PIJN -...
Transcript of PIJN -...
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 1
INLEIDING: WOORDASSOCIATIE EN DEFINITIE
Noteer rond de foto alle mogelijke woorden die bij jou opkomen omtrent ‘pijn’
PIJN
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 2
VOORWERPEN DIE ME DOEN DENKEN AAN MIJN PIJN…
Welk voorwerp doet je denken aan een eigen ervaring van
verdriet of pijn? Noteer en/of vertel je verhaal!
Kleur dat voorwerp in met een passende kleur.
Met welke ervaringen van pijn of verdriet werden je klasgenoten reeds
geconfronteerd?
____________________________________________________________
OMSCHRIJF NU MET JE EIGEN WOORDEN HET BEGRIP ‘PIJN’.
PIJN = ____________________________________________________________
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 3
VERSCHILLENDE SOORTEN LIJDEN
Wie/wat veroorzaakt het lijden ?
Noteer hier het bordschema dat je van je leerkracht krijgt:
Besluit:
Wij zijn verantwoordelijk voor heel wat pijn.
Wij doen elkaar door onze houding en losse tong heel veel pijn die eigenlijk niet
nodig is.
Spanningen onmiddellijk uitpraten en luisteren naar elkaar kunnen heel wat pijn
vermijden.
Inprenten
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 4
Opdracht 1: Lees aandachtig volgende krantenkoppen en
noteer vervolgens wie/wat het lijden veroorzaakt.
Nr. Titel Soort lijden
1 ‘ Australische bosbranden kostten al
aan 2O8 mensen het leven’
2 ‘ Drie Belgische aanvallen op Libië in
één week’
3 ‘Steeds meer vrouwen tussen 3O en 5O
vertonen symptomen van anorexia en
boulemie’
4 ‘Indonesische vulkaan Lokon barst uit:
duizenden geëvacueerd’
5 ‘Vrouw zwaargewond na ongeval met
vluchtmisdrijf op A12’
Opdracht 2: /15
▫Werkmateriaal: Je hebt 3 kranten nodig, lijm, schaar en een fluo.
*Je zoekt van elke vorm van pijn 1 passend krantenartikel.
*Kleef dit op een blaadje van de school.
*Duid vervolgens met een fluostift aan waarover het artikel gaat.(enkele
kernwoorden)
*Noteer vervolgens naast elk artikel wie/wat het lijden veroorzaakt.
* Werk ordelijk !
Dien je taak op het einde van het lesuur in !
Je bent nu klaar om een toets te maken over dit gedeelte !
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 5
Soorten lijden
Iedereen kent pijn in zijn leven.
Iedereen kent ook mensen die in hun leven met pijn te maken hebben.
Pijn is onuitwisbaar aanwezig in ons leven. We moeten er mee leren leven.
Toch is het niet eenvoudig je in te leven in de pijn van anderen.
Welke pijn ervaren mensen? We kennen vijf soorten pijn: Fysieke pijn, emotionele
pijn, sociale pijn, materiële pijn en spirituele pijn.
▫Opdracht: Noteer bij elke soort van pijn een passend voorbeeld:
◊ Fysieke of lichamelijke pijn: Voorbeeld: ……………………………………………………………………….
◊ Emotionele pijn (= gevoelspijn): Voorbeeld: ………………………………………………………………………………………………………
◊ Meestal is er ook sociale pijn:
Voorbeeld: ………………………………………………………………………………………………………
◊ Soms hoort daar ook materiële of zakelijke pijn bij:
Voorbeeld: ………………………………………………………………………………………………………
◊ Dat brengt spirituele pijn voort:
Voorbeeld: Je vraagt je af :’ Waarom moet ik dat ondergaan? Wat is de zin van dit lijden?’
▫ Opdracht: Herken je deze vijf soorten pijn
in het dagboekfragment van Gert ? Duid de verschillende soorten pijn met een passend kleurtje aan.
2O april
Vijf dagen na mijn ongeval word ik wakker in het ziekenhuis. Waar ben ik? Wat is er
gebeurd? Ik kan mij niets herinneren van het ongeval en de dagen daarvoor. Mijn familie
vertelt me dat ik met mijn wagen tegen een boom ben beland. De brandweer moest mij
uit mijn zwaargehavende auto halen. De gevolgen zijn enorm.
Ik doorstond helse pijnen: gebroken ribben, mijn linkerbeen gebroken, een
hersenschudding, een klaplong wat het heel moeilijk maakt om te ademen.
Maar bovenal komen dokters me vertellen dat ik nooit meer zal kunnen lopen. Dit nieuws
slaat in als een bom, zowel voor mij als voor mijn ouders.
Dat is nog niet alles. Katrien (mijn vriendin) houdt het na drie bezoekjes voor bekeken.
Ze kan de situatie niet meer aan en zegt dat het nooit meer hetzelfde zal zijn.
Ongelooflijk dat iemand je op zo’n moment gewoon laat zitten. Gelukkig kan ik altijd op
mijn ouders rekenen.
Negen maanden in het ziekenhuis! Mensen, wat een berg geld zal dat kosten ! En dan heb
ik het nog niet over de noodzakelijke verbouwingskosten aan ons huis.
Zal ik ooit een job vinden om alles te kunnen betalen?
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 6
In het begin krijg ik veel bezoek van mijn voetbalvrienden. Maar dat verwatert, omdat
er geen verbetering is in mijn toestand. Bart en Kobe zijn de enigen die me nog
regelmatig komen bezoeken. Echte vrienden leer je kennen in nood.
In deze periode vraag ik me vaak af of God bestaat en waarom mij dit overkomen is.
Tijdens mijn herstel leer ik Sofie kennen. Wat een leuk meisje! Ze is aangereden door
een dronken chauffeur, maar ze kan nog lopen. We vertellen elkaar onze ervaringen en
proberen te verwerken wat er gebeurd is.
GERT
REACTIES OP PIJN:HART OF HARD…
Opdracht 1: Groepswerk
1. In de middenruimte krijg je een voorbeeld van lijden. Bespreek nu in je groepje
op welke mogelijke manieren je op dat lijden kan reageren.
2. Noteer de mogelijke reacties in de verschillende vlakken rond de middenruimte.
3. Schrijf tenslotte bij elke reactie of het gaat om een positieve (P) of een
negatieve (N) reactie.
IK:
C.
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 7
Te onthouden:
Je kan tegenover je eigen tranen en tegenover het lijden van
anderen een positieve of een negatieve houding aannemen .
Een positieve houding is begrip opbrengen en je inzetten om er
iets aan te doen.
Een negatieve houding is het lijden verergeren of er niets aan willen doen.
Opdracht 2: Is het een positieve of negatieve reactie. Zet een kruisje in
de juiste kolom.
P N
Meehelpen om pijn draaglijk te maken.
Pijn veroorzaken
Uit pijn van anderen winst maken
Bidden opdat anderen de pijn zouden aankunnen
Zichzelf van schuld aan pijn goedpraten
Materiële hulp bieden
In opstand komen tegen de eigen pijn
Waarschuwen tegen komende pijn
Het bestrijden van pijn door de artsen en onderzoeken
Galgenhumor
Opdracht 3: De getuigenis van David
Ik heet David en ben 14 jaar. De jongens van mijn klas kennen
amper de helft van mijn moeilijkheden. Mijn vader is van huis weg.
Moeder heeft gelukkig een job. Door ongunstige
tijdsomstandigheden is die job nu niet zo zeker meer. Ik ben heel
zwak: mijn gezondheid is niet zo best. Moeder doet heel wat voor
mij. Dat besef ik al veel beter dan vroeger. Misschien heeft ze me in haar miserie wat
verwend. Ik ben immers al te dikwijls onhandelbaar geweest. Ik … ben haar zorgenkind.
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 8
Al mijn grilletjes liggen me in de klas ook dwars. Ik vind de klas zo hard. Toch zie ik af
en toe reeds een uitweg om uit mijn zorgen te geraken in wat de tijd me al geleerd
heeft. Uit je eigen huid kan je niet kruipen. Waar je geboren bent,moet je proberen
gelukkig te zijn. Je kan dat best – al lukt het me ook niet altijd- door een
afleidingsmanoeuvre: je maakt anderen gelukkig en zo wordt je zelf gelukkig.
Wanneer ik alleen aan mijn miserie denk, tol ik rond en raak ik dieper en dieper in de
put, maar wanneer ik boven mijn onhandelbaarheid uit kan, buiten mijn grilletjes om aan
anderen denk, zie ik het weer zitten.
Er zijn geen rozen zonder doornen. Dan weet ik weer dat ik best zelf begin met begrip
op te brengen voor de pijn van een ander. Ik weet immers hoe gelukkig het maakt
begrepen te worden. Je moet daarbij bedenken ,vind ik, dat je het best in staat bent
pijn van anderen te begrijpen als je zelf weet wat lijden is!
1. Welke gevoelens komen bij je los bij het lezen van deze getuigenis?
____________________________________________________________
2. Noteer wie/wat het lijden van deze jongen veroorzaakt.
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
3. Hoe komt David (onrechtstreeks) zijn pijn te boven?
____________________________________________________________
____________________________________________________________
4. Hoe ziet David dat de pijn hem in zijn levensaanpak gunstig beïnvloedt?
____________________________________________________________
____________________________________________________________
5. En jij… wat heb jij al geleerd uit de pijn die je meemaakte?
_____________________________________________________
6.Eerst een toets en dan nog een doe-ditje in je dagboek !
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 9
EN TOEN WAS ER … TROOST ! = GEESTELIJKE STEUN GEVEN BIJ VERDRIET OF PIJN
OPDRACHT 1: GROEPSWERK: /1O
TIPS: Wat kan troosten?
1. kunnen/mogen praten……………………………. bij je dragen
2. van iemand een …………………………………….. door je verdriet
3. aan de mooie …………………………………………. die naar je luistert
4. foto’s ……………………………………………………….. terug opnemen
5. aan iemand je angst en…………………………… een gebed maken
6. dankbaar zijn voor……………………………………. over je gevoelens
7. een eigen …………………………………………………. bezinning opmaken
8. je niet laten overwoekeren………………………. je eigen gevoelens
9. je verlangens en gevoelens ……………………… schouderklopje krijgen
10. samen met anderen………………………………… met iemand delen
11. met God over je vragen ………………………… momenten denken
12. het gewone leven …………………………………… woorden
13.een bloem op…………………………………………… bekijken
14. met anderen een ………………………………….. neerschrijven
15. je verdriet………………………………………………… bidden
16. Iets van de overledene…………………………… de mooie momenten
17. dankbaar zijn om troostende ………………… gedenkhoekje opzetten
18. zelf…………………………………………………………… en je zorgen spreken
19. luisteren naar………………………………………….. het graf leggen
20. iemand ontdekken…………………………………… kunnen lachen
21. tussendoor nog……………………………………….. bezorgdheid mogen toevertrouwen
Opdracht:
Noteer telkens een tweede zinsdeel bij een passend eerste zinsdeel.
Kies tien tips die jou het meeste aanspreken (met fluo).
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 10
Opdracht 2 : Een doe-ditje: /1O
Maak een kunstwerk dat ‘verbeeldt’ wat voor jou
‘troost’ betekent
(voorbeeld: een collage, een gedicht, een tekening,…)
En tenslotte wacht er nog een kleine dagboekopdracht… Neem de tijd om even stil te staan bij
jezelf !
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 11
JEZUS EN HET LIJDEN
Om even bij stil te staan….
Voetstappen in het zand
Er was eens een man die altijd dezelfde droom had… De man was rijk, gelukkig en tevreden. De man was ook gelovig en hij dankte God geregeld voor zijn geluk.
Maar iedere nacht droomde hij dezelfde droom. Hij droomde dat hij op stap ging. Hij zag zichzelf fluitend en neuriënd verder stappen. Hij zag niet goed waarheen, maar er leek hem nog groter geluk te wachten. En hoewel hij niemand naast zich zag, merkte hij toch een paar voetstappen naast de zijne die in
dezelfde cadans meestapten. De voetstappen waren er altijd, hoever hij ook achteruit keek. En iedere morgen bij het ontwaken, zat de man te denken van wie die voetstappen toch konden zijn. Op een dag rustte hij op een bank langs het bospad. Hij genoot van de kleuren van de bloemen, van het gefluit van de wind in de
bomen en van het lied van een vogel in de struik. Zijn gedachten kwamen als vanzelf bij God. Hij dankte God voor al het mooie dat hem zo maar gegeven werd en waar hij zomaar kon van genieten. Hij dacht ook aan zijn droom en sprak erover met God. Toen zei God: ‘ Ik weet wie er naast je loopt. Ik ben het , God. Ik ben bij jou en ik loop al jaren met je mee.’ De man voelde zich heel gelukkig…
Maar de tijden veranderden. De man kreeg de ene tegenslag na de andere. Hij verloor zijn huis en vrienden en sleepte zich door het leven. Vreemd genoeg veranderde ook zijn droom. Hij zag zichzelf nog altijd stappen, maar de weg was moeilijk en zwaar. Hij kwam nog amper vooruit. En hoe hij ook keek en zocht, nergens zag hij nog een tweede paar voetsporen. Hij zag alleen nog zijn eigen stappen die diepe sporen in de aarde nalieten. De man zuchtte: ‘ Als God je in de steek laat, gaat het niet meer…’ Op een dag rustte hij weer op de bank in het bos. Hij zag de kleuren van de bloemen
niet. Hij hoorde de wind niet ruisen en de vogels niet fluiten. En de man deed zijn beklag bij God: ‘ God, ik heb je zo nodig, waarom laat je me juist nu in de steek? Waarom ga je niet meer met me mee?’ En God antwoordde hem: ‘ Je vergist je , man. De voetsporen die je elke nacht op je weg ziet, zijn niet die van jou maar die van mij. Ik zag hoe je sukkelt en lijdt en ik dacht: ik draag hem op mijn schouders want hij heeft het zo moeilijk! Daarom zijn die voetsporen ook zoveel dieper. En wees gerust, ik laat je niet in de steek. Ik blijf je dragen, zeker als je het té moeilijk hebt… De man keek verwonderd om en weende…
Tot dit besluit kwamen we in de klas:
____________________________________________________________
____________________________________________________________
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 12
Jezus en het lijden
De houding van Jezus tegenover het lijden van anderen.
Hoe Hij over lijden dacht, heeft Jezus nooit uitgelegd. Maar Hij leefde wel een bepaalde houding tegenover lijden voor. Hij ging de lijdende
mens niet uit de weg, maar zocht ze op en nam hun lijden weg of
verlichtte het. Een Jezus dus die de strijd tegen het lijden aanbond en
dat zijn hele leven door. Hij handelde zo omdat Hij in sterke verbondenheid- meer zelfs, in eenheid- leefde met God die Hij Vader
noemde. Hij toonde ons een God die strijdt tegen ziekte en lijden en die
van ons hetzelfde verwacht, met alle mogelijkheden. Maar vooral met een warm hart!
Enkele voorbeelden:
Lc 6, 6-11: Ee n ge n e z i n g o p sa bb a t
[6] Op een andere sabbat ging Hij naar de synagoge en gaf er onderricht. Daar
was iemand wiens rechterhand verschrompeld was. [7] De schriftgeleerden en de
farizeeën letten op Hem, om te zien of Hij op sabbat genezingen verrichtte; dan zouden ze Hem kunnen aanklagen. [8] Maar Hij wist wat ze dachten en zei tegen
de man met de verschrompelde hand: ‘Sta op en kom naar voren.’ En hij stond
op en kwam. [9] Daarop zei Jezus tegen hen: ‘Ik vraag u of men op sabbat goed mag doen of kwaad, een leven mag redden of verloren laten gaan.’ [10] Hij keek
hen allemaal aan, en zei tegen hem: ‘Strek uw hand.’ Hij deed het en zijn hand
herstelde zich. [11] Maar zij werden razend en spraken er met elkaar over wat
ze met Jezus zouden doen.
Mc 1, 29-34:
Vanuit de synagoge gingen ze regelrecht naar het huis van Simon en Andreas,
samen met Jakobus en Johannes. [30] De schoonmoeder van Simon lag met
koorts op bed, en meteen spraken ze met Hem over haar. [31] Hij ging naar haar toe, pakte haar bij de hand en liet haar opstaan. De koorts verliet haar, en
ze bediende hen.
[32] ’s Avonds, toen de zon* was ondergegaan, brachten ze allen bij Hem die
ziek waren en die van demonen te lijden hadden. [33] Heel de stad was samengestroomd voor de deur. [34] Hij genas vele zieken van allerlei kwalen, en
Hij dreef veel demonen uit; Hij stond de demonen niet toe te spreken, omdat ze wisten wie Hij was.
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 13
M c 1 0 , 4 6 - 5 2 : Ee n b l i n de z i e t e n v o l g t H e m
[46] Ze kwamen in Jericho*. Toen Hij uit Jericho wegging met zijn leerlingen en
heel wat mensen, zat de zoon van Timeüs, Bartimeüs, een blinde bedelaar, langs de weg. [47] Toen hij hoorde dat het Jezus van Nazaret was, begon hij te
schreeuwen en te roepen: ‘Zoon van David*, Jezus, heb medelijden met mij.’
[48] Velen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden. Maar hij schreeuwde nog harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij.’ [49] Jezus
bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde : ‘Houd moed, sta op, Hij
roept u.’ [50] Hij wierp zijn jas weg, sprong overeind en ging naar Jezus. [51] Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’ De blinde zei Hem:
‘Rabboeni*, dat ik weer kan zien.’ [52] ‘Ga,’ zei Jezus, ‘uw vertrouwen is uw
redding.’ Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Hem op zijn weg.
Ter overweging:
Leg de houding van de omstaanders tegenover de blinde uit. Merk je
verandering? Vanwaar komt die verandering? Hoe sprak Jezus de blinde aan? Oordeel of
dit ook voor ons belangrijk is.
Waardoor wordt de blinde genezen?
Leg uit: deze houding kan ook vandaag nog wonderen doen.
De houding van Jezus tegenover eigen lijden
Lees het lijdensverhaal van Jezus in je Bijbel: Mc 14,17-15,39.
Het lijden en de kruisdood van Jezus zijn een gevolg van zijn totale inzet voor de mens en zijn radicale oproep tot
gerechtigheid
Voor Jezus is de mens belangrijker dan de Wet. Jezus bindt de strijd
aan met het lijden.
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 14
Noteer vervolgens het besluit:
Christenen mogen het voorbeeld van Jezus navolgen:
- Als ze mensen ontmoeten die lijden, wil Hij:
__________________________________________________________
__________________________________________________________
__________________________________________________________
__________________________________________________________
- Als christenen zelf lijden:
__________________________________________________________
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 15
DE ZIEKENZALVING
Jezus liet mensen die lijden door ziekte niet in de steek. Christenen volgden Zijn
voorbeeld en wilden ook op een heel concrete wijze de zieke nabij zijn. Doorheen de tijd is daaruit het sacrament van de ziekenzalving gegroeid.
A. De zeven sacramenten.
Sacramenten zijn symbolische handelingen (rituelen) waardoor de
mens op belangrijke momenten in het leven op een heel bijzondere wijze de aanwezigheid en steun van God ontvangt.
Deze rituelen vinden meestal plaats tijdens een viering in het
kerkgebouw, soms ook elders: thuis of in een ziekenhuis.
Er zijn volgens de katholieke opvatting 7 sacramenten:
- doopsel - eucharistie
- biecht
- ziekenzalving - vormsel
- huwelijk
- priesterschap
Opdracht: schrijf de zeven sacramenten op de juiste
plaats in de tabel:
Sacramenten waardoor je
steeds meer christen wordt
Sacramenten die een
keuze in het leven
bevestigen
Sacramenten van
nabijheid bij de kleinheid
van de mens
Het sacrament van de ziekenzalving
Het sacrament van de ziekenzalving geeft kracht en beurt
op. Er wordt gebeden om het behoud van de zieke. Ook
verwijst dit sacrament naar het lijden en sterven van
Christus. De ziekenzalving wordt toegediend wanneer zieken het moeilijk hebben of het einde van hun leven
voelen naderen.
Lees onderstaande tekst en beantwoord dan de vragen:
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 16
Frank wordt gezalfd…
Frank zit in een rolstoel. Op regelmatige tijdstippen met hij aan zijn spieren geopereerd
worden. Enkele dagen voor een zware operatie komt de hele klas samen. Ze vieren dan
samen met Frank en zijn familie de ziekenzalving. Zo weet Frank dat hij er niet alleen voor
staat…
Jelle (een klasgenoot) zet een kaars bij Frank. Wees maar niet bang in het donker. Wees maar niet bang in het holst van de nacht. Er is een ster
die voor je fonkelt. Er is een God van licht die op je wacht.
De priester zet de zalf bij Frank.
Wees maar niet bang voor de dagen. Wees maar niet bang voor het grote gevaar. Er is een kracht
die jou zal dragen, die maakt jou sterk en houdt ons bij elkaar.
De priester zalft Frank.
Er is een kracht die jou zal dragen, dat wist Jezus al, toen Hij kinderen zoals jij de hand boven het
hoofd hield.
De priester en alle aanwezigen houden Frank de handen boven het hoofd en de priester zegt:
En toen Hij over hun hoofd heen tot alle grote mensen zei: “ Als jullie niet zo worden als kinderen, dan zullen jullie het Rijk der hemelen nooit zien, horen en voelen”.
Alle aanwezigen bidden samen het Onze Vader.
- De ziekenzalving wordt voorafgegaan door de boeteliturgie en kan
eventueel gepaard gaan met een ………………………………………………….. .
- Voor wie is de ziekenzalving bedoeld?
………………………………………………………………………………………………………………………………
- Waar vindt een ziekenzalving meestal plaats?
………………………………………………………………………………………………………………………………
- Wie kan er bij de ziekenzalving aanwezig zijn?
………………………………………………………………………………………………………………………………
- Welke zijn de 2 belangrijkste symbolische handelingen? Wat is de betekenis
ervan?
………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………
- Wie kan/mag de ziekenzalving toedienen?
………………………………………………………………………………………………………………………………
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 17
SAMEN AFSCHEID NEMEN…
Gesprek met een parochiepriester:
I: Wat is de betekenis van een uitvaartdienst?
P: We zorgen ervoor dat mensen kunnen samenkomen om op een gelovige
manier afscheid te nemen van een overledene.
I: Is dit anders dan afscheid nemen op een ‘niet-gelovige’-manier?
P: Het verschil ligt vooral in de symbolen en de teksten die gebruikt worden.
Voor een christen is de dood immers niet het einde.
I: Hoe maak je dit duidelijk?
P:Door lezingen uit de bijbel die over de verrijzenis spreken. Sommige symbolen
verwijzen ook naar de verrijzenis.
I: Welke symbolen komen in de christelijke uitvaartdienst voor ?
P: Bij het begin van de dienst steken we de kaarsen rond de kist aan met het
licht van de paaskaars. Op het einde van de dienst besprenkelen we het dode
lichaam met gewijd water. We bewieroken ook het lichaam.
I: Zijn er nog andere symbolen?
P: Ja, op de kist leggen we een klein houten kruisje met de naam van de
overledene erop. Na de dienst wordt dit in de kerk opgehangen. En op het feest
van Allerzielen worden de families van de overledenen uitgenodigd om dit kruisje
te komen halen. Ze kunnen het dan thuis een plaats geven.
De familie kiest soms ook eigen symbolen. Kinderen leggen bijvoorbeeld hun
zelfgemaakte tekeningen op de kist. Sommige families maken zelf de
uitvaartdienst op. Ze kiezen voor meer persoonlijke gebeden of vragen naar
persoonlijke muziek: een lied waar de overledene graag naar luisterde of muziek
waarvan hij echt hield;
I:Hoe tonen de mensen dat ze meevoelen met de familie?
P: Bij de offerande komen de mensen naar voor. Ze krijgen dan meestal een
aandenken mee, een mooi gedicht of een tekst die naar het leven van de
overledene verwijst. Vaak staat de foto van de overledene erop afgedrukt.
I: Zijn er voor jou moeilijke momenten in zo’n uitvaartdienst?
P: Het is natuurlijk niet gemakkelijk als je het sterke verdriet van familie en
vrienden ziet. Maar als je voorgaat in de begrafenis van een persoonlijke vriend,
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 18
wordt het nog moeilijker. Ik probeer dat niet te laten merken, maar mijn stem
trilt dan toch wel eens van emoties.
I: Wat gebeurt er na de uitvaartdienst?
P: Dan komen de menden de familie groeten en troosten. De overledene wordt
naar het kerkhof gebracht om begraven te worden of naar het crematorium om
verbrand te worden.
I: Dank voor dit interview.
OPDRACHTEN:
1. Wat is de betekenis van een christelijke uitvaartdienst?
________________________________________________________________
2. Duid in het interview de symbolen aan die aan bod komen en geef telkens de
betekenis van het symbool.
3. Christenen geloven in de verrijzenis. Welk symbool uit een christelijke
uitvaartdienst verwijst het meest naar deze verrijzenis?
________________________________________________________________
4. Denk je dat er een verschil is tussen een gelovige en een niet-gelovige die een
uitvaartdienst volgt? Verklaar je antwoord.
________________________________________________________________
________________________________________________________________
NAAM: Klas: 2B Nr: …
Vakleerkracht :Mevr De Vos Godsdienst 19
IN ANDERE GODSDIENSTEN
Lees de tekst ‘In andere godsdiensten’ die je van de leerkracht krijgt.
Plaats bij volgende uitspraken een kruisje bij de passende godsdienst
(en). (let op: soms is er meer dan 1 godsdienst mogelijk!)
C= CHRISTENDOM / J= JODENDOM / I= ISLAM / H= HINDOEÏSME
uitspraken C J I H
1. De overledene wordt begraven met het gezicht naar
Jeruzalem.
2. De overledene mag niet gecremeerd worden.
3. Op de kist wordt een houten kruisje gelegd met de
naam van de overledene.
4. De dode wordt zo vlug mogelijk begraven, liefst
binnen de 24 uur.
5. Het lichaam wordt altijd gecremeerd.
6. Er wordt bij de overledene gewaakt tot aan de
begrafenis.
7. uit eerbied voor de overledene wordt het dode
lichaam besprenkeld met gewijd water.
8. Er is een rouwperiode van 4O dagen.
9. De brandstapel wordt gemaakt volgens bepaalde
voorschriften.
1O. De mens kan overgaan naar een nieuw leven=
reïncarnatie.
11. begraven of cremeren kan.
12. De bezoekers leggen een steentje op het graf.
13. De dode wordt begraven met het gezicht naar
Mekka.
14. Geloof in een verder ‘geestelijk’ leven, zoals de
Geest van Jezus verder leeft.
15. Geloof dat het lichaam zal verrijzen op de ‘Dag van
het Oordeel’.
16. De as van de overledene wordt met bloemen
uitgestrooid in een rivier.