Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste...

36
1 Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij versie december 2014

Transcript of Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste...

Page 1: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

1

Pedagogisch beleidsplan

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij

versie december 2014

Page 2: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

2

Inleiding ................................................................................................................................. 3

Leeswijzer .............................................................................................................................. 4 Deel 1 ......................................................................................................................................... 5

Hoofdstuk 1: Stichting Peuterspeelzalen Muzerij .................................................................. 6 Hoofdstuk 2 De ontwikkeling van het pedagogisch beleidsplan ......................................... 10 Hoofdstuk 3 Functies en visie .............................................................................................. 11

Hoofdstuk 4 De pedagogische uitgangspunten .................................................................... 12

Slotwoord: Pedagogisch beleid in beweging ....................................................................... 19

Deel 2 ....................................................................................................................................... 20 De pedagogische uitgangspunten in de praktijk ................................................................... 21

Uitgangspunt 1 ................................................................................................................. 21 1.1 Veiligheid ............................................................................................................... 21

1.2 Het eerste contact ................................................................................................... 21 1.3 Wennen en afscheid nemen .................................................................................... 22 1.4 Structuur en voorspelbaarheid/ dagindeling ........................................................... 22

1.5 Verzorging en hygiëne ........................................................................................... 23 1.6 Eten en drinken ....................................................................................................... 24

1.7 Ruimte .................................................................................................................... 24 1.8 Relatie pedagogisch medewerker-kind .................................................................. 25 1.9 Groepsproces en groepsstabiliteit ........................................................................... 25

Uitgangspunt 2 ................................................................................................................. 26

2.1 De rol van de pedagogisch medewerker in de groep.............................................. 26 2.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling ........................................................................... 27 2.3 Motorische en zintuiglijke ontwikkeling ................................................................ 28

2.4 Cognitieve ontwikkeling ........................................................................................ 28 2.5 Symboolverkenning ............................................................................................... 29

2.6 Taalontwikkeling .................................................................................................... 29 2.7Creativiteit ............................................................................................................... 30 2.8 Spel en activiteiten ................................................................................................. 30

2.9 Zelfredzaamheid ..................................................................................................... 31 2.10 Kinderen met een handicap/achterstand/belemmering......................................... 31

2.11 VVE ...................................................................................................................... 32 2.12 Doorgaande ontwikkelingslijn ............................................................................. 33

Uitgangspunt 3 ................................................................................................................. 33

3.1 Regels en onderlinge afspraken .............................................................................. 33 3.2 Ruzie en conflicten/ belonen en straffen ................................................................ 34 3.3 Feesten .................................................................................................................... 34 3.4 Omgaan met verschillende culturen en geloven (diversiteit) ................................. 35

Uitgangspunt 4 ................................................................................................................. 35 4.1 Relatie pedagogisch medewerker – ouders ............................................................ 35

Page 3: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

3

Inleiding

Geachte lezer, beste ouder,

Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij. In een

pedagogisch beleidsplan staat alles beschreven wat te maken heeft met het begeleiden,

opvoeden en opgroeien van kinderen. Dit plan geeft inzicht in zaken die wij belangrijk

vinden. We leggen uit hoe we op de verschillende peuterspeelzalen met de kinderen omgaan

en waarom we dat op deze manier doen. Aan de hand van omschrijvingen en concrete

voorbeelden willen we u een idee geven van de gang van zaken op de peuterspeelzalen.

We wensen u veel leesplezier en nodigen u uit om eventuele vragen te stellen.

Page 4: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

4

Leeswijzer

Dit beleidsplan bestaat uit twee delen.

In het eerste deel vindt u informatie over Stichting Peuterspeelzalen Muzerij Tevens worden

de functies en visie van de stichting beschreven. Ook kunt u in hoofdstuk 5 van deel 1 een

beknopte versie van onze uitgangspunten vinden.

In het tweede deel gaan we wat dieper en uitgebreider in op de uitgangspunten. Dit doen wij

o.a. door het geven van concrete praktijkvoorbeelden.

We hebben ervoor gekozen om te schrijven in een mannelijke vorm. Daar waar ‘hij’ en ‘hem’

staat, kan natuurlijk ook ‘zij’ en ‘haar’ gelezen worden.

Daar waar ‘ouders’ staat, kan ook ‘verzorgers’ worden gelezen of elke andere band die een

volwassene kan hebben met een kind dat bij ons op de peuterspeelzaal komt.

Page 5: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

5

Deel 1

Page 6: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

6

Hoofdstuk 1: Stichting Peuterspeelzalen Muzerij

De stichting

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij exploiteert zes peuterspeelzalen. De naam Muzerij is een

afgeleide van de namen van de vier dorpskernen die deel uit maken van de gemeente Gilze en

Rijen. Muze betekent tevens ‘bron van inspiratie’.

De zes peuterspeelzalen zijn: Pinkeltje in Molenschot, Hummeldonk in Hulten, Pinokkio in

Gilze, ’t Peuterbos, Harlekijn en Het Vlindertje in Rijen.

Sinds1 januari 2011 zijn Nuwelijn (Stichting voor Katholiek Basisonderwijs) en Muzerij

(Stichting voor Peuterspeelzaalwerk) in de gemeente Gilze en Rijen onder één bestuur

gekomen. Onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang groeien steeds meer naar elkaar

toe. Met deze samenvoeging krijgen beide stichtingen een professioneel bestuur dat beter is

toegerust op de ontwikkelingen in het werkveld van onderwijs en opvang.

Doelstelling De stichting heeft als doel: ‘het realiseren van professionele begeleiding van alle peuters van

2 tot 4 jaar, door hen een passende, stimulerende en veelzijdige speelgelegenheid te bieden’.

Dit alles om peuters zoveel mogelijk in hun ontwikkeling te stimuleren.

De stichting wil er zijn voor alle peuters. Ook peuters waarbij de ontwikkeling om welke

reden dan ook ‘anders’ verloopt, zijn welkom. In overleg met ouders wordt bekeken wat

mogelijk en haalbaar is.

Dit doel proberen wij te bereiken door:

- in alle woonkernen van de gemeente peuterspeelzalen in te richten, in stand te houden

en te exploiteren volgens de geldende kwaliteitsnormen;

- gekwalificeerd personeel in dienst te nemen en zorg te dragen voor adequate bij-

en nascholing;

- samen te werken met externe organisaties en instellingen.

De peuterspeelzalen

Peuterspeelzaal Pinokkio is de enige peuterspeelzaal in Gilze. De peuterspeelzaal is

gehuisvest in activiteitencentrum “de Schakel”. Wij maken gebruik van twee lokalen en twee

buitenruimtes, waarvan één met zandbak en één met rijdend materiaal. Ook is er de

mogelijkheid om de grote zaal en de dansstudio van de Schakel te gebruiken voor motorische

activiteiten.

Peuters bezoeken de speelzaal twee dagdelen per week n.

Op onze peuterspeelzaal werken we met vijf pedagogisch medewerkers en zij begeleiden, met

steeds dezelfde collega, vijf groepen per week. In elk van onze groepen is plaats voor

maximaal 16 peuters. Elke groep staat onder begeleiding van twee gediplomeerde

pedagogisch medewerkers. Ook stagiaires wordt een kans geboden: peuterspeelzaal Pinokkio

is een erkend leerbedrijf.

Vanuit de VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) is er voor peuters die een extra stimulans

in hun ontwikkeling nodig hebben, de mogelijkheid om meer dagdelen te komen.

Vanuit de peuterspeelzaal wordt met beide basisscholen in Gilze contact onderhouden.

Peuterspeelzaal Harlekijn is gehuisvest aan de Schoorveken in Rijen. Het pand bevindt zich

in een rustige woonwijk, omringd door groen. Het pand bestaat uit twee lokalen, waarvan wij

Page 7: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

7

er met daaraan grenzend een grote buitenspeelplaats. Een van de lokalen wordt gebruikt door

de peuterspeelzaal en een door een activiteiten centrum voor revaliderende volwassenen.

Ons team bestaat uit vier pedagogisch medewerksters en een vrijwilligster, die een

ondersteunende taak heeft. Ook stagiaires zijn van harte welkom; peuterspeelzaal Harlekijn is

een erkend leerbedrijf.

We hebben vier groepen van maximaal 16 peuters, die op vaste dagdelen komen. Iedere groep

wordt steeds begeleid door twee pedagogisch medewerksters, aangevuld met een vaste

vrijwilligster, stagiaire of assistent pedagogisch medewerker.

Peuters die 3½ jaar of ouder zijn bieden we de mogelijkheid om, tegen betaling, 6 weken lang

een extra dagdeel te komen. In die extra dagdelen wordt binnen een thema taakgericht

gewerkt en wordt de zelfstandigheid gestimuleerd, zodat peuters goed voorbereid naar de

basisschool gaan.

Peuters die in hun ontwikkeling een extra stimulans nodig hebben komen in aanmerking voor

twee extra dagdelen. Dit in het kader van VVE (voor- en vroegschoolse educatie), die door de

gemeente ondersteund wordt.

Peuterspeelzaal Het Vlindertje is sinds maart 2012 gevestigd in basisschool Sint Jozef, te

Rijen.

We hebben een eigen ingang zodat peuters en hun ouders nog niet de hele school door hoeven

om op de peuterspeelzaal te komen.

Het Vlindertje telt vier speelgroepen met elk twee vaste pedagogisch medewerkers. Zij

hebben de verantwoording over de groep. Daarnaast wordt iedere groep ondersteund door óf

een vaste vrijwilligster óf een stagiaire. Soms is er extra ondersteuning nodig van een derde

pedagogisch medewerker. Dit alles om uw peuter een fijne en uitdagende tijd op de

peuterspeelzaal te bieden. In elke groep is plaats voor maximaal 16 peuters.

Peuterspeelzaal Het Vlindertje werkt met een vaste dagindeling. Dit biedt veiligheid en

houvast. Zo weten peuters wat er komen gaat en wanneer mama/papa, oma/opa of oppas hen

weer op komt halen. Onder deskundige begeleiding van pedagogisch medewerkers helpen en

stimuleren wij uw peuter op allerlei ontwikkelingsgebieden om stapje voor stapje verder te

komen zodat zijn/haar zelfvertrouwen groeit.

Indien nodig zijn er mogelijkheden om uw kind extra ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld

wanneer een bepaald ontwikkelingsgebied achter dreigt te blijven.

Het Vlindertje heeft (tegen betaling) bij voldoende belangstelling ongeveer twee keer per jaar

een 3½ jarigengroep. Dit is een extra groep voor peuters van 3½ tot bijna 4 jaar, ter

voorbereiding op de basisschool. Omdat wij inpandig bij de basisschool zitten geeft dit extra

mogelijkheden tot samenwerking. Wij gaan dan ook een keer met deze 3½ jarigengroep in

groep 1 van de basisschool kijken en spelen. De peuters kunnen dan in een veilig setting, met

de pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal, de klassen, speelruimtes, speelgoed,

toiletjes enz. op hun gemak bekijken. Dit om de stap naar de basisschool zo makkelijk

mogelijk te maken.

Peuterspeelzaal ‘t Peuterbos

’t Peuterbos heeft een lokaal ter beschikking in basisschool De Kring. We hebben twee

groepen; de maandag-/donderdagochtend-groep en de dinsdag-/vrijdagochtend-groep.

In elke groep zitten maximaal 15 peuters, die worden begeleid door twee pedagogisch

medewerkers. Twee keer per jaar organiseren we, tegen betaling, een 3½ jarigengroep.

Gedurende zes woensdagochtenden kunnen de 3½ jarige peuters extra komen om te oefenen

met speciale materialen en technieken, ter voorbereiding op de basisschool.

Page 8: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

8

’t Peuterbos werkt op basis van ouderparticipatie. Alle ouders komen om de beurt, samen met

een andere ouder, twee ochtenden in de twee maanden meedraaien op de speelzaal. Op deze

ochtenden kunnen ze meemaken hoe hun peuter zich ontwikkelt binnen een grote groep.

Ouders kunnen meespelen met de kinderen, maken het door de pedagogisch medewerkers

meegebracht fruit klaar en er is tijd voor een praatje met de andere ouder en/of pedagogisch

medewerker. Ook mogen ze samen een activiteit bedenken.

Twee keer per jaar zijn er kinderbesprekingen; de verrichtingen van de peuters worden dan

besproken met de ouders. Bij het eindgesprek krijgen de ouders een ingebonden portfolio

mee, waarin alle behandelde thema’s zitten.

De groepen worden begeleid door twee professionele pedagogisch medewerkers die kwaliteit

garanderen en graag op transparante manier werken met ouders en hun kinderen. Om deel te

kunnen nemen aan onze peuterspeelzaal is het noodzakelijk dat ouders een sectorgerichte

VOG in te dienen bij onze stichting.

Peuterspeelzaal Hummeldonk is de enige peuterspeelzaal in Hulten.

Peuterspeelzaal Hummeldonk is een onderdeel van Kind Ontmoeting Centrum de Drie

Musketiers. De drie samenwerkende partners zijn: Basisschool Gerardus Majella,

Kinderopvang Het groene spoortje en Peuterspeelzaal Hummeldonk (Muzerij). Deze drie

samenwerkingspartners zorgen ervoor dat uw kind centraal staat.

Aangrenzend aan onze ruimte is een buitenspeelplaats met rijdend materiaal en een zandbak.

Wij kunnen ook altijd gebruik maken van Speelbos de Kerkuil. Dit bos grenst aan de

speelplaats en is helemaal omheind, dus veilig voor kinderen.

Peuters bezoeken de peuterspeelzaal twee dagdelen per week.

Er is één groep van maximaal 16 peuters, die op vaste dagdelen komen. De groep wordt

begeleid door twee vaste pedagogisch medewerkers. Wij werken met een vaste dagindeling.

Dit biedt veiligheid en houvast. Zo weten peuters wat er komen gaat. Onder deskundige

begeleiding van pedagogisch medewerkers helpen en stimuleren wij uw peuter op allerlei

ontwikkelingsgebieden om stapje voor stapje verder te komen zodat zijn/haar zelfvertrouwen

groeit.

Vanuit VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie) is er voor peuters die een extra stimulans in

hun ontwikkeling nodig hebben, de mogelijkheid om meer dagdelen te komen. Omdat we

maar twee dagdelen aanbieden in de dorpskern Hulten, worden de extra dagdelen aangeboden

in Molenschot bij peuterspeelzaal Pinkeltje. Op beide locaties werken dezelfde pedagogisch

medewerkers en wordt het zelfde programma/thema behandeld.

We werken regelmatig samen met groep 1 en 2 van de basisschool. We delen samen de

speelhal in het gebouw. In overleg worden, waar mogelijk, thema’s met elkaar afgestemd.

Peuterspeelzaal Pinkeltje is de enige peuterspeelzaal in de kleine kern Molenschot.

Peuterspeelzaal Pinkeltje en Basisschool St. Anna zijn gehuisvest in MFA de Molenwiek.

We hebben een royale binnenruimte met aangrenzend een mooie buitenspeelplaats. Ook

kunnen we altijd gebruik maken van de inpandige gymzaal.

Peuters bezoeken de peuterspeelzaal twee dagdelen per week.

Er is één groep van maximaal 16 peuters die wordt begeleid door twee vaste pedagogisch

medewerkers. Wij werken met een vaste dagindeling. Dit biedt veiligheid en houvast. Zo

weten peuters wat er komen gaat. Onder deskundige begeleiding van pedagogisch

medewerkers helpen en stimuleren wij uw peuter op allerlei ontwikkelingsgebieden om stapje

voor stapje verder te komen zodat zijn/haar zelfvertrouwen groeit.

Vanuit VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie) is er voor peuters die een extra stimulans in

hun ontwikkeling nodig hebben, de mogelijkheid om meer dagdelen te komen. Omdat we

maar twee dagdelen aanbieden in de dorpskern Molenschot, worden de extra dagdelen

Page 9: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

9

aangeboden in Hulten. Op beide locaties werken dezelfde pedagogisch medewerkers en wordt

het zelfde programma/thema behandeld.

We stemmen steeds meer af en zoeken naar samenwerkingsvormen met groep 1 en 2 van de

basisschool.

In het gebouw grenzen de ruimtes van de peuterspeelzaal en groep 1 en 2 aan elkaar. Op deze

manier kunnen we op een prettige manier contact hebben met elkaar.

Binnen MFA de Molenwiek zijn cliënten van Amarant werkzaam. Ook binnen onze

peuterspeelzaal hebben we een fijne en unieke samenwerking met deze cliënten die ons

helpen met allerlei hand- en spandiensten.

Page 10: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

10

Hoofdstuk 2 De ontwikkeling van het pedagogisch beleidsplan

In een pedagogisch beleidsplan staat ‘opvoeden’, oftewel het handelen van de pedagogisch

medewerkers, centraal. Het gaat hierbij om alle handelingen die gericht zijn op de kinderen

(het gaat dus niet over opruimen, het bestellen van nieuwe materialen of administratieve

handelingen).

‘Hoe kijken we tegen kinderen aan?’ ‘wat vinden we belangrijk voor kinderen?’ “wat hebben

ze nodig?’ ‘hoe realiseren we dat?’ ‘waarom doen we dat zo?’ zijn vragen waar dit

pedagogisch beleidsplan een antwoord op wil geven.

Belang van een pedagogisch beleidsplan

Het pedagogisch beleidsplan schetst de visie van en het kader waarbinnen iedere

peuterspeelzaal van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij werkt. De pedagogische lijn uit het

pedagogisch beleidsplan is overal helder en zichtbaar, al zijn er natuurlijk wel verschillen

tussen de diverse peuterspeelzalen en tussen de pedagogisch medewerkers. We vinden dat

deze verschillen elkaar binnen de samenwerking kunnen stimuleren en versterken.

Gezien het buurtgerichte en laagdrempelige karakter van de peuterspeelzaal verwacht de

overheid (rijk en gemeente) van peuterspeelzalen een steeds grotere bijdrage aan ondermeer

voorschoolse educatie en een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen.

Het hebben van een pedagogisch beleidsplan is een middel om de kwaliteit van het

peuterspeelzaalwerk te waarborgen en te verhogen. Een pedagogisch beleidsplan heeft

verschillende positieve effecten.

Positieve effecten gezien vanuit de kinderen:

- het gericht kunnen werken aan de ontwikkeling van kinderen;

- het bieden van structuur;

- het creëren van een veilige, vertrouwde omgeving;

- het overdragen van normen en waarden;

- het in contact brengen met leeftijdsgenootjes;

- het accepteren en respecteren van elk kind.

Positieve effecten gezien vanuit het team:

- het gericht kunnen werken aan de ontwikkeling van het personeel en de kwaliteit;

- het stimuleert eenheid van handelen;

- het versterkt de samenwerking en het wij-gevoel binnen het team (bijvoorbeeld:

uitgaan van dezelfde uitgangspunten, gebruiken van dezelfde regels);

- het biedt houvast in functioneringsgesprekken;

- het geeft meer duidelijkheid bij het werven en inwerken van nieuwe beroepskrachten

en bij begeleiding van stagiaires;

- het is een middel bij het evalueren van de werkwijze van de organisatie.

Voor wie is het beleidsplan bedoeld? Informatie over de visie en de werkwijze van de peuterspeelzaal is van belang voor:

- de pedagogisch medewerkers: het geeft richting aan hun handelen;

- de ouders: zij weten waarvoor zij kiezen en wat zij kunnen verwachten;

- de subsidieverstrekker (gemeente);

- andere betrokkenen in de omgeving (bijvoorbeeld GGD /de verpleegkundige van de

het consultatiebureau en basisscholen).

- Stagiaires.

Page 11: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

11

Hoofdstuk 3 Functies en visie

Functies van de peuterspeelzaal

De functies van de peuterspeelzaal kunnen worden omschreven in drie kerntaken:

1. ontwikkelingsstimulering: elke peuterspeelzaal heeft tot taak om de algehele brede

ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. Dat kan door uitnodigende speelsituaties

te creëren;

2. volgen en signaleren en ondersteunen: vanuit de kernopdracht ‘het bieden van

optimale ontwikkelingskansen’ volgt de verantwoordelijkheid om elk kind in zijn

ontwikkeling te volgen;

3. vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn: een peuterspeelzaal is een schakel in de

ontwikkelingsketen en werkt daarom nauw samen met partners uit het lokaal

jeugdbeleid, zoals het consultatiebureau en peuterconsulenten van MEE. Daarnaast is

er een nauwe samenwerking met alle basisscholen binnen de gemeente.

Om deze doorgaande ontwikkelingslijn te kunnen waarborgen werken wij op onze

peuterspeelzalen met de observatie en registratie methode “KIJK”. Hiermee worden 7

ontwikkelingslijnen van de peuters gevolgd en genoteerd. Peuters worden overgedragen aan

de basisschool door middel van een digitaal overdracht formulier.

In het verlengde van bovenstaande kerntaken heeft de peuterspeelzaal ten aanzien van ouders

een opdracht op het gebied van afstemming, informatie-uitwisseling en overleg. Tevens

vervult de peuterspeelzaal voor ouders een belangrijke ‘vraagbaakfunctie’. Het is een

laagdrempelige voorziening waar ouders diverse opvoedingsvragen en -problemen neer

kunnen leggen. De peuterspeelzaal heeft daarin een signalerende en zo nodig een verwijzende

opdracht en speelt een belangrijke rol bij het tot stand brengen van een

opvoedingsondersteunend aanbod. De peuterspeelzaal is ook een plek waar ouders onderling

ervaringen rondom opvoeding kunnen uitwisselen.

Page 12: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

12

Hoofdstuk 4 De pedagogische uitgangspunten

Eén van de te nemen stappen tijdens het ontwikkelen van het pedagogisch beleidsplan, was

het formuleren van onze uitgangspunten. We hebben gekeken naar de vier competenties die

genoemd worden in de Wet Kinderopvang waaraan ook een peuterspeelzaal moet voldoen.

Deze competenties zijn; de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale

competentie en de overdracht van waarden en normen. Hierop hebben wij onze

uitgangspunten gebaseerd.

Uitgangspunten:

1. Het bieden van een gevoel van veiligheid en vertrouwen;

2. Het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties;

3. Het overdragen van normen en waarden;

4. Het onderhouden van oudercontacten.

Uitgangspunt 1

Het bieden van een gevoel van veiligheid en vertrouwen

We vinden het belangrijk dat een kind zich prettig kan voelen op de peuterspeelzaal. Daarom

bieden we elk kind geborgenheid en aandacht in een vertrouwde, veilige omgeving.

Veiligheid

Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed, staat open voor nieuwe ervaringen en heeft

energie om te leren en zich te ontwikkelen. Het gaat hierbij om zowel de fysieke als de

emotionele veiligheid.

Het eerste contact

Wij vinden het belangrijk dat bij het eerste contact zowel ouders als kinderen zich welkom

voelen op de verschillende peuterspeelzalen. Wij doen daarom ons best een open sfeer te

creëren. We vinden het belangrijk een goed contact tot stand te brengen, want ouders moeten

met vertrouwen hun kind bij ons kunnen brengen.

Wennen en afscheid nemen

Alle begin is moeilijk. Wij zijn ons ervan bewust dat het zowel voor kind als ouders

wennen is en afscheid nemen moeilijk kan zijn. Wij vinden het belangrijk dat hier

aandacht voor is en tijd voor vrijgemaakt wordt. Per situatie wordt bekeken welke

invulling hieraan het beste gegeven kan worden.

Structuur en voorspelbaarheid/dagindeling

Voor jonge kinderen is de hele wereld nieuw. Daardoor gebeuren er veel onverwachte dingen.

Veel is onvoorspelbaar. Ze hebben behoefte aan structuur en duidelijkheid. Door een dagritme

te hanteren, wordt er voor het kind een houvast geboden gedurende de dag.

Page 13: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

13

Verzorging en hygiëne

Wij vinden een goede hygiëne belangrijk voor pedagogisch medewerkers en kinderen.

Pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld en leren de kinderen hoe het hoort.

Eten en drinken

Op de peuterspeelzaal is er elk dagdeel een moment waarop de pedagogisch medewerkers

samen met de kinderen wat drinken en een koekje of stukje fruit eten. Dit wordt gezien als

een rustmoment maar tevens als een sociaal gebeuren, omdat de kinderen de ruimte krijgen

om wat te vertellen.

Ruimte De ruimte waar de kinderen verblijven, moet voor hen prettig en vertrouwd zijn. Dit wil

Muzerij bereiken door te letten op inrichting, veiligheid en sfeer. We proberen grote

veranderingen in de inrichting te voorkomen om zo min mogelijk verwarring bij de kinderen

teweeg te brengen.

Relatie pedagogisch medewerker-kind

Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich prettig en geborgen voelen bij een

pedagogisch medewerker. Vertrouwde gezichten helpen daarbij. Daarom streeft Muzerij

ernaar om zoveel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers op vaste dagdelen te laten

samenwerken.

Groepsproces en groepsstabiliteit

Als kinderen elkaar vaker ontmoeten, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om

samen te spelen. Daarom vindt Muzerij het belangrijk dat de kinderen in de groep zoveel

mogelijk dezelfde kinderen ontmoeten.

4 ogen principe

Stichting peuterspeelzalen Muzerij vindt het belangrijk dat kinderen in een veilige en

vertrouwde omgeving worden opgevangen. We brengen het principe van vier ogen, vier ogen

en transparantie, op verschillende manieren in de praktijk.

Gedurende de dag is de sociale controle op de medewerkers en kinderen groot.

Gedurende het dagdeel zijn er twee pedagogische medewerkers op de groep. Op de

meeste locaties zijn altijd meerdere volwassenen in het gebouw aanwezig. Aan het

begin en einde van de dag, tijdens de breng- en haalmomenten zijn er naast de

pedagogisch medewerkers ook (veel) ouders aanwezig;

Indien er spraken is van twee aangrenzende groepen die tegelijkertijd draaien lopen de

pedagogisch medewerkers gedurende de dag regelmatig elkaars groepsruimtes binnen

zonder te kloppen. Hun taken zijn zo met elkaar verweven dat ze elkaar even spreken

Page 14: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

14

om iets te overleggen of af te stemmen. Daardoor is er zicht op elkaars (pedagogisch)

handelen;

De intern begeleider of directeur komt regelmatig binnen in de groepsruimten;

Bij locaties die inpandig bij een school zitten, lopen leerkrachten of ander

ondersteunend personeel de groep binnen.

Ook de indeling van de locaties speelt een belangrijke rol als het gaat om openheid en

transparantie.

De groep(en) grenzen aan andere ruimtes, onderwijs ruimtes, gangen of andere

groepsruimtes. Deze zijn voorzien van veel ramen waardoor men makkelijk bij elkaar

binnen kan kijken;

Er is een doorzichtige deur tussen groepsruimten en verschoonruimten of de deur blijft

open staan tijdens het verschonen van kinderen.

Uitgangspunt 2

Het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties

Elk kind is uniek en doorloopt zijn eigen weg. Ieder kind volgt zijn eigen tempo en we vinden

het belangrijk om hier zo goed mogelijk op aan te sluiten. De pedagogisch medewerkers

proberen om zoveel mogelijk ontwikkelingskansen te creëren voor de hele groep, maar zeker

ook voor elk individueel kind. Daarnaast vindt Muzerij het belangrijk dat kinderen een leuke

tijd hebben op de peuterspeelzaal met veel gezelligheid en mogelijkheden tot het maken van

vriendschappen.

Elk kind is uniek. Het kind heeft een eigen karakter, een eigen achtergrond, een eigen

ontwikkelingstempo, eigen mogelijkheden en beperkingen, eigen wensen en behoeften.

Binnen de mogelijkheden van de groep en de omgeving, wordt elk kind de ruimte en de

kansen geboden om zijn eigenheid zo volledig en zo goed mogelijk tot zijn recht te laten

komen en zich op zijn eigen wijze te ontwikkelen. Ieder kind volgt zijn eigen tempo en we

vinden het belangrijk om hier zo goed mogelijk op aan te sluiten.

De rol van de pedagogisch medewerker in de groep

De pedagogisch medewerkers proberen voorwaarden te scheppen voor het leren en

ontwikkelen van het kind. Ze creëren kansen die het kind uitdaging en stimulering bieden.

Daarbij is het belangrijk dat zij oog hebben voor ieder kind met zijn eigen karakter,

kwaliteiten en mogelijkheden. De pedagogisch medewerkers streven er naar om elk kind tot

zijn recht te laten komen.

Sociaal-emotioneel ontwikkeling

Door goed te luisteren, te kijken en aan te sluiten bij de emoties van het kind, proberen de

pedagogisch medewerkers het kind een gevoel van veiligheid en geborgenheid te geven. Ook

begeleiden zij de kinderen bij het samen leren spelen.

Page 15: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

15

Motorische en zintuiglijke ontwikkeling

De lichamelijke ontwikkeling is een ononderbroken proces. De ene vaardigheid bouwt voort

op de vorige. In hoofdlijnen doorlopen alle kinderen dezelfde ontwikkeling, maar ieder kind

doorloopt die ontwikkeling op zijn eigen manier. Het tempo van ontwikkelingen verschilt

enorm. Wij vinden het belangrijk om steeds weer te beseffen dat er grote verschillen zijn in

tempo en voorkeur en we proberen hierop in te spelen.

Cognitieve ontwikkeling

Kinderen ontdekken de wereld om hen heen spelenderwijs. We grijpen en creëren kansen in

alledaagse situaties om het denkvermogen van het kind te prikkelen.

Symboolverkenning Vóór dat kinderen op de basisschool daadwerkelijk leren lezen, schrijven en rekenen doen ze

al veel kennis, inzichten en vaardigheden op met betrekking tot geletterdheid en gecijferdheid.

Bij het jonge kind in de leeftijd van 0 tot 4 jaar is er sprake van ontluikende geletterd- en

gecijferdheid. De pedagogisch medewerkers proberen deze symboolverkenning op speelse

wijze in dagelijkse handelingen en spel terug te laten komen en zo de ontluikende geletterd-

en gecijferdheid te stimuleren.

Taalontwikkeling

Jonge kinderen communiceren met hun hele lichaam. Dit gebeurt op twee manieren: met hun

lichaamstaal (non-verbaal) en door te praten (verbaal). Naarmate ze ouder worden, wordt de

verbale manier een steeds belangrijker communicatiemiddel. De pedagogisch medewerkers

proberen concrete ervaringen van het kind te verbinden met taal. Ze ondersteunen het kind

door zoveel mogelijk de dingen te benoemen in allerlei verschillende situaties, zoals bij het

verschonen, bij het eten en drinken of door gewoon onze bezigheden te benoemen. Aan de

hand van de methode ‘Taallijn VVE’ en Uk &Puk (voor- en vroegschoolse educatie) wordt de

taalontwikkeling door de pedagogisch medewerkers gevolgd en gestimuleerd. Ze doen dit

spelenderwijs met verhaaltjes, liedjes en diverse taalspelletjes.

Creativiteit

Creatieve uitingen, zoals verven, plakken, muziek maken en dansen komen op de

peuterspeelzaal zoveel mogelijk aan bod. Deze activiteiten maken onderdeel uit van de

belevingswereld van het kind en zitten verweven in ons aanbod.

Spel en activiteiten

Wij zien spelen als de natuurlijke manier waarop jonge kinderen leren en hun omgeving

verkennen. Spelen geeft plezier. De pedagogisch medewerkers proberen met hun aanbod van

activiteiten aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen.

Page 16: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

16

Zelfredzaamheid

De pedagogisch medewerkers willen de ouders ondersteunen wanneer zij hun kind zindelijk

en zelfstandig willen maken.

Kinderen met een handicap/achterstand/belemmering

Kinderen met beperkingen worden, waar mogelijk, opgevangen in de groep. Het kan gaan om

allerlei soorten van beperkingen.

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is bedoeld voor kinderen die een extra stimulans in

hun ontwikkeling nodig hebben, zodat zij een goede start kunnen maken in de jongste groepen

van de basisschool. Met een vroege onderkenning van een trage of problematische

ontwikkeling kunnen problemen voor de verdere ontwikkeling van kinderen voorkomen of

verlicht worden. Op alle peuterspeelzalen van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij wordt VVE

aangeboden. Dit wordt gedaan met gebruik van de methode ‘Taallijn VVE’ en het

voorschools educatief programma UK & PUK. Alle pedagogisch medewerkers hebben de

scholing UK en PUK gedaan. Met UK & PUK wordt voldaan aan de eisen voor kwaliteit van

de voor- en vroegschoolse educatie (VVE), zoals die worden gesteld door de Wet OKE.

Tevens wordt een doorgaande leerlijn gegarandeerd.

UK & PUK is een voorschools educatief programma voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is

speciaal ontwikkeld voor gebruik in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Het programma

richt zich op de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en

motoriek. UK & PUK kan als zelfstandig programma gebruikt worden maar ook in

combinatie met Taallijn. Uk staat voor de peuter, Puk is de handpop.

Tijdens de activiteitencyclus van elk thema komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod.

Onderdeel van deze cyclus is het aanbod in kleine groepjes zodat “voorkennis” geboden kan

worden. De werkvorm met kleine groepjes wordt over het algemeen in de eigen groepsruimte

uitgevoerd. Op locaties waar de beschikking is over een aparte ruimte wordt daar gebruik van

gemaakt. De peuters gaan daar met de voor hen vertrouwde leidster naar toe, de ruimte wordt

aantrekkelijk gemaakt voor peuters en peuters worden daar op voorbereid en in begeleid.

Deze groep bestaat uit maximaal 6 peuters.

Doorgaande ontwikkelingslijn

Stichting peuterspeelzalen Muzerij maakt gebruik van het peutervolgsysteem KIJK, een

observatie en registratie instrument waarmee de totale ontwikkeling van elke peuter in beeld

gebracht wordt.

Na afloop van de periode op de peuterspeelzaal worden de gegevens, na een gesprek met de

ouders over hun kind, door middel van een digitaal formulier, overgedragen aan de

betreffende basisscholen.

Wat als er problemen in de ontwikkeling zijn.

De pedagogisch medewerkers kennen vanuit hun opleiding de ontwikkelingslijnen van jonge

kinderen. Zij kunnen de ontwikkeling van peuters volgen en, geholpen door de

observatiemethode KIJK, signaleren of de ontwikkeling van een peuter aan de bijbehorende

leeftijd voldoet. Er wordt rekening gehouden met het feit dat kleine verschillen in de

Page 17: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

17

ontwikkeling acceptabel zijn. Als er zorgen zijn betreffende één of meerdere

ontwikkelingsgebieden kunnen we, na overleg met de ouders, ondersteuning vragen van:

- Intern begeleider

- Peuterconsulente

- GGD/consultatiebureau

3½ jarigen groep

Om de overgang van de peuterspeelzaal naar de basisschool te vergemakkelijken, biedt

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij op een aantal zalen een speciaal programma aan voor de

bijna kleuters; een 3½ jarigen groep. In een periode van 6 weken wordt in kleine groepjes

gewerkt aan meer zelfstandigheid en taakgerichtheid. Dit is een extra aanbod waar ouders hun

kind voor op kunnen geven en waar een vaste vergoeding voor wordt gevraagd.

Uitgangspunt 3

Het overdragen van normen en waarden

Het overbrengen van normen en waarden speelt in de opvoeding van kinderen een

belangrijke rol. We achten het van belang dat dit ook een plaats krijgt binnen onze

peuterspeelzalen

Regels en onderlinge afspraken

We vinden het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk de ruimte krijgen om te spelen en te

ontdekken, al zitten hier natuurlijk ook grenzen aan. Daarom vinden wij het nodig dat er

regels en afspraken zijn. Deze kunnen worden gebruikt als middel om kinderen respectvol te

leren omgaan met hun groepsgenootjes, met de pedagogisch medewerkers, met het speelgoed

waarmee ze spelen en met het eten en drinken. Het is belangrijk dat de regels, zoals: “we

pakken geen speelgoed af” en we doen niemand pijn”, duidelijk zijn, zodat het kind weet waar

hij aan toe is en de pedagogisch medewerkers zo consequent mogelijk kunnen reageren.

Ruzie en conflicten/ belonen en straffen

Kinderen kunnen samen plezier maken en onderonsjes hebben. Ze kunnen echter ook ‘ruzie’

maken. In de eerste plaats gaan we er van uit dat conflicten normaal zijn en dat je er wat van

kunt leren. Het past ook bij de leeftijdsfase waar de kinderen, die naar onze peuterspeelzalen

komen, zich in bevinden. De pedagogisch medewerkers bewaken de conflicten zodat de

veiligheid gewaarborgd wordt.

Feesten

Samen een feest of een verjaardag vieren geeft een gevoel van saamhorigheid en

gezelligheid en je maakt samen geschiedenis, herinneringen. Wij vinden het belangrijk

om bijzondere gebeurtenissen samen met de kinderen zoveel mogelijk betekenis te geven.

Page 18: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

18

Page 19: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

19

Omgaan met verschillende culturen en geloven (diversiteit)

Kinderen komen uit verschillende gezinnen met verschillende samenstellingen en

achtergronden. Hierdoor hebben ze thuis andere gewoontes, taal, waarden en normen geleerd.

We vinden het belangrijk om op een respectvolle manier met verschillen om te gaan.

Uitgangspunt 4

Het onderhouden van oudercontacten

We vinden het belangrijk dat er een goede samenwerking is met de ouders. De

peuterspeelzaal neemt immers ook een deel van de verzorging en stimulering/opvoeding van

hun kinderen op zich. We vinden het prettig dat er in een open en vertrouwde sfeer met elkaar

gesproken kan worden.

Relatie pedagogisch medewerker – ouders

Een goed contact met ouders en verzorgers is belangrijk. De pedagogisch medewerkers doen

er alles aan om ervoor te zorgen dat de ouders hun kind met een gerust hart en in vol

vertrouwen bij hen kunnen achterlaten.

Als (tijdelijke) partner in de opvoeding, verzorging en begeleiding van het kind, streven de

pedagogisch medewerkers samen met de ouders naar het beste voor het kind. Zij hechten er

belang aan dat de ouders zich welkom weten en zich gehoord en gezien voelen. Bij het

contact met ouders is afstemming, uitwisseling van informatie, het maken van afspraken en

openheid nodig om de relatie gezond te houden.

In alle contacten tussen pedagogisch medewerkers en ouders is er sprake van

tweerichtingsverkeer. De pedagogisch medewerkers weten soms niet wat er met een kind aan

de hand is of hoe ze het beste kunnen handelen. Dan zijn de ouders de aangewezen personen

om advies aan te vragen. Het komt ook voor dat de ouders aan ons advies vragen. Vaak wordt

gezamenlijk naar oplossingen gezocht op basis van de ervaringen, van zowel de ouders als de

pedagogisch medewerkers.

Slotwoord: Pedagogisch beleid in beweging

Ons pedagogisch beleid is voortdurend in beweging en daardoor dus nooit af. Minimaal één

keer per jaar zal het pedagogisch beleidsplan worden besproken en geëvalueerd en waar nodig

aangepast, aangevuld of bijgesteld. Het hebben van een pedagogisch beleid op papier is niet

alleen een vereiste onder de Wet Peuterspeelzaal/Kinderopvang, maar vooral belangrijk om

aan een ieder inzichtelijk te maken hoe gehandeld wordt binnen de peuterspeelzaal. Zo kan in

de toekomst het beleid en het handelen ernaar steeds opnieuw geëvalueerd worden.

We zien het dan ook als onze taak om te allen tijde scherp en kritisch naar onszelf en onze

manier van werken te blijven kijken. Maar ook de ouders vragen we om aan te geven wanneer

er volgens hen zaken zijn die wel eens wat meer belicht zouden mogen worden.

Het beleidsplan ligt ter inzage op alle peuterspeelzalen en zal in digitale vorm ook op onze

site te vinden zijn Wanneer ouders vragen en/of opmerkingen hebben over ons beleid, zullen

we hier altijd serieus op ingaan en onderzoeken en overwegen of deze opmerkingen moeten

worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleid.

Page 20: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

20

Deel 2

Page 21: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

21

De pedagogische uitgangspunten in de praktijk

Uitgangspunt 1

Het bieden van een gevoel van veiligheid en vertrouwen

We vinden het belangrijk dat een kind zich prettig kan voelen op de peuterspeelzaal. Daarom

bieden we elk kind geborgenheid en aandacht in een vertrouwde, veilige omgeving.

1.1 Veiligheid Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed, staat open voor nieuwe ervaringen en heeft

energie om te leren en zich te ontwikkelen. Jonge kinderen hechten zich aan de pedagogisch

medewerkers op de groep. Ze gebruiken hen als veilige basis om de omgeving te verkennen

en zoeken bij hen bescherming en troost. Een warme, vertrouwde relatie tussen pedagogisch

medewerker en kind wil zeggen dat het kind weet dat er goed voor hem wordt gezorgd en dat

hij wordt gerespecteerd.

De pedagogisch medewerkers benaderen alle kinderen op dezelfde wijze. Het gedrag en de

houding van de pedagogisch medewerkers is meestal duidelijk en voorspelbaar. Dit zorgt ook

voor een gevoel van veiligheid. De kinderen weten wat ze aan de pedagogisch medewerker

hebben. Als er een keer een vervangster is, dan zie je dat de kinderen dit over het algemeen

snel accepteren.

Ook de ruimte geeft veiligheid. Op alle peuterspeelzalen voldoet deze aan alle wettelijke

normen en eisen van de GGD.

Het vaste dagritme dat we hanteren, biedt ook veiligheid. Het kind kent na een tijdje de

volgorde en weet wat er gaat komen. Bijvoorbeeld wanneer mama weer komt.

Praktijkvoorbeeld:

Amine wil graag op het klimrek, maar durft nog niet zo goed. De pedagogisch medewerker

ziet wat er gebeurt en kijkt hem bemoedigend aan. Amine probeert op het klimrek te klimmen,

maar dan glijdt zijn voet eraf en raakt hij in paniek. De pedagogisch medewerker komt

aangesneld en helpt hem. Ze vraagt: ‘je was zeker wel geschrokken?’ waarop hij snikkend

knikt. De pedagogisch medewerker troost hem en zegt: ‘Nu blijf ik erbij staan en kun je het

nog een keer proberen’. Dat wil Amine wel en het gaat goed. De pedagogisch medewerker

zegt: ‘zie je wel dat je het kan Amine!’ en ze gaat weer iets anders doen. Na een tijdje ziet de

pedagogisch medewerker dat Amine alleen boven op het klimrek staat. Hij kijkt haar blij en

trots aan. De pedagogisch medewerker steekt haar duim omhoog en complimenteert hem dat

hij erg goed alleen op het klimrek kan klimmen!

1.2 Het eerste contact Wij vinden het belangrijk dat bij het eerste contact zowel ouders als kinderen zich welkom

voelen op de verschillende peuterspeelzalen. Wij doen daarom ons best een open sfeer te

creëren. De pedagogisch medewerkers vinden het belangrijk een goed contact tot stand te

brengen, want ouders moeten met vertrouwen hun kind bij ons kunnen brengen.

Kinderen kunnen heel verschillend reageren als ze voor het eerst op de peuterspeelzaal

komen. Veel zal afhangen van de leeftijd en de aard van het kind. Het kan bij

binnenkomst soms druk zijn. Het ene kind schrikt daarvoor terug, maar het kan ook

drempelverlagend werken. Door een pedagogisch medewerker die klaar staat om ouder

en kind te ontvangen, proberen we wat vertrouwen te geven en te laten weten dat de

nieuwkomer onze speciale aandacht heeft.

Page 22: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

22

In de meeste gevallen blijven de ouders van een nieuw kind op de eerste dag een tijdje in de

groep. Tijdens dit eerste contactmoment wordt belangrijke informatie aan ouders verstrekt en

is er gelegenheid voor het bespreken van alles wat ouders van belang achten. De ouders

krijgen een indruk van hoe een dagdeel op de peuterspeelzaal verloopt. Ook zien ze hoe er

door de pedagogisch medewerkers met de kinderen wordt omgegaan. Uit reacties van ouders

horen wij dat ze deze start erg positief ervaren.

1.3 Wennen en afscheid nemen Alle begin is moeilijk, wij zijn ons ervan bewust dat, zowel voor het kind als de ouders,

het wennen en afscheid nemen moeilijk kan zijn. Wij vinden het belangrijk dat hiervoor

aandacht is en tijd voor wordt vrijgemaakt. Per situatie wordt bekeken hoe we hier het

beste invulling aan kunnen geven.

Kort en duidelijk afscheid nemen is het prettigst voor ouder en kind. We vinden het dan

ook belangrijk dat een ouder zijn peuter altijd vertelt dat hij weggaat. Het kind weet dan

dat de ouder echt weggegaan is.

Veel kinderen moeten de eerste keer of keren huilen wanneer de ouder weggaat. Vaak

stopt het kind met huilen zodra de ouder er niet meer is. Blijft een kind huilen, dan wordt

hij getroost en proberen wij hem te stimuleren om te gaan spelen.

De meeste ouders vinden het moeilijk om weg te gaan als hun kind erg verdrietig is. Wij

vertellen ouders dat ze na een half uurtje gerust mogen bellen om te vragen hoe het met

hun kind gaat. Vaak is het kind dan al lekker aan het spelen. Ouders vinden dat prettig en

zijn gerustgesteld.

1.4 Structuur en voorspelbaarheid/ dagindeling Voor jonge kinderen is de hele wereld nieuw. Daardoor gebeuren er veel onverwachte dingen.

Veel is onvoorspelbaar. Jonge kinderen zoeken daarom de nabijheid van de pedagogisch

medewerkers. Ze vertrouwen erop dat de pedagogisch medewerkers goed op hen zullen

passen. Bovendien geven zij structuur. Ze geven duidelijk aan wat wel en niet kan en ze

begrenzen de ruimte.

De pedagogisch medewerkers geven structuur door:

- duidelijke grenzen aan te geven waardoor het gedrag van kinderen bijna

vanzelfsprekend en positief wordt begeleid;

- het organiseren van rituelen, zodat er herkenning is;

- het zorgvuldig indelen en inrichten van de ruimtes binnen en buiten, zodat kinderen

ongestoord samen en alleen kunnen spelen en er ruimte is voor een rijk scala aan

activiteiten;

- het hanteren van een dagritme en groepssamenstelling, aansluitend bij de behoefte van

kinderen aan spelen, uitdaging, rust en verzorging.

Het dagritme dat gehanteerd wordt, biedt het kind houvast gedurende het dagdeel. Door een

herkenbare structuur in de dag aan te brengen krijgt een kind inzicht in volgorde van

gebeurtenissen, dat zorgt voor veiligheid en duidelijkheid. De pedagogisch medewerkers

ondersteunen het dagritme door het aan de kinderen te vertellen in woorden, door gebruik te

maken van liedjes of ondersteunende afbeeldingen.

Als een kind gebracht wordt, is er even ruimte voor een gesprekje met de ouder en het kind

samen. Daarna is het tijd om afscheid te nemen van papa of mama.

Vervolgens is er tijd voor vrij spel of een activiteit aan tafel in een groepje of individueel

onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Na het spelen en opruimen, worden de

kinderen die nog een luier dragen verschoond en de andere kinderen gaan naar het toilet.

Daarna wordt er aan tafel wat gegeten en gedronken en kunnen de pedagogisch medewerkers

Page 23: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

23

er bijvoorbeeld voor kiezen om een boek voor te lezen. Vervolgens is er ruimte voor een

groepsactiviteit, vrij spel of buitenspelen als het weer het toelaat. Als het dagdeel weer voorbij

is en de ouders het kind komen halen, is er weer even ruimte voor contact met de ouders. De

pedagogisch medewerkers vertellen hoe de dag gegaan is en proberen ook het kind te

betrekken bij het gesprek.

Praktijkvoorbeeld:

Marieke is vandaag voor het eerst op de peuterspeelzaal. Ze vindt het allemaal een beetje eng

en ze weet niet zo goed wat er allemaal gaat gebeuren. De pedagogisch medewerker ziet dit

en vraagt of ze even bij haar komt zitten. Vera komt aangelopen en de pedagogisch

medewerker vraagt of ze even wil komen helpen. Ze vertelt haar dat Marieke net nieuw is en

dat ze nog niet zo goed weet hoe alles gaat. Samen met Vera vertelt de pedagogisch

medewerker aan Marieke wat de volgorde van de dag is. Vera is helemaal vrolijk als ze alles

vertelt en ze weet al goed hoe de dag verloopt. De pedagogisch medewerker vraagt aan Vera

of ze samen met Marieke een tekening wil gaan kleuren. Vera geeft Marieke een hand en

samen lopen ze naar de tafel.

Naast de dagelijks terugkomende gebeurtenissen, koppelen we ons dagritme ook aan

verschillende thema’s waar we mee werken. Gedurende zes weken werken we met een

dergelijk thema. De thema’s komen uit ons VVE programma en sluiten aan bij de seizoenen

en bij de behoeften en leeftijd van de kinderen. Herhaling van activiteiten vinden we hierbij

belangrijk. Zo lezen de pedagogisch medewerkers bijvoorbeeld een aantal keer voor uit één

en hetzelfde prentenboek dat past bij het thema. Er wordt gebruik gemaakt van

ondersteunende materialen om op die manier de kinderen de kans te geven nieuwe ervaringen

op te doen en dingen te ontdekken.

1.5 Verzorging en hygiëne Wij vinden het belangrijk dat pedagogisch medewerkers en kinderen goed omgegaan met

hygiëne. De pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld en leren de kinderen hoe

het hoort.

Er zijn vaste momenten gecreëerd voor de verzorging van de kinderen. De kinderen met een

luier worden dan ook op tijd verschoond.

Gezichtjes en handjes worden regelmatig gewassen of we maken gebruik van desinfecterende

gel. Kinderen die verkouden zijn worden meteen door de pedagogisch medewerker geholpen

bij het snuiten van hun neus.

Wanneer een kind een besmettelijke ziekte heeft, verzoeken wij de ouders om het kind thuis

te houden. Hiervoor hanteren wij de richtlijnen van de GGD.

Ook in de keuken en bij het klaar maken van het drinken en het af ruimen van de tafels is

goede hygiëne belangrijk.

De peuterspeelzaalruimte en de toiletjes worden na ieder dagdeel opgeruimd en schoon

achtergelaten. De peuterspeelzaal en overige ruimtes en toiletjes worden gemiddeld twee keer

Page 24: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

24

per week extra schoonmaakt. Ongeveer drie à vier keer per jaar wordt de ruimte, vaak met

hulp van ouders, schoongemaakt. Dan komen vooral het speelgoed en het meubilair aan de

beurt.

1.6 Eten en drinken Op de peuterspeelzaal is er elk dagdeel een moment waarop de pedagogisch medewerkers

samen met de kinderen wat drinken en een koekje of stukje fruit eten. Dit wordt gezien als

een rustmoment en het geeft de kinderen de gelegenheid om iets te vertellen en contact te

maken met leeftijdsgenootjes en de pedagogisch medewerkers. Het is dus ook een sociaal

gebeuren. We vinden het belangrijk dat de kinderen drinken en eten, maar ze zullen nooit

gedwongen worden als ze niet willen. De pedagogisch medewerkers proberen ze wel altijd te

stimuleren.

1.7 Ruimte Elke peuterspeelzaal kent haar eigen karakter qua bouw, lichtinval, afmetingen e.d.

De ruimte waarin de kinderen verblijven, moet voor hen prettig en vertrouwd zijn. Dit willen

we bereiken door te letten op inrichting, veiligheid en sfeer. Getracht wordt om grote

veranderingen in de inrichting te voorkomen om zo min mogelijk verwarring bij de kinderen

teweeg te brengen.

De ruimte is overzichtelijk en duidelijk voor de kinderen ingericht. Onverwachte sterke

prikkels zoals fel licht, lawaai en sterke kleurovergangen kunnen een kind uit zijn evenwicht

brengen en onrustig maken. We proberen dat, daar waar mogelijk, te vermijden.

We maken afspraken over het gebruik van de ruimte, zodat de kinderen weten waar ze aan toe

zijn en wat er kan en mag. De kinderen weten waar ze met bepaald speelgoed kunnen spelen.

Voorbeelden hiervan zijn:

- in het keukentje kan worden gespeeld met poppen en keukenspulletjes;

- puzzelen en knutselen wordt aan tafel gedaan;

- er is een plek waar de kinderen zich even kunnen terugtrekken;

- in de leeshoek kunnen kinderen zelf een boekje lezen of lezen de pedagogisch

medewerkers aan een groepje kinderen voor;

- in de bouwhoek kan met constructiespel gespeeld worden.

We vinden het belangrijk dat de kinderen weten welk speelgoed ze zelf mogen pakken en om

welk speelgoed ze moeten vragen. De pedagogisch medewerkers betrekken de kinderen bij

het opruimen. Ze leren hierdoor bij te dragen aan de overzichtelijkheid van de ruimte. Ook

leren ze dat er een vaste plaats is voor het speelgoed; wat in welke doos hoort en welke

spullen in welk hoekje horen.

Page 25: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

25

We hebben regels over de fysieke veiligheid om ongelukken te voorkomen. We vinden dat

een kind veilig zijn omgeving moet kunnen ontdekken. Vallen en opstaan hoort hierbij, maar

dat mag nooit door gevaarlijke situaties gebeuren.

We creëren hoekjes, maar proberen daarbij wel het overzicht te houden. Bij het inrichten van

de ruimtes letten we erop dat de kinderen alleen kunnen spelen, maar ook in groepjes. Op de

meeste peuterspeelzalen is het meubilair makkelijk te verplaatsen, zodat we ruimte kunnen

creëren bij bewegingsactiviteiten. Ook zorgen we ervoor dat we rustige en drukke activiteiten

afwisselen.

1.8 Relatie pedagogisch medewerker-kind Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich prettig en geborgen voelen bij een

pedagogisch medewerker. Vertrouwde gezichten helpen daarbij. Zorgen voor een gevoel

van veiligheid is ons voornaamste aandachtspunt in de eerste periode dat het kind op de

peuterspeelzaal komt. Daarom streven we ernaar om zoveel mogelijk vaste pedagogisch

medewerkers op vaste dagdelen te laten samenwerken. Bovendien vinden we dat een kind

het gevoel moet hebben altijd terecht te kunnen bij één van de pedagogisch medewerkers.

Een kind voelt zich sneller prettig als hij een pedagogisch medewerker goed kent. Op die

manier weet het kind waar hij aan toe is.

Alle pedagogisch medewerkers houden zich aan een bepaalde dagindeling, die ook bij de

kinderen bekend is. Daarnaast is er ruimte voor persoonlijke invulling van de

pedagogisch medewerker afhankelijk van haar karakter, mits dit past binnen de manier

van werken binnen het team. De ene pedagogisch medewerker zingt bijvoorbeeld veel

liedjes, de andere knuffelt vaak en weer een ander maakt vaak grapjes. Zo leert het kind

dat een pedagogisch medewerker ook iemand is met een eigen karakter en dat ook zij

zichzelf moet kunnen zijn.

Het is belangrijk oog te hebben voor de individuele behoeften, het karakter en eigen

mogelijkheden van het kind. We proberen het kind de ruimte te geven om zoveel

mogelijk zichzelf te kunnen zijn, voor zover dit binnen de groep mogelijk is. We vinden

het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers er zijn voor de kinderen. Zij proberen,

met het oog op de ontwikkeling van het kind, hem zo goed mogelijk te begeleiden, te

sturen, af te leiden of te stimuleren.

1.9 Groepsproces en groepsstabiliteit Als peuters elkaar vaker ontmoeten, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om

samen te spelen. Daarom vinden wij het belangrijk dat het kind in de groep zoveel mogelijk

dezelfde kinderen ontmoet. Gevoelens van vriendschap ontstaan als kinderen fijn met elkaar

kunnen spelen, ongeveer dezelfde activiteiten leuk vinden en qua ontwikkelingsniveau niet te

ver uiteen liggen. Het leren door ontmoeten past bovendien helemaal bij de ontwikkelingsfase

waarin peuters zich bevinden.

Page 26: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

26

Uitgangspunt 2

Het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties

Elk kind is uniek en doorloopt zijn eigen weg. Ieder kind volgt zijn eigen tempo en we vinden

het belangrijk om hier zo goed mogelijk bij aan te sluiten. We proberen om zoveel mogelijk

ontwikkelingskansen te creëren voor de hele groep, maar zeker ook voor elk individueel kind.

Daarnaast vinden we het belangrijk dat kinderen een leuke tijd hebben op de peuterspeelzaal,

met veel gezelligheid en mogelijkheden tot het sluiten van vriendschappen.

Gedurende de periode dat het kind op de peuterspeelzaal is, gebeurt er veel op allerlei

gebieden. We denken daarbij aan het leren afscheid nemen van zijn ouders, het leren spelen

met andere kinderen en het leren delen van speelgoed.

Elk kind is uniek. Het kind heeft een eigen karakter, een eigen achtergrond, een eigen

ontwikkelingstempo, eigen mogelijkheden en beperkingen, eigen wensen en behoeften.

Binnen de mogelijkheden van de groep en de omgeving, bieden we elk kind de ruimte en de

kansen om zijn eigenheid zo volledig en zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen en

zich op zijn eigen wijze te ontwikkelen. Ieder kind volgt zijn eigen tempo en we vinden het

belangrijk om hierop zo goed mogelijk aan te sluiten. We proberen om zoveel mogelijk

ontwikkelingskansen te creëren voor de hele groep, maar zeker ook voor elk individueel kind.

De achterliggende gedachte hierbij is dat een kind leert door te spelen. We zien spelen als een

natuurlijke motivatie om te leren. Een jong kind is van huis uit nieuwsgierig en wil zoveel

mogelijk zelf ontdekken. Op de peuterspeelzaal bieden we dan ook volop ruimte en tijd voor

vrij spel. Het kind wordt zo in de gelegenheid gesteld om zelf op onderzoek uit te gaan. In

zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. We proberen het kind steeds nieuwe uitdagingen te

bieden, maar dwingen tot niets. Elk kind heeft wel eens een dag geen zin in een uitdaging en

mag ook wel eens de makkelijke en veilige weg kiezen.

Praktijkvoorbeeld:

Het lukt Bob niet om op de bank te klimmen waar drie kinderen met blokjes zitten te spelen.

Nadat de pedagogisch medewerker hem een handje heeft geholpen, gaat zij met een ander

kind naar de wc. Bij terugkomst heeft Bob tot verbazing van de pedagogisch medewerker een

hoge toren gemaakt die warempel nog stevig staat ook!

Een kind ontwikkelt zich niet constant op alle ontwikkelingsgebieden. Soms zien wij

bijvoorbeeld even een stilstand op het gebied van de motorische ontwikkeling, terwijl het kind

met grote sprongen vooruit gaat met zijn taalontwikkeling. Hij heeft op dat

ontwikkelingsgebied veel energie nodig, waardoor de motorische ontwikkeling even stil blijft

staan.

Wij vinden het belangrijk dat ouders hun mening kunnen geven over de ontwikkeling van hun

kind op de peuterspeelzaal en gaan ervan uit dat we hier samen open en eerlijk over kunnen

communiceren.

2.1 De rol van de pedagogisch medewerker in de groep De pedagogisch medewerkers proberen steeds voorwaardenscheppend bezig te zijn voor het

leren en ontwikkelen van het kind. Ze creëren kansen die het kind uitdaging en stimulering

bieden. Daarbij is het belangrijk dat zij oog hebben voor ieder kind, met zijn eigen karakter,

kwaliteiten en mogelijkheden. De pedagogisch medewerkers streven ernaar om elk kind tot

zijn recht te laten komen. Dit doen zij door het kind, daar waar nodig, te helpen en door aan te

sluiten bij de belevingswereld van het kind. Ook bieden zij gevarieerde spelsituaties en

activiteiten aan.

Page 27: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

27

De pedagogisch medewerkers maken door het jaar heen gebruik van een scala aan thema’s.

Hierbij laten zij zoveel mogelijk ontwikkelingsaspecten aan bod komen.

De pedagogisch medewerkers signaleren eventuele problemen in de ontwikkeling van het

kind en bespreken deze met de ouders.

2.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling Voor de pedagogisch medewerker zijn de begrippen veiligheid en geborgenheid

sleutelwoorden. Wanneer een kind vertrouwen heeft in zijn omgeving en de mensen die zich

daarin bewegen, dan durft hij de wereld te gaan ontdekken en ervaart hij plezier. De rol van

de pedagogisch medewerker is hierbij, zeker in het begin, erg groot. Door goed te luisteren, te

kijken en aan te sluiten bij de emoties van het kind, proberen zij het kind een gevoel van

veiligheid en geborgenheid te geven.

De pedagogisch medewerkers nemen de emoties van het kind serieus. Ze streven ernaar om

een sfeer te creëren waarin ruimte is voor het uiten van emoties en waarin het kind zich niet

hoeft in te houden, zich niet hoeft te schamen en zich niet groot hoeft te houden. De

pedagogisch medewerkers proberen het kind te begeleiden en reageren afhankelijk van het

soort emotie; bij bijvoorbeeld boosheid luisteren ze en kijken ze waarom het kind boos is. Ze

benoemen het gedrag en helpen het kind bij het omgaan met die boosheid. Ingrijpende

gebeurtenissen, zoals de komst van een broertje of zusje, een ziekenhuisopname of

verhuizing, krijgen speciale aandacht.

Het gevoel er te mogen zijn en op anderen te kunnen vertrouwen ontstaat bij kinderen in

relatie met andere mensen. We vinden het o.a. belangrijk dat een kind:

- steun kan zoeken en zich kan laten troosten;

- zich bewust wordt van zichzelf en zijn omgeving;

- vertrouwen heeft in zijn eigen kracht en vermogen;

- een positieve levenshouding heeft: dat hij plezier in eigen lijf en leven heeft, plezier in

het omgaan met anderen;

- hulp kan vragen en ontvangen;

- initiatief kan nemen en volgen, leiding geven en accepteren;

- op kan komen voor zichzelf;

- bij kan dragen aan het geheel en kan helpen;

- kan delen met een ander;

- anderen kan aanvoelen en met elkaars gevoelens rekening kan houden;

- kan afwachten.

Al deze competenties spelen op onze peuterspeelzalen een belangrijke rol. De pedagogisch

medewerkers begeleiden en ondersteunen het kind bij het zich eigen maken van deze

vaardigheden. Dit doen ze bijvoorbeeld door zelf het goede voorbeeld te geven en het kind

positief te benaderen door hem complimentjes te geven.

Tot de sociaal-emotionele ontwikkeling hoort ook het spelen met andere kinderen. Als een

kind op de peuterspeelzaal het spelen met anderen gaat ontdekken, dan zal dit in eerste

instantie nog vooral op zichzelf gericht zijn. Het kind is dan nog niet in staat om zich in te

leven in de gevoelens en gedachten van een ander kind. Naarmate het kind ouder wordt, gaat

het samenspelen met anderen steeds beter. Het is een zoekproces van kijken, imiteren en

langzaam maar zeker samenspelen, waarbij het kind steeds meer rekening gaat houden met de

ander. Soms is begeleiding van een pedagogisch medewerker dan nog wel nodig, bijvoorbeeld

bij het oplossen van een conflict over het delen van speelgoed.

Page 28: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

28

2.3 Motorische en zintuiglijke ontwikkeling Alle gezonde kinderen zonder lichamelijke beperkingen maken in hoofdlijnen de eerste vier

jaar van hun leven dezelfde ontwikkeling door. Ieder kind dat zich veilig voelt gaat op zijn

buik liggen, zich omrollen, kruipen, zitten, lopen en springen. Het kind krijgt naarmate hij

ouder wordt, steeds meer controle over zijn bewegingen. Wat hij waarneemt en doet, gaat hij

steeds meer op elkaar afstemmen. Het kind leert om dit te coördineren. De motorische en

zintuiglijke ontwikkeling vormen de basis voor de andere ontwikkelingsgebieden.

De lichamelijke ontwikkeling is een ononderbroken proces. De ene vaardigheid bouwt voort

op de vorige. In hoofdlijnen doorlopen alle kinderen dezelfde ontwikkeling, maar ieder kind

doorloopt die ontwikkeling wel op zijn eigen manier. Het tempo van ontwikkelingen verschilt

enorm. Wij vinden het belangrijk om steeds weer te beseffen dat er grote verschillen zijn in

tempo en voorkeur; het ene kind klimt en klautert overal op zonder te vallen, terwijl een ander

liever aan tafel zit te knutselen. De pedagogisch medewerkers proberen elk kind uitdagingen

te bieden die aansluiten bij zijn motorische en zintuiglijke ontwikkeling. Ze besteden dan ook

aandacht aan grove en fijne bewegingen. Dit doen zij door verschillende materialen aan te

bieden en te zorgen voor voldoende bewegingsruime. De pedagogisch medewerkers proberen

om de motorische en zintuiglijke ontwikkeling van elk kind te stimuleren. Bijvoorbeeld:

fietsen, klimmen en klauteren, prikken, kleuren, spelen in de zandbak, maar ook peutergym en

liedjes met allerlei bewegingen.

2.4 Cognitieve ontwikkeling Het ontdekken van de wereld om zich heen en het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden

(zoals ordenen, vergelijken, sorteren, meten, leggen van verbanden, tellen en hanteren van

ruimtelijke- en tijdsbegrippen), gaat bij het kind spelenderwijs. De ontwikkelingskansen

worden gezocht in alledaagse spelsituaties. De pedagogisch medewerkers benutten de

mogelijkheden die zich aandienen; wanneer een puzzel gemaakt wordt (‘dat past geloof ik

niet’), wanneer geteld wordt (‘hoeveel koekjes zitten er nog in’), wanneer een kind aan het

bouwen is met duplo (‘wat een hoge toren’) of wanneer er spelletjes gedaan worden (‘wie

heeft een poes op zijn plaatje staan?’). Daarbij proberen zij het zelfstandig oplossen van

problemen te stimuleren. Ze proberen het kind eerder uit te dagen, dan dat ze alles zelf

voordoen.

De pedagogisch medewerkers proberen om op een toegankelijke manier het denkvermogen

van een kind te prikkelen. Ze creëren daar kansen voor door gerichte activiteiten als liedjes,

versjes, bouwen, voorlezen, winkeltje spelen, knutselen, puzzels enz. aan te bieden.

Bijvoorbeeld:

- een telproject met Sinterklaas waar pakjes/pietjes geteld kunnen worden;

- het lezen van een boekje over verstoppen waarin de begrippen ‘achter’, ‘onder’ en ‘in’

aan bod komen.

Page 29: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

29

Praktijkvoorbeelden:

Tijdens het buitenspelen proberen we het denkvermogen te prikkelen: ‘Hoeveel kinderen

willen een fietsje? Hoeveel fietsjes hebben we? Hoe lossen we dat op?’.

Ook bij het verwelkomen ‘s morgens hebben we aandacht voor het eigen maken van

cognitieve vaardigheden: ‘Kijk, wat heb je een mooie nieuwe broek aan. Wat zijn dat? (wijst

op knopen) Waarvoor zijn die? Wat is de kleur van je nieuwe broek?’

De pedagogisch medewerkers proberen voorwaardenscheppend te handelen in de wijze

waarop de ruimte wordt ingericht en de keuze van materialen. Ook observeren zij het kind om

te zien waar hij mee bezig is, met welk vraagstuk. Ze sluiten aan bij het spontane leren van

het kind. Herhaling en veel verschillende ervaringen opdoen in zinvolle situaties vinden zij

belangrijk.

2.5 Symboolverkenning Voor dat kinderen naar de basisschool gaan doen ze al veel kennis en inzichten op met

betrekking tot geletterdheid en gecijferdheid. In de periode van het jonge kind, in de leeftijd

van 0 tot 4 jaar, spreken we van ontluikende geletterdheid en ontluikende gecijferdheid.

Jonge kinderen zijn vanaf hun geboorte op verschillende manieren betrokken bij allerlei

activiteiten waarbij gesproken en geschreven taal een rol speelt. Ze zijn eigenlijk al bezig met

leren lezen en schrijven. Ze doen zo onmisbare vaardigheden op die later van belang zijn voor

het leren lezen en schrijven. De pedagogisch medewerkers stimuleren deze vaardigheden op

allerlei manieren; door kinderen te laten vertellen over gebeurtenissen, voorwerpen en

handelingen, door ze naar elkaar te laten luisteren, door liedjes en versjes aan te bieden en

door ze bijvoorbeeld met letterstempels en letterpuzzels te laten spelen.

Kinderen komen ook al vroeg in aanraking met tellen en telwoorden. Denk maar eens aan

hoe we in het dagelijks contact met kinderen hen met tellen en telwoorden kennis laten

maken. Door dergelijke ervaringen krijgen kinderen al vroeg op speelse wijze te maken met

huisnummers, de klok, telefoonnummers en het tellen van de pagina’s in prentenboeken. Het

zijn vaardigheden die later van belang zijn voor het leren rekenen. De pedagogisch

medewerkers bieden volop mogelijkheden om kinderen deze ervaringen te laten opdoen;

spelletjes en versjes met tellen, met blokken bouwen en tellen, koekjes uitdelen en bekers

ophalen in de kring en dan tellen. Maar ook door peuters gebeurtenissen in de juiste volgorde

te laten navertellen, of hen van voorwerpen te laten vertellen of ze groot of klein, dik of dun,

lang of kort enz. zijn.

De periode waarin peuters deze voorbereidende inzichten en vaardigheden opdoen, heeft de

naam ontluikende geletterheid en ontluikende gecijferdheid. De mate en het tempo van

ontwikkeling hierin kan per peuter enorm verschillen.

Naarmate de peuter de basisschoolleeftijd nadert, groeit de interesse voor (prenten) boeken

en cijfers en wordt de belangstelling hiervoor ook gevarieerder. Sommige peuters gaan nu ook

al doen alsof ze kunnen schrijven en rekenen. Er is dan geen sprake meer van ontluikende

geletterdheid of gecijferdheid, maar van beginnende geletterheid en gecijferdheid.

2.6 Taalontwikkeling Jonge kinderen communiceren met hun hele lichaam. Dit gebeurt op twee manieren: met hun

lichaamstaal (non-verbaal) en door te praten (verbaal). Naarmate ze ouder worden, wordt de

verbale manier een steeds belangrijker communicatiemiddel. De pedagogisch medewerkers

proberen concrete ervaringen van het kind te verbinden met taal. Ze ondersteunen de

taalontwikkeling door zoveel mogelijk te benoemen in allerlei verschillende situaties, zoals

bij het verschonen, bij het eten en drinken of door de bezigheden te benoemen. Jonge

kinderen en anderstalige kinderen ondersteunen zij daarnaast heel bewust non-verbaal.

Page 30: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

30

De pedagogisch medewerkers zien taal (verbaal en non-verbaal) als middel voor het kind om

iets duidelijk te maken, om emotie te uiten of om samen met andere kinderen te spelen.

Voorschoolse aandacht voor taal vindt Muzerij ook belangrijk voor kinderen met een

anderstalige achtergrond. Door hier aandacht aan te besteden, verloopt de overgang naar de

basisschool in de meeste gevallen beter. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode

‘Taallijn VVE’ en Uk & Puk voor extra stimulatie. Op peuterspeelzalen van Muzerij wordt

Nederlands gesproken.

2.7Creativiteit Creatieve uitingen, zoals verven, plakken, muziek maken en dansen komen op de

peuterspeelzaal zoveel mogelijk aan bod. Deze activiteiten maken deel uit van de

belevingswereld van het kind en zitten verweven in ons aanbod. Bij beeldende expressie gaat

in de jonge jaren om het plezier van het bezig zijn en de ervaring dat je de wereld om je heen

kunt veranderen en mooi maken. De pedagogisch medewerkers zijn er niet puur op gericht om

het kind te helpen om tot een bepaald ‘product’ te komen. Ze zorgen voor een veilige

omgeving, waarin het kind de ruimte krijgt om te experimenteren met materialen en

gereedschap. Ze vinden de beleving, het plezier en de ervaring die het kind opdoet, veel

belangrijker dan het gemaakte ‘product’.

Creativiteit van het kind, in de vorm van bijvoorbeeld zelfstandigheid, flexibiliteit en het

nemen van initiatief, wordt gezien als een positieve ontwikkeling. In de meeste gevallen

wordt dan ook getracht deze te ondersteunen en te stimuleren.

Praktijkvoorbeeld

De pedagogisch medewerker vertelt de kinderen dat ze op gaan ruimen en zet ter

ondersteuning een liedje hierover aan. Ineens komt Jamie van haar stoeltje waar ze zat te

puzzelen en danst vrolijk de peuterspeelzaal rond. Samen met Lieke en Jikke maakt ze een

kringetje en ze zingen vrolijk.

2.8 Spel en activiteiten Spelen wordt bij Muzerij gezien als een positieve impuls van jonge kinderen om te leren en

hun omgeving te verkennen. Spelen geeft plezier. Jonge kinderen houden ook van de speelse

omgang met volwassenen. Zoals samen grapjes maken en dan het liefst vertrouwde grapjes

waarvan het kind het verloop kent.

Door te spelen oefent het kind alle eerder genoemde sociale, emotionele, motorische,

zintuiglijke, cognitieve, communicatieve en creatieve vaardigheden die hij nodig heeft. Het

spel geeft hem de natuurlijke motivatie om niet boos en ongelukkig te worden tijdens de lange

weg van oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Spelvormen die veel voorkomen bij jonge

kinderen zijn:

- bewegingsspel: hiertoe behoren alle vormen van bewegingen die kinderen uit puur

plezier vanzelf doen. Bij peuters is dat vooral het fietsen, glijden, klimmen, dansen

enz.

Page 31: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

31

- fantasiespel of rollenspel: rond hun tweede jaar gaan kinderen doen alsof. In hun

fantasie- of rollenspel kunnen kinderen – die klein en afhankelijk zijn – hun

verlangens uitspelen om de baas te zijn en macht te hebben. Door gebeurtenissen die

veel indruk hebben gemaakt na te spelen, krijgen ze er meer grip op.

- speel-leerspelletjes: dit zijn de puzzels, insteekvormen, boekjes. Spelvormen waarbij

de fijne motoriek en gevoel voor kleuren, vormen en voorstellingen wordt geoefend.

- constructiespel: dit is het spelend uitproberen van zand, water, blokken enz. Vanaf hun

derde jaar gaan kinderen steeds meer bouwen met materialen.

2.9 Zelfredzaamheid Beheersing van de sluitspieren is afhankelijk van de neurologische ontwikkeling van het kind.

De meeste kinderen zijn voor hun tweede verjaardag niet rijp om zindelijk te worden, maar er

zijn grote individuele verschillen. Een kind is toe aan zindelijkheidstraining als hij langere tijd

droog is, aangeeft dat hij moet plassen of poepen, als hij op de pot wil zitten en andere

kinderen imiteert. De communicatie bij het zindelijk worden is gericht op het zich bewust

worden van het gebruik van de spieren.

De meeste ouders geven het aan als ze het idee hebben dat hun kind eraan toe is om zindelijk

te worden. Met een vaste toiletronde proberen de pedagogisch medewerkers het kind ook te

stimuleren. Op de basisschool wordt namelijk verwacht dat het kind zelfredzaam is als hij

start.

Tijdens de toiletronde/verschoning is er tegelijkertijd gelegenheid voor één op één gesprekjes

tussen pedagogisch medewerker en kind en tussen kinderen onderling. De pedagogisch

medewerkers zien het dan ook als een sociaal gebeuren. Door het kind op een andere plek te

laten wennen en oefenen dan thuis, bevorderen zij ook het zindelijk worden. Thuis heeft een

kind de stimulatie van andere leeftijdsgenootjes meestal niet.

Zelfredzaamheid omvat ook een stuk zelfstandigheid. Het bevorderen hiervan krijgt dan ook

de aandacht. De pedagogisch medewerkers laten de kinderen bijvoorbeeld zelf proberen om

hun broek uit en aan te doen.

Praktijkvoorbeeld:

Samen gaan Wouter en Pieter met de pedagogisch medewerker mee naar de toiletjes om te

plassen. Voor Pieter is het allemaal nog erg nieuw. ‘Kijk’, zegt de pedagogisch medewerker,

‘ik help Wouter eerst met het losmaken van zijn broek, dan kan hij alvast gaan plassen’. ‘En

na het plassen, moeten we handjes wassen’, zo weet Wouter aan Pieter te vertellen.

2.10 Kinderen met een handicap/achterstand/belemmering Kinderen met beperkingen worden zoveel mogelijk opgevangen in de groep. Het kan gaan om

allerlei soorten beperkingen.

Ouders geven op het inschrijfformulier aan of het kind lichamelijke beperkingen heeft of dat

er andere bijzonderheden zijn. In overleg wordt bekeken of het haalbaar is dat het kind naar

de peuterspeelzaal komt. De pedagogisch medewerkers bekijken samen met de ouders welke

Page 32: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

32

aanpassingen van de ruimte, speelmateriaal of dagritme nodig zijn en wat mogelijk is binnen

de peuterspeelzaal. Indien nodig wordt er gekeken naar mogelijkheden voor extra faciliteiten

of steun. Dit om zo min mogelijk kinderen buiten te sluiten van de peuterspeelzaal. Muzerij

wil er voor elk kind zijn. In principe is alles bespreekbaar. We zoeken samen met de ouders

naar de haalbaarheid en de meerwaarde voor het kind. We zijn ons ervan bewust dat het

toelaten van een kind met een beperking niet ten koste mag gaan van de andere kinderen in de

groep. We vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met kinderen die ‘anders’ zijn, dat

ze zich bewust worden van de verschillen die er onderling zijn.

Praktijkvoorbeeld:

‘Hé’, constateert Eren, ‘dat jongetje heeft een dopje in zijn oor’. ‘Ja’, antwoordt de

pedagogisch medewerker, ‘dat komt omdat hij anders niet zo goed kan horen en nu wel'.

Knap hè, van Loran!’.

2.11 VVE Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is “onderwijs” voor peuters en kleuters. Hiermee

kunnen kinderen op een speelse manier gestimuleerd worden in hun ontwikkeling. Binnen

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij werken we met de methode ‘Taallijn VVE’ en het

voorschools educatief programma UK & PUK. Alle pedagogisch medewerkers hebben de

scholing UK en PUK gedaan. Met UK & PUK wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van de

voor- en vroegschoolse educatie (VVE), zoals die worden gesteld door de Wet OKE. Tevens

wordt een doorgaande leerlijn gegarandeerd.

UK & PUK is een voorschools educatief programma voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Het is

speciaal ontwikkeld voor gebruik in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Het programma

richt zich op de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en

motoriek. UK & PUK kan als zelfstandig programma gebruikt worden maar ook in

combinatie met ‘Taallijn VVE’. Uk staat voor de peuter, Puk is de handpop.

UK & PUK stimuleert de brede ontwikkeling van de peuters, maar dat gaat niet vanzelf.

Daarom vraagt UK & PUK een actieve rol van pedagogisch medewerkers. UK & PUK

gebruikt dagelijkse routines (zoals samen eten of buiten spelen) als vertrekpunt voor speelse

activiteiten die kunnen worden omgebogen tot leersituaties. Pedagogisch medewerkers

kunnen bij de activiteiten kansen creëren en grijpen. UK & PUK noemt de kleine

groepsactiviteiten dan ook heel bewust “begeleid spelen”. Spelen is ontdekken en spelen is

groeien. Daarom staat spelen centraal in UK & PUK. UK & PUK organiseert activiteiten

rondom thema's. Deze thema's komen uit de directe belevingswereld van jonge kinderen en

spelen zich af in het hier en nu. Eén thema biedt activiteiten voor ongeveer 6 weken.

Page 33: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

33

2.12 Doorgaande ontwikkelingslijn Peutervolgsysteem

Om de algehele ontwikkeling van kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen maakt

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij gebruik van het peutervolgsysteem ‘KIJK’.

Onderdeel van dit peutervolgsysteem is een observatielijst die standaard twee maal wordt

ingevuld; de eerste maal wanneer de peuters 3 jaar zijn en voor de tweede maal als ze

ongeveer 3 jaar en 8 maanden zijn. Met deze observatiemethode wordt de totale ontwikkeling

van het kind in kaart gebracht en kunnen eventuele achterstanden in ontwikkeling vroegtijdig

worden opgespoord.

Mocht er aanleiding zijn voor extra ondersteuning, op bijvoorbeeld taal- of sociaal-emotioneel

gebied, dan kan het kind, na overleg met de ouders, extra dagdelen aangeboden krijgen.

Tijdens regelmatig terugkerende zorgbesprekingen, waarbij ook de IB-er van de stichting

aanwezig is, wordt door de pedagogisch medewerkers de ontwikkeling van deze kinderen

extra in de gaten gehouden, voortdurend geëvalueerd en worden handelingsplannen opgesteld.

Daarnaast bestaat er binnen de stichting Muzerij zorg+ overleg, waarin ook een

peuterconsulent en de verpleegkundige van de GGD/consultatiebureau participeren.

De (overgang naar de) basisschool Na afloop van de periode op de peuterspeelzaal worden de gegevens, na een gesprek met de

ouders over hun kind, overgedragen aan de betreffende basisschool. Dit gebeurt middels een

digitaal overdrachtsformulier. Daar waar nodig neemt de pedagogisch medewerker contact op

met de toekomstige leerkracht van de basisschool.

Om de overgang van de peuterspeelzaal naar de basisschool te vergemakkelijken, biedt

Stichting Peuterspeelzalen Muzerij op enkele peuterspeelzalen een speciaal programma aan

voor de bijna kleuters, een 3½ jarigen groep. Hierin wordt in kleine groepjes gewerkt aan

meer zelfstandigheid en taakgerichtheid.

Om de contacten met de diverse basisscholen zo goed mogelijk te laten verlopen hebben wij

bovendien periodiek een overleg met enkele contactpersonen van de onderbouw van de

basisscholen.

Uitgangspunt 3

Het overdragen van normen en waarden

Het overbrengen van normen en waarden speelt in de opvoeding van kinderen een

belangrijke rol. We achten het van belang dat dit ook een plaats krijgt binnen onze

peuterspeelzalen.

3.1 Regels en onderlinge afspraken We vinden het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk de ruimte krijgen om te spelen en te

ontdekken, al zitten hier natuurlijk ook wel eens grenzen aan. Regels en afspraken vinden wij

nodig en kunnen worden gebruikt als middel om het kind te leren respectvol om te gaan met

groepsgenootjes, met de pedagogisch medewerkers, met het speelgoed waarmee hij speelt en

met het eten en het drinken. We vinden het belangrijk dat de regels duidelijk zijn, zodat het

kind weet waar hij aan toe is en de pedagogisch medewerkers zo consequent mogelijk kunnen

reageren.

Ze spreken kinderen aan op hun gedrag als ze knoeien met eten of speelgoed kapot maken of

er mee gooien. Maar ook als ze brutaal zijn tegen een pedagogisch medewerker of als ze een

ander kind plagen of vervelen. De pedagogisch medewerkers geven het kind een compliment

als hij vervolgens het gewenste gedrag vertoont.

Page 34: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

34

De regels dragen zij uit in woorden, maar ook in hun eigen gedrag door het goede voorbeeld

te geven. Soms is het nodig of niet erg om even van een regel af te wijken en het juist op een

andere manier te doen. De pedagogisch medewerkers vinden dat dit ook moet kunnen. Op die

manier leert het kind flexibel om te gaan met veranderingen.

3.2 Ruzie en conflicten/ belonen en straffen Kinderen kunnen samen plezier maken en onderonsjes hebben. Kinderen kunnen echter ook

‘ruzie’ maken. In de eerste plaats gaan we er van uit dat conflicten normaal zijn en dat je

daarvan kunt leren. Het past ook bij de leeftijdsfase waarin de kinderen die naar de

peuterspeelzaal komen zich bevinden.

Kinderen in een groep hebben regelmatig botsingen of conflicten. Ze leren hierbij sociale

vaardigheden om hun mening duidelijk te maken, de ander te begrijpen en oplossingen te

zoeken. Ze leren ook belangrijke sociale en morele regels.

Het is van belang dat het kind leert om voor zichzelf op te komen en te ontdekken dat een

ander ook wensen en grenzen heeft. Daarom grijpen de pedagogisch medewerkers in eerste

instantie niet in, ze vinden dat de kinderen eerst de kans moeten krijgen het zelf op te lossen.

Ze grijpen in als ze zien dat dit niet lukt, dat de verhoudingen scheef liggen, omdat ze elkaar

pijn doen of omdat ze nog te klein zijn om elke conflict zelf op te kunnen lossen. Wanneer

een kind na een waarschuwing negatief gedrag blijft vertonen, nemen we het kind op

ooghoogte (gehurkt) waarbij we hem op een rustige, duidelijke wijze aanspreken en

aankijken. Bij herhaling kan het kind zonodig voor korte duur op een bepaalde plek neergezet

worden (bijvoorbeeld op een stoeltje) om zo even uit de situatie gehaald te worden. Er wordt

zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind word eventueel

afgeleid om te voorkomen dat het op deze manier steeds negatieve aandacht zoekt.

Tegelijkertijd wordt positief gedrag door complimenten gestimuleerd.

Praktijkvoorbeeld:

Emma heeft een pop vast die wordt afgepakt door Vera. Emma begint te huilen en probeert de

pop terug te pakken. Dit lukt echter niet en ze loopt huilend naar een van de pedagogisch

medewerkers toe. De pedagogisch medewerker geeft aan dat Emma eerst maar aan Vera de

pop terug moet vragen en moet zeggen tegen Vera dat ze het niet leuk vindt dat ze de pop

afpakt. Emma vraagt netjes de pop terug maar krijgt die echter niet, waarop de pedagogisch

medewerker Emma helpt door haar aan te geven een andere pop voor Vera te zoeken en die te

ruilen tegen haar pop. Vera vindt dit wel een goed idee en zo ruilen ze van pop. ‘Goed zo’,

zegt de pedagogisch medewerker.

3.3 Feesten Samen een feest of een verjaardag vieren geeft een gevoel van saamhorigheid en

gezelligheid en je maakt samen geschiedenis, herinneringen.

Wij vinden het belangrijk om bijzondere gebeurtenissen samen met de kinderen zoveel

mogelijk betekenis te geven.

Naast de gezelligheid en saamhorigheid willen we de kinderen vertrouwd maken met de

feesten waarvan wij vinden dat die bij het leven horen, met daarbij de bijbehorende

gewoontes en rituelen. Je kunt daarbij denken aan verjaardagen, afscheid nemen van een

kind dat naar de basisschool gaat, kerst, Sinterklaas enz.

Page 35: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

35

3.4 Omgaan met verschillende culturen en geloven (diversiteit) Kinderen moeten nog leren omgaan met het feit dat er veel verschillen zijn tussen mensen en

culturen. Zij moeten de kans krijgen zich de normen en waarden, de ‘cultuur’ van een

samenleving eigen te maken. Dat gaat niet zomaar. Daarvoor moet je afspraken maken en

rekening met elkaar leren houden. Kinderen leren in hun eigen gezin regels en afspraken

waaraan ze zich moeten houden. Ieder gezin heeft eigen waarden en normen. Op de

peuterspeelzaal komen die kinderen allemaal bij elkaar om samen te spelen en te leren om te

gaan met elkaar. De pedagogisch medewerkers hebben hierin een voorbeeldfunctie. Door het

geven van informatie, door de normen en waarden zelf uit te dragen, door uit te leggen en

door samen afspraken te maken; stellen zij grenzen en daarmee bieden zij een veilig kader.

De diversiteit van kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers is kenmerkend voor een

peuterspeelzaal. Diversiteit in godsdienst, persoonlijke leefomstandigheden, cultuur, karakter

etc. heeft directe gevolgen voor de manier waarop de pedagogisch medewerkers, ouders en

kinderen met elkaar omgaan. Kinderen doen bijvoorbeeld andere ervaringen op in een

geïsoleerd gezin, dan in een grote familie die veel bijeen komt. Ook de taal waarin kinderen

worden opgevoed, de culturele en religieuze gebruiken, de woonsituatie en de opleiding van

de ouders hebben invloed op het leven van kinderen. Voor alle kinderen en hun ouders is het

van groot belang, dat wij open staan voor hun leefwereld. De pedagogisch medewerkers

beschikken over de openheid en de communicatieve vaardigheden om alle ouders te bereiken.

Uitgangspunt 4

Het onderhouden van oudercontacten

We vinden het belangrijk dat er een goede samenwerking is met de ouders. De

peuterspeelzaal neemt immers ook een deel van de verzorging en opvoeding van hun kinderen

op zich. We vinden het prettig dat er in een open en vertrouwde sfeer met elkaar gesproken

kan worden. We denken bij kinderen óók altijd aan de ouders. Zij zijn en blijven de eerst

verantwoordelijke opvoeders van het kind.

4.1 Relatie pedagogisch medewerker – ouders

De pedagogisch medewerkers zorgen voor:

- goed contact met ouders en begeleiding van het eigen kind;

- wederzijds begrip en waardering;

- wederzijds adviseren en informeren;

- heldere en realistische afspraken;

- diverse momenten en vormen van contact met de ouders.

Inzicht en betrokkenheid van ouders bij het opvoeden op de peuterspeelzaal:

- ouders inzicht geven in wat de andere kinderen voor hun kind betekenen;

- ouders inzicht geven in het verschil tussen thuis opvoeden en in de groep;

Page 36: Pedagogisch beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Muzerij … · 3 Inleiding Geachte lezer, beste ouder, Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van Stichting Peuterspeelzalen Muzerij.

36

- open staan voor bijdragen van ouders aan de sfeer en activiteiten in de groep;

- ouders inzicht geven wat er in de groep leeft;

- meepraten, meedenken en meehelpen.

Een goed contact met ouders en verzorgers is belangrijk. De pedagogisch medewerkers doen

er alles aan om ervoor te zorgen dat de ouders hun kind met een gerust hart en in vol

vertrouwen bij hen achter kunnen laten.

Als (tijdelijke) partner in de opvoeding, verzorging en begeleiding van het kind, willen de

pedagogisch medewerkers samen met de ouders streven naar het beste voor het kind. De

pedagogisch medewerkers vinden het van groot belang dat de ouders zich welkom weten en

zich gehoord en gezien voelen.

De basis voor een goed pedagogisch medewerker – oudercontact ligt naar onze mening in het

wederzijds respect voor elkaars opvattingen, handelswijze, visie en achtergrond. De

pedagogisch medewerkers besteden aandacht aan een goede, zorgvuldige wederzijdse

kennismaking. Om vervolgens deze relatie gezond te houden is afstemming, uitwisseling van

informatie, maken van afspraken en openheid nodig. Daarbij is het belangrijk, dat leuke en

positieve, maar ook minder leuke en minder positieve dingen gecommuniceerd worden met

elkaar. De pedagogisch medewerkers houden ouders zo goed mogelijk op de hoogte van wat

zich afspeelt op de peuterspeelzaal.

Zij doen dat mondeling bij het halen en brengen en schriftelijk via nieuwsbrieven en/of

locatiekrantjes. Maar ook via, het doorspreken van de observatieformulieren, de

eindgesprekken en informele activiteiten zoals een zomerfeest en poets- en knutselavonden.

Voor de ontwikkeling van de kinderen is het belangrijk, dat hun thuis – en

peuterspeelzaalwereldje enigszins op elkaar afgestemd zijn. Deze hoeven niet identiek aan

elkaar te zijn. Een kind kan verschillen ervaren en deze aan de situatie verbinden. Het is wel

belangrijk dat ouders en pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van die verschillen en

daarover communiceren.

In alle contacten tussen pedagogisch medewerkers en ouders is er sprake van

tweerichtingsverkeer. De pedagogisch medewerkers weten soms niet wat er met een kind aan

de hand is of wat ze het beste kunnen doen. Dan zijn de ouders de aangewezen personen om

advies te geven. Hoe is het gedrag van het kind thuis? Hoe gaan de ouders daar mee om? Het

is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn als er bijzonderheden in de

thuisomgeving van het kind zijn die van invloed kunnen zijn op het welbevinden of het

gedrag van het kind op de peuterspeelzaal. Ook spelgewoontes of manieren van troosten zijn

voorbeelden van zaken die goed zijn om te weten, zodat hiermee rekening kan worden

gehouden. Het komt ook voor dat de ouders aan ons advies vragen. Vaak wordt gezamenlijk

naar oplossingen gezocht op basis van de ervaringen, van zowel de ouders als van de

pedagogisch medewerkers.

Voor de ouders is het belangrijk om te weten wat het kind heeft meegemaakt op de

peuterspeelzaal, met wie het gespeeld heeft, wat er is gedaan, of het kind het naar de zin heeft

gehad. Ook bijzonderheden of opvallende zaken vertellen de pedagogisch medewerkers aan

de ouders. Kinderen doen belangrijke ervaringen op tijdens het spel op de peuterspeelzaal en

ze maken interessante ontwikkelingen door. Jonge kinderen kunnen daarover nog moeilijk

vertellen. De pedagogisch medewerkers vergemakkelijken gesprekjes tussen ouders en

kinderen over wat ze hebben meegemaakt in eerste instantie door knutsels mee te geven die

door de kinderen gemaakt zijn, maar ook door foto’s (deze worden op de site van Stichting

Peuterspeelzalen Muzerij geplaatst) en bijvoorbeeld portfolio’s. Ouders krijgen hierdoor een

goed beeld van de pedagogische invloed van de peuterspeelzaal en wat de peuterspeelzaal

daarmee voor hun kind betekent.