Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het...

24
Pilot Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen Gezondheidsbevordering GGD Drenthe Assen, oktober 2016 Pilot “Be FIT!” Be FIT!

Transcript of Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het...

Page 1: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot

Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Gezondheidsbevordering GGD DrentheAssen, oktober 2016

Pilot “Be FIT!”

Be FIT!

Page 2: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

VoorwoordVoor u ligt het rapport van de pilot “Be FIT!” uitgevoerd door GGD Drenthe . De pilot heeft plaats gevonden binnen het overkoepelende project “Wearable Technologies for Active Living” (WTAL).

Het WTAL project wordt uitgevoerd in samenwerking met meerdere regionale partijen, waar GGD Drenthe een van de partijen is. De regie van WTAL ligt bij Quantified Self Institute (QSI).

Binnen de pilot “Be FIT!” zijn activity trackers (digitale stappen-tellers) ingezet bij een groep leerlingen van een basisschool in de leeftijd van 10-12 jaar. Contact met de basisschool is in nauwe samenwerking met de afdeling jeugdgezondheidszorg van GGD Drenthe tot stand gekomen.

Het doel van de pilot “Be FIT!” is om inzicht te krijgen in de impact van het gebruik van een activity tracker op het beweeggedrag van jeugdigen en om inzicht te krijgen in het gebruiksgemak van het dragen van een activity tracker. Er bestaan meerdere soorten activity trackers, voor de huidige pilot is gekozen voor de Fitbit Flex, een sensor in de vorm van een armband.

De uitkomsten van de pilot kunnen medewerkers van jeugdgezondheidszorg helpen bij het maken van keuzes over de inzet van activity trackers als onderdeel van leefstijladvies. De verwachting is dat jeugdigen, door het gebruik van een activity tracker, zich bewuster worden van hun beweeggedrag en gemotiveerder zijn om te bewegen. Bewegen is belangrijk omdat het bijdraagt aan het voorkomen of verminderen van overgewicht en daarmee bijdraagt aan een goede gezondheid.

Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Gezondheidsbevordering GGD DrentheAssen, oktober 2016

1Naast dit rapport is een draaiboek beschikbaar met alle praktische informatie, de gebruikte vragenlijsten en details over de uitvoering. Dit draaiboek is op te vragen bij GGD Drenthe.

Page 3: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Inhoud1. Inleiding 4

2. Doelstelling en onderzoeksvragen

5

3. Theoretisch kader 6

4. Methodologie 7

5 ResultatenOnderzoekspopulatie

Start van de pilot

Lichamelijke activiteit tijdens

de pilot

Evaluatie pilot “Be FIT!”

9

6. Conclusies 16

7. Aanbevelingen 18

Bijlagen 21

Page 4: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

4

1. InleidingMissie Digitale middelen maken steeds vaker en steeds meer onderdeel uit van ons dagelijks leven, vooral jeugdigen maken hier gretig gebruik van. Naast digitale communicatiemiddelen is er ook veel aandacht voor digitale tools om altijd en overal de eigen beweegpatronen te monitoren, de zogenaamde wearables (draagbare sensorsystemen). Wearables kunnen inzicht geven in (leefstijl)gedrag van individuen en van groepen individuen (bijvoorbeeld een klas).

In het noordelijke programma “Wearable Technologies for Active Living” (WTAL) wordt ingezet op het ontwikkelen van een wearable voor diverse doelgroepen. Door gebruik van een sensorplatform kunnen gegevens van wearables van groepsleden worden opgeslagen, geanalyseerd en vervolgens worden teruggekoppeld op individueel en groepsniveau. In WTAL werken diverse technologiebedrijven en zorg- en kennisinstellingen, waaronder GGD Drenthe samen aan deze ontwikkelingen.

Als onderdeel van het WTAL programma heeft GGD Drenthe een pilot uitgevoerd waarbij wearables in de vorm van activity trackers (digitale stappen-tellers) werden gebruikt door jeugdigen op een basisschool. Deze pilot is geëvalueerd, de resultaten van de evaluatie worden in dit rapport beschreven.

WTALHet doel van het project WTAL is “het ontwikkelen van een open-source sensorplatform dat de gebruiker inzicht geeft in het effect van zijn gedrag -en gedragsverandering- op zijn gezondheid of presteren” (WTAL beschrijving, 2013). De looptijd van het project is 3 jaar (januari 2014 – januari 2017). Binnen deze periode wordt een draagbaar sensorsysteem ontwikkeld, een data infrastructuur waar gegevens van de sensor opgeslagen en teruggekoppeld kunnen worden en tevens geanalyseerd. Daarnaast worden er doelgroep gerichte applicaties ontwikkeld en getest onder de verschillende doelgroepen.

Voor de uitvoering van het project zijn 5 werkpakketten gedefinieerd, waarvan GGD Drenthe betrokken is bij werkpakket 4 en 5• In werkpakket 4 wordt aangegeven dat ontwikkelde prototypes

van draagbare sensoren worden getest (WTAL beschrijving, 2013; p.13). Daarbij gaat het vooral om ontwikkelde en verder te ontwikkelen applicaties op het terrein van beweegsensoren. Inzet is om de “activity tracker” die informatie over (individueel) beweeggedrag registreert en terugkoppelt, te aggregeren naar groepsniveau (met behulp van het sensorplatform).

• Werkpakket 5 richt zich op het testen in de praktijk. De oplevering van gerichte applicaties is een van de beoogde resultaten. GGD Drenthe heeft zich verbonden aan onderzoek naar de relatie tussen beweging, BMI en gezondheid bij jeugdigen en kan hierbinnen het draagbare sensorsysteem testen. Resultaten dragen bij aan het optimaliseren van het sensorplatform.

Samenwerkingspartners

Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-NederlandIn de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Noord-Nederland (AWPGNN), geïnstalleerd in 2011, zijn de drie Noordelijke GGD ’en en andere kennisinstituten verenigd. De AWPGNN zet in op het “genereren van kennis in relatie tot gezondheid in Noord Nederland”. Naast het hoofdthema krimp zijn leefstijlbevordering onder jeugdigen en eHealth & thuistechnologie ook onderwerpen waarvan en waarvoor de AWPGNN ontwikkelingen wil onderzoeken en monitoren. Mede in samenspraak met de AWPG draagt GGD Drenthe middels onderzoek en toepassing bij aan het WTAL programma.

Hanzehogeschool GroningenTijdens de voorbereidings- en uitvoeringsfase is contact onderhouden met de Hanzehogeschool Groningen. Zij hebben in de afgelopen jaren soortgelijke onderzoeken op scholen uitgevoerd en konden praktische informatie delen met de onderzoeker van GGD Drenthe.

Page 5: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

5Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

2. Doelstelling en onderzoeksvragen

Doelstellingen

1. Wij werken samen met zorginstellingen, verzekeraars en gemeenten om data te verbinden om ontwikkelingen in gezondheid en ziekte te monitoren en signaler

2. Inzicht verkrijgen in de invloed van het gebruik van de activity tracker op het beweeggedrag van jeugdigen.

3. Inzicht verkrijgen in de belemmerende en bevorderende factoren bij het gebruik van de activity tracker.

Onderzoeksvragen

1. Wat is het niveau van lichamelijke activiteit van de jeugdigen op baseline?

Output: aantal stappen per dag

2. Draagt zelfmeting door middel van een activity tracker bij aan een verandering in het beweeggedrag?

Output: % toename gezond bewegen (in aantal stappen of actieve minuten) en observatie leerkrachten en ouders

3. Wat is het huidige beweeggedrag van kinderen (sport, vervoer naar school)?

Output: informatie uit enquête onder jeugdigen en ouders

4. Draagt informatie van een tracker bij aan het verkrijgen van inzicht in gezond bewegen op individu niveau?

Output: evaluatie door jeugdverpleegkundigen en onderzoekers

5. Zijn kinderen zich meer bewust van hun eigen beweeggedrag wanneer zij een activity tracker dragen?

Output: informatie uit enquête onder jeugdigen

6. Wat zijn belemmerende en bevorderende factoren bij het gebruik van activity trackers?

Output: informatie uit enquête onder jeugdigen en ouders, aangevuld met observatie van de leerkrachten, jeugdverpleegkundigen en onderzoekers

7. Wat zijn de gebruikerservaringen (gebruiksgemak, privacy, feedback beweeggedrag)?

Output: informatie uit enquête onder jeugdigen en ouders

Binnen de pilot zijn drie doelstellingen geformuleerd en een zevental onderzoeksvragen.

Page 6: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

6

3. Theoretisch kaderEr is niet veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen activity trackers en een gezonde leefstijl. Uit een onderzoek onder jeugdigen komt naar voren dat het gebruik van activity trackers stimulerend kan werken voor beweeggedrag (Lubans e.a., 2009). Uit een andere studie komt naar voren dat het effect voornamelijk zichtbaar is onder jeugdigen die een lage lichamelijke activiteit hadden tijdens baseline (Duncan e.a., 2012; Oliver e.a.,2006). Er is wel veel onderzoek gedaan naar het belang van bewegen, gewicht en slaap voor de gezondheid.

BewegenEen actieve leefstijl is belangrijk voor de gezondheid van jeugdigen. Jeugdigen brengen veel tijd door achter de computer of televisie. Een inactieve leefstijl verhoogt de kans op het ontwikkelen van overgewicht en is tevens een voorspeller voor overgewicht op latere leeftijd. Uit onderzoek blijkt dat jongens meer bewegen en intensiever bewegen dan meisjes (Bernaards, 2014).

Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB)Volgens NNGB behoren volwassenen tenminste 30 minuten matig intensief te bewegen of 10.000 stappen per dag te maken (QSI, 2015). Een actieve leefstijl vermindert het risico op chronische ziekten zoals diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten.Voor jeugdigen (4-17 jaar) geldt de norm om één uur per dag matig intensief te bewegen of 13.000 tot 15.000 stappen te zetten. In de periode van 2010-2013 voldeed in Nederland gemiddeld 19,2% van de jeugdigen van 4-11 jaar aan de norm, onder jeugdigen van 12-17 jaar was dit percentage 16,8% (Bernaards, 2014).

FitnormOm fit te zijn en te blijven is de fitnorm vastgesteld, waarbij er drie keer per week 20 minuten zwaar intensief bewogen moet worden. Onder Nederlandse jeugdigen voldoet een hoger percentage aan deze fitnorm vergeleken met de NNGB. In 2010-2014 behaalde 32,7% van de 4-11 jarigen de fitnorm en 45,3% van de 12-17 jarigen.

ZitgedragIn 2014 brachten jeugdigen van 4 tot en met 11 jaar hun gemiddelde schooldag 7,5 uur zittend of liggend door (zonder

slapen) en op een vrije dag 4,3 uur. Voor jeugdigen van 12 tot en met 17 jaar is dit respectievelijk 9,9 uur en 5,4 uur. Er bestaat geen norm voor zitgedrag, maar voor jeugdigen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar geldt het advies om minder dan twee uur computer, tv of tablet te kijken in de vrije tijd per dag (volksgezondheidenzorginfo,2015).

GewichtJongeren die weinig bewegen hebben een verhoogde kans op overgewicht. (Ernstig) overgewicht geeft zowel op jonge als op latere leeftijd een verhoogde kans op gezondheidsproblemen en daarnaast hebben jongeren ook vaak te maken met stigmatisering. Dit kan een lagere zelfwaardering en samenhangende psychosociale problemen als gevolg hebben (Nationaal Kompas Volksgezond-heid, 2014). In Drenthe kampt in groep 2 van de basisschool 11% van de jeugdigen met overgewicht en 3% met obesitas. In groep 7 van de basisschol is bij 14% van de jeugdigen sprake van overgewicht en bij 2% sprake van obesitas. In klas 2 van het voortgezet onderwijs heeft 14% van de jeugdigen overgewicht en 3% obesitas (GGD Drenthe, 2014-2015).

SlaapSlaap is ook een belangrijke factor voor een gezonde leefstijl. In de wetenschap is er een verband gevonden tussen slaap en overgewicht (Cappuccio et al., 2008; Chen et al., 2008, Rutters, 2009). Wanneer er sprake is van een chronisch slaaptekort, raakt onder andere de stofwisseling verstoord en worden stoffen afgegeven die een hongerig gevoel veroorzaken. Bovendien geeft slaaptekort concentratieproblemen op de korte termijn, wat ongunstig is voor schoolgaande jeugd. Het onderwerp slaap is niet opgenomen in de onderzoeksvragen.

Page 7: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

7Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

4. Methodologie

De activity tracker De activity tracker (digitale stappen-teller) die in dit onderzoek is gebruikt, is de zogeheten Fitbit Flex. Het gaat om een stappenteller in de vorm van een armband. De Fitbit meet iemands stappen, actieve minuten, afgelegde afstand, verbrande calorieën en slaapritme. De tracker geeft betrouwbare meetresultaten en is geschikt voor gebruik door de consument en in gezondheidsprogramma’s (Kooiman et al., 2015). De resultaten van de tracker kunnen via telefoon, tablet of computer opgevraagd worden door gebruik te maken van een app. Zo krijgt iemand inzicht in zijn of haar beweeggedrag. De lampjes op de armband geven een indicatie hoeveel een persoon heeft bewogen. Hoe meer lampjes er branden hoe dichter bij het bewegingsdoel van 10.000 stappen. De armband kan dag en nacht gedragen worden, ook tijdens het douchen of zwemmen. Aandachtspunten zijn dat de tracker niet tegen zout water kan en elke vier dagen opgeladen moet worden. Voor dit onderzoek zijn er trackers vanuit QSI Groningen beschikbaar gesteld.

Selectie participantenDe deelnemende basisschool is via ‘selectieve preventie’ gekozen; kinderen die in een gebied in Drenthe wonen waar ongezonde leefstijl meer voorkomt. Via een jeugdverpleegkundige van GGD Drenthe is contact gelegd met twee directeuren van een scholengemeenschap. Eén van hen zag het pilot onderzoek als een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan met deze school, is ervoor gekozen om de school te laten deelnemen aan de pilot.Als doelgroep was in eerste instantie gekozen voor jeugdigen uit groep 7. Jeugdigen in deze leeftijd zijn in staat om zelf de activity tracker te gebruiken en vragenlijsten binnen het onderzoek in te vullen. Wegens het lage leerlingenaantal van de school is besloten om groep 6 tot en met 8 te combineren om zodoende een onderzoekspopulatie van redelijke omvang te hebben. De leerlingen zitten allemaal in dezelfde gecombineerde groep.

De ouder(s)/verzorger(s) van alle leerlingen uit groep 6 t/m 8 (n=21) zijn met een brief geïnformeerd over het pilot onderzoek. Om als leerling deel te kunnen nemen aan het onderzoek, moesten ouder(s)/verzorger(s) toestemming geven door het ondertekenen van een formulier. In totaal hebben uiteindelijk 19 leerlingen deelgenomen aan de pilot. Eén leerling had geen toestemming van zijn of haar ouders en een andere leerling zag het zelf niet zitten om gedurende vijf weken de activity tracker te dragen.

WerkwijzeDrie weken voor de start van de pilot, is er in de klas een presentatie gegeven over de pilot door GGD Drenthe, mochten leerlingen vragen stellen en zijn de toestemmings-formulieren uitgedeeld. Op de dag van de start van de pilot zijn de activity trackers uitgedeeld en hebben de onderzoeker en jeugdverpleegkundige van GGD Drenthe alle leerlingen in de klas geïnstrueerd in het gebruik van de tracker. Tussentijds zijn de tussenresultaten aan de leerlingen gepresenteerd en is aan de leerlingen gevraagd hoe het dragen van activity tracker is bevallen. Na vijf weken zijn de activity trackers weer opgehaald en zijn er enkele eindresultaten gepresenteerd aan de klas.Ter evaluatie van de pilot is er zowel aan het begin als aan het einde een vragenlijst onder de leerlingen uitgedeeld.

Binnen het kader van het WTAL programma heeft GGD Drenthe een pilot uitgevoerd met een activity tracker onder jeugdigen van een basisschool in de gemeente Midden-Drenthe. De jeugdigen hebben vijf weken een activity tracker gebruikt.

Page 8: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

8

Halverwege het project is een competitie-element geïntroduceerd om de leerlingen gemotiveerd te houden. Aan de hand van de kaart van Europa is de afgelegde afstand van de hele klas getoond in verschillende fases van het onderzoek. Doordat er telkens een nieuw doel werd gesteld met de klas (bijvoorbeeld lopen naar het zuidelijkste punt van Spanje), bleven de leerlingen gemotiveerd om de activity tracker te blijven dragen en voldoende stappen te zetten. De resultaten zijn door de onderzoeker in de klas gepresenteerd.

Methode Bij de start van het project is er een vragenlijst uitgedeeld aan de kinderen met vragen over huidig beweeggedrag (vervoer naar school, sporten, buiten spelen) en verwachtingen van de activity tracker. Aan ouders is een digitale vragenlijst voorgelegd over enkele voedingsgewoonten van hun kind die zij anoniem konden invullen. Aan het einde van het project is er opnieuw een vragenlijst uitgedeeld aan de leerlingen met evaluatievragen. Als aanvulling werd er een groepsdiscussie gehouden in de klas. Tevens hebben ouders en de leerkracht ter evaluatie een eindvragenlijst ontvangen. Als aanvulling op de vragenlijst onder ouders, zijn telefonische interviews gehouden met ouders die aangegeven hadden hiertoe bereid te zijn. Er is uiteindelijk met twee ouders gesproken.

Met de activity trackers werd het beweegpatroon van de leerlingen automatisch gelogd. Gedurende de pilot is op meerdere momenten door het instituut QSI een databestand naar GGD Drenthe gestuurd met de gelogde gegevens van de activity trackers. Wegens de beperkte tijd die aan dit project op school kon worden besteed is uit praktische overwegingen gekozen voor zelfmeting. Bij de leerlingen van wie lengte en/of gewicht ontbrak, heeft de jeugdverpleegkundige dit ter plekke op school gemeten.

Data-analyse De gelogde gegevens van de activity trackers werden door het instituut QSI als CSV-bestanden aangeleverd en zijn omgezet

naar een XLSX-bestand. Voor de analyse is een SPSS-databestand aangemaakt met de relevante variabelen. Het databestand is opgeschoond door de ontbrekende waarden en de afwijkende waarden als missings (e.g. 88888, 99999) weer te geven. In de gevallen dat er bijna geen activiteit is geweest op een dag, is het betreffende aantal stappen beschouwd als een afwijkende waard (<700 stappen/dag). In het databestand zijn deze waarden (n=12) als missings weergegeven en zijn niet meegenomen in de analyses. Door een update meet de activity tracker automatisch de slaap wanneer iemand ’s nachts het bandje om houdt. Indien de jeugdige het bandje niet om heeft gehad tijdens het slapen, staat het aantal minuten slaap op nul en zijn deze waarden als missings weergegeven. Het databestand bevatte een aantal afwijkende waarden (o.a. 65 minuten slaap), die ook als missings zijn weergegeven. Daarnaast zijn alle waarden onder de 360 minuten (ondergrens voor een goede nachtrust voor volwassenen) in het databestand ook als missings gecodeerd.De analyses zijn in SPSS uitgevoerd en waren beschrijvend van aard. Van verscheidene variabelen zijn gemiddelden en frequenties berekend. Om de resultaten visueel weer te geven middels grafieken en staafdiagrammen is gebruik gemaakt van Excel.

Gegevens over lengte en gewicht zijn overwegend verkregen via zelfmeting door ouders. Binnen de pilot is het aantal kinderen per BMI categorie te laag om het gemiddeld aantal stappen per categorieën met elkaar te kunnen vergelijken. Volgens NNGB behoren jeugdigen een uur per dag matig intensief te bewegen of 13.000 tot 15.000 stappen te zetten en volwassenen tenminste 30 minuten matig intensief te bewegen of 10.000 stappen per dag te maken. Voor deze pilot is bij de analyse van de gegevens uitgegaan van de norm van 10.000 stappen per dag.

Het doel van het dragen van de activity tracker is om leerlingen aan te zetten tot meer bewegen. Gezien de beperkte omvang van de pilot is het niet mogelijk om het effect van de activity tracker op het beweeggedrag van de leerlingen te meten. Om een indruk te krijgen van het beweeggedrag van leerlingen zijn de ervaringen van de leerlingen, leerkrachten en ouders uitgevraagd.

Tabel 1. Methode

Start van het project Einde project

Jeugdigen Papieren vragenlijst1 Papieren vragenlijst en groepsdiscussie

Ouders Digitale vragenlijst Vragenlijst entelefonische interviews met twee ouders

Leerkrachten Vragenlijst

Page 9: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

9Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

5. ResultatenIn dit hoofdstuk worden de resultaten van de pilot beschreven: de kenmerken van de onderzoekspopulatie, beweeg- en voedingspatronen bij aanvang van de pilot, lichamelijke activiteit tijdens de pilot en de evaluatie van de pilot.

5.1 OnderzoekspopulatieDe deelnemende school van de pilot is een basisschool in een dorp in de gemeente Midden-Drenthe. Het gaat om een kleine school in een klein dorp. De leerlingen zitten in een gecombineerde groep 6, 7 en 8.

Het aantal leerlingen per leerjaar is vrijwel evenredig verdeeld (zie tabel 2). Tevens is het aantal jongens bijna gelijk aan het aantal meisje dat heeft deelgenomen (53% en 47% respectievelijk).

Op het toestemmingsformulier hebben ouders lengte en gewicht van hun kind genoteerd. Van drie leerlingen ontbraken deze gegevens en daarom is lengte en/of gewicht alsnog door de jeugd-verpleegkundige op school gemeten. De BMI is vervolgens berekend en verdeeld in verschillende gewichtsklassen. Onder de kinderen heeft 1% ondergewicht, 74% normaal gewicht en 21% matig overgewicht. Het grootste deel van de ouders is middelbaar opgeleid (85%), 15% is laag opgeleid. Geen van hen is hoog opgeleid.

Tabel 2. Kenmerken van de onderzoekspopulatie

OnderzoekspopulatieAantal %

Groep 6

7

8

7

6

6

37

32

32

Geslacht Jongen

Meisje

10

9

53

47

Leeftijd 8 jaar

9 jaar

10 jaar

11 jaar

12 jaar

1

4

6

4

4

1

21

32

21

21

Gewicht1 Ondergewicht

Normaal gewicht

Matig overgewicht

Obesitas

1

14

4

0

1

74

21

0

SES ouder2 Laag

Middel

Hoog

2

11

0

15

85

0

1 gegevens van lengte en gewicht zijn verkregen aan de hand van zelfmeting.2 Sociaal Economische Status (SES) is gemeten aan de hand van hoogste genoten opleiding van de ouders die de digitale startvragenlijst hebben ingevuld (n=13). Het betreft enkel

de moeders. (laag = geen opleiding, lager onderwijs, lager of vbo, middelbaar algemeen voortgezet onderwijs [mavo, mbo-kort]; middel = middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs [mbo-lang, BOL, BBL] en hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs [havo, vwo]; hoog = hoger beroepsonderwijs [hbo] en wetenschappelijk onderwijs [universiteit].

Page 10: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

10

Page 11: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

11Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

5.2 Start van de pilot

Beweeggedrag Bij de start van de pilot hebben de leerlingen een vragenlijst ingevuld over hun beweeggedrag. Deze bevatte over vragen over onder andere het vervoer naar school, het uitoefenen van een sport, buitenspelen en tijdsbesteding achter de computer/TV. Deze startvragenlijst is door 18 van de 19 leerlingen ingevuld.De leerlingen wonen allemaal op een afstand korter dan tien minuten van school. Eén derde komt lopend naar school en twee derde met de fiets. Op school krijgen de leerlingen twee keer per week gym.

Leerlingen geven aan één tot drie dagen per week te sporten. In totaal zijn 17 van de 18 leerlingen lid van een sportvereniging, waarvan er twaalf lid zijn van een voetbalvereniging. Andere sporten die beoefend worden zijn: gymnastiek, paardrijden, synchroon zwemmen, free running, trampoline springen en streetdance. Enkele leerlingen beoefenen twee verschillende sporten.

De helft van de leerlingen speelt 6 dagen in de week buiten.Het aantal dagen dat leerlingen achter de TV en/of computer zitten is wisselend. De helft van de leerlingen geeft aan elke dag achter de TV en/of computer te zitten, bij 11% van de leerlingen gaat het om 6 dagen en bij 39% één tot drie dagen. In totaal besteedt 44% van de leerlingen 0,5 tot 1 uur aan schermtijd.

Op één na hebben de leerlingen van de basisschool de activity tracker in de vorm van een armband (Fitbit Flex) nog niet

eerder gezien. Bijna alle leerlingen vinden dat ze bij aanvang van de pilot veel bewegen. Eén leerling vindt dat hij/zij zelf niet veel beweegt al sport deze leerling wel drie keer in de week en speelt hij of zij ook elke dag buiten. De vraag ‘Op welk moment van de dag beweeg je het meest denk je?’ beantwoordt vrijwel iedere leerling met ’s middags. Tien van de achttien leerlingen verwachten dat ze door het dragen van de activity tracker meer gaan bewegen dan ze op dat moment doen.

VoedingNaast beweging speelt voeding een belangrijke rol binnen een gezonde leefstijl. Om een beeld te krijgen van het voedingsgedrag van de leerlingen op de basisschool is er in de tweede week van de pilot een beknopte digitale vragenlijst met zes vragen over dit onderwerp naar ouders gestuurd. Er werd ingegaan op het ontbijtgedrag, de consumptie van zowel groente als fruit en het drinken van vruchtensappen en water. Daarnaast is er gevraagd naar de achtergrondgegevens van degene die de vragenlijst heeft ingevuld. De vragenlijst is door 13 van de 19 ouders ingevuld.

Twaalf van de dertien leerlingen ontbijten elke dag. Eén van de kinderen ontbijt vijf dagen per week. In figuur 2 is de fruit- en groenteconsumptie van de leerlingen weergegeven. De fruitconsumptie ligt tussen de drie en zeven dagen per week, waarvan het grootste deel (46%) vijf keer per week fruit eet. De aanbevolen hoeveelheid fruit is twee stuks per dag. Echter, 62% van de kinderen neemt één portie fruit per dag en 38% neemt 1,5 tot 2 porties per dag.

Figuur 2: Voedingsgedrag kinderen, beoordeeld door ouders (n=13/19)

Page 12: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

12

5.3 Lichamelijke activiteit tijdens de pilot Aan de hand van de gelogde gegevens van de activity trackers zijn de bewegingspatronen van de leerlingen in kaart gebracht.

Lichamelijke activiteit Het gemiddeld aantal stappen per dag van de hele klas over de hele projectperiode is in kaart gebracht. De pilot heeft 34 dagen geduurd. Op veruit de meeste dagen komt het klasgemiddelde boven de 10.000 stappen uit (28 dagen), waarvan er op drie dagen zelfs een gemiddelde van ongeveer 16.000 stappen is behaald. Op zes dagen is het gemiddelde lager dan 10.000 stappen (zie bijlage 2).

Doelrealisatie – minimaal 10.000 stappen per dagBij het bepalen op hoeveel procent van de dagen het doel van 10.000 stappen is behaald door iedere leerling, is er uitgegaan van het aantal dagen met complete gegevens (non-missing dagen). Gemiddeld wordt door de klas op 59% van de dagen het doel van 10.000 stappen gehaald. Jongens hebben een hoger percentage aan dagen waarop het doel is behaald (70%) vergeleken met meisjes (46%).

Lichamelijk activiteitsniveau per dag in de weekIn tabel 3 is het gemiddeld aantal stappen van de klas weergegeven gedurende de pilot periode (vijfweken). Tevens is het gemiddelde per dag van de week gepresenteerd. Het gemiddelde van de klas ligt op de meeste dagen boven het doel van 10.000 stappen. Wat opvalt, is dat het gemiddeld aantal stappen op zondag het laagst is. Tijdens de groepsdiscussie is ook aan bod geweest op welke dagen zij minder actief waren. De klas gaf aan dat ze op zondag soms minder buiten hebben bewogen wegens slecht weer of een belangrijke voetbalwedstrijd voor de voetbalfanaten onder hen. Het hoogst gemiddeld aantal stappen is gezet op dinsdag en donderdag. Dit zijn ook de dagen waarop de kinderen overdag gymmen op school.

Opmerkelijk, in de vakantieweek (week 3) lag het gemiddeld aantal stappen per dag lager dan in een schoolweek.

SlaapDoordat slaap automatisch wordt gemeten met de activity tracker, is er bij 16 leerlingen informatie verzameld over slaap. Het gemiddeld aantal uur slaap is berekend over de hele periode. Het gemiddelde van de klas is 8,7 uur slaap. Hiermee lijkt het advies van ongeveer 9 uur slaap voor deze leeftijdsgroep te zijn gehaald. Binnen deze groep leerlingen varieert het gemiddelde aantal uren slaap tussen de 7,6 en 9,2 uur.

Tabel 3 Gemiddeld aantal stappen tijdens de pilot per dag van de week

dag 1 woensdag

dag 2 donderdag

dag 3 vrij-dag

dag 4 zaterdag

dag 5 zondag

dag 6 maandag

dag 7 dinsdag

Gem per dag

Week 1 13.708 12.544 11.131 10.063 5.245 10.521 13.490 10.957

Week 2 11.491 12.574 11.312 12.609 12.986 15.911 7.821 12.101

Week 3 - vakantie 11.930 10.578 6.659 10.489 10.811 10.763 15.682 10.987

Week 4 14.008 13.618 11.109 14.287 7.975 11.865 13.615 12.354

Week 5 12.097 17.315 10.411 14.382 5.689 8.998 x 11.482

Gemiddelde per dag van de week

12.647 13.326 10.125 12.366 8.541 11.611 12.652

Page 13: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

13Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

5.4 Evaluatie pilot “Be FIT!” Ter evaluatie van de pilot is er in de klas een eindvragenlijst uitgedeeld door de onderzoeker en jeugdverpleegkundige van GGD Drenthe. Dit vond plaats op de dag dat zij de bandjes weer kwamen ophalen. De vragenlijst is door 17 leerlingen ingevuld, waarvan 9 jongens en 8 meisjes. Als aanvulling op de vragenlijst is er in de klas een groepsdiscussie gehouden over de ervaringen van de leerlingen met de activity trackers. De inhoud van de vragenlijst en de groepsdiscussie is terug te vinden in het draaiboek dat is op te vragen bij GGD Drenthe. Tevens is aan het eind van het project een digitale vragenlijst naar ouders verstuurd. Deze is door tien ouders ingevuld waarvan negen moeders en één vader. Als aanvulling op de digitale vragenlijst zijn twee ouders telefonisch geïnterviewd. Ten slotte heeft ook de betrokken leerkracht een vragenlijst per email ingevuld. Hierna staan de belangrijkste uitkomsten gepresenteerd.

BewegenOver het algemeen lijkt de activity tracker jeugdigen bewuster te maken en aan te zetten tot beweging. Volgens alle ouders is hun kind zich bewust geworden van zijn/haar beweeggedrag door het dragen van de activity tracker. De antwoorden variëren van redelijk bewust tot zeer bewust. Tevens is 40% van de ouders zich nu bewuster van het beweeggedrag van hun kind dan vóór het beweegproject.

Tijdens de groepsdiscussie met de leerlingen kwam het thema bewustwording ook ter sprake. Door het aantal lampjes in de gaten te houden, maakte het de leerlingen bewust van hoeveel ze op een dag bewegen. Bovendien was het per dag wisselend

hoeveel moeite er gedaan moest worden om de vijf lampjes te laten branden.

De leerkracht gaf ook aan dat je je ervan bewust wordt dat je op bepaalde dagen minder of juist meer beweegt dan je zelf van tevoren had gedacht.

Het doel van het dragen van een activity tracker is om leerlingen aan te zetten tot meer bewegen. Gezien de beperkte omvang van de pilot is het niet mogelijk om het effect van een activity tracker op het beweeggedrag van de leerlingen te meten. Om een indruk te krijgen van de ervaringen van leerlingen, leerkrachten en ouders zijn vragenlijsten afgenomen.Acht van de zeventien kinderen vonden dat ze meer zijn gaan bewegen in de dagen dat zij de activity tracker om hadden (Figuur 3). Negen kinderen zijn van mening dat ze evenveel bewogen als voorheen.

De helft van de ouders geeft in de vragenlijst aan dat zijn/haar kind meer bewoog tijdens de pilot dan anders en de andere helft geeft aan dat zijn/haar kind evenveel bewoog als anders.De leerkracht bevestigde dat enkele leerlingen fanatiek meer gingen bewegen toen zij de activity tracker kregen. Na de eerste week zwakte dit wel iets af, maar was het nog steeds te merken dat een aantal leerlingen graag moeite deed om het doel te behalen.De volgende stelling is aan ouders voorgelegd in de eindvragenlijst: “De Fitbit Flex levert een positieve bijdrage aan het stimuleren van beweging bij kinderen.” Drie ouders gaven aan neutraal te zijn, vier ouders waren het er mee eens en drie waren het er helemaal mee eens.

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0Ik bewoog meer

dan andersIk bewoog evenveel

als andersIk bewoog minder

dan anders

Figuur 3. Invloed van het dragen van de activity tracker op het beweeggedrag volgens de leerlingen (n=17)

Page 14: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

14

SlaapOngeveer de helft van de leerlingen heeft zelf regelmatig naar zijn of haar eigen slaapritme gekeken. Ze gaven aan dit leuk te vinden om te zien. Een aantal heeft ook de uitgebreidere grafieken in de app bekeken van slaap en tevens het

activiteitsniveau van een dag. Onder de ouders hebben 8 van de 10 via de Fitbit app naar het slaapritme gekeken van hun kind. Dit vonden ze heel interessant. De volgende reacties zijn gegeven:In de vragenlijst werd aan de leerlingen gevraagd om de lessen van de pilot en het dragen van de activity tracker te beoordelen, ook de ouders hebben ter evaluatie een vragenlijst ingevuld.

“Interessant. Nu kunnen we zien wat we al vaak hadden verwacht: vaak onrustig in de slaap en regelmatig wakker.”

“Interessant, je weet hoeveel slaap ze krijgen en wanneer ze wakker zijn.”

“Ja heel nuttig. Hij is een moeilijke slaper en ik ben er nu wel achter dat hij genoeg slaap krijgt, maar wel onrustig slaapt.”

Algemene beoordeling: gebruiksgemak van de activity tracker en organisatie van de pilot

“Ik vond het leuk, omdat ik meer kwam te weten over bewegen en ik kan zien hoeveel stappen ik zet” (leerling)

“Positief, erg stimulerend voor mijnfitbit” (ouder)

Page 15: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

15Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Vrijwel alle leerlingen en ouders beoordelen de activity tracker positief. De meeste leerlingen vonden het leuk tot heel leuk om het bandje te dragen, omdat ze het interessant vonden om te zien hoeveel stappen ze op een dag zetten. Door middel van lampjes in de tracker wordt aangegeven hoeveel procent van de 10.000 stappen behaald is. Dit vonden de leerlingen een interessant gegeven en meerderen tikten daarom heel regelmatig op hun bandje om het aantal lampjes te controleren. Twee leerlingen gaven aan het een beetje leuk te vinden om het bandje te dragen. Bij één van hen is de koppeling met de app namelijk niet gelukt en de ander gaf aan tijdens het voetballen wel eens bang te zijn het bandje kwijt te raken.Alle ouders die de vragenlijst hebben ingevuld, hadden een positieve eerste indruk van de pilot “Be FIT!”. Ouders geven aan dat hun kind het aan het begin van het project ‘leuk’ of ‘heel leuk’ von om de activity tracker te mogen dragen. Bovendien bleven alle kinderen volgens hen enthousiast tijdens het project.

Alle ouders vinden de activity tracker geschikt voor jeugdigen. Eén ouder beoordeelt het als redelijk geschikt, vijf als geschikt en vier als zeer geschikt. Ze vinden het bandje vriendelijk in gebruik en het kan tegen een stootje en tegen water. Daarnaast vinden ze het bandje zowel geschikt om het aantal stappen te meten als de hoeveelheid slaap. Bovendien geven enkele ouders aan dat het jeugdigen die normaal niet zo actief zijn stimuleert om meer te bewegen.

In totaal geven 12 van de 17 leerlingen aan het leuk te vinden om zelf een activity tracker te hebben. Ze ervaren de activity tracker als leuk en handig. Daarnaast voelt het als uniek om er één te hebben, omdat bijna niemand het heeft. Tijdens de groepsdiscussie gaf één van de leerlingen aan mogelijk zelf een activity tracker aan te gaan schaffen. Degenen die niet een activity tracker voor zichzelf willen, geven onder andere aan dat het afleidend kan zijn, in de loop van de tijd gaat irriteren en dat de tracker niet altijd goed werkt.

Gebruikersgemak van de activity tracker. Sommige leerlingen vonden het bandje met slapen vervelend zitten. Eén van de leerlingen gaf aan het niet fijn te vinden om het bandje tijdens douchen om te hebben. Het omdoen van het bandje is soms lastig. De sluiting moet je best stevig vast drukken, waarbij het ook tegen de huid drukt. Sommige trackers deden het de laatste paar dagen niet meer, ook niet na resetten.

Er werd daarnaast nog genoemd dat het handig zou zijn als de tracker weer op te sporen is via gps op het moment dat iemand het verliest.

Koppelen van de activity tracker aan een mobiel apparaat. De belangrijkste belemmerende factor was dat de activity tracker niet aan elk apparaat gekoppeld kon worden. Een mogelijke reden is dat het gebruikte apparaat niet aan de eisen voldeed. Het is niet bekend van welk type smart Phone of tablet er gebruik is gemaakt door de leerlingen bij wie de koppeling niet is gelukt.

Installatie van de activity tracker. Er is aan ouders gevraagd hoe bruikbaar zij de uitgereikte handleiding van de Fitbit Flex vonden. Ze beoordeelden het met redelijk bruikbaar tot zeer bruikbaar. Wat voor enkele ouders niet helemaal duidelijk was, betrof de installatie van de app. De handleiding leek niet voor elke telefoonvolledig te zijn, waardoor het bij enkele ouders niet meteen lukte. Na hulp van andere ouders of de leerkracht op school, leek het uiteindelijk te zijn gelukt.Vier ouders vonden het koppelen van de activity tracker aan een mobiel apparaat niet makkelijk. De andere zes ouders vonden het redelijk makkelijk tot zeer makkelijk.Twee van hen geven aan dat hun kind alles zelf heeft geïnstalleerd en ze als ouders niet hoefden te helpen.

Duur van de pilot. Voor deze pilot is er gekozen om de activity tracker vijf weken te laten dragen door de leerlingen. Dit is gebaseerd op ervaringen uit eerdere onderzoeken van de Hanzehogeschool Groningen. Tijdens de evaluatie is aan de leerlingen gevraagd wat ze van deze tijdsduur vonden. Acht leerlingen vonden de tijdsduur te kort, acht vonden het precies goed en één vond het te lang. Bovendien gaven meerdere leerlingen op de laatste dag van het project aan het heel jammer te vinden om de activity tracker weer in te moeten leveren. Ze hadden het graag nog voor een langere tijd gedragen.

De communicatie over de pilot verliep allereerst middels een informatiebrief en gedurende de pilot werden ouders via de email op de hoogte gehouden en herinnerd aan het synchroniseren en opladen van de activity tracker. Deze communicatie werd door negen ouders als goed beoordeeld en door één ouders zelfs als zeer goed.

Page 16: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

16

6. ConclusiesAan de hand van de doelstellingen worden de conclusies besproken.

Inzicht verkrijgen in het huidige beweeggedrag van jeugdigenMet de activity tracker is het mogelijk om inzicht te krijgen in beweegpatronen van jeugdigen. Zo bleek uit de registratie van de activity tracker dat het gemiddeld aantal stappen van de leerlingen uit groep 6 tot en met 8 van de basisschool op de meeste dagen hoger is dan 10.000. Op enkele dagen is het gemiddelde zelfs hoger dan 13.000 (NNGB voor kinderen). Opmerkelijk is dat het aantal stappen op zondag en op vrije dagen lager is dan op een reguliere schooldag. Verder blijkt dat de groep jongens vaker het beweegdoel heeft gehaald dan de groep meisjes (10.000 stappen). Uit de vragenlijst kwam naar voren dat op één na alle leerlingen op een sport zitten en er wordt veel tijd besteed aan buiten spelen.

Inzicht verkrijgen in de invloed van het tracker-gebruik op het beweeggedrag van jeugdigen Gezien de beperkte omvang van het aantal leerlingen dat heeft meegedaan aan de pilot is het niet mogelijk om betrouwbare uitspraken te doen over een toe- of afname van het aantal stappen. De ervaringen met de activity tracker zijn wel bij de leerlingen, ouders en leerkracht uitgevraagd. Uit het de pilot blijkt dat zowel de leerlingen, ouders en leerkrachten positieve ervaringen hebben met de activity tracker. Ongeveer de helft van de leerlingen vindt dat ze meer zijn gaan bewegen en circa de andere helft heeft het idee dat het gelijk is gebleven. Ouders en de leerkracht hebben ervaren dat de meeste leerlingen gemotiveerd waren om elke dag het gestelde doel van 10.000 stappen te halen. Door een aantal leerlingen werd een extra activiteit verzonnen om tot meer stappen te komen, zoals een hardloopafspraak met klasgenoten of lopend van en naar school in plaats van met de fiets.

Inzicht verkrijgen in de belemmerende en bevorderende factoren bij het tracker-gebruikDe bevorderende factoren die naar voren zijn gekomen, zijn onder andere het feit dat je direct inzicht krijgt in je eigen beweegpatronen via de lampjes op het bandje of via de app (heb ik mijn doel gehaald?), dit vergroot de bewustwording van het eigen beweeggedrag en motiveert tot bewegen. Andere bevorderende factoren zijn de mogelijkheid om slaappatronen te monitoren (dit is tijdens deze pilot niet uitgebreid getest) en het bandje is waterdicht.

Het installeren en koppelen van de activity tracker wordt een paar keer genoemd als belemmerende factor. Het installeren van de app of het koppelen van activity tracker aan een mobiel apparaat verloopt niet op elke smart Phone of tablet even gemakkelijk. Hierdoor kon er pas later of helemaal niet gestart worden met het registreren van het aantal stappen.

Een belangrijk winst van de groepsgewijze aanpak van de inzet van de activitity tracker, zo blijkt uit de reacties bij de evaluatie van de pilot, is dat zowel jeugdigen, vrienden, ouders en leerkracht samenwerken om te komen tot een gezonde leefstijl!

Page 17: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

17Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Page 18: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

18

7. AanbevelingenOp basis van de ervaringen die zijn opgedaan bij de pilot worden aanbevelingen gedaan over het inzetten van activity trackers ter ondersteuning van het stimuleren van een gezonde leefstijl bij jeugdigen, aanbevelingen voor de doorontwikkeling van de activity tracker en een aanbeveling voor vervolgonderzoek.

Gebruik van activity trackers ter ondersteuning van het stimuleren van een gezonde leefstijl Kies bij voorkeur voor een collectieve aanpakHet is sterk aan te bevelen om bij de implementatie van een activity tracker in het onderwijs te kiezen voor een collectieve aanpak, waarbij de interactie tussen de jeugdige, diens vrienden, ouders en leerkracht wordt gestimuleerd. Het inbrengen van een spelelement kan daarbij zeker helpend zijn, zo is uit de pilot gebleken.

Betrek de jeugdgezondheidszorg bij de initiatieven.Leefstijladviezen aan kinderen en ouders worden bij uitstek door de jeugdverpleegkundige gegeven en informatie over opvolging ervan is niet altijd beschikbaar. De tracker kan helpen bij het werken aan gezond gedrag en het opvolgen van adviezen. Samen met de leerkracht en andere stakeholders kan een vervolgaanpak meer integraal worden opgezet.

Doorontwikkeling van activity tracker

Maak het mogelijk om een account aan te maken voor jeugdigen, jonger dan 13 jaar (waarbij toestemming van ouders een verplicht onderdeel vormt). Je moet minstens 13 jaar zijn om een account aan te kunnen maken. Een account is nodig voor het gebruik van de app. Wanneer basisschool leerlingen deelnemen, moet de onderzoeker een geschikt jaartal invoeren bij de geboortedatum alsof de leerling al 13 jaar is. Wanneer dit niet gedaan wordt, word je geblokkeerd.

Vervolgonderzoek naar het nut van activity trackers als onderdeel van advisering van gezonde leefstijl voor jeugdigen

Zorg dat je bij een vervolgonderzoek tijdig begint met de werving van scholen.Scholen hebben een vol jaarprogramma, het is belangrijk om daar bewust van te zijn. Om te voorkomen dat je onderzoekspopulatie wordt bepaald door de bereidwilligheid van scholen, is het aan te raden vooraf heldere criteria op te stellen en vroeg te beginnen met de werving.

Om de resultaten meer betekenis te geven en om meer verdieping te krijgen is het sterk aan te bevelen om bij de selectie van de participanten heldere criteria op te stellen en te gaan voor een onderzoekspopulatie van voldoende omvang.Opgemerkt dient te worden dat een grotere onderzoekspopulatie erg arbeidsintensief is, vooral tijdens de voorbereidingsfase en de analysefase. Ter indicatie: voor de duur van de huidige pilot is een inzet van 2-3 dagen per week benodigd geweest. Wees je ervan bewust dat er jeugdigen zijn die niet van ouders mogen participeren in een onderzoek of niet kunnen participeren. Zorg dat je een plan hebt voor leerlingen die niet mogen of kunnen participeren aan het onderzoek, zodat leerlingen daar geen hinder van ondervinden of zich buitengesloten voelen.

Het is aan te bevelen dat lengte en gewicht door de jeugdverpleegkundig wordt gemeten (indien er analyses gedaan worden met BMI).Er is gekozen om ouders thuis de lengte en het gewicht van het kind te laten meten. De gegevens konden zij invullen op het toestemmingsformulier voor deelname aan het project. Bij de kinderen van wie lengte en/of gewicht ontbrak, heeft de jeugdverpleegkundige dit ter plekke op school gemeten. Het is wenselijker wanneer lengte en gewicht bij iedereen wordt gemeten door dezelfde persoon, bij voorkeur de jeugdverpleegkundige voor betrouwbare en onderling vergelijkbare gegevens.

Page 19: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

19Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Zorg voor een helpdesk• Wees er op voorbereid dat een activity tracker kapot kan gaan

of dat jeugdigen de tracker kunnen verliezen.• Wegens de technische problemen die zich aan de start

van het project kunnen voordoen, is het handig om een moment in te plannen waarop ouders met hun kinderen langs kunnen komen om de app te installeren en de activity tracker te koppelen. Bijvoorbeeld direct na schooltijd. Als er zich problemen voordoen, kan er meteen gekeken worden waar het aan ligt en wordt er ter plekke naar een oplossing gezocht. Hiermee wordt de leerkracht ontlast. Het doel is dat alle leerlingen zo snel mogelijk kunnen beginnen met het dragen van de activity tracker.

Indien activity trackers ingezet worden dient er rekening mee gehouden te worden dat niet alle apparaten geschikt zijn om gebruikt te worden in combinatie met een activity tracker.Het is mogelijk dat de jeugdige niet over een geschikt apparaat beschikt. Om een activity tracker te kunnen koppelen aan een apparaat (smart Phone, tablet), moet dat apparaat aan bepaalde eisen voldoen. Te oude apparaten zijn niet geschikt. De website van Fitbit geeft bijvoorbeeld een opsomming van apparaten die te ‘oud’ zijn.

Wanneer de activity tracker gebruikt wordt moet men zich er van bewust zijn dat sjoemelgedrag niet uitgesloten kan worden.Indien men zou willen, kan er gesjoemeld worden met het aantal stappen. Bijvoorbeeld, wanneer iemand met de hand op en neer beweegt, worden er stappen bij op geteld. Echter, iemand zal dat niet lang volhouden. De activity tracker zal ook niet herkennen wanneer de activity tracker aan een ander persoon wordt overgedragen.

Slaapregistratie is interessant voor vervolgonderzoek. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat ouders de extra functie van het registreren van slaap door de activity tracker erg interessant vinden. In het huidige onderzoek lag de nadruk op het aantal stappen en niet op slaap. Het is echter wel een thema waar in de praktijk aandacht aan besteed zou kunnen worden.Er bestaan namelijk mogelijk ook verbanden tussen slaap en bepaalde gezondheidsdeterminanten volgens de literatuur. In een eventueel vervolgonderzoek kan het zeker interessant zijn om uitgebreider in te gaan op de gegevens over slaap. Het is dan wel van belang dat ouders ook goed geïnformeerd worden over wat er bekend is over slaap onder kinderen.

Welke norm bestaat er en wat is er al bekend over het slaapritme van kinderen? Bovendien moeten ouders uitleg krijgen over hoe zij de grafieken van de app van de activity tracker over slaap moeten interpreteren. Is het normaal dat een kind veel beweegt in zijn/haar slaap of is er toch reden tot zorg? Het is van belang dat ouders hierover goed op de hoogte worden gesteld.Indien de output van slaap binnen een onderzoek wordt geanalyseerd, is het van belang om te kijken naar de betrouwbaarheid van de data. De activity tracker kan overdag ook een aantal minuten per ongeluk in slaapstand zijn beland, waardoor het aantal minuten slaap niet meer klopt. Er zijn bovendien meerdere variabelen over slaap die door de activity tracker worden gemeten: tijd van het naar bed gaan, tijd van het opstaan, aantal keer wakker/onrustig geweest, totaal aantal minuten in bed, totaal aantal minuten in slaap. Mogelijk bieden een of meerdere variabelen interessante input voor vervolgonderzoek.

Denk goed na over de impact van het gebruik van activity trackers bij ”losse” individuen.In de huidige pilot is er voor gekozen om een groep leerlingen te laten deelnemen in plaats van losse individuen. We weten daarom niet wat het effect is op het beweeggedrag van een jeugdige die als enige in zijn/haar omgeving een activity tracker krijgt. Vervolgonderzoek zou daar meer inzicht in kunnen geven.

Inhoudelijke suggesties voor vervolgonderzoek: er zijn veel interessante analyses uit te voeren met de output die een activity tracker levert, aangevuld met informatie uit vragenlijsten. De huidige pilot had een kleine onderzoekspopulatie waardoor uitgebreide analyses niet mogelijk waren. Interessante vervolganalyses kunnen zijn:• Het vergelijken van het beweeggedrag onder de minder

actieve en actieve groep bij de start aan de hand van parameters.

• Het vergelijken van het beweeggedrag tussen jeugdigen die in een verschillende BMI-categorie vallen.

• Het vergelijken van het aantal uren slaap tussen jeugdigen die in een verschillende BMI-categorie vallen.

• Beweegpatroon overdag in kaart brengen, gebruikmakend van de registraties per uur.

• De relatie tussen de tijdsbesteding aan buiten spelen en het vóórkomen van overgewicht

• De relatie tussen voedingsgewoonten (ontbijten, consumptie groente, fruit, vruchtensappen en water) en beweeggedrag en overgewicht.

Page 20: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

20

LiteratuurBernaards, C.M. (2014). Bewegen in Nederland 2000-2013: resultaten TNO-monitor bewegen en gezondheid. Leiden: TNO.

Cappuccio FP, Taggart FM, Kandala NB, Currie AC, Peile E, Stranges S, Miller MA. Meta-analysis of short sleep duration and obesity in children and adults. Sleep 2008;31:619-626

Chen X, Beydoun MA, Wang Y. Is sleep duration associated with childhood obesity? A systematic review and meta-analysis. Obesity 2008;16:265-274.

Duncan, M., Birch, S.&Woodfield, L. (2012). Efficacy of an integrated school curriculum pedometer intervention to enhance physical activity and to reduce weight status in children. European Physical Education Review, 18 p. 396–407.

Hendriksen I, Bernaards C, Hildebrandt VH, Hofstetter H. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag in Nederland 2000-2011. In: Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2010/2011, hoofdstuk 3 ed. Leiden: TNO; 2013.

Kooiman et al., 2015. Reliabitlity and validity of ten consumer activity trackers. BMC Sports Science,Medicine and Rehabilitation 7:24 DOI 10.1186/s13102-015-0018-5

Lubans, D.R., Morgan, P.J.& Tudor-Locke, C. (2009). A systematic review of studies using pedometers to promote physical activity among youth. Preventive Medicine, 48 p. 307–315.

Oliver, M., Schofield, G., McEvoy, E. (2006). An intergrated curriculum approach to increasing habitual physical activity in children: a feasibility study. Journal of School Health, 76 p. 74–79.

Platform Sport Bewegen en Onderwijs 2012

QSI (2015) Summary does self-tracking lead to behavioral change? http://www.qsinstitute.org/ ?page_id=2378

Rutters F, Nieuwenhuizen AG, Verhoef SPM, Westerterp-Plantenga. Sleep duration and body-weight development during puberty in a Dutch Children cohort. In: Development and regulation of body weight, [Thesis] Maastricht University, 2009.

Volksgezondheidenzorg.info (2015). Sport en bewegen > cijfers & context > huidige situatie

Wendel-Vos GCW (RIVM). Normen van lichamelijke (in)activiteit. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM <http://www.nationaalkompas.nl>Nationaal Kompas Volksgezondheid\Determinanten\Leefstijl\Lichamelijke activiteit, 3 juni 2014. Geraadpleegd op 18 nov 2015.

Wendel-Vos GCW (RIVM). Hoeveel mensen zijn voldoende lichamelijk actief? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, <http://www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Determinanten\Leefstijl\Lichamelijke activiteit, 3 juni 2014

WTAL beschrijving, 2013. Bijlage 12 van het aanvraagformulier SNN Tender 2013

Page 21: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

21Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

BijlagenBijlage 1: Wensen van jeugdigen t.a.v. de activity Bijlage 2: Beweegpatronen per dag

Page 22: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

22

Bijlage 1: Wensen van jeugdigen t.a.v. de activity tracker

Wensen voor een tracker die speciaal voor jeugdigen is gemaakt:

Wat een tracker nog meer zou moeten kunnen:

Dat je ook precies het aantal stappen kunt zien.

En dat je zelf op de app kunt zien hoe ver je zelf kan lopen.

Dat je zelf kan zien waar je heen kan lopen. Hoeveel uur je er over hebt gedaan.

Dat die wat vrolijker is. Hij moet er anders uit zien. Hij zou grappiger moeten.

Dat hij nooit kapot gaat en dat hij binnen een minuut is opgeladen.

Hartslag.

Dat je precies kan zien hoeveel je gelopen hebt. Dat je hem in je broek kan doen.

Een patroontje er op. Hoeveel je drinkt. En hoeveel je naar de wc gaat.

Hartslag, tijd, ……… Dat hij de temperatuur meet en ….. En dat hij zegt wanneer het handig is om te drinken.

Dan zou ik een tracker maken die precies zegt hoeveel stappen je zet en alle bewegingen op nam.

Niet aan de lader. En hartslag.

Hoeveel je op een dag praat. En hoeveel happen je neemt als je aan het eten bent.

Dat je de stappen precies kan zien.

Dat er een mp3 in zit en dat je ziet met streepjes dat 1 streepje 1000 is er zo streepjes op kunnen. En een klokje erop.

Zwemslag tellen.

Een patroontje Van alles. Touchscreen met gegevens ipv tablet of telefoon.

Dat je de echte stappen kan zien. Dat je je stappen kunt zien op je tracker.

De tijd zien. De stappen zien. Met horloge, touchscreen

Je zwemslag tellen. Niet trillen maar geluid geven. Je hartslag kunnen meten en hoe snel je ademt.

Dat je de tijd kan zien en betere kwaliteit

Een klokje er op en dat hij minder stuk gaat.

Betere kwaliteit

Dat er veel verschillende kleuren zijn en dat de tracker een kleurtje heeft en een regenboog bandje.

Page 23: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be FIT!’

23Pilot ‘Be FIT!‘ Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingen

Figuur 4 Gemiddeld aantal stappen van de klas gedurende het project (n=17)

Figuur 4 Gemiddeld aantal stappen van de klas gedurende het project (n=17)

Bijlage 2: Beweegpatronen per dag

Page 24: Pilot Be FIT! - Hanze...een mooie kans voor de basisschool die het thema ‘bewegen’ hoog in het vaandel heeft staan. Nadat de onderzoeker van GGD Drenthe een gesprek is aangegaan

Pilot ‘Be Fit’Het gebruik van activity trackers door basisschoolleerlingenGezondheidsbevordering GGD DrentheAssen, oktober 2016