Passie - Amazon Web Services · 2014-11-24 · interieurfotografie is Myrthe nu teamleider...
Transcript of Passie - Amazon Web Services · 2014-11-24 · interieurfotografie is Myrthe nu teamleider...
Twaalf inspirerende onderwijsportretten
Passie voor
onderwijs
Colofon
School aan Zet is bedoeld voor scholen binnen zowel primair
onderwijs, voortgezet onderwijs als (voortgezet) speciaal
onderwijs en wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie
van OC&W, de PO-Raad en VO-raad.
Coördinatie: Claudia Wijnants-Crama (School aan Zet)
Teksten: Ravestein & Zwart
Fotografie: Erik Kottier
Vormgeving: Lauwers-C
Druk: ROCIM
Met dank aan: alle geïnterviewden in deze brochure
Maart 2014
We zijn er trots op om samen met u te
mogen werken aan beter onderwijs. U staat voor
een uitdagende klus, maar elke dag zien wij weer
mooie voorbeelden van de inspanningen die u le-
vert om te verbeteren. Ook zien we elke dag hoe
gedreven leraren, IB’ers, coördinatoren, school-
leiders en bestuurders zijn om het beste uit
zichzelf te halen en zo een betere leeromgeving
voor hun leerlingen te creëren. En dat inspireert
enorm!
Het zijn juist deze voorbeelden die het verdienen
om gedeeld te worden. Wat drijft uw collega’s,
waar genieten zij van en waarom is het onderwijs
de mooiste sector om in te werken? U leest het
in deze twaalf portretten. Laat u ook inspireren
door de verhalen van deze bevlogen collega’s. Zo
blijven we leren van en met elkaar en kunnen we
samen elke dag werken aan beter onderwijs.
Ik wens u veel leesplezier!
Met vriendelijke groet,
Fabiènne HendricksProgrammamanager
School aan Zet
begon als docent beeldende vormgeving en combi-
neerde deze baan met haar werk als fotografe. Na een kort uitstapje richting makelaardij en interieurfotografie is Myrthe nu teamleider
onderbouw vmbo bij het Wellantcollege (locatie Rijnsburg). In haar vrije tijd fotografeert
ze – natuurlijk – nog steeds. www.wellant.nl
Myrthe van de Giessen
Als teamleider geef ik geen les. Maar mijn
werk is zo afwisselend, dat ik het lesgeven niet
mis. Het Wellantcollege Rijnsburg is plat georga-
niseerd. We hebben slechts twee teamleiders,
waarvan ik er één ben. Mijn werk is dan ook zeer
divers. Ik stuur collega’s aan en heb contact
met de onderwijsinspectie; daarnaast houd ik
mij bezig met beleidsmatige en organisatorische
zaken.
Dit brengt onder meer met zich mee dat ik het
Wellantcollege een moderne, groene smoel wil
geven. Het groene vmbo is geen schoffelacade-
mie, zoals vaak wordt gedacht. Dat draag ik met
heel mijn hart uit.
Met de term “een moderne, groene smoel”
bedoel ik dat we onze leerlingen een aantrek-
kelijk lesaanbod willen bieden in een groene
context. Leerlingen leren dus niet alleen hoe ze
een tuin moeten schoffelen of een plantsoen
moeten aanharken. Nee, ze leren bij het ene vak
hoe ze een tomatenzaadje moeten planten. Bij
een ander vak leren ze hoe zo’n zaadje uitgroeit
tot een plant en hoe er aan zo’n plant tomaten
groeien. Vervolgens leren ze hoe zo’n tomaat
wordt geoogst, geveild en hoe ze een tomaat het
beste kunnen klaarmaken. In de natuur is alles
met elkaar verbonden. Die verbondenheid willen
we ook in het onderwijs benadrukken. Ik vind het
heel belangrijk dat leerlingen begrijpen waarom
ze leren wat ze leren.
Ik ben ook een groot voorstander van maatwerk.
Leerlingen zouden voor elk vak op hun eigen
niveau eindexamen moeten kunnen doen. Een
vmbo-kaderleerling zou dan zijn slechtste vak op
vmbo-basisniveau kunnen afsluiten, voor drie
of vier vakken waarop hij gemiddeld presteert
eindexamen op kaderniveau kunnen doen en het
vak waarin hij een kei is op gemengd theoretisch
niveau kunnen halen.
Het gaat erom dat we de leerbehoefte bij de
leerling aanwakkeren door meer ervaringsgericht
onderwijs te bieden. Want uiteindelijk gaat het
toch gewoon om onze leerlingen. Die moeten het
naar hun zin hebben op school. En dat gebeurt
alleen als ze worden uitgedaagd om eruit te
halen wat erin zit.
Ik vind het heel belangrijk dat leerlingen begrijpen waarom ze leren wat ze leren
Mijn motivatie is dat ik het onderwijs voor ieder-
een mooier én beter wil maken. Dit zit hem soms
in kleine dingen. Gewoon even buiten je comfort-
zone kijken bijvoorbeeld. Hier op school pas ik
dat toe door excursies te organiseren die passen
bij het groene onderwijs. We gaan niet meer
op schoolreisje naar Duinrell, maar op excursie
naar de pluktuin, Naturalis of de Keukenhof. Zo
maken we van leuke uitjes meteen ook leerzame
uitjes!
Een moderne, groene smoel
begon zijn carrière als kweekschoolhospitant bij de Amsterdamse school De Heldring, een cluster
3-school voor SO in Amsterdam-Noord en voor VSO in Amsterdam-Nieuw-West. Sinds tien jaar is hij op diezelfde school directeur van zowel de
SO- als VSO-school. Henk is behalve op school ook vaak te vinden in poptempels
als Paradiso en De Melkweg. www.deheldringschool.nl
Henk Kok
Flink aan de bak
Op een ZMLK-school werk je met de meest
kwetsbare groep leerlingen. Enorm waardevol
werk; geen dag is hetzelfde. Je kunt enorm la-
chen met onze leerlingen, ze zijn niet doorsnee.
Maar het vergt ook een flinke inzet. Leraren
moeten hier echt flink aan de bak om het beste
uit een leerling te halen. Dit zijn bepaald geen
leerlingen die zichzelf wel redden. Daarom zijn
wij het aan hen verplicht om het beste onderwijs
te bieden dat je maar kunt bedenken.
Het zal een jaar of acht geleden zijn dat we be-
seften: we zijn een leuke school, maar dat is niet
genoeg. We moeten de beste worden. Vanaf dat
moment zijn we een gedegen visie gaan ontwik-
kelen. Onder het motto “De Heldring werkt!”
richten wij ons op zaken waar het echt om gaat:
plezier, professionaliteit en perspectief.
Dat heeft ons geen windeieren gelegd. Kregen
we tien jaar geleden nog een mager zesje van de
onderwijsinspectie, inmiddels hebben zowel het
SO als VSO een sublieme beoordeling op zak.
Afgelopen januari is daar nog eens het predicaat
Excellente School bijgekomen voor onze VSO-
vestiging. Een prachtige kroon op ons werk.
Goed onderwijs is wat mij betreft onderwijs
waarin je met elkaar praat over hoe het nog
beter kan. Hoe de opbrengsten van je inspannin-
gen nog groter kunnen zijn. En hoe je ontwikkelt
naar een lerende organisatie. Opbrengstgericht
werken is een thema waarover wij met elkaar
van gedachten wisselen. In deze tijd waarin de
testcultuur en standaardisering hoogtij vieren,
is het belangrijk te beseffen dat het niet om de
uitslagen en data an sich gaat, maar om wat je
ermee doet. Testen is slechts een middel om
het gesprek over beter onderwijs op gang te
brengen.
We zijn een leuke school, maar dat is niet genoeg
Wij proberen die verbetering te bereiken door bij
elkaar in de keuken te kijken en elkaars lessen
van feedback te voorzien. Daarnaast streven
wij naar een fijn en veilig pedagogisch klimaat,
waarin leraren respectvol met de leerlingen en
elkaar omgaan en zich verantwoordelijk voelen
voor álle leerlingen, niet alleen die van henzelf.
Je kunt streven naar excellent onderwijs door
je als professioneel team te blijven ontwikke-
len. Dat neemt niet weg dat de ultieme school
in mijn ogen niet bestaat. Ook al doen wij nog
zo onze stinkende best, wij worden regelmatig
ingehaald door de rauwe realiteit. We verliezen
soms leerlingen aan problematiek waar wij geen
vat op krijgen. Daar moet je als leraar goed mee
om kunnen gaan. Als je geen klik hebt met deze
bijzondere leerlingen, heb je als leraar niets op
onze school te zoeken.
is groepsleerkracht groep 1/2 aan de Vensterschool in Noordwolde. Deze bezige bij is ook nog MR-lid en ICT-coördinator. Twitter is voor haar een inspiratie-
bron waar zij ideeën opdoet en kennis deelt, net zoals met haar website www.mindmappenmet-
kleuters.nl. De scheidslijn tussen werk en vrije tijd is vaag, maar ze krijgt juist energie van
het bezig zijn voor school. www.vensterschool.net
Rianne Hofma
Vanaf mijn tiende wist ik al dat ik juf wilde
worden. En van die overtuiging ben ik nooit meer
afgestapt. Ik werk het liefst met jonge leerlingen
en ben één van de laatste lichtingen van de
KLOS (Kleuter Leidster Opleiding School). Na
enkele jaren buiten het onderwijs ben ik in 1997
weer begonnen als invaller. Sinds 2006 heb ik
mijn eigen kleutergroep en werk ik fulltime in het
onderwijs.
Het onderwijs is voor mij een bijzonder boeiend
vak. Ik haal veel voldoening uit de omgang met
leerlingen en het leveren van een positieve
bijdrage aan hun ontwikkeling. Ik geniet als ik zie
dat leerlingen met plezier naar school gaan. Ook
kan ik mijn creativiteit in de breedste zin volop
kwijt in het onderwijs. Ik sta altijd open voor
nieuwe impulsen die mijn manier van onderwijs
geven kunnen verbeteren en mijn leerlingen ten
goede komen.
Een goed voorbeeld van zo’n nieuwe impuls is
mijn website www.mindmappenmetkleuters.nl.
Op de Vensterschool – waar veel van de leerlin-
gen uit een taalarme omgeving komen – gebrui-
ken we mindmaps voor woordenschatontwikke-
ling en begrijpend luisteren.
Sindsdien scoren we opvallend hoger op de
verwante onderdelen uit de CITO-toets voor kleu-
ters. We zijn nu in samenwerking met de Vrije
Universiteit Amsterdam bezig met een subsidie-
aanvraag bij het NRO om de inzet van dit middel
Creatief met onderwijs
wetenschappelijk te onderbouwen.
Naast mindmaps houd ik mij bezig met Prezi en
Photoshop. Ik maak gebruik van die middelen
om de onderwijstoepassingen die ik bedacht heb
uit te werken en mijn lessen aantrekkelijker te
maken. Mijn directie stelt me niet alleen in staat
om mezelf verder te ontplooien, maar ook om
de opgedane kennis in te zetten in mijn klas en
(onder collega’s) te verspreiden.
De waardering die het oplevert geeft me veel
energie. Het is een vicieuze cirkel: het enthou-
siasme waarmee mijn ideeën en materialen
worden ontvangen, sporen me weer aan om
verder te gaan.
Ik geniet als ik zie dat leerlingen met plezier naar school gaan
Mijn hobby’s en werk lopen daarbij in elkaar
over, maar ik ervaar het niet als werk. Eerder als
een stimulans en een kans om me te ontwik-
kelen. En het sluit aan bij mijn visie op goed
onderwijs: ik wil als leerkracht graag een veilige
en vertrouwde, maar ook rijke, uitdagende en
betekenisvolle omgeving scheppen. Waarin
leerlingen zich gezien en gewaardeerd voelen en
tegelijkertijd uitgedaagd worden om zich opti-
maal te ontplooien.
is, na een loopbaan in het regulier openbaar
onderwijs, sinds zes jaar werkzaam in het speciaal onderwijs. Naast directeur van SBO Luc Stevens-school is hij op dit moment interim-directeur van de ZMLK-school Herderschêe, beide in Utrecht. Ook is hij voorzitter van het directeurenoverleg
van het bestuur SPO Utrecht. In zijn vrije tijd is hij voorzitter van het hoofdbestuur
van een voetbalvereniging. www.sbolucstevensschool.nl
Ed van der Hooft
Iedere stap is een klein cadeautje
Iedere nieuwe stap die een leerling zet, hoe
klein ook, moet je vieren. Dat is waar wij als
bestuur en school voor staan: de leerling staps-
gewijs begeleiden in zijn ontwikkelingsproces.
Als je het met kleine stapjes steeds weer verder
kunt brengen, is dat een groot goed. Iedere stap
is een klein cadeautje. Plezier en een gevoel van
geborgenheid spelen daarbij een grote rol. We
willen leerlingen ’s ochtends met een glimlach
binnen zien komen. Ons motto: leren kan nog zo
moeilijk zijn, maar naar school gaan is leuk!
Het uitgangspunt bij ons onderwijs is wat een
leerling wél kan in plaats van wat hij niet kan.
Daarop sluiten we het aanbod aan. Dit klinkt
eenvoudig, maar is best moeilijk. Het vereist dat
je de ontwikkeling van een leerling steeds helder
in beeld hebt en met onderwijs daarop kunt
anticiperen. Dit doe je door goed te kijken wat
de leerling nodig heeft en zijn gedrag te interpre-
teren. We noemen dit leren langs het kind en dit
is best lastig voor een leerkracht. Hiervoor is het
noodzakelijk dat hij steeds het overzicht heeft én
houdt.
Relatie, autonomie en competentie zijn de kern-
begrippen van onze scholen. Dat betekent niet
alleen proberen aan te sluiten op de behoeften
van de leerling en het programma-aanbod daarop
afstemmen. Het betekent ook dat je dit doet in
partnerschap met de ouders. Zij bepalen mede
welke stappen hun kind gaat zetten en laten
weten als zij het ergens niet mee eens zijn.
Andersom doen wij dat ook. Veel leerlingen zijn
afkomstig uit het reguliere basisonderwijs en
hebben daardoor soms het gevoel een valse
start te hebben gemaakt. Die gevoelens van fa-
len moeten we zien te keren en daarvoor hebben
we elkaar hard nodig. De leerling, zijn of haar
ouders en onze school.
Ons motto: leren kan nog zo moeilijk zijn, maar naar school gaan is leuk
Mijn onderwijsideaal? Dat we leerlingen holis-
tisch benaderen en ze zien als mens in plaats
van louter een cognitief wezen. Onderwijs draait
niet alleen maar om tot honderd leren tellen. De
sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling
is vele malen belangrijker! Zeker in deze tijd van
snelheid en informatiedichtheid is het lastig voor
sommige leerlingen om zich te handhaven. Met
typische 21st century skills, zoals leren plannen,
doseren en samenwerken, komen we wat mij be-
treft een heel eind om onze leerlingen weerbaar
te maken in de moderne maatschappij.
begon in 1978 als onderwijzer in het basisonderwijs,
was leraar wiskunde, conrector, rector, directeur studentenzaken aan de universiteit en directeur
van een pabo. Sinds 2009 is hij directeur-bestuurder van CSG Het Noordik, een brede VO-school met circa 3.000 leerlingen en vestigingen in Almelo,
Vriezenveen en Vroomshoop. Drenth laat zich inspireren door het kloosterleven en
leest graag over zingeving. www.noordik.nl
Wim Drenth
Voor het leven envoor de maatschappij
Als onderwijzer en later als wiskundeleraar
merkte ik dat ik een mening had over mijn
school, dat ik invloed wilde uitoefenen. Niet
zozeer kennisinhoudelijk, maar vooral op het
vormende deel van het onderwijs. Geleidelijk ben
ik steeds meer bestuurlijke taken gaan vervullen.
Daarbij ben ik in mijn huidige rol, directeur-be-
stuurder van een VO-scholengemeenschap, het
beste op mijn plek. Dat heeft te maken met de
schaal van de organisatie, maar ook met de sec-
tor zelf. In het VO heb je te maken met leerlingen
in zeer bepalende jaren van hun leven. Het is de
fase waarin jonge mensen moeten leren om keu-
zes te gaan maken, waarin ze inzichten opdoen
over zichzelf en over het leven. Als school kun
je hierin van groot belang zijn, met de docent in
een sleutelrol.
Zingeving en verbinding zijn mijn grootste drijfve-
ren. Als bestuurder wil ik ervoor zorgen dat mijn
directeuren en teamleiders hun werk optimaal
kunnen doen, met als uiteindelijke doel dat
docenten volledig tot hun recht komen. Ik voel
me verantwoordelijk voor een goede schoolont-
wikkeling, naar volle tevredenheid van leerlingen,
personeel en omgeving.
Zingeving is daarbij ontzettend belangrijk. Als
docent moet je niet alleen kennis overdragen en
pedagogisch-didactisch goed onderlegd zijn, je
bent ook een ethisch baken voor leerlingen. Er
zijn in onze samenleving steeds minder dragende
en verbindende visies. Als school vul je een deel
van die leemte op. We leiden verantwoordelijke
burgers op voor de samenleving van de toe-
komst. Dat is onze missie. Dat proberen we ook,
heel praktisch, waar te maken met de manier
waarop we lesgeven.
Zingeving neemt ook een grote plaats in bij de
toerusting van onze medewerkers. Bij onze on-
langs gehouden studiedag vertelden zo’n twintig
oud-leerlingen wat hen drijft in hun dagelijkse
werk, waar ze energie uit halen. We vroegen hen
vervolgens ook in hoeverre onze school en onze
docenten hier aan hebben bijgedragen. Op die
manier kregen onze docenten terug dat het zin
heeft wat ze doen, dat het zin geeft.
Als docent ben je ook een ethisch baken voor leerlingen
Ik heb me laten inspireren door Alexander Rin-
nooy Kan die in zijn rapport “Leerkracht!” stelde
dat we de leraar zijn natuurlijke centrale plek in
de schoolorganisatie terug moeten geven. Onze
teams stellen zichzelf doelen die gericht zijn op
het verbeteren van de eigen onderwijspraktijk.
Daarbij kijken de teams in de spiegel. We ontvan-
gen altijd graag gerichte feedback. Als gevolg
daarvan kunnen we ons beeld en onze doelen
soms weloverwogen bijstellen.
Anita de Kadt
is intern begeleider (IB’er) bij Kindcentrum Amby, een school die in 2012, na uitgebreide toetsing, door de minister van onderwijs geaccrediteerd werd tot de eerste Academische basisschool van Maastricht. Naast haar werk heeft Anita
vooral veel passie voor lezen en reizen (bij voorkeur in een tent).
www.bsamby.nl
Ik ben in 1974 begonnen in wat nu groep
3 heet. De hechte band die je opbouwt met
zesjarigen, het unieke moment waarop zij leren
lezen: het was werk dat ik bij wijze van spreken
onbetaald zou willen doen. Nu, veertig jaar later,
ga ik nog steeds met veel plezier naar school.
Werken met jonge leerlingen verveelt nooit. Zo’n
aha-erlebnis bij een leerling, als het kwartje
ineens wel valt: prachtig!
Ik ben nu IB’er bovenbouw. Dit was voor mij een
logische stap. Na mijn eerste baan ging ik na
een tussenstop van vijf jaar, ik kreeg kinderen,
als vervangende leerkracht aan de slag. Dit was
de meest leerzame periode in mijn carrière. Elke
keer werd ik in het diepe gegooid en moest in
korte tijd de klassen en de lessen leren ken-
nen. Daarna kreeg ik een vaste betrekking bij
Kindcentrum Amby. Ik begon bij groep 3 en 4 en
eindigde bij groep 8. Zo leerde ik alle leerlijnen
kennen: een essentiële bouwsteen voor mijn
huidige functie.
Het zetje in de rug kreeg ik van een groep 7
waaraan ik les gaf. Een groep met pit! Die klas
liet me zien dat ik als leraar meer nodig had
dan ik in mijn mars had. Ik besloot de opleiding
Remedial Teacher te volgen. Nu werk ik als IB’er,
maar op woensdag – mijn favoriete dag – sta ik
zelf voor de klas. Zo houd ik voeling met datgene
dat ik als IB’er bedenk. Ik haal ook echt voldoe-
ning uit mijn werk. Het is mooi om leerlingen die
zwakker zijn of boven het maaiveld uit steken
te ondersteunen. We hebben hier een plusklas
voor excellente leerlingen. Voor hen geldt: haal er
alles uit wat erin zit.
Dat credo mag je niet op iedere leerling toepas-
sen, vind ik. Er zijn leerlingen die doodongelukkig
worden als je ze pusht. Voor hen is soms het
normale streef- en fundamenteel niveau geen
haalbare kaart. Dat moet je respecteren. Zij zijn
gebaat bij een eigen ontwikkelingslijn, waarbij
het welbevinden het hoogste doel is. Misschien
heb je dan minder opbrengsten, maar het be-
langrijkste is dat zij gelukkig zijn. Dat kunnen we
realiseren door zo optimaal mogelijk onderwijs
op maat te geven
Werken met jonge leerlingen verveelt nooit
Aan dit maatwerk lever ik een bijdrage door als
IB’er leerlingen in de klas te observeren. Maar
ik kijk ook naar de leerkracht, het belangrijk-
ste instrument om goed onderwijs te maken.
Leerkrachten hebben handvatten nodig om op de
diversiteit van de leerlingen in te spelen. Zodat
iedere individuele leerling op waarde geschat
wordt. Een streven, dat we hier allemaal willen
realiseren.
Hoogste doel: zorgen voor welbevinden
stond jarenlang voor de klas als biologie- en wis-
kunde docent, was mentor, coördinator en afdelings-leider. In 2000 koos hij voor het schoolleiderschap.
Nu is hij rector van het Gerrit Komrij College in Winterswijk, een VO-school waar medewerkers en leerlingen hun ideeën en ambities kwijt kunnen.
Jan Pauls grootste hobby is het onderwijs en alles wat erbij komt kijken. Als er tijd
overblijft, trekt hij zijn hardloopschoenen aan of pakt hij zijn gitaar erbij.
www.gerritkomrijcollege.nl
Jan Paul Beekman
Meer dan een leerfabriek
Het onderwijs is mijn grootste passie. Ik ben
om 7.00 uur op school en als ik ’s avonds om
18.00 uur thuis ben, heb ik er nog steeds geen
genoeg van. Na het avondeten houd ik me vaak
nog een paar uur bezig met het onderwijs en
alles wat ermee samenhangt: stukken lezen,
vergaderingen voorbereiden en bijwonen, na-
denken. Waarom? Omdat goed onderwijs enorm
belangrijk is. We moeten onze leerlingen tijdens
hun middelbare schooltijd genoeg bagage mee-
geven om zich in de steeds complexer wordende
samenleving staande te houden.
Het mooie aan het Gerrit Komrij College is dat
het een school is voor en van de leerlingen.
Een school moet meer zijn dan een leerfabriek,
waar alleen maar toetsen worden afgenomen en
cijfers worden gegeven. Een school moet een
leer- én een leefplek zijn. Leerlingen voelen zich
thuis hier op school, zeker in het nieuwe gebouw
dat we anderhalf jaar geleden hebben betrokken.
Ze zeggen wel eens dat ze geen zin hebben in
school, toch zie ik aan hun glimmende oogjes
dat ze het naar hun zin hebben. Dat vind ik het
mooiste dat er is.
Goed onderwijs staat voor mij gelijk aan respect.
Hierbij gaat het er niet alleen om dat leerlingen
respect hebben voor elkaar. Maar het gaat ook
om respecteren wie iemand is en daarnaar han-
delen. Daarom vind ik het belangrijk dat docen-
ten niet alleen focussen op de klas als geheel,
maar juist ook oog hebben voor de individuele
leerling. Dat ze echt naar de leerling kijken en
bedenken wat iemand nodig heeft om het beste
uit zichzelf te halen.
Een school moet een leer- én een leefplek zijn
Natuurlijk is dit niet altijd gemakkelijk. Daarom
geven we onze docenten bewust de ruimte om
hier hun eigen invulling aan te geven. We bieden
hen tevens de mogelijkheid om bij elkaar in de
klas te kijken. Een kijkje in andermans keuken
nemen werkt vaak heel verfrissend en inspire-
rend.
Daarnaast organiseren we spiegelsessies,
waarbij we leerlingen de gelegenheid geven om
de dialoog met docenten aan te gaan over wat
een goede les is. Dat werkt enorm goed, want
leraren nemen de goede raad van leerlingen echt
ter harte.
Zo blijkt maar weer dat verandering ook in
kleine dingen kan zitten. Iets wat natuurlijk naad-
loos aansluit op onze nuchtere Achterhoekse
cultuur.
is leerkracht geweest bij De Borckeshof (Breeden-
broek) en St. Liborius (Dinxperlo). Sinds 1 augustus 2012 is ze Meerscholen Directeur van deze basisscholen, die beide deel uitmaken van
Stichting Essentius (tien scholen). In haar vrije tijd leest ze veel (voornamelijk vakliteratuur)
en sport ze graag, waarbij voetballen haar grootste passie is.
www.essentius.nl
Yvet Knoefmann
Al bij mijn allereerste gesprek heb ik gezegd:
ik wil hier ooit directeur worden. Ik heb de ambi-
tie om echt iets te kunnen betekenen voor het
onderwijs. Als directeur kan ik het meeste doen
voor leerkrachten én leerlingen.
Altijd ben ik bezig met goed, beter, best. Hoe
kan ik zorgen dat onze leerlingen het best
denkbare onderwijs krijgen? Wat werkt goed, wat
werkt minder goed? Daarbij probeer ik goed te
observeren en goed te luisteren. Naar onze IB’er
en onze leerkrachten, maar ook naar wat ouders
zeggen. Verder heb ik regelmatig gesprekken met
mijn leerkrachten, waarin ik hen vraag om samen
met mij te onderzoeken hoe we het nog beter
kunnen doen. Daarbij vertrouw ik op hun kennis
en kunde, op hun professionaliteit en hun pas-
sie. Want de leerkrachten moeten het uiteindelijk
doen. Autonoom, met behoud van kwaliteit.
Goed onderwijs staat of valt met de betrokken-
heid van leerlingen. Wij willen als school dat
leerlingen enthousiast zijn om te leren. Het is de
taak van de leerkracht om hen hierin te stimule-
ren. In gesprekken met leerkrachten haal ik dat
naar voren. Ik probeer hen ook te helpen als ze
negatief zijn over zichzelf of over leerlingen. Dan
ga ik op zoek naar oplossingen: hoe kunnen we
het draaien?
Onze studiedagen organiseer ikzelf. Daarbij geef
ik nooit invulling aan meer dan één studiedag
Altijd bezig met goed, beter, best
tegelijk. Ik wil me kunnen blijven voeden met
de dingen die hier op school gebeuren: de klas-
senbezoeken, de gesprekken met leerkrachten,
de ideeën die ik opdoe tijdens het maandelijkse
directieoverleg. Er is wel een rode draad bij
elke studiedag: teamwork, zo praktisch moge-
lijk samenwerken en samen leren. Een vraag
waar we ons dan samen over buigen is bijvoor-
beeld: als we onszelf nu een zeven geven voor
effectieve instructie, hoe komen we dan tot
een acht?
Goed onderwijs staat of valt met de betrokkenheid van leerlingen
Ik wil altijd blijven leren, ben een soort wandelen-
de spons, dat zit in me. Ik leer ook weer nieuwe,
bijvoorbeeld nu we ons voor mijn twee scholen
focussen op HRM/lerende organisatie. Dat geeft
mij houvast en focus. Ik ga elke dag met plezier
naar mijn werk.
Daarbij is er één ding wat mij altijd weer extra
energie geeft. Als ik ’s ochtends het schoolplein
oploop en de leerlingen roepen “Hoi, juf Yvet!”,
dan kan mijn dag eigenlijk al niet meer stuk. Wat
mij uiteindelijk drijft zijn de leerlingen, daar doe
ik het voor.
Sjef Nilwik
is docent biologie en NLT en mentor havo 5 op Notre Dame des Anges te Ubbergen, een kleinschalige
school met een unieke status: het is de enige categorale havo van Nederland. Sjef maakt muziek, fotografeert, schildert, is regelmatig in de natuur
te vinden en gaat graag op reis. www.notredame.nl
Persoonlijkheden letterlijk zien groeien
Enkele jaren geleden was er een reünie op de
school waar ik toen 27 jaar werkte. Oud-(mentor)
leerlingen, inmiddels rond de veertig jaar en
veel levenservaring rijker, vertelden me wat mijn
invloed is geweest op hun leven en de keuzes
die ze hebben gemaakt. Mijn rol bleek groter dan
ik gedacht had.
Het geeft voldoening wanneer je van oud-leerlin-
gen dankbaarheid terugkrijgt. Ik blijf het bijzon-
der vinden een bijdrage te mogen en kunnen
leveren aan de ontwikkeling van jonge mensen
die verwachtingsvol en nieuwsgierig zijn naar hun
toekomst. Dat maakt de leeftijdsgroep in het VO
dan ook zo’n boeiende: in enkele jaren verande-
ren basisschoolleerlingen in onhandige pubers
en daarna in adolescenten. Over dertig jaar zijn
zij bepalend voor hoe onze samenleving er dan
uitziet. In het VO groeit hun persoonlijkheid. Net
als hun visie op de werkelijkheid.
Bij een gevoelige groeiperiode past een veilige
en vertrouwde leeromgeving. Als mentor kan ik
leerlingen ondersteunen, geruststellen en de
weg wijzen naar mogelijke oplossingen voor hun
problemen. Daarnaast is een gelijkwaardige re-
latie belangrijk: er is respect voor mij als docent
als ikzelf respect heb voor de leerling. Leerlingen
groeien letterlijk als ze zien dat je hen serieus
neemt en merken dat ze met vallen en opstaan
hun verantwoordelijkheid mogen nemen voor hun
studie en hun eigen keuzes mogen maken.
Goede begeleiding is daarbij essentieel: hoe pak
je als leerling zaken aan, hoe reflecteer je op je
werk en resultaten, wat kan je verbeteren? Ik
geef aan dat fouten maken mag, leg de nadruk
op wat goed gaat in plaats van wat nog niet lukt,
spoor hen aan vol te houden en moeite te doen.
In mijn eigen reflectie zoek ik telkens nieuwe
werkvormen en middelen om dit te bereiken, met
het besef dat die volle 4-havo klas soms wel wat
anders aan het hoofd heeft. Als zij merken dat
ik moeite doe, kan ik hen ook aansporen moeite
te doen en hen overtuigen dat zij beter worden
in vaardigheden en leerprestaties. Met een
werkgroep onderzocht ik onlangs welke rol een
“groeimindset” kan spelen in dit proces. Met
andere collega’s ontwikkel ik momenteel een
structuur waarbij leerlingen in activiteiten naast
de lessen talenten kunnen ontwikkelen en benut-
ten. Hierdoor wordt de school meer van hen.
Bij een gevoelige groei-periode past een veilige en vertrouwde leeromgeving
Naast dit alles geef ik het mooie vak biologie.
Het is een cadeautje om leerlingen te laten ont-
dekken hoe bijzonder de natuur is, de verbazing
en nieuwsgierigheid die dat oproept. Dat inspi-
reert tot het ontwikkelen van goede opdrachten
in de buitenlucht.
Kost mij dit alles dan geen energie? Jawel, en
soms meer dan goed is. Maar het geeft meer
dan het kost: de moeite is dus niet voor niets.
is voorzitter van het College van Bestuur van
Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (ATO) in Den Bosch: 18 basisscholen, meer dan 5.000 leerlingen, ruim 500 medewerkers. Daarnaast geeft hij regelmatig gastcolleges over school-
management. Ook verzorgt hij vanuit de Franse Pyreneeën managementtrainingen, in
combinatie met buitensportactiviteiten. www.ato-scholenkring.nl
Joop van Lanen
Koers op integrale ontwikkeling
Mijn droom is dat iedere leerling zich opti-
maal kan ontwikkelen. De ontwikkeling van een
leerling in de meest brede zin van het woord:
dat is wat mij mijn hele carrière al drijft. Eerst
als onderwijzer, daarna als directeur op diverse
basisscholen, later als bovenschools directeur
van Nutsscholen en sinds 2008 als bestuurder
van de ATO Scholenkring.
In die rol kan ik die droom meer dan ooit con-
creet vormgeven. Samen met de andere school-
besturen in Den Bosch doen we er alles aan om
de kwaliteit van het eigentijds onderwijs, opvang
en educatie in de hele stad op peil te houden
en te verbeteren. We willen dat scholen zoveel
mogelijk te bieden hebben aan de leerlingen en
hun ouders.
Waar mogelijk zorgen we voor koppelingen met
BSO, TSO, maar ook met bijvoorbeeld vroeg- en
voorschoolse educatie, kinderopvang en andere
opvoedkundige programma’s. Kindcentra 013
heet dit gezamenlijke ideaal: we willen voor alle
leerlingen een doorlopende leerlijn, één aan-
sturing, één pedagogisch concept. We koersen
daarbij op integrale ontwikkeling. De basis – taal
en rekenen – moet overal op orde zijn, maar
leerlingen moeten bijvoorbeeld ook hun creativi-
teit kunnen ontwikkelen en bewegingonderwijs
krijgen.
Is er dan helemaal geen concurrentie meer tus-
sen onze scholen? Zeker wel: ouders kunnen
nog steeds kiezen uit verschillende onderwijs-
concepten. Maar we werken toch eerst en vooral
samen, in het belang van de leerling. Alleen
door samen te werken kom je tot verbetering
en vernieuwing van onderwijs. Goed onderwijs
begint met gebouwen, met goed personeel, met
directeuren. Maar voor echt goed onderwijs is
ook de omgeving van belang: de ouders, de
gemeente, de directe buren van de school. Als
bestuurder blijf ik continu in de weer om al die
partijen dichter bij elkaar te brengen.
Voor echt goed onderwijs is de omgeving van belang
Vijf jaar geleden zijn we bijvoorbeeld als scholen-
kring een vrijage begonnen met de stadsbiblio-
theek. Inmiddels heeft vrijwel elke basisschool
in Den Bosch een eigen kleine bibliotheek, met
ondersteuning van de stadsbibliotheek. Ideaal,
vanuit het oogpunt van taalontwikkeling is be-
schikbaarheid van boeken cruciaal.
Nog een voorbeeld: in een Boschs stadsdeel
groeiden twee kleinere scholen naar elkaar toe,
onder meer conceptueel. Ze wilden, mede inge-
geven door krimp, naar één kindcentrum toe. We
hebben hen toen in dat proces begeleid. Inmid-
dels heeft dit stadsdeel twee prima kindcentra
met 1 BRIN-nummer. Iedereen profiteert daar-
van, ook de buurt zelf.
Bij alles wat ik als bestuurder van plan ben, stel
ik mijzelf de vraag: draagt het bij aan ontwikke-
ling van de leerling? Is dat het geval, dan is de
keuze gemakkelijk: doen!
werkt als leerkracht bij SBO de Blinker in Geleen. Ze heeft een passie voor leerlingen met specifieke
onderwijsbehoeften, met name als het gaat om leer-lingen met leesproblemen en dyslexie. In haar vrije tijd volgt ze allerlei workshops, variërend van koken
tot het maken van binnenhuisdecoraties. www.sbodeblinker-geleen.nl
Dionne Knops
Ik ben leerkracht geworden, omdat ik het heer-
lijk vind om met leerlingen te werken. In het spe-
ciaal basisonderwijs kan ik mijn talenten volledig
ontplooien. Zo heb ik me tijdens mijn vervolgop-
leiding gespecialiseerd in het diagnosticeren en
begeleiden van leerlingen met leesproblemen
en dyslexie. Daarom zijn de leerlingen van onze
groepen 8 met de diagnose dyslexie geclusterd
en in mijn groep geplaatst. Hierdoor kan ik met
mijn specialisatie zowel voor de leesproblemen
als de gevolgen daarvan iets betekenen voor
deze leerlingen.
Mijn werk in het speciaal basisonderwijs heeft
me doen inzien dat het belangrijk is om rekening
te houden met wat de leerling nodig heeft. Daar-
om bieden we maatwerk. Zo heb ik de leerlingen
in mijn klas met hulp van de referentieniveaus
van het SLO geclusterd in een op hun toege-
sneden leerarrangement. Hierbij wordt gericht
gewerkt aan bepaalde doelen die de leerlingen
moeten halen, afhankelijk van hun uitstroomni-
veau. Een collega en ik zijn hiermee gestart voor
het begrijpend lezen. Dit houdt bijvoorbeeld in
dat ik met de hele klas dezelfde tekst behandel,
maar dat leerlingen hier vervolgens op hun eigen
niveau, met hun eigen doelen, mee aan de slag
gaan. Elke leerling volgt de les dus vanuit zijn
eigen arrangement.
Het mooie van deze manier van werken is dat
het klassenmanagement voor mij overzichtelij-
ker wordt en daarmee beter hanteerbaar. De
betrokkenheid van de leerlingen neemt toe,
omdat er meer gewerkt wordt vanuit specifiek
afgestemde leerdoelen en minder vanuit teksten
Op eigen niveau, met eigen doelen
en het beantwoorden van vragen. Op basis van
de ervaringen met de pilot Passende Perspectie-
ven en de voorbereidende werkzaamheden van
de werkgroep onderwijsarrangementen, waar ik
deel van uitmaak, starten we komend schooljaar
schoolbreed met een arrangement voor begrij-
pend lezen.
Elke dag ga ik met veel plezier naar mijn werk,
want ik heb een leuke klas met geweldige leer-
lingen. Ik vind het mooi om te zien dat leerlingen
stappen zetten in hun ontwikkeling en dat ik hier
met mijn creativiteit, rust en aanpak een bijdrage
aan kan leveren. Het doet me goed als ik zie hoe
leerlingen met de juiste aanpak vooruit kunnen
gaan. Hiervan geniet ik: dag in, dag uit.
Het is belangrijk rekening te houden met wat de leerling nodig heeft
Ik haal ook veel inspiratie en werkplezier uit het
contact met collega’s. We hebben een fijn team,
waarin iedereen voor elkaar klaarstaat. Mijn
passie haal ik ook uit de intensieve contacten
met de ouders van mijn leerlingen. Ik informeer
ouders niet alleen, maar betrek hen nadrukkelijk
bij de ontwikkelingen en vorderingen van hun
kind. Door de goede samenwerking met ouders
en onze schoolbreed gedeelde waarden, ontstaat
er een schoolklimaat dat leerlingen stimuleert
tot leren.
begon als onderwijzer en was docent in het VO. Als consultant bij CPS werkte hij mee aan de
ontwikkeling van leerlingvolgsystemen. Een kleine tien jaar geleden kwam hij in de directie van Het Atrium in Zoetermeer, een school voor praktijk-
onderwijs met ongeveer 280 leerlingen en 50 medewerkers. Onderwijs is zijn grootste
passie, ook in zijn vrije tijd. Tot januari was hij lid van de Raad van Toezicht
van meerdere basisscholen. www.hetatrium-pro.nl
Kees Witteman
Toch de weg vinden naar de arbeidsmarkt
Als school voor praktijkonderwijs leiden we
niet op voor een diploma, maar voor werk. Ons
hoofddoel is positieve uitplaatsing van leerlin-
gen: we willen zorgen dat leerlingen ondanks
licht verstandelijke beperkingen toch hun weg
kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Dat is soms
een flinke uitdaging, maar wel een hele mooie.
Veel van onze leerlingen hebben dyslexie,
dyscalculie, ADHD, ODD, enzovoort. Het zijn
allemaal ontzettend leuke leerlingen, die vaak
ontzettend handig zijn, als je ze maar de kans
geeft om te doen waar ze goed in zijn en waar
ze plezier in hebben. In hun geval zijn dat vrijwel
altijd bezigheden waar ze hun handen bij kunnen
gebruiken. Onze leerlingen worden vaak straten-
maker, winkelhulp, zorghulp of assistent bij een
banketbakkerij. Ook werken in de groene sector
is populair.
De reden waarom ik in het praktijkonderwijs werk
is eenvoudig. Het gros van de mensen weet zich-
zelf prima te redden in de maatschappij en op de
arbeidsmarkt. Ik wil er zijn voor de leerlingen die
het niet vanzelf redden: bijvoorbeeld leerlingen
met een IQ van 60 tot 80 die een steuntje in de
rug goed kunnen gebruiken. Dat is de reden dat
ik werkelijk elke dag met plezier naar mijn werk
ga. Omdat het zinvol is en het iets oplevert.
Als directeur probeer ik op verschillende ma-
nieren bij te dragen aan optimaal onderwijs.
Dat doe ik door docenten zo te faciliteren dat
ze hun werk goed kunnen doen. Vooruit kijken
hoort evengoed bij mijn werk. Wat betekent de
introductie van passend onderwijs voor ons prak-
tijkonderwijs, hoe spelen we in op het verdwij-
nen van de Wajongregeling? Ook probeer ik de
discussie over ons praktijkonderwijs dag in dag
uit levend te houden. Bieden we leerlingen de
juiste stages aan? Hebben we voldoende contac-
ten met bedrijven waar leerlingen stage kunnen
lopen? Kunnen we nog meer met branchecerti-
ficaten werken zodat leerlingen betere kansen
krijgen op de arbeidsmarkt?
We willen met onze leerlingen werken aan een reëel zelfbeeld
Voor mij is de sleutelvraag: ontwikkelen onze
leerlingen zich goed? Ook op onze school dro-
men leerlingen van een carrière als piloot, prof-
voetballer of popster. We willen met hen werken
aan een reëel zelfbeeld, op basis van zelfvertrou-
wen en zelfsturing. Als we leerlingen die basis
kunnen meegeven, staan ze echt sterker.
Mijn grootste wens? Een schoolteam dat, elke
dag weer, helemaal blijft gaan voor zijn leerlin-
gen. Een team dat zich wil blijven ontwikkelen.
Daar werk ik elke dag aan, daar kun je me elk
moment voor wakker maken.