overgangsrituelen bij hindoes

3
Overgangsrituelen aanpassen of niet? Drs. R. GAINDA Mogen we onze sanskaars (overgangsrituelen) aanpassen aan de huidige Nederlandse situatie? Dat is een vraag waar veel hindoes mee zitten. In dit artikel zal ik een antwoord geven op deze vraag vanuit mijn kennis van het (Surinaamse) hindoeïsme en mijn visie daarop. Ik neem als voorbeeld de antyeshthi sanskaar, overgangsritueel van het aardse leven naar het hiernamaals. Als concreet gebruik hierbij kies ik als voorbeeld het kaal scheren van degene die de rituelen verricht. (foto) Soeniel Chotoe Het hindoeïsme is de verzamelnaam voor honderden (sub)religies, levensovertuigingen en godsdiensten die in de loop der tijden in India ontstaan zijn en zich daar ontwikkeld hebben. Kijk maar naar de bekende namen als: vedisme, brahmanisme, jainisme, boedhisme, sikhisme, sanatan dharma, arya aamaj, waidik dharma, vedanta, bhakti marga, karma marga, arya samaj, kabir panthi enzovoort. Soms is iets dat in de ene vorm van het hindoeïsme verboden is in een andere vorm wel toegestaan. Het kaal scheren komt voor bij de sanatan dharmi en niet bij de arya samaji. En beiden zijn hindoes.

description

social,work,hindu

Transcript of overgangsrituelen bij hindoes

Page 1: overgangsrituelen bij hindoes

Overgangsrituelen aanpassen of niet? Drs. R. GAINDA

Mogen we onze sanskaars (overgangsrituelen) aanpassen

aan de huidige Nederlandse situatie? Dat is een

vraag waar veel hindoes mee zitten. In dit artikel zal ik

een antwoord geven op deze vraag vanuit mijn kennis

van het (Surinaamse) hindoeïsme en mijn visie daarop.

Ik neem als voorbeeld de antyeshthi sanskaar, overgangsritueel

van het aardse leven naar het hiernamaals.

Als concreet gebruik hierbij kies ik als voorbeeld

het kaal scheren van degene die de rituelen verricht.

(foto) Soeniel Chotoe

Het hindoeïsme is de verzamelnaam voor honderden (sub)religies,

levensovertuigingen en godsdiensten die in de loop der tijden in India ontstaan zijn

en zich daar ontwikkeld hebben. Kijk maar naar de bekende namen als: vedisme,

brahmanisme, jainisme, boedhisme, sikhisme, sanatan dharma, arya aamaj, waidik

dharma, vedanta, bhakti marga, karma marga, arya samaj, kabir panthi enzovoort.

Soms is iets dat in de ene vorm van het hindoeïsme verboden is in een andere vorm

wel toegestaan. Het kaal scheren komt voor bij de sanatan dharmi en niet bij de

arya samaji. En beiden zijn hindoes.

Page 2: overgangsrituelen bij hindoes

Over de sanskaars worden al in de vedische samhita’s, de oudste geschreven

bronnen, al voorschriften gegeven.

Deze voorschriften worden regelmatig waar nodig uitgebreid, beperkt of aangepast.

De sanskaars worden constant aangepast gelet op de behoeften en mogelijkheden

van groepen mensen, gelet op lokale ideologieën. Omgevingsfactoren spelen vaak

een hoofdrol. In de geschiedenis van het hindoeïsme zien we dat geleerden die

aanpassing ook daadwerkelijk bewerkstelligden door hun ideeën te propageren. Zo

kregen we in de loop der tijd regelmatig aanvullingen op de samhitas in de vorm

van boeken als braahmans, aranyaks, upanishads, puraans, tientallen smriti´s,

shastra´s, sutra´s, vooral de grihya sutra´s, en nog heel veel meer. Het zijn de

grihya sutra´s, leidraden voor het verrichten van gezinsrituelen, die heel concreet

aanwijzingen geven hoe de sanskaars verricht kunnen of moeten worden.

Kijken we in deze tientallen grihya sutra’s, dan zien we dat er daarin verschillen

zijn. Dat is logisch. Een nieuwe sutra werd geschreven wanneer de oude sutra´s

geen oplossing boden voor nieuw gerezen problemen en moeilijkheden. En omdat

ook in een zelfde tijdsperiode er in het uitgestrekte India grote onderlinge

verschillen waren, moesten er nieuwe handleidingen komen voor het praktische

dagelijkse leven en de rituelen die lokaal mogelijk waren. Daarom zitten we nu

met een enorme schat aan keuzemogelijkheden wat de sanskaars betreft.

De oudste sanskaars werden ontwikkeld toen de Ariërs in het Indusgebied

woonden. Geleidelijk aan verspreidden zij zich over heel India en pasten hun

religie en rituelen aan de plaatselijke omstandigheden aan. Dit leidde tot het

schrijven van meer en aangepaste grihya sutra’s.

Kijken we naar de staatkundige geschiedenis van India dan zien we dat India vanaf

het jaar 1000 geregeerd is door verschillende vreemde volkeren. Zij maakten

wetten die gebaseerd waren op hun eigen cultuur, religie, normen en waarden.

Daar moesten de hindoes zich ook aan houden. Dit betekende dat de hindoes hun

religie - dus ook de sanskaars moesten aanpassen of loslaten. De meesten pasten

zich aan en konden zo overleven en de basale vorm van hun hindoeïsme behouden.

Hierdoor hebben ze in de afgelopen eeuwen een bijzondere vaardigheid

ontwikkelt om zich aan te passen wanneer er dwang van buiten zich voor deed. In

Suriname hebben onze voorouders hun religie ook aan moeten passen aan de

Surinaamse situatie.

"Djaysa des waysa bhes" ("Pas je aan aan het land") is een veel gehoord

gezegde onder Surinaamse hindoes.

Een zeer sterke kracht van de hindoes in Nederland is juist de vaardigheid om te

integreren met behoud van onze basale hindoeïstische normen en waarden. Dat

deze integratie daadwerkelijk plaats vindt, zien we aan de aanpassing van de

antyeshthi sanskaar, de overlijdensrituelen.

Page 3: overgangsrituelen bij hindoes

In toenemende mate wordt er gebruik gemaakt van koffietafels na de crematie, het

sturen van rouwkaarten, houden van toespraken en andere zaken die in India en

Suriname niet gebruikelijk waren.

Naast religieuze gebruiken spelen tradities en gebruiken binnen families en

gezinnen ook een belangrijke rol bij de sanskaars: zowel de concrete uitvoering, de

naleving van voorschriften, als de beleving en betekenisgeving er aan.

Vaak beïnvloeden religieuze (godsdienstige), psychologische en sociologische

invloeden gezamenlijk het gedrag. Dit is ook het geval met het kaal scheren van

degene die het overlijdenssanskaar verricht. Hier zijn religieuze argumenten voor

te vinden: in sommige handleidingen (grihya sutra) staat dat voor bepaalde

overledenen het kaal scheren van de offeraar verplicht is. In sommige

handleidingen staat dat het niet verplicht is. In weer andere handleidingen staat dat

het kaalscheren gewenst is. Dus kunnen we de conclusie trekken dat mensen de

vrijheid hebben om zelf te bepalen of er kaalgeschoren zal worden of niet. Het

kaalscheren is in gebruik bij de sanatan dharmi en niet bij de arya samadji. Vroeger

in India had het kaalscheren - of gedeeltelijk scheren - een bijzondere functie. Men

kon dan zien dat iemand in de rouw was en niet aangeraakt mocht worden.

Deze functie van het kaalscheren nu in Nederland is verdwenen. Via de media of

familie weten we wie aan het rouwen is en op welke wijze. De psychologische

betekenis van het kaalscheren is dat men doordrongen raakt van het besef dat men

een dierbaar iemand verloren heeft; en dat men de rouwperiode intensief en

innerlijk goed doorloopt, beleeft. De sociale betekenis van het kaal scheren is de

lichamelijke boodschap die uitgaat van de kaal geschorene naar de sociale

omgeving. Het kaal scheren voor een offerdienst was een algemene regel voor vele

groepen in India. Hoofdhaar werd als onrein gezien. Waarschijnlijk uit

overwegingen van hygiënische aard. Een ieder kan begrijpen dat dit argument nu

niet meer geldt.

Terug naar de vraag: is het verplicht om bij het overlijdensritueel kaal geschoren te

worden? Ik denk van niet. Laten we niet uit het oog verliezen dat een religie of

godsdienst in wezen en primair bedoeld is om ons te helpen en zeker niet bedoeld

is om ons het leven zuur te maken. Een religie geeft antwoord op vragen waarmee

we zitten.

OHM Vani, 30 januari/maart 2004