POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

64
Dik Goudsblom POP & SPIRIT 30 columns over popmuziek en spiritualiteit

Transcript of POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Page 1: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Dik Goudsblom

POP & SPIRIT30 columns over popmuziek en spiritualiteit

Page 2: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

2

INHOUD

1 Een greep naar de eeuwigheid

2 Moby

3 De kracht van depri 4 Muziek van hout

5 Living road

6 Troost voor de waarheid

7 Girl power

8 Ver weg en dichtbij

9 De bron

10 Smile

11 Een wereld weerspiegeld

12 Retromania

13 De muziek van geluid

14 Praten over maken

15 Succes

16 Moby

17 Goede folk

18 Helden

19 Schemering

20 Waar is Roger?

21 Binnenste buiten

22 Energie

23 Imago

24 Tim Knol

25 Sentiment

26 De ziel van Spain

27 Ups en downs

28 Johnny en de struisvogel

29 Divers

30 Gods pop

Page 3: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Een mer a boire – een zee die je leeg mag drinken, dat las je vroeger nog wel eens als iemand bedoelde dat er over een bepaald onderwerp héél veel te zeggen valt en je er evenzoveel aan beleven kunt. Popmuziek en alles wat ermee samenhangt is voor mij zoiets onuitputtelijks. Ik hoorde als kind al via het transistor-radiootje van m’n broer de hits uit de Veroni-ca top 40 zoals die van de Beatles. Er werden platen van Boudewijn de Groot en Simon & Garfunkel gedraaid op een koffergrammo-foon: de deksel was de luidsprekerbox.

Ik kreeg een kleine bandrecorder en nam alles op wat los en vast zat, van radio en televisie maar ook stiekem op zondag in de platenzaak van de vader van een vriendje. Zelfgekochte lp’s werden vanwege hun kostbaarheid ge-koesterd en eindeloos vaak beluisterd. Ik kon van de live dubbel-lp ‘Mad Dogs & English-men’ van Joe Cocker niet alleen alle nummers meezingen, maar kende ook alles wat tussen-door tegen het publiek gezegd werd uit m’n hoofd. En dan die hoes: je kon ‘m uitvouwen tot een fullsize circusposter waarop Leon Russel, de leider van Joe’s band, te zien was als master of space & time met een grote hoge hoed op. Begin jaren ’70 was een optreden van Cocker in Amsterdam ook mijn eerste grote popcon-cert. Ik was er zó vol van dat ik er een schrift over volschreef: het met vrienden naar Am-sterdam liften, stuff kopen in het Vondelpark, het wachten voor de Oude Rai, de ontmoeting met een groupie, die na het gebeuren direct achter het podium verdween om met een van de bandleden aan te pappen en natuurlijk het overweldigende concert zelf. Die fascinatie met muziek, platen, optredens

en ook het verwoorden van die fascinatie, het is allemaal gebleven. Waarbij het tegenwoor-dig zo is dat er vanuit die fascinatie ook weer nieuwe muziek ontstaat – vrijwel alle nieuwe popmuziek is geïnspireerd op voorbeelden van decennia terug. Dat was toentertijd óók zo, Joe Cocker kwam aan z’n gekke, spastische bewegingen tijdens het zingen doordat hij als puber voor de spiegel zijn idool Ray Charles na probeerde te doen. Maar dat was voor de fans niet zo duidelijk. Nu kijken ook de muziekliefhebbers mee in het veelkleurige boek van de pophistorie, die ruim 50 jaar jong is. En overal zie je verban-den en invloeden. Dat is waar ik vaak over schrijf in Pop & Spirit, over de ziel van een nieuw soort muziek die steeds weer andere mensen inspireert en zich door hen uit. Een vonkje van Neil Young en alles waar hij voor stond – en staat – vind je terug bij onze Mi-low maar bij Milow gloeit dat vonkje op een nieuwe manier en bereikt een nieuwe groep mensen. In mijn dagelijks werk, bij een opnamekliniek van een grote psychiatrische instelling doe ik samen met een collega een muziekgroep waarin we samen met patiënten plaatjes draaien, videoclips bekijken, wat gitaar spe-len en een beetje kletsen over wat je nou zo mooi aan een bepaald liedje vindt en waarom. Heel gezond gedrag. Popmuziek blijkt een universele taal te zijn die ook – en soms juíst - verstaan wordt door mensen die verward, depressief, de weg kwijt zijn. ‘Zeg het met bloemen’ wordt er weleens wat oubollig aan-bevolen maar veel lekkerder klinkt ‘zeg het met een song!’

Dik Goudsblom

2 3

VOORAF

Page 4: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

4

Zingen - dat doet z’n gitaar, met de souplesse van een forel die boven een waterval uitspringt

POP&SPIRIT 1

Een greep naar de eeuwigheid

Ik ben verslaafd aan popmuziek, al sinds mijn kindertijd in de jaren zestig, toen ik op een koffergram-mofoontje - de deksel was de box - platen van m’n grote broers en zus-sen draaide. Boudewijn de Groot, Simon & Garfunkel, Hair…Een veelkleurige wereld van woor-den en melodieën, waarvan de sferen zich in je vastzetten, van re-freintjes die niet meer uit je hoofd gaan. ‘I love you, I love you, I love you’ uit Michelle van The Beatles bijvoorbeeld; bij velen komt de me-lodie onmiddellijk bovendrijven. Als de tekst ingewikkelder was vertaalde mijn broer desgevraagd, maar het prozaïsche Hollands was altijd een stuk minder interessant dan die magische onbegrijpelijke Engelse woorden, die wel zeker over iets wonderbaarlijks moesten

gaan, meestal iets dat zich tussen mannen en vrouwen, grote mensen dus, afspeelde.

Toen ik eenmaal zelf als puber die grote mensenzaken ging verken-nen, zoog een song als Angie van The Rolling Stones zich helemaal vast aan een grote en jammerlijk beëindigde jeugdliefde. Nog jaren nadat die relatie op de klippen was gelopen bleef dat nummer de spirit van het gebeuren toen de ziel van die tijd met haar in me op-roepen. Veel mensen hebben dat: popsongs die onverbrekelijk sa-menhangen met iets dat ze hebben meegemaakt, met een tijd waarin het leven een heel bepaalde kleur had. Maar intussen hebben zich alweer andere liedjes met andere spannende dingen verbonden en zo heb je er altijd wel een paar - en bij liefhebbers en verslaafden zoals ik zijn dat er een heleboel - in je hoofd zitten.Laatst maakte ik een uitstapje naar de jazz, draaide dat veel en was on-der de indruk van de knappe vrije improvisaties en het virtuoze spel.

Page 5: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

4 5

Ik sprak erover met een kennis die als portier in hetzelfde ziekenhuis werkt als ik en zo bijverdient naast zijn activiteiten als popmuzikant (want ook al heb je een platencon-tract in Nederland, dan wil dat nog niet zeggen dat je van je muziek kunt leven).Is jazz niet een veel hogere muziek-vorm dan die simpele pop, waarbij het alleen maar gaat om leuke liedjes?

Wijze woorden sprak hij: ‘Natuur-lijk wordt er over het algemeen door jazzmusici veel beter ge-speeld. Ze improviseren en spelen samen in het hier en nu en op dát moment ontstaat de muziek. Een jazzplaat is eigenlijk altijd een mo-mentopname. Maar dat éne pop-liedje schrijven dat een hit wordt, dat iedereen onthoudt en dat ieder-een in z’n hoofd en hart heeft zitten, dat is een greep naar de eeuwig-heid.’

Terwijl ik dit schrijf luister ik naar ‘Valleys of Neptune’, de nieuwste cd van Jimi Hendrix. Hij is al bijna veertig jaar dood, maar er waren nog wat studio opnames die nooit helemaal afgerond zijn en die klinken alsof ze gisteren, vandáág gemaakt zijn. Jimi zingt eigenlijk niet echt; hij spreekt, roept met

een hoge hese stem zijn teksten. Zingen - dat doet z’n gitaar, met de souplesse van een forel die boven een waterval uitspringt. Alsof het allemaal vanzelf gaat. En het hele eind-jaren-zestig-gevoel, het ge-voel van bevrijding uit een stoffig verleden en van een openbrekende toekomst waarin alles nieuw en spannend wordt, staat voor me.

april 2010

Page 6: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 2

wit gekleed, met ergens op een po-dium de dj als een soort hogepries-ter. Door beats en samples (stukjes van pop- of soulsongs) te mixen, reguleert hij de wil van de feesten-den; alles en iedereen bewéégt, ver-snelt, vertraagt, verhevigt, versmelt door wat HÍJ doet. Zelf houd ik er niet van. Het gestamp van de beats maakt me druk of legt me juist lam, en in plaats van een hogepriester zie ik liever een echte god op het podium staan, een muzikant die z’n eigen werk vertolkt. Iemand als Bob Dylan, die eind jaren zestig

6

‘Er zijn tijden dat ik niets fout kan doen en er zijn tijden dat ik niets goed kan doen’

Moby

Dit voorjaar verschenen er in de dagbladen paginagrote adverten-ties voor het jaarlijkse Sensation evenement in de Amster-dam Arena, waarbij het ene feest door geheel wit- en het andere door zwartgeklede mensen wordt bezocht: Sensation White en Sensation Black. ‘Dansen op house is een ingrijpende ervaring… we raken in een staat van gemeen-schappelijke extase… tijd en ruimte versmelten… een verrijking van je geest… een zinderende viering van het bestaan…’, vermeldt de adver-tentie.

Ik rijd met de trein langs de Arena op het moment dat een stroom van witte engelen naar binnen gaat. La-ter zie ik op tv iets dat overeenkomt met mijn kinderlijke beeld van de hemel: een enorme mensenmassa,

Page 7: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

zonder veel ironie ‘The God of Pops’ werd genoemd.

Dat ik het nu toch over house heb, komt door Moby (oftewel Richard Melville Hall, een achter-achterneef van de schrijver van Moby Dick). Moby groeide in de jaren zeventig en tachtig op in een saai provin-ciestadje in de USA, waar hij in een keurige alcoholvrije christelijke jeugddisco met dansmuziek in aan-raking kwam. Later experimenteer-de hij in een desolate fabriek met elektronische muziek en zo kwam hij begin jaren negentig in de toen beginnende housescene terecht. Hij mocht als dj optreden in de kelder van een hippe New Yorkse club en zoals dat zo vaak gaat mocht hij in de hoofdzaal draaien toen de be-langrijkste dj eens ziek was. Met groot succes. Zijn naam was geves-tigd. Beelden uit die tijd laten Moby als een soort sjamaan met ontbloot bovenlijf zien, boven een zwetende massa uittorenend, die hij, ja, im-pulseert als het ware.

Hij had één van de grootste dj’s ter wereld kunnen worden, maar het liep anders. Moby bewerkt een muziekthema uit de tv-serie ‘Twin Peaks’ tot een aanstekelijk househitje, krijgt succes met z’n

zelfgemaakte muziek en beweegt zich steeds verder af van het dj-schap, verlaat de housesferen en maakt een punkrockalbum dat zijn verse schare fans meteen weer te-leurstelt. Dan tekent zich iets af dat typisch des Moby’s is en dat hijzelf laconiek omschrijft: ‘Er zijn tijden dat ik niets fout kan doen en er zijn tijden dat ik niets goed kan doen.’

juni 2010

6 7

Page 8: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 3

De kracht van depri

Op mijn zeventiende was ik zwaar op de hand, om het zacht uit te drukken. Moeilijke tijden. Precies toen vond ik in de bibliotheek van de middelbare school een songbook van Leonard Cohen. Het bevatte folk-achtige, wat sombere liedjes, met teksten over wanhoop, suïcide en hopeloze liefdes. De gitaarbege-leiding sloot aan op wat ik na een paar jaar klassieke gitaarles zelf kon tokkelen en al gauw zong ik daarbij ‘The Sisters of Mercy’, ‘Suzanne’, ‘Famous Blue Raincoat’ en nog veel meer.

En er gebeurde iets wonderlijks… Ik werd van het zingen van die lied-jes niet somber, maar eerder opge-lucht en ontspannen. In artikelen over Cohen kom je dat ook tegen: depressieve mensen sloten zich op met zijn muziek en knapten ervan

op. Je kreeg het gevoel herkend te worden, je hóefde niet optimistisch te zijn, of vrolijk en actief. Je mócht het hoofd laten hangen.‘Forget your perfect offering / the-re’s a crack, a crack in everything / that’s how the light gets in’ (uit ‘Anthem’) zong hij later - juist in het imperfecte, door het scheurtje dat er altijd en overal weer inkomt, kan het licht binnendringen.

In de zomer van 2008 zag ik Leonard Cohen, tweeënzeventig lentes jong, optreden in het Wes-terpark in Amsterdam. Als een kind

8

Je kreeg het gevoel herkend te worden, je hóefde niet optimistisch te zijn, of vrolijk en actief

Page 9: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

kwam hij het podium ophuppelen en hij gaf stralend een uren durend concert weg voor een merkbaar ont-roerd publiek. Kennelijk kun je met die suïcidale liedjes oud worden en toch jong blijven. En ik dacht aan Neil Young, die eind jaren zestig hangend over zijn gitaar, het gezicht verborgen achter lang haar, met een bijna huilende, zeer breekbare stem zong: ‘Helpless, hel-pless, helpless…’. Iemand die héél kwetsbaar is, maar juist ook daar-door héél dicht bij zichzelf. Tien-tallen jaren later staat hij, gekleed in een houthakkershemd, nog te rocken als een furie. Young heeft een aantal verschillende bands, straalt kracht en geloof in zichzelf en in het leven uit. En soms maakt hij ook weer van die tere liedjes, waar wat licht doorheen kan schijnen.

Minco Eggersman groeide op in een gereformeerd gezin in Zeist. Hij werd een actieve yup, die bas speelde en drumde in verschillende bands en die een eigengereid platenmaat-schappijtje onder de naam ‘Volkoren’ runt. Onder de naam ME werkt hij daarnaast aan soloprojecten.Door complicaties bij een lichame-lijke ziekte kwam Eggersman in een depressie terecht en misschien ging hij mede daardoor terugverlangen

naar de sfeer van de kerk in zijn jeugd. Hij reisde naar de USA, trok een domineesjas aan en nam in een kleine houten kerk in het plaatsje Hamden de prachtige cd ‘Hamden’ op. ‘I’m dead, dead to the world I’m living in (…) lift me up, make me weightless, so I can receive,’ smeekt hij zijn god. Ik zag hem in de intie-me club Ekko in Utrecht met zijn band - in z’n domineesjas - achter z’n drumstel. Zware roffels in een serene sfeer. Muziek met moeite. Ook met licht. En al zal het nog wel even duren voordat Minco als een kind over het podium huppelt, het goede - en zware - begin is er al vast.

augustus 2010

8 9

Page 10: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Muziek van hout

Als je denkt aan het bekende kinder-liedje ‘Old McDonalds had a farm… (heeyaheeyahoo!)’ en je hoort daar een banjo bij waarop getokkeld wordt, dan heb je de oude Ameri-kaanse folkmuziek in je hoofd. Op-gewekt, vriendelijk en kinderlijk, vrouwelijk ook, en minder stoer dan grote broer country.In de zeventigerjaren vond ik - zoals velen met mij - die muziek hopeloos ouderwets, of zoals dat in het Duits zo mooi wordt aangeduid: hinter-wälderisch, hetgeen zoveel betekent als heikneuterig, provinciaals.Die oorspronkelijke folk had echter die-pere lagen. Soms religieus getint, soms ook heel persoonlijk, zoals de wonderlijke klaagzang ‘I am a man of constant sorrow’ die teruggaat op een honderden jaren oud lied.

In de jaren veertig werd de folk wat feller, politieker. Vooral door Woody Guthrie die, zelf geraakt en sociaal bewogen door de uitbuiting,

armoede en misstanden op het platteland, rondtrok met een gitaar waarop geschreven stond: ‘This machine kills fascists’. Hij maak-te een alternatief volkslied voor Amerika: ‘This land is your land, this land is my land… this land was made for you and me!’ Waarmee hij flink vooruitliep op de gelijkheid tussen standen en vooral rassen die in de jaren daarna bevochten zou gaan worden. Zijn vriend Pete See-ger, een andere folkzanger uit die tijd en in zekere zin Woody’s opvol-ger, vertolkte veel later - op bijna negentigjarige leeftijd! - samen met Bruce Springsteen ditzelfde lied bij de inauguratie van Barack Obama begin 2009. Het is een lied dat fris blijft, wellicht is dat de kwaliteit die de folk altijd weer doet opleven.

Begin jaren zestig betrad een ei-genwijze jongeman het toneel. Toen hij middels de onsterfelijke ballad ‘Blowing in the Wind’ zich de plaats van kroonprins van de folk-beweging toe eigende - na koning Seeger en keizer Guthrie, die hij he-vig bewonderde, kende het succes van protestzanger Bob Dylan geen grenzen meer. Hij leek geïnspireerd door een hogere geest, want een

POP&SPIRIT 4

10

Wat daarna gebeurde, vormt misschien wel de merkwaardigste legende uit de geschiedenis van de popmuziek

Page 11: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

lied als ‘Blowing…’ verzon je niet zomaar. En hij durfde scherp te age-ren tegen de Masters of War toen de gruwelen van de Vietnamoorlog in toenemende mate op televisie ver-schenen. Hoop, van eenzelfde soort als die recent op Obama gericht was vóór hij gekozen werd, richtte zich toentertijd op deze ster in wor-ding. Wat daarna gebeurde, vormt misschien wel de merkwaardigste legende uit de geschiedenis van de popmuziek. Dylan speelde elk jaar op het New-port Folkfestival, waar het geloof in de folkmuziek als toekomstschep-pend gebeuren op innige wijze beleden werd. Er werd akoestisch gespeeld en veel meegeklapt en -gezongen door het publiek. Maar in 1965 kreeg Bob de smaak te pak-ken van de elektrische gitaar en hij begon zijn set, nors en tot hevig on-genoegen van het publiek, met een band stevig te rocken op ‘Maggies Farm’. De tekst was niet te verstaan, de geluidskwaliteit vreselijk. Pete Seeger liep woedend naar achter het podium en dreigde met een houthak-kersbijl - het folkwapen bij uitstek - de versterkerkabel door te hakken. Uiteindelijk gebeurde dat niet écht, maar op één of andere manier mar-keerde dit moment het einde van het tijdperk waarin de folk toonaan-gevend was. Pop en rock en wat er allemaal nog meer volgde, traden op de voorgrond en de folk trok zich

wat terug, al was ze nooit helemáál achter het woud verdwenen. Aan het begin van deze eeuw ver-scheen er een film van de cineas-tenbroers Coen: ‘O brother where art thou?’ Op hilarische wijze speelt George Clooney een ontsnapte gevangene die met een paar mak-kers over het platteland van het vooroorlogse Amerika zwerft. De film steekt de draak met dat oude Amerika, evenals met de oude folk-muziek waarmee hij doorspekt is. Maar, en dat wekt bewondering, het gebeurt op zo’n manier dat er tege-lijkertijd sprake is van een eerbe-toon aan beide. De soundtrack van de film, met deels originele oude muziek, deels opnieuw ingespeelde liedjes, werd een groot succes. Al is deze film zeker niet de oorzaak, ze is wel een van de eerste duidelijke symptomen van een onontkoomba-re terugkeer van de folk, die haar plaats in de harten van veel mu-ziekliefhebbers aan het innemen is. En ze is puurder dan ooit, wat min-der politiek misschien, maar indi-vidueler en eigenzinniger. Luister naar de zuivere samenzang bij Fleet Foxes, of droom weg bij onze eigen Utrechtse I Am Oak (op de cd ‘On Claws’) en hoor weer de banjo ach-ter teksten vol eenvoud en diepte: ‘Trees, o trees? Do you remember me… from before…’

oktober 2010

10 11

Page 12: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Living road

Rond de jaarwisseling, een jaar geleden, waren mijn geliefde en ik druk bezig met de zogenaamde der-tien heilige nachten, tussen kerst en Driekoningen. Er wordt gezegd dat tijdens die nachten de hemel wat meer openstaat dan anders waardoor je je intenser bewust kunt worden van de spirituele kant der dingen. ’s Avonds praatten we over een thema, maakten aanteke-ningen en gingen dan slapen, om de volgende ochtend onze dromen en gedachten te bespreken en deze ook weer op te schrijven of er te-keningetjes van te maken. Het ging die keer over Europa.

Maar de wereld is groter dan Euro-pa, veel groter. Begin januari las ik in de krant dat singer-songwriter Lhasa, zevenendertig jaar oud, op 1 januari was overleden aan borst-kanker. Lhasa, genoemd naar de

Tibetaanse hoofdstad, en haar werk behoren met recht tot de categorie world. Ze werd geboren in New York, zwierf door Mexico met haar ouders die voortkwamen uit wel acht verschillende nationaliteiten en trad later met haar drie zussen op in een circus in Frankrijk. Ze schreef en zong in verschillende talen. Op diezelfde eerste dag van het jaar overleed Freya von Moltke. Ze werd 98 en had heel haar lange leven het werk van haar eerste man Helmuth von Moltke wereldwijd onder de aandacht gebracht. Helmuth stierf als Duitse strijder tegen de nazi’s. Hij maakte deel uit van de samen met Freya opgerichte verzetsgroep Kreisauer Kring en werd in 1945 geëxecuteerd na een schijnproces. Hij werd even oud als Lhasa: zeven-endertig jaar.In zijn laatste brief aan Freya schreef hij: ‘Lieveling, mijn leven is ten einde, maar ik kan van mezelf zeggen: hij stierf oud en voldaan.’

Tijd, ruimte en gebeurtenissen tol-den door mijn hoofd. Twee mensen

POP&SPIRIT 5

12

Weer viel ik in slaap, in het vage besef dat iemand haar eigen sterven jaren vooruit bezong

Page 13: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

sterven nog jong, ver uit elkaar in ruimte en tijd. Tijd die wordt over-brugd door een sterke vrijheids-lievende vrouw en die eindigt op 1 januari 2010, middenin de heilige nachtentijd.

Maanden daarvoor vroeg een vrien-din mij of ik bij een volgend bezoek aan de cd-winkel ‘The Living Road’ (2003) van Lhasa voor haar mee wilde nemen. Omdat er een erg mooi hoesje omheen zat, kocht ik hem ook voor mezelf, draaide hem enige malen en vergat hem verder. Tot ik op die januaridag over haar overlijden las. ’s Avonds in bed luis-terde ik opnieuw naar de prachtige Franse, Spaanse en Engelse liedjes, gezongen met een iets donkere, hese stem, en viel in slaap. Even la-ter ontwaakte ik weer, de cd draai-de nog en er klonk een wat vlakke, geheimzinnige melodie:

Soon this space will be too smallAnd I’ll go outside…‘Spoedig zal de ruimte te klein zijn, en ik zal naar buiten gaan, naar de enorme heuvelrug, waar de wilde winden waaien, en de koude ster-ren schijnen. Ik zal mijn voet zetten, op de levende weg, en van hier ge-voerd worden, naar het hart van de wereld.’

Weer viel ik in slaap, in het vage be-sef dat iemand haar eigen sterven jaren vooruit bezong en de volgen-de ochtend vroeg ik me af of ik het gedroomd had. Ik nam mijn ghetto-blastertje mee naar de badkamer, zocht het nummer op en het was niet de douche die me koude rillin-gen bezorgde.

‘…dan ga ik drie keer dood, en word weer geboren, in een doosje, met een gouden sleutel, en een vlie-gende vis zal me bevrijden, al m’n aderen en botten, zullen worden verbrand tot stof, en m’n stof zal vertellen, wat m’n vlees niet kon zeggen.’

Ik hoorde Lhasa vanuit een klein doosje zingen dat je niet alleen door de tijd heen en over de hele wereld kunt zwerven en in vrijheid een living road kunt bewandelen, maar dat als alles toch nog te klein en te krap wordt, je geest als een vliegende vis over de dood kan springen.

december 2010

12 13

Page 14: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 6

Troost voor de waarheid

Dat alles klopt, z’n plek in ruimte en tijd heeft en in de juiste relatie tot elkaar staat, daar verlangen de meesten van ons naar. Dus toen ik een jaar of wat geleden Simon & Garfunkel in de Arena zag en hoor-de, laafde ik me aan de harmonie van hun stemmen. Ze zongen veel van hun laatste, meer dan dertig jaar oude lp ‘Bridge Over Troub-led Water’, een van de eerste pla-ten die ik bezat en waarvan ik elk lailailaitje en hoembababaatje wel uit m’n hoofd kende. Daar stond ook ‘Bye bye love’ op, eerder be-roemd geworden door The Everly Brothers. Wel grappig is dat die eind vijftiger jaren ‘Wake up little Susie’ zongen; over een jong stel dat in de bioscoop in slaap is ge-vallen en zich midden in de nacht wanhopig afvraagt wat hun ouders zullen zeggen en denken…

Tien jaar later zijn de zeden nogal veranderd. Op ‘Bridge’ maken we kennis met ‘Cecilia’, die eenieder het hoofd op hol brengt. Als de één op een middag met haar in bed ge-doken is en even is opgestaan om z’n gezicht te wassen, heeft een an-der alweer z’n plaats ingenomen!

Maar of het nu om de brave bur-gerlijke jaren-vijftig-romantiek ging of om de vrije blije jaren-zes-tig-anarchie, het werd gegoten in een onverbrekelijke harmonie die aan alles een gouden randje gaf.

14

‘Abbey Road’ - met daarop misschien wel het meest onaardse dat ze aan harmonie hebben voortgebracht

Page 15: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Dat zowel The Everly Brothers als Simon & Garfunkel door conflic-ten uit elkaar werden gedreven en alleen nog maar heel af en toe iets met elkaar konden ondernemen, lijkt er weinig toe te doen. Zodra er gezongen wordt is het opgelost en goed.

Net als bij The Beatles, die mid-denin de scheidingsruzies aan het eind van de jaren zestig hun laatste plaat opnamen - ‘Abbey Road’ - met daarop misschien wel het meest onaardse dat ze aan harmonie heb-ben voortgebracht: Because… love is old, love is new, love is all, love is you. Harrison, McCartney en Len-non dubben ieder hun stemmen drie maal, zodat er een negenstem-mig koor ontstaat. Zó mooi dat het verleidelijk is dat te vergelijken met

het koor van de negen hemelse hi-erarchieën, maar enkele maanden later barstte de bom en begon het grote zwartmaken. Rudolf Steiner heeft eens gezegd dat schoonheid de troost voor de waarheid is. Ik ben geneigd dat te geloven.

Het kan ook anders. M’n ex en ik bezochten enige maanden geleden een concert van de nieuwe band ‘Fistful of Mercy’, samengesteld uit drie mensen die al een behoorlijke solocarrière achter de rug hebben. Zoals Beatle-zoon Dhani Harrison en Ben Harper, die in z’n eentje echt kan schitteren, zowel qua gitaarspel alsook met z’n stem. Een formatie waarin bewust het meeste sámen gezongen en gespeeld wordt, het ego naar achteren gedrongen, wat een krachtige en warme harmonie oplevert, die even de winterse kou-de verdreef. Bridge over troubled water…

februari 2011

14 15

Page 16: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 7

Girl power

Mijn allereerste elpee kreeg ik voor m’n veertiende verjaardag en was van de Nederlandse formatie Shocking Blue. Het album heette ‘At Home’. De zangeres van de groep was de mooie, donkerharige en idem ogende Mariska Veres, die niet alleen vanwege haar stem be-wondering afdwong. Zij hadden net een hit gehad met ‘Venus’ en waren daarmee zelfs op de eerste plaats van de hitlijst in de USA terechtge-komen. Toen dat heugelijke feit op het journaal getoond werd, zei mijn oudere broer droogjes: ‘Die zijn nu dus miljonair.’In mijn jeugdige onschuld stond ik versteld. Voor mij was Mariska een meisje om bij weg te dromen, de rest van de band bestond uit heel gewone jongens die, als je het mij vroeg, het geluk hadden dat ze haar móchten begeleiden. Maar ken-

nelijk konden zij door één aardig liedje allemaal schathemeltje rijk worden!Het was 1970, het jaar waarin Janis Joplin jong zou overlijden, ook een vrouw die met haar verschijning en daarnaast een tomeloze, rauwe emotionaliteit haar begeleidings-band naar de achtergrond dirigeer-de. Leonard Cohen, die later een af-faire met haar bezong -‘Your heart was a legend’- zou in datzelfde jaar in een interview zeggen: ‘It’s time that women take over.’

Vrouwen aan de macht. In de we-

16

En dat is precies wat je bij haar muziek kunt beleven: een storm-achtige zielenoceaan

Page 17: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

reld van de popmuziek lijkt dat al-lang zo geregeld. Want waar zongen al die mannelijke zangers en bands over die het zónder zangeres moes-ten stellen? Precies. Sterker nog: ik ben het helemaal eens met de bewering dat een deel van de door-braak van de Beatles te danken was aan hun min of meer vrouwelijke presentatie met hun halflange haar, hun lievige liedjes en hun omgang met de media alsof het een vrien-dinnenclubje betrof, met veel gezel-lig geklets en grapjes. Hoe anders dan machohelden als Elvis Presley of Jerry Lee Lewis, die voorheen het beeld bepaalden. Goethes ewig Weibliche? Je vindt het in de wereld van de popmuziek.

Als vrouwen in die wereld zelf aan de slag gaan, staan ze vooráán, je ziet ze zelden als producer of als

instrumentalist. Vaak zetten ze hun lijf ongegeneerd erotiserend in en worden dan een even onweerstaan-bare als onbereikbare godin, zoals Madonna of Beyoncé.Maar luister ook eens naar Joanna Newsom die, zichzelf op de harp begeleidend, zingt over het verloop van een relatie door alle fases heen op de driedubbele cd ‘Have One On Me.’ Of naar Beth Hart, die met haar zeer openhartige teksten en intensiteit, heftigheid qua zang nog wel wat verder gaat dan Janis Jop-lin. Haar eerste cd heette ‘Beth Hart and the Ocean of Souls’ (1993).

En dat is precies wat je bij haar muziek kunt beleven: een storm-achtige zielenoceaan. Ik zag haar onlangs in het Amsterdamse Carré, waar ze tijdens het concert voort-durend contact hield met haar publiek door over zichzelf en haar leven te vertellen, grove taal niet schuwend, en ook door tijdens het zingen de zaal in te klimmen. Schijnbaar moeiteloos schakelde ze door van bescheiden gitaar-folk-pop en blues naar keiharde rock met een oerkracht die direct raakt aan levenslust, leed en barenspijn… Girl power!

april 2011

16 17

Page 18: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 8

Ver weg en dichtbij

Toen ik, elf jaar oud, voor de zoveel-ste keer ‘Voor de overlevenden’ van Boudewijn de Groot naar binnen zoog, kwam mijn moeder de kamer in en zei: ‘Dikkie, die teksten, daar begrijp jij toch niks van, daar ben je nog veel te klein voor!’ Ze had natuurlijk wel een beetje gelijk, al kon ze niet weten van mijn kinder-lijke verliefdheden. En dat ik me aangetrokken voelde tot mijn juf, waardoor ik op een halfbewuste, maar toch duidelijke manier wíst waar het over ging. Bovendien kon ik Boudewijn, in tegenstelling tot alle Engelstalige pop, verstáán: ‘En ik kan jouw lichaam in het donker naast me bijna zien; ik ken er ieder plekje van. Misschien zie ik je nu nooit meer en het verbaast me, dat ik nu zo kalm en helder denken kan.’ (Uit ‘Naast jou’). Die paar re-

gels duidden op iets heel intiems tussen twee mensen die toch weer uit elkaar gingen, iets dat ik ooit wellicht zélf zou gaan meemaken… Ik ging er zonder meer van uit dat dit echt zo door de zanger beleefd werd. Het kwam niet in me op dat de teksten helemaal niet van hem afkomstig waren, maar van vriend en tekstschrijver Lennaert Nijgh.

Veel later werd ik me er pas van bewust dat je met de liedjes van Boudewijn de Groot naar je eigen biografie luistert, niet naar de zijne, en ik geloof dat die herkenning een belangrijke reden is waarom men-

18

Pas in de negentiger jaren vallen zanger, lied en boodschap samen

Page 19: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

sen zijn liedjes steeds weer opzoe-ken en met zich meedragen. Boude-wijn zelf was tijdens het uitbrengen van bovenstaand nummer keurig getrouwd en vrij onbereikbaar. Hij trad zelden op en je zag hem bijna nooit op tv. Eind jaren zestig hiel-den andere zaken hem bezig, zoals zijn deelname aan Engelstalige bands - geen succes trouwens - ter-wijl zijn fans wegdroomden bij de liedjes die allang achter hem lagen.

Midden jaren zeventig leek hij een poging te doen dichterbij te komen met de plaat ‘Waar ik woon en wie ik ben’: zichzelf expliciet presente-rend en zingend over zijn vroeggestorven moeder: ‘Ik ben dan wel bekend nu, als Boudewijn de Groot. M’n moeder weet van niets, m’n moeder namelijk is dood.’ (Uit ‘Moeder’). Maar het was wat gefor-ceerd, net zoals z’n poging om af-stand te nemen van z’n door velen gekoesterde liedjes: ‘Ik ben te oud voor wat je zingt… die onschuld ben ik kwijt (Uit ‘Travestie’), die hij vervolgens een paar jaar later toch weer op Belgische podia stond te zingen. Pas in de negentiger jaren vallen zanger, lied en boodschap sa-men. Boudewijn komt door vele op-tredens steeds meer in contact met zijn publiek en raakt de toehoor-

ders diep met het alom geliefde ‘Avond’: ‘En je kunt niets zeker we-ten, want alles gaat voorbij, maar ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij.’

Op zijn laatste plaat ‘Lage landen’ beschrijft hij het einde van de bio-grafische rit en wat daarna komt. In de even filosofische als hilarische talking-blues (á la de oudere Dylan) ‘Achter de hemelpoort’ verkent hij het leven na de dood. Het mooist komt de oneindige voortgang van alles tot uiting in ‘Spelende meis-jes’, een tekst van Willem Wilmink: ‘Mijn sombere visioenen van een wereld die verging, vervaagden bij die kinderen tot ’n herinnering. Want die meisjes met lieve ogen en met hun prachtig haar, zullen de kinderen baren voor de komende duizend jaar...’

Pasgeleden wachtte ik na een op-treden in de hal van een muziek-theater op Boudewijn om een cd te laten signeren. Daar kwam mijn jeugdheld als een gewoon mens op me toe wandelen. Ik gaf hem een hand. Hij staarde, zichtbaar leeg-gezongen over me heen, ver weg. Maar ik was heel dichtbij.

juni 2011

18 19

Page 20: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 9

De bron

In de film ‘Amadeus’ van Milos For-man huppelt Mozart als een bon vivant door het leven, al zijn er ook wat zwaarwichtige momenten te zien. In één daarvan is hij zijn be-roemde requiem aan het compone-ren, geconcentreerd gebogen over het vel met notenbalken en gedre-ven noterend wat in zijn hoofd net geboren lijkt te zijn. Dat is het intri-gerende en ontroerende aan deze scène: je hebt het gevoel dichtbij de bron te komen, daar waar de mu-ziek ontstaat.

Het requiem is niet meer weg te denken en voor bekende popsongs geldt hetzelfde; ze zíjn er gewoon. Maar waar werden ze geboren? Hoe zijn ze gemaakt?Soms is het duidelijk, zoals bijvoor-beeld op de binnenhoes van Le-onard Cohens ‘Best Of’ lp uit 1975,

waar vermeld staat dat het num-mer ‘Sisters of Mercy’ teruggaat op een bezoek aan twee bevriende vrouwen. En soms zijn er legendes, zoals over de Rolling Stones, die in het begin voornamelijk blues-co-vers speelden. Hun producer sloot bandleden Keith Richards en Mick Jagger op in een keuken om hen zo te dwíngen hun eigen songs te schrijven. Met succes.

Tegenwoordig wordt aan sommige cd’s wel een making of filmpje toe-gevoegd. Meestal zie je daarop veel pratende hoofden: ‘Toen belde die

20

Al snel zijn ze het er met elkaar over eens dat je het ontstaansmysterie van de muziek niet kunt ontsluieren

Page 21: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

en die producer me en vroeg me of ik mee wilde werken aan dat en dat album en het klikte wonderwel en…’ Dit kan allemaal heel boeiend zijn, maar veel dichter bij het kiem-punt waaruit al het moois ontstaan is, kom je meestal niet. Iets van dat gebeuren vind je wél in Davis Guggenheim’s documen-taire ‘It might get loud’ (2009). In het begin zie je gitarist Jack White op een Amerikaanse veranda een ijzerdraad op een plank spannen. Hij timmert er een eenvoudig ele-ment bij, sluit het geheel aan op een versterkertje en vervolgens doet hij vanuit deze ‘snaar’ prachtig elek-tronisch gitaargejammer opbloeien. Verder zijn er twee andere topgi-taristen in beeld: The Edge van U2 en Jimmy Page van Led Zeppelin. De drie mannen praten met elkaar als jongens die de muziek nog maar net ontdekt hebben, spelen samen en gaan terug naar de plekken waar het allemaal begon. Al snel zijn ze het er met elkaar over eens dat je het ontstaansmysterie van de mu-ziek niet kunt ontsluieren, het komt zoals het komt.

Maar toen zag ik The Edge in een zee van publiek zijn solo spelen met het hem zo typerende klaterende, kristalheldere geluid. Wat later

stond hij met een versterkte gitaar voor een échte en stille zee, met in de verte wat eilanden: ‘Ik speel hier graag in de natuur en er komt mooi geluid terug vanaf de eilanden.’ En ik wist: ergens tussen hem, de collega’s die als verwonderde pu-bers naar elkaars riffs luisteren, de arena vol fans, die eilanden en de oude school, waar een briefje hing met ‘gitarist gezocht’, ergens daar moet de bron zijn.

augustus 2011

20 21

Page 22: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Smile

Jaren terug wilden mijn vrouw en ik naar de film. Degene die we wil-den zien bleek uitverkocht, en flink teleurgesteld kozen we voor een al-ternatief. Daar kregen we geen spijt van. ‘Shine’ gaat over pianist David Helfgott, die na een veelbelovende studietijd aan een van de beste con-servatoria ter wereld onderuit gaat ten gevolge van hevige angsten en psychiatrische aandoeningen. Een waar gebeurd verhaal, zij het in een voor de film aangepaste en versim-pelde vorm.

David worstelt met een zware ziek-te, die hem belet zijn genialiteit uit te leven en aan de wereld te geven. Mensen die op zijn weg komen bieden hem onderdak en gebor-genheid; ze laten hem daarnaast in hun restaurant pianospelen. Hij ontmoet een astrologe, die zich niet

laat afschrikken door zijn vreem-de gedrag en drukke gebrabbel en hem later zelfs trouwt.Uiteindelijk treedt hij weer voor een groot publiek op, al haalt hij niet het niveau dat hij in potentie in zich droeg. Critici vallen over zijn matige prestaties, maar zijn publiek is geraakt. Misschien speelt daarbij soms een soort sensatiezucht mee. Er schijnen mensen te zijn die bij zijn concerten graag op de eerste rij zitten, omdat ze hem tijdens het spelen tegen zichzelf willen horen praten: ‘You’re a good boy, you’re a good boy…’ Maar de meesten heb-

POP&SPIRIT 10

22

Hij ontmoet een astrologe, die zich niet laat afschrikken door zijn vreemde gedrag en drukke gebrabbel

Page 23: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

ben slechts bewondering voor deze mens, die misschien wel dankzij beschadigingen en tegenslagen zo’n schoonheid uitstraalt.

Tot de weinige popgroepen die zich indertijd met The Beatles konden meten, behoorden The Beach Boys, vooral door hun conceptalbum ‘Pet Sounds’ (1966), hoofdzakelijk het werk van bandlid, componist en producer Brian Wilson. Hij wilde dit succes overtreffen, stortte zich op het pretentieuze ‘Smile’ - en raakte volledig de weg kwijt. Om een Californisch strandsfeertje op te roepen, zette hij tijdens de opna-mes zijn vleugel in een bak vol zand en toen er in een song brandweer-geluiden werden gebruikt, liet hij helmen en spuiten aanrukken en stak een prullenbak in de fik. Het toeval wilde dat ergens verderop in de straat op datzelfde moment écht een brandje uit brak. Brian kon feit en fictie niet meer scheiden, begon door te draaien en is nooit meer de oude geworden. Hij werd passief, depressief, hoorde stemmen. ‘Smi-le’ bleef onaf.

Toch kwam er in de loop van de jaren een nieuwe Brian Wilson te-voorschijn, die soms weer met The Beach Boys optrad, later soloplaten

maakte en die uiteindelijk ‘Smile’ - het beroemdste onvoltooide mees-terwerk uit de geschiedenis van de popmuziek - met een heel nieuwe en enthousiaste band alsnog in 2004 op de plaat zette. En je voelt diezelfde ontroering en bewonde-ring als bij Helfgott als je Wilson op de making of van de dvd duidelijk ontstemd en wat radeloos tijdens de repetities ziet rondhangen. Ge-holpen door liefdevolle bandleden boekt hij tóch vooruitgang, om uit-eindelijk zijn ‘Smile’ na meer dan vijfendertig jaar trots live te kun-nen presenteren.

‘My face is not able to smile’, zegt Brian, wiens gezicht door zijn aan-doeningen inderdaad wat verstrakt is. Mijn gezicht kan niet meer glim-lachen, maar mijn hart wel.De oorspronkelijke jaren ’60 op-names van ‘Smile’ door The Beach Boys worden deze herfst alsnog op cd uitgebracht.

oktober 2011

22 23

Page 24: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Een wereld weerspiegeld

Midden oktober kocht ik een cd van de mij toen nog onbekende Steven Wilson. Ik had hem in de winkel be-luisterd, het klonk heel mooi en wat ook meespeelde was dat ik er een concertkaartje bij cadeau kreeg. En zo stond ik een paar weken later voor het podium van Paradiso in Amsterdam. Een overweldigend concert viel over me heen. Subtiele klanken op dwarsfluit en harmoni-um brachten me in een dromerige toestand, maar opeens kon het om-slaan in dusdanig heftige rock dat ik m’n oren moest bedekken. Op een enorm scherm werden delen uit videoclips geprojecteerd: man-nen met vogelkoppen dansten met vrouwen die gasmaskers op had-den, een soort nachtmerrie - even later een vertraagde opname van een opstijgende kraanvogel.

Wilson zet sinds enkele jaren als soloartiest muziek neer die bekend staat als progressive rock, ontstaan in de jaren zeventig doordat mu-zikanten méér wilden dan alleen hitjes op singletjes maken. Soms stonden er maar drie of vier num-mers op een langspeelplaat, die elk meer dan tien minuten duurden. Die nummers sleepten je door hevi-ge sferen en emoties heen, wat nog eens ondersteund werd door een psychedelische hoes. Elke band had zo z’n eigen wereld en ikzelf laafde me aan de heldere spirituele hoog-

POP&SPIRIT 11

24

Het duurde eindeloos en ging over in een gitaarsolo, vijf, zes zeven minuten lang…

Page 25: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

ten - vooral dankzij Jon Anderson’s engelenstem - van Yes. Op de hoes waren zwevende rotspartijen met daarop fantasiegebouwen te zien. Droombeelden. Ook de vervreemdende, soms be-angstigende, dan weer bedwelmen-de klanken van Pink Floyd nestel-den zich in m’n hoofd. In 1975 schafte ik hun ‘Wish You Where Here’ aan; een kostbaar bezit, door flinke bezuinigingen op de zakgeld-besteding mogelijk gemaakt. Thuis verwijderde ik de spannend zwarte folie en sticker - en gooide ze weg, waar ik nog altijd spijt van heb, want de lp boette daardoor flink aan waarde in als verzamelob-ject. Er kwam een foto tevoorschijn van twee mannen op een soort in-dustrieterrein, die elkaar een hand geven. De ene stond in brand. En in de hoes vond ik een ouderwetse ansichtkaart, mét kartelrandje, met achterop de tekst ‘Wish you were here’ met de afbeelding van een man die een meer induikt. Dat leek zich aan het einde van de wereld te bevinden, je ziet alleen nog zijn zwembroek en benen.

Intussen zette ik de plaat op. Vanuit een zeer onbestemd geluidsland-schap ontwikkelde zich een intro.

Het duurde eindeloos en ging over in een gitaarsolo, vijf, zes zeven minuten lang… Waar bleef de stem, het lied? Uiteindelijk kwam het, een hartverscheurende song over Syd Barret, het oorspronkelijke genie achter de band, die echter toen al jaren door een slopende ziekte van het toneel verdwenen was. Het was een hommage en meteen ook een afscheid, majestueus uitgewerkt. ‘Wish’ werd één van m’n lieve-lingsplaten. Deze herfst wordt hij opnieuw op cd uitgebracht, in ver-schillende uitvoeringen, met veel info en extra’s.

De punkbeweging maakte radicaal een einde aan het tijdperk waarin de pretentieuze progressieve rock glorieerde. Een muzieksoort waar-bij met alle beschikbare audiovisu-ele middelen verborgen dromen, angsten, verdriet of spirituele bele-vingen groots werden neergezet, in een eigen wereld die mijn binnen-wereld weerspiegelde.Als een van de weinigen wijdt Steve Wilson zich nog - of wéér - aan deze kunst. Aan de enthousiaste reacties in een vol Paradiso te zien is er nog altijd een publiek voor.

december 2011

24 25

Page 26: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Retromania

Ik was een nakomertje en werd vrijwel op de zesenvijftigste ver-jaardag van mijn vader geboren. Zo kwam het dat hij al rond de zeventig was, toen ik in m’n puber-tijd naar ‘Toppop’, zo ongeveer het enige aan pop-tv in die jaren, zat te kijken. ‘Die man is gek,’ stelde hij vast toen hij Jimi Hendrix met z’n tanden zag spelen en z’n gitaar in brand zag steken. Ook de ma-nier waarop Hendrix gekleed was, hoe zelfs zijn eigen zóón gekleed ging, was hem te nieuw. Hij was een ruimdenkend mens, maar wat daar gebeurde ging te snel, was te vreemd en kwam van een andere planeet. Pas toen ene Gilbert O’ Sul-livan op het toneel verscheen, die zijn melancholieke liedjes ten ge-hore bracht in een kneuterig jaren twintig tenue, haalde mijn vader opgelucht adem. Eindelijk iets dat

hij herkende, iets van vroeger, iets vertrouwds.Alles in de popwereld schoot in die tijd vooruit. Muziek van drie, vier jaar geleden was algauw ‘goud van oud’, een vergoelijkende term voor een nummer dat in feite hopeloos verouderd was. Dat is op dit mo-ment anders. Als nu een opa met zijn kleinzoon meeluistert naar nieuwe muziek, zegt hij misschien zelfs: ‘Hé, dat lijkt op..., of dat num-mer ken ik van...’ Grote kans dat zo’n cd een her- uitgave is van een lp die hij vroeger kocht. Er valt wei-nig nieuws te beleven in popland en

POP&SPIRIT 12

26

Er valt weinig nieuws te beleven in popland

Page 27: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

daar is ook al een term voor: retro-mania. Op de laatste dag van 2011 verscheen er een groot artikel over in ‘De Volkskrant’ en minstens één boek is er al, met de mooie titel ‘Re-tromania - Pop cultures addiction to its own past’ (Simon Reynolds, Uit- geverij Faber).Maar toch. Als je wat langer stil-staat bij dit fenomeen, zou je tot de conclusie kunnen komen dat er best iets nieuws te ontdekken valt. Daarvoor moet je terugkijken, of beter: terugluísteren. Zo word je je vanzelf bewust hoe baanbrekend de muziek was die de afgelopen vijftig jaar in de wereld kwam.Neem de Motownhitjes uit de jaren zestig, van The Supremes, The Four Tops of al die anderen, met titels als ‘Baby Love’, ‘I can’t help myself’. Ik genoot ervan en maandelijks, wé-kelijks kwamen er nieuwe bij. Met de tijd werden de nummers langer en complexer, zoals ‘Papa was a rolling Stone’ van The Temptations. Dat begint met een minutenlang funky intro inclusief een onheil-spellende trompetsolo, waarna op indringende wijze bezongen wordt hoe een kind z’n moeder bevraagt over z’n over- leden vader: is al het slechte dat ze over hem vertellen wáár, mama? Een superstrakke en modern aandoende smartlap, die

een ogenschijnlijk niemendalletje als ‘Baby Love’ als verouderd deed verbleken.In 2010 ging Phil Collins aan de gang met dit materiaal, dat ook hém terugvoerde naar z’n kin-der- en pubertijd. Hij pluisde in z’n thuisstudio de nummers uit en haalde er een aantal leden bij van The Funk Brothers, de band die toentertijd - volledig anoniem - op al die hits meespeelde en niet zel-den de intro’s en loopjes gecompo-neerd had. Zij wezen Phil erop dat wat hij zo nauwkeurig uitgevogeld had, hier en daar tóch heel anders was. Er ontstond een liefdevolle reconstructie van dit prachtige ma-teriaal dat heel toepasselijk ‘Going Back’ werd gedoopt. Je hóórtde nieuwigheid van deze herzongen hits afspatten en je ziet het ook op de live dvd: achtergrondzangeres-sen die in glitterjurkjes afgemeten danspasjes bezigen en Phil die er song na song beter inkomt.Zie en luister, en je voelt veel méér dan toen hoe vernieuwend dit alles was - en is.

februari 2012

26 27

Page 28: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

De muziek van geluid

Vijfentwintig jaar geleden. Ik stond in de rij voor kaartjes bij de kassa van het Concertgebouw in Amster-dam en raakte aan de praat met een andere wachtende, een hoor-nist van het Concertgebouworkest. Hij kon een aantal gratis kaarten voor zijn familieleden krijgen en beklaagde zich over het feit dat het om een in zijn ogen geringe hoe-veelheid ging. ‘In ieder geval hoort u het zelf,’ probeerde ik, maar hij gaf resoluut aan: ‘Meneer, als je er middenin zit en je speelt méé, dan zit luisteren er echt niet in!’ Ik waagde nog een poging: ‘Wordt er geen bandopname van het concert gemaakt?’ ‘Jawel, maar dat is een afgietsel.’

Een afgietsel. Zo had ik het nog nooit bekeken, nog nooit gehóórd. Ik droomde altijd weg bij de muziek

die ik draaide, gaf me eraan over en ging ervan uit dat het muzíek was. Maar het was dus een afgietsel.Vroeger luisterde ik de naar de Veronica Top 40 via een klein tran-sistorradiootje, blikkerig met veel pliepjes en bliebjes erdoorheen, maar de impact die Beatles en Sto-nes op me hadden, liet zich er niet door verstoren.Later kwam de hifi stereo-installa-tie met boxen van teakhout, waar-uit een prachtig vol geluid kwam. Tenminste, als je platen nog nieuw en schoon waren, want algauw hoorde je een flinke ruis en een re-

POP&SPIRIT 13

28

Het klonk opeens vlak, dun, leeg en als ik er nu over nadenk was het inderdaad een afgietsel

Page 29: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

gen van tikjes door de muziek heen. Nooit kwam ik op het idee dat wat ik hoorde een afgietsel was van wat het eigenlijk zou moeten zijn.

Maar toch… Ik had eens een verza-mel-lp van Frank Sinatra, waarop een live-opname stond van ‘Fly me to the moon’. Sinatra kletst wat te-gen het publiek, terwijl het orkest achter hem flink op stoom komt en ook zijn stem swingt al. Dan zet hij het nummer in, het orkest gaat er vol tegenaan en het knalt zó jaz-zy en energiek uit de boxen dat ik vanbinnen wel mee móest swingen. Jaren later kocht ik een live-cd van hetzelfde concert. Toen ik ’m draai-de kwam dus weer ‘Fly me…’ voor-bij en ik was stomverbaasd: had dit ooit zoveel indruk op me gemaakt? Het klonk opeens vlak, dun, leeg en als ik er nu over nadenk was het inderdaad een afgietsel.

Toen de cd in de jaren tachtig z’n intrede deed was iedereen verrukt over de geluidskwaliteit: weg ruis, krasjes en tikjes! Maar tegelijk ging een bepaalde volheid, rijkdom en warmte verloren. Bestaande platen werden zonder veel omhaal gedigi-taliseerd en al was het verlies aan geluidsdynamiek enorm. Het viel vreemd genoeg weinigen op. Inmid-

dels stellen veel mensen zich zelfs tevreden met muziek uit een MP3 speler, waarbij - om digitale ruimte te besparen - het geluid nog méér uitgekleed wordt.

De progressieve rocker Steven Wilson kan zich daar hevig over op-winden: in een documentaire over hem is te zien hoe hij, uit protest te-gen de vervlakking door eindeloos downloaden van slecht geluid, met een enorme voorhamer een iPad aan gort slaat en een mp3 speler overhoop schiet. Zelf is hij iemand die zich inzet voor een uitstekende geluidskwaliteit bij het produceren van zijn cd’s en ook bij zijn concer-ten.

Er is veel verbeterd aan cd en mp3, maar interessant genoeg neemt de verkoop van vinylplaten toe. Ook ik heb weer een ouderwetse draai-tafel neergezet en af en toe luister ik speciaal naar de volheid van het geluid in plaats van naar de muziek, of beter gezegd: naar de muziek van het geluid. Ik kan het iedereen aanraden.

april 2012

28 29

Page 30: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 14

Praten over maken

Een aantal jaren terug was ik veel bezig met de dichter Gerrit Achter-berg. Ik verslond zijn gedichten, en verzamelde oude uitgaven en be-schouwingen over zijn werk.Er bestaat één interview met Ach-terberg en dat staat in een boek met de mooie titel ‘Scheppen riep hij gaat van Au!’, een interviewbun-del door H.U. Jessurun d’Oliviera (1965). De dichter vertelt hoe hem regels invallen, hoe hij woorden aaneen associeert, hoe hij schept. Maar dit vertellen gaat niet van harte. Al tijdens het gesprek twij-felt Achterberg over de zin ervan en kort erna wordt hij panisch. Hij zoekt contact met Jessurun en pro-beert hem te bewegen van publica-tie af te zien. Zijn woorden zijn voor de gedíchten bedoeld en niet om er zomaar wat omheen te praten. Het openbaren van het scheppings-

proces doet hem pijn. De publicatie vindt toch plaats, al lukte het Ach-terberg wel het interview uit een aantal latere drukken te laten ver-wijderen.

Dezelfde tegenzin tegen dit ‘praten over maken’ was goed merkbaar bij Robbie van Leeuwen. Hij schreef de monsterhit ‘Venus’, waarmee de Nederlandse band Shocking Blue in 1969 doorbrak en in Amerika op nummer één belandde. Van Leeuwen werd opgetrommeld voor een aflevering van de onvolprezen documentaireserie ‘Classic Rock

30

Hier zit geen popster, maar een man die zijn plicht doet en eigenlijk rust wil hebben

Page 31: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Albums’ om de totstandkoming van de lp ‘At Home’ en daarmee ook ‘Venus’ toe te lichten. In hoekig Hollands en met duidelijke terug-houdendheid spreekt Robbie over de tijd waarin hij toch veel plezier beleefd moet hebben en geeft wat inspiratiebronnen prijs. Zo putte hij veel uit allerlei Europese volks-muziek. Speciaal voor de documen-taire nam hij zijn gitaar weer ter hand en studeerde een akoestische versie van ‘Venus’ in, kundig, maar wat houterig. Hier zit geen popster, maar een man die zijn plicht doet en eigenlijk rust wil hebben. Hij is klaar, kust z’n gitaar, kijkt in de lens en vraagt: ‘Mag ik nu naar huis?’ Van het plezier, van de kick die het geeft om zo’n goed nummer te ma-ken, is weinig overgebleven. Pijn-lijke situatie.

Gotye, de Belgisch-Australische zanger, beleeft dat totaal anders. Bij zijn cd ‘Making Mirrors’ zit een dvd-documentaire, waarin hij met grote helderheid uitlegt hoe hij te werk gaat. Je ziet hem ritmes opne-men bij een soort openbaar percus-siehek in de Australische woestijn, je hoort hem z’n eigen stem over-dubben tot er prachtige harmonie-en ontstaan, hij koopt oude lp’s en samplet stukjes ervan… tot aan het maken van de hoes, die hij bij el-kaar knipt en plakt vanuit een schil-derijtje van zijn vader. En het wordt allemaal zó transparant gebracht, dat het wel een instructievideo lijkt, alsof Gotye wil zeggen: iederéén kan dit, probeer het zelf eens. En dat gebeurt ook: op YouTube heb-ben al talloze mensen bekeken hoe ‘Somebody that I used to know’ door allerlei groepjes wordt ge-speeld en gefilmd, tot in het absur-de toe, op één gitaar met z’n vijven, of op één ukelele. Puur plezier!

juni 2012

30 31

Page 32: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 15

Forever Young

Dit jaar toeren The Beach Boys over de wereld. De band bestaat vijftig jaar. Vijftig jaar! Oude vetes zijn bijgelegd en een aantal leden heeft samen een nieuwe plaat gemaakt: ‘That’s why god made the radio’ is een mooi album geworden, met als vanouds naast zonnige liedjes wat melancholieke ballads en alles is, heel vertrouwd, doortrokken van harmonie. Maar vernieuwend is het niet en het kan niet in de scha-duw staan van meesterwerken als ‘Smile’ en ‘Pet Sounds’ uit de jaren zestig, toen Brian Wilson de ster-ren van de hemel componeerde en ondertussen zelf bijna krankzinnig werd. Toch zijn critici en fans blij met dit relatief goede resultaat, omdat de band dertig jaar lang nog veel minder presteerde.

In het vroege voorjaar zag ik in

Stuttgart een tentoonstelling die in meerdere opzichten bijzonder was, met schilderijen van Monet, Turner en Cy Twombly - kunstenaars die door meerdere eeuwen verspreid heen leefden en hier opeens broe-derlijk bij elkaar hingen. En het was láát werk. Ook deze mannen doen wat ze altijd al deden, maar zij passeren daarbij een grens naar een verbazingwekkende, nieuwe wereld. Monet betovert als altijd met stu-dies van licht, vooral werkend op en in de natuur, met planten, bla-deren, water. In deze late schilde-

32

Een oude, zichtbaar afgeleefde Cash speelt gitaar en piano in z’n huis

Page 33: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

rijen, veelal geschilderd vanaf een boot in zijn tuinvijver, komt hij tot vrijwel abstract werk: pure kleur, etherisch. Hetzelfde gebeurde eer-der al bij Turner, zijn prachtige gouden zonsondergangen en sche-pen op zee gaan over in turbulente, zuivere kleurcomposities, voor zijn tijd zeer futuristisch. De moderne Twombly maakt iets tegengestelds door: hij werkt veel met kleurve-gen, gecombineerd met dun ge-schreven teksten op het doek, tere schilderijen. En dan, aan het eind van z’n carrière, verschijnen er plots grote en concrete bloemen, waar de harde kleuren letterlijk vanaf druipen.

Doen wat je altijd al deed en toch gaandeweg in iets heel nieuws be-landen, dat zie je in de popmuziek zelden. Maar het komt voor. Johnny Cash, op latere leeftijd aan de kant gezet door z’n platenmaat-schappij, zoekt een nieuwe produ-cer en komt terecht bij Rick Rubin. Die maakt een hele serie platen met hem, genaamd naar zijn label ‘Ame-rican Recordings’. Een deel daarvan verschijnt pas na Cash’ dood in 2003. Ouderdom, geloof, twijfel, ziekte, dood en verlies (bijvoor-beeld van z’n geliefde June Carter, die een half jaar vóór hem overlijdt)

zijn de thema’s die in kwetsbaar gezongen country- en popsongs naar voren komen. Terwijl Rubin Cash laat doen wat hij altijd al deed, zonder opsmuk of geforceerde mo-dernisering, komen ze samen tot iets heel nieuws: muziek die niet fo-rever young wil blijven, die overtui-gend alles wat je bezighoudt als je einde nadert, voelbaar maakt. Wie had gedacht dat zulks óók prachtig kan zijn?Het allermooist vind ik de cover van Trent Reznor’s ‘Hurt’ met een videoclip van Mark Romanek. Een oude, zichtbaar afgeleefde Cash speelt gitaar en piano in z’n huis en ziet in steeds snellere, kortere beel-den gebeurtenissen uit het verle-den - en ook Christus die gekruisigd wordt. Op het laatst sluit hij zorg-vuldig de klep van z’n piano.

augustus 2012

32 33

Page 34: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 16

Succes

Toen Prince zich met zijn beken-de nummer ‘Purple Rain’ op het hoogtepunt van zijn roem bevond en hem gevraagd werd hoe hij zich voelde, antwoordde hij: ‘Verschrik-kelijk! Er is nog maar één weg mo-gelijk en dat is die naar beneden.’

Wat zou het geheim van succes in de popwereld zijn? Een mooi ge-schreven, gezongen en gespeeld meesterwerkje, kundig opgenomen en in een strak cd-hoesje gestoken, suist regelrecht de vergetelheid in als het niet door een flinke groep van liefhebbers omarmd wordt. Volkomen logisch, maar precies datgene waar talloze getalenteerde, hardwerkende en naar erkenning smachtende solisten of groepjes mee worstelen, en dat vaak jaren-lang.

Zo zag ik pas in een voorprogram-ma de Groningse ‘Sexton Creeps’,

een band die donkere, onheilspel-lende, soms psychedelische rock maakt en me af en toe deed denken aan een van die vreemde maar boeiende figuren uit het verleden: Captain Beefheart. Enthousiaste mensen, die een ge-durfd optreden neerzetten met veel ruimte om te experimenteren, ook op zelfgemaakte instrumenten. Maar zelfs de prachtig ontworpen hoezen voor hun platen, met in kunststof gegoten insecten en vast en zeker te danken aan de kunst-academische achtergrond van en-kele bandleden, helpen hen niet aan meer optredens of verkoop.Zou een snelweg naar succes te vinden zijn bij tv-programma’s als ‘Idols’ of ‘The Voice of Holland’? Daar mág je niet eens gedurfd doen. De opdracht is juist om heel ge-polijst een grijsgedraaide megahit voor eventjes nieuw leven in te bla-zen. Of zoals ik iemand hoorde zeg-gen: ‘Als een zanger op een cruise-schip waar de mensen ’s avonds wat vermaak willen.’ Dring je door tot de top, dan kun je erop rekenen dat je kortston-dige furore genadeloos door de televisiemaatschappij wordt uitge-

34

Zou een snelweg naar succes te vinden zijn bij tv-programma’s als ‘Idols’ of ‘The Voice of Holland’?

Page 35: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

molken, al kan het voelen als een signaal van de wereld en de goden dat jij goed bent. Wat zeg ik? Dat je fantástisch bent! Maar algauw sta je weer met lege handen - nou ja, zo-veel had je eigenlijk niet in handen.

Nee, het mag niet te snel gaan. Ja-ren terug brak Joss Stone vanuit het niets door met haar prachtige ‘Soul Sessions’: oude en voor zo’n jonge meid diep doorvoelde soul-nummers, exact op het moment uit-gebracht dat deze muziek aan een herwaardering toe was. Niet lang na haar tweede plaat, dit keer met eigen werk, bekoelde het enthousi-asme al.Kwaliteit is zeker belangrijk, maar het opbouwen van een trouwe fan-base - een groep bewonderaars die je koestert en blijft volgen - even-zeer. Die combinatie geeft succes iets duurzaams en dat is waarvan

zangeressen als Anouk en Trijntje Oosterhuis, die hun positie jaren-lang consolideerden, profiteren. Toch laten succesverhalen zich niet vangen in algemeenheden. In 2010 verscheen ineens Rumer op het poptoneel, met een cd vol zijde-zacht en warm gezongen nummers: ‘The Seasons of My Soul’. Ze werd geroemd door de allergrootsten. Oud meester-songwriter Burt Ba-charach nodigde haar thuis uit en ook Elton John bemoeide zich met haar, maar ze had het niet gemak-kelijk met dit plotse succes en werd overvallen door een gevoel van con-troleverlies. Ze kreeg podiumangst, relatieproblemen en maakte tijdens het ontstaan van haar volgende plaat ruzie met de producer die haar zo groot had gemaakt. Die plaat met jaren zeventig covers, ‘Boys Don’t Cry’, was bedoeld om in deze precaire situatie het vlam-metje toch brandende te houden, en sloeg tegen de verwachtingen in wéér enorm aan. Afdwingen kun je echt succes ken-nelijk niet, maar als het zich een-maal aandient, laat het zich ook niet beteugelen. Dan bestaat er nog maar één weg. Die loopt steil om-hoog.

oktober 2012

34 35

Page 36: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 17

Goede folk

In een muziekcafé in De Pijp in Amsterdam zag ik de Cannonball Johnsons, een bandje waarin onder anderen de zoons van een collega zaten. Ontroerend trouwens om te zien hoe hij zijn jongens tijdens hun optreden bevaderde door als manager, lichtman en technicus op te treden; regelmatig rende hij naar voren om een of ander bij te stellen. De band bestond uit vier knapen met akoestische bas, gitaar, banjo en mandoline en daar bovenuit hun vierstemmige zang. Ze speel-den werk van Crosby, Stills & Nash, Mumford & Sons, traditionals en andersoortige folk. Geen drums en weinig versterking, puur natuur.

Vooral de nieuwe folk van Fleet Foxes, de hemels zingende Zweed-se zusjes First Aid Kit en van de al genoemde Mumford & Sons begint

een rage te worden. De laatsten overtreffen alle verwachtingen met optredens die tot ware feesten uit-groeien en door een flinke platen-verkoop te genereren, dwars tegen de crisis in.De dvd ‘Big Easy Express’ toont hoe de Mumfords, vergezeld van twee andere bands, met een trein door de USA reizen. Er wordt muziek met elkaar gemaakt in de wagons en bij verschillende stops verzor-gen ze feestoptredens. Het gaat vooral om plezier en mooie muziek maken en dat lukt prima. Als de trein zich op een bepaald moment

36

Op zijn gitaar stond met grote letters geschreven: ‘Deze machine doodt fascisten.’

Page 37: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

door een ongerept landschap be-weegt, wijst iemand van het gezel-schap naar buiten en merkt op: ‘Het ziet er daar zo’n beetje net zo uit als toen Woody Guthrie hier nog rond-zwierf.’ Dat klopt wel, maar alleen wat betreft het uiterlijke landschap. Sociaal en muzikaal gezien hanteer-de Guthrie, zwervende oervader van de folkmuziek, zijn muziek als wapen in de strijd voor een bete-re en rechtvaardiger wereld. Op zijn gitaar stond met grote letters geschreven: ‘Deze machine doodt fascisten.’

Figuren als Pete Seeger en Harry Belafonte traden in zijn voetsporen. In de biodocu ‘Sing Your Song’ ver-telt Belafonte hoe hij aanvankelijk inzette op het vertolken van folk, traditionals en carribean songs. Hij werd hiermee zeker succesvol, maar bij het rondtoeren door de Verenigde Staten onderging hij eind jaren vijftig een koude dou-che. Toen hij in een zuidelijke staat een toilet opzocht om een plasje te doen, hoorde hij achter zich een stem. ‘Eén druppel en je bent een dooie nikker!’ Het bleek een politie-agent te zijn die hem erop wees on-bevoegd een blanke wc te gebrui-ken. Totaal aangeslagen en verne-derd zat Harry voor de rest van de

tournee in zijn bus. In hem groeide echter het verzet en hij werd een activist voor de rest van z’n leven. Samen met andere muzikanten en mensen als Martin Luther King en Robert Kennedy streed hij voor een betere toekomst. Zijn muziek stond in dienst van dat hoge doel.

De nieuwe folk bevolkt door mooispelende feestbeesten en de oude door taaie strijders voor het goede? Dat is wel erg kort door de bocht. Degenen die zo’n tien jaar terug begonnen deze muziekvorm - nog niet zo lang geleden als oubol-lig beschouwd - nieuw leven in te blazen, staken op hún manier hun nek uit. In een muziekwereld die grotendeels geregeerd werd door hiphop, dance en andere stadse klanken, kwamen zij met een lande-lijk, zuiver, ademend geluid. Dat is ook goed. En in ieder geval dóet het goed, net als de hemelse klanken van de Zweedse zusjes.

december 2012

36 37

Page 38: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Helden

Eind vorig jaar bezocht ik concer-ten van twee oude helden: Don McLean en Kris Kristofferson. Bei-de heren hebben zich onsterfelijk gemaakt door een aantal prachtige liedjes. Wat is het geheim van een goed popliedje? Het moet lekker in het gehoor liggen door een aanstekelijk ritme of een mooie melodie, of alle-bei. Daarnaast dient het je aandacht te trekken, vast te houden en bij voorkeur moet het zich voor altijd in je nestelen - al kan dat soms irri-tant zijn.

Don McLean had begin jaren zeven-tig zijn grootste hit met ‘American Pie’, waarbij je in eerste instantie denkt aan een Amerikaans taartje. Maar hij liet zich op de gelijkna-mige lp afbeelden terwijl hij de kijker een als Amerikaanse vlag

beschilderde duim toesteekt; zo kun je ‘pie’ ook vertalen! En met dit slimme op het verkeerde been zetten is de tekst van dit merkwaar-dige nummer, dat muzikaal heen en weer beweegt tussen iets dat rockt en een meezing/kroegballade, met-een gekarakteriseerd. Het is een opeenvolging van ondoorgrondelij-ke formuleringen en gebeurtenis-sen, die zich afspelen op ‘the day the music died’. Om onduidelijke redenen betreden Lenin, James Dean en nog vele anderen het toneel, tot aan de vader, de zoon en de heilige geest toe. En die vertrek-

POP&SPIRIT 18

38

Wat is het geheim van een goed popliedje?

Page 39: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

ken weer: ‘they caught the last train for the coast’.

Eindeloos vaak werd McLean be-stookt met vragen over dit nummer, waar gáát het over? Hij gaf ontwij-kende antwoorden, zoals: ‘Het was als een droom.’ Maar hij kreeg, zelfs van beroemde collega’s als Brian Wilson, ook veel complimenten. Het grootste was misschien wel de coverversie van Madonna, die er bijna dertig jaar na de oorspronke-lijke release wéér een flinke hit mee scoorde. ‘Ik heb veel van God gekre-gen,’ verzuchtte McLean, ‘maar nu krijg ik voor het eerst iets van een godin.’

Toch is ‘American Pie’ een typisch jaren zeventig liedje, complex en cryptisch, zoals ook Bob Dylan ze kon schrijven. Wellicht is het moeilijker een eenvoudige song te schrijven. Let wel, eenvoudig is iets anders dan simpel; simpele liedjes gaan vervelen. Kris Kristofferson maakte twee songs die in al hun eenvoud eeuwigheidswaarde hebben. Ze zouden tachtig jaar geleden ont-staan kunnen zijn, maar ook nu. Ze heten ‘For the good times’ en ‘Help me make it through the night’. In beide gevallen gaat het over twee

mensen die niet echt, of niet meer, bij elkaar horen, maar die toch voor één nacht troost en veiligheid bij elkaar zoeken. In het hier en nu: ‘Gisteren is dood en weg, en mor-gen is voor de duivel - vannacht heb ik je nodig.’ Eenvoud ontroert.

Het leuke is dat beide componisten net zo goed tot het tegendeel in staat zijn: Kristofferson - die in de jaren vijftig cum laude afstudeerde in de literatuur - schreef ook in-gewikkelder nummers en McLean maakte speciaal voor de danser/filmster Fred Astaire het lieflijke en speelse ‘Wonderful baby’.

Genoeg nu over coryfeeën, met alle respect. Met ingang van het volgen-de nummer schrijf ik over muziek die zich naar de toekomst toe be-weegt: jonge vernieuwende acts die ongekende belevenissen in petto hebben.

februari 2013

38 39

Page 40: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Schemering

Op zoek naar nieuwe muziek dook ik in het overzicht van de vijftig beste platen van 2012, volgens het toonaangevende poptijdschrift Mojo wel te verstaan. In de top 10 trof ik vijf albums aan van mensen die al meer dan veertig jaar in het vak zitten, onder wie Bob Dylan, Scott Walker en Leonard Cohen. Verder nog wat jongere acts en een enkel debuut - of tweede plaat, maar dit betrof dan meestal weer werk dat sterk op vroegere tijden was georiënteerd. En zo moest ik met Mojo concluderen dat er in de pop eigenlijk niets nieuws gebeurt. Al is dit waar en niet waar tegelijk, want als nieuwe mensen oude mu-ziek gaan spelen en zingen, gebeurt er toch iets nieuws.

Maar zoals het vaak gaat met nieu-we dingen en mensen; ze komen op

je af als je er niet naar op zoek bent. In een muziekwinkel in Utrecht hoorde ik intrigerende sonore klan-ken die direct binnenkwamen en me diep raakten. Het leek folk, met veel bezwerende herhalingen en van een diepe droeve schoonheid. De vertolker bleek Bart van der Lee met ‘Presents Between Tall Pine Trees - Sadness and Thunder’ te zijn. Zonder dralen werd de cd in-gekocht. Deze Van der Lee blijkt al meer te hebben uitgebracht. Hij omschrijft zichzelf als vrolijk, maar met be-langstelling voor de donkere en

POP&SPIRIT 19

40

Maar zoals het vaak gaat met nieuwe dingen en mensen; ze komen op je af als je er niet naar op zoek bent

Page 41: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

trieste kanten van het leven. Die heeft hij door een wat ongewone kindertijd en z’n werk voor het Leger des Heils leren kennen. Hij zwierf met z’n streng christelijke ouders over de wereld en zag veel armoede in Afrika en op de Filippijnen. Sinds hij op z’n achtste in een winkel in Nairobi een gitaar zag, voelt Van der Lee zich tot dit instrument aangetrokken. Soms komen mensen, een enkele keer huilend, hem na een concert vertellen dat z’n muziek hen troost. Voor Bart van der Lee het toppunt van waardering.

In dezelfde sfeer kun je Paul van Hulten plaatsen. Ik zag hem als voorprogramma en hield daar een mooiere herinnering aan over dan aan de hoofdact. Hij is een wat stuurse jongeman, die moeizaam met z’n publiek communiceert: ‘Ik word geacht tussen de nummers door een praatje te houden, maar dat ga ik dus niet doen.’ Maar zodra hij van achter z’n gitaar zingt is er contact, contact met een wereld vol schoonheid en melancholie. Van Hulten speelt doorleefd en geconcentreerd. Hij noemt zich ‘Man from the south’, onder andere omdat hij uit Brabant komt. Gedu-rende enkele jaren trad hij op met

een maat onder de naam ‘Woody and Paul’. Nu is hij solo gegaan met materiaal dat hij al een paar jaar had liggen en waarvan anderen zei-den dat het te mooi was om er niets mee te doen. Ook híj geeft aan niet gedeprimeerd door het leven te gaan, maar zo nu en dan overvallen te worden door een bepaald gevoel, soms gecombineerd met een beeld of droom. ‘Ik weet niet wat het is, maar ik noem het schemering.’ Die schemering zette hij om in songs op de cd ‘Koblenz’.

En dan is er nóg overeenkomst tussen deze twee nieuwkomers: ze geven beiden hun product prachtig vorm. Van der Lee, die een kunst-zinnige opleiding volgde, ontwierp een mooi driedimensionaal schuif-hoesje voor z’n cd, in verschillende uitvoeringen. En de man uit het zuiden zeefdrukte eigenhandig de hoezen voor de in gelimiteerde op-lage uitgebrachte vinylversie van ‘Koblenz’. Melancholieke pracht.

april 2013

40 41

Page 42: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 20

Waar is Roger?

Om het droeve einde van dit ver-haal meteen maar te vertellen: Staff Benda Bilili bestaat al een tijdje niet meer. De aanstekelijke Congolese band van gehandicapte oudere mu-zikanten kreeg rond de afgelopen jaarwisseling ruzie met z’n mana-ger. Over geld. Doordat de groep beroemd geworden was met z’n twee cd’s, het touren over een groot deel van de wereld met optredens waarbij de levenslust van de podia afgolfde, een mooie documentaire en vooral ook omdat aan de hori-zon nog méér succes leek te gloren, verwachtten de mannen heel rijk te worden. Dat viel tegen. Cd’s worden al jaren steeds minder verkocht en rondvliegen en -reizen met een gezelschap van hulpbehoevende muzikanten en hun aanhang, rol-stoelen en driewielers is duur.

Het begon allemaal zo mooi. Rond 2005 worden de door polio ge-handicapte muzikanten, die op dat moment een dakloos leven leiden in de buurt van een troosteloze die-rentuin in de Congolese hoofdstad Kinshasa, ontdekt door producent Vincent Kenis, met wie ze een cd opnemen. En ook documentaire-makers Renaud en Florent de la Tullaye gaan met ze samenwerken, met ‘Benda Bilili! Ze Film!’ als resul-taat. Daarin zie je hoe de mannen zich uiten in rumba, reggae en aller-lei Afrikaanse muziekvormen, met

42

Ondanks of juist dankzij hun beperkingen maken ze de meest acrobatische dansjes

Page 43: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

teksten over het bestaan op de rand van de afgrond, (gebrek aan) seks, (geen of weinig) eten. Ze beklagen hun miserabele sociale positie, al gaat dat altijd gepaard met zelfspot en een enorme dosis levenslust. Ondanks of juist dankzij hun beper-kingen maken ze de meest acrobati-sche dansjes en alles bij elkaar ont-staat een onweerstaanbare show.

Nog aan het begin van het proces ontdekken Renaud & De la Tul-laye in een andere wijk van Kins-hasa een dakloze jongen, die zijn brood bij elkaar bedelt door het spelen op een een soort gitaartje, zelfgemaakt uit een blikje en één snaar. Hij heet Roger Landu, mag bij Benda Bilili auditie doen als sologitarist en speelt met angstige spanning z’n jankende solo. Door meer of minder druk op de snaar uit te oefenen, verandert hij de toonhoogte. Misschien is hij zich er niet helemaal van bewust, maar hij voelt duidelijk hoezeer zijn le-ven hierdoor kan gaan veranderen. Roger wordt geaccepteerd en later zelfs geadopteerd door een van de oudere bandleden. Het hele project loopt echter spaak doordat vrijwel de hele sloppenwijk waar dit zich afspeelt, afbrandt. Pas na meer dan een jaar wordt de productie van de

cd en het maken van de film weer opgepakt.

Maar waar is Roger intussen ge-bleven? Via via komt men erachter dat hij in een dorp ver buiten de stad verblijft en hij wordt met een bootje over de rivier opgehaald. Hij is een lange slungel geworden en als de band uiteindelijk succes krijgt met hun eerste cd ‘Très Très Fort’ en op tournee gaat langs al-lerlei Europese festivals, is hij een zelfbewuste en hip geklede gitarist geworden met de coole uitstra-ling van een nieuwe Jimi Hendrix. En net als deze ontwikkelt hij een geheel eigen podiumact. De film wordt op het festival van Cannes gedraaid, de band is erbij.

Begin dit jaar was het sprookje dus voorbij. Waar is Roger nu? Wat doet hij? Hij verdient een toekomst voor zichzelf en voor z’n muziek. Ik hoop dat Benda Bilili weer bij elkaar komt.

juni 2013

42 43

Page 44: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 21

Binnenste buiten

Mijn oudere broer overleed dit voorjaar plots door een ongeval. De laatste muzikale ervaring die we deelden was een teleurstelling, maar wel een interessánte teleur-stelling. We bezochten een uitvoe-ring van het beroemde vioolconcert van Beethoven en gingen erheen met hoge verwachtingen. Mijn broers favoriete interpretatie was van David Oistrach, een Russisch violist. Hij, met een vleugje Balkan in z’n spel, kon de diepte, strijd, vreugde, tederheid en liefde, die typische vloed van veranderende grote Beethoviaanse gemoedsbe-wegingen, goed uitdragen. En wat mij betreft: als ik met iemand in gesprek geraak over het al dan niet bestaan van Het Goddelijke, sluit ik de discussie al snel kort met de woorden: ‘Luister maar naar het vioolconcert van Beethoven, daarna

praten we verder.’

Goed. Zittend in het Concertge-bouw te Amsterdam verwachtten we zo ongeveer ondergedompeld te zullen worden in de waarheid des levens. Dat gebeurde niet. Het orkest en de solist behandelden het stuk als een virtuoze compositie, die met een zekere lichtvoetigheid en nieuwsgierigheid gebracht kon worden. Ontdaan van alle roman-tische hoogtepunten en donkere diepten, niks geen himmelhoch jauchzend und zum Tode betrübt

44

Het concert was binnenstebuiten gekeerd en dat voelde niet goed

Page 45: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

dus; er werd gewoon lekker een meesterwerk weggespeeld. Met veel plezier, dat wel. Maar wij mis-ten onze razende, tobbende, zege-vierende Ludwig. Het concert was binnenstebuiten gekeerd en dat voelde niet goed.

Terwijl ik dit schrijf, draai ik het album ‘Cabinet of Curiosities’ van Jacco Gardner, een Nederlandse muzikant. Ik kocht de cd niet, maar kreeg hem maanden terug toege-stuurd. Zonder ook maar iets van Gardner te weten, beluisterde ik hem metéén.Prettige muziek, melodieus, licht, beetje symfonisch. Waar kende ik dit toch van? Engelse pop van midden jaren zestig kwam boven-drijven, Pink Floyd, Moody Blues en ook The Beatles. Maar die muziek was tijdgebonden, overgoten met

een saus van hallucinerende mid-delen en je voelde er het verzet in tegen resten stoffigheid, de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, de jeugdtrauma’s. Het was een soort bevrijdingsmuziek.

Bij Gardner lijkt vrijheid meer het uitgangspunt dan iets dat bevoch-ten moet worden en de muziek klinkt behoorlijk clean. Maar wát een plezier, wát een slimme har-monietjes, mooie instrumentatie - soms hoor je tegelijkertijd piano-, orgel- en clavecimbel-achtige klanken - en poëtische teksten!Wat mij bij Beethoven verkeerd viel, valt hier helemaal op z’n plek. Gardner heeft de revolutie van de jaren zestig gemetamorfoseerd tot gewoon lekkere muziek. Buitenste-binnen.

augustus 2013

44 45

Page 46: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 22

Energie

Soms zorgt een nieuwe band voor opwinding. Er wordt over gepraat, hier en daar verschijnt een artikel in krant of poptijdschrift, in de platenwinkel ligt al een singletje. De debuut-cd is in aantocht en een concert in een club is zomaar op-eens uitverkocht - terwijl enkele maanden geleden nog niemand hier van het groepje gehoord had. Maar aan de overzijde der zee was al eni-ge tijd iets gaande en als zo’n band dan in ‘De wereld draait door’ ver-schijnt, gaat het opeens hard.

Zoiets was deze nazomer het geval met ‘The Strypes’. Vier Ierse puber-jongens van vijftien(!) tot zeventien jaar die muziek à la Rolling Stones anno 1964 maken; ruige R&B inclu-sief het gemeen snerpende mond-harmonicaspel van Mick Jagger - maar wel hun meeste nummers

zelf schrijven. Overbekende groot-vaders als Elton John, en Roger Dal-trey van ‘The Who’ behoren reeds tot hun fans. Geconfronteerd met het retrokarakter van hun werk zegt Josh McClorey in Mojo Magazi-ne: ‘Ik zie dat retro niet zo, voor ons is het een energieding.’

‘Energieding’. Het woord deed mij denken aan het begin van een ge-dicht dat een Noorse jongeman schreef tijdens een poëzie/theater-workshop die ik ooit in Scandinavië gaf: Framtidensvind blaser: Energi, Energi! wat zoveel wil zeggen als:

46

Het is een explosie die vijf kwartier aanhoudt

Page 47: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

‘De toekomstwind waait: energie, energie!’

Mijn favoriete platenwinkel heeft een onweerstaanbaar aanbod: bij een single of cd van ‘The Strypes’ krijg je een concertkaartje voor Paradiso. Ik ben meteen verkocht. Als ik me een paar weken later in de sfeervolle bovenzaal vooraan bij het podium nestel, word ik door twee twintigers met ‘u’ aangespro-ken, wat me altijd een oneindig oud gevoel geeft.‘Denkt u dat ze net zo goed gaan spelen als op de plaat?’ Ik geef aan dat het volgens mij wel wat ruiger zal worden en daarmee is niets te-veel gezegd. Vier messcherp gekle-de, slungelige pubers betreden het podium en beginnen onmiddellijk furieus te spelen. Het is een explo-sie die vijf kwartier aanhoudt. Bin-kies met branie, onverschrokken rammen ze op hun instrumenten, kronkelen over het podium, sprin-gen vlak voor het publiek op de mo-nitorboxen zodat ze plots ver boven de massa uittorenen. Ze slingeren hun energieding de zaal in zonder tussenruimtes voor applaus, maar wensen wel voortdurend dat er meegeklapt wordt.

Het is alsof ze deze voor velen wat

oubollige muziek ter plekke opnieuw uitvinden. Ondanks het geweld wordt ieder nummer puntig en strak neergezet, is er plek voor korte zangharmonietjes en bondige gitaar- en harmonicasolo’s. Een deel van het publiek kijkt wat overdonderd toe, een ander deel gaat uit z’n dak, er worden mensen omver gedanst.

‘The Strypes’ staan aan het begin van iets groots. De muziek is van vroeger, hun energie is voor de toe-komst.

oktober 2013

46 47

Page 48: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 23

Imago

James Taylor en Carol King leer-den elkaar rond 1970 kennen. Hij was een beginnend maar succesvol singer-songwriter en zij, ervaren hitproducent, schreef samen met onder anderen haar (ex)man Gerry Coffin vele bekende sixtiesnum-mers. Ze zongen en speelden mee op elkaars succeselpees en Carol schonk James één van haar beste nummers: ‘You’ve got a friend’. Wie kent het niet? Zoete, soms bitter-zoete folk-soul-pop met diepgaand sentiment en vooral veel hart, veel liefde. Heerlijke muziek, die je dich-ter bij je eigen hart brengt. Ik heb televisieopnames uit die tijd, en een dvd van een gezamen-lijk optreden van enkele jaren te-rug in de legendarische club ‘The Troubadour’ in Los Angeles. Ze zijn altijd zichzelf gebleven en zingen dezelfde lieve liedjes. Op de hoezen

van hun beroemde platen - ‘Mud Slide Slim’ van Taylor en ‘Tapestry’ van King - staan ze afgebeeld als late hippies, informeel in of voor hun huis, met makkelijke, preten-tieloze kleding aan.

Ik moest aan ze denken toen ik een paar weken geleden in de Volks-krant een interview met Agnes Obel las, een betrekkelijk nieuwe Deense singer-songwriter die ook buiten Denemarken steeds bekender wordt. Zij komt vanaf de hoesjes van haar twee cd’s ‘Philharmonics’

48

Heerlijke muziek, die je dichter bij je eigen hart brengt

Page 49: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

en ‘Aventine’ allesbehalve informeel naar voren. Op beide portretten, waarvan de eerste en face en de tweede en profil met een geheim-zinnig rood aureool rondom haar streng opgestoken kapsel, lijkt ze nog het meest op een negentiende eeuws lid van een of andere christe-lijke sekte. Ook bij optredens heeft ze een dergelijk image. Tot verrassing van interviewer Menno Pot ziet hij ‘in het echt’ een vlot geklede jonge vrouw, die zegt stevig te balen van het altijd gezien worden als een kruidenvrouwtje of een natuurwezen uit de bossen. ‘Ik woon in Berlijn en m’n ouders in hartje Kopenhagen...’ Op zijn door-vragen vertelt ze dat ze haar diep-ste en vaagste gevoelens, waarover ze moeilijk kan praten, voor haar songs in natuurbeelden giet. Om vervolgens de presentatie in dat zorgvuldig en zakelijk opgebouwde imago te stoppen. Wat dus weinig met haar diepste zelf te maken heeft. Of toch wel?

Geïntrigeerd door dit hele verhaal dook ik in haar muziek en werd gefascineerd door iets dat héél an-ders binnenkomt dan de eerlijke gevoelsmuziek van King en Taylor. Ik hoor enigszins onaardse, op Satie-achtige pianomuziek drijven-

de zang, soms verheven, dan weer heel ontspannen. Oude klanken, die door een sobere aanpak met herhalingen aan minimal music doen denken en daardoor iets futu-ristisch hebben. Om op een heldere manier bij weg te dromen, weg van jezelf. Oók heerlijk.

december 2013

48 49

Page 50: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Tim Knol

Het was enkele jaren geleden, toen de zaken in de muziekbusiness al wat begonnen terug te lopen. In de hoofdstad floreerden toch nog enkele platenwinkels en ik rekende in één daarvan iets af bij de kassa, waarachter een erg jonge jongen stond. Zo kwam hij in ieder geval op me over: jong en met blozende wangen. Hij informeerde naar mijn liefde voor muziek en vroeg of ik er actief mee bezig was. Ik antwoord-de dat ik nog wel eens wat op m’n gitaar speelde en daarbij zong, maar dat dat geen naam mocht hebben. De jongen gaf aan zelf heel serieus bezig te zijn en voordat we daar wat dieper op in konden gaan, werd het gesprek afgebroken door-dat hij een klant moest helpen.

Een jaartje later zag ik ineens zijn eerste cd in diezelfde winkel liggen

en bij beluistering kwam er frisse, duidelijk zeer professioneel gepro-duceerde singer-songwriterpop bij me binnen, gezongen door een mooi dynamische tenor en begeleid door Hollands beste musici. Tim Knol, dacht ik, niet echt een naam voor een popheld, zelfs niet voor iemand van onze Nederlandse bodem…

Eind vorig jaar ging hij, om zijn al-weer derde cd te promoten, enkele winkels langs met alleen zijn gitaar en z’n stem. En toen ik hem toeval-lig op zo’n plek heel informeel en

POP&SPIRIT 24

50

Tim Knol, dacht ik, niet echt een naam voor een popheld

Page 51: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

bescheiden hoorde zingen, vond ik dat mooier dan alles op alle drie die platen bij elkaar.Ze zijn goed, die songs, knap - mooi voorzien van achtergrondkoortjes en sterk gitaarwerk van onder an-deren Anne Soldaat, zonder meer. Maar tegen deze eenvoud konden de cd’s wat mij betreft niet op. Knol deed tussen de regels door z’n ei-gen achtergrondkoortjes, en plakte en knipte wat met gitaarintro’s en solo’s. Soms een beetje rommelig misschien, maar wat had het een charme. Net als z’n praatjes en grapjes tussendoor. Zodra hij zong, verdween hij in z’n liedjes, werd bloedserieus en intens en op een wat melancholieke wijze emotio-neel. Kwetsbaar. En héél mooi, ge-woon mooi.Er werd wat nagepraat en ik vertel-de dat ik nog steeds als een muziek-junk in platenzaken rondhing. Hij kende me nog wel uit zijn tijd in die ene winkel. ‘Een muziekverslaving is toch de beste verslaving die je kunt hebben!?’ riep hij en liep met z’n gitaarkoffer de winkel uit.

februari 2014

50 51

Page 52: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Sentiment

Begin jaren tachtig kocht ik de lp ‘Live in het concertgebouw’ van André Hazes. Ik had behoefte aan sentiment na een hele tijd spiritu-ele boeken lezen en klassieke mu-ziek draaien - of hoogstens hippe new wave en elektronische pop. Door Hazes, die toen nog niet zo gespierd zong als in z’n latere tijd, viel alles weer op z’n plek. Aan het einde van ‘Zij gelooft in mij’ hoorde je een korte snik en op de plaathoes was zichtbaar dat er niet alleen zweetdruppels langs Andrés hoofd dropen, maar ook een traan naar beneden gleed. Hij was een natuur-talent, die de juiste dosering senti-ment wist te vinden. Doseren, daar komt het op aan. Niemand zit te wachten op een koele, afstandelijke volkszanger, en je wilt ook niet dus-danig door de emoties overweldigd worden dat je geen kant op kunt.

Later bekeek ik de filmopnames. De ‘zij’ die in André geloofde zat tegen-over hem op de eerste rij en door dat eerlijk gezongen lied was er een moment van samensmelten van zanger, lied en publiek. Alles werd opgetild en weer neergezet, omdat iedereen contact had met zichzelf, met het eigen gevoel.

Ik zag hetzelfde bij de Engelse zan-geres Adèle, van wie na twee zeer succesvolle platen een live optre-den in de Royal Albert Hall op cd/dvd werd uitbracht. Het concert eindigt met de beladen klaagzang

POP&SPIRIT 25

52

Ze wist ze uit haar ogen en raakt zichtbaar geïrriteerd als ze niet weg lijken te gaan

Page 53: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

‘Someone like you’, die ze schreef na een verbroken relatie. Ze laat het publiek meezingen en dat is risi-covol, want zo’n reuzenkoor kan je subtiele, persoonlijke lied behoor-lijk platslaan. Maar het gaat goed. Adèle doseert het meezingen en trekt het lied steeds weer naar zich toe. Na afloop komen de tranen. Ze wist ze uit haar ogen en raakt zichtbaar geïrriteerd als ze niet weg lijken te gaan. Als ze nu breekt eindigt een perfect concert in een pijnlijke situatie. Het publiek voelt het. In een golf van warme waar-dering staat het als één man op en geeft haar een staande ovatie. Hier en daar wordt in de zaal ook een

traantje weggepinkt. En net als bij Hazes klopt alles opeens en zijn we waar we zijn moeten: bij onszelf en bij elkaar.

april 2014

52 53

Page 54: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 26

De ziel van Spain

Er is muziek die maar door een betrekkelijk kleine groep mensen gewaardeerd wordt. Zoals die van Spain, de band die opgetrokken is rond de Amerikaanse bassist Josh Haden. Toen ik twee jaar terug een concert in Utrecht bezocht, om-vatte het publiek enkele tientallen liefhebbers. Spain keerde op dat moment na een afwezigheid van meer dan tien jaar terug in de pop-wereld, met een nieuwe plaat ‘The Soul Of Spain’ en een tournee door Europa. Die plaat klonk net als het werk dat ze rond de eeuwwisseling al maakten: loom, warm - door de zware bas van Haden - onnadruk-kelijk vakkundig, traag op een enkel up-tempo nummer na. Saai voor onwetenden, maar voor de ingewijden, de uitverkorenen die daar in dat zaaltje bij elkaar zaten was het mindful, rustgevend,

vervullend. Ik kan me herinneren tussen de nummers door met min-stens twee mij volkomen onbekenden gepraat te hebben over hoezeer we aan het genieten waren.

Meestal is minder populaire muziek wat ontoegankelijk, dat is Spain ze-ker niet. Meteen bij de eerste keer luistert het relaxed en prettig. Het is de vermeende saaiheid die je de das kan omdoen: lekkere muziek, so what? Daar valt al zoveel van te consumeren.Bovendien, bands waarbij de

54

Er zit een serieuze spirituele laag in de muziek

Page 55: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

bas centraal staat, daar heb je er meer van. Neem het eigenzinnige Morphine, dat eind jaren negentig een cultstatus bereikte met zwa-re diepe bluesrock door slechts één, later twee bassnaren, een sax en drums. Maar Spain is uniek. Je zou Morphine kunnen zien als een vechter, terwijl Spain mediteert, contempleert. De warmte van de bas keert zich naar binnen, stoot je niet steeds aan. Er zit een serieuze spirituele laag in de muziek, de vrome Haden zet op elke plaat één of twee gospels, tegenwoordig ook een zeldzaamheid. ‘Spiritual’, het wanhopige (‘ik wil niet eenzaam sterven!’) gebed tot Jezus van hun debuut cd, werd gewaardeerd door Johnny Cash en zijn producer Rick Rubin; ze namen het op in Cash’ fa-meuze reeks American Recordings. Verder gaat het altijd over de liefde, volwássen liefde, waarbij het gaat om warmte, veiligheid, trouw en soms ontrouw met teksten als ‘Ik kon niet de enige zijn’ in ‘The Only One’.

Dit jaar lag er opeens weer een nieuwe Spain in de winkel, onder de naam ‘Sargent Place’. Volgens het bekende recept en dat hoeft voor de liefheb-bers helemaal niet te veranderen.

Want waarom zou je genoeg krijgen van rust, liefde en spiritualiteit? Josh’ vader, jazz grootheid Charley Haden, speelt ook nog een stukje mee op een nóg iets warmere bas. Voor wie Spain wil leren kennen: luister naar het tussendoortje ‘The Morning Becomes Eclectic Sessi-on’; zeven nummers uit hun oude en nieuwe repertoire die vorig jaar live werden opgenomen. En laat je inwijden.

juni 2014

54 55

Page 56: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 27

Ups en downs

Rudi Fuchs, die eind vorige eeuw de onvolprezen directeur van het Amsterdamse Stedelijk Museum was, had de goede gewoonte op één zaal heel bewust kunst bij elkaar te hangen die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen had. Door de wissel-werking tussen de stukken zag je opeens weer heel nieuwe aspecten van ieder werk op zich. Een frisse kijk, zeg maar. Op die wijze kun je ook je oren opfrissen, zoals ik een tijdlang deed met twee platen die tegelijkertijd in m’n bezit kwamen.

Ik heb het over ‘Racine Carrée’, die Stromae vorig jaar een doorbraak bezorgde en ‘Every Day Robots’ van Damon Albarn, een album dat begin deze zomer uitkwam. De te-genstelling wordt al bij de hoesjes duidelijk. We zien een trotse Stro-mae (de Belgische Paul van Haver),

en profil en vol in beeld. Albarn zit wat ingezakt op een kruk in een hoekje onderaan. Hij draagt een parka, ooit zeer hip toen hij bekend was met zijn formatie Blur, één van de grondleggers van de Britpop. Daarna leidde hij verschillende pro-jecten, zoals de Comicband Gorillaz, een kleine gang van halfcriminele jongeren die als band optreedt, uit-sluitend via tekenfilmpjes te genie-ten en bewonderen. Begin deze zo-mer debuteerde hij solo. ‘Every Day Robots’ refereert aan Albarns ob-servatie dat eenieder tegenwoordig in z’n smartphone verzonken lijkt:

56

Op die wijze kun je ook je oren opfrissen

Page 57: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

looking like standing stones - door de toenemende digitalisering van de communicatie gaan we steeds meer als alledaagse automaatjes door het leven. Zijn songs klinken sober en wat somber, een elektroni-sche beat met daarboven verfijnde melodieën van onder andere een keyboard. Geen grote bewegingen. Eén pittig swingend liedje over een baby olifantje springt eruit: ‘Mr. Tembo’. Het daaropvolgende ‘Pa-rakeet’ is wat vervreemdend, net als het onderwerp: de tropische parkieten die de laatste jaren in toenemende mate allerlei Europe-se steden bevolken. Wel bijzonder trouwens, dat Albarn hier een song aan wijdt.

In een Volkskrantinterview eind mei gaf de zanger aan zwaar afge-knapt te zijn op de geldzucht van de Britse kunstenaar Damien Hirst, voorheen een groot inspirator voor hem. Zulks lijkt mee te klinken op dit rustige album. Voor een paar euro meer heb je een luxe editie inclusief een dvd met enkele zeer mooi akoestisch uitgevoerde num-mers. Plus een interview met een korte toelichting op alle songs door de maker zelf. Alles even ernstig en ingetogen.

De cd van Stromae daarentegen is één groot feest. Alle denkbare stij-len worden gebruikt: rap, dance, Afrikaanse koortjes, rai en voort-durend klinkt ook de prachtige traditie van het Franse chanson door. De single ‘Formidable’ vond ik terug als titelnummer op een verzamel-cd van dit soort liedjes, gebroederlijk naast werk van Char-les Aznavour en Gilbert Becaud. Stromae (een verhaspeling van ‘maestro’) weet bijna alle mensen te bereiken. Mijzelf als wat oudere chansonliefhebber, mijn zoontje van tien die geniet van de filmpjes op YouTube en ook liefhebbers van dance en rap zullen door het album verleid worden. Rust en droefenis tref je hier niet aan.

Gelukkig hoef je niet te kiezen. Een overeenkomst tussen beide mooie platen is de zorgvuldige productie: op zowel ‘Racine Carrée’ als ‘Every Day Robots’ vind je aparte ritmes, kleine instrumentale solo’s, sam-ples en andere verrassingen. Ga lekker los met Stromae, om je ver-volgens weer te nestelen in de me-lodieuze melancholie van Damon Albarn. Alles op z’n tijd.

september 2014

56 57

Page 58: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 28

Johnny en de struisvogel

Een wonderlijk verhaal, dat van Johnny Cash en de struisvogel. Hij vertelt erover in het voorwoord van zijn boek over de apostel Paulus ,‘The man in white’. Cash, overtuigd christen met een destructieve kant, was altijd al gefascineerd door de heilige man die ooit een agressief christenvervolger was. Beiden zijn tenslotte mannen van uitersten. Maar toen hij zich in de jaren zeventig, gelukkig met zijn tweede vrouw June Carter en afgekickt van pillen en speed, door serieuze stu-die en reizen naar het beloofde land meer met de achtergronden van de bijbel ging bezighouden, ontstond bij Cash (inmiddels the man in black omdat hij had besloten zich in het zwart te hullen zolang er onrecht en armoede op de wereld bestond) het idee om een boek te schrijven over zijn favoriete apos-

tel. Hij kwam een heel eind, maar vooral het centrale gebeuren - Pau-lus’ ingrijpende ontmoeting met de opgestane Christus, the man in whi-te, voor de poorten van Damascus - kreeg hij niet naar tevredenheid op papier. Het project stokte. Dat werd er niet beter op toen Cash op zijn landgoed werd aangevallen door één van zijn dieren, een enor-me, door vereenzaming agressief geworden struisvogel. Hij werd te-gen een rots aangeslagen, waarbij een aantal ribben brak. De narcose en de pijnstilling na dit ongeluk wierpen Cash terug in zijn vroegere

58

Cash was een oude man geworden met veel kwalen

Page 59: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

gebruik van slaappillen en speed en hij beschrijft hoe hij zich na een tournee slechts enkele van de flinke reeks concerten kan herinneren. Het onvoltooide manuscript ver-dween in een la. Bij Cash’ verhaal mag aangetekend worden dat een en ander zich afspeelde in een tijd dat zijn grote succes al jaren ach-ter hem lag. Hij herhaalde zich en speelde altijd weer dezelfde reek-sen van oude favorieten zoals ‘I walk the line’, ‘Folsom Prison Blues’ enzovoort. De ommekeer kwam toen Johnny’s vader overleed en hij een droom had waarin ze elkaar ontmoetten in het hiernamaals. Een echte Ameri-kaanse droom: vader stapte, strak in het pak, uit een glanzende limou-sine en vertelde dat hij het goed had in deze nieuwe wereld. Cash hernam zich en stukje bij beetje en maakte hij zijn boek af, waarbij hij nu ook Paulus’ spirituele erva-ring en innerlijke verandering kon verwoorden. Een en ander had wel z’n tol geëist. Cash was een oude man geworden met veel kwalen. Hij had dan ook een flinke worsteling achter de rug. Met een struisvogel, maar vooral met zichzelf.

Het boek kwam uit in 1986, en niet al teveel later ontmoette hij de ei-

genzinnige producer Rick Rubin. De rest is geschiedenis. Met de reeks ‘American Recordings’ zette de in-middels breekbare zanger, die zich-zelf met hulp van Rubin opnieuw had uitgevonden, zijn oude werk en dat van eigentijdse collega’s in de wereld. En wel op een manier die niet alleen voor zijn fans en hemzelf baanbrekend was, maar die ook een nieuwe generatie inspireerde om het genre country & folk tot iets ge-heel nieuws om te vormen. Van de vruchten van die ontwikkeling kun-nen we tot op de dag van vandaag genieten.

februari 2015

58 59

Page 60: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Divers

Joanna Newsom groeide in de jaren ’80 en ’90 in Californië op als een typisch vrijeschoolkind: zorgvul-dig weggehouden van televisie en heftige films, maar met twee musi-cerende ouders werd muziek met de paplepel ingegeven. Al vroeg speelde ze piano en ook Keltische harp, die later ingeruild werd voor een grote harp met pedalen. Deze werd, zoals ze zelf zei, als een deel van haar lichaam, als een rolstoel of kunstledemaat.

Op haar 18e, net rond de eeuwwis-seling, vond ze het nodig zichzelf in te wijden in de volwassenheid: ze at enkele dagen vrijwel niet en kampeerde onder de blote hemel op het landgoed van kennissen en zat daar uren over een rivier te sta-ren, wachtend op ‘een dierenziel die mij toebehoorde’. Na drie dagen

zag ze drie witte wolven naderen, waarbij ze niet wist of ze nu aan het hallucineren was of dat ze zich op haar dood moest voorbereiden. De wolven likten haar gezicht - en toen herinnerde ze zich dat op het landgoed tamme wolven werden gehouden. Ze werd singer-songwri-ter en wordt vergeleken met grote oer-folkvrouwen als Judee Sill en Joni Mitchell, maar het meest toch met Kate Bush vanwege het soms psychedelische karakter van haar werk en haar hoge, kronkelende stem. Vijf jaar geleden kwam haar magnum opus uit, haar derde al-

POP&SPIRIT 29

60

en zat daar uren over een rivier te staren, wachtend op ‘een dierenziel die mij toebehoorde’

Page 61: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

bum ‘Have one on me’, een over drie cd’s verspreid muzikaal ver-slag van de verschillende stadia van een relatie. De kritieken waren wisselend, soms negatief, soms juichend. Newsoms muziek is, in al z’n gelaagdheid en niet eenduidige teksten, voor sommige mensen heel aantrekkelijk en voor anderen afstotend.

Nu is er dan ‘Divers’ en ook dat is niet bepaald een oppervlakkig werkje, al beperkt ze zich hier tot de gebruikelijke 50 minuten voor zo’n 11 songs. We horen enerzijds een symfonieorkest en anderzijds allerlei, ook wat oudere synthe-sizers zoals de mellotron die de Moody Blues vroeger gebruikten. En natuurlijk de vertrouwde pia-no en harp. Voor de eerste single

‘Sapokanikan’ maakte filmer Paul Thomas Anderson (producent van onder meer de film ‘Magno-lia’) een video. De hoes werd vorm-gegeven door Kim Keever, die een miniwereld schept door een fantasielandschap op te zetten in een aquarium met wolken van in het water toegevoegde kleurstof-fen. Weer gaat het over relaties en dan vooral het dreigende verlies ervan. Newsom trouwde in 2013 en gaf aan dat ‘je daarmee meteen de dood van de relatie binnenhaalt, want alles is eindig’. Toch is de toon niet somber, eerder divers (al betekent divers hier iets anders, Newsom schildert haar man af als een diepzeeduiker). Barokke songs, verschillend door-dat er een hele rits gastmuzikanten meewerkten, niet meteen makkelijk consumeerbaar, maar daardoor wel uitnodigend tot steeds opnieuw luisteren.

december 2015

60 61

Page 62: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

POP&SPIRIT 30

62

Gods Pop

Vorig jaar werd voor het eerst meer oude pop verkocht dan nieuwe. Actueel werk van zowel oudgedien-den als nieuwkomers in de busi-ness moest onderdoen voor re-is-sues, overzichtsboxen en vinyl her-uitgaven van met name artiesten op leeftijd. Dat hangt ook samen met het feit dat vooral de wat oudere popliefhebber nog bereid is geld uit te geven voor platen en schijven; de streaming diensten waarvan veel jongeren gebruik maken werden in de cijfers niet meegeteld. Zo kan het gebeuren dat een verzameling oudere opnames van Bob Dylan (The Bootlegseries 12 The Cutting Edge) méér opzien en publiciteit genereert dan zijn nieuwste plaat. En wellicht dus beter verkoopt.

Een wat minder opmerkelijke box die eind vorig jaar verscheen, is The

Staple Singers Faith and Grace - A Family Journey 1953-1976 (album bestaande uit 5 disks, met daarop 82 tracks: € 57,99). De groep die meestal kortweg ‘The Staples’ werd genoemd, bestond uit vader ‘Pops’ Roebuck Staples en zijn dochters Cleotha en Mavis. En verder waren ook zoon Pervis en dochter Yvonne elk een aantal jaren van de partij. Zoals veel soulmuziek wortelde deze gezinsband in de rijke gos-pelcultuur van de zwarte kerken in hoofdzakelijk de zuidelijke staten van de USA, waarin enorme koren gekleed in glanzende gewaden een enthousiast vraag&antwoordspel (vaak met de predikant die tegelij-kertijd leadzanger is) ten gehore brachten. In de vermakelijke film ‘Ladykillers’ van de Coen Brothers is zo’n koor trouwens heel mooi te zien en te beleven.

Het bijzondere aan The Staple Sin-gers is dat ze deze achtergrond zowel qua vorm als inhoud min of meer trouw gebleven zijn, terwijl andere soulsterren als Sam Cooke, Solomon Burke of Aretha Franklin meer werelds werden. Ik schrijf

het Wattstax festival begin jaren ’70, het ‘zwarte Woodstock.’

Page 63: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

62 63

bewust min of meer, omdat The Staples enerzijds religieuze teksten behielden en ook het kenmerkende vraag&antwoord gezang (overigens veel intiemer dan bij de imponeren-de gospelkoren), maar anderzijds ook politieke en vooral emancipe-rende inhouden vertolkten, aanslui-tend bij de burgerrechtenbeweging rond Martin Luther King. Deze mu-ziek met een boodschap, de mes-sage music, was ook te horen en te zien op het Wattstax festival begin jaren ’70, het ‘zwarte Woodstock.’ Het was de muziek waar de gedis-crimineerde zwarte Amerikanen hoop en kracht uitputten voor hun strijd om gelijkstelling. Diezelfde kracht en hoop klinkt nog steeds uit wat er in de box verzameld is. Je hoort hoe ze zich ontwikkelen van een soort kerkbandje naar een krachtige, zelfbewuste, politiek gerichte groep, die uiteindelijk ook wat frivool durfde te zijn met een grote hit ‘Let’s do it again’ - waarop een kerkleider verklaarde dat ze nu echt ‘van god los’ waren. Intussen werden ze zelfs gecovered door de ultra hippe Talking Heads. Jaren zeventig hits als ‘I’ll take you there’ en ‘Respect yourself ’(ook bekend in de versie van Joe Cocker) klin-ken nog steeds fris en funky. Voor de verzamelaars en voor de leuk

zit er bij de box een vinyl singletje: het eerste plaatje van The Staples, toentertijd in een minioplage. En voor wie zo’n 4 cd overzicht wat teveel van het goede is, zijn er natuurlijk ook ‘best of’ compilaties op één cd.

Jongste dochter Mavis nam met haar machtige stem duidelijk het muzikale voortouw en werd be-wonderd door onder anderen de jonge Bob Dylan. Veel later zou hij een gospelduet met haar opnemen. Zij, inmiddels 76 jaar oud, heeft de groep die tot begin jaren ’80 actief was overleefd en bouwde een in-drukwekkende solocarriëre op die al in 1969 begon en tot op de dag van vandaag voortduurt. Dit voor-jaar komt haar nieuwe plaat ‘Livin’ On Ate High Note’ uit.

februari 2016

Page 64: POP & SPIRIT Dik Goudsblom - bewustzijnonline.nl

Meer Pop & Spirit lees je in het gratismaandelijkse mailmagazine

BewustZijn Online

www.bewustzijnonline.nl