studenten geven aan dat ze zich

beter hebben kunnen concentreren door het gebruik van de mobiele telefoon tijdens de les.

Vierentwintig (70,6%) heeft alle opdrachten afgekregen met het gebruik van de mobiele telefoon.

Figuur 3a: Spiegeling resultaten van de vraag of ze tijdens de les contact met anderen hebben gehad via de telefoon?

In figuur 3a zijn de resultaten van de overeenkomstige vragen 7 en 26, heb je tijdens de les contact

met anderen gehad via de mobiele telefoon, tegen elkaar uitgezet. Wat opvalt, is dat de studenten in

de voormeting nog 12 (35,3%)keer de uiterste waarde invulden over het contact met anderen via de

mobiele telefoon en dit tijdens de nameting nog maar door 9 (26,5%) studenten is ingevuld.

Page 17: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

17

Figuur 3b: Spiegeling resultaten van de vraag of ze tijdens de les ander diensten hebben bekeken op de telefoon

In figuur 3b zijn de resultaten van de overeenkomstige vragen 13 en 25, Heb je op je mobiele

telefoon andere diensten bekeken tijdens de les?, tegen elkaar uitgezet. Er heeft een toename plaats

gevonden van 5 (14,7%) studenten die met de mobiele telefoon andere diensten bekeken tijdens de

les.

Figuur 3c: Spiegeling resultaten op de vraag of de mobiele telefoon een afleiding is in de les.

In figuur 3c zijn de resultaten van de overeenkomstige vragen 19 en 29, Was de mobiele telefoon

voor jou een afleiding in de les?, tegen elkaar uitgezet. Er heeft een daling plaatsgevonden van 1

(2,9%) student in het aantal die afleiding ondervonden van de mobiele telefoon in de les.

Page 18: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

18

Figuur 3d: Spiegeling resultaten op de vraag of ze de opdrachten niet af hadden door de telefoon?

In figuur 3d zijn de resultaten van de overeenkomstige vragen 21 en 30, komt het wel eens voor dat

je een opdracht niet af hebt vanwege afleiding op de mobiele telefoon?, tegen elkaar uitgezet. Het is

opvallend dat in de voormeting maar liefst 19 (55.9%) studenten altijd de opdrachten af hebben

gekregen, ondanks de afleiding van de mobiele telefoon. Dit betekend dat 15 (44.1%) studenten wel

eens last hebben van de afleiding van de mobiele telefoon, en hierdoor de opdrachten niet af

hebben gekregen. In de nameting zijn er nog maar 10 (29,4%) studenten die altijd de opdrachten af

hebben gekregen ondanks de afleiding van de mobiele telefoon, en zijn er 24 (70,6%) studenten die

wel eens de opdrachten niet af hebben gekregen door afleiding van de mobiele telefoon. Er is dus

sprake van een stijging van (26,5%) 9 studenten die wel eens de opdrachten niet af kregen door

afleiding van de mobiele telefoon. In zowel de voormeting als de nameting zijn er geen studenten die

aangeven dat ze altijd de opdrachten niet afkrijgen door afleiding van de mobiele telefoon.

Figuur 3e: Overzicht nameting categorie les i.c.m. resultaten.

Les Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

32 Kan de mobiele telefoon de laptop vervangen in de lessen? 9 26,5% 7 20,6% 14 41,2% 3 8,8% 1 2,9%

33 Vind je de lessen veranderd? 2 5,9% 4 11,8% 19 55,9% 6 17,6% 3 8,8%

34 Vind je de manier van lesgeven veranderd? 6 17,6% 0 0,0% 15 44,1% 10 29,4% 3 8,8%

35 Minder of meer gebruik maken telefoon in de lessen? 3 8,8% 3 8,8% 21 61,8% 5 14,7% 1 2,9%

36 Telefoon voor een verrijking? 1 2,9% 4 11,8% 16 47,1% 9 26,5% 4 11,8%

Beide Laptop

Mobiele telefoon

37 Werk je graag met alleen een mobiele telefoon in de les of alleen een laptop of beide? 24 70,6% 9 26,5% 1 2,9%

Negen (26,5%) studenten zijn van mening dat de laptop niet vervangen kan worden door de mobiele

telefoon in de lessen. Tweeëndertig (94,1%) studenten geven aan dat de lessen zijn veranderd door

het gebruik van de mobiele telefoon. Hierbij gaat het over de sfeer in de klas. Achtentwintig (82.4%)

studenten vinden dat manier van lesgeven is veranderd. Voor één (2,9%) student was de telefoon

geen verrijking in de les. Vierentwintig (70,6%) studenten zien toch graag dat ze met beide devices

mogen werken in de les. Slechts één (2,9%) student geeft aan dat hij/zij liever met alleen een

mobiele telefoon werkt in de lessen.

Page 19: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

19

5 Conclusie Uit dit onderzoek komt naar voren dat bijna alle studenten in deze tijd beschikken over een mobiel

device welke ze toegang biedt tot het internet. De studenten hebben in de les altijd een mobiel

device aan staan. Opvallend is dat 97,1% van de studenten zich stoort aan de klasgenoten die

afgeleid worden door de mobiele telefoon. Maar 8,8% van de studenten geeft voor de interventie

aan dat ze zelf nooit worden afgeleid door de mobiele telefoon. Na de interventie geeft 11,8% van de

studenten aan dat ze geen afleiding ondervinden van de mobiele telefoon. Maar liefst 88,2% van de

studenten geeft aan zich beter te kunnen concentreren in de les waarbij alleen de mobiele telefoon

wordt gebruikt. Er kan worden afgeleid dat wanneer er van twee devices (de laptop en mobiele

telefoon) op tafel terug wordt gegaan naar één device op tafel (de mobiele telefoon), het

afleidingsniveau terug wordt gedrongen. Echter is er wel een stijging van 26,5% van de studenten dat

opdrachten niet af heeft gekregen door afleiding van de mobiele telefoon. Daarnaast heeft er een

toename plaats gevonden van 14,7% van de studenten die met de mobiele telefoon andere diensten

heeft bekeken tijdens de les. 70,6% van de studenten wil met beide devices kunnen werken in de les.

6 Discussie en aanbeveling Het onderzoek is uitgevoerd onder 34 leerlingen verdeeld over een tweetal klassen. De interventie is

verdeeld over een tweetal lessen per klas. Uit de gegevens blijkt duidelijk dat de studenten zich beter

kunnen concentreren en dat ze minder worden afgeleid door de mobiele telefoon. Haaks daarop

komt uit het onderzoek naar voren dat ze meer naar andere diensten hebben gekeken op de

telefoon dan voorheen. Ik denk dan ook dat de hoeveelheid tijd die ze besteed hebben aan het

bekijken van andere diensten hetzelfde is gebleven alleen hadden ze nu enkel de mobiele telefoon

voor handen. Er heeft in mijn ogen nog een negatieve ontwikkeling plaatsgevonden en dat is dat er

nu meer studenten de opdrachten niet af hebben door de mobiele telefoon. De opdrachten waren

immers allemaal te voltooien met de mobiele telefoon. Ik vermoed dan ook dat de studenten niet

dezelfde werksnelheid kunnen halen op de mobiele telefoon als op een laptop alleen of de beide

devices gecombineerd. Niet elke persoon heeft dezelfde vaardigheden met de mobiele telefoon.

In het kader van het onderzoek waren er een aantal beperkende factoren, het korte tijdsbestek, de

kleine schaal van het onderzoek, en sociaal wenselijke antwoorden. Ik heb gemerkt gedurende het

onderzoek dat de studenten graag wilden helpen door een enthousiaste bijdrage te leveren. En juist

omdat ze graag wilden helpen kan het zijn dat antwoorden berekenend zijn gegeven en niet op alle

fronten naar waarheid zijn ingevuld door de studenten. Zo bestaan er lichte twijfels over de uitkomst

dat ze minder vaak contact hebben gehad met anderen gedurende de interventie. Door deze

factoren kan het zomaar zijn dat de behaalde resultaten geen realistisch beeld vormen. Ook zijn er

hierdoor veel vragen onbeantwoord gebleven en/of moeten nader onderzocht worden. Zo is er

bijvoorbeeld geen onderzoek gedaan naar waarom de studenten een bepaalde voorkeur hebben

voor een device of waarom juist de combinatie van beide devices.

Ik zou dan ook aanraden om bij een vervolgonderzoek een langer tijdspad te gebruiken en een

grotere doelgroep te gebruiken. Zodat de studenten meer kunnen oefenen met de mobiele telefoon

en deze optimaal leren benutten om zo enige vooroordelen weg te kunnen nemen.

Page 20: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

20

Bij een vervolg onderzoek moet ook meer de kan van de docent belicht worden zodat er meer

bekend wordt over de vakdidactiek en optimale toepasbaarheid van de mobiele telefoon en hoe de

docent dit ervaart in het kader van afleiding. De onderzoeker moet zelf geen les geven aan de klassen

om zo de mate van sociaal wenselijke antwoorden te beperken. Er moet ook gekeken worden wat de

meerwaarde is van de laptop wanneer deze niet nodig blijkt te zijn voor de les. Is het gebruik van

meerdere devices motiverend? En geeft deze motivatie reden tot afwisseling, combinatie of

uitsluitsel van één van de devices. In het kader van klassenmanagement en goed onderzoek wil ik

ook aanbevelen om de telefoon op stil te laten zetten zonder trillen tijdens de lessen omdat deze

anders nog afleidt. Maak ook duidelijke regels over het gebruik van andere diensten als je alleen de

mobiele telefoon gebruikt in de les.

Ondanks de korte duur heeft het mij als docent al een hoop geleerd en wijzer gemaakt op het gebied

van de inzet van de mobiele telefoon. Als docent moet je zelf goede vaardigheden beschikken over

de mobiele telefoon en met diverse besturingssystemen overweg kunnen. En voorbereid zijn op een

nieuwe dynamiek in de klas, door andere werkvormen, les op andere locaties en in de toekomst

misschien wel op afstand.

.

Page 21: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

21

7 Literatuurlijst

Rubens, W. (2013). E-learning. Trends en ontwikkelingen.

Kommers, P. A. M. (2005). De les begint: mobieltjes aan!. Fontys Hogescholen, Fontys

Lerarenopleiding Sittard.

Huizenga, J., Hordijk, R., & Lubsen, A. (2008). De wereld als leeromgeving: speels en creatief gebruik

van GPS en mobiele techniek in het onderwijs.

Samson, P. J. (2010). Deliberate engagement of laptops in large lecture classes to improve

attentiveness and engagement. Computers in Education,1(2), 1-19.

Filius, R. M., & Kresin, F. J. (2010). ICT als ondersteuning van onder-wijs, opleiden en leren: wat staat

ons te wachten?. Handboek Effectief Opleiden, 7, 9-3.

Vier in balans monitor 2015:Inzet en opbrengsten van ict in het onderwijs. Kennisnet, 2011.

Koning, P. (2016). #mediawijsheid in de klas samen aan de slag. 's-Hertogenbosch: Koning Willem I

College School voor de toekomst.

Veen, W., & Jacobs, F. (2005). Leren van Jongeren: Een literatuuronderzoek naar nieuwe

geletterdheid.

Camp, G., & Aben, A. (2013). De onderzoekende leraar in de praktijk. van twaalf tot achttien, 36-37.

Rubens, Wilfred. "De (prille) geschiedenis van e-learning: omzien in verwondering." HRD Thema 4.3

(2003): 9-17.

Page 22: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

22

8 Bijlagen

8.1 Interview Patrick Koning

Het huidige gebruik en aanwezigheid van mobiele technologie

1. Welke mobiele technologie (zoals mobiele telefoons, tablets, computers databundels etc.) bezitten de studenten gemiddeld?

Laptops, tablets en smartphones. Volgens mij hebben de meeste studenten ook 3G.

2. Hoe frequent wordt deze mobiele technologie toegepast in het MBO-onderwijs?

Bij ons op de ICT-academie veel. Met name de laptops omdat studenten hiermee virtueel (met VMWare) diverse zaken kunnen leren. Gebruik van tablets niet. Laten studenten thuis. Gebruik van smartphones heel soms met Kahoot!, Socrative, …

3. Welke technologie wordt er het meest frequent gebruikt?

Laptop met VMWare.

4. Van wat voor soort programma’s maakt men het meeste gebruik? Of welke apps?

VMWare, Natschool, portaal, Wikipedia.

5. Hoe is het binnen het KW1C gesteld met het netwerk?

Dit jaar stukken beter. Ruim voldoende.

6. In hoeverre is men hierdoor (wel/niet) beperkt in het gebruik van de mobiele technologie.

Niet.

7. Zit er verschil in netwerk voor de diverse mobiele technologie?

Wat bedoel je? Zijn er voor het gebruik van de mobiele telefoon bijvoorbeeld beperkingen binnen het netwerk aangebracht/ blokkades? Bij KW1C niet volgens mij. Althans, men heeft na problemen bewust gekozen om studenten in te laten loggen. Ze kunnen nu maximaal 1 apparaat tegelijk gebruiken.

8. Wat is het gevolg van het gebruik van mobiele technologie in de lessen?

Doordat er te weinig actief gebruik van gemaakt wordt door de docenten is het tot nu toe vooral een afleider.

9. Wat is het gevolg van het gebruik van een laptop in de lessen?

Leerzaam, maar ook afleider (gamen).

10. Wat is het gevolg van het gebruik van een mobiele telefoon in de lessen?

Nu met name afleider omdat docenten te weinig actief gebruik maken hiervan.

11. Wanneer is het gebruik van de mobiele technologie storend in de lessen?

Als afleider.

12. Wanneer is het gebruik van een laptop storend in de lessen?

Als afleider.

Page 23: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

23

13. Wanneer is het gebruik van een mobiele telefoon storend in de lessen?

Als afleider.

14. Wanneer is het gebruik van een laptop in de lessen een verrijking?

Het gebruik van virtualisatie (VMWare). We kunnen nu veel meer dan vroeger met vaste PC’s/

15. Wanneer is het gebruik van een mobiele telefoon in de lessen een verrijking?

Bij gebruik van Socrative, Youtube (uitlegvideo’s), Kahoot!, …

16. Is een laptop en een mobiele telefoon gezamenlijk te gebruiken in de lessen?

Zeker. Bekijken van instructievideo en dit nadoen op je laptop.

17. Is een mobiele telefoon alleen te gebruiken in de lessen?

Mogelijk bij taal en rekenen?! Niet bij ICT lessen.

18. Kan de mobiele telefoon de laptop vervangen in de lessen?

Bij ICT-academie niet.

19. Kan de mobiele telefoon een minder storende factor zijn indien deze de laptop vervangt in de lessen?

Afleidingsfactor blijft. Hier moet je jongeren mee om leren gaan.

20. Verandert de didactiek in de lessen door de laptop te vervangen door een mobiele telefoon?

Zeker. Kun je de grootste verandering(en) in didactiek benoemen/onderbouwen met voorbeelden? Lees hem nu anders. Laptop vervangen door mobiel. Ik denk dat dat niet veel uitmaakt. Afleider is hetzelfde. Maar mobiel is niet altijd geschikt. Kahoot! is oke, maar een werkstuk maken is lastiger. Kan natuurlijk wel maar beeldschermgrootte is hier de beperking. Ik denk dat je apparaten en tools moet inzetten waar het past. Ik gebruik TPACK om hierin een keus te maken.

21. Van welke methode word jij enthousiast of juist niet?

Is er een specifieke werkvorm/methode waar jij enthousiast van wordt die ze kunnen gebruiken voor het vak (branchegericht) rekenen?

Ik zou Quizzen maken met Socrative en Kahoot! Met name Socrative is goed om daarna klassikaal na te bespreken. Kahoot! als afsluiter van een periode.

22. Wat word volgens jou de toekomst?

Tijd en plaats onafhankelijk leren. Is nu al mogelijk. Maar meer gepersonaliseerd leren. Ook komen studenten meer en meer binnen met grote niveauverschillen. Doordat technologie goedkoper is geworden en je voor je opleiding via internet al kunt leren. Hier moet je in je onderwijs mee om gaan. Dus personalisatie.

23. Welke wensen zijn er nog met betrekking tot de mobiele technologie? (persoonlijk.college breed).

Wellicht een aantal standaard apps kopen? Steeds meer gratis apps worden betaald.

24. Verschillen mbo studenten en docenten van elkaar qua gebruik, attitude en wensen rondom mobiele technologie?

Steeds minder. Docenten hebben een flinke inhaalslag gemaakt. Ik denk alleen dat de mogelijkheid om mobiele technologie voor leren nog te weinig ontdekt is.

Page 24: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

24

Tussen de regels door lees ik dat de mobiele telefoon fungeert vooral als hulpmiddel voor het bekijken van filmpjes participeren in spelletjes/quizzen. Komt dit doordat de bewerkingsmogelijkheden op een mobiele telefoon niet toereikend genoeg zijn?

Ik denk dat schermgrootte het verschil maakt. Een tablet zit hier weer tussenin. Let op: bij de ICT-Academie hebben we andere behoeften dan bijvoorbeeld bij de kappers. Wellicht dat daar alles op mobiel kan?!

Wanneer de functies van de mobiele telefoon in verhouding tot de les wel toereikend genoeg zijn kan deze dan wel de laptop vervangen?

Bij ICT-Academie niet. Maar mogelijk bij andere afdelingen wel. Ik blijf wel zitten met het schermformaat. Wat is handig, maar ook was is veilig qua RSI, smartphone-nek, etc.

Page 25: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

25

8.2 Onderzoeksgroep

Man Vrouw 34

Ben je een man of vrouw? 3 9% 31 91,2%

17 18 19 20 21 22

Wat is je leeftijd? 4 11,8% 19 55,9% 3 8,8% 7 20,6% 0 0,0% 1 2,9%

Ja Nee

Beschik je over een eigen laptop? 34 100% 0 0,0% Beschik je over een eigen mobiele telefoon? 34 100% 0 0,0% Heb je met de mobiele telefoon toegang tot internet? 34 100% 0 0,0% Is de mobiele telefoon een "smartphone"? 34 100% 0 0,0%

Page 26: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

26

8.3 Enquête-vragenlijst voormeting incl. resultaten.

Voormeting

Gebruik Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

1 Gebruik je de laptop tijdens de lessen branchegericht rekenen? 4 11,8% 6 17,6% 16 47,1% 6 17,6% 2 5,9%

2 Heb je tijdens de les wel eens contact met anderen via je laptop? 7 20,6% 11 32,4% 6 17,6% 8 23,5% 2 5,9%

3 Luister je wel eens muziek op je laptop om jezelf beter te kunnen concentreren tijdens het zelfstandig werken? 0 0,0% 1 2,9% 8 23,5% 11 32,4% 14 41,2%

4 Bekijk je jouw e-mail via de laptop tijdens de les? 3 8,8% 3 8,8% 11 32,4% 10 29,4% 7 20,6%

5 Bekijk je tijdens de les wel eens andere diensten op je laptop (Facebook, Nu.nl, whatsapp,...)? 3 8,8% 6 17,6% 13 38,2% 7 20,6% 5 14,7%

6 Heb jij je mobiele telefoon aan tijdens de les? 0 0,0% 0 0,0% 3 8,8% 2 5,9% 29 85,3%

7 Heb je tijdens de les wel eens contact met anderen via je mobiele telefoon? 1 2,9% 2 5,9% 8 23,5% 11 32,4% 12 35,3%

8 Speel je wel eens spelletjes op je mobiele telefoon tijdens de les? 16 47,1% 10 29,4% 6 17,6% 0 0,0% 2 5,9%

9 Als je mobiele telefoon trilt, kijk je dan snel even wie het is? 1 2,9% 5 14,7% 12 35,3% 9 26,5% 7 20,6%

10 Gebruik je de mobiele telefoon wel eens om iets op te zoeken ter aanvulling op de lesstof? 2 5,9% 4 11,8% 10 29,4% 11 32,4% 7 20,6%

11 Laat de docent je wel eens de mobiele telefoon gebruiken om iets op te zoeken? 1 2,9% 4 11,8% 19 55,9% 6 17,6% 4 11,8%

12 Maak je, als je iets moet onthouden, wel eens snel een notitie in je telefoon? 4 11,8% 3 8,8% 10 29,4% 7 20,6% 10 29,4%

13 Gebruik je jouw mobiele telefoon wel eens om andere diensten te bekijken in de les? 6 17,6% 3 8,8% 13 38,2% 9 26,5% 3 8,8%

14 Zijn er duidelijke regels voor het gebruik van je mobiele telefoon in de les? 2 5,9% 7 20,6% 20 58,8% 3 8,8% 2 5,9%

Afleiding Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

15 Leiden de programma's op jouw laptop je wel eens af in de les? 6 17,6% 11 32,4% 14 41,2% 2 5,9% 1 2,9%

16 Speel je wel eens spelletjes op je laptop in de klas, terwijl je eigenlijk aan een opdracht zou moeten werken? 18 52,9% 6 17,6% 6 17,6% 3 8,8% 1 2,9%

17 Komt het wel eens voor dat je jouw opdracht niet af hebt doordat je bent afgeleid door de laptop? 12 35,3% 12 35,3% 8 23,5% 2 5,9% 0 0,0%

18 Is de laptop voor jouw gevoel een afleider of een verrijking in de les? 3 8,8% 3 8,8% 12 35,3% 10 29,4% 6 17,6%

19 Is de mobiele telefoon een afleiding in de les? 3 8,8% 4 11,8% 16 47,1% 8 23,5% 3 8,8%

20 Worden je schoolprestaties voor jouw gevoel slechter door de mobiele telefoon in de les? 3 8,8% 8 23,5% 9 26,5% 7 20,6% 7 20,6%

21 Komt het wel eens voor dat je een opdracht niet af hebt vanwege je mobiele telefoon? 19 55,9% 9 26,5% 5 14,7% 1 2,9% 0 0,0%

22 Komt het wel eens voor dat je niet weet wat de docent heeft uitgelegd omdat je was afgeleid door de mobiele telefoon? 9 26,5% 14 41,2% 1 2,9% 10 29,4% 0 0,0%

23 Vind je het wel eens vervelend als mensen met wie je moet samenwerken zijn afgeleid door hun mobiele telefoon? 1 2,9% 4 11,8% 14 41,2% 9 26,5% 6 17,6%

Page 27: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

27

8.4 Enquête-vragenlijst nameting incl. resultaten.

Nameting

Gebruik Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

24 Heb je alle opdrachten kunnen maken met het gebruik van je mobiele telefoon? 0 0,0% 9 26,5% 12 35,3% 3 8,8% 10 29,4%

25 Heb je op je mobiele telefoon andere diensten bekeken tijdens de les? 1 2,9% 7 20,6% 11 32,4% 10 29,4% 5 14,7%

26 Heb je contact gehad met anderen via de mobiele telefoon tijdens de les? 2 5,9% 6 17,6% 8 23,5% 9 26,5% 9 26,5%

27 Wil je vaker lessen met het gebruik van de mobiele telefoon? 1 2,9% 4 11,8% 14 41,2% 8 23,5% 7 20,6%

Afleiding Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

28 Is het voorgekomen dat je niet weet wat de docent heeft uitgelegd omdat je was afgeleid door je mobiele telefoon? 9 26,5% 10 29,4% 11 32,4% 4 11,8% 0 0,0%

29 Was de mobiele telefoon voor jou een afleiding in de les? 4 11,8% 9 26,5% 16 47,1% 4 11,8% 1 2,9%

30 Zijn er opdrachten die je niet hebt afgekregen door het gebruik van de mobiele telefoon? 10 29,4% 6 17,6% 16 47,1% 2 5,9% 0 0,0%

31 Heb je je door het gebruik van de mobiele telefoon beter kunnen concentreren tijdens de les? 4 11,8% 7 20,6% 16 47,1% 5 14,7% 1 2,9%

Les Nooit = 1 2 3 4 Altijd = 5

32 Kan de mobiele telefoon de laptop vervangen in de lessen? 9 26,5% 7 20,6% 14 41,2% 3 8,8% 1 2,9%

33 Vind je de lessen veranderd door het gebruiken van de mobiele telefoon? 2 5,9% 4 11,8% 19 55,9% 6 17,6% 3 8,8%

34 Vind je de manier van lesgeven veranderd door de laptop te vervangen door de mobiele telefoon? 6 17,6% 0 0,0% 15 44,1% 10 29,4% 3 8,8%

35 Moeten de docenten minder of meer gebruik maken van mobiele telefoons in de lessen? 3 8,8% 3 8,8% 21 61,8% 5 14,7% 1 2,9%

36 Was de mobiele telefoon voor jou een verrijking in de les? 1 2,9% 4 11,8% 16 47,1% 9 26,5% 4 11,8%

Beide Laptop

Mobiele telefoon

37 Werk je graag met alleen een mobiele telefoon in de les of alleen een laptop of beide? 24 70,6% 9 26,5% 1 2,9%

Page 28: Praktijkonderzoek Mobiele telefoons wat nu?! · Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot 5 Inleiding Als docent sta ik dagelijks voor de klas. In de lessen word

Onderzoeksmodule, examenopdracht, BCL / 2016 T.C.H. de Groot

28