Polygeentoledoversie
-
Upload
adeline-bataillie -
Category
Documents
-
view
1.115 -
download
6
Transcript of Polygeentoledoversie
Causalitiet
• Constitutionele
• Verworven
• Geen eenduidige oorzaak
Constitutioneel
1. Chromosomaal:• numerieke • structurele
2. Gen veranderingen:• Mendeliaans: autosomaal recessief
autosomaal dominantX-gebonden recessiefX-gebonden dominant
(monogeen)
1. Chromosomaal2. Gen veranderingen• Mendeliaans – monogeen• Niet –mendeliaans:
– Multifactoriële overerving (polygeen)– Onstabiele repeat sequenties– Microdeleties - puntmutatie– Mitochondriale DNA– Genomische imprinting – Epigenetica
MULTIFACTORIËLE kenmerken
Vereenvoudigd voorbeeld multifactoriële
overerving haarkleur is een multifactorieel kenmerk
• Meerdere genetische factoren: polygenie (≠ monogeen, één genetische factor, zoals bij de Mendeliaanse kenmerken)
– Stel 3 loci gekoppeld met het kenmerk • Aanmaak van zwart pigment• Aanmaak van rood pigment• Mogelijkheid tot pigmentvorming
• Bijkomende modificaties vanuit– Intern milieu (vb. hormonen)– Extern milieu: zonlicht
Additieve polygenie
• Optellen van effecten van de verschillende genen
• Kruising pikzwarte met bleekwitte – 100 % mulatten– Vraag: wat is de huidskleur van de kinderen
van twee mulatten?– 64 mogelijke allelencombinaties
• Zeven mogelijke fenotypes (pikzwart → bleekwit)• Elke fenotype heeft een bepaalde frequentie
(kans).
Additieve polygenieAndere voorbeelden
Normaal Hoogbegaafd
LeerproblemenVerstandelijke handicap
Intelligentie
Tweelingstudies
Multifactoriële aandoeningenworden bepaald door
Congenitale aspecten
Omgevingsfactoren
Spina bifida
Drempelpolygenie
• Bepaalde polygene aandoeningen– Effecten allelen niet optellen maar– Ziekte wanneer een voldoende aantal defecte
allelen aanwezig • Kritische drempel (treshold): vanaf zoveel
defecte allelen heb je een ziekte fenotype• Hoe verder over die grens, hoe meer uitgesproken
het fenotype (de ziekte).• Waar de grens ligt is soms afhankelijk van het
geslacht
• Genetische voorbeschiktheid: Cytosine vervangen door Thymine: cc ct tt
• tt groter risico op neuraal buis defect: HOGER VOORBESCHIKTHEID
• Foliumzuur toediening
• Neuralebuisdefecten (NTD)
• Neurulatie: vorming van de neurale buis– Vanaf vierde zwangerschapsweek– Neurale buis ontwikkelt dan verder in
hersenen en ruggemerg
• NTD – meestal in overgangsgebied lendenen – stuit
• Spina bifida: “open rug”
– Ergste: thv hersenen: anencefalie (niet levensvatbaar), encefalocele (ook nog zeer beperkte levensvatbaarheid).
NTD
• Spina bifida en anencefalie: zelfde oorzaken– Wie kind met zichtbare of verborgen open rug bij volgende
geboorte ook verhoogde kans op anencephalie• Algemene incidentie: 1/700 (0,15%) levendgeborenen
– Twee keer zoveel bij meisjes geboren– Herhalingsrisico = 2 à 3%– Herhalingsrisico na twee aangetaste kindjes = 10%– Wanneer tante of oom kindje met NTD, dan risico = 0,5%– Wanneer broer of zus kindje met NTD, dan risico = 0,25%
• Detecteerbaar vanaf vijftiende zwangerschapsweek dmv vruchtwaterpunctie
• Omgevingsfactor: tekort aan foliumzuur– Tijdens periode van neurulatie (heel vroeg in de zwangerschap!)– Supplementatie van één maand voor de zwangerschap tot de
eerste twee maanden
Figure 1. Anencéphalomyélie: a-vue antérieure; b-vue postérieure. Spécimen du Musée Dupuytren daté de 1897
Figure 2. Schéma embryologique de l’évolution du tube neural
Andere congenitale misvormingen
• Hartafwijkingen (8/1000 = 0,8%)– Monogene aandoening– Genoom of chromosoommutatie– Specifieke omgevingsfactor
• Vb. rubella (rode hond)
– Meestal onbekende oorzaak en dan denkt men aan polygene/multifactoriële achtergrond
• Gespelten lip en/of verhemelte (1 à 2 / 1000)– Meestal polygene/multifactoriële achtergrond
• Pylorusstenose (3/1000)– Afwijking thv sluitspier maaguitgang– Correctie door heelkundige ingreep– Kritische drempel ligt lager bij jongens dan bij meisjes– Herhalingsrisico’s: zie tabel 8.1, kunnen uitleggen!
Tweezijdige onvolledige lipspleet
Enkelzijdige onvolledige lipspleet
Eenzijdige lip-, kaak- en verhemeltespleet
Interactie tussen vele genetische en omgevingsinvloeden
Multifactoriële overerving
Multifactoriële kenmerken / aandoeningen
gen 1 gen 2 gen 5 gen 4 gen 3 gen 6
Pers 1 Pers 2 Pers 3 Pers 4
DrempelOmgevingsfactoren
- - - - - - -
Individuele variatie en contributie tot kenmerk
CME
Mutatie en omgevingsfactoren
Ziekten met een multifactoriële achtergrond
• De veelvoorkomende ziekten zijn meestal multifactorieel: het product van een moeilijk te ontwarren kluwen tussen erfelijke factoren en omgevingsfactoren (milieu-invloeden).
– Diabetes, coronaire aandoeningen, kanker, depressie en angststoornissen, schizofrenie, obesitas, alzheimer
– Begin meestal in de volwassen periode (al dan niet laat in de volwassen periode)
• Diabetes type 1, obesitas, psychiatrische aandoeningen kunnen al vanaf kindertijd (minderheid van alle multifactoriële zieken)
Diabetes• Diabetes type 1
– Jeugddiabetes– Auto-immuunziekte: afbraak insuline producerende
cellen– Therapie: inspuiten van insuline– Incidentie 1/500– Bepalen van de “erfelijkheidsgraad”:
tweelingenonderzoek• Concordantie ééneiige tweelingen = 40%• Concordantie twee-eiige tweelingen < 6%• Bewijs: erfelijke factoren (40% versus 6%) maar ook
omgevingsfactoren (maar 40%)– Vader aangetast, kans kind met ziekte: 5%– Moeder aangetast, kans kind met ziekte: 2,5%– Enkele genetische factoren zijn al gekend– Omgevingsfactoren: mogelijks een virus
Diabetes
• Diabetes type 2– Meestal op rijpere leeftijd
• Hoewel in Amerika ook al kinderen (obesitas ‘epidemie’)• Sterk geassocieerd met overgewicht en obesitas
– Organen zijn (in zekere mate) insuline resistent– Therapie: vermageren, sporten, medicijnen, insuline
toedienen – Concordantie eeneiige tweelingen: zo’n 90%, bij
twee-eiige tweelingen: zo’n 10%, dus duidelijk genetische inslag
– Herhalingskans eerstelijnsfamilieleden: 15 à 40%– Toch duidelijke beïnvloeding mogelijk door
aanpassing levensstijl, dus ook omgevingsfactoren spelen een rol
Diabetes
• Diabetes type 1• Diabetes type 2• Suikergehalte is te hoog in het bloed• Probleem met insuline• Complicaties thv voeten, ogen, nieren, hart en
bloedvaten
Coronaire aandoeningen
• Coronaire slagaderverkalking– Verminderde bloedtoevoer naar hartspier leidt tot
angina pectoris en wanneer bloedtoevoer volledig afgesloten: hartinfarct
• Genetische factoren: betrokken in cholesterol transport en cholesterol metabolisme– Stijging van de concentratie “slechte cholesterol” in
het bloed• Omgevingsfactoren
– Roken, veel stress, veel verzadigde vetten eten (verhogen slechte cholesterol!), diabetes, te weinig groenten en fruit (anti-oxydanten, voedingsvezels), te weinig sport
• Ziekten van hart-en bloedvaten samen met kanker de belangrijkste doodsoorzaak in ons land.
Coronaire aandoeningen
• Ook Mendeliaanse vorm: familiale hypercholesterolemie– mutaties in gen LDL receptor → defecte LDL receptor– LDL = slechte cholesterol– Functie: LDL receptor: transport LDL uit bloed naar
lichaamscellen – Gevolg defecte LDL receptor: te hoge LDL
concentraties in bloed• Autosomaal dominant overervingspatroon
– Heterozygoten ontwikkelen coronaire aandoening op relatief vroege leeftijd (40 à 50j)
• strikt dieet: vermijden van verzadigd vet!• Cholesterolverlagende medicijnen
– Homozygoten voor ziektegen: veel ernstiger fenotype• krijgen hartinfarcten vroeg in volwassen leven
Multi-problem gezinnen
Fam. Verst. Ret.• Grote gezinnen
• Meer dan de helft van de kinderen BO
• Zich niet bewust van verhoogd risico
• Verschillende hulpverleningsinstanties
…
Systematisch etiologisch onderzoek
Bij kinderen uit het bijzonder onderwijs
Type 1 en 2
244 kinderen uit 196 families
196 index personen 48 brussen
1
196
48
0
5
10
15
20
25
>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40
INTELLIGENTIE versus SEX
IQ>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40
N
196 INDEX kinderen : 128 jongens (65%) 68 meisjes (35%)
Normal borderline licht matig ernstig 2% 15% 46% 27% 10%
?
Chromosomale 15% (29)
Monogenetisch 3.5% (7)
Verworven 2.5% (5)
Ongekend 79% (155)
Chromosomale : 29 (15%)
* trisomie 21 (14)
* Andere chromosomale: (9)- 2 x 47,XXY- 5q+- del8p *- triploïdie mozaiek *- ring chromosoom 16- 2 x niet gebalanseerde translocation **- triplicatie 10q
* microdeletion S. (6)- 5 Velocardiofacial S ****- 1 Smith-Magenis S. *
VERWORVEN (5 = 2.5%)
* 2 FAS (fetal alcohol syndrome) - faciale dysmorfie- familiale anamnese
* 2 peripartale - zuurstoftekort
* 1 posttraumatisch - battered child syndrome
ONGEKEND 155 (79%)
1. FAMILIALE ANAMNESE ?familiaAl = minstens 1 eerste of tweede graadsverwante met een mentale retardatievan ongekende oorsprong
2. DYSMOFIE ?= 1 majeure malform. + 3 mineure afwijkingen of minstens 5 mineure kenmerken
FAMIL. NEGATIEF FAMILIAL
DYSMORFIE 30 14 23 6
NORMAAL 28 83phenotype 3 4
ONGEKEND
(gekende genetische diagnose)
FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +
DYSMOR. - 14 Trisomie 21- 4 andere chromos.- 4 VCFS- 1 Smith Magenis
+ 30 ongekende
Normaal
Phenotype
FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +
DYSMOR. - 2 transloc- KBG S- Noonan- Greig CPS- 1 XLMR+ 14 ongekende
Normaal
Phenotype
FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +
DYSMOR.
Normaal - 1 47,XXY Phenotype - 1 VCFS (4)
- Ps hypopara (4)
+ 28 ongekende
FAMIL. NEGATIEF FAMILIAAL +
DYSMOR.
Normaal - 5q+ (4)
Phenotype - Steinert- 1 XLMR- 1 47,XXY
+ 83 ongekende
Predictieve variabelen bij eenetiologische diagnose
1.Intelligentie2.Sex3.Mineure kenmerken
& majeure afwijkingen4. Hoofdomtrek5. Familiale anamnese
N° kinderen met IQ % etiologische diagnose
INTELLIGENTIE
0
10
20
30
40
50
IQ>86 81-85 76-80 71-75 66-70 61-65 56-60 51-55 46-50 41-45 <40
Normaal borderline licht ernstig diep
HOOFDONTREK (n = 179 zonder Down S)
0
5
10
15
20
25
¨% aantal kinderen
expected
<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20
%
% etiological diagnosis (genetic and acquired)according to head circumference
0
5
10
15
20
25
30
<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20
Mean%
%
0
5
10
15
20
25 boysgirlsnormal
Head circumference distribution
<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20
%
No difference in head circumference between boys and girls
45
50
55
60
65
70
MeanIQ
<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97N=21 20 16 25 29 25 23 20
INTELLIGENCE AND HEADCIRCUMFERENCE
0
5
10
15
20
25
Known diagnosis (genetic and acquired (n=27)Unknowns (n = 152)
HEAD CIRCUMFERENCE & ETIOLOGICAL DIAGNOSIS
<p3 p3/10 p10/25 p25/50 p50/75 p75/90 p90/97 >p97
FAMILIALE ANAMNESE als hulpmiddel bij DIAGNOSTIEK?
Positieve Familiale anamnese (f.m.r.) : n = 109
•14 etiologische diagnose (13%)
* Bij veel gezinnen ‘multifactoriële mentale retardatie’
Negatieve Familiale anamnese (geen f.m.r) : n = 87
• 29 etiologische diagnose (33%) (zonder Down syndrome : 20%)
* Groot aantal ‘de novo’ genetische diagnoses
Mean IQ
Genetisc 53
Verworv 59
D+ / F- 55
D+ / F+ 51
D- / F- 57
D- / F+ 66
0
20
40
60
80
100
Gen Verw. F-D- F-D+ F+D- F+D+
Totaal aantal
Aantal MP-gezinnen
Diagnostische categorie
Multi-problem gezinnenin relatie tot diagnoses
Wat hebben we om mee te werken?
• Anamnese
• Biometrie
• Dysmorfie: mineure en majeure
Anamnese
• Zwangerschap
• Geboortegewicht, -lengte en HOOFDOMTREK
• Bijzonderheden: …
Gevaar:
• ‘Verschot’
• Zuurstof tekort
• …
“Van een verworven oorzaak,staan je oren niet te laag
ingeplant!”
Biometrie
• Hoofdomtrek:
• Lengte: lichaamsverhoudingen, span, hypermobiliteit, gewicht,…
PRIMAIRE OF ESSENTIELE MICROCEFALIE
Dysmorfie
Dysmorfie
• Lipspleet• Polydactylie• Syndactylie• Hartafwijking• Retrognatie• Klompvoet
• Preauriculaire putjes of aanhangsels
• Dwarse handpalmlijn • Synofris• Hyper- hypotelorisme• Tepelafstand• Lang filtrum
Preaxiale polydactylie
Lipspleet
Majeure kenmerken
Aangeboren hartafwijkingen
ClinodactylieHypotelorisme
Upsweep Webbing
Mineure kenmerken