Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en...

29
Alternatieve Niveau 2 en 3 Cursussengids Periode 1 UTRECHT, Mei 2017 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Transcript of Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en...

Page 1: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

Alternatieve Niveau

2 en 3 Cursussengids

Periode 1

UTRECHT, Mei 2017

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Page 2: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

2

Voordat je begint met lezen… De alternatieve studiegids verschilt een beetje met reguliere studiegids van het departement

Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, ondanks zorgvuldige

controle kan het gebeuren dat ze toch minder up-to-date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere

studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt:

https://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op:

https://www.uu.nl/onderwijs/onderwijs-aan-de-uu/het-onderwijsmodel

Page 3: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

3

Voorwoord

Lieve Biologen,

Nog maar een paar weken te gaan tot we weer volop kunnen genieten van het mooie weer zonder er

een schuldgevoel aan over te houden. Waarschijnlijk lig je nu al bijna dagelijks in het gras met een

lekker biertje terwijl het eigenlijk beter is om in de UB te zitten blokken voor je laatste vakken. Maar

ja, als je moet kiezen tussen buiten chillen in het zonnetje of dat ene dikke boek uit je hoofd leren,

dan is de keus natuurlijk snel gemaakt!

Toch moet je je naast je tentamens, het lekkere weer en de naderende vakantie ook nog even bezig

houden met het volgende: de vakken voor de eerste periode van volgend jaar moeten gekozen

worden! Als eerstejaars mag je vanaf nu al je vakken zelf kiezen. Mijn advies is om te kiezen wat je

leuk vind, maar let er ook op dat de vakken wel aansluiten bij jouw studiepad. Ook is het misschien

handig om nog even te kijken naar de voorwaarden waar je aan moet voldoen om je bij een niveau 2

of 3 vak in te kunnen schrijven.

Als ouderejaars weet je dit natuurlijk allang, maar ook dan kan het geen kwaad om dit boekje nog

even door te lezen. Misschien worden er namelijk nog wel wat leuke en interessante cursussen

buiten biologie aangeraden en passen ze ook nog goed in jou studiepad.

Vergeet tot slot ook niet om de padvinder en/of vakkenvuller er bij te zoeken, deze kunnen enorm

handig zijn om te kijken welke cursussen bij elkaar horen en wat de ingangseisen daarvan zijn. Ook

deze kun je vinden via de eerste link op de vorige pagina.

Ik hoop dat dit boekje je op weg helpt met het maken van je keus en wil je alvast een hele fijne

vakantie wensen!

Veel liefs,

Evelien van der Schaar

Page 4: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

4

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Toelichting 5

Blokjesrooster 1

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen 2

Studieadviespaden 4

Periode 1 - timeslot A + D - 5

- Niveau 2 - 5 Microbiële interacties (B-B2MINT10) 7

- Niveau 3 – 8

Periode 1 - timeslot B + C - 11

- Niveau 2 – 11 - Niveau 3 – 14

Periode 1 - timeslot A + D of B + C - 16

- Niveau 3 - 16 Onderzoeks bachelorscriptie (B-B3ONSCR) 16

Onderzoekstage (B-B3ONST) 17

Periode 1 - Fulltime - 18

- Niveau 3 – 18

Vakken buiten Biologie 19

Pathologie (BMW, niveau 3, BMW30205) Timeslot A+D 21

UBV-cursussen 23

Dankwoord 24

Page 5: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

5

Toelichting

Beste student,

Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten

biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids

inmiddels, maar voor degene waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de

alternatieve studiegids precies inhoud.

De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: over elke cursus staat

een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de

gewone studiegids is dat in deze gids stukjes staan die geschreven zijn door studenten. Deze

studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij

beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld

aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening

van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit

kan je helpen bij je beslissing.

Bij sommige cursussen wordt ook het slagingspercentage van de betreffende cursus vermeld. Deze

slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden soms

ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder de cursus

vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel

op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt

helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door de enquête aan het einde van elke cursus

in te vullen! Wanneer deze beoordelingen en slagingspercentages er niet staat kun je ze altijd nog

vinden via de volgende link: https://caracal.science.uu.nl/Account/Login?ReturnUrl=%2F.

Ook zouden wij het erg leuk vinden om jou mening over cursussen bij biologie of andere studies te

horen zodat we deze in de nieuwe gids kunnen gebruiken. Je kunt hiermee medestudenten helpen

bij het maken van hun keuze. Lijkt dit je wat? Stuur dan een mailtje naar [email protected] of een

persoonlijk facebook berichtje naar ‘Frans de Uil’ en geef daarin aan over welk vak jij een stukje zou

willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken!

Tot slot willen we je heel veel succes wensen met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier

bij het volgen van je cursussen!

De onderwijscommissie der UBV,

Alexandra de Reus

Astrid Odé

Elena Wentzel

Evelien van der Schaar

Fleur Colen

Sarah van Ruitenbeek

Tamara Schoonderbeek

Yorgos Bos

Page 6: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

Blokjesrooster

Let op, dit is een voorlopig blokjesrooster!

Page 7: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

2

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3

cursussen

Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd

in de Onderwijsexamen regeling (OER).

In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat:

art. 4.2 – Ingangseisen cursussen; voorkennis 1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die van de inleidende cursussen op niveau 1 in het eerste jaar van de opleiding onderdelen met een studielast van ten minste 30 studiepunten heeft behaald op het moment van inschrijven voor de niveau 2 cursussen. 2. Toegang tot de cursussen van het gevorderde niveau (niveau 3) van de opleiding heeft de student die van de keuzeonderdelen van de opleiding op verdiepend niveau (niveau 2) onderdelen met een studielast van ten minste 15 studiepunten heeft behaald. 3. Toegang tot de cursussen Afstudeeropdracht (scriptiecursus) en Onderzoeksproject heeft de student die ten minste 120 studiepunten van de major van de opleiding heeft afgerond met een voldoende eindcijfer, waarvan het verplichte deel van de major (45 studiepunten) geheel moet zijn behaald. 4. Vanwege gewetensbezwaren kan de student verzoeken dat de verplichte dissectiepractica van de cursus Biologie van dieren (niveau 1) worden vervangen door een andere opdracht. 5. Een voldoende resultaat voor de cursus Biologie van dieren met dissectie kan verplicht zijn voor cursussen van niveau 2 en 3 met practica waarbij gebruik wordt gemaakt van dieren. Dit is ter beoordeling van de cursuscoördinator. 6. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt in de Universitaire Onderwijscatalogus (en de studiegids) bij elke cursus aangegeven welke voorkennis vereist is om daaraan met goed gevolg te kunnen deelnemen. De cursuscoördinator is verantwoordelijk voor het bepalen van het niveau van de student. De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit:

https://students.uu.nl/beta/biologie/praktische-zaken/regelingen-en-procedures

Page 8: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

3

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV)

De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle

Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor

services kun je zoal denken?

- Tentamenbank op internet

- Tentamenbundel voor eerstejaars

- Alternatieve studiegidsen

- Alternatieve mastergids

- Stagebank

- Studie-informatie

De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje

onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de

hoofdpagina door naar het kopje commissies.

Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen

naar [email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een

onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!

Zin om te helpen met het maken van deze gids?

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?

Kom de OcUBV versterken!

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan

NB: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag

nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen

profijt van!

Page 9: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

4

Studieadviespaden

De Bachelor Biologie kent momenteel 12 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van

cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende

complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad

een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is

verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken want ze kunnen worden aangepast. De

verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd

zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van

voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden

gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk

van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de

gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen

studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan

te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op,

het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde

master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waar

jij in geïnteresseerd bent. Hieronder staan de studieadviespaden genoemd met de bijbehorende

cursussen uit periode 1, meer informatie kun je in de reguliere studiegids vinden.

Studieadviespad Afkorting Bijbehorende cursussen

Niveau 2 Niveau 3

Biogeïnspireerde technologie BIT - -

Celbiologie CB - Cellen en Weefsels

Ecologie en natuurbeheer EN Theoretische ecologie Biodiversiteit en landschap

Educatie, communicatie en management

ECM - -

Evolutie & biodiversiteit EB - Biodiversiteit en landschap

Gedragsbiologie GB - Gedragsobservaties

Mariene wetenschappen MW Marine wetenschappen 2 -

Microbiologie MB Microbiële interacties -

Neurobiologie NB - -

Ontwikkelingsbiologie OB Ontwikkelingsbiologie Genoombiologie, Endocrinologie

Plantenbiologie PB Plantenfysiologie, Microbiële interacties

-

Theoretische biologie & Bioinformatica

TBB Theoretische Ecologie Genoombiologie

Toxicologie TOX - -

Page 10: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

5

Periode 1 - timeslot A + D -

- Niveau 2 -

Theoretische ecologie (B-B2THEC05) De cursus Theoretische ecologie kan worden gezien als een vervolg op het eerstejaars vak

Systeembiologie. De coördinator van het vak is Rob de Boer. Theoretische ecologie is een kerncursus

voor het studiepad Theoretische biologie & bioinformatica. Verder wordt deze cursus aanbevolen

voor de studiepaden: Biogeïnspireerde technologie, Evolutie en biodiversiteit, Gedragsbiologie,

Mariene wetenschappen en Microbiologie.

De cursus is opgedeeld in 2 delen. In het eerste deel wordt gedurende 5 weken alle theorie uitgelegd,

welke vervolgens worden getoetst op een tentamen. In de ochtend wordt er een hoorcollege

gegeven, welke wordt gevolgd door een werkcollege of een computerpracticum. In het

computerpracticum wordt er gewerkt met het programma GRIND. De hoorcolleges, werkcolleges en

computerpractica zijn niet verplicht. Uit eigen ervaring raad ik aan om wel aanwezig te zijn bij de

werkcolleges en practica. De stof is vrij lastig en het vak is daarom makkelijker te halen als de

werkcolleges en de computerpractica worden gevolgd. Ook lopen er tijdens de werkcolleges

studentassistenten rond die je kunnen helpen. Het tentamen bestaat uit open vragen. Het niveau van

het tentamen is representatief met het niveau van de werkcolleges en de computerpractica.

In het tweede deel van de cursus werk je in een groepje van ongeveer 3 studenten aan een eigen

project. In het project lees je een artikel waarna je het onderzoek van dit artikel (en de theoretische

methode) gaat reproduceren in GRIND. Ook maak je nog een aanvullende opdracht over het artikel.

Met je groepje maak je hier een schriftelijk verslag over en geven jullie een presentatie over jullie

project. Dit project is lastig, maar wel te doen, zeker met de hulp van je begeleider. De begeleider is

Rob de Boer of een van de studentassistenten.

Naast het project worden er klassikaal artikelen besproken. Het is zeer handig om bij deze

artikelbesprekingen aanwezig te zijn, aangezien het tweede tentamen een openboek tentamen is

over deze artikelen. Ook kan je bij deze artikelbesprekingen bonuspunten verdienen door een alinea

of figuur van het artikel uit te leggen aan de andere studenten.

Over het algemeen is het vak te halen, maar je moet er wel veel tijd in steken en een actieve houding

hebben tegenover de werkcolleges en hoorcolleges. Het doel van deze cursus is om meer begrip te

hebben over hoe modellen biologische situaties kunnen weergeven en om zelf wiskundige modellen

op te stellen voor ecologische vraagstukken.

Page 11: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

6

Plantenfysiologie (B-B2PLFY09) Plantenfysiologie is een cursus waarin je veel meer bijleert over hoe planten zich door hun leven

heen ontwikkelen. Het sluit goed aan op Biologie van Planten en is het best te vergelijken met het

derde deel van die cursus (plantenhormonen, phytochromen, bloei).

Zo leer je over hoe een plant van zaadje tot bloeiende plant groeit met alle tussen liggende

processen (kieming, groei en aanmaak van organen, bloei, vruchtvorming, enz.). Daarnaast gaat de

cursus ook kort in op de afweer en dood van de plant, plus hoe planten op elkaar reageren. Het is

wel een cursus die gedetailleerd op deze processen ingaat, waardoor de stof voor de tentamens

uiteindelijk flink oploopt. De processen (groei en aanleg) zijn op zichzelf niet ingewikkeld maar de

aansturende mechanismen kunnen wel lastig en gedetailleerd worden. Het kan daarom geen kwaad

als je een moleculair/cel vak gevolgd hebt op niveau 2 (niet verplicht, maar het kan wel handig zijn).

Hou er dus rekening mee dat je wel moet werken voor het vak, omdat die details ook gevraagd

kunnen worden.

De cursus wordt gegeven door Marcel Proveniers. Dit is een docent met hart voor zijn vak en hij is

dan ook een enthousiaste leraar. Hij geeft duidelijke en relevante colleges en legt constant

vergelijkingen met de praktijk en de toepassingen. Een nadeel is alleen dat door alle details, het soms

moeilijk kan zijn om hoofdzaak van bijzaak te scheiden.

In de cursus krijg je hoorcolleges en werkcolleges. De hoorcolleges zijn duidelijk (in het Nederlands)

en de werkcolleges geven een hele goed indruk van het tentamen (ze zijn dus aan te raden). Het

tentamen zelf is lastig en bevat veel stof, maar het is te doen als je de werkcolleges goed kan volgen.

Wat deze cursus niet heeft zijn practica, wat wel jammer is omdat de cursus daar best geschikt voor

is. Wel moet er aan het einde van de cursus een presentatie over een artikel gegeven worden en

moet er halverwege een essay worden geschreven. Het boek wordt weinig gebruikt in de cursus en is

dan ook niet noodzakelijk. De hoorcolleges volgen het boek maar het boek is soms gedetailleerder en

ingewikkelder dan nodig of er kloppen wat stukken niet. Bovendien gebruik je (mits je de

hoofdstukken meeleest) maar 1/3 van het boek. Je kunt hem dus kopen om soms iets na te lezen,

maar het is niet noodzakelijk.

Over het algemeen is het echt een interessante cursus die je erg veel over interessante dingen over

planten leert en die ik leuk vond om te volgen, ook als je de plantenrichting niet op wil. Maar vergeet

niet dat je er wel echt voor moet werken want het is veel stof die niet altijd even makkelijk is.

Page 12: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

7

Microbiële interacties (B-B2MINT10)

Microbiële interacties is een vak wat erg breed is, dit merk je al aan de naam van het vak. Er wordt in

twee delen gekeken naar de interacties van micro-organismen. Het eerst deel wordt door Margot

koster gegeven en gaat voornamelijk over micro-organismen in het algemeen, hoe ze in elkaar zitten,

repliceren etc. Het tweede deel wordt voornamelijk gegeven door Peter Bakker en gaat over de

interactie tussen bacteriën en planten.

Het eerste deel kijkt dus niet zozeer naar de interacties van micro-organismen maar voornamelijk

naar wat een micro-organisme nou is. Ook worden er veel methodes aangekaart waarop wij gebruik

maken van deze micro-organismen, denk hierbij aan het vinden van virulentiefactoren en het

gebruik van plasmiden. Als je het vak biotechnologie gevolgd hebt kunnen deze delen ietwat saai zijn

aangezien ze niet verder op de stof ingaan.

Het tweede deel van het vak gaat over de interactie tussen micro-organismen en planten. Dit sprak

mij heel erg aan. Dit deel wordt voornamelijk gegeven door Peter Bakker en Corné Pieterse. Wat

deze docenten voornamelijk laten zien is dat een plant ontzettend veel methodes heeft om micro-

organismen van zich af te houden of in zijn voordeel te gebruiken en dit zijn er een hoop. Er wordt op

niks al te diep in gegaan omdat hier simpelweg niet de tijd voor is. Wel wordt goed aangetoond hoe

complex een plant in elkaar kan zitten. Mocht je het vak Planten, Adaptatie en Afweer al gevolgd

hebben dan zal je dit deel een stuk minder interessant vinden en vooral diepgang missen. Heb je

daarentegen alleen Biologie en Ecologie van Planten gevolgd en vond je dat leuk dan ga je dit deel

super vinden.

In conclusie is microbiële interacties geen verdiepend vak maar voornamelijk een vak dat je helpt om

te vinden wat jij interessant vindt. Het vak is dus zeker een aanrader voor mensen die net hun eerste

jaar hebben afgerond en nog niet weten welke kant ze op willen. De practica die bij beide delen

worden gegeven zijn een leuke stap in het werken met micro-organismen en de tentamens van beide

delen zijn goed te doen mits je alle colleges volgt.

Page 13: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

8

- Niveau 3 –

Genoombiologie (B-B3GENB09) Genoombiologie behandelt de genetica op grote schaal en hoe dit bestudeerd kan worden. Deze

cursus heeft ‘de cel’ als ingangseis en valt binnen de studiepaden Theoretische Biologie &

Bioinformatica (TBB) en Ontwikkelingsbiologie (OB). De stof die wordt behandeld past echter ook

goed bij de studiepaden cel-, micro-, planten-, neuro-, en evolutiebiologie. Het vak wordt gegeven

door drie docenten: Guido van den Ackerveken, Berend Snel en Ronnie de Jonge. Guido behandelt

vooral de moleculaire en genetische onderwerpen en Berend en Ronnie vooral het bioinformatica

gedeelte. De docenten zijn erg enthousiast over hun vak en zorgen voor een sfeer van actieve

participatie.

Er zijn twee tentamens die elk voor 30% meetellen. Deze bestaan uit open vragen waarbij je vrij veel

dingen echt moet weten. Een voordeel is wel dat het weinig redenatievragen zijn en dat het duidelijk

is wat je moet leren en wat je alleen hoeft te begrijpen. De leerstof bestaat voornamelijk uit de

hoorcolleges en wordt ondersteund door review artikelen uit de reader die je op het begin van de

cursus kan kopen. Er is dan ook geen boek voor deze cursus. Het eerste deel beslaat de volgende

onderwerpen: RNA, chromosoomopbouw, DNA/histonmodificaties en imprinting. De onderwerpen

van het tweede deel zijn: comparitive genomics, genoomanalyse, human genome evolution,

functional genomics en Big data. Er zijn ook twee debatten die samen 10% meetellen en een

werkstuk dat 30% meetelt.

Verder zijn er een aantal interessante gastcolleges. Afgelopen jaar was de eerste spreker Wouter de

Laat over een techniek die de 3D structuur van genetisch materiaal in kaart kan brengen. De tweede

spreker was Edwin Cuppen over personalized medicine.

De onderwerpen die worden behandeld zijn relatief nieuw. Dit maakt de cursus interessant omdat je

informatie krijgt die niet al jaren onveranderd in een tekstboek staat. In de toekomst zal deze tak van

biologisch onderzoek steeds groter worden. Daarom is deze cursus aan te raden voor elke student

die met genetica te maken krijgt.

Page 14: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

9

Gedragsobservaties (B-B3GEOB17) Deze cursus kun je niet volgen als je B-B2GEOB al behaald hebt. De cursus gedragsobservatie wordt gegeven door Marie José Duchateau en valt binnen het gedragspad. Het vak sluit goed aan bij alle andere gedragsvakken, omdat je bij dit vak echt observaties gaat uitvoeren. Je begint met uitleg en het kiezen van je onderzoek. Daarna heb je iedere maandag een vergadering met je groepje over hoe je onderzoek en observaties zijn gegaan. Daarna is er een klassikale bespreking met de docent over hoe dingen gaan en wat de volgende stappen zijn in je onderzoek.

Het doel van het vak is om je gedragsobservaties goed te laten uitvoeren en zelf (in een groepje) een onderzoek te doen. Omdat je een heel onderzoek opzet en uitvoert, met zo min mogelijk invloed van de docent, is er geen tentamen en maar 1 klein boekje. Dit boekje bestaat uit observatie technieken. Je cijfer bestaat uit de notulen van de vergadering, je inzet en de eindpresentatie. Je bent vaak volle schooldagen, dus van 9 tot 3, aan dit vak bezig, maar je hebt verder geen huiswerk.

Persoonlijk vond ik het een erg leuk vak, want je bent echt bezig met de stof die je hebt geleerd en je hebt geen tentamen. Wij hebben een aantal dagen lang naar honden en puppies mogen kijken, en wie wil dat nou niet. Let wel, het vak was in mijn jaar voor het eerst. Wij hebben toen heel veel kritiek gegeven omdat er best wat dingen fout gingen, dus het kan zijn dat er dingen nu anders gaan.

Page 15: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

10

Cellen en weefsels (B-B3CEWE) De niveau 3 cursus Cellen en Weefsels richt zich op veel moleculaire processen binnen de celbiologie.

Het is de opvolger van niveau 2 cursus De Cel en gaat dieper in op de basale processen die tijdens De

Cel zijn behandeld.

De cursus bestaat uit het volgen van hoorcolleges en werkcolleges. Er zijn geen practica. De voertaal

is Nederlands. Er zijn wekelijkse “journal club” bijeenkomsten waarbij er door de studenten

presentaties worden gegeven over artikelen die gelezen moeten worden. Deze artikelen sluiten aan

bij de onderwerpen die zijn behandeld tijdens de hoorcolleges.

Er wordt veel gebruik gemaakt van een boek, alle hoorcollege stof wordt overgenomen uit het boek

van Alberts. De hoorcolleges dekken echter niet alle informatie uit het boek, dus is er veel zelfstudie

om zelf alle informatie uit het boek op te nemen. Er wordt verwacht dat je dit ook doet, aangezien

ook de onbehandelde stof als kennis voor tentamen wordt beschouwd. Soms is het makkelijker om

het boek te lezen dan naar hoorcollege te gaan, behalve als je vragen wil stellen. De hoorcolleges

worden door 6 verschillende docenten gegeven, Paul van Bergen en Henegowuen en Anna

Akhmanova geven het grootste deel van de hoorcolleges. Hoorcolleges van Anna kunnen intens zijn,

dus voorbereiding van haar hoorcolleges is aan te raden. Werkcolleges gaan in op de leerstof en zijn

bedoeld om te kijken of je de informatie kan toepassen. Veel vragen zijn vooral gericht op het

toetsen van inzicht. De type inzicht vragen van werkcolleges zijn vergelijkbaar met de vragen die

gesteld worden bij de tussentoetsen. Meeste tentamenvragen zijn open vragen, die bijvoorbeeld als

volgt zijn opgebouwd: soms worden resultaten van experimenten getoond, welke je moet kunnen

interpreteren en waarvan je de relevantie van de resultaten voor het onderzoek moet kunnen

begrijpen.

De informatiedichtheid van de cursus is hoog, dus alles bijhouden is belangrijk. Wat je vooral leert

tijdens deze cursus is hoe je veel informatie moet toepassen en daardoor inzicht kan creëren. Ze

stimuleren je om als master student te denken en niet alleen feitjes uit je hoofd te leren. Dus erg

leerzaam!

Cellen en Weefsels is geen makkelijke cursus, maar de informatie die behandeld wordt is het meest

up-to-date op onderzoeksgebied. Er wordt weinig ‘verouderde’ informatie verteld. Dit vak is vereist

als je het derdejaars vak celbiologie-experimenteel wil volgen, wat een echte aanrader is. Tijdens

deze cursus pas je alle kennis van Cellen en Weefsels toe in het lab. Je loopt mee met de

onderzoeksgroepen van de docenten die hoorcollege hebben gegeven tijdens de cursus Cellen en

Weefsels. Je leert bij Cellen en Weefsels enorm veel. Niet alleen qua kennis, maar ook een bepaalde

manier van denken wat erg handig is voor toekomstige cursussen. Je moet wel erg gedisciplineerd

zijn.

Page 16: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

11

Periode 1 - timeslot B + C -

- Niveau 2 –

Ontwikkelingsbiologie (B-B2OBI07) Persoonlijk een van de leukste en zeker het interessantste vak dat ik heb mogen volgen! Er zijn drie docenten in de cursus: Wim Dictus, Adri Thomas en Inge The. Alle docenten waren heel enthousiast, maar Wim sprong er toch wel uit voor mij. Wim is heel enthousiast en gedreven. Hij geeft hele duidelijke colleges, is super bereid om je te helpen en probeert de ontwikkeling van de verschillende organismen visueel te maken door het zelf na te doen. Dit klinkt grappig en dat is het soms ook, maar het helpt ook zeker bij het leren van de stof! Adri probeert je te prikkelen om kritisch te kijken naar de stof en bij ontwikkelingsbiologie is dat ook echt wel nodig. De stof is vrij pittig en dus moet je er goed voor gaan zitten. Inge geeft weinig college en is niet altijd even sterk in haar verhaal, maar haar enthousiasme maakte veel goed.

De reader omvat alle slides van de colleges, practica en COOs. Alles kan hierin goed worden bijgehouden en dit geeft je een goed overzicht van de stof. Het boek is duidelijk en goed te lezen, maar, zoals gezegd, is de stof vrij pittig en dus moet je er redelijk veel aandacht aan geven. Er komen veel nieuwe begrippen en anatomische namen bij, wat toch wel om wat stampwerk vraagt. Daarnaast zijn er veel pathways en processen die de stof moeilijk maken.

Het eerste tentamen ging voornamelijk over modelsystemen, lichaamsassen en kiemlagen. Het tentamen was makkelijk en ik geloof dat er van de 83 studenten maar 1 een onvoldoende haalde. Het tweede deel van de cursus ging voornamelijk over de genen en pathways die betrokken zijn bij de ontwikkeling. Dit tentamen was veruit het moeilijkst, ook al gaat het hier maar om twee weken college! Het derde tentamen was weer beter te doen. De stof voor dit tentamen omvatte kiemcellen, organogenese, geslachtsbepaling en ook een klein deel teratologie (afwijkingen in de ontwikkeling). Naast de colleges zijn er 3 COOs en redelijk wat practica. De COOs zijn een duidelijke aanvulling op de colleges en bij de practica ga je de ontwikkeling met eigen ogen bekijken. Je ziet eitjes van de zebravis, preparaten van de hamster en je gaat zelf aan de slag met de embryo’s van kippen. Even slikken, maar ook echt heel tof! Natuurlijk wordt ook hier weer een college ethiek over gegeven en dit werd echt heel erg goed gedaan door Adri. Aan het eind van de cursus dient een essay geschreven te worden. Niet het meest leuke uit de cursus, maar op zich goed te doen.

Al met al: de docenten zijn super enthousiast, gedreven en altijd goed voorbereid, de stof is vet

interessant, maar vrij pittig en de moeilijkheid van de cursus is wisselend.

Page 17: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

12

Paleoecologie (GEO2-4212) Palaeoecologie is een vak dat niet echt binnen een studiepad valt en valt sinds kort onder het departement aardwetenschappen. Echter past het goed bij de evolutie, mariene en ecologie studiepaden. De cursus wordt gegeven door Friederike Wagner-Cremer en Timme Donders. De colleges van Timme zijn van hoge kwaliteit en beter te volgen. Die van Friederike zijn iets minder goed te volgen mede door het toch enigszins afleidende duitse accent van Friederike. Echter is Friederike haar enthousiasme tijdens de practica weer ongeëvenaard waardoor je meteen meer zin krijgt in deze practica. De cursus focust op de evolutie van planten en de adaptatie strategieën die planten in de loop van tijd hebben doorlopen en het ontstaan van de aarde in de samenstelling hoe deze nu bestaat. Ook kom je terug op het ontstaan van veen systemen en soorten gesteente. Het determineren van grondlagen aan hand van daadwerkelijk fossiel materiaal zit in de practica en het determineren van stenen door middel van uiterlijk vertoon. Ook zal je kijken naar fossiele resten van planten door de verschillende tijdsperiodes. Alle practica horen in principe wel tot de stof maar zijn wel een beknopte herhaling van de hoorcolleges en geven niet echt nieuwe stof. Voor de practica moet je zelf dictaten uitprinten of dit via internet bekijken. Er is geen boek of dictaat in deze cursus waar je uit moet leren. Persoonlijk vond ik dit geen moeilijke cursus en als je de hoorcolleges en de practica goed volgt is verder leren niet in grote mate nodig. De tentamens zijn ook niet heel erg moeilijk en vormen 80% van het eindcijfer. Verder heb je een verslag en een filmpje over een toegewezen plantensoort, dit filmpje mag naast informatief ook vermakelijk zijn en leidt ertoe dat het maken hiervan een leuke bijdrage geeft aan deze cursus. De twee tentamens zijn dus niet heel moeilijk en de hoeveelheid stof valt mee voor de tijd die er voor de cursus staat. Ik vond het een leuke cursus door het enthousiasme wat de twee docenten overbrengen, maar ik heb niet echt het idee dat er je heel erg veel bijgebracht wordt. Het is een beetje een kleine cursus en daardoor makkelijk. Al met al voelde het voor mij aan als gratis punten, maar wel een leuke cursus en ik geloof dat als je de cursus bijhoud je deze zonder enige moeite kan halen

Page 18: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

13

Mariene Wetenschappen 2 (B-B2MAWE14) De cursus Mariene Wetenschappen 2 is het vervolg op de niveau 1 cursus Mariene Wetenschappen

1. Mariene Wetenschappen 1 is dan ook een ingangseis, maar als je dit niet hebt gevolgd en je wilt

heel graag Mariene Wetenschappen 2 doen dan kun je contact opnemen met de cursuscoördinator.

De coördinator is Francesca Sangiorgi. De cursus is van belang voor studenten die het studiepad van

Mariene Wetenschappen volgen. Ook kan het een goede toevoeging zijn voor studenten die richting

de ecologie willen. De voertaal van de cursus is Engels.

De ondertitel van de cursus is ‘Evolution and ecology of coastal seas’. De focus ligt dus op de vorming

en evolutie van kustgebieden, zowel op biologisch als geologisch niveau. Dit geologische deel is wel

een aanzienlijk gedeelte van de leerstof, maar belangrijk om een goed begrip te krijgen van de gehele

ecosystemen van kusten.

Er zijn verschillende werkvormen binnen de cursus. Elke week zijn er hoorcolleges van dr. Sangiorgi

of van een gastspreker. Deze gastscolleges zijn erg interessant en laat je verschillende takken van de

mariene biologie zien. Dr. Sangiorgi presenteert alles in het engels. Naast de hoorcolleges is er ook

een veldwerkdag op het strand. Hierbij ga je in groepjes studenten naar de Zandmotor, waar je een

eigen onderzoekje mag uitvoeren. Je verzamelt hier bijvoorbeeld water, schelpjes en zand. Hierna ga

je bij verscheidene practica je verzameling bestuderen en determineren. Uiteindelijk maak je van al

je resultaten een presentatie die je aan je medestudenten presenteert.

Aan het einde van de cursus is er ook nog een symposium. Hier zijn sprekers die een master in

Mariene Wetenschappen volgen/gevolgd hebben of die werken op dit gebied, bijvoorbeeld bij het

NIOZ. Dit gebeurd in een informele sfeer en is bedoeld om te laten zien welke mogelijkheden je

allemaal hebt als je richting de mariene wetenschappen gaat.

Je eindcijfer wordt gevormd door de presentatie van het veldwerk, een essay die je met een groepje

schrijft en een eindtoets (weging respectievelijk 1:1:2). De eindtoets is goed te doen en bevat leerstof

van zowel de gewone hoorcolleges als van de gastcolleges. Het bijbehorende boek is een erg mooi

boek, maar persoonlijk heb ik hem niet zoveel gebruikt in de cursus. Alle stof wordt in de

hoorcolleges behandeld.

Al met al vond ik het een leuke cursus. Het niveau is ook zeer goed te doen, maar houd er wel

rekening mee dat het niet puur biologie is maar ook geologie. Het veldwerk was erg leuk en leerzaam

(en heerlijk als het mooi weer is!). Ik raad je aan om dit vak te doen als je geïnteresseerd bent in het

studiepad Mariene Wetenschappen of iets in de richting van de ecologie. Na deze cursus kun je het

mariene studiepad voltooien door Mariene Wetenschappen 3 te volgen.

Page 19: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

14

- Niveau 3 –

Endocrinologie (B-B3ENDO10) De cursus Endocrinologie wordt gegeven aan het begin van het studiejaar en is een cursus die vooral

bedoeld is voor derdejaars studenten. De docenten zijn Rüdiger Schulz en Jan Bogerd, hoewel er een

paar gastcolleges zijn van externen. Beide docenten zijn goed in staat om de stof helder over te

brengen, hoewel het accent van meneer Schulz soms wat moeilijk kan zijn. Wat beide docenten wel

hebben, is dat ze het moeilijk vinden om in te zien wat een student niet snapt, wat het soms lastig

maakt om vragen beantwoord te krijgen.

Het onderwerp van de cursus behandelt in het eerste deel hoe tijdens de ontwikkeling het

voortplantingsstelsel wordt aangelegd onder invloed van hormonen. Het tweede gedeelte behandelt

overige klieren (alvleesklier, schildklier, bijnier) en processen waarbij hormonen bij betrokken zijn,

zoals groei en circadiaanse ritmes. Door deze scheiding in twee delen is het duidelijk welk deel waar

over gaat en ook wat er belangrijk is; juist de verschillen tussen het eerste en tweede deel zorgen

voor een fijne afwisseling in de cursus. De onderwerpen worden besproken in hoorcolleges, meestal

drie per week. Als er een hoorcollege minder is, dan is dat vaak omdat er dan een practicum is, soms

is er tijd voor opdrachten. De hoorcolleges zijn best lang en er wordt veel in besproken, meestal goed

te volgen. Het is wel echt belangrijk deze colleges bij te houden, omdat het bij het tentamen anders

erg lastig wordt. Als hulpmiddel hierbij is er wel het boek: hiervan worden alleen de plaatjes in de

cursus gebruikt, maar is toch een aanrader. Het boek beschrijft namelijk alle processen die geleerd

moeten worden tot in detail, erg fijn dus.

De practica gaan over histologie: wat is de vorm en structuur van bepaalde weefsels tijdens de

ontwikkeling? De practica duren niet lang, omdat er in plaats van een microscoop voornamelijk een

computer wordt gebruikt. Het is een online format waarmee snel alle plaatjes gevonden kunnen

worden. Dat scheelt veel tijd met bijvoorbeeld opzoeken, zoomen. Bovendien kan je makkelijker aan

docenten vragen wat een bepaald weefsel voor kenmerken heeft, aangezien student en docent

samen kunnen meekijken naar hetzelfde weefsel, op de computer. Ook al was afgelopen jaar de

eerste test hiervoor, het is meteen goed bevallen.

Tenslotte zijn er nog twee opdrachten. De eerste is een groepspresentatie over een onderwerp van

de cursus, wat je verder uitdiept. Het bijwonen van de presentaties is niet verplicht, maar op het

tentamen wordt ernaar gevraagd (goed/fout), dus er bij zijn is handig. De tweede opdracht is het

schrijven van een research proposal. Dit is een uitbreiding van de presentatie, waarbij hetzelfde

onderwerp wordt gebruikt om nu zelf onderzoek erover op te zetten. Dit is lastig en kost veel tijd.

Uiteindelijk wordt het gemaakte verslag beoordeeld door een ander groepje studenten, wat veel

oneerlijkheid kan opleveren. De docent is weinig beschikbaar voor feedback tijdens deze opdracht en

is zelfs meestal degene die het cijfer accordeert in plaats van zelf het verslag te lezen. Kortom, niet

de beste opdracht. Hier moet echter wel bij gezegd worden dat dit verleden jaar is aangekaart bij de

Caracal enquêtes en door de OACB; het is goed mogelijk dat de opzet van deze opdracht sterk is

veranderd.

Page 20: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

15

Uiteindelijk zijn er dus twee tentamens. Beide gaan over een afgebakend deel van de stof: deel 1

over het voortplantingssysteem; deel 2 over andere hormonaal gereguleerde processen. Ook zijn er

een aantal goed/fout vragen die over de gegeven presentaties gaan. Dit tentamen is niet de

makkelijkste, maar het is prima te doen (met ruim voldoende tijd) als je de stof bijhoudt en het boek

leest. Uiteindelijk is de cursus dus niet heel makkelijk, maar wel een typische derdejaars cursus: veel

lezen van artikelen en meer opdrachten naast het tentamen. Je leert er veel van, wat natuurlijk

uiteindelijk de bedoeling is. Een cursus vooral geschikt voor biologen met interesse in ontwikkeling

en hormonale interactie van het hele lichaam, maar een aanrader voor iedereen.

Page 21: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

16

Periode 1 - timeslot A + D of B + C -

- Niveau 3 -

Onderzoeks bachelorscriptie (B-B3ONSCR)

Deze cursus is de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter

niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je

bachelor kan zich terug betalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je

scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De

inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De

inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen

met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven.

Vervolgens zal er wat gepuzzeld worden om zoveel mogelijk mensen aan hun wensen tegemoet te

komen. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan andere, zoals gedragsbiologie. De kans

dat daarvan je eerste keuze wordt gehonoreerd is lager dan bij andere vakgroepen en sta er dus niet

van te kijken als je niet wordt ingeloot.

Na het eerste college zal je kennis maken met je begeleider. Afhankelijk van je begeleider en

zijn/haar manier van kijken zal je een onderwerp krijgen of een onafgebakende richting. Dit is vaak

ook af te stemmen aan je eigen voorkeur. Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden

door de coördinator. Daarnaast is het boek “een leesbare scriptie” verplicht voor de cursus en er is

ook een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Dat heb je vaak al in je tweede jaar gehad

maar het is zeer verfrissend om het allemaal nog een keer te horen. Je leert effectiever te zoeken

naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en

te organiseren (RefWorks).

Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten, maar daar gaat het uiteindelijk om.

Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn.

Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen

loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je

scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een

zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle tegenslagen die je tegenkomt, lange dagen, en

RSI helemaal goed!

Page 22: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

17

Onderzoekstage (B-B3ONST)

Wanneer je voor deze cursus kiest, kun je het schrijven van de scriptie combineren met een

ministage. Je mag zelf bepalen hoe je de tijd indeelt, zolang je maar ongeveer vijf weken aan beide

onderdelen besteed. Zelf heb ik ervoor gekozen om eerst vijf weken fulltime aan het onderzoek te

werken, om vervolgens de resterende vijf weken aan het schrijven van mijn scriptie te besteden. Bij

nader inzien is het wellicht slimmer om deze werkzaamheden wat meer af te wisselen, want vijf

weken van 9:00 tot 17:00 aan een scriptie werken kost erg veel geestelijke inspanning.

De meeste studenten zullen tijdens het onderzoeksproject iemand (bv. een aio) assisteren bij

zijn/haar onderzoek. Ik mocht echter een eigen onderzoek verrichten, namelijk naar de evolutie van

corbiculate bijen (zoals honingbijen en hommels). Dit onderzoek deed ik op het moleculaire

laboratorium van Roy Erkens, omdat ik de DNA-sequentie van een bepaald gen wilde verkrijgen voor

verschillende soorten bijen. Het werk was erg gevarieerd, namelijk van het vangen van bijen tot het

sequencen van DNA tot het analyseren van de data achter de computer. Helaas bleek het

onderzochte gen niet geschikt, waardoor ik geen bruikbare onderzoeksresultaten verkreeg. Dit zeg ik

om aan te geven dat je niet teleurgesteld moet zijn wanneer er geen harde conclusies uit je

onderzoek komen. Het doel van het Onderzoeksproject is daarentegen om ervaring op te doen met

onderzoek en dat doe je wel degelijk.

Bij het Onderzoeksproject hoort ook het houden van een presentatie voor je werkgroep. Hierin

zullen de resultaten van je onderzoek besproken worden. Afhankelijk van je begeleider dien je ook

een verslag in te leveren van het verrichte onderzoek. Naast het onderzoek werk je aan je scriptie.

Deze thesis is geen uitgebreide uitwerking van het onderzoek, maar je moet eerder als een losstaand

geheel zien. Het is echter wel mogelijk om je eigen onderzoeksresultaten erin te verwerken.

Ik vond deze cursus zeer leuk en leerzaam. Aangezien het onderwerp van de scriptie gerelateerd is

aan het onderzoek, was ik extra gemotiveerd om aan mijn scriptie te werken. Een bijkomend

voordeel is dat de benodigde wetenschappelijke literatuur zowel betrekking heeft op de scriptie als

op het onderzoek, waardoor het lezen een veel leukere bezigheid wordt. Daarnaast ben je tijdens

deze cursus veel op jezelf aangewezen: je zult zelf tijdig contact op moeten nemen met je

begeleider(s), je moet een degelijke tijdsplanning aanhouden, je dient creatief te zijn met het

bedenken van oplossingen. Het is daarmee een uitstekende voorbereiding op de

onderzoeksprojecten tijdens je master.

Het Onderzoeksproject is dus echt een aanrader, zeker wanneer je het leuk vindt om onderzoek te

verrichten. Graag wil ik nog als tip meegeven dat je veel uren aan het onderzoek kwijt kunt zijn.

Houdt daarom een strakke planning aan, zodat je scriptie niet in het gedrang komt.

Met hieronder nog een link waar alles te vinden is over de scriptie bij biologie! http://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie/scriptiecursus

Page 23: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

18

Periode 1 - Fulltime -

- Niveau 3 –

Biodiversiteit en Landschap (B-B3BILA10) Het vak Biodiversiteit en Landschap (beter bekend als Bioland) is een intensieve cursus die de hele

eerste periode in beslag neemt, maar dan krijg je er ook een dubbel aantal studiepunten voor terug

(15 studiepunten). De reden dat dit vak alle timeslots in beslag neemt is de twee weken lange

excursie naar Terschelling in de tweede en derde week. Het vak wordt gecoördineerd door Hans ter

Steege. Merel Soons, Hans Persoon, Rens Vaessen en Edwin Pos zijn zoals elk jaar ook van de partij.

Mocht je Natuurbehoud, Duurzaamheid en Plantendiversiteit (NDP) een leuk vak hebben gevonden

ga je Bioland ook geweldig vinden.

Op Terschelling kampeer je met iedereen die de cursus volgt op een camping. Je neemt je eigen tent

mee en kookt je eigen eten. Overdag krijg je de eerste week rondleidingen over het eiland, van de

duinen tot de kwelder en andere beschermde natuurgebieden. Tijdens deze excursie komen er veel

planten voorbij die je voor de toets moet kennen, met de Latijnse en Nederlandse naam. Ook leer je

determineren aan de hand van Heukels’ Flora. Deze twee dingen komen terug op de planten-

determineertoets, die prima te doen is. Gezellig met z’n allen leren op de camping. Na deze week

begint het weekend en mag je naar huis, maar het is aan te raden om gewoon lekker op Terschelling

te blijven. Iedereen gaat namelijk op pad en het valt zeer aan te raden om de karaokebar te bellen of

ze even een avondje voor je open willen, wat ze met alle liefde doen. Mocht het volgend jaar weer

zulk belachelijk mooi weer zijn (er was in 2016 een hittegolf) kun je ook fijn de hele dag op het strand

gaan zitten. De tweede week ga je je eigen onderzoek doen. Je krijgt de keuze uit een aantal

onderwerpen en wordt daarin ingedeeld en op pad gestuurd. De hele dag ben je dan bezig met je

onderzoek uitvoeren en vaak nog wel de hele avond met labwerk. Deze tweede week is daardoor wel

erg intensief, maar ook erg leuk. Eenmaal terug in Utrecht ga je je eigen onderzoek uitwerken. Alle

data die je hebt verzameld ga je met je groepje verwerken in R. Er wordt wel van je verwacht dat je al

bekend bent met dit programma, maar als je het je minder goed ligt heb je gelukkig je hele groepje

die je hiermee kan helpen. Uiteraard staan ook Edwin Pos en Hans ter Steege voor je klaar om je te

helpen, maar je wordt wel een beetje losgelaten tijdens dit gedeelte van de cursus. Naast het

verwerken van je onderzoek worden er hoorcolleges gegeven die zich meer focussen op

verschillende ecosystemen en biodiversiteit. De verbinding met Terschelling is in het begin even ver

te zoeken, maar langzamerhand leer je ook van deze hoorcolleges enorm veel. Het tentamen is goed

te doen, en de docenten willen je altijd helpen met de onderwerpen waar je moeite mee hebt. Je

bouwt echt een persoonlijke band op met deze docenten tijdens deze cursus dus willen ze ook van

alles voor je doen.

Het cijfer wordt verdeeld door de planten-determineertoets (15%), je publicatie (25%), presentatie

van je publicatie (20%) en het tentamen (40%). Ondanks dat het een pittige cursus is, is bijna

iedereen lovend na afloop van de cursus. Dit is eigenlijk de enige cursus die lang veldwerk heeft en

daardoor wel echt een uniek vak is. Van alle biologie vakken was dit wel echt mijn persoonlijke

favoriet en ik zou het zeker aanraden. Je leert unieke dingen en doet ervaringen op die alleen dit vak

je kan geven. Ik hoop wel dat het weer op Terschelling even mooi wordt als in ons jaar.

Page 24: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

19

Vakken buiten Biologie

Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met

vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren

van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist

dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets

makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te

staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je

huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je

zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat betekent het niet dat het geen leuke

cursus is. Hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij

hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader!

Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de

desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde

wijze gegeven wordt.

Infectie & Immuniteit (BMW, niveau 2, BMW20805)

timeslot B+C

De cursus Infectie en Immuniteit, is een niveau 2 cursus die je kunt volgen buiten de faculteit

Bètawetenschappen, namelijk bij Biomedische Wetenschappen (BMW; faculteit Geneeskunde). Zoals

de naam al doet blijken, focust deze cursus op alles wat met infecties en immuniteit te maken heeft.

Je begint deze cursus dan ook met colleges waarin de basis van immunologie, microbiologie en

virologie (virus replicatie, soorten virussen) in redelijk detail wordt uitgelegd. Bij het onderdeel

immunologie krijg je alles te leren over de ontwikkeling, activatie en werking van onder andere T, B,

NK en dendritische cellen. Het onderdeel microbiologie wijdt zich voornamelijk aan de effecten van

bacteriën op het menselijk lichaam en hoe dat komt. Tot slot leer je tijdens de colleges over virologie

alle ins en outs over virussen, dus verschillende typen virussen, de ontdekking ervan, de

replicatiecyclus etc.. Tijdens het tweede deel van deze cursus, wordt aandacht gegeven aan

verschillende soorten parasieten, hun levenscyclus en effect op de mens. Ook zijn er colleges over

alle processen betrokken bij chronische ontsteking en wondgenezing, cytokines en

antibiotica(resistentie). Daarnaast zijn er nog 2 à 3 speerpunt colleges waarin een expert over zijn

onderzoek vertelt. Deze onderzoeken zijn gerelateerd aan de stof die behandeld is en laten zien wat

er (na het afronden van je studie) mogelijk is op het gebied van immuniteit. Om het tweede deel van

de cursus goed te doorlopen is het belangrijk dat je de basiskennis van het eerste deel goed kent. Het

helpt je ook in het begrip en geeft inzicht in verschillende processen.

Alle stof die tijdens de hoorcolleges aan bod komt wordt behandeld in twee verschillende

werkvormen, namelijk 4 werkcolleges en 4 werkgroepen. Tijdens werkcolleges wordt het begrip van

de collegestof getest door middel van het beantwoorden van vragen (vergelijkbaar met Biologie),

Page 25: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

20

terwijl je tijdens een werkgroep een specifieke casus uitwerkt onder begeleiding van een docent. Dit

laatste houdt in dat je je focust op een specifiek onderwerp, bijvoorbeeld de bacterie Staphylococcus

aureus (S. aureus), waarbij je eerst algemene informatie opzoekt over S. aureus (levenscyclus,

infectieroute, pathologie) en daarna bedenkt welke immuunreacties opgewekt worden als gevolg

van de infectie. Over de algemene informatie wordt per casus een presentatie gegeven, waarna de

immuunreactie wordt bediscussieerd door de hele groep. Je presenteert in groepsverband (met 2 à 3

andere studenten) 1 van de 4 casussen waarvoor je beoordeeld wordt met een cijfer. Het

presenteren in een kleine groep wordt over het algemeen ervaren als een goede oefening voor je

presentatie skills. Bij BMW is het standaard dat je alles vooraf thuis voorbereidt. Tijdens het uur dat

het werkcollege of de werkgroep daadwerkelijk is ingeroosterd worden antwoorden besproken en

bediscussieerd op hoog tempo. Dit tempo is makkelijk bij te benen als je alle vragen hebt voorbereid.

Deze aanpak is echt heel leerzaam en geeft je veel meer inzicht in het hoe en waarom van

immunologische processen dan wanneer je ter plekke de antwoorden zou bedenken.

Het eerste deel van de cursus wordt afgesloten met een tussentoets die slechts bestaat uit

meerkeuze vragen. Deze toets is vooral bedoeld als tussentijdse check om na te gaan of je alles goed

hebt begrepen. Direct na het maken van de toets wordt deze besproken in de hoorcollege zaal. Je

krijgt dan ter plekke de antwoorden en de kans om vragen te stellen over bepaalde processen die je

bijvoorbeeld niet goed snapte. De cursus wordt afgesloten met een groot tentamen waarin alle

collegestof, inclusief de hoorcolleges en werkgroepen, aan bod komt. Dit is een pittige toets door de

grote hoeveelheid stof die gevraagd wordt. Daarom is het extra belangrijk dat je goed leert voor de

eerste toets, dat maakt de voorbereiding voor de eindtoets veel gemakkelijker.

De cursus Infectie en Immuniteit behandelt veel informatie, waardoor het best pittig is om te volgen.

Maar als je het immuunsysteem interessant vindt, is het wel heel erg leuk om overal een ‘mini-

expert’ in te worden. De cursus is goed georganiseerd, er wordt duidelijk gecommuniceerd en de

docenten zijn erg gemotiveerd om jou te laten leren van hun expertise. Dit maakt het een hele goede

cursus die je ongetwijfeld gevolgd moet hebben als je interesse ligt in dit onderwerp.

NB: je kan deze cursus makkelijk volgen als je de biologie cursus Immunobiologie hebt gevolgd,

omdat de biologie variant vooral focust op het modelleren van immuuncellen. Je kan deze cursus

echter niet combineren met Infecties bij Farmacie, aangezien er dan te veel overlap is.

Infecties (Farmacie, niveau 2, FA-206) Timeslot A+D

Het vak infecties wordt aangeboden bij de opleiding Farmacie, geleid door Paul Henricks. Het vak

gaat, zoals de titel al suggereert, over infecties van verschillende pathogenen, maar ook over de

richtlijnen binnen de farmacie wat betreft steriliteit. Als biologie student heb je qua kennis wat

betreft moleculaire/microbiële biologie een streepje voor op de Farmacie studenten, wat erg handig

is bij de werkcolleges. Deze werkcolleges zijn echter erg anders van aanpak dan ik gewend was. Bij

infecties wordt er samen met je groepje “vergaderd” over een casus en wordt er gezamenlijk een

aantal vragen opgesteld. Ieder groepslid gaat vervolgens thuis deze vragen beantwoorden met de

stof die je in het boek “Prescott’s Microbiology” vindt. Elk werkcollege correspondeert met een

Page 26: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

21

aantal paragrafen of hoofdstukken in het boek, wat ook ongeveer de tentamenstof inhoudt.

Overigens kun je de vragen ook beantwoorden door op internet te zoeken, alleen loop je dan het

gevaar dat je iets mist wat in het boek stond en niet nodig was voor het werkcollege maar wel voor

het tentamen. Na het thuis beantwoorden van de vragen worden in het volgende werkcollege de

antwoorden besproken en de volgende casus geïntroduceerd. De werkcolleges zijn niet verplicht

maar geven wel een goed beeld van wat er op het tentamen van je gevraagd wordt. Zelf vond ik de

werkcolleges een beetje saai en heb ze daarom ook niet allemaal bijgewoond.

Een belangrijk onderdeel van de cursus is het praktisch werk. Het vak heeft veel practica die

voornamelijk te maken hebben met het kweken en leren identificeren van micro-organismen. Er

werden bijvoorbeeld oude apothekers ingrediënten getest op steriliteit. Bij deze practica wordt veel

aandacht besteed aan het schrijven van een labjournaal, hier krijg je ook een cijfer voor. Mijn advies

is: Neem voordat de practica beginnen even de tijd om te bedenken hoe je je labjournaal wil gaan

organiseren en let op de eisen van de docent. Werk elke dag direct je labjournaal bij, want als je

eenmaal achter loopt ga je veel moeite krijgen om er nog een netjes journaal van te maken. Fouten

maken bij het practicum is niet erg, als je het maar duidelijk hebt aangegeven. Naast het doen van de

practica heb je ook nog de kans om je VMT certificaat te behalen door een klein eenvoudig cursusje

te volgen. Met het eerste VMT certificaat in je bezit mag je werken met meerdere micro-organismen.

Bij sommige laboratoria is het hebben van dit certificaat verplicht, dus het is handig om even te doen.

Een belangrijk punt om te melden is dat de opleiding farmacie erg gericht is op het worden van

apotheker. Je zal dus ook getoetst worden op kennis die voor apothekers belangrijk is, zoals kennis

van verschillende soorten antibiotica en reguleringen wat betreft medicijnen. Als bioloog vond ik dit

zelf niet zo interessant en een beetje teleurstellend. De dingen die ik dacht te gaan leren over

moleculaire mechanismen van een daadwerkelijke infectie in de mens bleven afwezig, aangezien dit

ook niet per se interessant is voor een farmaceut. Helaas kan ik daarom van bioloog tot bioloog deze

cursus niet aanraden. Het werken op het laboratorium met micro organismen is zeker leuk en

leerzaam, maar dit wordt ook behandeld in de eerste paar weken van Moleculaire en Genetische

onderzoekstechnieken, binnen de major Biologie.

Pathologie (BMW, niveau 3, BMW30205) Timeslot A+D Bij veel vakken leer je vooral over cellulaire processen en de werking van het lichaam. Bij Pathologie

gaat het om de ziekteleer en dus wat er gebeurd als er een proces in het lichaam wordt verstoord

waardoor een ziektebeeld ontstaat en hoe dit is waar te nemen door de microscoop. Wat erg fijn is

aan dit vak, is dat het heel overzichtelijk is opgebouwd. Het bestaat namelijk uit vier blokken die met

allemaal eenzelfde indeling. Het eerste blok is cel-pathologie, dat vormt de basis voor de rest van de

cursus. De daaropvolgende blokken zijn meer gespecialiseerd in bepaalde ziektebeelden, namelijk

onco-pathologie, cardiovasculaire pathologie en als laatste immuno-pathologie.

Een blok begint met hoorcolleges en daarna zowel microscopie als macroscopie practica. Deze

practica zijn heel erg leerzaam, omdat je leert onderscheid te maken tussen gezond weefsel en de

pathologie. Zo kijk je bij onco-pathologie bijvoorbeeld door de microscoop naar darmweefsel en zie

Page 27: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

22

je duidelijk het verschil tussen gezond en tumorweefsel. Tijdens practica van cardiovasculaire

pathologie komen zaken zoals atherosclerose aan bod, terwijl je bij immuno-pathologie focust op

ontstekingsreacties. Na de practica krijg je onderzoekscolleges, waarbij experts vertellen over hun

onderzoek. Naast het feit dat je de nieuwste ontwikkelingen meemaakt, krijg je ook een goed beeld

van wat je later zelf zou kunnen gaan doen.

Tegen het eind van ieder blok moet je samen met je werkgroep een research probleem oplossen. Het

probleem wordt eerst gepresenteerd in een college. Deze kwestie werk je direct na het college met

je werkgroep uit, waarna je dit digitaal inlevert en direct in een afsluitend hoorcollege feedback

krijgt. Deze research problemen waren erg up-to-date en zeer stimulerend. Wat bijvoorbeeld erg

gaaf was, was dat bij je een onderzoek moest opzetten en dat het beste groepje het idee

daadwerkelijk in het lab mocht uitvoeren. Dit gaf een extra stimulans om goed je best te doen,

omdat je wist dat er mogelijk echt iets met je idee gedaan kon worden.

Ieder blok wordt afgesloten met een tussentoets van 10 meerkeuzevragen. Je maakt de toets eerst

individueel, waarna je dezelfde toets nogmaals maakt met je werkgroep bestaande uit zes personen.

Voor beide toets vormen krijg je een cijfer. Hierna wordt de toets meteen in een collegezaal

besproken door de bijbehorende docent. Dit is enorm leerzaam omdat je meteen feedback krijgt

over wat je wel en niet begrijpt. Deze tussentoetsen zorgt ervoor dat het vak best hard werken is,

maar het stimuleert wel om alle stof goed bij te houden. Hiervan heb je later profijt tijdens de

eindtoets waarin alle leerstof aan bod komt middels open vragen die nu vooral testen op inzicht.

Bij dit vak werd ook vaak aangegeven dat er mogelijkheden waren als je interesse had in een stage.

Het is erg fijn om te merken dat er een link wordt gelegd tussen wat je aan het leren bent en wat je

daarmee in de toekomst zou kunnen doen.

Al met al vond ik ‘Pathologie’ een erg leerzaam en leuk vak! De docenten waren over het algemeen

erg goed. Je merkte dat ze veel energie in het vak staken zodat alles zo goed mogelijk verliep. De

logische opbouw was erg fijn en overzichtelijk, de cursus zat dus goed in elkaar zat. Zo werd er ook

duidelijk aangegeven wat je moest leren en wat er van je verwacht werd. Als je geïnteresseerd bent

in ziektes en de bijbehorende pathologie van het weefsel, zou ik dit vak zeker aanraden!

Page 28: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

23

UBV-cursussen

Entomologie Entomologie is de Biologie in het werkveld cursus die zich richt op insecten. De cursus begint met een aantal colleges waar je informatie krijgt over de anatomie, ontwikkeling en voeding van insecten. Ook is er een college over hoe je insecten kunt vangen. Deze colleges zijn erg algemeen en maken weinig onderscheid tussen verschillende insecten. Ook zijn ze van een behoorlijk laag niveau en passen daardoor eigenlijk niet bij een universitaire cursus. Wel worden ze enthousiast gegeven met veel voorbeelden uit de praktijk. Een goed deel van de cursus is dat er een hele avond wordt besteed aan het correct gebruiken van een loep en binoculair. Als bioloog heb je dit waarschijnlijk al best vaak gedaan, maar toch wordt er in veel andere cursussen nauwelijks aandacht besteed aan hoe je dit precies goed doet. Tijdens entomologie oefen je hier mee, zodat je echt geen hoofdpijn krijgt nadat je lang door je loep hebt getuurd. Na een avond determineren volgen er meerdere avonden waarop je insecten moet sorteren. Dit vond ik een erg zwak deel van de cursus. Er wordt nauwelijks verteld hoe je verschillende insecten kunt herkennen en toch moet je ze van elkaar scheiden. Ook was het mij niet duidelijk waarom we dit moesten doen. Hierdoor voelde het alsof we werk aan het verrichten waren waar we niets van leerden en dat ook geen doel had. De truc is om dit een beetje los te laten. Je bent een paar avonden met insecten bezig en ziet allemaal mooie dingen voorbijkomen, dat is natuurlijk heel leuk. In het laatste deel van de cursus ga je insecten prepareren. Dit is erg leuk, omdat je het eindresultaat mee naar huis mag nemen. Veel mensen vinden dit het leukste deel van de cursus. Je sluit de cursus af met een toets. Je moet hiervoor de reader goed doorlezen en dan is de toets erg makkelijk te halen. Voor mij viel de cursus een beetje tegen. Ik had graag geleerd over de families en soorten binnen het insectenrijk, maar dit komt niet aan bod. Toch is het een interessant vak waarbij je een basiskennis opdoet en op een andere manier leert kijken naar insecten.

Page 29: Periode 1 - Utrechtse Biologen Vereniging1. Toegang tot de cursussen (practica, werkcolleges en toetsen) van het verdiepende niveau (niveau 2) van de opleiding heeft de student die

24

Dankwoord

De Onderwijscommissie wil iedereen die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze gids hartelijk bedanken:

Bedankt!