OVSG 2012

download OVSG 2012

of 17

Transcript of OVSG 2012

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar

V.1

De toets lichamelijke opvoedingInleiding

De praktische proef is een volwaardig deel van de OVSG-toets, meer bepaald uit het leergebied lichamelijke opvoeding. Uit de 6 activiteitsgebieden van het domein motorische competenties werd een beperkt aanbod geselecteerd. We streven ernaar u telkens een gevarieerde selectie aan te bieden uit dit brede spectrum. Alle proeven vereisen niet meer dan de materialen, zoals voorzien in het OVSG-leerplan (zie p 7). De school kiest zelf een tijdstip waarop de proeven worden uitgevoerd. De OVSG-toets is gekaderd in het thema jeugdliteratuur. De beoordeling van de prestaties hebben we dan ook ingekleed in dit thema.

2

Organisatie

We stellen u 2 mogelijke scenarios voor. De proeven worden afgenomen: A. tijdens de reguliere lessen lichamelijke opvoeding. B. als sportdag (- dag activiteit of 1/1-dag ) Bemerkingen: De klasleraar werkt actief mee tijdens de afname van de proeven. Zorg voor de nodige begeleiding aan de verschillende proeven. Aan iedere proef gaat een testpoging vooraf (uitgezonderd 8-minutenloop). Elke proef mag 2 maal afgelegd worden (uitgezonderd 8-minutenloop). Het beste resultaat van de 2 pogingen telt als score. Zwemtest 50m = afname in zwembad tijdens reguliere zwembeurt.

2.1

Scenario A

De leraar lichamelijke opvoeding, de klasleraar, leden van de schoolsportraad nemen de proeven af. Ze kunnen dit doen op het eind van het schooljaar of na het aanbieden van een activiteitsgebied. Leraren, die activiteiten clusteren bv. in de maand september en oktober, dienen er alert voor te zijn dat ze binnen andere activiteitsgebieden het ontwikkelen van bv. kracht, snelheid, lenigheid, spierspanning en uithouding de vereiste aandacht blijven geven.

2.2

Scenario B

Indien mogelijk wordt er zoveel mogelijk klasdoorbrekend gewerkt. De leerlingen doorlopen individueel of in zelfgekozen kleine groepjes de verschillende proeven, dit kan onder de vorm van een doorloopsysteem, al dan niet met een scorekaart. Deze dagactiviteit start het best met een gezamenlijk opwarmingsmoment en eindigt met een rustmoment(attitude). Samenwerking met de schoolsportraad, de gemeentelijke sportraad (sportfunctionaris) en sportvereniging(en) en/of federaties kan ondersteunend en verrijkend zijn.

75

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar

3

EvaluatieDe leerling beheerst mr dan de nodige vaardigheden voor betreffende eindterm(en). De leerling beheerst de nodige vaardigheden voor betreffende eindterm(en). De leerling beheerst gedeeltelijk de vaardigheden, nodig voor het behalen van de eindterm(en). De leerling beheerst onvoldoende de vaardigheden voor betreffende eindterm(en).

Elke leerling kan per proef vier verschillende scores (leesboeken) behalen.

De behaalde scores worden gekoppeld aan een Diploma Belezen Sporter Bemerking: Voor kinderen met extra zorg, doen we waar mogelijk een suggestie om te differentiren binnen de proef.

44.1

Praktische proevenZwemmen

Met een vrije, voorwaartse sprong of vertrekkend van aan de rand in het water zwemt de leerling 50m in een stijl naar keuze. Op een diepte van 1,50m haalt hij/zij vanop de bodem een voorwerp met de handen op, hij/zij toont het aan de leraar en laat het terug vallen. Vervolgens zwemt hij/zij verder tot de 50m is afgelegd. Media: De leerling haalt het voorwerp al duikend (eendenduik) op en zwemt 50m De leerling haalt het voorwerp op en zwemt tussen 25m en 50m De leerling haalt het voorwerp niet op en zwemt tussen 25m en 50m De leerling haalt het voorwerp niet op en zwemt geen 25m zwembad leerlingenlijst zinkend voorwerp

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.25: De leerlingen voelen zich veilig in het water en kunnen zwemmen. ET 1.11: De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren. Fitheid en gezondheid ET 1.2: De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. ET 1.3: De leerlingen kennen de gevaren en risicos van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 3.1* De leerlingen zijn bereid hun opdracht vol te houden en af te werken.

76

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar 4.24.2.1

AtletiekHinkstapsprong

Na een korte aanloop (minstens 5m) voert de leerling achtereenvolgens en in een vloeiende beweging een hink, een stap en een sprong uit. Na de afzet met n voet (bv. rechts) landt hij/zij op dezelfde (rechter)voet (=hink). Daarna maakt hij/zij een grote stap, waardoor hij/zij op zijn andere voet terechtkomt (linkervoet) (=stap). Aansluitend volgt de sprong, waarbij hij/zij landt op beide voeten (=sprong). De leerling voert de sprong zoals omschreven uit (met aanloop) De leerling voert de sprong zoals omschreven uit (zonder aanloop, al stappend) De leerling voert n fase van de sprong niet correct uit De leerling voert meerdere fasen van de sprong niet correct uit

Media: aanloopzone van minimum 5m matten leerlingenlijst Illustratie

hink

stap

sprong

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.4: De leerlingen kennen hun voorkeurhand en voet en kunnen deze ook efficint gebruiken. ET 1.11: De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren. ET 1.15: De leerlingen kunnen hun loopstijl en tempo aanpassen aan de afstand. Fitheid en gezondheid ET 2.2*: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. ET 2.4: De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten Zelfconcept en sociaal functioneren ET 1.28*: De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak. ET 1.32*: De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan hun aanpak (bij)sturen. 4.2.2 8 - Minutenloop

De leerling loopt op eigen tempo een traject (een omloop) gedurende 8 minuten. Op de uitgezette omloop staan om de 25m verkeerskegels/merktekens opgesteld. Deze dienen als afstandsbaken voor de leerling die er niet in slaagt om gestaag te blijven lopen. Hij/zij kan dan als recuperatie de afstand tussen 2 kegels (25m) al wandelend / stappend afleggen alvorens weer het eigen looptempo aan te vatten. De leerling loopt 8 minuten zonder stoppen De leerling stapt 1 keer 25m De leerling stapt 2 keer 25m De leerling stapt meer dan 50m 77

TOETS 2012 - einde zesde leerjaarBemerking: Laat de leerlingen nog even loslopen en stretchen alvorens aan deze proef te beginnen. Op een overzichtelijk parcours kunnen naargelang het aantal medewerkers meerdere leerlingen gelijktijdig de proef afleggen. Een ander mogelijk scenario is dat de leerlingen de proef uitvoeren met partner: n leerling voert de proef uit, terwijl de andere leerling de eventueel gestapte zones scoort. Laat bv. om de minuut een signaal horen zodat de leerlingen een idee hebben van de resterende looptijd. Na de proef blijven de leerlingen best nog even rondwandelen en/of joggen en stretchen. Media: looppiste 400m of looptraject zonder korte bochten verkeerskegels/merktekens chronometer leerlingenlijst Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.15: De leerlingen kunnen hun loopstijl en tempo aanpassen aan de afstand. ET 2.4: De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten. Fitheid en gezondheid ET 2.2*: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 1.6*: De leerlingen tonen in het bewegen een intutief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. ET 3.2*: De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen. 4.2.3 Bovenhandse worp

De leerling staat achter de werplijn in een voorwaartse spreidstand. Hij/zij gooit de bal met een worp (van achter het hoofd), zonder aanloop en met twee handen, zo ver mogelijk. De afstand wordt gemeten van aan de worplijn tot op de plaats waar de bal de eerste maal de grond raakt. Scoretabel:

scoreA B C D

Jongens 9m 8m 7m < 7m De leerling gooit score A De leerling gooit score B De leerling gooit score C De leerling gooit score D 78

Meisjes 8m 7m 6m < 6m

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar

Media: (volley)bal ( 230gr) merktekens meetlint leerlingenlijst Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.16: De leerlingen kunnen op verschillende manieren en met diverse tuigen werpen. ET 1.4: De leerlingen kennen hun voorkeurhand en voet en kunnen deze ook efficint gebruiken. Fitheid en gezondheid ET 2.2*: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 3.2*: De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen

79

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar 4.34.3.1

GymnastiekCombinatiesprong

Na een korte aanloop (min. 5m) voert de leerling achtereenvolgens een hurksprong op de plint en een spreidsprong over de bok uit. De leerling stoot met twee voeten af (fase 1) en springt tot hurkzit (fase 2) op de plint. Hij/zij duwt zich met de voeten af van de plint en zweeft naar de bok (fase 3). Hij/zij voert een spreidsprong uit over de bok (fase 4) en landt met een perfecte beheersing (op twee voeten en twee armen omhoog of met max. n stap voorwaarts) (fase 5). De leerling voert de combinatiesprong uit in een vloeiende beweging en met een beheerste landing De leerling voert de combinatiesprong in een vloeiende beweging uit De leerling voert de twee sprongen afzonderlijk uit met een stop op de plint (na fase 2) De leerling komt niet tot het uitvoeren van de sprong

Bemerking: Vooraf worden de leerlingen ingedeeld in 3 groepen volgens lichaamslengte. De tussenafstand van plint tot bok (90cm/ 1m / 1m10) wordt bepaald door de gemiddelde leerling van elke groep. De leraar en/ of een leerling vervult hier de helpersfunctie. Leg desnoods een mat achter de plint en schuin opstaand tegen de poten van de bok. Media: plint van 4 delen in de breedte bok op borsthoogte van de gemiddelde leerling matten leerlingenlijst Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.1: De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. ET 1.11: De leerlingen kunnen vrije sprongen en steunsprongen uitvoeren. Fitheid en gezondheid ET 2.2: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 1.6*: De leerlingen tonen in het bewegen een intutief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. 80

TO OETS 2012 - einde zes leerjaar sde r4.3.2 Com mbinatie van rollen n

Vanuit rugw waartse strek kstand op de mat rolt de l eerling rugw waarts tot stre ekstand (fase 1). Met een e n streksprong maakt hij/zij een halve draai rond de lengteas (fa 2). Vanu voorwaarts strekstand rolt hij/zij g d e ase uit se voorwaarts tot strekstan (fase 3) en rolt onmidd nd n dellijk opwaa op een sc arts chuin hellend vlak ( 20c om te d cm) eindigen me strekstand op het helle vlak (fase 4). et d end e n. Een sprong/stap tussen fase 3 en 4 is toegelaten v schillende fases van de combinatie zo c oals omschreven vlot na De leerling voert de vers elkaar uit v schillende fases van de combinatie na elkaar uit maar er is c m a De leerling voert de vers een afwijking in de bewe egings-as in n van de fases f v schillende fases van de combinatie na elkaar uit maar plaatst c a m De leerling voert de vers de handen bij het rechtk b komen De leerling komt niet tot het uitvoere van n va de fases k en an

Media: nd m gte Springplank/ hellen vlak met mat op (hoog 20cm) n matten leerling genlijst Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijjke opvoedin e ng: Motorische competentie es ET 1.1: De leerlingen ku unnen de mo otorische bas sisbeweginge op een vo en oldoende flex xibele en ver rfijnde wijze aanwenden in gevarieer en comp n rde plexe bewegi ngssituaties. . ET 1.5: De leerlingen ke ennen en geb bruiken hun voorkeurzijde om te wen nden en te dr raaien rond de lengteas. d ET 1.12: De leerlingen k e kunnen versc chillende vor rmen van rollen uitvoeren n. Fitheid en g gezondheid ET 2.1*: De leerlingen h e hebben noties over eigen constitutie en ontwikkele een corre n e en ecte lichaams shouding. ET 2.2*: De leerlingen o e ontwikkelen uithouding, k u kracht, lenigh heid en spiers spanning om de motorisc m che competentie te bereike es en. Zelfconcept en sociaal f t functioneren ET 3.2*: De leerlingen k e kunnen hun eigen inspan ning en die van anderen inschatten e waarderen. e v en 4.3.3 In- e uitkogele (voor- en rugwaarts draaien ron breedte-a en en n nd as)

Vanuit stand neemt de leerling het to d oestel vast o schouderh op hoogte (onge eveer). Hij/zijj voert na n afstoot met twee vo oeten een ge ehurkte, rugw waartse draa uit tot omge ai ekeerde voet tensteun (ha anden blijven aan het n toestel). Vervolgens dra hij/zij, na n afstoot met twee vo aait oeten, voorwa aarts terug to de uitgang ot gshouding. e en Gedurende de volledige oefening blijven de knie en voeten samen.

81

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar De leerling voert de oefening zoals omschreven uit De leerling voert de oefening uit maar voeten en /of knien blijven niet samen De leerling voert de oefening niet alleen uit maar krijgt hulp van een helper (touwen en ring) of plaatst de voeten op de stang De leerling komt niet tot het uitvoeren van de oefening

Bemerking: Wanneer het toestel een rekstok of trapezode is dan draaien de benen onder de stang en tussen de armen door. Media touwen, ringen, rekstok, trapezode, trapeze op schouderhoogte matten leerlingenlijst Illustratie Oefening aan de touwen

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.10: De leerlingen kunnen in omgekeerde houding hangen en steunen. ET 1.13: De leerlingen kunnen aan een toestel draaibewegingen rond de breedte-as uitvoeren. ET 1.27: De leerlingen kunnen de functionele grepen gedifferentieerd gebruiken voor het hanteren van voorwerpen. Fitheid en gezondheid ET 1.2: De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. ET 1.3: De leerlingen kennen de gevaren en risicos van bewegingssituaties en kunnen deze inschatten en signaleren. ET 2.2*: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 3.2*: De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen.

82

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar 4.4 Rollend en glijdend materiaal

De leerling legt met een skateboard en in ridderstand een slalomparcours van 10m af. Hij/zij beweegt zich voort d.m.v. twee stokken, n in elke hand. De leerling legt het parcours in een vloeiende beweging af De leerling legt het parcours met bijsturing (stop, aanzet ) af De leerling legt het parcours af met hand- of voetsteun De leerling slaagt er niet in om het parcours af te leggen

Bemerking: Denk aan de veiligheid van de leerling (helm, pols- en elleboogbeschermers) Media: plat skateboard (breedte 20cm) 2 stokken (lengte 60cm) kegels/merktekens krijt voor de lijnen meetlint leerlingenlijst Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.9: De leerlingen kunnen balanceren op de grond en over diverse soorten toestellen. ET 2.5: de leerlingen kennen mogelijke vormen van rollend en/of glijdend materiaal en weten er veilig mee om te gaan. Fitheid en gezondheid ET 1.2: De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. ET 1.33: De leerlingen kunnen onder verschillende sensorische prikkels die gelijktijdig worden waargenomen de relevante prikkel selecteren. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 3.1*: De leerlingen zijn bereid hun opdracht vol te houden en af te werken

83

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar 4.54.5.1

Balvaardigheid en sportspelenPloegspel/balspel: netbal 3 tegen 3

Twee teams spelen netbal 3 tegen 3. Tijdens het spel observeert en beoordeelt de leraar de balvaardigheid, het spelinzicht en de fair-play. Voor de reglementen, klik hier: http://www.schoolsport.be/upload/Centraal/downloads/reglementen/Basis/vad08-12netbalbasis.pdf Observatiedocument: kan beter Balvaardigheid Spelinzicht Fair-play De leerling scoort 3 keer zeer goed De leerling scoort een combinatie van goed en/ of zeer goed De leerling scoort een combinatie van goed en/of zeer goed en kan beter De leerling scoort 3 keer kan beter Goed zeer goed

Bemerking: Zorg voor voldoende speltijd in functie van een degelijke observatie en evaluatie. Media: afgebakend terrein bal fluit observatiedocument leerlingenlijst Terrein: 4,50 m X 9,00m. (1 ploeg) Illustratie

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.1: De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. ET 1.4: De leerlingen kennen hun voorkeurhand en -voet en kunnen deze ook efficint gebruiken. ET 1.16: De leerlingen kunnen op verschillende manieren en met diverse tuigen werpen. ET 1.17: De leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties. ET 1.19: De leerlingen kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen. ET 1.20: De leerlingen kennen elementaire tactische principes, kunnen ze toepassen in verwante spelen en kunnen een eenvoudig tactisch plannetje afspreken en uitvoeren. 84

TOETS 2012 - einde zesde leerjaarET 1.20bis: De leerlingen passen de afgesproken spelregels toe en aanvaarden de sancties bij overtredingen. ET 1.27: De leerlingen kunnen de functionele grepen gedifferentieerd gebruiken voor het hanteren --van voorwerpen. Fitheid en gezondheid ET 1.2: De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. ET 1.33: De leerlingen kunnen onder verschillende sensorische prikkels die gelijktijdig worden waargenomen de relevante prikkel selecteren. ET 2.4: De leerlingen kennen het belang van opwarming voor en tot rust komen na fysieke activiteiten. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 1.31: De leerlingen zijn in staat gekende oefen- en spelvormen zelfstandig op te starten en in gang te houden. ET 3.2*: De leerlingen kunnen hun eigen inspanning en die van anderen inschatten en waarderen. ET 3.3*: De leerlingen nemen deel aan bewegingsactiviteiten in een geest van fair- play. ET 3.5*: De leerlingen tonen spontaneteit, expressiviteit en echtheid op een sociaal aanvaarde wijze. ET 3.6*: De leerlingen zien ongecontroleerde en ongewenste uitingen bij zichzelf in en zetten ze recht. 4.5.2 Precisieworp

De leerling krijgt 5 pittenzakjes. Hij/zij werpt vanop een afstand van 3m (gemeten vanaf de werplijn tot aan de opstelling) met een onderhandse zwaaiworp (petanque) de pittenzakjes naar een doel (50x50cm). De leerling scoort 4 keer De leerling scoort 3 keer De leerling scoort 2 keer De leerling scoort 1 keer

Bemerking: Het doel kan op verschillende manieren gemaakt worden bv. Een opening(50x50cm) creren door de matten zo op de Zweedse banken te leggen of het doel uittekenen met krijt op een mat. Een pittenzak die dan voor meer dan de helft in het doel ligt, telt als doel. Pittenzakken kunnen zelf worden gemaakt uit stof, gevuld met rijst, gedroogde erwten Media: 2 Zweedse banken schuin gehaakt aan het sportraam of geplaatst op een plint (hoogte 50cm) 4 matten 5 pittenzakjes van 14x10cm / 115gr krijt leerlingenlijst Illustratie

85

TO OETS 2012 - einde zes leerjaar sde r

Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijjke opvoedin e ng: Motorische competentie es ET 1.4: De leerlingen ke ennen hun vo oorkeurhand en -voet en kunnen dez ook effici gebruiken d ze nt n. ET 1.16: De leerlingen k e kunnen op ve erschillende manieren en met diverse tuigen werp n e pen. Fitheid en g gezondheid ET 2.2*: De leerlingen o e ontwikkelen uithouding, k u kracht, lenigh heid, snelheid en spierspa d anning om de motorische competentie te bereiken. es Zelfconcept en sociaal f t functioneren ET 1.28*: D leerlingen kunnen geco De oncentreerd bezig zijn met een bewe m egingstaak. ET 1.32*: D leerlingen zijn bereid zichzelf vrage te stellen over hun aanpak voor, tij De z en ijdens en na het oplossen va een bewe an egingsproblee en willen op basis hie em ervan hun aa anpak (bij)stu uren. 4.5.3 Balvaardigheid dsomloop

Deze omloo bestaat uit 2 oefeninge een voet op en: tbaldribbel en een rolworp. De leerling voert de be n g eide delen na elkaar ui it. 1. Voetbal ldribbel: De leerling legt met de b aan de vo en in lich looppas een slalompa bal oet hte e arcours af bin nnen een beperkte zone (10m op 1,5 50m). De 4 k kegels staan op een afsta van 2m. and Criteria: bbelen binne de zone en bal drib bal blijf aan de voe ft et 2. Rolworp p: De leerling rolt de bal m 1 hand ov een afsta van 6m en binnen ee beperkte z met ver and e en zone (10m op 80cm). Hij/zij loopt met de bal m zonder die aan te ra ken en stopt die met de hand(en) in e zone van 2m. Deze mee d t h een oefening vo de leerlin heen en te oert ng erug uit. Criteria: t zone en stuite niet ert bal rolt binnen de z bal opv vangen met d hand(en) in zone van 2m de Media: krijt els 4 kege bal ( 2 230gr) meetlin nt leerling genlijst Illustratie v De leerling voldoet aan 4 criteria De leerling voldoet aan 3 criteria v De leerling voldoet aan 2 criteria v De leerling voldoet aan 1 of geen v criterium

86

TOETS 2012 - einde zesde leerjaarBetreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.1: De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoende flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. ET 1.4: De leerlingen kennen hun voorkeurhand en -voet en kunnen deze ook efficint gebruiken. ET 1.15: De leerlingen kunnen hun loopstijl en tempo aanpassen aan de afstand. ET1.17: De leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een eenvoudig bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties. Fitheid en gezondheid ET 2.2*: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 1.6*: De leerlingen tonen in het bewegen een intutief, maar ook een bewust kennen, aanvoelen, omgaan en rekening houden met de eigen lichaamskenmerken, mogelijkheden en beperkingen. ET 1.28*: De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak. ET 3.1*: De leerlingen zijn bereid een opdracht vol te houden en af te werken.

4.6

Ritmiek en expressie (stepoefeningen)

De leerling stept een combinatie van 5 oefeningen: 3 oefeningen uit categorie A, 1 uit categorie B en 1 uit categorie C. Iedere oefening bestaat uit een been- en een armbeweging. De beenbewegingen zijn uitgeschreven en staan uitgetekend startend met de rechtervoet. De oefeningen kunnen uiteraard ook starten met de linkervoet. De armbewegingen die erbij vermeld staan, zijn enkel een suggestie. De leerling mag creatief zijn en een zelfgekozen armbeweging uitvoeren. Om het voor de leerling eenvoudiger te maken mag n oefening meerdere keren herhaald worden alvorens naar een volgende oefening door te gaan. De leerling kent op voorhand de criteria waarop hij/zij zal worden beoordeeld. Schema ritme beenbeweging zonder stoppen armbeweging De leerling voert de combinatie uit op het ritme, zonder stoppen, met correcte beenen armbeweging De leerling voert de combinatie uit op het ritme, zonder stoppen, met correcte beenbeweging maar zonder armbeweging De leerling voert de combinatie uit op het ritme, met correcte been- en armbeweging maar stopt tussen de oefeningen van verschillende categorien De leerling voert de combinatie uit op het ritme met correcte beenbeweging maar zonder armbeweging en stopt tussen de oefeningen van verschillende categorien

x x x x

x x x x

x x

x x

Bemerkingen: Steppen is n variante op arobic. Er wordt gebruik gemaakt van een opstapbankje, waar je beurtelings open af stapt. Been- en armbewegingen worden gecombineerd tot combinaties die telkens herhaald worden. Deze combinaties worden uitgevoerd op de maat van de muziek (muziek met een stevige beat). De leerling mag de eigen muziek kiezen uit een breed aanbod door de leraar of brengt muziek mee van thuis. Media: step of Zweedse bank: om een vergelijkbare hoogte ( 15 cm) te bekomen kan langs beide kanten van de bank een mat gelegd worden. geluidsinstallatie muziekaanbod scoreblad (zie schema) leerlingenlijst

87

TO OETS 2012 - einde zes leerjaar sde rIllustratie bovenaanz zicht zijaanzicht t

Hoe steppe en? Tijdens het steppen wor er steeds doorgestapt Begin je met de rechtervoet te step rdt t. m ppen, dan ste je ep achtereenvo olgens met d rechtervoe linkervoet rechtervoe linkervoet en dit ge de et, t, et, edurende de volledige combinatie. Al steppend ga je van de ene oefeniing over naa de andere. Om alles m et d ar elkaar te ve erbinden kan je een of me eerdere basis sstep(s) invo oegen tussen de n verschillend oefeninge de en. Basisstep Beschrijving stand voor de step, rec g: r chts op (1), liinks op (2), rechts af (3) , links af (4) r Armbewegin afwissele rechter en linkerarm gebogen voorwaarts zwa ng: end e aaien. Categorie A 1. V-step Be eschrijving: zoals basisst maar bij het opstappe wordt de v z tep en voet meer zij jwaarts ge eplaatst zoda eens de 2 voeten op de step staan er een spre at eidstand is. Ar rmbeweging: rechterarm voorwaarts uitstrekken, vuist maken (1), linkerarm : vo oorwaarts uitstrekken, vu ist maken (2 rechterarm gestrekt na 2), m aast romp(3), linkerarm ge estrekt naast romp(4). Va t ariatie: armen kruisen voo n oraan. Of arm tegengestelde aan m be gebruike een en.

2.

V-step vertrekkend vanop de st d tep

Beschrijving stand zijwa g: aarts met 2 voeten op de step, rechte v e ervoet naast de step plaatse (1), linker voet naast de step plaat en d tsen (2), rech htervoet op de step d (3), linkervo op de step (4). oet Armbewegin rechterar zijwaarts, linkerarm ziijwaarts, rech ng: rm , hterarm tot bij heup b links, linkera tot bij he rechts. arm eup 3. effen Knie he Beschri ijving: stand voor de step. Rechtervo schuin zijjwaarts op st (1), d oet tep linkerkn heffen (2) nie ),met linkerv voet af steppen (3) , rech htervoet naas linkervoet st (4), link kervoet schuiin zijwaarts op step (5), rechterknie h o heffen (6), me et rechterv voet af stepp pen( 7), linke ervoet naast rechtervoet ( (8) Armbew weging: tijden knieheffen , 2 armen voorwaarts d ns v duwen. ( 2 ar rmen opwaar heffen, in handen klap rts ppen)

88

TO OETS 2012 - einde zes leerjaar sde r4. Been h heffen

Beschrijving stand voor de step, rec g: r chter voet sc chuin zijwaar op de step rts p zetten(1), lin nkerbeen ge estrekt heffen (2) linkervo neer (3), rechtervoet naast n oet r n linkervoet (4 linkervoe op de step (5), rechterb 4), et been gestrek heffen (6), kt rechtervoet neer (7) link kervoer naast rechtervoet (8) t Armbewegin bij het heffen van he been, word de armen zijwaarts gezwaaid. ng: et den g 5. 3x knie eheffen Beschr rijving: stand voor de step, rechtervoe schuin zijw d et waarts op de step zetten e (1), link kerknie heffe (2), linkerv en voet tikken op de grond ( o (3), linkerknie heffen (4) e linkervoet tikken op de grond (5 linkerknie heffen (6) lin p 5), nkervoet nee erzetten (7) rvoet naast l inker zetten (8), linkervoe schuin zijw et waarts op de step zetten e rechter (1), rec chterknie hef ffen (2), rech htervoet tik (3 rechterknie heffen (4) rechtervoet 3) e r tik (5) rechterknie heffen (6)rec chtervoet nee erzetten op d grond (7), linkervoet de r zetten (8) naast rechtervoet z Armbeweging: tijde het optre ens ekken van de knie, wordt in de handen geklapt; e op tel 8 wordt met d vingers geknipt. de

Categorie B 1. Beweg binnen het vierkant gen Beschrijving stand voor de step, draai links m g: r maken en rec chtervoet op de step (1), link kervoet aans sluiten (2), draai links m maken en me rechtervoe een et et zijwaartse b beweging rec chts maken (3), linkervoe aansluiten (4), draai links ( et maken en m rechtervo van de st stappen (5), linkervoe aansluiten (6), met oet tep et n draai links m maken en me rechtervoe een zijwaa et et artse beweging naar rech hts maken (7), linkervoet aa ansluiten (8) Armbewegin tel 1,2 = 2 armen voorwaarts, tell 3,4 = 2 armen zijwaarts, tel ng: 5,6 = 2 armen opwaarts op tel 8 = klap in de ha nden. s, k 2. X-step Be eschrijving: s stand zijwaa met 2 vo arts oeten op de s step , rechter rvoet schuin voorwaarts naa de step plaatsen (1), linker voet s ast p schuin voorw waarts naast de step plaatse (2), rechte e en ervoet op de step (3) , lin nkervoet op de step (4) . d rec chtervoet sch huin rugwaarts naast de step plaatse (5), linkerv en voet schuin rug gwaarts naas de step plaatsen (6), rechtervoet o de step(7) , linkervoet st op ) op de step(8) . p Armbeweging: tel 1 = rech hterarm geho oekt met han den in vuist, tel 2 = idem m linkerarm, tel 3 = rechterha op rechte and erheup, tel 4 = linkerhand op d linkerheup, tel 5,6,7 en 8 = tel 1,2,3 en4 4. 3. pas Bijtrekp Beschrijving stand voor step. Recht g: r tervoet op (1 ), linkervoet op (2), bijtre ekpas naar rechts (= zijwaartse pas rechts) (3), linkervo aansluite (4), rechte e oet en ervoet afstappen (5 linkervoet afstappen (6), stap ter p 5), ( plaatse met rechtervoet (7), ( stap ter plaa atse met link kervoet (8) Armbewegin rechterar schuin vo ng: rm oorwaarts- di agonaal (1), linkerarm sc chuin voorwaarts tot twee ar rmen gekruis st(2), rechter rarm zijwaart (3), linkera ts arm m agonaal (5), linkerarm sc chuin zijwaarts (4), rechterarm schuin voorwaarts dia en voorwaarts twee arme gekruist (6 twee arme zijwaarts (7), handen klap en 6), op tel 8 (alte ernatief: op t 7 en 8 een armbeweg ing uitvoeren en een kreet tel n n slaan. Bv. v vuist links op, rechts op en roepen he ho.) e ey,

89

TOETS 2012 - einde zesde leerjaar4. V-step en draaibeweging Beschrijving: stand voor step, rechtervoet op step (1), linkervoet bijzetten (2), rechtervoet zijwaarts voor step plaatsen (3), linkervoet zijwaarts voor step plaatsen (4), draai rechts rechtervoet op step (5), linkervoet bij (6), draai rechts rugwaarts rechtervoet op grond (7), linkervoet bij (8).(Eindstand = stand voor step aan andere kant van step) Armbeweging: rechterarm opwaarts(1), linkerarm opwaarts (2), rechterarm zijwaarts (3), linkerarm zijwaarts (4), rechterarm buigen, hand is voor borst (5), linkerarm buigen, hand is voor borst (6) 2 handen tegen elkaar brengen(7) en op 8 handenklap. Categorie C 1. Zijwaarts steppen Beschrijving: stand zijwaarts rechts voor de step. Rechtervoet op step (1), linkerbeen gestrekt heffen (2), draai rechts linkervoet op step (3), rechtervoet bij op step (4), basisstep links af (5), rechts af (6), draai rechts steppen met linkervoet (7), rechtervoet bij (8) = stand zijwaarts links voor de step. Herhaal de oefening met linkervoet op step (1), rechterbeen gestrekt heffen (2), draai links rechtervoet op step (3), linkervoet bij op step (4), basisstep rechts af (5), links af (6), draai links(7), linkervoet bij (8) Armbeweging: op tel 2 armen zijwaarts, op tel 4 in handen klappen, tel 5 en 6 (basisstep) armen voor- en rugwaarts bewegen, op tel 8 door benen buigen en handen op de heupen. 2. Turnstep Beschrijving: stand zijwaarts voor de step. draai links en linker voet op step zetten (1), rechtervoet zijwaarts plaatsen (2), draai links linkervoet van de step (3), rechter voet bij (4), draai rechts basisstep linkervoet op step (5), rechtervoet op step (6), linkervoet met draai rechts van step (7), rechtervoet naast linkervoet (8). Armbeweging: linkerarm zijwaarts (1), rechterarm zijwaarts (2), linkerhand aan rechterheup (3), rechterhand aan linkerheup (4), linkerhand aan hoofd (5), rechterhand aan hoofd (6), twee armen zijwaarts (7), handenklap (8). 3. Parallelstep Beschrijving: stand zijwaarts rechts voor step, rechtervoet op step (1), linkervoet op step (2), rechtervoet rugwaarts van step (3), linkervoet bijzetten (4), draai links rechtervoet op step (5), linkervoet op step (6), rechtervoet rugwaarts plaatsen op grond (7), linkerknie optrekken (8), herhaal met linkervoet op step (1) Armbeweging: rechtervuist aan linkerschouder (1), linkervuist aan rechterschouder (2), rechterarm zijwaarts (3), linkerarm zijwaarts (4), rechterarm voorwaarts (5), linkerarm voorwaarts (6) rechterarm opwaarts (7), linkerarm opwaarts en terzelfdertijd linkerknie optrekken (8). Betreffende eindtermen in het leerplan lichamelijke opvoeding: Motorische competenties ET 1.4: De leerlingen kennen hun voorkeurhand en voet en kunnen deze ook efficint gebruiken. ET 1.9: De leerlingen kunnen balanceren op de grond en over diverse soorten toestellen. ET 1.21: De leerlingen kunnen bewegingsvormen uitvoeren op een opgelegd ritme. ET 1.22: De leerlingen kunnen een danscombinatie onthouden en zonder aanwijzingen uitvoeren. Fitheid en gezondheid ET 2.2: De leerlingen ontwikkelen uithouding, kracht, lenigheid, snelheid en spierspanning om de motorische competenties te bereiken.

90

TOETS 2012 - einde zesde leerjaarET 1.32*: De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een bewegingsprobleem en willen op basis hiervan hun aanpak (bij)sturen. ET1.33: De leerlingen kunnen onder verschillende sensorische prikkels gelijktijdig worden waargenomen de relevante prikkel selecteren. Zelfconcept en sociaal functioneren ET 3.1*: De leerlingen zijn bereid hun opdracht vol te houden en af te werken. ET 1.28*: De leerlingen kunnen geconcentreerd bezig zijn met een bewegingstaak.

5

Toekenning van het brevet

Interpretatie van de scores i.f.v het belezen sporter-brevet De leerling kleurt het aantal behaalde leesboeken binnen elke discipline. Zwemmen Atletiek Gymnastiek Rollend en glijdend materiaal Balvaardigheid en sportspelen Ritmiek en expressie

6 7

Uitreiking van de brevetten Bronnen

Elke leerling kan zelf het aantal behaalde leesboeken per discipine op zijn brevet aanduiden.

BLOSO (Agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie) jeugdolympiade GymFed (Gymnastiek Federatie Vlaanderen) dank aan dhr. Brecht Lattr - www.GymFed.be SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport): Netbal VAL (Vlaamse atletiekliga) dank aan dhr. Owen Malone - www.val.be

91