Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem · Drees III, de opening van De Efteling, de eerste...

12
Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem Herfst 2006, jaargang 18, nummer 3

Transcript of Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem · Drees III, de opening van De Efteling, de eerste...

Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem

Herfst 2006, jaargang 18, nummer 3

De Vereniging Vrienden van Sonsbeek wil eenklankbord zijn voor de bezoekers van de monumen-tale parken en voor de eigenaar van de parken, deGemeente Arnhem. Het doel van de Vereniging is inwoord en daad mee te werken aan de instandhoudingen verfraaiing van de parken Sonsbeek, Zypendaal enGulden Bodem. De Vereniging Vrienden van Sonsbeekondersteunt het Bezoekerscentrum Sonsbeek financieelmet een vaste bijdrage per lid.

De contributie per lid bedraagt per jaar:voor particulieren € 12,50, voor verenigingen € 35,-voor bedrijven € 50,-; Bankrekeningnummer: 40 63 33 505 t.n.v Vrienden van Sonsbeek.

Bestuur Vereniging Vrienden van Sonsbeek:Hendrik Broekhuizen (voorzitter) tel. 4426212, Luuk Broer (secretaris) tel. 4424956, Kees Hoogendijk (penningmeester) tel.4458408, Loes Prakke (ledenadm/promotie) tel. 4433495, Tjada van den Eelaart-de Sitter (schouw/gidsen) tel.4455098, Koos de Vos tel. 3634971. Adviseurs: JoopMorsink (historie), Jeroen Glissenaar (Stadsbeheer),Jeroen Voskuilen (Bezoekerscentrum).

De Stichting Bezoekerscentrum Sonsbeek wil bezoekers bewust maken van de mooie groene kantenvan Arnhem. Dit gebeurt door het organiseren vantentoonstellingen, excursies en evenementen. Hetbezoekerscentrum levert informatie over de parkenSonsbeek, Zypendaal en Gulden Bodem en het is eengoed startpunt bij een bezoek aan de parken. Website: www.bezoekerscentrumsonsbeek.nl

Bestuur Stichting Bezoekerscentrum Sonsbeek:Leo van der Meer (voorzitter), Bart Beukema (secre-taris), Marijke de Bruïne (penningmeester), JaapNieuwenhuis, Aaltje Koopman, Wim Roddenhof.

Secretariaat/ledenadministratie:Vereniging Vrienden van Sonsbeek per adresBezoekerscentrum Sonsbeek, Zypendaalseweg 24a,6814CL Arnhem, Telefoon: 4450660, Email: [email protected]: www.parksonsbeek.nl

2

Tellegen en ik

Als rechtgeaarde Amsterdammerstreelt het mij dat landschapsar-chitect Zocher, die het Vondelparkin Amsterdam ontworpen heeft,ook betrokken was bij de trans-formatie van het landgoedSonsbeek in een Engelse land-schapstuin.Rechtgeaarde Arnhemmers kun-nen trots zijn op ir. J.C.W.Tellegen die als directeurGemeentewerken van Arnhemeen cruciale rol heeft gespeeld inhet behoud van het parkSonsbeek in 1899. Arnhem eerdehem met de Tellegenbank (zieverderop in dit blad).Amsterdam zag hoe bekwaamTellegen opereerde en benoemdehem in 1901 tot directeur Bouw-en Woningtoezicht. Een gigan-tisch bouwschandaal met slechtematerialen, corrupte bouwers,enz. vroeg om stevigingrijpen.Toen in 1904 een rij inaanbouw zijnde woningen aan deDa Costakade instortte en er 10bouwvakkers in het ziekenhuisbelandden was de maat vol en derevolutiebouw werd strengaangepakt onder leiding vanTellegen.Nadat vele misstanden warenopgelost werd Tellegen in 1915tot burgemeester van Amsterdambenoemd. Prioriteit kreeg na zijnaantreden de voedselvoorzieningtijdens de eerste wereldoorlog.Veel van wat hij voorstond werdna zijn dood - in 1921-doorgevoerd .In 1929 onthuldezijn vrouw in Amsterdam eenTellegen-monument in deBurgemeester Tellegenstraat. Bijhet monument is een monumen-tale stenen zitbank geplaatst.Waarom documenteer ik dit?Schrijver van dit stukje, nieuwaangetreden parkgids in Arnhem,is geboren in één van de destijdsingestorte panden aan de DaCostakade in Amsterdam.

Ton Maanicus

DE CEDERALLEEZo moet het zijn: het tedere geweld Van ceders in september, kopergroenAls wachters in gelid, die heel het bos

Behoeden voor wat schuilt en spiedt en dreigt

Maar beuken zijn het: neigend naar het veldEn reikend naar de lucht, een legioenVan overmoed dat zonder blik of blos

Ons voorhoudt dat het eeuwen overstijgt

Maar in oktobers late middagzonValt stofgoud van de droge bladerdos

November waait de eerste takken losHet leven wijkt nu met de lichtval mee

Dan wordt voltooid wat eens als feest begonVerloochend in een herfstige allee

Cees van der Pluijm

Het erecomité dat in de catalogus voorSonsbeek ’52 wordt genoemd, maakt duidelijkdat de organisatoren het in die tijd nog steedsbelangrijk vinden om officiële vertegenwoordi-gers van zoveel mogelijk landen bij de mani-festatie te betrekken. Voorzitter van het comitéis de minister van Onderwijs, professor-doctorF. J. Th. Rutten en hij weet een stoet van elfambassadeurs en gezanten achter zich, samenmet commissaris der Koningin in Gelderlandjonkheer-doctor C. G. C. Quarles van Ufforden Arnhems burgemeester Chris Matser. Haremajesteit koningin Juliana is beschermvrouwe,wat dat ook moge betekenen.Er is in de wereld niet zoveel veranderd, driejaar na de eerste manifestatie. De wonden vande Tweede Wereldoorlog worden nog steedsgelikt. Beeldend kunstenaars, en niet de min-sten onder hen, hebben een onbedwingbaredrang om na de geestelijke ketening tijdens deoorlogsjaren hun werk uit te dragen.Beeldhouwers zoeken het liefst ook nog debuitenlucht op. De meer dan honderdduizendbezoekers uit 1949 hebben de organisatie, deStichting Sonsbeek ’49, het vertrouwengegeven dat het een goede greep was ombeelden in Arnhems fraaiste stadspark te plaat-sen en het publiek uit te nodigen hier kennisvan te nemen.

Een kostbare traditieHet bestuur realiseert zich dat het na tweeexposities de verwachting wekt ‘dat zich hierin Arnhem een schone en zeer kostbare tradi-tie aan het vormen is’, zo meldt de ook in hetvorige artikel (infobulletin jaargang 18, nr.2)al aangehaalde stichtingsvoorzitter J. A. deGoeijen in de catalogus. Toch zal de vraag ofer een vervolg moet komen herhaaldelijk dekop op blijven steken. Niet in het minst door-dat de kosten, na een minimaal budget in hetbegin, voortdurend blijven stijgen. Na 1971stokt de reeks Sonsbeek-exposities zelfs

3

gedurende een periode van vijftien jaar. Voorhet zover is, hebben degenen die nauwbetrokken zijn bij de organisatie van de eerstevijf tentoonstellingen nog de illusie dat deplastische kunst zich voorgoed genesteld heeftin de harten van het volk, dwars door allelagen heen. Opleiding, rang en stand speeldenvoor een bezoek aan deze manifestaties aan-vankelijk geen rol. Veel Nederlanders blekenna de oorlog hongerig naar kunst en cultuur.

Een ruim publiekEen recensie in juni 1952 in de NieuweRotterdamse Courant maakt gewag van debrede belangstelling: ‘Een ideale tentoon-stelling is het al dadelijk omdat grote monu-mentale beeldhouwkunst nu eenmaal de vrijeruimte behoeft om zich met haar ware wezenen kracht te kunnen doen gelden. Een idealetentoonstelling is het dan mede, omdat geniet, als in zalen, werk naast werk ziet, maaral wandelend uw ontmoetingen hebt met eenrijke verscheidenheid aan specimina van deinternationale sculptuur van onze tijd, ont-moetingen die veelal vernieuwde kennis-makingen zijn uiteraard. Het gaat er immersbij deze exposities in Sonsbeek niet om hun,die in de beeldende kunst min of meer thuiszijn, iets nieuws voor te zetten, maar om desculptuur nader te brengen tot een zeer ruimpubliek’.

Het succes van Sonsbeek leidt tot navolging inbinnen- en buitenland en ondermeer hierdoorloopt de belangstelling voor ‘Arnhem’ terug.Daar heeft Herman Hofman, lange tijd cultuurvoortrekker in dienst van de gemeente,het over in een brochure waarin hij hetgemeentebestuur en het stichtingsbestuurvoorhoudt hoe de draad weer op te pakken.Twee jaar na de expositie in 1986 is hemgevraagd na te gaan of er plaats is voorhernieuwing van de Sonsbeek-traditie.

‘Voor allen die geloven in de ontzaglijkebetekenis van de Europese cultuur’

Op weg naar Sonsbeek 10In de aanloop naar de tiende

Sonsbeektentoonstelling in 2008

kijken we terug op de vorige exposi-

ties. Dit keer Sonsbeek ’52, de tweede

naoorlogse manifestatie. Liefst 220

werken van 128 kunstenaars uit bin-

nen- en buitenland worden dit keer

ingezonden. De keuze valt vooral op

gevestigde, oudere beeldhouwers.

Namen als Zadkine, Marie

Andriessen, Rodin, Bronner, Lipchitz,

Hildo Krop, Henri Moore, Renoir en

Maillol duiken op. 1952 Is het jaar

van het aantreden van het kabinet-

Drees III, de opening van De Efteling,

de eerste ontvangst op tv van

Sinterklaas, het begin van de kern-

wapenwedloop, het overlijden van

Henriëtte Roland Holst en van één de

inzenders van Sonsbeek, Constant

Permeke.

Affiche voor de tentoonstelling

Sonsbeek'52, ontworpen door Otto

Treumann

Wie Hofman in zijn verschillende rollen bij degemeente heeft leren kennen, weet het antwoord: er moet een vervolg komen, zij hetdat er meer garanties nodig zijn voor eengoede financiële afloop.

Terug naar 1952. Het stichtingsbestuur is nog bijkans euforisch over het verloop van detentoonstelling in ’49. ‘De meer dan honderd-duizend bezoekers (..) bewaren vrijwel alleneen onvergetelijke herinnering aan de harmonieuze vereniging van kunst en natuur’,signaleert eerdergenoemde voorzitter DeGoeijen. Hij bedient zich kwistig van retoriekals hij verder schrijft: ‘Wij behoeven hier nietuit te weiden over de betekenis van deze culturele manifestatie. Sonsbeek is een klank,overal in ons land en ver in het buitenland

4

bekend. Een tentoonstelling van internationalebeeldhouwkunst in Sonsbeek is nu reeds eenwekroep voor allen, die geloven in de ontzaglijke betekenis van de Europese cultuur’.

Rob van Otterloo

Bronnen: catalogus Sonsbeek ’52; De SonsbeekBeeldententoonstellingen in Arnhem, een blijvende traditie? Herman Hofman (1988).

Otto TreumannDe grafisch ontwerper Otto Treumann (1919-2001) geldt als eenbelangrijk pionier in de modernisering van de grafische vormgevingin Nederland. Hij vluchtte in 1935 uit Beieren naar Nederland waar hij zijn op-leiding volgde aan de Nieuwe Kunstschool in Amsterdam. In deoorlog was hij betrokken bij vervalsing van persoonsbewijzen endistributiebonnen. Zijn grafische werk van na de oorlog geeft blijkvan zijn geloof in de wederopbouw. Hij werd bekend door zijnaffiches voor de Jaarbeurs en voor musea. Hij werkte aan logo's enhuisstijlen voor bedrijven en instellingen en hij ontwierp een groteserie postzegels voor de toenmalige PTT. Treumann was een functioneel ontwerper: alles stond in dienst van de boodschap. Treumann ontwierp het affiche voor Sonsbeek ‘52 (zie afbeeldingvorige pagina)

Gijs Jacobs van den HofDe beeldhouwer Gijs Jacobs van den Hof (1889 – 1965) was eenambachtelijke kunstenaar met klassieke, figuratieve beelden. Vanhem zijn 70 beeldhouwwerken en veel grafiek bekend. Na zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam was hij van1921 tot 1954 docent bij het Genootschap 'Kunstoefening', devoorganger van de Kunstacademie, in zijn geboortestad Arnhem.Als docent beeldhouwen had grote invloed op Nederlandse beeld-houwkunst van zijn tijd. Met 12 beelden in de openbare ruimte ishij in Arnhem kampioen. De bekendste daarvan zijn het standbeeldvan de Gele Rijder en zijn Arnhemse oorlogsmonument 'Menstegen Macht' op het Kerkplein (afkomstig van Sonsbeek'52). Voortszijn te noemen: beelden aan het vm.Vesta-gebouw, aan deSchouwburg, aan de gevel van het vm. Heidemij-gebouw, de pleu-ranten beeldengroep op Moscowa (oorspronkelijk de sokkel van'Mens tegen Macht'), het reliëf van de Tellegenbank en de geknieldevrouwenfiguur aan de Karpervijver in Sonsbeek.

Beeld 'Mens tegen Macht' (Gijs Jacobsvan den Hof, 1952). Sinds 1953Arnhems oorlogsmonument op hetKerkplein.. Maakte daarvoor deel uitvan de tentoonstelling Sonsbeek'52.

5

hij van 1915 tot 1921 burgemeester was.

Stenen bankenHet oprichten van een stenen bank als dankvoor bewezen diensten van een lokale notabeleof groep van personen lijkt een typischNederlandse gewoonte tijdens de eerste helftvan de 20ste eeuw. Het zijn met name burge-meesters, notarissen en natuurbeschermers diemet een bank worden vereerd, maar ook lokalebelangenverenigingen en kunstenaars krijgensoms een bank. De banken hebben echter nog een tweedefunctie. Zij nodigen uit tot een moment vanrust, het genieten van de natuur en van hetuitzicht vanaf de bank. In de 19de eeuw is hetnaar buiten gaan nog een gedistingeerde aan-gelegenheid, maar dit verandert tegen het eindvan de eeuw als in alle grote stedenstadsparken worden aangelegd en wandelen,naar buiten gaan steeds populairder wordt. Debelangstelling voor de natuur neemt toe. DeVereniging Natuurmonumenten wordtopgericht in 1905 en kijk eens naar de popu-lariteit van de Verkade albums in die tijd. Dieveranderde relatie met de natuur wordt aardiggeïllustreerd door twee opschriften op dePosbank in De Steeg. De Posbank is een fraaiehalfronde bakstenen bank opgedragen aanG.A. Pos, destijds voorzitter van de ANWB.Vanaf de bank heeft men een prachtig uitzichtover de zuidelijke Veluwezoom. Het opschriftter ere van voorzitter Pos luidt:

DEN NEDERLANDERS DEED HIJNEDERLANDS SCHOONHEID KENNEN

WAARDEREN EN LIEFHEBBEN

En een tweede opschrift:

DUIZENDEN BRACHT HIJIN EN TOT DE NATUUR

Onder grote publieke belangstelling onthuldemevrouw A.J.J. Tellegen-Fock op donderdag 23februari 1928 in park Sonsbeek een stenenbank ter nagedachtenis aan haar overledenman, de oud-directeur Gemeentewerken vanArnhem. De grote, halfronde bank van bak-steen is ontworpen door gemeentearchitectH.B. van Broekhuizen. De bank heeft eendiameter van ca. 6,80 m. en een hoogte vanongeveer één meter. De bank is afgedekt meteen natuurstenen lijst en staat tegen eenachtergrond van groenblijvende heesters. Dezitting aan de binnenzijde van de boog is vangeolied teakhout. De boog heeft links en rechtseen asymmetrische uitbouw. Links een natu-urstenen zuil met ingehakte tekst:

TER HERINNERING AANIr. J.W.C. TELLEGEN

DIRECTEUR GEMEENTEWERKEN1890 – 1901

Rechts een gestileerd reliëf van een steenbok,gemaakt door de beeldhouwer G. Jacobs van

den Hof. De Tellegenbank isprachtig van vorm, is uit-stekend onderhouden en biedteen fraai uitzicht over de GroteVijver van Sonsbeek. De bankis opgericht op initiatief van deArnhemse VVV ter ere van Ir.Tellegen (1859 – 1921) dieervoor zorgde dat het parkSonsbeek niet aan de woning-bouw ten offer viel, maar doorde gemeente werd aangekocht,bewaard en voor recreatiebestemd. De bank werd duszeven jaar na het overlijdenvan Tellegen in gebruikgenomen en zelfs 20 jaar nazijn vertrek uit Arnhem.Tellegen maakte in 1901 deoverstap naar Amsterdam waar

Blijvende herinnering aan bijzondere man

De Werkgroep Stenen Bankenin Nederland in Abcoude isbezig met eeninventarisatie van alle stenenbanken, die zijn opgericht ternagedachtenis aan iemand dieiets bijzonders voor de gemeen-schap heeft gedaan. Bij deGrote Vijver in park Sonsbeekstaat zo'n 'monumentale' bank;de Tellegenbank.

Ir. J.W.C. Tellegen

6

WerkgroepDe meeste herinneringsbanken zijnrechthoekig van vorm, maar er is met name inGelderland een kleine concentratie halfrondebanken. Voorbeelden zijn behalve deTellegenbank o.a. de Vreedebank inWageningen (1887), de Posbank in De Steeg(1918), de Wilhelminabank in Velp (1923), deGeërfden bank in Roozendaal (1929) en deBurgemeester Schorerbank in Heerde (1932).Rechthoekige stenen banken zijn inGelderland o.a. aanwezig in Apeldoorn,Putten, Garderen, Wapenveld en Ermelo.Beneden de grote rivieren zijn er maar weinigvan dergelijke banken. Een duidelijke concen-tratie bevindt zich in het West-Nederlandsekustgebied van Den Helder tot ZeeuwsVlaanderen. In Midden Nederland isGelderland rijk aan banken. Naar het noordentoe wordt dat minder met bijvoorbeeld slechtstwee banken tot nu toe in Groningen.

Een landelijk overzicht van stenen bankenontbreekt. De Werkgroep Stenen Banken inNederland doet onderzoek naar de culturelegeschiedenis van deze banken in Nederland.De werkgroep wil de banken uit de anonimiteit trekken en ze presenteren als deel van het Nederlandse culturele erfgoed.

VoorwaardenDe door de Werkgroep te bestuderen her-inneringsbanken dienen te voldoen aan eendrietal voorwaarden: ze zijn gemaakt van steen(baksteen of natuursteen), ze zijn opgedragenaan één of meer personen en ze staan in deopenbare ruimte (bos, park, plantsoen ofplein). Deze selectiecriteria worden soepeltoegepast. Zo hebben veel banken een houtenzitting, die duidelijk is aangebracht om het zitcomfort te vergroten. Een enkele bankdraagt wel een jaartal maar geen naam van eenpersoon. Stenen bankjes op begraafplaatsenworden niet opgenomen.

Loes van Wijngaarden en Jos Diender

OproepHet gegevensbestand van herinneringsbankenis nog niet compleet. Kent u nog een stenenbank ergens in Nederland, of heeft u extrahistorische informatie, foto’s of kran-tenknipsels over de hierboven genoemdebanken, dan kunt u contact opnemen metmevr. L.H. van Wijngaarden-Bakker,Werkgroep Stenen Banken in Nederland,Sandbergstraat 10, 1391 EL Abcoude; Tel. 0294-281855; email: [email protected]

De Tellegenbank (H.B.vanBroekhuizen,1928) bij de GroteVijver in Sonsbeek

7

Als oorzaak van het verdwijnen werd het incultuur brengen van moeras en rietruigteaangedragen. Na een aantal incidentelebroedgevallen vestigt de soort zich weeropnieuw in de jaren zestig van de vorige eeuwin de drooggevallen Flevopolders, Noordwest-Overijssel, Friesland en Zeeland. In het mid-den van de jaren zeventig gaat het om 100-150broedparen in heel Nederland. In onze regiowerden de eerste broedparen vastgesteld mid-den jaren tachtig in de Ooypolder,Rijnstrangen en de Havikerwaard. Sinds dehervestiging in de jaren zestig in ons land ishet aantal grauwe ganzen jaarlijks met gemid-deld 20% toegenomen. Die groei vond vooralde laatste tien jaar plaats. Tegenwoordig zijn erlandelijk maar liefst 25.000 broedparen en jekunt met recht spreken van een succesverhaal.Dat niet iedereen staat te juichen bij die toe-name is te begrijpen vooral omdat in het voor-jaar de schade aan landbouwgewassen istoegenomen. De intensieve landbouw met veelen voedselrijk gras heeft de aantaltoename inde hand gewerkt. Daarnaast werkten mee deuitbreiding van geschikt broedhabitat (natuurontwikkeling en zandwinplassen) ende langdurige afwezigheid van de jacht.

De voorspellingen gemaakt door SOVONVogelonderzoek geven aan dat de populatie dekomende 20 jaar nog zal toenemen. Op basisvan de huidige landschappelijke gegevenswordt de belangrijkste toename verwacht inFriesland en Noord- en Zuid-Holland.Adviezen voor aantalregulatie worden nietgegeven in de vorm van jacht en bestrijdingmaar meer in aanpassing beheer, andereinrichting landschap, creëren van opvangge-bieden voor niet-broedende vogels en het stimuleren van predatie (bv. vos). In parkSonsbeek heeft de soort zich gevestigd als vastebroedvogel rond de recente eeuwwisseling.Andere gebieden die al voor gingen in deomgeving waren onder andere Meinerswijk.,Immerloopark, Rijkerswoerdse Plassen en demiddenberm van het Velperbroekcircuit. In aldeze gebieden kan er veilig gebroed worden(vnl. op eilandjes) voor de belangrijkste preda-tor, de vos, en is er volop voedsel in de vormgras in de directe omgeving aanwezig. Eenkwetsbare periode is wanneer de ganzen kleinejongen hebben en ze naar het gras moeten.Daar kunnen ze dan ten prooi vallen aan natuurlijke predatoren als vos, buizerd, blauwereiger en daarnaast zouden in Sonsbeek ookloslopende honden en katten – onbedoeld -een regulerende invloed kunnen hebben. Teveel ganzen, om weer terug te komen bij hetbegin van deze bijdrage, maar hoeveel is teveel? De soort heeft immers maximaal gebruikgemaakt van de omstandigheden die door onsgeboden zijn. De toch al uitgebreide lijst vanSonsbeek heeft er weer een vogelsoort bij, deenige inheemse gans. Van Tienhoven zal hettevreden vanaf zijn sokkel gadeslaan want hijwas het vooral die de natuur dichter bij hetpubliek wilde brengen door middel van wandelgebieden. Meer informatie www.vogelwerkgroeparnhem.nl

Jan Schoppers

Het succesverhaal van de Grauwe Gans

De redactie wil altijd bijtijdsweten waar mijn bijdrage overgaat en toen ik aankondigdedat het over de Grauwe Ganszou gaan was de reactie: “Ditvoorjaar zaten er veel (te veel)op de Grote Weide vanSonsbeek”. De grauwe gans enook andere ganzen houden degemoederen tegenwoordig flinkbezig omdat de aantallen flinkzijn toegenomen in deafgelopen decennia. Het is bijna niet te geloven datde soort in het begin van devorige eeuw was uitgestorvenin Nederland.

Grauwe gans (foto: Erik de Waard)

8

De naam van het park

Nog steeds denken velen dat de naam Sonsbeek een verbastering is van de benaming Sint Jansbeek. In het maartnummer van het blad'Arnhem de Genoeglijkste' staateen verhelderend stuk over denaamgeving van parkSonsbeek, geschreven doorC.M. Kooi. Onze eigen park-historicus Joop Morsink heeftook al jaren onderzoek gedaannaar de oorsprong van de naamSonsbeek en hij zit op dezelfdelijn als Kooi. Hierbij zijn visie.

Sinds de 17de eeuw draagt een deel van hetgebied ten noorden van de stadswallen vanArnhem de naam 'Sonsbeeck'. Dit gebiedwordt globaal omsloten door de huidigeZypendaalseweg, Parkweg, Kluizeweg (toenHolleweg genaamd) en ongeveer 150 meterApeldoornseweg. Hierna gaat de grens inzuidelijke richting naar de plaats waarmomenteel de Zwanenbrug over de SintJansbeek ligt. Het was een perceel grond vancirca 7 hectare. Door grondaankopen vanopeenvolgende landeigenaren werd het gebiedin de loop der jaren steeds groter en tenslotteomgevormd tot een heus landgoed. De naamSonsbeek is in al die eeuwen behoudengebleven. Over de herkomst van deze naamdoen een aantal theorieën de ronde. De minstwaarschijnlijke theorie is dat het landgoedhaar naam te danken heeft aan de moerassigevijvers in het bovendal van de Sint Jansbeek,de zogenaamde 'sompen'. Door in het dagelijksspraakgebruik de woorden 'somp' en 'beek' bijelkaar te trekken zou het woord 'Sonsbeek'zijn ontstaan.

Sint JansbeekEen andere theorie die lang opgeld deed is dat de naam 'Sonsbeek' is afgeleid van debenaming 'Sint Jansbeek'. De beek stroomtnamelijk door het gebied waar vanaf het jaar1200 de Commanderij van Sint Jan landerijen

en een korenwatermolen beziten heeft daar haar naam aan tedanken. In die tijd werd 'Sint'ook wel uitgesproken als'Sint(e)', 'Sent(e)', 'Sont(e)' of'Sunt(e)'. Het is dus mogelijkdat de Sint Jansbeek in deMiddeleeuwen is uitgesprokenals 'Sonte Johannesbeek' enlater is verbasterd tot'Sontbeeck', 'Sontsbeeck' enuiteindelijk 'Sonsbeeck'.

Anna van SonsbeeckDe meest aannemelijke verklaring is echter dathet landgoed is vernoemd naar Anna vanSonsbeeck, een aanzienlijke ´Dame´ of ´Joffer´in de Arnhemse gemeenschap. De vader vanAnna, Franciscus van Sonsbeeck, is afkomstiguit het Hertogdom Kleve, en wel uit het stadjeSonsbeck (of Sonsbeeck), net over de Duitsegrens, nabij de stad Xanten. Boven de hoofdin-gang van de in 1655 gebouwde Lutherse kerkvan Sonsbeck treft men nu nog altijd het originele stadswapen aan. Het is een zon metdaar onder enkele gegolfde lijntjes, diestromend water voorstellen.

In het begin van de 15de eeuw komen uit hetHertogdom Kleve mensen om economische enlater om godsdienstige redenen naar de LageLanden om te werken als landarbeider, han-nekemaejer (grasmaaier), enz. Een familie-naam is in die tijd niet algemeen gebruikelijk.Men wordt veelal vernoemd naar het beroepdat men uitoefent, of naar de plaats of streekwaar men vandaan komt. In dit geval dus'Franciscus van Sonsbeeck'. Franciscus vestigtzich in Arnhem. Als hij in 1565 komt te over-lijden, hertrouwt zijn weduwe, Aleidt vanPresickhave, met Ludowick Bruijnincks, eenprominent inwoner of poorter van de stadArnhem. Bruijnincks is omstreeks 1570 eigenaar van een molen aan de St. Jansbeekwaar nu de Kleine Waterval ligt. Na zijn over-lijden, begin 17de eeuw, wordt zijn stief-dochter Anna de nieuwe eigenaresse van demolen en de bijbehorende gronden. Omdatmolens veelal naar de – vorige - eigenaar wor-den genoemd, heet de molen in de volksmondde 'Bruijnincks- of Sonsbeeck korenmeule'.Anna is ook eigenaresse van het eerste HuisSonsbeek, dat op ongeveer honderd meter innoordelijke richting vanaf het Lusthuisje vanmr. Sebastiaan Cornelis Nederburgh uit 1800(het oude deel van het huidige SonsbeekPaviljoen) heeft gestaan.

Het oude stadswapen vanSonsbeck (Dld) als sluitsteenvan het portaal van de Luthersekerk uit 1655. De kerk is ver-woest in 1945 en herbouwd in1951

9

De ridderorde van St. Jan (ook welJohannieterorde genoemd) vond haar oor-sprong in een herberg annex hospitaal inJeruzalem, dat in 1023 was gebouwd om devele pelgrims die naar het Heilige Landtrokken onderdak en medische zorg te bieden.De herberg was gewijd aan Johannes de Doper.De broederorde was aanvankelijk verdeeld intwee klassen: priesters en broeders. Tijdens deeerste kruistocht in 1099 namen leden van deorde echter ook deel aan de verdediging vanhet Heilige Land tegen de Turken. Behalvepriesters en broeders waren er vanaf dat

moment ook hospitaalridders. Men kon alleenRidder van de orde van St. Jan worden als menvan adel was.

Otto I, graaf van Gelre en Zutphen, was zo'nhospitaalridder. Hij ging in 1189 mee met dederde kruistocht. Het werd geen succes. Hijoverleefde de zeereis, de oorlog, het klimaat ende ziektes maar nauwelijks en keerde in 1190terug in Nederland. Als dank voor zijn behouden thuiskomstschonk hij een deel van zijn Arnhemse grond-bezit aan de ridderorde van St. Jan, die er in de13de eeuw o.a. een commanderij (hoofd-kwartier) en een kerk liet bouwen. Ook enkelelanderijen ten noorden van de stad behoordentot de schenking. De beek die door dit gebiedrichting de stad stroomde kreeg in devolksmond al gauw de naam 'St. Jansbeek'.Ook namen als Jansplein, Jansplaats enJansstraat in het centrum van de stad herin-neren nog aan de aanwezigheid van de rid-derorde van St. Jan in Arnhem.

Jos Diender

Anna van Sonsbeeck trouwt met VolquartSixtius. Het echtpaar krijgt twee kinderen, eenzoon Suffridus Sixtius en een dochterMargarita. Suffridus Sixtius wordt in 1636eigenaar van de Bruijnincks- ofSonsbeeckmeule. Hij verbindt aan zijn beziteen lijfrente van jaarlijks duizendCarolusguldens die hij uitkeert aan zijn moeder Anna. Het familiebezit wordt dan alaangeduid als 'Sonsbeeck'. Anna overlijdt op 2oktober 1637. Haar zoon Suffridus Sixtiusoverlijdt in 1649.

Door aankopen van opeenvolgende eigenarenvan de Sonsbeekmolen (waaronder DeNormandie, Pronck, Nederburgh, De Smeth,Van Heeckeren) groeit het perceel rond dezewatermolen steeds verder. De eigenaren kiezenvoor het steeds groter wordende landgoed nietde namen Wildbaan, Roelofsberg, Hartjesbergof Ruyterenberg, maar geven de voorkeur aande naam ‘Sonsbeek’.

Joop Morsink

Johannes de Doper en de Jansbeek

De St. Jansbeek dankt haar naam indirect aanJohannes (Jan) de Doper, de beschermheilige van de ridderorde van St. Jan. Dezegeestelijke broederschap hadzich eind 12de eeuw in Arnhemgevestigd dankzij een royaleschenking van Otto I, graaf vanGelre en Zutphen.

Het gebied van de Commanderij van Sint-Jan,Arnhem rond 1650. Nu Jansplein - Jansplaats

10

De kommetjeswaterval is in 1986 aangebracht,toen de sprengbeken in Zypendaal enSonsbeek werden opgeknapt, als een bijzon-dere mogelijkheid de kwaliteit van het water teverbeteren door extra beluchting. Het hotsende en klotsende water slikt gretigzuurstof.

Volgens sommigen echter gaat het bij dit allesniet alleen om de elementaire samenstelling,ook het energetische aspect is van belang. Hetmeanderen van beken en rivieren, het werve-len en de wisselwerking met de natuurlijkeomgeving, dat alles tezamen zou het water verlevendigen, er een belangrijke meerwaardeaan verlenen…

Hoe het ook zij, intussen is daar na al die onstuimigheid de volmaakte transparantie vande tot rust gekomen beek. Weer kijk ik naar dekleine stortvloed en het kunstige montuur datzoveel levendigheid nauwelijks kan bevatten.Panta rhei: alles stroomt, alles is in beweging –van atoom tot sterrennevel. Achter mij schar-relt een merel driftig tussen de dorre bladeren.Ik strik mijn veters en loop verder door eenpark dat ruim ademhaalt.

Jan Schreurs

Kommetjeswaterval

Tussen Kleine Waterval en Zwanenbrug, aande kant van de Zypendaalseweg, ligt een zijtakvan de Jansbeek. Deze wordt gevoed door hetwater van de hoofdstroom. Ter hoogte van deHangbrug vloeit het via twee pijpen onder hetgeasfalteerde pad door. Een van die pijpenloopt uit op een kleine cascade bestaande uiteen reeks van dertien flowforms: de zoge-naamde ‘kommetjeswaterval’. Door de bijzon-dere vorm van de bekkens kan het water nietzomaar wegstromen: het kolkt en wervelt,maakt een achtje, loopt dan pas door naar devolgende schaal, net zo lang tot ze allegepasseerd zijn en het water, verzadigd, weeroplost in stille gelijkmatigheid.

“Een aardig gezicht”, zult u misschien zeggen,“wat meer leven in dit doorgaans stille hoekjevan het park.” Doorgaans, meestal, maar nietaltijd. Van tijd tot tijd kun je zien dat kinderenzoiets weten te waarderen als een nieuwe gelegenheid om te spelen, vertrouwd teraken met het water, nu eens niet uit de kraan.Dat kan dan wel leuk zijn, maar … daar washij niet primair voor bedoeld.

Heuvels, vruchtbare aarde,stromend water: de optimalecondities voor de aanleg vaneen landschappelijk park.Sonsbeek heeft er voor eengroot deel zijn charme aan tedanken. Het water uit de spren-gen, dat zich verzamelt in beeken vijvers, is er van vitaalbelang – de levensboom in hetmidden van het paradijs, zou jekunnen zeggen. Zijn dynamiekwordt duidelijk zichtbaar bij dewatervallen, het waterstraatjedat Park Zypendaal metSonsbeek verbindt en de tweenog overgebleven watermolens;de Grote Fontein geeft er eenfeestelijk accent aan.

Kommetjeswaterval bij deHangbrug, Sonsbeek

11

5 jaar de historie vastgelegd, ook vanwegejuridische procedures bij schade door bomen. De droogte in juli levert zichtbare slijtage op bij deazalea's en de rododendrons, een vijfde deel iskapot gegaan. De kroon van veel beuken zit dunin het blad, maar dat kan over een jaar hersteldzijn. Andere bomen profiteren van het extremezomerweer: er is een explosie van rodelijsterbessen te zien. Op het eiland bij kasteelZypendaal gaat men de taxus binnenkort snoeienen de overige eilandbegroeiing opknappen. Er zijnineens veel ijsvogels in Zypendaal. De jonge exem-plaren zijn hier blijven hangen en er zijn exem-plaren uit andere territoria verschenen.

FrambozenOp suggestie van een parkbezoeker zijn vorig jaarin park Gulden bodem de frambozenstruiken nietafgeknipt. Het eenjarige hout van de struiken zitnu vol vruchten en we zien mensen met emmertjesaan het plukken. Dit succes vraagt om herhaling.De restauratie van het koetshuis is af. Alleen debewoner parkeert er nog z'n auto, het bureauper-soneel laat de auto achter op de parkeerplaats aande Zypendaalseweg. Aan de ingang, bij de houtentuinmanswoning, komt een nieuwe, ijzeren toe-gangspoort, die half open zal staan, waarmee ookspontaan autoverkeer wordt geweerd.

Terug door Sonsbeek, langs de Grote Vijver, waarde algengroei een onaangenaam gezicht is. Er isweinig aan te doen. Algenpoeder op de vijverbo-dem komt bij warm als groene drab omhoog. Alsje het op de wal haalt heeft het nauwelijks volume.De vegetatie op de Moerasweide, tussen deZwanenbrug en het Watermuseum, wordt al eenjaar of vijf alleen in september gemaaid en geheelafgevoerd. Het is schrale grasland staat nu vol metGrote (gele) Ratelaar en dat is, volgens Jeroen, hetbewijs van hoogwaardige natuurontwikkeling indit stadspark.

Luuk Broer

Voor de Witte Villa zien we de stronk van de 200jaar oude rode beuk die begin juli jl. is omgeza-agd. Waarom, op het zaagvlak zag de stam er nogprima uit? Jeroen: net als vorig jaar viel er beginjuli opnieuw een zware tak uit de kroon, gelukkigweer niemand er onder. De kroon bleek instabielen voor de veiligheid moest er worden ingegrepen.Weinig blad, afbrekende zware takken en afster-vende wortels, dat betekent het einde. Wijbetreuren dat net zo erg als de emotioneel rea-gerende bezoekers. De krant opende met degevelde parkreus. Die betrokkenheid bij de park-bomen is winst. Maar, relativeert Jeroen, dekomende jaren zijn meer grote, oude beuken aanhet einde van hun levensduur. In Arnhem, inNederland en in Europa waar de parken uit het-zelfde tijdperk stammen. Wij kiezen er voor omeen afstervende boom om te halen en nieuwebomen te planten. We willen niet een paar jaardoorgaan met de stam en de half uitgezaagdekroon. Het stemt droevig dat pas de generatie naons weer een volgroeide beuk op die plek zal zien.

BomencontroleIn Zypendaal wijst Jeroen op een serie gele oester-schelpen op een boomstam. Het is zwavelzwamdie de houtvezels van de boom horizontaal opeet.Jeroen verzekert mij dat hij de grotere bomenlangs wegen en op evenementenplekken dit najaarallemaal controleert op veiligheid. Per boom is nu

Over parkreuzen, zwavelzwam en ratelaar

Op safari met de parkbeheerder.Onder deze titel doen we elkkwartaal verslag over beheer enonderhoud van de parken en overonderhoudsplannen voor dekomende maanden. De rolverdel-ing tijdens onze rondgang doorde 3 parken is als volgt: JeroenGlissenaar is de ervaren parkbe-heerder en ik ben de verwon-derde leek. Met zijn kennis enervaring kan Jeroen helder hetwaarom van een actie of een ver-schijnsel verklaren en aangevenwat de gevolgen van de hete endaarna natte zomer voor deparken zijn. In de hete julimaandzijn de parken vijftig procentmeer bezocht dan vorig jaar.Wachtend op verkoeling blevenvelen tot na middernacht. Inplaats van 2 maal per week is erelke dag vuil opgehaald.De park-beheerders hebben met grote inzetaan het onderhoud gewerkt.Inmiddels zien de grasvelden erweer uit alsof er geen evene-menten geweest zijn.

200 jaar oude rode beuk, omgehaald (foto: PollyHofman)

ColofonHet Infobulletin is een uit-gave van de Vrienden vanSonsbeek en van hetBezoekerscentrum Sonsbeek.Het bulletin verschijnt vierkeer per jaar. Het wordtgratis toegestuurd aan deleden van de VerenigingVrienden van Sonsbeek.ISSN 1567-1054

Redactie:Jos DienderRob van OtterlooJan SchreursLuuk Broer (eindredacteur)

Vormgeving: Raymond Paulus

Druk:Presikhaaf Grafische Diensten

Redactie-adres:Bezoekerscentrum SonsbeekZypendaalseweg 24a,6814CL Arnhememail: [email protected]

Het Winternummer van hetInfobulletin verschijnt 21december. Uiterste datum inleveren kopij: 15 november2006. Vorige nummers vindt u op de website www.parksonsbeek.nl onder >Nieuws.

Retour afzender/adreswijziging

Mogelijk is de adressering niet juist. Wilt u in datgeval zo vriendelijk zijn om hieronder de juistegegevens in te vullen en het blad ‘retour afzender’ of deze strook in een enveloppe terug sturen naar:Vrienden van Sonsbeek, Zijpendaalsweg 24A, 6814 CL Arnhem.

Het correcte adres is:Naam:Straat:postcode:Plaats:

Reden retourzending:

TPG Post

Aandacht voor Arnhems groen

De Dienst Stadsbeheer en Bezoekerscentrum Sonsbeek brengen de komende tijd een serie foldersuit onder de titel 'Arnhem Parkenstad'. Met deze informatieve folders willen zij de groene kantenvan de stad onder de aandacht brengen en het gebruik van de parken stimuleren. Inmiddels is eral een folder verschenen met daarin een overzichtskaart van alle gemeentelijke en andereArnhemse parken. Tijdens de landelijke Dag van het Park op 28 mei j.l. werd de folder over parkWesterveld gepresenteerd en onlangs verscheen de folder over de Steile Tuin in park Sonsbeek. De parkenfolders zijn gratis verkrijgbaar bij o.a. de infobalie van Bezoekerscentrum Sonsbeek