Peil 05

16
Bouwen aan een veilige toekomst SAMEN WERKEN AAN EEN DELTAVISIE

description

Peil nummer 05, 2011

Transcript of Peil 05

Page 1: Peil 05

Bouwen aan een veilige toekomstSAMEN WERKEN AAN EEN DELTAVISIE

PEIL_5_2011_litho.indd 1 01-12-11 15:15

Page 2: Peil 05

Het hoogheemraadschap houdt zich al jaren bezig met het verstevigen van de dijken. Een ambachtelijk karwei, waar tegenwoordig wel hypermoderne apparatuur voor wordt gebruikt. Met dit apparaat, dat op een handkar wordt gezet, of achter een auto gehangen, kunnen wegen en dijken letterlijk wor-den doorgelicht. De radar meet de dichtheid van verschil-lende bodemlagen en geeft deze gecodeerd weer op het beeldscherm van een laptop. Wie de meetgegevens weet te interpreteren, weet tot op de centimeter nauwkeurig wat zich onder de oppervlakte bevindt. Tot dusverre huurt het hoogheemraadschap hiervoor een specialistisch bedrijf in, dat de technische meetgegevens vertaalt naar een leesbaar rapport.

> MULTIFUNCTIO-NEEL Ook in de bouw en bij het onderhoud van wegen kan de grondradar uitkomst bieden. Dankzij de radar is meteen helder hoe diep de asfaltlaag overal is, hoe het is gesteld met het funda-ment van de wegen en of en waar zich leidin-gen en kabels bevin-den. Op die manier kunnen werkzaam-heden effi ciënter worden uitgevoerd.

>> 46,6 CM LANG | 39,5 CM BREED | 17,4 CM HOOG | GEWICHT 10 KG | 2 TOT 800 SCANS PER SECONDE | 200 MHZ OF 400 MHZ ANTENNE | SCANDIEPTE 2 METER 400 MHZ , 4 6 METER 200 MHZ , AFHANKELIJK VAN GRONDSOORT <<

HIGHTECHCONTROLEMIDDEL

De grondradar wordt ingezet om bijvoorbeeld dijkrepara-ties te controleren. Zijn er geen holle ruimtes meer? Is het zand goed verdicht? Zijn er geen scheuren? Deze controle is vele malen nauwkeuriger dan de methode die tot nu toe werd toegepast: steekproefsgewijs boren. De dijkversterking is nu volledig gewaarborgd. Gebruik van de radar vooraf-gaand aan de werkzaamheden kan kostenbesparend werken. Wanneer je precies weet waar de oorzaak ligt van bijvoor-beeld een verzakking, hoef je niet eerst de hele asfaltlaag te verwijderen om te zien waar de schoen wringt. Dit alles betekent niet dat die steekproeven voortaan niet meer nodig zijn. De boringen halen het onderliggende materiaal naar boven, zodat dit op kwaliteit kan worden gecontroleerd. Ambachtelijk, met de hand.

close-up DE GRONDRADAR

}

PEIL_5_2011_litho.indd 2 02-12-11 10:55

Page 3: Peil 05

✱✱

hhnk.nlMEER INFORMATIE over deze en andere onderwerpen van het hoogheemraadschap vindt u op www.hhnk.nl.

Peil is het relatiemagazine van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Peil verschijnt twee keer per jaar in een oplage van ongeveer 2700.

Redactieadres:Hoogheemraadschap Hollands NoorderkwartierPostbus 2501700 AG Heerhugowaard

Bladmanagement en eindredactie:Hans van den Berg

Concept & realisatie:MediaPartnersLoyaliteitsCommunicatieStroombaan 41181 VX Amstelveent 020 547 36 00

Tekst:Mirjam JochemsenJohn MarréeAnnelies RoonHomme Siebenga

Fotografi e:Marco BakkerHollandse HoogteRuben MeijerinkKenneth StampMarieke van der Velden

Lithografi e:Grafi Media Amsterdam

Druk:Verhagen Grafi sche MediaVeldhoven

Copyright ©2011 MediaPartners/HHNK. Artikelen uit deze uitgave mogen geheel of gedeeltelijk worden overgenomen na toestemming van de redactie.

WATERSYMPOSIUM Levendige debatten over de scherpste dilemma’s uit de Deltavisie.

07NATTE VOETEN, DROGE VOETEN De wateroverlastproblemen in Beverwijk vragen om een creatieve oplossing.

14MENSENWERK Speuren naar sporen en holen met muskusrat-tenbestrijder Jaap Vermaas.

06

VISIE Samenwerken in deafvalwaterketen levert meerop dan alleen euro’s.

04

}Inhoud

PEIL_5_2011_litho.indd 3 02-12-11 10:55

Page 4: Peil 05

>> GEMEENTEN EN HET HOOGHEEMRAADSCHAP WERKEN STEEDS INTENSIEVER SAMEN IN DE AFVALWATERKETEN. DIT KOMT MEDE DOOR DE NOODZAAK TOT BEZUINIGEN. DEZE SAMENWERKING MOET JAARLIJKS MILJOENEN EURO’S OPLEVEREN. MAAR ER IS MEER TE BEHALEN DAN ALLEEN BESPARINGEN. <<

Bundelen vande krachten }

PEIL_5_2011_litho.indd 4 01-12-11 16:20

Page 5: Peil 05

“Technisch gezien is het afvalwater-systeem natuurlijk één keten”, zegt Rudolph Melis, projectdirecteur bij het hoogheemraadschap. “Maar bestuurlijk gezien ligt dat anders. Voor het eerste deel van die keten – het rioolstelsel –zorgen de gemeenten, het tweede ge-deelte – de aanvoer naar de rioolwater-zuivering – verzorgen wij. In het verle-den deed ieder zogezegd zijn eigen ding. Als wij ergens een toename van afval-water verwachtten, bijvoorbeeld door de aanleg van een nieuwe wijk, breidden we prompt onze zuiveringscapaciteit uit. Tegenwoordig gaan we in zo’n geval eerst met elkaar in gesprek.”

De geschiedenis in de Wieringermeer laat een mooi voorbeeld zien van de be-sparing die dergelijk overleg kan opleve-ren: landelijk gebied waar veel hemelwa-ter via daken of parkeerterreinen relatief schoon in het riool belandde. Na een optimalisatiestudie besloten het hoog-heemraadschap en de betrokken ge-meenten om delen van het rioolsysteem waarin regenwater werd opgevangen ‘af te koppelen’, dat wil zeggen niet naar de zuivering maar naar het oppervlaktewa-ter (de sloot) af te voeren. Daar betaalde het hoogheemraadschap aan mee, want afkoppeling betekende dat de zuive-ringsinstallatie niet uitgebreid hoefde te worden. Een voorbeeld van een win-winsituatie: uiteindelijk bedroegen de gezamenlijke kosten maar 60 procent van wat er anders nodig geweest was.

KWALITEIT VAN DIENSTVERLENING“Dit soort voorbeelden spreken aan”, zegt Hans van Os, portefeuillehouder afvalwaterketen voor het hoogheem-raadschap. “Ik merk bij de wethouders met riolering in hun portefeuille dan ook een groeiend enthousiasme voor samenwerking. Daarbij gaat het niet alleen om geld. Er is natuurlijk aanzien-lijke fi nanciële winst te behalen, vooral bij gezamenlijke investeringen. Maar investeren doe je één keer en dan ben je voor tientallen jaren klaar. Net zo belangrijk zijn gezamenlijk beheer en onderhoud, en het delen van kennis en kunde. Bijvoorbeeld: in een database verzamelen wij voor veel gemeenten alle informatie, afkomstig uit de monitoring van hun rioolstelsel. Twee keer per jaar analyseren we die gegevens voor hen.

Die gegevens geven een beeld van het functioneren van het rioolstelsel zodat onderhoud en aanpassingen aan en investeringen in het riool zo goed mo-gelijk kunnen worden uitgevoerd. Hier-door bespaar je niet alleen, je verhoogt constant de kwaliteit van de dienst-verlening aan de burger. En daar gaat het uiteindelijk om.” Van Os ziet in de toekomst nog meer mogelijkheden om

taken te delen, bijvoorbeeld het opzet-ten van een gezamenlijke storingswacht. “Maar we waken ervoor dat we niet te snel gaan. We willen recht doen aan de situatie die historisch gegroeid is. Ge-meenten hebben al vele decennia geïn-vesteerd in hun rioleringssysteem. Voor samenwerking is vertrouwen nodig, en dat moet je verdienen. Samenwerken is echt een werkwoord.”

PRAGMATISCHE AANPAKOm die verdergaande samenwerking beter te kunnen organiseren, is er een aanjaagteam in het leven geroepen, met medewerkers van gemeenten en het hoogheemraadschap. Ook heeft het hoogheemraadschap het gebied verdeeld in vijf regio’s: de Noordkop, West-Friesland, Zaanstreek/Water-land, Noord Kennemerland-Noord, en Noord Kennemerland-Zuid. Deze indeling is gebaseerd op al bestaande

samenwerkingsverbanden. De samen-werking met de negen gemeenten in de Noordkop is inmiddels meer dan tien jaar oud en daarmee het verst gevor-derd. Hier zitten de betrokkenen een aantal keren per jaar met elkaar om de tafel. Onder de gezamenlijke activiteiten vallen onder meer aanbestedingstrajec-ten, inspectie, reiniging, en gegevens-beheer. Hiermee worden op jaarbasis

enkele tonnen bespaard. Melis: “Voor elk van de genoemde regio’s hebben we een samenwerkingsconvenant, verge-lijkbaar met dat van de Noordkop, op het oog. Bewust kiezen we niet voor het optuigen van een zware organisa-torische kerstboom met stuurgroepen, werkgroepen en begeleidingsgroepen. Gewoon, vanuit de inhoud kijken waar je elkaar kunt vinden. Een heel prag-matische aanpak. Dat blijkt het beste te werken.”

“Voor samenwerking is vertrouwen nodig, dat moet je echt verdienen”

RUDOLPH MELIS, PROJECTDIRECTEUR

HANS VAN OS, PORTEFEUILLEHOUDER AFVALWATERKETEN

> KNELPUNTEN EN SUCCESSEN Het hoogheemraad-schap wil meer aan-dacht vestigen op de kansen die samenwer-king in de afvalwater-keten biedt. Daarom is het van plan om in 2012 voor gemeen-ten onder andere vijf regiobijeenkomsten te houden. Om in gesprek te raken over ieders mogelijkheden en knelpunten. En om te laten zien welke suc-cessen er al te vieren zijn.

> HISTORISCH GEGROEIDE SAMENWERKING De huidige taakverde-ling tussen gemeenten en het hoogheem-raadschap is een histo-risch gegroeid gege-ven. Lang belandde in steden alle afval in een open riool. Pas vanaf circa 1910 investeerde een aantal grotere ste-den in de aanleg van een gesloten rioolsys-teem. Het rioolwater werd toen nog direct op het oppervlakte-water geloosd. Sloten, rivieren en kanalen raakten uiteindelijk zwaar vervuild. Pas in 1970, bij de invoering van de Wet verontrei-niging oppervlakte-water, kwam hieraan een eind. Deze wet gaf provincies de taak om afvalwater te zuive-ren voor het terug in het watersysteem kan. Veel provincies, waaronder ook Noord-Holland, besteedden deze taak uit aan de waterschappen. Vanaf dat moment legden waterschap-pen, aansluitend aan de gemeentelijke rioolsystemen, een ondergronds netwerk aan om afvalwater naar de verschillende afvalwaterzuiveringsin-stallaties te brengen.

visie AFVALWATERKETEN

DECEMBER 2011 peil 5

}

PEIL HHNK.NL

REAGEREN OP DIT ARTIKEL? MAIL NAAR•

PEIL_5_2011_litho.indd 5 01-12-11 16:20

Page 6: Peil 05

JAAP VERMAAS IS EEN VAN DE TWEE MUSKUSRATTENBESTRIJDERS IN DE WIERINGERMEER. MUSKUSRATTEN HEBBEN IN ONS LAND NAUWELIJKS NATUURLIJKE VIJANDEN EN HUN HOLEN ZORGEN VOOR FLINKE SCHADE AAN WATERKERINGEN EN RIETKRAGEN. OM DIE REDEN BESCHERMEN JAAP ENZIJN COLLEGA RICHARD WESTERVELD DE 3000 KILOMETER WATERGANG IN ‘HUN’ GEBIED DOOR DE MUSKUSRATTENPOPULATIE OP EEN AANVAARDBAAR NIVEAU TE HOUDEN.

De spanning van het speuren

SEIZOENSWERK? “Nee, we zijn het hele jaar door bezig met het vangen van ratten. Nou ja, van muskusratten. Eigenlijk is het niet eens een rat, want dit beestje is familie van de woelmuizen. Het is een heel schoon dier en 100 procent vegetariër. Volstrekt ongevaarlijk, maar ze richten wel grote schade aan. Ze vreten landbouwgewassen en rietkragen aan en hun ‘bouwen’, zoals hun holen heten, zorgen voor gaten en verzakkingen in de waterkeringen. Gelukkig zijn de zeewaterkeringen verhard, daar kunnen ze niks mee. Maar binnendijken en walkanten hebben fl ink te lijden onder hun bezigheden.”

MUIZENVALLEN? “We vangen ze met kooien en klemmen. Kooien zetten we alleen in tijdens de migratietrek in de herfst en het voorjaar. We plaatsen ze bijvoorbeeld voor duikers waar ze doorheen zwem-men. Eenmaal binnen kunnen ze er niet meer uit. Een muskusrat kan zo’n vijftien minuten onder water blijven, daarna verdrinkt hij. Om die reden zetten we liever klemmen, want die zijn door de grote slagkracht direct dodelijk. Dat heeft echter alleen zin bij de in- en uitgangen van hun holen en je vangt er maar één tegelijk mee.”

RATTENPLAAG? “De grootte van de populatie verschilt per jaar. Tot dusverre hebben we dit jaar circa 1300 ratten in ons gebied gevangen. Die gaan de vriezer in, tot het destructiebedrijf ze komt halen. Ik verwacht dat we uiteindelijk onder de 2000 zullen blij-

ven. Maar in 2005 was er een piek: in Noord-Holland hebben we toen bijna 8000 muskusratten gevangen.

TYPISCH NEDERLANDS? “Het landschap is hier ideaal voor hen. Er is heel veel water en voedsel. Maar oorspronkelijk komt het dier uit de Verenigde Staten. Een Tsjechische graaf heeft ze ooit meegeno-men en laten uitzetten op zijn landgoed, om er op te jagen. Daarna zijn ze uitgewaaierd over heel Europa. In 1942 werd de eerste muskusrat in Nederland gevangen.”

JONGENSDROOM? “Al toen ik 14 was, zat ik in de beroepsvisserij. Daardoor kwam ik met muskusratten-bestrijders in aanraking. Op mijn 16e ging ik met hen mee op pad. Het buiten werken, de uitdaging van het speuren naar sporen en holen, ik vond het prachtig. En nog steeds. In droge zomers kun je letterlijk ruí-ken waar ze zitten, door die typische muskusgeur.”

HOBBY? “Ik vis en jaag graag. Ik verzamel allerlei attributen op dat vlak. En ik ben erg geïnteresseerd in geschiedenis. Daar lees ik veel over.”

FAVORIETE PLEK? “De ruige natuurhoeken zijn favoriet. Je ziet hier ijsvogels, maar ook reeën, in het Robbenoordbos.”

TOVERFLUIT? “Haha, van de Rattenvanger van Hamelen zeker? Nee, die heb ik niet, helaas.”

> Tot voor kort waren muskusrattenbestrijders in dienst bij de provincie. Sinds januari 2011 zijn ze in dienst bij het water-schap. Deze verandering is bij wet geregeld met het oog op een effi ci-entere verdeling van taken ter voorkoming van schade aan waterstaats-werken door muskus- en beverratten.

mensenwerk JAAP VERMAAS

PEIL_5_2011_litho.indd 6 28-11-11 15:50

Page 7: Peil 05

DECEMBER 2011 peil 7

> DELTAPROGRAMMASinds 2010 bestaat er een nationaal Deltaprogramma. Een maatregelenpakket met twee doelen: Nederland beschermen tegen hoogwater, en de zoetwatervoorziening op orde houden. De deltacommissaris heeft de regie over het opstellen en jaarlijks bijwerken van dit programma.

> MINIDEBATTENHet afgelopen half jaar heeft het hoogheemraadschap in heel Hollands Noorderkwartier met ambtenaren, bestuurders en belanghebbenden ‘minidebatten’ gehouden. Dit gebeurde op basis van dertien dilemma’s. Over de vijf scherpste dilemma’s uit de minidebatten voert het watersymposium de slotdiscussie.

> REGIONALE VISIEHet hoogheemraadschap neemt de uitkomsten van de debatten mee in zijn Deltavisie voor Hollands Noorderkwartier. Deze regionale visie vormt op haar beurt input voor het nationale Deltaprogramma.

water-symposium 2011

“Gechargeerd gezegd draait het om de vraag of we in dit land kunnen blijven wonen. Dat kan als we op tijd de juiste maatregelen treffen. Zo adviseerde de Deltacommissie o.l.v. Cees Veerman.” Deltacommissaris Wim Kuijken

In de zaal staan de stoelen in ‘Lager-huisopstelling’: in rijen tegenover elkaar. Deelnemers uit belangengroe-peringen zitten groepsgewijs bij elkaar, en wie iets wil inbrengen staat gewoon op en vraagt het woord. Groot op de wand wordt een aangroeiende ‘mind-map’ van ieder debat geprojecteerd, met argumenten – inclusief afzender –aan iedere zijde van het dilemma dat onderwerp van discussie is. Ook op de wand geprojecteerd, na ieder debat, een humoristische visie van Fokke & Sukke, de bekende cartooneend en car-

toonkanarie. “Wij doen ook aan mind meppen” staat er boven een tekening waarbij de eend de kanarie met een hamer heeft neergeslagen.

Waardevolle oogstDijkgraaf Luc Kohsiek opent met het onderstrepen van de noodzaak van het kijken naar de langere termijn, als het gaat om waterproblematiek. “Onze toekomst levert belangrijke dilemma’s op die wij graag met u be-spreken.” Hij refereert aan het vorige watersymposium, een jaar geleden, dat zijn vruchten heeft afgeworpen als het gaat om samenwerking in de afvalwaterketen, en zegt ook van dit symposium een waardevolle oogst te verwachten. “We hoeven er vandaag niet met elkaar uit te komen, het gaat bovenal om inhoudelijke input voor onze Deltavisie.”

Rampen voorkomenDan is het woord aan deltacommissaris Wim Kuijken, de regeringscommissaris die speciaal belast is met het opstellen van het Deltaprogramma. “We hebben de Afsluitdijk, de Deltawerken, het programma Ruimte voor de rivier. Allemaal reacties op rampen of bijna-rampen. Maar het gaat er nu om dat we de rampen voor zijn.” Volgens Kuijken bereidt het Deltaprogramma voor op vijf beslissingen die in 2015 door regering en Tweede Kamer genomen moeten worden. Over waterveiligheid: moeten onze normen voor waterveilig-

heid aangescherpt worden, en welke maatregelen horen daarbij? Over ruimtelijke inrichting: hoe bouwen we op een waterveilige manier? Over zoetwaterstrategie: hoe voorzien we iedereen van zoet water? Over de vraag hoe de Rijn-Maasdelta te beschermen is. En over de hoogte van het IJssel-meerpeil, het zoetwaterbassin van de toekomst. Kuijken: “Het initiatief van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier om zelf een regionale

deltavisie te ontwikkelen is heel krach-tig. Hulde aan deze partner. De manier waarop het gebeurt, met discussies met allerlei belangengroepen, sluit nauw aan bij de manier waarop we landelijk aan het Deltaprogramma werken.”

Dan is het tijd voor ‘helpers weg’, betreden de gespreksleiders het strijd-perk, en kunnen de debatten beginnen.

“Onze toekomst wordt warmer, droger, zouter en natter. Daar moeten we ons op voorbereiden.”Dijkgraaf Luc Kohsiek

OP 24 NOVEMBER HIELD HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER ZIJN ZESDE WATERSYMPOSIUM. THEMA: DE DELTAVISIE VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER. IN DRIE VURIGE DEBATTEN BEDISCUSSIEERDEN MEER DAN TWEEHONDERD BESTUURDERS, ONDERNEMERS, AMBTENAREN, AGRARIËRS, NATUURBESCHERMERS EN ANDEREN DIE ZICH IN NOORD HOLLAND BOVEN HET NOORDZEEKANAAL PROFESSIONEEL MET WATER BEZIGHOUDEN, VIJF PRANGENDE DILEMMA’S.

Naar een Deltavisie voor Hollands Noorderkwartier

PEIL_5_2011_symposium_pag_7_8_9_10.indd 7 02-12-11 11:09

Page 8: Peil 05

8 peil DECEMBER 2011

Het zou dom zijn om iets tijdelijks als de economische conjunctuur zoiets belangrijks als de waterveiligheid voor de komende decennia te laten bepalen.

Eigenlijk is het geen kwestie van kiezen. Voordat je gaat afwentelen probeer je toch eerst zo veel mogelijk water op te vangen?

water-symposium 2011

5 dilemma’s, 3

Wateroverlast is niet hetzelfde als waterveiligheid, wat in het eerste debat centraal stond. Bij wateroverlast praten we niet over het keren van buitenwater, maar over het water binnen de dijken van Hollands Noorderkwartier, dat onder meer belangrijk is

voor het afvoeren van regenwater. Als het gaat over voorkómen van water-overlast hebben we het over de vraag waarin we investeren. Met de huidige regels is het duur om binnendijken, maalcapaciteit en waterberging aan de norm te laten voldoen. Als daarente-gen de risico’s leidend zijn, krijgt het hoogheemraadschap grotere vrijheid om keuzes te maken waarin het meer of minder investeert. Maar dan heeft het ook meer uit te leggen.Bij het bestrijden van wateroverlast gaat het om de vraag wat je in crisis-

situaties doet. Is ieder gebied gelijk en moeten ze allemaal even goed in staat zijn om overtollig water weg te werken? Dat is nu de praktijk, maar het kost veel geld. Of kun je onderscheid maken en sommige gebieden het water op laten vangen voor andere, die dan droog blijven?

SolidariteitOok hier komt het principe van solidariteit al gauw in de discussie. En wat is solidari-teit dan? Gelijke monniken, gelijke kappen, vindt een deel van de aanwezigen. Water opvangen voor een ander, menen anderen. Debaters die iets zien in een verdeling van natte en droge gebieden houden – begrijpelijk – het eigenbelang goed in het oog. Een ambtenaar van de gemeente Alkmaar zegt onomwonden: “Wij moeten overtollig water wel afwentelen naar het platteland, we hebben geen andere optie.” Dat is het moment waarop agrariërs zich in het debat mengen. “Steden moeten hun watervraagstuk zelf oplossen. Dan lopen de plantsoenen maar een keer onder. Je kunt overtollig water niet bij ons dumpen.”

Handel in overstromingsrisicoEen gemeenteambtenaar brengt een praktische troef in het spel. “Voor het opvan-gen van overtollig water uit de stad kun je een vergoeding krijgen. Zo kan onrenda-bel landelijk gebied weer rendabel worden.” Maar dat overtollige water is meestal niet schoon, waarschuwt een medewerker van het hoogheemraadschap. Dat kan proble-men geven voor gewassen en voedsel-veiligheid. Toch slaat het idee aan. “Alles is te koop, behalve mijn vrouw”, zegt een agrariër half serieus. En een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven oppert een handel in overstromings-risico, vergelijkbaar met de handel in emissierechten in de industrie.

Regels of risico’s? Dit dilemma wordt ingegeven door de zeer hoge kosten van de versterking van onze waterkeringen. Vooral als die keringen straks aan nog hogere normen moeten voldoen. Die normen zijn momenteel globaal gekoppeld aan de economische waarde van het gebied achter de waterkering. Zo kent Hollands Noorderkwartier twee veiligheidsnormen. Eén met een ‘overschrijdingskans’ van eens per vierduizend jaar, zoals het geval is op Texel. En één met de veel kleinere overschrijdingskans van eens in de tien-duizend jaar, die voor het grootste deel van Hollands Noorderkwartier geldt.

Economische waardeMoeten deze normen blijven of moeten we nog meer onderscheid maken in de economische waarde van de gebieden achter de waterkering? Als we dat doen, is het waarschijnlijk dat een aantal water-keringen met lagere normen toe kan, want niet in ieder gebied staat economisch gezien evenveel op het spel. Op deze manier worden economisch waardevolle delen van Hollands Noorderkwartier beter beschermd dan andere.

Voeten in de aardeHet dilemma ligt gevoelig, blijkt al snel in de discussie. Want als je toevallig woont in een gebied dat minder bescherming krijgt. Hoe voel je je dan? We moeten solidair zijn met elkaar, wordt er gezegd. Er zijn ook praktische bezwaren. Een gemeente-ambtenaar is bang dat de gebieden met minder bescherming ‘ten dode opgeschre-ven’ zijn. “Welke ondernemer wil daar nog investeren?” En een bestuurder van het hoogheemraadschap vraagt ironisch of je de inwoners van die gebieden dan ook minder belasting laat betalen. Maar er klinken evenveel geluiden die in de andere richting wijzen. Verschillen in bescherming tegen hoogwater zijn al een feit, zij het op minder grote schaal. Dus wat is het principiële punt? Maar het bepalen van de waarde van een gebied kan veel voeten in de aarde hebben. Een vertegenwoordiger van een natuurorganisatie wijst erop dat er te eenzijdig naar economische belangen gekeken wordt. “Gebieden met een bijzondere natuurwaarde hebben immers ook een economische waarde.” Ook agrariërs vinden dat de economische waarde van hun gebieden niet onderschat moet worden.

DEBAT 1 WATERVEILIGHEIDMoeten we de huidige veiligheidsnormen voor onze waterkeringen behouden, wat erg duur uitpakt? Of moet de economische waarde van het achterliggende gebied bepalend worden?

DEBAT 2 WATEROVERLASTHoe voorkomen we wateroverlast? Op basis van de huidige regels, of van risico’s? En als wateroverlast een feit is, moet dan iedereen droog blijven – wat zijn prijskaartje heeft? Of vangen sommige gebieden de overlast voor andere op?

PEIL_5_2011_symposium_pag_7_8_9_10.indd 8 02-12-11 11:09

Page 9: Peil 05

water-symposium 2011

> JAN KLAVER, PROJECTWET-HOUDER WATER, GEMEENTE BEEMSTER: “De interactieve vorm van dit symposium

was heel goed. Mijn complimen-ten. Het zoetwatervraagstuk vond ik het meest prangende dilemma.”

> ANNEKE HOUDIJK, BELEIDS-ADVISEUR, PROVINCIE NOORD-HOLLAND: “Het

werkte prima om gezamenlijk te wikken en wegen rond dilemma’s. Was de praktijk ook maar zo zwart-wit, zou je haast zeggen.”

DECEMBER 2011 peil 9

Omdat het klimaat warmer en droger wordt, groeit het ‘gat’ tussen de momenten waarop zoet water nodig is en wanneer het voorhanden is. Wat doen we daarmee? Zoet water komt het gebied binnen via het boezemwatersysteem. Moeten we bij schaarste ook gebieden die ver van dit watersysteem liggen, blijven voorzien? Dat kost veel geld. Doen we dit niet, dan zal de bodem in afgelegen gebieden verzilten, met grote consequenties voor de landbouw. Om misverstanden te voorkomen: het gaat hier om oppervlaktewater. Drinkwatervoorziening staat niet ter discussie.

Maximaal of basaal?De vraag naar zoet water gaat verder stijgen, bijvoorbeeld voor het ‘doorspoelen’ van sloten en vaarten om verzilting van de bodem tegen te gaan. Het hoogheemraadschap stelt momenteel geen beperkingen aan het verbruik van zoet water. Maar dat beleid wordt steeds duurder. Moet je iedereen wel maximaal blijven voorzien? Of moet het hoogheem-raadschap alleen een basishoeveelheid leveren en de rest overlaten aan plaatselijke initiatieven en regelingen, zoals het lokaal vasthouden van winteroverschotten zoet water. Maximaal of basaal? Dat is hier de vraag.

Zelf doen“We zijn niet zuinig genoeg met ons zoete water”, vindt een vertegenwoordiger van Landschap Noord-Holland. “Als we het langer in polders vasthouden, levert dat ook nog eens kansen op voor natuurontwikkeling.” Maar water lokaal langer vasthou-den vraagt volgens een medewerker van een gemeente om plaatselijke afspraken, waarvan hij gruwelt. “Niet voor niets zijn we in de afgelopen decennia steeds verder opgeschaald. Moeten we dan weer allerlei plaatselijke structuurtjes opzetten?” Toch zijn er momenteel op Texel, waar het zoetwatertekort al actueel is, goede ervaringen, juist met een lokale aanpak. “Zelf doen is belangrijk”, betoogt de burgemeester van Texel. “Niet op het hoogheemraadschap zitten wachten.”

GreenportZoet water vasthouden in polders vraagt wat van agrariërs. Hogere waterstanden hebben invloed op het gebruik van gras- en bouwland. Verreweg de meeste agrariërs in het debat kiezen voor maximale zoetwatervoorziening, bijvoorbeeld door het waterpeil van het IJssel- en Markermeer drastisch omhoog te brengen. Omdat ver-zilting grote consequenties heeft, vooral voor de bloembollenteelt. “We zijn onlangs bekroond met een Greenport-functie. Dankzij het zoete water gaat het economisch

goed.” Maar een vertegenwoordiger van Landschap Noord-Holland vindt dat agrariërs meer moeten inzetten op het telen van zouttolerante gewassen. “Er is nu te veel zoetwaterverbruik voor het doorspoelen.”“Maximale zoetwatervoorziening is niet houdbaar”, vindt een bestuur-der van het hoogheemraadschap. “Of willen we soms dat de belastin-gen omhooggaan?” We moeten zuiniger met zoet water omgaan, vindt een groot deel van de aanwezigen. Misschien gebeurt dat pas als we echt merken dat het niet onbeperkt voorhanden is.

debattenDEBAT 3 VOLDOENDE SCHOON ZOET WATER Hoe gaan we om met de verwachte tekorten aan schoon zoet water? Blijven we in droge tijden iedereen van evenveel water voorzien, of niet? Moeten we misschien een basishoeveelheid afspreken – en wie meer wil, moet dat dan zelf oplossen?

PEIL_5_2011_symposium_pag_7_8_9_10.indd 9 02-12-11 11:10

Page 10: Peil 05

De weersverwachting voor 2051 volgens Helga van Leur

21 juni 2051: in Hollands Noorderkwartier variëren de tempe-raturen van 32 (Texel) tot 37 graden. Volgens Helga van Leur is het al twee maanden heet en droog. Mensen zoeken verkoe-ling bij het water, maar er is op veel plaatsen een zwemverbod vanwege blauwalg. Het waterpeil van het IJsselmeer is intussen zestig centimeter gedaald. Er is een sproeiverbod van kracht en een verbod om te barbecueën. In de schaduw blijven en goed insmeren, of nog beter binnenblijven, luidt het advies. Maar vanuit het zuiden zijn er buien op komst. Die kunnen wat verkoeling brengen, al leveren ze weer andere problemen op. Lokaal kan er meer dan honderd millimeter water vallen, wat op de ene plek voor zware wateroverlast zorgt, terwijl het op andere plaatsen onverminderd droog blijft.

Elfstedenwinters“Wat ik met dit weerbericht wil aangeven,” zegt Helga van Leur desgevraagd, “is dat we over veertig jaar vaker met ex-treme weerssituaties te maken krijgen. Maar eigenlijk moeten we het niet over het weer maar over het klimaat hebben. Het klimaat warmt langzaamaan op, en daarbij gaat het om gemid-delde temperaturen. Maar je kunt straks nog steeds slechte

zomers hebben, bijvoorbeeld omdat alleen de nachttempera-tuur hoger ligt dan vandaag de dag. Het weer geldt voor een bepaald moment en een bepaalde plaats, en trekt zich van gemiddelden niet veel aan. Elfstedenwinters hoeven niet tot het verleden te behoren.”

Met kerst aardbeienVolgens Helga van Leur is de klimaatverandering voor het overgrote deel onomkeerbaar. Het smelten van de ijskappen, het daarmee samenhangende dalen van de bodem en stijgen van de zeespiegel is niet meer tegen te houden. “Al zouden we op dit moment alle uitstoot van broeikasgassen kunnen stoppen, dan nog zou de opwarming van de aarde de komende vijftig jaar gewoon doorgaan.” Op de vraag wat ons dan te doen staat, breekt ze een lans voor duurzaamheid. “We moeten ons nu afvragen hoe wij willen dat onze kinderen en klein-kinderen straks door het leven gaan. Dat vraagt om keuzes in onze energievoorziening. Windmolens vinden wij foeilelijk, maar de generaties na ons weten straks niet beter. Ook moeten we bewuster omgaan met voedsel. Vaker plaatselijke producten kopen. En zijn aardbeien met de kerst nu echt nodig?”

SPECIAAL VOOR HET WATERSYMPOSIUM PRESENTEERDE HELGA VAN LEUR, BEKEND VAN RTL NIEUWS, HET WEERBERICHT VOOR HET JAAR 2051. EEN WEERPRAATJE MET EXTREME TEMPERATUREN EN NEERSLAG, WAT ONZE KINDEREN EN KLEINKINDEREN STRAKS HEEL GEWOON ZULLEN VINDEN.

water-symposium 2011

> MART BROU-WER DE KONING, VEEHOUDER, HEILOO: “Het was een goede discus-sie. Land- en tuin-bouw is de grootste

verbruiker van zoet water, maar ook de grootste herberger. Dat is hope-lijk duidelijk geworden.”

> BAS VAN DE RIET, ECOLOOG, LANDSCHAP NOORD-HOLLAND: “Er was een open sfeer waarin iedereen zijn

zegje kon doen. Ik ben benieuwd in hoeverre onze opmerkingen nu worden meegenomen.”

> EN HOE NU VERDER?Strategisch adviseur Michiel Schreijer, project-leider en ‘auctor intellectualis’ van

de Deltavisie is zeer tevreden over het symposium. “Alle belangen-groepen met elkaar in gesprek brengen waardoor er kennis en begrip is voor elkaars perspectief: dat doel is gehaald. Wat we doenmet de opbrengst van dit sympo-sium? We gaan rode lijnen uit dit debat en de voorafgaande minidebatten verwerken in de Deltavisie. We gaan daarna terug naar de verschillende groepen. Voor sommige dilemma’s kunnen we met het geoogste draagvlak een keuze maken; voor andere vraagstukken kan dat nog niet. Daarvoor moeten we terug naar ‘het gebied’. Ik verwacht dat medio volgend jaar ons Algemeen Bestuur een klap kan geven op de Deltavisie.”

10 peil DECEMBER 2011

PEIL_5_2011_symposium_pag_7_8_9_10.indd 10 02-12-11 16:00

Page 11: Peil 05

ZEEWERING: VEILIGER ÉN NATUURLIJKER?MARC SCHEPERS: “BIJ DE VERSTERKING VAN DE HONDSBOSSCHE EN PETTEMER ZEEWERING STAAT DE VEILIGHEID VOOROP. DOOR HET AANBRENGEN VAN ZAND VOOR DE KUST VERDWIJNT ECHTER NATUUR. GELUKKIG ZIJN ER OOK KANSEN VOOR NIEUWE NATUUR DOOR NATUURONTWIKKELING. HOE GAAT HET HOOGHEEMRAADSCHAP DAARMEE OM? WAT IS DE PLEK VAN NATUUR IN DE PLANNEN?”

ANITA WILLIG: “Het aanbrengen van zand voor de kust is een veilige manier van versterken, die bovendien de minste schade toebrengt aan de huidige natuur. Het is niet de goed-koopste, maar in onze ogen wel een natuurlijke, duurzame oplossing. Zandsuppletie is bovendien relatief eenvoudig aan te passen aan het veranderende klimaat en het biedt de meeste kansen voor ruimtelijke kwaliteit.”

Nieuwe jonge duinen“Het is waar dat door de zandsuppletie bepaalde natuur verdwijnt – denk aan de strekdammen met de schaal- en schelpdieren die voedsel zijn voor waadvogels. Tegelijk biedt het zand ook mogelijkheden voor nieuwe natuur. We ver-wachten dat er vóór de zeewering op verschillende plekken nieuwe jonge duinen en stuif- en paraboolduinen zullen ont-staan. Die vormen dan een natuurlijke verbinding tussen de duinen bij Camperduin en de Pettemerduinen ten noorden van Petten. Die zijn nu nog van elkaar gescheiden door de ruim 6 km lange zeewering. Dankzij deze ‘stepping stones’ kunnen planten en dieren zich gemakkelijker verplaatsen tussen noord en zuid en krijgen ze een groter leefgebied. Ook het strandgebied wordt groter; daarvan profi teren ver-schillende vogelsoorten, zoals de drieteenstrandloper.”

Natuurvisie“De Hondsbossche en Pettemer Zeewering horen bij de zogenaamde zwakke schakels in de kustverdediging. Bij de

versterking komt veiligheid uiteraard op de eerste plaats. Onze tweede doelstelling is het verbeteren van de ruimte-lijke kwaliteit. Hieronder vallen bijvoorbeeld toerisme en recreatie, en óók natuur. Uiteraard bepaalt ook de beschik-bare hoeveelheid geld wat wel en wat niet kan. Bij de plan-nen voor versterking zijn alle belanghebbenden betrokken: verschillende overheden en belangenorganisaties, waaronder dorpsraden, ondernemersverenigingen en de natuurbescher-mingsorganisaties. Samen met Natuurmonumenten en de andere natuurorganisaties werken we op dit moment aan een natuurvisie. Deze zal input zijn voor de aanbestedings-voorwaarden. Bij de aanbesteding begin volgend jaar gaan we niet met een gedetailleerd uitgewerkt plan de markt op, maar met een programma van eisen. Daarmee dagen we de marktpartijen uit om zelf met innovatieve oplossingen te komen voor een plan dat veiligheid biedt én een meerwaarde oplevert voor natuur, recreatie en toerisme.”

> Het versterkingsproject van de Zwakke Schakels van Noord-Holland maakt deel uit van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het hoog-heemraadschap versterkt binnen dit programma de komende jaren 120 kilometer dijken en duinen langs de Noordzee, de Waddenzee en het Marker- en IJsselmeer. Kijk voor meer informatie opwww.hhnk.nl/hoogwaterbeschermingsprogramma.

De Hondsbossche Zeewering. Het hoogheemraadschap ziet bij versterking door zandsuppletie hier kansen voor nieuwe natuur ontstaan.

DECEMBER 2011 peil 11

uw vraag NATUURONTWIKKELING

MARC SCHEPERS, adviseur bij Natuurmonumenten. Hij ontwik-kelt groen-blauwe projecten. Met oog voor de dubbeldoelstelling veiligheid en ruimtelijke kwaliteit bij de kustversterking vertegenwoor-digt hij Natuurmonumenten in de planvorming voor de versterking van de Noord-Hollandse kust.

?DE VRAAG

!HET ANTWOORD

ANITA WILLIG, omgevingsmana-ger Zwakke Schakels bij Hoog-heemraadschap Hollands Noor-derkwartier. De versterking van de Zwakke Schakels door middel van zand biedt kansen voor natuur. In een Natuurvisie wil ze laten zien hoe het waterschap deze kansen wil benutten.

OP VERZOEK BUIGT PEIL ZICH OVER HEIKELE KWESTIES. HEEFT U OOK EEN VRAAG?

MAIL NAAR

•PEIL HHNK.NL

PEIL_5_2011_litho.indd 11 28-11-11 15:53

Page 12: Peil 05

DE BUIKSLOTERMEER IN AMSTERDAMNOORD WORDT STRAKS HET STARTPUNT VOOR

DE NOORD/ZUIDLIJN. DAAROM LIGT HET GEBIED CENTRUM AMSTERDAM NOORD CAN

MOMENTEEL FLINK OP DE SCHOP.

De waterhuishouding is bij andere projecten vaak de sluitpost. Maar voor stadsdeel Noord was al een natstructuurplan opgesteld nog voordat de eerste schep de grond inging. Een unieke aanpak en voor herhaling vatbaar volgens projectleider Ron Dreef. Hij neemt ons mee naar de IJdoornlaan, waar een brug in aanbouw is. Hierdoor

kan de waterloop straks verder worden doorgetrokken. “Op dit moment zijn vrijwel alle technische maatregelen uit het Natstructuurplan gerealiseerd, zoals de aanleg van circulatiepompen en zelfs een miniwaterval, die zorgt dat er meer zuurstof in het water komt”, vertelt hij. Het Natstructuurplan is het gezamenlijke plan van stadsdeel Amsterdam-Noord, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en projectbureau Noordwaarts voor de waterhuishouding in het gebied. “De aanleg van de nieuwe watergangen, die de nieuwe ‘natte structuur’ vormen, gaat hand in hand met de ontwikkeling van de deelplannen. Diverse watergangen zijn al gegraven en voor het Stadsdeelhuis zijn ook al aanpassingen gedaan. Allemaal schakels die straks één geheel gaan vormen.”

Even verderop, in het Buikslotermeerpark, zegt Dreef: “De samenwerking is heel goed verlopen. Normaal gesproken is er vaak sprake van belangentegenstellingen en

kan er wederzijds onbegrip bestaan. Een gebiedsontwikkelaar wil nou eenmaal het liefst zo min mogelijk oppervlaktewater, want daar kun je geen grond uitgeven en huizen bouwen. Een waterbeheerder wil voldoende waterberging en een goede waterkwaliteit. In dit project zijn we vanaf het begin samen opgetrokken, waardoor je meer begrip krijgt voor elkaars standpunten.” Dreef klinkt oprecht tevreden. Het Buikslotermeerpark langs de A10 is een stukje natuur geworden dat illustreert hoe je verschillende doelen kunt samenbrengen. De waterpartijen met riet, de zogenoemde helofytenvelden, dienen twee doelen: extra waterberging, zodat de bewoners van het stadsdeel ook na de herinrichting droge voeten blijven houden, en natuurlijke waterzuivering. De rietplanten halen stikstof en fosfaten uit het langzaam stromende water. De schelpen- en graspaden, het behendigheidsparcours en het hondenstrandje maken het bovendien een prettige plek om even uit te waaien. “Waterhuishouding is meestal pas zichtbaar als er iets níet

First things fi rst

12 peil DECEMBER 2011

PEIL_5_2011_litho.indd 12 28-11-11 16:00

Page 13: Peil 05

> MULTIFUNCTIO-NEEL Amsterdam Noord krijgt een nieuw stedelijk centrum: Centrum Amsterdam Noord (CAN). Het vernieuwde Buiksloter-meerpark maakt daar deel van uit. Het is een plek met een bijzonde-re ligging op de grens van groen en stad. Het Buikslotermeer-park werd in de zomer van 2011 offi cieel geopend. In het park komen verschillende functies samen: de he-lofytenvelden vormen een extra waterber-ging én zuiveren het water op een natuur-lijke manier, het park zelf biedt de inwoners van Amsterdam-Noord een mooie uitvalsbasis voor recreatie, sport en spel. Voor kinderen is er onder andere een wateroversteekplaats met stapstenen en honden kunnen zich uitleven op het hon-denstrandje en het trainingsparcours.

PEIL HHNK.NL

REAGEREN OP DIT ARTIKEL? MAIL NAAR•

}laarzen aan RON DREEF IN AMSTERDAM NOORD

functioneert”, weet de projectleider. “Maar hier heeft de extra waterberging ook nog een mooi nieuw park opgeleverd.”

Het Buikslotermeerpark is, net als het CAN, slechts een onderdeel van het Natstructuurplan Buikslotermeer. “Als je iets doet aan de waterhuishouding, moet je dat voor de hele polder bekijken, want alles staat met elkaar in verbinding. Door er in dit project vóóraf over na te denken hebben we een toekomstbestendig watersysteem voor de hele polder kunnen ontwerpen. Het regent tegenwoordig meer dan vroeger in deze regio, dus extra waterberging is een must. Als je dat pas achteraf bedenkt, is het vaak veel lastiger in je plannen in te passen. Door de betere waterdoorstroming in de nieuwe situatie krijgen we bovendien helderder water

met meer kansen voor dieren en planten. Wanneer de betrokken partijen het lef hebben om verder te kijken dan hun eigen belangen, bereik je samen een beter resultaat. De fi nanciering van de helofytenvelden hadden we bijvoorbeeld nooit rond gekregen als we de beschikbare budgetten niet bij elkaar hadden gelegd. Dat was toch zonde geweest?”

DECEMBER 2011 peil 13

PEIL_5_2011_litho.indd 13 28-11-11 16:01

Page 14: Peil 05

natte voeten BEVERWIJK

Beverwijk ligt tegen de duinrand. Daardoor loopt het niveau van het maaiveld van 7 meter NAP naar zo’n 0 meter NAP aan de polderkant. Een fl ink hoogteverschil. Rob Hotting van Hoogheemraadschap Hollands Noor-derkwartier (HHNK): “In het stedelijk gebied is er veel verhard oppervlak. Overtollig water bij hevige regenval wordt opgevangen in het rioolstelsel of komt uit in het oppervlaktewater. Door het hoogteverschil stroomt het in razende vaart naar beneden.” De capaciteit van zowel het opper-vlaktewatersysteem als het riolerings-systeem in Beverwijk is te gering. Bij extreme regenval leidt dat niet direct tot grote problemen voor bewoners, maar wel kunnen bijvoorbeeld voetpa-den onderlopen. Bovendien bestaat het risico dat vuil water uit het riool zich mengt met oppervlaktewater. Als het rioolstelsel bij zware regen het water namelijk niet kan verwerken, stroomt het overtollige water (regen vermengd

met afvalwater) in een extra leiding die het naar de haven voert (de zogeheten overstort). Omdat die afvoer te nauw is, kan het vervuilde water terugstro-men. Belangrijkste knelpunt in het afvoer-traject zijn de leidingen aan het einde van het systeem waar het teveel aan rioolwater en het oppervlaktewater in extreme neerslagsituaties samen door-heen moeten. De twee grote duikers die onder het spoor en de A22 doorlo-pen en uitkomen op de haven, zijn te krap om beide stromen te verwerken. De kosten om deze fl essenhals te ver-ruimen werden geraamd op maar liefst 5 miljoen euro.

Creatieve oplossingOm de problemen in onder andere Beverwijk aan te pakken, verscheen in 2007 het Waterplan Beverwijk, Heems-kerk en Uitgeest, Schoon water van duin tot meer, een samenwerkingsproject van het hoogheemraadschap met de drie

gemeenten. HHNK heeft de verant-woordelijkheid voor het oppervlakte-water, terwijl de gemeente gaat over de riolering. Het Waterplan bekijkt beide systemen in samenhang en geeft een visie voor de periode 2008-2017. Hotting is procesbegeleider van het Waterplan: “Inmiddels hebben we al 18 gemeentelijke waterplannen opgesteld. Uiteindelijk moeten het er ongeveer 32 worden. Wat we voor Beverwijk hebben gedaan, doen we ook voor de andere gemeenten: We stellen een gezamenlijke visie op, inventa-riseren knelpunten in het complete watersysteem en komen tot een lijst van maatregelen en geraamde kosten. Voor Beverwijk leidde dat tot een nieuwe, creatieve oplossing die ten opzichte van het oorspronkelijke plan een besparing oplevert van zeker 2 miljoen euro.”De essentie van de nieuwe aanpak is dat op termijn de afvoer van het op-pervlaktewater en de afvoer van het overstortende rioolwater van elkaar ge-

DE GEMEENTE BEVERWIJK EN HET HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIER PAKKEN DE GEMEENTELIJKE WATERPROBLEMATIEK GEZAMENLIJK AAN. DIE NAUWE

SAMENWERKING OP BASIS VAN EEN OVERKOEPELEND WATERPLAN BLIJKT UITSTEKEND TE WERKEN: HET BESPAART VEEL GELD EN LEIDT TOT EFFECTIEVERE OPLOSSINGEN.

14 peil DECEMBER 2011

>> NAJAAR 2011: VOORBEELD VAN VEELVOORKOMENDE WATEROVERLAST NA ZWARE REGENVAL IN DE OMGEVING BEVERWIJK, HEEMSKERK EN UITGEEST | GEVAAR VAN VERMENGING VAN HET STEDELIJKE OPPERVLAKTEWATER MET RIOOLWATER | DE BESTAANDE DUIKERS IN HET GEPLANDE TRACÉ VAN DE WESTELIJKE OMLEIDING HEBBEN EEN DIAMETER VAN SLECHTS 50 CENTIMETER | VERRUIMING VAN DE LEIDINGEN NAAR DE HAVEN ZOU NAAR SCHATTING ZO’N 5 MILJOEN EURO KOSTEN. <<

PEIL_5_2011_litho.indd 14 25-11-11 09:33

Page 15: Peil 05

>> IN DE TOEKOMST: MINDER WATEROVERLAST EN GESCHEIDEN AFVOERTRAJECTEN VAN

RIOOLWATER EN OPPERVLAKTEWATER VIA WESTELIJKE EN OOSTELIJKE OMLEIDING

| DE DUIKERS DIE DEEL UITMAKEN VAN DE WESTELIJKE OMLEIDING KRIJGEN EEN

DIAMETER VAN 1 METER | DE ALTERNATIEVE OPLOSSING VOLGENS HET WATERPLAN

WESTELIJKE EN OOSTELIJKE OMLEIDING KOST NAAR VERWACHTING ONGEVEER

2 À 3 MILJOEN EURO. <<}

scheiden worden. De bestaande leidin-gen naar de haven zijn voortaan alleen bestemd voor de riooloverstort. Voor het oppervlaktewater komen er twee andere routes: een westelijke en een oostelijke omleiding. Die maken deels gebruik van bestaande voorzieningen en waterlopen in Beverwijk, maar op een aantal locaties zijn aanvullende maatregelen nodig, zoals de aanleg van duikers onder wegen en het spoor.

Samen aan de slagIn 2008 is een eerste begin gemaakt met de praktische uitvoering van het Waterplan. In nauw overleg met de gemeente worden de twee omleidin-gen stap voor stap gerealiseerd. Erik

Warns van de gemeente Beverwijk: “We hebben inmiddels een goede band opgebouwd met het hoogheem-raadschap en overleggen regelmatig. Uitgangspunt is dat we op de hoogte zijn van ieders belangen, zodat we tot oplossingen komen waar beide partijen achter staan.”HHNK is verantwoordelijk voor het realiseren van de twee omleidingen. Waar mogelijk wordt steeds aangehaakt

bij projecten die de gemeente ontwik-kelt. Warns: “Het heeft geen zin om twee keer in hetzelfde tuintje te spitten. Ik noem als voorbeeld de nieuwe weg die de gemeente aanlegt om het Bazaarterrein heen, aan de oostkant

van Beverwijk. In datzelfde gebied moet het hoogheemraadschap aan de slag voor de oostelijke omleiding. Na overleg hebben wij gezegd: de voorzie-ningen die jullie daar moeten treffen, nemen wij mee in onze werkzaam-heden. We hebben meteen afspraken gemaakt over de fi nanciering.’’

Kansen grijpenEzra Swolfs is als regioadviseur Noord-Kennemerland van HHNK nauw betrokken bij alle ruimtelijke ontwikke-lingen binnen de gemeente Beverwijk. Hij houdt scherp in de gaten hoe de praktische werkzaamheden in het kader van het Waterplan aan kunnen sluiten op werkzaamheden van de gemeente: “Ik probeer overzicht te houden over alle gemeentelijke projecten. Op het juiste moment moet je de kans grijpen en effectief samenwerken. Zo veroorzaken werkzaamheden de minste overlast en houd je de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk.”

> DE SITUATIE: Bij extreme neerslag is er onvoldoende capa-citeit in het riolerings-systeem en het opper-vlaktewatersysteem van Beverwijk. Dat kan leiden tot waterover-last. Er bestaat kans op vervuiling als rioolwater samenkomt met opper-vlaktewater.

> GEWENST: De capaciteit van het afvoertraject van oppervlaktewater en riooloverstort moet zo ruim zijn, dat het water ook in extreme situaties probleemloos wordt weggeleid. Af-voer van riool- en op-pervlaktewater moeten worden gescheiden.

> OPLOSSING: Het huidige afvoertra-ject richting de haven van Beverwijk wordt volledig gereserveerd voor riooloverstort. Op cruciale delen van dit traject komen rioolbui-zen met een grotere diameter. Het opper-vlaktewater krijgt twee eigen afvoertrajecten via een westelijke en oostelijke omleiding.

“Niet twee keer in hetzelfde tuintje spitten”

DECEMBER 2011 peil 15

droge voeten BEVERWIJK

PEIL_5_2011_litho.indd 15 25-11-11 09:33

Page 16: Peil 05

> OVERBODIGVanaf 1927 hield de Brakepolder watermo-len de Vier Noorder Koggen droog door overtollig water in de boezem aan de Oosterdijk te malen.

> IN ERE HERSTELDVijftien jaar heeft de Stichting Brakepolder Watermolen gewerkt aan de restauratie van de molen. Sinds 2008 draaien de wieken van de windmolen weer en

}De ruilverkaveling in het begin van de jaren tachtig en de komst van het gemaal bij Wervers-hoof maakten de molen overbodig, waarna hij dreigde te verdwijnen.

sinds september van dit jaar pompt de molen weer water rond door de polder bij Medem-blik.

SUGGESTIES VOOR PEIL? MAIL NAAR•

beschermd DE BRAKEPOLDER WATERMOLEN MEDEMBLIK

[email protected]

PEIL_5_2011_litho.indd 16 01-12-11 15:18