OVSG Leerplan Plastische Opvoeding 2de Graad BSO

Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs

Onderwijssecretariaat van de

Steden en Gemeenten van de

Vlaamse Gemeenschap v.z.w.

Leerplan Leerplan Leerplan Leerplan Vak TV & PVTV & PVTV & PVTV & PV

Graad 2de graad2de graad2de graad2de graad

Leerjaar Eerste en Tweede leerjaarEerste en Tweede leerjaarEerste en Tweede leerjaarEerste en Tweede leerjaar

Onderwijsvorm BSOBSOBSOBSO

Studierichting ModerealModerealModerealModerealisatie en isatie en isatie en isatie en ----presentatiepresentatiepresentatiepresentatie

Bestelnummer: 0/2/1999/096 0/2/1999/096 0/2/1999/096 0/2/1999/096

De terminologie “De terminologie “De terminologie “De terminologie “KledingKledingKledingKleding”””” werd vervangen door werd vervangen door werd vervangen door werd vervangen door ““““Mode” i.f.v. de omzendbriefMode” i.f.v. de omzendbriefMode” i.f.v. de omzendbriefMode” i.f.v. de omzendbrief

SO 69SO 69SO 69SO 69

ONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENONDERWIJSSECRETARIAAT VAN DE STEDEN EN GEMEENTENTENTENTEN

VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPVAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

O.V.S.G.O.V.S.G.O.V.S.G.O.V.S.G.

v.z.w.v.z.w.v.z.w.v.z.w.

Ravensteingalerij 3 BusRavensteingalerij 3 BusRavensteingalerij 3 BusRavensteingalerij 3 Bus 7 7 7 7 ---- 1000 Brussel 1000 Brussel 1000 Brussel 1000 Brussel

LessentabelLessentabelLessentabelLessentabel

Tweede graad: Beroepssecundair OnderwijsTweede graad: Beroepssecundair OnderwijsTweede graad: Beroepssecundair OnderwijsTweede graad: Beroepssecundair Onderwijs BASISVORMINGBASISVORMINGBASISVORMINGBASISVORMING

AV Godsdienst/N.-C. Zedenleer 2

AV Lichamelijke Opvoeding 2

AV Project Algemene vakken 6

OF

AV Aardrijkskunde 1}

of AV Maatschappelijke Vorming 2

AV Geschiedenis 1}

AV Natuurwetenschappen 1

AV Nederlands 2

AV Wiskunde 1

SPECIFIEK SPECIFIEK SPECIFIEK SPECIFIEK GEDEELTEGEDEELTEGEDEELTEGEDEELTE

Av Plastische Opvoeding/TV Mode 1

TV Mode 6

PV Praktijk Mode 16

COMPEMENTAIR GEDEELTECOMPEMENTAIR GEDEELTECOMPEMENTAIR GEDEELTECOMPEMENTAIR GEDEELTE

TV Mode (Initiatie CAD) 0/1

TV Mode (Initiatie in de kledingnijverheid) 0/1

TV Mode (Initiatie verkooptechnieken) 0/1

10101010

23232323

3333

Moderealisatie en -presentatie -2-

Eerste en Tweede leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair OnderwijsEerste en Tweede leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair OnderwijsEerste en Tweede leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair OnderwijsEerste en Tweede leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair Onderwijs

STUDIERICHTINGSTUDIERICHTINGSTUDIERICHTINGSTUDIERICHTING

MODEMODEMODEMODE

SpecifiekSpecifiekSpecifiekSpecifiek gedeelte gedeelte gedeelte gedeelte

AV Plastische Opvoeding/TV Mode 1

- Modetekenen

TV Mode 6

Technologie, Technisch tekenen,

Modestudie en Vormgeving

PV Praktijk Mode 16

Complementair gedeelteComplementair gedeelteComplementair gedeelteComplementair gedeelte

TV Mode (Initiatie CAD) 1

TV Mode (Initiatie in de Kledingnijverheid) 1

TV Mode (Initiatie Verkooptechnieken) 1

LEERPLAN voor de TWEEDE GRAAD BSO


Ten geleideTen geleideTen geleideTen geleide

Het leerplan TV en het leerplan PV worden elk geïntegreerd aangeboden in thema’s: basics,

vrijetijdskledij, interieur en baby-, kleuter- en kinderkleding. Het is dan ook wenselijk dat die pakketten

aan 1 leerkracht worden toevertrouwd. In elk geval is voortdurende coördinatie en overleg noodzakelijk.

De keuze van de werkstukken is vrij te bepalen. Ze is het gevolg van een behoeftenonderzoek en een

product-analyse.

Hierbij wordt steeds gewerkt volgens het 5-stappenplan:

1111 BehoeftenprobleemBehoeftenprobleemBehoeftenprobleemBehoeftenprobleem

Het herkennen en analyseren van het probleem en van de eisen waaraan een oplossing moet

voldoen.

2 2 2 2 Zoeken naar oplossingenZoeken naar oplossingenZoeken naar oplossingenZoeken naar oplossingen

Het vinden en aanwenden van geschikte heuristieken, zelfstandig oplossingen zoeken, rangschikken

en kiezen.

3333 UitvoeringUitvoeringUitvoeringUitvoering

Het realiseren van de gekozen oplossing:

- plan opstellen (ontwerpen)

- materiaal en gereedschap bepalen

- werkmethode opstellen

- de opdracht uitvoeren

4444 IngebruiknemingIngebruiknemingIngebruiknemingIngebruikneming

Het afgewerkt product oordeelkundig gebruiken.

5555 EvaluatieEvaluatieEvaluatieEvaluatie

De realisatie (het afgewerkt product) objectief beoordelen naar kwaliteit en functionaliteit.


BeginsituatieBeginsituatieBeginsituatieBeginsituatie

In het Eerste leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair Onderwijs vinden we:

- de regelmatige leerlingen die het Tweede leerjaar van de Eerste graad of het Beroepsvoorbereidend

Leerjaar met vrucht hebben beëindigd of zij die houder zijn van een getuigschrift van de Eerste graad

van het Secundair Onderwijs, behaald via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap;

- de leerlingen die uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar de leeftijd van

16 jaar bereiken, onder de volgende voorwaarde:

gunstig advies van de toelatingsklassenraad;

- de regelmatige leerlingen van het Buitengewoon Secundair Onderwijs, onder de volgende

voorwaarden:

a) gunstig én gemotiveerd advies van de toelatingsklassenraad;

b) de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn gemachtigde als dusdanig beslist op aanvraag

van de directeur van de betrokken instelling voor voltijds gewoon Secundair Onderwijs.

Bij de leerlingen die in het Beroepsvoorbereidend Leerjaar het beroepenveld "Mode", of in het Tweede

leerjaar van de Eerste graad van het Secundair Onderwijs de basisoptie "Mode-Textiel", gevolgd hebben

is reeds enige basiskennis aanwezig. De nadruk lag daar echter op initiatie, zodat we geenszins een

specifieke vooropleiding mogen veronderstellen.

In het Tweede leerjaar van de Tweede graad van het Beroepssecundair Onderwijs kunnen als

regelmatige leerlingen worden toegelaten:

- de regelmatige leerlingen die het Eerste leerjaar van de Tweede graad met vrucht hebben beëindigd;

- de regelmatige leerlingen van het Buitengewoon Secundair Onderwijs, onder de volgende

voorwaarden:

a) gunstig én gemotiveerd advies van de toelatingsklassenraad;


b) de Gemeenschapsminister van Onderwijs of zijn gemachtigde als dusdanig beslist op aanvraag

van de directeur van de betrokken instelling voor voltijds gewoon Secundair Onderwijs.

Dit wil zeggen dat de klasbevolking in dit Tweede leerjaar van de Tweede graad BSO zeer heterogeen

kan zijn. De leerlingen kunnen komen uit het Algemeen Secundair, het Technisch Secundair, het

Kunstsecundair of het Beroepssecundair Onderwijs.

Profilering van de groep:

De sociale achtergrond van de leerlingen is zeer uiteenlopend.

Tussen de cultuur van hun leefmilieu en het cultuurmodel dat op school wordt gehanteerd, is er meestal

een groot onderscheid. De aanwezigheid van migrantenkinderen die in het Beroepssecundair Onderwijs

terecht komen omwille van hun socio-culturele achtergrond, verscherpt in een aantal gevallen die

problematiek.

Deze mogelijke kloof beïnvloedt de schoolloopbaan van de leerlingen in meerdere of mindere mate en

schept soms problemen.

De groepen zijn zeer heterogeen samengesteld zowel voor wat het studiepeil en de motivatie, als voor

wat de leeftijd betreft. De aanwezigheid van 18-jarigen (meerderjarigen !) is zeker niet denkbeeldig.

Deze heterogeniteit weerspiegelt zeer goed de realiteit van de maatschappij.

Door hun negatieve schoolervaring hebben de meeste leerlingen een grote aversie tegenover algemene

vakken.

Zij koesteren wel grote verwachtingen ten overstaan van de beroepspraktijk.

COGNITIEVE KENMERKEN

Het kan gebeuren dat intelligente kinderen wegens gedragsmoeilijkheden verwezen worden naar het

Beroepssecundair Onderwijs.

Toch ligt de schoolkennis van de leerlingen, op het cognitieve vlak, vaak slechts op het niveau van de

Tweede en de Derde graad van het Basisonderwijs. Dit heeft zijn weerslag op de volgende leerjaren.

Voor het begrijpen zijn ze sterk aan het concrete en het eigen handelen gebonden.

Ze beschikken over weinig concentratie- en uithoudingsvermogen voor abstracte leerinhouden. Dit wordt

echter gecompenseerd door hun grote belangstelling voor het onmiddellijk bruikbare.


Ze zijn meer geneigd tot leren door imiteren dan door een uitleg die op inzicht en voorstelling beroep

doet.

Ze hebben moeite om wat ze geleerd hebben over te dragen op andere situaties.

AFFECTIEVE ATTITUDES

Algemene affectieve attitudes

De emotionele ontwikkeling is eigen aan hun leeftijd en specifiek voor hun mentale instelling.

Sommigen lijken lui of passief. Dit heeft verschillende oorzaken waaronder faalangst en een onjuist

lichaamsbeeld omdat hun lichaam snel wijzigt. Ze zijn uiterst kwetsbaar op affectief vlak.

Twee vormen van persoonlijkheid komen duidelijk naar voor : enerzijds extraverte leerlingen, anderzijds

de eerder introverte types. Dit gedragspatroon kan de oorzaak zijn van relatiemoeilijkheden tussen

leerlingen onderling, tussen leerlingen en ouders, maar vooral met leerkrachten.

Veel voorkomende affectieve attitudes bij BSO-leerlingen

Dikwijls zijn ze open en spontaan. Ze hebben een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Ze zijn zeer

loyaal tegenover mensen van wie ze begrip en sympathie voelen.

Ze zijn zeer zintuiglijk ingesteld, gericht op het hier en nu, op afwisseling en directe bevrediging. Ze zijn

vlug iets moe. Als hun inspanningen geen onmiddellijk resultaat opleveren zijn ze vlug ontmoedigd en

gaan ze aan hun eigen mogelijkheden twijfelen.

Hun gevoelsleven is vaak labiel, ze zijn impulsief en extreem, snel achterdochtig en voelen zich vlug

verongelijkt.

Als ze ergens belangstelling voor hebben, kunnen ze zich daarvoor grote inspanningen getroosten.

Ze zijn zeer gevoelig voor complimentjes en verdragen moeilijk kritiek in het bijzijn van anderen.

Ze missen historisch perspectief, laten gauw iets los, kunnen zich moeilijk beheersen. Het zijn "doe-

leerlingen".

Velen zijn schoolmoe geworden, spijbelen of wijzen het hele schoolgebeuren af door zich onverschillig en

lui te tonen. Ook zoeken ze actief naar compensaties, die maatschappelijk niet steeds aanvaard worden.

Ze hebben regelmatig problemen en conflicten, zowel binnen als buiten de school.

Ze staan open voor invloeden buiten de school : media, vrienden... Bepaalde tendensen spreken hen

enorm aan. Hun respect voor anderen is soms gering. Ze zijn niet haatdragend, maar zijn soms zeer

hard tegenover elkaar door hun onbezonnen openhartigheid.


PPPProfiel van de BSOrofiel van de BSOrofiel van de BSOrofiel van de BSO----leerling “leerling “leerling “leerling “ModeModeModeMode””””

De leerling uit het Beroepssecundair Onderwijs Mode zal vooral als uitvoerder van allerhande taken in de

Mode- en Textielverwerkende sector kunnen te werk gesteld worden.

Wil hij/zij als volwaardige werkkracht kunnen fungeren dan zal hij/zij over de volgende bekwaamheden

moeten kunnen beschikken.

Op het vlak van de beroepbekwaamheid moet de leerling :

- praktisch geschoold zijn;

- door praktische oefeningen inzicht verwerven in de noodzakelijke theoretische kennis voor de

ambachtelijke en industriële kledingfabricatie;

- onder leiding uitvoerende taken in de Mode - en textielverwerkende sector correct kunnen uitvoeren;

- als beginnend beroepsbeoefenaar :

. kleding ambachtelijk kunnen vervaardigen

. klassieke industriële confectiebewerkingen kunnen uitvoeren

. in de verkoopsector diverse modeartikelen kunnen verkopen en retoucheren.

AttitudesAttitudesAttitudesAttitudes

- Interesse en respect hebben voor eigen werk en dat van anderen.

- Interesse hebben voor efficiënt, ritmisch en vigilant werken.

- Open staan voor verandering en techniek.

- Inzien dat een goede uitvoering een goede werkvoorbereiding vergt.

- Volharding opbrengen om een niet geslaagde opdracht te herbeginnen.

- Bereid zijn te luisteren naar de mening van anderen.

- Bereid zijn een juiste terminologie en een correcte taal te gebruiken om de communicatie te

bevorderen.

- Inzien dat ervaring en aanvullende studie noodzakelijk zijn om zelfstandig te kunnen optreden.


Algemene doelstellingenAlgemene doelstellingenAlgemene doelstellingenAlgemene doelstellingen

- Naast vaardigheden, technisch en socio-cultureel inzicht is het nodig dat de leerling blijk geeft van

een onmiddellijk levensgerichte persoonlijkheidsontwikkeling.

- Systematisch, doelgericht, onder leiding en zelfstandig kunnen werken.

- Gericht zijn op het in acht nemen van de veiligheidsreglementering.

- Blijk geven van persoonlijkheid en eigen smaak t.o.v. het marktaanbod van kleding.

- Blijk geven van sociale ingesteldheid en verantwoordelijheidszin.

- Gericht zijn op kwaliteit.

- Zin voor orde en nauwkeurigheid vertonen.

- Creatief zijn.

- Verantwoordelijkheidszin verwerven.

- Zelfstandig een eenvoudig werkstuk kunnen realiseren uitgaande van een bestaande vorm.

- De nodige kennis hebben in verband met toekomstige tewerkstellings- en opleidingsmogelijkheden in

de kleding- en confectiesector.

Specifieke doelstellingenSpecifieke doelstellingenSpecifieke doelstellingenSpecifieke doelstellingen

Zie verder per leerstofonderdeel aangeduid.

De specifieke doelstellingen zijn onderverdeeld in Basisdoelstellingen (B), deze moeten door nagenoeg

alle leerlingen bereikt worden, en Uitbreidingsdoelstellingen (U), deze kunnen aangewend worden als

middel tot differentiatie.

Algemene methodologische wenkenAlgemene methodologische wenkenAlgemene methodologische wenkenAlgemene methodologische wenken

De leerlingen moeten ervaren dat ze heel wat meer aankunnen dan ze zelf vermoeden, we moeten hen

meer zelfvertrouwen geven door de doelstellingen aan te passen aan hun ontwikkelingsniveau, hun erva-

ringswereld en hun interessesfeer (inspelen op de beginsituatie).

Een specifieke didactische benadering moet daarbij aansluiten.


Zij moet vooral concreet en minder verbaal-abstract georiënteerd zijn en een vormingspatroon

ontwikkelen dat afwijkt van de andere secundaire onderwijsvormen door bijvoorbeeld in te gaan op de

persoonlijke problemen van de leerling, waar dit nodig blijkt.

De leerstof wordt dichter bij de leerlingen gebracht door in te spelen op de actualiteit.

Een eigen inbreng leidt vanzelfsprekend tot een hogere graad van betrokkenheid en motivatie.

De leerlingen worden zo actief mogelijk betrokken bij het lesgebeuren.

Er wordt gewerkt volgens het 5 stappenplan5 stappenplan5 stappenplan5 stappenplan (zie ook Technologische Opvoeding - 1ste graad).

Per werkstuk wordt een gedetailleerde leerstofplanning in een benaderend tijdschema geplaatst, over-

eenkomstig de globale planning in het leerplan.

Deze planning moet vooraf opgesteld worden, hierin wordt aangetoond dat alle vakonderdelen (Technisch

tekenen, Technologie, ...) aan bod komen bij het uitwerken van een werkstuk. In deze planning moet de

leerkracht ernaar streven dat alle vakdoelstellingen bereikt worden op het einde van de 2de graad.

Modellen en te verwerken grondstoffen worden door de leerkracht bepaald in overleg met de leerlingen,

rekening houdend met de voorschriften van het leerplan, de mogelijkheden en de interesse van de

leerlingen.

Aansluitend bij het profiel van de leerlingen wordt de theorie steeds in functie van de praktijk behandeld.

Vakkenintegratie en projectmatig werken zijn zeker mogelijk en, gezien de talrijke didactische voordelen,

steeds aan te raden.

Ze kunnen hetzij binnen het beroep, hetzij in combinatie met andere vakken georganiseerd worden.


SPECIFIEKSPECIFIEKSPECIFIEKSPECIFIEK

GEDEGEDEGEDEGEDEELTEELTEELTEELTE


AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/

TV TV TV TV MODEMODEMODEMODE

---- ModetekenenModetekenenModetekenenModetekenen

1 U1 U1 U1 U

Modetekenen -12-

AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/AV PLASTISCHE OPVOEDING/


Modetekenen: 1 u Modetekenen: 1 u Modetekenen: 1 u Modetekenen: 1 u


Informatie verwerven i.v.m. “Mode”, die hen binnen het kader van hun opleiding van nut kan zijn.

Kunnen waarnemen d.i. niet alleen visueel opnemen, maar ook tastbaar verkennen.

Na waarneming kunnen creëren d.i. op een eigen en oorspronkelijke wijze vormgeven.

Schetsmatig één of meer elementen kunnen ordenen binnen een vlak.

De leer der verhoudingen kennen.

De schetstechniek beheersen.

Inzien dat de schets de basis vormt voor het maken van een werktekening.

Modetekenen -13-

DOELSTELLINGENDOELSTELLINGENDOELSTELLINGENDOELSTELLINGEN

B/B/B/B/

UUUU

LEERINHOUDENLEERINHOUDENLEERINHOUDENLEERINHOUDEN

METHODOLOGISCHE WENKENMETHODOLOGISCHE WENKENMETHODOLOGISCHE WENKENMETHODOLOGISCHE WENKEN

Een inzicht krijgen in een ruim aanbod van beeldende

middelen en technieken.

B

1. Beeldende middelen en technieken

Coördinatie met TV Mode en PV Praktijk Mode.

Toepassingen in vorm, kleur en compositie bij

ontwerptekenen.

Tekeningen kunnen uitvoeren met potlood, pen,

penseel en stiften.

B

- potlood, pen, penseel, stiften

Dekkende en transparante schildertechniek kunnen

toepassen.

B

- dekkende en transparante schildertechniek

B.v. tekening met overlapping van een

eenvoudige vorm.

Collage- en assemblagetechnieken kunnen toepassen

in tweedimensionale opdrachten.

Collage- en assemblagetechnieken kunnen toepassen

in driedimensionale opdrachten.

B

U

- collage- en assemblagetechnieken

Hier zeker overleggen met de collega’s Mode.

Deze technieken zijn belangrijk omdat ze de

leerling losmaken van de klassieke

voorstellingstechnieken. Zie ook presentatie van

afgewerkte stukken.

2. Vorm

Algemene modelijnen kunnen zien en herkennen.

B

2.1. Ontdekken van modelijnen en

contourlijnen in kleding en interieur

- algemene modelijnen van de werkstukken

herkennen en bespreken;

verschillende tendensen waarnemen

Werkstukken die in PV Praktijk Mode

vervaardigd worden, gebruiken als

aanknopingspunt.

Modetekenen -14-


B/B/B/B/

UUUU



- geometrische vormen aanduiden op

modellen

Gebruik van modefoto’s.

Contourlijnen kunnen zien als voorbereiding tot

“lijnstudie” in het patroontekenen en de

collectiesamenstelling.

B

- lijnvormen van werkstukken uitknippen op

contouren

Vormen uitknippen en eventueel in de plaats

van de uitgeknipte vorm gekleurd papier kleven.

2.2. Figuuranalyse

B.v. slank - volslank, groot - klein, ....

Inzicht hebben in de verschillende lichaamvormen.

Eigen figuur en dat van medeleerlingen kunnen

herkennen.

Juiste ontwerpen kunnen kiezen in functie van de

verschillende lichaamsvormen.

B

B

B

- studie van de verschillende

lichaamsvormen

- analyse en bepalen van het figuur

2.3. Proportieleer (lichaamsverhoudingen)

Inzicht hebben in de lichaamsverhoudingen.

B

- ontdekken van lichaamsverhoudingen

Standaardfiguren vergelijken met modelfiguren:

De extra lengte wordt in de benen verwerkt.

Modetekenen -15-


B/B/B/B/

UUUU



Inzien dat een modelfiguur een geïdealiseerde figuur

is.

B Kinderfiguren bespreken: baby, kleuter, kind.

2.4. Lichaamshoudingen

Door waarneming de richtingsveranderingen van de

evenwichtlijnen of balanslijnen kunnen ontdekken.

Standlijnen of evenwichtlijnen kunnen aanduiden op

modefoto’s als hulpmiddel voor modelopgave.

B

B

- waarnemen van verschillende poses

- aanduiden van standlijnen op modefoto’s

en tekeningen

Driedimensionale vormen, ruimte kunnen weergeven

op papier.

B

2.5. 3-dimensies

- waarnemen en weergeven

Volume weergeven door b.v. schaduwen.

Weergave van een interieur in perspectief b.v.

voorstellen van gordijnen.

3. Kleur

Het gebruik van de kleurencirkel kennen.

B

- primaire, secundaire, tertiaire kleuren

De kleurencirkel samenstellen.

Let op mengverhoudingen.

De kleurcontrasten kennen en inzien.

B

- kleurcontrasten

Verwijzen naar impressionisme, expressionisme,

...

Modetekenen -16-


B/B/B/B/

UUUU



Kleurharmonie kunnen toepassen. B - kleurharmonie, kleurfamilie B.v. de gevoelswaarde van kleuren,

sfeerweergave, muziek combineren met kleur, ...

De mogelijkheden van kleurgebruik kennen.

B

- kleurgebruik

B.v. beeldend, decoratief, symbolisch,

expressief, technisch element.

4. Compositie

Inzicht hebben in het schikken van beeldelementen.

B

- symmetrie en asymmetrie

- contrast

- richting, relatie, ritme, ...

- evenwicht

B.v. toepassingen met

- contourvormen van kleding, accessoires;

- stofmotieven;

- prijskaartjes schrijven.

Verschillende technieken en beeldende middelen

kunnen toepassen.

B

5. Ontwerptekenen

Inzien dat vanuit éénzelfde lijnpatroon verschillende

modellen kunnen getekend worden door wijzigingen

van details of figuurlijnen (coupenaden).

B

- weergeven van modelvarianten binnen

contourlijn van de lijnvorm

(collectiesamenstelling)

Met verschillende technieken: pastel, houtskool,

aquarel, sjabloneren, zijdeschilderen, collages,

...

Inzien dat je met lijn en illusie kunt spelen om je figuur

zo gunstig mogelijk te kleden.

B

- bepalen welke lijnvormen het best geschikt

zijn voor de verschillende lichaamsvormen

Door waarnemen van modellen geplaatst op lichaam of

B

- creatie van modellen binnen de lijnvormen

Collectie samenstellen in functie van kledingstuk

Modetekenen -17-


B/B/B/B/

UUUU



paspop inzien welke vorm de details aannemen.

Op een esthetisch verantwoorde wijze modellen

kunnen creëren voor kleding en woningdecor.

B

° in functie van de lichaamsvormen:

. lengte

. details (kraag, zak)

. knopen

. strepen

° in functie van interieur

- weergeven van stofval

- weergeven van stoffen, structuren en

bedrukking

en lichaamsvorm: groepswerk.

Ontwerpen voor woningdecoratie: kussen,

gordijnen, tafelkleed, ... die kunnen uitgevoerd

worden in PV Praktijk Mode.

Werken met licht en schaduw.

Mode -18-


6u6u6u6u

Technologie, Technisch Tekenen, Technologie, Technisch Tekenen, Technologie, Technisch Tekenen, Technologie, Technisch Tekenen,

Modestudie en VormgevingModestudie en VormgevingModestudie en VormgevingModestudie en Vormgeving

TV Mode -19-


Technologie, Technisch Tekenen, Modestudie en Technologie, Technisch Tekenen, Modestudie en Technologie, Technisch Tekenen, Modestudie en Technologie, Technisch Tekenen, Modestudie en

VormgevingVormgevingVormgevingVormgeving


Tijdens de lessen PV Praktijk Mode zal blijken dat de leerlingen de theoretische

vakdoelstellingen bereikt hebben. Daarom is het opportuun de theorie mee te nemen en te

toetsen in het praktijklokaal.

Technisch Tekenen wordt steeds geïntegreerd in Vormgeving.


IIII Technologie:Technologie:Technologie:Technologie:

- De grondstoffen functioneel kunnen kiezen in functie van de uit te voeren werkstukken en

behoeftenonderzoek (minimarktonderzoek).

- De verwerkte grondstoffen kunnen herkennen, classificeren, verwerken, strijken en persen,

en onderhouden.

- De etikettering begrijpen.

- De hulpgrondstoffen kunnen kiezen in overeenstemming met de te verwerken grondstoffen.

- Elementaire begrippen kennen i.v.m. delen, onderdelen, werking en onderhoud van

machines en gereedschappen.

- Hulpapparaten kennen en kunnen bevestigen die nodig zijn voor het in PV te vervaardigen

werkstuk.

- Kleine storingen kunnen ontdekken.

- Het materieel, gebruikt in de snij-, naai-, en persafdeling kennen en kunnen hanteren.

- Veilig en ergonomisch kunnen werken met de apparatuur.

TV Mode -20-

IIIIIIII Technisch Tekenen:Technisch Tekenen:Technisch Tekenen:Technisch Tekenen:

- Inzicht verwerven in tekenvoorschriften.

- Technische tekeningen kunnen lezen.

- Eenvoudige technieken grafisch voorstellen.

- Teken- en meetinstrumenten doelmatig kunnen kiezen en beheerst gebruiken.

III Modestudie en Vormgeving:III Modestudie en Vormgeving:III Modestudie en Vormgeving:III Modestudie en Vormgeving:

- Patronen kunnen bekomen door middel van mouleren, maatnemen en met behulp van

werkdocumenten.

- Bestaande lijnpatronen en modelpatronen kunnen wijzigen.

- Evenwicht-, lengte- en breedtefouten kunnen herkennen en verbeteren.

TV Mode -21-


B/B/B/B/

UUUU


METHODOLOGISCHE WMETHODOLOGISCHE WMETHODOLOGISCHE WMETHODOLOGISCHE WENKENENKENENKENENKEN

I. TECHNOLOGIE MATERIAAL:

In coördinatie met PV Praktijk Mode.

Weten dat er soorten grondstoffen bestaan, afhankelijk

van hun herkomst en/of bewerkingen.

B

Indeling van de textielvezels naar hun oor-

sprong

Overzichtstabel samenstellen en gebruiken.

De verwerkte soorten grondstoffen naar herkomst

kunnen herkennen.

B

- Kleding- en interieurstoffen

Ook chemische vezels vermelden.

1. Natuurlijke vezels

Een documentatiemap aanleggen; eventueel

textielfiches opstellen en gebruiken.

a) Plantaardige: katoen en vlas

Bezoek aan vlasmuseum Kortrijk.

De bondige historiek kennen.

U

- historiek

Elementaire kennis inzake herkomst en teelt hebben.

B

- herkomst en teelt

De eigenschappen, in functie van gebruik en

verwerking.

B

- eigenschappen in functie van gebruik en

verwerkingen

De eigenschappen kennen aan de hand van

proefondervindelijke studie.

Toepassingsmogelijkheden kennen.

B

- toepassingsmogelijkheden

Kunnen verwerken en onderhouden.

Weten dat katoen en vlas veelal samen met andere

B

B

- verwerking

- onderhoud

Zie etikettering/verhoudingen: b.v.

katoen/viscose, katoen/PE, katoen/vlas, e.a

TV Mode -22-


B/B/B/B/

UUUU



vezels verwerkt worden.

De desbetreffende etikettering kunnen lezen en

interpreteren.

B

- etikettering

Enkele katoenen weefsels kunnen herkennen en

benoemen.

Verschillende weefselnamen kennen en er één of meer

toepassingen van kennen.

Weten wat baalkatoen is.

B

U

B

- benamingen

- baalkatoen

Juiste handelsnamen gebruiken b.v.:

- Vichy

- rips

- wafelrips

Weten dat er soorten baalkatoen bestaan.

B

b) Dierlijke: wol en zijde

De bondige historiek kennen.

U

- historiek

De herkomst en teelt kennen.

B

- herkomst

- teelt

De kenmerken en structuur kennen.

B

- kenmerken

TV Mode -23-


B/B/B/B/

UUUU



De eigenschappen kennen in functie van verwerking

en onderhoud.

Weten dat wol en zijde zeer veel met andere vezels

verwerkt worden.

B

B

- eigenschappen

- verwerking

- onderhoud

Via proefondervindelijke studie.

Het gebruik kennen.

B

- gebruik

De etikettering kunnen herkennen en interpreteren.

B

- etikettering

Wolmerk: kleding/tapijten.

Mengwol.

Enkele benamingen van weefsels kennen.

B

- benamingen weefsels

Handelsnamen gebruiken bv.:

- Shetland

- flanel

Begripsinhouden correct toelichten.

Weten dat er wettelijke reglementering op

textielbenamingen bestaat en dat de

vezelsamenstelling een verplichte aanduiding is.

B

Enkele veredelingsprocédés kennen.

B

- veredelingsprocédés i.v.m. natuurlijke

vezels

Het betreft veredelingsprocédés toegepast op

verwerkte stoffen.

TV Mode -24-


B/B/B/B/

UUUU



Verschillende technieken om tot een weefsel te komen

kunnen onderscheiden en herkennen.

B

2. Draadvorming

- spinnen

- twijnen

Het ontstaan van een draad kennen.

B

Begrippen grondig kennen.

B

3. Draadrichtingen


- ketting

- inslag

- zelfkant

- biais

Het principe van de werking kennen.

Het weven van een eenvoudig weefsel kunnen

verklaren.

U

U

4. Het weefgetouw

Aandacht vestigen op het feit dat weefsels op

getouwen zonder schietspoel gemaakt, geen

zelfkant hebben.

5. Bindingen - rapporten

Kenmerken van bindingen en rapporten kennen.

B

- Hoofdbindingen:

Praktische oefeningen inlassen.

TV Mode -25-


B/B/B/B/

UUUU



. platbinding

. keperbinding

. satijnbinding

- Rapporten

Laten opmerken dat satijnbinding eigenlijk reeds

een afleiding is van de keperbinding.

Afleidingen van platbinding kunnen herkennen.

U

- afleidingen van platbinding

6. Vliezen of non-wovens

Niet-geweven van geweven materialen kunnen

onderscheiden.

B

- Vezelvliezen

In coördinatie met PV Praktijk Mode

Soorten vliesstoffen naar hun structuur kunnen

onderscheiden.

B

Invloed van non-wovens op efficiëntie bij

verwerking bespreken.

Hulpmaterialen in functie van werkstukken kennen,

verantwoord kunnen kiezen, aankopen en gebruiken.

B

7. Hulpmaterialen


B.v. knopen, garens, haken en ogen,

gordijnhaken, velcro, ...

TV Mode -26-


B/B/B/B/

UUUU



II. TECHNOLOGIE MATERIEEL In coördinatie met PV Praktijk Mode bij de uit-

voering van werkstukken voor kleding en

interieur.

Documentatiemap aanleggen.

1. Huishoudmachine

Een machinehandel of beurs bezoeken.

Bondige historiek kennen.

U

- historiek

Het gebruik kennen.

B

- gebruik

Aandacht vestigen op verschil in gebruik van

types naaimachines.

2. Snelstikker

Delen en onderdelen kunnen onderscheiden,

benoemen en hun functie kennen.

B

- delen en onderdelen

Veiligheidsvoorschriften kennen en kunnen toepassen.

B

- veiligheidsvoorschriften

De werking en het onderhoud van de vlakke stiksteek

machine kennen.

B

- gebruik

- onderhoud

Weten waarvoor geleiders en vouwers gebruikt kunnen

worden.

B

- geleiders en vouwers

Weten waarvoor attachments gebruikt worden.

U

- attachments:

TV Mode -27-


B/B/B/B/

UUUU



° het biesapparaat

Veiligheidsvoorschriften kunnen naleven.

B

3. Speciale machines

Het gebruik en het onderhoud kennen.

B

- 3-draads overlock

Vademen, gebruik en onderhoud bespreken.

Het gebruik en het onderhoud kennen.

U

- kettingsteekmachine

- 4-draads overlock

- 5-draads overlock

- tweenaalds vlakke stiksteekmachine

Toepassingsmogelijkheden kennen.

4. Transportsytemen

De verschillende transportsystemen kennen.

B

- soorten

° enkel

° dubbel

Het gebruik ervan kennen.

U

- gebruik

Strijkapparatuur voor eigen gebruik kunnen kiezen en

B

5. Strijkmaterieel

- stoomstrijkijzer, strijktafel, strijkplank, mouw-

Strijktafelbekleding tijdig vervangen.

TV Mode -28-


B/B/B/B/

UUUU



verantwoord aankopen.

Het gebruik en onderhoud kennen.

Veiligheidsvoorschriften kennen.

B

B

plank, strijkkussen

- stoomafzuigende perstafels+industriële

strijkapparatuur

Wijzen op gevaar van brandwonden bij gebruik

van stoomapparaten en op correcte EHBO.

Het gebruik kennen.

U

- kleefpers

Het specifieke materieel kennen en kunnen benoemen.

B

6. Snijmaterieel

In functie van PV Praktijk Mode.

Het gebruik ervan kennen.

B

Begrip intekenen kunnen verklaren.

B

Weten hoe de snijschikking op stof overgebracht wordt

en de gepaste hulpmiddelen kennen.

B

- overbrengen van snijschikking

Begrip opleg/opleggen kunnen omschrijven.

B

Het materieel kunnen opnoemen en herkennen om

patroon op opleg te bevestigen.

B

- oplegsystemen

° soorten

° methoden

° gebruik


Eisen van een goede opleg kennen, kunnen

B

TV Mode -29-


B/B/B/B/

UUUU



opnoemen en motiveren.

- het snijden

De snijapparatuur kunnen opnoemen en herkennen.

Voordelen van deze apparaten kennen.

B

B

° soorten snijmachines:

snijmachines met verticaal mes

snijmachine met roterend mes

Weten hoe de snijapparatuur onderhouden wordt.

B

De voornaamste veiligheidsrichtlijnen kunnen

opnoemen en in acht nemen bij gebruik.

Weten hoe de lintzaag gebruikt en onderhouden wordt.

B

U

lintzaag

Het belang van nauwkeurig snijden kennen.

B

° verschillende vormen van messen

De voornaamste kenmerken opnoemen en

herkennen.

De snijtechniek kunnen omschrijven.

De voornaamste veiligheidsrichtlijnen kunnen

opnoemen en in acht nemen bij gebruik.

B

B

° metalen stansvorm

TV Mode -30-


B/B/B/B/

UUUU



Het Technisch Tekenen als communicatiemiddel en

taal kunnen gebruiken.

B

III. TECHNISCH TEKENEN

1. - Normschrift

- Lijntypes

- Aanzichten

- Maataanduidingen

Eventueel met normograaf.

Bladschikking - schalen.

Symbolische voorstelling.

Patroonpapier verantwoord kunnen vouwen.

B

2. Patroonpapier vouwen naar formaten

Aanbrengen van titelhoek.

Eenvoudig deel- of werkstuk kunnen uitvoeren met

behulp van gequoteerde tekening of getekende

instructie.

B

3. Gebruik van vaktechnische tekening

In functie van een werkstuk.

Een vaktechnische tekening kunnen uitvoeren.

B

4. Vaktechnisch tekenen

- Construeren van loodlijnen

- Construeren van vlakken

Een vlakke voorstelling kunnen tekenen.

B

- Vlakke voorstelling van het kledingstuk

of onderdeel

TV Mode -31-


B/B/B/B/

UUUU



Symbolische voorstellingen in toepassing op de BIN-

normen kunnen lezen, verklaren en schetsmatig

weergeven.

Eenvoudige doorsneden kunnen tekenen.

B

B

5. Symbolische voorstellingen

- Gereedschap en materiaal

- Naden

- Steken en stiksels

- Stofgebruik - draadrichting

- Grondstoffen

Naadafwerkingen: weergave in eenvoudige

doorsnede.

Door de leerlingen laten opzoeken aan de hand

van gerealiseerde stiktechnieken.

B.v. naden, nepen.

In coördinatie met “Technologie materiaal”.

Voering, tussenvoering.

Schaaltekeningen kunnen lezen en uitvoeren.

B

6. Schaaltekening

BIN-normen kennen en kunnen toepassen in de

afwerking van het patroon.

Op een technische tekening maataanduiding kunnen

aanbrengen.

B

B

7. Tekentoepassingen

Toepassen in patroontekenen.

Schaaltekeningen, loodlijnen en vlakken met PC

kunnen tekenen en construeren.

B

8. Tekenen met PC

- Schaaltekeningen

Eventueel toepassen in Initiatie CAD.

Een tekenplotter kunnen gebruiken.

B

9. Gebruik van tekenplotter

Eventueel toepassen in Initiatie CAD.

TV Mode -32-


B/B/B/B/

UUUU



IV. MODESTUDIE EN VORMGEVING

Er wordt steeds gewerkt volgens de 5 fasen

van het technologisch proces (zie p. 3)

1. Behoeftenprobleem

Fase 1: Behoeftenonderzoek en productanalyse.

Het probleem kunnen herkennen en analyseren.

B

- doel van kleding


Bezoek aan winkelstraat, grootwarenhuizen, ...

Weten waaraan een oplossing moet voldoen.

B

- doel van interieuraankleding

Inzien dat mode niet alleen betrekking heeft op

“kleding”.

B

- het begrip mode

De verschillende begrippen kennen en kunnen

onderscheiden.

U

- confectie

- prêt-à-porter

- haute couture

Verschillende mogelijkheden om tot een patroon te

komen kunnen opsommen.

B

2. Verschillende mogelijkheden om tot een

patroon te komen

Fase 2: zoeken naar oplossingen.

B.v. patroon kopen, uitraderen, overnemen, ...

TV Mode -33-


B/B/B/B/

UUUU



3. Mouleren - maatnemen

Fase 3: uitvoering. Het gaat hier om

theoretische inzichten. De eigenlijke uitvoering

gebeurt in PV Praktijk Mode.

Een werkstuk kunnen mouleren.

B

- mouleren

Rok, corsage, woningdecor, ...

Functie van de neep kennen.

B

- moulage vlak plaatsen

Functie van fronsen en plooien kennen.

B

De verschillende maten, punten en lijnen kunnen

afleiden.

B

- inzicht in patroon

De maten kunnen opmeten en noteren.

B

- maat nemen:

. lengetematen

. breedtematen

. afwijkingen

. welvingen

Rok, pantalon, corsage, kinderkleding,

woningdecor, ...

Eenvoudige basisprincipes van maatnemen

aanleren.

Verschillende matentabelen kunnen vergelijken en

gebruiken.

B

4. Matentabellen

Maten vergelijken.

Maatnummers kunnen bepalen.

B

5. Maatnummers

Gericht op de genomen maten.

TV Mode -34-


B/B/B/B/

UUUU



6. Passen

Kenmerken van een goedpassend kledingstuk kennen.

B

- eigenschappen van een goedpassend

kledingstuk

Met standaardkledingstukken werken.

Volgorde bij de pas kennen.

B

- volgorde bij het passen

Weten dat evenwicht-, lengte- en breedtefouten

bestaan.

B

- pasfouten herkennen en verbeteren op

persoon en de pasfouten aanduiden op

pasfiche

Toepassen op een kledingstuk.

7. Lijnstudies

De basispatronen kunnen omvormen tot verschillende

lijnvormen.

B

- rok:

De verschillende lijnvormen vergelijken aan de

hand van documenten en modeboeken.

Licht uitgeschuinde rok en klokrok kunnen tekenen.

B

° licht uitgeschuinde rok

° klokrok

Inzicht hebben in halve cirkelrok en cirkelrok.

B

° halve cirkelrok

° cirkelrok

TV Mode -35-


B/B/B/B/

UUUU



Nepen kunnen verwerken en/of verplaatsen.

B

- pantalon

- corsage: nepen

Soort mouw kunnen bepalen en tekenen.

B

- mouw

- kraag:

Soorten kragen kennen en kunnen herkennen in een

model.

B

° platte kraag - Claudinekraag

Patronen afleiden van een moulage.

Punten en lijnen kunnen opnoemen.

B

° officierskraag

De verschillende kragen kunnen tekenen m.b.v.

werkdocument.

B

° kraag met voet en omval in één deel

kraag met voet en omval afzonderlijk

Inzien welke maten noodzakelijk zijn en deze kunnen

toepassen.

B

- jurk: rechte jurk

Vertrekkend van het corsage.

Eventueel ook gecintreerde jurk met of zonder

lendennaad.

TV Mode -36-


B/B/B/B/

UUUU



8. Modelstudies: kleding en interieur

Volgens de 5 fasen van het technologisch

proces. Fase 3, 4, 5 komen in PV Praktijk

Mode aan bod.

Het model kunnen situeren in het modebeeld.

B

- modebeeld bestuderen: fase 1

behoeftenonderzoek en productanalyse

Naar keuze modelstudie uitvoeren op dames-,

kinderlijnvorm en woningdecor.

De juiste lijnvorm van het model kunnen bepalen.

B

- model bepalen: fase 2

zoeken naar oplossingen

Plaats bepalen van zak, platstuknaad, enz...

Soort sluiting bepalen en toepassen in patroon.

Het model juist kunnen interpreteren.

De juiste lijnvorm voor het model kunnen

kiezen/ontwerpen en de keuze/het ontwerp kunnen

verantwoorden.

B

B

Aan de hand van duidelijke foto’s of tekeningen.

Weten wat een plooi is.

B

- plooien tekenen

Verschillende plooicombinaties verwerken.

Soorten plooien kennen en kunnen herkennen in een

model.

B

TV Mode -37-


B/B/B/B/

UUUU



Neepverwerkingen inzien en kunnen toepassen.

B

Verschillende modelnaden verwerken:

- plaats

- richting

- nepen verwerken.

Het juiste model kunnen intekenen.

B

- intekenen van de verschillende modellen

O.a. aangeknipte zak in naad;;

schuine steekzak;

patroononderdelen gulp;

zomen.

9. Graderen

Weten wat graderen is.

B

- begrip graderen

Inzicht in gradaties d.m.v. raderbladen.

PV Praktijk Kleding -38-

PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK MODEMODEMODEMODE

16 U16 U16 U16 U

PV Praktijk Mode -39-

PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK PV PRAKTIJK MODEMODEMODEMODE


PV Praktijk Mode wordt samen met TV Mode geïntegreerd aangeboden in thema’s:

- basics b.v. rok, bloes, jurk, pantalon;

- vrijetijdskledij;

- interieur;

- baby-, kleuter- en kinderkleding.


- Eenvoudige werkstukken op efficiënte wijze kunnen vervaardigen.

- Hierbij actuele technieken in verband met voorbewerkingen, montage, eindbewerkingen,

strijken en persen kunnen uitvoeren.



B/B/B/B/

UUUU



Een werkstuk kunnen kiezen in functie van behoefte en

moeilijkheidsgraad

B

1. Modelkeuze of ontwerp van werkstuk en

bespreking stof en toebehoren: fase 1 en 2:

behoefteonderzoek, zoeken naar oplossingen

In coördinatie met TV Mode en AV Plastische

Opvoeding/TV Mode wordt steeds gewerkt

volgens de 5 fasen van het technologisch

proces

(zie p.3).

Een ontwerp kunnen beoordelen op uitvoerbaarheid.

B

De nodige naadwaarde aan het patroon kunnen

tekenen.

B

2. Modelpatroon omvormen tot knip- of

snijpatroon

Inzicht in knip- of snijpatroon.

Een economische knip- of snijschikking kunnen

opzoeken.

B

3. Knip- of snijschikking

Schets of schaalpatroon.

In coördinatie met TV Mode.

Werkdocumenten kunnen lezen en gebruiken.

B

4. Werkdocumenten: fase 3: Uitvoering

Een product kunnen analyseren.

Een fabricageschema kunnen opstellen aan de hand

van de werkstroomanalyse.

B

B

- productanalyse

- fabricageschema

- werkstroomanalyse

In coördinatie met Initiatie in de

Kledingnijverheid.

Methodebeschrijving kunnen interpreteren en lezen.

B

- methodebeschrijving

Economische fiche kunnen invullen.

B

- economische fiche

Stapsgewijze invullen.



B/B/B/B/

UUUU



Vorderingsfiche kunnen opstellen. B - vorderingsfiche Vorm van leerlingvolgsysteem, kan gebruikt

worden voor evaluatie en remediëring.

Een werkstuk kunnen realiseren.

B

5. Realiseren van een werkstuk: fase 3:

Uitvoering

In coördinatie met TV Mode

Nauwkeurig kunnen knippen en merken met het juiste

materieel.

B

- stof voorbereiden

- delen knippen (stof, voering, tussenvoering,

enz.)

- delen merken

- delen bundelen

Knipplan en snijpatroon gebruiken.

Aan de hand van werkdocumenten het werkstuk

kunnen afwerken.

B

6. Afwerken van werkstuk door het gebruik van

werkdocumenten

Basistechnieken (zie verder) integreren in

werkstuk.

Instructiefiches en werkvolgorde gebruiken.

Efficiënt gebruik kunnen maken van het aanwezige

materieel afhankelijk van de afwerkingstechnieken.

B

Ergonomisch kunnen werken.

B

- ergonomisch werken

Veiligheidsnormen in acht kunnen nemen bij het

gebruik van het materieel.

B

- veiligheidsnormen

Kunnen werken volgens bepaalde kwaliteitsnormen.

B

- kwaliteitsnormen bepalen



B/B/B/B/

UUUU



Het afgewerkte werkstuk kunnen presenteren. B 7. Presenteren van het werkstuk: fase 4:

Ingebruikneming

In coördinatie met Initiatie Verkooptechnieken en

AV Plastische Opvoeding/TV Mode.

8. Evaluatie van het werkstuk: fase 5

Afgeleverd product op zijn diverse waarden kunnen

beoordelen.

B

- esthetisch

Tekortkomingen kunnen bijwerken of verbeteren.

B

- technisch

Zelfremediërende aspecten bevorderen.

Aanzet tot retouchetechnieken.

Arbeidsfierheid ontwikkelen.

B

- kostprijs

9. Technieken

De gewone en zigzagmachine doelmatig kunnen

gebruiken.

Door oefeningen de machine kunnen beheersen.

B

9.1 Machinebeheersing:

druk pedaal, ritme, tempo, stoppen

Eventueel steunen op gekende stof.

De basistechnieken met de gewenste vaardigheden en

in aanvaardbare kwaliteit kunnen uitvoeren.

B

9.2 Basistechnieken

Afgewerkte modeloefeningen gebruiken.

Zoveel mogelijk integreren in werkstukken.

Instructiefiche kunnen gebruiken.

B

Speciale aandacht gaat naar de handgrepen



B/B/B/B/

UUUU



(demonstratie).

Ergonomisch werken.

- stiksel in rechte en gebogen richtingen

Inoefenen tot een aanvaardbare kwaliteit bereikt

is.

Uitvoeren langs rechter- en linkerkant van de

persvoet en met en zonder geleider.

- plooien stikken

- stapelnaden in alle richtingen: zonder en

met toegifte

- zomen:

° verschillende breedtes

° enkele en dubbele inleg

° nepen en neepverwerking in plooi

° verschillende soorten

- afbiezen

- sluitingen rits

° dubbele bies

° enkele bies



B/B/B/B/

UUUU



- afwerken lendeband

- zigzagsteek

° als overnaaien

° als borduren

° knoopsgat

- gebiesd knoopsgat

Afwerkingen kunnen opzoeken aan de hand van fase-

oefeningen.

B

- zakken:

° zak in naad aangeknipt

° zak in naad aangezet

° opgezette zak

° steekzak

° de gebiesde zak met 1 bies

° de gebiesde zak met 2 biezen

° opgestikte zak

In coördinatie met TV Mode: Technisch tekenen.

- split in mouw:

° Amerikaanse split;

° kapelsplit

° hemdsplit

° aanzetten van handboord: verschillende



B/B/B/B/

UUUU



soorten

- kragen:

° kraag uit 1 deel;

° kraag uit 2 delen;

° platte kraag

- sluitingen

Aangeknipte, afzonderlijk aangezette en

polosluiting.

De juiste strijktechniek kunnen toepassen met gebruik

van de juiste apparatuur.

B

9.3 Strijk- en persbewerkingen

- diverse weefsels

Steunen op kennis TV Mode: Technologie.

- moeilijkheden bij kledingstukken o.a.

° naden

° nepen

° plooien

° zomen

Weten dat het noodzakelijk is de etikettering

(vezelsamenstelling, veredeling, ...) in aanmerking te

nemen.

B

- kleven van tussenvoeringen

Verschillende materialen gebruiken.

Complementair gedeelte -46-

COMPLEMENTAIRCOMPLEMENTAIRCOMPLEMENTAIRCOMPLEMENTAIR

GEDEELTEGEDEELTEGEDEELTEGEDEELTE

Complementair gedeelte -47-


3 u3 u3 u3 u

---- Initiatie CAD Initiatie CAD Initiatie CAD Initiatie CAD

---- Initiatie in de kledingnijverheid Initiatie in de kledingnijverheid Initiatie in de kledingnijverheid Initiatie in de kledingnijverheid

---- Initiatie verkooptechnieken Initiatie verkooptechnieken Initiatie verkooptechnieken Initiatie verkooptechnieken

1111

1111

1111

Initiatie CAD -48-


Initiatie CAD: 1u


- Een tekenprogramma op de PC kunnen gebruiken.

- Door de gebruiksvriendelijkheid van een programma komen tot een kennismaking met de PC.

- Inzicht verwerven in de doelmatigheid van de PC voor wat betreft:

• tijdwinst;

• plaatsen papierbesparing;

• mogelijkheden tot experimenteren vergroten;

• mogelijkheden om documenten te bewaren;

• nauwkeurigheid tijdens het uittekenen vergroten;

• mogelijkheid tot reproduceren vergroten.

- Weten dat er reglementering op het werken met beeldschermen bestaat (Codex voor het

welzjin van het werk).

Initiatie CAD -49-


B/B/B/B/

UUUU



1. Configuratie

Inzicht hebben in de functies van de

basiscomponenten van de P.C.

B

- basiscomponenten:

° systeeminhoud

° monitor

° toetsenbord

° muis

° printer

° plotter

° disketten

° driver

° cd-rom

Gebruik maken van de computerklas.

Mogelijkheden van scannen demonstreren en

bespreken.

Kennismaken met de elementaire functie van het

besturingssysteem.

B

2. Besturingssysteem

- prompt

- cursor

- diskette

- directories

- subdirectories

- bibliotheek

- cd-rom

Demonstratie door leerkracht.

Alleen van toepassing voor DOS.

Initiatie CAD -50-


B/B/B/B/

UUUU



Besturingsopdrachten kunnen uitvoeren.

B

3. Opstarten

- warme start

- koude start

- programma

Toepassen en inoefenen.

Noodzakelijke basisinstellingen kunnen gebruiken.

B

4. Scherminstelling

- statusbalk

- hoofdmenu

- submenu

Demonstratie.

Inoefenen in toepassingen b.v. titelblad cursus

typen.

Gebruik kunnen maken van het toetsenbord en de

muis.

B

5. Gebruik van toetsenbord en muis

Werken met tekstverwerkingsprogramma:

- tekst intypen

- bewaren op schijf

- printen.

Toepassingen in functie van werkstukken efficiënt en

doelmatig kunnen uitvoeren.

B

6. Toepassingen in functie van werkstukken

B.v. een technische tekening, werkvolgorde,

constructieschema, ...

Initiatie in de kledingnijverheid -51-


Initiatie in de kledingnijverheid: 1u


Inzicht hebben in:

- de algemene organisatiestructuur van een bedrijf, die aangeeft hoe de taken over de

samenwerkende personen zijn verdeeld;

- de routing van het product;

- aandacht hebben voor de toepasselijke aspecten van de arbeidsveiligheidsreglementering.



B/B/B/B/

UUUU



Inzien dat kleding een noodzakelijke behoefte is.

B

1. Behoeftenvraagstuk

Inzicht hebben in de evolutie van de kledingnijverheid.

B

Historisch overzicht van de ontwikkeling in de

kledingnijverheid

Soorten bedrijven kunnen onderscheiden naar grootte

en aard.

B

2. Soorten bedrijven:

- grootte:

. kleine

. middelgrote

. grote

Verschillende bedrijven in de omgeving

vergelijken.

Aandacht vergelijken die aan veiligheid,

ergonomie,.... besteed wordt.

- aard: specialisatie

b.v. kinderkleding, regenkleding

Begrippen kennen en kunnen gebruiken.

B

3. Begrippen:

- product

- produceren



B/B/B/B/

UUUU



- productief

Inzicht verwerven in de opbouw van het

productieproces.

Een eenvoudige collectie kunnen samenstellen in

functie van de kernstukken.

Inzicht hebben in de noodzaak van het gebruik van

werkdocumenten.

Inzicht hebben in de noodzaak van het gebruik van

werkdocumenten.

B

B

B

B

4. Het productieproces:

- Opbouw:

° informeren

° aankopen

° collectie samenstellen

° verkopen

° plannen

° fabriceren

° verpakken

° verzenden

De doorloop van het product bespreken om de

samenhang van het geheel te verduidelijken.

In coördinatie met PV Praktijk Mode en

TV Mode.

Bespreek vereisten, ontstaan en opbouw van

een collectie.

Werkontleding:

constructieschema, werkvolgorde,

werkpostindeling, werkpostinrichting

(bewegingscontrole, rendement).

Soorten productiebegrippen kunnen onderscheiden.

B

- Begrippen:

° enkelvoudige productie

° massaproductie



B/B/B/B/

UUUU



° serieproductie

Kostprijs en kwaliteit kunnen vergelijken.

B

- Prijsklasse:

° goedkoper

° middenklasse

° hoge prijsklasse

Winkelbezoek organiseren.

Inzicht verwerven in de algemene organisatiestructuur

van een bedrijf.

Weten dat in alle afdelingen specifieke veiligheids- en

gezondheidsvoorschriften van toepassing zijn.

B

B

5. Afdelingen en diensten

- grondstoffenmagazijn

° keuze grondstof

Aandacht vestigen op:

- administratieve dienst

- Comité voor Preventie en Bescherming

- sociale dienst

- ....

Aankooporder opstellen, inventarisatie.

- ontwerpen patroonafdeling

Onderzoeken hoe modellen en patronen tot



B/B/B/B/

UUUU



° functie en gebruik van archiefpatronen stand komen.

Weten dat er een officiële reglementering bestaat

(Codex).

B

- snijafdeling:

° begrippen van nodige documenten

zoals:

. snijorder

° verloop van de werkzaamheden:

. snijplan

. optrek

. uitsnijden

. etiketteren

. bundelen

Snijorder opstellen aan de hand van

bestelorder.

In coördinatie met TV Mode: Technologie

(materieel).

- productieafdeling

° productiesysteem en materieel

- routing:

° begrip

° controleposten:

Schematische voorstelling.



B/B/B/B/

UUUU



kwaliteit - kwantiteit

- strijken persafdeling:

° tussenstrijk

° eindstrijk

- verpakking- opslag-distributie

° inpakken

° methode van opslag

° vervoer en publiciteit

Een organogram kunnen lezen en inzicht verwerven in

de functieprofielen.

B

6. Organogram - Functieprofielen

Initiatie verkooptechnieken -57-


Initiatie verkooptechnieken: 1u


- Een afgewerkt artikel of werkstuk kunnen presenteren.

- Een eenvoudig verkoopgesprek kunnen voeren.

- Koopwaar oordeelkundig kunnen opplooien en verpakken.



B/B/B/B/

UUUU



Het ontstaan van de handel kennen.

B

1. Inleidende begrippen

- ontstaan van de handel

- doelstelling

Documentatiemateriaal gebruiken.

Inzicht verwerven in het begrip verkopen.

B

- begrip "verkopen"

Leergesprek.

De voornaamste verdelingsorganismen kennen en kun-

nen specifiëren.

B

2. Verdelingsorganismen

- leurhandel

- kleinhandel

- zelfbedieningszaken:

. warenhuis

. supermarkten

Verschillende vormen van handeldrijven

vergelijken.

Klassikaal bezoek aan verschillende zaken;

groepswerk: werken met opdrachten.

Het doel van de reclame inzien.

B

3. Reclame

- omschrijving en doel


Klassikaal bespreken.



B/B/B/B/

UUUU



- soorten

4. Elementen van de verkoop

Het belang inzien van een verzorgd voorkomen, een

goede houding en een juist taalgebruik als factor tot

verhoging van het rendement van een verkoopgesprek.

B

- de verkoopster

° uiterlijk

° karaktereigenschappen

° gelaatsuitdrukking

° stem, de taal

Rollenspel: observatie en evaluatie door leer-

kracht en medeleerling.

De verschillende klantentypes kennen en kunnen

herkennen volgens geslacht en leeftijd en hieruit de

koopgedragingen afleiden.

B

- de klant

° geslacht

° leeftijd

° koopkracht

° koopmanieren

Rollenspel: herkennen van klantentypes.

Groepsgesprek: observeren van de klant.

Een bepaald product kunnen bespreken in verband

met eigenschappen, kwaliteit, prijsklasse, enz...

B

- de koopwaar

° consumptiegoederen

° warenkennis

° verband tussen kwaliteit en prijsklasse

Oefening inlassen: voorstellen product met

uiteenzetting van eigenschappen en moge-

lijkheden.


5. Het verkoopgesprek

De fasen in het verkoopgesprek kennen.

B

fasen in het verkoopproces:

Inspelen op persoonlijke ervaringen van de

leerlingen.

Het belang inzien van een degelijk verkoopgesprek.

B

- het ontvangen van de klant

° begroeting: zoeken naar

belangstelling van de

klant

Op vlotte wijze een verkoopgesprek kunnen voeren.

B

- het wekken van de kooplust

° tonen van het artikel

° het gesprek over het artikel

Aanknopen bij het presenteren van afgewerkte

werkstukken..

Groepsgesprek: observeren van klant en

verkoopster tijdens praktische oefeningen.

- sluiten van de verkoop

° rekeningen

° begrip klantenkaart

° het artikel inpakken

Praktische oefeningen verkoopster-klant door

leerlingen.

Kleding/Evaluatie -61-

EVALUATIE Het goed functioneren van evaluatie wordt gekenmerkt door volgende eigenschappen: - Planmatigheid: de leerlingen en hun ouders weten op welk moment er wordt

geëvalueerd; dit betekent niet dat elk evaluatiemoment moet worden aangeknodigd: men kan op onverwachte momenten bepaalde zaken toetsen, mits iedereen weet dat zoiets tot de mogelijkheid behoort.

- Voorspelbaarheid (het zgn. “Test as you teach”-principe): de leerlingen hebben een zicht

op de manier waarop wordt geëvalueerd en dit zowel voor dagelijks werk als voor de examens. De opdrachten komen overeen met de doelstellingen en de onderwijsmethodiek. Verrassingen zijn slechts zinvol, indien ze als stimulans overkomen.

- Efficiëntie: evalueren is een noodzakelijk deel van het didactisch proces, maar geen doel

op zich. Evaluatie moet gezien worden als middel om de leerlingen beter te begeleiden bij hun studies en geeft de mogelijkheid tot een meer geïndividualiseerde begeleiding. Het evaluatiebeleid van de school richt zich op de responsabilisering van de leerlingen.

- Snelle verwerking: om te kunnen remediëren hebben leraar en leerling binnen de kortste

tijd de resultaten in handen. - Valditeit: evaluatie levert zo objectief en volledig mogelijke gegevens over de vorderingen

van elke leerling. De diversiteit van het aangeleerde komt aan bod: de verschillende onderdelen van elk vak worden geëvalueerd. Toetsen zijn geen machtsmiddel: moeilijke vragen stellen om leerlingen te treffen, is niet valabel.

- Relevantie: enkel persoonlijk werk wordt beoordeeld; huistaken bieden zeker geen

zekerheid en zijn dus weinig geschikt om gewoon verbeterd te worden: de manier waarop het werk gemaakt werd, kan wel gequoteerd worden; groepswerk dient regelmatig te worden opgevolgd door de leraar om te controleren of ieder lid van de groep een bijdrage levert; de factor “geluk” speelt geen rol van betekenis.

- Diversificatie: niet enkel het cognitieve wordt geëvalueerd, ook vaardigheden en

vakattitudes komen in aanmerking. Dit moet niet noodzakelijk via een cijfer, het kan ook in woorden vermeld worden; belangrijk is het feit dat er degelijke afspraken gelden (zie hieronder). Voor het rapportcijfer wordt gesteund op verschillende resultaten van evaluatie. Een rapportcijfer is niet uitsluitend het rekenkundig gemiddelde van prestatiecijfers.

- Evaluatie: moet procesmatig opgevat worden: er is een systematische progressie in de

opbouw van kennis, inzicht, vaardigheden en vakattitudes (zie leerplannen). - Objectiviteit: als evaluatie planmatig voorspelbaar, efficiënt, valide, relevant en

gediversifieerd is, kan men stellen dat de leerkrachten en de school de objectiviteit bij het evalueren maximaal benaderen en dat ze streven naar een optimale professionaliteit.

Kleding/Evaluatie -62-

Evaluatie van attitudes Het evalueren van attitudes is gevoelige materie. Nochtans moet het voor de leerlingen duidelijk zijn dat zij op vakgebonden attitudes kunnen/zullen geëvalueerd worden. Deze attitudes staan in de leerplannen vermeld en kunnen te maken hebben met b.v. stiptheid, zorg, luisterbereidheid, inzet, samenwerken, enz. Verder kunnen attitudes die vakoverschrijdend door de aard van de opleiding bepaald worden, in aanmerking komen (b.v. omgang met klanten, spreekdurf, ...). Ook hier geldt het principe van de voorspelbaarheid voor de leerlingen. Zij moeten vooraf weten welke attitudes voor evaluatie in aanmerking zullen komen. Evaluatie van doe-activiteiten is een oordeel over - een proces: evaluatie van de vorderingen en attitudes op geregelde tijdstippen en bij

momentopnames tijdens de realisatie of dienstverlening; - een productresultaat: evaluatie van het product of gepresteerde dienst. Een zinvolle opdracht werkt een zinvolle evaluatie in de hand. Stimuleer de leerlingen door positieve appreciatie, maar wijs op fouten en tekortkomingen. Tussentijdse evaluaties en de evolutie van de leerling zijn van groot belang voor de eindevaluatie. Maak duidelijke afspraken met de leerling, zo wordt het werk voor iedereen eenvoudiger. Leg bij elke opdracht uit op welke aspecten de nadruk ligt. De leerling ontwikkelt zo het vermogen om het eigen werk te evalueren. Een vereiste eigenschap van elke volwassene in zijn arbeid is immers zelfevaluatie.

Mode/Leermiddelen -63-

LEERMIDDELENLEERMIDDELENLEERMIDDELENLEERMIDDELEN

Minimale materiële vereistenMinimale materiële vereistenMinimale materiële vereistenMinimale materiële vereisten

Klassikaal:

- werktafels (1 per leerling)

- naaimachines (1 per leerling) met hulpstukken

- perstafel met strijkijzer

- mouwplanken

- strijkvormen

- elektrische schaar met verticaal mes

- elektrische schaar met rond mes

- grote vormlatten (Rundschau)

- computer met recente specifieke software

- tekenplotter (A4)

- overlock (3-draads)

- passpiegel

- paspoppen (kind, volwassen)

- gewichtjes

- modetijdschriften met raderbladen

- vakliteratuur

Per leerling:

- assortiment naainaalden

- machinenaalden

- stofschaar

- tekenpotloden

- vlakgom

- tekenmallen


- papierschaar

- lostorner

- schaalmeetlat

- meetlat

- tekendriehoek

- normograaf

- spoel

- spelden

- lintmeter

- zoomlatje

- kleermakerskrijt

Nuttige didactische hulpmiddelenNuttige didactische hulpmiddelenNuttige didactische hulpmiddelenNuttige didactische hulpmiddelen

- kleefpers

- stofklemmen

- borduurmachine (knoopsgaten)

- zoomafronder


BIBLIOGRAFIEBIBLIOGRAFIEBIBLIOGRAFIEBIBLIOGRAFIE

MODEMODEMODEMODE

ARGON S. Précis d'histoire du costume - Le costume masculin

Jacques Lanore, Paris, 224788

BELBIE Het kostuum door de eeuwen heen

Cantecleer, De Bilt, 313842

DE BACKER R. Mens, Kleding, Mode

Beukenlaan 24, 9820 St.-Denijs-Westrem

DE WIT G.A. Modekleding motivatie, een sociaal-psychologische studie van

het modegebeuren

Haarlem, De Toorts, 1970

DELBOURG La mode pour la vie

Editions Autrement, 204899

GERARD J. De mode 1830-1920

Heideland, Orbis

KONIG R. Sociologie van de mode

Aula nr 124

LAKEMAN M. Cultuur en kledinggedrag in de 20e eeuw

VAN DE STADT A. Wolters, Noordhoff, Groningen

LATOUR A. Tovenaars van de grote mode

Bussum, Ruys

Mode/Bibliografie -66-

LAVER J. Kostuumgeschiedenis


PORTNOY E. De geklede mens


PETRA-project Mode en Milieu

Dienst Europese projecten, Brussel

PROCTER J. Zo ben je op je best

Het Spectrum, Antwerpen, 284782

SALVY CL. J'ai vu vivre la mode

Paris, Athéne, Fayard

TILKE M. Encyclopedie du costume

Albert Morancé, Paris, 334665

WOLDRINGH M. Kostuumgeschiedenis

Wolters, Noordhoff, Groningen


TEKENENTEKENENTEKENENTEKENEN

B.I.N. Selectie van Belgische normen

S.B.B., Lakenweverstraat 21, Brussel

CASSIMAN P. Technisch tekenen

DE DECKER A., e.a. Marialand 31, Gent

DRAKE N. Hedendaagse mode-illustraties

I.P..B., Jesusstraat 16, Antwerpen

DUCHESNEAU Passeport de beauté

I.P.B. Jezusstraat 16, Antwerpen

IRELAND P.S. Modetekenen

Cantecleer, De Bilt

KENNETH F. Geheimen van de couturiers

Cantecleer, De Bilt

LOEFF & UBBINK Ontwerpen en presenteren

Cantecleer, De Bilt

VAN GIJSEL De illusie van de modetekening

Cantecleer, De Bilt


TECHNOLOGIETECHNOLOGIETECHNOLOGIETECHNOLOGIE

CENTEXBEL Bibliotheek - Textiellaboratorium

Campus U.G. Zwijnaarde, 9000 Gent

C.E.T.I.H. Règlages courants de la surgeteuse-raseuse

I.P.B., Jezusstraat, Antwerpen

COBOT Centrum voor opleiding, bij- en omscholing van de textiel-

en breigoednijverheid.

Mediatheek informatie, Burggravenlaan 40, 9000 Gent.

COBOT Mediatheek - inventaris

Burggravenlaan 40, Gent

C.R.D.P. - CAEN Les machines spéciales de fabrication


C.R.D.P. - CAEN De stiksteekmachine


DE BRUYN A. Basistechnieken, textiele werkvormen


DE CRAECKER, e.a. Textieltechnologie

Uitgeverij Plantyn, Deurne.

DETEX Stoffenvademecum, 4 delen met grote stalen


ETITEX Het textiel ABC (1996)


Montoyerstraat 24, 1000 Brussel.

FEBELTEX (Belgische Federatie van de Textielnijverheid)

Textielbenamingen

Montoyerstraat 24, 1000 Brussel.

HOFER, A. Stoffe 1: Textilrohstoffe - Garne - Effekte, Schrifttenreihe

der Textil - Wirtschaft

Deutscher Fachverlag GMBH Frankfurt am Main.

HOFER, A. Stoffe 2: Bindung - Gewebemusterung - Veredlung,

Schriftenreihe der Textil - Wirtschaft


HRTK Hoger Rijksinstituut voor Textiel en Kunststoffen

Documentatiecentrum

Voskenslaan 372, 9000 Gent.

IVOC v.z.w. Instituut voor vorming en onderzoek in de confectie.

Montoyerstraat 31 - 1000 Brussel.

Tel. 02/511 53 50

Fax. 02/511 71 91

IVOC-videomateriaal

IVOC-Vormingscyclus,

Textielgrondstoffen voor de confectie, 1996

STV-studie “Van Taylor naar tailor?

Teamwerk in de kleding- en confectiesector”

door Patrick Roelandt

STV-brochure “Slank is in de mode”?

Teamwerk in de kleding- en confectiesector”


door Patrick Roelandt.

RUCA-studie “Arbeidsorganisatie in een veranderende

confectie-industrie”

door Rik Huys.

HIVA-studie “Opleiding op maat van werknemers”

door Mieke van Gramberen.

IVOC-dossier “Stikwerk discussiestof”.

“Praktisch handboekje voor de confectiemedewerker”

“Kwaliteitszorg in de confectie. Praktische wegwijzer voor

de confectioneur die vooruit wil”.

IVOC-dossier “De kleding- en confectiesector in België”.

IVOC-Confectie-knipselkrant (gratis abonnement).

MARKERT, D. Maschen ABC

Schriftenreihe der Textil - Wirtschaft


SCHRIJNEMAKERS e.a. Textielwaren


TEN CATE De produktie van textiel

I.P.B. Jezusstraat 16, Antwerpen

VAN PAASSEN en RUYGROK Textielwaren

Uitgeverij Wolters - Noordhoff.


VORMGEVINGVORMGEVINGVORMGEVINGVORMGEVING

ALDRICH W. Patroontekenen: Herenkleding

I.P.B., Jezusstraat 16, Antwerpen

ALDRICH W. Patroontekenen: Dameskleding


BOIS, VIALARD Enseignements de la coupe pour vêtements féminin


C.E.T.I.H. Patronage-Graduation - Chemiserie masculine

CETIH, Paris 294787

ESMOD Méthode de coupe: Vêtements féminins


ESMOD Méthode de dessin


HOUDRE Patrons de vêtements masculins


VAUCLAIR W. Méthode de coupe pour hommes


VEKEMAN A. & VR-Basisvormgeving in de kleding

ROELS L. VEROCAD - St.-Baafkouter 1, 9110 Gent

VROOM F. Basistechnieken Mode en Kleding



PUBLICATIES I.V.M. VEILIGHEIDPUBLICATIES I.V.M. VEILIGHEIDPUBLICATIES I.V.M. VEILIGHEIDPUBLICATIES I.V.M. VEILIGHEID

Het ARAB (Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming)/de Codex voor het welzijn op het

werk.

Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid

Belliardstraat 53

1040 Brussel

Tel. 02/233 44 98

Arbeidsbescherming

CED-SAMSOM

Louizalaan 485

1050 Brussel

ARAB (Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming) met de CODEX over het welzijn op

het werk / Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

Uitgeverij UGA n.v.

Afdeling Publicaties

Stijn Streuvelslaan 73

8501 Kortrijk-Heule

Tel. 056/36 32 11

Fax 056/35 60 96

Brochures van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid

Belliardstraat

1040 Brussel

Tel. 02/233 42 11

Fax 02/233 42 36

Vlaamse Onderwijsraad Afdeling TSO-BSO

Inspiratiehandboek voor een veilige, gezonde, toegankelijke en aantrekkelijke school.

Brussel, 1995.


Publicaties van het Provinciaal Veiligheidsinstituut te Antwerpen (PVI)

Jezusstraat 28-30

2000 Antwerpen

Tel. 03/203 42 00

Fax 03/203 42 30

Veiligheid en Gezonheid bij de Arbeid

Boeknr. D 1990/0180/1 - Uitgave 1991.

Tijdschrift “Doe het veilig”.

Veiligheidscontrolelijsten.

Nationale Vereniging ter Voorkoming van Arbeidsongevallen (N.V.V.A.)

Gachardstraat 88 bus 44

Tel. 02/648 03 37

Fax 02/648 68 67

Leerstof voor een cursus Veiligheid en Gezondheid

Uitgeverij De Sikkel.

Diverse publicaties.

Bijzonder uitgebreid documentatiecentrum (internationale gegevens)

Nationale Vereniging voor Beveiliging tegen Brand (N.V.V.B.)

Parc Scientifique

1348 Louvain-la-Neuve

Tel. 010/47 52 11

Fax 010/47 52 70

Belgisch Brandtijdschrift + Technische Dossiers.

Documentatiecentrum.


“Arbeidsveiligheid in pocket” (tweejaarlijkse uitgave)

CED-SAMSOM/Kluwer Editoriaal i.s.m. de N.V.V.A

CED-SAMSOM, Louizalaan 485, 1050 Brussel

Tel. 02/723 11 11

Fax 02/723 11 91

E.H.B.O.

Handboek voor Helpers

Het Belgische Rode Kruis - Vlaamse Gemeenschap

Dienst Leergangen

Vleurgatsesteenweg 98

1050 Brussel

Tel. 02/645 44 80

Fax 02/646 04 41


Nuttige adressenNuttige adressenNuttige adressenNuttige adressen

IPBIPBIPBIPB

Jezusstraat 16

2000 Antwerpen

Tel. 03/232 88 55

ETITIXETITIXETITIXETITIX (Europees Huis van Textiel en Kleding)

Montoyerstraat 24

1000 Brussel

Tel. 02/238 10 11

COBOTCOBOTCOBOTCOBOT

Burggravenlaan 40

9000 Gent

Tel. 09/222 26 14

(verhuizen in feb. ‘99)

Poortakker

9000 Gent

DIENST EUROPESE PROJECTENDIENST EUROPESE PROJECTENDIENST EUROPESE PROJECTENDIENST EUROPESE PROJECTEN

Koningsstraat 93

1000 Brussel

Tel. 02/227 14 11

IVOCIVOCIVOCIVOC (Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie)

Montoyerstraat 31

1000 Brussel

Tel. (02)511 53 50

Fax (02)511 71 91

WWWWolfederatieolfederatieolfederatieolfederatie

Luxemburgstraat 19-21 bus 13


1000 Brussel

Tel. 02/513 06 20

TextielfederatieTextielfederatieTextielfederatieTextielfederatie

Grote Markt 32

9200 Sint-Niklaas

Tel. 03/777 19 03

Wools of New ZealandWools of New ZealandWools of New ZealandWools of New Zealand

R. Vandendriesschelaan 18

1150 Brussel

Tel. 02/772 79 00

Algemeen Belgisch VlasverbondAlgemeen Belgisch VlasverbondAlgemeen Belgisch VlasverbondAlgemeen Belgisch Vlasverbond

Oude Vestigingstraat 15

8500 Kortrijk

Tel. 056/22 02 61

KVIV KVIV KVIV KVIV ---- Technologisch Instituut Technologisch Instituut Technologisch Instituut Technologisch Instituut (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging)

Desguinlei 214

2020 Antwerpen

Tel. 03/216 09 96

FEBELTEXFEBELTEXFEBELTEXFEBELTEX

Ottergemsesteenweg 439

9000 Gent

Tel. 09/241 50 59

Provinciaal VeilighProvinciaal VeilighProvinciaal VeilighProvinciaal Veiligheidsinstituuteidsinstituuteidsinstituuteidsinstituut

Jezusstraat 28

2000 Antwerpen

Tel. 03/203 42 00

Provinciaal Instituut voor MilieuProvinciaal Instituut voor MilieuProvinciaal Instituut voor MilieuProvinciaal Instituut voor Milieu----educatieeducatieeducatieeducatie


Mechelsesteenweg 365

2500 Lier

Tel. 015/31 95 11

Stedelijk ModemuseumStedelijk ModemuseumStedelijk ModemuseumStedelijk Modemuseum

Gasthuisstraat 11

3500 Hasselt

Tel. 011/22 17 73

Nederlands TextielmuseumNederlands TextielmuseumNederlands TextielmuseumNederlands Textielmuseum

Goirkestraat 98

NL-5046 GN Tilburg

Tel. 0031 13/536 74 75

Provinciaal TextielProvinciaal TextielProvinciaal TextielProvinciaal Textiel---- en Kostuummuseum Vrieselhof en Kostuummuseum Vrieselhof en Kostuummuseum Vrieselhof en Kostuummuseum Vrieselhof

Leerkracht kan hier ook informatie vinden, er kunnen workshops aangevraagd worden voor:

weven, spinnen, ...

Schildesteenweg 79

2520 Ranst

Tel. (03)383 46 80

Kostuum en kantmuseumKostuum en kantmuseumKostuum en kantmuseumKostuum en kantmuseum

Violetstraat

1000 Brussel

Tel. 02/512 77 09

AtersAtersAtersAters----handwerkenhandwerkenhandwerkenhandwerken (Groothandel)

Handwerkbenodigheden, creatieve materialen, ...

Dageraadplaats 29

2018 Antwerpen

Tel. (03)239 14 63

Fax (03)281 02 11

INHOUDINHOUDINHOUDINHOUD Leerplan bestemd voor 2.

Ten Geleide 3.

Beginsituatie 4.

Profiel BSO-leerling Mode 7.

Algemene doelstellingen 8.

Specifieke doelstellingen 8.

Algemene methodologische wenken 8.

Specifiek gedeelte 10.

AV Plastische Opvoeding/TV Mode 11.

Modetekenen

TV Mode 18.

Technologie, Technisch Tekenen, Modestudie en

Vormgeving.

PV Praktijk Mode 38.

Complementair gedeelte 46.

TV Mode 47.

Initiatie CAD 48.

Initiatie in de kledingnijverheid 51.

Initiatie verkooptechnieken 57.

Evaluatie 61.

Leermiddelen 63.

Bibliografie 65.

Nuttige adressen 75.

OVSG Leerplan Plastische Opvoeding 2de Graad BSO

Documents

Transcript of OVSG Leerplan Plastische Opvoeding 2de Graad BSO