Pleegzorg West-Vlaanderen Jaarverslag 2016€¦ · Pleegzorg, een verslag en 2 keer een teamoverleg...

Pleegzorg West-Vlaanderen

Jaarverslag 2016

Jaarverslag 2016

Pleegzorg West-Vlaanderen vzw

Moorseelsesteenweg 133 8800 Roeselare

051 224 224 051 243 748

www.pleegzorgwestvlaanderen.be [email protected]

Erkend en gesubsidieerd door

http://www.pleegzorgwestvlaanderen.be/

3

Inhoud

Inleiding ................................................................................................... 5

Mogen we u voorstellen? Pleegzorg West-Vlaanderen .............................................. 6

1. Organisatieontwikkelingen .....................................................................6

Medewerkers ........................................................................................6

Vrijwilligers .........................................................................................6

Stagiairs ..............................................................................................6

2. Verbetertrajecten inzake organisatieontwikkelingen ......................................7

Hervorming van de selectie/screeningprocedure voor bestandspleeggezinnen ...........7

Bouwcomité .........................................................................................7

Sociaal overleg en de sociale verkiezingen .....................................................7

Oprichten van een CPBW ..........................................................................8

Op weg naar een strategische meerjarenplanning ............................................8

Nadenken over competentiemanagement ......................................................8

De ontwikkeling van een intranet ................................................................8

De weg naar een eerste participatieraad .......................................................9

3. Organigram .......................................................................................9

Pleegzorg West-Vlaanderen 2016 in cijfers ........................................................ 11

1. Voortraject ..................................................................................... 11

De vraagzijde of de aanmeldingen voor pleegzorg .......................................... 12

De zoektocht naar bestandspleeggezinnen is een constante! ............................. 19

2. Begeleidingen binnen pleegzorg West-Vlaanderen ....................................... 23

Lopende begeleidingen .......................................................................... 23

Gestarte plaatsingen in 2016 ................................................................... 28

Beëindigde plaatsingen in 2016 ................................................................ 31

Pleegzorg West-Vlaanderen in 2016 artikelsgewijs ............................................... 39

1. Project ‘Geef de wereld een thuis’ in 2016 ............................................... 39

2. Sociale Media in Pleegzorg: “Safe?” Of “Sorry!” .......................................... 42

3. Je pleeggast onder de loep. ................................................................. 45

4. Bv’s in de bres voor Pleegzorg ............................................................... 48

5. De wakkere pleegzorg participant .......................................................... 51

6. Flexibele profielen bij kandidaat pleeggezinnen ......................................... 54

7. PVF als hoofdbrok ............................................................................. 57

4

Inzetten op verdere professionalisering ............................................................ 60

Bijlagen ................................................................................................. 83

5

Inleiding

Als u het mij vraagt: 2016 was over het algemeen geen bijzonder goed jaar, het was een moeilijk jaar op politiek en maatschappelijk vlak.

Voor het eerste werden wij getroffen door een terreuraanslag op de luchthaven en de metro op 22 maart. Niks was daarna nog hetzelfde, onze open samenleving werd plots zeer kwetsbaar en vatbaar voor terrorisme.

De jungle in Calais – bij ons net over de grens- liet niemand onberoerd.

Ook op vlak van wereldpolitiek, had 2016 een donker randje.

In Vlaanderen bracht het tragisch overlijden van Jordy, de hulpverlening in een diepe rouw en verontwaardiging. Wat kunnen we doen om dit te voorkomen, was de reflectie die hulpverleners zich gingen stellen?

Daarnaast was 2016 wel een jaar met sterke en ontroerende momenten in Pleegzorg West-Vlaanderen!

De tentoonstelling met de titel “onbekend is onbemind” was een hoogtepunt. Een knap resultaat van een traject waarin pleegjongeren uit West-Vlaanderen samenkwamen en het verbindend element ‘een pleegjongere zijn’ het gespreksonderwerp was. Tijdens deze ontmoetingen en doorheen hun gesprekken, werd duidelijk waar zij verschillen zien tussen zichzelf als pleegkind en pleegjongere en andere kinderen en jongeren. Ze wilden vooroordelen en stereotypen aankaarten. Op hun artistieke manier werkten ze dit via kunstwerken, gedichten en beeldmateriaal uit naar de buitenwereld.

De sportievelingen onder ons reden op 18 juni de Mont Ventoux op ten voordele van pleegzorg en ook in Ieper werd een krachtinspanning geleverd door mee te lopen met Wings for Life.

Op 13 september organiseerde het team van Oostende een fantastische personeelsdag in het zonovergoten Kasteel d’Aertrijke, het was een aangenaam en verbindend moment.

We startten in 2016 voor het eerst met een ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting. Dit betekent niet alleen een nieuwe medewerker in de organisatie, maar eveneens een nieuwe methodiek die we binnenhalen. Deze methodiek vertrekt vanuit de vaststelling van de “missing link” en is vrij nieuw. De “missing link” vertelt iets over het verschil in perspectief van de persoon in armoede en dat van de hulpverlener.

In de rubriek: “Mogen wij u voorstellen? Pleegzorg West-Vlaanderen” willen we het continue proces van verbetering en groei even aan u voorstellen. Want als u denkt we zijn er, dan begint het pas echt!

Veel leesplezier!

Hilde Dekiere, directeur Pleegzorg West-Vlaanderen

Brugge, 26 april 2017

6

Mogen we u voorstellen? Pleegzorg West-Vlaanderen

Elke organisatie is steeds in ontwikkeling, in evolutie. Dit niet alleen in cijfers of met allerlei verbeteringen aan de hulp- en dienstverlening, maar ook inzake organisatieontwikkeling. In wat hierna volgt, nemen we u mee in de ontwikkelingen die pleegzorg West-Vlaanderen continu kent.

1. Organisatieontwikkelingen

Medewerkers Sinds de fusie groeien we als organisatie sterk. Dit vertaalt zich ook in een stijgend aantal medewerkers om een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening aan te bieden aan onze gebruikers en vrijwillige medewerkers.

# personeelsleden op 31/12

# VTE* op 31/12 * Voltijds Equivalenten

2014 100 79,62 2015 116 93,70 2016 120 96,55

Bron: Personeelsdienst PZWVL

Over het algemeen is er weinig verloop binnen Pleegzorg West-Vlaanderen. De instroom aan medewerkers bedroeg voor 2016 12 personen, wat neerkwam op 9,1 VTE. Zeven personen verlieten pleegzorg West-Vlaanderen, dit ging over 5,3 VTE. Tijdelijke contracten krijgen quasi altijd een verlenging en eindigen vaak in een vast contract. Voor 7 medewerkers (of 6,6 VTE), die sedert 2015 in dienst waren, ging hun vervangingscontract over naar een contract onbepaalde duur.

Vrijwilligers Ook in 2016 kon Pleegzorg West-Vlaanderen beroep doen op heel wat vrijwilligers. Uiteraard kan pleegzorg West-Vlaanderen eerst en vooral beroep doen op 792 pleeggezinnen als vrijwillige medewerkers. De inzet van pleegzorgers is van onschatbare waarde.

Behalve deze dag-in-dag-uit inzet van onze pleeggezinnen zijn er ook pleegzorgers die als vrijwillige medewerker binnen het selectieteam en de info-avonden meehelpen. In 2016 betrokken we een pleegzorger in het VIVES project ‘Uit het juiste hout gesneden’, waarbij de hogeschool VIVES van Kortrijk samen met pleegzorg West-Vlaanderen een project opzet over de competenties waar pleegzorgers best over beschikken.

Stagiairs Pleegzorg West-Vlaanderen investeert in de volgende generatie via het aanbieden van stageplekken. Een stagiair geeft de organisatie vaak een verfrissende en externe kijk op de manier van werken. Het is een andere manier dan het aanbieden van vorming om actuele kennis en zelfs theorieën binnen te brengen in een organisatie. In 2016 kregen vier stagiairs de mogelijkheid binnen pleegzorg West-Vlaanderen hun stage te laten lopen. Deze

7

stagiairs waren op verschillende antennes actief (in de antenne op de Moorseelsesteenweg en in de Hammestraat te Roeselare, in de antenne in Diksmuide en in Oostende) en dit in verschillende functies (begeleider, coach, …).

2. Verbetertrajecten inzake organisatieontwikkelingen

Hervorming van de selectie/screeningprocedure voor bestandspleeggezinnen In oktober 2015 kwam binnen de reguliere pleegzorg de selectie/screeningprocedure voor bestandspleeggezinnen stil te liggen. Dit gebeurde allereerst om de wachtlijst van kandidaat-pleegzorgers weg te werken en vervolgens en vooral ook vanuit de wens om een gerichtere en snellere selectie/screeningprocedure op te zetten. In maart 2016 ging een eerste informatieavond voor kandidaat-pleeggezinnen door. De selectie/screening start na het invullen van een vragenlijst en bestaat uit 5 gesprekken door selectiemedewerkers van Pleegzorg, een verslag en 2 keer een teamoverleg om de kandidatuur te bespreken. De hervorming van de selectie/screeningprocedure is nog niet rond: we werken hard door aan het verder vormgeven van intervisie en van vorming voor de nieuwe en de bestaande pleeggezinnen.

Bouwcomité Op 16 september 2015 gaf de raad van bestuur de opdracht om voor de verbouwingen voorzien aan het pand in de Diksmuidse Heirweg te Brugge een adviserend comité bijeen te roepen. Dit comité kende een samenstelling waarin aandacht is voor de verbinding tussen de raad van bestuur en de medewerkers. Tot het bouwcomité behoren twee medewerkers, één uit het team minderjarigen in Brugge en één uit het team volwassenen in Brugge. Tevens is de directeur lid van het bouwcomité, met de regioverantwoordelijke van Brugge als plaatsvervanger. Ten slotte worden deze drie personen vervoegd door twee gemandateerde bestuurders, de voorzitter en een ad hoc lid van de raad van bestuur aangetrokken als expert in de bouw van zorg- en welzijnsvoorzieningen.

De raad van bestuur legde het mandaat van het bouwcomité samen met een stappenplan in hun opdracht vast. De eerste stap betrof het verzamelen van de behoefte van het personeel, het vinden van een architect conform de nodige wetgeving van aanbestedingen en ten slotte het opvolgen van het lastenboek van de aannemers.

Na het verlijden van de akte in april 2016 startte dit comité met het opvolgen van de (ver)bouw(ing) en dit allereerst door een verkenning inzake de noden die bij het personeel leefden. Op donderdag 30 juni konden de toekomstige werknemers voor het pand de locatie bezoeken. Erna ging het bouwcomité aan de slag om een architect te vinden en een afstemming van het geheel te krijgen. Dit is een verhaal met een vervolg!

Sociaal overleg en de sociale verkiezingen Het werkgever-werknemers overleg van Pleegzorg West-Vlaanderen behandelde vorig jaar drie grote thema’s: thuiswerken, maaltijdcheques en werkdrukvermindering. De contouren van deze thema’s kregen in 2016 vorm. Op 12 mei gingen de sociale verkiezingen door. Een

8

vernieuwde groep werknemers schoof rond te tafel om met de werkgever te onderhandelen. In 2017 werken we de thema’s af en zullen ze in voege gaan.

Oprichten van een CPBW Een comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) is in Belgische ondernemingen met 50 of meer werknemers een vereist overlegorgaan. Het CPBW bestaat uit een afvaardiging van de werkgevers, die is aangeduid, en een afvaardiging van de werknemers, verkozen via vierjaarlijkse sociale verkiezingen. Het werkterrein van een CPBW is de veiligheid en gezondheid van de werknemers - dus het voorkomen van arbeidsongevallen en beroepsziekten - en ook het milieu binnen en buiten de onderneming. Enkele thema’s uit 2016 ging over de aanstelling van de preventie-adviseur, een inventaris inzake asbest, een EHBO cursus voor de medewerkers, de voorbereiding van het bezoek van de arbeidsgeneesheer en een nieuwe onthaalbrochure voor medewerkers.

Op weg naar een strategische meerjarenplanning In de tweede helft van 2016 gingen de leden van het directiecomité en de teamcoördinatoren van start om een SWOT-analyse te maken rondom Pleegzorg West-Vlaanderen. Dit in kader van het komen tot een strategische meerjarenplanning. Dit traject kent aansturing vanuit Quest-it, een extern advies-vorming-coaching-vennootschap dat expertise in de social profit brengt, behoudt en versterkt. De werkelijke meerjarenplanning is voorzien voor 2017.

Nadenken over competentiemanagement In september 2016 vroeg de raad van bestuur om werk te maken van het personeelsbeleid en dit via competentiemanagement. In het najaar kreeg dit project zijn vormgeving. Een eerste afstemming van dit project met de vele raakvlakken rondom de strategische meerjarenplanning gebeurde. Immers doet ook competentiemanagement nadenken over organisatiedoelstellingen en prioriteiten, over je missie, visie en strategie.

De zorg voor het personeel uit zich in het competentiemanagement wat ontegensprekelijk cruciaal is voor de kwaliteitszorg van Pleegzorg West-Vlaanderen. Vanuit het slaan van een brug tussen missie, visie en organisatiedoelstellingen enerzijds en de competenties die nodig zijn anderzijds verhoogt competentiemanagement de kans om de doelstellingen te realiseren en de maatschappelijke opdracht te vervullen.

De ontwikkeling van een intranet Na een bevraging inzake de interne communicatie besloot Pleegzorg West-Vlaanderen in te zetten op een nieuw communicatiemedium. De ontwikkeling van een intranet ging van start. Op basis van de geïnventariseerde noden zal een intranet de toevloed aan e-mails inzake VTO aanbod verminderen, de zoektocht naar de laatste versie van een document op de server vereenvoudigen, de verbinding tussen de antennes en de medewerkers via een wie-is-wie applicatie vergroten, de transparantie via een kalender aan activiteiten van wat er te doen is stimuleren en de expertise verspreiden via een thematisch forum. De start van het intranet is voorzien voor het voorjaar 2017 en gaat hand in hand met een grondige opkuis van de server.

9

De weg naar een eerste participatieraad Pleegzorg West-Vlaanderen organiseerde in 2016 een eerste participatieraad. Deze ging door op 17 december 2016. In 2016 zette de organisatie in op de ontmoetingsgroepen en het vinden van medewerkers om ontmoetingsgroepen te trekken en op te zetten. Op basis van een bevraging in het najaar van 2015 kon er een beperkt kader opgezet worden om medewerkers te informeren en hen te laten weten wat de verwachtingen zijn. Tevens diende de visie van de medewerkers als bron om zo participatief mogelijk met de verschillende partners naar een participatieraad toe te werken. In oktober toetsten we een participatieraad voorstel af dat na enige verfijning op 17 december doorging. Op één en dezelfde dag met de participatieraad gaat er een ontmoetingsgroep door waar de onderwerpen met een zo groot mogelijk aantal mensen voorbereid worden. De eerste participatieraad legde een huishoudelijk reglement vast en een profiel van de voorzitter. Op basis van het verslag van de eerste participatieraad werd dit orgaan in het organigram van de organisatie opgenomen.

3. Organigram In 2016 pasten we de organisatiestructuur licht aan. De functies die nog geen plaats hadden gekregen, zoals bv. de projectmedewerker voor het project ‘Geef de wereld een thuis’ die in november 2015 startte, werd in de organisatiestructuur opgenomen binnen het voortraject.

In de tweede helft van het jaar maken twee gebeurtenissen dat er opnieuw over de organisatiestructuur nagedacht diende te worden, dit is de plaats van de participatieraad die we organiseerden op 17 december en ook de vervanging voor ‘Hoofd Administratie en Financiën’. De eerste gebeurtenis hebben we in het organigram hieronder een plaats gegeven. Voor de vervanging van ‘Hoofd Administratie en Financiën’ dringt zich een grondigere denkoefening op die we in 2017 willen rondkrijgen.

Hieronder de organisatiestructuur (eind 2016).

11

Pleegzorg West-Vlaanderen 2016 in cijfers

Sinds 2015 registreren we voor pleegzorg via BinC, het uniforme registratiesysteem voor de private organisaties van de bijzondere jeugdbijstand. Gezien de beperkingen van het systeem en de mogelijkheid om zelf rapporten te trekken, alsook de meer gedetailleerde interne registratie, blijven we voor het jaarverslag een combinatie maken van BinC cijfers[1], cijfers uit ons eigen registratiesysteem, de registratie door het team volwassenen én van het registratieprogramma ‘Regi’ dat binnen het ‘voortraject’ gehanteerd wordt.

Naar de toekomst blijven we wensen om ook sectorgegevens voor benchmarken en benchlearnen uit BinC te kunnen halen. Dit is nog zeer beperkt.

Concrete cijfers –en visualisaties van deze cijfers– geven ons handvatten om stil te staan bij wat we doen, hoe we dit doen en of we bereiken wat we willen bereiken. Indien dit niet het geval is, kunnen we op basis van de concreetheid aan gegevens handelen om de eigen (of sectorale) werking te verbeteren. Cijfers staan nooit op zich, maar dienen steeds op een open en transparante wijze geanalyseerd en geïnterpreteerd te worden. Ze tonen aan waar verdere bevraging of uitdieping nodig is, vooraleer tot conclusies te komen. Vandaar dat cijfers een indicatie geven van de werkelijkheid, maar nooit de complexe werkelijkheid van onze hulpverlening in louter enkele getallen kunnen vatten.

1. Voortraject Het voortraject binnen een pleegzorgdienst omvat alles wat aan de start van een begeleiding van een pleegzorgverblijf voorafgaat. Het gaat over het aanbieden van vorming en het verzamelen van informatie over de aanbodzijde of de pleegzorgers. Tegelijkertijd is er een vraagzijde of zijn er kinderen, jongeren of gasten voor wie pleegzorg als hulpaanbod geïndiceerd werd.

Hieronder lichten we de resultaten van het voortraject van Pleegzorg West-Vlaanderen toe. We starten met de vraagzijde en vervolledigen met de aanbodzijde.

Een bedenking, die voor het hele voortraject geldt, is dat het voortraject als eerste contact met pleegzorg zowel voor vraag als aanbodzijde gevoelig is voor maatschappelijke ontwikkelingen, wijzigingen bij de regelgeving of werkwijze van aanmelders en ook wervingsprojecten. Het aantal gerealiseerde pleegzorgsituaties is dan ook maar een fractie van wat aan informatievragen, vragen vanuit aanbod en vanuit vraagzijde (aanmeldingen) binnenkomen bij het voortraject.

[1] De gehanteerde BinC-cijfers zijn voornamelijk op 21 maart 2017 uit het programme BinC getrokken.

12

De vraagzijde of de aanmeldingen voor pleegzorg Tussen 1 januari en 31 december 2016 kregen we 891 aanmeldingen van minderjarigen. Dit is de som van het aantal keren dat er een aanmelding voor een module gebeurde. Zo kan het wel zijn dat één minderjarige meerdere keren aangemeld is. Enkele voorbeelden:

Een kind staat eerst gemeld voor een crisisopvang en daarna voor een perspectiefbiedende pleegzorgplaatsing. Dit zijn dan twee aanmeldingen voor één kind.

Of in 2016 is een minderjarige aangemeld en komt in een perspectiefzoekende pleegzorgplaatsing terecht die overgaat in 2016

naar een perspectiefbiedende plaatsing. Beide aanmeldingen worden geteld.

Op basis van de registratie van de aanmeldingen geven we hieronder de aantal aanmeldingen per module en leeftijd. Dit zijn steeds de aanmeldingen voor bestandspleegzorg, behalve deze van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Voor hen zien we in het registratieprogramma 19 aanmeldingen van NBMV in kader van bestandspleegzorg.

Binnen de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening hebben we voor ondersteunende pleegzorg (OP) crisis 95 aanmeldingen gehad, voor OP korte duur 127 en voor OP lage frequentie 90.

OP Crisis Kind geplaatst Vraag teruggetrokken

Geen aanbod Niet geschikt Totaal aanvragen

0-2 7 11 17 - 35 3-5 4 5 4 1 14 6-11 12 9 5 1 27 12+ 6 5 7 - 18 Onduidelijk - - - - 1 Totaal 29 30 33 2 95 Bron: eigen registratie voortraject

De aanvragen voor OP crisis die binnenkomen zijn voor 36% deze van crisisopvang voor kinderen tussen 0 en 2 jaar. Evenwel merken we dat we voor deze kinderen vaak geen aanbod hebben: slechts 7 keer is de aanmelding gerealiseerd, tegenover 17 keer niet. Voor kinderen van lagere schoolleeftijd was er vaker een aanbod beschikbaar (44%). In verhouding komen weinig vragen naar crisisopvang voor pubers binnen (19%).

In het totaal zien we dat bij aanmeldingen voor crisisopvang 28% van de vragen resulteerden in een effectieve plaatsing. Bij 31% van de aanmeldingen voor opvang werd de vraag teruggetrokken. Voor 35% van de aanmeldingen was er geen aanbod voor crisisopvang of achtten we de vraag voor crisisopvang binnen ondersteunende pleegzorg als niet geschikt voor de situatie.

728

891

0100200300400500600700800900

1000

2015 2016Bron: eigen registratie voortraject

13

OP Korte duur Kind geplaatst Vraag teruggetrokken

Geen aanbod Niet geschikt Totaal aanvragen

0-2 14 24 5 4 47 3-5 15 11 6 - 32 6-11 16 18 8 - 42 12+ 3 3 - - 6 Totaal 48 56 19 4 127 Bron: eigen registratie voortraject

37% van de aanmeldingen voor OP korte duur werden gesteld voor baby’s en peuters. Voor 38% van de aanmeldingsvragen binnen deze module is een effectieve plaatsing gerealiseerd. In 44% van de aanmeldingen was er een terugtrekking van de aanmelding. Voor 18% van de aanmeldingen was er geen aanbod beschikbaar of achtten we de module OP korte duur niet geschikt.

Van de dringende aanmeldingen binnen de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening, vooral voor OP crisis en OP korte duur, is er een groot percentage waarvan de aanmelding of de vraag uiteindelijk wordt teruggetrokken, respectievelijk 31% en 44%. Dit wil niet zeggen dat binnen het voortraject de noodzakelijke stappen bij een aanmelding niet genomen zijn. Het is echter werk in kader van een aanmelding dat niet resulteert in een pleegzorgsituatie.

OP Lage frequentie Kind geplaatst

Vraag teruggetrokken

Geen aanbod

Niet geschikt

Actieve vraag

Totaal aanvragen

0-2 3 4 - 1 2 10 3-5 10 15 - 2 2 29 6-11 8 12 - 4 5 29 12+ 5 3 6 2 6 22 Totaal 26 34 6 9 15 90 Bron: eigen registratie voortraject

Binnen OP lage frequentie gebeuren weinig aanmeldingen voor baby’s en peuters. In tegenstelling tot de twee vorige OP types, is er relatief veel aanbod: slechts 6 keer was er geen aanbod beschikbaar. Weliswaar was dit wel steeds voor de leeftijdsgroep +12 jarigen. Op 31 december waren er nog 15 aanmeldingen of vragen voor OP lage frequentie actief.

Procentueel bekeken, is de samenvatting dat 29% van de aanmeldingen in een effectieve plaatsing resulteerde, dat 38% van de vragen teruggetrokken werden en dat we voor 17% geen aanbod voor plaatsing konden geven of dat we de situatie niet geschikt achtten voor de module OP lage frequentie. Vaak is dit een inschatting dat de problematiek te zwaar is of dat de vraag niet past conform de FID-parameters1 die we hanteren.

Voor de niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening kregen we 53 aanmeldingen voor perspectiefzoekende pleegzorg en 97 aanmeldingen voor perspectiefbiedende pleegzorg.

1 FID parameters voor het inschatten van een vraag tot verblijf in een pleeggezin binnen de module OP lage frequentie: het gaat binnen deze module over een gemiddelde aantal van 3 nachten per week. De opvoedingsverantwoordelijkheid moet bij de ouders blijven. We krijgen bijvoorbeeld aanvragen van een kind op internaat om elk weekend en elke vakantie naar een gezin te gaan. In dit geval is het kind meer dan 3 nachten bij een pleeggezin en is het nooit meer bij de ouders. Een dergelijke situatie is dan ook niet geschikt voor de module waarvoor de aanvraag gesteld werd.

14

Perspectiefzoekende pleegzorg

Kind geplaatst


Geen aanbod

Niet geschikt

Actieve vraag

Totaal aanvragen

0-2 6 15 7 28 3-5 3 4 4 11 6-11 2 4 1 7 12+ 4 2 1 7 Totaal 15 25 2 11 53 Bron: eigen registratie voortraject

Zowat de helft van de aanvragen wordt teruggetrokken (46%). Vooral vragen voor baby’s en peuters (52%). Van de perspectiefzoekende aanmeldingen betreft dit voor 72% van de aanmeldingen vragen voor kinderen onder de 6 jaar. Gezien dat perspectiefzoekende aanmeldingen een zekere dringendheid kennen, starten de medewerkers binnen het voortraject met het zoeken naar een gepast aanbod en dergelijke. Werk dat niet gevalideerd wordt bij een terugtrekken van de vraag tot plaatsing in deze module.

Perspectiefbiedende pleegzorg

Kind geplaatst


Geen aanbod

Niet geschikt

Actieve vraag

Totaal aanvragen

0-2 15 19 - 3 15 52 3-5 1 5 - - 12 18 6-11 5 4 - 1 7 17 12+ 4 2 2 2 - 10 Totaal 25 30 2 6 34 97 Bron: eigen registratie voortraject

Meer dan de helft van de aanmeldingen voor perspectiefbiedende pleegzorg gebeuren voor baby’s en peuters. En 72% van de aanmeldingen betreft kinderen jonger dan 6 jaar.

Gezien perspectiefbiedende vragen doorgaans minder dringend zijn, blijven vele aanmeldingen op een wachtlijst als er niet meteen een aanbod voor handen is. Dit levert de hoge score bij actieve vragen op. Na een lange tijd gebeurt het dat vragen alsnog teruggetrokken worden door de aanmelder omdat geen aanbod binnen pleegzorg voorhanden was. Dit verklaart de duidelijk lagere score ‘geen aanbod’ voor deze module. Het onderscheid tussen teruggetrokken en geen aanbod bij deze module is minder duidelijk.

Ten slotte is er nog een perspectiefbiedende pleegzorg lage frequentie. Deze komt zoals onderstaand overzicht aangeeft weinig voor. In 2016 waren er 8 aanmeldingen voor deze module.

Perspectiefzoekende Pleegzorg lage frequentie

Kind geplaatst


Geen aanbod

Niet geschikt

Actieve vraag

Totaal aanvragen

0-2 - - - - - - 3-5 - - - - - - 6-11 2 1 - - 3 6 12+ 1 - - - 1 2 Totaal 3 1 - - 4 8 Bron: eigen registratie voortraject

De aanmeldingen die gebeuren zijn vooral voor kinderen met de lager schoolleeftijd (6-11 jarigen).

15

Het aantal aanmeldingen voor bestandspleegzorg in 2016 bedroeg 489. In 2015 gebeurden voor dit soort pleegzorg 359 aanmeldingen. Bij het bundelen van de cijfers hierboven zien we de volgende verdeling:

Aanmeldingen bestandspleegzorg en onderverdeeld naar module

Aanmeldingen Realisaties

Ondersteunende pleegzorg crisis 95 29 Ondersteunende pleegzorg korte duur 127 48 Ondersteunende pleegzorg lage frequentie 90 26 Perspectiefzoekende pleegzorg 53 15 Perspectiefbiedende pleegzorg 97 25 Perspectiefbiedende pleegzorg lage frequentie 8 3 NBMV 19 - Onduidelijke regisratie 2 - Totaal 491 146 Bron: eigen registratie voortraject

Binnen de module ondersteunende pleegzorg kwamen 110 aanmeldingen meer binnen dan in 2015. Het aantal aanmeldingen binnen de niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening blijft echter stabiel. Eveneens werden 35 aanmeldingen voor bestandsplaatsingen meer gerealiseerd dan in 2015. Dit is een stijging van 24%. Mogelijk ligt dit aan de grotere instroom van pleeggezinnen waardoor meer profielen langs aanbodzijde matchen met een vraag voor pleegzorg. Eveneens kan de verklaring liggen in een betere afstemming van de profielen langs aanbodzijde op vraagzijde.

Enkele voorzichtige vragen en bedenkingen formuleerden de medewerkers van het voortraject van Pleegzorg West-Vlaanderen op basis van deze cijfers.

- Wat de ondersteunende pleegzorg crisis betreft, is er een stijging in vergelijking met 2015 van het aantal aanmeldingen: 30 meer aanmeldingen. Naar verhouding is het aantal realisaties minder gestegen. Dit betekent vooral drukkere permanenties. Ook wijst het op veel teruggetrokken vragen door de aanmelders.

- Voor de ondersteunende pleegzorg korte duur is er een minder grote toename van de gerealiseerde vragen in vergelijking met de toename in aanmeldingen. 40 meer aanmeldingen en maar 11 meer realisaties. Ook hier stellen we vast dat vragen heel vaak (56 keer) teruggetrokken werden.

- Een 90 aanmeldingen gebeurden er voor ondersteunende pleegzorg lage frequentie. Hiervan konden we er 26 realiseren. Vorig jaar waren er 45 aanmeldingen en realiseerden we er 14.

- In kader van perspectiefzoekende pleegzorg kenden we 10 aanmeldingen meer dan vorig jaar, we realiseerden echter slechts 15 aanmeldingen in tegenstelling tot 22 vorig jaar. Opnieuw zijn veel aanmeldingen teruggetrokken. Tegelijkertijd zijn er nog 12 aanmeldingen bij de jaarwissel voor deze module op de wachtlijst.

- We konden met 20 meer aanmeldingen ook 10 meer plaatsingen realiseren voor de perspectiefbiedende pleegzorg.

- In tegenstelling tot 2015 hadden we dit jaar wel aanmeldingen voor perspectiefbiedende pleegzorg lage frequentie, nl. 8 aanmeldingen. Hiervan realiseerden we er 3. We merken op dat deze vragen allemaal uit lopende pleegzorgbegeleidingen voortkwamen.

16

Ofschoon we 110 extra aanmeldingen voor ondersteunende pleegzorg registreerden dan in 2015, stijgt het aantal aanmeldingen vanuit de niet rechtstreekse hulpverlening in mindere mate. Een eerste vraag dringt zich hierdoor op: zou de hulpverlening zich verschuiven naar meer vragen voor de rechtstreekse hulpverlening?

De stijging in het aantal aanmeldingen leidt tot drukkere permanenties, hogere werkdruk en werk dat niet gevalideerd wordt in een plaatsing. Die stijging in het aantal aanmeldingen heeft tevens tot gevolg dat pleeggezinnen regelmatig aangesproken worden in kader van een eventuele match, maar dat we even later moeten zeggen dat de vraag teruggetrokken is. Dit zorgt voor onbegrip.

Een foto van de situatie op 31/12/2016 maakt duidelijk dat er op dat moment 125 openstaande aanvragen voor bestandspleegzorg (vorig jaar nog 143) waren. Verdeeld over de modules waren dit 76 aanvragen voor perspectiefbiedende pleegzorg, 12 voor perspectiefzoekende pleegzorg en 37 voor ondersteunende pleegzorg. Van de 76 aanvragen voor perspectiefbiedende pleegzorg waren er 22 aanvragen van brussen.

Behalve aanmeldingen voor bestandspleegzorg gebeuren ook aanmeldingen voor netwerkpleegzorg. In kader van netwerkpleegzorg registreerden we per specifiek gevolg na aanmelding volgende cijfers:

- Netwerkonderzoek: 87 aanmeldingen (vorig jaar 110 aanmeldingen). - Netwerkscreening: 23 aanmeldingen (vorig jaar 10 aanmeldingen).

o Na proces van screening kregen 5 kinderen een plaats in een netwerkgezin o Eén screening resulteerde in een negatief advies voor pleegzorg. o Voor 16 aanmeldingen gebeurde in overleg met de aanmelder na het

intrekken van de vraag geen verdere screening van het netwerk. o Eén netwerkscreening was bij de jaarwissel nog lopende.

- Netwerkobservatie: 305 aanmeldingen. Voor netwerkobservatie kunnen we volgende opdeling geven:

Aanmeldingen netwerkpleegzorg binnen netwerkobservatie en onderverdeeld naar module

Aanmeldingen Realisaties

Ondersteunende pleegzorg crisis 4 4 Ondersteunende pleegzorg korte duur 44 35 Ondersteunende pleegzorg lage frequentie 45 40 Perspectiefzoekende pleegzorg 139 130 Perspectiefbiedende pleegzorg 69 69 Perspectiefbiedende pleegzorg lage frequentie 4 4 Totaal 305 282

Bron: eigen registratie voortraject

In kader van netwerkobservaties zien we 282 kinderen geplaatst worden binnen het netwerk. De aanmelder trok de vraag 21 keer in. Voor twee situaties bleek de module of pleegzorg niet geschikt.

Het aantal vragen voor netwerkpleegzorg is opnieuw gestegen. Van bij de start van het voortraject kunnen we volgend overzicht geven voor alle aanmeldingen.

17

Type aanvraag 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bestandspleegzorg 303 334 402 364 344 278 359 491 Netwerkobservatie 160 175 154 132 134 192 249 282 Netwerkonderzoek 16 17 17 30 28 71 110 87 Netwerkscreening 17 19 33 21 17 6 10 23 error 3 - - - - - - - Totaal 499 545 606 547 547 728 891 Bron: eigen registratie voortraject

In kader van het project ‘Geef de wereld een thuis’ melden we hierbij kort de aanmeldingen die gebeurden. Eind vorig jaar (dd. 09/12/2016) was de situatie van de database die de categoriale voorziening Minor Ndako (en partner in dit project) beheerst als volgt: 53 aanmeldingen van NBMV stonden op de interprovinciale wachtlijst voor bestandspleegzorg, hiervan zijn er 2 broers/zussen.

Zoals eerder vermeld registreerden we in de loop van 2016 19 aanmeldingen van NBMV. Voor deze specifieke groep in kader van het project wil dit zeggen dat dit het aantal aanmeldingen is waarvoor we in West-Vlaanderen de vraag actief bekeken hebben. Dit hield in het opvragen van extra informatie over de NBMV, overleg met Minor Ndako, aanspreken van voogd, bespreken op het internoverleg dat de ‘intake’ verzorgt (intaketeam), in sommige gevallen lag het dossier op tafel van het team dat matcht, het verzorgen van de introductie bij een gezin, enzoverder. In vergelijking met het aantal effectief gerealiseerde vragen NBMV, namelijk 3 voor bestandspleegzorg, blijkt dat ook hier veel werk verricht is dat meestal niet resulteerde in een effectieve pleegzorgsituatie. Behalve plaatsingen binnen bestandspleegzorg telden we op 31/12/2016 ook 20 netwerkpleegzorgplaatsingen.

De aanmeldingen voor de volwassenen nemen vooral het team volwassenen tot op heden op. Er loopt nog steeds een afstemming met het voortraject. Team volwassenen registreerde 35 nieuwe vragen in 2016 voor pleegzorg. Tevens namen ze van 2015 nog 9 lopende vragen mee. Dit brengt de som van vragen rondom pleegzorg voor gasten op 44.

De aard van de vragen is als volgt:

Vragen over pleegzorg voor gast(en) Gevolgen Procentueel Enkel info 5

17% Na info is pleegzorg geen geschikte hulpverleningsvorm 1 Aanmelding na info 17 49% Doorverwijzing na info 2 Begeleiding blijft bij team -18 na info 0 Lopende informatieve vraag op 31/12/2016 8

28% Situaties on hold gezet 2 Totaal 35 100% Bron: eigen registratie volwassenen

Als reden waarom de vraag afgesloten werd, bleek er voor 5 vragen geen verdere hulpvraag te zijn en voor 1 situatie een andere woonoplossing beschikbaar te zijn.

18

Met 17 nieuwe aanmeldingen en 5 vragen van vorig jaar die lopende waren en tot een aanmelding geleid, hebben zien we de volgende typemodules bij de start van de begeleiding of de aanvang van een netwerkobservatie:

Typemodules Aantal Procentueel

Ondersteunende pleegzorg 4 18,18% Perspectiefzoekende pleegzorg 4 18,18% Perspectiefbiedende pleegzorg 14 63,64% Totaal 22 100,00% Bron: eigen registratie volwassenen

De wijze waarop een vraag tot bij pleegzorg komt, registreert het team volwasenen eveneens. Er waren 12 interne doorverwijzingen van team minderjarigen die een aanmelding doen voor pleegzorg onder begeleiding van team volwassenen. Voor 11 vragen kwam men op eigen initiatief naar pleegzorg. Deze en nog andere doorverwijzers kunnen we groeperen per werkvorm:

Hier zien we dat in vergelijking met 2014 het aantal keer dat er doorverwezen werd vanuit het VAPH een sterke daling kent, maar stellen we een stijging voor doorverwijzingen vanuit een voorziening van Jongerenwelzijn zelf vast. Dit toont de verdere samensmelting van pleegzorg voor volwassenen en voor minderjarigen door het nieuwe decreet en de gefuseerde samenwerking. Interessant is ook het aantal vragen die gesteld worden op eigen initiatief. Van waar kent met pleegzorg West-Vlaanderen of het team volwassenen? Dit bleek 6 keer vanuit ‘vroegere begeleidingen in pleegzorg’, 3 keer vanuit de familie- of kennissenkring te zijn en toch 2 keer vragen gesteld door iemand die pleegzorg kende. Hieronder een overzicht vanuit welke regio’s de vragen komen:

Regio Aantal Procentueel

Brugge/Oostende 19 54,29% Roeselare/Kortrijk 10 28,57% Westhoek 6 17,14% Totaal 35 100,00% Bron: eigen registratie volwassenen

19

De zoektocht naar bestandspleeggezinnen is een constante!

Pleegzorg is steeds op zoek naar nieuwe pleegzorgers. Bij netwerkpleegzorg of aanmeldingen voor de rechtstreeks toegankelijke hulp is er -of zoeken we naar- een pleeggezin binnen het familiaal of sociaal netwerk van de minderjarige en zijn gezin van oorsprong. Voor bestandspleegzorg is het een actief zoeken vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen.

Pleegzorger worden is een bewuste keuze dat we vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen stapsgewijs en in dialoog begeleiden. Alles wat aan de start van een begeleiding van een pleegzorgverblijf voorafgaat gebeurt binnen ‘het Voortraject’. Dit gaat over het aanbieden van informatie en vorming voor de pleegzorgers (met de bijhorende registratie), alsook de afstemming op de vraagzijde van kinderen, jongeren of gasten voor wie pleegzorg als hulpaanbod geïndiceerd werd.

In 2016 verstuurden we vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen 401 informatiepakketten over pleegzorg. We organiseerden 5 informatieavonden waar 125 gezinnen aan deelnamen.2

79 kandidaat bestandsgezinnen startten in 2016 met de screening om pleeggezin te worden.

Het aantal gezinnen dat de screening in 2016 beëindigden is 80. Voor 52 gezinnen was er een positieve afronding, met andere woorden zij werden nieuwe bestandspleeggezinnen. De dienst weigerde 6 bestandsgezinnen, deze werden vanuit de dienst niet weerhouden als pleeggezin. Het aantal kandidaat-bestandsgezinnen dat zelf besliste om zich uit de screeningsprocedure terug te trekken is 20. En tenslotte waren er twee kandidaat-bestandsgezinnen die zelf beslisten om een pauze in hun screeningsprocedure in te lassen.

Bij de overgang naar het nieuwe jaar (2017) waren er 27 kandidaat gezinnen waar de screening nog lopende van was.

De procedure tot het selecteren van nieuwe bestandsgezinnen vernieuwden we in het voorjaar van 2016. De opzet was om een selectie of screeningsprocedure te verkrijgen die sneller en ook gerichter was en die ons hielp om mét extra personele inzet de wachtlijst van kandidaat bestandsgezinnen weg te werken. Medio 2015 hadden we immers een behoorlijke wachtlijst.

In de cijfers hieronder ziet u vooreerst de tijd tussen het ontvangen van de ingevulde vragenlijst en de start van de screening van het kandidaat-bestandsgezin in 2016, alsook de tijd tussen de start van de screening en de opname in de pool van kandidaat-bestandsgezinnen.

2 Pleegzorg West-Vlaanderen organiseerde vanaf het voorjaar 5 infosessies om vooral de wachtlijst van kandidaat-bestandspleeggezinnen weg te werken én om geen nieuwe wachtlijst te laten ontstaan. De organisatie zette immers eind 2015 al in op een personele uitbreiding van het aantal selectiemedewerkers. Voor 2017 is er de intentie om het aantal infosessies op te trekken.

20

Tijd Tussen het ontvangen van de ingevulde vragenlijst en de start van de screening

Tussen de start van de screening en het ingeselecteerd zijn

< 3 maanden 15 28 < 6 maanden 11 17 < 9 maanden 10 4 < 12 maanden 8 0 > 12 maanden 8 3 Totaal 52 52 Bron: eigen registratie

We slaagden erin om de wachtlijst geleidelijk aan weg te werken én om ook werkelijk een snellere screening voor kandidaat-pleegzorgers op te zetten. Waar voorheen de start van de screening en het ingeselecteerd zijn meestal langer dan zes maanden duurde (cfr. jaarverslag 2015), zien we dat momenteel de meeste gezinnen binnen de zes maanden na start van de screening geselecteerd werden voor bestandspleegzorg.

In 2016 attesteerden we 32 bestandspleeggezinnen voor de eerste keer. De tijd tussen de opname in de pool bestandsgezinnen en de eerste attestering heeft te maken met het aanbod dat het gezin biedt. De datum van een eerste pleegzorgattest is de datum van de opstart van een eerste plaatsing gezien bestandsgezinnen onmiddellijk een attest toegekend krijgen bij de start van een plaatsing.

Tijd Tijd tussen ingeselecteerd zijn en eerste pleegzorgattest

Tijd tussen start van de screening en eerste pleegzorgattest

< 3 maanden 18 0 < 6 maanden 5 8 < 9 maanden 3 6 < 12 maanden 3 8 > 12 maanden 3 10 Totaal 32 32 Bron: eigen registratie

Bovenstaande tabel waarin we de tijd tussen de start van de screening en een eerste pleegzorgattest tonen, toont dat wie de keuze maakt om zich kandidaat-bestandspleegzorger te stellen en ook geselecteerd wordt, overwegend binnen het jaar een eerste pleegzorgplaatsing krijgt.

Veel van het snel kunnen realiseren van een pleegplaatsing heeft te maken met het profiel dat het gezin geeft zowel voor hun module, alsook profielkenmerken inzake leeftijd, geslacht, en dergelijke van het pleegkind. Hieronder een overzicht van de 38 nieuw ingeselecteerde gezinnen. 14 van de 52 in 2016 ingeselecteerde gezinnen zijn gezinnen die een aanbod doen naar de specifieke doelgroep van NBMV. Ze zijn met hun profiel hieronder niet mee opgenomen.

21

Profiel ingeselecteerde bestandsgezinnen 2016 Aantal OP lage frequentie 9 OP korte duur 3 OP korte duur + lage frequentie 3 OP korte duur + lage frequentie + crisis 2 OP crisis + PZ + PB of OP crisis + PB 7 PB 8 PZ + PB 3 OP KD + PZ 2 OP LF + PB 1 Totaal 38 Bron: eigen registratie voortraject

Vanuit het voortraject van Pleegzorg West-Vlaanderen gebeurt er meer aansturing om gezinnen te laten starten binnen crisis of de perspectiefzoekende module. Verder in dit jaarverslag is hierover een artikel opgenomen.

Er is een grote toename van het aantal gezinnen dat uitsluitend kiest voor OP LF. Het voortraject denkt omwille van deze tendens na over een aangepaste intakeprocedure voor OP LF. Vragen die hierbij beantwoord worden hoe doen we bij een OP LF de kindstudie? Wat is de voorbereiding dat een gezin nodig heeft? Welke samenwerking met voorzieningen loopt er? Kunnen we faciliteren? … Sommige gezinnen kiezen enkel voor samenwerking met een voorziening, anderen ook voor samenwerking met ouders. In 2017 zetten we de visieontwikkeling rond de samenwerking met voorzieningen verder.

Van de 38 bovenstaande gezinnen zijn er 4 gezinnen die hun aanbod – al dan niet tijdelijk – ingetrokken hebben. We kunnen hun profiel dus (voorlopig) niet gebruiken bij het zoeken van een match tussen vraag- en aanbodzijde. De redenen zijn divers: zwangerschap bij kinderloze koppels (2x), verder reflectie over het aanbod en de vraag tot samenwerking met ouders (1x), starten van een zelfstandige beroepsactiviteit (horecazaak) (1x). Op basis van de postcode hebben we de spreiding van de ingeselecteerde gezinnen in beeld gebracht. De gezinnen zijn verspreid over de provincie West-Vlaanderen. Dit leverde volgende kaart op.

22

Op 31/12/2016 beschikten we over een aanbod van 15 geattesteerde pleegzorgers voor een bijplaatsing. Dit gaat over actieve pleeggezinnen die een aanbod doen voor een extra pleegkind. Wanneer dit gebeurt door een netwerkgezin, doorlopen ze eerst nog een aangepaste selectieprocedure. Bestandsgezinnen worden op het selectieteam besproken mét advies vanuit de pleegzorgbegeleider.

Op 31/12/2016 hebben we een beschikbaar aanbod van 42 gezinnen met volgend profiel:

Profiel beschikbare bestandsgezinnen 31/12/2016 Aantal OP lage frequentie 8 OP crisis 1 OP korte duur 7 OP korte duur + crisis 4 OP korte duur + lage frequentie + crisis 7 PB 9 Geef de wereld een thuis 6 Totaal 42 Bron: eigen registratie voortraject

23

We stellen vast dat er een relatief groot aanbod (# 15) is van pleeggezinnen voor OP lage frequentie. In het totaal tellen we 19 gezinnen binnen OP met het profiel crisis of korte duur. Dit aantal wisselt snel gezien het om kortdurende situaties gaat.

In verhouding hebben we een kleiner vrijstaand aanbod gezinnen voor perspectiefbiedende pleegzorg, slechts 9. Voor de meerderheid van deze gezinnen liep er op dat moment een actieve match. Vier van deze gezinnen zijn ondertussen ook met een (nieuwe) pleegzorgplaatsing gestart.

Bestandsgezinnen met een oningevuld aanbod kunnen steeds informatie opvragen en hun profiel wijzigen.

Gezinnen uit netwerkpleegzorg kunnen zoals eerder aangegeven doormiddels van een aangepaste selectieprocedure overstappen van netwerkpleegzorg naar bestandspleegzorg. Relatief weinig aanvragen gebeuren echter in dit kader. In 2016 hadden we 1 vraag tot overstap welke niet gebeurde daar beide pleegzorgers aan het selectietraject moesten deelnemen en dit een knelpunt was. In 2016 was het aantal werkelijke overstappen dan ook nul.

2. Begeleidingen binnen pleegzorg West-Vlaanderen

Lopende begeleidingen Pleegzorg West-Vlaanderen begeleidde in 2016 1291 van de 7153 pleegzorgdossiers in Vlaanderen. Dit is 18,05 %. Onderstaande cijfers geven zicht op het aantal dossiers van 2016, en ook informatie over het aantal opgestarte dossiers en het aantal afgesloten dossiers.

Er zijn geen dubbeltellingen: d.w.z. een dossier in het totaal aantal dossiers dat zowel opgestart als afgesloten is in 2016 wordt in het totaal aantal één keer geteld. Een afgesloten dossier is een dossier met einddatum van het hulpaanbod (laatste schakeling) in de opgegeven periode én met als status van het dossier ‘afgesloten’. Een dossier is verbonden aan een pleegkind/-jongere of pleeggast. Een pleegkind/-jongere of pleeggast met een onderbroken hulpverlening krijgt bij het hervatten van de hulpverlening een nieuw dossier wanneer de periode tussen de ene hulpverlening en de andere hulpverlening langer dan 60 dagen is. Dit maakt dat het aantal dossiers hoger is dan het aantal unieke jongeren die in een jaar begeleid worden.

01/01/2016 - 31/12/2016 Aantal dossiers Opgestarte dossiers

Afgesloten dossiers Alle dossiers

Pleegzorg 1534 1054 7153 Pleegzorg - West-Vlaanderen 270 223 1291 Bron: BinC registratieprogramma

In 2016 begeleidden we 1268 pleegkinderen/-jongeren en pleeggasten. Dit is de som van de op 01/01/2016 lopende begeleidingen en de 256 opgestarte begeleidingen in de loop van 2016. Voor 212 pleegkinderen/ -jongeren of –gasten werd het dossier afgesloten. We spreken voor deze cijfers altijd over unieke jongeren daar het rijksregisternummer ervoor zorgt dat er geen dubbeltellingen voorkomen.

24

01/01/2016 - 31/12/2016 Aantal unieke jongeren Opgestarte dossiers Afgesloten dossiers Alle dossiers

Pleegzorg 1460 1009 6976 Pleegzorg - West-Vlaanderen 256 212 1268 Bron: BinC registratie

Vanuit onze eigen registratie weten we dat er 206 pleegkinderen of –jongeren (-18 jarigen) met een beperking door onze dienst begeleid worden. In de loop van 2016 gingen 8 minderjarigen over naar de meerderjarigenwerking (+18 jarigen die niet in voortgezette hulpverlening bij meerderjarigheid geplaatst zijn) en werden pleeggast. Het team volwassenen had op 31/12/2016 129 lopende begeleidingen. Het aandeel pleeggasten onder de unieke personen is voor die datum 12 %.

De geslachtsverhoudingen van pleegkinderen en -jongeren (48,29 % ♂ - 50,71% ♀) en van de pleeggasten (53,28% ♂ - 46,72% ♀) in West-Vlaanderen zijn gekend. In concrete cijfers betekent dit 625 jongens of mannen en 643 meisjes of vrouwen. Uit de eigen registratie kennen we het aantal mannen en vrouwen binnen het pleegzorgaanbod voor volwassenen, namelijk 65 vrouwen en 57 mannen.

De huidige leeftijdsverdeling in de dossiers van Pleegzorg West-Vlaanderen (# ) jongeren toont zich in volgende taartverdeling.

Bron: eigen registratie

Het grootste aandeel aan >= 21 jarigen kunnen we vanuit de eigen registratie inzake ‘pleeggasten’ verder opsplitsen volgens leeftijd. Team volwassenen registreerde in hun perspectiefbiedende en perspectiefzoekende begeleidingen (# 122) de volgende leeftijdsverdeling van de pleeggasten in 2016:

25

Bron: Eigen registratie

De diversiteit van de pleegkinderen/-jongeren en -gasten weerspiegelt zich behalve in leeftijd en in geslacht ook in de nationaliteit en het land van herkomst van de pleegjongeren.

# jongeren naar nationaliteit # jongeren naar land van herkomst

Niet bevraagd 3 Onbekend 253 264 België 969 949 Niet-Belg 43 55 TOTAAL 1268 1268 Bron: BinC registratie

Er zijn gelijkenissen en verschillen tussen de nationaliteiten en de landen van herkomst. De eerste drie landen naar nationaliteit zijn Afghanistan (# 14), Nederland (# 5) en Syrië (#4). De eerste drie landen naar land van herkomst zijn Afghanistan (# 17), Syrië (# 4), Liberia (# 3) en Togo (# 3). Dat zowel in nationaliteit als in landen van herkomst Afhanistan en Syrië het meest voorkomen in Pleegzorg West-Vlaanderen is te verklaren vanuit de politieke situatie in deze landen, de vluchtelingen ten gevolge van deze situatie in die landen en het project ‘Geef de wereld een thuis’ naar aanleiding van de vluchtelingencrisis in het najaar van 2015.

We merken dat er onder de pleeggasten geen mannen of vrouwen met een niet-Belgische nationaliteit zijn, noch dat ze een ander land van herkomst hebben dan België.

De pleegkinderen, -jongeren en –gasten waarover we hierboven een beschrijving hebben gegeven, verblijven in een pleeggezin. Pleegzorg West-Vlaanderen heeft op 31/12/2016 volgens eigen registratie 792 pleeggezinnen in begeleiding. In bijlage zijn de kaarten van waar de pleeggezinnen in begeleiding en per module wonen opgenomen.

26

Hieronder een overzicht van de maandcijfers (1-30/31) per typemodule: behandeling, ondersteunende pleegzorg (OP), perspectiefbiedende pleegzorg (PB) en perspectiefzoekende pleegzorg (PZ).

01-01/2016 – 31/12/20166

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12

Behandeling in het kader van pleegzorg

106 99 100 97 96 91 82 82 90 104 111 114

OP - Crisisverblijf in een pleeggezin

2 1 11 5 1 2 4 3 3 4 2 2

OP - Verblijf in een pleeggezin [ korte duur]

19 20 26 21 20 23 29 30 25 20 20 28

OP - Verblijf in een pleeggezin [ lage frequentie]

80 83 87 82 81 82 83 84 90 87 89 91

PB – Verblijf in een pleeggezin [hoge frequentie]

925 906 909 900 901 918 889 896 900 908 908 908

PB – Verblijf in een pleeggezin [lage frequentie]

22 23 25 26 30 28 25 26 33 31 33 32

PZ – Verblijf in een pleeggezin

89 89 88 96 88 88 93 96 99 103 98 106

Som van de modules

1137 1122 1146 1130 1121 1141 1123 1135 1150 1153 1150 1167

Bron: Eigen telling op basis van BinC registratie

In 2016 noteren we een stijging in het aantal modules dat we begeleid hebben. Als provinciale pleegzorgdienst is ons gemiddeld aandeel op 31/12/2016 volgens het aantal unieke pleegkinderen/jongeren/gasten op Vlaams niveau 17,73% voor 2016. Er liepen in 2016 gemiddeld per maand 1.140 modules.

Maandelijks wil dit zeggen voor:

27

Pleegzorgtype Gemiddeld # modules per maand

Behandeling in het kader van pleegzorg 97,67 OP - Crisisverblijf in een pleeggezin 3,33 OP - Verblijf in een pleeggezin [ korte duur]

23,42

OP - Verblijf in een pleeggezin [ lage frequentie]

84,92

PB – Verblijf in een pleeggezin [hoge frequentie]

905,67

PB – Verblijf in een pleeggezin [lage frequentie]

27,83

PZ – Verblijf in een pleeggezin 94,42 Bron: Eigen telling op basis van BinC registratie

In de lopende begeleidingen van 2016 zijn de plaatsingen vooral in de niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (NRTJ) te vinden. Enkel de verschillende vormen van ondersteunende pleegzorg behoren tot de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (RTJ). Over het aantal overgangen en de wisselingen tussen de verschillende modules die gebeurden, alsook de combinaties van modules kunnen we tot op heden geen cijfers geven. Behalve het ontbreken van informatie over combinaties van modules – zowel intern als extern – beschikken we niet over cijfers om de samenwerking die we aangaan in de begeleidingen te duiden. In de toekomst hopen we een beter zicht te krijgen over onze samenwerkingen met andere diensten die mee de sociale kaart vormen voor provincie West-Vlaanderen.

De 133 lopende begeleidingen van pleeggasten zitten in volgende pleegzorgmodules:

Pleegzorgtype Modules op 31/12/2016 Ondersteunend 11 Perspectiefzoekend 4 Perspectiefbiedend 118 Crisis - Behandelingspleegzorg 7 Bron: Eigen registratie

De eigen registratie geeft ons de mogelijkheid na te gaan of de modules als netwerk (familiaal of sociaal) of bestandsplaatsing aangeduid kunnen worden. Voor 24 kinderen is er in 2016 geen aanduiding of het over een netwerkplaatsing of een bestandsplaatsing gaat. In vergelijking met 2014 en 2015 levert dit volgend overzicht op:

Type plaatsing # plaatsingen in 2016 2015 2014 Netwerk – Sociaal 160 152 148 Netwerk – Familiaal 526 490 468 Bestand 371 370 417 Niet geregistreerd 24 34 / Bron: Eigen registratie

28

De netwerkplaatsingen in Pleegzorg West-Vlaanderen blijven toenemen. De eigen registratie duidt op 686 netwerkplaatsingen. In 2014 kenden we 616 netwerkplaatsingen, in 2015 registreerden we 642 netwerkplaatsingen. In 2015 kenden we een groei van 1,75% in de netwerkplaatsingen. In 2016 is er opnieuw een groei van 2,08% ten aanzien van 2015.

De pleeggasten zitten voornamelijk in een netwerkplaatsing. Van de 122 pleeggasten in perspectiefzoekende en perspectiefbiedende pleegzorg verblijven er 24 in een bestand gastgezin en 98 in een gastgezin binnen het familiaal netwerk (# 76) of het sociaal netwerk (# 22). Momenteel zijn 80,33% van de 122 plaatsingen van pleeggasten in de perspectiefzoekende en perspectiefbiedende pleegzorg netwerkpleegzorg. In 2014 was dit nog 76%. Ook voor pleeggasten blijft het aandeel van netwerkpleegzorg groeien.

Pleegkinderen, -jongeren en –gasten bevinden zich in pleeggezinnen. Op 31/12/2016 begeleiden we volgens onze eigen registratie in Pleegzorg West-Vlaanderen 792 pleeggezinnen. Dit is een stijging tegenover 2014 toen we 703 gezinnen begeleidden.

Als pleegzorgdienst gebeurt het dat er attesten worden geweigerd, ingetrokken of komen te vervallen. De dienst voor pleegzorg kan ten allen tijde, indien hij oordeelt dat het pleeggezin niet langer voldoet om het concrete pleegkind of pleeggast op te vangen, het attest intrekken met een schriftelijke gemotiveerde beslissing. Daarnaast is er ook een verval van attest mogelijk, als de pleegzorg eindigt zonder dat er sprake is van ongeschiktheid in hoofde van de pleegzorger, als de situatie van het pleegkind of de gast gewijzigd is. De kandidaatpleegzorger komt dan terug in de lijst van weerhouden kandidaten en komt mogelijk opnieuw in aanmerking voor een volgende matching. In 2016 gebeurden er in drie regio’s van pleegzorg West-Vlaanderen het volgende:

Regio Weigeren van attest

Verval van attest Intrekken van attest

Brugge - Oostende 0 0 1 Diksmuide - Ieper 0 0 1 Kortrijk - Roeselare 0 0 0 Bron: Eigen registratie

Gestarte plaatsingen in 2016 In het afgelopen jaar openden we 270 dossiers van kinderen en gasten in een pleeggezin. In het Vlaamse pleegzorglandschap vormt ons aandeel 17,6%. Deze 270 dossiers gaan over 256 unieke minderjarigen. Op basis van de leeftijd en de eigen registratie noteren we 18 nieuwe pleeggasten binnen de perspectiefbiedende en perspectiefzoekende pleegzorg.3

Volgende verdeling geeft duidelijk weer in welke mate deze plaatsingen gebeurden in de rechtstreeks toegankelijke (RTJ) of niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening (NRTJ).

Aanmeldingen NRTJ % RTJ % Pleegzorg 1534 821 53,52% 713 46,48% Pleegzorg West-Vlaanderen

270 112 41,48% 158 58,52%

Bron: BinC registratie

3 Regelmatig ontbreekt de beginregistratie in opgestarte dossiers. Dit heeft zowel als reden dat deze nog niet voltooid is/was, alsook dat in niet elke pleegzorgstart alle parameters geregistreerd (kunnen) worden.

29

In West-Vlaanderen ligt de verdeling tussen rechtstreekse en niet-rechtstreekse jeugdhulp anders dan in heel Pleegzorg. In West-Vlaanderen hebben we meer aanmeldingen en plaatsingen binnen de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening.

In de NRTJ zijn er 3 specifieke dossiers die startten na een kortdurend crisisverblijf. We kregen geen specifieke aanmeldingen van de uitstroom uit een gemeenschapsinstelling, in kader van time-out of na een onthaal in een OOOC. Voor de gestarte dossiers binnen de NRTJ kennen we op basis van de BinC registratie niet de aanmelder bij de intersectorale toegangspoort.

Voor de RTJ weten we voor de 158 aanmeldingen bij pleegzorg West-Vlaanderen vanuit welke organisatie of instantie de aanmelding voor pleegzorg gebeurde.


Het aantal nieuwe dossiers is op te delen volgens typeplaatsingen: de netwerkplaatsingen of de bestandsplaatsingen. Voor 258 gestarte dossiers registreerden we (voor de 12 andere dossiers was er wellicht geen beginregistratie):

Type plaatsing Pleegzorg West-Vlaanderen Vlaams Gewest # dossiers % aandeel # dossiers % aandeel

Bestandspleegzorg 93 36,05% 526 35,14% Netwerkpleegzorg 163 63,18% 938 62,66% Niet ingevuld 2 0,77% 33 2,20% Bron: BinC registratie

30

Net als in de lopende begeleidingen gaat het ook bij de opgestarte dossiers vooral over dossiers binnen netwerkpleegzorg. Hierbij merken we dat we als provincie net boven het gemiddelde zitten in opgestarte dossiers voor netwerkpleegzorg. Eerder merken we ook in de lopende begeleidingen het toenemend aantal netwerkpleegzorgverblijven. We zetten dan ook in op de methodiek van netwerkonderzoek bij elke vraagverheldering in het kader van een vraag tot bestandspleegzorg. Dit komt erop neer dat bij een eventuele toeleiding tot pleegzorg er steeds een bevraging gebeurt van de mogelijkheden tot netwerkpleegzorg.

Van de 256 unieke minderjarigen zijn er 140 mannen/jongens (11,04% ♂) en 116 vrouwen/meisjes (9,15% ♀). De opgestarte dossiers (# 270) van 2016 hebben de volgende leeftijdsverdeling:


De opstart van een dossier op 18 jaar of ouder duidt op de plaatsing van een pleeggast in een gastgezin. Op basis van onze eigen registratie geven we hierna een uitsplitsing naar leeftijd en geslacht voor de nieuwe pleeggasten in 2016.

Bron: Eigen registratie

31

Vanuit deze leeftijdsregistratie stellen we vast dat het voornamelijk jonge pleeggasten zijn die instromen: 10 van de 18 nieuwe pleeggasten zijn jonger dan 20 jaar. Ook vorig jaar was dit zo. Momenteel is 1 op de 3 pleeggasten jonger dan 30 jaar. Indien de toename vooral ligt bij de < 20 jarigen zal de groep pleeggasten in totaal verjongen.

In BinC registreren we op Vlaams niveau ook de dagbesteding, het opleidingsniveau waarin kinderen zitten en de schoolachterstand. Van de 258 dossiers waarin we een dagbesteding geregistreerd zien, zijn er 55 dossiers van kinderen die ‘nog niet schoolgaand’ zijn. Voor 197 dossiers spreken we over kinderen die ‘schoolgaand’ zijn, die deeltijdsonderwijs volgen of een leercontract hebben of in een persoonlijk ontwikkelingstraject (POT) zitten. (In 2 situaties is het niet bevraagd en in 4 situaties werd de categorie ‘Andere’ aangeduid.)

Wat het opleidingsniveau van de betreffende jongeren in 258 opgestarte dossiers betreft, zien we de volgende grove indeling:

Opleidingsniveau van de jongeren Pleegzorg West-Vlaanderen # dossiers % aandeel

Geen 55 21,32% Kleuter, lager of secundair onderwijs 141 54,65% Buitengewoon kleuter, lager of secundair onderwijs

28 10,85%

Deeltijds onderwijs, leercontract of POT 6 2,33% Onthaalklas anderstaligen 20 7,75% Niet bevraagd 8 3,10% TOTAAL 258 100% Bron: BinC registratie

In de dossiers die Pleegzorg West-Vlaanderen in 2016 opstartte, scoren we hoger op het buitengewoon onderwijs dan gemiddeld in de opgestarte pleegzorgdossiers in Vlaanderen (8,42%).

Onder de in 2016 opgestarte dossiers (# 270) zien we dat van de opgestarte dossiers met beginregistratie en aanduiding inzake schoolachterstand (# 258) in 82 dossiers (37,78%) geen schoolachterstand aanwezig is. Verder is schoolachterstand voor 76 dossiers (29,46%) niet van toepassing. In vergelijking met heel Vlaanderen is er voor de beschikbare gegevens een forse daling in het verschil voor wie geen schoolachterstand van toepassing is in vergelijking met vorig jaar. Toen bedroeg het verschil een 7%, voor 2016 is dit gezakt tot minder dan 1,13% verschil. Op het Vlaamse niveau dichten we eveneens het grote verschil wat betreft het aandeel dossiers dat geen schoolachterstand heeft. In West-Vlaanderen is dit 31,78%, voor alle opgestarte dossiers in pleegzorg over heel Vlaanderen is dit 47,56% wat nog een verschil van 15,78% is (vorig jaar 17,13%).

Beëindigde plaatsingen in 2016 In 2016 sloot Pleegzorg West-Vlaanderen 223 dossiers af. Dit betrof 212 pleegkinderen, -jongeren of –gasten. Uit de eigen registratie weten we dat er 17 pleeggasten pleegzorg West-Vlaanderen verlieten. Voor 3 gasten stopte de ondersteunende pleegzorg, voor 14 gasten kwam een einde aan de perspectiefzoekende of –biedende pleegzorg.

32

We hebben in Pleegzorg West-Vlaanderen een lichtjes hoger aandeel afgesloten dossiers (17,27%) dan over heel pleegzorg (14,74%).

In de 223 afgesloten dossiers treffen we 380 beslissingen aan die in deze dossiers werden genomen. Ieder dossier kent één of meerdere jeugdhulpbeslissingen (JHB). Een jeugdhulpbeslissing is een beslissing tot jeugdhulp in de organisatie, met vermelding van de aanbevolen modules en met een begin- en einddatum. De jeugdhulpbeslissing is afkomstig van de toegangspoort (jeugdhulpregie) of van de voorziening zelf indien het gaat om een uitsluitend rechtstreeks toegankelijk hulpaanbod.

Hieronder een overzicht van het aantal beslissingen en schakelingen en de onderlinge verhouding.

# afge-sloten dossiers

# beslis-singen

gemiddeld # beslis-singen

# schakeling-en

gemiddeld # schakeling-en

Gemiddeld # schakeling-en per beslissing

Pleegzorg 1054 1899 1,80 653 0,62 0,34 Pleegzorg - West-Vlaanderen

223 380 1,70 133 0,60 0,35


Gemiddeld wil dit zeggen dat het aantal beslissingen per dossier neerkomt op 1,70 beslissingen. Dat wil zeggen dat er in heel wat dossiers méér dan één beslissing was. Wanneer we kijken naar het aantal schakelingen (# 133) in 2016 dan zien we dat dit een gemiddeld aantal schakelingen oplevert van 0,60. Dit toont duidelijk hoe dat niet elke beslissing tot een schakeling of een gewijzigd hulpaanbod leidde. Meer nog aan de hand van het gemiddeld aantal schakelingen per beslissing (# 0,35) zien we dat één op de drie beslissingen tot een schakeling leidde.

Binnen de 223 afgesloten dossiers zien we 159 beslissingen binnen de rechtstreeks toegankelijke pleegzorgmodules en 221 beslissingen binnen de niet-rechtstreekse pleegzorgmodules.

Afgesloten dossiers (223) RTJ Beslissingen NRTJ Beslissingen Gemandateerde voorziening

OCJ 5 36 VK Geen 154 185 TOTAAL 159 221

Verwijzingsgrond Vrijwillig 140 125 Gerechtelijk mof 0 0 Gerechtelijk vos* 19 96 TOTAAL 159 221

Bron: BinC registratie * vos = verontrustende opvoedingssituatie.

33

Meestal is er geen gemandateerde voorziening betrokken in de beslissingen, noch in de rechtstreeks toegankelijke (slechts voor 3,15% van de beslissingen), noch in de niet-rechtstreeks toegankelijke (slechts voor 16,29% van de beslissingen) modules.

Een jeugdhulpbeslissing kan nog verder gespecifieerd worden als een vrijwillige of gerechtelijke beslissing. Indien ‘gerechtelijk’, wordt gevraagd of het al dan niet om een misdrijf omschreven feit (MOF) gaat. Van de beslissingen binnen de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening gebeurden er 140 met een vrijwillige verwijzingsgrond. Er waren 19 van deze dossiers met een gerechtelijke verwijzingsgrond van verontrustende opvoedingssituatie. Voor de beslissingen binnen de niet-rechtstreeks toegankelijke hulpverlening waren er 125 beslissingen met een vrijwillige verwijzingsgrond (of zonder plaatsende instantie). Tevens registreerden we 96 beslissingen met een gerechtelijke verwijzingsgrond van verontrustende opvoedingssituatie.

De begeleidingsduur van de afgesloten dossiers (# 223) was gemiddeld 987 dagen.

Begeleidingsduur in dagen(*) Aantal afgesloten dossiers

0-28 29-60

61-120

121-180

181-365

366-730

> 730

Gemiddelde begeleidingsduur

Pleegzorg 1054 146 69 100 54 150 153 381 1082 Pleegzorg West-Vlaanderen

223 24 12 33 13 27 37 77 987


Voor 34,53% van de afgesloten dossiers duurde de begeleiding vanuit pleegzorg West-Vlaanderen langer dan 730 dagen. Voor 10,76% van de dossiers lag de begeleidingsduur tussen de 0-28 dagen. Dit betekent een lichte terugval in het aantal OP crisis in vergelijking met 2015 toen we nog 13,22% afgesloten dossiers met deze begeleidingsduur registreerden.

Van de 212 unieke minderjarigen binnen pleegzorg West-Vlaanderen met een afgesloten dossier weten we dat er 101 dossiers van mannelijke pleegkinderen/-jongeren of -gasten afgesloten werden en 111 van vrouwelijke pleegkinderen/-jongeren of –gasten. Wanneer we de sekseverhouding van de lopende begeleidingen, de opgestarte begeleidingen en de afgesloten begeleidingen vergelijken, zien we dat er in de lopende begeleiding een stijging is in het aantal jongens/mannen die we begeleiden. We zien ook dat meer jongens of mannen pleegzorg binnenkomen én dat, bij de afgesloten dossiers, zij pleegzorg in mindere mate verlaten. Dit lijkt –zeer voorzichtig gesproken nog- op een toename van het aantal jongens of mannen. Of deze tendens zich verder zal zetten, is nog af te wachten. Alvast ondersteunen de cijfers op het Vlaams pleegzorg niveau deze tendens. Een verklaring kan evenwel zijn de voornamelijk mannelijke instroom in pleegzorg van de NBMV.

Als de begeleiding van de jongere is afgerond, registreren we hoe de begeleiding is beëindigd, wat de verschillende samenwerkingsverbanden zijn en welke vervolghulp geadviseerd wordt.

34

Het jeugdhulplandschap in Vlaanderen maakt gebruik van modules. Het hulpaanbod van alle hulpverleningsinstanties wordt daarvoor op eenzelfde manier omschreven: waar wordt het aangeboden, voor welke doelgroep … Een module is dus een pakket van jeugdhulp dat een voorziening afzonderlijk aan een cliënt kan aanbieden. Doorgaans kunnen modules ook gecombineerd worden ingezet.

We beschikken over cijfers die aanduiden welk gemoduleerd aanbod buiten de eigen voorziening betrokken is bij de begeleiding en ook het afsluiten van het dossier. We noemen dit ‘combinatie met gemoduleerd aanbod’.

In de BinC registratie merken we voor 102 van de 208 afgesloten dossiers met invulling van de eindregistratie dat er tegelijkertijd een aanbod loopt binnen voornamelijk een andere module van jongerenwelzijn, een hulpverleningsaanbod met algemeen welzijnswerk, centra geestelijke gezondheidszorg, centra voor leerlingenbegeleiding, VAPH voorzieningen, een aanbod binnen Kind & Gezin of een vorm van crisishulpprogramma.

Voor 74 van de 208 afgesloten dossiers met invulling van de eindregistratie merken we dat de samenwerking vooral gebeurde binnen de welzijns- en gezondheidssector.


Voorgaand overzicht duidt globaal aan binnen welk sub beleidsdomein van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin de combinatie van modules of de pakketten van jeugdhulp zich bevinden. Het gaat hierbij over modules die betrekking hebben op de jongere binnen dit BinC-dossier (dus niet gelijklopende modules voor bv. andere kinderen binnen het gezin). Bij het afsluiten van de dossiers in 2016 binnen Jongerenwelzijn (d.w.z. uit de bijzondere

35

jeugdbijstand) betrokken. Belangrijk is echter erop te wijzen dat voor meer dan de helft van de afgesloten dossiers met eindregistratie (64,42%) er geen gemoduleerd aanbod liep.

Tevens beschikken we over cijfers die de samenwerking met hulpverlenende instanties tijdens de begeleidingsperiode aanduidt voor de afgesloten dossiers. Deze samenwerking situeert zich zowel op gezinsniveau als op cliëntniveau. Deze samenwerking betreft de effectieve samenwerking in functie van het dossier van de jongere (bv. OCMW, VAPH-begeleiding van een ouder, systematisch teamconsult op casusniveau vanuit CGG…).

De samenwerking gaat verder dan een ad hoc samenkomen of overleg, het betreft het gezamenlijk werken aan een doelstelling, al dan niet met aanwezigheid van de cliënt of zijn gezin. Niet verwonderlijk werken we vanuit pleegzorg samen met organisaties binnen de welzijnssector, gezondheid, onderwijs, tewerkstelling, huisvesting en financiën.

Hieronder een tabel over de samenwerking met ander niet gemoduleerd aanbod voor de 208 afgesloten dossiers met eindregistratie.


Met welke organisaties precies binnen deze sectoren we voornamelijk samenwerken, kunnen we momenteel niet uit het centrale registratiesysteem (BinC) halen. Belangrijk te melden is dat voor 84 dossiers of 40,38% geen samenwerking tijdens de begeleiding van een dossier gebeurde.

Het registratiesysteem BinC noteert bij het afsluiten van een dossier de rede voor het afsluiten van het dossier. Als er sprake is van uitval, d.w.z. als de hulpverlening eenzijdig vanuit cliënt-perspectief of perspectief van de voorziening wordt stopgezet (breakdown).

36

Er werden in de afgesloten dossiers 59 keer een reden ingevuld wanneer er sprake van uitval is. Dit levert volgende taartverdeling op.


Een dossier kan ook afgesloten worden zonder dat er sprake van uitval is. In dat geval registreerden we in BinC de reden voor het einde van de begeleiding bij het afsluiten van een dossier. In de afgesloten dossiers werd 149 keer een reden voor het einde van de begeleiding opgegeven. De redenen zijn hieronder terug te vinden.


Voor de volwassenen noteerden we 6 keer een reden die op uitval wijst, nl. een overlijden, 2 beëindigingen door pleegzorgers en 3 stopzettingen van pleegzorgbegeleidingen door de

37

gast. Andere redenen die tot het beëindigen van de begeleiding hebben geleid zijn zelfstandig gaan wonen (# 5), opname in een woonzorgcentrum (# 2) of in een tehuis voor niet-werkenden (# 3) en beschermd wonen (# 1).

Bij het einde van een plaatsing wordt in het afgesloten dossier vermeld of er vervolg hulpverlening aangewezen was. Deze vervolg hulp kan zich binnen jongerenwelzijn of buiten jongerenwelzijn bevinden.


De som van de doorverwijzingen naar vervolg hulpverlening binnen jongerenwelzijn is 247 en dit voor 210 afgesloten dossiers met eindregistratie. Wanneer we zien dat in 101 dossiers geen vervolghulp aangewezen was, dan toont dit dat op 109 dossiers 247 doorverwijzingen liepen voor vervolghulp. De verklaring hiertoe is dat, ingeschat wanneer vervolghulp wenselijk is, meerdere modules binnen jongerenwelzijn geschikt kunnen zijn. Dit maakt dat we een gemiddelde doorverwijzing in deze dossiers hebben van 2,27. Dit zegt niet in welke mate deze vervolghulp ook daadwerkelijk gerealiseerd werd.

38


Vervolghulp kan niet alleen binnen jongerenwelzijn wenselijk zijn maar ook buiten jongerenwelzijn. Dit verbreed de mogelijke doorverwijzingen enorm. We zien op de 210 dossiers met een eindregistratie inzake doorverwijzing er 280 doorverwijzingen geregistreerd zijn. Gezien ook hier voor 113 dossiers geen vervolghulp aangewezen was, zien we dat voor 97 dossiers 280 keer doorverwezen werd voor een vervolghulp.

De verklaring hiertoe is dat ook hier de vervolghulp een inschatting is (zoals de doorverwijzing binnen jongerenwelzijn). De doorverwijzing buiten jongerenwelzijn is ook niet enkel op de minderjarige of de pleeggast gericht, maar de soorten hulpverlening waarnaar doorverwezen werd in 2016 toont dat het zich verbreed, bv. bij einde plaatsing vraag naar verdere ondersteuning in kader van gezinszorg.

39

Pleegzorg West-Vlaanderen in 2016 artikelsgewijs

1. Project ‘Geef de wereld een thuis’ in 2016 We herinneren ons allen de beelden van vluchtelingen die kamperen in een park in Brussel in augustus en september 2015. Vele Vlamingen boden zich spontaan aan om iets te doen voor vluchtelingen. Zo ook meldde een aanzienlijk deel zich aan bij pleegzorg om vluchtelingen(gezinnen) in hun huis op te nemen. In het najaar van 2015 ontstond dan ook binnen pleegzorg het project ‘Geef de wereld een thuis’. Hierna een terugblik op dit project voor 2016 en de wijze waarop een dubbele integratie liep: deze van een project en van een doelgroep!

Auteurs: Valerie Descheemaecker en Els Vanderwaeren

40

Twee fases in 2016 Vanuit pleegzorg kunnen we het werkjaar 2016 voor “geef de wereld een thuis” inhoudelijk opdelen in 2 perioden.

Tot juni 2016 spendeerden de diensten vooral veel tijd aan het screenen en voorbereiden van de bestandsgezinnen die zich aangemeld hadden om een Niet-Begeleide Minderjarige Vreemdeling (NBMV) of een vluchtelinggezin op te vangen. Hiervoor werkten de diensten voor pleegzorg intensief samen met de categoriale voorzieningen. Deze samenwerking was vooral een bruikbaar maken van de werkwijzen voor screening en het voorbereiden van kandidaat pleeggezinnen voor het opvangen van een specifieke doelgroep.

AANTAL PLEEGGEZINNEN VOOR NBMV IN WEST-VLAANDEREN OP 31/12/2016

Weerhouden pleeggezinnen 16 Overstap van pleeggezinnen naar reguliere pleegzorg

3

Pleeggezinnen in selectietraject 2 Afgehaakte pleeggezinnen 12 Niet weerhouden pleeggezinnen 1 Tijdelijk afgehaakte pleeggezinnen 5 Totaal 39

Na juni 2016 werd de focus verlegd van bestandspleegzorg naar netwerkpleegzorg voor NBMV. Dit omdat we in West-Vlaanderen, net als elders, een hoge instroom kenden van netwerkplaatsingen. Dit leidde tot een inhoudelijke verdieping van de netwerkscreenings en –observaties. Een sterkere focus kwam te liggen op de intensieve cultuursensitieve begeleiding van deze plaatsingen.

OPGESTARTE PLEEGZORGBEGELEIDINGEN VOOR NBMV IN WEST-VLAANDEREN (OP 31/12/2016):

Bestandspleegzorg 3 Netwerkpleegzorg 20 Totaal 23

Voor de werving – en om de continuïteit aan (bestands)pleeggezinnen te

verzekeren, organiseerde Pleegzorg West-Vlaanderen eerst opnieuw aparte informatieavonden. Vervolgens integreerde de dienst de informatie rondom het project ‘Geef de wereld een thuis’ in de reguliere informatieavonden. Deze werkwijze resulteert tevens uit het feit dat in de 2de helft van 2016 er een afname in het aantal kandidaat-bestandspleeggezinnen was. Tegenwoordig contacteert een medewerker van de dienst met kennis van zaken de kandidaat-pleegzorgers na de reguliere avonden om hen desgewenst nog extra informatie te geven.

Projectpartners In 2016 speelden in het project de nauwe samenwerking met volgende partners: Fedasil, opvangnetwerk (OOC van Fedasil), dienst voogdij, individuele voogden, Aanmeldpunt voor niet-begeleide minderjarigen een rol.

Om inhoudelijk en procedureel afspraken te maken, startte een interprovinciale werkgroep. Verschillende betrokkenen van de diensten van pleegzorg en de categoriale voorzieningen namen hieraan deel. Deze werkgroep komt tweemaandelijks samen en blijkt heel zinvol om onderlinge afstemming tussen alle betrokkenen te verzekeren.

Interne vormgeving van het project Op het niveau van de begeleidingen voorzien de diensten intervisie voor alle begeleiders die een dossier van een NBMV begeleiden. Deze tweemaandelijkse intervisie stuurt de projectmedewerker aan. De medewerker van de categoriale voorziening is hier ook bij aanwezig, teneinde de expertise te kunnen verbreden en delen. Tijdens deze intervisies zijn er casusbesprekingen, informatie-uitwisselingen en

41

mogelijkheden tot uitwisseling met externe diensten (vb. met het Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) binnen de bijzondere jeugdzorg).

Het project kende in West-Vlaanderen de beoogde integratie in het voortraject. Van daaruit startte de dienst met het uitwerken van een aangepaste werkwijze voor selectie- en matching en dit zowel voor netwerk- als voor bestandsgezinnen. Voor 2017 legt de dienst zich toe op aangepaste wervingsmethodes.

Volwassen vluchtelingen in pleegzorg Sinds het voorjaar 2016 kwam het project voor vluchtelingengezinnen en meerderjarige vluchtelingen met een beperking binnen pleegzorg stil te liggen. Dit gebeurde omwille van juridische moeilijkheden met betrekking tot het kader van de opvang van een meerderjarige vluchteling of een heel vluchtelingengezin in een pleeggezin. Interprovinciaal blijven de diensten ijveren voor een doorbraak. Het Agentschap Jongerenwelzijn nam uiteindelijk het initiatief om formele vragen aan de betrokken ministers te stellen. Dit om het project alsnog, wanneer het juridisch en fiscaal kader duidelijk is, een doorstart te geven.

Gluren bij de buren Nederland heeft een andere structuur voor de hulpverlening aan NBMV.

Stichting Nidos –een onafhankelijke instelling die de voogdij over NBMV organiseert– heeft sinds 30 jaar een eigen pleegzorgproject. Alle NBMV jonger dan 15 jaar worden vanaf hun aankomst opgevangen in een opvanggezin. Stichting Nidos rekruteert de pleeggezinnen bijna uitsluitend bij migrantengemeenschap-pen.

Het succes, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht, van de Nederlands aanpak deed ook de Vlaamse provinciale diensten het Nidos verhaal van dichterbij verkennen. De diensten Vlaams Brabant-Brussel en Oost-Vlaanderen startten in 2016 als pilootregio’s met de implementatie van de methode die Nidos heeft uitgewerkt.

De categoriale partner in het project ‘Geef de wereld een thuis’ Minor Ndako is één van de partners om de methodiek van Stichting Nidos via het Europees ALFACA project over te dragen naar andere Europese landen.

En 2017? De projectfinanciering voor ‘Geef de wereld een thuis’ aan de verschillende pleegzorgdiensten werd met één jaar verlengd. Op de planning voor 2017 staat het aanpassen van de Nidos-methodiek aan de situatie van Vlaanderen. Hiermee is niet alleen het project ‘Geef de wereld een thuis’ ingebed in pleegzorg, maar zal ook pleegzorg een doelgroepspecifiek aanbod hebben voor NBMV.

42

2. Sociale Media in Pleegzorg: “Safe?” Of “Sorry!”

Het belang van sociale media blijft groeien op heel wat vlakken in de samenleving. Er blijven zich nieuwe platformen en snufjes ontwikkelen die hierop inspelen. Pleegzorg heeft al langer een Facebookpagina, maar hoe zit het met sociale media op het niveau van de begeleidingen? Moeten we hier stilaan op inzetten? Of blijven we hier beter met onze vingers af?

Auteur: Nelle Devisscher

Twitter-tweet-(t)wat? “Ons pleegkind zit voortdurend te chatten, mevrouw.” “Wij weten niet wie zijn vrienden zijn op Facebook.” “Mogen wij foto’s op facebook zetten waarop ons pleegkind staat?”… Met dit soort vragen worden pleegzorgbegeleiders heel vaak geconfronteerd. Vaak zijn ze echter zelf leek als het om sociale netwerken gaat. Facebook, Twitter, Snapchat, Instagram, Google+, Pinterest,… De ene hype volgt de andere op en de ene app steekt de andere de loef af wat gebruikersaantallen

betreft. We weten vaak niet goed waarvoor bepaalde netwerken dienen en welk doelpubliek ze beogen. Maar één ding is zeker: pleegkinderen, -jongeren en –gasten zijn er absoluut op vertegenwoordigd en maken gretig gebruik van sociale media. Kunnen we dan nog langer de ogen gesloten houden voor sociale media in pleegzorg? En vooral hoe kunnen we pleegzorgwerknemers en pleegzorggebruikers ondersteunen in het mediawijs inzetten van sociale media.

43

Vorming Begin 2016 werd duidelijk dat we niet meer om de hete brij heen konden blijven dansen. Al te vaak werden begeleiders geconfronteerd met vragen waarop ze zelf het antwoord niet kenden. Een vorming voor het personeel drong zich op. Op 12 mei 2016 werden de sociale verkiezingen gekoppeld aan 2 presentaties rond sociale media. De eerste werd verzorgd door “Talking Heads” en creëerde een breder kader: wat zijn zoal de gangbare sociale media? Welke zijn populair, welke richten zich tot welk doelpubliek, wat kan je zoal doen met een facebookprofiel? In de namiddag werd een tweede vorming aangeboden door Informant. Hierin werd dieper ingegaan op de toepassing van sociale media in de zorgsector en de juridische aspecten hiervan. Beide presentaties waren heel verhelderend, maar maakten evengoed een overvloed aan nieuwe vragen los.

Wat als? En toen kwam de kat op de koord… Wat als ik als pleegzorgbegeleider daadwerkelijk via sociale media een pleegkind contacteer? Hoe kan ik mijn privé-gegevens afschermen? Maak ik beter een werkprofiel aan? Hoe weet een pleegkind dat ik daadwerkelijk de persoon ben waarvoor ik me uitgeef? Wat met beroepsgeheim als ik minder evidente zaken opmerk? Hoe trek ik de lijn tussen privé en werk, want ik wil niet 24/24 bereikbaar zijn… Wat zijn de grote valkuilen van sociale media? Wat met de tijdsregistratie? Wat is nu eigenlijk mediawijsheid?

Onbekend maakt onbemind Al snel werd duidelijk dat heel wat medewerkers een zekere aarzeling voelden tegenover het werkgerelateerd inzetten van sociale media, maar dat ook

velen er wel de voordelen van inzagen. Vooral het zich begeven op onbekend terrein en het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader zorgde voor een stuk ongerustheid. Toch blijkt er een grote nieuwsgierigheid en een voelbare nood om hier gebruik van te kunnen maken.

Richtlijnen Gekoppeld aan de vorming werd de werknemers een enquête voorgeschoteld. Hierin werd gepeild naar de ondersteuningsnoden, vragen, knelpunten en verwachtingen wat betreft het werkgerelateerd inzetten van sociale media. De resultaten van deze peiling werden gebruikt als basis voor het uitschrijven van enkele praktische richtlijnen en tips voor wie het wenselijk vindt om sociale media in te zetten binnen de begeleidingsopdracht. Hierbij werd al snel vastgesteld dat het erg moeilijk is om tot een echte visie of een algemeen beleid te komen. Het ontbreken van een concreet wettelijk kader en de snelle evoluties en grote verschillen binnen het aanbod aan netwerken heeft hier ongetwijfeld mee te maken. Ook het gebrek aan/of niveauverschil binnen de gebruikservaring van de medewerkers speelt hierbij een rol. Het concrete resultaat van de bevraging mondde dus voorlopig uit in een bundel do’s en don’ts en praktische suggesties voor het creëren en gebruiken van bijvoorbeeld een facebookprofiel en het formuleren van antwoorden op enkele veel gestelde vragen. Eén van de meest terugkerende formules is daarbij is: “wat in realiteit geldt, is ook van toepassing in de virtuele wereld.”

En de toekomst? We zijn ervan overtuigd dat de eerste stappen gezet zijn om de weg van de sociale media in pleegzorg te

44

bewandelen. Het is een weg die zeker mogelijkheden biedt en zijn nut nog zal bewijzen. Er is echter nood aan een breder juridisch/wettelijk kader om een toegepast beleidsplan hieromtrent uit te

werken. Ondertussen kunnen we ons beroepen op de ontwikkelde praktische tips en enkele websites die duidelijke hulp bieden omtrent mediawijsheid.

45

3. Je pleeggast onder de loep

Pleegzorg West-Vlaanderen trok aan de kar voor een interprovinciaal afgestemde methode voor behandelingspleegzorg bij pleeggasten. Een methode die pleegzorgers een overschouwend beeld van de pleeggast aanreikt om het problematisch functioneren van een pleeggast te begrijpen. Op deze manier kunnen pleegzorgers bewuster handelen en trachten te voorkomen dat het problematisch functioneren van een pleeggast zich stelt.

Interview van Marieke Desimpel, coach team Volwassenen

Auteur: Els Vanderwaeren Van bij de fusie in 2014 zocht de werking voor pleeggasten binnen Pleegzorg West-Vlaanderen een eigen weg in het aanbieden van behandelingspleegzorg zoals omschreven in het decreet. In 2016 gebeurde een interprovinciale afstemming van de mogelijke onderwerpen voor behandeling bij pleeggasten. De personen die als ‘coach’4

4 Elke pleegzorgdienst bepaalt zelf de titel van de functie. In PZWVL is het voornamelijk een coach die instaat voor behandelingspleegzorg. Een coach

voor de pleeggasten uit de vijf provinciale diensten werken, kozen voor het thema ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’ om mee van start te gaan.

Waarom ‘SEO’? De keuze voor ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’, afgekort in SEO, als rode draad in het uitwerken van een methodiek, ligt in de vaststelling dat het is meestal een (orthoped)agoog of psycholoog van opleiding.

46

emotioneel functioneren van iemand met een beperking vaak onderbelicht blijft.

De schaal om sociaal-emotionele ontwikkeling te meten, de SEO-R, kende een herziening in 2016. Het is een inschattingsschaal die de emotionele ontwikkeling van personen met een verstandelijke beperking in kaart brengt. Op basis van de informatie die de schaal naar voren brengt, kunnen handvaten geformuleerd worden voor pleegzorgers om tot een goede afstemming tussen hen en de persoon met een beperking te komen. Deze concrete handvaten houden via de SEO-R² rekening met de basale emotionele noden (Morisse & Došen, 2016).

Doorheen het zoeken naar een interprovinciaal afgestemde werkwijze stelde Marieke Desimpel, coach binnen het team volwassenen, vast dat het bepalen van de SEO slechts een deel van een veel omvangrijkere methodiek is geworden.

Een methodiek voor pleegzorgers Begeleiders of coachen hebben soms het vermoeden dat een gerichtere begeleiding pleegzorgers gevoeliger zou maken voor de noden van de inwonende pleeggast. Daarom werkte Marieke interprovinciaal mee aan een methodiek. Via een intensief traject klaren de begeleider en de SEO-coach in dat traject de hulpvraag van pleegzorgers uit.

Het aanreiken van een methodiek voor pleegzorgers is een bewuste keuze. Immers is een pleeggast met een beperking en bijvoorbeeld een lage sociaal-emotionele ontwikkeling niet in staat om te veranderen. Om deze reden wil de methodiek inzetten op de omgeving om de pleeggast op te vangen

en om op de noden van de pleeggast in te spelen.

Alomvattend beeld Het samen opbouwen van een integratief beeld van de pleeggast met alle betrokkenen is een belangrijk deel van het traject dat uitgezet wordt. Een dergelijk alomvattend beeld bestaat behalve uit een zicht op de emotionele ontwikkeling ook uit inzichten over de biologische, cognitieve, sociale, culturele, verbale, … ontwikkeling. Eveneens speelt de ‘levenservaring’ van een persoon een rol bij het opmaken van het integratief beeld (Morisse & Došen, 2016). In deze uitgebreide beeldvorming betrekt de SEO-coach de pleegzorgers en waar mogelijk de pleeggast.

Het vernieuwde instrument om sociaal-emotionele ontwikkeling te meten, de SEO-R², maakt deel uit van deze integratieve beeldvorming.

Daarnaast dient deze beeldvorming als achtergrond voor concrete behandelacties. Na de beeldvorming heeft de behandelingspleegzorg immers als doel de omgeving doelgericht te coachen in het sensitiever zijn voor de noden van de pleeggast.

Komen tot actiepunten Het opgemaakte integratieve beeld koppelt de coach terug aan de pleegzorger. Zo kadert de coach het functioneren van de pleeggast binnen het ruimere beeld over de pleeggast. Hierbij is er aandacht voor de verschillende aspecten zoals eerder vermeld van deze beeldvorming. Enkele centrale ‘hoe’-vragen krijgen hierbij een antwoord, namelijk: hoe is het functioneren (of de problematiek) tot stand gekomen? En hoe wordt dat functioneren (of de problematiek) in stand gehouden? Aan de hand van antwoorden op deze vragen en

47

herkenning hierin van de pleegzorgers, kan de SEO-coach tot actiepunten komen. De coach en de pleegzorgers alsook de pleegzorgbegeleider, kunnen immers kijken welke aspecten van de dagelijkse ondersteuning anders kunnen. Door dit samen met de pleegzorgers – en waar kan de pleeggast – te doen, komt men tot gedeelde actiepunten.

Niet langer op een eiland Binnen Pleegzorg West-Vlaanderen is er maar één persoon met een coachopdracht voor de volwassenen werkzaam. Daardoor verhoogt het komen tot een interprovinciale afstemming de vergelijkbaarheid van het werken in behandelingspleegzorg tussen de provincies tijdens intervisies. Het doel is immers dat via het werken volgens een geheel van afspraken in het uitvoeren van een procedure of een meting, de coachen weldra over hetzelfde praten en dit vanuit hetzelfde uitgangspunt.

Tijdens het gesprek met de coach van West-Vlaanderen in kader van dit artikel toonde ze opluchting om “niet langer op een eiland te werken.”

Binnen de provincie ligt het overwicht tijdens een intervisie op instrumenten en methodieken voor de coachen van de pleegkinderen. Voor hen is de SEO-R² slechts één van de instrumenten die een coach kan gebruiken in de behandeling.

Tot slot Een eerste interprovinciaal afgestemd instrument voor behandelingspleegzorg bij de pleeggasten is een feit. De implementatie is voorzien in 2017. Op

basis van de reeds opgedane ervaring en van de eerste resultaten zal dit instrument een verdere wetenschappelijke onderbouwing krijgen. Reeds is voorzien dat aan het begin en het einde van de behandeling een meting gebeurt over het gedrag van de pleeggast en de beleving hiervan bij pleegzorgers. Een samenwerking hiervoor wordt gezocht bij de Universiteit Gent.

Een laatste kanttekening wil Marieke nog graag meegeven en dit is het feit dat een behandeling volgens de omschrijving pas kan starten wanneer een probleem is vastgesteld. Dat wil zeggen “wanneer er aantoonbare aanwezigheid van gedrags- of emotionele problemen of psychiatrische problemen zijn.” Vanuit het oogpunt van preventie zou het komen tot een integratief beeld van elke gast bij aanvang van de begeleiding een mogelijkheid zijn. Dan valt dit weliswaar niet onder behandelingspleegzorg. Een dergelijke uitgebreide kennismaking faciliteert de begeleidingsopdracht. Het blijft momenteel –zo benadrukt Marieke -slechts een persoonlijke bedenking.

Literatuur:

Morisse, F & Došen, A. (2016). SEO-R²: Schaal voor emotionele Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking – Revised². Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

48

4. Bv’s in de bres voor Pleegzorg

Elk jaar probeert een groep van PR-medewerkers de krachten over de provincies heen te bundelen om pleegzorg op een originele manier in de kijker te plaatsen. In 2016 gebeurde dat met een actie die zich naar scholen richtte aan de hand van het leesboekje “Sammy krijgt pleegouders”.

Sarah Mouhamou, Ketnetwrapper, leest voor uit Sammy krijgt Pleegouders in het eerste leerjaar van basisschool Windekind in Rumbeke.

Auteur: Nelle Devisscher

49

Het is steeds weer zoeken naar nieuwe manieren om verschillende doelgroepen aan te spreken over pleegzorg. Er wordt vaak gefocust op de kandidaat-pleegzorgers omdat zij uiteraard de beslissing nemen zich in te schrijven voor een infosessie. Nochtans wordt in een selectieprocedure heel vaak nadruk gelegd op de noodzaak van een brede gedragenheid van de keuze voor pleegzorg. Waarom wordt dan niet vaker ingezet op het bekend maken van pleegzorg bij de kinderen van potentiële pleeggezinnen? Dat was het idee achter deze campagne.

Sammy krijgt pleegouders In 2015 werd het boekje “Sammy krijgt pleegouders” uitgegeven. Het is geschreven door Kolet Janssen en kwam tot stand in nauwe samenwerking met de diensten voor pleegzorg. Op de achterflap wordt het beschreven als:

“Een helder en informatief prentenboek voor kinderen vanaf 4 jaar die als pleegkind of als pleegzus of –broer met pleegzorg te maken krijgen. Met achter in het boek nuttige informatie voor (pleeg)ouders, leerkrachten en hulpverleners die meer willen weten over pleegzorg en hoe ze erover kunnen praten”

Het boekje werd al ingezet in de begeleidingen om jonge kinderen uit te leggen hoe het kan zijn om pleegkind te zijn, of er een pleegbroertje of -zusje bij te krijgen. We schatten in dat het boek ook uitermate geschikt is om pleegzorg in een breder kader uit te leggen aan kinderen uit de derde kleuterklas, het eerste en tweede leerjaar.

Klaswedstrijd Om het engagement van scholen te winnen om dit boek in de klassen te introduceren besloten we dat het veel

meer zou aanslaan als we een wedstrijd zouden koppelen aan het boek. Bovendien konden we hier ook een inhoudelijk element introduceren, namelijk een manier voor leerkrachten om pleegzorg bij hun leerlingen ter sprake te brengen. We besloten scholen aan te schrijven met de uitdaging een mini-actie op poten te zetten waarin kinderen duidelijk maken dat ze begrijpen wat pleegzorg is. Immers als ze dit begrijpen kunnen ze het onderwerp pleegzorg in hun eigen omgeving ter sprake brengen. Alle Vlaamse scholen kregen dan ook een gouden omslag met deze opdracht en een website waarop ze het resultaat van hun actie konden kenbaar maken door foto’s filmpjes, kortom ‘bewijsmateriaal’ op te laden.

Beloning Aan een wedstrijd hoort een prijs vast te zitten. Daarom gingen we op zoek naar een originele manier om de Sammy-boekjes in de klas te introduceren. Wat is nu leuker dan af en toe nog eens een verhaal voorgelezen worden als je zelf net leert lezen? Juist! Voorgelezen worden door een “held”. Om ook de pleegzorgbegeleiders te betrekken in de actie gingen we op zoek naar “helden” in de netwerken van pleegzorgbegeleiders: TV-helden, sporthelden, filmhelden, boekenhelden maar vooral jeugdhelden! Iedereen kent wel via-via een Bv. Vele Bv’s hebben ook een zwak voor goede doelen zoals pleegzorg en daar wilden we op inspelen! Het sociale engagement bij de Bv’s was hartverwarmend en al snel verzamelden we een klein legertje verteller-Bv’s die zich gerust een halve dag belangeloos wilden inzetten voor pleegzorg. Zij engageerden zich om voor te komen lezen in de scholen die zich voor de actie hadden ingezet. Sommigen zelfs helemaal uitgedost als TV-personage. Het lijstje bevatte namen als

50

Warre Borgmans (Het Geluidhuis), Tinne Oltmans (Ghost Rockers), Johny Voners (F.C. De Kampioenen), Celine Verbeeck (Nachtwacht), Jeremy Vandoorne (ROX), Sarah Mouhamou (Ketnetpresentatrice), Ronny Mosuse (zanger-muzikant), Ianthe Tavernier (De Buurtpolitie), Sam De Bruyn (radiopresentator), Nicolas Vanholen (Helden), Anton Cogen (Mega Mindy), An Lemmens (The Voice Kids), Michaël Pas (Kulderzipken, Kuifje) en nog vele anderen. Heel wat van hen waren zelfs bereid een verplaatsing naar de andere kant van het land te maken voor hun voorleessessie.

Inzendingen De inzet en creativiteit van de leerlingen die acties op poten zetten, waren hartverwarmend! We kregen enkele tientallen van de meest uiteenlopende acties ingestuurd. Er waren leerlingen die een spreekbeurt gaven over hun eigen pleegbroer of -zus in de eigen klas, er werden affiches gemaakt, heuse pleegzorg-inlevingsmomenten georganiseerd, rollenspellen gemaakt, collages, knutselprojecten, knuffels genaaid en ga zo maar door! Alle inzendingen werden verzameld op de website www.pleegzorgindeklas.be. Van die website werd een link gelegd naar www.pleegzorgvlaanderen.be. Fotoreportages van de voorlezende Bv’s werden gedeeld op de websites en facebookpagina’s van de verschillende provincies en uiteraard uitgebreid geliket en gedeeld door de Bv’s en de scholen zelf. Dit maakte dat de actie heel wat impact had en op een heel breed draagvlak kon rekenen. Uitgaande van een klasgemiddelde van een twintigtal kinderen en vermenigvuldigd met evenveel families rond die kinderen. Doet vermoeden dat het begrip pleegzorg toch bij enkele honderden mensen over de

lippen is gerold! We kunnen dus van een succesvolle campagne spreken.

Voor herhaling vatbaar We zijn ervan overtuigd dat een erg breed bereik mogelijk is met dergelijke campagne. We zijn er ons echter evenzeer van bewust dat er nog ruimte is voor verbetering bij een herhaling van dergelijke campagne in de toekomst. Het is bijvoorbeeld cruciaal, om een hogere return te halen, om de timing langer op voorhand te communiceren aan de scholen. Leerplannen liggen vaak al vast in september en het is geen sinecure om extra onderwerpen toe te voegen. Bovendien zouden we extra moeten inzetten op de verbinding met de thuisomgeving van de kinderen. Er zouden bijvoorbeeld flyers kunnen worden voorzien om in de boekentassen te doen, of uitnodigingen voor de eerstvolgende infosessie in de buurt, of er zou een infosessie kunnen georganiseerd worden, specifiek in de buurt van de school… Kortom, er zijn nog heel wat uitbreidingsmogelijkheden die zeker de verkenning waard zijn!

http://www.pleegzorgindeklas.be/

http://www.pleegzorgvlaanderen.be/

51

5. De wakkere pleegzorg participant

Medio 2015 startten we binnen Pleegzorg West-Vlaanderen met het uitbouwen van een totale participatiewerking. Het einddoel is het komen tot een respectvolle uitwisseling van de verschillende doelgroepen over pleegzorggerelateerde thema’s die pleegzorg beter kunnen maken en dit tijdens een participatieraad. Een leuke bijkomstigheid? In ontmoetingsgroepen per partners in pleegzorg lotgenoten ontmoeten “waar je je verhaal mee kan delen”.

Auteur: Els Vanderwaeren

Beeld tentoonstelling “Onbekend-Onbemind!!”

Maatwerk Op 1 januari 2014 trad het nieuwe pleegzorgdecreet in voege. In dat decreet en in het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering komt een participatieraad als vooropgesteld inspraakorgaan naar voren. Een orgaan dat verder een zeer zware en klassieke

invulling lijkt te hebben. Heel wat uitdaging om hier in elke provinciale pleegzorgdienst creatief mee aan de slag te gaan. Zo ook in West-Vlaanderen.

Het realiseren van participatie binnen Pleegzorg West-Vlaanderen kent een eigen proces en volgt geen pasklaar stappenplan. Van bij het begin leeft er de idee dat een specifiek participatieproces zowel aandacht voor participatie intern als extern vraagt.

Interne afstemming Het interne participatieproces vertrok vanuit de overtuiging bij de directie dat participatie een gedragen gemeengoed is van alle medewerkers. Via een interne bevraging aan de hand van focusgroepen kregen we zicht op hoe de medewerkers participatie zelf zien, zowel binnen hun eigen tewerkstelling, alsook de participatie van onze partners in pleegzorg, met name de pleegzorgers, de pleegkinderen of –jongeren, de ouders van kinderen in pleegzorg en van de pleeggasten.

Door de gesprekken haalden we de pijnpunten om te kunnen participeren naar boven. De medewerkers wezen ons

52

op de noden en hetgeen ze haalbaar achten van hun inzet. Hiermee gingen we aan de slag om ten slotte een oproep tot deelname aan werkgroepen voor de participatie van ouders en van pleegjongeren in de regio te lanceren. Dankzij dit interne proces vonden we in elke regio een groep enthousiaste medewerkers die participatie voor pleegkinderen en pleegjongeren willen opnemen. Ook voor de ouders vonden we enthousiastelingen die hun schouders willen zetten onder de participatie van ouders.

Eind 2016 hebben we dankzij dit interne proces in elke regio een groep enthousiaste medewerkers die participatie willen opnemen voor de pleegkinderen en pleegjongeren. Tevens komen er meermaals ouders van kinderen in pleegzorg samen. Ook de pleeggasten ontmoeten elkaar enkele keren per jaar. De voorbereiding en organisatie hiervan ligt bij het team volwassenen. Tenslotte is er de provinciale ontmoetingsgroep voor pleegzorgers die naast de bestaande regionale (Brugge, Kortrijk) pleegzorgcafés, elkaar om de twee maanden ontmoeten om zaken over pleegzorg op tafel te leggen om pleegzorg nog beter te maken. Op vraag van de organisatoren van deze cafés is tijdens een pleegzorgcafé steeds een regio-verantwoordelijke of een teamcoördinator aanwezig. Bij de provinciale ontmoetingsgroep voor pleegzorgers sluit de participatiemedewerker van de dienst aan.

Externe betrokkenheid Actieve betrokkenheid van de gebruikers en de (vrijwillige) medewerkers op de hulp- en dienstverlening bij zaken die hen aanbelangen is op zich geen nieuw idee.

Participatie heeft zowel betrekking op het individueel niveau van de hulpverlening als op het collectief niveau. De participatieraad en de uitbouw vanuit pleegzorg West-Vlaanderen van de participatiewerking voor de partners in pleegzorg is gericht op dit tweede niveau.

Het aanbieden van de mogelijkheid om aan te sluiten op de activiteiten van ontmoetingsgroepen –en trapsgewijs op de participatieraad – maakt het mogelijk om vanuit verschillende invalshoeken pleegzorg gerelateerde thema’s ter discussie en ter verbetering op tafel te leggen.

Elke ontmoetingsgroep kende in 2016 een eigen ontwikkeling. Zo wensten de jongeren van de regio Kortrijk/Roeselare om naar een gemeenschappelijk project toe te werken. In het weekend van 5 en 6 november hielden ze een tentoonstelling ‘Ik ben wie ik ben’. Een tentoonstelling die stereotypen en vooroordelen over pleegkinderen/-jongeren de wereld uit wilde helpen.

De pleegzorgers evolueerden in 2016 naar een vrij autonome groep. Ze zijn constructief kritisch en alert omtrent het pleegzorglandschap en ook de dienst voor pleegzorg in West-Vlaanderen. Naar aanleiding van de ontmoetingsgroep van mei 2016 over tevredenheidsbevragingen ontstond in het najaar een leeronderzoeksproject in handen van een groep studenten aan de universiteit Gent. Als opdrachtgever konden ze zelf de focus van het onderzoek bepalen, alsook de methode. De afronding van dit onderzoek is voorzien voor januari 2017.

De ouders van kinderen in pleegzorg komen afwisselend in de verschillende regio’s samen om een activiteit te doen. In 2016 was dit samen hapjes maken, bowlen en een avontuurlijke boswandeling. Gekoppeld aan deze

53

momenten probeerden we met hen te spreken rondom informatiedoorstroming bij aanvang van de plaatsing. Tevens werd de folder ouderbegeleiding afgetoetst.

De pleeggasten hebben hun weg gevonden om een leuke activiteit met een inhoudelijk gesprek te combineren. Een grote groep gasten blijft twee tot drie keer per jaar enthousiast samenkomen.

Participatieraad In pleegzorg West-Vlaanderen willen we zo participatief mogelijk de participatieraad vorm geven. Reeds van in het begin was er veel interesse om lid te kunnen zijn van de participatieraad, vooral van pleegzorgers. Tegelijkertijd gaven de ontmoetingsgroepen van de pleegjongeren, de pleeggasten en de ouders aan dat ze vooral elkaar willen kunnen ontmoeten en informeel uitwisselen tijdens een activiteit leuk vinden. Om aan deze beide vragen tegemoet te komen, gaat de participatieraad door op dezelfde dag dat

er eerst een ontmoetingsgroep doorgaat om de agendapunten samen te bespreken. Dit levert een grotere gedragenheid en meer afstemming en groepsstandpunten op tijdens de participatieraad zelf.

Na de eerste participatieraad op zaterdag 17 december 2016 hadden we een huishoudelijk reglement of een overzicht van afspraken rondom het samenspreken af. Tevens spraken de aanwezigen hun voorkeuren voor kenmerken van een voorzitter uit. Pleegzorg West-Vlaanderen schrijft aan de hand van deze kenmerken een vacaturetekst uit. In 2017 zoeken we samen naar een voorzitter.

Wakker blijven! Het organiseren van een participatieraad wil niet zeggen dat participatie rond is. Het blijft een proces om actief op in te zetten zowel intern als extern. Zowel voor onze medewerkers als voor onze partners in ruime zin. Een proces dat boeiend is, onvoorspelbaar en je wakker doet blijven!

Wordt vervolgd…

54

6. Flexibele profielen bij kandidaat pleeggezinnen Sinds 2016 zet het voortraject van pleegzorg West-Vlaanderen in op flexibele profielen bij kandidaat pleeggezinnen. Deze pleeggezinnen doen zowel een aanbod voor crisispleegzorg, perspectiefzoekende als voor perspectiefbiedende pleegzorg. Pleegzorg West-Vlaanderen wil hierop inzetten om zo onmiddellijk plaatsingen te kunnen opstarten. Plaatsingen die daarna kunnen doorgroeien naar pleegzorgsituaties waarin het verblijfsperspectief verder moet worden uitgezocht, of waar dit perspectief voor langere tijd in het pleeggezin geboden wordt.

Interview met Tine Wylin. Redactie: Nelle Devisscher

Hoe komt het dat de nood zich aandient om hierop in te zetten? We merken dat de maatschappelijke context waarbinnen Pleegzorg werkt verandert en vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen willen we hierin ook onze maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen. De wachtlijsten in de jeugdzorg zijn groot en de doorstroom binnen de jeugdzorg verloopt traag. Dit is

sterk uitgesproken in West-Vlaanderen. Daarnaast merken we ook bij de aanmeldingen in het voortraject dat er zeer veel jonge baby’s worden aangemeld met vraag naar onmiddellijke opstart. We vermoeden dat dit hoge aantal aanmeldingen van baby’s zich vooral sinds de hervorming van de integrale jeugdhulp manifesteert. Dit zijn vaak situaties die de jeugdrechtbank in hoogdringendheid aanmeldt, waarbij het meestal erg duidelijk is dat er hulp op lange termijn noodzakelijk is.

55

De verwijzers signaleren blijvend dat deze nood erg groot is. Verwijzers krijgen de opdracht om in eerste instantie de keuze te overwegen voor pleegzorg. Voor jonge kinderen zou dit dé keuze moeten zijn volgens het decreet op integrale jeugdhulp. Er is veel onbegrip dat we geen onmiddellijk antwoord kunnen bieden op de vele crisisvragen. De verwijzers weten dat er andere provincies zijn die wel opstarten in crisis. In het voorjaar is er overleg geweest met Pleegzorg Oost–Vlaanderen.

In Oost–Vlaanderen start bijna de helft van de pleegzorgbegeleidingen op in crisis. Indien het over baby’s gaat, worden de pleeggezinnen aangestuurd om te starten in crisis aangezien dit meestal hoogdringende vragen zijn.

Het knelpunt zat hem dus voornamelijk bij het snelle opstarten van situaties waar het perspectief nog helemaal niet duidelijk is. Hoe willen jullie dit in de toekomst aanpakken? Vanuit het belang van het kind ondersteunt Pleegzorg West-Vlaanderen de piste van het combinatieprofiel van pleeggezinnen. In deze trajecten wordt duidelijk gekozen om zo weinig mogelijk breuken te installeren voor kinderen. Onderzoek toont aan dat bij uithuisplaatsing van jonge kinderen, residentiële zorg meer nadelige effecten heeft dan pleegzorg. Gezien in hoogdringendheid moet worden opgestart, zal er aanvankelijk minder informatie aanwezig zijn over het kind en zijn / haar context. Er zal ook geen tijd zijn om de match te onderzoeken. Dit knelpunt willen we ondervangen door bij opstart van een dergelijk traject een intaker in te schakelen die intensiever

kan samenwerken met de pleegzorgbegeleider.

Hoe willen jullie deze trajecten concreet organiseren? Het selectieteam zal in overleg gaan met de kandidaatpleegzorgers over de onmiddellijke opstart. Zij zullen de kandidaat-pleegzorgers over deze mogelijkheid inlichten tijdens infosessies en zullen hen hierover ook actief bevragen tijdens het selectietraject. Belangrijke criteria in deze afweging zijn het onmiddellijk beschikbaar zijn, de flexibiliteit en de mate waarin het pleeggezin kan omgaan met onvoorspelbaarheid. Bij vragen voor jonge kinderen (jonger dan 1 jaar) zal aangestuurd worden op deze instap in crisis. Bij aangemelde baby’s wordt, zoals gezegd, meestal een hoogdringende vraag gesteld. We maken gezinnen bewust van het feit dat vaak ‘zwaardere problematieken’ bij ouders kunnen spelen (bijvoorbeeld combinatie van problematieken zoals middelengebruik, psychische problematiek...).

De gezinnen krijgen extra ondersteuning tijdens de eerste fase van de pleegzorgbegeleiding. Vanuit het voortraject zal het intaketeam een “ondersteunend plaatsingsplan” doorsturen met beperkte informatie (de informatie die op dat moment voorhanden is). De aanmelder informeert de ouders over de keuze voor “crisis–zoekend-biedende pleegzorg”. Nieuw zal zijn dat de intaker betrokken wordt in de eerste fase van de begeleiding. Dit betekent tijdens de eerste 3 maanden van de perspectiefzoekende pleegzorgsituatie.

Het doel hiervan is om enerzijds uit te zoeken of deze pleegzorgsituatie kan doorgroeien naar perspectiefbiedende pleegzorg. Anderzijds probeert de intaker

56

de pleegzorgers achtergrondinformatie aan te bieden.

De essentie is dat deze aanpak voor een kindonderzoek ondersteunend is voor de begeleider en het pleeggezin. Het kindonderzoek gebeurt in nauw overleg met de begeleider. Dit kan dus situatiegebonden anders ingevuld worden (vb. consulente is al dan niet bezig met maatschappelijk onderzoek, pleeggezin heeft concrete vragen…), volgens de noden. Van zodra de kindstudie afgewerkt is, brengt de intaker dit op het begeleidingsteam. De intaker en de

selectiemedewerker worden uitgenodigd op deze bespreking. Binnen de drie maanden wordt dit door de intaker afgerond.

Indien de situatie niet zou kunnen doorgroeien naar perspectiefbiedende pleegzorg kan dit ofwel tijdig gemeld worden aan de aanmelder i.f.v. het zoeken naar een andere oplossing, ofwel intern bekeken worden of er andere mogelijkheden zijn binnen pleegzorg.

57

7. PVF als hoofdbrok

Team volwassenen realiseerde in 2016 zorg op maat in kader van de ‘Persoonsvolgende financiering’ (PVF) voor de pleeggasten of de meerderjarigen met een beperking in pleegzorg. Een aanpak die resulteerde in een kwaliteitsvol extra voor de pleeggasten!

Interview met Stephanie Goor, teamcoördinator team Volwassenen

Auteur: Els Vanderwaeren

Het naderende onbekende van de ‘Persoonsvolgende Financiering’ (PVF) deed het team volwassenen nadenken over de meest geschikte informatieronde voor PVF en voor pleegzorg. Duidelijk hoorden de begeleiders tijdens huisbezoeken de vele vragen die pleegzorgers (en –gasten) aan hen stelden na het bijwonen van algemene informatiesessies. De vragen gingen vooral over wat PVF in de eigen situatie zou betekenen. Dit deed het team besluiten om op maat te gaan werken. Elke begeleider besprak in 2017 met de pleeggasten en gastgezinnen wat PVF in de concrete situatie betekende.

Wat is PVF? Persoonsvolgende Financiering (PVF) is een nieuwe manier om ondersteuning aan mensen met een handicap te organiseren

en te betalen. Minister Van Deurzen besloot in zijn Perspectief 2020 dat de ondersteuning aan personen met een handicap vraaggestuurd georganiseerd

58

moet worden in plaats van aanbodgestuurd.

De budgetten voor zorg gaan bij een PVF niet meer naar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of diensten, maar rechtstreeks naar de persoon met de handicap zelf. Dus niet het dagcentrum krijgt geld van de overheid, maar de gebruiker die naar het dagcentrum gaat krijgt een budget. Met dit persoonsvolgend budget betaalt de persoon met een handicap zijn ondersteuning zelf. De idee erachter is dat de persoon met een handicap meer keuzevrijheid heeft. Hij kan zelf bepalen hoe hij zijn ondersteuning zal organiseren. Soms wil je je zorg thuis organiseren, soms kies je voor een voorziening. Met de persoonsvolgende financiering kan je beide makkelijk combineren of vlotter overschakelen tussen beiden.

Verderzetten van zorg De begeleiders van Pleegzorg West-Vlaanderen bekeken samen met de pleeggast en de pleegzorger drie aspecten omtrent de naderende PVF. Vooreerst brachten de begeleiders samen met de pleeggast en de pleegzorger de huidige ondersteuning vanuit het VAPH in kaart. Vervolgens bevroegen de begeleiders de toekomstige noden: wat wil een pleeggast? Wat wil het gastgezin van de pleeggast? Deze eerste twee aspecten maakten de effectieve noden zeer duidelijk. Spreken over de toekomst was echter niet evident. Soms leek het alsof begeleiders zowel het gastgezin als de pleeggast enigszins forceerden om over de toekomst te spreken. Ook toekomstige vragen gaven de begeleiders graag tijdig door aan de centrale registratie van zorgvragen (CRZ). Het doorgeven van deze vragen was het derde aspect in de zorg op maat rondom PVF vanuit Pleegzorg West-Vlaanderen.

Prior of niet? De vragen die aan CRZ doorgespeeld zijn, kregen een prioriteit toegekend. Hier zijn drie mogelijkheden. Prioriteit 1 betekent dat het budget ter beschikking wordt gesteld van de persoon met een beperking. Dit gaat vooral over de actieve zorgvraag. Het komt vooral neer op een verderzetten van de zorg van vóór de PVF. Op deze manier tracht CRZ continuïteit in de zorg te verzekeren. Prioriteit 3 kende CRZ toe aan alle toekomstgerichte of niet-actieve zorgvragen. Binnen pleegzorg gaat dit over een wijziging in bijvoorbeeld het aantal dagen dat een pleeggast naar het dagcentrum gaat. Een budget zal aan deze vragen worden toegekend, maar is momenteel nog niet ter beschikking gesteld. Een duidelijke omschrijving wie er in prioriteitengroep 2 terecht komt ontbreekt. Tot op heden blijkt er tevens geen toekenning prioriteit 2 te zijn gegeven.

Hoewel toekomstgerichte vragen in prioriteitengroep 3 terechtkwamen, vond team volwassenen het toch belangrijk om ook toekomstgerichte vragen reeds geregistreerd te hebben. In hun begeleiding zetten de begeleiders van team volwassenen immers in op het verhogen van de ‘kwaliteit van het leven’ voor de gasten in pleegzorg. Om die kwaliteit van het leven in de toekomst verder te kunnen zetten, achtten ze het nodig om ook de ondersteuningsvragen van de toekomst van een pleeggast en zijn gastgezin in beeld te krijgen.

Inzetten op je begeleiding De inzet van team volwassenen ervoeren de pleeggezinnen en de pleeggasten als zeer ondersteunend. Stephanie Goor, de teamcoördinator van team volwassenen, geeft aan dat slechts 10% van de gastgezinnen thuis is in de moeilijke

59

brieven –wel een 18-tal- die men over PVF vanuit het VAPH ontving. Vele gezinnen en gasten lieten de brief liggen en belden naar hun begeleider om langs te komen en de brief toe te lichten.

Het PVF-verhaal in een begeleiding op punt krijgen, vroeg heel wat tijd van de huisbezoeken van het team. Dit deden de begeleiders evenwel vanuit de overtuiging in hun begeleiding een meerwaarde te bieden. Ze zetten in hun begeleiding immers in op de kwaliteit van het leven. Deze inzet op de kwaliteit van het leven maakt dat team volwassenen een dagbesteding voor de pleeggast belangrijk vindt. Een dagbesteding die los van het gastgezin staat. Dit levert zowel voor het gastgezin als voor de pleeggast voordelen op: het gastgezin is bij een externe dagbesteding minder belast en een pleeggast verwerft door die externe dagbesteding meer zelfstandigheid. De wijzigingen door de PVF deden bij team volwassenen volgende vragen rijzen: zal er nog ingezet worden op externe dagbesteding of zal men om zogenaamde ‘financiële’ redenen dat niet meer doen? Ziet een pleegzorger de meerwaarde of de nood voor externe dagbesteding wel in? De ervaring leert het team immers dat om de zorg haalbaar te houden een externe dagbesteding noodzakelijk is. Ze ervoeren reeds dat gastgezinnen minder (snel) uitgeblust geraken als gastgezinnen de zorg kunnen delen en anders nadenken over de zorg die ze verstrekken, … Alles inzetten –zo stelt Stephanie- om een breuk in de plaatsing te voorkomen.

Tot slot Het PVF-verhaal staat er ook aan te komen voor de minderjarigen met een beperking in pleegzorg. Stephanie geeft graag mee dat de inspanningen en de inzet van haar team rondom PVF voor de

pleeggasten de begeleidingsrelatie versterkte. Graag geeft Stephanie dan ook aan de begeleiders van de minderjarigen met een beperking in pleegzorg mee, dat het tevens ook een meerwaarde is in de begeleiding van een dossier om voorbereid te zijn. Haar besluit is dat het, jawel, intens was, maar dat ze binnen het team tevreden zijn over de hulp die ze boden.

60

Inzetten op verdere professionalisering

Pleegzorg West-Vlaanderen zet in op ervaren, opgeleide en bekwame medewerkers. Deze medewerkers krijgen de mogelijkheid om zich verder te verdiepen in de hulp- en dienstverlening conform de eigen opdracht. Via vorming, training en opleiding (VTO) wensen we als organisatie ons verder te professionaliseren en te profileren. De opleidingen van 2016 die elke medewerker volgde, staan in het volgend overzicht.

Opleidingen en trajecten

• NLP practitioner opleiding Januari 2016 – december 2016 InConnection opleiding & coaching, Emilie Depuydt, Fonderie ieper Stephanie Goor

• Postgraduaat opleiding Psychotherapie – 3e jaar januari 2016 – juni 2016 Universiteit Antwerpen Hannelore Vandenbroucke

• Integratief verliescounseler – 2e jaar januari 2016 – december 2016 De Bleekweide Gent Astrid Herteleer

• Experiëntieel-integratief psychotherapeut voor kinderen, jongeren en hun gezin – 2de jaar januari 2016 – juni 2016 Opleidingsinstituut voor Experiëntiële Psychotherapie en Counslin Gent Bieke Vlaminck

• Master Practitioner – Training & coaching februari 2016 – december 2016 InConnection, Emilie Depuydt, Hoegaarden Griet Verlinde

61

• Opleiding tot onthaalmedewerker maart 2016 – mei 2016 SBM opleidingen, Roeselare Vanessa Sanders

• Experiëntieel-integratief psychotherapeut voor kinderen, jongeren en hun gezin – 3de jaar september 2016 – december 2016 Opleidingsinstituut voor Experiëntiële Psychotherapie en Counslin Gent Bieke Vlaminck

• Opleiding systeemtheoretische psychotherapie – 1ste jaar oktober 2016 – december 2016 Interactie-Academie Antwerpen Valerie Bonny

• Postgraduaat opleiding Psychotherapie – 4e jaar oktober 2016 – december 2016 Universiteit Antwerpen Hannelore Vandenbroucke

62

Vormingsessies

• Sociaal-juridische updates januari 2016 – december 2016 Acerta Roeselare Anja Geldhof, Sheena Goossens

• Regionaal Overlegplatform Kindermishandeling ROK regio Roeselare 14/01/2016, 10/03/2016, 12/05/2016, 23/06/2016 Vertrouwencentrum Kindermishandeling Tine Deroo

• Hulpverleningsvaardigheden in het werken met en/of begeleiden van gezinnen en/of gezinscontexten 15 & 29/02/2016 en 07 & 22/03/2016 VSPW Balans Gent Ruth Decabooter

• Masterclass Geweldloos Verzet 25 & 26/02/2016 StapWijzer Gent Ria Reynders

• PVO overleg regionaal 26/02/2016, 14/06/2016, 04/10/2016, 22/11/2016 Roeselare Ria Reynders

• Kenniskring TE-jongeren 26/02/2016 & 29/04/2016 & 16/09/2016 & 25/11/2016 Kenniskring SEN-SEO 2015-2016 An Vandoolaeghe

• Islamitische visies op relaties en opvoeding 04 & 11 & 18/03/2016 Vormingscentrum Guislain Gent

63

Anne Cools, Inge Cornu, Gisèle Crombez, Lieven De Brabander, Tinne De Smet, Inge Stinissen

• Congres Geweldloos Verzet 28 & 29/04/2016 De Wiekslag vzw Hasselt Ria Reynders

• Omgaan met hooggevoeligheid 28/04/2016 en 12 & 26/05/2016 Vormingplus regio Brugge Sabine Jacob

• Basisopleiding DUPLO 11 & 25/03/2016, 20/05/2016 Informant Gent Shana De Brabander, Elien Desender, Elin Ramon, Anne-Laure Ringoot, Edwine Vanhoutte

• Basismodule: opleiding verlies, rouw en emotionele pijn bij kinderen en jongeren 19 & 20 & 21/05/2016 De Bleekweide Sint-Amandsberg Mieke Debacker

• The 4the international conference of non violent resistance & the new authority 25 & 26 & 27/05/2016 NVR, Scandic Triangeln, Malm, Zweden An Grootaerd, Ria Reynders

• DUPLO voor leidinggevenden 01 & 15/06/2016 en 28/09/2016 Jongerenbegeleiding-Informant vzw Mieke Debacker, Marieke Desimpel

• Hechting: wegwijzers en doodlopende sporen 02 & 09/06/2016

64

Interactie-academie Antwerpen Lisa Verstraete

• Initiatievorming LBC 13 & 14/06/2016 ACV Lieven De Brabander

• Praten met kinderen: spelen, spreken en doen 14 & 21/06/2016 Interactie-Academie Antwerpen Mieke Santy

• Opleiding gecertificeerde informatieveiligheidsconsulent Juli 2016 Escala Zwijnaarde Bert Dekeyzer

• Niet gemotiveerd voor hulpverlening 09 & 23/09/2016 en 07/10/2016 Interactie-Academie vzw Antwerpen Desiree Depla

• Basisopleiding ifv mandaat syndicaal afgevaardigde 12 & 14/09/2016 BBTK Brussel Shana De Brabander, Jessica Deveugele, Jenne Houf

• Kenniskring SEN rond emotionele ontwikkeling 23/09/2016 & 18/11/2016 SEN-SEO Annelies Verraes

• Sjablonen Word 24 & 26/09/2019 Computer trainer

65

Karine Vissenaekens

• Sterker op het werk door verbindende communicatie 10 & 17/10/2016 VIVO Brugge Liesbeth Denys, Pascale Hannoff

• Werken met netwerken in situatie van verontrusting 13 & 14/10/2016 Vlaamse Gemeenschap Ria Reynders

• Basisopleiding individuele begeleiding 11 & 25/10/2016 en 15/11/2016 en 13/12/2016 Informant Gent Ruth Decabooter, Delphine Demaeght

• Werken vanuit sociale netwerkstrategieën 25/10/2016, 14 & 29/11/2016, 20/12/2016 Inge Vanhoutteghem, Oikonde Brugge, Sonestra Fleur Bostoen, Eefke Cailliau, Lies Cloetens, Marieke Desimpel, Matthias Schillewaert, Vanessa Voeten, Tine Wylin

• Groei- en bewustzijn groep hulpverleners 28/10/2016 en 12 & 23/12/2016 De Bleekweide Delphine Houthoofd, Stefanie Verfaillie

• Verbindend communiceren 08 & 22/11/2016 Jongerenbegeleiding-Informant vzw Jana Vancayseele

• (jonge) vluchtelingen en asielzoekers 08 & 09/11/2016 Interactie-academie

66

Anne Cools, Lisa Verstraete

• EHBO 10/11/2016, 01 & 08/12/2016 Provikmo Nicole Cnockaert, Ann Cracco, Caroline Delbeecke, Sheena Goossens, Lena Hallaert, Melanie Louagie, Björn Messiaen, Vanessa Sanders, Annelore Van Hulle, Jana Vancayseele, Sarina Vereecke, Karine Vissenaekens

• Workshop strategische communicatie en interne communicatie 22/11/2016 & 06/12/2016 Zorgcommunicatie.be Els Vanderwaeren

• Vorming over armoede 24/11/2016 & 12/12/2016 Netwerk tegen armoede Antwerpen Pascale Hannoff

• Steunbronnen voor kinderen in conflictueus ouderschap 29/11/2016 & 13/12/2016 Interactie-academie Lily Raeds, Eline Wintein

• Seminarie Life Album & Plural Parenting 01 & 02/12/2016 Apfel Hilde Dekiere, Andy Rullens, Els Vanderwaeren

67

Vormingsdagen

• Vormingsavond voor pleegzorgers ‘Hechtingsproblemen’ 21/01/2016 Pleegzorgcafé Heule Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Joost Devolder, Sandrine Haemers, Julie Lamiere, Line Malfait, Inge Stinissen, Maureen Tack, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Annelies Verraes, Linde Vervaeck

• Kenniskring ortho’s 22/01/2016 kenniskring SEN-SEO 2015-2016 Annelies Verraes

• Genogrammen en tijdslijnen 26/01/2017 Interactie-Academie vzw Antwerpen Marieke Desimpel

• Infosessie Persoonsvolgende financiering 01/02/2016 VFG Boeverbos Brugge Vanessa Voeten

• Kennisopbouw in verband met samenwerken rond netwerken 15/02/2016 Oikonde Brugge Lies Cloetens, Aniana Van Overbeke, Marieke Vanleeuwen, Griet Verlinde, Tine Wylin

• Dialoogmoment: verontrusting en maatschappelijke noodzaak in de samenwerking met de gemandateerde voorzieningen 19/02/2016 OCJ & VK Kortrijk Liesbeth Denys, Maureen Tack, Emilie Verhelst

68

• Omgaan met gedeeld beroepsgeheim 29/02/2016 Netwerk Jeugdhulp Kortrijk-Roeselare-Tielt Andries Debruyne, Laurie Heremans, Mieke Santy, Maureen Tack, Emilie Verhelst, Linde Vervaeck

• Deeltijdse arbeid 29/02/2016 SOM Berchem Sheena Goossens

• Infosessie nieuwe woon- en dagbestedingsprojecten 08/03/2016 ROG West-Vlaanderen Brugge Pieter Debooserie, Vanessa Voeten

• Studiedag ‘Waarheid, durven of doen?’ 10/03/2016 Vlaams Parlement Jessica Deveugele

• Praten met mensen met een beperking over seksualiteit en relaties 11/03/2016 KONEKT-VONX Antwerpen Fleur Bostoen, Vanessa Voeten

• Over monsters, dieven en andere enge dingen, omgaan met kinderangsten 15/03/2016 Sociaal huis ism de Praatdoos Koekelare Valerie Bonny

• Dialoogmoment: verontrusting en maatschappelijke noodzaak in de samenwerking met de gemandateerde voorzieningen 15/03/2016 Nieuwland Brugge Aniana Van Overbeke

69

• Toonmoment Safety Flowchart 17/03/2016 Patio vzw Brugge Jessica Deveugele, Inge Ingelbrecht, Ylenia Thienpont

• Bezoek aan het asielcentrum van Langemark-Poelkapelle 21/03/2016 Vormingplus Oostende-Westhoek Kathleen Bruggeman, Veerle Campe, Tinne De Smet, Tine Deroo, Jessica Deveugele, An Grootaerd, Krist Martens, Inge Stinissen, Ylenia Thienpont, An Vandoolaeghe

• Praktijkdag Participatie 22/03/2016 Informant Gent Eefke Cailliau, Els Vanderwaeren

• Persoonsvolgende financiering 23/03/2016 Sel Noord West-Vlaanderen Pieter Debooserie

• Persoonsvolgende financiering 12/04/2016 CM Roeselare Fleur Bostoen, Ann Cracco

• Omgaan met gedeeld beroepsgeheim 15/04/2016 Netwerk Jeugdhulp Brugge-Oostende Aniana Van Overbeke, Sabine Vermaut

• Autisme & Talenten 26/04/2016 De Zeeparel & Ter Zee Middelkerke Fleur Bostoen, Vanessa Voeten

70

• Rol getuigen bij sociale verkiezingen 03/05/2017 ACV Marijke Parmentier

• Traject opgeleide ervaringsdeskundige 10/05/2016 Pleegzorg Vlaanderen Lieven De Brabander, Liesbeth Denys, Els Gossaert, Sandrine Haemers, Pascale Hannoff, Marijke Parmentier, Mieke Santy, Inge Stinissen, Edwine Vanhoutte

• Ergonomie: preventieve stretching & tonificatie oefeningen 17/05/2016 SBM Brugge Caroline Delbeecke, Sheena Goossens, Lena Hallaert, Lieve Pottie, Annelore Van Hulle, Sarina Vereecke, Karine Vissenaekens

• Over de grenzen heen – Werken met vluchtelingen 17/05/2016 Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Berchem Inge Cornu

• Infodag: informatieveiligheid 18/05/2016 SOM Berchem Bert Dekeyzer

• Infoavond: Tegemoetkomingen voor personen met een handicap 25/05/2016 Gezin en Handicap Brugge Fleur Bostoen

• Psychosociale ondersteuning aan asielzoekers en vluchtelingen. Op zoek naar verbinding tussen verleden, heden en toekomst. 27/05/2016 Agentschap Integratie & inburgering

71

Anne Cools, Lisa Verstraete

• Dialoogmoment: verontrusting en maatschappelijke noodzaak in de samenwerking met de gemandateerde voorzieningen 02/06/2016 OCJ & VK Ieper Jana Vancayseele

• Over de grenzen heen – Werken met vluchtelingen 02/06/2016 Jongerenwelzijn, Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, Steunpunt Jeugdhulp Gent Gisèle Crombez

• Inspiratiedag: ‘Als veilige hechting voor jonge kinderen nodig is, is inzetten op (goed) ouderschap dan een gepast antwoord?’ 21/06/2016 Jongerenwelzijn Brugge Anne Cools, Sylvie De Puydt, Tinne De Smet, Andries Debruyne, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Joost Devolder, Patricia Hinderyckx, Julie Lamiere, Line Malfait, Andy Rullens, Ylenia Thienpont, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Hannelore Vandenbroucke, Dries Verdonck, Stefanie Verfaillie, Leilah Verplancken, Annelies Verraes, Lisa Verstraete, Linde Vervaeck, Bieke Vlaminck

• Studiedag toekomstsporen 26/08/2016 KU Leuven Eefke Cailliau, Veerle Campe, Lies Cloetens, An Vandoolaeghe, Marieke Vanleeuwen

• Bijblijven: HR-topics voor werkgevers, nieuw doelgroepenbeleid en overuren 20/09/2016 VDAB Kuurne Anja Geldhof, Sheena Goossens

• Kennismakingsworkshop NLP 22/09/2016 Groeiacademie

72

Sabine Jacob

• Circulaire vragen stellen 23/09/2016 Informant Gent Andries Debruyne, Marieke Desimpel

• Lanceringsmoment NAH-week 27/09/2016 Netwerk NAH en provincie West-Vlaanderen Eefke Cailliau, Leilah Verplancken

• Netwerkevenement 04/10/2016 OCMW Ieper Fleur Bostoen, Eefke Cailliau, Tine Deroo, An Vandoolaeghe

• Aandacht voor jurdisch-financiële vermogensvragen van cliënten, bewoners en patiënten 07/10/2016 Vormingscentrum Guislain Pieter Debooserie

• Ontmoetingsdag Groep Ubuntu (Kuurne) 07/10/2016 Groep Ubuntu Fleur Bostoen, Eefke Cailliau

• Wegwijsdag De Lovie 14/10/2016 De Lovie Poperinge Eefke Cailliau

• Beelden maken het gesprek: praten over de kwaliteit van het leven aan de hand van beelden 14/10/2016

73

KONEKT-VONX Antwerpen Fleur Bostoen, Veronique Dhulst, Vanessa Voeten

• Intersectoraal info- en ontmoetingsmoment 17/10/2016 Coördinatiepunt Handicap provincie West-Vlaanderen Eefke Cailliau, Vanessa Voeten

• Over gedeelde zorg in de integrale jeugdhulp 18/10/2016 Vives Pascale Hannoff, Els Vanderwaeren

• BTW voor vzw’s 19/10/2016 Die Keure Veerle Dewitte, Françoise Samyn

• Duplo: verdieping agressie 19/10/2016 Jongerenbegeleiding-Informant vzw Anneleen De Witte

• Werken met genogrammen 20/10/2016 Erwin De Bisschop (Korzybsky Instituut) Veerle Audenaert, Sarah Claerbout, Els Gossaert, Jenne Houf, Sabine Jacob, Tine Wylin

• Symposium “De impact van pre- en perinatale stress op de gezondheid van het jonge kind” 22/10/2016 Kaja Wydhooge (ontwikkelingspsycholoog, babytherapeut) Ieper Valerie Bonny, Kathleen Bruggeman, Sarah Claerbout, Anneleen De Witte, Elien Desender, Delphine Houthoofd, Ines Van Laeken, Hannelore Vandenbroucke, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Eline Wintein

74

• Studiedag contextuele counseling in de praktijk 25/10/2016 Balans Gent Tinne De Smet

• Infoavond ‘verdriet en verlies bij kinderen’ 27/10/2016 Gemeentebestuur Zwevegem Delphine Demaeght, Julie Lamiere, Linde Vervaeck

• Infosessie “Starten met uw PVB” 04/11/2016 VAPH Gits Eefke Cailliau

• Trefdag vermaatschappelijking van de zorg 08/11/2016 Regionaal welzijnsplatform Noord-West-Vlaanderen Andy Rullens, Annemie Stael, Griet Vannieuwenhuyse

• Presentaties maken met Prezi 08/11/2016 SBM Opleidingen Andy Rullens

• Netwerkdag “samenwerken in verontrusting” 17/11/2016 IROJ West-Vlaanderen Elly Bombeeck, Hilde Cloet, Desiree Depla, Peter Schmidts, Aniana Van Overbeke

• Niet begeleide minderjarige vluchtelingen en pleegzorg 18/11/2016 Vrije Universiteit Brussel Anne Cools, Valerie Descheemaecker, Stefan Deschepper, Krist Martens, Inge Stinissen, Leilah Verplancken

75

• Studiedag en boekvoorstelling: op de barricade, jeugdhulp tegen gezinsarmoede 23/11/2016 Caritas Vlaanderen Pascale Hannoff

• Netwerkdag “samenwerken in verontrusting” 24/11/2016 IROJ West-Vlaanderen Joost Devolder, Annelies Verraes

• Oplossingsgericht werken bij mensen met een verstandelijke beperking 25/11/2016 VONX Profs Eefke Cailliau

• Toeleiding naar hulpverlening 15/12/2016 Solenta, Stéphanie De Maesschalck Krist Martens, Leilah Verplancken

• Impact van migratie en identiteit en migratie 22/12/2016 Solenta, Geertrui Serneels Aniana Van Overbeke, Leilah Verplancken

76

Interne vorming

• Infomoment rond vluchtelingen 28/01/2016 Tine De Smet & Ilse Derluyn Elly Bombeeck, Valerie Bonny, Glenny Buyck, Veerle Campe, Lieven De Brabander, Shana De Brabander, Sylvie De Puydt, Anneleen De Witte, Mieke Debacker, Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Desiree Depla, Tine Deroo, Stefan Deschepper, Elien Desender, Jessica Deveugele, Joost Devolder, Els Gossaert, An Grootaerd, Sandrine Haemers, Laurie Heremans, Patricia Hinderyckx, Sabine Jacob, Line Malfait, Krist Martens, Marijke Parmentier, Rebecca Perneel, Lily Raeds, Ria Reynders, Anne-Laure Ringoot, Andy Rullens, Mieke Santy, Matthias Schillewaert, Peter Schmidts, Inge Stinissen, Maureen Tack, Ylenia Thienpont, Johan Titeca, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Katrien Vandamme, An Vandoolaeghe, Edwine Vanhoutte, Marieke Vanleeuwen, Emilie Verhelst, Griet Verlinde, Annelies Verraes, Lisa Verstraete, Linde Vervaeck, Bieke Vlaminck, Eline Wintein, Tine Wylin

• Traject Signs of Safety 10/03/2016 en 02/06/2016 Jongerenbegeleiding-Informant vzw Caroline Blomme, Elly Bombeeck, Valerie Bonny, Kathleen Bruggeman, Veerle Campe, Sarah Claerbout, Hilde Cloet, Lies Cloetens, Anne Cools, Gisèle Crombez, Lieven De Brabander, Shana De Brabander, Sylvie De Puydt, Tinne De Smet, Anneleen De Witte, Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Desiree Depla, Bart Dermaut, Tine Deroo, Stefan Deschepper, Elien Desender, Jessica Deveugele, Joost Devolder, Els Gossaert, An Grootaerd, Sandrine Haemers, Laurie Heremans, Astrid Herteleer, Patricia Hinderyckx, Jenne Houf, Delphine Houthoofd, Inge Ingelbrecht, Sabine Jacob, Julie Lamiere, Line Malfait, Krist Martens, Marijke Parmentier, Rebecca Perneel, Lily Raeds, Elin Ramon, Anne-Laure Ringoot, Andy Rullens, Mieke Santy, Peter Schmidts, Inge Stinissen, Maureen Tack, Ylenia Thienpont, Johan Titeca, Ines Van Laeken, Aniana Van Overbeke, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Katrien Vandamme, Hannelore Vandenbroucke, An Vandoolaeghe, Edwine Vanhoutte, Marieke Vanleeuwen, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Griet Verlinde, Sabine Vermaut, Annelies Verraes, Lisa Verstraete, Linde Vervaeck, Bieke Vlaminck, Eline Wintein, Tine Wylin, Niky Zeebroek

• Begeleiden van personen met een psychiatrische problematiek in een thuissituatie 17/03/2016 KONEKT-VONX Antwerpen Fleur Bostoen, Eefke Cailliau, Veerle Campe, Ann Cracco, Pieter Debooserie,

77

Marieke Desimpel, Stephanie Goor, Matthias Schillewaert, Annemie Stael, Dries Verdonck, Vanessa Voeten

• Frans voor de Jeugdhulp 28/04/2016, 13/05/2016, 26/05/2016 Jongerenbegeleiding Roeselare Sarah Claerbout, Anne Cools, Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Bart Dermaut, Elien Desender, Jessica Deveugele, Patricia Hinderyckx, Delphine Houthoofd, Inge Ingelbrecht, Lily Raeds, Ylenia Thienpont, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Lisa Verstraete, Eline Wintein

• Sociale media 12/05/2016 Talking heads en Informant Veerle Audenaert, Caroline Blomme, Elly Bombeeck, Valerie Bonny, Fleur Bostoen, Kathleen Bruggeman, Veerle Campe, Sarah Claerbout, Hilde Cloet, Lies Cloetens, Anne Cools, Inge Cornu, Ann Cracco, Lieven De Brabander, Shana De Brabander, Sylvie De Puydt, Tinne De Smet, Anneleen De Witte, Mieke Debacker, Pieter Debooserie, Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Christel Declercq, Bert Dekeyzer, Hilde Dekiere, Caroline Delbeecke, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Desiree Depla, Bart Dermaut, Tine Deroo, Stefan Deschepper, Elien Desender, Marieke Desimpel, Jessica Deveugele, Nelle Devisscher, Joost Devolder, Veerle Dewitte, Anja Geldhof, Stephanie Goor, Sheena Goossens, Els Gossaert, An Grootaerd, Sandrine Haemers, Lena Hallaert, Pascale Hannoff, Patricia Hinderyckx, Jenne Houf, Delphine Houthoofd, Inge Ingelbrecht, Sabine Jacob, Melanie, Louagie, Line Malfait, Krist Martens, Björn Messiaen, Marijke Parmentier, Rebecca Perneel, Ine Pladys, Lieve Pottie, Lily Raeds, Elin Ramon, Ria Reynders, Anne-Laure Ringoot, Andy Rullens, Françoise Samyn, Mieke Santy, Matthias Schillewaert, Peter Schmidts, Annemie Stael, Inge Stinissen, Maureen Tack, Gudrun Taveirne, Ylenia Thienpont, Johan Titeca, Annelore Van Hulle, Ines Van Laeken, Aniana Van Overbeke, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Katrien Vandamme, Hannelore Vandenbroucke, Els Vanderwaeren, An Vandoolaeghe, Edwine Vanhoutte, Marieke Vanleeuwen, Griet Vannieuwenhuyse, Dries Verdonck, Sarina Vereecke, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Sabine Vermaut, Annelies Verraes, Lisa Verstraete, Linde Vervaeck, Charlotte Viaene, Karine Vissenaekens, Bieke Vlaminck, Vanessa Voeten, Eline Wintein, Tine Wylin

• Frans voor de Jeugdhulp 14/10/2016, 18/11/2016, 02/12/2016 Jongerenbegeleiding Roeselare Shana De Brabander, Andries Debruyne, Liesbeth Denys, Tine Deroo, An Grootaerd, Marijke Parmentier, Anne-Laure Ringoot, Maureen Tack, Jana Vancayseele

78

• PVO 20/10/2016 (Roeselare) of 25/10/2016 (Brugge) An Grootaerd & Ria Reynders Caroline Blomme, Elly Bombeeck, Hilde Cloet, Shana De Brabander, Sylvie De Puydt, Tinne De Smet, Anneleen De Witte, Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Desiree Depla, Tine Deroo, Stefan Deschepper, Elien Desender, Jessica Deveugele, Laurie Heremans, Astrid Herteleer, Patricia Hinderyckx, Inge Ingelbrecht, Julie Lamiere, Krist Martens, Rebecca Perneel, Ine Pladys, Elin Ramon, Anne-Laure Ringoot, Mieke Santy, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Hannelore Vandenbroucke, An Vandoolaeghe, Dries Verdonck, Leilah Verplancken, Linde Vervaeck, Niky Zeebroek

• -18/-18 27/10/2016 Veerle Campe en Marieke Desimpel Veerle Audenaert, Caroline Blomme, Elly Bombeeck, Valerie Bonny, Kathleen Bruggeman, Eefke Cailliau, Veerle Campe, Sarah Claerbout, Hilde Cloet, Lies Cloetens, Anne Cools, Ann Cracco, Gisèle Crombez, Lieven De Brabander, Sylvie De Puydt, Tinne De Smet, Anneleen De Witte, Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Bert Dekeyzer, Delphine Demaeght, Liesbeth Denys, Desiree Depla, Bart Dermaut, Tine Deroo, Stefan Deschepper, Elien Desender, Elien Desender, Marieke Desimpel, Jessica Deveugele, Nelle Devisscher, Joost Devolder, Veronique Dhulst, Els Gossaert, An Grootaerd, Laurie Heremans, Astrid Herteleer, Jenne Houf, Delphine Houthoofd, Inge Ingelbrecht, Sabine Jacob, Julie Lamiere, Line Malfait, Krist Martens, Marijke Parmentier, Rebecca Perneel, Ine Pladys, Lieve Pottie, Lily Raeds, Elin Ramon, Anne-Laure Ringoot, Andy Rullens, Mieke Santy, Matthias Schillewaert, Peter Schmidts, Inge Stinissen, Maureen Tack, Johan Titeca, Annelore Van Hulle, Ines Van Laeken, Aniana Van Overbeke, Lynn Van Staeyen, Jana Vancayseele, Hannelore Vandenbroucke, An Vandoolaeghe, Edwine Vanhoutte, Marieke Vanleeuwen, Griet Vannieuwenhuyse, Dries Verdonck, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Sabine Vermaut, Leilah Verplancken, Annelies Verraes, Lisa Verstraete, Linde Vervaeck, Bieke Vlaminck, Vanessa Voeten, Eline Wintein, Tine Wylin, Niky Zeebroek

• Frans voor begeleiders 08/11/2016 Jongerenbegeleiding, Informant Eefke Cailliau, Pieter Debooserie, Marieke Desimpel, Veronique Dhulst, Matthias Schillewaert, Vanessa Voeten

79

Intervisiegroepen

• PVO intervisie, interprovinciaal januari 2016 – september 2016 Frank Van Holen Brussel An Grootaerd, Ria Reynders

80

Supervisie

• Supervisie 05/01/2016 Academie voor integratieve & humanistische psychologie & psychotherapie Stefanie Verfaillie

• Supervisie voor contextuele counselors 19/01/2016 Balans Gent Veerle Gheeraert

• Supervisie 19/01/2016, 25/02/2016, 24/03/2016 Quest Coaching, Nadine De Smedt Sarah Claerbout, Bart Dermaut, Laurie Heremans, Delphine Houthoofd, Maureen Tack, Hannelore Vandenbroucke, Emilie Verhelst

• Supervisie 18/04/2016, 22/09/2016, 03/11/2016 Quest Coaching Sarah Claerbout, Bart Dermaut, Laurie Heremans, Delphine Houthoofd, Maureen Tack, Hannelore Vandenbroucke, Emilie Verhelst

• Individuele supervisie 26/04/2016 Tine Maeyens Bieke Vlaminck

• Supervisie 12/07/2016 Kris Neckebroeck, vorming & coaching Edwine Vanhoutte

81

• Individuele supervisie 17/10/2016 Tineke Delvaux Bieke Vlaminck

• Supervisie 08/12/2016 Signs of Safety Andries Debruyne, Ruth Decabooter, Delphine Demaeght, Bart Dermaut, Laurie Heremans, Delphine Houthoofd, Julie Lamiere, Line Malfait, Maureen Tack, Stefanie Verfaillie, Emilie Verhelst, Annelies Verraes, Linde Vervaeck

• Individuele supervisie 19/12/2016 Tineke Delvaux Bieke Vlaminck

82

Teamgerichte coaching en consult

• Coaching en training directie en staf 05/01/2016 & 29/02/2016 Informant Gent, Rudy Dobbelaere Veerle Campe, Hilde Dekiere, Joost Devolder, Andy Rullens, Els Vanderwaeren, Dries Verdonck,

• Coaching en training directie en staf 09 & 29/06/2016, 02 & 09/09/2016, 09/12/2016 Quest-it, Nadine De Smedt Veerle Campe, Hilde Dekiere, Joost Devolder, Andy Rullens, Els Vanderwaeren, Dries Verdonck,

• Coaching en training directie en staf (bijkomend gesprek) 16/09/2016 Quest-it, Nadine De Smedt Hilde Dekiere, Joost Devolder

83

Bijlagen

Pleegzorg West-Vlaanderen Jaarverslag 2016€¦ · Pleegzorg, een verslag en 2 keer een teamoverleg...

Documents

Transcript of Pleegzorg West-Vlaanderen Jaarverslag 2016€¦ · Pleegzorg, een verslag en 2 keer een teamoverleg...