Pensioen in eigen beheer directeur- grootaandeelhouder ... · PDF...
Click here to load reader
Transcript of Pensioen in eigen beheer directeur- grootaandeelhouder ... · PDF...
Juli/augustus 2016
EYe Opener
Pensioen in eigen beheer directeur-grootaandeelhouder afgeschaft!
In dit nummer:
Pensioen in eigen beheer
directeur-grootaandeelhouder
afgeschaft!
Gebruikelijk loon start-ups
Consultatie voor aanpassingen
innovatiebox
Een update over het
afschaffen van de VAR
De loonbijtelling voor
bestelauto's
De sectorindeling
Op Prinsjesdag 2016 komt staatssecretaris van Financiën Wiebes
met een wetsvoorstel, dat het voor de directeur-grootaandeel-
houder (hierna: dga) mogelijk moet maken om op een fiscaal-
vriendelijke manier “verlost” te worden van zijn/haar problemen
met de pensioenverplichting in eigen beheer. Door Wiebes wordt
gesproken over uitfaseren van pensioen in eigen beheer. Vanwege
de sterk gedaalde marktrente in de afgelopen jaren zat menig dga
vast in een dividendklem. Dividend uitkeren was in de afgelopen
jaren niet mogelijk omdat de commerciële waarde van de
pensioenverplichting op de balans soms wel tot een factor 3 hoger
was dan de fiscale pensioenverplichting. Wanneer dividend werd
uitgekeerd, terwijl het beschikbare vermogen in de vennootschap
lager was dan de commerciële pensioenverplichting, lag het risico
op de loer dat de dividenduitkering door de Belastingdienst werd
aangemerkt als afzien van pensioen.
Het opbouwen van pensioenaanspraken in eigen beheer zal
vanaf 1 januari 2017 niet meer mogelijk zijn. Veel dga’s zijn,
mede vanwege de beperking van de dividendmogelijkheden, de
afgelopen jaren reeds gestopt met verdere pensioenopbouw in
eigen beheer. Echter, voor die dga’s die ook na 2017 pensioen
willen opbouwen rest een gang naar een professionele
verzekeraar. Voor de tot 2017 opgebouwde
pensioenaanspraken in eigen beheer heeft de dga de volgende
mogelijkheden:
1. afstempelen in combinatie met afkoop;
2. afstempelen in combinatie met overstappen naar een
spaarvariant;
3. ongewijzigde voortzetting van eigen beheer voor de tot
2017 opgebouwde pensioenaanspraken.
Afstempelen in combinatie met afkoop
dga’s die het pensioen in eigen beheer willen beëindigen
mogen hun opgebouwde pensioenaanspraken afstempelen
(verlagen) van de commerciële naar de fiscale balanswaarde.
Hierdoor komt de dividendklem grotendeels te vervallen. Over
het verschil tussen de commerciële en fiscale pensioen-
verplichting na afstempelen is geen loonheffing en
revisierente verschuldigd. Na afstempelen kan de dga
vervolgens de fiscale pensioenverplichting afkopen. Om
afkoop, waarbij ineens loonheffing verschuldigd is over de
fiscale pensioenverplichting, te stimuleren stelt de
staatsecretaris een staffel voor waarbij in 2017 een korting
van 34,5% gaat gelden over de grondslag (de fiscale
pensioenverplichting), in 2018 een korting van 25% en in
2019 een korting van 19,5%. Dit betekent voor de dga die het
pensioen in 2017 afkoopt een effectieve belastingdruk van
34,06%. Afkoop zal slechts mogelijk zijn voor vennoot-
schappen die over voldoende vermogen beschikken om de
verschuldigde loonheffing ineens te voldoen. Om anticipatie-
effecten tegen te gaan zal de fiscale pensioenverplichting
ultimo 2015 in beginsel het uitgangspunt vormen voor de te
verlenen belastingkorting.
Afstempelen in combinatie met overstappen naar een
spaarvariant
Vennootschappen die over onvoldoende vermogen beschikken
om de loonheffing bij afkoop te voldoen kunnen overstappen
op een spaarvariant. Deze spaarvariant houdt in dat de fiscale
pensioenvoorziening na afstempelen tot de pensioendatum
jaarlijks wordt opgerent met het u-rendement. Over het
verschil tussen de commerciële en fiscale pensioenverplichting
na afstempelen is geen loonheffing en revisierente
verschuldigd. Vanaf de pensioendatum zal het opgebouwde
spaarsaldo vervolgens in 20 jaar worden uitgekeerd. Ook in
deze variant vervalt de dividendklem grotendeels. Wanneer
het pensioen wordt uitgekeerd zal over de uitkeringen
loonheffing verschuldigd zijn.
Ongewijzigde voortzetting van eigen beheer voor de tot
2017 opgebouwde pensioenaanspraken
Afstempelen met afkoop of overdracht naar een spaarvariant
lijkt een keuze te zijn, geen verplichting. Dit betekent dat de
dga ook kan kiezen om de uitvoering van het tot 2017
opgebouwde pensioen in eigen beheer ongewijzigd voort te
zetten. Een dga die voor deze optie kies zal afhankelijk van
zijn/haar situatie geconfronteerd blijven worden met de
dividendklem.
Het wetsvoorstel, dat onderdeel zal uitmaken van het
Belastingplan 2016, is op hoofdlijnen geschetst. Voor de
details zullen wij het wetsvoorstel moeten afwachten. Zeker is,
dat voor situaties waarbij sprake is van een nabestaanden-
pensioen, de partner dient mee te tekenen voor afstempelen
al of niet in combinatie met afkoop. Wat voor de dga de beste
keuze zal zijn hangt af van de specifieke situatie. Er is zeker
geen sprake van “one size, fits all”. Laat u daarom goed
adviseren over de gevolgen van de verschillende
keuzevarianten.
Mocht u vragen hebben over uw pensioen in eigen beheer, dan
kunt u contact opnemen met uw contactpersoon binnen EY.
2
Directeuren-grootaandeelhouders
(dga’s) worden geacht in 2016 een loon
te genieten van in de regel ten minste
€ 44.000. Het kabinet stelt voor deze
belemmering voor start-ups met ingang
van 2017 deels weg te nemen.
De fiscale gebruikelijkloonregeling voor
dga’s houdt in dat belasting moet
worden betaald over een bepaald
gebruikelijk loon, óók indien binnen de
vennootschap de financiële middelen
ontbreken om dat loon daadwerkelijk uit
te betalen. Daarom wordt het ook wel de
“fictief-loon-regeling” genoemd. Voor
start-ups is belasting betalen over niet
genoten loon een grote belemmering.
Het kabinet heeft aangekondigd hen met
ingang van 2017 tegemoet te zullen
komen door de gebruikelijkloonregeling
te versoepelen.
Thans bepaalt de wet dat het
gebruikelijke dga-loon ten minste
bedraagt het hoogste bedrag van:
a. 75% van het loon uit de meest
vergelijkbare dienstbetrekking;
b. het hoogste loon van andere
werknemers die in dienst zijn van de
dga vennootschap of van een
daarmee verbonden lichaam;
c. € 44.000.
Aangekondigd is dat het minimum-
bedrag van € 44.000 zal worden
verlaagd voor start-ups naar het
wettelijke minimumloon (circa
€ 20.000). Wij verwachten dat het
voorstel tot deze wetswijziging zal
worden ingediend op Prinsjesdag 2016
bij het Belastingplan 2017.
Uw belang
U bent een start-up en heeft een af-
spraak gemaakt met de Belastingdienst
over de hoogte van uw gebruikelijk
loon? Maak dan te zijner tijd een nieuwe
afspraak over de hoogte daarvan in
2017. U bent geen start-up of een start-
up zonder de bedoelde afspraak? Toets
de juistheid van de hoogte van uw
gebruikelijk loon, óók voor 2016.
Gebruikelijk loon start-upsConsultatie voor aanpassingen innovatiebox
Op 19 mei jl. heeft het ministerie
van Financiën een internet-
consultatie opengesteld met
conceptwetgeving omtrent
aanpassingen in het regime van de
innovatiebox. Nederland is
genoodzaakt zijn wetgeving aan te
passen door de kaders die de OESO
in het Base Erosion and Profit
Shifting (BEPS) Actieplan 5 heeft
geschept. De achtergrond van het
BEPS-project is onder meer om
voordelen daar te belasten waar de
waarde creërende activiteiten ten
aanzien van “intellectual property”
plaatshebben. Hierna gaan wij op
basis van de Nederlandse concept-
wetgeving in op de belangrijkste
wijzigingen van de innovatiebox.
De definitieve wettekst zal op
Prinsjesdag 2016 worden
gepubliceerd. Het onderhavige
document geeft reeds een goede
indruk hoe die wetgeving zal
worden vormgegeven. De
aangepaste regelgeving voor de
innovatiebox gaat gelden voor
boekjaren die aanvangen op of ná
1 januari 2017, waarbij tevens
overgangsrecht van toepassing is.
Het effectieve tarief voor voor-
delen in de innovatiebox blijft 5%.
Zie voor het gehele artikel onze
site.
3
Met de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is
met ingang van 1 mei 2016 het systeem van de VAR-
verklaring afgeschaft. Een vervolg-update.
De nieuwe DBA-wet blijft de politieke gemoederen bezig
houden. Met de regelmaat van de klok moet de staats-
secretaris van Financiën Kamervragen beantwoorden. Aan de
antwoorden op de laatste serie Kamervragen ontlenen wij het
volgende:
► Een zzp’er kan een werknemer – bijvoorbeeld bij
zwangerschap of ziekte – tijdelijk vervangen. Maar indien
een “invaller” op dezelfde wijze hetzelfde werk doet en
onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden als de
werknemer die wordt vervangen, is sprake van een
dienstbetrekking van de zzp’er.
► In de overgangsperiode van één jaar tot 1 mei 2017 zal de
Belastingdienst niet handhavend maar voorlichtend
optreden.
► Opdrachtgevers en opdrachtnemers hebben in die
overgangsperiode wel een voortdurende inspannings-
verplichting om niet te werken op basis van een
arbeidsovereenkomst.
► In drie situaties zal de Belasting wél repressief optreden
(lees: aan de werkgever/vermeende opdrachtgever worden
naheffingsaanslagen loonheffingen opgelegd):
1. De opdrachtgever en opdrachtnemer ondernemen
geen enkele activiteit en doen geen enkele inspanning
om de arbeidsrelatie zodanig vorm te geven dat er
buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. Zij kunnen
niet aannemelijk maken dat zij nog met elkaar in
onderhandeling zijn over aanpassingen in hun
overeenkomst of werkwijze teneinde buiten
dienstbetrekking te werken. Zij maken ook geen
gebruik van een door de Belastingdienst beoordeelde
(model- of voorbeeld-) overeenkomst of hebben een
daarmee overeenkomende overeenkomst afgesloten.
De opdrachtgever en opdrachtnemer kiezen er
tegelijkertijd niet voor om loonheffingen af te dragen
of te voldoen.
2. De Belastingdienst heeft in de periode vóór 1 februari
2016 al schriftelijk kenbaar gemaakt dat de bij
onderzoek aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn
als een (fictieve) dienstbetrekking. Tegelijkertijd
kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer niet
aannemelijk maken dat zij inspanningen hebben
verricht om hun werkwijze te veranderen zodat er
buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.
3. Er is sprake van grove schuld of opzet.
► Het werken met tussenpersonen of payrollbedrijven geeft
niet méér DBA-zekerheid dan het werken met door
Belastingdienst gepubliceerde modelovereenkomsten.
► De Belastingdienst zou uiterlijk 31 mei 2016 een antwoord
op alle binnengekomen DBA-vragen op zijn website
publiceren. Het merendeel is beantwoord, enkele staan
nog open. Wilt u weten welke? Surf dan naar
rijksoverheid.nl en belastingdienst.nl.
Een update over het afschaffen van de VAR
4
Uitzondering 1: de bestelauto die door
aard of inrichting (nagenoeg)
uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor
vervoer van goederen
Deze bestelauto beschikt over een
laadruimte – vaak met stellages –
geschikt voor het vervoer van goederen
en materialen. De bestuurderscabine
van deze auto is in de regel voorzien van
meer dan één zitplaats. De rechtspraak
laat zien dat het forfaitaire bijtellings-
percentage voor deze bestelauto alleen
dan niet geldt, indien een tweede
berijder noodzakelijk is voor het vervoer
van goederen.
Uitzondering 2: de bestelauto die
buiten de werktijd niet kan worden
gebruikt
Dit is de bestelauto die na werktijd
“achter het hek” van de werkgever
wordt geparkeerd.
Uitzondering 3: (onder voorwaarden)
de bestelauto waarvoor een verbod op
privégebruik geldt
Het verbod moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
a. Het verbod is schriftelijk
vastgelegd.
b. De werkgever bewaart de
vastlegging van het verbod bij de
loonadministratie.
c. De werkgever houdt voldoende
toezicht op de naleving van het
verbod.
d. De werkgever legt een passende
sanctie op indien het verbod wordt
overtreden.
Uitzondering 4: de bestelauto die
doorlopend afwisselend door twee of
meer werknemers wordt gebruikt
De fiscale loonbijtelling kan bij deze
bestelauto achterwege blijven. De
werkgever koopt het eventuele
privégebruik af met een eindheffing
voor zijn rekening van € 25 per maand
(€ 300 per jaar). Wanneer is sprake van
doorlopend afwisselend gebruik? Een
rechter heeft beslist dat de eind-
heffingsregeling van € 300 niet van
toepassing was in een situatie waarin
een bestelauto overdag door meerdere
werknemers zakelijk werd gebruikt (en
mogelijk ook incidenteel privé), maar die
auto ’s avonds in de regel door één
werknemer mee naar huis werd
genomen en hij daarmee ook privé
mocht rijden. Het reguliere forfaitaire
bijtellingspercentage was van
toepassing.
Uitzondering 5: “Verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik bestelauto”
De chauffeur/werknemer – bij gebruik
door meerdere werknemers: iedere
chauffeur – kan bij de Belastingdienst
een “Verklaring uitsluitend zakelijk
gebruik bestelauto” aanvragen en aan
de werkgever overleggen. Kan achteraf
niet worden aangetoond dat het
privégebruik niet meer is geweest van
500km op jaarbasis, dan worden
naheffingen in beginsel opgelegd aan de
werknemer. In afwijking hiervan wordt
bij de werkgever nageheven, indien hij
wist dat de “Verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik bestelauto” niet juist
was.
Uw belang
Heeft uw organisatie een of meer
bestelauto’s zonder voor die auto(‘s)
een loonbijtelling bij de werknemer(s) te
doen? Zorg er dan voor dat u zekerheid
heeft dat die bijtelling terecht achter-
wege is gebleven.
De loonbijtelling voor bestelauto's
5
EY | Assurance | Tax | Transactions | Advisory
Over EY
EY is wereldwijd toonaangevend op de
gebieden assurance, tax, transaction en
advisory services. Met de inzichten en de
hoogwaardige diensten die wij bieden, dragen
wij bij aan het versterken van het vertrouwen
in de kapitaalmarkten en economieën overal
ter wereld. Wij brengen toonaangevende
leiders voort die door samen te werken onze
beloften aan al onze stakeholders waarmaken.
Daarmee spelen wij een cruciale rol bij het
creëren van een beter functionerende wereld
voor onze mensen, onze cliënten en de
maatschappij.
De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde
organisatie en mogelijk naar een of meer
lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited
(EYG), die elk een afzonderlijke rechtspersoon
zijn. EYG is een UK company limited by
guarantee en verleent zelf geen diensten aan
cliënten. Voor meer informatie over onze
organisatie, kijk op ey.com.
© 2016 Ernst & Young Accountants LLP
Alle rechten voorbehouden.
ED None
Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is
daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze is niet
bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd
onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel
oordeel. Noch EYGM Limited, noch enig ander lid van de
wereldwijde EY organisatie kan aansprakelijk worden gesteld
voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te
handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie.
Bij elke specifieke aangelegenheid dient steeds een geschikte
adviseur geraadpleegd te worden.
ey.com/nl
De sectorpremie varieert in 2016 van 0,63% (Sector 2, Tabakverwerkende Industrie
tot 17,83% (Sector 56 Schildersbedrijven, Premiegroep kort). De hoogte van deze
werknemersverzekering is afhankelijk van het werkloosheidsrisico in de bedrijfs- of
beroepssector van de werkgever. Zeker bij grote loonsommen kan een procentje
meer of minder, een behoorlijke kostenverhoging of een aanzienlijke besparing voor
werkgevers betekenen.
Onlangs concludeerde de Advocaat-Generaal in een zaak die een payrollbedrijf had
aangespannen. Hij was ingedeeld in de dure Sector 52 Uitzendbedrijven en stelde
dat hij moest worden ingedeeld in de goedkopere Sector 45 Zakelijke dienstverlening
III. De regels omtrent de sectorindeling zijn niet altijd eenduidig. Dat blijkt wel uit de
conclusie van de Advocaat-Generaal. Hij kwam uit op een indeling niet in Sector 52,
noch in Sector 45. Volgens hem moet een payrollbedrijf worden ingedeeld in de
sector waarin zijn grootste opdrachtgever is ingedeeld.
Uw belang
Het belang van een juiste sectorindeling raakt elke werkgever, niet alleen
payrollbedrijven of uitzendorganisaties. Als uw ondernemingsactiviteiten in de loop
der tijd zijn gewijzigd (‘geëvolueerd’) of als u ondernemingen heeft overgenomen,
zijn dat indicatoren om de huidige sectorindeling opnieuw te beoordelen.
De sectorindeling
Contactpersonen MKB Praktijk
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van bijgaande of andere
onderwerpen dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met een
van de contactpersonen via deze link.