Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het...

29

Transcript of Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het...

Page 1: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen
Page 2: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Pomospost Voorjaar 2008

Inhoud Vijgen geschikt voor de buitenteelt Genenbanken, gegevensbeheer Boekje: Vermeerderen van fruitrassen Foute namen bij aankoop van bomen Pruimenmot Oud recept bestrijding pruimenmot Kleurenafbeeldingen van vijgen Nog eens Present van Friesland Gerechten met kweepeer Rumtopf Zelf wijn maken in het voorjaar De vleermuiswerkgroep Groningen De Westlandse druivenkas Dynamisch snoeien Slowfood en oude fruitrassen Agenda jaarvergadering Financieel jaarverslag

2 4 7 9 10 11 12 15 16 18 19 21 22 23 25 27 28

Pomospost is een uitgave van de Noordelijke Pomologi-sche Vereniging. De NPV stelt zich het opsporen en in stand houden van oude fruitrassen ten doel. Adviseren over aanplant en onderhoud is daarbij een belangrijke taak. U kunt als lezer vragen stellen aan de in dit colofon genoemde adressen.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 1

Page 3: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Vijgen geschikt voor de buitenteelt Voor de vijg (Ficus carica) komt ook in Nederland de laatste jaren meer belangstelling. Het is dan ook een heester met een zeer decoratief blad, die bovendien vruchten geeft die in verse toestand heerlijk zijn en ook prima geschikt om te drogen of voor het maken van jam. In 2004 verscheen het boek “Vijgen in de lage landen” van Pieter Bauwens. Daarin worden ook vijgenrassen besproken die in ons klimaat goed rijp kunnen worden. Uit dit boek is de informatie over de buitenteelt van vijgen geput.

Botanische kenmerken

De vijg behoort tot het grote botanische geslacht van de Ficus. Er zijn slechts twee ficussoorten die eetbare vruchten geven: de Ficus carica, de gewone vijg, waar we het in dit artikel over hebben en de Ficus sycamoris, de sycamoorvijg uit Egypte. De vrucht van de vijg is een syconium, een sterk vergrote, vlezige holle bloembodem die aan de binnenzijde dicht bezet is met kleine bloempjes. De eigenlijke vruchten zijn kleine dopvruchtjes die zich uit deze bloemen ont- wikkelen. We eten dus een soort omhulsel met daarin de vruchtjes. De bloem van de vijg doet precies het omgekeerde als de aardbei, waarvan de vruchtbodem zich ontwikkelt met zaden aan de buitenkant.

De bloembodem heeft onderaan een opening, die het oog (Ostiole) wordt genoemd, en die is afgesloten met schubachtige schutblaadjes, die ongewenste insecten tegen houden. Alleen de vijgenwesp (Blastophaga) die zorgt voor de bestuiving wordt toegelaten. Vijgenwespen komen in onze streken niet voor. Daarom kunnen we vijgentypes die bestuiving vragen in ons klimaat niet telen. Overigens: hoe warmer een vijg staat, hoe geuriger de vruchten.

Eetbare vijgen Eetbare vijgen worden verdeeld in drie groepen: • Smyrnavijgen, die na bestuiving door de vijg-

wesp slechts één oogst geven. Ze zijn voor ons klimaat ongeschikt omdat deze insecten bij ons nooit voorkomen. Enkele van de belangrijkste Turkse rassen behoren tot deze groep. Het heeft dus geen zin om een vijgenboompje uit Turkije mee te nemen als je rijpe vijgen wilt eten. Die boompjes zullen nooit dragen.

• De Gewone vijg of vrouwelijke vijg vormt vruchten die ook zonder bestuiving dragen. Ze wordt ingedeeld in een- of tweemaal dragende rassen. Van de tweemaal dragende rassen kunnen alleen vruchtjes die in de zomer uitgroeien, worden geoogst. De tweede oogst geeft vruchtjes die overwinteren en deze groeien alleen goed uit in een serre of kasje. Soms lukt de tweede oogst nog met bescherming van de struik tegen een warme muur en op een beschermde plaats, bv. achter een rietmat.

• San Pedro vijgen zitten tussen beide vorige groepen in. Vruchten in het vorige seizoen gevormd, rijpen af zonder bestoven te zijn. Dit vraagt rijping tijdens de winter en dat maakt ze voor buitenteelt in ons klimaat ongeschikt. De tweede vruchtzetting op nieuw hout tijdens de zomer rijpt alleen af na bestuiving door de vijgwesp. Dit kan bij ons niet plaats vinden.

Voor buitenteelt in onze streken is de gewone vijg het meest geschikt. Die geeft na overwintering een vroege oogst, al kunnen we de tweede vruchtzetting meestal niet gebruiken. Alleen onder glas of na een lange hete zomer kunnen we op een tweede oogst rekenen. In een verwarmde kas kunnen ook San Pedro vijgen goed gekweekt worden.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 2

Page 4: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Standplaats en winterhardheid Een vijg kan in de volle grond uitgeplant worden. Ze heeft een hekel aan zware klei en een hoge waterstand. Stenen, puin, kalk en een goede drainage bevorderen de groeiomstandigheden. De grond moet arm zijn. Goede grond geeft een ongebreidelde groei met lange slappe scheuten, die onvoldoende uitrijpen en de winters niet overleven. Geef een vijg daarom niet te veel wortelruimte. Tegen een muur geplant of tussen enkele verticale betonplaten kan het wortelstelsel niet te uitgebreid worden. Men kan ook jaarlijks wortels afsteken.

Alle vijgen zijn goed winterhard, mits met factoren als standplaats, koude, wind, vocht en bemesting rekening wordt gehouden. Een gewone vijg zal op goed gedraineerde grond en een tegen de

noordenwind beschutte standplaats een normale winter met enkele keren -10º of zelfs een nachtje van -15º overleven. Diezelfde vijg zal op natte grond zonder beschutting bij nachtvorst en vrieswind na een paar dagen dood kunnen gaan.

Schrale droge grond met veel stenen en kalk bevorderen de winterhardheid. Langdurige strenge vorst is fataal. Dan moet de voet van de plant flink afgedekt worden. Bovengrondse delen zullen afvriezen, maar de plant zal weer uitlopen, maar de oogst gaat dat jaar verloren. De grappigste manier om bij vorst de oogst veilig te stellen is de scheuten in te pakken in sokken. Het meest kwetsbare deel zijn de korte toppen van de scheuten met de jonge vruchtknoppen.

Geschikte rassen Met een keuze van verschillende rassen en types kunnen we van juli tot november over verse vijgen beschikken. In ons klimaat krijgen we dus maar één oogst per jaar, in een kas misschien een tweede. Een flink aantal rassen is voor onze streken geschikt. Sterke en goed winterharde zijn de volgende: Adriatic. Grosse Verte, Strawberry, Verdone. Groengele vruchten met rozerood vruchtvlees en goede smaak. Driehoekig met korte hals. Eenmaal dragend. Rijpt laat en is matig productief. Redelijk winterhard. Angelique. Madeleine des deux Saisons Tweemaal dragende vroege vijg met opvallende goudgele vruchten. Roze vruchtvlees van goede kwaliteit. Voor vers gebruik. Goed winterhard en geschikt voor een koel klimaat. Alma. Fall Gold. Kleine tot middelgrote lichtbruine vruchten. Heel zoet amberkleurig vruchtvlees en uitstekende smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen en roze van binnen. Goed van kwali-teit. Geschikt om te drogen. Kan tegen koele zomers. Boursajotte Noir. Middelgrote, rond en wat puntige vrucht. Paars met blauwe blos en een lange nek. Dieprood, smakelijk vruchtvlees, Uitstekende smaak, sappig en zoet. Krachtige groei. Zeer vruchtbaar. Brown Turken. De meest verspreide vijg in onze streken. Peervormige, middelgrote vijg. Dieprood van binnen, zoet en smakelijk vruchtvlees. Chocoladebruin met witte stipjes en soms een paarse blos. Goed winterhard. Brunswick. Extra grote koperkleurige peervormige vruchten. Rozewit vruchtvlees. Uitstekende smaak. Redelijk winterhard op een goed beschutte plaats. Castle Kennedy. Grote, vroege, langwerpige vrucht. Lichtbruin tot goudbruin met oranjegeel vruchtvlees. Uitste-kende smaak. Sterke groeier. Goed vruchtbaar. Conadria. Middelgrote tot grote groengele, peervormige vijg met lichtrood vruchtvlees en een rijke smaak. Goed winterhard en goede hergroei na bevriezing. Dalmatie. De Dalmatie, Precose de Dalmatie. Grote tot zeer grote groene vrucht, dieprood van binnen. Zeer vroeg rijpen en zeer productief. Compacte struik, geschikt voor kleine tuinen. Everbearing. Lijkt veel op Brown Turkey, maar is kleiner en heeft een doordragend karakter. Goed smakende strobruine vrucht. Handige, compacte lage struik. Geschikt voor potteelt. Figue d’OR. Goutte d’Or. Grote onregelmatig gevormde vrucht, geelbruin, zalmroze van binnen. Matige groeier, geschikt voor potteelt. Flanders. Groengele, lichtpaars gestreepte vrucht met witte vlekjes. Amberkleurig vruchtvlees, delicaat zoet. Peervormig met een nek. Productief en ongevoelig voor schuren. Direct van de boom eten. Genoa. Grote, groengele peervormige vrucht. Uitstekende smaak en redelijk productief. Rijpt sept – okt. Green Ischia. Coeur, Verdfale, Verte. Heerlijk vrucht. Middelgrote tot kleien grasgroene vruchten, met donkerrood vruchtvlees. Geeft een late oogst in september. Redelijke winterhard.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 3

Page 5: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Neverella. Archipel, Osborne´s Prolific. Opvallend grote bronskleurige vijg. Peervormig met lange nek. Zeer zoete amberkleurig van binnen. Goed winterhard. Zeer productief. Peter´s Honey. Fig, Italian Honey Fig, Latterula, Blanche, Lemon. Marseilles Middelgrote geelgroene vijg met rozerood vruchtvlees. Uitstekende smaak. Krachtige groeier. Redelijk winterhard. Petit Negri. Middelgrote, bijna zwarte vrucht met aardbeirood vruchtvlees. Zwakke groeier. Redelijk winterhard. White Marseilles. Groenwitte, middelgrote vrucht met honingkleurige inhoud. Goede smaak. Sterke groeier en goed winterhard.

Jan Veel Literatuur: Pieter Bauwens. Vijgen in de lage landen. 2004 ISBN 90-5897-178-3.

Genenbanken: hoe wordt omgegaan met gegevens? In de twee vorige nummers van de Pomospost is geschetst hoe uitgebreid genenbankcollecties zijn en hoeveel gegevens daarin worden verzameld. Met behulp van de moderne informatie technologie slaat het CGN alle informatie over het collectiemateriaal op en maakt het toegankelijk. Belang van efficiënt gegevensbeheer Genenbankcollecties hebben over het algemeen een grote omvang en over het collectiemateriaal worden grote hoeveelheden gegevens verzameld. Het is dan ook van essentieel belang dat de infor-matie beheersbaar, toegankelijk en behouden blijft. Het moge duidelijk zijn dat hiervoor de achterkant van een sigarendoos minder voor de hand ligt dan moderne technologieën zoals elektronisch gege-vensbeheer en internet.

Door het CGN wordt alle informatie over het collec-tiemateriaal opgeslagen in een centrale elektroni-sche database. Dit betreft zowel paspoort en andere beschrijvingsgegevens van het materiaal, evenals gegevens die meer van belang zijn voor intern ge-bruik, zoals informatie over opslag, kiemkracht en vermeerderingsgegevens.

Alle gegevens zijn gekoppeld aan een uniek accessienummer, zodat informatie onmiskenbaar verbonden is met bepaald materiaal. De database is voortdurend in ontwikkeling, o.a. vanwege aanpassingen in collectiesamenstelling, correctie van opgespoorde fouten en beschikbaar gekomen nieuwe informatie. Van de database worden zorgvuldige back-ups gemaakt zodat behoud van alle gegevens gewaarborgd is.

Toegankelijkheid voor gebruikers

Een goed beheerde documentatie is in eerste instantie belangrijk voor intern gebruik door genen-banken. Om een zorgvuldig samengestelde collectie op te kunnen bouwen moet een collectiehouder een

goed overzicht hebben van de accessies die deel uit maken van de collectie en van wat er over dit mate-riaal bekend is. Om materiaal goed in stand te kun-nen houden moet eenvoudig zijn na te gaan wan-neer hieraan voor het laatst kiemkrachtbepalingen zijn uitgevoerd, wat de resultaten daarvan waren en wanneer materiaal voor het laatst is vermeerderd.

Om materiaal te kunnen gebruiken moet het een-voudig te vinden zijn in de opslagfaciliteit en bekend zijn hoeveel zaad er nog van voorradig is. Omdat genenbanken ook een dienstverlenende taak heb-ben moet informatie aan potentiële gebruikers op een efficiënte manier beschikbaar worden gemaakt. Via de website van het CGN (www.cgn.wur.nl) kunnen alle paspoort-, karakterisatie- en evaluatie- gegevens als Excel files worden gedownload. Toegang tot deze data biedt de mogelijkheid op elke gewenste manier naar materiaal te zoeken en de beschikbare informatie te bewerken.

Daarnaast zijn alle paspoortdata tevens on-line doorzoekbaar zodat snel naar bepaald materiaal in de collectie gezocht kan worden (Figuur 1).

Hierbij kunnen verschillende velden zoals soort, accessienaam of land van herkomst worden gespecificeerd, waarna alle materiaal dat aan de zoekcriteria voldoet op het scherm wordt getoond. Geselecteerde accessies kunnen vervolgens on-line worden besteld. Door goede en uitgebreide informatie kunnen gebruikers uit de totale collectie een nauwkeuriger selectie maken van het materiaal waarin zij geïnteresseerd zijn.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 4

Page 6: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Figuur 1: Zoekfaciliteit op CGN’s website voor het selecteren van

materiaal uit de collectie.

Gemeenschappelijke databases

Naast genenbanken bestaan er ook verenigingen en particulieren die zich actief bezig houden met de conservering van de diversiteit van belangrijke cultuurgewassen. In Nederland zijn de verschillende fruitcollecties daarvan een goed voorbeeld. In 2005 werd tussen verschillende houders van Neder-landse appelcollecties een samenwerkingsverband gestart.

Eén van de resultaten van deze samen- werking is de opzet van de website www.appelcollecties.nl die onder andere toegang geeft tot een gemeenschappelijke database (“de Nederlandse appel database”). In deze database zijn op dit mo-ment 1869 accessies van 12 verschillende appelcollecties opgenomen. De database is nog steeds in ontwikkeling waarbij uitbreiding met andere Nederlandse collecties en uitbreiding van de gegevens van al opgenomen accessies belangrijke aandachtspunten zijn. Door middel van de database wordt getracht zoveel

mogelijk informatie over de Nederlandse appelcol-lecties bij elkaar te brengen. Hierdoor ontstaat een beter beeld van de samenstelling van de verschil- lende collecties en van de diversiteit in Nederland als geheel. Daarnaast kan goed toegankelijke informatie over de verschillende collecties dienen als hulpmiddel bij het zoeken van materiaal van bepaalde rassen en daarmee bijdragen aan de instandhouding ervan. Een gemeenschappelijke database kan tevens gebruikt worden als referen- tiekader bij het verifiëren of identificeren van ras- namen.

Figuur 2 geeft een voorbeeld van de zoekopdracht “Notaris”, wat 10 gevonden accessies oplevert. Doorklikken op een zoekresultaat laat vervolgens alle ingevoerde informatie over de accessie zien, waaronder identificatie en herkomstgegevens. Hier-door kan bijvoorbeeld worden nagegaan of een be-paalde boom een duplicaat is van een boom uit een andere collectie

POMOSPOST VOORJAAR 2008 5

Page 7: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Internationale samenwerking Ook internationaal is er een toenemende samen- werking tussen genenbanken omdat hierdoor gene-tische diversiteit efficiënter geconserveerd kan worden. De ECPGR (European Cooperative Pro-grme for Plant Genetic Resources) is een samen-werkingsprogramma tussen Europese landen dat zich richt op de lange termijn conservering van plantaardige genetische bronnen in Europa en op het stimuleren van het gebruik ervan.

Eén van de speerpunten van de ECPGR is de ontwikkeling van internationale databases, die qua opzet en functionaliteit vergelijkbaar zijn met de Nederlandse appel database. Vanwege de grote overlap tussen collecties, zullen deze databases b.v. gebruikt worden om uit gedupliceerd materiaal de meeste geschikte accessie aan te wijzen. Met de betreffende collectiehouder zullen vervolgens afspraken worden gemaakt om goede conservering van het materiaal te waarborgen.

De ECPGR is georganiseerd in verschillende netwerken en werkgroepen rondom een specifiek gewas of gewasgroep. Eén van deze groepen is de

Malus/Pyrus werkgroep, waarover uitgebreide informatie is te vinden op de ECPGR website (www.ecpgr.cgiar.org/workgroups/malus_pyrus/malus_pyrus.htm). Er zijn internationale databases voor Pyrus en Ma-lus. De laatste bevat meer dan 20.000 accessies uit 13 landen. De databases zijn toegankelijk via de website van de Malus/Pyrus werkgroep. Naast de afzonderlijke databases bestaat er ook een grote centrale database, Eurisco http://eurisco.ecpgr.org, waarin momenteel de gegevens zijn opgeslagen van 1,065,423 Europese accessies, waaronder 15,670 Malus en 6,247 Pyrus accessies. Gegevens in grote, gezamenlijke databases zijn helaas niet altijd up-to-date omdat het systeem afhankelijk is van regelmatige aanvoer van nieuwe data. Verwacht wordt dat technische ontwikkelingen het in de toekomst mogelijk maken dat in een zoekopdracht de afzonderlijke databases van genenbanken tegelijkertijd on-line doorzocht kunnen worden, zodat altijd over het meest recente overzicht kan worden beschikt.

Rob van Treuren. Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN), Wageningen Universiteit en Onderzoekscentrum, Postbus 16, 6700 AA (tel. 0317 477082, fax. 0317 423110, e-mail: [email protected]

. Fig. 2: Resultaat van de zoekopdracht “Notaris” in de Nederlandse appeldatabase www.appelcollecties.nl

POMOSPOST VOORJAAR 2008 6

Page 8: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Vermeerderen van fruitrassen. Het betreft hier een herziene uitgave van het eerder door de Stichting Fruithof uitgebrachte boekje. Deze keer als gezamenlijke uitgave met de NPV. Bespreking van een boek waarvan je ook nog me-deuitgever bent is een wat hachelijke zaak als je de schijn van partijdigheid wilt vermijden. Toch doe ik hierbij een poging, mij inlevend in een geïnteresseerde liefhebber van oude fruitrassen die de ambitie heeft om ook zelf eens aan rasvermeerdering te gaan doen. Wie het boekje met deze instelling leest komt zeker aan zijn trekken.

Verschillende, voor een particuliere liefhebber bruikbare vermeerderingtechnieken, komen aan de orde. De geschreven instructies zijn voorzien van zeer duidelijke illustraties.

Na een korte inleiding waarin o.a. de noodzaak tot vegetatieve vermeerdering van de meeste fruitras-sen wordt uiteengezet volgt een uitgebreidere behandeling van het enten. Hierbij passeren de keuze van onderstammen, het snijden en bewaren van enthout, toepassing van tussenstammen, het voor en tegen van laag of hoog in de boom enten, de revue. Ook de behandeling van de verschillende enttechnieken wordt duidelijk beschreven en geïllustreerd. Vervolgens wordt het oculeren ( naar mijn indruk een heel interessante en voor de echte liefhebber spannende, maar veel minder gebruikte techniek ) behandeld. Ter afsluiting volgen dan nog zaaien en afleggen als vermeerderingstechnieken.

Als punt van kritiek valt te noemen dat hier en daar in de tekst bepaalde begrippen worden ingevoerd die pas verderop worden toegelicht of later in een context worden gebruikt waaruit de betekenis blijkt. (bv. “de betekenis van de sapstroom bij bepaalde enttechnieken”, “enten onder de bast”, “gestratifi-ceerd”) Als lezer is het prettig een onbekend begrip direct toegelicht te zien. Verder zal bij een volgende druk de nummering bij sommige illustraties verbe-terd of aangevuld moeten worden. Ook de plaats van de paginanummering in de inhoudsopgave zou achter de hoofdstuktitels moeten staan.

Ten slotte, om de puntjes op de welbekende letter uit het alfabet te zetten, zal ook enige aandacht aan de opmaak moeten worden gegeven. Het inspringen bij opsommingen is niet steeds consequent en er vallen hier en daar onnodige spaties.

Overigens zijn de genoemde kritiekpunten geen aanleiding om van aanschaf van dit zeer nuttige en instructieve boekje af te zien. De kwaliteit - prijsver-houding is ronduit goed te noemen.

Het boekje is bij de Fruithof en NPV op entdagen, open dagen en tentoonstellingen te koop voor slechts 4 euro of kost 6 euro bij een bestelling. Mail naar [email protected] of [email protected] met vermelding van “ Vermeerderen van fruitrassen” om in het bezit te komen van deze fraai vormgegeven uitgave.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 7

Page 9: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Advertentiepagina

POMOSPOST VOORJAAR 2008 8

Page 10: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Foutieve benamingen bij aankoop van fruitbomen Tijdens excursies en op determinatiedagen worden we herhaaldelijk geconfronteerd met mensen die een fruitboom van een bepaald ras hebben gekocht, maar dat jaren later, als de boom vrucht draagt, blijkt dat de vruchten niet overeenkomen met het gekochte ras. Als het ras dat ze wilden aanschaffen kennen komen ze er zelf achter dat ze een verkeerde boom hebben gekocht, maar als ze niet bekend zijn met het fruitras dan nemen ze aan dat ze het juiste ras hebben aangeschaft. Dat blijven ze geloven totdat wij ze bij een bezoek of op een determinatiedag uit de droom helpen, wat voor veel mensen geen plezierige ervaring is.

Zo kwam op een van onze determinatiedagen iemand met tien verschillende appels. De bomen had hij gekocht bij een landelijk bekende kweker en had de lijst meegenomen met daarop de rassen die het zouden moeten zijn. Van de tien appels bleken er zeven niet de juiste naam te hebben. Ook kwam er een keer een mevrouw bij mij die zei dat ze vijf keer een Zoete Kroon had gekocht, maar alle vijf keer bleek het wel een zoete appel te zijn, maar geen Zoete Kroon.

De determineerders die hebben geprobeerd de rassen in de Fruithof te Frederiksoord de juiste naam te geven kwamen ook daar tot de ontdekking dat veel fruitbomen niet de juiste benaming hadden. Je vraagt je dan af wat kan er allemaal mis gaan als er zoveel namen niet kloppen. Ik wil proberen eens op een rijtje te zetten wat er mis kan zijn gegaan

1) Het enthout heeft niet de juiste benaming. a) Als degene die het enthout verzamelt een verkeerde naam aan de boom

heeft toegekend dan krijgen alle geënte bomen een verkeerde naam. b) Het enthout is door elkaar geraakt. Tijdens entdagen komt het nogal eens

voor dat men het enthout niet op de juiste plek teruglegt, waardoor met verkeerd enthout is geënt. Achteraf ook tot grote teleurstelling van de enter.

2) Het ras had niet de juiste benaming. a) Het overkomt ook ons wel eens dat we jaren later tot de ontdekking komen

dat we het ras een verkeerde naam hebben gegeven. Het betreft dan meestal rassen die erg veel op elkaar lijken.

b) De naamlabels aan de boom waren verkeerd bevestigd. Evenals bij het enten moet je bij het labelen niet worden gestoord, want voordat je er om denkt maak je fouten en hang je de verkeerde label aan de fruitboom. Je moet heel zorgvuldig te werk gaan en naast de labels ook een plattegrond van de kwekerij maken, zodat je bij het verdwijnen van een label het juiste ras kunt terugvinden.

c) De bomen zijn niet geplant zoals op de tekening is aangegeven. Dat is voor de eigenaar niet zo`n ramp, want dan heb je waarschijnlijk wel de gewenste rassen alleen op een andere plek geplant. Alleen het enthout dat van de van de boom komt klopt niet.

3) De kweker kan te goeder trouw zijn, maar had bomen van een andere kweker betrokken, die zich vergist had. Hij verkeert evenals de koper van de boom dat de naamgeving de juiste is.

We vingen eens een gesprek tussen een paar fruitbomenverkopers op, die een foutenpercentage van 25% in de naamgeving van hun bomen constateerden. De klant wordt hierover niet geïnformeerd. Uiteraard vinden wij als determineerders dit onacceptabel.

De moraal van dit verhaal is dat er veel fout kan gaan bij de aankoop van een fruitboom en dat je er helaas rekening mee moet houden dat je soms niet de gewenste fruitboom hebt gekocht. Je weet pas zeker of je het juiste ras in je bezit hebt als je de vrucht herkent of dat het ras op een van de determineerdagen van de NPV door meerdere determineerders met stelligheid is vastgesteld.

Lukas Duits

POMOSPOST VOORJAAR 2008 9

Page 11: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Pruimenmot Als moedertje natuur een beetje meewerkt zullen over enkele weken uw pruimenbomen weer in bloei staan. Altijd een vorstelijk gezicht zo vroeg in het voorjaar. Een dag of 10 na de bloei zijn de eerste jonge vruchtbeginselen al waar te nemen. Terwijl u staat te dagdromen over rijke oogsten, pruimentaarten en pruimen op sap, is de Pruimenmot klaar wakker en legt zij haar eitjes om zich te verzekeren van nageslacht. Niet lang daarna vallen de jonge pruimpjes af. Wat is er aan de hand en wat kunnen wij er tegen doen. De Cydia funebrana, het pruimenmotje, is de veroorzaker van de wormstekigheid bij pruimen. Tweemaal per jaar wordt er een aanslag op uw oogst gepleegd.

Eerste generatie, klein pruimpje waar wormpje uitkomt. Zie druppeltje hars bij boorgat.

Levenswijze. De pruimenmot overwintert als rups in de grond. Het zich verpoppen, het verwisselen van gedaante van rups naar vlinder (mot), gebeurt in het voorjaar. Ongeveer vanaf half mei verschijnen de motten, hun vlucht is alleen waar te nemen in de avonduren en in het begin van de nacht.

De motten zijn weinig opvallend van kleur. De voorvleugels zijn bijna geheel donker grauwbruin van kleur met een smalle witte streep langs de zijkanten.

Op windstille tamelijk warme avonden, wanneer de avondtemperatuur tenminste 14 à 15 °C. bedraagt, worden de eerste eitjes gelegd op de nog heel kleine pruimpjes.

De eieren zijn plat van vorm en zilverachtig glanzend van kleur. Zij worden afzonderlijk afgezet, meestal aan het naar beneden gekeerde einde

van de pruim in de buurt van de punt. Vanaf juni zijn de eitjes vrij gemakkelijk waar te nemen.

De eiafzetting is sterk afhankelijk van de weers- omstandigheden en bij koud weer wordt de eiafzetting zelfs geheel gestaakt. Eén vrouwelijk motje kan ongeveer 60 eieren leggen. Hieruit kunnen na een week (bij lage temperatuur duurt dat langer) de rood- rozeachtig gekleurde rupsen uit komen. Ze kruipen meestal eerst buiten op de vruchtjes rond en boren zich daarna naar binnen, meestal op enige afstand van de plaats waar het oorspronkelijk eitje was gelegd. Vervolgens wordt het vruchtvlees rond de steen weggevreten.

Eerste generatie geeft weinig schade. De vlucht van de eerste generatie motten geeft relatief weinig schade. De uitgekomen rupsjes boren zich naar binnen en gaan eerst naar de aanhechtingsplaats van de steel en knagen daar de vaatbundels door. Omstreeks begin juli beginnen daardoor de aangetaste vruchten vroegtijdig te verkleuren. Dit proces wordt ook wel het noodrijp worden genoemd.

De noodrijp geworden vruchten vallen af en vaak vindt men nog de rood / roze rupsjes in de vruchten. Het afvallen valt samen met de junirui en geeft een natuurlijke vruchtdunning, daarom is de schade ook vrij beperkt en bespaart u een hoop dunwerk.

Twee generaties. Als de rups volwassen is geworden verlaten ze de jonge noodrijp geworden pruimpjes. Eén gedeelte verpopt zich onder schorsdelen, tussen plantenresten op de grond of in de grond. Dit wordt de tweede generatie genoemd omdat ze over een dikke maand, eind juli, weer van gedaante zijn verwisseld en jonge pruimenmotten zijn geworden.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 10

Page 12: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Tweede generatie bij al bijna volwassen pruimen. Pijl wijst naar worm.

Het andere deel spint zich in een overwintering- cocon en verpopt zich pas volgend voorjaar wanneer u weer staat te dagdromen over rijke oogsten, pruimentaarten en pruimen op sap. Volgend jaar zijn zij de eerste generatie.

Tweede generatie geeft veel schade. De lichtbruine gekleurde poppen van de tweede generatie hebben een grootte van 6 à 7 mm. Na een rustperiode van twee weken komen de pruimenmotten uit. Ze zetten hun eieren af op de halfrijpe en al behoorlijk grote pruimen. De daaruit ontstane rupsen verschijnen al na ongeveer 6 à 8 dagen na de eiafzetting en boren en vreten zich rondom de steel naar binnen richting de steen.

Bij de steen treft men zwarte natte vervuiling aan wat wordt veroorzaakt door de uitwerpselen van de rupsen. Dit is echt “gatsie”.

De aangetaste vruchten zijn te herkennen aan een kleurloos harsachtig druppeltje op de vrucht. Volwassen geworden rupsen laten zich aan een eigen spinsel zakken naar de grond of kruipen onder de schorsdelen die beschutting geeft en ze spinnen zich in een overwinteringscocon.

Eerst in het volgend voorjaar volgt de verpopping die we dan opnieuw de eerste generatie noemen. De familie Pruimenmot gaat compleet de winter in.

Wat kunnen wij er tegen doen. Zodra men de eerste eieren op de vruchten, in het voorjaar, heeft waargenomen kan men met de bestrijding beginnen. Men zal dus regelmatig moeten controleren op platte, zilverkleurige eitjes.

Het ontdekken van de eitjes kan voor verschillende pruimensoorten nogal verschillend zijn. Vooral late rassen worden bij betere weeromstandigheden vaak aangetast, zoals Kwetsen en Reine Victoria.

Wanneer vanwege koude perioden in het voorjaar de eieren over een langere periode worden afgezet kan het noodzakelijk zijn na 10 tot 14 dagen de bespuiting te herhalen.

De tweede bespuiting is dus alleen noodzakelijk, wanneer men na de eerste bespuiting toch veel nieuwe eitjes waarneemt.

Middel. Decis vloeibaar is werkzaam tegen een reeks van insecten. Het middel werkt als contact- en maaggif. Het werkt niet systemisch, wat wil zeggen dat het gewasbeschermingsmiddel niet in de sapstroom wordt opgenomen. Heeft geen dampwerking en dringt niet snel in het blad door. Wel penetreert het in de waslaag. De nawerking op plantmateriaal is lang. Het middel is zacht voor het gewas. Het is vrij verkrijgbaar bij de “groenwinkels”, in klein verpak-king. De dosering is 1 milliliter per 1,5 liter water. Niet tijdens de bloei spuiten.

Herkennen en knippen. Door pruimenmot aangetaste vruchtjes zijn gemakkelijk te herkennen. In mijn kleine boomgaard staan drie pruimenbomen die extra vatbaar zijn voor pruimenmot omdat ze laat bloeien en dan zijn de omstandigheden erg gunstig voor de motten. Hier wordt de mot bestreden met behulp van een stevige huishoud- trap en dito schaar. De jonge vruchtjes, duidelijk te herkennen aan een zwart boorgaatje, worden er met een huishoudschaartje uitge- knipt, opgevangen en afgevoerd via de bio-afvalcontainer. Dus niet op de composthoop.

Eind juli - begin augustus wordt de tweede generatie bestreden op dezelfde manier. Deze vruchten zijn te herkennen door hun noodrijp-verkleuring. Werkt perfect!

POMOSPOST VOORJAAR 2008 11

Page 13: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Vangbanden tegen pruimenmot. Met deze manier wordt het vangen van fruitmotten die een beschutplekje zoeken om te verpoppen beoogd. Rond de stam van de boom wordt ongeveer een 20 cm brede golfkartonnen strook (A) aangebracht met nylongaas (B) en met een draadje (C) vastgebonden.

De volgroeide rupsen zoeken de holten op in en onder het golfkarton om te overwinteren en te verpoppen. De vangbanden worden begin juni voor de eerste generatie pruimenmot aangebracht en begin juli weer verwijderd. Het aanbrengen van de vangbanden voor de tweede generatie vindt plaats eind juli en worden eind augustus weer verwijderd.

Jans Koops.

Oud recept voor bestrijding van de Pruimenbladwesp Het was ons NPV-lid Frits Timmer die op de determinatiemiddag in de Kroezehof te Assen de redactie een oud recept overhandigde. “Veel mensen weten dit niet en vóór de vlier in bloei staat moeten onze lezers het eigenlijk wel weten” zei Frits. Hierbij nemen we zijn gevonden recept uit een oud leerboek over in de schrijfstijl van toen.

Voor de bestrijding van de pruimenbladwesp gebruikt men in Lunteren, zonder nog met de oorzaak der kwaal bekend te zijn, met goed succes een aftreksel van vlierbloesems. Men trok gedroogde vlierbloesems in kokend water uit, en besproeide met het aftreksel door middel van een ‘witkwast’ de boomen, wanneer ze in vollen bloei stonden. Doorgaans hielp dit middel uitstekend. Door de besproeiing toch met vlierwater worden de wespjes van de pruimenbloesems afgehouden, zoodat zij geene eieren in de bloem kunnen leggen. Maar men zorge bovenal, dat dit besproeien met vlierwater niet te laat geschiede, dus niet als de wespen reeds hare eitjes in de bloesems hebben gelegd.

Ik geloof daarom, dat het ’t best zal zijn, reeds tamelijk vroeg in ’t voorjaar, korten tijd vóór het opengaan der bloesems, het middel aan te wenden, en later nog eens weer, zoodra men de zwarte bladwespen bemerkt, op welker verschijnen dus nauwkeurig acht moet worden geslagen. De enkele keeren, dat de behandeling met vlierwater niet het gewenschte resultaat gaf, schijnen op rekening te moeten worden gesteld van de omstandigheid, dat de besproeiing niet te juister tijde plaatsgreep.

Jans Koops.

Uit: Land- en Tuinbouwboek: Ziekten en Beschadigingen der Ooftbomen, deel 3. Alle vijf delen uit deze serie zijn voor NPV-leden beschikbaar bij de NPV-biep.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 12

Page 14: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Vijgenrassen geschikt voor de buitenteelt

Abicou Alma

Angelique

Black Jack

Blanche d’Argentieul

Boursajotte Noire

Brown Turkey

Brunswick

POMOSPOST VOORJAAR 2008 13

Page 15: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Castle Kennedy Dalmatie Figue d’Or

Conadria

Everbearing

Flanders

Figue d’Or

POMOSPOST VOORJAAR 2008 14

Page 16: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Genoa

Neverella

Peter’s Honey Fig Petit Negri

Pingo de Mel White Marseilles

POMOSPOST VOORJAAR 2008 15

Page 17: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Opnieuw een Present van Friesland aangetroffen

In het vorige nummer van Pomospost is informatie van de website van Fruit in Fryslan gegeven over de vondst van de appel Present van Friesland. Een lid van de NPV heeft in Tietjerk ook een oude boom van dit ras aangetroffen, waarvan de hoog- bejaarde eigenaar vertelde dat hij deze indertijd zelf heeft aan laten planten. De afgeleefde boom heeft een groot deel van zijn kruin verloren, maar de overblijvende takken gaven een rijke appeloogst. Enkele vruchten zijn aan de determineerdes van de NPV voorgelegd. Zij hebben de appels vergeleken met de gegevens en afbeeldingen van de beschrijving uit 1931 en ze zijn als Present van Friesland herkend. Omdat er slechts twee standplaatsen van dit ras bekend zijn: Hardegarijp en Tietjerk, is er deze winter zo snel mogelijk enthout van de bomen gehaald. Opgeënte bomen zullen in collecties van de NPV worden onder-gebracht, zodat het ras niet zal verdwijnen. Op termijn zal ook voor liefhebbers enthout beschikbaar zijn en zullen boompjes te koop worden aangeboden.

De gevonden Present van Friesland Afbeelding uit 1931van de doorsnede

POMOSPOST VOORJAAR 2008 16

Page 18: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Gerechten met kweepeer

De kwee, gewoonlijk kweepeer genoemd, is een fruitsoort uit West-Azië en de landen om de Middel-landse Zee. De vrucht wordt daar geheel rijp en zacht en wordt daar dan ook als tafelfruit gegeten. In West-Europa blijft de kweepeer hard en is niet als handpeer te gebruiken. De vruchten zijn rijk aan vitamines A en C en bevatten daarnaast nog waardevolle mineralen. Omdat veel recepten voor het verwerken van kweeperen vaak maar weinig van elkaar afwijken, geven we een algemene beschrij-ving met daarbij enkele tips, om er net iets extra’s aan toe te voegen. Kweeperencompote Recept 1.

Kook 750 gr. Schoongemaakte *) kweeperen in ¾ l. water met daaraan toegevoegd 200 gr. suiker, een stukje pijpkaneel een paar kruidnagels gedurende 2 à 3 uur tot de peren rood, zacht en gaar zijn ge-worden.

Recept 2.

Schil twee grote kweeperen en rasp ze fijn. Los 1 kg. suiker op in ¼ l. water, door het water aan de kook te brengen en de suiker al roerende toe te voegen. Hierdoor ontstaat een z.g. suikersiroop. Doe de geraspte kweeperen en iets kaneel in de siroop en laat de geraspte kweepeer in ongeveer 20 min. gaar koken. Naast de kaneel kan ook een vanillestokje enige tijd meegekookt worden. En voor een extra smaakje kunnen er een paar eetlepels rum toegevoegd worden. Appelmoes op een gewone manier gemaakt wordt geuriger en smakelijker wanneer een gesnipperde kweepeer meegekookt wordt.

*) Onder schoonmaken verstaan we, eerst grondig wassen, afdrogen, in vieren snijden, klokhuis ver-wijderen en schillen.

Kweeperengelei en kweeperenjam.

Voor het maken van een gelei worden de kwee-peren gewassen en met schil en pitten in stukken gesneden en gekookt. In verschillende recepten wordt aangeraden de steel en de bloemaanzet eruit te snijden en ook de pitten te verwijderen. Kook de peren gedurende 45 minuten of langer in zoveel

water, dat ze er net onder staan. Als de stukjes gaar zijn worden ze zacht en rood. Wrijf ze vervolgens fijn met een pollepel in bv. een vergiet en laat de pulp in een thee- of kaasdoek uitlekken. Voeg 750 gr. kristalsuiker, in de vorm van een siroop, toe aan 1 l sap en kook het in tot een gelei met voldoende dikte. In plaats van kristalsuiker kan men ook geleisuiker gebruiken waardoor het indikkingsproces sneller verloopt. Door tijdens het koken regelmatig een lepeltje gelei op een koud schoteltje te scheppen en te laten af-koelen kan getest worden of smaak en dikte van de gelei goed is. Eventueel kan ook citroensap, pijp-kaneel, kruidnagels of zeer fijn geschilde sinasappel schil worden toegevoegd. Op de zelfde wijze zoals hiervoor is beschreven kan men kweeperenjam maken, door de gelei wat langer te laten koken.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 17

Page 19: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Kweeperenchutney

Chutneys zijn afkomstig uit India en zijn door de Engelsen meegebracht naar Europa. Chutneys worden ook wel kruidige jam genoemd. Ze smaken heerlijk bij vlees, kip op een stukje kaas of op de boterham. De hoofdbestanddelen zijn: vruchten of groenten, azijn, suiker, en uien.

Benodigdheden: 2 kg. kweeperen, 4 appels, 0,8 kg versnipperde ui, 250 gr. suiker,1 theelepel zout, 1 theelepel kaneel of een pijpje kaneel, 0.7 l kruiden of wijnazijn.

Bereiding: Was de kweeperen schil ze, verwijder de klokhuizen en snijd ze in kleine stukjes. Doe dat ook met appels wanneer die ook in het recept staan. Breng het geheel, al roerende, aan de kook en laat het 1 tot 2 uur doorpruttelen. Tijdens het koken kan men door af en toe te proeven de smaak wat aan-passen bv. iets zuurder, iets zoeter etc. Ook worden aan de recepten vaak rozijnen toegevoegd, die voordien in wat warm water korte tijd zijn geweekt en daarnaast een rode peper, een vanillepeul (open gesneden) e.d. Belangrijk is dat men tijdens het koken steeds moet roeren om aanbranden te voorkomen.

Voor chutneys, gelei, jam e.d. geldt, dat de potten waarin ze worden bewaard, zeer schoon moeten zijn. Was ze, ook de deksel, goed uit met sodawater en spoel ze af met heet water. Voordat het hete mengsel er in gaat, de potten nog even spoelen met heet water zodat ze warm zijn. Vul de potten en doe direct de deksel er op. En zet ze op de kop, op een op dubbelgevouwen theedoek en laat ze afkoelen.

Fam. Pilat, Niehove.

Rumtopf. Een echt thuismaakrecept Een typische Hollandse winter met ijs en sneeuw-pret is het niet geweest. Het leek meer een combi-natie van een natte en een koude herfst. Zo af en toe was de natuur van slag en de hoop is nu ge-vestigd op een mooie lente die de inleiding is tot een goede fruitoogst van het jaar 2008.

Straks als de eerste kersen er zijn, worden binnen ons bedrijf de weckketels aangezet en vol gezet met weckglazen die gevuld zijn met de rode “prinsessen ”zoals wij de kersen graag noemen.

In gedachte stel ik mij moeder voor met een grote geruite schort die zorgvuldig de glazen schoon-maakt met soda, de ringen uitkookt, de glazen vult en afsluit met de klemmen. Vervolgens breekt de tijd van “hoop en vrees aan” want de ontknoping komt de volgende dag als de klemmen eraf gaan en de deksels er naar men hoop allemaal vast op zit-ten. De kinderen verheugen zich daar in tegen op open potten want dat wordt snoepen.

Wecken blijft ook nu een mooie bezigheid, alleen is de charme van de keuken van vroeger er af. De huidige verwerkingskeuken voldoet aan de eisen

van de HACCP voorschriften en het gezellige gra-nieten aanrechtblad is vervangen door roestvrij staal. Het geruite schort door een witte en moeders haarband door een wit mutsje. De weckketels zijn voorzien van digitale temperatuurmelding en digitale tijdmeting. De glazen worden gewassen in de vaat-wasser en elke productie wordt bijgehouden in een logboek. Een ding is hetzelfde en dat is het moment van spanning de volgende dag. Wat is er open en wat is er dicht.

Ook tegenwoordig hebben de volwassenen en de kinderen tegengestelde belangen. Voor de kinderen hoe meer open hoe lekkerder.

Ondanks alle strenge voorwaarden blijft het am-bachtelijk werken zoals wij dat doen een uitdaging. Het kleinschalig bezig zijn moet bewaakt worden om niet in de verleiding te komen grote producties te maken. Elk jaar is er weer het moment hoe groot de oogst zal zijn van de kersen, pruimen, appels en peren en hoe de kwaliteit is. Elk seizoen biedt ons weer de mogelijkheid om creatief te zijn en nieuwe producten te ontwikkelen.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 18

Page 20: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Van particulieren krijgen we de aanvoer van bijzon-der fruit zoals de mispel, de lijsterbes, de Aronia bes, de paardenbloem en de kweepeer.

Alles wordt gemaakt in kleine producties. In eerst instantie wordt het volle fruit verwerkt tot jams, con-fituren, chutneys, compotes en verdwijnt het in de weckpot. Voor de rest van het jaar wordt een ge-deelte opgeslagen in de diepvriezers en een ge-deelte wordt ontsapt om er laten siroop of geleis van te maken. Ook worden fruitsoorten gemengd om er later samengestelde jams en geleis van te maken. Alles wordt gemaakt onder de hoogste hygiënische voorwaarden.

Dat lijkt veel van de charme van vroeger weg te halen maar als alles netjes geëtiketteerd in de boer-derijwinkel staat dan komt de nostalgie van vroeger weer boven.

Een van de mooiste bezigheden waarmee je het hele jaar achter glas opsluit vind ik het maken van de “rumtopf”. Ik ga u een recept geven dat u zelf thuis kunt maken. Rumtopf is een echt "thuismaak" recept.

Benodigdheden:

Een schone originele rumtopf, of een grote glazen pot met afsluitbaar deksel, fruit, witte rum (54%), suiker, vruchten en geduld. Men kan van de lente tot in de herfst vruchten nemen. De vruchten moeten rijp en onaange-tast zijn. Bijna alle vruchten zijn te gebruiken, behalve appel, zwarte bes, blauwe bes en braam.

Werkwijze:

Met een halve kg aardbeien begint eind mei / begin juni de rumtopf. Aardbeien worden van het kroontje ontdaan, gewassen, gedroogd en in een schaal gelegd. Er wordt 250 gr suiker toegevoegd. Dit laten we een uur staan en dan pas worden de aardbeien in de rumtopf gedaan.

We gieten er ongeveer 0,7 l rum op. De vruchten moeten een vingerdik onder de rum staan. Voordat de nieuwe laag erop komt, wordt de vorige laag met een schone lepel zorgvuldig en voorzichtig omgeroerd. Een laag fruit heeft 6 weken nodig om te ‘rijpen’ in de pot.

De pot wordt zorgvuldig afgesloten en af en toe wordt gecontroleerd of de vruchten nog voldoende onderstaan. We zetten hem op een koele plaats.

Zo gauw de volgende vruchten van het seizoen rijp zijn herhalen we de werkwijze van de aardbeien met dit ver-schil dat we nu tussen de 0,2 en 0,4 l rum nodig hebben. • Mei/juni: Aardbeien met 0,7 l rum en 250 gr suiker. • Juni/juli: 1kg kersen met pit, 500 gr suiker, 0,4 l rum. • Juli/aug: ½: kg abrikozen, ½ kg perziken, ontveld, ontpit en gehalveerd, ½ kg suiker en 0,4 l rum. • Aug/sept: ½ kg stevige pruim, gehalveerd en ontpit en, ½ kg frambozen, ½ kg suiker, 0,4 l rum. • Sept/okt: ½ kg geschilde peren, in stukken gesneden, zonder klokhuis, 0,2 l rum, 250 gr suiker. • Okt/november: 4 weken na de peren een halve fles rum erbij gieten en de rumtopf een paar dagen laten rusten.

Dat ‘geduld een schone zaak is’ wordt nu beloond. De rumtopf kan geopend worden en we kunnen genieten van de oogst van 2008. Wel geldt matigheid want na een avondje ‘rumtopf’ komt er altijd een volgende morgen.

Ik wens u een mooie bloesemrijke lente. Hubertine Wibier. Grunninger Heerlyckheid, [email protected].

POMOSPOST VOORJAAR 2008 19

Page 21: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Zelf wijn maken in het voorjaar Bloemen en bouquet Er is bloemenwijn en ook wijn waarin bloemen zijn verwerkt. Een typische bloemenwijn is bv. paardenbloemen- wijn. Per liter wijn gebruikt men daarvoor ruim een halve liter paardenbloemen. Vlierbloem en rozen worden vanwege de geur vaker gebruikt als toevoeging aan bepaalde wijnen.

Bouquet Wereldberoemde wijnen zijn zo beroemd omdat ze naast een goede smaak ook een bijpassend bou-quet bezitten. Veel amateur-wijnen vertonen in dit opzicht een gebrek en veel recepten schenken on-voldoende aandacht aan de factor bouquet. Aan de andere kant dienen we op te passen voor overdrij-ving, uw wijn hoeft geen bloementuin of parfum te zijn. Geen fruit is zo volmaakt als rijpe druiven. Het toe-voegen van bloemen bij druiven is dan ook niet no-dig. Dit geldt ook voor rijpe bramen, frambozen, sleedoorns, zwarte bessen enz. Door de juiste graad van rijpheid is het fruit aromatisch en een avontuur voor de neus. Kruisbessen, appels, prui-men en duindoorns tonen vaak een gebrek aan of een te zwak aroma en bouquet. Bij duindoorns is het beetje aroma bovendien onaangenaam. Hier is toevoeging van bloemen zeker op zijn plaats. Ook het rijpingsproces verbetert het bouquet. Zuren (vooral barnsteenzuur en appelzuur) gaan een ver-binding aan met alcohol en vormen zo vluchtige esters die we kunnen ruiken.

Algemene wenken Pluk bloemen die in topconditie zijn, d.w.z. niet verlept of uitgebloeid, ‘s morgens rond 11 uur bij zonnig weer. Vermijd bloemen die langs de snelweg staan want die kunnen 10 maal zoveel lood bevat-ten als bloemen die 100 meter verderop staan. Spuit niet met bestrijdingsmiddelen of insecticiden voor u gaat plukken. Pluk geen onbekende of zeld-zame bloemen: gebruik een goede flora of een krui-denboek.

Wanneer u wijn hebt gemaakt waarin het bloemen-bouquet te sterk is kunt u twee dingen doen: a. Enige jaren wachten met drinken. Het bouquet

zal vanzelf zwakker worden. b. De wijn gebruiken om te mengen met wijnen die

te weinig bouquet hebben.

Bereiding van wijn met bloemenaroma

• Verzamel bloemen. Geschikt zijn o a. vlierbloem, roos, acacia, muurbloem. ¼ l bloemhoofdjes per 5 l wijn.

• Maak een wijn zoals gebruikelijk en voeg na de eerste hevige (pulp)-gisting de bloemen toe, anders vervliegt er teveel geur.

• In geval van sapgisting: verwijder de bloemen als er voldoende extractie heeft plaatsgevonden.

Bloemenwijn Als u wijn van alleen bloemen maakt, bedenk dan dat bloemen geen zuur bevatten, heel weinig looi-zuur, weinig smaak en praktisch geen suiker. Rode bloemen geven wel enige kleur maar nooit meer dan rosé. Bij de bereiding zult u hier rekening mee moeten houden.

Paardenbloemenwijn (5 l) 12 % alc Benodigdheden: 2,5 l gele bloemhoofdjes, 1000 gr suiker, 500 gr rozijnen en sap van 2 citroenen 3 l water, 15 gr wijnsteenzuur, 1 thl pecto-enzym, 1 thl gistvoeding, 1 thl wijngist

Pluk bloemen zonder steel en knip de groene kelk-blaadjes eraf. Doe ze in een emmer en giet er heet water op waarin de suiker en het zuur is opgelost. Voeg ook gewassen en fijngehakte rozijnen en citroensap toe en na het afkoelen pecto-enzym, gistvoeding en wijngist.

Na een pulpgisting van 4-6 dagen in de emmer, afgedekt door een doek of klemmend deksel, zeeft u alles en de most gaat verder gisten in een fles met waterslot. Na een hevige gisting de fles aanvullen met water tot hij vol is. Hevelen om de 2 maanden, bottelen ¾ tot 1 jaar na het opzetten van de wijn.

Alie Mulder, www.wijngildebraamstruik.nl

bron: J. van Schaik, Vlissingen www.ivn-alphenaandenrijn.nl/taraxacum/paardebloemen.htm

POMOSPOST VOORJAAR 2008 20

Page 22: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

In dit eerste nummer van 2008 een artikel over de Vleermuiswerkgroep Groningen. Dit is de tijd, dat vleermuizen actief worden en de werkgroepleden er weer op uit trekken voor het doen van onder-zoek. In dit artikel een kennismaking met een groep enthousiaste leden van de werkgroep. Ook vindt u een toelichting op de keuze voor het type druivenkas in de Fruithof in Frederiksoord

Gerrit J Pollard.

De Vleermuiswerkgroep Groningen (VleCOG)

De Vleermuiswerkgroep Groningen is een groep vrijwilligers, die zich interesseren voor vleermuizen. Het doel is de vleermuis onder de aandacht te brengen en onderzoek te doen naar vleermuizen in de provincie Groningen. Met de publicatie van de resultaten van het onderzoek en het geven van voorlichting en adviezen proberen wij bij te dragen aan de bescherming van vleermuizen. VleCOG is een afkorting van Vleermuis Coördinatie Overleg Groningen. De VleCOG is ontstaan bij de fusie van twee afzonderlijke vleermuisgroepen. In praktijk bestaat de groep uit een kerngroep van 10 enthousiaste leden en adreslijst met 20 geïnteresseerden die zo nu en dan meegaan op een vleermuiszoektocht. Tijdens zo’n tocht proberen de deelnemers ’s nachts in een bepaald gebied uit te vinden waar vleermuizen vliegen en eten zoeken, en waar hun verblijfplaats is. Bij een verblijfplaats wordt het aantal dieren geteld, dat er na zonsondergang uitvliegt. Vleermuizen zijn heel bijzondere zoogdieren. De meeste mensen zien er meestal niet meer van dan een langsflitsende schim in de schemering. Vleermuizen navigeren bij het vliegen met sonar en echolocatie: ze maken ultrasoon, dus voor mensen onhoorbaar, geluid en oriënteren zich op de omgeving met de echo van dat geluid. Elke soort vleermuis een eigen geluid, met elk zijn speci-fieke toonhoogte, riedeltje en ritme. Er is pas in de jaren tachtig een handzame en betaalbare vleermuisdetector op de markt gekomen, die het vleermuisgeluid opvangt en voor mensen hoorbaar maakt. “Gewapend” met een “detector” kan men met enige oefening de negen soorten vleermuizen van onze provincie uit elkaar houden. Sommige leden van de VleCOG maken zelf detectoren en verwerken de gegevens met de computer. Als vleermuizen jongen verwachten vormen de vrouwtjes kolonies: sommige soorten wonen graag in oude bomen; andere soorten zitten bij voorkeur in spouwmuren van huizen. Vleermuizen eten uitsluitend insecten. Een vleermuis kan in één nacht 300 muggen, motten of kevers vangen. Een hele kolonie vleermuizen eet zo per week makkelijk een kg insecten op. Liefhebbers van fruitbomen wonen nogal eens in het buitengebied, op een oude boerderij met wat dieren, die insecten aantrekken. Van vleermuizen die in fruitbomen wonen is ons niets bekend, maar onmogelijk is het niet. De meest voorkomende vleermuizen wonen liever in huizen. Ze veroorzaken daar geen schade. Vleermuizen kunnen niet knagen, ze hebben alleen tandjes om insecten te vermalen.

Algemene informatie over vleermuizen is te vinden op www.vleermuis.net. Meer informatie over de VleCOG en koloniemeldingen: http://www.vleermuisdetector.nl, [email protected] of tel. 0598-613308 en 050-3120741.

Jan van Muijlwijk en Klarissa Nienhuys

POMOSPOST VOORJAAR 2008 21

Page 23: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

De Westlandse Druivenkas in Frederiksoord. Kniekas of serre?

In de Fruithof is een oud type druivenkas gerecon- strueerd, zie het vorige nummer van Pomospost. Gekozen is voor de z.g. kniekas. In dit artikel vindt u hierover meer informatie.

De kniekas of tweezijdige kas bestaat eigenlijk uit twee muurkassen die ruggelings tegen elkaar zijn geplaatst, waarbij de muur is weg- gelaten. Bij de eerste modellen rustten raamwerk en glas, waar- schijnlijk op een muurtje van ca. 30 cm. hoog. Later werden die muurtjes van beton gemaakt. Het raam-werk van de kniekas was van hout of ijzer.

Het model is waarschijnlijk in de jaren tachtig van de 19de eeuw in het Westland ingevoerd. Volgens overlevering zou dat gebeurd zijn nadat enkele Poeldijkse tuinders, vergezeld van smid Grim-bergen, in die tijd een studiereis maakten naar het Belgische druivengebied rondom Hoeylaart. In deze Belgische tuinbouwstreek had men zich gespeciali-seerd op de teelt van tafeldruiven. Men gebruikte daar al langer kassen en in de praktijk was een tweezijdige kas met bijna verticaal staande onderste ramen als beste model naar voren gekomen, de zogenaamde serres. De Belgische kassen waren afgestemd op de teelt van het z.g. staand snoer, waarbij de druiven in een rechte lijn langs het glas naar boven groeiden.

In het Westland werden veel Frankenthalers ge-kweekt op horizontaal snoer, de zg. leggers. Ook bij Black Alicante en de witte druif Golden Champion kwamen ‘leggers’ voor. Bij de Belgische kassen bleek de onderlegger bij horizontaal snoer te weinig vrucht te geven. Dit pro-bleem werd verholpen door de onderste ruiten schuiner te plaatsen, en het onderste stuk glaswand minder hoog te maken. Alle leggers met daaraan de druiventrossen bevonden zich nu achter glas met eenzelfde invalshoek, waardoor ze op een gelijke manier aan de zonnestraling werden blootgesteld. Door deze ingreep ontstond de typische Westlandse kniekas, die over het algemeen breder was dan de Belgische tweezijdige kas.

De afmetingen van de serre of kniekas waren ver-schillend en konden aangepast worden aan de be-hoefte van de tuinder of aan de mogelijheden van het perceel. In de latere periode begon er wel een zekere regelmaat op te treden waarbij de meest voorkomende breedte ongeveer 8 meter was en de meest voorkomende hoogte in de nok ongeveer 3 meter. De lengte was variabel.

Met dank aan Ton Immerzeel van het Westlands Museum.

Marjan Sordrager.

De oudste Westlandse druivenkas uit 1888

POMOSPOST VOORJAAR 2008 22

Page 24: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Blik op de Boom; het dynamisch snoeien

In fruittechnische zin is snoei het weloverwogen verwijderen van houtige delen. De fruitboomeigenaar bepaalt aan welke eisen zijn fruitboom moet voldoen. Beschouwt de eigenaar zijn fruitboom als een landschapselement of dient de fruitboom regelmatig een redelijke fruitopbrengst te geven? Tussen deze twee uitgangspunten ligt er snoeitechnisch een wereld van verschil. De eerste keuze heet extensieve snoei, de tweede intensieve snoei.

De intensieve snoeimethode werd vanaf begin 1900 gepropageerd, dan wordt deze methode ook wel de rationele snoei genoemd. Tuinbouwleraren, o.a. E. Kruijtzer uit Roermond 1920 en H. de Greeff uit Frederiksoord 1916, waren grote voorstanders van deze methodiek, die later in 1948 wetenschappelijk werd onderzocht en bevestigd door prof. Ir. A.M. Sprenger uit Wageningen. Het was het antwoord op toen geldende extensieve snoei in de toenmalige productieboomgaarden, die vaak een als neventak van het boerenbedrijf waren.

Hoogstamfruitboomgaarden dienden een dubbel doel. De ondergrond werd benut voor vee, hak-vruchten of kleinfruit en in de lucht werd fruit gepro-duceerd. De hoge en brede boomkronen bestonden uit veel opgaande gesteltakken met neven of zijge-steltakken zonder vergaffelingen. De gehele kroon-ruimte in de lucht werd benut. De dichtheid van de kronen en de onregelmatige snoei veroorzaakten een hoge ziektedruk die steeds intensief bestreden moest worden, daarnaast kwamen beurtjaren vaak voor. Boomgaardrestanten van deze breed en hoog uitgegroeide bomen vind je nog in Midden-Neder-land en Limburg.

Vanaf 1970 werd definitief de hoogstamboomgaard als commerciële productievorm verlaten. Hiervoor in de plaats kwam laagstamteelt op zwakke onder-stammen. Deze teeltvorm was economisch meer rendabel, de fruitteler kon ervan leven. Het verlaten van de hoogstam op sterk groeiende zaailingonder-stam betekende ook dat er nieuwe rassen werden gebruikt, de oude vertrouwde rassendiversiteit raakte in onbruik.

Met het verdwijnen van de hoogstamcultuur ont-stond vooral bij particulieren het besef dat er een cultuurgoed verloren zou kunnen gaan. Naast het landschapsverlies van grote bomen, ook de waardevolle variëteit in rassen. Vanaf 1980 ont-stonden er allerlei initiatieven tot herintroductie van de oude fruitcultuur. Vele acties tot aanplant van fruitbomen bij boeren, burgers en buitenlui brachten een ommekeer in de teloorgang van historische fruitrassen. Gelijk op met plantacties, werden er snoeicursussen georganiseerd. Landschapsbeheer

Nederland nam hierbij het voortouw. Zij gaf in 1985 het boekje “Hoogstamvruchtbomen” door auteur J.M. Brand uit. De rationele of intensieve snoeime-thode is hierin leidend. Bij het achterstallig onder-houd werd er nadrukkelijk gewezen op het tonen van respect voor de ontstane groeivorm, door ge-richte revitalisering probeerde men de oude functio-naliteit te herstellen.

Denk om de veiligheid bij het snoeien!

Nu, bijna dertig jaar later blijkt de aandacht voor de extensieve snoei weer op te bloeien. Dit blijkt uit de voorlopige nieuwe versie van het nieuwe snoeiboek van Landschapsbeheer Nederland. Hierin wordt de rationele snoei als tweede keus neergezet. De oude naam van de extensieve snoeimethode is gewijzigd in de dynamische snoei.

Bij de dynamische snoei streeft men er naar om na aanplant de snoei te gebruiken als middel om zo-veel mogelijk takken te kweken voor de toekomst zonder daarbij strikt de basisvorm vast te leggen.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 23

Page 25: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Na 8 tot 10 jaar wordt via gerichte vormsnoei lang-zamerhand de beoogde basisvorm bereikt, zijnde breed en hoog.

Bij de rationele snoei is het juist de bedoeling om in een vrij vroeg stadium de hoofdvorm van de boom te bepalen. Hierbij is een optimale aandacht vereist tussen groei en vruchtbaarheid. Als de noodzake-lijke basisvorm na 8 tot 10 jaar bereikt is, dan be-staat hierna het meeste onderhoud uit het regelma-tig verjongen van het vruchthout.

Een groot nadeel van de rationele snoei is dat op latere leeftijd vaak dikke takken moeten worden verwijderd. Ook ziektedruk en beurtjaargevoeligheid nemen toe. Een ander praktisch ongemak is de moeilijke plukbaarheid van de hoge bomen, een ladder van 30 sporten kan soms te kort zijn.

Bij de rationele of intensieve snoei treedt op een jongere leeftijd een geleid evenwicht op tussen groei en vruchtbaarheid, m.a.w. er is eerder rust in

de boom. De ideale boom bestaat niet, maar het streven is hierbij een regelmatige groei en bloei in een goed belichte en beluchte boom.

Als u als eigenaar kiest voor een landschapsboom dan is de extensieve of dynamische snoeimethode geen slechte keuze. U dient dan wel rassen te kie-zen die over een groot groeikrachtvermogen be-schikken. Bijvoorbeeld de Bramley Seedling of de Notarisappel, bij peer de St.Remy of de Brederode en de zoete kersenrassen. Ook moet u strikt reke-ning houden met de maximale plantafstanden, op zavel bijvoorbeeld 10 tot 12 meter.

Afsluitend: voor de fruitrassenliefhebber is de inten-sieve (rationele) snoei de meest duurzame snoei-methode voor zwak tot matig sterk groeiende appel en perenrassen. Voor de zeer sterk groeiende rassen, op goede grondsoorten kunt u overwegen om te kiezen voor extensieve (dynamische) snoei.

Harry van der Laan Als u hierop wilt reageren, email: [email protected]

Op productie gerichte en daarom discutabele intensieve (rationele) snoei van een oude appelboom verricht door een snoeibedrijf.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 24

Page 26: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Slowfood en haar relatie met oude fruitrassen Het feit dat enkele NPV’ers oude fruitrassen gingen determineren bij "Kunsthal – Kookt”, een Slowfood manifes-tatie in Rotterdam (sept. 2006), is de aanleiding tot dit artikel.

Wat is Slowfood? Slowfood is een internationale non-profit organisa-tie, die in 1986 in Italië is opgericht, als reactie op de vervlakkende effecten van ‘fast food’ en het krankzinnige tempo van ‘fast life’. De beweging maakt een zeer snelle groei door: nu al meer dan 80.000 leden in 104 landen – wereldwijd.

In ieder land zijn regionale convivia (afdelingen) die in hun eigen gebied allerlei activiteiten voor de le-den organiseren. Samen met Nel Schellekens, chef kok van de “De Gulle Waard”te Winterswijk hebben wij het convivium Achterhoek aangemeld in Italië en vanaf februari 2007 zijn we gegroeid van 6 naar 83 leden in december 2007. Een ongekend snelle start, waar we met veel enthousiasme oude veerassen introduceren en ook het hoogstamfruit krijgt van ons veel aandacht.

LEKKER, PUUR en EERLIJK zijn onze trefwoorden.

Carlo Petrini, de oprichter van Slowfood.

Slowfood streeft naar ECOgastronomie. Slowfood legt een nadrukkelijk verband tussen ethiek en genieten, samengevat als ecogastrono-mie. Wij proberen de diversiteit in smaak te promo-ten en te behouden, geven voorrang aan een am-bachtelijk bereid voedselproduct en kopen bij pro-

ducenten in de streek. Het behoud van een uit-stervend veeras en bedreigde groenten- en fruit-soorten betekent ook het behoud van de omgeving en het opnieuw ontdekken van bereidingswijzen en receptuur en het genieten door iedereen met een goed ontwikkelde smaak. Het MRIJ-vee dreigt uit te sterven in de IJsselstreek en convivium IJsselstreek zet zich in om dit ras, dat van oudsher in dit landschap thuis hoort opnieuw een culturele bete-kenis te geven. En de NPV doet eigenlijk hetzelfde met oude fruitrassen, als organisaties hebben we veel gemeen.

De ark van de smaak Zoals Noach ooit de dieren onderbracht in de ark, zo brengt Slowfood ook uitstervende groente-, fruit- en veerassen in kaart.

Voorbeelden zijn traditioneel bereide producten volgens eeuwenoude receptuur: Amsterdamse Os-senworst, rauwmelkse bereide kaas, het luchtge-droogde rundvlees uit Twente en de Achterhoek: het Naegelholt, en oude pluimveerassen als de Chaamse Pel, een kippenras uit Noord-Brabant. En zo nog veel meer. Alléén, ik ben nog geen fruitstuk tegen gekomen. Er is nog geen Sterappel voorge-dragen of een Doeke Martens. En dat zou ook aardig zijn; dat wij, de leden van de NPV nadrukke-lijk een appel-, pruimen- of perenvariëteit van de ondergang gered, zouden voordragen voor opname in de Ark van de Smaak. Een aantal leden moet daarvoor dan een Presidium openen, een belang-stellingsgroep. (Veel woorden zijn Latijn of Italiaans, omdat Carlo Petri, de oprichter, een Italiaan is).

Deze groep moet zich opwerpen als vertegenwoor-diger van het ras of soort en de geschiedenis uit-pluizen qua oorsprong, traditioneel product, regio-nale betekenis enz. Ik weet zeker dat hiervan bij de leden erg veel bekend is en dat er zo een aantal rassen voorgedragen kunnen worden. Onze be-kende noaber-pomoloog Eckart Brandt heeft dit in

POMOSPOST VOORJAAR 2008 25

Page 27: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Noord-Duitsland gedaan en is benoemd tot erelid van Slowfood.

Betrokkenheid bij Slowfood is educatie. Hoe wordt voedsel gemaakt en bereid? De ge-schiedenis en geografie van ons eten. Zonder goede smaak en warenkennis geniet je onvol-doende. Eet je klakkeloos! Vooral kinderen moeten we trainen in het gebruiken van onze zintuigen. Er moet een bewustwordingsproces op gang gebracht worden. Met dit doel zijn smaaklessen opgesteld. Samen met bijv. de bekende kok Pierre Wind en de organisatie Euro-Toques. Wij organiseren kooklessen en proeverijen. Meestal kleinschalig in de eigen regio, maar ook landelijk en wereldwijd worden deze georganiseerd (zie bijv. www.terramadre2006.org). Een kijkje nemen in de boomgaard hoort daar nadrukkelijk ook bij en als u in de gelegenheid bent dit te realiseren, draagt dat

ook aan de bewustwording van goed en verantwoord voedsel bij.

Bij deze doe ik ook een oproep aan leden die en lid zijn van Slowfood en van de NPV of zij er voor voe-len, een stand te bemannen op de Terra Madre in Middelburg op 17 en 18 mei a.s. Zij kunnen met mij contact opnemen.

Er valt nog veel meer te vertellen, maar in één arti-kel kun je niet alles kwijt. Kijk voor meer informatie op www.slowfood.nl of www.slowfood.com. U wordt dan vanzelf doorverwezen naar regionale convivia met hun activiteiten.

Mijn doel is slechts een relatie te laten zien tussen ons hoogstamfruit en de manier waarop Slowfood er ook tegen aan kijkt. En mocht u lid willen worden? De site geeft aan hoe dat kan en u mag mij ook al-tijd bellen voor nadere inlichtingen: 0544-461102 (17.00 -.20.00 uur).

Ria Olijslager, Lievelde, 4 januari 2008.

Rectificatie. In de vorige Pomospost hebben wij een oproep gedaan aan de leden uit Oost-Gelderland en Twente om zich te verenigen in een snoeigroep / belangstellingsgroep! Echter van 7 december tot 3 januari is er door een kalbel-breuk geen telefoon en internetverkeer met ons mogelijk geweest. Misschien hebt u diverse malen vergeefs ge-beld. Sorry, wij konden er niets aan doen! Wilt u het nog eens proberen?

Ook doe ik een oproep aan leden die en lid zijn van Slowfood en van de NPV of zij er voor voelen, een stand te bemannen op de Terra Madre in Middelburg op 17 en 18 mei a.s. Voor info zie mijn artikel over Slowfood.

[email protected] of 0544-461102 (van 17.00 – 20.00 uur). Dank u!.

POMOSPOST VOORJAAR 2008 26

Page 28: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

ALGEMENE JAARVERGADERING 29 MAART 2008. PLAATS: KROEZEHOF TE ASSEN, WETHOUDER BERGERWEG 26, AANVANG 10.00 UUR.

Om de Algemene Jaarvergadering aantrekkelijker te maken is besloten tot een kort huishoudelijk deel en een wat uitvoeriger inhoudelijk deel. In het inhoudelijk deel gaat over het pomologisch collectiebeheer: Een goed toegankelijk pomolo-gisch collectiebeheer is onontbeerlijk voor het op peil houden en verbreden en verdiepen van kennis en vaardigheid o.a. op het gebied van determineren. Omdat we het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden hebben we twee deskundigen bereid gevonden een inleiding te geven over wat er elders al op het gebied van collectievorming en beheer gebeurt: Ger Ernsting van de POM Noord-Holland en Bert Visser van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) uit Wageningen. AGENDA: Ontvangst met koffie 10.00 - 10.15 HUISHOUDELIJK DEEL 10.15 - 11.15 1. Notulen Alg. Ledenvergadering 24-3-2007 (zie Pomospost zomer 2007). 2. Mededelingen en Ingekomen stukken. 3. Financieel Verslag 2007 en Begroting 2008. 4. Verslag kascommissie en aanwijzing nieuwe kascommissie. 5. Bestuursverkiezing.

Aftredend en opnieuw herkiesbaar is Lex Kleyn. Het bestuur ondersteunt zijn kandidatuur voor een bestuurszetel. Tegenkandidaten kunnen tot 7 dagen voor aanvang van de vergadering schriftelijk worden aangemeld bij de secretaris van het NPV-bestuur met ondertekening van de aangever. Bovendien is er, sinds de vorige ledenvergadering, nog een bestuurszetel vacant. Personen die hiervoor in aanmerking wensen te komen kunnen dit voor de genoemde termijn melden bij de secretaris. Dit geldt ook als men niet zelf bereid is maar een andere persoon wil voordragen.

6. Samenwerking NPV – Fruithof. 7. Rondvraag. Informatie over Jaarplan 2008

Korte pauze / koffie 11.15 - 11.45

INHOUDELIJK DEEL: COLLECTIEVORMING 11.45-12.30 Inleiding door Ger Ernsting over het POM Inventarisatieproject. Zie ter voorbereiding:

www.hoogstamfruitnh.com 12.30-13.30 Lunchpauze. 13.30-14.15 Inleiding door Bert Visser over de ‘weg naar een geïntegreerde database oude

Fruitrassen’. Zie ter voorbereiding: www.appelcollecties.nl 14.15-14.45 Discussie, NPV wensen en plannen. NB. Lunchpauze: de NPV zorgt voor een kop soep maar neem zelf uw lunchpakket mee. Tevens is er een uitstalling van de NPV bibliotheek en zijn producten uit de NPV fruitwinkel te koop zoals bro-chures, cd-roms e.d. Welkom nieuwe leden. B.H. ter Maat B.M. Looman T. van Hees M. Lambers R. Jeunink H. Heikamp

Aalten Wapenveld Ede Usquert Amsterdam Wesepe

C. Zochorek S. Buisman Hoogstamsnoeibrigade stg. Hist.Druivenkwekerij Sonnehoeck Treespirit G.E. Bultje

Veendam Boornbergum Zuidwolde Kwintsheul Deventer Echten

POMOSPOST VOORJAAR 2008 27

Page 29: Pomospost Voorjaar 2008 · smaak, Kleine goed winterharde struik, mede omdat ze laat in het voorjaar begint. Blanche de Argentieul. Hative d’Argentieul. Kleine stompe vijg. Geelgroen

Financieel verslag

POMOSPOST VOORJAAR 2008 28