Polygeentoledoversie

82
Causalitiet • Constitutionele • Verworven • Geen eenduidige oorzaak

Transcript of Polygeentoledoversie

Page 1: Polygeentoledoversie

Causalitiet

• Constitutionele

• Verworven

• Geen eenduidige oorzaak

Page 2: Polygeentoledoversie

Constitutioneel

1. Chromosomaal:• numerieke • structurele

2. Gen veranderingen:• Mendeliaans: autosomaal recessief

autosomaal dominantX-gebonden recessiefX-gebonden dominant

(monogeen)

Page 3: Polygeentoledoversie

1. Chromosomaal2. Gen veranderingen• Mendeliaans – monogeen• Niet –mendeliaans:

– Multifactoriële overerving (polygeen)– Onstabiele repeat sequenties– Microdeleties - puntmutatie– Mitochondriale DNA– Genomische imprinting – Epigenetica

Page 4: Polygeentoledoversie

MULTIFACTORIËLE kenmerken

Page 5: Polygeentoledoversie

Vereenvoudigd voorbeeld multifactoriële

overerving haarkleur is een multifactorieel kenmerk

• Meerdere genetische factoren: polygenie (≠ monogeen, één genetische factor, zoals bij de Mendeliaanse kenmerken)

– Stel 3 loci gekoppeld met het kenmerk • Aanmaak van zwart pigment• Aanmaak van rood pigment• Mogelijkheid tot pigmentvorming

• Bijkomende modificaties vanuit– Intern milieu (vb. hormonen)– Extern milieu: zonlicht

Page 6: Polygeentoledoversie

Additieve polygenie

• Optellen van effecten van de verschillende genen

Page 7: Polygeentoledoversie
Page 8: Polygeentoledoversie

• Kruising pikzwarte met bleekwitte – 100 % mulatten– Vraag: wat is de huidskleur van de kinderen

van twee mulatten?– 64 mogelijke allelencombinaties

• Zeven mogelijke fenotypes (pikzwart → bleekwit)• Elke fenotype heeft een bepaalde frequentie

(kans).

Page 9: Polygeentoledoversie
Page 10: Polygeentoledoversie

Additieve polygenieAndere voorbeelden

Page 11: Polygeentoledoversie

Normaal Hoogbegaafd

LeerproblemenVerstandelijke handicap

Intelligentie

Page 12: Polygeentoledoversie
Page 13: Polygeentoledoversie
Page 14: Polygeentoledoversie
Page 15: Polygeentoledoversie

Tweelingstudies

Page 16: Polygeentoledoversie

Multifactoriële aandoeningenworden bepaald door

Congenitale aspecten

Omgevingsfactoren

Page 17: Polygeentoledoversie

Spina bifida

Page 18: Polygeentoledoversie

Drempelpolygenie

• Bepaalde polygene aandoeningen– Effecten allelen niet optellen maar– Ziekte wanneer een voldoende aantal defecte

allelen aanwezig • Kritische drempel (treshold): vanaf zoveel

defecte allelen heb je een ziekte fenotype• Hoe verder over die grens, hoe meer uitgesproken

het fenotype (de ziekte).• Waar de grens ligt is soms afhankelijk van het

geslacht

Page 19: Polygeentoledoversie
Page 20: Polygeentoledoversie
Page 21: Polygeentoledoversie
Page 22: Polygeentoledoversie
Page 23: Polygeentoledoversie

• Genetische voorbeschiktheid: Cytosine vervangen door Thymine: cc ct tt

• tt groter risico op neuraal buis defect: HOGER VOORBESCHIKTHEID

• Foliumzuur toediening

Page 24: Polygeentoledoversie
Page 25: Polygeentoledoversie

• Neuralebuisdefecten (NTD)

• Neurulatie: vorming van de neurale buis– Vanaf vierde zwangerschapsweek– Neurale buis ontwikkelt dan verder in

hersenen en ruggemerg

• NTD – meestal in overgangsgebied lendenen – stuit

• Spina bifida: “open rug”

– Ergste: thv hersenen: anencefalie (niet levensvatbaar), encefalocele (ook nog zeer beperkte levensvatbaarheid).

Page 26: Polygeentoledoversie
Page 27: Polygeentoledoversie

NTD

• Spina bifida en anencefalie: zelfde oorzaken– Wie kind met zichtbare of verborgen open rug bij volgende

geboorte ook verhoogde kans op anencephalie• Algemene incidentie: 1/700 (0,15%) levendgeborenen

– Twee keer zoveel bij meisjes geboren– Herhalingsrisico = 2 à 3%– Herhalingsrisico na twee aangetaste kindjes = 10%– Wanneer tante of oom kindje met NTD, dan risico = 0,5%– Wanneer broer of zus kindje met NTD, dan risico = 0,25%

• Detecteerbaar vanaf vijftiende zwangerschapsweek dmv vruchtwaterpunctie

• Omgevingsfactor: tekort aan foliumzuur– Tijdens periode van neurulatie (heel vroeg in de zwangerschap!)– Supplementatie van één maand voor de zwangerschap tot de

eerste twee maanden

Page 28: Polygeentoledoversie

Figure 1. Anencéphalomyélie: a-vue antérieure; b-vue postérieure. Spécimen du Musée Dupuytren daté de 1897

Figure 2. Schéma embryologique de l’évolution du tube neural

Page 29: Polygeentoledoversie

Andere congenitale misvormingen

• Hartafwijkingen (8/1000 = 0,8%)– Monogene aandoening– Genoom of chromosoommutatie– Specifieke omgevingsfactor

• Vb. rubella (rode hond)

– Meestal onbekende oorzaak en dan denkt men aan polygene/multifactoriële achtergrond

• Gespelten lip en/of verhemelte (1 à 2 / 1000)– Meestal polygene/multifactoriële achtergrond

• Pylorusstenose (3/1000)– Afwijking thv sluitspier maaguitgang– Correctie door heelkundige ingreep– Kritische drempel ligt lager bij jongens dan bij meisjes– Herhalingsrisico’s: zie tabel 8.1, kunnen uitleggen!

Page 30: Polygeentoledoversie
Page 31: Polygeentoledoversie

Tweezijdige onvolledige lipspleet

Enkelzijdige onvolledige lipspleet

                              

Eenzijdige lip-, kaak- en verhemeltespleet

Page 32: Polygeentoledoversie

Interactie tussen vele genetische en omgevingsinvloeden

Multifactoriële overerving

Page 33: Polygeentoledoversie

Multifactoriële kenmerken / aandoeningen

gen 1 gen 2 gen 5 gen 4 gen 3 gen 6

Pers 1 Pers 2 Pers 3 Pers 4

DrempelOmgevingsfactoren

- - - - - - -

Individuele variatie en contributie tot kenmerk

CME

Page 34: Polygeentoledoversie

Mutatie en omgevingsfactoren

Page 35: Polygeentoledoversie

Ziekten met een multifactoriële achtergrond

• De veelvoorkomende ziekten zijn meestal multifactorieel: het product van een moeilijk te ontwarren kluwen tussen erfelijke factoren en omgevingsfactoren (milieu-invloeden).

– Diabetes, coronaire aandoeningen, kanker, depressie en angststoornissen, schizofrenie, obesitas, alzheimer

– Begin meestal in de volwassen periode (al dan niet laat in de volwassen periode)

• Diabetes type 1, obesitas, psychiatrische aandoeningen kunnen al vanaf kindertijd (minderheid van alle multifactoriële zieken)

Page 36: Polygeentoledoversie

Diabetes• Diabetes type 1

– Jeugddiabetes– Auto-immuunziekte: afbraak insuline producerende

cellen– Therapie: inspuiten van insuline– Incidentie 1/500– Bepalen van de “erfelijkheidsgraad”:

tweelingenonderzoek• Concordantie ééneiige tweelingen = 40%• Concordantie twee-eiige tweelingen < 6%• Bewijs: erfelijke factoren (40% versus 6%) maar ook

omgevingsfactoren (maar 40%)– Vader aangetast, kans kind met ziekte: 5%– Moeder aangetast, kans kind met ziekte: 2,5%– Enkele genetische factoren zijn al gekend– Omgevingsfactoren: mogelijks een virus

Page 37: Polygeentoledoversie

Diabetes

• Diabetes type 2– Meestal op rijpere leeftijd

• Hoewel in Amerika ook al kinderen (obesitas ‘epidemie’)• Sterk geassocieerd met overgewicht en obesitas

– Organen zijn (in zekere mate) insuline resistent– Therapie: vermageren, sporten, medicijnen, insuline

toedienen – Concordantie eeneiige tweelingen: zo’n 90%, bij

twee-eiige tweelingen: zo’n 10%, dus duidelijk genetische inslag

– Herhalingskans eerstelijnsfamilieleden: 15 à 40%– Toch duidelijke beïnvloeding mogelijk door

aanpassing levensstijl, dus ook omgevingsfactoren spelen een rol

Page 38: Polygeentoledoversie

Diabetes

• Diabetes type 1• Diabetes type 2• Suikergehalte is te hoog in het bloed• Probleem met insuline• Complicaties thv voeten, ogen, nieren, hart en

bloedvaten

Page 39: Polygeentoledoversie

Coronaire aandoeningen

• Coronaire slagaderverkalking– Verminderde bloedtoevoer naar hartspier leidt tot

angina pectoris en wanneer bloedtoevoer volledig afgesloten: hartinfarct

• Genetische factoren: betrokken in cholesterol transport en cholesterol metabolisme– Stijging van de concentratie “slechte cholesterol” in

het bloed• Omgevingsfactoren

– Roken, veel stress, veel verzadigde vetten eten (verhogen slechte cholesterol!), diabetes, te weinig groenten en fruit (anti-oxydanten, voedingsvezels), te weinig sport

• Ziekten van hart-en bloedvaten samen met kanker de belangrijkste doodsoorzaak in ons land.

Page 40: Polygeentoledoversie

Coronaire aandoeningen

• Ook Mendeliaanse vorm: familiale hypercholesterolemie– mutaties in gen LDL receptor → defecte LDL receptor– LDL = slechte cholesterol– Functie: LDL receptor: transport LDL uit bloed naar

lichaamscellen – Gevolg defecte LDL receptor: te hoge LDL

concentraties in bloed• Autosomaal dominant overervingspatroon

– Heterozygoten ontwikkelen coronaire aandoening op relatief vroege leeftijd (40 à 50j)

• strikt dieet: vermijden van verzadigd vet!• Cholesterolverlagende medicijnen

– Homozygoten voor ziektegen: veel ernstiger fenotype• krijgen hartinfarcten vroeg in volwassen leven

Page 41: Polygeentoledoversie
Page 42: Polygeentoledoversie
Page 43: Polygeentoledoversie
Page 44: Polygeentoledoversie
Page 45: Polygeentoledoversie
Page 46: Polygeentoledoversie

Multi-problem gezinnen

Page 47: Polygeentoledoversie

Fam. Verst. Ret.• Grote gezinnen

• Meer dan de helft van de kinderen BO

• Zich niet bewust van verhoogd risico

• Verschillende hulpverleningsinstanties

Page 48: Polygeentoledoversie

Systematisch etiologisch onderzoek

Bij kinderen uit het bijzonder onderwijs

Type 1 en 2

Page 49: Polygeentoledoversie

244 kinderen uit 196 families

196 index personen 48 brussen

1

196

48

Page 50: Polygeentoledoversie

0

5

10

15

20

25

>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40

INTELLIGENTIE versus SEX

IQ>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40

N

196 INDEX kinderen : 128 jongens (65%) 68 meisjes (35%)

Normal borderline licht matig ernstig 2% 15% 46% 27% 10%

Page 51: Polygeentoledoversie

?

Chromosomale 15% (29)

Monogenetisch 3.5% (7)

Verworven 2.5% (5)

Ongekend 79% (155)

Page 52: Polygeentoledoversie

Chromosomale : 29 (15%)

* trisomie 21 (14)

* Andere chromosomale: (9)- 2 x 47,XXY- 5q+- del8p *- triploïdie mozaiek *- ring chromosoom 16- 2 x niet gebalanseerde translocation **- triplicatie 10q

* microdeletion S. (6)- 5 Velocardiofacial S ****- 1 Smith-Magenis S. *

Page 53: Polygeentoledoversie
Page 54: Polygeentoledoversie

VERWORVEN (5 = 2.5%)

* 2 FAS (fetal alcohol syndrome) - faciale dysmorfie- familiale anamnese

* 2 peripartale - zuurstoftekort

* 1 posttraumatisch - battered child syndrome

Page 55: Polygeentoledoversie

ONGEKEND 155 (79%)

1. FAMILIALE ANAMNESE ?familiaAl = minstens 1 eerste of tweede graadsverwante met een mentale retardatievan ongekende oorsprong

2. DYSMOFIE ?= 1 majeure malform. + 3 mineure afwijkingen of minstens 5 mineure kenmerken

Page 56: Polygeentoledoversie

FAMIL. NEGATIEF FAMILIAL

DYSMORFIE 30 14 23 6

NORMAAL 28 83phenotype 3 4

ONGEKEND

(gekende genetische diagnose)

Page 57: Polygeentoledoversie

FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +

DYSMOR. - 14 Trisomie 21- 4 andere chromos.- 4 VCFS- 1 Smith Magenis

+ 30 ongekende

Normaal

Phenotype

Page 58: Polygeentoledoversie

FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +

DYSMOR. - 2 transloc- KBG S- Noonan- Greig CPS- 1 XLMR+ 14 ongekende

Normaal

Phenotype

Page 59: Polygeentoledoversie

FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +

DYSMOR.

Normaal - 1 47,XXY Phenotype - 1 VCFS (4)

- Ps hypopara (4)

+ 28 ongekende

Page 60: Polygeentoledoversie

FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +

DYSMOR.

Normaal - 5q+ (4)

Phenotype - Steinert- 1 XLMR- 1 47,XXY

+ 83 ongekende

Page 61: Polygeentoledoversie

Predictieve variabelen bij eenetiologische diagnose

1.Intelligentie2.Sex3.Mineure kenmerken

& majeure afwijkingen4. Hoofdomtrek5. Familiale anamnese

Page 62: Polygeentoledoversie

N° kinderen met IQ % etiologische diagnose

INTELLIGENTIE

0

10

20

30

40

50

IQ>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40

Normaal borderline licht ernstig diep

Page 63: Polygeentoledoversie

HOOFDONTREK (n = 179 zonder Down S)

0

5

10

15

20

25

¨% aantal kinderen

expected

<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20

%

Page 64: Polygeentoledoversie

% etiological diagnosis (genetic and acquired)according to head circumference

0

5

10

15

20

25

30

<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20

Mean%

%

Page 65: Polygeentoledoversie

0

5

10

15

20

25 boysgirlsnormal

Head circumference distribution

<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20

%

No difference in head circumference between boys and girls

Page 66: Polygeentoledoversie

45

50

55

60

65

70

MeanIQ

<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20

INTELLIGENCE AND HEADCIRCUMFERENCE

Page 67: Polygeentoledoversie

0

5

10

15

20

25

Known diagnosis (genetic and acquired (n=27)Unknowns (n = 152)

HEAD CIRCUMFERENCE & ETIOLOGICAL DIAGNOSIS

<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97

Page 68: Polygeentoledoversie

FAMILIALE ANAMNESE als hulpmiddel bij DIAGNOSTIEK?

Positieve Familiale anamnese (f.m.r.) : n = 109

•14 etiologische diagnose (13%)

* Bij veel gezinnen ‘multifactoriële mentale retardatie’

Negatieve Familiale anamnese (geen f.m.r) : n = 87

• 29 etiologische diagnose (33%) (zonder Down syndrome : 20%)

* Groot aantal ‘de novo’ genetische diagnoses

Page 69: Polygeentoledoversie

Mean IQ

Genetisc 53

Verworv 59

D+ / F- 55

D+ / F+ 51

D- / F- 57

D- / F+ 66

Page 70: Polygeentoledoversie

0

20

40

60

80

100

Gen Verw. F-D- F-D+ F+D- F+D+

Totaal aantal

Aantal MP-gezinnen

Diagnostische categorie

Multi-problem gezinnenin relatie tot diagnoses

Page 71: Polygeentoledoversie

Wat hebben we om mee te werken?

• Anamnese

• Biometrie

• Dysmorfie: mineure en majeure

Page 72: Polygeentoledoversie

Anamnese

• Zwangerschap

• Geboortegewicht, -lengte en HOOFDOMTREK

• Bijzonderheden: …

Page 73: Polygeentoledoversie

Gevaar:

• ‘Verschot’

• Zuurstof tekort

• …

Page 74: Polygeentoledoversie

“Van een verworven oorzaak,staan je oren niet te laag

ingeplant!”

Page 75: Polygeentoledoversie

Biometrie

• Hoofdomtrek:

• Lengte: lichaamsverhoudingen, span, hypermobiliteit, gewicht,…

Page 76: Polygeentoledoversie

PRIMAIRE OF ESSENTIELE MICROCEFALIE

Page 77: Polygeentoledoversie

Dysmorfie

Page 78: Polygeentoledoversie
Page 79: Polygeentoledoversie

Dysmorfie

• Lipspleet• Polydactylie• Syndactylie• Hartafwijking• Retrognatie• Klompvoet

• Preauriculaire putjes of aanhangsels

• Dwarse handpalmlijn • Synofris• Hyper- hypotelorisme• Tepelafstand• Lang filtrum

Page 80: Polygeentoledoversie

Preaxiale polydactylie

Lipspleet

Majeure kenmerken

Aangeboren hartafwijkingen

Page 81: Polygeentoledoversie

ClinodactylieHypotelorisme

Upsweep Webbing

Mineure kenmerken

Page 82: Polygeentoledoversie