Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen … · 2015. 2. 24. · Pagina 10...

27
Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg Versie 1.4 10 februari 2015

Transcript of Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen … · 2015. 2. 24. · Pagina 10...

  • Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen

    in de huisartsenzorg

    Versie 1.4

    10 februari 2015

  • Pagina 2 van 27

    Overzicht en definitie van indicatoren voor astma bij volwassenen

    in de huisartsenzorg

    Versie 1.4

    TR. van Althuis, M. Bouma, NHG

  • Pagina 3 van 27

    Inhoudsopgave

    Wijzigingen in versie 1.1 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.2 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.3 ........................................................................................................... 4 Wijzigingen in versie 1.4 ........................................................................................................... 5

    Inleiding ..................................................................................................................................... 6 Leeswijzer .............................................................................................................................. 6 Achtergrond ............................................................................................................................ 7 Werkwijze .............................................................................................................................. 7 Indicatoren, waarde en beperkingen ....................................................................................... 8

    Beheer ..................................................................................................................................... 9

    Beschrijving van indicatoren Astma bij Volwassenen ............................................................. 10

    Literatuur .................................................................................................................................. 13 Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator ....................................................... 14 Bijlage 2, Rapportages ............................................................................................................. 18 Bijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisarts ................................................................... 19 Bijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar .......................... 21

    1. Indicatoren en leeftijden ................................................................................................ 21 2. Duur inschrijving ........................................................................................................... 23

    3. Duur hoofdbehandelaar huisarts .................................................................................... 23 Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen” .................... 24

    Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1 ............................................................ 25 Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2 ............................................................ 26

  • Pagina 4 van 27

    Wijzigingen in versie 1.1

    De indicatoren 1-3 worden nu omschreven als percentage ten opzichte van de gehele praktijkpopulatie in plaats van een percentage ten opzichte van een deelpopulatie.

    Hierdoor verbetert de consistentie met andere indicatorensets.

    16 jaar valt binnen de inclusie criteria van deze set

    Indicator 7 zoekt nu op meerdere vormen van een reversibiliteitstest bij spirometrie (post broncho-dilatator of post-steroïd)

    Indicator 8 omschrijving codes van antistof testen in bloed en huidpriktesten. De testen voor huisstofmijtallergie worden representatief geacht voor het standaardpakket

    Indicator 9 bij de controle dient een volledige spirometrie verricht te worden, dus inclusief beoordeling reversibiliteit post bronchodilatatie.

    Indicator 10 zoekt nu ook naar de ATC codes van combinatie preparaten

    Toegevoegd: indicator 13 met betrekking tot het saneringsadvies

    Toegevoegd: bijlage 4, Registratie aanwijzing voor de huisarts

    Toegevoegd: bijlage 5, Uitspoel specificaties

    Wijzigingen in versie 1.2

    28 juli 2011

    Unieke identificatie nummers toegevoegd uit tabel diagnostische bepalingen

    Indicator 4, % patiënten waarvan rookgedrag bekend is, kende twee varianten in de specificaties voor de berekening. Dit is nu beperkt tot één uniforme berekening.

    Indicator 4: in de formule ‘en’ vervangen door ‘of’

    Indicator 9: noemer in de formulering toegevoegd

    Niet genummerde parameter voor indicator 10: formule aangepast, selectie op ATC code R03A

    Indicator 10, formule gewijzigd, teller is R03A en R03B

    Bepaalde tekst en opmerkingen verwijderd die niet meer relevant of actueel waren.

    Wijzigingen in versie 1.3

    22 januari 2014

    Tekstueel op pagina 10 bij onderscheid intermitterend en persisterend astma: intermitterend ≤ 2 symptomen per week

    Toegevoegd: toelichting dat wanneer een ICPC-code is aangeduid op rubrieksniveau, de onderliggende ICPC-subcodes zijn geïncludeerd

    Hoofdbehandelaar aangescherpt: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer (≥ 12 maanden)

    Indicator 10: % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én minimaal één voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten met chronisch

    gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12 maanden: formule

    aangepast zodat beter rekening wordt gehouden met combinatiepreparaten;

    noemer, luchtwegverwijders: R03A (≥ 3 voorschriften)

    teller, inhalatie corticosteroïden en luchtwegverwijders: (R03BA of R03AK06 of

    R03AK07 (1 voorschrift)) en R03A (≥ 3 voorschriften);

    Waar van toepassing is chronisch gebruik van medicatie nader gespecificeerd als 3 of meer voorschriften

  • Pagina 5 van 27

    Indicator 7, % patiënten waarbij ooit een diagnostische spirometrie is uitgevoerd: vervalt.

    indicator 8, % patiënten waarbij ooit onderzoek is gedaan naar allergie: formulering van de betreffende bepalingen herzien.

    Indicator 9: het aantal metingen om vast te stellen dat er een adequate spirometrie is uitgevoerd is uitgebreid.

    Indicator 11: influenza vaccinatie: ATC-code J07BB toegevoegd als alternatief voor het vaststellen van influenza vaccinatie

    Indicator 14, nieuw: % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer (nieuwe) exacerbaties hebben voorgedaan (3014, COEX RQ)

    Indicator 15, nieuw (pilot): % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer corticosteroid stootkuren zijn voorgeschreven

    Toegevoegd: bijlage toegevoegd met definities en instructies over oa. leeftijden, inschrijvingsduur

    Aankondiging: in de volgende versie wordt overwogen om de bepaling ‘geen geregelde zorg (astma)’, 1788, te gebruiken om patiënten te excluderen die om

    medische redenen niet in aanmerking komen voor een geprotocolleerd zorgaanbod.

    Kolom toegevoegd in de overzichten met indicatoren. Hierin wordt aangegeven of het een vastgestelde indicator is of een aanvullende indicator met een voorlopig of

    experimenteel karakter. Deze aanvullende indicatoren zijn toegevoegd in overleg met

    betrokken partijen en zijn bedoeld om (variaties in) uitkomsten nader uit te diepen en

    voor intern gebruik.

    Wijzigingen in versie 1.4

    10 februari 2015

    Bij indicator 11, influenza vaccinatie, is voor de ICPC code R44 toegevoegd: op E- of P-regel

    Aanpassingen volgens de nieuwe NHG Standaard Astma bij volwassenen volgen in de

    komende versie van de indicatoren.

  • Pagina 6 van 27

    Inleiding

    Dit document beschrijft de indicatoren voor astma bij volwassenen in de huisartsenzorg zoals

    vastgesteld door de besturen van het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Landelijke

    Huisartsen Vereniging op 29 mei 2008.

    NHG en LHV zijn van mening dat deze indicatoren geschikt zijn voor het in beeld brengen

    van de zorg voor patiënten met astma voor intern gebruik en ook geschikt zijn voor

    rapportage aan derden over de zorg in de huisartsenpraktijk.

    Leeswijzer

    Achtereenvolgens komen kort aan de orde de achtergrond voor het samenstellen van deze

    indicatorenset en de gevolgde werkwijze. Vervolgens wordt ingegaan op de waarde en

    beperkingen van indicatoren. Hierna wordt het verdere beheer van de set indicatoren

    aangestipt. Het document besluit met het overzicht van de indicatoren voor astma bij

    volwassenen in de huisartsenzorg. Het overzicht geeft een beschrijving van de indicatoren,

    geeft het type indicator aan en duidt per indicator aan uit welke bron deze indicator afkomstig

    is dan wel overeenkomt met indicatoren zoals voorkomen in deze bronnen.

    In een aantal bijlagen vindt u de volgende informatie.

    Bijlage 1 Beschrijving van benodigde data per indicator

    Bijlage 2 Rapportages

    Bijlage 3 Registratieaanwijzingen voor huisarts

    Bijlage 4 Uitspoel specificaties

  • Pagina 7 van 27

    Achtergrond

    Deze set van indicatoren is een uitwerking van het Project Uniforme Rapportage. In dit

    project worden indicatoren die door verschillende partijen zijn ontwikkeld geharmoniseerd en

    nader geoperationaliseerd. Het gaat hierbij alleen om díe indicatoren waarvoor de gegevens

    om deze indicatoren samen te stellen afkomstig zijn uit het Elektronisch Patiënten Dossier

    (EPD) zoals de huisarts dat bijhoudt en beheert in een huisartsinformatiesysteem (HIS). De

    indicatoren waarvoor gegevens uit het EPD worden gebruikt hebben veelal betrekking op het

    medisch handelen of de kwaliteit daarvan. Naast deze indicatoren zijn er echter ook andere

    indicatoren die kwaliteiten beschrijven van de (huisartsen)zorg, zoals bij voorbeeld

    patiënttevredenheid en allerlei aspecten van de praktijkvoering. Deze indicatoren worden

    echter niet nader beschouwd in het kader van het project Uniforme Rapportage.

    Het project Uniforme Rapportage is een uitwerking van het Convenant Dataverzameling

    Huisartsen, getekend in december 2005 door NHG, LHV, VWS en IGZ. Eén van de doelen

    van het Convenant is om te komen tot één landelijke set van indicatoren huisartsenzorg. Dit is

    met name van belang voor indicatoren waarvan de benodigde gegevens afkomstig zijn uit het

    EPD, aangezien er een reeks van afhankelijkheden is, voordat een huisarts dergelijke

    indicatoren kan samenstellen en rapporteren.

    Werkwijze

    Uit de volgende bronnen is door de NHG werkgroep Uniforme Rapportage een overzicht

    samengesteld van indicatoren die betrekking hebben op het medisch handelen bij astma bij

    volwassenen:

    - IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006 - Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS,

    april 2004

    - Indicatoren ontwikkeld door de WOK in opdracht van het NHG op basis van de NHG Standaard Astma bij Volwassenen, oktober 2007

    In een tweetal bijeenkomsten (november-december 2007) zijn de voorstellen doorgenomen

    met vertegenwoordigers van Gebruikersverenigingen en de CaHAG, leidend tot

    overeenstemming over de set van noodzakelijke indicatoren en hun precieze omschrijving.

    Waar noodzakelijk zijn de betreffende NHG Standaard als ook de bijbehorende NHG

    Praktijkwijzer geraadpleegd.

    Vervolgens is de lijst van indicatoren ter commentaar verstuurd naar diverse belanghebbende

    of geïnteresseerde partijen, waaronder CaHAG, Gebruikersverenigingen, VWS, IGZ, LHV,

    Nivel, WOK, ZN, NPCF en LVG. Binnengekomen commentaar is beoordeeld en waar

    mogelijk en relevant verwerkt.

    Tenslotte is de lijst van indicatoren ter definitieve vaststelling aangeboden aan het NHG

    management team.

  • Pagina 8 van 27

    Indicatoren, waarde en beperkingen

    Indicatoren zijn bedoeld als signalering om een toestand of verandering in beeld te brengen.

    Veelal wordt een beperkte selectie gemaakt uit alle denkbare en mogelijke meetbare aspecten

    van het proces of de situatie waarover men geïnformeerd wil zijn. Wanneer de uitslag van een

    indicator daar aanleiding toe geeft zal altijd nader onderzoek nodig zijn om onderliggende

    oorzaken van afwijkingen van het gemiddelde of van de norm te verhelderen.

    Kwaliteit van zorg is een abstract begrip. Men probeert daar grip op te krijgen door meetbare

    aspecten te benoemen die naar men aanneemt iets zeggen over “kwaliteit” en over “zorg”. Het

    gaat hierbij deels om procesindicatoren: wat is er gebeurd; en deels om zogenaamde

    uitkomstindicatoren: wat is het effect.

    Met name voor de uitkomstindicatoren gelden bij de interpretatie beperkingen. Ten eerste zal

    het bij bepaalde uitkomstindicatoren gaan om percentages die zijn berekend op kleine

    aantallen. Dat betekent dat de betrouwbaarheid van zo’n percentage betrekkelijk laag is1. Ten

    tweede zijn er verschillen tussen de patiëntenpopulaties van praktijken die niet in de definitie

    van de indicatoren zijn verdisconteerd, de zogenaamde case mix. Het kan hierbij gaan om

    aspecten als de leeftijdsopbouw of de sociale samenstelling van de praktijkpopulatie. Om

    deze twee redenen valt het aan te bevelen om alle indicatoren te interpreteren met een zekere

    marge. Wat die marge precies moet zijn kan proefondervindelijk vastgesteld worden wanneer

    meer gegevens beschikbaar komen. Ten derde wil het NHG opmerken dat er geen

    rechtstreeks causaal verband kan zijn tussen de uitkomst van een specifieke uitkomstindicator

    en het handelen van een huisarts of de kwaliteit van de huisartsenzorg in een

    huisartsenpraktijk. De uitkomst op een specifieke indicator is vrijwel altijd multifactorieel

    bepaald. Het is dus altijd zaak om per indicator of combinatie van indicatoren te bezien wat er

    aan de hand is en te bepalen of en hoe de huisarts of de huisartsenpraktijk een bijdrage kan

    leveren om verbetering te realiseren.

    Een vierde factor die van belang is bij de interpretatie van indicatoren heeft betrekking op

    registratie-artefacten. Om deze indicatoren te kunnen samenstellen dienen eerst een aantal

    stappen doorlopen te worden:

    1. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden aan praktijkmedewerkers om de onderliggende gegevens op een redelijk eenvoudige wijze te kunnen vastleggen;

    2. praktijkmedewerkers dienen deze faciliteiten te gaan gebruiken (scholing en monitoring)

    3. softwareleveranciers dienen faciliteiten te bieden om uit het totaal aan patiëntengegevens de indicatoren samenstellen en te rapporteren, alsmede

    instrumenten om te controleren of de resultaten ook kloppen en waar nodig te

    corrigeren.

    Het valt te verwachten dat het enige tijd zal duren voordat een huisartsenpraktijk een hele

    cyclus van registratie en rapportage heeft kunnen doorlopen, waarin kinderziektes in systemen

    kunnen worden gecorrigeerd en medewerkers en systeem op elkaar ingespeeld raken.

    1 Bij een noemer met 60 patiënten varieert, afhankelijk van de uitslag van de indicator, het 95%

    betrouwbaarheidsinterval van ruim 2 tot ruim 6 procentpunt.

  • Pagina 9 van 27

    Beheer

    Het NHG zal deze set van indicatoren beheren als uitwerking van het Convenant

    Dataverzameling Huisartsen van december 2005. Verzoeken tot verduidelijking, wijziging of

    aanvulling kunt u richten aan het NHG.

  • Pagina 10 van 27

    Beschrijving van indicatoren Astma bij Volwassenen

    Definities:

    Astma: de diagnose astma wordt gesteld bij patiënten die periodiek klachten hebben van dyspnoe, piepen op de borst en/of (productief) hoesten.

    Reversibiliteit na bronchusverwijding ondersteunt de diagnose en is obligaat voor de diagnose bij patiënten met periodiek hoesten zonder

    dyspnoe of piepen op de borst.

    Intermitterend astma: symptomen ≤ 2 keer per week

    Persisterend astma: symptomen > 2 keer per week

    Deze indicatoren zijn van toepassing op patiënten met een leeftijd van 16 jaar en ouder (≥ 16 jaar).

    Bij onderstaande indicatoren (1- 3) wordt in de teller het aantal patiënten gevraagd dat aan een bepaalde voorwaarde voldoet. De noemer bestaat

    uit de omvang van de (praktijk)populatie aan het einde van de rapportageperiode.

    Indicator 2 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is

    hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) in de praktijkpopulatie

    Indicator 3 heeft betrekking op het totaal aantal patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, onder behandeling in de eerste lijn (huisarts is

    hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) dat 12 maanden of langer is ingeschreven. Dit is de deelpopulatie waarover in de daaropvolgende

    indicatoren wordt gerapporteerd.

    Wanneer een ICPC-code is aangeduid op rubrieksniveau dan zijn de onderliggende ICPC-subcodes geïncludeerd, tenzij anders aangegeven.

    Indicatoren over de gehele patiëntenpopulatie.

    nr status omschrijving type

    1 % patiënten bekend met astma (eerste en tweede lijn) van 16 jaar en ouder in de praktijkpopulatie aan het einde

    van de rapportageperiode

    structuur

  • Pagina 11 van 27

    nr status omschrijving type

    2 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is

    hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

    structuur

    3 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder die in de eerste lijn worden behandeld (definitie: huisarts is

    hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de praktijkpopulatie

    aan het einde van de rapportageperiode

    structuur

    Bij indicatoren 4 t/m 15 is de noemer van de indicator gelijk aan “alle patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder van wie de

    huisarts hoofdbehandelaar is voor 12 maanden of meer en die 12 maanden of meer zijn ingeschreven”, tenzij anders aangegeven

    (specifieke subgroep). De teller is gelijk aan het aantal patiënten dat voldoet aan één of meer criteria en verder vallende binnen de

    criteria van de noemer.

    De genummerde omschrijvingen betreffen de indicatoren. De ongenummerde parameters zijn vermeld voor de definiëring van bepaalde

    subgroepen waar sommige indicatoren betrekking op hebben.

    nr status Omschrijving type Opmerking

    Risico

    4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is proces

    5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag bekend is uitkomst NB. subgroep; tevens

    weer

    noemer voor volgende

    indicator

    6 % patiënten die de afgelopen 12 maanden een advies kregen om te stoppen met roken, in de

    groep patiënten die roken

    proces

    13 % patiënten dat ooit een saneringsadvies heeft gekregen proces

  • Pagina 12 van 27

    nr status Omschrijving type Opmerking

    Onderzoek

    8 % patiënten waarbij ooit onderzoek naar allergie gedaan is. proces

    Behandeling en monitoring

    - % patiënten met persisterend astma óf die roken

    noemer voor volgende

    indicator

    9 % patiënten met persisterend astma óf die roken (zie voorgaande omschrijving) waarbij een

    volledige spirometrie is gedaan in de afgelopen 12 maanden in de groep patiënten met

    persisterend astma of die roken

    proces

    - % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12

    maanden

    noemer voor volgende

    indicator

    10 % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én minimaal één

    voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten met chronisch gebruik van

    inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen 12 maanden

    proces

    11 % patiënten dat gevaccineerd is tegen influenza de voorafgaande 12 maanden proces

    - % patiënten dat chronisch inhalatiemedicatie gebruikt in de afgelopen 12 maanden noemer voor volgende

    indicator

    12 % patiënten waarbij de inhalatietechniek is gecontroleerd de afgelopen 12 maanden in de

    groep patiënten die chronisch inhalatiemedicatie gebruikt

    proces

    14 % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer (nieuwe) exacerbaties

    hebben voorgedaan

    uitkomst

    15 intern % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer corticosteroid stootkuren zijn

    voorgeschreven

    uitkomst

  • Pagina 13 van 27

    Literatuur

    NHG Standaard Astma bij Volwassenen, oktober 2007

    NHG, Praktijkwijzer Astma en COPD, mei 2008

    Nivel, Prestaties huisartsenzorg, advies voor een basisset van indicatoren voor VWS, april 2004

    IGZ, Indicator Monitor Huisartsenzorg (IMH), april 2006

    KPMG, Praktijkplan Eerstelijnszorg, maart 2005

    Inview, Adapter ontwikkeling voor Huisarts Informatie Systemen (HIS), december 2006

    WHO, Health Programme Evaluation, Guiding Principles, Geneva, 1981

    WHO, Development of Indicators for Monitoring Progress, Geneva, 1981

    LAN, Zorgstandaard Astma, december 2012

  • Pagina 14 van 27

    Bijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicator

    nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting

    Bij de indicatoren 1 – 3 wordt de noemer gevormd door de praktijkpopulatie

    1 % patiënten bekend met astma (eerste en tweede lijn) van 16 jaar en

    ouder, in de praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

    ICPC

    R96

    laatste bepaling ooit

    2 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, die in de eerste lijn

    worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12

    maanden of meer) in de praktijkpopulatie aan het einde van de

    rapportageperiode

    ICPC

    diagn. bep.

    R96 en

    2406, ASHB RZ

    2406, ASHB RZ = 48,

    ‘huisarts’,

    laatste bepaling ooit

    3 % patiënten bekend met astma van 16 jaar en ouder, die in de eerste lijn

    worden behandeld (definitie: huisarts is hoofdbehandelaar voor 12

    maanden of meer) én minimaal 12 maanden zijn ingeschreven in de

    praktijkpopulatie aan het einde van de rapportageperiode

    ICPC

    diagn. bep.

    R96 en

    2406, ASHB RZ

    2406, ASHB RZ = 48,

    ‘huisarts’,

    laatste bepaling ooit

    inschrijfdatum < (peildatum

    – 1 jaar)

    Bij volgende indicatoren wordt de selectie uit ‘3’ als noemer gebruikt (tenzij anders vermeld), aangevuld met de gespecificeerde criteria

    Risico

    4 % patiënten waarvan het rookgedrag bekend is

    NB. Alleen voor ex-rokers en rokers moet jaarlijks de rookstatus

    worden geactualiseerd

    diagn. bep. 1739, ROOK AQ 3, ”nooit”, laatste bepaling

    ooit of (4, ”voorheen” of 1,

    “ja”, laatste waarde in

    afgelopen 12 maanden)

    5 % patiënten die roken in de groep patiënten waarvan het rookgedrag

    bekend is.

    diagn. bep. 1739, ROOK AQ 1, ‘ja’; laatste meting in

    afgelopen 12 maanden

    NB: subgroep

  • Pagina 15 van 27

    nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting

    6 % patiënten die de afgelopen 12 maanden een advies kregen om te

    stoppen met roken, in de groep patiënten die roken

    Diagn. Bep. 1739, ROOK AQ

    en

    1814, ADMI AQ

    1814, ADMI AQ, 1, ‘ja’,

    laatste meting in afgelopen

    12 maanden

    NB: subgroep

    13 % patiënten dat ooit een saneringsadvies heeft gekregen diagn. bep. 1825, ADSA ZQ 1825, ADSA ZQ, 1, ‘ja’,

    laatste bepaling ooit

    Onderzoek

    8 % patiënten waarbij ooit onderzoek naar allergie gedaan is. diagn. bep. 852, PHAD B

    SR of

    906, Q001 B of

    907, Q002 B of

    908, Q003 B of

    2612, H002 SA

    of

    2613, H003 SA

    Multi-rast (Phadiatop);

    Specifieke antistof testen in

    het bloed of huidpriktesten,

    laatste bepaling ooit

    Behandeling en Monitoring

    - % patiënten met persisterend astma óf die roken

    (noemer voor volgende indicator)

    diagn. bep. 1822, ASER RQ

    of

    1739, ROOK AQ

    1822, ASER RQ = 307

    “persisterend astma”,

    laatste bepaling ooit;

    1739, ROOK AQ = 1, “ja”,

    laatste meting in afgelopen

    12 maanden

  • Pagina 16 van 27

    nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting

    9 % patiënten met persisterend astma óf die roken (zie voorgaande

    omschrijving) waarbij een volledige spirometrie is gedaan in de

    afgelopen 12 maanden in de groep patiënten met persisterend astma of

    die roken

    diagn. bep. 1681, FVPB RL

    en

    1672, FCPB RL

    en

    1675, FRBP RL

    MI en

    1677, FVNB RL

    en

    1864, FCNB RL

    en

    1866, FRNB RL

    MI en

    1686, FVRV RL

    subgroep;

    laatste bepalingen in

    voorgaande 12 maanden

    - % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in

    de afgelopen 12 maanden

    ATC R03A

    definiëring subgroep voor

    volgende indicator;

    drie of meer (≥ 3)

    prescripties in afgelopen 12

    maanden

    10 % patiënten met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders én

    minimaal één voorschrift inhalatiecorticosteroïden in de groep patiënten

    met chronisch gebruik van inhalatie luchtwegverwijders in de afgelopen

    12 maanden

    ATC (R03BA of

    R03AK06 of

    R03AK07) en

    R03A

    teller: R03BA of R03AK06

    of R03AK07: minimaal 1

    prescriptie in de afgelopen

    12 maanden;

    R03A: drie of meer (≥ 3)

    prescripties in afgelopen 12

    maanden

    noemer: R03A, drie of

    meer (≥ 3) prescripties in

    afgelopen 12 maanden

  • Pagina 17 van 27

    nr status omschrijving Classificatie Code Toelichting

    11 % patiënten dat gevaccineerd is tegen influenza de voorafgaande 12

    maanden

    ICPC R44 of

    J07BB

    laatste meting in afgelopen

    12 maanden

    ICPC-code R44 op E- of P-

    regel of

    ATC-code J07BB bij

    voorschriften

    - % patiënten dat chronisch inhalatiemedicatie gebruikt in de afgelopen

    12 maanden

    ATC R03A of

    R03B

    definiëring subgroep voor

    volgende indicator, noemer

    voor volgende indicator;

    drie of meer (≥ 3)

    prescripties in afgelopen 12

    maanden

    12 % patiënten waarbij de inhalatietechniek is gecontroleerd de afgelopen

    12 maanden in de groep patiënten die chronisch inhalatiemedicatie

    gebruikt

    diagn. bep. 1608, ASIT RQ subgroep;

    laatste meting in afgelopen

    12 maanden

    14 % patiënten waarbij zich in de afgelopen 12 maanden 2 of meer

    (nieuwe) exacerbaties hebben voorgedaan

    diagn. bep. 3014, COEX RQ 3014, COEX RX: meting

    komt ≥ 2 voor in afgelopen

    12 maanden

    15 intern % patiënten waarbij in de afgelopen 12 maanden 2 of meer

    corticosteroid stootkuren zijn voorgeschreven

    ATC H02AB06 of

    H02AB07

    ≥ 2 voorschriften in

    afgelopen 12 maanden

  • Pagina 18 van 27

    Bijlage 2, Rapportages

    1. Als overzicht van indicatoren met teller, noemer en percentage, op beeldscherm en als afdruk.

    Voorbeeld

    indicator teller noemer percentage

    % patiënten bekend met astma 25 1800 1,4 %

    % patiënten bekend met astma onder behandeling bij huisarts 23 1800 1,3 %

    % patiënten bekend met astma, onder behandeling bij huisarts

    en > 12 maanden ingeschreven

    22 1800 1,2 %

    2. Als exportbestand. Voor geautomatiseerde export wordt gekozen voor een csv bestand, zie verder de bijlage exportformaat. Voor andere doeleinden (bv verwerking in verslag) is er

    plaats voor uitvoer in een Excel bestand (xls). Bij voorkeur ook voorzien van indeling en

    opmaak.

    3. Voor de huisarts: Als lijst met patiëntnummer, patiëntnaam (achternaam), relevante ICPC codes en relevante

    diagn. bepalingen (ook ontbrekende gegevens) (evt. meerdere lijsten met 1 of meer

    relevante bepalingen of ontbrekende bepalingen) en bv. te sorteren; op beeldscherm en als

    afdruk.

    Voorbeeld

    patiënt rookgedrag diag-spiro allergie spiro < 12 m

    A - - datum -

    B - - datum datum

    C nooit datum - datum

    D ja datum - -

  • Pagina 19 van 27

    Bijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisarts

    De rapportage faciliteit rond astma levert getalsmatige informatie aan die door de zorggroep

    kan worden verwerkt tot statistische gegevens en ‘benchmarking’.

    Om de juiste resultaten te verkrijgen is het belangrijk dat informatie correct is ingevoerd en dat

    de huisarts inzicht heeft in hóe deze rapportagemodule telt.

    De gemakkelijkste manier van invoeren is gebruik te maken van voorzieningen in het HIS zoals

    een protocollaire invoerhulp of gestandaardiseerd formulier.

    Astma patiënt

    Bij systemen met Episode Gewijze Registratie (EGR) maakt u een episodetitel aan met de

    ICPC-code R96 (ongeacht of de patiënt in de eerste of in de tweede lijn wordt begeleid).

    Het al of niet toekennen van de probleemstatus aan de episode maakt voor de tellingen niet uit.

    Het is dus van belang om, voorafgaand aan het werken met indicatoren, tot een goede patiënten

    selectie en registratie te komen. Dit kan gebeuren op grond van een selectie op medicatie,

    ruiters, en ICPC-coderingen. Deze grove selectie dient opgeschoond te worden en leidt tot een

    definitieve lijst die wordt voorzien van een episode (of probleem) met ICPC code astma.

    Het gebruik van de code R96(.0x) in journaalregels leidt niet tot een selectie voor deze

    indicatorset. Het is dus essentieel om de codering in episodelijst op te nemen (volgens richtlijn

    ADEPD)

    Gebruik deze code nog niet als u slechts de diagnose overweegt of bij patiënten met een

    éémalige episode van bronchospasme. Zie voor diagnostische criteria de NHG Standaard

    Astma bij volwassenen. M27 2e herziening (oktober 2007).

    Bij een aantal patiënten is er sprake van een mengbeeld astma / copd. Zie voor richtlijnen

    www.cahag.nl : Veelgestelde vragen

    Wie is hoofdbehandelaar

    Vastleggen met diagnostische code (ASHB RZ). Belangrijk gegeven; dit moet bij elke

    astmapatiënt ingevuld zijn.

    Ernst vd astma: Vastleggen met diagnostische code (ASER RQ B )

    [1]Intermitterend astma: (nr 57) ten hoogste 2 maal per week (≤ 2) klachten.

    [2]Persisterend astma: (nr 307) meer dan 2 maal per week (>2) klachten.

    [3]Onduidelijk (nr 8)

    Risico

    Rookgedrag, stopadvies: Vastleggen met diagnostische code (resp ROOK QA en ADMI AQ)

    met datum.

    Spirometrie: Vastleggen met diagnostische codes (FVPB RL en FCPB RL en FRBP RL MI en

    FVNB RL en FCNB RL en FRNB RL MI en FVRV RL) voor spirometrie uitslagen.

    allergie-onderzoek: Vastleggen met multiRAST (PHADB SR), antistof bepaling in het bloed

    of huidtestcodes

    Allergeen Antistof test (bloed) Huidpriktest

    Huisstofmijt Q001 B H002 SA

    http://www.cahag.nl/

  • Pagina 20 van 27

    Q002 B

    Q003 B

    H003 SA

    De bepalingen Q001 B en Q002 B zullen de meest gebruikelijke zijn. Q001 B heeft een

    duidelijke kruisreaktie met Q003 B, zodat de laatste bepaling alleen in specifieke gevallen

    gebruikt zal worden.

    Er wordt alleen naar de bepaling voor huisstofmijt gezocht. De premisse is dat deze bepaling

    onderdeel is van een vastgesteld basispakket van allergie testen en dus indicatief voor het

    verrichten van een compleet allergie onderzoek

    controle inhalatie techniek: Vastleggen met ASIT RQ

    [1]voldoende (nr 17)

    [2]onvoldoende (nr 18)

    [3]onduidelijk (nr 8)

    U kunt de inhalatietechniek controleren aan de hand van een checklist inhalatorgebruik. Deze

    worden o.a. uitgegeven door het Nederlands Astma Fonds

    Influenzavaccinatie: Het is raadzaam om de influenza vaccinatie te coderen met ICPC code

    (datum) R44 of via de HIS-eigen registratie voorziening. In diverse HIS’en wordt de

    griepvaccinatie als voorschrift vastgelegd met ATC-code J07BB. Beide registratiewijzen zij

    toegestaan.

    Saneringsadvies: Een saneringsadvies slaapkamer/huis bevat, afhankelijk van de prikkels

    waarop de patiënt regareert, de volgende onderdelen: het bestrijden van de huisstofmijt,

    eventueel weg doen van huisdieren, niet in huis roken en het tegengaan van (andere)

    aspecifieke prikkels. Dit wordt geregistreerd met de diagnostische bepaling: ADSA ZQ

    Medicatie:

    Gegevens over geneesmiddelengebruik worden afgeleid uit het voorschriftenarchief. Het is dus

    belangrijk om geneesmiddelen voor te schrijven via de receptmodule of het

    voorschriftenscherm van het huisartsinformatiesysteem en ook, waar mogelijk en van

    toepassing, vast te leggen dat een geneesmiddel is gestopt (dat wil zeggen, alleen indien de

    termijn van het voorschrift nog niet is verstreken). De term chronisch inhalatie middelen

    gebruik wordt gereserveerd voor meer dan 2 (dus 3 of meer) voorschriften in 12 maanden.

    Exacerbaties

    Exacerbaties kunnen worden geregistreerd met de bepaling ‘nieuwe exacerbatie COPD/astma,

    COEX RQ. U dient deze bepaling te gebruiken wanneer er sprake is van een verergering van de

    klachten die leiden tot het voorschrijven van een stootkuur prednison/prednisolon eventueel in

    combinatie met antibiotica. Ook bij opname (ontslagbericht) in het ziekenhuis vanwege een

    exacerbatie kunt u deze bepaling gebruiken om de exacerbatie te registreren.

    Deze bepaling komt onder andere voor in de clusters (sets van samenhangende bepalingen)

    voor indicatoren bij astma en exacerbatie bij astma.

  • Pagina 21 van 27

    Bijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar

    In alle indicatorensets komen selectiecriteria voor die betrekking hebben op leeftijd, duur van

    de inschrijving en duur van het hoofdbehandelaarschap. Soms roept dit vragen op, met name bij

    leeftijd: wanneer voldoet een persoon aan het gestelde criterium in relatie tot de

    geboortedatum? In deze bijlage wordt hier nader op in gegaan en worden een aantal definities

    en formules gegeven.

    NB. De uitwerking van de formules bij leeftijden is gebaseerd op jaren omdat bij de export van

    gegevens het geboortejaar wordt geëxporteerd en niet de geboortedatum.

    1. Indicatoren en leeftijden 2. Duur inschrijving 3. Duur hoofdbehandelaar huisarts

    1. Indicatoren en leeftijden

    Voorbeelden:

    bv. astma: ≥ 16 jaar (> 15)

    bv. COPD: > 40 jaar

    bv. DM: < 70 jaar of < 81 jaar

    Definities:

    leeftijd(start_periode_jaar): de leeftijd bij de start van de rapportageperiode

    start_periode_jaar: het jaar waarin de start van de rapportageperiode valt

    geboortejaar: jaar van geboorte

    leeftijd(eind_periode_jaar): de leeftijd bij het afsluiten van de rapportageperiode

    eind_periode_jaar: het jaar waarin de afsluiting van de rapportageperiode valt

    rapportage periode: periode waarover gerapporteerd wordt

    Uitgangspunt

    Iemand moet gedurende de gehele rapportageperiode voldoen aan het leeftijdscriterium om

    geïncludeerd te kunnen worden.

    Formule

    Bij een leeftijdscriterium groter dan N (> 15, > 40)

    Leeftijd(start_periode_jaar) > N

    Leeftijd(start_periode_jaar) = start_periode_jaar – geboortejaar

    Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > N

    Let op: er wordt in de formule één (1) jaar afgetrokken van leeftijd(start_periode_jaar).

    Let op: bij een groter dan expressie (>) wordt in de formule gewerkt met de startdatum van de

    rapportageperiode.

    Voorbeelden

    Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1933 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en

    leeftijdscriterium > 40 jaar:

    Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 40

    2013 – 1933 – 1 > 40

  • Pagina 22 van 27

    79 > 40: geselecteerd voor rapportage

    Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1933 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en

    leeftijdscriterium > 80:

    Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80

    2013 – 1933 – 1 > 80

    79 > 80: niet in selectie voor rapportage

    Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1932 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en

    leeftijdscriterium > 80:

    Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80

    2013 – 1932 – 1 > 80

    80 > 80: niet in selectie voor rapportage

    Bij een persoon met geboortejaar 5-5-1931 en start van de rapportageperiode op 1-6-2013 en

    leeftijdscriterium > 80:

    Start_periode_jaar – geboortejaar – 1 > 80

    2013 – 1931 – 1 > 80

    81 > 80: geselecteerd voor rapportage

    Formule

    Bij leeftijdscriterium kleiner dan N (< 70, < 80)

    Leeftijd(eind_periode_jaar) < N

    Leeftijd(eind_periode_jaar) = eind_periode_jaar – geboortejaar

    Eind_periode_jaar – geboortejaar – 1 < N

    Let op: er wordt in de formule één (1) jaar afgetrokken van leeftijd(eind_periode_jaar).

    Let op: bij een kleiner dan expressie (

  • Pagina 23 van 27

    2. Duur inschrijving

    Voorbeeld Meestal 12 maanden of meer ingeschreven in de praktijkpopulatie aan het einde van de

    rapportageperiode

    Definities

    Eind_periode_datum: datum van de laatste dag die wordt geïncludeerd bij de rapportage

    Inschrijfdatum: datum van inschrijving in de praktijk als vaste patiënt

    Formule

    Inschrijfdatum – eind_periode_datum ≥ 12 maanden

    3. Duur hoofdbehandelaar huisarts

    Voorbeeld

    Meestal huisarts is hoofdbehandelaar voor 12 maanden of meer

    Definities

    Eind_periode_datum: datum van de laatste dag die wordt geïncludeerd bij de rapportage

    Datum(diagnostische bepaling hoofdbehandelaar = huisarts): datum waarop de betreffende

    diagnostische bepaling is geregistreerd met als resultaat huisarts

    Formule

    Datum(diagnostische bepaling hoofdbehandelaar = huisarts) – eind_periode_datum ≥ 12

    maanden

  • Pagina 24 van 27

    Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen”

    Voor het uitspoelformaat wordt verwezen naar het Generiek UitspoelFormaat voor

    indicatorsets.

    Deze bijlage beschrijft de technische uitwerking van het aanmaken van de vereiste

    exportbestanden ten behoeve van de Astma Indicatoren.

    Er is gekozen voor een selectieproces in drie stappen:

    1. Een geautomatiseerd selectiemechanisme zoekt (breed) naar patiënten met astma op grond van ICPC of ATC codes

    2. Handmatige controle: de huisarts controleert de lijst en bepaalt of alle patiënten die in stap 1 gevonden zijn daadwerkelijk astma patiënten zijn. In deze fase zijn bepaalde

    patiënten alsnog uit te sluiten.

    3. De ingesloten patiënten worden voorzien van een episode / probleem met ICPC codering astma

    Opmerkingen

    Bij het aanmaken van de bestanden moet begin- en einddatum van de gewenste periode kunnen

    worden opgegeven. In de praktijk zal dit dikwijls een kalenderjaar zijn, maar dit is zeker niet

    verplicht.

    De indicatoren zijn zodanig opgezet dat ook informatie van andere perioden dan een heel jaar,

    danwel een jaarperiode die niet op 1 januari begint, zinvolle informatie kan opleveren.

    Voor het aanleveren van vergelijkbare gegevens tussen praktijken is het echter noodzakelijk om

    altijd een periode van 12 maanden te beschouwen.

    Bekend met astma

    Zoals in de inleiding aangegeven is het concept ‘bekend met astma’ niet compleet te

    automatiseren. De exportmodule van het HIS doet een geautomatiseerd voorstel. De huisarts

    krijgt deze lijst met patiënten te zien en kan daar desgewenst nog patiënten van verwijderen of

    aan toevoegen. Pas als dit gebeurd is staat de groep ‘patiënten met astma’ vast en wordt het

    exportbestand gemaakt.

    De geautomatiseerde stap wordt gebaseerd op het vóórkomen van de diagnose R96 (inclusief

    alle varianten R96.01, R96.02) in de episodelijst (bij systemen met Episodegewijze Registratie)

    of de probleemlijst (bij systemen met Probleemgeoriënteerde Registratie). Er is geen

    tijdscriterium. Als ooit op de episodelijst of de probleemlijst een code R96(.0x) is gesteld, dan

    komt de patiënt op de lijst van (potentiële) astmapatiënten. (Als de episode of het probleem is

    afgesloten dan telt deze patiënt niet mee).

    Bemerk dat wanneer de huisarts de diagnose R96 noch op de probleemlijst, noch op de

    episodelijst heeft vermeld, de patiënt niet herkend zal worden. (We kijken dus niet in journaal

    of correspondentie en zoeken niet naar medicatie bij astma). Voor een adequate registratie is

    het vereist dat de diagnose R96.0x tenminste op episodelijst of probleemlijst vermeld staat.

    Het veld DiagnType wordt gevuld met de gevonden code R96, R96.01 of R96.02. Indien op

    episode- of probleemlijst meerdere codes R96 gevonden worden, die niet aan elkaar gelijk zijn,

    dan wordt hier de meest recente gemeld.

  • Pagina 25 van 27

    Bij het formuleren van de indicatoren is geen rekening gehouden met de situatie dat bij een

    patiënt met astma die langer dan 12 maanden in de praktijk staat ingeschreven, gedurende het

    rapportagejaar het hoofdbehandelaarschap kan wijzigen. Dit betekent dat een dergelijke patiënt

    waarbij de huisarts gedurende de rapportageperiode het hoofdbehandelaarschap overneemt

    meetelt bij het berekenen van de diverse indicatoren en dat de gegevens van zo’n patiënt mede

    worden uitgespoeld. Anders gezegd: vooralsnog is het criterium “hoofdbehandelaar is huisarts”

    niet gebonden aan een bepaalde duur van het hoofdbehandelaarschap.

    Bij het formuleren van de indicatoren is geen rekening gehouden met het feit dat bij een patiënt

    die langer dan 12 maanden staat ingeschreven, gedurende het rapportagejaar astma wordt

    vastgesteld (nieuw geval in de praktijkpopulatie). De datum van het stellen van de diagnose is

    dus geen apart selectiecriterium. De reden hiervoor is dat datum van diagnose (vooralsnog)

    geen gestandaardiseerd element is in de HIS’en.

    Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1

    Tabel 1

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1

    Tabel 2

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1

    Tabel 3A

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.

    De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC codes R96 of R96.01 of R96.02 op episode- of

    probleemlijst én die 16 jaar of ouder zijn.

    Tabel 3B

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.

    De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes en het

    leeftijdscriterium én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de

    huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (ASHB RZ = 48)

    Tabel 4

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1.

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes

    uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie.

    Tabel 5

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante

    diagnostische bepalingen uitspoelen.

    Tabel 6

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ATC codes

    uitspoelen. Indien gevraagd wordt in de indicator naar 3 of meer voorschriften, minimaal de

    laatste relevante voorschriften tot 3 in de rapportageperiode uitspoelen.

  • Pagina 26 van 27

    Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2

    Tabel 1

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

    Veldnaam Omschrijving

    1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

    2 DatSpoel Datum aanmaken van de exportbestanden - eejjmmdd

    3 StartDat Datum begin van de rapportage periode - eejjmmdd

    4 EndDat Datum einde van de rapportage periode - eejjmmdd

    5 Onderwerp ASTV

    6A VersieIndicatorMajor 1

    6B VersieIndicatorMinor hetgeen van toepassing is. Momenteel 0, 1, 2 of 3

    7 VersieFormaat hetgeen van toepassing is. Momenteel 2 (in versie 1

    van het uitspoelformaat ontbreekt dit veld)

    Tabel 2

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

    Veldnaam Omschrijving

    1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

    2 HuisartsNo AGB nummer van de huisarts waarbij patiënt is

    ingeschreven

    2 PatNum HIS patiëntnummer

    3 GebJaar Geboortejaar in 4 cijfers

    4 Geslacht M of V

    Tabel 3A

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 1

    De selectie bestaat uit patiënten met de ICPC codes R96 of R96.01 of R96.02 op episode- of

    probleemlijst én die 16 jaar of ouder zijn.

    Veldnaam Omschrijving

    1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

    2 PatNum HIS-Patientnummer

    3 DiagnType ICPC code (op episode- of probleemlijst)

    4 Behandelaar resultaat van code 2406, ASHB RZ uit tabel diagnotische

    bepalingen

    Tabel 3B

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

    De selectie bestaat uit patiënten met de hierboven genoemde ICPC-codes en het

    leeftijdscriterium én het criterium dat zij langer dan 12 maanden zijn ingeschreven in de

    huisartsenpraktijk én het criterium dat de huisarts hoofdbehandelaar is (2406, ASHB RZ = 48)

  • Pagina 27 van 27

    Veldnaam Omschrijving

    1 PraktijkNo AGB nummer van de praktijk

    2 PatNum HIS-Patientnummer

    3 DiagnType ICPC code (episode of probleemlijst)

    4 Behandelaar resultaat van code 2406, ASHB RZ uit tabel diagnotische

    bepalingen = 48

    Tabel 4

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2.

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ICPC codes

    uitspoelen: R44 voor griepvaccinatie.

    Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1

    Tabel 5

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante

    diagnostische bepalingen uitspoelen.

    Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1

    Tabel 6

    Conform beschrijving generiek uitspoelformaat versie 2

    Voor patiënten die voldoen aan de selectiecriteria genoemd bij tabel 3B, relevante ATC codes

    uitspoelen. Indien gevraagd wordt in de indicator naar 3 of meer voorschriften, minimaal de

    laatste relevante voorschriften tot 3 in de rapportageperiode uitspoelen.

    Niet gewijzigd ten opzichte van generiek uitspoelformaat versie 1

    Wijzigingen in versie 1.1Wijzigingen in versie 1.2Wijzigingen in versie 1.3Wijzigingen in versie 1.4InleidingLeeswijzerAchtergrondWerkwijzeIndicatoren, waarde en beperkingenBeheer

    Beschrijving van indicatoren Astma bij VolwassenenLiteratuurBijlage 1, Beschrijving van benodigde data per indicatorBijlage 2, RapportagesBijlage 3, Registratie aanwijzing voor de huisartsBijlage 4, Berekening leeftijd, duur inschrijving en duur hoofdbehandelaar1. Indicatoren en leeftijden2. Duur inschrijving3. Duur hoofdbehandelaar huisarts

    Bijlage 5, Specificaties Uitspoelformaat Indicatoren “Astma bij Volwassenen”Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 1Beschrijving uitspoel naar uitspoelformaat versie 2