Planning:

63
Startopdracht Uitleg paragraaf 4.1 Hoogbouw Samenstelling steden Gentrification Probleemwijk: Kanaleneiland Verwerkingsopdracht (Maken opdrachten werkboek)

description

Planning:. Startopdracht Uitleg paragraaf 4.1 Hoogbouw Samenstelling steden Gentrification Probleemwijk: Kanaleneiland Verwerkingsopdracht (Maken opdrachten werkboek). Startopdracht. Deze paragraaf is als volgt genoemd: - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Planning:

Page 1: Planning:

Startopdracht Uitleg paragraaf 4.1

◦ Hoogbouw◦ Samenstelling steden◦ Gentrification◦ Probleemwijk: Kanaleneiland

Verwerkingsopdracht (Maken opdrachten werkboek)

Page 2: Planning:

Deze paragraaf is als volgt genoemd:◦ Sociaal-culturele vraagstukken in de grote en

middelgrote steden.

Maar wat betekent nu eigenlijk ‘sociaal-cultureel?’ Wat vind jij van hoogbouw? Gentrification, wat is dat nu eigenlijk? Deze paragraaf gaat het ook over ‘goede’ en

‘slechte’ woonwijken. Wat maakt iets een goede of slechte woonwijk?

Page 3: Planning:

Maar wat betekent nu eigenlijk ‘sociaal-cultureel?’

Page 4: Planning:

Sociaal-culturele vraagstukken (=dagelijkse leven).

Hoe kijken mensen aan tegen:◦ Veranderingen in het centrum◦ Integratie- en welvaartsverschillen◦ Houding ten opzichte van hoogbouw

◦ Hoe kijken mensen aan tegen hoogbouw? Wat vind jij van hoogbouw?

Hoe kijkt de politiek hierna?

Page 5: Planning:
Page 6: Planning:
Page 7: Planning:
Page 8: Planning:

ZuidasDok  

Circa 1200 meter van de Ringweg A10 en alle sporen zullen ondergronds verdwijnen.

Aanleg autotunnelsautotunnels aangelegd. Boven op de autotunnels komt geen bebouwing explosiegevaar

Afgraven huidige A10 Aanleg metro - en treintunnels aangelegd. De hoogste bebouwing – tot 105 meter vanwege het

nabije Schiphol  – komt te staan op de garagekelders.

Page 9: Planning:

ZuidasDok  A 10 & spoorlijn

Hoe kijkt de politiek tegen deze ontwikkelingen aan?

Page 10: Planning:

Zuidas: 'gouden mijl' of 'magic mile' Ligging nabij Schiphol ontwikkeling van kantoren en woningen

aan de Zuidas Investering van 15 miljard (veertig jaar)

euro kosten. ◦ Overheid: 25% ◦ Privaat (bedrijven en beleggers): 75%

Page 11: Planning:

Zuidas wordt een stad in een stad, met als kenmerk:  eencompleetheid aan bebouwing en voorzieningen. Woningen (ca. 10.000, 22.000 inwoners) Werkgelegenheid:

◦ 25.000 nu◦ 50.000 – 60.000 straks

Kantoren Onderwijs Winkelvoorzieningen Designmuseum Ziekenhuis Theater Horeca Groenvoorzieningen

Page 12: Planning:
Page 13: Planning:

Steden trekken bepaalde groepen mensen aan:◦ Je ziet in de steden vaak veel jongeren en

allochtonen.◦ ‘Oudere’ autochtonen vertrekken vaak naar

de suburbs of platteland.◦ ‘Rijkere’ allochtonen doen dit ook.

Daardoor hebben niet alle steden eenzelfde bevolkingssamenstelling. Vaak zijn in de steden veel etniciteiten, dit noem je multiculturele steden.

Page 14: Planning:

Rotterdam

Den Haag

Page 15: Planning:

Verklaar waarom Marokkaanse en Turkse jongeren vaker in de bijstand terechtkomen dan autochtonen jongeren?

Spreken slecht de taal Presteren daardoor vaak slechter op school Gaan vaker het criminele pad op/ of halen minder hoog

diploma Waardoor hun kinderen weer minder kansen hebben

(laag opgeleiden die zelf slecht de taal spreken, dragen dit vaak over).

Vaak speelt afwijzend gedrag ook een grote rol in de problematiek van allochtonen jongeren. (En uiteraard: omgeving)

Page 16: Planning:

Gentrification, wat is dat nu eigenlijk?

Page 17: Planning:

Na 1970 opnieuw belangstelling voor de stad.(goedkope huizen, dicht bij het werk, met hoog voorzieningenniveau).

Vooral aantrekkelijk voor alleenstaande, studenten en kunstenaars.

Gentrification: “De invasie van oudere, centraal gelegen arbeiderswijken, door huishoudens met hogere inkomens die afkomen op het karakteristieke en aangename van de minder dure en goed gelegen woningen.” (Upgrading van de wijk zonder inmenging van de overheid)

Page 18: Planning:

Gentrification: “De invasie van oudere, centraal gelegen arbeiderswijken, door huishoudens met hogere inkomens die afkomen op het karakteristieke en aangename van de minder dure en goed gelegen woningen.”

Page 19: Planning:
Page 20: Planning:
Page 21: Planning:

Oranienburg strasse Berlin

Page 22: Planning:
Page 23: Planning:
Page 24: Planning:
Page 25: Planning:
Page 26: Planning:
Page 27: Planning:
Page 28: Planning:

Deze paragraaf gaat het ook over ‘goede’ en ‘slechte’ woonwijken. Wat maakt iets een goede of slechte woonwijk?

Page 29: Planning:

Probleemgroep: ?◦ Allochtonen en starters

Vaak in goedkope naoorlogse hoogbouw.

Page 30: Planning:

Casus: Kanaleneiland, Utrecht. Eén van de veertig‘prachtwijken.

Page 31: Planning:
Page 32: Planning:

Leefbaarheid Kanaleneiland Fysieke woonomgeving Sociale cohesie Veiligheid

Page 33: Planning:

Ligging Kanaleneiland in Utrecht: tussen het Amsterdam Rijnkanaal en het Merwedekanaal afgescheiden van de

rest van Utrecht

Page 34: Planning:

Model van de Nederlandse stad toegepast op Utrecht

Page 35: Planning:

Jaren zestig van de vorige eeuw (start bouwwerkzaamheden in 1956)

Naoorlogse woningnood goed en goedkoop bouwen

Meest intensief mogelijke bebouwingsvorm: flats. Typering fysieke woonomgeving

◦ vier hoog flats zonder lift◦ rechte straten en relatief veel groen ◦ ‘autowijk’ met brede verkeerswegen◦ Voorzieningen: wijkwinkelcentrum en buurtcentra

Van oorsprong een wijk voor de meer welgestelde Utrechter

Bijnaam: ‘Rozeneiland’, een naam die de status van de wijk aangaf.

Page 36: Planning:
Page 37: Planning:
Page 38: Planning:
Page 39: Planning:

Gemiddelde woningwaarde

Page 40: Planning:
Page 41: Planning:

Tevredenheid met woning: % dat ontevreden is met woning(2007)

Page 42: Planning:

Sociaal-economische kenmerken van de bewoners

Page 43: Planning:

Het percentage van de bevolking in Kanaleneiland enUtrecht dat maatschappelijk participeert en waardering

vansociale cohesie

Page 44: Planning:
Page 45: Planning:

Verblijftijd als indicator voor sociale cohesie

Page 46: Planning:

Het percentage van de Utrechtse bevolking dat aangeeft zich

onveilig te voelen in de wijk

Page 47: Planning:

Het aantal gemelde gevallen van vandalisme in Utrecht, 2007

Page 48: Planning:

Het percentage van de Utrechtse bevolking dat aangeeft overlast

te ondervinden van jongeren, 2007

Page 49: Planning:
Page 50: Planning:
Page 51: Planning:
Page 52: Planning:

(on)veiligheidsgevoelens in relatie tot Openbare ruimte Private ruimte Semi openbare / Semi private ruimte

“In sommige wijken kijken alle ramen je aan als je daar als niet-bewoner doorheen loopt”

Page 53: Planning:
Page 54: Planning:
Page 55: Planning:

Leefbaarheid Kanaleneiland Fysieke woonomgeving Sociale cohesie Veiligheid

Page 56: Planning:
Page 57: Planning:

Aanpassing fysieke woonomgeving Stadsvernieuwing Herstructurering Aanpassing woonomgeving

Page 58: Planning:
Page 59: Planning:

Verdergaande ruimtelijke segregatie?

Page 60: Planning:

De groeiende tegenstellingen tussen rijke en arme buurten word polarisatie genoemd

Page 61: Planning:

Waar in Breda kom je gentrification tegen?

Page 62: Planning:

Waar in Breda kom je gentrification tegen?

Gentrification: “De invasie van oudere, centraal gelegen arbeiderswijken, door huishoudens met hogere inkomens die afkomen op het karakteristieke en aangename van de minder dure en goed gelegen woningen.”

Page 63: Planning:

In zijn onderzoek naar slums en getto's citeert de Amerikaanse socioloog Allport een kind dat in een getto woont:

“Today I’ve learned that I’m living in a slum. I always thought it was home.”