Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 –...

25
Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016

Transcript of Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 –...

Page 1: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

Plan van aanpak

Doorontwikkeling

productstructuur GGZ/FZ

De stappen naar een nieuw model

(2016 – 2019)

Versie 5, 10 januari 2016

Page 2: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...
Page 3: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

3

Inhoud

Inleiding 4

1. Projectdefinitie 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doelstellingen 5 1.3 Randvoorwaarden 6

2. Aanpak en proces doorontwikkeling productstructuur 8 2.1 Resultaten voortraject 8 2.1.1 Inhoudelijk eindadvies 8 2.1.2 Implementatiescenario’s 9 2.2 Beoogde resultaten vervolgtraject 10 2.2.1 Fase 1: Bouwen prototype en voorbereiding pilots (november

2015 – maart 2016) 12 2.2.2 Fase 2: Testen en aanscherpen prototype en voorbereiden brede

invoering (maart 2016 – december 2017) 14

3. Projectorganisatie 21 3.1 Projectorganisatie 21 3.1.1 Rollen en verantwoordelijkheden 22

Page 4: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

4

Inleiding

Op 13 oktober 2015 is het bestuurlijk overleg doorontwikkeling GGZ/FZ

gehouden. In dit overleg is akkoord gegeven “voor de eerste,

experimenterende fase richting het Engelse model” (Verslag Bestuurlijk

Overleg, 13 oktober 2015). Dit besluit is gegeven in het licht van twee

adviezen:

De doorontwikkeling richt zich op de door de werkgroep Inhoud

voorgesteld inhoudelijk model, waarbij de elementen uit het Engelse

model het uitgangspunt vormen;

Brede invoering te richten op het jaar 2019 met fasen van een half

jaar, zodat bijgestuurd kan worden. Deze stappen vast te leggen in

een (gedetailleerd) plan van aanpak inclusief een beschrijving van de

projectorganisatie en de benodigde middelen.

De invoering kent een viertal fasen. Elk van deze fasen wordt

beschreven, waarbij de eerste fase (november 2015 – maart 2016)

gedetailleerd wordt uitgewerkt in een separaat document. Elk van de

fasen betekent iets voor de NZa, de koepels en hun achterban. Wij

hebben dit uitgewerkt in concrete stappen en de projectorganisatie die

daarbij hoort.

Leeswijzer

Dit plan van aanpak bevat de stappen op weg naar een nieuwe

productstructuur. In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding en doelstelling voor

de doorontwikkeling van de productstructuur beschreven.

Achtereenvolgens, in hoofdstuk 2, worden de resultaten van het

voortraject uiteengezet en ook de aanpak voor het vervolgtraject met

ingangsdatum van november 2015. Deze aanpak wordt verder

beschreven in de beoogde resultaten en welke fasering wordt

aangehouden. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de projectorganisatie van

de doorontwikkeling beschreven.

Een deel van het plan van aanpak bestaat uit de planning: wat gebeurt

op welk moment. Om dat visueel te maken is op pagina 10 een

totaalplanning opgenomen waarin de verschillende fasen worden

weergegeven. In elke paragraaf komt een figuur terug dat helder maakt

welke fasen al achter de rug zijn en welke nog niet.

Page 5: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

5

1. Projectdefinitie

1.1 Aanleiding

Er wordt al lang gezocht naar een vorm van bekostigen van de

gespecialiseerde GGZ die een zo’n sterk mogelijke relatie legt tussen de

zorgvraag van de patiënt en de kosten. De eerste stap op weg

hiernaartoe was de invoering van gereguleerde marktwerking in de

gespecialiseerde GGZ via de bekostiging op basis van de DBC-structuur.

Ook in de FZ is een soortgelijk model ingevoerd, waar een groot deel van

de zorg wordt bekostigd op basis van DBBC’s.

In het eerste model van de DBC-systematiek is de zorgvraag beschreven

via de DSM-IV diagnose. Aan deze diagnoses zijn tijdsklassen gekoppeld

op basis van de tijdsinzet van behandelaars. Er werd bij oplevering van

de DBC-systematiek wel gesteld dat de ontwikkelde producten in de loop

van de tijd (op basis van feitelijke registraties) moeten worden

doorontwikkeld en geperfectioneerd. Dit belang werd als groot

aangemerkt, omdat de klinische herkenbaarheid niet goed te duiden was

binnen de opgeleverde productstructuur.

Door de invoering van DB(B)C’s binnen de gespecialiseerde GGZ en de

FZ is een grote slag gemaakt naar het inzichtelijk maken van de

geleverde zorg op patiëntniveau. De afgelopen jaren is echter wel

gezocht (binnen de kaders van de huidige productstructuur) naar

oplossingen om de relatie tussen de zorgvraag van de patiënt en

bijbehorende behandeling beter te duiden. Die zijn tot nu toe

onvoldoende gevonden. Daarom is besloten om ook buiten de huidige

kaders van de DBC-systematiek naar inspiratie te zoeken. Dit heeft ertoe

geleid dat er consensus is bereikt over de in te slagen richting voor de

nieuwe productstructuur.

1.2 Doelstellingen

Gezien de tekortkomingen van de huidige productstructuur, dient de

nieuwe productstructuur duidelijker te maken welke zorg wordt geleverd

voor welke problematiek, met welk resultaat en tegen welke kosten.

De nieuwe productstructuur heeft de volgende doelstellingen:

Diagnose:

De zorgvraag wordt door meer en wellicht ook andere elementen

bepaald dan de primaire diagnose, zoals die nu in het kader van een

classificatiesysteem (DSMIV) wordt vastgelegd. Dat is ook duidelijk

geworden uit diverse pogingen die de afgelopen jaren zijn

ondernomen om de diagnosecomponent te verstevigen. De andere

elementen om te onderzoeken zijn stagering (stage) en profilering

(kenmerken van de patiënt). De afgelopen periode is hier al het

nodigevoorwerk voor gedaan, ook in het kader van het project

zorgvraagzwaarte bepaling GGZ.

Behandeling:

De behandelcomponent zou vervat moeten worden in meer

herkenbare inhoudelijk gedefinieerde behandelpakketten. Door

aansluiting op behandeldoelen en behandelelementen zoals

bijvoorbeeld in richtlijnen vastgelegd is het de bedoeling de te

verlenen c.q. verleende zorg beter te duiden en gepaste zorg te

stimuleren. De behandelpakketten bepalen niet de behandelwijze van

Page 6: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

6

de zorgprofessionals. Wel is het van belang dat afwijkingen kunnen

worden onderbouwd.

De doorlooptijd van de DBC’s zou beter moeten aansluiten op

logische fases in de diagnosestelling en behandeling en de besluiten

daarover in het kader van passende zorg. Daarmee wordt tevens

gerealiseerd dat informatie over de (te verwachten) behandeling

eerder wordt gedeeld en de doorlooptijd van de DBC voor een groot

deel van de patiënten wordt verkort. Overigens is verkorting van de

doorlooptijd voor de Forensische Zorg niet gewenst.

Combinatie:

De combinatie van D en B biedt zo een hulpmiddel om beter

inzichtelijk te maken welke zorg wordt geboden, welke resultaten

zijn bereikt en welke kosten in daaraan zijn verbonden. Een resultaat

kan ook zijn dat sprake is van symptomatisch herstel of stabilisatie

van de cliënt. Evenals dat in onderling overleg wordt afgesproken dat

verdere behandeling niet wenselijk is.

1.3 Randvoorwaarden

Om tot deze doelstellingen te komen, zijn er diverse criteria opgesteld.

Deze zijn beschreven in de Notitie Beleid: Visie op doorontwikkeling

productstructuur GGZ/FZ. In bijlage 1 zijn alle criteria die in dit

document beschreven staan, opgenomen. Daarbij is vastgesteld dat de

volgende criteria met de productstructuur zeker dienen te worden

gerealiseerd (‘must-haves’). Dit zijn:

Klinisch herkenbaar

Onder klinische herkenbaarheid wordt verstaan dat de

zorgproducten vanuit een geneeskundig en beveiligingsperspectief

identificeerbaar zijn. Binnen de productstructuur dienen de

zorgproducten voldoende klinisch herkenbaar te zijn en de geleverde

zorg dient zodanig omschreven te zijn dat deze bruikbaar is voor de

onderhandelingen en als omschrijving voor een ‘lekendeclaratie’.

Ondersteuning sneller declareren en aansluiting op zorgkosten per

jaar

Het is wenselijk dat de productstructuur sneller declareren

ondersteunt aansluitend op de zorgkosten per jaar. Daarmee

verkrijgen alle betrokkenen eerder en op eenvoudiger wijze

informatie over de omvang en kosten van zorg.

Transparant

Bij transparantie wordt nagegaan of de declaratie begrijpelijk is voor

de patiënt in termen van welke zorg is geleverd tegen welke kosten. Waarborging privacy

De productstructuur c.q. het gebruik daarvan bij declaratie en verantwoording dient de privacy van de individuele patiënt te

waarborgen en behoeft dus de goedkeuring van het CBP.

Geen verzwaring en bij voorkeur vermindering van administratieve lasten

Onder de administratieve lasten worden verstaan de lasten die

gepaard gaan met het werken en onderhandelen over zorgproducten

evenals de administratieve inspanning die nodig is om het systeem

van registratie en declaratie van zorgproducten up–to–date te

houden en om relevante kosteninformatie te verzamelen.

Page 7: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

7

NB: De werkgroep Inhoud heeft dit criterium als ‘must have’

toegevoegd; de doorontwikkeling dient nadrukkelijk gericht te zijn

op het verminderen van de ervaren administratieve lasten.

In het kader van de doelstellingen en randvoorwaarden is aangegeven

dat de doorontwikkeling van de productstructuur met een degelijke en

gefaseerde aanpak en proces moet gebeuren (geen ‘big bang’). Ook

moet in elke fase een toets op de implementatieconsequenties worden

gemaakt en moet worden bekeken hoe uniforme gegevens over de jaren

heen behouden worden.

Page 8: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

8

2. Aanpak en proces doorontwikkeling

productstructuur

Om tot een productstructuur te komen die aan de randvoorwaarden

voldoet, is in de afgelopen periode veel werk verzet om zowel een

zorginhoudelijk eindmodel te schetsen dat de basis zal vormen voor de

toekomstige productstructuur, als de manier waarop een dergelijk

eindmodel geïmplementeerd wordt.

In de volgende paragrafen wordt omschreven wat er in de voorgaande

fase is opgeleverd voor de doorontwikkeling van de productstructuur.

Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de verdere uitrol van het

zorginhoudelijke eindmodel.

2.1 Resultaten voortraject

2.1.1 Inhoudelijk eindadvies

Uit vooronderzoek is gebleken dat het bekostigingsmodel dat in Engeland

in de afgelopen 8 jaar is ontwikkeld en wordt gebruikt voor de mental

health (hierna steeds kort aangeduid met Engelse model) waardevolle

elementen zou kunnen bevatten voor de doorontwikkeling. Het is een

model met een lange ontwikkelingstijd en een empirische onderbouwing,

waar extensief onderzoek is gedaan naar de definiëring van de zorgvraag

van de patiënt. In mei 2015 is dat bevestigd tijdens een landelijk

‘Invitational’ over het Engelse Model, waaraan een brede

vertegenwoordiging uit de sector heeft deelgenomen.

Het volledige Engelse model is echter niet één op één over te nemen,

omdat de Engelse “zorgmarkt” een andere is dan de Nederlandse.

Ondanks dat dit model een goede inspiratiebron kan zijn, moet er

rekening worden gehouden met een goede en uitgebreide verkenning

van de mate van toepasbaarheid en reikwijdte. Om dit te kunnen doen is

een werkgroep samengesteld van inhoudelijke experts, ook wel de

werkgroep Inhoud genoemd. Aan deze werkgroep is in het voorjaar 2015

gevraagd te komen tot een ‘totaaladvies’ voor de doorontwikkeling van

de DB(B)C productstructuur, geïnspireerd op het Engels model. Zij

hebben dit in de periode mei tot en met september 2015 uitgevoerd.

Voortraject (1 april 2015 – 13 oktober 2015)

Wie: Dit traject werd onder de regie van de veldpartijen volbracht

(onder leiding van Capgemini), waarbij de NZa ondersteuning bood.

Wat: Het voortraject stond in het teken van het tot stand komen van

een inhoudelijk eindadvies en het bepalen van implementatiescenario’s

(op hoofdlijnen). Deze twee elementen dienen als grondslag voor het

vervolgtraject, waar de doorontwikkeling zich nu richt op een ‘stip op

de horizon’.

Page 9: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

9

Conclusie

De werkgroep Inhoud concludeert, op basis van de uitgevoerde toetsing

van het Engelse model, dat de verschillende elementen van het Engelse

model goed bruikbaar lijken en adviseert deze als uitgangspunt te

gebruiken bij de doorontwikkeling van de (Nederlandse) DBC

Productstructuur.

De werkgroep heeft vastgesteld dat het Engelse model gedegen is

ontwikkeld (en nog steeds verder ontwikkeld wordt). Elementen van het

Engelse model bieden mogelijkheden om de productstructuur verder te

ontwikkelen en beter dan nu het geval is te laten aansluiten op de

zorgvraag(zwaarte) en zorgbehoefte van de patiënten in de ggz en fz.

Het werken met zorg(vraag)clusters met vaste evaluatiemomenten biedt

de mogelijkheid de transparantie te vergroten, tegemoet te komen aan

de wens de informatievoorziening te versnellen ten behoeve van de

definitieve zorgkosten.

2.1.2 Implementatiescenario’s

Na het positieve advies van de werkgroep Inhoud, is ook op hoofdlijnen

gekeken naar het ontwikkel- en implementatietraject en de impact

daarvan. Het introduceren van elementen van het Engelse model vraagt

om een adequate ‘vertaling’ naar de Nederlandse situatie én een nadere

onderbouwing. Daarom heeft de werkgroep Inhoud voorgesteld eerst in

een ontwikkelomgeving te realiseren en in pilots en/of experimenten de

productstructuur verder te ontwikkelen voordat tot een daadwerkelijke

implementatie wordt overgegaan. Er is een voorstel ontwikkeld om

gedurende een proces van circa 2 jaar te werken aan het iteratief

ontwikkelen, testen en verbeteren van gewijzigde

zorgproducten/zorgclusters.

Conclusie

Met inachtneming van een periode van twee ontwikkeljaren, waar dit

met pilots en experimenten dit wordt vormgegeven en een

voorbereidingsjaar voor de brede implementatie, is aangegeven dat een

brede implementatie vanaf 1 januari 2019 (specificaties bekend begin

2018) aan de orde kan zijn. Hiervoor is ook een globale fasering

aangeduid, die in de volgende hoofdstuk verder wordt uitgewerkt.

Page 10: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

10

2.2 Beoogde resultaten vervolgtraject

Voor de implementatie van 1 januari 2019 zijn drie fasen onderkend om

tot het voorbereiden van een pilot tot brede implementatie te komen. Op

pagina 10 is de fasering van de doorontwikkeling uitgetekend, die

vervolgens vanaf paragraaf 2.2.1 verder worden toegelicht.

Binnen deze fasen wordt steeds gesproken over het invoeren, testen en

evalueren van elementen op de zorgvraag (D) of op de zorgvraag en

behandeling (D+BC). Hierbij wordt ook telkens een onderscheid gemaakt

tussen of dit op het niveau van de aan de pilot deelnemende

zorgaanbieders afspeelt (pilot/experiment) of dat er sprake is van

algemeen geldend landelijk beleid (schaduwdraaien / volledige transitie).

In figuur 1 wordt dit inzichtelijk gemaakt.

Figuur 1 Verschillende implementatiescenario’s

Vervolgtraject (1 november 2015 – 1 januari 2019)

Wie: De NZa zal de regie voeren over de stappen richting het breed

uitrollen van het nieuwe model. Veldpartijen (en hun

vertegenwoordigers) hebben een belangrijke rol bij het verder invullen

en verbeteren van het model, maar ook bij het stimuleren van hun

achterban om hieraan mee te werken.

Wat: Het inhoudelijk eindmodel van zorgclusters zal als basis dienen

voor de verdere doorontwikkeling van de productstructuur. Met het

uittekenen van de voorgestelde brede implementatie van het

zorginhoudelijk eindmodel is uitgegaan van een scenario waarbij de

inkoop en declaratie op basis van zorgclusters gebeurt. Hier zal

mogelijk nog een overgangsmodel aan te pas komen, waarbij deze

overgangsjaren in principe ook na 1 januari 2019 kunnen plaatsvinden.

Page 11: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...
Page 12: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

12

2.2.1 Fase 1: Bouwen prototype en voorbereiding pilots (november

2015 – maart 2016)

Doelstelling

Het doel van fase 1 is het bouwen van een werkend 1e prototype dat

gebruikt kan worden in de pilotfase. Hierbij moet zeer helder worden

beschreven hoe de behandelaren van de deelnemende instellingen de

patiënten zullen moeten gaan scoren en hoe ze eventuele afwijkingen in de

indeling moeten rapporteren. Daarnaast zal duidelijk moeten worden welke

zorgaanbieders mee doen aan de pilot.

Focus

In deze fase wordt gestuurd op het niveau van de zorgaanbieders die mee

doen aan de pilot.

Aanpak

Deze fase heeft een doorlooptijd van 4 maanden. Daar worden de volgende

zaken uitgevoerd:

1. Voorbereiden van het 1e prototype op basis van de zorgvraag (D)

De inhoudelijke vulling van het prototype wordt voorbereid. Dit gebeurt

op basis van:

Bureau- en analysewerk: wanneer HoNOS-gegevens beschikbaar zijn bij

de deelnemende zorgaanbieders aan de pilots, worden deze opgevraagd.

Deze kunnen worden toegevoegd aan de bestaande database van de

eerder opgevraagde HoNOS gegevens van het casusregister Noord

Nederland. De analyses kunnen als basis dienen voor de inhoudelijke

werkgroep.

Startproducten fase 1

1. Notitie Beleid: Visie doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ (april

2015)

2. Inhoudelijk eindadvies (oktober 2015)

3. Ontwikkel- en implementatiescenario en impactanalyse

productstructuur GGZ/FZ (oktober 2015)

4. Plan van aanpak fase 1 (november 2015)

Page 13: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

13

Inhoudelijke begeleiding: onder inhoudelijke begeleiding zal het eerste

prototype, op basis van het uitgangspunt van het Engelse model en de

terugkoppeling van de analyses, worden gebouwd waarbij o.a. zal

worden bepaald welke (super)clusters het uitgangspunt vormen, welke

vragen hieraan ten grondslag liggen, wat de tekstuele omschrijving is

van het te verwachte zorgprofiel van elk cluster. De richtlijnen van het

Netwerk Kwaliteitsontwikkeling worden hierin ook meegenomen.

2. Bouwen van het 1e prototype

Vervolgens moet het 1e prototype daadwerkelijk gebouwd worden, zodat

de zorgaanbieders die deelnemen aan de pilot in de volgende fase

meteen van start kunnen gaan met registreren en afleiden.

3. Overzicht maken van de mogelijke bekostigingsmodellen

Bij deze richtlijn van de criteriatoets van de prestaties en tarieven moet

uitgezet worden welke bekostigingsmodellen passend zijn bij het

inhoudelijk eindmodel en een uiteenzetting van een aantal

toetsingselementen (medische herkenbaarheid, kostenhomogeniteit,

hanteerbaarheid etc). Bij elke bekostigingsmodel moet worden

aangegeven wat het resultaat van de pilot moet zijn om voor een

bepaald bekostigingsmodel te kiezen.

Beslismomenten

Aan het einde van de fase, begin maart 2016, zal worden besloten:

Gaan we verder met fase 2a?

Deze beslissing hangt af van een kosten-batenanalyse op de criteria zoals

beschreven in paragraaf 1.3. In de aanpak die per fase wordt opgeleverd,

worden de resultaten en toetscriteria steeds geconcretiseerd.

Page 14: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

14

2.2.2 Fase 2: Testen en aanscherpen prototype en voorbereiden

brede invoering (maart 2016 – december 2017)

Omdat het geadviseerde model zich nog niet in de Nederlandse praktijk

heeft bewezen, wordt voor de beslissing om het model landelijk in te voeren

een pilotfase georganiseerd. In deze ‘tweede fase’ van het plan van aanpak

is het de bedoeling dat er in het veld pilots en experimenten worden

uitgevoerd met de 1e prototype van het model.

Fase 2 bestaat uit drie onderdelen; het testen van het indelen van patiënten

in de clusters (fase 2a), het uitvragen van de gegeven behandelingen voor

de diverse clusters (fase 2b) en als laatste onderdeel het koppelen van de

bekostiging aan de clusters (fase 2c). Hieronder wordt per onderdeel van

fase 2 toegelicht wat de doelstelling is.

Fase 2a: Indeling van Nederlandse patiënten in de clusters (maart tot

september 2016)

Doelstelling

Doel van fase 2a is om zo goed mogelijk te waarborgen dat Nederlandse ggz

patiënten in het juiste cluster kunnen worden geplaatst, om eventuele

essentiële vragen toe te voegen aan de vragen van de HoNOS en om

eventuele ‘kinderziektes’ te herkennen en te herstellen. Het prototype dat op

het einde van fase 1 wordt opgeleverd heeft zich namelijk nog niet bewezen

in de Nederlandse ggz praktijk.

Aan het einde van fase 2a zal een tweede update worden gerealiseerd van

het model met daarin de verwerking van de uitkomsten van de pilot.

Benodigde startproducten fase 2a

Proces

1. Plan van aanpak fase 2a

Wie doet mee aan de pilot?

Wat hebben deze zorgaanbieders nodig (middelen) en

hoe wordt hierin voorzien?

Wanneer is fase 2a geslaagd?

Welke activiteiten moeten uitgevoerd worden binnen

welke planning?

Uitvoering

Deelnemende

zorgaanbieders

pilot

/experiment

2. Specificaties voor het 1e prototype

Registratie: wat, wanneer, hoe?

Aanleveren gegevens: wat, wanneer, hoe?

Evaluatie: wat, wanneer, hoe?

Landelijk

beleid

Page 15: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

15

Focus

In deze fase wordt op het niveau van de zorgaanbieders die mee doen aan

de pilot gestuurd.

Aanpak

Deze fase heeft een doorlooptijd van 6 maanden (5 maanden pilot; 1 maand

verwerking en evaluatie). Daar worden de volgende zaken uitgevoerd:

1. Uitvoeren pilot gericht op de zorgvraag (D)

In deze fase beginnen de zorgaanbieders die zijn geselecteerd voor de

pilot. De pilot in deze fase is gericht op de zorgvraag (D) van de patiënt.

Vanaf de start van de pilot krijgen de deelnemende aanbieders het

verzoek om de patiënten waarvoor een initiële of vervolg DBC wordt

geopend, in te delen in een van de clusters. Het verzoek aan de

behandelaren is daarbij om aan te geven of het cluster, die uit de

afleiding van het model komt, juist is. Mocht het cluster niet juist zijn, is

de vraag om kort aan te geven welk cluster beter zou passen, door

welke vraag dit waarschijnlijk komt en welke essentiële ziektekenmerken

eventueel missen. Daarbij worden ook de evaluatiemomenten

meegenomen.

2. Testen en aanpassen van prototype van de zorgvraag (D)

Voor het verzamelen van deze data is er feitelijk vijf maanden tijd. De

data van dit deel van de pilot moet periodiek aan de NZa worden

aangeleverd, zodat in een vroeg stadium de grootste kinderziektes uit

het prototype kunnen worden gehaald. Op basis van het ophalen van

deze data kan het prototype worden aangepast met behulp van

begeleiding door de werkgroep Zorginhoud.

3. Voor- en uitbreiden van prototype met de behandeling (B)

In deze fase wordt ook nagedacht hoe het prototype moet worden

uitgebreid met de behandelcomponent. Het toetsingskader voor de

bekostigingsmodellen is hier van belang, dat is opgeleverd in fase 1.

Page 16: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

16

Beslismomenten

Aan het einde van de fase, begin september 2016, zal moeten worden

besloten:

Gaan we verder met fase 2b?

Deze beslissing hangt af van een kosten-batenanalyse op de criteria zoals

beschreven in paragraaf 1.3. In de aanpak die per fase wordt opgeleverd,

worden de resultaten en toetscriteria steeds geconcretiseerd.

Fase 2b: Uitvraag van de registratie van behandelingen voor de diverse

clusters (oktober 2016 tot maart 2017)

Doelstelling

Doel van fase 2b is, naast de registratie van de zorgvraag op basis van

clustering, inzicht te krijgen in de mogelijkheden van de registratie van

behandelingen binnen de clusters. Wanneer het indelen van de patiënten in

prototype is getest in fase 2a kan worden gestart met fase 2b. Op basis van

het verbeterde prototype worden de deelnemende zorgaanbieders gevraagd

om naast het indelen van de patiënten ook de behandelingen te registreren

en/of aan te leveren.

Daarnaast moet ook besloten worden of de clustering van de zorgvraag,

zoals is uitgevraagd bij de deelnemende zorgaanbieders aan de pilot,

sectorbreed ingevoerd moet worden.

Benodigde startproducten fase 2b

Proces

1. Plan van aanpak fase 2b

Wie van de zorgaanbieders gaat door naar de volgende

fase?

Wat hebben deze zorgaanbieders nodig (middelen) en

hoe wordt hierin voorzien?

Wanneer is fase 2b geslaagd?

Welke activiteiten moeten uitgevoerd worden binnen

welke planning?

Uitvoering

Pilot/

experiment

2. Specificaties voor de 2e prototype

Registratie: wat, wanneer, hoe?

Aanleveren gegevens: wat, wanneer, hoe?

Evaluatie: wat, wanneer, hoe?

Landelijk

beleid 3. Overzicht verschillende bekostigingsmodellen

Page 17: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

17

Focus

In deze fase wordt het experiment voorbereid en gekeken naar brede

invoering van de nieuwe zorgvraag. Dit betekent dat dit mogelijk gevolgen

heeft voor de release 2018, waar overgegaan wordt op schaduwdraaien van

de zorgvraag.

Aanpak

Deze fase heeft een doorlooptijd van 6 maanden (5 maanden pilot; 1 maand

verwerking en evaluatie), en daarna 8 maanden vervolgpilot parallel met

fase 2c. Daarin worden de volgende zaken uitgevoerd:

1. Voorzetten van de pilot gericht op de zorgvraag (D) en uitvoeren van de

behandelcomponent in het prototype (B)

Voorstel is om bij de verschillende deelnemers al met verschillende

registratiemodellen van zorgvraag én behandeling te experimenteren.

Hoe deze exacte registratie er uit moet komen te zien is afhankelijk, van

de bekostigingsmodellen die aan het toetsingskader voldoen (fase 1). Zo

kan gedacht worden aan minutenregistratie, zoals nu al wordt gebruikt

in de huidige dbc-structuur, maar ook aan registratie per dag of het

registreren van uitkomsten en voortgang van de behandeling.

2. Testen van het behandelcomponent binnen het prototype (B)

Voor het verzamelen van deze data is er feitelijk vijf maanden de tijd. De

data van de behandelcomponent van de pilot moet periodiek worden

aangeleverd, zodat kan worden bepaald op basis van welk instrument de

sturing van de behandeling moet plaatsvinden.

Doordat de zorgvraag en de behandeling in zijn totaliteit is getest, met

behulp van het prototype, kan de voorbereiding plaatsvinden voor een

opschaling in het project naar een experiment.

3. Toetsen van uitkomsten van de pilot op de zorgvraag (D) voor

sectorbrede uitrol

Het verzamelen van de zorgvraag zal, inclusief fase 2c, ongeveer 16

maanden duren. Dit is ook noodzakelijk omdat de clusters voor de

chronische patiëntgroepen, zoals beschreven in het eindadvies van de

werkgroep inhoud, doorlooptijden tot maximaal 1 jaar kennen.

Aan het einde van fase 2b moet helder zijn welke manier van registratie

het beste past bij welke patiëntgroepen en de minste administratieve

lasten met zich meebrengt. Deze toetsing moet uiteindelijk tot een

Page 18: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

18

besluit leiden of de zorgvraag van het inhoudelijk eindmodel landelijk

wordt doorgevoerd via de release.

Beslismomenten

Aan het einde van de fase, begin maart 2017, moet worden besloten:

Gaan we verder met fase 2c?

Gaan we schaduwdraaien per 2018?

Deze beslissingen hangen af van een kosten-batenanalyse op de criteria

zoals beschreven in paragraaf 1.3. In de aanpak die per fase wordt

opgeleverd, worden de resultaten en toetscriteria steeds geconcretiseerd.

Fase 2c: Koppelen van bekostiging aan de clusters (maart 2017 tot december 2017)

Doelstelling

Doelstelling van fase 2c is dat er overgegaan wordt van een pilot op een

experiment (zie figuur 1), waarbij bij zorgaanbieders die mee doen aan het

experiment1 de bekostiging aan het zorginhoudelijke model wordt

gekoppeld. Dit betekent dat ze het hele inhoudelijk model (zorgvraag en

behandeling) inclusief de kosten gaan testen. Er worden gegevens gevraagd,

zodat in een later stadium (richt)tarieven opgeleverd worden. Vanuit de

werkgroep bekostiging worden verschillende modellen van bekostiging van

de zorg bedacht. Het verdient echter de voorkeur om ook deze in de praktijk

te toetsen. De deelnemende zorgaanbieders en zorgverzekeraars kunnen in

deze fase starten met het maken van afspraken binnen de nieuwe

productstructuur.

1 Dat zullen geen andere zijn dan de zorgaanbieders die mee hebben gedaan aan de

pilotfase. Het kan wel zijn dat er een aantal zorgaanbieders afvallen om mee te doen met

Benodigde startproducten fase 2c

Proces

1. Plan van aanpak fase 2c

Wie van de zorgaanbieders van de pilot doet mee met

het experiment?

Wat hebben deze zorgaanbieders nodig (middelen) en

hoe wordt hierin voorzien?

Wanneer is fase 2c geslaagd?

Welke activiteiten moeten uitgevoerd worden binnen

welke planning?

Uitvoering

Pilot/

Experiment

2. Richtlijn bekostiging van clustermodel

Registratie en declaratie: wat, wanneer, hoe?

Aanleveren gegevens: wat, wanneer, hoe?

Evaluatie: wat, wanneer, hoe?

3. Richtlijn inkoop van clustermodel

Landelijk

beleid

4. Functionele specificaties (release) voor uitrol van

zorgvraag

Page 19: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

19

Focus

In deze fase wordt de experimentfase gestart.

Aanpak

Deze fase heeft een doorlooptijd van 10 maanden (8 maanden experiment;

2 maand verwerking en evaluatie). Daar worden de volgende zaken

uitgevoerd:

1. Uitvoeren van het experiment

Het experiment wordt gestart op basis van de richtlijnen die zijn

opgesteld voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Deze richtlijnen

voor de inkoop wordt opgeleverd aan het begin van deze fase, waardoor

dit al gebruikt kan worden bij de zorgaanbieders en zorgverzekeraars die

mee doen met het experiment. Vervolgens kunnen de resterende

maanden nog gebruikt worden voor het verder registreren en declareren

van de zorg binnen de nieuwe productstructuur. 2. Evalueren en toetsen van het experiment

Naar het einde van de fase zal de experiment moeten worden geëvalueerd en kan de laatste toets gedaan worden op de beschreven

must-haves: gezien het inhoudelijk eindmodel en het indicatie, registratie en declaratie van de zorg, is daarmee de bekostigingssystematiek verbeterd?

Beslismomenten

Aan het einde van de fase, in december 2017, moet worden besloten:

Gaan we over tot brede implementatie?

Deze beslissing hangt af van een kosten-batenanalyse op de criteria zoals

beschreven in paragraaf 1.3. In de aanpak die per fase wordt opgeleverd,

worden de resultaten en toetscriteria steeds geconcretiseerd.

Page 20: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

20

Fase 3: Voorbereiding brede implementatie (december 2017 – december

2018)

Doelstelling

Met brede implementatie per 1 januari 2019 wordt uitgegaan van een

scenario waarbij de inkoop en declaratie op basis van zorgclusters gebeurt

en de bekostiging op basis van DBC’s. Dit betekent dat het verschil tussen

wat gedeclareerd wordt op basis van clusters, gecompenseerd wordt door de

bepaling van het budget op basis van DBC’s. Deze overgangsjaren kunnen

ook na 1 januari 2019 plaatsvinden.

Doel van de voorlaatste fase is het voorbereiden van een landelijke

implementatie van de clusters als wettelijk geldende betalingstitel. Hiervoor

wordt de gebruikelijke landelijke releaseplanning gevolgd. Willen

zorgverzekeraars landelijk kunnen inkopen op basis van clusters dan zullen

de clusters met de bekostigingsvorm in de voorjaar van 2018 bekend

moeten zijn bij de veldpartijen. Daarbij moeten alle ICT-leveranciers de

veranderingen gaan inbouwen op basis van de specificaties. De formele

regelgeving wordt vóór 1 juli 2018 vastgesteld.

Focus

In deze fase gaat de brede implementatie in.

Benodigde startproducten fase 3

1. Releaseplanning 2019

2. Akkoord 1e GO voor uitrol brede implementatie

Page 21: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

21

3. Projectorganisatie

Om tot een brede implementatie van het nieuwe inhoudelijke eindmodel per

1 januari 2019 te komen, is het van belang dat er een duidelijke

projectorganisatie is. In onderstaande paragrafen wordt aangegeven hoe

deze eruit zal zien voor de duur van het gehele project.

Bij elke gedetailleerde faseplanning worden de rollen en

verantwoordelijkheden verder gespecificeerd.

3.1 Projectorganisatie

Figuur2 Projectorganisatie

Page 22: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

22

3.1.1 Rollen en verantwoordelijkheden

Opdrachtgever en opdrachtnemer Opdrachtgever Het bestuur van de NZa is de formele opdrachtgever van het project en legt verantwoording af over de voortgang van het project aan VWS en VenJ. Het bestuur van de NZa draagt de uitvoering van het project over aan het

programmamanagement. Het programmamanagement legt verantwoording af aan de het bestuur van de NZa.

Opdrachtnemer

Het programmateam (van de NZa) stuurt de werkgroepen (extern en intern)

aan, bewaakt de planning en middelen van het project en informeert het

programmaoverleg en het bestuurlijk overleg.

Adviserende, uitvoerende en ondersteunende projectteams Bestuurlijk overleg doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ

- Samenstelling: NZa (vz.), ZN, GGZN, NVvP, LVVP, NIP, V&VN, DForZo,

FMS, NFU/NVZ, VGN, LPGGZ

- Verantwoordelijkheden: Deze partijen geven advies over het

doorgelopen en nog door te lopen traject van de doorontwikkeling. Ze

beslissen of het project naar de volgende (sub)fase door kan en

daarnaast dragen ze verantwoordelijkheid voor het creëren van

draagvlak en commitment bij de achterban.

Programmaoverleg doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ

- Samenstelling: afspiegeling van de leden van het bestuurlijk overleg.

- Verantwoordelijkheden: Het programmateam bespreekt met de

betrokkenen van dit overleg de inhoudelijke en procesmatige voortgang

van het project. De aanwezige partijen zullen acteren op knelpunten

rondom planning en middelen, zoals gemeld door het

programmamanagement.

Uitvoerende werkgroepen

Er worden drie werkgroepen onderscheiden:

1. Werkgroep Zorginhoud en prestaties

- Samenstelling: gelijk aan werkgroep inhoud, aangevuld met Netwerk

Kwaliteitsontwikkeling en leden van SBG.

- Verantwoordelijkheden: de werkgroep Zorginhoud en prestaties zal

gedurende het hele project advies geven over het verder

ontwikkelen van alle aspecten van het inhoudelijk model.

2. Werkgroep Bekostiging en financiering

- Samenstelling: deskundigen bekostiging van koepels en NZa, waar

nodig aangevuld met experts op het gebied van risicoverevening,

kapitaalslasten en jaarrekeningproblematiek.

- Verantwoordelijkheden: het ontwikkelen van prestaties en

bijbehorende tarieven. Hieraan ten grondslag ligt het onderzoeken

van verschillende bekostigingsmodellen, het toetsen van de output

van de pilots aan de criteriatoets voor bekostigingsmodellen en de

uiteindelijke keuze voor een bekostigingsmodel. Dit geldt zowel voor

de zorg- als de kapitaallastencomponent.

Page 23: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

23

3. Werkgroep ICT en infrastructuur

- Samenstelling: deskundigen op het gebied van ICT en infrastructuur

van NZa (inclusief DIS), Vecozo en ICT-leveranciers.

- Verantwoordelijkheden: het ontwikkelen en onderhouden van de

infrastructuur voor registratie pilotgegevens, aanleveren

pilotuitkomsten en het uiteindelijke eindmodel.

Ondersteuning van programmateam

Pilotbureau

- Samenstelling: nader in te vullen

- Verantwoordelijkheden: het opzetten en begeleiden van pilots,

helpdeskfunctie voor deelnemende aanbieders, eventueel bundelen

kwalitatieve uitkomsten

Communicatie

- Samenstelling: (communicatieadviseurs van) veldpartijen en NZa

- Verantwoordelijkheden: het informeren over de pilots (voortgang en

uitkomsten), enthousiasmeren deelnemers en het organiseren van

bijeenkomsten.

Page 24: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

24

Bijlage 1: Criteria voor de productstructuur GGZ (onderdeel uit Notitie Beleid: Visie op doorontwikkeling

productstructuur GGZ/FZ) Aan de productstructuur GGZ kunnen diverse criteria worden gesteld.

Hieronder benoemen we inhoudelijke, implementatie- en gebruikscriteria.

Niet alle criteria zullen 100% kunnen worden ingevuld; sommige criteria

kennen ook een onderlinge samenhang. Bij bijvoorbeeld een uitbreiding van

het aantal prestaties, daalt in de regel de hanteerbaarheid, maar neemt de

homogeniteit toe. Belangrijke criteria die met de productstructuur zeker

dienen te worden ingevuld (‘must-haves’) zijn de informatiemeerwaarde

(A1), transparantie (A6), het eerder beschikbaar komen van informatie (C2)

en het borgen van de privacy (C4). Deze criteria zijn in onderstaande lijsten

tevens dikgedrukt.

A. Inhoudelijke criteria:

1. Klinisch herkenbaar

Onder klinische herkenbaarheid wordt verstaan dat de zorgproducten

vanuit een geneeskundig en beveiligingsperspectief identificeerbaar

zijn. Binnen de productstructuur dienen de zorgproducten voldoende

klinisch herkenbaar te zijn en de geleverde zorg dient zodanig

omschreven te zijn dat deze bruikbaar is voor de onderhandelingen

en als omschrijving voor ‘lekendeclaratie’.

2. Bruikbaar voor indicatiestelling

De producten dienen bruikbaar te zijn voor indicatiestelling, ook als

deze door een onafhankelijk/afzonderlijke organisatie plaatsvindt.

3. Hanteerbaar

Onder hanteerbaarheid wordt het aantal zorgproducten verstaat

binnen een productstructuur. Binnen de productstructuur dient een

beperkt en overzichtelijk aantal zorgproducten aanwezig te zijn dat

gedeclareerd en geregistreerd wordt en waarover onderhandeld kan

worden tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

4. (Kosten)Homogeen

Bij (kosten)homogeniteit van zorgproducten wordt gekeken naar de

spreiding van activiteiten en kosten van zorgproducten gemeten

door middel van de coëfficiënt van de variantie (CV–waarde). Binnen

de productstructuur dienen de zorgproducten kostenhomogeen te

zijn.

5. Volledigheid

Bij volledigheid wordt gekeken of redelijkerwijs alle zorg declarabel

is. Binnen de productstructuur dienen alle zorgvragen in het kader

van gespecialiseerde GGZ, zowel behorend tot de verzekerde als

onverzekerde zorg te worden opgenomen en bij voorkeur zoveel als

mogelijk onderscheidbaar te zijn.

6. Transparant

Bij transparantie wordt nagegaan of de declaratie begrijpelijk is voor

de patiënt in termen van welke zorg is geleverd tegen welke kosten.

7. Stabiel

Bij stabiliteit van de productstructuur wordt gekeken in hoeverre de

productstructuur uniform toepasbaar is ten opzichte van voorgaande

jaren en welke financiële effecten als gevolg van eventuele

wijzigingen hebben plaatsgevonden. Binnen de productstructuur

dienen de doorgevoerde wijzigingen en de financiële effecten

(impactanalyses) op de productstructuur transparant en verklaarbaar

te zijn.

Page 25: Plan van aanpak Doorontwikkeling productstructuur GGZ/FZ...De stappen naar een nieuw model (2016 – 2019) Versie 5, 10 januari 2016 . 3 Inhoud Inleiding 4 1. Projectdefinitie 5 ...

25

B. Criteria met het oog op implementatie:

1. Eerst toetsen dan invoeringsscenario bepalen (incrementeel of ‘big

bang’)

Het is wenselijk dat voordat wordt geïmplementeerd de impact goed

in beeld wordt gebracht en op basis daarvan de keuzes worden

gemaakt over het invoeringsscenario.

2. Voorkomen trendbreuk in informatie

Belangrijk is dat trendbreuk in informatie zoveel mogelijk wordt

voorkomen. Dit is uit het oogpunt van sturing onwenselijk. Ook het

risicovereveningsmodel wordt vastgesteld op basis van historische

informatie.

C. Criteria voor gebruik

1. Hulpmiddel voor afspraken c.q. verantwoorden over gepast gebruik

De productstructuur dient een hulpmiddel te zijn voor het maken van

afspraken c.q. verantwoording over gepast gebruik (zie ook

hoofdstuk 5).

2. Ondersteuning sneller declareren en aansluiting op

zorgkosten per jaar

Het is wenselijk dat de productstructuur sneller declareren

ondersteunt aansluitend op de zorgkosten per jaar. Daarmee

verkrijgen alle betrokkenen eerder en op eenvoudiger wijze

informatie over de omvang en kosten van zorg.

3. Geen verzwaring en bij voorkeur vermindering van administratieve

lasten

Onder de administratieve lasten worden verstaan de lasten die

gepaard gaan met het werken en onderhandelen over zorgproducten

evenals de administratieve inspanning die nodig is om het systeem

van registratie en declaratie van zorgproducten up–to–date te

houden en om relevante kosteninformatie te verzamelen.

4. Waarborging privacy

De productstructuur c.q. het gebruik daarvan bij declaratie en

verantwoording dient de privacy van de patiënt te waarborgen en

behoeft dus de goedkeuring van het CBP.